Visie op de nieuwe VU-campus
Kaders voor ontwikkeling
Wetenschap ontmoet bedrijfsleven
Colofon Deze campusvisie is een uitgave van Vrije Universiteit Facilitaire Campus Organisatie De Boelelaan 1091 1081 HV Amsterdam T: +31 (0)20 59 86666 E:
[email protected] I: www.vu.nl/vu-kwartier Tekst: VU-Kwartier team Redactie: Taalcentrum-VU Vormgeving: Dienst M&C VU Fotografie: Dienst M&C VU Cover: Your Captain Lucht Fotografie
i.o.v. Zuidas Amsterdam © Vrije Universiteit, april 2010
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inleiding
4
Over Vrije Universiteit Amsterdam
6
Ambities VU en campus
7
Uitgangspunten voor de VU-campus
12
Clusters in de ruimtelijke ontwikkeling
14
Programmering: functies en ordening
18
Routekaart
24
De investeringsopgave: financieel kader
26
De organisatie achter de nieuwe VU-campus
28
1
Voorwoord Na een lange voorbereidende periode is het besluit genomen: de nieuwe VU-campus komt er. Daarom bied ik u graag deze campusvisie aan. Een visie die het startpunt vormt voor de ambitieuze ontwikkeling waar we als Vrije Universiteit de komende vijftien jaar aan zullen werken. De routekaart op pagina 24 geeft u een eerste indruk van wat de nieuwe VU-campus voor ú betekent. Onderzoek en onderwijs blijven uiteraard leidend bij de ontwikkeling van onze nieuwe campus, en ook onze geschiedenis vergeten we niet. Maar we hebben ook rekening te houden met het leren en werken van de toekomst, waarbij het steeds belangrijker zal worden dat we wetenschappers en studenten een inspirerende plek bieden waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Waar ze samen kunnen werken en leren. Over grenzen heen: van landen, van faculteiten, van disciplines. Onze unieke locatie op de Zuidas geeft ons daarbij de kans om iets bijzonders te doen met onze huisvesting. Natuurlijk hebben ook het huidige economische klimaat en de komende rijksbezuinigingen gevolgen voor de VU. Toch durven we de uitdaging aan. De huidige gebouwen voldoen niet meer aan de veranderende eisen van een moderne universiteit. Door nu een grootse vernieuwingsslag te maken, is de VU voorbereid op de toekomst. Onze ambitie is groter dan ooit. Dat is ook nodig. Want om de uitdagingen van morgen het hoofd te kunnen bieden, moet de VU zich blijven ontwikkelen. Ik hoop dat u dit boekje bewaart als leidraad voor die ontwikkeling. René Smit Voorzitter College van Bestuur Vrije Universiteit Amsterdam, 22 april 2010 3
Inleiding Na een lange periode van voorbereiding op de VU-campus is de kogel door de kerk. De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) kiest voor een ambitieuze ontwikkeling op de Zuidas met een nieuwe VU-campus. Waarom? Om de positie van de VU te versterken, nieuwe samenwerkingsvormen mogelijk te maken en een aantrekkelijke onderzoeks-, werk- en studieomgeving te bieden. SOK voor Amsterdam en VU Voor Amsterdam is de ontwikkeling van de VU-campus een belangrijke sleutel in de voortgang van de Zuidas. Gemeente Amsterdam en de VU hebben daarom in juli 2009 een samenwerkingsovereenkomst (SOK) getekend. Een enorme stap: de SOK is een contract en dus een verplichting om aan de slag te gaan. In de overeenkomst heeft de VU minimaal de taak op zich genomen om de eerste fase van de VU-campus te realiseren: de ontwikkeling van de bouwlocatie, Schoolwerktuinen en de sloop van het W&N-gebouw. De ontwikkelingsplannen zoals opgenomen in deze Campusvisie, zijn getoetst aan de SOK.
Een startpunt Deze Campusvisie vormt de basis voor de bouw- en huisvestingsplannen van de VU in de komende vijftien jaar. U vindt in dit boekje de keuzes die zijn gemaakt om richting te geven aan de ontwikkeling van de nieuwe campus. Hoe ordenen we onze activiteiten binnen de VU? Hoe bundelen we onze voorzieningen, zoals laboratoria en onderwijsruimten? En hoe faciliteren we het nieuwe werken en leren, waarbij we elkaar ontmoeten om samen te werken? Deze Campusvisie is dus een startpunt waar de komende vijftien jaar op wordt voortgebouwd. Niet alleen deze lange looptijd, maar ook een mix aan functies, een omvangrijk investeringsprogramma en de vele stakeholders zijn kenmerkend voor de nieuwe VU-campus als ontwikkelingsproject. We zullen te maken krijgen met nieuwe beleidsinvloeden, marktomstandigheden en allerlei (inter)nationale ontwikkelingen en innovaties in onderwijs, onderzoek, stedenbouw en klimaat.
Samenwerkingsovereenkomst (SOK) gemeente - VU: de belangrijkste afspraken: • De VU mag circa 500.000 m² vloeroppervlak ontwik kelen, waarvan 95.000 m² voor woningen. • 2010-2012: de gemeente verkoopt en levert 15.000 m² grond (nu schoolwerktuinen), waarop VU 90.000 m² vloeroppervlak mag realiseren. • 2018: de VU verkoopt en levert 29.000 m² grond (nu W&N-gebouw) aan de gemeente voor voetbalvelden voor SC Buitenveldert. 4
• 2020: de gemeente verkoopt en levert grond ten noorden van De Boelelaan, waarop de VU 17.000 m² mag realiseren. • De gemeente compenseert de grondprijs voor minimaal 228 goedkope woningen. • SC Buitenveldert verhuist op kosten van de gemeente naar het huidige terrein van het W&N-gebouw.
Dit betekent dat we op dit moment niet één blauwdruk kunnen neerleggen – niet voor het plan, niet voor het proces en niet voor de financiering. Toch moeten alle partijen steeds kunnen teruggrijpen op de basiskernwaarden van de gebiedsontwikkeling. Daarvoor is deze campusvisie bedoeld. De uitgangspunten in dit boekje zijn als het ware de vaste ankers, die leidend zijn voor komende beslissingen.
Leeswijzer Een goede campusvisie start bij de VU zelf. Wat is de VU? Waar staat zij voor en wat is haar ambitie? Dit beschrijven we in de volgende twee hoofdstukken. In hoofdstuk 4 leest u vervolgens wat op basis daarvan de uitgangspunten en keuzes voor de VU-campus zijn. In de daarop volgende hoofdstukken staat een aanzet voor het concrete programma en de financiële en organisatorische gevolgen.
Collegevoorzitter VU Smit en wethouder Amsterdam Poelgeest ondertekenen de samenwerkingsovereenkomst.
Over Vrije Universiteit Amsterdam Voor een nieuwe VU-campus moeten we eerst de VU zelf in kaart brengen. De geschiedenis, de identiteit en het unieke van de VU zijn richtingaanwijzers: ze bepalen hoe de nieuwe VU-campus eruit komt te zien. Maar ook de locatie en heersende trends geven hiervoor kaders.
Een ambitieuze universiteit In die omgeving is de VU een ambitieuze universiteit. Ons doel is groei, zowel in kwaliteit van onderwijs en onderzoek als in aantrekkingskracht op studenten, wetenschappers en maatschappelijke partners.
De identiteit van de VU: betrokken en zorgvuldig De VU, opgericht in 1880, stond voor het bedrijven van christelijke wetenschap vanuit gereformeerde beginselen. De sporen van die identiteit zijn nog steeds terug te vinden in de huidige cultuur en de sfeer aan de VU. Allereerst in de betrokkenheid: aandacht voor maatschappelijke vraagstukken en reflectie op wetenschappelijke ontwikkelingen. Maar ook in de zorgvuldigheid in de omgang met elkaar. De kleinschaligheid – ook binnen grotere faculteiten – die de VU uit wil stralen, is terug te voeren op het bijzondere karakter.
Elkaar ontmoeten: samenwerken en samen leren We willen echter niet groeien zonder de kernwaarden betrokkenheid en zorgvuldigheid uit het oog te verliezen. Ontmoeten, verbinden en flexibiliteit zijn de begrippen die daarin centraal staan.
Uniek is ook de locatie: alle faculteiten, disciplines én een medisch centrum op één campus aan de Zuidas in Amsterdam. De Zuidas ontwikkelt zich bovendien de komende jaren tot hét stadscentrum voor internationaal zakendoen en kennisontwikkeling. Trends De maatschappij heeft te maken met grote ontwikkelingen in de onderwijswereld. Onderzoek en onderwijs worden steeds internationaler en de concurrentie tussen kennisinstellingen groter. Het aantal studenten in het hoger onderwijs neemt toe. Bij een gelijkblijvend marktaandeel kiezen er naar verwachting in 2020 ongeveer 40 procent meer studenten voor een opleiding aan de VU. ICT-ontwikkelingen maken onderzoek, werken en studeren plaats- en tijdonafhankelijk. Bovendien is er een groeiend bewustzijn dat wetenschappelijke kennis omgezet moet worden in economische en maatschappelijke waarde: kennisvalorisatie. 6
Onderzoekers worden geïnspireerd door met elkaar, met studenten, met patiënten en professionals in gesprek te gaan. Interdisciplinaire, internationale en interculturele ontmoetingen om gedachten uit te wisselen; formeel en informeel. Onderzoeksgroepen, flexibel in samenstelling en grootte, die zich bezighouden met maatschappelijke thema’s en een inhoudelijke verbinding aangaan met de directe omgeving. En met onderzoekers en studenten die waar ook op de wereld met hetzelfde thema bezig zijn. Om dat te faciliteren bouwt de VU hoogwaardige huisvesting op de Zuidas: de nieuwe VU-campus.
Ambities VU en campus De nieuwe campus op de Zuidas helpt de VU haar doelstellingen op het gebied van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening te bereiken. Ook sluit de campus aan op de ontwikkelingen van de Zuidas; op het mengen van stedelijke functies. Op de Zuidas komt een campus waar studeren, onderzoeken, wonen, werken, zorgen, ontspannen en ontmoeten samenkomen. Dit past bij de ambitie van de VU voorop te willen lopen in de ontwikkeling van een stadscampus. De VU wil excelleren en kiest daarom voor een aantal speerpunten voor onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. De VU staat daarnaast midden in de samenleving en gaat actief op zoek naar verbinding met de maatschappij en (directe) omgeving. Onderzoek: digitaal en persoonlijk ontmoeten Toponderzoek vraagt om uitstekende faciliteiten. Dit trekt topwetenschappers aan die op hun beurt in staat zijn door overheden en bedrijfsleven gefinancierd onderzoek (de tweede en derde geldstromen) aan te trekken. Onderzoek is een internationale, mondiale aangelegenheid. Wetenschappers zijn niet alleen betrokken bij hun onderzoeksgroep aan de VU, maar maken deel uit van internationale netwerken, die digitaal en persoonlijk onderhouden worden. De ICT-voorzieningen op de VU-campus faciliteren het digitaal uitwisselen van gegevens en publicaties. De locatie van de campus, de verbinding met Schiphol, de uitstraling van Amsterdam en de verblijfsmogelijkheden op de campus zijn positieve randvoorwaarden die persoonlijke ontmoetingen, gastonderzoekerschap en de organisatie van wetenschappelijke seminars en congressen stimuleren. Ontmoetingen met andere onderzoekers, studenten en professionals inspireren, stimuleren en leiden tot onderzoekscreativiteit.
Onderwijs: internationaal studeren en interactief leren De basis van een wetenschappelijke opleiding start met de bachelorfase. Hierin bouwen studenten een degelijke basiskennis op binnen hun vakgebied en worden zij gestimuleerd over de grenzen van hun discipline, cultuur, tradities en levensovertuiging heen te kijken. Ze leren vanuit een zelfbewuste houding vragen te stellen over uitgangspunten in wetenschap, samenleving en levensovertuiging. In de masterfase komt de student steeds nadrukkelijker in contact met specifiek wetenschappelijk onderzoek. Ook onderwijs mondialiseert. Steeds meer internationaal talent volgt, aangetrokken door toponderzoek, losse modules of een masteropleiding aan de VU. Ook hier werken de locatie, de verbinding met Schiphol, de uitstraling van Amsterdam en de verblijfsmogelijkheden in ons voordeel. Doordat het onderwijs verschuift van ‘onderwijzen’ naar ‘actief en sociaal leren’, verbetert en verdiept het leren en wordt het betekenisvoller. Interactieve werkvormen, sociale interactie en groepsopdrachten ondersteunen deze manier van leren. Leren vindt niet alleen plaats op formele momenten van kennisuitwisseling tussen docenten en studenten, maar is altijd mogelijk, op allerlei manieren. Patiëntenzorg breidt zich uit Voorheen vond patiëntenzorg alleen plaats in het VUmc. Op de VU-campus komen er echter meerdere onderscheidende patiëntencentra met uitstekende patiëntenlogistiek waar menselijke waardigheid en respectvolle behandeling centraal staan. Met een tandheelkundig centrum waar ook speciale aandacht is voor gehandicapte en bijzonder angstige patiënten. Met een revalidatiekliniek, een reumacentrum en psychische gezondheidszorg.
7
Een deel van de patiënten komt alleen langs voor een kort consult of snelle behandeling. Vele anderen verblijven er voor langere tijd, tot 24 uur per dag en ontvangen er bezoek. VU deelt kennis met maatschappij De aandacht voor verantwoording van publiek geld groeit. Dit zorgt ervoor dat er niet alleen gekeken wordt naar hoe de VU haar kennis overdraagt, maar ook naar wat er met die ontwikkelde kennis gebeurt. Dit laatste wordt ook wel kennisvalorisatie genoemd. De VU deelt opgedane kennis met de samenleving via debatten, lezingen en discussies. Ze koppelt hierbij actuele thema’s aan wetenschappelijk onderzoek. De VU communiceert niet alleen in wetenschappelijke publicaties, maar ook in de ‘gewone’ media over bevindingen van wetenschappelijk onderzoek. VU-wetenschappers geven graag gevraagd en ongevraagd hun deskundige mening over de actualiteit.
permanente aanwezigheid van honderden studenten en jonge wetenschappers dan ook zeer waardevol. Naast verlevendiging van het gebied betekent het kunnen huisvesten van (internationale) studenten en gastonderzoekers op de campus ook veel voor de wervingskracht van de VU op deze groepen. Het nieuwe werken Met de nieuwe campus introduceren we ook een nieuwe werkstijl. Een stijl die tegemoetkomt aan de wensen van de nieuwe generatie medewerkers die tijd- en plaatsonafhankelijk werken met geavanceerde ICT-middelen. Een stijl die inspringt op de veranderende werkwijze. Niet langer blijven medewerkers tot hun pensioen bij de VU; ook zitten ze niet van negen tot vijf achter hun bureau. Werkdagen worden langer en medewerkers gaan tussendoor andere dingen doen, zoals sporten. Ze hebben behoefte aan hoogwaardige werkplekken die zij specifiek voor hun werkfunctie van dat moment gebruiken. De werkplekken worden minder aan de werknemers toegewezen; meer aan de werkfunctie. Ontmoeten en samenwerken zijn hierin belangrijk.
Naast maatschappelijke kennisvalorisatie onderkent de VU ook economische kennisvalorisatie: kennis beschikbaar of geschikt maken voor economische ontwikkeling. De VU creëert economische waarde door kennis om te zetten in een dienst, proces, product of nieuwe bedrijvigheid. We stimuleren daarom ondernemerschap in spinoff bedrijven, die ook een plek op de campus vinden. Ook werken we aan meer interactie en samenwerking met bestaande bedrijven (life long learning).
De VU-campus biedt een omgeving waarin de medewerkers altijd optimaal kunnen samenwerken en kennis kunnen delen. De nieuwe manier van werken komt tot uitdrukking in een werkomgeving waar medewerkers graag optimaal presteren.
Levendig wonen Een levendige campus in een stedelijke setting vereist dat er ook ’s avonds iets gebeurt en er mensen op straat zijn. Studenten kunnen daarin uitstekend een rol spelen. Bestaande projecten in Amsterdam bewijzen dat een voldoende concentratie studenten een buurt (weer) dynamiek geeft. Voor levendigheid op de Zuidas is de
Ontspannen op de campus De VU-campus vermengt stedelijke functies, wonen, werken en ontspanning. Er komt een sportcentrum op de campus, waar medewerkers, studenten en bezoekers kunnen sporten. Voor het werk, tussen de colleges door of juist na werktijd. Er zijn diverse voorzieningen voor eten en drinken, en winkels voor de dagelijkse boodschappen. 9
Op de VU-campus is ruimte voor culturele ontspanning, een podium voor film, muziek en theater. Naast de formele programmering worden er laagdrempelige evenementen georganiseerd, zoals belangrijke sportwedstrijden uitzenden op een groot scherm. Centraal thema: ontmoeten De VU staat voor betrokkenheid en kleinschaligheid. Bezoekers en gebruikers voelen zich welkom en geborgen op de campus: kleinschaligheid met een stedelijke uit-
straling. Ontmoeten is daarom een van onze centrale thema’s. Dit gaat verder dan mensen samenbrengen. Het zorgt voor kruisbestuiving tussen studenten, onderzoekers, patiënten, professionals en bezoekers. Er zijn voorzieningen waar mensen naartoe gaan om elkaar te treffen, zoals een bar, restaurant en een congrescentrum. Er is ruimte om je eigen ontmoeting te organiseren binnen en buiten de gebouwen. Maar bovenal nodigt de VU-campus uit met elkaar in gesprek te gaan tijdens georganiseerde en toevallige, formele en informele ontmoetingen. De gemene deler van kennis ontwikkelen, verwerven en delen, schept een band. Campus ook duurzaam Bij de VU staat duurzaamheid voor evenwicht tussen ecologische, sociale en economische aspecten voorop. Dat betekent dat er niet alleen oog is voor zaken als energie, CO2, afval en water- of materiaalgebruik, maar ook voor sociale verantwoordelijkheid, mobiliteit, ecologie en landschap, gezondheid en welzijn. Flexibiliteit is daarbij belangrijk. Gebouwen gaan langer mee als ze flexibel en eenvoudig aan te passen zijn voor ander gebruik. Flexibele werkconcepten zorgen voor een besparing op ruimte, zodat er minder gebouwd hoeft te worden. De VU streeft, net als de totale Zuidas, naar een gebied met een hoge duurzaamheid (BREEAM Excellentscore). Duurzaamheid gaat ook over mensen. Bezoekers en gebruikers moeten zich veilig en geborgen voelen, maar worden ook bewust gemaakt van (de gevolgen van) hun gedrag. Groenvoorzieningen op, in en tussen de gebouwen spelen daarin een belangrijke rol.
10
Uitgangspunten voor de VU-campus Een campus van internationale allure op de Zuidas is een belangrijk middel om de ambities van de VU waar te maken. De aanbevelingen uit eerdere beleidsstukken (Visieontwikkeling VU, de locatie op de Zuidas, het financiële kader en de SOK) zijn leidend bij de ontwikkeling ervan. In dit hoofdstuk leest u hoe wij deze aanbevelingen vertalen naar keuzes voor de ontwikkeling van de VU-campus en gebouwen. Zuidas De VU wil zich inhoudelijk en fysiek verbinden met de Zuidas en de stakeholders door: • uit te breiden aan de noordzijde van De Boelelaan. Denk hierbij aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), researchvoorzieningen en andere bebouwing; • aan te sluiten bij de allure en stedelijkheid van de Zuidas door hogere dichtheden in de bebouwing ten noorden van de campus te realiseren; • te verbinden via bijvoorbeeld pleinen, overgangsgebieden, entreegebieden en routing om relaties binnen de VU-campus te verduidelijken en de relatie met de Zuidas te versterken, een goed oversteekbare Boelelaan om alle delen van de VU bereikbaar te maken, verbindingen met de directe omgeving zoals het Amsterdamse Bos of Amsterdam-Zuid; • infrastructuur in te richten met een focus op ontmoeten en bereikbaarheid; • af te stemmen met de stedenbouwkundige plannen van Zuidas, zodat er een eenduidige ontwikkelvisie en stedenbouwkundig plan ontstaat. VU-campus en stedelijk landschap De VU-campus moet een levendige, opvallende plek op de Zuidas zijn. In de eerste plaats faciliteert de campus onderzoek en onderwijs op de VU, op zijn eigen herkenbare plek. Daarnaast helpt een campus de VU om (in12
ternationale) studenten en onderzoekers aan te trekken, doordat het een omgeving met allure is waar ze kunnen studeren, ontmoeten, werken, wonen en recreëren. ICT maakt informeren op afstand mogelijk; de VU ziet welke mogelijkheden dat biedt voor de campus. De campus heeft aantrekkingskracht door de kwaliteit van de fysieke omgeving en de vanzelfsprekende ontmoetingsplek. Door (studenten)woningen te bouwen op de campus en de studiedag te verlengen, vergroten we de levendigheid op de campus. De openbare ruimte tussen de gebouwen wordt belangrijker. Voor de gebiedsontwikkeling van de VU-campus zijn onderstaande ontwerpuitgangspunten belangrijk bij het uitwerken van het stedenbouwkundig plan: • Integrale campus: functiemenging van onderwijs, onderzoek, sport, cultuur, wonen, werken en horeca. Deze bevordert de levendigheid en flexibiliteit van het gebied. • Verschillende voorzieningen: genoeg mogelijkheden voor cultuur, horeca, sport, congreshotel en andere vormen van ontspanning om levendigheid in de avonduren en de weekenden te waarborgen. • Flexibiliteit: huisvesting moet toekomstige keuzen niet onmogelijk maken. • Ontmoetingsplekken: (binnen)tuinen, pleinen en andere buitenruimten waar de gemeenschap elkaar tegenkomt. Een duidelijk, levendig, centraal plein is een oriëntatieen herkenningspunt, maar ook een gebiedstrekker. • Relatief kleinschalige bebouwing: we houden de menselijke maat in het gebied in het oog. Dit vergemakkelijkt ontmoetingen. • Groenvoorzieningen: openbare ruimten ingevuld met veel groen, bijvoorbeeld een zorgtuin. • Verbetering campustoegang: een goed geordende toegang van het gebied en de gebouwen (formeel en informeel) versterkt de identiteit van de campus. • Eenheid in diversiteit: de campus straalt dit uit door bij-
voorbeeld een uitgebalanceerde plintinrichting van gebouwen waardoor meer gevarieerde bovenbouw mogelijk is. • Functionele clustering onderwijs en onderzoek: de sleutel naar een duidelijke stedenbouwkundige structuur. Gebouwen Toekomstige VU-gebouwen zorgen voor de uitstraling en herkenbaarheid van ons onderzoek en onderwijs. De gebouwen worden compacter. Om te voldoen aan de gestelde ambities krijgen de nieuwe gebouwen in ieder geval de volgende kenmerken: • Flexibel bij groei, krimp of functiewijziging. • Geschikt voor intensief gebruik door bijvoorbeeld deeltijd masteropleidingen in de avonduren aan te bieden. • Gevarieerd in soorten werkplekken: informele sociale werkplekken, collegezalen en individuele plaatsen voor optimale concentratie. • Afgestemd op het gezamenlijke nieuwbouwprogramma van VU en VUmc voor nog meer flexibiliteit en gezamenlijk voorzieningengebruik. • Verbindingen creërend tussen studenten, onderzoekers, medewerkers, studies en onderzoeksgebieden. Dit zijn de ‘formele’ ontmoetingsplekken zoals een conferentiecentrum. • Ontmoetingsplek voor de verschillende campusbezoekers op een ‘informele’ manier. • Herkenbare architectuur die past bij de identiteit van de VU: universiteitsgebouwen met architectuur van sobere allure, zonder ‘dikdoenerij’. • Een wetenschappelijke uitstraling van de universiteitsgebouwen. • Eenheid door bijvoorbeeld materiaalkeuze en ingangen van de gebouwen. • Optimaal faciliterend voor onderzoek en onderwijs: gebouwen worden geclusterd op basis van discipline, niet op basis van faculteiten.
• Hetzelfde huisvestingsmodel voor alle faculteiten, ingevuld naar de behoefte van de gebruikers. • Concentratie van bachelors per cluster om de band met hun studie te versterken en de logistiek in de gebouwen te bevorderen. • Voorzieningen voor graduate studenten dichter bij de onderzoeksfaciliteiten dan die van bachelorstudenten. • Met groenvoorzieningen in binnen- en buitenplaatsen. • Met ecologische daken waar mogelijk; groen en recreatief. • Optimaal duurzaam met een geminimaliseerd energiegebruik en lage onderhoudslasten.
Clusters in de ruimtelijke ontwikkeling De universitaire gemeenschap denkt steeds minder in afgebakende faculteiten; zij werkt het liefst in interdisciplinaire onderzoeksgroepen. Deze groepen bestaan uit onderzoekers uit verschillende vakgebieden, die voor kortere of langere tijd een samenwerkingsverband aangaan binnen de universiteit, een ander kennisinstituut of een bedrijf. Onderzoeksgroepen willen zoveel mogelijk fysiek bij elkaar zitten. Daarmee ontstaat de wens om een dynamische (netwerk)organisatie te huisvesten. Elk vakgebied, elk kenniscluster krijgt een eigen logische plaats op de campus. Aan de westzijde (op de kaart links) van het VUmc ligt de toekomstige locatie van het medisch cluster. Vanzelfsprekend krijgen hier de onderzoeksgroepen van het cluster Human Health & Life Sciences een plaats. Aan de oostzijde van de VU-campus (op de kaart rechts) begint het zakencentrum van de Zuidas. Dit is een aantrekkelijke locatie voor bijvoorbeeld de alfagammageoriënteerde onderzoeksgroepen. Gebouwen worden minder specifiek ingericht voor één bepaald vakgebied: onderzoeksgroepen kunnen veranderen, dus de bestemming van gebouwen kan worden aangepast. Er zijn algemene universiteitsgebouwen nodig die naar de gebruikers worden gemodificeerd. De groeiende afstand tussen grootschalig bacheloronderwijs en de op maat gesneden masteropleidingen maakt het logisch om het bacheloronderwijs te concentreren. Met het Academygebouw en het onderwijsgebouw (aan het campusplein) vormt deze concentratie het hart van de universiteit, waar de meeste onderwijsvoorzieningen voor de bachelorstudenten komen. Door samenwerking met hbo-opleidingen, die voor gedeeld onderwijs zorgen, groeien de aantallen studenten sterk. De grote concentratie studenten bevindt zich in het hart van de universiteit.
14
Door de structuur van de stad en de Zuidas blijft de De Boelelaan het hoofdadres van de VU. Deze laan krijgt het karakter van een binnenstadsboulevard met winkels en restaurants én zichtbare, formele (VU-)ingangen. Het hart van de VU wordt het drukbezochte campusplein; de huiskamer van de universiteit. Verschillende informele functies, zoals studentenhuisvesting, cafés en een theaterzaaltje, creëren hier een levendige ontmoetingsplek. Deze plek biedt ook de basisvoorzieningen voor studenten, zoals de servicebalie. Deze vormen de ankers voor het concept van de VU-campus en de omringende bebouwing. Ambition map Hieronder illustreren we de geplande indeling (‘ambition’) van de campus op een kaart. De clusters staan hierop in kleuren weergegeven. Tegenover het hoofdgebouw aan de Boelelaan voorziet het gemeentelijke bouwprogramma vooral in woningbouw. Aan de oostkant zorgen de economische instituten voor een koppeling met het financiële centrum op de Zuidas. Vanuit het station Amsterdam Zuid (buiten de kaart rechtsboven) loopt een voetgangersroute naar de VU. De grote cirkels geven de entreepunten vanuit het openbaar vervoer aan; de kleine cirkels geven de startpunten aan van de parkeergarages onder het gebied. Deze worden gepositioneerd op de verbindingen van de verschillende clusters.
Human Health & Life Sciences is een eerste cluster in wording. De samenwerking tussen VU en VUmc biedt juist op deze locatie, aan de Zuidas en dichtbij Schiphol, een unieke kans om een sterke propositie te realiseren. Een sterk merk in gezondheidswetenschap, onderzoek en onderwijs. Dit cluster biedt al het onderwijs op het domein van Human Health & Life Sciences en is tegelijk een internationale ontmoetingsplaats voor de sector. Zo ontstaat een gespecialiseerd Human Healthdomein op de locatie van de huidige polikliniek, ACTA en het toekomstige O&D-gebouw en het nieuwe VU-gebouw op de schoolwerktuinen.
Westplein
P
Amstelveense weg
De Boelelaan
16
P P P
VUmc zorgtuin
P
Campusplein P
Buitenveldertselaan
Gustav Mahlerlaan
Paars - VUmc: het ziekenhuis wordt uitgebreid tot een carré rond een groene zorgtuin. Rondom zijn onder andere het Imaging centre en de poli gelegen. Blauw - Human Health & Life Sciences is de clustering van de Medische Faculteit en Tandheelkunde: onderzoek en diagnostiek. Ook de Bèta Sciences zijn onderdeel van dit cluster. De sterke wisselwerking in dit cluster komt tot uitdrukking in directe verbindingen tussen de gebouwen. Geel/oranje - Alfa-gamma is van oudsher de basis van de VU. Dit programma vindt volledig plaats aan De Boelelaan. Ook het Academygebouw, als opvolger van het hoofdgebouw, staat in deze zone. Het Campusplein vormt het levendige hart van de universiteit. Rond dit plein zijn de bachelorfaciliteiten gerangschikt. Oranje/rood - Bewegingswetenschappen vormt de schakel tussen VU, VUmc, het cluster Human Health & Life Sciences en de voetbalvelden op de VU-campus. Rood - Er is woningbouw binnen het gebied op verschillende plaatsen voor de verschillende doelgroepen. Studenten wonen dicht bij het hart van de universiteit: het VU-plein. Rond het Westplein gaat de gemeente een groot aantal woningen bouwen. Roze - Allianties van de VU met andere partijen krijgen prominente plekken binnen de universiteit, zichtbaar vanaf de Buitenveldertselaan, bijvoorbeeld. De routing vanuit de hoekpunten naar het VU-plein biedt ruimte aan voorzieningen. Deze vormen de ankerpunten voor de levendigheid van het campusplein en omgeving. Groen - Het groene gebied aan de noordkant van de Mahlerlaan is de ontwikkeling van Maarsen Groep: een gemengde commerciële ontwikkeling van woningbouw en kantoren. P - Parkeren 17
Programmering: functies en ordening De VU-campus heeft als primair doel onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening optimaal te faciliteren. Door de ruimte efficiënt en effectief te gebruiken kan de verwachte groei van de VU in nieuwbouw worden opgevangen.
de onderzoeksgroep liggen. Een clustering van collegezalen, werkgroepruimten en werkplekken voor studenten is wenselijk. Dit maakt een gezamenlijk gebruik van voorzieningen mogelijk. Collegezalen met vlakke vloeren zijn het meest flexibel, omdat ze multifunctioneel te gebruiken zijn.
De SOK geeft in eerste instantie de mogelijkheid om 500.000 m² te realiseren. Naast de benodigde 220.000 m² voor het primaire proces en 95.000 m² voor woningen komt er ongeveer 185.000 m² beschikbaar voor toekomstige groei van de VU en aanvullende functies die de campus levendig en aantrekkelijk maken. Deze functies, denk bijvoorbeeld aan horeca, parkeren of een hotel, bedienen de studenten en medewerkers van de VU en dragen ook bij aan de financiële haalbaarheid van het totale campusplan.
Clusters Met nieuwe werkconcepten, geclusterde onderwijs- en onderzoeksvoorzieningen en efficiënt beheer van het ruimteaanbod winnen we veel ruimte. De faculteiten gaan samenwerken in clusters zoals Human Health & Life Sciences en Alfa Gamma. Centraal in de huisvesting is de infrastructuur van een specifiek kennisgebied. Leden van disciplinair georganiseerde onderzoeksgroepen zitten bij elkaar en vlak bij infrastructuur die voor hen relevant is. Verschillende samenwerkingsvormen (onderzoeksinstituten, faculteiten) zijn binnen de clustering mogelijk. De onderzoeksschool, de voorzieningen voor de researchmasters en de spinoffs liggen zo veel mogelijk rondom de faciliteiten van elk kennisgebied. Onderzoeksgroepen die vergelijkbare onderzoeksinfrastructuur nodig hebben, zijn geclusterd. De voorzieningen voor master- en bacheloronderwijs kunnen, met uitzondering van de alfa’s, op enige afstand van 18
Illustratie: Ordeningsprincipe
l Bachelors/professional master onderwijs l Interface l (Zware) Onderzoeksinfrastructuur l Research master/onderzoeksscholen l Onderzoek l Spin-offs Onder invloed van ICT zal in de komende jaren het karakter van het onderwijs verder veranderen, en daarmee verschuift de ruimtebehoefte. Omdat informatie op elk moment voor iedereen overal beschikbaar is, is het van groot belang om de VU als universitaire gemeenschap vorm te geven. Studenten en werknemers moeten zich welkom voelen op de VU. Dit kan met minder grote collegezalen, meer (kleine) werkgroepruimten en zelfstudieplekken. Met goede onderwijsvoorzieningen kunnen we de VU tot een aantrekkelijke verblijfsomgeving maken.
Kantoorruimte Naast kantoorruimte voor faculteiten, instituten en diensten van de VU komt er ook extra kantoorruimte. Deze extra ruimte gebruiken we voor het huisvesten van allianties en spin-offs en om flexibiliteit in te bouwen in het programma. De meeste ruimte wordt gebruikt voor zitwerkplekken. Als we die werkplekken flexibel genoeg bouwen, bijvoorbeeld door demontabele tussenwanden te gebruiken, kan dit groei en krimp in ruimtegebruik en -behoefte opvangen. De gemiddelde werkplek in een VU-gebouw is nu circa 28 m² in oppervlakte. Onder meer door deeltijdwerkers is bij de VU circa 1,3 werkplek per fte beschikbaar. Dit verklaart een totaal (kantoor)ruimtegebruik van 120.000 m² voor 4.000 werknemers in de huidige gebouwen van de VU. In de praktijk wordt veel ruimte niet goed gebruikt, door een teveel aan gangen, nutteloos geworden hoeken en ruimtes. In de moderne kantooromgeving wordt een nettoruimtegebruik per werkplek aangehouden van 17,4 m² (bron: DTZ Zadelhoff). Omrekenen naar vloeroppervlak levert een ruimtevraag op van 21 m², algemene ruimtes, vergaderplekken en pantry’s inbegrepen. Dit is een gemiddeld praktijkgetal voor kantoren in Amsterdam, zonder bijzondere concepten of verdichting. Door de deeltijdfactor te reduceren naar 1,0 (dus: door werkplekken efficiënter te gebruiken), kunnen we groeien van 4.000 naar 5.000 medewerkers op 108.000 m² kantoorruimte. Op deze manier brengen we met moderne, efficiënte kantoorvoorzieningen de ruimte die we nodig hebben terug met 35 procent. Dit mag worden beschouwd als een redelijke, gemiddelde standaard.
20
Flexwerken, meer thuiswerken en compactere werkplekken (mogelijk door de nieuwe manier van werken) geven ruimte om de organisatie van de VU goed en ruim genoeg te huisvesten in nieuwe gebouwen. De nieuwe huisvesting van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft (na de noodlottige brand) is gerealiseerd in een slim en hoogstaand concept. Dit heeft geresulteerd in een verbeterde huisvesting, waar algemene tevredenheid over heerst. De ruimtereductie van 35 procent die tegelijkertijd bereikt is, leverde geen bezwaren op voor het onderwijs en de onderzoeken. De kantoorruimte biedt ook mogelijkheden voor spin-off en start-up bedrijven (incubators). Laboratoria Voor de meeste laboratoria volstaan standaardruimtes waarin biochemische en andere proeven gedaan kunnen worden. Toch vergt een aantal specifieke laboratoria, zoals Cyclotron en het Lasercentrum, bijzondere eisen. Slimme maatvoering en flexibele inrichting maken universeel gebruik van laboratoria (met onderscheid in nat en droog) mogelijk. Clustering van labs en uitgekiende maatvoering bevorderen efficiënt gebruik, zodat de ruimtevraag kan afnemen. De Radboud Universiteit en de Universiteit van Amsterdam hebben in hun nieuwe laboratoria respectievelijk 40 procent en 20 procent ruimte bespaard. Ook voorname bedrijven als Philips (High Tech Campus) en Shell laten zien dat zo’n besparing mogelijk is, vooral door veel onderzoek te digitaliseren. De VU richt haar laboratoria ook op zo’n flexibele manier in. Zo besparen we minimaal 20 procent aan ruimte.
Woningen We vinden het belangrijk dat de campus levendig blijft, ook in de avonduren. Woningbouw bevordert deze levendigheid. Hierbij gaat het om studentenwoningen en short-stayappartementen voor gastonderzoekers en andere tijdelijke medewerkers. Ook woningen voor andere doelgroepen aan de rand van de VU-campus zorgen voor een opener en toegankelijker universiteitsgebied. Parkeren Op de Zuidas is parkeerruimte schaars. Het beleid van de VU is om gebruik van openbaar vervoer en de fiets te bevorderen. Tegelijkertijd wil ze het gebruik van de auto wel faciliteren. Toekomstig duurzaam autogebruik is daarom een voorwaarde om VU en VUmc goed bereikbaar te houden. Het personeel van VU en VUmc is natuurlijk een ‘parkeerdoelgroep’. Alleen personeel dat geen andere optie heeft dan de auto, mag de auto op de VU-campus parkeren. Ook bezoekers blijven de parkeervoorzieningen gebruiken. Zij zullen een marktconform tarief moeten betalen voor een parkeerplek. Auto’s worden niet meer op straat geparkeerd. Alle parkeervoorzieningen komen onder de nieuwe gebouwen. Uiteraard voeren VU en VUmc een sterk op ov gericht en daardoor duurzaam vervoersbeleid. Publieksvoorzieningen Formele kennisuitwisseling vindt onder andere plaats tijdens wetenschappelijke congressen. In de programmering van de VU-campus past een congrescentrum, in samenwerking met een Aula die primair voor wetenschappelijke bijeenkomsten is bedoeld. Een hotel, restaurant en cafés bieden ruimte aan bezoekers van de VU, VUmc en het bedrijfsleven aan de Zuidas. In het hart van de universiteit, het VU-plein, zijn de informele cafés en de studentensociëteiten te vinden. 22
Sport- en cultuurfaciliteiten dragen voor een belangrijk deel bij aan continue levendigheid. Een breder publiek dan alleen medewerkers en studenten van de VU kan hiervan gebruikmaken. Energiecentrum Op de huidige campus is het energiecentrum een onmisbare voorziening voor VU en VUmc. De ambitie van de VU op het gebied van duurzaamheid is dat de energiebehoefte van nieuwe gebouwen afneemt. Het energiecentrum zal een cruciale rol blijven spelen in zijn netwerkfunctie van duurzame energievoorziening. Het nieuwe energiecentrum komt waarschijnlijk in de omgeving van de Boechorststraat, ingepast in stedelijke bebouwing. De verwachte behoefte en noodzakelijke energievoorzieningen binnen de VU-campus worden onderzocht. Dit onderzoek wordt in 2010 afgerond.
Routekaart wen opgeleverd waar een deel van de faciliteiten uit het W&Ngebouw en de Medische Faculteit worden ondergebracht.
De bouw van de VU-campus is een grootschalig en complex ontwikkelingsproject. De inhoud van de plannen moet goed zijn en financieel solide. De relaties met belanghebbenden en de omgeving zijn minstens zo belangrijk. We willen de VU-campus samen met hen ontwikkelen. Samen benadrukken we bewust, strategisch en systematisch de gewenste identiteit. Onze focus op een aantal stevige uitgangspunten is daarbij leidend.
De verwevenheid met VUmc en de bouwplannen voor het cluster Human Health & Life Sciences, de plannen voor een polikliniek en het Imaginggebouw zijn van groot belang voor het plannen van alle projecten na de sloop van het W&N-gebouw.
De afzonderlijke bouwprojecten hebben onderlinge relaties. Het ene project kan pas starten als een vorig project is afgerond. Het W&N-gebouw kan pas gesloopt worden als het project in fase één is afgebouwd. In de eerste fase wordt een nieuw universiteitsgebouw gerealiseerd ten noorden van de De Boelelaan. Ook wordt rond het VUmc een aantal gebou-
In de eerste fase wordt op de VU-campus een nieuw academygebouw gerealiseerd, en wordt ook voor Hogeschool INHolland een locatie mogelijk gemaakt. Dit concept van de VU-campus is de basis waarop we de plannen ontwikkelen. Het bepaalt in grote lijnen hoe de gebiedsontwikkeling in elkaar zal steken.
ACTA
VUmc
VUmc
O&D
gereed 2010
Fase 1
gereed 2016
Fase 1
VUmc
gereed 2016
Voetbal velden verplaatsen naar locatie W&N/Cyclotron vanaf 2018
Hoofdgebouw VU
VUmc Imaging Centre gereed 2014 VUmc
24
Initium gereed 2011
Sloop W&N + Cyclotron 2016
Cyclotron
gereed 2010
De investeringsopgave: financieel kader Natuurlijk hebben ook het huidige economische klimaat en de komende Rijksbezuinigingen gevolgen voor de VU. Toch durven we de uitdaging aan. Bij goed waardemanagement brengen vastgoedactiviteiten namelijk ook meer op. Deze opbrengt kunnen we, naast de financiering van het vastgoed zelf, weer investeren in onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Het primaire proces op de VU-campus – onderzoek en onderwijs, dat waar het om gaat – is leidend voor vastgoedontwikkeling. De VU-strategie en het Meerjaren Instellingsplan VU vormen de basis voor het ruimtebehoeftemodel van de VU. De ruimtebehoefte is bepalend voor de vastgoedportefeuillestrategie van de Facilitaire Campus Organisatie (FCO). Om de ruimtebehoefte te bepalen, maken we onderscheid tussen:
Ruimtebehoefte eigen gebruik VU Deze ruimtebehoefte kunnen we verder onderverdelen naar de onderkende functies van de organisatie, zoals: • kantoren (generiek); • onderwijsvoorzieningen; • laboratoria; • overige specifieke VU-functies (bijvoorbeeld bibliotheek, sportcentrum). Ruimtebehoefte complementair aan eigen gebruik VU De complementaire ruimtebehoefte komt voort uit de campusvisie op de ontwikkeling van een stedelijke campus. Denk hierbij aan: • winkels en horeca; • ontspanning, sport; • allianties met andere onderwijsinstellingen; • overige (bijvoorbeeld ruimte voor congressen en cultuur). In 2010 voegt de VU twee nieuwe gebouwen toe die zij zelf heeft ontwikkeld: Initium en ACTA. De actuele vastgoedportefeuille (met veel oudere gebouwen) zorgt ervoor dat de exploitatielasten relatief laag zijn vergeleken met nieuwbouw: ongeveer 12 procent van de omzet van de VU. Dit betekent dat elk nieuw gebouw (zelf ontwikkeld of aangehuurd van derden) tot hogere exploitatielasten leidt. De totale huisvestingsopgave waar de VU zich voor gesteld ziet, brengt hoge kosten met zich mee, wat voor een universiteit moeilijk op te brengen is. Daarom zoekt de VU samenwerking met andere partijen, om zo risico’s te delen. Verder zal het nieuwbouwprogramma gefaseerd worden uitgevoerd, zodat de financiering gespreid kan worden. Daarnaast streeft de VU naar duurzame opbrengsten en waardeontwikkeling van vastgoed. De financiële risico’s worden continu gemanaged.
De organisatie achter de nieuwe VU-campus Voor de ontwikkeling van de VU-campus hebben we een speciaal projectbureau opgezet met specifieke kennis van gebiedsontwikkeling, planeconomie, grondexploitatie, commercieel vastgoed, concepten en gebiedsmarketing. Dit projectbureau is verantwoordelijk voor de planning op het hoogste niveau, grondexploitatie, definiëren van haalbare deelprojecten voor nieuw vastgoed, landschap en bouwplannen. Samenwerking, draagvlak en verantwoording VUmc is een belangrijke partner in de VU-campus. De toenemende samenwerking en clustervorming van het academisch ziekenhuis en het universitaire bètacluster onderscheidt zich, ook internationaal. Samen bundelen ze krachten in onderwijs, onderzoek en zorg in het cluster Human Health & Life Sciences. Voorloper hiervan is de Onderzoeks- en Diagnostiektoren die, ontwikkeld door VUmc, voor ongeveer de helft ruimte biedt aan de Medische Faculteit. VU en VUmc hebben het voornemen een gezamenlijk parkeerbedrijf op te richten en werken samen in het energiebedrijf. Ook trekken VU en VUmc gezamenlijk op in hun overleg met de gemeente Amsterdam voor uitvoering van de SOK. In de SOK is een overeenstemming tussen VU en gemeente Amsterdam vastgelegd over grondtransacties, het totale bouwprogramma van de VU en de manier waarop we tot verdere planvorming en ontwikkeling komen. In de SOK is ook de projectorganisatie vastgelegd, bestaande uit een stuur- en een projectgroep. Naast de directe partners VUmc en gemeente, zijn er diverse allianties gericht op gezamenlijke huisvesting op de VU-campus. Dit betreft onder meer de samenwerking met de UvA, Hogeschool INHolland (overeenkomst), Duisenberg School of Finance en Tinbergen Instituut. Allianties worden als deelproject in de haalbaarheidsfase georganiseerd. Als er een concreet project is, wordt dit 28
overgedragen aan het projectbureau van FCO. Onderdeel van het bouwprogramma van de VU-campus zijn woningen, voorzieningen (zoals cultuur, sport, een congrescentrum, ondersteunende horeca en publieke voorzieningen) en kantoren voor opvang van groei en krimp van de VU. Deze ontwikkelen we samen met partners om de juiste expertise te betrekken en risico’s te spreiden. Naast partners en al bestaande allianties zijn er verschillende belangrijke stakeholders in en rond de VUcampus. Dit zijn onder meer vertegenwoordigers van omwonenden, verenigd in het Bewonersplatform Zuidas, de vrienden van de Hortus, investeerders en grote gebruikers op de Zuidas, verenigd in Zuidaspartners (onder meer ING, WTC, ABN AMRO, Amsterdam RAI, de Kamer van Koophandel), Sportclub Buitenveldert, Amsterdam Bright City, het stadsdeel Zuideramstel en gemeente Amstelveen. Met al deze groepen houdt het projectbureau VU-campus intensief contact. Ook de directeur van FCO, de portefeuillehouder en andere CvB-leden onderhouden intensief contact. Draagvlak voor de verdere planontwikkeling bij deze groepen is cruciaal voor de voortgang en het succes van de VU-campus. Het VU-Kwartier team Franc van Nunen Cok Sas Ton Steentjes Chris Vonk
Colofon Deze campusvisie is een uitgave van Vrije Universiteit Facilitaire Campus Organisatie De Boelelaan 1091 1081 HV Amsterdam T: +31 (0)20 59 86666 E:
[email protected] I: www.vu.nl/vu-kwartier Tekst: VU-Kwartier team Redactie: Taalcentrum-VU Vormgeving: Dienst M&C VU Fotografie: Dienst M&C VU Cover: Your Captain Lucht Fotografie
i.o.v. Zuidas Amsterdam © Vrije Universiteit, april 2010
Visie op de nieuwe VU-campus
Kaders voor ontwikkeling
Wetenschap ontmoet bedrijfsleven