MBO in de Buitenhof Branding Algemeen overleg Vaste Kamercommissie voor Onderwijs van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Observaties, aantekeningen, bevindingen 1. Persoonlijke titel Ook MBO 2010 was bij het overleg in de Kamer. De inhoud van deze impressie is gebaseerd op eigen aantekeningen. De focus is gericht op volledigheid en juistheid, maar inschattingen kunnen anders uitpakken. Waarvan acte. 2.
Rode draad
Rode draad in het overleg :
De aanbevelingen van de commissie Dijsselbloem. Maar in het bijzonder het werk- en denkschema “ Wat – Hoe “, het toetsingskader en de uitvoeringstoets. In lijn daarmee veel aandacht voor: De kwaliteit van de kwalificaties (uitvoerbaarheid, studeerbaarheid, toetsing e.d.). Kwaliteit van bestuur en management. De positie van de docent. Het traject van invoering. Interessant is de verschuiving van de focus op themagebieden. Professionalisering met stip op de eerste plaats. Gevolgd door bedrijfsvoering (met name huisvesting en ict). Inhoud in de randvoorwaardelijke sfeer. Dit in termen van balans houden. 3.
Onderwijswoordvoerders in punten
3.1. Staf Depla, PvdA. Kwalificaties zijn niet uitontwikkeld. Er zijn nog forse verbeteringen nodig: -
-
-
Niveauverschillen verwerken, dus koppelen aan doelstelling opleidingen. Eindniveau duidelijk vastleggen. Europese standaarden in acht nemen. Deel C adviesstatus, zoals beoogd. Aantal uitstroomdifferentiaties veel te groot. Het werk en- en denkschema “Wat -Hoe“ dient te worden toegepast. Er dient balans te zijn tussen kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling/beroepshouding. En balans in toepassing werkvormen: lessen, projecten, stages etc. Twijfel aan deskundigheid management = onderwijskundig leiderschap. Het CGO concept dient ruimte te bieden aan lessen. Opdracht voor docenten de keuzen te maken als het gaat om selectie van werkvormen. Dus geen dicterende Colleges van Bestuur op dit punt. Betrokkenheid van docenten bij cgo moet omhoog. De zeggenschap van docenten dient fors versterkt te worden bij de operationalisering van de onderwijsdoelstellingen, bij voorkeur via de medezeggenschapsraad op scholen. Ruim baan voor diversiteit bij de uitvoering. 01.08.10 als streefdatum prima, maar geen dictaat.
MBO in de Buitenhof Branding -
-
3.2. Nathalie de Rooij, SP. -
De docent is de centrale speler. Geeft schets van de kwaliteiten, waarover docenten naar haar oordeel beschikken. CGO is een middel, mag geen doel op zich worden. Besturen gebruiken vernieuwing als bezuinigingsoperatie. Docenten worden vervangen door instructeurs en onderwijsassistenten. Citeert uit een aantal mails van docenten, als illustratie van de stelling dat het beroerd is gesteld met kwaliteit van het onderwijs en de positie van docenten. Refereert aan recent verschenen advies onderwijsraad. CGO lijkt wel Chaos Gericht Onderwijs. Pleidooi voor balans, zoals bedoeld bij 3.1. Proces dient Dijsselbloem-proof te zijn. Zie eveneens 3.1. Meer tijd nodig, dus 01.08.10 schrappen als deadline. Er dient een onderzoek te komen naar het draagvlak onder docenten.
Voorwaarden van de zijde van SP : Toetsingskader en uitvoeringstoets toepassen op het mbo. Instemming leraren is noodzakelijk. Kwalificatiestructuur dient verbeterd te worden.
3.3. Jack Biskop, CDA. -
-
-
-
Standaardisatie /centralisatie examens goede ontwikkeling. Wel aandacht voor vermijden (extra) bureaucratisering voor wat betreft controle op kwaliteit, dus opdracht voor de inspectie. Toetsingskader en uitvoeringstoets Dijsselbloem dienen van toepassing te zijn.
-
Toetsingskader en uitvoeringstoets Dijsselbloem toepassen. Draagvlak onder docenten dient te worden versterkt. Besturen zijn docenten vergeten. Knelpunten scherp in kaart brengen en die oplossen. Immers er zijn stevige knelpunten. Er dient balans te zijn. (zie ook 3.1.) Bedrijfsvoering heeft continue aandacht nodig. Datzelfde geldt voor toeleiding naar stageplaatsen en de begeleiding van leerlingen tijdens de stage. Diversiteit is noodzakelijk. Variatie is nodig in de kwalificaties als het gaat om de verschillende niveaus/doelstellingen van de opleidingen. Voer het gesprek binnen de scholen, ga door met de goede zaken en los de knelpunten op. Centralisatie/standaardisatie examens is goede zaak. Er is meer en beter onderwijskundig leiderschap noodzakelijk. Kwaliteit management laat te wensen over. Toezicht nader bekijken. Let vooral ook op vermijden bureaucratische effecten. Invoeringsdatum: hou de focus erop. Dus streefdatum. Pas het principe toe van “pas toe of leg uit “. Dus geen collectief arrangement. Pleidooi voor invoering Vakcertificaat voor leerlingen die LLB niet op voldoende niveau scoren.
MBO in de Buitenhof Branding 3.4. Martin Bosma, PVV. Woordvoerder PVV bouwt inbreng op in de vorm van een aantal statements. Citeert een aantal malen Coen Free (voorzitter van het College van Bestuur van het Koning Willem I College). Hij wijst op grote verschillen in beoordeling project. De ‘proceschef’ heeft recent geschreven dat het om de grootste operatie gaat sinds de invoering van de mammoetwet. De chef van het mbo spreekt van een operatie met een beperkte reikwijdte. Refereert aan de inhoud van een aantal mails. PVV ziet in feite niets in deze operatie en gelooft ook niet in de goede afloop. Positie van docenten dient fors te worden verstevigd.
3.5. Ineke Dezentjé Hamming, VVD. -
-
Verdedigt CGO, maar ook de woordvoerder van de VVD benadrukt de noodzaak van balans (zie ook 3.1). Niveau Nederlands en rekenen moet gewoon goed zijn, dat geldt trouwens voor het kennisniveau van alle vakken. Vraagt aandacht voor kwaliteit stagebegeleiding. En voor de extra kosten die begeleiding van leerlingen veroorzaakt. Houdt pleidooi voor meer, goede en bevoegde docenten. Dus zet vraagtekens bij de inzet van instructeurs. Invoeringsdatum 01.08.10: streefdatum. Pas toe of leg uit. Dus indien een school om goede redenen nog niet zover is dan niet forceren.
3.6. Tofik Dibi, Groen Links. “CGO project is een razende trein. Ik ga er niet voorstaan, maar trek zo nodig wel aan de noodrem”.
Er dient voldaan te worden aan de volgende criteria: Kennisniveau moet goed zijn. Geldt ook voor burgervorming. Docenten gaan over het “Hoe “. Professionalisering van docenten is noodzakelijk. CGO dient geen “down-grading“, maar “up-grading“ onderwijs te zijn. 01.08.10: pas toe of leg uit. Onafhankelijk onderzoek nodig naar draagvlak onder docenten. Toetsingskader en uitvoeringstoets Dijsselbloem toepassen. Strikt toezicht van de zijde van de staatssecretaris op procesmanagement MBO 2010. Verwijst naar het oordeel van Dijsselbloem over de inzet van procesmanagers. Overheid dient regie verder te versterken. Wat is van onderop? Van onderop begint bij de docent.
3.7 Bas v.d. Vlies, SGP. “Wat – hoe“ schema toepassen. -
Kwaliteit moet omhoog. Zelfstandigheid leerlingen prima, maar structuur gaat voor. Er dient balans te zijn. (zie 3.1.) Strekking eindtermen overeind houden. Kwalificaties zijn te procesmatig. Mist materiële omschrijving van vereiste kennis. Neemt als voorbeeld kwalificatie WEI. Stages moeten beter = toeleiding en begeleiding.
MBO in de Buitenhof Branding -
Consistentie in beleid noodzakelijk. 01.08.10 aanhouden. Stimuleren wel, forceren niet.
3.8. Ed Anker, Christen Unie -
Dijsselbloem toepassen met name denk- en werkschema “wat/hoe “. Benadrukt noodzaak balans. (zie 3.1.) Deel C opnieuw bezien. Besluit over 01.08.10 later nemen. Proces kritisch blijven volgen. Er dient duidelijk te worden dat er echt draagvlak is. Examens prioriteit.
4 De Balans opmaken In deze paragraaf doe ik een poging de inbreng van de acht aanwezige fracties in enkele thema’s te clusteren. Immers afgezien van de accenten voor wat betreft de politieke kleuring zijn er wel degelijk enige rode draden te traceren.
4.1. De kwalificatiestructuur Interessant is dat de woordvoerders ruimschoots aandacht besteedden aan de kwaliteit van de kwalificatiedossiers. Op basis van het “W/H schema” stelden met name Depla en Biskop dat de overheid als vaststeller van ‘het wat’ de verplichting heeft te zorgen voor kwalificatiedossiers, waarvan de kwaliteit onomstreden is. Interessant is ook de toevoeging van studeerbaarheid naast die van uitvoerbaarheid en functionaliteit. Dus verdere doorontwikkeling van de kwalificatiedossiers op basis van het format 2007 (en de daarop gebaseerde opleidingen) is noodzakelijk. Focus dient daarbij (ook) gericht te zijn op: - Status deel C. - Functionaliteit van het aantal uitstroomkwalificaties. - Functionaliteit van het aantal kwalificaties. Dit mede gelet op het oorspronkelijk beoogde aantal als vastgelegd in de zomerbrief van OCW van 2002, die een streefaantal van 120 tot 140 noemt. - De koppeling van de kwalificaties aan de doelstelling/ het karakter van de opleiding. Dus verschil maken tussen kwalificaties gericht op beroepsopleidende respectievelijk beroepsvoorbereidende opleidingen.
4.2. De Balans Balans in kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. Balans in werkvormen, dus een uitgewogen mix van lessen, projecten, opdrachten, binnenen buitenschoolse praktijk, etc.
4.3. Kennisniveau Alle fracties benadrukten de noodzaak van een adequaat kennisniveau. Hoewel Nederlands en Rekenen als basisvakken expliciet werden genoemd, lieten de woordvoerders er geen twijfel over bestaan dat deze eis voor het gehele programma geldt.
MBO in de Buitenhof Branding Naast bovenstaande eis werd uitgesproken dat aandacht voor de opleidingen op niveau 1 en 2 noodzakelijk is. Het is onwenselijk dat een vakbekwame leerling zijn diploma wordt onthouden omdat hij niet voldoet aan de eisen van de “algemene vakken“.
4.4. Dijsselbloem Wellicht met gradaties, maar eenstemmigheid over de toepassing van de “Dijsselbloem –
referenties “: -
Toetsingskader (en in het verlengde daarvan de uitvoeringstoets bij wetgeving). Wat/Hoe als werk- en denkmodel. Draagvlak.
4.5. Bestuur en management De mbo-bestuurder werd getypeerd als “iemand die met een Porsche komt aanrijden, na een half uur vertrekt en naar niemand luistert“. Naar aanleiding van gesprekken met docenten was de Kamer zeer kritisch over de kwaliteit van het management. Het ontbreekt aan onderwijskundig leiderschap. Dat moet veranderen.
4.6. Invoering per augustus 2010 Van beoogde datum waarop de overheid overgaat tot brede en verplichte invoering naar een datum waarop gekoerst wordt als “stip op de horizon “. Met scholen die om goede redenen nog niet volledig over kunnen naar onderwijs dat gebaseerd is op de competentiegerichte kwalificatiestructuur, worden bestuurlijke afspraken gemaakt met het oog op een zo spoedig mogelijke overgang.
4.7 Positie leerlingen Duidelijk is dat de positie van de leerling dankzij de inzet van JOB de afgelopen jaren fors is versterkt. De leerlingen en hun vertegenwoordiging worden serieus genomen. Ook leerlingen dienen door scholen in staat gesteld te worden hun oordeel, visie, mening te geven. Via de leerling-raad dan wel in de vorm van leerling-panels en tevredenheidenquêtes.
4.8 Positie docenten Wat voor leerlingen geldt, is voor de docenten nog in veel sterkere mate van toepassing. De trend is ontwikkeling geworden en de ontwikkeling beleid: de herwaardering van de professional. Over de noodzaak docenten in positie te brengen is kamerbrede unanimiteit, sommige partijen bepleiten instemmingsrecht te geven aan docenten van opleidingen. In dit verband werd ook de nadruk gelegd op inzet van bevoegde docenten. Immers de professional is per definitie bekwaam, maar moet wel bevoegd zijn. Het beeld werd neergezet dat bevoegde docenten worden vervangen door niet-bevoegde (en dus goedkopere) instructeurs en onderwijsassistenten. De Kamer staat hier zeer terughoudend tegenover. 5. De Staatssecretaris van het woord De staatssecretaris (verder te noemen de SOCW) heeft haar beantwoording in de eerste termijn in blokken gestructureerd:
MBO in de Buitenhof Branding 5.1. Inleiding/Algemene beschouwing -
-
-
Er is sprake van een grote operatie. Zorgvuldigheid is geboden. Start ligt bij gemeenschappelijke wens van bedrijfsleven en scholen. Resultaten uiteindelijk verankeren in de wet. Het is noodzakelijk dat de (kwaliteit) van de representatie bij het doorontwikkelen en verbeteren van de kwalificatiedossiers wordt verbeterd. Dat geldt voor de vertegenwoordiging van zowel het bedrijfsleven als de scholen. Dus zorgen voor de geschikte mensen, die de goede zaken doen en de zaken goed doen, en die draagvlak en gezag hebben bij de achterban. School kiest zelf, is dus verantwoordelijk voor de keuzen die in het kader van het HOE worden gemaakt. Leerlingen hebben structuur nodig. Kwalitatief goed onderwijskundig leiderschap is een noodzakelijke voorwaarde voor succes. Er dient Balans te zijn. (zie ook bij 4) Het project is in uitvoering. Dat is de realiteit. Dus doorgaan, knelpunten in kaart brengen en de knelpunten oplossen. Houding dient constructief – kritisch te zijn. College van Bestuur dient zijn verantwoordelijkheid te nemen. 2010 is de stip op de horizon. Het behoeft niet klaar te zijn. Inzet is en blijft dat alle eerstejaars in augustus 2010 starten met een opleiding geënt op de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Verwijst naar besluit invoeringsplannen en de rapportage “Op weg naar 2010 “. SOCW geeft aan, dat MBO 2010 de opdracht krijgt in de gesprekken naar aanleiding van de voortgangsplannen ook de betrokkenheid van leerlingen en docenten aan de orde te stellen.
Ik ga kijken naar : Deel C, mate van detaillering en kennisaspecten. Introductie van domeinen. Burgerschap, mede in relatie tot Nederlands en rekenen. - Een ordening van de niveaus/kwalificaties (niveau 1, 2 versus 3, 4). Geen stelselwijziging, wel binnen het huidige stelsel de mogelijkheden en de meerwaarde verkennen.
5.2. Blok 1, Kwalificaties. Knelpunten : Versiebeheer i.c. de administratieve lasten die het werken met verschillende versies aan kwalificaties veroorzaakt. Status van deel C. Variatie in relatie met niveaus. Dijsselbloem – proof ? Vergelijking met Denemarken en de USA heeft geen zin. Volstrekt verschillende systemen. In de zomer bericht over besluitvorming deel C. Kwalificaties dienen een adequaat kennisniveau te garanderen. Regionale componenten/ kleuring: 20% vrije ruimte, stages en de ruimte die de globale kwalificaties bieden, zijn voldoende om aan regionale component recht te doen. Huidig aantal dossiers echt nodig?
MBO in de Buitenhof Branding In 2009 brede en onafhankelijke evaluatie.
5.3.Blok 2: Invoering -
-
-
SOCW brief voor indiening voortgangsplannen gaat op korte termijn uit. Gesprekken in het najaar. Rapportage MBO 2010 voor het kersreces. Extra aandacht voor betrokkenheid leerlingen en docenten. SOCW zal besturen vragen hier expliciet op in te gaan in de voortgangsrapportages. Serie gesprekken gestart met docenten om zicht te krijgen op hun oordeel voor wat betreft planning invoeringstraject. Ook gesprekken met leerlingen op dit punt. Project is Dijsselbloem – proof. SOCW verwijst naar haar brief aan de Kamer van 3 juni 2008. SOCW zal ook resultaten van het eigen onderzoek van de Kamer bij haar verdere beleid betrekken. Inspectie gaat aan de slag met themaonderzoek BPV. SOCW wil afspraken met COLO en MBO Raad om concrete verbeteringen te realiseren om de knelpunten bij de stages op te lossen. “Pas toe of leg uit “methodiek is bruikbaar. Inzet is en blijft dat alle eerstejaars in augustus 2010 starten met een opleiding geënt op de nieuwe kwalificaties. Professionalisering: SOCW geeft aan dat MBO 2010 moet zorgen voor activiteitenprogrammering, die een concrete bijdrage levert aan de professionalisering van management, teamleiders en docenten.
5.4. Blok 3: Draagvlak -
-
SOCW benadrukt ook in dit blok de urgentie van professionalisering en de noodzaak tot gerichte, adequate ondersteuning. Er is draagvlak voor de kwalificatiestructuur en kritiek op de invoering op scholen. Onderwijskundig leiderschap moet fors worden verbeterd. CvB moeten actief beleid voeren richting docenten. De beoogde wettelijke verankering van de professionele ruimte moet op niveau van de sector worden uitgewerkt in een professioneel statuut. Lerarenopleidingen ook in lijn brengen met hetgeen (beroeps) onderwijs anno 2008 vereist. Verwijzing naar actieprogramma Leerkrachten. SOCW kan Colleges van Bestuur geen verplichting opleggen op niveau van de opleidingen docenten om instemming te vragen bij start “CGO-opleidingen “.
5.5. Blok 4: Onderwijsraad MBO 2010 heeft de opdracht te ondersteunen bij implementatie en niet te adviseren over didactiek . Versiebeheer is administratief inderdaad een probleem. SOCW zoekt naar oplossingen. Het “WAT“ dient uiteraard ook Dijsselbloem - proof te zijn. Noties van Onderwijsraad ten aanzien van Europese Kwalificatiestructuur kan de SOCW niet operationeel maken: EQF moet gezien worden als niveauduiding tussen landen. EQF geeft geen inhoudelijke aanwijzingen. De niveau van de kwalificatiedossiers zullen gematcht worden aan EQF.
MBO in de Buitenhof Branding
5.6. Blok 5: Examens Beleidslijn conform hetgeen is vastgelegd in advies van de Commissie Meijerink. Voor wat betreft niveau 4 wil de SOCW “full swing“ naar standaardisatie en niveauverhoging. Bij de niveaus 1, 2 en 3 is maatwerk geboden: leerlingen die voldoende scoren in de beroepsgerichte vakken mogen niet de dupe worden van te stringente eisen. Punt van aandacht: MBO kent geen traditie van centrale examinering. Terugdringen/ voorkomen van (extra) bureaucratische lasten als gevolg van het toezicht is aandachtpunt. Wel is “papier“ onmisbaar bij adequate controles.
5.7. Blok 6: Financiën De SOCW verwijst naar hetgeen daarover in de brief van 3 juni 2008 is vastgelegd. Ook de schrijver van dit verslag verwijst de lezer kortheidshalve naar de inhoud van deze brief.
5.8. Blok 7: Overig Belangrijkste punt: de SOCW geeft nogmaals de positie/opdracht van MBO 2010 aan. Het Procesmanagement heeft geen enkele opdracht/taak als het gaat om beleidsontwikkeling dan wel beleidsadvisering. De opdracht is: ondersteuning implementatie competentiegerichte kwalificatiestructuur en de daarmee samenhangende modernisering. En dit op basis van de vastgestelde vraag van scholen. De vraagarticulatie is geënt op de gesprekken met de colleges van bestuur naar aanleiding van het invoeringsplan en de voortgangsplannen. 6. De woordvoerders: bij interruptie In deze paragraaf een selectie van de interrupties van Kamerleden in de eerste termijn: -
-
Breng docenten in positie. Instemming met aanpak van de SOCW om bij de gesprekken over de voortgangsplannen de betrokkenheid van docenten (en leerlingen) aan de orde te stellen, maar graag meer regie van SOCW. Medezeggenschapsraden in stelling brengen. Kwalificaties dienen gekoppeld te zijn aan het niveau van de opleiding. Vertegenwoordigers in de paritaire commissies dienen dat goed te “screenen”. Twijfel aan de representativiteit van de vertegenwoordigende organen respectievelijk de kwaliteit en het draagvlak ervan. SOCW dient te zorgen voor een garantie voor wat betreft het kennisniveau. Diverse woordvoerders dringen aan op actie ten aanzien van voornoemd punt. Principiële benadering is noodzakelijk. De overheid stelt het “Wat “ vast. Is derhalve verantwoordelijk voor de kwaliteit ervan. Criteria daarbij :
MBO in de Buitenhof Branding -
Niveaubepaling. Koppeling aan de kwalificatieniveaus. Kennisniveau dient op orde te zijn. Transparantie en het ontbreken van overlap. Uitvoerbaarheid en studeerbaarheid. Functionaliteit van het aantal kwalificaties respectievelijk het aantal uitstroomdifferentiaties.
Concreet zicht is nodig op de meerwaarde van domeinen. Indien aanwezig dan actie ondernemen. Meerjarige invoering- en voortgangsplannen zijn noodzakelijk. Dienen ook inzicht te geven in de financiering en de inzet van personeel. 7.
Enkele observaties naar aanleiding van eerste termijn – interrupties
De Kamer, in ieder geval sommige partijen spreken de staatssecretaris aan op de kwaliteit, het gezag en het draagvlak van de representatie i.c. de besturen van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en de leden van de paritaire commissies. De staatssecretaris wijst in haar reactie op het feit dat sprake is, van wettelijk verankerde afspraken ten aanzien van verdeling van verantwoordelijkheden, taken, rollen, bevoegdheden. Concreet voorbeeld zijn de wettelijk vastgelegde taken van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. Ook de paritaire commissies krijgen volgens plan vanaf 2010 een wettelijke verankering. Datzelfde is beoogd met het coördinatiepunt. De staatssecretaris kan niet op de stoel van de bestuurders plaatsnemen. Het punt dat de Kamer maakt behoort derhalve thuis op de agenda van de betreffende instituten en ( belangen ) organisaties. De ruimte van de staatsecretaris is gelet op de wettelijk vastgelegde verhoudingen met de besturen van de scholen ook beperkt als het gaat om de vragen van de Kamer ten aanzien van docenten, leerlingen en medezeggenschapsraden. Haar toezegging voor wat betreft de voortgangsplannen en daarop volgende gesprekken met het interviewteam van MBO 2010 is het uiterste wat ze kan doen. Belangrijk punt is wel dat de bestuurders de kritiek van de Kamer serieus nemen. Interessant is de benadering van de Kamer voor wat betreft de kwalificatiestructuur. Indien de betrokken partijen op een even inhoudelijke als integere wijze omgaan met het beschreven principe. Dus daaraan vorm en inhoud geven kan dat daadwerkelijk leiden tot verdere verbeteringen. Dus goed voor de leerlingen, de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs. En voor de sector zelf natuurlijk. De inbreng van bestuurders op thema’s als deel C, het verbinden van kwalificaties aan het niveau van de opleiding, de domeinen, pas toe en leg uit etc. wordt zonder meer serieus genomen. De Balansschool, de Kracht van het Herontwerp (Berenschot) en de rapportage “Op weg naar 2010 “ zijn goed bestudeerd en doen hun werk. 8.
De Tweede Termijn
De Kamer en SOCW hebben uitvoerig met elkaar gesproken in de eerste termijn. In de tweede termijn werden geen nieuwe thema’s aangeboord. Wel werden accenten geplaatst:
MBO in de Buitenhof Branding De woordvoerders -
Kennisniveau dient te staan als een huis. College van Bestuur dient de betrokkenheid van de docenten te garanderen. Pas toe en leg uit. Op de kwalificatiedossiers is een stevige check noodzakelijk. Ten aanzien van het toezicht is verdere reductie bureaucratisering noodzakelijk. Dijsselbloem dient van toepassing te zijn op het “MBO – project “. Medezeggenschapsraad dient in stelling te worden gebracht. Budget innovatiegelden oormerken. Kwaliteitsverbetering van management is urgent.
De SOCW -
-
-
Wijst nog eens op haar toezegging inzake de voortgangsplannen en gesprekken daarover als het gaat om het in positie brengen van docenten en leerlingen Is ook van opvatting dat doorontwikkeling van de kwalificaties en de “screening van de kwaliteit ervan een continu proces is. Daarvoor is ook alle ruimte gelet op haar besluit tot verlenging met twee jaar van de experimenteerperiode. Terugdringen bureaucratie is continu aandachtspunt. Maar controle gaat nu eenmaal gepaard met “papier “. Ook dat is een “fact of life “. Keuze om docenten dan wel instructeurs in te zetten is een verantwoordelijkheid van de colleges van bestuur. De overheid stelt het “WAT “ vast en toetst/controleert de resultaten. Dit in termen van rechtmatigheid, doelmatigheid, civiel effect, uitval. EFQ gaat over niveaus. De Nederlandse kwalificatiestructuur over inhoud, dus een programma van eisen wat een leerling moet kennen en kunnen. Extra ondersteuning nodig bij scholing van (midden)management.
Financiering: zie overzicht in brief van 3 juni 2008 9.
Het vervolg
Naar aanleiding van het overleg tussen de SOCW en de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs op woensdag 4 juni heeft op dinsdag 10 juni een Verlengd Algemeen Overleg plaatsgevonden. Dit naar aanleiding van het indienen van een vijftal moties. Voor wat betreft de inhoud van de moties verwijst scribent naar de informatie van de Tweede Kamer. Hier volgt een opsomming met vermelding van thema en reactie SOCW. •
Groen Links Motie vraagt garanties op het punt van randvoorwaarden als draagvlak docenten, leerlingen, kwaliteit bedrijfsvoering en eindevaluatie. Dus in lijn met Dijsselbloem.
SOCW akkoord. Reden de motie in te trekken. •
PvdA Motie 2010 is geen verplichte einddatum. Wel streefdatum. Pas toe of leg uit.
SOCW heeft geen bezwaar tegen de motie.
MBO in de Buitenhof Branding Motie Oproep aan Colleges van Bestuur de docenten expliciet te betrekken bij proces. De facto zorgen dat meerderheid van docenten akkoord is. Medezeggenschapsraden in positie brengen.
SOCW : ontraadt motie. Is echt zaak voor het bevoegde gezag, dus de Colleges van Bestuur. Verwijst naar toezegging inzake voortgangsplan 2008, voortgangsgesprekken en rapportage daarover. •
PVV Motie Verzoekt de regering in overleg te treden met de MBO Raad om vooralsnog niet over te gaan tot invoering.
SOCW : ontraadt de motie. •
SP Motie
Invoering op niveau school alleen indien aantoonbaar een meerderheid van de docenten akkoord is.
SOCW : ontraadt de motie. Stemming : dinsdag 17 juni 2008. 10.
Tenslotte
MBO 2010 is niet ingericht om adviezen te geven. Dus die vindt de lezer niet. MBO 2010 stelt wel vast dat het mbo stevig op de politiek-bestuurlijke kaart staat, mede gelet op het belang van excellerend MBO voor economie en samenleving. Zowel de SOCW als de Tweede Kamer steekt, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, veel tijd en energie in het mbo: het mbo staat in de branding van het buitenhof. Voor MBO 2010 betekent de inhoud en opbrengsten van het debat in ieder geval : • Nog eens scherp kijken naar de activiteitenprogrammering. • Intensivering van activiteiten met name waar het gaat om bedrijfsvoering, professionalisering, kwalificaties, stages en examinering. • Versterking slagvaardigheid. En vooral praktische, efficiënte en effectieve ondersteuning leveren. Het is aan de scholen of de eigen agendering en de operationalisering ervan actualisering behoeft.
Den Haag, 14 juni 2008. MBO 2010, voor deze,
Hans van Nieuwkerk