Faculteit der Geneeskunde
masteropleiding Medical Informatics Onderwijs- en Examenregeling studiejaar 2010 - 2011
Definitieve versie
Onderwijsinstituut Medische Informatiekunde juni 2010
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER MEDISCHE INFORMATIEKUNDE studiejaar 2010- 2011
HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 – TOELATING TOT DE OPLEIDING HOOFDSTUK 3 – INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING HOOFDSTUK 4 – ONDERWIJS HOOFDSTUK 5 – TOETSING EN EXAMINERING HOOFDSTUK 6 – STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG HOOFDSTUK 7 – JUDICIUM ABEUNDI HOOFDSTUK 8 – OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
2
HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling a. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Medical Informatics, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (verder te noemen: de faculteit). b. De werking van deze regeling is van toepassing op alle studenten die vanaf collegejaar 2006/2007 met de masteropleiding van start zijn gegaan. Tevens is artikel 2.2 (vooropleiding en toelating), van toepassing op studenten die zich voorbereiden op instroom in de masteropleiding. Artikel 1.2 - Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: het bestuur van het onderwijsinstituut Medische Informatiekunde, verantwoordelijk voor het onderwijs aan de faculteit. b. bonuspunttoets: Toets waarmee 1 punt als bonus bij het eindcijfer kan worden verdiend, met als voornaamste doel het stimuleren van studenten tot een regelmatig studeergedrag. De bonuspuntentoets heeft betrekking op kennis die relevant is voor het tentamen. c. coördinator: docent verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het betreffende onderwijsonderdeel. d. deeltentamen: toets die tijdens een onderwijsonderdeel wordt afgenomen, die meetelt voor het eindcijfer op een door de modulecoördinator te bepalen wijze. e. digitale toetsing: beeldschermtoetsing door middel van een computer f. examen: het masterexamen van de opleiding. g. examinator: docent die bevoegd is tot het geven van een beoordeling. h. fraude en plagiaat: het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. i. module: inhoudelijk samenhangende onderwijseenheid. j. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding in de zin van de wet. k. opleidingsstatuut: het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut conform artikel 7.59 van de wet. Het opleidingsstatuut staat op Blackboard. l. practicum: verplichte praktische oefening waarbij de student werkzaamheden moet verrichten die betrekking hebben op voor de opleiding essentiële vaardigheden. m. programma: het totaal en de samenhang van de onderdelen, de onderwijsvormen, de contacturen, de toetsen tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur. n. student: hij/zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van tentamens en examens van de opleiding. o. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar. p. studielast: de studielast van de onderwijseenheid waarop een tentamen betrekking heeft, uitgedrukt in studiepunten = EC (European Credits). Een studiepunt heeft een studielast van 28 uren studie; de studielast van 1 jaar (1680 uur) is 60 studiepunten/EC. q. tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel. De beoordeling wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeeltes worden afgenomen met behulp van één of meer deeltentamens. Een hertentamen bestrijkt altijd dezelfde materie als het tentamen. r. universiteit: de Universiteit van Amsterdam. s. werkcollege: college waarbij een probleem- of casusgerichte behandeling van de stof voorop staat. t. werkgroep: onderwijs waarbij de interactie tussen studenten en docent voorop staat door middel van probleemoplossing, casusbehandeling of discussie. Van studenten wordt een actieve participatie gevraagd in de vorm van schriftelijke of mondelinge presentaties. u. wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. HOOFDSTUK 2 – TOELATING TOT DE OPLEIDING
3
Artikel 2.1 - Toegang voor bachelorstudenten Medische Informatiekunde AMC-UvA a. Na het succesvol afronden van de bacheloropleiding Medische Informatiekunde (AMC-UvA) is het mogelijk in te stromen in de aansluitende masteropleiding Medical Informatics (AMC-UvA), zonder aanvullende eisen of toelatingseisen. b. Indien het bachelordiploma nog niet is behaald is het niet mogelijk in te stromen in de masteropleiding Medical Informatics (AMC-UvA). c. De examencommissie is bevoegd van artikel 2.1. lid b af te wijken in individuele gevallen, op aanvraag van de student, indien de examencommissie van mening is dat toepassing van dit artikel leidt tot onredelijke studievertraging. Artikel 2.2 - Toelatingsvoorwaarden studenten van gerelateerde HBO/WO bacheloropleidingen a. Studenten met een bachelor- of een doctoraaldiploma van een andere studierichting en/of andere (buitenlandse) universiteit en studenten met een HBO-bachelordiploma kunnen alleen instromen met een toelatingsbewijs voor de masteropleiding Medische Informatiekunde. De student dient een verzoek tot toelating tot de master in bij de examencommissie. b. Voor alle zij-instromers zal de examencommissie de toelating tot de masteropleiding beoordelen aan de hand van een portfolio. Het portfolio bestaat uit de volgende vijf onderdelen: 1. een inschrijvingsbrief met motivatie van deelname aan de masteropleiding 2. een gewaarmerkte kopie van bachelor- en/of masterdiploma(‘s) 3. een gewaarmerkte kopie van de cijferlijst met een beschrijving van de gevolgde vakken 4. een curriculum vitae 5. een pasfoto c. De examencommissie beoordeelt een zij-instromer aan de hand van de onderstaande drie criteria: 1. Motivatie voor deelname aan de masteropleiding: de potentiële student moet in staat zijn om zijn keuze voor de masteropleiding te motiveren, waarin de affiniteit met Medische Informatiekunde duidelijk naar voren komt. 2. Huidige vakinhoudelijke kennis van de kern van de Medische Informatiekunde. Iedere zij-instromende student moet: I. van de “Informatics component” alle items in voldoende mate en aantoonbaar beheersen op het niveau van een bachelor in de Medische Informatiekunde; II. van de overige twee componenten de aspecten in voldoende mate en aantoonbaar beheersen. 1. Informatics component Logic Mathematics Methods of data communication and the principles of computer networks Structure of computer programs, algorithmic design and programming Database systems Biostatistics Artificial Intelligence and machine learning Theory and concepts of software engineering Interpretation and processing of information in images and signals 2. Care Information component Patient flows, patterns of complaints, morbidity and mortality Policy, management, financing, structure and organization of the healthcare system Strategic information management in hospitals Management of care processes Medical record keeping Medical registries Terminological systems The medical process and medical decision making 3. Medical component Pre-clinical part Clinical part 3. Relevante werkervaring in onderzoek/gezondheidszorg/bedrijfsleven (optioneel): ervaring in het wetenschappelijk onderzoek, de gezondheidszorg, of een functie elders van minimaal 1 jaar kunnen 4
leiden tot een reductie van de bij criteria 2 genoemde eisen. Dit is ter beoordeling van de examencommissie. d. Toelatingstest 1. Kandidaten worden toegelaten tot de masteropleiding indien zij voldoen aan de criteria zoals vermeld in sub c. Als zij hieraan niet voldoen, dienen zij eerst een toelatingstest succesvol af te leggen. 2. De examencommissie bepaalt welke deficiënties weggewerkt en getoetst moeten worden vóór toelating tot de masteropleiding. 3. De toelatingstest bestaat uit drie componenten, opgebouwd uit deelonderwerpen. De test vindt plaats voorafgaand aan één van de twee instroommomenten per jaar en kan één keer herkanst worden voorafgaand aan de betreffende instroomdatum. Het is mogelijk een pré-masterprogramma te volgen dat voorbereidt op de toelatingstest. Dit programma is niet verplicht, de student kan ook na zelfstudie de toets afleggen. e. Geldigheidsduur 1. Het besluit van de examencommissie ten aanzien van de weg te werken deficiënties is twee jaar geldig. 2. Een afgegeven bewijs voor toelating voor de master is geldig voor twee daaropvolgende studiejaren. Artikel 2.3 - Voldoende beheersing van de Engelse taal Studenten die een diploma hebben behaald in een land buiten de Europese Economische Ruimte (EER) en die niet afkomstig zijn uit één van de Angelsaksische landen, dienen aan te tonen dat zij beschikken over een redelijke kennis van de Engelse taal door het afleggen van een taalvaardigheidtoets Engels. Certificaten van de volgende drie toetsen worden erkend als bewijs van voldoende beheersing van de Engelse taal: 1. ‘Test of English as a Foreign Language’ (afgekort TOEFL-test), met als minimum score: 570 voor de papertest, 230 voor de computertest of 89 for the internettest. 2. een test behaald bij de Cambridge International Examinations, met: score A+ bij First Certificate in English (FCE) of score A/B+ bij Certificate in Advanced English (CAE) of score B bij Certificate of Proficiency in English (CPE). 3. IELTS, met als minimumscore: 6.5. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat er afgeweken wordt van de bovengenoemde eisen. Artikel 2.4 - Instroommoment Het eerste studiejaar van de opleiding kent twee instroommomenten: één in september en één in februari. Voor studenten die gebruik maken van het tweede instroommoment verandert de volgorde van de in artikel 3.5 genoemde semesters. HOOFDSTUK 3 – INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING Artikel 3.1 - Doel van de opleiding en eindtermen a. Hoofddoelstelling van de opleiding De masteropleiding Medische Informatiekunde leidt studenten op tot een niveau waarop ze in staat zijn een substantiële bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis op het gebied van de Medische Informatiekunde. Deze kennis draagt bij aan diagnostiek, behandeling, prognose en preventie van ziekten, en de aansturing van het medisch handelen in de gezondheidszorg. Tevens leren de studenten onderzoeksresultaten volgens wetenschappelijke normen te verkrijgen, vast te leggen en te interpreteren. b. Eindtermen De Master Medische Informatiekunde… kan informatievraagstukken uit de praktijk van de gezondheidszorg herkennen, beschrijven en analyseren in informatiekundige termen en daarvoor geschikte oplossingstrategieën formuleren, selecteren en toepassen, waarbij een brug wordt geslagen tussen theoretische inzichten en praktijksituaties. kan een bijdrage leveren aan het ontwerp, de ontwikkeling, de implementatie en de evaluatie van de impact van informatie- en beslissingsondersteunende systemen in de gezondheidszorg door zijn kennis van software-engineering en geavanceerde informaticamethoden en technieken. 5
is op de hoogte van de belangrijkste, internationale ontwikkelingen op het gebied van medische informatiekunde/informatica en hieraan gerelateerde wetenschappelijke bevindingen en weet dit inzicht aan te wenden bij de optimalisatie van informatieverwerking en besluitvorming bij het medisch handelen en het zorgproces. is in staat zelfstandig nieuwe, wetenschappelijke kennis en inzichten te verwerven in disciplines die verwant zijn aan de medische informatiekunde, zoals de informatiekunde, informatica, geneeskunde, gezondheidskunde, epidemiologie en (bio-)statistiek en kan deze inzichten toepassen bij het oplossen van medisch-informatiekundige vraagstukken. overziet ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de ICT en de implicaties daarvan en kan een bijdrage leveren aan opinievorming en besluitvorming aangaande ICT-vraagstukken in de zorg. bezit kennis van en inzicht in het redeneer- en besluitvormingsproces bij het medisch handelen en het zorgverleningsproces en mogelijke gevolgen voor de inrichting van bedrijfsprocessen en informatiestromen. bezit kennis van en inzicht in de belangrijkste informatieprocessen die samenhangen met het medisch handelen en het zorgproces (preventie, diagnostiek, prognose en therapie). bezit kennis van en inzicht in de methoden en denkwijzen van medisch wetenschappelijk onderzoek in de geneeskunde. bezit kennis van en inzicht in logistieke aspecten binnen zorgprocessen, grondslagen voor het herinrichten van zorgprocessen en de meerwaarde van ICT-middelen in de betreffende processen. kan medisch-informatiekundige vraagstukken benaderen vanuit het architectuurdenken, waarbij een relatie wordt gelegd tussen de inrichting van de bedrijfsprocessen, de informatiestromen en eisen die worden gesteld aan zorginformatiesystemen. kan vanuit de optiek van de inrichting van het zorgproces beoordelen hoe de ICT-infrastructuur zo optimaal mogelijk daarin ingebed kan worden met als doel de kwaliteit van de zorg en de efficiency van het zorgproces te verbeteren. beschikt over de denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor adequate wetenschapsbeoefening en – toepassing. is in staat op wetenschappelijke wijze om te gaan met informatie. is in staat relevante wetenschappelijke, vakliteratuur op te sporen en deze kritisch te bestuderen en op hun waarde te schatten. is in staat op heldere wijze schriftelijk te rapporteren en mondeling te presenteren in het Engels. kan in multidisciplinair projectverband functioneren en samenwerken. is in staat kritisch te reflecteren op het eigen wetenschappelijk handelen.
Artikel 3.2 - Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. Artikel 3.3 - Taal waarin de opleiding wordt verzorgd De opleiding wordt in het Engels verzorgd. Daarbij is de Gedragscode vreemde talen UvA van toepassing. Artikel 3.4 - Omvang van de opleiding De masteropleiding bestaat uit twee studiejaren met een totale studielast van 120 EC. Elk studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Artikel 3.5 - Onderwijsprogramma Eerste studiejaar Het eerste studiejaar omvat de volgende onderwijseenheden, met de daarbij vermelde studielast, toetsvorm en verplichte onderwijsonderdelen:
Naam onderwijsonderdeel module 1 : Current issues in medical informatics I
Aantal studie punten
Toetsvorm
6 EC Opdrachten
Verplicht onderwijs Practica en opdrachten
6
module 2 : Knowledge representation & reasoning in medicine module 3 : Advanced data analysis in medicine module 4 : Biomedical information systems engineering Internship I module 5 : Biomedical research & evaluation methodology module 6 : Organizational settings of health care module 7 : Health care logistics & information systems module 8 : Information & process modelling in health care Internship II
6 EC Opdrachten
Practica en opdrachten
6 EC Opdrachten
Opdrachten
6 EC Opdrachten, presentatie van opdrachten en schriftelijk tentamen 6 EC Paper 6 EC Opdrachten en schriftelijk tentamen 6 EC Opdrachten
Opdrachten en presentatiesStage Practica en opdrachten Opdrachten
6 EC Opdrachten en Opdrachten schriftelijk tentamen 6 EC Opdrachten en Practica en opdrachten schriftelijk tentamen 6 EC Paper Stage
Tweede studiejaar Het tweede studiejaar omvat de volgende onderwijseenheden, met de daarbij vermelde studielast, toetsvorm en verplichte onderwijsonderdelen:
Naam onderwijsonderdeel Elective courses* Research project & master thesis
Aantal studie punten
Toetsvorm
Verplicht onderwijs
12 EC Paper of Paper of opdrachten opdrachten en schriftelijk tentamen 48 EC Scriptie Terugkomdagen
Dit laatste onderdeel heeft een duur van 8 maanden en moet binnen 18 maanden na aanvang zijn afgerond met een stage en een scriptie. Uitzonderingen a. Van de verplichting tot het deelnemen aan practica kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. b. Tevens kan de examencommissie bepalen dat in bijzondere gevallen van de vastgestelde toetsvorm wordt afgeweken. * Toelichting electives: Met de electives dient de student in totaal 12 EC te behalen. Hiervoor bestaat een drietal mogelijkheden: 1. Het volgen van module 09 (Health and Medicine, 6 EC) én module 10 (Quality, accessibility and costs of healthcare, 6 EC); 2. Het volgen van module 09 (Health and Medicine, 6 EC), uitgebreid naar een dubbele omvang (dus 12 EC). De student dient hiervoor schriftelijk toestemming van de examencommissie te vragen; 3. Een eigen invulling van de electives. Hiertoe dient de student vóór 1 augustus (indien de student per 1 september met de Master begint) of 15 januari (indien de student per 1 februari met de Master begint) een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie, met daarbij een uitgebreide uiteenzetting van de gewenste invulling van de electives. Artikel 3.6 - Onderdelen elders 1. Onderdelen die tijdens de opleiding elders worden behaald, kunnen met voorafgaande toestemming van de examencommissie worden ingebracht in het examenprogramma van de student. 2. Voor onderdelen die voorafgaand aan de start van de masteropleiding zijn behaald aan een instelling voor hoger onderwijs, kan slechts op grond van artikel 5.11 vrijstelling worden verleend.
7
Artikel 3.7 - Vrij onderwijsprogramma De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de onderwijsprogramma’s zoals vermeld in artikel 3.5. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. HOOFDSTUK 4 – ONDERWIJS Artikel 4.1 - Deelname aan het onderwijs en voorrangregels Studenten die per 1 september starten met de masteropleiding Medical Informatics dienen zich vóór 1 augustus aan te melden voor het gehele onderwijsjaar. Studenten die per 1 februari starten met de opleiding dienen zich vóór 15 januari aan te melden voor de rest van het onderwijsjaar. Voor het deelnemen aan het onderwijs dient de aanmelding plaats te vinden in de aangegeven periode en volgens de in de studiegids aangegeven procedure. Voor studenten die zich tijdig hebben aangemeld is indeling in groepen, begeleiding en stageplekken gegarandeerd. Indien de student zich niet binnen de beschreven termijn heeft aangemeld wordt de procedure beschreven in de studiegids en op Blackboard gevolgd. Artikel 4.2 - Volgorde en ingangseisen 1. Binnen Jaar 1 van de masteropleiding Medical Informatics is er geen voorgeschreven volgorde voor het deelnemen aan het onderwijs en de tentamens van die fase. 2. Aan het onderwijs, de tentamens c.q. praktische oefeningen van de hierna te noemen onderdelen kan slechts worden deelgenomen indien de student aan de volgende voorwaarden voldoet: a. Studenten kunnen pas deelnemen aan de eerst te volgen internship in het eerste jaar, indien voor aanvang tenminste twee modules zijn behaald. b. Studenten kunnen pas deelnemen aan Research project & master thesis indien alle verplichte examenonderdelen van het eerste studiejaar zijn behaald. c. In afwijking van het sub c bepaalde kan de examencommissie de student toestemming geven met Research project & master thesis te beginnen, indien ten hoogste 6 EC van de modules van het eerste studiejaar nog behaald moet worden. Daarbij dient de student te hebben voldaan aan beide internships. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in het tweede lid genoemde volgorde. Artikel 4.3 - Deelname aan praktische oefeningen 1. Het tentamen van de in artikel 3.5 genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden afgelegd dan nadat is deelgenomen aan de daarbij genoemde verplichte onderwijseenheden. 2. Voor een specificatie van de praktische oefeningen wordt verwezen naar de modulebeschrijvingen in de studiegids of in de moduleboeken. 3. Van de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. Artikel 4.4 - Studenten met een functiebeperking 1. Studenten met een functiebeperking kunnen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs en de practica. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak niet wijzigen. 2. Het verzoek genoemd in lid 1 wordt vergezeld van een recente verklaring van een arts of een psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, NIP-, of NVO- geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd. 3. Op verzoeken over aanpassingen die de onderwijsvoorzieningen betreffen beslist de voorzitter van het onderwijsinstituut.
8
HOOFDSTUK 5 – TOETSING EN EXAMINERING Artikel 5.1 - Algemeen 1. De student wordt tijdens verschillende modules getoetst op academische vaardigheden. De beschrijving van de leerdoelen van de academische vaardigheden en de wijze van toetsing staat per module beschreven in de studiegids. 2. Voor aanvang van het onderwijs staat op Blackboard of in de moduleboeken de studiestof beschreven, aan welke prestaties de student moet voldoen om het studieonderdeel met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. 3. Twee weken voor aanvang van het tentamen tot en met het moment van het tentamen wordt op Blackboard een representatief voorbeeldtentamen met modelantwoorden gepubliceerd. 4. Een coördinator die bonuspuntentoetsing toepast in zijn/haar module, dient de vorm en voorwaarden voor aanvang van het onderwijs kenbaar te maken aan de student op Blackboard of in het moduleboek. 5. Er mag maximaal één volle bonuspunt (= 10% van het maximale eindcijfer) bovenop het eindcijfer worden toegekend (bij cijfer 10 blijft het eindcijfer een 10). 6. Indien een coördinator wenst af te wijken van de voorwaarde zoals genoemd in lid 5, dient hij/zij de bonuspuntentoetsing ter goedkeuring voor te leggen aan de Examencommissie Medische Informatiekunde. 7. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze dan in de studiegids is bepaald, wordt afgenomen. Artikel 5.2 - Inschrijving tentamens 1. Elke student is automatisch ingeschreven voor een tentamengelegenheid dat in aansluiting op het gevolgde onderwijs wordt afgenomen. 2. Voor alle overige tentamengelegenheden dient de student zich zelf aan te melden. De aanmeldingsperiode en procedure staan gepubliceerd op Blackboard. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, wordt het tentamen niet nagekeken, tenzij de inschrijving alsnog geldig wordt verklaard door de examencommissie. Artikel 5.3 - Toetsmomenten Voor elk onderwijsonderdeel geldt dat in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf de aanvang van het onderwijs dat voorbereidt op een bepaald tentamen, de student twee herkansingsmogelijkheden heeft. De eerste tentamenmogelijkheid is binnen de onderwijsperiode waarin het onderdeel is aangeboden. De eerste herkansingsmogelijkheid wordt aangeboden voor het begin van het volgende studiejaar, de tweede herkansing wordt aangeboden voor aanvang van het desbetreffende onderwijs in het volgende studiejaar. Artikel 5.4 - Studenten met een functiebeperking 1. Studenten met een functiebeperking kunnen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in aanmerking komen voor aanpassingen in de tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak niet wijzigen. 2. Het verzoek genoemd in lid 1 wordt vergezeld van een recente verklaring van een arts of een psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, NIP-, of NVO- geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd. 3. Op verzoeken over aanpassingen die de examinering betreffen, beslist de examencommissie. Artikel 5.5 - Mondelinge tentamens 1. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de student daartegen bezwaar maakt dan wel de examencommissie of de examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald. 2. Mondeling wordt niet meer dan een persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator en de studenten anders overeenkomen. Artikel 5.6 - Vaststelling en bekendmaking uitslag 1. De examinator stelt direct na afloop van een mondeling tentamen de uitslag vast en maakt deze bekend aan de student. 2. Na een mondeling tentamen kan de student direct aansluitend op het tentamen om een nabespreking verzoeken. Er wordt naar gestreefd de bespreking aansluitend aan het tentamen plaats te laten vinden. Tijdens de bespreking wordt de beoordeling gemotiveerd. 9
3. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk of anderszins examenonderdeel alsmede deelcijfers zo snel mogelijk vast, maar in ieder geval binnen 15 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd en voorziet de onderwijsadministratie van de gegevens die nodig zijn om de uitslag te kunnen registreren. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat van deze termijn wordt afgeweken. De uitslag moet in geval van een herkansing minstens 10 werkdagen voor een mogelijke herkansing bekend worden gemaakt. 4. Indien er sprake is van deelcijfers zet de coördinator de uitslag binnen 15 werkdagen op Blackboard. Herbeoordelingen en bezwaren Binnen een termijn van vier weken na de dag van de bekendmaking van de uitslag kan de student een gemotiveerd verzoek om herbeoordeling indienen bij de coördinator van de betreffende onderwijseenheid. De coördinator dient binnen zo kort mogelijke termijn, maar uiterlijk binnen drie weken na het verzoek tot herbeoordeling op dit verzoek te reageren. 6. Een student kan beroep aantekenen tegen de uitslag van het tentamen bij het College van Beroep voor de Examens binnen een termijn van zes weken na bekendmaking de uitslag van het tentamen. 7. Een verzoek tot herbeoordeling bij de coördinator schort de termijn voor het indienen van een beroepschrift niet op. 8. Meer informatie over de mogelijkheden voor beroep c.q. het indienen van een klacht is te vinden in de studiegids. 5.
Artikel 5.7 - Cijfers 1. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. Cijfers worden gegeven met maximaal 1 decimaal achter de komma. 2. De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5,5 of hoger. Indien enkel hele cijfers worden gegeven, geldt een 6,0 of hoger als voldoende. 3. De laatst behaalde uitslag is bepalend voor het eindresultaat. 4. Indien de eindbeoordeling is opgebouwd uit deelcijfers staat in de studiegids de weging per onderdeel van de desbetreffende module beschreven. Deelcijfers worden met maximaal twee decimalen achter de komma gegeven. De laatst behaalde (deel)cijfers zijn bepalend voor de eindbeoordeling. Artikel 5.8 - Geldigheidsduur tentamen 1. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens bedraagt vijf jaar. 2. De examencommissie heeft de bevoegdheid in individuele gevallen de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens voor een door haar vast te stellen termijn te verlengen. Artikel 5.9 - Inzagerecht 1. De student kan vanaf 1 werkdag na afname van het tentamen gedurende vier weken inzage hebben in de tentamenvragen, modelantwoorden en de opdrachten, alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden, zodat de mogelijkheid wordt geboden bezwaar te maken tegen de vraagstelling. 2. Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, verleent de examinator tot vier weken nadat de uitslag is meegedeeld op verzoek inzage aan de geëxamineerde in het beoordeelde werk. De geëxamineerde kan tegen kostprijs kopieën (doen) maken van zijn beoordeelde werk. Artikel 5.10 – Digitale toetsing Indien een onderwijsonderdeel middels digitale toetsing wordt afgesloten, gelden dezelfde regels als voor schriftelijke toetsing zoals beschreven in artikel 5.6, 5.7, 5.8 en 5.9. In geval van calamiteiten bij de afname van de digitale toets wordt een apart protocol gehanteerd hoe dan te handelen. Artikel 5.11 - Vrijstelling De examencommissie kan n.a.v. een schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer examenonderdelen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- en/of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken op het desbetreffende onderdeel.
10
Artikel 5.12 - Fraude en plagiaat 1. Het bepaalde in de Fraude en plagiaat regeling studenten UvA is onverkort van toepassing en maakt onderdeel uit van de onderwijs en examenregeling. Deze regeling is na te lezen in de (digitale) studiegids en op Blackboard. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. Artikel 5.13 - Examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, indien zij heeft geconstateerd dat de student alle onderdelen van het examen met goed gevolg heeft afgelegd. 2. De examencommissie kan de kwalificatie ‘cum laude’ toekennen. De voorwaarden voor toekenning staan beschreven in de Regeling van de examencommissie. De kwalificatie ‘cum laude’ wordt op het getuigschrift vermeld. 3. Er zijn voor het masterexamen 12 examendata per studiejaar vastgesteld. 4. Een getuigschrift kan slechts worden uitgereikt nadat is gebleken dat de student aan alle verplichtingen, waaronder de betaling van het collegegeld, heeft voldaan. Artikel 5.14 - Graad Aan de student die het masterexamen Medische Informatiekunde met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science (MSc) verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift vermeld. Artikel 5.15 - Getuigschriften en verklaringen 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Bij het getuigschrift wordt een diplomasupplement in het Engels uitgereikt, ondertekend door de voorzitter van de examencommissie, waarop de onderdelen van het examen, de studielast en de beoordeling worden vermeld. 2. Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. HOOFDSTUK 6 – STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG Artikel 6.1 - Studievoortgangsadministratie Studenten hebben de mogelijkheid te allen tijde inzage te verkrijgen in de door hen behaalde resultaten via het Studieweb. Artikel 6.2 - Studiebegeleiding Ingeschreven studenten met uitzondering van extraneï kunnen aanspraak maken op studiebegeleiding. De vormen van studiebegeleiding worden vermeld in de studiegids. HOOFDSTUK 7– JUDICIUM ABEUNDI Artikel 7.1 – Judicium Abeundi 1. Op grond van het bepaalde in artikel 7.42a van de wet kan de decaan of de examencommissie in uitzonderlijke gevallen het College van Bestuur verzoeken de inschrijving van een student voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Indien jegens een student vermoedens van ongeschiktheid bestaan zoals omschreven in het eerste lid, stelt de examencommissie of de decaan een onderzoek in, waarvan de student onverwijld op de hoogte wordt gesteld. De examencommissie of de decaan brengt geen advies uit dan na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en nadat de betrokken student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
11
HOOFDSTUK 8 – OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 8.1 - Hardheidsclausule In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan de examencommissie toestaan dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de bepalingen in deze regeling. Artikel 8.2 - Overgangsbepaling Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling een of meer examenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, maar het examen nog niet geheel met goed gevolg heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in deze regeling die afwijken van bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld, met inachtneming van hetgeen aangaande examens en examenonderdelen in de wet bepaald is. Artikel 8.3 - Wijzigingen a. Wijzigingen van deze regeling worden, na advies en instemming van de Studentenraad, advies van de Opleidingscommissie en advies van de Examencommissie, bij afzonderlijk besluit vastgesteld door het bestuur van het Onderwijsinstituut Medische Informatiekunde en bekrachtigd door de decaan. b. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad. c. Wijzigingen kunnen voorts niet van invloed zijn: 1. op de geldigheidsduur van afgelegde tentamens, vastgesteld bij het bepaalde in artikel 5.8; 2. op enige andere beslissing krachtens deze regeling ten aanzien van een student genomen. Artikel 8.4 - Bekendmaking Het bestuur van het onderwijsinstituut draagt zorg voor bekendmaking van deze regeling door vermelding in de studiegids van de faculteit (zie ook www.studiegids.uva.nl). Tevens draagt het onderwijsinstituut zorg voor bekendmaking van wijzigingen van deze regeling. Artikel 8.5 - Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010. Aldus vastgesteld door de decaan van de faculteit Geneeskunde op 22 juni 2010
Regeling waar naar verwezen wordt in de Onderwijs- en Examen Regeling: -
Regeling Examencommissie Medische Informatiekunde, waaronder Fraude- en plagiaatregeling studenten UvA
12
