REISVERSLAG RONDREIS ´HIGHLIGHTS VAN MAROKKO` 2012 Periode: 19 oktober t/m 2 november 2012. Reisnummer: ez74727 Vrijdag 19 oktober 2012 – Marrakesh Vertrek in de middag. In Nederland is het 20 °C. De vlucht vertrekt op tijd en verloopt voorspoedig. Het uitzicht vanuit het vliegtuig is prachtig, het is overwegend helder weer. Rond half zes lokale tijd zet ik voor het eerst voet op Afrikaanse bodem, Marrakesh, een van de vier koningssteden van Marokko. Op het vliegveld moeten we een registratieformulier invullen alvorens we door de douane kunnen. Onze gids staat ons al op te wachten, zijn naam is Driss. We pinnen alvast het maximale bedrag van 2.000 Dirham, de lokale valuta en deze zijn zo´n € 180,00 waard (tip: bewaar de pinbon). Het is al donker als de bus ons naar het hotel Alkabir brengt. We krijgen de eerste algemene informatie. In het hotel krijgen we een registratieformulier en als we de sleutel krijgen moeten we ons kamernummer op de koffer krijten en deze wordt elke dag netjes afgeleverd en bij vertrek weer bij de kamer opgehaald. Is mooi geregeld. Het entreenummer en paspoortnummer zijn belangrijk voor het registratieformulier, dat je in de meeste hotels moet invullen bij het inchecken. We maken voor het eerst kennis met de Marokkaanse keuken: een gebonden soep, tajine braadvlees, aardappelen, wortel en druiven na. We maken zo kennis met een paar medereizigers. Na het diner ga ik naar mijn kamer, de reis was toch wat vermoeiend. De kamer is netjes, maar stinkt ontzettend naar de chloor. Helaas kan er geen raam open.
Marrakesh vanuit de lucht
Marokkaanse Dirhams
Hotel Alkabir in Marrakesh
Zaterdag 20 oktober 2012 – Marrakesh-Casablanca (240 km) Om 06.35 uur ben ik al wakker, door het tijdverschil. Door de zomertijd in Europa is het in Marokko twee uur vroeger. Het is mooi en warm weer. Na een prima ontbijt vertrekken we voor een bezoek aan de Majorelle tuin, een botanische tuin, waarvan Yves Saint Laurent vanaf 1980 eigenaar was. De gebouwen in de tuin zijn met de indringende kleur kobaltblauw behoorlijk opvallend. De tuin is prachtig. Na dit bezoek worden we buiten Marrakesh gebracht voor mijn eerste kopje muntthee en onze bijdrage aan de fooienpot te doen. Dit is wat verloren tijd, iedereen wil verder, zeker op de eerste dag. Hierna gaan we weer terug naar Marrakesh, voor een kort bezoek aan het wereldberoemde plein Djemaa el Fna (‘Plein des Doods’ door de vele executies in het verleden). We lopen langs de Koutoubia Moskee, met de opvallende minaret uit de 12e eeuw, het symbool van Marrakesh. Deze minaret heeft als voorbeeld gestaan voor de Giralda in Sevilla en de Hassan II toren in Casablanca. Onderweg komen we traditioneel geklede waterschenkers tegen. Deze mogen we fotograferen, wel tegen betaling. Op het Djemaa el Fna plein is nog niet veel activiteit, dat komt pas later in de middag en de avond. Het is al wel duidelijk dat men niet van fotograferen houdt, tenzij men ervoor betaalt. We gebruiken de lunch op een van de vele dakterrassen rondom het plein; we hebben een prachtig uitzicht over Marrakesh. Mijn lunch ‘kefta berberé’ (gehaktballetjes in tomatensaus) met brood smaakt heerlijk.
Na de lunch vertrekken we naar Casablanca, waar we in de avond aankomen. Tijdens de benzinestop koop ik mijn eerste magneten (ik spaar koelkastmagneten van plaatsen waar ik ben geweest). Volgens onze gids Driss is Casablanca een gevaarlijke stad, die weinig te bieden zou hebben. We blijven hier dan ook maar een halve dag. Het Hotel Transatlantique is een oud typisch Marokkaans hotel, veel mozaïek. Helaas wordt ’s avonds een van onze medereizigers beroofd van haar kettinkje. Ook worden we gewaarschuwd door Engelse toeristen, die buiten het hotel hebben gegeten; ze moesten veel meer afrekenen dan de vermelde bedragen op de kaart. Ons diner bestaat vanavond uit wortelsoep, rijst met kip/champignons en groenten met puddinkje als dessert.
De Majorelletuin in Marrakesh
De Koutoubiamoskee, de blikvanger van Marrakesh
Traditionele waterschenkers
Zondag 21 oktober 2012 – Casablanca-Rabat (92 km) De kofferjongens kloppen om 08.00 uur al op de deur om mijn koffer naar beneden te brengen. Nou, ze wachten maar even, we vertrekken pas om 09.00 uur. Het is weer een zonnige dag, de temperatuur is hoog, ruim 25 °C. Na het vertrek stoppen we al snel bij een plein voor een korte fotostop. Er zwermen veel duiven, waardoor het de Dam wel lijkt. We vervolgen onze weg naar een katholieke kerk ‘Notre Dame de Lourdes’. Deze kerk heeft prachtige glas-in-beton ramen. Een contrast is ons bezoek aan de tweede grootste moskee ter wereld. De grootste moskee staat in Mekka. De Hassan II moskee is prachtig gelegen aan de Atlantische Oceaan. Een gigantische glazen vloer, die ruimte biedt voor 25.000 bezoekers, biedt uitzicht op het water. Naast de 25.000 mensen die een plek kunnen vinden binnen is er buiten plaats voor 85.000 biddende mensen. De minaret is de hoogste ter wereld met een hoogte van 210 meter. Bij de ingang krijgen we een plastic tas, waar we onze schoenen in moeten doen. In de wasruimte, gelegen onder de bidruimte, mogen we onze schoenen weer aandoen. Het is een immens groot gebouw.
Hotel Transatlantique in Casablanca
Glas-in-beton tafereel in de RK kerk Notre Dame de Lourdes
De Hassan II Moskee in Casablanca
Hassan II moskee (bron: Wikipedia) Op 12 juli 1986 werd begonnen met de bouw met de bedoeling om het gereed te hebben voor de 61e verjaardag van de toenmalige koning Hassan II van Marokko in 1989. De opening vond echter plaats op 30 augustus 1993. Alle graniet, pleisterwerk, marmer, hout en andere gebruikte materialen in het complex zijn afkomstig van alle streken van Marokko, met uitzondering van enkele witte granieten zuilen en de glazen kroonluchters:
die komen beide uit Italië. Zesduizend traditionele Marokkaanse ambachtslieden hebben zes jaar gewerkt om al deze ruwe materialen te verwerken tot mozaïeken, stenen en marmeren vloeren, de zuilen, houtsnijwerken, geschilderde plafonds ,enz. die nu te zien zijn.
De gebedsruimte van de Hassan II moskee
De wasruimte van de Hassan II moskee
De minaret vande Hassan II moskee
Een half uurtje flaneren aan de boulevard plus een cola van de McDonalds en we gaan op weg naar het restaurant waar we genieten van een driegangen menu, frisse salade vooraf, vis, kalkoen, steak naar keuze en een coupé met verschillend fruit na. De lunch neemt weer behoorlijk tijd in beslag. We vervolgen onze weg naar Rabat helemaal via de kustlijn. Halverwege de middag arriveren we in Rabat, de hoofdstad en tweede koningsstad van Marokko. We verbazen ons over het feit dat hier alle voertuigen door elkaar heen rijden. Van ezel voor een kar tot touringcar. De eerste stop is het koninklijk paleis om te kijken of koning Mohammed VI thuis is. Hier mogen we wel foto’s maken, van andere militaire gebouwen, politie, e.d. is dit niet toegestaan. We maken foto’s van de wacht, maar wel op gepaste afstand. We brengen een bezoek aan het mausoleum van Mohammed V. Ernaast staat de oudste, niet afgebouwde minaret van Marokko, de Hassantoren uit de 12e eeuw. Het mausoleum is een prachtig gebouw, er loopt een stroom mensen gestaag door het gebouw. In elk van de vier ingangen staat een wacht, die gewillig mee op de foto gaat. Het zijn knappe donkere mannen, gekleed in een mooi kleurrijk uniform. Buiten bij de omheining van het mausoleum zitten de wachten te paard. Het mozaïekwerk in het mausoleum is prachtig. Ook binnen het vierkante mausoleum staat in elke hoek een wacht, ook prachtig gekleed, maar wel anders dan de wachters voor de deuren.
Het koninklijk paleis van Mohammed VI in Rabat
Het mausoleum van Mohammed V in Rabat
Ornament bij het mausoleum van Mohammed V in Rabat
Buiten de muren zijn er opdringerige verkopers en meisjes die per sé ´gratis´een henna tattoo willen zetten. Of je wilt of niet, ze pakken je hand en beginnen zonder te vragen een henna tattoo te zetten en willen er dan toch geld voor. Gelukkig ben ik hieraan ontsnapt. Dit ook in de kashba van Oudaya, een wirwar van kleine smalle steegjes met blauw/witte huizen. De bus brengt ons via het ommuurde gedeelte naar het hotel. Er zijn heel wat mensen op de been, het is een drukte van jewelste. De gids Driss waarschuwt het reisgezelschap nog eens: als je ’s avonds gaat wandelen, géén paspoort mee en let vooral op je spullen.
Het hotel Bouregreg ligt vlak bij de ommuurde kashba; op de kamer hoor je continue het geluid van claxonnerende auto’s. Hoe zal dit ’s nachts gaan. Het is vroeg donker en we worden om half acht aan het diner verwacht. ’s Avonds ga ik met Margriet even achter de muur kijken, we zijn alletwee erg nieuwsgierig wat er te zien is. Vele Marokkanen hebben hun koopwaar uitgestald. Er is geen enkele Marokkaan die zich opdringt, maar je ziet er ook geen enkele toerist. We wagen ons niet te ver, we willen niet verdwalen.
De Hassantoren bij het mausoleum van Mohammed V
Spelende katjes in de kasbah van Oudaya in Rabat
Blauw/witte gevels in de kasbah van Oudaya in Rabat
Maandag 22 oktober 2012 – Rabat-Vollubis-Meknès-Fès (224 km) We vertrekken om 08.30 uur vanuit het hotel. Via een mooie route door de bossen reizen we naar Meknès, maar eerst doen we de Romeinse nederzetting Volubilis aan. Het is zeer warm. Een lokale gids leidt ons rond en vertelt de geschiedenis. We nemen mooie foto’s in het zonovergoten gebied. Aan het einde van de ochtend ben ik zelfs een beetje verbrand. Volubilis (bron: Wikipedia) Volubilis was een Romeinse nederzetting in het noorden van het huidige Marokko. Vermoedelijk is de stad gebouwd op de resten van een eerdere stad van de Carthagers uit de 3e eeuw voor Chr. Volubilis was het bestuurlijke centrum voor dit deel van Romeins Afrika. In de vruchtbare regio werd grootschalig graan verbouwd en geëxporteerd naar Rome. In Volubilis vonden ook de contacten plaats tussen de Berber stammen en de Romeinen. De Romeinen zijn er nooit in geslaagd deze stammen te onderwerpen. Wanneer dat wederzijds voordeel opleverde werkten de Berbers met de Romeinen samen. Anders dan in het geval van veel andere Romeinse steden werd Volubilis niet verlaten nadat de Romeinen in de 3e eeuw hun steunpunten in dit deel van Afrika waren kwijtgeraakt. Het Latijn bleef nog eeuwenlang in gebruik en werd pas door de Arabische opmars aan het einde van de 7e eeuw verdrongen. Gedurende een periode van 1000 jaar bleven er mensen in Volubilis wonen. De stad werd pas in de 18e eeuw verlaten om te worden afgebroken en bouwmateriaal te leveren voor de constructie van de paleizen van Moulay Ismail in het nabijgelegen Meknes. Als deze afbraak niet had plaatsgevonden dan was Volubilis misschien een van de best bewaarde Romeinse locaties geweest. Desondanks zijn de ruïnes in goede staat en bevinden zo’n 30 mozaïeken van hoge kwaliteit zich nog op hun originele plaats. In 1997 is Volubilis toegevoegd aan de UNESCO Werelderfgoedlijst. Dichtbij Volubilis ligt het stadje Moulay Idriss. Dit stadje is vanaf Volubilis te zien. Na vertrek maken we een korte fotostop om de bedevaartplaats Moulay Idriss te fotograferen. Dit plaatsje ligt op een heuvel ten noorden van Meknès.
De Romeinse nederzetting Volubilis
Goedbewaarde mozaïekvloeren
De Romeinse nederzetting Volubilis
Meknès In Meknès lunchen we in een gegoede buurt, uiteraard weer op het dakterras. De lunch neemt nogal wat tijd in beslag. Sommige medereizigers hebben dan ook geen lunch gehad. We moeten weer verder. In Meknès, de derde koningsstad, lopen we langs de stadspoort Bab Mansour en we bezoeken het mausoleum en de graansilo’s, inclusief paardenstallen van sultan Moulay Ismail (1645?-1727). Ik maak nogal wat foto’s en opeens ben ik alleen in die grote ruimte. Iedereen is terug naar de bus, maar ik kan de entree niet meer terug vinden. Dit duurt zeker zo’n vijf minuten. Door het geluid van de straat vind ik uiteindelijk toch de uitgang. In de bus zit iedereen op mij te wachten.
Stadspoort Bab Mansour in Meknès
Graftombe van Moulay Ismail in Meknès
Paardenstallen van Moulay Ismail in Meknès
Onze eindbestemming van vandaag is Fès, de oudste koningsstad. Hotel Mounia ziet er van binnen prachtig uit. Een en al mozaïek, ook de receptie. In de lounge staat wat serviesgoed uitgestald. Je kijkt je ogen uit. We worden ontvangen met muntthee en een bitterkoekje. In Fès blijven we twee nachten. Na het eten: tomatensoep, voor mij spaghetti met tomatensoep en fruit na, lopen we nog even de stad in. Ik koop nog een paar magneten en wat drinken voor de volgende dag.
Hotel Mounia in Fès
Een jonge werknemer zit een dienblad te polijsten
Leren tassen, jassen en slofjes in overvloed
Dinsdag 23 oktober 2012 – Fès We beginnen onze dag om 09.00 uur en gaan op verkenning in Fès. We wandelen door het imponerende Arabische stadsdeel Fès el Bali, het historische hart van de stad. De drukke medina uit 1200 met zo’n 3.000 steegjes, opgedeeld in diverse ambachten, is een ware toeristische trekpleister, de koranscholen (medersa's), de oude
Karaouïnemoskee (de eerste universiteit van Marokko) en de met tegelmozaïeken gedecoreerde fontein van Nejjarini zijn zeer de moeite waard. Daarnaast is Fès bekend door zijn ambachtelijke leer- en tapijt-industrie. Ook andere ambachten worden al eeuwenlang uitgevoerd in de stad, zoals het maken van mozaïeken en keramiek-industrie. Ook is er een levendige koper-, goud- en zilverhandel. De omgeving van Fez is vruchtbaar en boeren uit de regio verkopen dan ook hun groente en fruit in de stad.
De toegangspoort tot de medina van Fès
De leerlooijerij en –ververij in Fès
De ‘etalage’ van een slager in de soukh van Fès
Onder leiding van een lokale gids, met hulpjes die ervoor zorgen dat wij niet verdwalen, lopen we door de smalle steegjes van de medina. Dit is gelukkig goed geregeld, vooral omdat ik vaak als hekkesluiter fungeer. We brengen een bezoek aan de befaamde leerlooierij en -ververij. De arbeidsomstandigheden zoals wij die hier zien, zouden volgens Nederlandse begrippen beslist niet acceptabel zijn. De arbeiders staan met blote benen in de met verf gevulde betonnen kuipen en halen de huiden er net zo lang door heen tot ze de juiste kleur hebben. We lopen door enkele kleine steegjes terug naar de bus, die ons brengt naar een stukje boven de stad, waar we een prachtig uitzicht hebben over de stad Fès.
Een van de vele dakterrassen in Fès
Panoramisch uitzicht over Fès
Een schaap onderweg naar zijn eindbestemming: het offerfeest
Voor de lunch kiezen we ditmaal voor het traditioneel Marokkaans gerecht Pastila (of Bestilla). Dit is zowel een hartige als zoete taart, gevuld met kip, kruiden, gember, amandelen en bestrooid met kaneel en poedersuiker. Een overheerlijk gerecht. We nemen ijs na. In de middag vervolgen we onze tocht door de medina. Soms moeten we opzij, omdat er weer ezeltjes langs moeten, of schapen die in handwagentjes worden vervoerd naar hun eindbestemming, lees: het aanstaande offerfeest. Onderweg brengen we een bezoek aan een weverij waar men sjaals, hoofddoeken en spreien weeft en verkoopt. Ook het zijdegaren wordt op spoelen gezet. Men gebruikt hiervoor, wol katoen en “zijde”. De zijde die men hier gebruikt, komt niet van de zijderups maar wordt gemaakt van het blad van de agave. We vervolgen onze weg door een wirwar van steegjes. De mensen zijn hier ook niet opdringerig. Tijd om te shoppen krijgen we niet, maar we kijken onze ogen uit en proberen zoveel mogelijk indrukken vast te leggen met onze camera. We gaan nog naar een demonstratie van het
handmatig bewerken van schalen, een zeer arbeidsintensief werkje, maar het resultaat is er naar.
Pastila (of Bestilla)
Sjaaltjes te kust en te keur
Schalen worden met de hand bewerkt
Voor het diner gaan we weer even de stad in. We snuffelen nog wat in winkeltjes en doen nog wat inkopen voor de lange reis van de volgende dag. We duiken nog even een berg kleding in, die op een zeil ligt midden op het trottoir en zoeken mee naar passende kaftans, jabella’s en truien voor de prijs van twintig dirham (€ 1,80). We vinden ieder een kaftan/jabella en deze komt later nog van pas. Daarna gaan we nog even de bar in voor een apperitiefje. Het diner bestaat vanavond uit soep en tajine kip met groenten (bijna altijd wortelen) en een cakeje na. Woensdag 24 oktober 2012 – Fès-Erfoud (420 km.) Om 08.30 uur vertrekken we voor de lange tocht naar Erfoud in het zuidoosten van Marokko. Dit is een tocht van zo’n 420 km. en leidt ons door de cederwouden van het Midden-Atlasgebergte naar de oasestad Erfoud, gelegen in de Sahara en één van de grootste oases van Marokko. In de buurt van Habri leven Berberapen in het wild. We stappen even uit en wandelen een stuk langs de weg, maar zien de berberapen in de verte pas als we weer met de bus verder rijden. We hebben een koffiestop in het skioord Ifrane. Het plaatsje ziet er mondain uit; je zou denken dat je in Oostenrijk bent. In de wintermaanden komen de welgestelden uit Fès hier skieën. Het landschap is zeer afwisselend. Onderweg zien we nomaden, kuddes schapen, geiten en dromedarissen al dan niet met traditioneel geklede herders. We zien besneeuwde bergtoppen, begroeide berghellingen, stenen plateaus. Het zijn prachtige vergezichten. Lunch gebruiken we halverwege in hotel Taddart bij het plaatsje Midelt in het MiddenAtlasgebergte. Onderweg passeren we de Zaabaltunnel, waar we even stoppen voor een fotostop. Dit is blijkbaar een bekend plekje want de verkopers weten ons te vinden. Ze bieden van palmbladeren gevlochten dromedarissen te koop aan. Het is al donker als we arriveren bij hotel Elati in Erfoud. Dit keer hebben we een dinerbuffet. Ik heb een hele ruime hotelkamer en de kleuren roze met oranje misstaan de muren niet. Het hotel heeft veel schilderijen hangen en ze zijn te mooi om er zo aan voorbij te lopen. Het is vroeg naar bed, want de andere ochtend worden we om 04.30 uur gewekt.
Het landschap onderweg van Fès naar Erfoud
Een Berber met van palmbladeren gevlochten dromedarissen
De besneeuwde toppen van het Atlasgebergte
Donderdag 25 oktober 2012 – Erfoud-Tinehir (150 km) Om 04.30 uur worden we gewekt voor de wandelexcursie in de zandduinen van Merzouga en de zonsopgang mee te beleven. Met terreinwagens rijden we in het pikdonker in een uur naar Merzouga. Dit plaatsje ligt in de Erg Chebbiwoestijn. Als we de verharde weg verlaten, rijden we al hotsend over het onverharde terrein.Je ziet echt helemaal niets, er is nergens een lichtpuntje waar te nemen. Na een uur zijn we op de plaats van bestemming. Voor degene die door de duinen baggeren te lastig is, zijn er dromedarissen beschikbaar. Ik heb voor vervoer op een dromedaris gekozen. Met dromedarissen twee aan twee achter elkaar gaan we de zandduinen in. Op een dromedaris zitten is niet echt comfortabel, ondertussen foto’s maken lukt niet echt, door al dat gehobbel. Als het tijdstip daar is worden we van de dromedaris af geholpen en bovenop een zandduin neergeplant. Nu maar wachten op het tijdstip en jawel, de ochtend begint te gloren en de zon komt boven de zandduinen uit. Dit is een prachtig gezicht, een supermooie belevenis. Ondertussen wordt een aantal dromedarissen de zandduinen in gedreven, ik denk alleen voor de toeristen om mooie plaatjes te schieten en dat doen we dan ookvolop. Van sommige medereizigers zijn de batterijen snel leeg.
Dromedarissen in de zandduinen van Merzouga
De karavaan gaat de woestijn in
Zonsopgang in de Erg Chebbi woestijn bij Merzouga
Na deze onvergetelijke zonsopgang worden we weer op de dromedarissen geholpen en terug naar het vertrekpunt geleid. Bij terugkomst nodigen onze begeleiders ons uit mee op de deken te komen zitten. We moeten hun spulletjes kopen. Van tevoren waren we gewaarschuwd voor opdringerige verkopers onderweg naar de zonsopgang, maar daar hebben we niets van gemerkt. De begeleiders reageren niet erg blij als we duidelijk maken dat we niet op hun deken komen zitten en ze nemen met moeite de fooi aan. We horen later dat andere begeleiders de fooi hebben geweigerd. Inmiddels is het volop licht geworden en we kunnen zien hoe de terreinwagens door de woestijn terug naar Erfoud rijden. We komen ook een paar zandduinen tegen die we hier in Nederland ook kennen, alleen dan zonder het achterliggende water. Rond half negen zijn we weer terug in het hotel, waar we een douche nemen en daarna het ontbijt goed laten smaken.
Een ‘uitgetelde’ dromedaris
Een berber met zijn twee dromedarissen
Een karavaan verdwijnt in de zandduinen van Merzouga
Om 09.30 uur vertrekken we voor onze tweede excursie die dag. Het Atlasgebergte zit vol gesteente, fossielen, die verwerkt worden tot allerlei mooie keramieken gebruiksvoorwerpen: schalen, beeldjes, wastafels, tafelbladen, etc. Dit gebeurt o.a. bij Macro Fossiles Kasbah. We krijgen uitleg en mogen een kijkje nemen in de winkel. Ik
vind een mooi schaaltje en een paar hangers en ga in onderhandeling met een van de verkopers. Je kunt ook tafels, e.d. kopen die worden thuisbezorgd. Onze gids Driss heeft zich vandaag gekleed in Berberse outfit, geheel in stijl voor het aanstaande offerfeest. Na deze excursie rijden we door naar Tinerhir en de Todrakloof. Onderweg belanden we in een zandstorm en de bus moet enigszins sneldheid temperen. We stappen nog even uit bij een nomadentent, maar er is niemand aanwezig. We nemen wat foto’s, maar worden door het schurende zand al snel terug de bus in gedreven.
Een bewerkt tafelblad
Een zandstorm in de woestijn
Een verdwaalde dromedaris
We lunchen in een kasbah, uiteraard weer op een dakterras met een prachtig uitzicht over het Atlasgebergte. Beneden aan het water doen een paar vrouwen de was. Mijn lunch bestaat vandaag uit een salade en brood, zoals altijd goed verzorgd en erg lekker. Na deze onderbreking vervolgen we onze weg naar de Todrakloof. Het is er nogal toeristisch, er lopen meisjes in kleurrijke berberkleding al dan niet met een ezel aan de hand heen en weer, die tegen betaling wel op de foto gaan. Ze willen elk vijf dirham hiervoor. Het water in de kloof is hartstikke helder en kinderen zijn er heerlijk in aan het spelen. Onderweg pinnen we nog geld en slaan voldoende water in, want de komende drie dagen zijn de winkels en banken gesloten wegens het offerfeest. Tegen de avond arriveren we bij hotel Boughafer in Tinerhir. Het was een lange maar mooie dag.
Een van de vele oases in het zuiden van Marokko
De was wordt gedaan in het heldere riviertje
Berbermeisje paradeert met ezel door de Todrakloof
Vrijdag 26 oktober 2012 – Tinerhir-Ouazarzate (170 km) Na het ontbijt rijden we via de ’weg van 1000 kasbahs’ en de vallei van de Dadès met de Dadèskloof. We rijden hier langs en maken alleen foto’s. De huizen die we onderweg tegen komen zijn praktisch allemaal opgetrokken uit rode zandsteen. De huizen hebben dezelfde kleur als de bergen. We hebben een koffie/theestop bij een plaatsje in de vallei van Kella M'Gounaa waar speciaal rozen geteeld worden voor het vervaardigen van o.a. rozenwater. We worden in het Café de Rose ontvangen met het besprenkelen met rozenwater van onze handen. Er is een winkeltje bij, dus men kan naast de gebruikelijke keramiek, mineralen en souvenirs, ook rozenwater kopen. Even buiten onze eindbestemming van die dag, Ouarzazate, gebruiken we onze lunch. Er waait een fris windje, maar we besluiten toch gewoon buiten te eten.
Ouazarzate is een rustig provinciestadje gelegen tussen het Anti-Atlas en Hoge Atlasgebergte.
De Dadèskloof
Een souvenirwinkeltje onderweg
Een gebouw zomaar ergens in het landschap
Na de lunch staat een lokale gids ons al op te wachten en we krijgen een rondleiding door de oude kasbah Taourirt. Het is er rustig, maar het is dan vandaag ook de dag van het Offerfeest. We zien ook de sporen van het offerfeest, het bloed van de geslachte schapen stroomt nog over straat. Bij een wasplaats zijn vrouwen bezig de darmen van de schapen schoon te maken. Ze worden erg boos als we foto’s willen maken. Voor ons is het gewoon een onwerkelijk tafereel. Verderop zijn ze een schaap aan het villen, een houtskoolvuurtje aan het stoken en zo krijgen we toch iets mee van het offerfeest. De winkels zijn grotendeels gesloten wegens het offerfeest. De komende twee nachten verblijven we in hotel Le Zat in Ouarzazate. In dit hotel hebben we een dinerbuffet. Een paar dames hebben het idee geopperd om ter gelegenheid van het offerfeest onze kaftans/jabella’s, die we in Fès hebben gekocht, aan te trekken. We hebben nogal lol als we ons optuigen. We maken uiteraard foto’s hiervan en doen onze intrede in de eetzaal. Onze medereizigers vinden het wat leuk. Zelfs de hotel manager zet de muziek aan en we moeten een dans opvoeren. We doen maar wat rond het dinerbuffet. Na het diner gaan we naar de bar waar een zanger met keyboard ons blijmoedig toezingt. Wij hebben een ontzettend leuke, spontane dansavond en er wordt behoorlijk geswingd.
Binnenin de Kasbah Taourirt in Ouazarzate
De buitenmuur van de Kasbah Taourirt in Ouazarzate
Gekleed voor het offerfeest. In het midden onze gids Driss
Offerfeest (bron: wikipedia) Het Offerfeest, Slachtfeest of het Grote Feest (Arabisch: Id al-Adha) is het tweede Idfeest in de islam. Het wordt gevierd ter nagedachtenis aan de profeet Ibrahim, die bereid was zijn zoon te offeren in opdracht van God. De Koran noemt echter geen naam van de zoon bij de beschrijving van dit verhaal in Soera De in de Rangen Behorenden. De meeste moslims nemen aan dat het zou gaan om zijn zoon Ismaïl. Toen Ibrahim zijn zoon ter ere van God met een mes wilde doden, sneed het mes niet. Vervolgens klonk de stem van God of kwam er een engel die zei dat een ram de plaats van de zoon mocht innemen. Het Offerfeest is het grote feest terwijl het Suikerfeest het kleine feest wordt genoemd. Op deze dag worden door moslims dieren die volgens dhabiha geslacht zijn gegeten. Het vlees wordt door hen gegeten en verdeeld onder armen, buren en familieleden.
Het feest valt op de 10e dag van de Hadj-maand, na voltooiing van de hadj. Dit is 70 dagen na het einde van de ramadan en wordt drie dagen gevierd. Iedereen wordt verwacht zich netjes en zo mogelijk in nieuwe kleren te kleden. Het feest herinnert een moslim er aan dat hij bereid dient te zijn om alles op te offeren voor God, zoals Ibrahim zijn zoon wilde opofferen.
Het schaap wordt op straat geslacht
Een schaap wordt gevild
De darmen van een schaap worden schoongemaakt
Zaterdag 27 oktober 2012 – Ouarzazate Ik heb me opgegeven voor de optionele excursie naar de Oase van Fint met bezoek aan een berberfamilie. Met terreinwagens komen we na zo’n drie kwartier aan bij de oase. Onderweg stoppen we nog voor een fotoshoot waar we in het dal de oase zien liggen. Een gids, die gebrekkig engels en frans spreekt leidt ons door de oase. Het is bewolkt, maar de temperatuur is aangenaam. De gids plukt de dadels zo uit de palmbomen en deelt ze uit. De verse dadels smaken heerlijk. Onderweg komen we heel wat bloeiende oleanders tegen en ook berbervrouwen die de was aan het doen zijn. Verderop aan het water zien we een vrouw een schapenkop schoonmaken. De gids laat ons de verbrande schapenkop zien.
Oase van Fint met rechts de oleanderstruiken
Oase van Fint
De Berbergids laat een verbrande schapenkop zien
We steken de oase over om thee te gaan drinken in een berberdorp. De gids helpt ons over het water, we moeten steen voor steen oversteken om geen natte voeten te krijgen. Het was een mooie tocht. Terwijl we naar het berberhuis lopen, zwermen er verschillende kinderen om ons heen en vragen om ´bonbon´. Helaas heb ik geen snoepjes bij me om uit te delen. De man des huizes wacht ons op, laat zien hoe hij de thee zet, terwijl zijn vrouw met pannenkoek, noten en dadels rondgaat. Oma van 96 jaar – in traditionele kleurige klederdracht – is ook aanwezig. We mogen foto’s maken, maar oma wil hiervoor wel een kleine vergoeding. We zitten op tapijten, genieten van de lekkere muntthee en kijken rond in het huisje. De muren hebben ingekerfde figuren. Er is een aparte bakruimte, waar het heerlijk naar vers brood ruikt. We bedanken het gastgezin en gaan met de terreinwagens weer terug naar Ouazarzate. Onderweg moeten we stoppen voor een overstekende kudde schapen en dromedarissen. We profiteren van de gelegenheid en maken foto’s. De herder vraagt via de chauffeur uiteraard wel om een bijdrage. Ik geef een paar dirham. ’s Middags hebben we vrij, er is geregeld dat we in het hotel eten, omdat de meeste zaken in de stad toch gesloten zijn wegens het offerfeest.
Sommige medereizigers blijven bij het zwembad, anderen gaan het stadje in en bezoeken het filmmuseum, wat de moeite waard blijkt te zijn. Helaas heb ik het museum niet bezocht. We hebben een rustige avond, gaan nog wel even naar de bar, maar zo’n avond als gisteren hebben we natuurlijk niet. We liggen op tijd in bed.
De heer des huizes schenkt thee voor ons in
Berber oma van 96 jaar oud
Overstekende schapen en dromedarissen
Zondag 28 oktober 2012 – Ouazarzate-Marrakesh (200 km) We zijn al weer over de helft en vertrekken zo rond 09.00 uur naar onze een na laatste reisbestemming Marrakesh. De tweede dag hebben we al wat mogen proeven van de stad, maar nu gaan we dat twee dagen doen. Net buiten Ouarzazate liggen de filmstudio´s waar diverse films zijn opgenomen, zoals Lawrence of Arabia, Jewel of the Nile, Gladiator, Kingdom of Heaven, etc. Onderweg passeren we wederom vele oases, kasbahs en we genieten van de mooie vergezichten van het Atlasgebergte. We stoppen bij Col de Tichka op 2260 meter hoogte, waar nog meer mineralen, gesteente liggen uitgestald. We maken weer foto´s, onderhandelen en kopen weer een mooie steen. Het landschap verveelt niet. We zien nu veel cactussen en met regelmaat kraampjes met allerlei stenen, ruw of verwerkt tot beeldjes. Rond het middaguur arriveren we in Marrakesh, checken in hotel Alkabir weer in en vertrekken in afzonderlijke groepjes richting het Djemaa el Fna plein, maar eerst voor de lunch. We komen allemaal zo´n beetje bij de McDonald uit; we hebben zin in een westerse maaltijd met frites. De gids Driss had gezegd dat het een half uurtje lopen was vanaf het hotel naar het plein. Helaas, het is zeker drie kwartier lopen, een taxi nemen is ook een optie en dan ben je per persoon een tot twee euro kwijt. Op het plein is het een drukte, maar niet overdreven druk. We lopen en kijken rond, willen foto’s maken, maar daar zijn ze niet van gecharmeerd. Je ziet er waarzeggers op krukjes zitten, muzikanten, slangenbezweerders, je kunt met een aap op de foto en uiteraard veel eten en drinken. We lopen de soukh in die rondom het plein is gelegen en worden van alle kanten aangesproken. Het is nogal toeristisch, maar wel erg leuk voor degene die van shoppen houdt. Er is genoeg te zien en te koop. We gaan ook regelmatig de onderhandeling voor een mooi sjaal, tas, slippers, sieraden, etc. We drinken nog wat op een dakterras, de avond valt en de drukte op het plein neemt toe. We lopen weer richting hotel, maar moeten ons een weg banen door de opdringerige verkopers. De sfeer is best grimmig, ik ervaar het als niet echt prettig en we blijven goed bij elkaar lopen, want we moeten op onze spullen letten. Er lopen namelijk kleine Marokkaantjes rond, die hierop azen. We zijn hiervoor gewaarschuwd. In het hotel gaan we om 19.30 uur aan het diner.
Col de Tichka 2260 mtr.
Uitstalling van keramiek en fossielen
Djemaa el Fna plein
Maandag 29 oktober 2012 – Marrakesh Het is bewolkt als we opstaan en vertrekken voor ons bezoek aan de Saadische graven. Het is ondertussen zachtjes gaan regenen. De Saadische graven dateren uit de tijd van Sultan Ahmad al-Mansoer in de laat 16e eeuw. De graven waren verloren gegaan en zijn herontdekt in 1917 en hersteld. De graven zijn, daar het herstel plaats heeft gevonden met Italiaans marmer, een grote attractie voor de bezoekers van Marrakech geworden. Het gebouw bestaat uit drie kamers. Er is een hal voor de gebedsruimte en de hal met 12 zuilen. De graven zijn met mozaïeken bedekt en liggen in een mooie kleine tuin. In het mausoleum liggen 4.476 leden van 60 generaties van de Saadi familie We drinken koffie/thee ergens in een café en vanaf het dakterras hebben we uitzicht op een paar ooievaarsnesten. We zijn toeschouwers van een baltsende ooievaar, die zijn best doet voor zijn vrouwtje.
Saadische graftombes
Een ooievaarskoppel
Muurbewerking in een van de zalen van het Bahia paleis
Daarna staat een bezoek aan het Bahia paleis op het programma. Het Bahia paleis is een paleis en een geheel van tuinen gelegen in Marrakesh. Het werd gebouwd aan het einde van de 19de eeuw, als grootste paleis van die tijd. De naam bahia betekent 'glans'. In de ‘Herboriste Marrakesh’, een van de vele kruidenzaken, krijgen we uitleg over de werking van kruiden en medicinale planten en we kunnen uiteraard het een ander kopen, drie voor de prijs van twee. De verkoopster doet de deur op slot en houdt ons bij de les door hard met haar hand te slaan op de zijkant van de toonbank. Er wordt een vrijwilliger gevraagd voor een demonstratie rug- en schoudermassage met speciale olie. Achteraf wordt er toch om geld gevraagd, maar de vrijwilliger maakt duidelijk dat het om een demonstratie gaat en er wordt dus niets betaald.
Een Marokkaanse kiosk in Marrakesh
De kruidenwinkel ‘Herboriste Marrakesh’
De oude stadspoort Bab Agnaou in Marrakesh
De lunch gebruiken we in het hotel en de middag zijn we vrij. Ik wil terug naar de soukh om die ene mooie sjaal te kopen. We ondergaan weer de bedrijvigheid van het Djemaa el Fna plein, proberen weer her en der onopvallend foto’s te maken en kopen weer souvenirs in de soukh. Tegen de avond gaan we weer terug naar het hotel. Verschillende medereizigers hebben zich opgegeven voor de culturele show ‘Fantasia Chez Ali'. Ik ga niet mee, maar met anderen in de buurt een hapje eten. We kunnen geen wijn bij het eten bestellen; alcoholische dranken heeft het restaurant niet in huis.
Avond op het Djemaa el Fna plein
De soukh van Marrakesh
Een van de vele winkeltjes in de soukh
Dinsdag 30 oktober 2012 – Marrakesh-Essaouira (180 km) Ons verblijf in Marrakesh zit er op. Vandaag vertrekken we naar onze laatste bestemming Essaouira om de laatste paar dagen lekker uit te waaien aan het strand en bij te komen van alle indrukken. Het weer wordt al slechter en het begint flink te regenen. In de stromende regen bezoeken we de coöperatie ‘Afous Argan’, ongeveer 20 km voor Essaouira. Deze organisatie is door en voor Berbervrouwen opgericht, zodat deze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Deze coöperatie verwerkt argannoten tot olie. Arganolie wordt gebruikt voor cosmetische en medische doeleinden. De vrouwen geven een demonstratie hoe de argannoten worden gemalen, zodat een stroperige olie ontstaat. Er is een winkel waar je allerlei produkten kunt kopen waarin arganolie is verwerkt. Omdat arganolie nogal prijzig is, is de prijs van de produkten aan de hoge kant. Het plafond van de ruimte waarin de vrouwen werken is op verschillende plaatsen lek en de regen stroomt naar binnen. In de regen komen we in ons hotel Al Jasira aan. De straten zijn behoorlijk onder water gelopen en de buurt waarin het hotel is, geeft de indruk in een achteraf buurt te zijn beland. Echter, eenmaal door de poort van het hotel ziet er dit prima uit. Sommige medereizigers hebben een te kleine kamer gekregen, maar kunnen deze zonder enkel probleem omruilen. Na onze koffers op de kamers te hebben gezet, stappen we de bus weer in voor een lunch aan zee. Jammer dat het nog steeds regent. Na de lunch bezoeken we het vissershaventje en de historische binnenstad van Essaouira. Een gids begeleidt ons door de smalle straatjes van de medina. Wat ik de medereizigers niet heb verteld is dat ik hier mijn tweede huis heb; een mooi groot wit gebouw heeft op de gevel in blauwe letters staan ‘Case Vera’. In Essaouira zijn nogal wat zilversmeden actief. We bezoeken een werkplaats en een keur aan zilveren sierraden is tentoongesteld. Hier is onderhandelen over de prijs niet mogelijk. Men krijgt standaard 10% korting en er is niets op af te dingen. Terug in het hotel valt de stroom ineens uit en het begint al donker te worden. We zitten met de meeste in de lounge gezellig bij elkaar en we krijgen kaarsen op tafel. Na een klein uurtje hebben we weer licht. Het diner is bij ons verblijf in Essaouira niet inbegrepen. We regelen dat we in het hotel kunnen eten. We geven de bestelling van tevoren door en na een uurtje kunnen we plaats nemen aan een speciaal voor ons gedekte tafel. Er is volop eten de schalen frites krijgen we niet op. We blijven nog wat na en kijken ’s avonds met een paar mensen Pauw en Witteman. In sommige Marokkaanse steden is BVN TV te ontvangen.
Berbervrouwen vermalen argannoten tot olie.
Het vissershaventje van Essaouira
Het fort van Essaouira
Woensdag 31 oktober 2012 - Essaouira Vrije dag en ik heb afgesproken mee te gaan shoppen. Helaas is het nog bewolkt en dreigt er regen, maar we gaan toch op pad. Het zou een half uurtje lopen zijn naar de medina, maar het blijkt toch wat verder weg te zijn. We kijken naar tassen, sjaals, slippertjes en snuffelen in allerlei winkeltjes. We worden diverse winkels binnengepraat en we laten ons goed informeren over de prijs. Het is gaan regenen, dus we besluiten maar te gaan lunchen. Het wordt een Bretonse crêperie en eten uiteraard een crêpe. ’s Middags vervolgen we onze winkeltocht en we bekijken ook wat galeries, die zijn er diverse en worden gedreven door een stichting die werken van diverse kunstenaars tentoonstelt. We lopen langs het strand terug naar het hotel. De zon laat zich een heel klein beetje zien. ’s Avonds eten we weer met een grote groep in het hotel. We hebben nu ander vlees, maar weer veel schalen frites.
In het hart van de soukh van Essaouira
Kleurrijk keramiek
Een kat boven een van de zilveren sieradenwinkeltjes
Donderdag 1 november 2012 – Essaouira Wederom een vrije dag. Gelukkig is het helder weer en na het ontbijt gaan we met een aantal dames weer richting de medina voor de laatste souvenirs. We lopen over het strand. We komen dromedarissen tegen, er wordt skyxxx, gesurfd en het is genieten van het mooie weer. We pinnen nog wat laatste dirhams, drinken wat op een terras en vervolgen onze weg naar de medina. We slenteren weer door de straatjes en doen onze laatste aankopen. Ik blijf alleen achter, gebruik een lunch van heerlijke kefta’s gebakken in filodeeg en kom erachter dat het fort te bezoeken is tegen de prijs van tien dirham. Vanf het fort heeft men een prachtig uitzicht over de Atlantische Oceaan en de ommuurde stad. Er zijn toeristen van allerlei nationaliteiten en sommigen doe ik een plezier door een foto van het hele gezin te nemen. Bij een galerie koop ik nog drie schilderijtjes A3-formaat met typische Berbertaferelen. Ik laat de naam van de schilderes Nora Amil noteren. Ik zal ze thuis in laten lijsten. De zon is wat weg getrokken, maar ik kan toch een paar foto’s schieten van de ondergaande zon. Het is me dan toch gelukt: foto’s van een ondergaande zon aan zee. Weemoedig ga ik terug naar hotel, afscheid van Essaouira.
Uitzicht over Essaouira vanaf het fort
Zonsondergang in Essaouira
Zonsondergang in Essaouira
Vrijdag 2 november 2012 – Essaouira-Agadir De laatste dag, tevens vertrekdag is aangebroken. Het is mooi weer als we langs de kust afzakken naar Agadir. Onderweg komen we een kudde klimgeiten tegen en we maken een fotostop. Het is een leuk gezicht de klimgeiten in de bomen te zien eten. Ik word wel irritant gehinderd door een herdersjongen die met zijn vingers de welbekende geldbeweging maakt, met andere woorden, hij wil geld zien. De herders zullen van onze gids Driss wel geld hebben gehad, dus hij krijgt niets. We vervolgen onze reis naar Agadir en maken af en toe nog een fotostop, waaronder een groepsfoto. Rond lunchtijd arriveren we in Agadir en we worden op de boulevard afgezet. We krijgen zo’n drie uur vrije tijd, om te lunchen en wat rond te banjeren. We kopen wat eten voor onderweg en ik koop ook nog berberthee. Ik krijg veel te veel mee, een zak voor vijftig dirham. Thuis gekomen heb ik er geen spijt van, de thee is heerlijk. Om vijf uur vertrekken we richting luchthaven. Op de luchthaven moeten we onze dirhams inwisselen, maar dat gaat niet zo makkelijk. We moeten aankoopbewijs aanleveren en ons paspoort laten zien. Gelukkig is een pinbon voldoende, maar niet iedereen heeft die meer en het aankoopbewijs mag maar één keer ingeleverd worden. Het is dus even zoeken. Omdat niet heel het bedrag in euro’s kan worden uitbetaald, krijgen we toch weer een paar dirhams terug. Van onze gids Driss horen we dat dit niet op elk vliegveld gebeurt. Het vliegtuig vertrekt met een lichte vertraging weer naar Amsterdam. In het vliegtuig genieten we nog na van alle indrukken die we hebben opgedaan. Op zaterdag 3 november, de zestiende reisdag rond 01.00 uur landen we op Schiphol.
Klimgeiten
Langs de Atlantische Oceaan tussen Essaouira en Agadir
De groepsfoto
Deze rondreis langs de highlights van Marokko is een machtig, prachtige belevenis geweest. Een mix van in het (noord)westen de koningssteden met hun historische cultuur en in het zuiden de oases en kasbahs met hun natuurpracht. Marokko bevat gewoon alle ingrediënten van een vakantieland en is een echte aanrader voor eenieder die van cultuur, historie, natuur, zon, zee, shoppen, lekker eten en enige actie houdt. Ondanks dat de Marokkanen geld zien bij de toeristen, zijn het vriendelijke mensen, die graag een praatje maken. De hotels waren redelijk in orde volgens de normen van het land, er mankeerde wel eens wat, maar dat was te verwaarlozen als je er maximaal maar twee dagen was. Het hotelpersoneel vond ik erg vriendelijk.
De rondreis is mede een succes geworden door het leuke, aangename reisgezelschap; we konden het ontzettend goed met elkaar vinden en hadden veel plezier. Het andere succes is de uitstekende organisatie van KRAS en gids Driss, die rekening hield met onze wensen. KRAS was, is en blijft mijn favoriete reisorganisator. Marokko is zeker ‘a once in a lifetime experience’, die je meegemaakt zou moeten hebben. Vera van Lent Tilburg
��������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������