Marjan van de Goor Havo Notre Dame des Anges Mariëtte Haasen Fontys OSO
1. Heb duidelijke verwachtingen
1. Heb duidelijke verwachtingen
2. Leer verwachtingen aan Mentorlessen voor klas 1 t/m 5 o Algemeen over PBS met werkvormen de verschillende leerjaren o Over gedrag in mediatheek o Over gedrag in gangen, aula en buiten o Over gedrag in de lokalen
Gedrag dat aandacht krijgt, versterkt zich Belonen, negeren en het verbinden van negatieve consequenties aan ongewenst gedrag; een continuüm aan gedragsinterventies
Leraren voelen zich competent als: • Leerlingen goede schoolresultaten behalen • Leerlingen zich goed gedragen
(Pines 2002)
Leerlingen die zich goed gedragen: • Zijn leerlingen die zich gedragen naar de verwachtingen van de leraar. • Zijn leerlingen die vanuit zichzelf (intrinsiek ) gemotiveerd zijn om zich gewenst te gedragen.
George Sugai geeft aan dat probleemgedrag van leerlingen slechts twee functies kent: 1. Leerlingen verstoren de les om iets te krijgen, of 2. Leerlingen verstoren de les om iets te vermijden.
Uit onderzoek blijkt dat: • Leraren de oorzaak van het probleemgedrag van leerling vaak buiten zichzelf leggen. • Leraren schrijven de oorzaak van de problemen slechts voor 1% aan het eigen functioneren en de eigen deskundigheid toe. (Van der Wolf en Van Beukering 2009)
Maar…..
De leraar doet ertoe!!!! “Van alle invloed die scholen hebben op het leren en ontwikkelen van kinderen, wordt 67% van het effect bepaald door de leerkracht!” (Marzano: 2003 en 2007) Deze invloed heeft zowel betrekking op succes als op falen.
• Leraren kunnen de motivationele drijfveer van leerlingen beïnvloeden door: – Verwachtingen te verhelderen – Goed gedrag te belonen, en – Consequenties te verbinden aan ongewenst gedrag. (Deci & Ryan 2000)
“What the Worlds Greatest Managers Do Differently” -- Buckingham & Coffman 2002, Gallup Interviews with 1 million workers, 80,000 managers, in 400 companies.
•
Create working environments where employees:
• 1. Know what is expected • 2. Have the materials and equipment to do the job correctly • 3. Receive recognition each week for good work. • 4. Have a supervisor who cares, and pays attention • 5. Receive encouragement to contribute and improve • 6. Can identify a person at work who is a “best friend.” • 7. Feel the mission of the organization makes them feel like their jobs are important • 8. See the people around them committed to doing a good job • 9. Feel like they are learning new things (getting better) • 10. Have the opportunity to do their job well.
Volgens de leertheorie: • Alle gedrag is aangeleerd, dus kan ook worden afgeleerd. • De verwachte consequenties (gevolgen) bepalen het gedrag. • Mensen streven in hun gedrag positieve consequenties na. • Het effect van de verwachte gevolgen hangt af van de emotionele waarde voor de persoon.
Belonen is nodig omdat: • Leraren door te belonen de verantwoordelijkheid voor gedragsverandering weer bij zichzelf kunnen gaan ervaren leraren worden handelingsbekwaam ten opzichte van (zorg)leerlingen. Maar ook omdat het • Het gevoel van competentie van de leerlingen bevordert • De relatie tussen docent en leerling bevordert.
Schoolbrede beloningssytemen School-wide acknowledgment systems: • Directe beloningen die door een volwassene gegeven worden aan elke leerling die het gewenste gedrag laat zien
Positieve versterkers
Het gebruik van een schoolbreed beloningssyteem • Beloningen zijn voor alle kinderen die het gewenst gedrag laten zien • In de loop van de tijd ontwikkeling naar : Beloningen door anderen tot beloning door jezelf (van externe naar intrinsieke motivatie) Voor hoog frequent naar laag frequent Van voorspelbaar naar onvoorspelbaar Van tastbaar naar sociaal
• Aanpassen aan de gegevens die de data laten zien: “boosters” • Individualiseren voor leerlingen die een andere aanpak nodig hebben
Resulaten onderzoek ouders en kinderen
Samenvattend: • Belonen is een middel om docenten invloed te geven op het gedrag van leerlingen • Belonen is een middel om de relatie tussen leerling en docent te bevorderen • Belonen zorgt ervoor dat leerlingen én leraren zich competent voelen • Goede beloningen zijn: – – – –
Gebonden aan specifiek gedrag Worden gegeven meteen of vlak na het gewenste gedrag Zijn passend bij de leeftijd Worden veelvuldig gegeven maar worden in verloop van tijd minder.
Negeren van licht ongewenst gedrag • Wat aandacht krijgt versterkt zich • Leerlingen belonen die wel gewenst gedrag vertonen • Positieve groepssfeer – trekt leerlingen aan
Negatieve consequenties voor ongewenst gedrag Gedrag is een keuze:
• Consequenties volgen op gedrag • Gegeven in een rustige situatie ipv emotie • Tasten waardigheid leerling en docent niet aan • Nabijheid: dus niet in de groep, maar individueel • Docent benoemt gewenste situatie, overtreding en consequentie en zwicht niet. • Straf wordt educatieve interventie ipv vergelding
Negatieve consequenties voor ongewenst gedrag • Niveau 1: Algemene herinnering: De leraar herhaalt op groepsniveau de gedragsverwachting • Niveau 2: Individuele herinnering: De leraar spreekt een individuele leerling aan en herhaalt de gedragsverwachting. • Niveau 3: Tweede individuele herinnering: De leraar spreekt de individuele leerling opnieuw aan, noemt de gedragsverwachting en de negatieve consequentie.
Negatieve consequenties voor ongewenst gedrag • Niveau 4: Intrekken van pauzetijd: De leerling kan geen pauze houden, in plaats daarvan moet hij huiswerk/ ander werk uitvoeren. • Niveau 5: Time out I: de leerling gaat naar time-out ruimte in de klas en vult daar een reflectieformulier in. • Niveau 6: Time-out II: de leerling gaat naar alternatieve ruimte in vult een reflectieformulier in.
Negatieve consequenties voor ongewenst gedrag • Niveau 7: Ouder Contact: Ouders worden op de hoogte gebracht van het ongewenst gedrag en een gedragsplan wordt opgesteld (rode interventie). • Niveau 8: Verwijdering Het hanteren van een dergelijke systeem vraagt wel van het docententeam dat het consequent gehanteerd wordt. Dit betekent dat de medewerkers van het school zoveel mogelijk hetzelfde moeten gaan reageren op ongewenst gedrag.
Vragen?
Opdracht Bedenk een beloningssysteem voor leerlingen in VO/PO/SO dat uitgaat van de principes dat • Goede beloningen zijn: – – – –
Gebonden aan specifiek gedrag Worden gegeven meteen of vlak na het gewenste gedrag Zijn passend bij de leeftijd Worden veelvuldig gegeven maar worden in verloop van tijd minder.