Januari Zorgbeleidsplan Havo Notre Dame des Anges Ubbergen

Zorgbeleidsplan Havo Notre Dame des Anges Ubbergen

Januari 2010

Inhoudsopgave

pagina

1 Visie ........................................................................................................................................ 2 1.1 Schoolvisie ......................................................................................................................... 2 1.2 Visie op leerlingenzorg ...................................................................................................... 2 2. Organisatie van de leerlingenbegeleiding en -zorg............................................................... 5 2.1 Eerste- en tweedelijnsbegeleiding en - zorg .................................................................... 6 2.2 Zorgspecifieke specialismen op school ............................................................................. 7 3. Ontwikkeldoelen, beleidspunten .......................................................................................... 7 4. Toekomstperspectief............................................................................................................. 8 5 Protocollen en bijlagen......................................................................................................... 10 Bijlage A1. Taakomschrijving zorgcoördinator Havo Notre Dame des Anges ........................ 10 Bijlage A2 Taakomschrijving mentor Notre Dame Havo Notre Dame des Anges................... 12 Bijlage B. Taak- en urenomschrijving andere personeelsleden met taken in de leerlingenbegeleiding en -zorg................................................................................................ 14 Bijlage C. Taakomschrijving ASS-coördinator Havo Notre Dame des Anges .......................... 15 Bijlage D. Protocol dyslexie ..................................................................................................... 16 Bijlage E. protocol leerlinggebonden financiering (‘rugzak’ leerlingen) ................................. 18 Bijlage F. Format Bijsluiter....................................................................................................... 21 Bijlage G. Privacyregelement betreffende het zorgadviesteam van de Havo Notre Dame des Anges ....................................................................................................................................... 22 Bijlage H. Protocol Kurzweil ................................................................................................... 27 Bijlage I. Intakeformulier (I)ZAT .............................................................................................. 28 Bijlage J. Lijst met afkortingen ................................................................................................ 29

Zorgbeleidsplan Havo Notre Dame des Anges

1

1 Visie

1.1 Schoolvisie Als school staan we ervoor dat zoveel mogelijk leerlingen op een goede manier hun havo-diploma behalen. Maar we willen meer bereiken dan dat. We streven ontwikkeling na op een breder terrein. Met name de volgende gebieden hebben daarbij onze aandacht: 1. Kennis en vaardigheden: leerlingen ontvangen kennis, leren hoe zij zelf meer kennis en vaardigheden kunnen verwerven en krijgen inzicht in de relevantie van bepaalde kennis en de principes die daaraan ten grondslag liggen. 2. Identiteit: Leren kost moeite, vraagt geduld en eist het maken van keuzes. Tijdens het leerproces leert de leerling zichzelf steeds beter kennen. Het is hierbij van belang dat leerling en leraar elkaar vertrouwen. Zij doen nieuwe ervaringen op die bijdragen aan het realiseren van een deel van hun identiteit. 3. Anders zijn, samen zijn: tijdens hun schoolloopbaan ontdekken leerlingen dat ze verschillend zijn en dat elk individu zijn eigen spoor volgt. Ze gaan leren geven en leren nemen. De school begeleidt de leerlingen bij dit proces van afhankelijkheid en zelfbeschikking en het verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf, voor elkaar en de school.

1.2 Visie op leerlingenzorg Om onze schoolvisie waar te kunnen maken is het essentieel dat we een degelijk en adequaat systeem van leerlingenbegeleiding en –zorg hebben. Havo Notre Dame des Anges heeft hier een sterke traditie in. De kleinschaligheid van de school trekt jaarlijks veel leerlingen die speciale zorg nodig hebben. Mede hierdoor heeft de school haar zorgen begeleidingsbeleid goed op orde. De school verstaat onder ‘zorg’ het geheel van activiteiten van verschillende aard met als doel de leerling te helpen de school met optimaal resultaat te doorlopen. Er wordt hierbij een balans gezocht tussen de overdracht van kennis, vaardigheden, attitude enerzijds, en de behoeften en mogelijkheden van de leerling anderzijds. Het mentoraat staat hierin centraal. Naast de rapportvergaderingen wordt er met leerlingbesprekingen gewerkt, dit jaar in leerjaar 1. Er zal worden gewerkt aan de invoering van consultatieve leerlingbesprekingen. Dit houdt in dat een mentor docenten en eventueel interne en externe deskundigen bijeen roept om over de problematiek van één of enkele leerlingen te spreken. Vanuit zorgvuldigheid en kwaliteitsbewustzijn bezien we ons zorgbeleid structureel op ‘doen we de juiste dingen?’. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten koersbepalend: 1. korte lijnen; 2. continuïteit; 3. herkenbaarheid; 4. goede leerlingenmix.


2

Ad.1 Korte lijnen Een krachtig aspect van de kleinschaligheid op school zijn de korte communicatielijnen. Deze korte lijnen maken het mogelijk dat betrokkenen goed op de hoogte zijn en, waar nodig, snel en adequaat kan worden gereageerd. Het zorgteam vervult hierin een spilfunctie, en kan daardoor accuraat optreden. Ad.2 Continuïteit Continuïteit in de zorg en begeleiding van leerlingen voorkomt dat de leerling tijdens zijn schoolloopbaan ‘uit de boot valt’. De keuze in de onderbouw voor een mentoraat van 3 jaar vloeit hier direct uit voort. Doordat de mentor de eerste drie jaar voor dezelfde leerling verantwoordelijk is, kan tijdig en effectief worden ingegrepen. Ad.3 Herkenbaarheid Ons mentoraat is duidelijk zichtbaar in de school. Dit vinden wij van essentieel belang, aangezien de mentor het eerste aanspreekpunt is voor leerlingen, ouders en medewerkers,. Mede door de driejarige opzet van ons mentoraat in de onderbouw kennen wij onze kinderen en kennen de ouders en hun kinderen ons. Ook het zorgteam is duidelijk herkenbaar in de school. Dit team wordt direct aangestuurd door de schoolleider met de betreffende portefeuille. Medewerkers weten wat de rol en functie van het team is. Dit staat uitgelegd in het Vademecum. De zorgcoördinatoren uit het zorgteam worden dan ook regelmatig en rechtstreeks door hen benaderd. Ad. 4 Goede leerlingenmix Het is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid als school om alle leerlingen goed te kunnen begeleiden en onderwijs en zorg op maat te kunnen bieden. Om dit waar te kunnen maken dienen we een goede mix te hebben van het aantal reguliere leerlingen en het aantal zorgleerlingen. Dit betekent dat er grenzen zitten aan het aantal zorgleerlingen dat we kunnen aannemen. In het aanname beleid van nieuwe leerlingen houden we hier rekening mee. Havo Notre Dame streeft ernaar om alle leerlingen die het talent, de wens en de cognitieve mogelijkheden hebben om de Havo met goed gevolg af te kunnen sluiten, die kans ook te bieden. Daarbij streven we naar een goede balans tussen leerlingen die wel en leerlingen die geen aparte ondersteuning nodig hebben. De toelatingsprocedure is als volgt: • Als alle aanmeldingen binnen zijn op 1 maart wordt vastgesteld hoeveel leerlingen zich hebben aangemeld en bij hoeveel leerlingen sprake is van een rugzakje of een aanvraag daarvoor. •

Wij zijn eraan gewend dat in iedere klas een aantal leerlingen extra aandacht behoeft vanwege dyslexie, ADD of ADHD of andere mogelijk leerbelemmerende factoren. Voor deze leerlingen ontvangen wij geen extra middelen.

•

Wij hebben 4 eerste klassen en denken per klas in ieder geval één zorgleerling (wellicht twee) te kunnen plaatsen. Dit is afhankelijk van de specifieke problematiek en ondersteuningsbehoefte én de combinatiemogelijkheden met andere leerlingen. We streven naar een maximum van 28 leerlingen per klas in het eerste leerjaar.

•

Alle (potentiële) zorgleerlingen worden door een aparte aannamecommissie besproken. Voor 1 maart zijn de meeste aanmeldingen al binnen, zodat we uiterlijk in de eerste week


3

van maart een beeld hebben van het aantal zorgleerlingen dat zich heeft aangemeld en de soort problematiek. •

Als blijkt dat wij een leerling onvoldoende ondersteuning kunnen bieden, dan wordt dit zo snel mogelijk met de ouders besproken zodat een andere school kan worden gezocht.

•

Afhankelijk van de grootte van de groep aangemelde zorgleerlingen wordt in de eerste week van maart vastgesteld of we binnen deze groep leerlingen moeten overgaan tot loting.

•

Indien loting noodzakelijk blijkt, zal dit uiterlijk in de eerste week van maart gebeuren.

•

Hierbij worden 4 leerlingen ingeloot en de overige leerlingen op een wachtlijst geplaatst. Alle ouders van leerlingen die hebben meegedaan aan de loting worden telefonisch op de hoogte gebracht van de uitslag.

•

Leerlingen die zijn uitgeloot worden op een wachtlijst geplaatst in volgorde van loting.

•

Aan ouders en basisscholen wordt, wellicht overbodig, gevraagd om zo eerlijk mogelijke informatie te geven, zodat niemand achteraf onnodig teleurgesteld is. Dat geldt óók voor leerlingen die mogelijk niet (meer) in de categorie zorgleerlingen vallen.

•

Voor alle leerlingen die zijn aangemeld , en in geval van loting zijn ingeloot, geldt hetzelfde: de definitieve beslissing over aanname op de Notre Dame gebeurt als het advies en alle informatie van de basisschool plus eventuele toetsresultaten daar voldoende basis voor geven. Dat besluit wordt uiterlijk de laatste week van april schriftelijk medegedeeld. Liefst eerder, als dat kan.


4

2. Organisatie van de leerlingenbegeleiding en -zorg

e

1 lijn: (leerjaar)mentoraat Eerste contact met leerlingen, ouders en medewerkers

Decanaat begeleiding bij profielkeuze en keuze vervolgopleiding

e

2 lijn:

intern zorgadviesteam (IZAT) met zorgcoördinatoren

e

2 lijn: Interne specialismen - trainers sociale vaardigheden - ASS-coördinatoren - trainers faalangst - RT - dyslexiecoach - counsellor

e

2 lijn: extern zorgadviesteam (EZAT) - zorgcoördinatoren - maatschappelijk werk - leerplicht - GGD - jeugdzorg - orthopedagoog -…

e

3 lijn: - jeugdzorg - huisarts - psycholoog - politie - kinderbescherming - …..

Figuur: keten van leerlingbegeleiding en –zorg


5

2.1 Eerste- en tweedelijnsbegeleiding en - zorg Eerstelijnszorg: (leerjaar)mentoraat De eerstelijns zorg aan leerlingen ligt bij de mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de leerling, ouder en medewerker inzake begeleiding en zorg. De mentor kan binnen school een beroep doen op diverse specialisten (op het gebied van autistisch spectrum stoornissen (ASS), dyslexie, faalangst, e.d.), die hem ondersteunen c.q. adviseren hoe met de specifieke problematiek om te gaan. We kennen een driejarig mentoraat in de onderbouw. De eerste drie leerjaren heeft de leerling dezelfde mentor. In het eerste leerjaar komt de mentor bij de leerling thuis op bezoek. Door kennis te nemen van de thuissituatie weten zowel mentor, alsook ouder elkaar snel te vinden indien nodig. De mentor begeleidt de leerlingen bij het ‘leren-leren’, voornamelijk in het mentoruur. Mentoren vormen met docenten, die hun hoofdtaak in de jaarlaag hebben, een team dat wordt aangestuurd door de leerjaarmentor en functioneren als team zelfstandig. Er is een vernieuwde taakomschrijving ontwikkeld voor mentoren. Decanaat De decanen begeleiden leerlingen bij hun oriëntatie op hun profielkeuze en vervolgopleiding. Het decanaat heeft daarvoor een programma ontwikkeld wat in klas 2 en 3 wordt verzorgd door de betreffende mentoren. In de bovenbouw worden leerlingen vooral individueel begeleid d.m.v. het LOB-programma . Behalve dat de mentor leerlingen doorverwijst naar de decaan kunnen leerlingen of ouders ook zelf contact opnemen met de decaan. Tweedelijnszorg: Het interne zorgadviesteam (IZAT) Wanneer de aard van de problematiek van een leerling voor de mentor te complex is en de taak en deskundigheid van de mentor te buiten gaat, bespreekt de (leerjaar)mentor de leerling met het zorgteam. De mentor vult, na toestemming van de ouders, een formulier in om de informatie en hulpvraag helder te maken. Dit formulier wordt voorgelegd aan het IZAT. Het IZAT bestaat uit de interne zorgteamleden. Het team heeft als doel ervoor te zorgen dat de leerling passende begeleiding en zorg krijgt. Het heeft een coördinerende functie in het optimaal afstemmen van de hulpverlening aan de leerling. De zorgcoördinatoren denken mee in de beleidsontwikkeling over de leerlingenzorg en –begeleiding op school. Er is een zorgcoördinator contactpersoon naar de schoolleiding. Het externe zorgadviesteam (E ZAT) Valt een probleem van een leerling buiten de expertise van de mentor en het interne zorgadviesteam, dan kan het zorgteam (in overleg met de (leerjaar)mentor) besluiten tot aanmelding van de leerling bij het externe zorgadviesteam (EZAT). Dit EZAT bestaat uit externe en interne deskundigen met elk hun eigen specialisme. Gezamenlijk bespreken zij de problematiek van de leerling om tot een aanpak te komen. De zorgcoördinatoren zorgen voor de agendering van problemen, het verwerken van resultaten en archiveren van verwijzingen. De zorgcoördinatoren onderhouden contacten met externe instanties die in de begeleiding van leerlingen kunnen voorkomen. Het EZAT bestaat uit: schoolarts, schoolverpleegkundige, leerplichtambtenaar, maatschappelijk medewerker, orthopedagoog, jeugdzorg en functionarissen van school. Vanuit het EZAT kan een leerling doorverwezen worden naar andere externe instanties zoals jeugdzorg, kinderbescherming e.d. Dit noemen we de derdelijns zorg.


6

2.2 Zorgspecifieke specialismen op school Omdat de aard van de problematiek van de zorgleerlingen divers is, heeft de school diverse specialisten en hulpmiddelen in huis, om de leerlingen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen. Training sociale vaardigheden Als een leerling moeilijkheden ervaart op het gebied van sociaal functioneren met klasgenoten en/of docenten, dan kan de mentor een beroep doen op de Sociaal-Vaardigheids-trainer (SOVA-trainer). De SOVA-trainer selecteert met hulp van mentoren (en zorgcoördinator) geschikte kandidaten en traint deze in een kleine groep op hun interactie met anderen. Faalangst Eersteklassers en eindexamenkandidaten worden door middel van vragenlijsten gescreend op faalangst en examenvrees. In overleg met de mentor wordt gekeken of deze leerlingen baat zouden kunnen hebben bij extra begeleiding. De trainingen worden in kleine groepen gegeven. Examenvreestraining is een extra voorbereiding op de eindexamens. Hier wordt aandacht besteed aan rust en zelfvertrouwen. Dyslexie Eersteklassers worden niet alleen door middel van een vragenlijst gescreend op faalangst en welbevinden op school, maar ook op spellings- en leesmoeilijkheden. Dit gebeurt door de dyslexiecoördinator, remedial teacher (RT-er) en de dyslexiecoach. Zij werken met het protocol dyslexie. Daarnaast begeleidt de dyslexiecoach de leerlingen op individuele basis gedurende hun hele schoolloopbaan. Een enkele bijeenkomst zal ook per jaarlaag zijn, om te inventariseren tegen welke zaken deze groep aanloopt. De dyslexiecoördinator en -coach zijn ook degenen die de toetsing en selectie van leerlingen die in aanmerking komen voor extra begeleiding en/of toetsing, uitvoeren. Hieronder valt ook RT, leestraining en individuele begeleiding. Daarnaast werken de dyslexiecoach en -coördinator samen met de ouderwerkgroep. ASS-begeleiding De ASS-coördinatoren begeleiden mentoren en docenten in hun omgang met leerlingen met problematiek in het Autistisch Spectrum. Een aantal van de leerlingen die hier hinder van ondervinden, hebben een ‘rugzak’ toegewezen gekregen. Dit zijn middelen waarmee de school de extra noodzakelijke hulp kan betalen. De ASS-coördinatoren ondersteunen de mentor ook in het opstellen van een zogenaamde ‘bijsluiter’. De bijsluiter is een groeidocument waarin is opgenomen welke specifieke maatregelen de eigenaar van de bijsluiter hulp bieden bij het volgen van onderwijs op de school. Er is een protocol ASS. Counsellor Op school kunnen leerlingen ook terecht bij de counsellor. De counsellor voert individuele gesprekken met leerlingen. Counseling kan in verschillende gevallen nodig zijn, bijvoorbeeld bij leerlingen met een laag zelfbeeld of bij rouwverwerking. De toewijzing aan de counsellor gaat via het interne zorgteam(IZAT).

3. Ontwikkeldoelen, beleidspunten Binnen Notre Dame dient er anno 2009 nog een aantal zaken ontwikkeld te worden op het gebied van zorg. Er zijn al een aantal zaken op papier gezet, die als bijlage bij dit document zijn gevoegd. Ontwikkeld zou moeten worden in de komende tijd:


7

•

• • • •

•

Protocol leerlingbespreking: de schoolleiding, de leerjaarmentoren en het interne zorgteam (IZAT) ontwikkelen een methodiek om de interactie tussen enerzijds mentor en docent en anderzijds de leerling effectiever te maken. Er zijn experimenten geweest met leerlingbesprekingen. Die moeten nog geëvalueerd worden. Protocol Kurzweil: de nieuwe ontwikkelingen moeten nog verwoord worden in een protocol. Er moet een taakomschrijving worden opgesteld voor de SOVA trainer, RT-er. Protocol dyscalculie. Gezien de erkenning door de overheid van dyscalculie als stoornis, moet er een protocol opgesteld worden voor deze leerlingen. Protocol bespreking zorgteam(intern en extern) . Er is inmiddels een standaard aanmeldformulier voor bespreking van leerlingen in het (E)ZAT. Dit formulier (zie bijlage I) zal moeten worden gebruikt en aan de hand daarvan geëvalueerd. Er is in 2009 een 4-jarig onderzoek gestart naar de begeleiding van ASS-leerlingen in de bovenbouw in samenwerking met Hogeschool Fontys. De onderzoeksresultaten moeten leiden tot werkbare adviezen en ondersteuning.

4. Toekomstperspectief Notre Dame is een school die vanwege haar schaalgrootte een aantrekkingskracht uitoefent op leerlingen die extra zorg nodig hebben. Dit is vooral goed te zien in het aantal dyslectische leerlingen dat Notre Dame bezoekt. Ook leerlingen met een grote behoefte aan structuur en begeleiding weten Notre Dame te vinden. Notre Dame heeft naast de reguliere aanmeld- en aannameprocedure een aparte regeling voor de plaatsing van zorgleerlingen. Zie hiervoor de website. Voor regulier aangemelde leerlingen geldt dat zij bij twijfel kunnen worden geplaatst in de proefklas. Daar wordt de plaatsbaarheid van de leerling nader bekeken. Voor zorgleerlingen, al dan niet met een LGF (rugzakje), geldt een maximum van 1 leerling per klas ( wellicht 2). Het onderwijs aan de andere leerlingen moet namelijk niet in gevaar gebracht worden, zodat mentoren en docenten niet overmatig belast worden in hun zorg voor de leerling. Momenteel zijn er nieuwe ontwikkelingen in de politiek over “passend onderwijs.” De gevolgen van deze wijzigingen voor Notre Dame zullen moeten worden onderzocht en dit zorgplan zal daarop moeten worden aangepast. Ondanks deze wijzigingen dient er bij aanname van nieuwe leerlingen wel gekeken te worden naar de mogelijkheden tot het halen van de eindtermen voor havo. Leerlingen waarbij de advisering afwijkt van de doelstellingen van havo-onderwijs op Notre Dame verdienen een passende plek buiten Notre Dame. Op dit moment wordt de zorg op Notre Dame als “overwegend sterk” gekwalificeerd door de inspectie. Belangrijk is het dan ook om de zorg op een hoog niveau te houden. Op gebieden waarin Notre Dame vooruitstrevend is, zoals in de begeleiding van dyslectische leerlingen en leerlingen met een stoornis op ASS-gebied, moeten ontwikkelingen in de gaten gehouden worden en de voorsprong behouden. Dit betekent dat de inzet van software en hardware als compenserende maatregelen bij dyslexie uitgebreid en verbeterd moet worden. Als doelen kunnen hierbij genomen worden dat in schooljaar 2008-2009 het protocol Kurzweil wordt gevolgd. In schooljaar 2009-2010 maken ongeveer 20 leerlingen gebruik van Kurzweil tijdens de proefwerkweken. Hiervoor is het aantal schoollicenties voor het softwareprogramma sterk uitgebreid. Aan het einde van het schooljaar 2009-2010 zal een evaluatie plaatsvinden en zal het Kurzweil-protocol -indien nodig- aangepast worden. Bekeken zal worden of de nieuwe taakomschrijving van de mentor overeenkomt met wat we als school nu aan invulling geven aan het mentoraat en vervolgens zal daarbij ook de facilitering van het mentoraat betrokken worden. Dit geldt ook voor eventuele schoolbrede of individuele scholingswensen.


8

Gezien de toename van het aantal vragen over dyscalculie en het langzaam toenemende aantal leerlingen op school waarbij dyscalculie is vastgesteld, moet er in de komende tijd aandacht voor deze groep komen. Dyscalculie is een leerprobleem dat inmiddels door de overheid erkend is. Er is uit onderzoek bekend dat extra hulp in de vorm van reken-RT niet voldoende is. Er moet voor deze groep dan ook hulp worden geboden in het compenserende vlak. Het verdient dan ook de voorkeur om op zoek te gaan naar hulpmiddelen die deze leerlingen kunnen gebruiken tijdens hun schoolloopbaan, die ook bij schoolexamens en het Centraal Schriftelijk Eindexamen zijn toegestaan. Hier moet worden onderzocht waar deze leerlingen behoefte aan hebben en wat de mogelijkheden zijn. Ook voor NLD (non-verbale leerstoornis) moet er het een en ander ontwikkeld worden. Dit kan mogelijk eenvoudig afgeleid worden uit de ontwikkelingen die rond dyscalculie worden gedaan.


9

5 Protocollen en bijlagen Bijlage A1. Taakomschrijving zorgcoördinator Havo Notre Dame des Anges (naar: Landelijke inventarisatie taakomschrijving ZOCO) 1. Algemene typering en specifieke expertise De zorgcoördinator draagt bij aan adequate zorg van de leerlingen die dat nodig hebben, en spreekt in dat kader betrokkenen bij de schoolinterne zorg daarop aan. In de contacten die de zorgcoördinator eventueel legt met de ouders, docenten, mentoren en externe instanties geeft zij/ hij informatie en/of advies, verwijst door, en geeft eventueel korte begeleiding. De zorgcoördinator stelt, in samenwerking met de mentor (en interne specialisten) een handelingsplan op. Zij/ hij heeft specifieke expertise bij leer- , ontwikkelings- en gedragsproblemen bij kinderen, gezins- en opvoedingsproblemen, en ten aanzien van handelingsverlegenheid bij leerkrachten. De zorgcoördinator is tevens voorzitter van het ZAT. De voorzitter is, vanuit voldoende kennis van de verschillende aanwezige disciplines, in staat om het ZAT als multidisciplinair netwerk en als team te leiden. Zij/ hij neemt een onafhankelijke positie in ten opzichte van de deelnemers, en weet openheid en een taakgerichte sfeer te bewerkstelligen. De voorzitter heeft inzicht in de zorg(on)mogelijkheden van de school en in de mogelijkheden van de organisaties die vertegenwoordigd worden door de deelnemers aan het ZAT. 2. Taken a. Leiding geven aan het ZAT De zorgcoördinator • draagt zorg voor optimaal functioneren van het ZAT als netwerk en als casusoverleg • organiseert de bijeenkomsten en bereidt deze voor • leidt de vergadering van het ZAT • draagt zorg voor een optimale inbreng van een casus (gegevensaanlevering zoals ingevuld aanmeldings- en toestemmingsformulier, selectie van wat wel/ niet in het ZAT thuishoort, informatievoorziening voor ZAT-deelnemers over de casus) • draagt zorg voor optimale uitvoering van de functies van het ZAT (consultatie en advies, interventie-in-samenwerking, verwijzing, genereren beleidsinformatie) • neemt, zo mogelijk op basis van consensus, besluiten ten behoeve van het realiseren van afspraken • zorgt voor de voorbereiding van het ZAT en de verslaglegging van deze bijeenkomsten • begeleidt docenten en mentoren, stuurt en controleert de in het ZAT afgesproken zorg voor de leerling • bewaakt de uitvoering van werkafspraken: intern en extern • draagt bij aan gerichte handelingsadviezen met betrekking tot de besproken casussen aan de school c.q. docent of mentor • zorgt voor terugkoppeling van afspraken naar het ZAT, de schoolbetrokkenen. b. Verantwoording afleggen • de zorgcoördinator legt via periodieke rapportage verantwoording af aan de schoolleiding, eventueel aan schoolbesturen, (aan externe partners, aan gemeente(n) of aan gemeentelijke stuurgroep)


10

c. Verantwoordelijkheden voor de administratie en registratie (zelf uitvoeren of delegeren) • uitnodigen van de deelnemers voor de ZAT bijeenkomsten • digitale registratie van leerlinggegevens en beleidsinformatie • bewaking van de afspraken en regels met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens • afspraken/ uitkomsten in het leerling-, of zorgdossier van de school verwerken • de voortgang registreren en bewaken d. Onderhouden contacten ten behoeve van afstemming en samenhang • met de deelnemers aan het ZAT • met zorgnetwerken in de gemeente/ regio • met samenwerkingsverbanden, eventueel schoolbesturen en gemeenten • met de schoolinterne verantwoordelijken (docenten, mentoren, schoolleiding) • met zorgnetwerken in de gemeente/ regio op coördinatieniveau • met ouders/verzorgers bij de aanname van zorgleerlingen • met ouders/verzorgers in specifieke gevallen in samenspraak met de mentor e. Informatievoorziening (zelf uitvoeren of delegeren) • verzorgt de publiciteit over het ZAT aan relevante betrokkenen f. Deskundigheidsbevordering (doen) organiseren • draagt zorg voor optimale toerusting van de deelnemers om hun taken in het ZAT te vervullen. In dit kader kan de voorzitter initiatieven nemen of aanbevelingen geven inzake deskundigheidsbevordering • ondersteunt de mentor in het zich bekwamen in het opstellen van handelingsplannen g. Evaluatie en verbetering van het ZAT • verzorgt periodieke evaluatie van het ZAT met de participanten en de schoolleiding • implementeert op basis van de evaluatie de noodzakelijke verbeteringen • signaleert leemten in het intern en externe begeleidings- en zorgaanbod en kaart dat aan bij de daarvoor verantwoordelijken


11

Bijlage A2 Taakomschrijving mentor Notre Dame Havo Notre Dame des Anges De mentor vervult een belangrijke functie op Notre Dame. Een mentor op NDDA functioneert als begeleider van de individuele leerlingen van een klas en deze klas als geheel. De mentor houdt de studieresultaten, werkhouding en werkwijze van de leerling in de gaten, maar ook houdt de mentor zich bezig met het welbevinden van de leerling en de dynamiek van de leerling in de klas. De mentor is de aangewezen persoon om met de leerling leerprocessen, keuzeprocessen en sociaalemotionele processen te bespreken en is tegelijkertijd de persoon bij wie de leerling terecht kan met vragen of problemen. De mentor is de eerste vertrouwenspersoon voor de leerling. De mentor begeleidt de leerling zo veel mogelijk zelf en als dat niet lukt, schakelt de mentor de juiste expert in. (Hiervoor wordt scholing en begeleiding geboden) Naast begeleidingsgesprekken, geven mentoren sturing aan groepsprocessen. De mentor heeft inlevingsvermogen, goede communicatievaardigheden en vaardigheden om samenwerking tussen leerlingen en collega’s te bewerkstelligen. De mentor: • Voelt zich betrokken bij problemen en het welzijn van zijn of haar leerlingen Onderdelen van de mentortaak: A. organisatie De mentor • legt gegevens vast over begeleidingswerkzaamheden in het LVS (Magister) • zit de rapportvergadering voor • informeert collega’s over de situatie van leerlingen waar nodig • is verantwoordelijk voor de afstemming van de begeleiding van een leerling in samenwerking met de vakdocenten • is verantwoordelijk voor de afstemming van de begeleiding van een leerling in samenwerking met experts van binnen of buiten school • bewaakt en onderhoud de relatie tussen school en de ouders v.w.b. studieresultaten en welbevinden van de leerling • kan aangeven in functioneringsgesprekken op welke gebieden hij of zij nog wil groeien, verbeteren of leren • volgt nascholing op het gebied van begeleiding of is daartoe bereid • brengt leerling aan voor bespreking in het ZAT, met de juiste informatie • kan in samenwerking met de zorgcoördinator materialen aanleveren voor plaatsing binnen het Flex-College, de aanvraag voor een LGF (leerling-gebonden financiering) of een andere vraag van een organisatie van buiten school B. studiebegeleiding (de voortgang van de leerling in leerresultaten (leren leren, cognitief proces) De mentor • heeft zicht op leerstijlen en strategieën • heeft zicht op onderwijsleerprocessen • voert gesprekken met leerling en/of ouders over studieresultaten, houding en/of gedrag van de leerling, zowel op eigen initiatief als op dat van de ouders of leerling • levert informatie aan de rapportbespreking en de voorbespreking daarvan • bespreekt resultaten met de leerling • spreekt leerlingen aan op resultaten


12

C. sociaal-emotionele begeleiding (het sociaal-emotionele proces (voortgang en welzijn)) van de klas/groep De mentor • investeert in de binding met de leerling, gaat in klas 1 op huisbezoek bij alle leerlingen • signaleert problemen op sociaal-emotioneel gebied bij leerlingen • kan de leerling begeleiden bij sociaal-emotionele problemen • weet wanneer problemen bij experts neergelegd moeten worden • zorgt voor een goede sfeer in de klas • reageert passend op vreugde, ziekte of tegenslag • is bemiddelaar bij conflicten tussen leerlingen onderling, klas en daarbuiten • heeft inzicht in groepsprocessen • heeft gespreks- en begeleidingsvaardigheden D. toekomst en loopbaan (keuzeproces) De mentor • werkt mee aan de oriëntatie op loopbaan en beroep • blijft op de hoogte van de maatschappelijke stage die leerlingen (klas 3) volgen • werkt mee of blijft op de hoogte van de projecten in het kader van LOB in klas 4 • heeft kennis van vervolgopleidingen (klas 4 en 5)


13

Bijlage B. Taak- en urenomschrijving andere personeelsleden met taken in de leerlingenbegeleiding en -zorg

Urenverdeling leerlingbegeleiding en leerlingenzorg Functionaris

uren

Mentor klas 1 2 3 4 5

160 uur (incl. huisbezoek) 125 uur (incl. kamp) 100 uur 100 uur 100 uur

Leerjaarmentor

250 uur (5 leerjaarmentoren) leerjaarmentoren hebben ook de “gewone” uren voor het mentoraat. Totaal eerstelijnszorg: 3590 uur (2,16 FTE)

SOVA-trainer Faalangst examenvreestrainers Dyslexiecoach Dyslexiecoördinator Remedial Teaching Zorgcoördinatoren 1,2 en 3 Extra specialistenbegeleiding ASS-coördinatoren Decaan onderbouw Decaan bovenbouw

100 uur 95 uur 100 uur 50 uur 100 uur 250 uur 200 uur (counseling) 100 uur 240 uur 290 uur

Totaal niet-mentorzorg: 1525 uur (0,92 FTE)


14

Bijlage C. Taakomschrijving ASS-coördinator Havo Notre Dame des Anges De ASS-coördinatoren zijn er ter ondersteuning van de mentoren. Zij zijn er ook ter ondersteuning van de vakdocenten en andere medewerkers. Onder hun taken vallen o.a.:

Eventueel een ‘workshop’ geven aan collega’s over het aanpassen van open opdrachten. Het ‘bijpraten’ van de collega’s op plenaire bijeenkomsten (zeker 2x per schooljaar) Het analyseren van de Bijsluiters die op school ontwikkeld zijn. Het ondersteunen van de mentoren die ASS-leerlingen begeleiden. Informatie over ASS en didactiek bundelen en beschikbaar maken voor collega’s. Informatie over omgaan met ASS- leerlingen opnemen in het vademecum Op basis van de analyse van meerdere Bijsluiters mbv. de AB-er conclusies proberen te trekken m.b.t. didactiek en interactie en dat overbrengen aan collega’s. Projectdagen, sportdagen en andere ‘moeilijke’ dagen doorlichten en proberen de procedures te verhelderen zodat deze dagen makkelijker te hanteren worden voor ASS-leerlingen. Scholen van nieuwe docenten. Het ondersteunen van de mentoren in het ontwikkelen van de Bijsluiters. Het monitoren van de voortgang van de begeleiding van ASS-leerlingen door mentoren.


15

Bijlage D. Protocol dyslexie 1. Definitie dyslexie ‘Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen)’. (Definitie van de Stichting Dyslexie Nederland) 2. Diagnose dyslexie Om in aanmerking te komen voor een faciliteitenkaart* voor dyslectici, moet de dyslectische leerling aan de school een dyslexieverklaring overhandigen, waarin de onderkennende, de verklarende en de handelingsgerichte diagnoses beschreven staan. 3. Individuele behandeling Behalve de algemene maatregelen die voor alle dyslectici gelden, zoals versoepeling bij beoordelen van spelling en verlenging van toetsen, worden door de dyslexiedeskundige(n) op de faciliteitenkaart maatregelen/rechten vermeld die voortvloeien uit de aanbevelingen op de dyslexieverklaring, respectievelijk toetsrapport. 4. Openbaarheid In de schoolgids wordt aangegeven welke maatregelen van toepassing zijn op alle dyslectische leerlingen gedurende hun hele schoolloopbaan . Tevens worden er voorbeelden gegeven van op het individu toegesneden maatregelen. 5. Procedure A. Leerlingen die in het bezit zijn van een dyslexieverklaring: • Deze leerlingen leveren (een kopie van) die verklaring zo spoedig in op school. • Zij krijgen van de dyslexiedeskundige(n) een 'faciliteitenkaart', die gedurende hun hele schoolloopbaan op Notre Dame des Anges geldig is. Hierop staan de voor hen geldende maatregelen/rechten alsmede de aanbevelingen van de orthopedagoog/GZ-psycholoog. • De faciliteitenkaart (in concept) wordt met de leerling besproken en meegegeven voor de ouders, ter kennisneming en voor commentaar. Vervolgens wordt de faciliteitenkaart met handtekening van ouders weer ingeleverd en, na aanpassingen met de dyslexiecoach, definitief gemaakt. • Leerlingen en ouders zijn medeverantwoordelijk voor het bewaken van de uitvoering van de faciliteitenkaart. Zij signaleren eventuele problemen zo spoedig mogelijk aan de dyslexiedeskundige(n). B. Leerlingen die nog niet in het bezit zijn van een dyslexieverklaring: • Bij alle leerlingen van klas 1 wordt in het begin van het schooljaar een spellingonderzoek gedaan in de vorm van een woorddictee en een zinnendictee. Enkele weken later wordt er ook een toets met betrekking tot lezen afgenomen. • Bij leerlingen die slechte resultaten boeken, wordt actie ondernomen: Er worden onderzoeken afgenomen die kunnen leiden tot onderzoek door een orthopedagoog. • Indien de dyslexiedeskundige, op grond van de onderzoeken het vermoeden heeft dat er sprake is van dyslexie, wordt er contact opgenomen met de ouders. Samen wordt de wenselijkheid van een officieel onderzoek door een orthopedagoog/GZ-psycholoog besproken. • Als de ouders zo'n onderzoek wensen kan dat gebeuren door de "OPM " (Orthopedagogen Maatschap Nijmegen) waarmee onze school een samenwerkingverband heeft (gebruik van hetzelfde dictee, dezelfde leestoets en Brus 1-minuut test). Dit is financieel aantrekkelijk bij


16

• •

•

deelname van meerdere leerlingen. De kosten van het onderzoek worden gedragen door de ouders. Uiteraard kan de ouder ook een andere deskundige het onderzoek laten uitvoeren. Bij constatering van dyslexie gaat de procedure in werking zoals beschreven onder A. Aan leerlingen (dyslectische en andere) die slecht zijn in spelling zal in sommige gevallen Remedial Teaching (RT) worden aangeboden. Er zullen voor de selectie van deze leerlingen heldere criteria opgesteld worden Voor tekstbegrip kan een leerling individueel gebruik maken van op school beschikbare computerprogramma’s. Voor andere ondersteuning kan de leerling ook bij Remedial Teaching (RT) terecht.

C. Rapportage aan docenten: • Na afloop van de toetsen in klas 1, krijgen de mentoren van klas 1 een overzicht van die leerlingen bij wie problemen gesignaleerd zijn bij spelling en lezen. • Docenten worden middels een lijst met bijzonderheden per klas op de hoogte gebracht van de dyslectische leerlingen in hun klas(sen). D. Organisatie proefwerkweken: • Voor klas 1, 2 en 3 is er een aparte ruimte voor dyslectici voor het maken van proefwerken. - Leerlingen krijgen per proefwerk extra tijd. - Als leerlingen eerder klaar zijn en moeten wachten op de bel, houden zij zich zeer rustig en hebben een leesboek of iets waar zij zich rustig mee bezig kunnen houden, bij zich. * Faciliteitenkaart Een faciliteitenkaart, ook wel dyslexiepasje genaamd, is voorlopig een papier op A-4 formaat waarop de voor de dyslectische leerling geldende maatregelen staan, alsmede de aanbevelingen van de orthopedagoog/GZ-psycholoog. Er wordt gewerkt aan een kleiner exemplaar. Zo'n faciliteitenkaart is gedurende de hele schoolloopbaan op Notre Dame des Anges geldig.


17

Bijlage E. protocol leerlinggebonden financiering (‘rugzak’ leerlingen) A. Plan van aanpak begeleiding LGF-leerlingen Notre Dame des Anges1 Het onderstaande plan van aanpak betreft alle ASS-leerlingen van havo Notre Dame des Anges. Het doel van deze aanpak is de expertise rondom ASS zo laag mogelijk en zo breed mogelijk in de organisatie leggen. In dit plan van aanpak is een centrale rol weggelegd voor de mentor van de ASSleerling. De mentor krijgt daarvoor een aantal uren gefaciliteerd door school. Om duidelijk te krijgen voor alle betrokkenen hoe de ASS-leerling het beste functioneert op onze school maken mentor, ouders en leerling de zogenaamde Bijsluiter. Dit is een document dat voortdurend in ontwikkeling blijft. In de Bijsluiter is vastgelegd op welke manieren leerlingen het best geholpen kan worden bij, bijvoorbeeld, het maken van een open opdracht of het plannen van het huiswerk. Wat er precies in de Bijsluiter komt te staan is per leerling anders. B. Begeleidingstraject2 Aanname De leerkracht basisschool vult het leerling- & competentieprofiel VO in Vanaf de eerste week na de vakantie: De ouders vullen het leerling- & competentieprofiel VO in, twee vakdocenten en de mentor vullen samen een competentieprofiel VO in3. De AB-er (ambulant begeleider)en mentor (en eventueel ASS-coördinator) maken gezamenlijk een dossieranalyse. Op basis van dossieranalyse maken de AB-er en mentor afspraken voor de intake en vervolggesprekken met ouders en leerling. Op basis van dossieranalyse begint de mentor met het maken van de Bijsluiter (in nauwe samenwerking met leerling en ouders en op basis van gesprekken, dossier en competentieprofielen). Vóór de herfstvakantie: De mentor heeft de Bijsluiter af. De mentor zorgt dat de leerling, AB-er, ouders, ASScoördinator, zorgcoördinator een exemplaar hebben en de informatie ook in het leerlingvolgsysteem is opgeslagen. De leerling (of mentor) toont of verspreidt de Bijsluiter onder de vakdocenten. 1e rapportvergadering: De mentor bespreekt Bijsluiter met vakdocenten. De mentor koppelt eventuele opmerkingen over Bijsluiter terug naar leerling en ouders. Gedurende het schooljaar: De Bijsluiter blijft in ontwikkeling, waar nodig wordt deze bijgesteld. Wijzigingen worden doorgegeven aan alle betrokkenen.

2

Deze planning betreft nieuwe leerlingen die nog geen Bijsluiter hebben. Voor leerlingen die dit al wel hebben kan de procedure veel sneller doorlopen worden. 3 Bij de keuze van vakdocenten wordt gekeken naar welke vakken problemen opleveren voor de leerling en wordt ernaar gestreefd om de docenten (rekening houdend met vakgebied van de mentor) te spreiden over de vakgebieden bèta, talen, zaakvakken en expressie/LO. Zorgbeleidsplan Havo Notre Dame des Anges

18

C. De betrokkenen AB-er: De AB-er is er ter ondersteuning van de leerling, ouders en mentor. De AB-er is op afroep beschikbaar maar Notre Dame ziet graag een proactieve houding van de AB-er. AB-ers weten veel van ASS-leerlingen in het algemeen en onze leerlingen in het bijzonder, om van die kennis optimaal gebruik te kunnen maken wordt van de AB-ers verwacht dat zij niet alleen vraaggericht zijn maar ook hun kennis aanbieden. ASS-coördinator: De ASS-coördinatoren zijn er ter ondersteuning van de mentoren. Zij zijn er ook ter ondersteuning van de vakdocenten. Onder hun taken vallen oa.:

Workshops verzorgen aan collega’s over het aanpassen van open opdrachten. Het ‘bijpraten’ van de collega’s op plenaire bijeenkomsten (zeker 2x per schooljaar) Het analyseren van de Bijsluiters die op school ontwikkeld zijn. Het ondersteunen van de mentoren die ASS-leerlingen begeleiden. Informatie over ASS en didactiek bundelen en beschikbaar maken voor collega’s. Informatie over omgaan met ASS- leerlingen opnemen in het vademecum Op basis van de analyse van meerdere Bijsluiters mbv. de AB-er conclusies proberen te trekken m.b.t. didactiek en interactie en dat overbrengen aan collega’s. Projectdagen, sportdagen en andere ‘moeilijke’ dagen doorlichten en proberen de procedures te verhelderen zodat deze dagen makkelijker te hanteren worden voor ASS-leerlingen. Scholen van nieuwe docenten.

Leerling: de Bijsluiter gaat over de leerling zelf. Alle andere betrokkenen begeleiden de leerling bij het opstellen van zijn/haar eigen Bijsluiter. Het wordt niet vóór de leerling gedaan maar dóór de leerling. Mentor: Is de spil in de begeleiding van de ASS-leerling. Hij/zij heeft contact met alle betrokkenen en is verantwoordelijk voor het opstellen van de Bijsluiter en het maken van het handelingsplan. Ook kan hij/zij degene zijn die de open opdrachten van leerlingen overkoepelt. Ouders: Ouders leveren informatie voor in de Bijsluiter en hen wordt gevraagd deze te toetsen. In de Bijsluiter kan ook opgenomen worden wat de specifieke rol van de ouders m.b.t. de Bijsluiter is. Vakdocenten: De vakdocenten dienen door de leerling of mentor op de hoogte gesteld te worden van de Bijsluiter. De vakdocent houdt zich aan de afspraken in de Bijsluiter. De vakdocent kan hulp inroepen van mentor of ASS-coördinator wanneer hij/zij problemen ondervindt bij het werken met de Bijsluiter. Zorgcoördinator: Er wordt naar gestreefd om de mentoren zoveel mogelijk de Bijsluiter en het handelingsplan t.b.v. de aanvraag voor het rugzakje te laten opstellen. De zorgcoördinator coördineert die aanvragen. De zorgcoördinator ondersteunt de ASS-coördinatoren en de AB-er. D. Infrastructuur Op de kamer van de leerjaarmentoren en in de personeelskamer komt een map te staan met daarin alle Bijsluiters van de leerlingen. In de bovengenoemde map in de leerjaarmentorenkamer wordt ook informatie opgenomen voor de mentor die een Bijsluiter of handelingsplan gaat opstellen. Daarin oa. het leerling- & competentieprofiel om te kopiëren voor ouders en collega’s. In de personeelskamer komt een klapper waarin allerlei informatie is opgenomen over ASS leerlingen. Daarin bijvoorbeeld ook richtlijnen voor hulp bij open opdrachten en effectief leerkrachtgedrag bij ASS.


19

De ASS-ouderwerkgroep organiseert 3 maal per schooljaar een bijeenkomst voor ouders van ASS-leerlingen. Hierbij zijn ook de ASS-coördinatoren van de school aanwezig.


20

Bijlage F. Format Bijsluiter Naam leerling: Algemeen: Deze leerling is goed in:

Mentor:

Deze leerling heeft problemen met:

In de les: Deze leerling heeft baat bij:

Open opdrachten: Bij open opdrachten moet rekening gehouden worden met het volgende:

Buiten de les (pauzes, schoolreizen): Er moet rekening gehouden worden met:

Contact ouders:

(wanneer noodzakelijk?)

Bijzonderheden, extra aandachtspunten, afspraken:


21

Bijlage G. Privacyregelement betreffende het zorgadviesteam van de Havo Notre Dame des Anges Volgens de richtlijnen van het Convenant, vastgesteld in de Regiegroep Onderwijs-/Jeugdbeleid Nijmegen in 2004, Artikel 1 1.1 1.2

1.3

1.4

1.5

1.6 1.7

1.8 1.9

1.10 1.11 1.12

1.13

Begripsbepalingen

Persoonsgegeven Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Verwerking van persoonsgegevens: Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; Bestand/dossier: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen; verantwoordelijke: De natuurlijke persoon, rechtspersoon of het bestuursorgaan die, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt en verantwoordelijk is voor de naleving van dit reglement; (binnen het onderwijs is dat het bevoegd gezag van de school) bewerker: Degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen; betrokkene: Degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft; derde: ieder, niet zijnde de betrokkene, de verantwoordelijke, de bewerker of enig persoon die onder rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke of de bewerker gemachtigd is om persoonsgegevens te bewerken; Ontvanger: degene aan wie de persoonsgegevens worden verstrekt; Toestemming van de betrokkene: elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt; Verstrekken van persoonsgegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens; Verzamelen van persoonsgegevens: het verkrijgen van persoonsgegevens; Zorgteam: Team, dat onder regie van het schoolbestuur betrekking tot door deze school gesignaleerde psychosociale problematiek bij leerlingen en/of hun ouders/verzorgers, advies, consultatie, screening, verwijzing en crisisinterventie uitvoert. Wet Bescherming Persoonsgegevens: De WBP is op 1 september 2001 in de plaats getreden van de Wet Persoonsregistraties. In deze wet staan de spelregels voor het omgaan met persoonsgegevens. De gegevens mogen alleen voor een bepaald doel vastgelegd worden. Verder moeten de gegevens op een rechtmatige manier verkregen zijn en mogen ze alleen in handen komen van instanties en personen voor wie ze bestemd zijn.


22

1.14

1.15

College bescherming persoonsgegevens: Het CBP (voorheen registratiekamer) is ingesteld om toezicht te houden op de naleving van de WBP en andere wettelijke bepalingen over de bescherming van persoonsgegevens. Het CBP ziet in dat kader ook toe op de doorwerking van de gestelde normen in de praktijk. Ouder: de met het gezag belaste ouder, verzorgende van het kind die als wettelijk vertegenwoordiger is benoemd.

Artikel 2 2.1

Dit reglement heeft betrekking op de verwerking van persoonsgegevens binnen: Het Zorgadviesteam van de Havo Notre Dame des Anges. Het Zorgadviesteam omvat het (I)ZAT (interne zorgadviesteam) en het (E)ZAT (externe zorgadviesteam).

Artikel 3 3.1

3.2

4.2

5.2

5.3.

Beheer van het bestand/dossier

Verantwoordelijk voor het beheer is: Het Zorgadviesteam van de Havo Notre Dame des Anges De verwerker van gegevens is de zorgcoördinator van het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam. Deze is als zodanig belast met de dagelijkse zorg voor de verwerking van persoonsgegevens en is verantwoording schuldig aan de verantwoordelijke.

Artikel 5 5.1

Doel van de verwerking van persoonsgegevens

Het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verzameld en opgeslagen in persoonlijke zorgdossiers, is het bewerken en gebruiken van persoonsgegevens teneinde de doelstellingen van het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam te bereiken, nl.: zo effectief en snel mogelijk advies, hulp en ondersteuning te kunnen bieden aan kinderen/leerlingen, hun ouders / gezinnen en de school inzake psychosociale-, gedrags-, gezondheids-, leer- en gezinsproblematiek. Gemeenschappelijk doel daarbij is het vergroten van het welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling (o.a. schoolloopbaan) van het kind. De persoonsgegevens kunnen verder geanonimiseerd gebruikt worden voor beschrijvende, evaluatieve en onderzoeksmatige doeleinden inzake de geconstateerde hulpvraag en het aanbod van het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam en ten behoeve van beleidsvoering ter verbetering van de kwaliteit noodzakelijk ter uitvoering van de doelstellingen.

Artikel 4 4.1

Reikwijdte

Betrokkenen

Persoonsgegevens worden opgenomen van bij het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam aangemelde kinderen/leerlingen, hun ouders/verzorgers/gezinsleden en betrokkenen van de school. De aanmelding gebeurt door: Het Zorgadviesteam van de Havo Notre Dame des Anges met schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers Aanmelding gebeurt met (schriftelijke) toestemming van ouders/verzorgers of anoniem.


23

Artikel 6 6.1

6.2

Over de in artikel 5 genoemde personen worden ten hoogste de volgende persoonsgegevens vermeld: a. Personalia kinderen / (gezaghebbende) ouders / gezinsleden (naam, geboortedatum, geslacht, woonadres, telefoonnummer); b. Culturele achtergrond indien relevant en wel / geen tolk nodig bij gesprekken en in welke taal dan; c. Schoolgegevens (naam school, naam zorgcoördinator, naam van de groep waarin de leerling zit, naam van de mentor, tijdstip van inschrijving van de leerling bij deze school, naam en handtekening van de indiener van de aanmelding); d. Reden voor aanmelding bij het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam; e. Of de aanmelding met de ouders/verzorgers is besproken en door wie en welke afspraken er eventueel gemaakt zijn f. Omschrijving van de problematiek en sinds wanneer die gesignaleerd is g. Activiteiten die door de schoolinterne zorg, GGD, NIM, Bureau Jeugdzorg Nijmegen, zijn ondernomen rond het betreffende kind / ouders / verzorgers / gezinsleden zoals besproken in het zorgadviesteam; h. Reeds bestaande of relevante afgesloten hulpverleningscontacten, de namen van contactpersonen aldaar en of deze personen op de hoogte zijn van de aanmelding bij het zorgadviesteam; i. Relevante persoonsgegevens die door andere professionele hulpverleners zijn verstrekt met betrekking tot de aangemelde problematiek van het betreffende kind / ouder / verzorger / gezinslid; j. Handelingsplannen betreffende de in te stellen zorg rond de aangemelde persoon; k. Gegevens over de voortgang, de evaluatie en de afsluiting van de ingestelde zorg / behandeling. De in 6.1 vermelde gegevens zijn afkomstig van • het aanmeldingsformulier • gesprekken met kinderen, ouders / verzorgers / gezinsleden en teamleden van de school, instellingen • besprekingen in het Zorgadviesteam • leerling-dossiers van de school en PCL • persoonlijke dossiers van de betrokken instellingen voor jeugdzorg • persoonlijke dossiers van andere hulpverleners

Artikel 7 7.1

Toegang tot de persoonsgegevens

Uitsluitend de verwerker, en de door de verwerker aangewezen derden hebben, met het oog op de doelstelling van het zorgadviesteam, rechtstreeks toegang tot de persoonsgegevens. Mogelijke derden –afhankelijk van de individuele problematiek van een leerling- zijn: de mentor en de schoolleiding, Voor deze personen geldt een verplichting tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennisnemen.

Artikel 8 8.1

Soorten van gegevens

Verstrekking van gegevens aan ontvangers

Aan de volgende ontvangers, dan wel categorieën van ontvangers, worden slechts ten dienste van de bovengenoemde doelen persoonsgegevens verstrekt: • de medewerkers van het in artikel 2.1. genoemde zorgadviesteam;


24

de daartoe aangewezen contactpersonen van de school van de aangemelde leerlingen; • Bureau Jeugdzorg (bij doorverwijzing) ook als loket naar andere vormen van jeugdzorg; • Instellingen voor algemeen/schoolmaatschappelijk werk (bij doorverwijzing); • GGD (bij doorverwijzing); • Instellingen voor (Jeugd)GGZ (bij doorverwijzing); • andere instellingen voor (jeugd)zorg en hulpverlening (bij doorverwijzing); • instellingen en personen die beroepshalve betrokken worden, c.q. zijn bij de hulpverlening aan leerlingen, hun ouders/verzorgers en de school (leerplichtambtenaren, politie, welzijnswerk, etc.) • onderzoeksmedewerkers die het zorgadviesteam in opdracht van de verantwoordelijke beschrijven en evalueren (zij ontvangen alleen geanonimiseerde gegevens). • De permanente commissie leerlingenzorg. Van deze verstrekkingen wordt in de dossiers aantekening gemaakt. •

8.2

Artikel 9 9.1

9.2

9.3 9.4 9.5

Indien een betrokkene de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt heeft kan hij slechts bij het zorgadviesteam worden aangemeld met (schriftelijke) toestemming van de (gezaghebbende) ouders / verzorgers; indien de belangen van ouders/verzorgers botsen kan hiervan, in uitzonderlijke situatie, in het belang van de leerling worden afgeweken. Indien het een betrokkene van 16 jaar of ouder betreft, kan hij slechts bij het zorgadviesteam worden aangemeld met (schriftelijke) toestemming van betrokkene. In dit toestemmingsformulier wordt de betrokkene/ ouders / verzorgers ook gevraagd om toestemming voor het ontvangen van en verstrekken aan de verantwoordelijke van persoonsgegevens en worden zij geïnformeerd over het doel hiervan. Bij vragen van scholen betreffende kind- of gezinsproblematieken waarbij ouders geen toestemming willen geven voor aanmelding bij het zorgadviesteam kan de betreffende casus alleen anoniem besproken worden met medewerkers van het betreffende zorgadviesteam. Onderzoeksmedewerkers die in opdracht van de houder het zorgadviesteam beschrijven en evalueren ontvangen uitsluitend geanonimiseerde persoonsgegevens. Persoonsgegevens mogen pas worden verstrekt aan instellingen voor (jeugd)zorg en hulpverlening na toestemming hiervoor van de ouders en/of de betrokkene. Voor het inwinnen van persoonsgegevens bij andere instellingen voor hulp en zorg is toestemming van de ouders / verzorgers en/of de betrokkene noodzakelijk.

Artikel 10 10.1

10.2

10.3

Toestemmingsvereisten

Rechten van de betrokkene

In de informatie aan kinderen / ouders / verzorgers wordt informatie opgenomen over het bestaan van een bestand/dossier en de wijze waarop gegevens worden verkregen en verstrekt aan derden. Indien een betrokkene de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt heeft kunnen hij/zij en zijn/haar ouders met gezag gebruik maken van het recht op inzage in het dossier en/of het ontvangen van afschriften van (delen van) het dossier, nadat hij zich voldoende heeft geïdentificeerd. Indien het een betrokkene van 16 jaar of ouder betreft kan hij gebruik maken van het recht op inzage in haar/zijn dossier/bestand en/of het ontvangen van afschriften van (delen van)


25

10.4

10.5

dit dossier, nadat zij/hij zich voldoende heeft geïdentificeerd. Inzage door ouders met gezag is alleen mogelijk met toestemming van de betrokkene. De verantwoordelijke zal op gemotiveerd en voldoende gespecificeerd verzoek van de betrokkene diens persoonsgegevens verbeteren, aanvullen of verwijderen, indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel van het dossier/bestand onvolledig of niet ter zake dienend, dan wel in strijd zijn met een wettelijk voorschrift. De bewerker registreert in het dossier/bestand alle verstrekkingen van informatie aan derden.

Artikel 11 11.1 11.2

De persoonsgegevens in het dossier/bestand worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. Vernietiging van het bestand/dossier of van de daarin opgenomen gegevens geschiedt met inachtneming van de bij of krachtens de Archiefwet gegeven regels.

Artikel 12 12.1 12.2

13.2

Klachten

Als de betrokkene van mening is dat de bepalingen van dit reglement niet worden nageleefd of andere redenen tot klagen heeft, dient hij zich te wenden tot de verantwoordelijke. Overeenkomstig de Wet Bescherming Persoonsgegevens kan de betrokkene zich wenden tot de rechter of het College Bescherming Persoonsgegevens.

Artikel 15 14.1 14.2

Beveiligingsmaatregelen

De dossiers/bestanden worden door de bewerker bewaard in afgesloten kasten. Voor de toegang tot de geautomatiseerde persoonsgegevens is een protocol opgesteld. De bewerker draagt ervoor zorg dat onbevoegden tijdens het bewerken geen toegang hebben tot persoonsgegevens.

Artikel 13 13.1

Bewaartermijn

Slotbepalingen

Dit reglement treedt in werking op 1 augustus 2010. Het reglement ligt ter inzage bij de bewerker van het in artikel 2.1 genoemde zorgadviesteam en bij de verantwoordelijke.


26

Bijlage H. Protocol Kurzweil

Inleiding Kurzweil is een softwareprogramma dat tekst naar spraak omzet. Dit programma is in 2004 aangeschaft op Notre Dame ter ondersteuning van de behandeling van leerlingen met dyslexie. Leerlingen met dyslexie komen niet vanwege hun dyslexie in aanmerking voor een rugzak. Wel kan er een beroep gedaan worden voor vergoedingen op de zorgverzekeraar: afhankelijk van de verzekeraar en de afgesloten polis, worden onderzoek en soft- of hardware al dan niet vergoed. Kurzweil is een zeer uitgebreid programma. In het gebruik bij ons op school blijken leerlingen het voornamelijk te gebruiken voor tekst-naar-spraak doeleinden. Pas in de bovenbouw wordt er gebruik gemaakt van verdere mogelijkheden van het programma. Aanschaf van programma of hardware moet dan ook zeker in het licht van de verbonden kosten, goed overwogen worden. Procedure Om in aanmerking te komen voor het gebruik van Kurzweil, moet een leerling een dyslexieonderzoek aan de school overhandigen, waarin staat vermeld dat de leerling baat heeft bij het gebruik van tekst-naar-spraak software (Kurzweil). Als dit niet in het onderzoeksverslag of de verklaring tot uitdrukking komt, is het toestaan van het gebruik van Kurzweil voorbehouden aan het IZAT-overleg en uiteindelijk mw. G. Nijman. Bij misbruik van Kurzweil of de hardware waarop de software is geïnstalleerd, behoudt school het recht de toestemming tot het gebruik in te trekken. Verkrijgen digitale bestanden Leerlingen kunnen voor het verkrijgen van een paar bladzijden of een hoofdstuk van een boek mogelijk terecht bij de ICT-coördinator . Deze kan er voor zorgen dat de bestanden op een bestandsdrager (USB-stick) van de leerling terecht komen, zodat deze bestanden ook thuis beschikbaar zijn. De leerling levert zelf het boek en/ of de kopieën en de bestandsdrager aan. Schoolboeken die in zijn geheel als digitaal bestand nodig zijn voor de studie, kunnen via Dedicon*, Lexima* of via de uitgever verkregen worden. In sommige gevallen moet dit via school lopen en wordt er een gebruiksverklaring afgegeven. De ouders zijn verantwoordelijk voor eventueel misbruik door de leerling van de bestanden. *Dedicon, voormalig FNB (blindenbibliotheek), telefoonnummer 0486-486 486, zij bieden voor een jaarlijkse vergoeding alle schoolboeken en literatuur aan in Word-bestanden, die door Kurzweil meteen gelezen kunnen worden. Elke leerling met een dyslexieverklaring mag lid worden. *Lexima, leverancier van software en hardware gericht op dyslectische leerlingen is bezig van alle uitgevers boeken digitaal en geschikt voor Kurzweil bijeen te krijgen, www.lexima.nl


27

Bijlage I. Intakeformulier (I)ZAT

Datum: Naam leerling: Klas: Mentor: Naam melder: Zijn ouders op de hoogte van hulpvraag? Omschrijving van het probleem:

Kun je aangeven wat je er al aan gedaan hebt of wat er aan gedaan is(interne of externe hulp)?

Welke hulp is gewenst:

Opmerkingen


28

Bijlage J. Lijst met afkortingen AB-er ADD ADHD ASS FNB GGD LGF LOB LVS NLD OPM PGB RT SOVA (E)ZAT (I)ZAT

Ambulant begeleider Attention Deficit Disorder (aandachtstekortstoornis) Attention Deficit Hyperactivity Disorder (aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis) Autisme Spectrum Stoornis Federatie Nederlandse Blindenbibliotheken (nu Dedicon) Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Leerlinggebonden financiering Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding Leerlingvolgsysteem Nonverbal Learning Disorder (niet-verbale leerstoornis) Orthopedagische Maatschap Nijmegen Persoonsgebonden budget Remedial Teaching (remediale hulp) Sociale Vaardigheid (extern) Zorgadviesteam (intern) Zorgadviesteam


29

Januari Zorgbeleidsplan Havo Notre Dame des Anges Ubbergen

Recommend Documents