Studieloopbaancoaching (SLC) Het programma van SLC ondersteunt studenten bij het opbouwen van zelfkennis en het optimaal inrichten en benutten van hun studie.
Inhoudsopgave Manualtekst SLC ............................................................................................................... 2 Lesprogramma SLC blok 2 ................................................................................................ 3 Klassikale les: ................................................................................................................... 4 Huiswerk voor G1: .......................................................................................................... 6-7 Groepsles 1: ...................................................................................................................... 8 Huiswerk voor G2: ........................................................................................................... 13 Groepsles 2: .................................................................................................................... 14 Huiswerk voor G3: ........................................................................................................... 15 Groepsles 3: .................................................................................................................... 16 Huiswerk voor functioneringsgesprek: ............................................................................. 19
Bijlagen: Eindopdracht: Functioneringsgesprek ............................................................................. 21 Eindopdracht: Studiedossier ............................................................................................ 23 Eindopdracht: Persoonlijk Ontwikkelplan......................................................................... 26 Studieregiepunten............................................................................................................ 27 Quizzz time ...................................................................................................................... 28
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-1-
Vak
Studieloopbaancoaching
Studiejaar Periode(s) Aantal studiepunten Docenten
Propedeuse Blok 1, 2, 3 en 4 2 (worden toegekend in blok 4) Eva van den Eijnde, Aranea Felëus, Walter Giannuzzi, Annett Huijbregts, Fons van Kesteren/Marianne Spier, Jos Kok, Harold Konickx, Marie Meeusen, Jessica Meeuwsen, René Prinz, Sonja Rouwhorst, Marc van Strien, Justus Sturkenboom en Brit Wijnmaalen
Leerdoelen (hele jaar) De student is in staat om: • zijn eigen weg te vinden op school • de mogelijkheden te benoemen die de opleiding hem te bieden heeft • zijn studiekeuze te beargumenteren • een gerichte beroepsoriëntatie uit te voeren en hierop te reflecteren • zijn sterke en zwakke kanten te benoemen in zijn eigen functioneren • zijn studievoortgang te sturen en te bewaken • leervragen te formuleren en aan te scherpen • de eigen voorkeurs- en leerstijl te benoemen en weet daarbij ook wat de andere leerstijlen zijn • een goede planning te maken • beargumenteerde uitspraken te doen over opleidingskeuze en beroepsrichting • te reflecteren op eigen ontwikkeling • leerdoelen en -vragen te formuleren Korte omschrijving In de lessen, groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken van Studieloopbaancoaching (SLC) besteed je aandacht aan je persoonlijke ontwikkeling, je studievoortgang, de richting die je op wilt, maar ook aan de vraag of je op de juiste plek zit. Beroepstaken en CMDA-competenties Binnen SLC wordt aan de concretisering van de CMDA-competenties gewerkt, te weten ontwerpen, onderzoeken, maken, adviseren en projectmanagen. Inhoud Hier ben ik. Het eerste blok staat in het teken van kennismaken met de opleiding en met elkaar. Daarnaast onderzoek je waar je op dit moment staat. Je leert je klas, je coach, je docenten en de manier waarop er bij CMDA onderwijs wordt gegeven kennen. Verder krijg je in hoofdlijnen informatie over het SLC-programma en hoe je je SLC-opdrachten in een studiedossier moet documenteren. Zo leer ik. In het tweede blok ga je aan de slag met vragen omtrent je ontwikkeling. Hoe leer ik, hoe formuleer ik leervragen en leerdoelen en welke planning hoort daarbij? Dit onderzoek ik. In het derde blok ligt het accent op wat jij ziet in het beroepenveld, welke competenties daarbij horen en wat dat betekent voor de profileringsvakken waaruit je kunt gaan kiezen in jaar 2. Dit ben ik. Dit blok laat je zien wat je geleerd hebt, waar je staat en waar je heen gaat, in een gesprek - aan de hand van je portfolio - met een studieloopbaancoach en een derdejaars student. Werkwijze Ieder blok werk je eenmaal in klassikaal verband en drie keer in kleine groepen (met je SLCteam). Daarnaast vindt er een individueel voortgangsgesprek met je studieloopbaancoach plaats. Criteria Voor een voldoende beoordeling aan het einde van het jaar neemt de student actief deel aan de SLC-lessen en voldoet aan de voorwaarden van het functioneringsgesprek in blok 2.
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-2-
Toetsing blok 2 Functioneringsgesprek (tussen 9 en 20 januari) Inzet: Reflectie afgelopen periode, inzage leerstijl en planning studiejaar. Studiepunten krijgt de student niet na het functioneringsgesprek, maar (als aan alle voorwaarden voldaan is) aan het eind van het jaar. Herkansing Als een gesprek onvoldoende is afgesloten, is er een mogelijkheid om dit - in overleg met de Studieloopbaancoach – binnen twee weken te herkansen. Studiepunten worden pas aan het eind van het jaar toegekend. Lesmateriaal Verplicht: reader, door de opleiding verstrekt. Aanbevolen: Tulder, Rob van, Skill Sheets. An Integrated Approach to Research, Study and Management. Amsterdam: Pearson Education, 2010. Lesprogramma Blokweek 2: klassenbijeenkomst Inhoud: uitleg over blok 2 en SLC in blok 2; uitleg over het functioneringsgesprek en de producten die ingeleverd moeten worden; invullen blokenquête, werven panelleden; aandacht voor februariregeling; tijdcirkels. Huiswerk: vul de vakreflecties in van blok 1, zoek 5 vacatures binnen ons vakgebied, neem de readers van alle vakken van blok 2 mee. Blokweek 3: groepsbijeenkomst 1 Inhoud: timemanagement. Wat heb je nodig om een planning voor een heel blok te maken? Groepsgewijs ontleed je de verschillende taken die er bij een vak komen kijken en maak je een schatting van de hoeveelheid tijd die dat gaat kosten. Daarnaast nemen we de wereld van multimedia onder de loep. Huiswerk: maak van de vakplanningen een week- en een dagplanning en ontwerp een kaft voor je POP. Blokweek 5: groepsbijeenkomst 2 Inhoud: talentenpool, bespreking studiedossier, week- en dagplanning. Huiswerk: bereid groepsgewijs een presentatie voor waarin jullie aan je groepsgenoten laten zien welke talenten jullie in huis hebben. Blokweek 7: groepsbijeenkomst 3 Inhoud: presentaties talentengroepen; verder onderzoek je je leerstijl (Kolb) en hoe je die het beste voor je kunt laten werken. Huiswerk: analyseer de resultaten van de leerstijltest (formulier leerdoelen) en maak je POP af voor het functioneringsgesprek. Deadline POP: vrijdag 23 december 17.00 uur Blokweek 8: Kerstvakantie Blokweek 9 of 10: functioneringsgesprek Inhoud: tijdens dit gesprek - met je coach – evalueer je het eerste halfjaar en trek je conclusies over het vervolg (doorgaan met de studie en voornemens formuleren of de studie staken en nadenken over alternatieven). Je aangevulde POP (vakreflecties, plan voor invulling studieregiepunt, opdrachten uit de SLC-lessen, blik op de toekomst) en het studiedossier dienen als uitgangspunt voor het gesprek.
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-3-
Les 1 klassikaal: vooruit, achteruit Inhoud: Opdracht: Huiswerk:
overzicht blok 2 en overzicht SLC evaluatie Blok 1 in Questback vakreflecties Blok 1
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-4-
Oefening: Timemanagement Druk druk druk … derruk druk druk druk druk Als je studeert is het belangrijk dat je je tijd goed plant. Om dat te kunnen, moet je de tijd die je besteedt aan de verschillende onderdelen van je studie en aan de rest van je activiteiten, goed kunnen inschatten. Zo kun je ervoor zorgen dat je tijdig met bepaalde opdrachten - of met het leren van een tentamen - begint. Hier gaan we de komende weken aan werken.
Opdracht: Tijdscirkels 1. Geef in het eerste cirkeldiagram aan hoeveel tijd per week je denkt dat je aan elk van onderstaande activiteiten besteedt. 2. Geef in het tweede cirkeldiagram aan hoeveel tijd je aan elk van de activiteiten zou willen besteden. 3. Geef vervolgens de grootste verschillen tussen beide aan. 4. Houd in de loop van het blok je werkelijke tijdsbesteding bij en presenteer de resultaten en opmerkelijke verschillen in je persoonlijk ontwikkelplan. Activiteiten
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Slapen/verzorging Woon-studie/werkverkeer College en werkgroepen Eten/boodschappen/huishouden Algemene ontwikkeling (boek, krant) Zelfstudie/huiswerk
7. Werk 8. Hobby’s/sport 9. Relatie/vrienden 10. Games/TV 11. Ongericht / onproductief 12. Overig ……………
tijdsduur: 20 minuten
Geschatte tijdsbesteding
Gewenste tijdsbesteding
(elk partje staat voor 8 uur – totaal 168 uur) Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-5-
Vakreflecties Terugblikken na elk blok Bij het functioneringsgesprek kijk je onder andere terug op je resultaten van het afgelopen halfjaar. Om je hiermee te helpen neem je in je persoonlijk ontwikkelplan een onderdeel vakreflecties op.
Huiswerk: Vakreflecties Maak voor elk vak uit blok 1 een vakreflectie, door voor elk vak onderstaand schema in te vullen. 1. Omschrijf de kern van het vak in twee zinnen. 2. Geef aan welke onderdelen van het vak je beheerst en met welke onderdelen je moeite hebt (geef voorbeelden). 3. Geef je affiniteit voor het vak aan. Motiveer je antwoord. Let op dat je jezelf evalueert en niet de wijze waarop het vak gegeven wordt/is. Wanneer je je POP inlevert (deadline 23 december) neem je daar ook de vakken van blok 2 in op.
Vakreflectie: User Centred Development
(verwachte) cijfer…..
Kern van het vak in twee zinnen
Deze onderdelen beheers ik
Met deze onderdelen heb ik moeite
Dit vind ik van het vak
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-6-
Vacatures Als ik later groot ben... Hoe scherp is jouw beeld van het beroepenveld?
Huiswerk: Vacatures verzamelen Verzamel de komende week alle relevante vacatures die je tegenkomt in het werkveld van CMD (interactieve media) en neem die uitgeprint mee naar de volgende werkgroep. Minimaal vijf, maximaal …. 15! Let op: zoeken op “interactieve media” of “Communication & Multimedia Design” levert lang niet alle vacatures op van het beroepenveld waarin een CMDAstudent terecht kan komen.
Blokplanning Weet jij hoe lang je met een vak bezig bent?
Huiswerk: Neem al je readers van blok 2 mee Volgende week gaan we een realistische planning maken van de vakken van blok 2. Dat lukt alleen als je precies weet wat je allemaal moet doen. Neem daarom al je readers van dit blok mee naar groepsles 1.
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-7-
Groepsles 1: druk, druk, derruk, ... Opdracht: Opdracht: Huiswerk:
Blokplanning Beroepenveld Maak een week- en dagplanning en ontwerp een kaft
Studieloopbaancoaching blok 2 - propedeuse CMD Amsterdam 2011-2012
-8-
Oefening: Blokplanning Druk druk druk … derruk druk druk druk druk Veel studenten vinden het moeilijk om te overzien wat er allemaal precies bij een vak komt kijken. Een studiepunt staat gemiddeld voor 28 uur werk (3 STP = 84 uur), maar hoeveel tijd kost het om een debriefing te maken en hoe lang duurt het om een interview uit te schrijven? Hoewel iedere student anders is, is het toch wel handig om de verschillende taken op een rijtje te zetten en een planning voor de rest van het blok te maken.
Opdracht 1. Verdeel de readers en zorg dat ieder vak dat je dit blok volgt door een groep wordt geanalyseerd (Marketing, Teamproject, Taal in Context, Vormgeving en SLC). 2. Breng alle taken in kaart, zet ze in een logische volgorde en maak een realistische inschatting van de tijd die nodig is om ze uit te voeren. Wat moet wanneer af zijn, welke subtaken zijn er, hoeveel tijd kost iedere (sub)taak? 3. Houd rekening met onderstaande tips. NB: ook het lezen en beantwoorden van mails is een taak. Tijdsduur: 20 minuten
Tips: • Leg een planning overzichtelijk vast Zo belast je je geheugen het minst. Schrijf alles op (ook in een planning van een dag). Hierdoor kun je zonder verder na te denken zien wat je moet doen en waartoe het moet leiden. • Zorg voor een realistische planning Realistisch betekent in dit geval dat je gewoon wat meer tijd moet inplannen dan je gewend bent. Want het zal je vast wel zijn opgevallen: sommige taken kosten veel meer tijd dan je dacht en andere taken lijken een enorme aanslag te plegen op je tijd, maar doen dat feitelijk niet. Gebruik deze kennis bij het maken van een planning. • Plan reservetijd in Met reservetijd bouw je een marge in. Dat kan vlak voor de deadline of na het moment dat je een subdoel hebt bereikt. Hoeveel reservetijd je moet inplannen hangt af van het doel dat je moet halen, de mensen met wie je samenwerkt en de kans op tegenslag en oponthoud. • Hou rekening met je ritme. Wanneer je weet op welk moment je het beste presteert, kan je hierop ook je planning aanpassen. De meeste mensen zijn beter in staat om ‘s ochtends creatief werk te doen dan ‘s middags. En na een lange vergadering is het niet handig om een lange, saaie tekst te lezen. Afwisseling is noodzakelijk, zeker als je niet langdurig achter je computer kunt of wilt zitten. Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 9
• Doe leuke dingen na minder leuke dingen Om te voorkomen dat je na een tijdje tegen een berg van vervelende klussen aankijkt, kun je het beste eerst de dingen doen die je minder leuk vindt en daarna wat je wel leuk vindt. Bron: www.managementsupport.nl (bewerkt naar bron: TaalAnker 7 Timemanagement)
Oefening: Oriëntatie beroepenveld Welke functies zijn te vinden in de wereld van CMD en interactieve media en welke beroepsrollen horen daarbij?
Opdracht 1. Lees de onderstaande uitleg over de vijf CMDA beroepsrollen. 2. Leg de vacatures bij de verschillende beroepsrollen. Sommige vacatures passen bij meerdere beroepsrollen. Kies dan de beroepsrol die het duidelijkst uit de vacature naar voren komt. 3. Stel per groepje een ‘brown paper’ op voor een beroepsrol. Besteed aandacht aan zowel de algemene kenmerken die belangrijk zijn in het vakgebied als aan de kenmerken die specifiek zijn voor de beroepsrol. De docent verdeelt de beroepsrollen onder de groepsleden. NB: ook nadenken over wat je niet wilt/kunt is nuttig. 4. Plenair bespreken van de ‘brown papers’ van de verschillende beroepsrollen. Tijdsduur: 20 minuten
Beroepsrollen CMDA: Volgend jaar kies je (bij voorkeur) twee rollen om je in te profileren. Als pas afgestudeerde ontwerper voer je onderstaande taken uit in juniorfuncties bij bijv. ontwerpbureaus, internetbureaus, online reclamebureaus of dienstverlenende organisaties. Met een aantal jaar ervaring op zak en een gezonde set ambities, stroom je door naar seniorfuncties. Front end developer Internet heeft op het gebied van programmeren en technologie geen geheimen voor de front end developer. Hij of zij is daarnaast goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en kan adviseren over nieuwe, passende en haalbare technologie voor mensvriendelijke interfaces. Visual designer De visual designer zorgt ervoor dat de website of mobiele applicatie er goed uitziet, en dat de vormgeving is afgestemd op de wensen van de klant en de verwachtingen van de eindgebruiker. Hij of zij houdt de trends bij op het gebied van visueel ontwerp en typografie en adviseert opdrachtgevers over de grafische en communicatieve mogelijkheden van interactieve media. Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 10
Interaction designer De interaction designer denkt na over hoe de gebruiker van een website of mobiele applicatie informatie zoekt, pagina’s wil bekijken en keuzes wil maken. Bijv. hoe je op een prettige en ondersteunende manier iets kan bestellen. Hij of zij combineert inzichten uit verschillende vakgebieden om een website of applicatie te ontwerpen, te structureren, inhoudelijk te vullen, te testen en soms ook vorm te geven en te programmeren. Contentmanager De contentmanager bepaalt samen met de opdrachtgever de strategie voor de content van een interactieve media toepassing. Hij of zij begrijpt de boodschap en thema’s van de opdrachtgever en vertaalt deze naar tekst, beeld en audiovisuele content met de juiste ‘tone of voice’. Naast het produceren en verzamelen van content is de content manager verantwoordelijk voor vindbaarheid en promotie, zoals search engine optimalisatie en onlinecampagnes. In samenwerking met het technische team zorgt de contentmanager ervoor dat de interactieve media toepassing voldoet aan huidige standaarden en inspeelt op nieuwe ontwikkelingen. Projectmanager De projectmanager zorgt ervoor dat projecten op de juiste wijze onder productieteams worden verdeeld en dat zij binnen de grenzen van beschikbare tijd en geld websites of applicaties leveren die goed werken en waar de klant tevreden over is. De projectmanager weet goed wat de klant wil, wat de talenten zijn van de teamleden en hoe je teamleden kunt motiveren het beste uit zichzelf te halen.
Extra oefening: Plannen Onderstaande oefening kun je doen als je nog steeds moeite hebt met plannen. Nu je wat meer zicht hebt op je tijdsbesteding kun je gaan nadenken over het belang van de verschillende taken. Wie zijn tijd niet goed beheert, blijft steken in het eerste kwadrant met dingen die hier-en-nu aandacht vragen: een mail die nú de deur uit moet, een plotseling ingelaste sporttraining of een ontevreden teamgenoot die je onmiddellijk te woord moet staan. De neiging is groot om aan 'spoedklussen' toe te geven. Heb je zo'n taak geklaard, dan levert dat namelijk een onmiddellijk gevoel van succes op. Wat vaak vergeten wordt, is jezelf de vraag te stellen of een activiteit écht zo spoedeisend is of dat het een excuus is om niet aan de slag te gaan met het échte werk.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 11
Hieronder zie je een kwadrant dat je kunt vullen met jouw taken: . Niet urgent II
Voorbeelden:
Voorbeelden:
Niet belangrijk
Belangrijk
Urgent I deadlines
leren
spoedklussen
werkstuk maken
crises/problemen
planning administratie opruimen
III
IV
Voorbeelden:
Voorbeelden:
sommige overleggen
tijdverslinders als voortdurend checken
mailtjes
van mail
telefoontjes
social talk
collega's die binnen lopen
uitstelgedrag ('eerst een kopje koffie ...')
De kunst is je tijd zó te organiseren dat het leeuwendeel van je werk zich afspeelt in het tweede kwadrant: daar bevindt zich namelijk het échte werk, bijvoorbeeld contacten met (nieuwe) klanten, het ontwikkelen van plannen en opdrachten. Uiteraard horen daar soms spoedklussen bij. Maar je houdt ze in toom door vooraf steeds te checken of een taak daadwerkelijk urgent is en of je hem per se zelf moet doen. Niet alle activiteiten in kwadrant II zijn even belangrijk. Sommige klussen hebben een stip-notering, bijvoorbeeld omdat ze belangrijk zijn voor de voortgang van je studie of werk. Andere werkzaamheden zijn weliswaar belangrijk, maar niet belangrijk genoeg om er voortdurend mee bezig te zijn. Denk aan opruimen. Doe je het niet dan lijdt je werk eronder, maar het is onnodig om de hele dag door je kamer op te ruimen. Het is effectiever om er een vast tijdstip voor te reserveren: een middag per week of tien minuten per dag. Stel prioriteiten. Wat doe je met de activiteiten die niet belangrijk zijn, de kwadranten III en IV? Zaken die niet belangrijk zijn maar wel urgent lijken, bekijk je kritisch. Is het écht nodig dat je bij die spoedvergadering bent? Moet je die vraag van je medestudent écht vandaag beantwoorden? Kun je die vraag met 'ja' beantwoorden, dan kwalificeer je de klus als 'spoed'. Is dat niet het geval? Ga dan op zoek naar alternatieven, kan iemand anders die taak ook doen? Of maak afspraken over wanneer je de taak wél kunt afmaken.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 12
Wat doet een drukbezet iemand met activiteiten die én niet belangrijk én niet urgent zijn? Juist: schrappen! Waarom zou je je tijd verdoen met zinloze zaken waar niemand op wacht? Het is natuurlijk niet erg als je zo nu en dan toegeeft aan de verleiding om te freewheelen, een mens heeft nu eenmaal niet de efficiency van een robot. Wees je er wel van bewust dát je het doet, dan kun je je activiteiten desgewenst bijstellen. (bron: www.leren.nl)
Plannen Druk druk druk … derruk druk druk druk druk
Huiswerk: maak een week- en een dagplanning Je hebt nu van ieder vak een algemene blokplanning. Zet die om naar een persoonlijke weekplanning en maak vervolgens iedere een week lang iedere ochtend een dagplanning (in je POP neem je de blokplanning op die je hebt gemaakt, daarnaast één week- en één dagplanning). Kies een vorm waarin je de planning maakt (fysieke agenda, Ical of andere digitale planner, to-do-list, post-it’s, excel file, visuele planning/tijdlijn). NB: de vorm moet makkelijk en overzichtelijk zijn in het gebruik. Een realistische planning houdt ook rekening met buitenschoolse verplichtingen (bijbaan, hobby’s, familie, vrienden, uitgaan). Neem ook de andere tips op pp. 9 en 10 mee in je planning.
Persoonlijk Ontwikkelplan Je kaft, dat ben jij.
Huiswerk: ontwerp een kaft voor je POP -
Zoek een citaat dat iets vertelt over jou of over de waarden waar jij voor staat. Schets op visuele wijze een bijpassende situatie die het citaat verklaart. Verwerk dit citaat (op visuele wijze) in het kaft voor je POP. Gebruik geen clip art. Zelf tekenen/ontwerpen mag wel.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 13
Groepsles 2: zwemmen in het talent Opdracht: talentenpool Informatie: studiedossier en e-learningtool Plantijn Huiswerk: presentaties talenten
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 14
Talentenpool Zwemmen of verdrinken in het talent? Iedere student heeft een andere voorgeschiedenis. De een heeft veel kennis opgedaan op een vorige opleiding, de ander is meer een autodidact (heeft kennis door zelfstudie). De een bezit veel praktische kennis, dan ander heeft weer meer boekenwijsheid. Sommige talenten zijn direct inzetbaar bij de studie, andere liggen misschien minder voordehand, maar kunnen net zo goed nuttig zijn. Als je je bewust bent van je eigen talenten en van de talenten van je klasgenoten, kun je die de rest van het jaar beter benutten.
Opdracht: Talentenpool 1. In duo’s: onderzoek welke talenten jullie hebben. Misschien ben je je niet bewust van alle talenten die je bezit. Daarom moet je flink doorvragen. Neem alle competenties mee die je in het verleden hebt opgedaan (denk aan ervaringen van school, bijbanen, hobby’s, vrienden, enz.). 2. Zet alle talenten op afzonderlijke post-its en geef aan of het talenten betreffen die van pas kunnen komen binnen of buiten de opleiding. 3. Maak groepen en zoek verbanden tussen de verschillende talenten. Welke lijken op elkaar? Welke kunnen elkaar versterken? Tijdsduur: 25 minuten
Huiswerk: presentatie talenten 4. Maak groepjes van twee tot drie personen en maak een korte presentatie voor in de volgende groepsles (+/- 3 minuten).
Studiedossier Archiveer je werk
Opdracht: Studiedossier Lees de tekst over het studiedossier op pagina 23. Bedenk wat jij nog moet doen om je studiedossier compleet te maken. Is je studiedossier compleet wat betreft de vakken van blok 1? Kun je al essentialia opnemen uit de vakken van blok 2? Tijdsduur: 10 minuten
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 15
Groepsles 3: Presentatie: Talenten Opdracht: Leerstijlen en leerdoelen Huiswerk: Analyse Kolb, leerdoelen formuleren en POP afmaken
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 16
Leerstijl volgens Kolb Hoe leer ik eigenlijk? Iedereen heeft een persoonlijke leerstijl, dat wil zeggen: een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Er zijn verschillende modellen om leerstijlen in kaart te brengen. Het model van Kolb maakt onderscheid tussen vier fasen van het leerproces: 1. 2. 3. 4.
Concreet ervaren ('sensing/feeling') Waarnemen en overdenken ('watching') Analyseren en abstract denken ('thinking') Actief experimenteren ('doing')
Kolb stelt dat mensen een voorkeurstijl hebben, waarmee ze het liefst beginnen en waaraan ze de meeste tijd besteden. Maar het is belangrijk alle fasen van het leerproces te doorlopen, omdat ze essentieel zijn voor effectief leren. Kolb pleit er daarom voor dat je extra aandacht besteedt aan de leeractiviteiten waarin je je minder goed thuis voelt.
Opdracht Doe de Kolb-leerstijlentest om te ontdekken wat jouw leerstijl is op: http://www.123test.nl/leerstijl Een uitgebreidere uitleg over de test van Kolb vind je op http://www.thesis.nl/kolb. Tijdsduur: 20 minuten
Veel mensen die deelnemen aan een test over leerstijlen, denken op dat moment voor het eerst na over hun manier van leren. Het is niet zozeer belangrijk in welk hokje je wordt ingedeeld (doener, denker, enzovoort), maar het is vooral nuttig dat je voortaan jezelf kunt observeren terwijl je leert ("Hé, nu ben ik echt alleen maar aan het rationaliseren. Misschien moet ik eens wat meer experimenteren, zoals mijn buurman Jeroen tijdens de workshop. Dat is dan ook een echte doener. Laat ik eens..."). Dan kun je variëren in je stijlen en haal je meer uit je opleiding. De ene leerstijl is niet beter dan de andere. Wel leent de ene stijl zich beter voor de ene dan voor de andere leersituatie. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom sommige mensen niet op hun best zijn in een klassikale situatie, maar wel tot hun recht komen tijdens een practicum.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 17
Een paar praktische tips, aan de hand van vier leerstijlen die corresponderen met de fasen in het model van Kolb: 1. De bezinner kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Tips: • Maak vooraf een plan. • Neem de tijd voor lastige beslissingen. • Neem de tijd om je ervaringen te overdenken.
2. De denker is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Tips: • • • •
Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen.
3. De beslisser plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Tips: • Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. • Richt je op praktische zaken. • Zoek iemand die je iets kan demonstreren. 4.
De doener houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan in nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Tips: • Doe directe ervaringen op. • Los een probleem op. • Spring in het diepe met een uitdagende taak.
Bronnen: www.leren.nl www.carrieretijger.nl
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 18
Huiswerk: analyse Kolb en leerdoelen Kijk goed naar de uitkomst van de leerstijlentest van Kolb. Welke conclusies kun je hieruit trekken? Waar ben je goed in? Wat zijn je valkuilen? Waar moet je voor oppassen en waar moet je meer aandacht aan besteden? Zet je conclusies om in concrete leerdoelen. Wat kun je anders of beter doen? Waar ga je in blok 3 en 4 aan werken? NB: let op dat je leerdoelen realistisch en concreet zijn.
Huiswerk: Persoonlijk Ontwikkelplan afmaken Maak je POP af en lever het uiterlijk vrijdag 23 december 2011 voor 17.00 uur in bij kamer 05A21. Voor inhoud en criteria zie pp. 21 en 22.
Agenda Ter voorbereiding van het functioneringsgesprek stel je een agenda op (neem deze mee naar het gesprek). Naast een aantal verplichte agendapunten ben je vrij om al je vragen te stellen of belangrijke onderwerpen aan bod te laten komen. De verplichte agendapunten zijn: 1. Studievoortgang 2. Leerdoelen 3. Studieregiepunt 4. “Schot voor de boeg” Je bent zelf verantwoordelijk voor het meenemen van je laptop tijdens het gesprek. Zorg dus dat je een werkende laptop hebt en maak back-ups van je werk.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 19
Bijlagen: Eindopdracht: Eindopdracht: Eindopdracht: Overige:
Functioneringsgesprek Studiedossier Persoonlijk Ontwikkelplan Studieregiepunt Quizzz time
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 20
Eindopdracht: Functioneringsgesprek Overzicht van je ontwikkeling en ambities Na de kennismaking in het eerste blok is het tweede gesprek halverwege het jaar een functioneringsgesprek. Dit gesprek heeft als doel het eerste halfjaar te evalueren en je conclusies te laten trekken over het vervolg: doorgaan met de studie en het formuleren van voornemens of de studie staken en nadenken over een alternatief. Dit gesprek vindt plaats voor 1 februari i.v.m het feit dat als je wellicht wilt afhaken en je studiefinanciering niet in gevaar wilt brengen. Voor studenten die zich voor 1 februari uitschrijven blijft de tot dan toe ontvangen studiefinanciering een gift (als het hun eerste hbo-studie is). Na 1 februari wordt de studiefinanciering bij staken van de studie omgezet in een lening.
Het functioneringsgesprek Bereid een functioneringsgesprek van ongeveer 15 minuten voor en voer het gesprek met je coach. De gesprekken vinden plaats in lesweek 9 en 10 (kalenderweek 2 en 3 van 2012). Je bent zelf verantwoordelijk voor het vastleggen van een afspraak in de laatste les. Ter voorbereiding van het gesprek stel je agendapunten op (neem deze mee naar het gesprek). Naast een aantal verplichte agendapunten ben je vrij om al je vragen te stellen of bepaalde onderwerpen aan bod te laten komen. De verplichte agendapunten zijn: 1. Studievoortgang 2. Leerdoelen 3. Studieregiepunt 4. “Schot voor de boeg” Naast de agenda dienen je studiedossier en POP als basis voor het gesprek. In je verslag reflecteer je op het eerste halfjaar en kijk je vooruit naar de rest van het jaar (zie p. 26). Je studiedossier bevat de bewijzen en onderbouwing van je reflectie en plannen. De kwaliteit van je voorbereiding en de wijze waarop je het gesprek voert, zijn medebepalend voor de beoordeling.
Toetsing: Voorafgaande aan het functioneringsgesprek levert de student een POP op. Aan het einde van blok 2 maakt de student een afspraak met zijn coach voor het functioneringsgesprek en voert het gesprek. Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van het POP en het digitaal studiedossier. De beoordeling inclusief feedback wordt tijdens het gesprek bekend gemaakt. Het verslag, de presentatie van het studiedossier en het gesprek moeten met minimaal een voldoende worden beoordeeld. Aanvulling of herkansing is mogelijk tot twee weken na afloop van blok 2. Over de aard van de herkansing maakt de student afspraken met de coach.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 21
Beoordeling: Functioneringsgesprek Student
Docent Afspraken Oplevering Deadlines
Criteria Beoordeling
POP
ja
nee
Studiedossier
ja
nee
Functioneringsgesprek
ja
nee
POP 1. Het POP is compleet*, verzorgd, gestructureerd en geschreven in goed Nederlands.
O/ V / G
2. De student reflecteert in het POP op het verloop van het afgelopen halfjaar en op zijn leerprestaties, studieplanning, leerdoelen en affectie.
3. Het verslag is voorzien van een originele kaft, inleiding, inhoudsopgave, paginanummering en conclusie.
O/ V / G O/ V / G
Studiedossier 4. Het studiedossier geeft een gestructureerd en compleet overzicht van de vakken en projecten die de student heeft volbracht. Per project of vak bevat het studiedossier metadata, opdracht, proces, visuals of teksten.
O/ V / G
Presentatie 5. De student geeft in het functioneringsgesprek een helder beeld van zijn ontwikkeling in het eerste halfjaar van de propedeuse.
O/ V / G
6. De student schetst in het functioneringsgesprek een goed beeld van zijn leerdoelen, affectie en ambitie voor het tweede halfjaar van de propedeuse (en het verdere vervolg van de opleiding en carrière).
Beoordeling - Afspraken, Oplevering, Deadlines met ja beantwoord: - Gemiddelde van O / V / G vormt het eindoordeel * compleet ‘POP’ bevat Ontwikkelingsprofiel, blokreflecties, leerdoelen en opdrachten uit de lessen.
handtekening docent
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 22
O/ V / G O/ V / G
Eindopdracht: Studiedossier Overzicht van je ontwikkeling en ambities Binnen de opleiding Interactieve Media leg je een digitaal studiedossier aan als onderdeel van je persoonlijke ontwikkelplan.
Opdracht Houd een digitaal studiedossier bij.
Studiedossier Je digitale studiedossier is gericht op je studieloopbaan en bevat ‘documenten’ die je ontwikkeling en ambities zichtbaar maken. Het is de etalage waarin je je kwaliteiten en capaciteiten tentoonstelt. Je studiedossier neem je mee naar het functioneringsgesprek in lesweek 9 of 10 (kalenderweek 2 of 3 2012). Zorg zelf voor een laptop. De inhoud en verzorging van je studiedossier wordt daar besproken.
Inhoud en vorm studiedossier Het digitale studiedossier kan gezien worden als een piramide van het werk van de student.
Deze piramide wordt van onderaf opgebouwd. Het studiedossier bevat de verzameling met je complete werk. Uit deze complete verzameling kan een selectie worden gemaakt waarmee je ontwikkeling wordt geïllustreerd. Daaruit kun je later in het jaar het beste werk selecteren om een showcase/portfolio samen te stellen. In blok 2 ga je verder met het structureel verzamelen van je werk (hier was je vorig blok al mee begonnen). In blok 4 ga je aan de slag met de presentatie en structuur van je showcase/portfolio. Het is van belang om je dossier continu bij te houden. Je gaat in vier jaar tijd aan heel veel projecten werken. Als je je werk niet structureel bijhoudt, is het bijna onmogelijk om terug te halen hoe een project in elkaar stak en wat je waar en wanneer hebt geleerd.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 23
Het studiedossier bestaat voor een groot deel uit een verzameling beroepsproducten die in het kader van een project of vak zijn gemaakt. Andere beroepsproducten, zoals plannen, broncode, ontwerpdocumentatie, projectverslagen, onderzoeksrapporten, enzovoort, zijn net zo goed relevant voor je professionele ontwikkeling. De vormgeving van het studiedossier is functioneel. Het kan een eenvoudige mappenstructuur op je computer zijn, een Word-document met links naar de producten, een WordPress blog, of iets dergelijks. Zolang je studiedossier maar compleet en geordend is en alleen relevante informatie bevat. Maak het zo dat iemand anders zonder uitleg begrijpt wat hij waar kan vinden. Er horen dus niet vijf versies van één bestand in te zitten. Zorg dat je van alle vakken of projecten waaraan jij hebt meegewerkt de eindversie zelf bezit. ‘Projecten’ vormen het grootste deel van de inhoud van het studiedossier. Alles wat op één of andere manier bijdraagt aan een professionele ontwikkeling (vakken, projecten, studieregiepunten) wordt hier ‘project’ genoemd. Je studiedossier speelt een belangrijke rol bij het functioneringsgesprek. Voor ieder project wordt het volgende beschreven: •
•
•
• •
Metadata o Naam van het project o Periode waarin het gemaakt werd o Studiefase o Vak/opdrachtgever o Type (groepsopdracht | individueel) o Rol(len) die jij had o Keywords, tags Opdracht en doelstellingen o Korte opdrachtomschrijving (in één zin) o Eventueel eigen doelstellingen Proces en werkzaamheden o Samenwerkingsverbanden o Doorlopen stappen o Eventueel tussenproducten Visuals (één of meer beelden van het project) Producten (tekst)
Verder vermeld je downloads en links naar alle deliverables/beroepsproducten, zoals ontwerpdocumentatie, projectverslagen, demo’s, eindproduct, et cetera. Een belangrijk criterium voor een goed studiedossier is dat het actueel en volledig is. Het is van belang dat het studiedossier regelmatig aangevuld wordt met nieuw gemaakt materiaal. Het studiedossier houd je gedurende je hele studie bij. De inhoud van je studiedossier speelt een belangrijke rol bij het functioneringsgesprek in blok 2. Daarnaast gebruik je het voor het opstellen van je portfolio in blok 4.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 24
Voorbeeld Stadsspelen Amsterdam www.stadsspelen-amsterdam.nl/mediafreaks looptijd: november 2009-april 2010 waarvoor: propedeuse Interactieve Media, HvA opdrachtgever: Gemeente Amsterdam type opdracht: teamproject mijn rol: 20% projectleider / 80% ontwikkelaar categorie: internetsite tags: overheid, non-profit, gemeente, Amsterdam, internet, jongeren, scholen spelen, creatief, interactief, media Het doel van het project was om een manier te bedenken om jongeren met hun school bekend te maken en enthousiast te krijgen voor de stadsspelen van Amsterdam. Wij wilden met ons team vooral een levendige site met veel interactie maken, zodat jongeren ook puur voor de lol op de site zouden komen. Ik wilde zelf vooral oefenen met de rol van projectleider, dat had ik nog nooit eerder gedaan. Ons team bestond uit een groep van vijf studenten waarin ik eerst de rol van projectleider had, maar tegen het einde van het project ging ik steeds meer bouwen, omdat ik dat het best kon. Vervolgens nam iemand anders de rol van projectleider over. Doorlopen stappen: debriefing, brainstormen, concept, ontwerp prototype, testen, herontwerp, bouwen, testen, presenteren, oplevering met documentatie. Bijgevoegd: Visual 1 Visual 2 Visual 3 Debriefingsrapport Onderzoeksrapport Testrapport Documentatie voor de klant
Dummy Naast je studiedossier is het ook interessant om te weten op welke wijze je tot je producten/resultaten komt. Om je inspiratiebronnen, interesses, aanpak en proces vast te leggen heb je een dummy gekregen. Een dummy is naast een boekje om aantekeningen in te maken ook bedoeld als een ‘schetsboek’ waarin je tekent, interessante ideeën opschrijft, intrigerende afbeeldingen plakt, kattenbelletjes scribbelt, boeiende artikelen opneemt... →
Je hebt de eerste dummy van de opleiding gekregen. Je dummy geeft een beeld van je interesses en de wijze/aanpak waarop je tot ontwerpen/resultaten komt. Je bent verder vrij hoe je je dummy vult en vormgeeft. Als je wilt, kun je je dummy meenemen naar het gesprek om het gesprek te ondersteunen.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 25
Eindopdracht: Persoonlijk Ontwikkelplan Studiegewoonten – Vakgebied CMDA – Schot voor de boeg Je POP bestaat uit twee delen. In het eerste deel kijk je terug op je ontwikkeling in het eerste halfjaar (reflectie). In het tweede deel presenteer je je persoonlijke doelen en plannen voor het tweede halfjaar (plannen).
Opdracht Stel een Persoonlijk Ontwikkelplan op bestaande uit: Kaft: -
Het kaft bestaat uit een beeldende weergave van je toekomstbeeld / een citaat dat op jouw ontwikkeling van toepassing is. Reflectie: - Per vak een overzicht van je ontwikkeling in het eerste halfjaar, je huidige niveau en je studieresultaten (zie oefening vakreflectie). - Je voegt opnieuw het Ontwikkelingsprofiel uit blok 1 toe, aangevuld met de vragen waar we in blok 2 aan hebben gewerkt. - Alle oefeningen waar we tijdens de lessen aan hebben gewerkt, voeg je eveneens toe (timemanagement, Kolb-test, enz.). - Samenvatting/conclusie eerste halfjaar (maximaal 200 woorden). Plannen: - Geef aan welk studieregiepunt je wilt gaan volgen (of al hebt gevolgd). - Schot voor de boeg - jouw definitie van het vakgebied en jouw ideale toekomstbeeld binnen het vakgebied. Ga je door of stop je? Naast inhoudelijke kwaliteit zorg je dat je POP er professioneel uitziet (kaft, inleidingen, paginanummering, correct taalgebruik). Zet je naam, studentennummer en klas op de kaft van je POP. Omvang ongeveer 7 A4 en een kaft. Lever je persoonlijk ontwikkelplan uiterlijk vrijdag 23 december 2011 vóór 17.00 uur in bij kamer 05A21. De inhoud en verzorging van je persoonlijk ontwikkelplan worden in het functioneringsgesprek in lesweek 9 of 10 (kalenderweek 2 of 3 van 2012) besproken.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 26
Studieregiepunten (SRP) Werken aan je eigen ontwikkeling Doel van de studieregiepunten Het doel van de studieregiepunten is dat iedere student minstens 28 uur (1 studiepunt) actief is buiten het reguliere programma om. We vinden het belangrijk dat je ook je eigen talenten ontwikkelt door iets bijzonders te doen of dat je tijd investeert in onderdelen waarin je minder goed bent. Context van de studieregiepunten De studieregiepunten kunnen met allerhande inspanningen verdiend worden. Je kiest een SRP uit het aanbod van de opleiding en stelt een leerdoel vast. Zo kun je actief meedoen met de open- en bezoekersdagen voor geïnteresseerde studenten of meedoen met de Tools-introductie in blok 1. Ook kun je door docenten gevraagd worden om als student-assistent ingezet te worden. Halverwege het jaar worden er gedurende een week allerlei activiteiten aangeboden waarvan je er één kunt volgen. Een aantal mogelijkheden: − Tools-introductie: Tools ‘R’ us − Helpen bij Cinekid in het herfstreces − Programma volgen tijdens de SRP-week − Student-assistentschap: − organisatie open dagen of meeloopdag − organisatie lezing, conferentie… − scholing medestudenten − ontwikkelen lesmateriaal Criteria 1. Je activiteiten vloeien voort uit de leerdoelen die je hebt opgesteld in je POP (persoonlijk ontwikkelplan). 2. Je eindproduct voldoet aan de gestelde eisen. 3. De activiteit beslaat minimaal 28 uur (1 studiepunt staat voor 28 uur). Alleen als aan alle criteria is voldaan worden studieregiepunten toegekend. De uiterste datum waarop studieregiepunten ter beoordeling kunnen worden aangeboden, is vrijdag 15 juni 2012.
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 27
QUIZZZZ time! Weet jij genoeg over je studie tot nu toe? Wanneer er tijd over is in een les, kun je deze quiz doen om te zien hoeveel je hebt meegepikt van de lessen. 1. Wat is een BAS?
2. Welke onderdelen zijn verplicht om geen BAS te krijgen?
3. Wat moet je doen als je studievertraging denkt op te gaan lopen?
4. Wat is de 1 februariregel?
5. Hoeveel punten kun je per blok behalen?
7. Tot wanneer kun je een studieregiepunt indienen ter beoordeling?
8. In welke week vindt het domeinproject plaats?
9. Wat moet je meenemen naar het functioneringsgesprek?
0Studieloopbaancoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 28