Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Managementsamenvatting De Hanzehogeschool heeft zicht gecommitteerd aan het MJA-3 convenant. Deze EEP-rapportage is een opvolging van de EEP-rapportage 2009 en dient voor de termijn 2013-2016. De maatregelen uit de EEP 2009 zijn voor een deel uitgevoerd en hebben nog niet de geplande besparing bereikt. In de EEP 2009 heeft qua energieverbruik alleen betrekking op de kooppanden. De huurpanden zijn destijds buiten beschouwing gehouden omdat hier de invloed op het energieverbruik moeilijker is. In de EEP 2009 is bepaald dat van de huurpanden wel een energieprestatie adviesrapportage zou worden opgesteld. Dit is nog niet uitgevoerd en zal in deze EEP-periode worden uitgevoerd. Momenteel zijn er een aantal renovaties en/of maatregelen in uitvoering dan wel in voorbereiding om uitgevoerd te worden. Deze rapportage geeft aan wat er aan besparing is gerealiseerd in de periode 2009-2012. Daarnaast wordt het proces weergegeven van de opleiding tot en met de keten. Voor de horizon 2013-2016 wordt een overzicht gegeven van de te nemen maatregelen om de afgesproken besparing op energie (2% per jaar) te realiseren. EEP-maatregelen gaan gepaard met investeringen en opbrengsten. Per maatregel is de eenvoudige terugverdientijd berekend, oftewel de investering gedeeld door de besparing. Vervolgens zijn deze maatregelen gecategoriseerd in een drietal groepen; -
Terugverdientijd 0-6 jaar; Terugverdientijd 5-10 jaar; Terugverdientijd 10 jaar en langer.
Tevens is in de categorisering weergegeven wat de reeds gerealiseerd besparing is en wat de reeds in (geplande) uitvoering zijnde werken voor besparing opleveren.
Omschrijving maatregelen De diverse maatregelen zijn verdeeld in een aantal categorieën; te weten: -
Input studenten en medewerkers (change), bevorderen energiebesparend gedrag onder personeel en studenten; Actualiseren maatregelen EEP 2009, de niet uitgevoerde maatregelen uit de vorige periode; Renovaties, de te nemen maatregelen bij op stapel staande renovaties; Ketenmaatregelen, maatregelen die wel een CO2 besparing tot gevolg hebben maar niet direct terug te zien zijn in het energiegebruik van de Hanzehogeschool (bv. groene stroom); Aanvullende EEP-maatregelen technisch, technische maatregelen om energie te besparen.
De maatregelen uit het Change-programma vergen veel organisatorische inspanningen. De uiteindelijk beoogde besparing wordt pas in 2016 verwacht. Het Change programma is een energiebesparingsprogramma, energie sparen door middel van gedragsverandering, die afgelopen jaren bij Duitse hogescholen en universiteiten is uitgevoerd onder begeleiding van de Universiteit Bochum en De Hochschul-Informations-System (HIS) te Hannover. Door de Rijks Universiteit Groningen (RUG) en de Hanzehogeschool (HG) is met het HIS afgesproken dat van het ontwikkeld materiaal en van de opgedane ervaringen gebruik kan worden gemaakt. In
2
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
2013 zal het Change programma, zoals het er nu naar uit ziet, door de TU Braunschweig verder worden "uitgerold". De HG heeft in overleg met het HIS zich hiervoor aangemeld. Maatregelen in relatie tot MJA-3 In 2009 is de Hanzehogeschool (HG) het MJA3 convenant aangegaan. Vanaf 2010 zijn de eerste energiebesparende maatregelen ingevoerd. Op dit moment loopt de HG achter op de doelstelling (2% besparing per jaar). Om in 2016 “bij te zijn” moet er ca. 18 Terajoule (TJ) aan energie bespaard worden t.o.v. het jaar 2009, oftewel een besparing van 14%. Tot het jaar 2011 is hiervan totaal 4,5 TJ bespaard (3,7%). De maatregelen welke op dit moment in uitvoering zijn of in voorbereiding zijn leveren totaal een besparing op van 0,5 TJ (0,4%). Onderdeel van deze besparing is het uitbreiden van de ventilatie in het gebouw van Doorenveste. Dit is een zogenaamde ontsparende maatregel omdat deze comfort verhogende maatregel meer energie kost en dus ook een negatieve terugverdientijd veroorzaakt. Er zal dus meer energie bespaard moeten worden dan voordat deze maatregel ingevoerd werd. De maatregelen met een TVT van 0-6 jaar leveren een besparing op van ca. 12,1 TJ (10,2%). De betreffende maatregelen hebben een geprognotiseerde oplevering van 2012 tot 2016. De maatregelen met een TVT van 6-10 jaar vergen nadere (financiële) beschouwing. Met deze maatregelen wordt ca. 1,4 TJ (1,2%) bespaart. De maatregelen met een TVT van 10 jaar of langer betreffen met name grote ingrepen, bouwkundig dan wel technisch. Een aantal van deze maatregelen geven comfort verhogende resultaten. Met deze maatregelen kan totaal een besparing van 6,1 TJ (5,2%) worden bereikt. Effecten energiebesparende maatregelen samengevat:
Maatregelen
investering
Invest.MJA
1. reeds uitgevoerd (zie energiejaarverslag)
2. in uitvoering/planning (PE)
besparing primaire energie TJ
Bijdrage doelstelling t.o.v. 2009 t.o.v. 2011
4,5
3,7%
N.v.t.
1.235.333
140.804
0,5
0,4%
0,4%
3. terugverdientijd < 6 jaar (cat. A, PE+KE)
487.900
322.900
12,1
9,9%
10,2%
4. terugverdientijd 6 t/m 10 jaar (cat.B, KE+PE)
181.200
161.200
1,4
1,2%
1,2%
5.820.435
3.336.435
6,1
5,0%
5,2%
Totaal t.o.v. 2009
24,7
20,1%
Totaal t.o.v. 2011
7.724.868
3.961.339
20,2
17%
5. Terugverdientijd > 10 jaar (cat.C, PE+KE)
De maatregelen met een terugverdientijd < 10 jaar plus het isoleren van de gevel gebouw F Zernikeplein 1 (maatregel 41) worden uitgevoerd in de periode tot 2016. Dit levert een besparing op van 11,8%. Hiermee wordt de beoogde besparing van 8% gehaald. De totale besparing t.o.v. 2009, dus inclusief de reeds vanaf 2010 getroffen maatregelen is 15,2%. Waarmee de in 2016 te behalen doelstelling van ca. 14% wordt behaald.
In de maatregelen met een TVT <6 jaar zitten ook ketenmaatregelen. Deze zullen niet als besparing terug te zien zijn op de energienota’s.
3
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Inhoudsopgave Managementsamenvatting ..................................................................................................................... 2 2. Context EEP ........................................................................................................................................ 7 2.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 7 2.2 Inhoudelijke beschouwing ............................................................................................................. 8 2.3 ETS‐ronde 2013‐2016 .................................................................................................................... 8 3. Energiezorg .......................................................................................................................................... 9 3.1 Stand van zaken ............................................................................................................................. 9 3.2 Wijze van energiemonitoring en organisatie ................................................................................ 9 3.3 Budget en menskracht .................................................................................................................. 9 4. Beschrijving en analyse productieproces .......................................................................................... 10 4.1 Productieproces/onderwijs als primaire gebruiksfunctie ........................................................... 10 4.2 Energiebalans en prestatiemaat.................................................................................................. 13 4.2.1 Bouwkundige staat gebouwen ............................................................................................. 13 4.2.2 Technische staat gebouwen ................................................................................................. 13 4.2.3 Energieverbruik .................................................................................................................... 14 4.2.4 Prestatiemaat en energieverbruik ....................................................................................... 15 4.2.5 Energieverbruik in relatie tot MJA ....................................................................................... 16 4.3 Ontwikkelingen gebouwen .......................................................................................................... 17 4.4 Overige relevante zaken .............................................................................................................. 18 4.4.1 Isolatiegraad ......................................................................................................................... 18 4.4.2 Rendement verwarming ....................................................................................................... 18 4.4.3 Bemetering ........................................................................................................................... 18 4.3.4 Aantal studenten .................................................................................................................. 19 4.4.5 Klimaatinstellingen ............................................................................................................... 19 4.4.6 Energiezuinig Ventileren ...................................................................................................... 19 4.4.7 Efficiënte verlichting ............................................................................................................. 20 4
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.4.8 Energiebeheer pc’s ............................................................................................................... 20 5 Beschrijving en analyse van de keten ................................................................................................ 21 5.1 Energieverbruik in de keten ........................................................................................................ 21 5.2 Proces gebonden aspecten en analyse van de keten ................................................................. 23 6.1 Algemene visie ............................................................................................................................ 28 6.2 Visie in de praktijk ....................................................................................................................... 28 7. Vertaalslag van voorstudie naar EEP ................................................................................................. 30 7.1 Toekomstvisie hoger onderwijs algemeen .................................................................................. 30 7.2 Toekomstvisie hoger onderwijs Hanzehogeschool ..................................................................... 31 7.3 Vertaling routekaart voor HG ...................................................................................................... 31 7.4 Beschrijving projecten/activiteiten en maatregelen ................................................................... 31 8. Inventarisatie besparingsmogelijkheden .......................................................................................... 33 8.1 Afwegingskader ........................................................................................................................... 33 8.2 Geanalyseerde maatregelen ....................................................................................................... 35 8.2.1 Uitgevoerde maatregelen t/m 2011 .................................................................................... 35 8.2.2 Maatregelen in uitvoering/planning (categorie A, zeker) .................................................... 35 8.2.3 Maatregelen met terugverdientijd <6 jaar (categorie A, zeker) .......................................... 36 8.2.4 Maatregelen met terugverdientijd tussen 5 en 10 jaar (categorie B, voorwaardelijk) ........ 37 8.2.5 Maatregelen met terugverdientijd > 10 jaar, (categorie C, voorwaardelijk) ....................... 37 8.3 Geplande maatregelen ................................................................................................................ 39 8.4 Berekeningsmethode .................................................................................................................. 39 8.5 Energietarieven ........................................................................................................................... 40 9. Overige activiteiten ........................................................................................................................... 40 Bijlage 1: Omschrijving maatregelen ..................................................................................................... 41 Bijlage 2: Overzicht geanalyseerde maatregelen .................................................................................. 47 Bijlage 3: Energiehuishouding individuele gebouwen .......................................................................... 50
5
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
6
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
2. Context EEP 2.1 Algemeen Figuur 2.1 Organogram Hanzehogeschool
Bovenstaand het organogram van de Hanzehogeschool.
7
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
De Hanzehogeschool is gehuisvest in verschillende gebouwen veelal in en rondom Groningen. Onderstaand zijn de hoofdlocaties weergegeven binnen Groningen. Figuur 2.2 Overzicht locaties Hanzehogeschool Groningen
2.2 Inhoudelijke beschouwing De Hanzehogeschool (HG) is in 2010 gestart met de MJA. Echter vanaf 2011 zijn actief maatregelen uitgevoerd om energie te besparen. De meeste maatregelen hebben effect aan het einde van het jaar 2011 of aan het begin van 2012. Hierdoor heeft de HG een kleine achterstand voor wat betreft de MJA-afspraken, dit is ook te zien in de realisatiecijfers. HG is voornemens om voor de jaargangen 2013 -2016 de achterstand in te halen en daarnaast aan haar verplichtingen te voldoen voor de EEPperiode (2% per jaar).
2.3 ETS-ronde 2013-2016 Niet van toepassing voor de Hanzehogeschool Groningen.
8
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
3. Energiezorg 3.1 Stand van zaken Het behalen van de MJA3 ambities is slechts mogelijk indien binnen een organisatie voldoende draagvlak, committent en continuïteit is gewaarborgd. Een belangrijke eerste stap hiertoe is om energiezorg binnen de instelling te organiseren. In de voorgaande EEP-periode is met name de aandacht gericht geweest op het technische vlak; het goed beheren en registreren van het energieverbruik. In de komende EEP-periode zal het breed uitdragen van de energie-afspraken binnen de organisatie worden uitgevoerd. Hiervoor zal de “Basischeck Energiezorg” als leidraad worden gehanteerd. Er wordt op dit moment een stappenplan kwaliteitsborging opgesteld. De doelstelling is om eind 2013 80% van de 2J- en 3J-vragen positief te kunnen beantwoorden. Eind 2014 wil de Hanzehogeschool volledig aan de basischeck energiezorg voldoen. De eerste prioriteit zal worden gesteld bij het betrokken maken van de medewerkers en studenten van de Hanzehogeschool met energiebesparing (“good housekeeping”). Dit omdat hier de grootste winst is te halen.
3.2 Wijze van energiemonitoring en organisatie Energiemonitoring wordt door de Hanzehogeschool Groningen in de komende periode verder ter hand genomen. De verbruiken van gas, warmte, water en elektriciteit worden al maandelijks opgenomen en (automatisch) verwerkt in een verbruiksregistratieprogramma (Erbis). Momenteel vindt uitbreiding plaats van het aantal meters om zo een nauwkeuriger registratie van energie te verkrijgen. Tevens wordt het registratieprogramma verder geactualiseerd en benut zodat automatische verbruiksrapportages, alsmede managementrapportages, gegenereerd kunnen worden. Daarnaast worden momenteel de energiemeters geijkt. Jaarlijks wordt de energiemonitoring aan Agentschap (d.m.v. E-MJV) worden gecommuniceerd. Op basis van de output van het registratieprogramma wordt per jaar een energiebegroting opgesteld (vanaf 2011). De verbruiken per gebouw worden gespiegeld aan de verbruiken van voorgaande jaren en tevens vindt vergelijking plaats tussen de diverse gebouwen onderling. Op basis van deze informatie wordt inzicht verkregen of de genomen EEP-maatregelen het verwachte resultaat hebben opgeleverd en of genomen maatregelen wellicht ook interessant zijn voor andere gebouw(del)en. Als laatste wordt met deze vergelijking inzicht verkregen in de stand van zaken rondom MJAverplichting; wordt aan de doelstelling voldaan of moet e.e.a. worden bijgesteld. Met bovenstaande informatie wordt jaarlijks, ingaande 2011, een managementrapportage opgesteld, bestemd voor het College van Bestuur (CvB).
3.3 Budget en menskracht De uitvoering van de werkzaamheden en uitvoering van de maatregelen zoals beschreven worden in dit plan, zullen gecoördineerd worden door de energie- en (milieu)coördinator. In de uitvoering van genoemde maatregelen en het signaleren van mogelijke nieuwe maatregelen zal hij ondersteuning krijgen van de afdelingen Faciliteiten, Bedrijfsbureau, Vastgoed en FEZ. Daarnaast zullen waar nodig externe adviseurs worden ingeschakeld voor procesmatige- en inhoudelijke ondersteuning. De budgettering, voor zover bekend voor aankomende maatregelen, is in hoofdstuk 8 opgenomen. Een aantal van deze maatregelen valt binnen het meer-jaren-investeringsschema van de afdeling Vastgoed van de Hanzehogeschool Groningen.
9
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4. Beschrijving en analyse productieproces 4.1 Productieproces/onderwijs als primaire gebruiksfunctie De HG is de oudste multisectoriële hogeschool van Nederland. In 2013 viert zij haar 215-jarig bestaan. Met vestigingen in Groningen, Assen, Leeuwarden en Amsterdam telt de hogeschool circa 26.000 studenten en 2.700 personeelsleden. De hogeschool ontwikkelt zich met ruim 30 lectoraten en 6 kenniscentra tot een kennisinstelling voor onderwijs en toegepast onderzoek. Dit gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en non-profit instellingen. Het onderwijsaanbod van de HG omvat momenteel 70 bachelor opleidingen, 4 programma's voor Associate degree en 13 masteropleidingen. Er zijn zowel Nederlands-, als Duits- en Engelstalige opleidingen. Jaarlijks maken zo'n 1.500 cursisten uit overheid en bedrijfsleven gebruik van kennisproducten van HanzeConnect, de zakelijke dienstverlener van de hogeschool.
De volgende locaties van de Hanzehogeschool Groningen zijn opgenomen in dit EEP: Gedempte Zuiderdiep 158 – Academie Minerva Zuiderkuipen 19 - School van de Architectuur Praediniussingel 59 - Museum Eyssoniusplein 18 - Wiebengacomplex Radesingel 6 - Singelhuis Veemarktstraat 76 - Prins Claus Conservatorium Zernikeplein 23 - Marie KamphuisBorg Zernikeplein 23 - IFD Units Zernikeplein 11 - Van DoorenVeste Zernikeplein 17 - Willem-Alexander Sportcentrum Landleven 10 - BrugsmaBorg Zernikeplein 1 - Bouwdeel F Zernikeplein 7 - Bouwdeel G Zernikeplein 5 - Bouwdeel ABC Zernikeplein 5 - Appel Zernikeplein 7 - Van OlstToren Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + Atrium Zernikeplein 1 - Bouwdeel H Zernikeplein 7 - Bouwdeel I Daarnaast heeft de Hanzehogeschool onderstaand pand in eigendom. Deze is in beheer bij de RUG (sportcentrum). Blauwborgje 4 (Sportcentrum), Groningen Verder heeft de Hanzehogeschool Groningen de volgende panden in medegebruik / huur: Deusinglaan (Tandheelkunde/ medegebruik RUG), Groningen Industrieweg Assen (Ziengs gebouw) Zernikepark 4 (OZ), Groningen (huurcontract t/m 2015) Zernikeperk 2 P&O, Groningen (huurcontract t/m 2015) Laan Corus den Hoorn (Meerwold), Groningen (huurcontract t/m 2013) Ulgersmaweg, Groningen Achter den Hoven, Leeuwarden
10
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Akkerstraat, Groningen
Het merendeel van bovenstaande panden zijn gehuurd dan wel in medegebruik. Voor al deze panden geldt dat de Hanzehogeschool Groningen de kwaliteit van het gebouw en installaties als een gegeven moet aanvaarden en hierop nauwelijks directe invloed kan uitoefenen. Vandaar dat deze panden buiten dit EEP zijn gehouden. Wel zal als ketenmaatregel worden opgenomen om in de huurpanden, daar waar mogelijk, energie te besparen, zoals het beheersen van kloktijden, gebruikersgedrag etc. Tevens zullen de te nemen ketenmaatregelen zoals papiergebruik etc. (zie hiervoor de lijst met geplande maatregelen), daar waar mogelijk, worden doorgevoerd in de huurpanden. Bij het afsluiten van eventuele nieuwe huurcontracten kan een energiebesparende renovatie een voorwaarde zijn voor continuering van het huurcontract. De afdeling Vastgoed van het Facilitair Bedrijf is verantwoordelijk voor het onderhoud van het gebouw en de werktuigkundige- en elektrotechnische installaties. T.b.v. het onderwijsproces is gas, elektra, warmte en water nodig voor onderstaande functies: o Gebouwverwarming; o Gebouwkoeling; o Ventilatie; o Sanitaire installaties; o Keuken/catering; o ICT; o Verlichting; o Beveiliging en besturing. De HG koopt gas, elektra en warmte in om bovenstaande primaire processen te kunnen bewerkstelligen. Daarnaast wekt HG ook warmte en elektra op binnen de inrichting. In onderstaande energiematrix is weergegeven hoe de verwarming en koeling wordt gerealiseerd en waar de inkoopgrenzen liggen. In de matrix, figuur 4.1 op pagina 10, is te zien dat er naast warmte- en koude opwekking binnen de inrichting ook van buiten warmte en koude wordt ingekocht. Deze bestaat uit twee gedeelten; 1. WKK-installatie ondersteund met cv-ketels, geëxploiteerd door het energiebedrijf; 2. WKO-installatie geëxploiteerd door een externe leverancier, niet zijnde het energiebedrijf.
11
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Figuur 4.1 Energiematrix gebouwen 2011
12
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.2 Energiebalans en prestatiemaat
4.2.1 Bouwkundige staat gebouwen Tabel 4.1 Energielabels locaties Hanzehogeschool Groningen
Gebouw
Bouwjaar
Label
Energie-Index
Zernikeplein 11 - van Dooren Veste
1996
A
0,84
Zernikeplein 23 - IFD Units
1996
A
0,86
Landleven 10 - BrugsmaBorg
1983
A
0,90
Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + Atrium
1993
A
0,91
Zernikeplein 7 - van Olst Toren
2005
A
0,95
Zernikeplein 17 - Willem-Alexander Sportcentrum
2008
A
1,01
Zernikeplein 7 – Bouwdeel G
1997
A
1,02
Zernikeplein 7 - Bouwdeel I
2002
A
1,03
Zernikeplein 1 - Bouwdeel H
2000
B
1,12
Zuiderkuipen 19 – School van Architectuur
1998
B
Zernikeplein 23 - Marie Kamphuisborg Zernikeplein 5 - Bouwdeel ABC
1,15 1
1975
C*
1,21
1985
C
1,23
1923/1998
C
1,27
Zernikeplein 1 - Bouwdeel F
1993
C
1,30
Zernikeplein 5 - Appel
1994
D
Eyssoniusplein 18 - Wiebengacomplex
1,35 1
Veemarktstraat 76 - Prins Claus Conservatorium
1985
D*
1,44
Gedempte Zuiderdiep 158 - Minerva
1983
G
1,82
Radesingel 6 - Singelhuis
1900
G
2,20
Praediniussingel 59 - Museum
1900
G
2,60
*1 de thermische schil is gedeeltelijk verbeterd. Er is echter geen nieuwe EPA-berekening gemaakt en dus niet voorzien van een nieuw energielabel.
4.2.2 Technische staat gebouwen Tabel 4.2 Technische staat locaties Hanzehogeschool Groningen IsolatieRendement Instellingen Graad verwarming verwarming Gedempte Zuiderdiep 158 matig goed redelijk Minerva Zuiderkuipen 19 - School van goed goed redelijk de Architectuur Preadiniussingel 59 - Museum slecht matig redelijk Eyssoniusplein 18 matig redelijk redelijk Wiebengacomplex Radesingel 6 - Singelhuis matig goed redelijk Veemarktstraat 76 - Prins matig goed redelijk Claus Conservatorium Zernikeplein 23 - Marie redelijk matig redelijk Kamphuisborg Zernikeplein 23 - IFD Units goed goed redelijk Zernikeplein 11 - van Dooren redelijk redelijk redelijk Veste Zernikeplein 17 - Willemgoed goed redelijk Alexander Sportcentrum Landleven 10 - BrugsmaBorg matig matig redelijk Zernikeplein 1 - Bouwdeel F goed goed redelijk Zernikeplein 7 – Bouwdeel G goed goed redelijk
Energiezuinig ventileren redelijk
Efficiëntie verlichting slecht
Energiebeheer PC’s goed
redelijk
matig
goed
matig matig
redelijk goed
goed goed
slecht matig
matig goed
goed goed
goed
goed
goed
goed redelijk
goed redelijk
goed goed
redelijk
redelijk
goed
redelijk matig redelijk
goed goed goed
goed goed goed
13
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Vervolg tabel 4.2 Technische staat locaties Hanzehogeschool Groningen
Zernikeplein 5 - Bouwdeel ABC Zernikeplein 5 - Appel Zernikeplein 7 - van Olst Toren Zernikeplein 5 - Bouwdeel E + Atrium Zernikeplein 1 - Bouwdeel H Zernikeplein 7 - Bouwdeel I
IsolatieGraad matig
Rendement verwarming goed
Instellingen verwarming redelijk
Energiezuinig ventileren matig
Efficiëntie verlichting redelijk
Energiebeheer PC’s goed
redelijk goed
goed goed
redelijk redelijk
matig matig
goed goed
matig/redelijk matig/redelijk
goed
goed
redelijk
goed
goed
matig/redelijk
goed
goed
redelijk
redelijk
goed
matig
goed
goed
redelijk
redelijk
goed
matig/redelijk
Bovenstaande beoordelingen zijn nader toegelicht in paragraaf 4.4.
4.2.3 Energieverbruik Tabel 4.3 Energieverbruik gebouwen 2011 Gebouwen (excl. Huurpanden)
HG totaal
Warmte
Gas
Totaal eq. gas
Elektra
GJ
m3
m3
kWh
5.400
1.292.959
1.714.381
8.098.877
Eysoniusplein 18
0
12.086
279.222
768.875
Gedempte Zuiderdiep
0
100.404
100.404
414.246
Zernikeplein 1 bouwdeel H
0
zit in zp 5
Praediniussingel 59
0
44.374
44.374
107.851
Radesingel
0
37.571
37.571
91.191
Veemarktstraat
0
42.834
42.834
456.454
Zernikeplein 17
5.400
31.946
186.232
1.153.251
Zernikeplein 11
via gas
28.694
28.694
2.320.113
Zernikeplein 23
0
152.979
152.979
765.610
Zernikeplein 5-7
via gas
836.250
836.250
1.686.602
Zernikeplein 7 D-gebouw
via gas
zit in zp 5-7
zit in zp 5-7
310.177
0
5.821
5.821
24.507
Zuiderkuipen
In bovenstaande tabel 4.3 zijn de energieverbruiken in 2011 weergegeven. De hoeveelheden warmte en gas zijn tevens omgerekend naar equivalent gasverbruik.
14
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.2.4 Prestatiemaat en energieverbruik Tabel 4.4 benchmark gebouwen
Gebouwen
Oppervlakte gasverbruik m2 m3/m2
Kengetal Agentschap HBO
elektraverbruik kWh/m2
*1
HG totaal
119086
14
Eysoniuspln 18 Gedemte Zuiderdiep Huisvesting Praediniussingel 59 Radesingel Veemarktstraat Zernikeplein 17 Zernikeplein 11 Zernikeplein 23 Zernikeplein 5-7 Zernikeplein 7 D-geb Zuiderkuipen
15581 8157 282 3178 1893 3926 11481 24315 14819 29456 5472 526
18 12 0 14 20 11 16 1 10 14 zit in ZP 5-7 11
Verbruikskengetallen Agentschap Gas m3/m2.jaar 20% 50% 80% 8 21 35
68
14
49 51 0 34 48 116 100 95 52 57 57 47
18 12
Verbruikskengetallen Agentschap Elektra kWh/m2.jaar 20% 50% 80% 20 57 94
68 49 51
14
34 20
48
11 16
116 100 95
1 10 14 *2
52 57 57 47
11
*1 De kengetallen van Senter Novem geven aan de waarde die geldt voor de onderste 20% en de bovenste 20% van de waarnemingen. Ook is de mediaan weergegeven *2 warmteopwekking tevens voor Zernikeplein 11 en 7 (D-gebouw)
Bovenstaande tabel 4.4 laat zien hoe de gebouwen presteren t.o.v. de branche. De gas‐ en elektra verbruiken zijn gespiegeld aan de kengetallen van Agentschap (voorheen Senter Novem). Hieruit is tevens af te leiden hoe de gebouwen onderling ten opzichte van elkaar presteren. De gebouwen op het Zernikeplein hebben voor een gedeelte een gezamenlijke warmte‐opwekking. De verbruiken geven hierdoor een enigszins vertekend beeld. Binnen de gebouwen is het energieverbruik aan verschillende primaire functies toe te wijzen. In onderstaande figuur 4.1 is weergegeven hoe de energieverdeling is binnen de gebouwen. 2% 1%
Verwarming Koeling
12% Tapwater 34% Verlichting 20%
Apparatuur Ventilatoren 3% 25%
3%
Pompen Verwarming bassin zwembad
Figuur 4.1 energieverdeling gebouwen
15
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.2.5 Energieverbruik in relatie tot MJA
In onderstaande tabel zijn de primaire energieverbruiken weergegeven voor de gehele Hanzehogeschool. De verbruiken zijn gespiegeld aan de MJA‐afspraken. Tabel 4.5 gerealiseerd energieverbruik in relatie tot MJA
Verbruik primaire energie (TJ) besparing t.o.v. 2009 MJA convenant stand besparing t.o.v. MJA‐convenant gerealiseerde besparing t.o.v. 2009 (TJ) benodigde besparing t.o.v. 2009 (TJ)
2009 123,036 0,00% 0% 0,00% 0,00 0
2010 134,496 ‐9,31% 2% 11,31% ‐11,460 2,461
2011 118,526 3,67% 4% 0,33% 4,510 4,921
De rode getallen geven aan dat er niet bespaard is maar dat er juist meer energie verbruikt is.
Bovenstaande tabel 4.5 geeft aan dat er in 2010 een achterstand is opgelopen welke in 2011 grotendeels is ingehaald. In 2011 is er een achterstand van 0,33% t.o.v. het MJA-convenant. (Deze tabel is opgesteld conform het format van Agentschap NL. Dit maakt dat de getallen niet één op één vertaald kunnen worden naar het opgeleverde energiejaarverslag 2011.) De kloof tussen de doelstelling en de realisatie dient te worden opgevangen door aanvullende EEPmaatregelen of ketenmaatregelen, zodat uiteindelijk de MJA doelstelling wordt bereikt.
Als graadmeter voor de ontwikkeling van het energieverbruik en de uitvoering van energiebeleid op de HG gelden in belangrijke mate het verbruik van elektriciteit en gas. In onderstaande figuur 4.2 is de ontwikkeling van het gas- en elektriciteitsverbruik weergegeven na invoering van de vastgestelde efficiency-maatregelen.
Figuur 4.2 grafische weergave ontwikkeling energieverbruik
Ontwikkeling aardgas
16
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Het gasverbruik is in 2010 en 2011 fors gestegen (blauwe lijn, in figuur 4.2). De stijging van het aardgasverbruik wordt grotendeels veroorzaakt door het in eigendom nemen van de vernieuwde WKK installaties in de Van Olst Toren (Zernikeplein 5-7). In het verleden huurde de HG een WKK installatie van de energieleverancier. De energieleverancier bracht geen kosten voor gasverbruik in rekening, maar kosten voor warmte, omgerekend naar equivalent aardgasverbruik. Nu voor de eigen WKK installatie zelf gas wordt ingekocht, is het gasverbruik uiteraard ook een stuk hoger. Als gevolg hiervan is de warmteafname gedaald. In de prognoseperiode wordt verwacht dat het gasverbruik als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen zal dalen. Ontwikkeling elektriciteit Het elektriciteitsverbruik (paarse lijn, in figuur 4.2) is in 2010 en 2011 ten opzichte van 2009 respectievelijk met 2 en 9% gedaald. Als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen wordt verwacht dat in 2015 het elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2009 11% lager ligt. Dit is in lijn met de geformuleerde MJA3 doelstellingen, een jaarlijkse daling van het energieverbruik van 2%. Elektriciteit wordt op de HG voornamelijk gebruikt voor gebouwinstallaties (t.b.v. verlichting, klimaat) en ICTvoorzieningen. De daling van het verbruik is gerealiseerd ondanks een toename van elektrische apparaten en intensiever gebruik van gebouwen en apparaten (t.g.v. toename aantal studenten). Ontwikkeling warmte Het warmteverbruik is in 2010 en 2011 fors gedaald (oranje lijn in figuur 4.2), 56% ten opzichte van 2009. De reden staat genoemd onder bij ontwikkeling aardgas. In de prognoseperiode wordt verwacht dat het warmteverbruik, als gevolg van de in het EEP opgenomen maatregelen, verder zal dalen.
4.3 Ontwikkelingen gebouwen T.b.v. het Prins Claus Conservatorium zijn aan de Meeuwerderweg in Groningen een tweetal woningen aangekocht welke in 2014/2015 volledig worden geïntegreerd in het conservatorium. Bij het combineren van de gevels wordt tevens de gevelisolatie opgewaardeerd. De renovatie van de Preadiniussingel is in 2011 gereed gekomen en is vanaf 2012 volledig in gebruik. De renovatie van de Mariekamphuisborg, in hoofdlijnen bestaand uit het aanbrengen van ventilatie en het verbeteren van de isolatiewaarde van glas en gevel, is in 2012 gereed gekomen. De Hanzehogeschool ontwikkelt samen met de RUG het project “Energy Valley”. Bij dit project wordt in tijdelijke huisvesting proeven gedaan betreffende energie en de besparing daarvan. De exacte impact op het energieverbruik is onbekend. Wel kan dit tot significante toename leiden van het energieverbruik. Ten aanzien van dit energie onderzoek zullen we in overleg treden met Agentschap NL over het al dan niet meenemen van de hiermee gemoeide energie verbruiken in MJA3. In het EEP van 2009 is de ambitie uitgesproken om ook de huurpanden te voorzien van energielabels. Dit is vooralsnog niet uitgevoerd maar zal in de komende EEP‐periode worden opgepakt. 17
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.4 Overige relevante zaken 4.4.1 Isolatiegraad De isolatiegraad van de panden is verschillend. Zo zijn er oude slecht geïsoleerde panden met name in het centrum van Groningen en goed geïsoleerde panden met name locatie Zernikeplein. Verbeteren van de isolatiegraad van slecht geïsoleerde locaties is een kostbare aangelegenheid en wordt slechts geadviseerd als er sprake zal zijn van het vervangen van kozijnen en beglazing of het isoleren van platte daken bij vervanging van dakbedekking. Bij grootschalige renovaties wordt onderzocht of het verbeteren van de thermische schil financieel en technisch tot de mogelijkheden behoort.
4.4.2 Rendement verwarming Enkele panden worden nog verwarmd met een Vr-ketel. Het rendement op warmteopwekking wordt hierbij als matig beschouwd. Verder zijn er nog panden met HR-107 ketels of warmtepompen (o.a. sportcentrum). Het rendement op warmteopwekking wordt hierbij als goed beoordeeld. Vele panden aan het Zernikeplein werden verwarmd vanuit een centraal ketelhuis met een centrale WKK installatie aangevuld met Hr- en Vr-ketels. In 2011 is de warmteopwekking vernieuwd en zijn er decentrale WKK-installaties geplaatst welke ondersteund worden door decentrale HR-ketels. Door over te stappen van centrale installaties naar decentrale installaties worden transportverliezen voor een groot deel voorkomen. Het rendement van de warmteopwekking met een WKK is goed, omdat warmte een restproduct is van de elektriciteit opwekking. De WKK werkt op warmtevraag.
4.4.3 Bemetering De Hanzehogeschool maakt gebruik van het programma Erbis voor de bemetering van gebouwen en delen van gebouwen. Op dit moment vindt optimalisatie plaats van het (verder) automatiseren van de registratie van meetgegevens. Hierbij wordt gekeken of aanvullende meters nodig zijn om zo het energieverbruik van gebouwen of gebieden nauwkeuriger inzichtelijk te maken. Indien dit optimalisatieproces gereed is zal het programma Erbis ook worden gebruikt voor monitoring en rapportage-doeleinden. Deze optimalisering bevindt zich in een ver gevorderd stadium.
18
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
4.3.4 Aantal studenten
Tabel 4.6 overzicht studenten 2011
2.328
n 23 so ni us pl ein 1 8/ Ve P em . D rie ar kt se str ns aa tra t/ at Ge R ad de es m in pt ge e Z l ui de El r di de e 1 rs 59 / P ra ed in To iu ta ss al in g Es
Ze
rn ike pl ei
n 17
n 11 / Z ui de Ze
rn ike pl ei
n 9
rn ike pl ei Ze
rn ike pl ei Ze
Ze
2011 Inst. voor Bedrijskunde Totaal Inst. voor Fin.Ec.Management Totaal Inst. voor Mangem. en Marketing Totaal Internation Business School Totaal Inst. voor Comminicatie & Media Totaal Inst. voor Facility Managem. Totaal Inst. voor Rechtenstudies Totaal Inst. voor Sportstudies Totaal Ac. voor Sociale Studies Totaal Ac. voor Verpleegkunde Totaal Ac. voor Gezondheisstudies Totaal Pedag. Academie Totaal Ac. Minerva/ Dans Ac. NN/ NN Conserv. Totaal Vooropleidingen Muziek/Dans 9998 DT VO Da ns 9999 DT VO Muzi ek Totaal Arts inc. vooropl Inst. voor Inform. en Com.techn. Totaal Inst. voor Engineering Totaal Ac. voor Arch. Bouwk. en Civ.Techn. Totaal Inst. voor Life Science Techn. Totaal HIT Totaal Totaal Totaal inc. KUO vooropl
rn ike pl ei
n 1, 5, 7
rk ui pe
n
el
School/ Opleiding
2.328
1.546
1.546
1.808
1.808
1.240
1.240
1.891
1.891
912
912
1.666
1.666
1.482
1.482
2.396
2.396
1.471
1.411
60
2.888
2.706
182
869
869
1.354
242
99 154 1.607
154 396
691
520
421
242 396
691 691
66 729 828
99
659
659
1.587
1.587
810
810
581
581
66 25.554 25.807
691
9063 9063
869 869
3637 3637
1482 1482
4724 4724
4117 4117
2.328 0 1.546 0 1.808 0 1.240 0 1.891 0 912 0 1.666 0 1.482 0 2.396 0 1.471 0 2.888 0 869 0 1.354 0 99 154 1.607 0 659 0 1.587 0 810 0 581 0 66 25.554 25.807
4.4.5 Klimaatinstellingen De klimaatinstellingen van de verschillende locaties worden beheerd door de huisinstallateur. Tot voor kort had de Hanzehogeschool weinig inzicht in de instellingen. Inmiddels is beheer op afstand in de meeste panden mogelijk. Uit inventarisatie is gebleken dat de instellingen over het algemeen redelijk goed zijn ingesteld. Op dit moment vindt actieve evaluatie van de setpoints plaats om zo verdere optimalisering te bewerkstelligen.
4.4.6 Energiezuinig Ventileren Bij de beoordeling op het aspect energiezuinig ventileren speelt warmteterugwinning uit ventilatielucht een grote rol. Niet op elke locatie wordt warmteterugwinning uit ventilatielucht toegepast. Veel ruimten
19
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
zoals collegezalen en tentamenzalen zijn nog niet voorzien van vraag gestuurde ventilatie waardoor de ventilatie vaak onnodig in bedrijf is terwijl er geen personen in de ruimte aanwezig zijn.
4.4.7 Efficiënte verlichting Over het algemeen wordt er op de locaties energiezuinige hoogfrequente TL verlichting toegepast in combinatie met spaarlampen. Op een aantal locaties wordt tevens daglichtregeling of aanwezigheidsdetectie toegepast. Voor de panden waar dit niet het geval is valt een optimaliseringsslag te behalen.
4.4.8 Energiebeheer pc’s
De studenten pc’s gaan na 30 minuten in de screen safe stand en loggen na 17:30 uit. Het verbruik blijft dan ongeveer 8 watt. Bovenstaande geldt ook voor management pc's indien de medewerker zich heeft uitgelogd. Indien een medewerker zich niet heeft uitgelogd blijft de PC aan. Verdere optimalisatie is mogelijk o.a. door het automatisch uitloggen na 30 minuten en na de hibernationstand gaan (8 watt). Volledig uitschakelen is natuurlijk ook mogelijk. In de hibernationstand komt de PC na terugkomst van een medewerker terug in de stand waar in hij werd achter gelaten.
20
Energie Effficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
5 Bes schrijving en ana alyse van n de kete en
5.1 Ene ergieverbrruik in de keten Naast he et ‘directe energiegebruik’ (gas, elekktra en warm mte in de ge ebouwen) woordt er ook aandacht besteed aan de zogenaamde ‘ve erbredingthe ema’s’ (VT’s)). Hieronder valt ook het energiegebrruik in de productie eketen van n producten n zoals pa apier en ook o het en nergiegebruiik als gev volg van vervoerssbewegingen n van en naar de onderw ijsinstelling. Om de vverschillende e energiegebruiken in de ketens te strructureren is gekozen om m drie hoofdk ketens te Ondersccheiden, te weten: w - huisvessting (gebouw w, basisvoorrzieningen), - ondersteunende die ensten en prroducten (ICT T, catering, etc.) e en - mobilite eit (studenten en medew werkers). Ondersta aande figuurr 5.1 geeft aa an hoe het to otale energie egebruik worrdt opgedeelld en hoe pe er fase en keten su ubtotalen kun nnen worden berekend.
Figuur 5.1 schematisch he weergave energieverbru e uik per fase
Op bassis van he et rekenmod del UES o onderwijs is s het energieverbruik in de ketten voor Hanzeho ogeschool Groningen G be epaald. In de e onderstaa ande grafiek wordt het tootale energieverbruik weergeg geven en tevens de verde eling per dee el post.
21
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Figuur 5.2 schematische weergave energieverbruik per proces
Uit figuur 5.2 is af te leiden dat het totale energieverbruik voor 39% bepaald wordt door het gebouw gebonden energieverbruik. In vergelijking met overige Hogescholen is het aandeel Woon-werkverkeer en dienstreizen gering. Dit komt doordat veel medewerkers en studenten in de stad Groningen wonen. In de onderstaande figuur 5.3 wordt de CO2 uitstoot van de Hanzehogeschool weergegeven.
Figuur 5.3 schematische weergave CO2 uitstoot per proces
22
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
5.2 Proces gebonden aspecten en analyse van de keten
Huidig beleid Bij de keuze van maatregelen kan grof onderscheid worden gemaakt in maatregelen die ingrijpen op: 1) Materiaalgebruik: Kies voor energie-extensieve materialen uit de regio, stimuleer hergebruik en voorkom afval 2) Type apparatuur: Kies energiezuinige apparatuur. De grootste energiebelasting zit bij apparatuur vaak in de gebruiksfase 3) Transportbewegingen: Stimuleer fiets- en/of loopgedrag van studenten en werknemers. Voorkom energie-intensief autogebruik en of vliegtuiggebruik. 4) Duurzaam: De HG heeft een nieuw elektriciteitscontract afgesloten op basis van groene stroom. 5) De HG stimuleert zoveel mogelijk “het nieuwe werken” door uitbreiding van haar faciliteiten hiervoor. Binnen Hanzehogeschool Groningen zijn er een aantal onderwerpen onder de drie hoofdketens die al onder de aandacht zijn en blijven. Een aantal hiervan staan hieronder kort beschreven. Deze en andere maatregelen worden ook weergegeven in tabel 5.1. Een aantal maatregelen is nog niet gekwantificeerd en ook nog niet ingedeeld in zekere en voorwaardelijke maatregelen. Het is de intentie van Hanzehogeschool Groningen dit in de komende periode verder te onderzoeken. Deze maatregelen kunnen gebruikt worden bij het schrijven van het beleid. Huisvesting De locaties Zernikeplein 23 (Marie Kamphuisborg) en Praediniussingel 59 (voormalig museum) zijn verbouwd en voldoen aan de huidige gebruikerseisen. Bij beide panden is de gevel voorzien van extra isolatie en bij Zernikeplein 23 is er HR++ glas geplaatst. Tevens is er een compleet ventilatiesysteem en nieuw verlichtingssysteem aangebracht in de Marie Kamphuisborg. Daarnaast zal in 2014 Zernikeplein 11 (Van Doorenveste) worden gerenoveerd. Bij de aanpassing zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van energie- en milieuvriendelijke maatregelen en technieken. Uit het gebouw Van Olst is de afdeling vastgoed verhuisd naar de Marie Kamphuisborg. Hierdoor staat gebouw G, IFD-bouw, leeg. Energie-efficiënt onderhoud aan gebouwen Bij vernieuwing, vervanging en reparaties zal zoveel mogelijk gebeuren met gebruik maken van energie en milieuzuinige producten. Energie en milieuaspecten spelen een grote rol bij genoemde activiteiten. Het Elektrotechnisch en Werktuigbouwkundig (ETWB) onderhoud is begin 2012 aanbesteed. Onderdeel van de aanbesteding waren de volgende aspecten: Opdrachtgever hecht waarde aan duurzaamheids- en milieuaspecten en heeft voorkeur een contract af te sluiten met een Inschrijver die een aantoonbaar duurzaamheids- milieubeleid hanteert. De HG draagt momenteel onder andere als volgt bij aan duurzaamheid;
De HG zoekt een werkwijze die de aannemer voor ogen heeft voor vervangingen met de minste milieubelasting, in de meest brede zin, en waarbij het optimum wordt gevonden in innovatieve technieken en bewezen technieken.
Milieu en innovatie is tevens opgenomen in de beoordelingscriteria en wordt meegewogen in de score.
23
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Afval ophalen en verwerking Voor het ophalen van bedrijfsafval van de Hanzehogeschool Groningen is het bedrijf SITA ingeschakeld. De Hanzehogeschool Groningen acht het zijn plicht om afval op de minst milieubelastende wijze af te voeren en te (laten) verwerken binnen geldende redelijkheideisen. SITA dient aan de Hanzehogeschool Groningen een overzicht te verschaffen van de wijze waarop alle afvalstromen van de Hanzehogeschool Groningen worden verwerkt, inclusief de verwerkingsmethode van de afvalstof en de locatie van verwerking (ook tussenopslag locaties aangeven). De Hanzehogeschool Groningen streeft naar een verdere scheiding aan de bron van afvalstromen in verantwoorde inzamelbare, opnieuw bruikbare en verwerkbare eenheden. Van SITA wordt verwacht dat deze een positieve bijdrage levert aan dit streven door de Hanzehogeschool Groningen te adviseren over mogelijkheden, technieken en relevante ontwikkelingen op dit gebied Op dit moment wordt een nulmeting uitgevoerd door Sita en de Mileudienst, waarbij de hoeveelheden afgevoerd afval worden gewogen. Dit meten heeft wat achterstand opgelopen vanwege het niet goed werken van het volmeldsysteem. Ieder kwartaal wordt er door SITA een rapportage een digitaal bewerkbare managementrapportage per locatie waarin de volgende onderwerpen zijn opgenomen: Overzicht totaal afgevoerde en verwerkte hoeveelheden c.q. gewichten per afvalstroom; Overzicht van het aantal en de grootte van de op de locaties geplaatste inzamelmiddelen; Aantal uitgevoerde transportbeweging en aard voertuigen; Overzicht van de door Opdrachtgever gemelde problemen, storingen en klachten en de daarop door Inschrijver ondernomen acties; Door Inschrijver overig geleverde producten en/of diensten; Een advies inzake mogelijke verbeteringen in de afvalscheiding en mogelijkheden tot reductie van de afvalstromen. Schoonmaak Met ISS, het bedrijf dat de schoonmaak verricht van de Hanzehogeschool, is het volgende afgesproken betreffende het milieu: ISS dient alleen gebruik te maken van de minst milieuschadelijke producten. De aan te wenden producten dienen op het punt van primaire biologische afbreekbaarheid minimaal te voldoen aan de hiervoor geldende EG norm. Daarnaast zorgt opdrachtnemer voor voldoende voorlichting aan zijn medewerkers omtrent juist en milieubewust gebruik van schoonmaakmiddelen Het Nieuwe werken/ Flexwerken Indien er nieuw huisvestingsbeleid wordt opgesteld, dient er rekening gehouden te worden met het Nieuwe Werken/flexwerken. Door flexwerken te stimuleren hoopt Hanzehogeschool Groningen het aantal vervoersbewegingen van medewerkers, door bijvoorbeeld thuiswerken, op andere locaties te kunnen werken, te verminderen. Vervoersplan De Hanzehogeschool Groningen voert een actief parkeerbeleid. Met de volgende zaken wordt dit gestuurd: Betaald parkeren; Bevorderen dicht bij het werk te wonen door laag woon-werk tarief; Wonend binnen een straal van 5 km. geen parkeerkaart; Goed aanbod van stallingsplaatsen voor fietsen; Vergoeding voor openbaar vervoer is hoger dan vergoeding woon-werk verkeer auto; Oplaadpunt voor e-bikes is beschikbaar.
24
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Kopieer apparatuur Met OCE, de leverancier van onze kopieerapparatuur, is het volgende afgesproken betreffende het milieu: -
-
alle aangeboden machines dienen voorzien te zijn van een CE markering alle machines dienen te voldoen aan de in de Richtlijn Arbeidsmiddelen gestelde eisen voor de uitstoot van ozon, stof en andere eventuele uitstoot dienen alle aangeboden machines te voldoen aan de advieswaarden van de commissie WGD van de Gezondheidsraad de geluidsproductie is een criterium bij het beoordelen van de technische eisen bij plaatsing wordt bij iedere machine een productveiligheidsblad, conform het Veiligheidsinformatie- bladenbesluit wet Milieugevaarlijke stoffen, van de te gebruiken toner meegeleverd. er geldt een terugnamegarantie voor verpakkingsmaterialen er geldt een terugnamegarantie voor verbruiksmaterialen als toner en vervangende onderdelen gebruikte materialen en onderdelen zijn bij voorkeur recyclebaar het vervangen of bijvullen van toner moet zonder stofvorming kunnen geschieden alle aangeboden machines dienen geschikt te zijn voor het verwerken van minder milieubelastend papier en kringlooppapier in de gebruikshandleiding dient het energieverbruik te zijn aangegeven bij maximale belasting en in de stand-by stand om het papierverbruik terug te dringen staan alle machines in de default stand op dubbelzijdig.
Inkoop In het inkoopjaarplan van het Facilitair Bedrijf is het volgende opgenomen betreffende duurzaam inkopen. In 2008 is tussen de HBO Raad en Ministerie van VROM een convenant gesloten met als doelstelling om in 2012 voor minimaal 50% duurzaam in te kopen. Doelstelling 2015: 100%. De huidige situatie is dat indien de duurzaamheidcriteria beschikbaar zijn op SenterNovem, deze worden doorgevoerd in aanbestedingen (dit gebeurt echter niet altijd). Tweejaarlijks wordt in november gerapporteerd aan VROM over het toepassen van de SenterNovem criteria. Beïnvloeding gedrag gebruikers (studenten en personeel) In navolging op de ambities uit het EEP 2009 heeft de Hanzehogeschool zich nu aangemeld voor het vervolg op het Change programma (Uni Magdeburg). Dit Change programma is in 2008 gestart met het doel via gedragsverandering van de gebruikers te komen tot energiebesparing. Naar verwachting wordt het door de Uni Magdeburg opgezet programma/ onderzoeksprogramma eind dit jaar goedgekeurd en kan in de loop van 2013 het programma worden uitgevoerd. De Hanzehogeschool zal actief mee gaan doen met dit changeprogramma door de acties uit dit programma uit te voeren. Verder zal de Hanzehogeschool deelnemen aan het Energie Forum TH Clausthal 2014 en zal daarnaast een bijdrage leveren aan diverse workshops in dit forum. Dit met als doel te leren van andere deelnemers om zo het energiebeleid binnen de HG te intensiveren. In deze EEP zijn energiebesparende resultaten geprognotiseerd als gevolg van dit change programma. Tabel 5.1 overzicht ketenmaatregelen Inkoop Huisvesting Bij de verbouwing op de Gebouw locaties zullen de energie en (schil, constructie, milieubesparende aspecten vloeren, aandacht krijgen: installaties, - verlichting lampen, etc) - luchtbehandeling - inbouwpakket
Gebruik
Afdanking
- In het nieuwe ETWB-contract isl een milieuparagraaf opgenomen, waarin het bedrijf aangeeft dat zij continu monitort welke energie- en milieubesparende maatregelen mogelijk zijn en de Hanzehogeschool Groningen daarvoor adviseert. Op naleving wordt toegezien.
Bij de verbouwing op de locaties zullen de energie en milieubesparende aspecten aandacht krijgen: - verlichting - luchtbehandeling - inbouwpakket
25
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Inkoop Bij contractverlenging van huurpanden zal getracht worden energiebesparende maatregelen af te dwingen
Gebruik Actieve energiebesparing op basis van setpoints en kloktijden installaties.
Afdanking
Bij inkoop zullen de criteria van Duurzaam Inkopen aangehouden worden.
Verlengen levensduur door goed en regelmatig onderhoud en stimuleren zuinige omgang
Inkoop
Gebruik De HG heeft haar kantoortijden aangepast aan de lestijden en vakanties. De HG hanteert een vervroegde sluitingstijd voor personeel tijdens vakanties
Bij inkoop zullen de criteria van Duurzaam Inkopen aangehouden worden. Afdanking
Bij inkoop zullen de onderstaande aspecten aandacht krijgen: Inkopen van energiezuinige apparatuur Dubbelzijdige print optie voor printers Intelligente en geïntegreerde ICT apparatuur
Standaard dubbelzijdig printen en kopiëren is in 2012 ingevoerd.
Catering
Bij aanbesteding zullen de onderstaande aspecten aandacht krijgen: Inkoop van lokale voedingsproducenten Gebruik biologische voeding Beperken verpakkingen Isolatie automaten Slimme automaten
Onderzoeken mogelijkheden apparatuur en automaten uit te zetten in de nachten, weekenden en vakanties.
Schoonmaak
Onderzoek mogelijkheden gerecycled toiletpapier
Er wordt door ISS zoveel mogelijk gebruik gemaakt van microvezeldoekjes
Huurpanden
Meubilair (stoelen, tafels, kasten, vloerbedekking) Openingstijden
Ondersteuning Repro / ICT
Archief
Mobiliteit Woon-‘werk’ verkeer
Printers en computers worden via het netwerk uitgeschakeld.
Cartridges worden gerecycled Terugnamegarantie voor verbuiksmaterialen
Er wordt papier met FSC-keurmerk gebruikt.
Scheiden afval
Er zal worden overgegaan op digitaal archiveren zodat papier en opslagruimte bespaard wordt
N.V.T.
Om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren, kunnen medewerkers die hiervan gebruik maken in aanmerking komen voor een (gedeeltelijke) vergoeding van de gemaakte kosten. De regeling geldt alleen voor medewerkers die voor het woon-werkverkeer gebruik maken van het openbaar vervoer én geen toegang hebben tot een afgesloten parkeervoorziening van de Hanzehogeschool of afzien van dit recht.
N.V.T.
26
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Inkoop
Gebruik
Afdanking
(Openbaar) vervoerbeleid: Het betreft hierbij met name de (verdere) ontwikkeling van het busvervoer van en naar de ZernikeCampus. Naast het busvervoer is ook de ontwikkeling van de Regiotram *1(waarvan de geplande eerste lijn naar het Zernikecomplex zal lopen) onderwerp van overleg met overleg met Gemeente Groningen, Rijksuniversiteit Groningen en het Trambureau Er moet nog een vervoersplan worden opgesteld. Dienstreizen
Regeling dienstreizen: Voor elke dienstreis die u maakt, heeft u toestemming nodig van de verantwoordelijke budgethouder. De regeling dienstreizen HG gaat ervan uit dat u gebruik maakt van het openbaar vervoer. Alleen met toestemming van de budgethouder kunt u van eigen vervoer gebruik maken. Op een aantal locaties is een dienstauto aanwezig waarop u kunt inschrijven.
Aanvoer producten door leveranciers
Kantoorartikelen worden centraal ingekocht en centraal opgeslagen.
De centraal opgeslagen kantoorartikelen worden met ongemotoriseerd vervoer op het Zerniketerrein vervoerd.
N.V.T.
*1 Vanaf 2015 had in Groningen de tram moeten terugkeren. Laatste ontwikkeling is dat dit waarschijnlijk toch niet door gaat. Groningse collegepartijen D66 en SP weigeren steun te geven aan de huidige begroting waarin de tram is opgenomen. De andere coalitiepartners ‐ GroenLinks en de PvdA ‐ willen wel dat de tram er komt.
27
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
6. Visie op duurzame energie 6.1 Algemene visie Duurzaamheid als onderdeel van maatschappelijke verantwoordelijkheid behoort al jaren tot de centrale kernwaarden van de Hanzehogeschool. Zo is er in 1999 al een convenant (Handvest Duurzaam HBO) gesloten tussen de hogescholen, de HBO-raad, de ministeries VROM, OCW, LNV en EZ en de stichting duurzaam hoger onderwijs (DHO) betreffende de integratie van duurzame ontwikkeling in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering in het hoger onderwijs. Het Handvest Duurzaam HBO is in 2004 geactualiseerd. In dit handvest wordt voor duurzame ontwikkeling de begripsomschrijving van de VN-commissie Brundtland gebruikt: “Duurzame ontwikkeling is een proces van maatschappelijke verandering dat aandacht vraagt voor verschillende aspecten van menselijk handelen in hun onderlinge verwevenheid zoals ecologische, economische, sociaal-culturele, politieke en gezondheidsaspecten. Het is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen,” aldus de definitie van de VN commissie Brundtland uit 1987. Duurzaamheid gaat over de schaarste van hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht, zowel nu als in de toekomst. De mogelijkheden van de aarde zijn eindig. Grondstoffen kunnen opraken, de opnamecapaciteit van de atmosfeer en onze natuurlijke omgeving kent haar grenzen. Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen sociale, ecologische en economische belangen (people, planet and profit). Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen zijn als duurzaam aan te merken. De HG vertaalt bovengenoemde begripsomschrijving door in al haar activiteiten maatschappelijk verantwoord te handelen. De HG levert dan ook een belangrijke bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Kennis vanuit de opleidingen komt ten goede aan de maatschappij en omgekeerd ten gunste van de opleidingen. Naast een brede en diverse hogeschool is de HG een maatschappelijke onderneming. Dat betekent aandacht voor duurzaamheid in de bedrijfsvoering.
6.2 Visie in de praktijk Energieopslag De HG heeft het streven om voor nieuwbouwprojecten duurzame opwekking te hanteren. Zernikeplein 17, Instituut voor Sportstudies, is voorzien van een bron voor warmte- en koude. Deze wordt door een exploitant geëxploiteerd. Op het Zernike terrein, waar de Hanzehogeschool deel van uit maakt, zijn meerdere gebouwen, waaronder die van de Rijks Universiteit Groningen, op een WKOsysteem aangesloten. Al deze WKO-systeem vallen onder één exploitant. De totale onttrekking en laden van warmte-en koude, verdeeld over de diverse bronnen, moet in balans zijn en valt onder verantwoordelijkheid van de exploitant. De onbalans bij het gebouw Instituut voor Sportstudies wordt elders op het terrein gecompenseerd. De onbalans wordt met name vereffend door een rekencentrum op het terrein. Een rekencentrum heeft veel koude nodig. HG verkent te allen tijde de mogelijkheid om daar waar uitbreiding van koeling en/of verwarming plaats vindt binnen het gebouw, deze op de bron aan te sluiten. Met name aanvullende lokale koeling is op de WKO aangesloten.
Om de koeling van bovenstaande bron verder uit te nutten heeft HG ook Zernikeplein 5-7 op de WKO aangesloten. Totaal aandeel van deze bron is 5400 GJ warmte en 1660 GJ koude levering.
28
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bij eventuele nieuwbouw/renovatie behoort een haalbaarheidsstudie voor het toepassen van duurzame energie tot de standaard taakomschrijving van de desbetreffende gelieerde adviseur. Warmtenet De HG voert samen met de RUG op dit moment gesprekken met Essent over de mogelijkheden tot het aansluiten op een warmtenet. Essent is voornemens een warmtenet aan te leggen voor de woonwijken in de omgeving van het Zernike terrein. Deze ontwikkeling wordt gefaciliteerd door de gemeente Groningen. Voor de warmteproductie voor het warmtenet wordt op dit moment gekeken naar biovergisting en geothermie. De HG ziet hier mogelijkheden om de gebouwen met hoogtemperatuur-verwarming, zoals van Doorenveste en de Mariekamphuisborg, op dit warmtenet aan te sluiten.
Energie uit afvalstromen In 2011 heeft de HG de warmteopwekking binnen de gebouwen Zernikeplein 1-11 gewijzigd. Voorheen werd warmte afgenomen van het energiebedrijf. Deze had WKK’s, ondersteund door Cvketels, opgesteld. Via een transportnet werd warmte naar de diverse gebouw(del)en getransporteerd. Vanwege het aflopen van het leveringscontract heeft HG besloten de warmte zelf op te wekken door eigen WKK’s binnen de inrichting op te stellen. De warmte- en elektraproductie van de WKK komt voor 100% ten goede aan de HG. Op deze manier wordt optimaal het rendement benut van de WKK. De WKK’s zijn inmiddels operationeel en leverden in 2011 8810 GJ aan warmte en 272.324 kWh aan elektriciteit. Naast bovengenoemde WKK’s heeft de HG ook een WKK buiten de inrichting in gebruik. Deze staat opgesteld in het pand aan het Eysoniusplein. De WKK is eigendom van de energieleverancier. De warmte komt ten goede aan het gebouw, de elektriciteit wordt zowel aan het gebouw als aan het net geleverd. In 2011 heeft de WKK 3577 GJ aan warmte en 342.856 kWh elektra geleverd.
Groene elektriciteit In januari 2012 is overgegaan op groene stroom. Deze maatregel is dan ook in de ketenmaatregelen opgenomen. Inkoop gas De HG wenst van de gasleverancier, ten behoeve van zijn aansluitingen, (een deel van) de CO2 uitstoot te compenseren door middel van certificaten die uitgegeven worden door het project FACE, waarbij dit Addendum de nadere voorwaarden en condities tussen Partijen bepaald, onder de voorwaarden van de Leveringsovereenkomst. Het product “Electrabel gasNeutraal” voorziet de HG van Verified Emission Reduction units (VER’S), uitgegeven door het project FACE, hiermee compenseert de HG haar CO2 uitstoot van het door haar verbruikte gas. Het project FACE behelst het planten en beheren van bossen, welke CO2 opnemen uit de omgeving en gezien kunnen worden als compensatie van de door de afnemer uitgestoten CO2.
29
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
7. Vertaalslag van voorstudie naar EEP 7.1 Toekomstvisie hoger onderwijs algemeen
Versterk de inzet op kwaliteit De HBO-raad onderschrijft het streven van de staatssecretaris om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verhogen, zoals beschreven in de strategische agenda van het ministerie OCW. De HBOraad adviseert om daarbij niet alleen op rendement te sturen, maar tevens rechtstreeks en meer integraal op kwaliteitsaspecten. Een breed gedragen en op internationale maatstaven gebaseerd kwaliteitsbegrip zou daarbij het uitgangspunt moeten zijn. Om de ambities te realiseren is een versterking van de kwaliteitscultuur nodig.
Versterk de inzet op profilering De HBO-raad ondersteunt het streven om te komen tot meer profilering van instellingen. Zij is van mening dat het daarbij van belang is om niet op voorhand te sturen op het type profilering. Naast inhoudelijke profilering door uitruil van masteropleidingen zijn ook andere profileringen (regionaal, op doelgroep) mogelijk. De HBO-raad is van oordeel dat een krachtig procesmanagement en de inzet van meer middelen noodzakelijk zijn om dit proces te stimuleren. Zet in op brede taak hoger onderwijs om innovatieve kracht van de samenleving te bevorderen Voor de innovatieve kracht van de samenleving is het van belang om de taak van het hoger onderwijs ruim te definiëren. Een internationaal georiënteerde kenniseconomie vraagt om afgestudeerden die goed zijn opgeleid in hun vak, creatief zijn, kritisch en probleemoplossend kunnen denken en handelen, kunnen samenwerken in interdisciplinaire verbanden, zich thuis voelen in een diversiteit aan culturen en een brede blik op de wereld hebben. Deze brede taak van het hoger onderwijs vindt de HBO-raad tevens van belang met het oog op de persoonlijke vorming van de student. Waarborg de toegankelijkheid van het hoger onderwijs Een belangrijk aandachtspunt is de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. De in de agenda bepleite toegankelijkheid op stelselniveau vormt daarvan een belangrijk aspect. Hoewel de HBO-raad van mening is dat selectie een bijdrage kan leveren aan kwaliteitsverhoging van het hoger onderwijs, acht zij het raadzaam de deelname aan hoger onderwijs eerder te bevorderen dan te belemmeren. Een grotere variëteit binnen zowel wetenschappelijk onderwijs als hoger beroepsonderwijs is daarvoor noodzakelijk. Hierdoor kan iedere student hoger onderwijs volgen dat bij hem past. Daarnaast vraagt de raad aandacht voor het bevorderen van de doorstroming binnen het hoger onderwijs.
30
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
7.2 Toekomstvisie hoger onderwijs Hanzehogeschool De toekomstvisie van de HG is een combinatie van “Mondiale solidariteit” en “ Intellectual agora” De HG erkent de volgende eigenschappen:
act local, think global grenzen vervagen tussen campus en stad: ‘univer-city’ netwerksamenwerking tussen verschillende universiteiten: uitwisselen studenten en staf economische samenwerking, niet alleen met private partijen, maar ook met publieke partijen Ministerie EL&I en IM worden financiers naast OCW
De campus is steeds meer thuisbasis voor mobiele studenten, docenten en onderzoekers. De lage bezettingsgraad van de werkplekken bevordert een werkplekconcept waarin individueel territorium plaats maakt voor collectieve zones. Dit stimuleert ook de (multidisciplinaire) samenwerking in de werkomgeving, tussen faculteiten en tussen universiteit/hogeschool en gerelateerd bedrijfsleven. De campus wordt een stad, en de stad wordt steeds meer een campus: grenzen tussen stad en campus vervagen. Ook de bevolking van deze stad/campus (univer-city in het Engels) bestaat uit steeds meer verschillende, multiculturele doelgroepen die functies in de hele stad gebruiken: van cafés en restaurants tot studentenhuisvesting en hotels. Dit maakt de besturing wel ingewikkelder, maar de kans op schaalvoordelen veel groter. Ruimte wordt beter benut, wat duurzame ontwikkeling bevordert. De stad is economisch en sociaal-cultureel afhankelijk van de universiteit/hogeschool en andersom: universiteit en hogeschool gebruiken veel (groot)stedelijke voorzieningen en stedelijke kwaliteiten als marketing instrument. Voorbeelden zijn anno 2010 in vele studentensteden – over de hele wereld – te vinden: in Leiden, Groningen, Maastricht en Boston/Cambridge, Parijs en München.
7.3 Vertaling routekaart voor HG Er is geen routekaart voorhanden voor de Hanzehogeschool
7.4 Beschrijving projecten/activiteiten en maatregelen Windturbines op de campus. Hiernaar wordt onderzoek gedaan binnen EnTrance (de energie proeftuin van Noord Nederland), maar dit wordt niet als structurele toepassing in de toekomst voor de HG aangemerkt. Open course ware; lesstof van universiteiten, zoals colleges, zijn vrij toegankelijk via internet. Op dit moment vindt de HG het face to face contact met de student belangrijker. Alle apparaten standaard uit (1 knop per gebouw); door 'beheer op afstand' is overbodig gebruik van verlichting en apparatuur te vermijden. Is ingevoerd binnen de HG op het gebied van PC’s en gebouwbeheersystemen. NUNA: door met studenten aan duurzame projecten te werken neemt de kennis van duurzame projecten en motivatie voor duurzame projecten toe. Binnen de HG starten we het Change-project, met de bedoeling om alle studenten en medewerkers energiebewust te maken en hierdoor een gedragsverandering te bewerkstelligen.
31
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Openbaar weergeven van energie consumptie. Door het energieverbruik inzichtelijk te maken neemt de kennis en motivatie m.b.t. energiebesparing toe. Op dit moment is gestart met het informeren van studenten en medewerkers over energieverbruiken. Verder wordt ons energieverbruik opgenomen in het curriculum van het (technische)onderwijs. We zijn met een stappenplan bezig om te komen tot BREEAM-certificering van al onze gebouwen. Daarna zal dit in de media breed uitgedragen worden; de HG wil de eerste hogeschool met BREEAM-certificatie zijn binnen Nederland.
32
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
8. Inventarisatie besparingsmogelijkheden 8.1 Afwegingskader In het EEP 2009‐2012 staan maatregelen gepland tot 2013. Deze zijn voor een deel niet uitgevoerd. In hoofdstuk 4.2.5 is het energieverbruik in relatie tot de MJA‐afspraken opgenomen. Hieruit blijkt dat de reeds geplande besparingsmaatregelen achterblijven bij de doelstelling en dus zullen er extra maatregelen moeten worden opgenomen om enerzijds de achterstand in te halen en anderzijds om de te behalen besparing voor de komende jaren te realiseren. HG hanteert de volgende selectiemethode voor de besparingsmogelijkheden:
1 2 3 4 5 6
Geplande maatregelen of maatregelen in uitvoering (2012) Inventariseren mogelijkheden bewustwordingsproces studenten en medewerkers (change‐project); Actualiseren EEP‐maatregelen 2009‐2012; Inventariseren geplande renovaties van gebouwen; Actualiseren te nemen ketenmaatregelen; Op basis van realisatiecijfers gebouwen energiebesparende maatregelen opstellen.
Bovenstaande stappen zijn gespiegeld aan het standaard format met EEP‐maatregelen welke door Agentschap zijn gepubliceerd. In bovengenoemde categorieën zijn de maatregelen uit de geactualiseerde maatregelenlijst gespecificeerd. In paragraaf 8.3 wordt overzichtelijk weergegeven wat de gerealiseerde maatregelen hebben opgeleverd en wat de geanalyseerde maatregelen zullen opleveren. De geanalyseerde maatregelen zijn geordend op basis van terugverdientijd; 0‐5 jaar, 5‐10 jaar en langer dan 10 jaar. Tot en met 2016 moet 14 % energie bespaard worden, dit is ca. 18 TJ. Per geordende groep op basis van terugverdientijd wordt in percentages uitgedrukt wat het aandeel zal zijn op de totaal te behalen besparing. 2 Input studenten/medewerkers, CHANGE (PE) 3 Actualiseren EEP‐maatregelen 2009‐2012 (PE) 4 Renovaties (PE+DE) 5 Ketenmaatregelen (KE+DE) 6 Aanvullende EEP‐maatregelen technisch (PE) Legenda maatregelen
Uit het change-programma van HIS zijn de ervaringen overgenomen. De ervaringsgetallen uit het Changeprogramma zijn slechts voor 50% opgenomen, dit om een niet te optimistische besparing te prognosticeren. De punten zullen geleidelijk worden ingevoerd, de genoemde besparing dient in 2016 bereikt te zijn. De maatregelen uit de EEP 2009 zijn geactualiseerd en waar nodig aangepast dan wel uit de lijst verwijderd. Onder de renovaties valt alleen de grootschalige renovatie van Zernikeplein 11 (van Doorenveste). Bij het beoordelen van de renovatie is gekeken hoe het aanbrengen van ventilatie energieneutraal kan worden opgelost, oftewel welke realistische maatregelen zijn mogelijk om in de renovatie mee te nemen.
33
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
V.w.b. de ketenmaatregelen zijn alleen de maatregelen doorgerekend die zeker zullen worden uitgevoerd. Daarnaast zal HG actief de ketenmaatregelen blijven verkennen en zo mogelijk doorvoeren. De aanvullende technische EEP-maatregelen zijn opgesteld op basis van de trendvergelijking energieverbruik (par. 4.2.4) en op basis van geplande renovaties en vervanging van apparatuur.
Alle bedragen zoals in hoofdstuk 8.3 zijn inclusief BTW (21 %).
34
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
8.2 Geanalyseerde maatregelen In onderstaande tabellen staan investeringsbedragen genoemd. De eerste kolom is de totale investering van betreffende maatregel. Deze totale investering is opgebouwd uit de reeds geprognotiseerde investering o.b.v. de bouwkundige‐ en technische onderhoudsprogramma’s en daarnaast de meerinvestering t.b.v. het MJA programma. Voor elke maatregel is zoveel mogelijk het natuurlijke uitvoeringsjaar aangehouden, oftewel wanneer in de onderhoudsprogramma’s iets gerenoveerd of vervangen moet worden. 8.2.1 Uitgevoerde maatregelen t/m 2011 Tabel 8.1
Maatregelen uitgevoer EEP 2009
type totaal investering
Investering
meerinvest.
euro
euro
Besparing per jaar gas (m3)
besparing
ETVT bijdrage
elektra (kWh) warmte (GJ) primair (TJ) kosten (€) jaar invest. vanaf
MJA
4,5
diverse maatregelen (zie energie jaarverslag)
3,7%
Alle uitgevoerde maatregelen uit de EEP 2009 hebben een besparing van 4,5 TJ opgeleverd. Dit is 3,7 % t.o.v. 2009.
8.2.2 Maatregelen in uitvoering/planning (categorie A, zeker)
Tabel 8.2 Maatregelen in uitvoering/planning
type
totaal investering
Investering euro
45 Groene stroom (3% primair) 43 dubbelzijdig printen
Besparing per jaar
meerinvest. euro
gas (m3)
1,8%
2012
pm
pm
2,08
2012
KE
pm
pm
pm
1,00
PE
51.408
25.704
25.704
4.821
PE
280.900
240.900
40.000
20.381
PE
5.100
0
5.100
3.384
23 ZP 11 Aanbrengen balansventilatie leslokalen (nu geen ventilatie) PE Totalen
897.925
827.925
70.000
1.235.333
1.094.529
140.804
5.200
MJA
pm pm
pm
20 Kamphuisborg/ CO2 schakeling 5 LBK's
ETVT bijdrage
elektra (kWh) warmte (GJ) primair (TJ) kosten (€) jaar invest. vanaf
KE
31 Minerva (ged. Zuiderdiep), vervangen enkel glas voor HR++ 2 Gedempte Zuiderdiep 158 / CO2 schakeling lbh kantine mediatheek
besparing
0,8%
0,20
3.033
2012
2012
8,5
0,2%
0,65
9.783
2012
2013
4
0,5%
901
0,12
1.791
2012
2013
3,1
0,1%
‐62.259
‐176.249
‐3,53
‐66.897
2014
2015 nvt
‐33.673
‐170.148
0,5
‐52.290
‐3,0% 0,4%
35
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
In 2014 is een renovatie gepland van Zernikeplein 11 (van Doorenveste). Hier wordt aanvullende ventilatie aangebracht. Dit heeft een ontsparing van 3,5 TJ tot gevolg. De maatregelen welke op dit moment in uitvoering zijn of in voorbereiding zijn leveren totaal een besparing op van 0,5 TJ (0,4% t.o.v. 2011).
8.2.3 Maatregelen met terugverdientijd <6 jaar (categorie A, zeker) Tabel 8.3
Maatregelen tvt < 6 jaar
type
46 Licht uitschakelen bij verlaten ruimte (2% elektra) PE 47 spuiventilatie draaikiep in plaats van volledig en sluiten ramen PE 48 Ruimtetemperatuur 1 graad verlagen (3% warmte), daar waar radiatore PE 49 Uitschakelen apparatuur bij verlaten ruimte (1% elektra) PE 29 Diverse gebouwen, zonering installatie bij avondopenstelling PE 4 Zernikeplein 11van Dooren Veste/ Debietregeling laboratorium
totaal investering
Investering
meerinvest.
euro
euro
120.000
Besparing per jaar gas (m3)
besparing
elektra (kWh) warmte (GJ) primair (TJ) kosten (€)
120.000
161.978
jaar invest.
vanaf
ETVT bijdrage MJA
1,43
0
2014
2015
0
1,2%
zie 46
60.003
1,90
28.802
2014
2015
0
1,6%
zie 46
49.631
1,57
0
2014
2015
0
1,3%
zie 46 15.000
0
79.369
0,70
16.667
2014
2016
0
0,6%
15.000
27.771
46.000
1,28
22.990
2013
2013
0,7
1,1%
PE
25.000
15.000
10.000
0
54.242
264
0,79
11.169
2014
2015
0,9
0,7%
5 Zernikeplein 11van Dooren Veste/ Warmteterugwinning laboratorium PE
10.000
0
10.000
0
0
587
0,68
6.239
2014
2015
1,6
0,6%
9 Zernikeplein 5Atrium + E/ Debietregeling Atrium
PE
19.500
0
19.500
12.122
857
1,10
12.111
2016
2016
1,7
0,9% 0,5%
17 Zernikeplein 5Appel/ Debietregeling op ventilatie
PE
15.000
0
15.000
26.067
262
0,53
7.592
2014
2014
2,0
16 Zernikeplein 11 Debietregeling sector kantine/onderwijsrmte
PE
31.000
25.000
6.000
0
0
239
0,28
2.589
2014
2015
2,3
0,2%
37 Van Doorenveste, debietregeling collegezalen
PE
35.000
25.000
10.000
4.903
7.200
0,22
3.865
2014
2015
2,6
0,2%
12 Zernikeplein 7 van Olst Toren/ hoog/laag regeling ventilatie
PE
6.500
0
6.500
44 Actieve energiebesparing huurpanden
KE
10.000
0
10.000
19 Kamphuisborg/ HR107 ketel
PE
130.000
100.000
30.000
18 Zuiderkuipen 19Bouwkunst/ Aanwezigheidsdetectie
PE
2.400
0
2.400
11 Zernikeplein 5Atrium + E/ Aanwezigheidsdetectie Bouwdeel E
PE
20.000
0
20.000
3 Veemarktstraat 76/ Aanwezigheidsdetectie 14 Eyssoniusplein 18/ CO2 regeling ventilatie kelder studielandschap 8 Zernikeplein 1Bouwdeel F/ Aanwezigheidsdetectie
PE
14.400
0
14.400
PE
15.500
0
15.500
PE
Totalen
18.600
0
18.600
487.900
165.000
322.900
0,22
2.386
2013
2013
2,7
0,2%
16.718
190
0,15
3.511
2013
2013
2,8
0,1%
10.000
0
0,32
10.511
2023
2024
2,9
0,3%
‐300
4.563
0,03
786
2014
2014
3,1
0,0%
0,23
4.479
2016
2016
4,5
0,2%
0,20
3.129
2013
2014
4,6
0,2%
0,26
3.243
2013
2014
4,8
0,2%
0,21
3.703
2013
2014
5,0
12,1
143.772
38.571 ‐1.529
150.480
‐91
28.467 9.525
154
30.958
‐50
515.779
0,2% 10,2%
De maatregelen met een TVT van 0-6 jaar leveren een besparing op van ca. 12,1 TJ (10,2 % t.o.v. 2011). De betreffende maatregelen hebben een geprognotiseerde oplevering van 2012 tot 2016, m.u.v. punt 19, het vervangen van een Vr-ketel voor een Hr-ketel in de Marie Kamphuisborg. Deze maatregelen vallen onder de categorie zekere maatregelen.
36
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
8.2.4 Maatregelen met terugverdientijd tussen 5 en 10 jaar (categorie B, voorwaardelijk) Tabel 8.4
Maatregelen tvt 6 tot 10 jaar
type
totaal investering
Investering
meerinvest.
euro
euro
Besparing per jaar gas (m3)
ETVT bijdrage
elektra (kWh) warmte (GJ) primair (TJ) kosten (€) jaar invest. vanaf
30 Diverse gebouwen, lbk's op alarm
PE
37.500
0
37.500
22 Appel/ WTW ventilatielucht
PE
48.300
20.000
28.300
0
15 Eyssoniusplein 18/ Co2 regeling biblioth + lounge+ colegezaal
PE
20.300
0
20.300
21 Zernikeplein 11van Dooren Veste/ Aanwezigheiddetectie
PE
70.100
0
70.100
13 Eyssoniusplein 18/ CO2 regeling ventilatie Sporthal
PE
5.000
0
5.000
181.200
20.000
161.200
Totalen
besparing
11.280
0
11.280
6.110
MJA
0,41
6.698
2013
2013
5,6
0,3%
287
0,33
3.487
2018
2019
8,1
0,3%
7.144
138
0,22
2.674
2014
2014
7,6
0,2%
65.091
‐119
0,44
8.468
2014
2015
8,3
0,4%
3.175
8
0,04
580
2014
2014
8,6
0,0%
1,4
21.907
81.520
1,2%
De maatregelen met een TVT van 6-10 jaar vergen nadere (financiële) beschouwing en vallen daarmee onder de voorwaardelijke maatregelen. Met deze maatregelen wordt ca. 1,4 TJ (1,2% t.o.v. 2011) bespaart.
8.2.5 Maatregelen met terugverdientijd > 10 jaar, (categorie C, voorwaardelijk) Tabel 8.5 Maatregelen tvt > 10 jaar
type
totaal investering
27 ZP 11 pv‐cell en 2400m2 DE 32 Zui derkui pen, zoneri ng ins ta ll aties i .v.m. beperkte opens tel ling PE 36 Cons ervatorium, energi ezuinige verli chting met aa nwezigheid/da gli chtPE 40 Zerni kepl ei n 7, gebouw ABC, thermis che s chil a anpa s s en (gevels ) PE 35 Wiebenga complex, monumenta al is ol atiegla s toepa s s en PE 41 Zerni kepl ei n 1, gebouw F, gevel is oleren PE 34 Preadinius s i ngel (mus eum), monumentaa l i s ol atiegl as toepas s en PE 33 Zui derkui pen, energiezui ni ge verl ichti ng toepas s en PE 25 ZP 11 Da k RC 5 PE
Investering
meerinvest.
euro
euro
Besparing per jaar ga s (m3)
942.435
0
942.435
2.500
0
2.500
117.780
0
117.780
1.956.150
1.863.000
93.150
9.834
263.907
0
263907
21102
652.050
621.000
31.050 63.400
63.400 31.560
0
31.560
300.000
0
300.000
289.980
15
0,01
140
2013
2014
18
0,0%
0,26
6.103
2014
2015
19
0,2%
0,31
4.720
2016
2017
20
0,3%
0,67
10.129
2015
2016
26
0,6%
1.526
0,05
733
2014
2015
42
0,0%
2965
0,09
1.423
2014
2015
45
0,1%
291 29.062
3.004
631
2014
2015
50
0,0%
0,36
5.417
2014
2015
55
0,3%
0,23
2.403
2016
2016
62
0,2%
0,05
23
2013
2013
86
0,0%
0,81
12.244
2014
2016
109
0,7%
240.990
0,70
50.608
568.436
6,1
155.469
0
150.000
0
2.000
0
2.000
5.400
PE
1.338.653
0
1.338.653
25.508
pm
2.484.000
3.336.435
72.512
2,2%
0,03
11285
150.000
5.820.435
MJA
2016
PE
Totalen
ETVT bijdrage
2015
PE
pm
va naf
60.896
10 Zerni kepl ei n 5Atrium + E/ Verbeteren debi etregel ing gebouw E
pm
ja ar inves t.
2,56
38 Zerni kepl ei n 17 s ports tudies , BKA regel ing a anpa s s en, 24 ZP 11 HR ++ gla s 42 Het ni euwe werken
KE
besparing
el ektra (kWh) warmte (GJ) prima ir (TJ) kos ten (€)
199
pm
0,6% 5,2%
37
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
De maatregelen met een TVT van 10 jaar of langer betreffen met name grote ingrepen, bouwkundig dan wel technisch. Een aantal van deze maatregelen geven comfort verhogende resultaten. Met deze maatregelen kan totaal een besparing van 6,1 TJ (5,2% t.o.v. 2011) worden bereikt. Deze maatregelen vallen onder de voorwaardelijke maatregelen en zullen bij renovaties en/of onderhoud beoordeeld worden op financiële en technische haalbaarheid.
38
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
8.3 Geplande maatregelen In onderstaande tabel 8.6 zijn bovenstaande maatregelen samengevat weergegeven. Tabel 8.6
Maatregelen
investering
Invest.MJA
1. reeds uitgevoerd (zie energiejaarverslag)
2. in uitvoering/planning (PE)
besparing primaire energie TJ
Bijdrage doelstelling t.o.v. 2009 t.o.v. 2011
4,5
3,7%
N.v.t.
1.235.333
140.804
0,5
0,4%
0,4%
3. terugverdientijd < 6 jaar (cat. A, PE+KE)
487.900
322.900
12,1
9,9%
10,2%
4. terugverdientijd 6 t/m 10 jaar (cat.B, KE+PE)
181.200
161.200
1,4
1,2%
1,2%
5.820.435
3.336.435
6,1
5,0%
5,2%
Totaal t.o.v. 2009
24,7
20,1%
Totaal t.o.v. 2011
7.724.868
3.961.339
20,2
17%
5. Terugverdientijd > 10 jaar (cat.C, PE+KE)
*1 besparing t.o.v. 2009 In principe voert de Hanzehogeschool Groningen alle rendabele maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 6 jaar uit. Als sprake is van een technische, organisatorische en/of economische belemmering om deze maatregelen uit te voeren, dan worden deze maatregelen als voorwaardelijk gekwalificeerd en wordt de belemmerende factor toegelicht. Voor de periode 2013-2016 zijn zekere en voorwaardelijke energiebesparende maatregelen geformuleerd. Hierbij zijn de volgende definities gehanteerd: Zekere maatregelen: Maatregelen waarvoor het management zich gecommitteerd heeft en waarvoor budget geïdentificeerd is of waarvoor in redelijkheid mag worden verwacht dat het budget beschikbaar wordt gesteld. Voorwaardelijke maatregelen: Maatregelen waarvan de uitvoering afhankelijk is van uit te voeren renovaties en onderhoudsprogramma’s. Deze dienen nader technisch en financieel te worden beschouwd. Alle maatregelen met een terugverdientijd < 10 jaar en maatregel 41; isolatie gevel F, worden uitgevoerd. Daarnaast zijn er een aantal maatregelen momenteel in uitvoering dan wel in voorbereiding. T.o.v. 2011 wordt hiermee een besparing gerealiseerd van 11,8 %, waarmee de doelstelling van 8% besparing wordt gehaald. De totale besparing t.o.v. 2009, dus inclusief de reeds vanaf 2010 getroffen maatregelen is 15,2%. Waarmee de in 2016 te behalen doelstelling van ca. 14% wordt behaald.
8.4 Berekeningsmethode De terugverdientijden zijn berekend op basis van het eenvoudige model, oftewel meerinvestering gedeeld door de besparing op energie. Er is alleen sprake van een meerinvestering als een betreffende maatregel volgens onderhoudsplanning uitgevoerd moet worden, waarbij de extra maatregelen in het kader van energiezuinigheid de meerinvestering is. Genoemde prijzen zijn inclusief BTW (21%) en peildatum 2012.
39
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
8.5 Energietarieven In de besparingsberekeningen is uitgegaan van de energiekosten volgens onderstaande tabel. De genoemde kosten zijn inclusief energiebelasting, waarbij is uitgegaan van een gemiddelde energiebelasting. Tabel 8.6: gehanteerde energiekosten incl. energiebelasting en BTW
Elektriciteit (per kWh)
3
Gas (per m )
Tarief
Opmerking
€ 0,21
Tarief is gebaseerd op de kosten voor het normaal tarief omdat de energiebesparende maatregelen over het algemeen in dit tarief vallen. Verder zijn de kosten voor de systeemdiensten (0,0013 euro/kWh) meegenomen. De overige kosten zijn niet afhankelijk van het verbruik.
€ 0,48
Tarief is gebaseerd op slechts de leveringskosten + regiotoeslag. De overige kosten zijn niet afhankelijk van het verbruik.
Naast de genoemde kosten worden er door het netwerkbedrijf ook kosten in rekening gebracht voor het elektriciteit-, warmte of gastransport. M.u.v. enkele kosten zijn deze niet afhankelijk van het verbruik, maar van de benodigde capaciteit en de aansluiting. In geval van elektriciteit zijn de kosten afhankelijk van het gecontracteerde vermogen in kW en het maximaal opgenomen vermogen in kW (afgerekend per maand). In geval van gas zijn de kosten afhankelijk van de aansluitcapaciteit in m3/uur en de maximaal afgenomen hoeveelheid in m3/uur. Voor de warmtelevering zijn de kosten afhankelijk van het aansluitvermogen (vastrechttarief).
9. Overige activiteiten De diverse activiteiten staan genoemd in de hoofdstukken 5.2, 6.2 en 7.4. Naast de genoemde activiteiten in voornoemde paragraven heeft de Hanzehogeschool in de volgende convenantactiviteiten geparticipeerd: - MJA bijeenkomst Financiering van Energiebesparing 6 september 2012; - Hochschul Informations System (HIS) te Hannover: Participatie HIS-Energieportal; "Praxisseminar Energie" HIS-TU Clausthal-Zellerfeld; HG aangemeld voor doorstart Change project - Uni Magdeburg -. - RUG - Uni Rostock - Praxispartner Change Project - en Hanzehogeschool 1 tot 2 keer per jaar bij elkaar - afwisselend in Groningen en Rostock, met als doel uitwisseling ervaringen/ideeën op het gebied van Energiemanagement, Energiecontrolling, energiebesparing via gedragsverandering etc. gezamenlijk verzorgen van workshop(s) en presentatie(s) op Praxisseminar te ClausthalZellerfeld; in maart 2013 staat de volgende bijeenkomst gepland. Op de agenda staat o.a. ervaringen en praktische resultaten van de Uni Rostock met energie besparen via gedragsverandering. Zowel de RUG als HG heeft het voornemen hiermee te starten (RUG 2013 en HG uiterlijk 2014).
40
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bijlage 1: Omschrijving maatregelen Gevelisolatie Transmissieverliezen door buitenmuren zijn een oorzaak van warmteverlies. Voor het reduceren van deze verliezen is gevel- of muurisolatie een uitstekende optie. Dit levert u naast een energiebesparing tevens een verhoogd comfort op. Ook de akoestische kwaliteit van het gebouw verbetert. Gevelisolatie zorgt ervoor dat de gevel minder buitenlucht doorlaat waardoor meer ventilatie nodig is. Bij naïsoleren kunnen vochtproblemen ontstaan. Het is dan ook raadzaam om het uitvoeren van isolatiemaatregelen door een deskundige te laten doen. Spouwmuurisolatie Heeft een gevel een spouwmuurconstructie dan is het mogelijk de spouw te vullen met isolatiemateriaal waardoor de warmteverliezen aanzienlijk worden verkleind. Aanschaf Spouwmuurisolatie is van verschillende isolatieopties de eenvoudigste en voordeligste oplossing. Voordat een spouw geïsoleerd kan worden dient er eerst een endoscopisch onderzoek gedaan te worden. Dit om na te gaan of de spouw geschikt is voor isolatie. Wanneer er vervuiling in de spouw aanwezig is, is er een risico dat deze een koudebrug vormt. Na isolatie kunnen dan vochtplekken ontstaan. Bij gevels die aan de buitenkant dampdicht zijn, bijvoorbeeld als deze geglazuurde stenen bevatten of geschilderd zijn met een dampdichte verf, is spouwmuurisolatie niet mogelijk. Binnenmuurisolatie Bij binnenmuurisolatie wordt aan de binnenkant van de gevel een extra wand geplaatst. Aanschaf Bij binnenmuurisolatie zijn extra maatregelen nodig om vochtproblemen te voorkomen. Als een gevel aan de binnenzijde geïsoleerd wordt, zal de buitenkant van de muur kouder worden. Wanneer vocht uit het gebouw in het isolatiemateriaal terecht komt, kan dit condenseren. Het is belangrijk dat aan de binnenkant een dampremmer wordt aangebracht. Bij gevels die aan de buitenkant dampdicht zijn, bijvoorbeeld als deze geglazuurde stenen bevatten of geschilderd zijn met een dampdichte verf, is binnenmuurisolatie niet mogelijk. Een bijkomstigheid bij binnenmuurisolatie is de verkleining van het gebruikersoppervlak, de binnenwand komt immers naar binnen. Dit heeft tot gevolg dat er aanpassingen nodig zijn voor stopcontacten, lichtknoppen, radiatoren en verwarmingsbuizen. Binnenmuurisolatie is een kostbaardere optie dan spouwmuurisolatie, maar goedkoper dan buitenmuurisolatie. Buitenmuurisolatie Als een gevel geen spouw bevat, of de spouw niet geschikt is voor isolatie, is isolatie van de buitengevel een alternatief. Bij buitenmuurisolatie worden aan de buitenzijde van de gevel isolatieplaten aangebracht met daaroverheen een afwerklaag. Aanschaf Buitenmuurisolatie is een ingrijpende en de duurste optie voor gevelisolatie. Het is niet rendabel om de buitenmuurisolatie aan te brengen met als enig doel energiebesparing. Deze vorm van isolatie kan eventuele gebreken aan de gevel, zoals scheuren, kieren en koudebruggen, opheffen. Er dient wel rekening gehouden te worden met een verandering van het gebouwaanzicht. De gevel is immers veranderd en de ramen komen dieper te liggen.
41
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Dakisolatie (schuine daken) Het isoleren van het dak levert een grote besparing op. Een schuin dak kan zowel aan de binnen- en buitenzijde geïsoleerd worden. Bij een onverwarmde zolder is het slim om de zoldervloer te isoleren in plaats van het dak. Platte daken moeten bij voorkeur aan de buitenzijde worden geïsoleerd. Als isolatiemateriaal nat wordt, verliest het zijn isolerende werking. Daarom moet bij binnen isolatie altijd een dampremmende laag tegen het isolatiemateriaal worden aangebracht. Vaak zit aan één kant van isolatiedekens al een dampremmende folie. De dampremmende laag moet altijd aan de warme kant, dus aan de woonzijde, zitten. In de folie mogen geen gaten ontstaan, want op die plekken wordt de isolatielaag vochtig en kan schimmel ontstaan. Boor dus nooit gaten in de dampremmende folie. Vanuit milieuoogpunt is de beste dampremmende laag een dun laagje PE-folie op papier. Dit bevat minder kunststof dan een PE-folie. EPS vormt een uitzondering: EPS mag wel nat worden, het wordt ook in vochtige omstandigheden niet aangetast door schimmels. Het is voor de isolatiewaarde, en dus de besparing, ook van belang dat het materiaal zonder kieren wordt aangebracht. Veel warmte gaat verloren via luchtlekken bij het dakbeschot, de dakdoorvoeren, de aansluiting van dak op bouwmuur en de dakvoet. Het is daarom noodzakelijk deze luchtlekken goed af te dichten. Gebruik bijvoorbeeld stroken of restjes minerale wol, liever geen schuim. De dakvoet (de aansluiting van het schuine dak op de buitenmuur) is een lastig bereikbare plek. Is er sprake van een houten vloer, dan dient tijdelijk een deel van het vloerhout te worden verwijderd, om het isolatiemateriaal bij de dakvoet aan te brengen. Dakisolatie (plat dak) Een groot deel van de warmte in een gebouw verdwijnt door het dak. Om dit warmteverlies te minimaliseren, en dus energie te besparen, is dakisolatie een uitstekende optie. De volgende isolatie maatregelen zijn mogelijk: Plat dak (warm) Een plat dak mag nooit aan de onderzijde worden geïsoleerd worden. Dan bestaat er namelijk het risico dat vocht in de constructie opgesloten raakt, waardoor schimmel en rot kunnen ontstaan. Bij een ‘warm dak’ is de isolatie aangebracht onder de (waterwerende) dakbedekking Het aanbrengen van isolatie onder de dakbedekking is alleen een interessante optie wanneer de dakbedekking aan vervanging toe is. Omgekeerd dak Een omgekeerd dak is een bijzondere vorm van het warm dak, met het verschil dat de thermische isolatie zich op de dakbedekking bevindt. Bij renovaties is een omgekeerd dak vaak een interessant alternatief. Je kunt immers zonder veel problemen isolatie en een ballastlaag voorzien als de dakafdichting nog in goede staat is. Aan de andere kant is het wel zo dat defecten aan de afdichting moeilijker op te sporen zijn en dat hiervoor zowel de schutlaag als de isolatielaag verwijderd moeten worden.
42
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Beglazing Glas isoleert zeer slecht. Door glas gaat dan ook veel warmte verloren, zeker door enkel glas. Bij koud weer komt er veel koude lucht van de ramen. Dit veroorzaakt de zogeheten 'koude val' langs het raam. Radiatoren en convectoren worden daarom onder het raam geplaatst om deze koudeval te compenseren. Grote glasoppervlaktes kunnen erg energieonvriendelijk zijn. In de winter gaat veel warmte verloren en in de zomer komt vaak te veel zonnewarmte naar binnen. Bovendien is er naast het energetisch aspect ook een comfort aspect. Warmte- en koudestraling van een glasoppervlak is erg hinderlijk en niet bevorderlijk voor de gezondheid. De onderstaande verbeteringsopties zijn mogelijk. Voorzetramen De goedkoopste optie, d.w.z. qua aanschafprijs, om glasisolatie aan te brengen is het toepassen van voorzetramen. Voorzetramen worden als tweede raam op het bestaande kozijn gemonteerd. Voorzetramen zijn goedkoper dan dubbel glas, terwijl het in combinatie met de huidige enkele beglazing bijna dezelfde isolatiewaarde heeft. Een goede warmte- en geluidsisolatie wordt gerealiseerd indien de spouw minstens vijf centimeter bedraagt. Het is verstandig bij een voorzetraam een dikkere ruit te nemen dan de bestaande ruit. Vooral de geluidsisolatie zal er beter door worden. Bij voorzetramen kan condens optreden. Dubbel glas De isolatiewaarde van dubbel glas wordt voornamelijk bepaald door de spouw tussen de twee glasplaten. Hoe breder de spouw is, des te groter is de isolatiewaarde. Dubbel glas met een spouw van meer dan 12 mm geeft de hoogste isolatiewaarde. Wanneer geluidsisolatie belangrijk is, dan is daarvoor speciaal geluidswerend glas beschikbaar. Voor het plaatsen van dubbel glas moeten uw kozijnen in een goede staat verkeren om de veel zwaardere ruit te kunnen dragen. Tevens vraagt dubbel glas meer ruimte in de sponning. HR++-glas HR++-glas is dubbel glas dat is voorzien van een coating die de thermisch isolerende werking verhoogt. Als spouwvulling wordt een edelgas toegepast met een hogere isolatiewaarde dan lucht. HR++-glas zorgt voor een goede geluidsisolatie. Voor het plaatsen van HR++-glas moeten uw kozijnen in een goede staat verkeren om de veel zwaardere ruit te kunnen dragen. Tevens vraagt HR++-glas meer ruimte in de sponning. Warmteterugwinning uit ventilatielucht Indien een ruimte geventileerd wordt is er sprake van aanvoer van ‘verse’ buitenlucht en afvoer van binnenlucht. De afgevoerde lucht heeft een temperatuur gelijk aan de binnentemperatuur. De toegevoerde lucht heeft een temperatuur gelijk aan de buitentemperatuur. In het stookseizoen is er dan ook warmte nodig om de toevoerlucht op te warmen. Dit kan voor een grootdeel gerealiseerd worden door warmte uit de afvoerlucht terug te winnen. Warmteterugwinning is mogelijk bij mechanische ventilatie systemen met toe- en afvoer. Warmteterugwinning (WTW) is te realiseren door toepassing van een of meerder wisselaars te plaatsen in de luchtkanalen of luchtbehandelingskast(en). De volgende wisselaars zijn mogelijk: warmtewiel, twincoil, kruisstroom. WTW is niet altijd gewenst (voor- en najaar). Met een warmtewiel en twincoil-systeem kan de mate van terugwinning gevarieerd worden. Bij de overige systemen is het mogelijk een bypass toe te passen, zodat er geen WTW plaatsvindt. Warmteterugwinning is alleen bij grotere luchthoeveelheden rendabel. Indien de aan- en afvoerkanalen dicht bij elkaar liggen is warmteterugwinning relatief eenvoudig te realiseren. Aanschaf van een WTW-systeem is soms ingrijpend en kostbaar. De energiebesparing is echter ook aanzienlijk.
43
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
T5 verlichting leslokalen met daglicht- en aanwezigheiddetectie Met behulp van daglichtafhankelijke regeling worden de TL lampen gedimd aan de hand van de hoeveelheid daglicht dat de betreffende ruimte binnentreedt. Zo wordt voorkomen dat op zonnige dagen de lampen in daglichtrijke zones op vol vermogen branden. Daglichtafhankelijke regeling kan alleen toegepast worden op bepaalde hoogfrequente voorschakelapparaten (HF-VSA's). Wordt reeds gebruik gemaakt van HF verlichting zonder daglichtregeling dan zijn de voorschakelapparaten in 90% van de gevallen niet geschikt voor daglichtregeling. Er is dan veelal gekozen voor een goedkopere niet dimbare versie. Met behulp van aan- en afwezigheidschakeling wordt vastgesteld of er personen in de ruimte aanwezig zijn. Is dat niet het geval, dan schakelt de verlichting met inachtneming van een bepaalde tijdsvertraging (van 5 tot 45 minuten) automatisch uit. Aan-/afwezigheidschakelingen zijn uitgevoerd met sensoren, die reageren op beweging en/of warmte. In ruimten waar regelmatig gewerkt wordt is het, om irritatie te voorkomen, van belang om hoogwaardige sensoren te gebruiken die zowel reageren op beweging als op warmte. In ruimten die af en toe in bedrijf zijn, zoals opslagruimten, buitenplaatsen, toiletten e.d. kan veelal wel worden volstaan met sensoren die reageren op beweging. LED TL verlichting Ten opzichte van de bestaande TL verlichting is een enorme besparing op energiekosten te bereiken door het toepassen van LED buizen. Directe vervanging is mogelijk bij conventionele TL verlichting door slechts de starter te verwijderen, een maximale besparing wordt bereikt door het verwijderen of doorlussen van het voorschakel apparaat. Led verlichting heeft een zeer lange levensduur waardoor er naast een besparing op de energiekosten op termijn ook wordt bespaard op vervangingskosten. Dit voordeel weegt vooral zwaar op moeilijk bereikbare plaatsen en grote hoogten. Momenteel zijn er veel LED producten van een teleurstellende kwaliteit op de markt verkrijgbaar. Dit is bijzonder slecht voor het imago en draagvlak van functionele LED verlichting. Enerdeco heeft ervaringen met fabrikanten welke uitsluitend gebruik maken van de meest hoogwaardige LED’s en topkwaliteit drivers. Deze fabrikanten garanderen minimaal dezelfde lichtopbrengst en geven 5 jaar productgarantie. Het grootste besparingspotentieel ligt in het vervangen van bestaande TL buizen met een vermogen van rond de 50W. Deze kunnen vervangen worden door LED TL verlichting met een vermogen van 20W. Bij bestaande TL buizen met een vermogen van rond de 30W ligt het besparingspotentieel iets lager, doordat deze kunnen worden vervangen door LED TL buizen met een vermogen van 15 W. Naast de aanbevolen bouwkundige en installatietechnische maatregelen en maatregelpakketten, die middels de VABI software door te rekenen zijn, worden er de volgende maatregelen geadviseerd welke zonder hoge investeringen doorgevoerd kunnen worden. Het betreffen voornamelijk organisatorische en gedragsmaatregelen. Optimaliseren verwarmingsinstellingen Ieder verwarmingssysteem beschikt over een regeling voor aansturing van de ketels en eventueel verwarmingsgroepen. In de regeling dienen verschillende paramaters ingegeven te worden. Veelal zijn deze te ruim ingesteld, waardoor sprake is van onnodig energieverbruik. De belangrijkste parameters hebben betrekking op: De kloktijden De vakanties De weersafhankelijke regeling, welke de CV watertemperatuur regelt op basis van de buitentemperatuur. De optimale start, welke automatisch bepaald wanneer de verwarming aan moet zodat op de gewenste starttijd de betreffende ruimte(n) op temperatuur zijn De gewenste dag en nachttemperatuur.
44
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
CO2-schakeling ventilatoren Vele ventilatiesystemen draaien, terwijl er zich geen personen in de geventileerde ruimte aanwezig zijn. Dit kan voorkomen worden door een CO2 meter in de ruimte te plaatsen, welke een ventilator in en uit kan schakelen of een klep open en dicht kan sturen. Energie monitoring Inzicht in het energieverbruik en de werking van de aanwezige installaties leidt in veel gevallen tot verlaging van het energieverbruik. Energieverspilling kan aangetoond worden en er kan snel en adequaat gehandeld worden. Inzicht in het energieverbruik is o.a. te realiseren door een energieregistratiesysteem op te zetten. De elektriciteitsmeter is voorzien van een pulscontact waarmee het verbruik online gemeten kan worden. De gasmeter dient te worden vervangen om online metingen mogelijk te maken. Bedrijven die een online meetdienst aanbieden zijn onder andere Cycle systems, Imtech, Continuon, Essent Cogas. Voor de online meetdienst wordt een maandelijkse vergoeding in rekening gebracht. Het is tevens mogelijk om de te vervangen meters te huren. Met een energieregistratiesysteem kunnen de pieken in de verbruiken achterhaald worden. Met behulp van deze gegevens kunnen er maatregelen genomen worden om de pieken tegen te gaan. Instellen Powermanagement Powermanagement zorgt er voor dat de computer automatisch uitschakelt als de computer een bepaalde tijd niet meer wordt gebruikt. Meestal is er op elke computer al powermanagement geïnstalleerd, alleen is de optie vaak uitgeschakeld. Door het powermanagement in te schakelen wordt er niet alleen bespaard op het directe elektriciteitsverbruik, maar eventueel ook op het energieverbruik voor koeling. Dit heeft te maken met het verminderen van de interne warmtelast in de betreffende ruimte. Indien een computer voor een langere tijd helemaal niet meer wordt gebruikt is het beter de computer geheel uit te schakelen, omdat de computer nog steeds energie verbruikt als powermanagement is ingeschakeld. Doordat elke computer meestal standaard is uitgerust met powermanagement hoeven er geen extra investeringen worden gedaan. Wel moet er voor gezorgd worden dat de optie ingeschakeld wordt. Vooral bij aanwezigheid van een netwerk kan dit extra tijd kosten, doordat het netwerk vaak aangepast moet worden, omdat een computer in “slaapstand” vaak niet meer door een systeem herkend wordt. Voor het bereken van het besparingspotentieel wordt uitgegaan van gemiddeld 800 pc’s per faculteit met de volgende specificaties Een andere optie is het aanschaffen van een softwarepakket zoals “Powersafe”. Powersafe is een meer intelligente manier van energiebeheer dat centraal kan worden ingesteld en beheerd. Er kan per pc, afdeling of bedrijf een profiel worden aangemaakt welke het meest effectief is op het gebied van energiebeheer en het minste invloed heeft op de bedrijfsprocessen en productiviteit. Powersafe neemt actie als een werkstation inactief is. Deze actie kan bestaan uit het uitzetten van de monitor, de pc in stand-by of slaapstand plaatsen de PC geheel uitschakelen. Wanneer gemiddeld 30% van de computers niet uitgezet worden s’ avonds levert het instellen van powermanagement een besparing van circa. 20.000 kWh op per faculteit. Tijdklok apparatuur Door middel van het uitschakelen van verlichting, kopieermachines, drankautomaten etc. met behulp van een tijdklok, wordt energie bespaard. De schakelaar kan gekoppeld zijn aan één armatuur, aan de verlichting van een ruimte of aan de verlichting van het gehele gebouw. Ook kan de schakelaar gekoppeld zijn aan apparatuur. Installeer bijvoorbeeld een tijdschakelaar op kopieermachines, omdat wanneer het apparaat aan blijft staan, het nog steeds warmte produceert (ook ’s nachts) om het op temperatuur te houden. Een digitale tijdschakelklok met weekprogrammering kost tussen de € 30,00 en € 75,00 euro. Een mechanische tijdschakelklok kost ongeveer € 20,00. Het besparingspotentieel bedraagt tussen de 10% en 25% van het elektriciteitsverbruik van het apparaat en is sterk situatieafhankelijk. Uitgaande van gemiddeld 15 multifunctionele printers, 8 grote koffieautomaten en 4 gekoelde drankenautomaten levert het plaatsen van digitale tijdschakelklokken een besparing van circa 14.000 kWh op per faculteit
45
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Optimaliseren bezetting Vaak wordt een schoolgebouw onderbezet. Er kan energie bespaard worden wanneer er, bijvoorbeeld laat op de dag bij onderbezetting, gedeeltes of vleugels van het gebouw afgesloten kunnen worden en waar de verwarmingsinstallaties eerder naar de nachttemperatuur kunnen worden verlaagd. Tevens kunnen dan luchtbehandelingsinstallaties eerder worden uitgezet. Studenten kunnen dan ondergebracht worden in andere delen/vleugels van het gebouw of andere gebouwen. Het potentieel van deze gebruikersmaatregel is groot. Het in de avonduren twee uur eerder sluiten van een gebouw aan de Uithof zorgt voor een energiebesparing van circa 8% op het energieverbruik van het gebouw.
46
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bijlage 2: Overzicht geanalyseerde maatregelen Onderstaand zijn de geactualiseerde lijsten met maatregelen weergegeven, verdeeld over de 5 stappen. Een omschrijving van de onderstaande maatregelen is weergegeven in bijlage 1. In hoofdstuk 5.2 zijn de ketenmaatregelen omschreven.
Stap 1, gedragsverandering gebruikers De onderstaande punten zijn overgenomen vanuit het change-program. De punten zullen geleidelijk worden ingevoerd, de genoemde besparing dient in 2016 bereikt te zijn. reg. Ondhd
stap 1
Input studenten/medewerkers (CHANGE) 46 Li cht ui ts cha kel en bi j verl aten ruimte (2% el ektra ) 47 s pui venti l a ti e dra ai kiep i n pl a a ts va n vol ledi g en s l uiten ra men
totaal investering
mja ‐inves t
Investering
meerinvest.
euro
euro
120.000
Besparing per jaar ga s (m3)
besparing
el ektra (kWh) wa rmte (GJ) pri ma i r (TJ) kos ten (€)
120.000
161.978 60.003
ja a r inves t.
va na f
1,43
34.015
2014
2015
0
1,43
1,90
28.802
2014
2015
0
1,90
bij verla ten vertrek (5% wa rmte)
ETVT bes pa ri ng
0
48 Ruimtetempera tuur 1 gra a d verl a gen (3% wa rmte), da a r wa a r ra di a toren 49 Ui ts cha kel en a ppa ra tuur bi j verl a ten rui mte (1% elektra )
49.631 79.369
*1 investering geldt voor 46 t/m 49
totaal
1,57
59.558
2014
2015
0
1,57
0,70
16.667
2014
2016
0
0,70
5,6
139.042
0,863
Stap 2, actualiseren maatregelen 2009-2012 In onderstaande lijst staan de uitgevoerde EEP-maatregelen weergegeven vanuit de EEP 2009-2012. De genoemde jaartalen hebben betrekking tot het jaar ingebruikname van de maatregel. reg. Ondhd
stap 2
Actua l i s eren EEP‐ma a tregel en 2009‐2012
totaal investering
mja ‐inves t
Investering
2 Gedempte Zui derdi ep 158 / CO2 s cha kel i ng
Besparing per jaar
meerinvest.
euro
euro
ga s (m3)
besparing
el ektra (kWh) wa rmte (GJ) pri ma i r (TJ) kos ten (€/jr) ja a r inves t.
va na f
ETVT bes pa ri ng
5.100
0
5.100
3.384
901
0,12
1.791
2012
2012
2,8
0,12
14.400
0
14.400
‐1.529
28.467
0,20
3.129
2013
2014
4,6
25.000
15.000
10.000
0
54.242
264
0,79
11.169
2014
2015
0,9
10.000
0
10.000
0
0
587
0,68
6.239
2014
2015
1,6
0,20 0,79 0,68
l uchtbeha ndel i ng ka nti ne en medi a theek
3 Veema rkts tra a t 76/ Aa nwezigheids detecti e 4 Zernikeplei n 11va n Dooren Ves te/ Debi etregeli ng la bora torium 5 Zernikeplei n 11va n Dooren Ves te/ Wa rmteterugwinni ng l a bora torium 6 Zernikeplei n 17Sports tudies / Debi etregel i ng turnza al en centra le ha l 7 Zernikeplei n 17Sports tudies / bes ta a nde debietregeli ng venti l a ti e s portha l met co2 s turi ng
8 Zernikeplei n 1Bouwdeel F/ Aa nwezi ghei ds detecti e 9 Zernikeplei n 5Atri um + E/ Debietregeli ng Atri um 10 Zernikeplei n 5Atri um + E/ Verbeteren debietregel ing gebouw E 11 Zernikeplei n 5Atri um + E/ Aa nwezi gheids detecti e Bouwdeel E 12 Zernikeplei n 7 va n Ol s t Toren/ hoog/l aa g regel ing ventil a ti e 13 Eys s oni us pl ein 18/ CO2 regel i ng venti la tie Sportha l 14 Eys s oni us pl ein 18/ CO2 regel i ng venti la tie kel der s tudi el ands cha p 15 Eys s oni us pl ein 18Wi ebenga compl ex/ Co2 regel ing
verva l l en
nvt
verva l l en
nvt
0
‐91
0,23
4.479
2016
2016
4,5
6.500
0
6.500
190
0,22
2.386
2013
2013
2,7
5.000
0
5.000
3.175
8
0,04
580
2014
2014
8,6
15.500
0
15.500
9.525
154
0,26
3.243
2013
2014
4,8
20.300
0
20.300
7.144
138
0,22
2.674
2014
2014
7,6
0,21 1,10 0,23 0,23 0,22 0,04 0,26 0,22
31.000
25.000
6.000
0
239
0,28
2.589
2014
2015
2,3
0,28
0
15.000
26.067
262
0,53 0,03 0,32 0,20 0,44 0,33
18.600
0
18.600
30.958
0,21
3.703
19.500
0
19.500
12.122
857
1,10
12.111
2016
2016
1,6
150.000
0
150.000
0
199
0,23
2.403
2016
2016
62,4
0
20.000
38.571
20.000
‐50
2013
2014
5,0
Bi bli otheek + lounche Bg + coll egeza a l n/w
16 Zernikeplei n 11va n Dooren Ves te/ Debi etregeli ng s ector
0
kanti ne en onderwi js ruimten
17 Zernikeplei n 5Appel / Debi etregeli ng op venti la ti e 18 Zui derkuipen 19Bouwkuns t/ Aanwezi ghei ds detecti e 19 Ka mphui s borg/ HR107 ketel 20 Ka mphui s borg/ CO2 s chakel ing 5 LBK's 21 Zernikeplei n 11va n Dooren Ves te/ Aa nwezigheiddetecti e 22 Appel / WTW venti la tiel ucht
7.592
2014
2014
2,0
2.400
0
2.400
‐300
4.563
0,03
786
2014
2014
3,1
130.000
15.000
100.000
30.000
10.000
0
0,32
10.511
2023
2024
2,9
51.408
0,53
25.704
25.704
4.821
5.200
0,20
3.033
2012
2012
8,5
70.100
0
70.100
0
65.091
‐119
0,44
8.468
2014
2015
8,3
48.300
20.000
28.300
0
287
0,33
3.487
2018
2019
8,1
6,4
90.373
tota a l
47
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Stap 3, Geplande renovaties In onderstaand overzicht is de geplande renovatie van Zernikeplein 11 weergegeven. De basis van de renovatie is het aanbrengen van ventilatie in de leslokalen. Dit gaat gepaard met een verhoging van het energieverbruik. Met de renovatie worden energiebesparende maatregelen ingezet om de bovengenoemde verhoging van het energieverbruik te compenseren. reg. Ondhd
stap 3
Renovaties
totaal investering
mja ‐inves t
Investering
meerinvest.
euro
euro
Besparing per jaar ga s (m3)
besparing
el ektra (kWh) wa rmte (GJ) pri ma i r (TJ) kos ten (€/jr) ja a r inves t.
va na f
ETVT bes pa ri ng
Renovati e Zerni kepl ei n 11, bes ta a nde ui t:
23 Aa nbrengen ba l a ns ventil a tie les loka len (nu geen venti la ti e) 24 HR ++ gl a s 25 Da k RC 5 26 zonnepa nel en 27 pv‐cel l en 2400m2 28 WKO
‐3,53
‐66.897
2014
2015
25.508
0,81
12.244
2014
2015
109,3
11.285
0,36
5.417
2014
2015
55,4
‐3,53 0,81 0,36
2014
2015
2,56
60.896
2015
2016
15,5
2,56
0,20
11.660
897.925
€ 827.925
70.000
‐62.259
1.338.653
€ 0
1.338.653
300.000
€ 0
300.000
€ 0
942.435
‐176.249
nvt 942.435
289.980
nvt
0
totaal
Stap 4, Ketenmaatregelen Een aantal van onderstaande ketenmaatregelen zijn doorgerekend en zullen worden ingevoerd. De overig zullen nader onderzocht worden op haalbaarheid. Daarna zullen ze gekwantificeerd worden. stap 4
ketenmaatregelen
totaal investering
Investering
meerinvest.
euro
euro
Besparing per jaar ga s (m3)
besparing
el ektra (kWh) wa rmte (GJ) pri ma i r (TJ) kos ten (€)
ja a r inves t.
va na f
ETVT bes pa ri ng
Pa rkeerbelei d, s ti umul eren openba a r vervoer door beta a l d pa rkeren in te voeren (5% mi nder met ei gen a uto) Beperk diens trei zen, di ens trei zen met openba a r vervoer (5% bes pa ring) Intens i veren les roos ters wa a rdoor gebouwen op bepa al de da gen di cht kunnen (niet mogeli jk) Het ni euwe werken
pm
Bevorderen ca rpool en, bi jvoorbeel d door onli ne a fs prakenregis ter
pm
240.990 pm
0,70
pm
pm
Gerecycl ed wc‐pa pier
pm
pm
Gerecycl ed pri ntpa pi er
pm
pm
pm
pm
0,70
50.608
Fi ets pl a n Geza menl ijke i nkoop met RUG; beperken tra ns portbewegingen
pm
Concentreer orders en l everi ngen (reeds voorzien)
Recycl e pri ntcartri dges (reeds voorzien)
43 dubbel zi jdi g pri nten (65%)
1
Di gi ta li s eren a rchief
2012
Di gi ta li s eren pos t Afzeggen s tanda a rd ca tal ogus s en
pm
Ges chei den a fva l inza mel ing Gebruik meervoudi g brui kba re bekers (reeds i n voorzi en) Onderhouds pla n meubi la i r, zoda t deze l a nger meekunnen Koop meubi la i r met een Ecol ogi s ch keurmerk Sl ui t contra cten a f met l evera nci ers voor terugna me meubil a i r/l a mpen/tapi jt Gebruik 2e ha nds meubil a i r Fa ci l iteer thui s werken op ICT‐vla k (berei kba a rhei d netwerks chi jven) Koop energi e effi ci ente a ppa ratuur in Ki es voor bi ol ogi s che producten i n ca teri ng (ca teri ng reeds voor 4 ja a r a a nbes teed) Ki es voor producten ui t de omgeving
pm
pm
zie change
Vergroten bewus twordi ng pers oneel en s tudenten bi j ui tzetten a ppra tuur (l udieke a cti es ) Voorkom wil dgroei va n ei gen a ppa ra tuur pers oneel Verbeter is ola ti e koffi ea utomaten (reeds voorzien) Ki es s l imme a utoma ten, i ns tel baa r op gebrui ks ti jden Beperk s choonma ken bui ten openings tijden gebouw Dwi ng energi ebes pa ri ng a f bi j huurpa nden
pm
pm
, bv. bij verlengen huurcontra cten
44 Acti eve energi ebes pa ring huurpa nden
10000
10000
16.718
0,15
3.511
2013
2013
0,15
(zoa l s kl okti jden, s etpoi nts etc) s cha tti ng 2% "Wa rme truienda g" 1 x per ja a r (reeds i n voorzien) Aa ns l uitpunten voor E‐a uto's en E‐bike/s cooters Biovergi s ti ngs ins tal l a ti e gebouwen Zerni kepl ein 11 en 23
45 Groene s troom (3% pri ma i r) 1 geza menl ijke mel dka mer RUG en Ha nzehoges chool
pm
pm
pm
2,08
pm
2012
pm
totaal
3,87
48
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Stap 5, Aanvullende EEP-maatregelen technisch In onderstaande tabel staan aanvullende EEP-maatregelen weergegeven welke vanuit technisch oogpunt kunnen worden doorgevoerd. reg. Ondhd
stap 6
Aanvullende EEP‐maatregelen technisch
totaal investering
mja ‐inves t
Investering
29 Di vers e gebouwen, zonering i ns ta ll a tie bi j a vondopens tell i ng 30 Di vers e gebouwen, l uchtbeha ndel ings kas ten
Besparing per jaar
meerinvestering
euro
euro
ga s (m3)
besparing ja a r inves t.
va na f
15.000
0
15.000
27.771
el ektra (kWh) wa rmte (GJ) pri ma i r (TJ) kos ten (€) 46.000
1,28
22.990
2013
2013
ETVT bes pa ri ng 1
1,28
37.500
0
37.500
11.280
6.110
0,41
6.698
2013
2013
6
0,41
280.900
240.900
40.000
20.381
0,65
2.500
0
2.500
291
31.560
0
31.560 63.400
2965
0
263.907
21.102
117.780
0
117.780
35.000
25.000
10.000
2.000
0
2000
1.956.150
1.863.000
93.150
9.834
652.050
621.000
31.050
1.526
s cha kelen op a l a rmins ta l l a ti e (a la rm a a n; venti la ti e uit)
31 Mi nerva (ged. Zui derdi ep), verva ngen enkel gla s voor HR++ 32 Zui derkuipen, zoneri ng i ns ta l la ti es i .v.m. beperkte opens tel l ing 33 Zui derkuipen, energiezui nige verli chting toepa s s en 34 Prea dini us s ingel (mus eum), monumentaa l i s ol a tiegla s toepa s s en 35 Wi ebenga compl ex, monumenta a l is ola tiegl as toepas s en 36 Cons erva tori um, energiezui nige verli chting met a a nwezi ghei d/da gl i cht 37 Va n Doorenves te, debietregel ing coll egezal en 38 Zernikeplei n 17 s ports tudi es , BKA regel ing a a npa s s en,
63.400 263.907
3.004
4.903
9.783
2012
2013
4
0,65
0,01
140
2013
2014
18
0,01
0,03
631
2014
2015
50
0,09
1.423
2014
2015
45
0,09
0,67
10.129
2015
2016
0
0,67
2014
0,03
29.062
0,26
6.103
2015
19
7.200
0,22
3.865
2014
2015
2,6
0,22
5.400
0,05
23
2013
2013
0
0,05
0,26
2013
2013
0,31
4.720
2016
2017
20
0,31
0,05
733
2014
2015
42
0,05
2011
2012
door minder koel i ng LBK's nodi g
39 Zernikeplei n 17 s ports tudi es , bui tenzonwering pl int 40 Zernikeplei n 7, gebouw ABC, thermi s che s chi l a anpa s s en (gevel s ) 41 Zernikeplei n 1, gebouw F, gevel is oleren 42 Zernikeplei n 1, gebouw C bega ne grond, entree voorzi en va n s lui s , 43 venti l a ti e a a npa s s en, l uchtgordi jn op cv i.p.v. el ektris ch
pm pm
nihi l
pm pm
nihi l
nvt
pm
totaal
4,02
49
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bijlage 3: Energiehuishouding individuele gebouwen Academie Minerva Gedempte Zuiderdiep Algemeen Het pand aan het Gedempte Zuiderdiep 158 te Groningen is gebouwd in 1983 en bestaat uit 5 verdiepingen en gedeeltelijk een kelder. Er zijn diverse ruimtes te onderscheiden zoals een kantine, kantoren en verder voornamelijk diverse onderwijsruimtes waarbij praktijk en theorie zich sterk afwisselen. Zo is er een houtzagerij, een metaalpraktijkruimte, zeefdruk ruimtes, een doka, informatica etc. Het gebouw kenmerkt zich visueel verder door de onder architectuur gebouwde vorm waarbij er vele nisjes en schuine delen te vinden zijn. Het pand wordt verwarmd en geventileerd van ongeveer 7:00 uur ’s ochtends tot 22:00 uur ’s avonds. Bouwkundige constructies Het pand is gebouwd in 1983 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. De isolatiegraad is derhalve matig, vooral ook door het gebruik van enkele beglazing. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1983) Vloer: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1983) Dak: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1983) Beglazing: U : 5.20 W/m2.K, ZTA 80% enkelglas met houten kozijnen. Er is geen sprake van uitwendige zonwering. Verwarming Warmte wordt geleverd door drie HR107-ketels uit 2003 met een vermogen van 200Kw (2 maal) en 150Kw (1 maal) van het merk AWB. Middels 4 groepen wordt de warmte aan de in het gebouw doorgegeven. Daarnaast wordt warmte afgegeven aan enkele luchtbehandelingkasten. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt door een gasgestookte boiler en getransporteerd middels een circulatieleiding.
50
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Ventilatie Het gebouw wordt zowel mechanisch als op natuurlijke wijze geventileerd middels draai en klepramen. Het mechanische gedeelte is voor het energielabel echter niet relevant. In de tabel hieronder worden de verschillende relevante luchtbehandelingsystemen aangegeven.
Naam
Type
Warmte terugwinning Geen
Kenmerk verwarmd
Debiet in m3/h
Regeling
VV
3300
geen
3,28
Doka
balans
Winkel (oude kantine)
balans
Geen
verwarmd
5000
geen
8,53
Kantine
balans
Geen
verwarmd
4550
Hoog/laag
7,66
Hout
afzuig
nvt
nvt
onbekend
geen
nvt
Zeefdruk
afzuig
nvt
nvt
onbekend
geen
nvt nvt
Grafiet
afzuig
nvt
nvt
onbekend
geen
Mediatheek
balans
Geen
verwarmd
onbekend
geen
nvt
bovensten kantoren
Koeling
nvt
Lokaal
nvt
nvt
nvt
Bevochtiging Er is geen sprake van bevochtiging. Koeling De kantoren op de bovenste verdieping zijn voorzien van lokale airconditioning. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van conventionele (balk) armaturen met lampen van 58 en 36 watt, daarnaast worden ook spaarlampen gebruikt. De armaturen zijn in slechte staat. Het verlichtingsvermogen in de lokalen, praktijkruimtes en kantoren is aanzienlijk met circa 25Watt/m2. Het verlichtingsvermogen in de gangen en kantine ligt op circa 10 watt/m2. Apparatuur In het pand zijn computers, een aantal televisies en printers aanwezig. Daarnaast is er diverse apparatuur aanwezig t.b.v. van de zagerij metaalbewerking, grafische vormgeving etc.
51
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Zuiderkuipen 19 - Academie van Bouwkunst Algemeen Het pand aan de Zuiderkuipen “Bouwkunst Zuiderkuipen Architectuur” wordt gebruikt als kantoor en deels onderwijs. Het gebouw heeft 3 verdiepingen en is gebouwd in 1998. Het pand wordt verwarmd vanaf 8:00 uur ‘s ochtends tot 18:00 uur ’s avonds op maandag, woensdag en vrijdag en tot 22:30 uur op dinsdag, donderdag. Bouwkundige constructies De isolatie van het gebouw is goed. Dit is ook te verwachten gezien het bouwjaar van 1998. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1998) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1998) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1998) Beglazing luivel: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% dubbelglas met luivel (Houten kozijn) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% dubbelglas (Houten kozijn) Er is geen sprake van vaste zonwering, wel zijn er kenmerkende luivel panelen over bijna de gehele gevel en kozijnen bevestigd. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar 1 ketel is opgesteld. Het betreft een HR107 ketel van Remeha met een vermogen van 65Kw. Warmte wordt middels water (Radiatoren) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er is in het gebouw alleen sprake van natuurlijke ventilatie middels roosters en te openen ramen. Het toilet wordt afgezogen. Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Er is geen koeling aanwezig in het gebouw. Verlichting In het pand wordt gebruikt alleen gebruikt gemaakt van conventionele tl verlichting en spaarlampen. Er is geen sprake van daglichtregeling of aanwezigheidsdetectie. De armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het pand zijn voornamelijk computers en kantoorbenodigdheden te vinden.
52
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Groninger Museum Algemeen Het pand aan de Praediniussingel 59 is gebouwd rond 1900 en heeft dienst gedaan als museum. Ten tijde van de inspectie was dit ook het geval. Het gebouw bestaat uit 2 verdiepingen en een kelder. In 1950 is een depot aangebouwd van ook 2 verdiepingen. Er is een renovatie gepland. De inventarisatietekst beschrijft de situatie voorafgaand aan deze renovatie. Het gebouw (museum + depot) wordt volgens de huidige instellingen verwarmd en geventileerd van 8:00 uur tot 17:00 uur gedurende 7 dagen per week, op zaterdag en zondag iets korter. Bouwkundige constructies Het museum en het depot hebben een slechte isolatiegraad. Dit wordt vooral veroorzaakt door het enkele glas en de slechte isolatiegraad. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen museum: Rc : 0.19 m2.K/W (Steens) Geveldelen Depot: Rc : 0.36 m2.K/W (bouwjaar 1950) Vloer Museum: Rc: 0.65 m2.K/W (bouwjaar 1900) Vloer depot: Rc: 0.65 m2.K/W (bouwjaar 1950) Dak Museum: Rc: 0.22 m2.K/W (bouwjaar 1900) Dak Depot: Rc: 0.22 m2.K/W (bouwjaar 1950) Beglazing Museum: U : 6.20 W/m2.K, ZTA 70% enkel (metalen kozijn) Beglazing Museum nieuw: U : 3.30 W/m2.K, ZTA 70% enkel (Met. th. Ondr. kozijn) Beglazing Depot: U : 5.20 W/m2.K, ZTA 70% enkel (Houten kozijn) Er is geen sprake van vaste buitenzonwering. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar 2 Nefit turbo’s (HR100) staan opgesteld met een gezamenlijk vermogen van 90Kw. Daarnaast zijn er 6 staande VR ketels opgesteld van elk 43 KW. Warmte wordt derhalve middels water (Radiatoren) en lucht (LBK) doorgegeven in het Museum. Het depot wordt voornamelijk natuurlijk geventileerd. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er is in het gebouw sprake van 1 luchtbehandelingkast welke is gesitueerd op de zolderverdieping van het museum waarmee het museum wordt geventileerd. Deze kast is voorzien van een verwarmingssectie. Het ventilatiedebiet is 5.570 m3/h. Daarnaast zijn er enkele afzuigventilatoren geïnstalleerd.
53
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Behalve een enkele splitunit is er geen sprake van koeling. Verlichting In het pand wordt zowel gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente T5-armaturen voorzien van daglicht regeling als ook conventionele verlichting waaronder balkarmaturen. De verlichting zal in het kader van de grootschalige renovatie geheel worden vervangen voor energiezuinige T5 verlichting met aanwezigheidsdetectie en daglichtregeling. Apparatuur Naast een aantal computers en randapparatuur is er enige keukenapparatuur aanwezig
54
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Wiebengacomplex Algemeen Het Wiebengacomplex heeft als functie onderwijs en is gebouwd in 1923 en heeft een monumentale status, in 1998 is er een deel gerenoveerd en aangebouwd. Het gebouw bestaat uit meerdere verdiepingen verdeeld over twee hoofdvleugels en een grote voorzijde. In het gebouw is een kantine aanwezig verdeeld over twee verdiepingen, een lounge, een bibliotheek, kantoor ruimes, en verschillende soorten onderwijsruimtes voor theorie en praktijk onderwijs. Het pand wordt geventileerd en verwarmd van maandag tot vrijdag van omstreeks 7:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies De isolatie van het pand is overwegend slecht. De grootste geveloppervlakten zijn uit 1923 en zijn niet geïsoleerd. Ook zijn deze gevels voorzien van enkele beglazing. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen oud: Rc : 0.86 m2.K/W (bouwjaar 1923) Geveldelen nieuw Rc : 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1998) Vloer oud: Rc: 0.82 m2.K/W (bouwjaar 1923) Dak oud (naiso): Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1987) Dak nieuw: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1998) Beglazing enkel: U : 6.20 W/m2.K, ZTA 70% (Metalenkozijn) Beglazing Hr+: U : 2.50 W/m2.K, ZTA 70% (Thermisch onderbroken metaal) De zonbelaste delen zijn veelal voorzien van zonwering. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar een WKK is opgesteld. Voor de piek warmtevraag staat er een HR100 en een VR ketels opgesteld. De HR100 ketel uit 1998 heeft een vermogen van 1120 KW, de VR ketel uit 1985 heeft een vermogen van 930 KW. Beide systemen zijn echter eigendom van Essent. Het pand wordt afgekend op basis van warmte levering. Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voornamelijk voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels een gasgestookte boiler met een circulatieleiding. Bevochtiging Er is geen sprake van bevochtiging.
55
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Koeling 3 luchtbehandelingkasten worden van gekoeld water voorzien doormiddel van een compressiekoelmachine uit 2007 welke is opgesteld op het dak, deze heeft een thermisch vermogen van ongeveer 60 Kw. Hiermee wordt de gehele kelder voorzien van koeling. Daarnaast worden er meerdere ruimtes gekoeld middels lokale koeling. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van voornamelijk energiezuinige hoogfrequente armaturen met aanwezigheidsdetectie en deels ook daglichtregeling. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt spaarlampen. De armaturen zijn in goede staat. Ventilatie Er zijn in het gebouw meerdere luchtbehandelingkasten/systemen opgesteld welke ongeveer de helft van het gebouw voorzien van mechanische ventilatie. De aanwezige LBK’s met naamgeving worden in het volgende overzicht genoemd: Naamgeving LBK
Doel
soort
WTW
Koude
regeling
debiet
Collegezaal
Eerste verdieping 1
Balans
Kruis
geen
geen
2000
Collegezaal Gebouw E
Eerste verdieping 2
Balans
geen
geen
geen
2000
Collegezaal N/W
(lounge?)
Balans
geen
geen
geen
5000
Kantine
Kantine (bg + 1 + 2)
Toevoer
geen
geen
hoog laag
6000
Sporthal
Sporthal
Balans
circulatie
geen
geen
2650
Lokalen Kelder N/W
Kelder 1
Balans
geen
koude
geen
1850
MBRT Lokaal Z + 2e verdieping
MBRT
Balans
Kruis
geen
geen
5000
Tentamenruimte
Kelder 2
Balans
geen
koude
geen
2000
Studielandschap 1
Kelder 3
Balans
geen
koude
geen
2650
Studielandschap 2
Kelder 4
Balans
geen
koude
geen
1850
Apparatuur In het pand is een grote verscheidenheid aan apparatuur aanwezig. Zo zijn er naast de vele computers en randapparatuur (kopieermachines, printers) ook veel praktijk apparaten aanwezig. Medische scan apparaten, röntgenapparatuur, media apparatuur etc. Ook is er een keuken aanwezig.
56
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Singelhuis Theater Algemeen Het pand aan de Radesingel 6 is een theater waarbij aan de voorzijde kantoren en werk en onderwijsruimtes aanwezig zijn. Naast de zaal is ook een geluidsstudio aanwezig. Het pand is gebouwd in 1900 en is meerdere malen verbouwd en/of gerenoveerd. De ingestelde verwarming en ventilatietijden zijn van 7:00 uur tot 22:00 uur 7 dagen per week. Bouwkundige constructies Het pand is over het algemeen matig tot redelijke geïsoleerd. De meeste geveloppervlakken zijn ongeïsoleerd, echter vanwege geluidsisolatie wordt ook een energetische isolatie gecreëerd. Het dak is verder op de meeste plekken redelijk geïsoleerd. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van dubbele beglazing. Ook wordt er dakisolatie toegepast. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 0.19 m2.K/W (steensmuur) Geveldelen (geluids iso): Rc : 2.61 m2.K/W (90mm steenwol) Vloer: Rc: 0.15 m2.K/W (bouwjaar <65) Dak achter: Rc: 0.22 m2.K/W (bouwjaar <65) Dak voor: Rc: 2.22 m2.K/W (80mm isolatie) Dak nieuw (middendeel): Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar >92) Beglazing dubbelglas: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% (Houten kozijn) Beglazing enkelglas: U : 5.20 W/m2.K, ZTA 70% (Houten kozijn) Delen van de grote zaal en de studio’s, evenals een deel van het kantoor/onderwijs deel aan de voorzijde zijn voorzien van geluidsisolatie aan de binnenzijde. Deze geluidsisolatie fungeert tevens als energetische isolatie. De zonbelaste delen van het voorgebouw zijn voorzien van zonneschermen. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar 7 ketels zijn opgesteld. Alle ketels betreffen Quinta HR107 ketels van Remeha. Te weten:
3 ketels van 65Kw tbv de luchtbehandeling 2 ketels van 45 Kw en 2 ketels van 65 Kw tbv de radiatoren.
Warmte wordt middels water (Radiatoren) en voor een deel via lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voornamelijk voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers.
57
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Ventilatie Er is in het gebouw sprake van 3 luchtbehandelingsystemen welke op de zolderverdiepingen zijn geïnstalleerd. De studio’s zijn daarbij voorzien van naverwarming en na-koeling. De installaties komen uit 1994. LBK
Omschrijving
Debiet m3/h
v.v.
LBK Zaal
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
6000
9
LBK Studio’s
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
2520
2.6
LBK Voorzijde gebouw
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
3560
0.6
Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Op een paar enkele ruimtes na waar een splitunit is geïnstalleerd worden de studio en de zaal gekoeld middels een compressor koelmachine welke op de luchtbehandeling is aangesloten. Verlichting In het pand wordt gebruikt voornamelijk gebruikt gemaakt van conventionele tl verlichting en spaarlampen. De zolderverdieping is wel voorzien van energiezuinige hoogfrequente T5 armaturen. De verlichting is verder in goede staat. Apparatuur In het pand is naast normale kantoorapparatuur een grote verscheidenheid aan geluidstechnische apparatuur aanwezig.
58
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Conservatorium Algemeen Het Prins Claus Conservatorium heeft als functie onderwijs en is gebouwd in 1985. Het gebouw bestaat uit meerdere verdiepingen waarbij 1 vleugel deels verzakt ligt ten opzichte van de rest. In bedrijf spreekt men daarom van 5 verdiepingen. Op de begane grond is de kantine gevestigd. In het midden van de grote vleugel is de grote zaal gesitueerd. Het gebouw wordt verwarmd en geventileerd tussen 8:00 uur en 22:00 uur van maandag tot vrijdag. In het weekend wordt ook overdag verwarmd en geventileerd gezien het gebouw dan geopend is voor studiedoeleinden van de studenten. Bouwkundige constructies Het pand is redelijk geïsoleerd. Alle isolatiewaarden zijn conform de geldende normen van rond 1985. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1985) Vloer: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1985) Dak nieuw: Rc: 1.93 m2.K/W (bouwjaar 2005, PUR 60mm) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% dubbelglas (Houten kozijn) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar 2 HR107 ketels zijn opgesteld met een vermogen van 275Kw per stuk. Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er zijn in het gebouw 3 luchtbehandelingkasten opgesteld welke ongeveer twee derde van het gebouw mechanisch ventileren. De aanwezige LBK’s met naamgeving worden in het volgende overzicht genoemd: LBK
Omschrijving
Debiet m3/h
v.v.
LBK Dak lokaal bg. LBK Grote Studio, inclusief de grote zaal. LBK Ventilatie Systeem
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom Gebalanceerd, Verwarming, recirculatie, koeling, bevochtiging
Onb. 11.600
2.2
Gebalanceerd, Verwarming, koeling, bevochtiging
13.000
2.65
Bevochtiging Er is sprake van elektrische stoombevochtiging.
59
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Koeling Behalve een enkele splitunit is er sprake van hoofdkoeling middels een compressor koelunit op het dak welke is aangesloten op beide grote luchtbehandelingkasten, het thermisch vermogen is onbekend. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van voornamelijk energiezuinige hoogfrequente armaturen Een aantal ruimtes op de grote vleugel zijn voorzien van conventionele armaturen welke in goede staat zijn. Enkele ruimtes zijn voorzien van aanwezigheid detectie. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt spaarlampen. Alle armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het pand is een grote verscheidenheid aan apparatuur aanwezig t.b.v. van muziek en audio. Zo is er naast de computer en randapparatuur (kopieermachines, printers) ook veel audioapparatuur aanwezig. Daarnaast is er een keuken aanwezig met normale keukenapparatuur.
60
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
MarieKamphuisBorg Algemeen Het pand “de MarieKamphuisBorg” heeft als functie onderwijs en is gebouwd in 1975. Het gebouw bestaat intern deels uit 3 verdiepingen en deels uit 2 verdiepingen. Het gebouw ondergaat momenteel een renovatie. De inventarisatietekst beschrijft de situatie voorafgaand aan deze renovatie. De verwarming en ventilatietijden zijn van circa 7:00 uur ’s ochtends tot 22:00 uur ’s avonds. Momenteel kunnen kloktijden alleen nog lokaal worden geregeld. In 2011 zal het pand op het centrale GBS worden aangesloten. Bouwkundige constructies Het gebouw is redelijk geïsoleerd. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 1.30 m2.K/W (bouwjaar <75) Vloer: Rc: 0.52 m2.K/W (bouwjaar <75) Dak: Rc: 3.53 m2.K/W (30mm basis isolatie + 50mm PIR) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% dubbel (Houten kozijn) Een groot deel van de gevel zal bij de renovatie worden voorzien van een extra isolatielaag, en ook het glas zal worden vervangen voor HR++ glas. De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Ventilatie Er is in het gebouw sprak van meerdere luchtbehandelingkasten welke verspreidt zijn in het pand tussen het verlaagd plafond en dak. Over het algemeen is er in gehele gebouw sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie, met uitzondering van een aantal ruimtes aan de gevelzijdes. De aanwezige LBK’s met naamgeving worden in het volgende overzicht genoemd: LBK
Omschrijving
LBK 3 Fysiotherapie
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
Debiet m3/h Onb.
LBK 4 Verpleegruimte
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
Onb.
LBK 8 Bouwdeel 4
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
Onb.
LBK 4 Bibliotheek
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
Onb.
LBK Grote collegezaal
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
2000
LBK 5 Logopedie
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
9350
LBK 7 Bouwdeel 2
Gebalanceerd, Verwarming, geen regeling
Onb.
LBK Centrale Hal / Keuken
Gebalanceerd, Verwarming, Hoog laag regeling
6000
LBK Collegezaal / Bouwdeel 7
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom, geen regeling
2.083
LBK kruisstroom Netair 1
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom, geen regeling
2.835
LBK kruisstroom Netair 2
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom, geen regeling
2.835
LBK kruisstroom Netair 3
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom, geen regeling
2.835
LBK GEA Kantine
Gebalanceerd, Verwarming, kruisstroom, geen regeling
8.190
Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels een gasboiler met een circulatieleiding.
61
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis waar 2 Viessman VR ketels zijn opgesteld van 1070Kw en 895 Kw uit 1992 en 1993. Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Behalve een aantal splitunits is er geen sprake van koeling. Verlichting In het pand wordt zowel gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente T5-armaturen voorzien van daglicht regeling als ook conventionele verlichting zonder regeling. De conventionele verlichting zal bij de renovatie worden vervangen. Apparatuur In het pand zijn voornamelijk computers en randapparatuur aanwezig, kopieerapparatuur, een aantal flatscreens etc. Ook is er een keuken aanwezig.
62
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
IFD units - Zernikeplein 23 Algemeen De schoolunits aan het Zernikeplein 23 zijn verbonden aan de MarieKamphuisBorg. Het gebouw wordt gebruikt voor lesruimte en kantoren en is in 1996 oorspronkelijk gebouwd en later verplaatst naar de huidige locatie. De gebruikstijden van installaties zijn niet exact bekend gezien het pand nog niet op het GBS is aangesloten, momenteel moet dat handmatig per regelkast worden ingekeken. De verwarmingstijden liggen voornamelijk overdag vanaf 7:00 uur tot 22:00 uur ‘s avonds. Bouwkundige constructies Het gebouw is goed geïsoleerd. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.61 m2.K/W (90mm Isolatie) Vloer: Rc: 2.40 m2.K/W (90mm Isolatie) Dak: Rc: 2.47 m2.K/W (90mm Isolatie) Beglazing dubbel: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% (Kunststof kozijn) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit twee kleine ketelhuisjes waar in totaal 6 ketels van het type Remeha Quinta HR107 zijn opgesteld. Het gezamenlijk vermogen bedraagt 368 Kw. Warmte wordt middels water (Radiatoren) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er is alleen sprake van natuurlijk ventilatie. Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Er is geen koeling aanwezig. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen voorzien van aanwezigheidsdetectie. Het opgesteld vermogen is ongeveer 10w/m2. De armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het bouwdeel zijn alleen computers en normaal te verwachten kantoor benodigdheden te vinden zoals kopieerapparatuur, printers, een aantal koffiemachines.
63
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Van Doorenveste Zernikeplein 11 Algemeen Het pand aan het Zernikeplein 11 te Groningen is gebouwd in 1996 en bestaat uit drie verdiepingen. Er zijn diverse ruimtes te onderscheiden zoals een grote kantine, kantoren, een studielandschap, praktijk en theorieruimtes voor onderwijs etc. De voorzijde van het gebouw is voorzien van een groot glasoppervlak. Het gebouw is verder opgedeeld in drie vleugels. Bouwkundige constructies Het pand is gebouwd in 1996 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. De isolatiegraad is derhalve goed. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc: 2.00 m2.K/W (bouwjaar 1996) Vloer: Rc: 1.30 m2.K/W (100 mm) Dak: Rc: 2.65 m2.K/W (bouwjaar 1996) Beglazing Achterzijde: U: 2.90 W/m2.K, ZTA 70% Dubbelmet houten kozijnen. Beglazing voorzetraam: U: 1.80 W/m2.K, ZTA 70% Triple dubbelglas met alu. kozijn Beglazing Overig: U : 3.30 W/m2.K, ZTA 70% Dubbelglas met alu. kozijn De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. De ramen van het studielandschap zijn voorzien van automatische zonwering welke op zon en wind reageren. Verwarming Warmte voor de centrale verwarming en luchtbehandeling wordt geleverd door het centrale ketelhuis van het economiegebouw. Hier is een WKK opgesteld en een drietal VR-ketels. Warmte wordt via een circulatieleiding getransporteerd. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt door een VR ketel welke is opgesteld in het economiegebouw. Warm tapwater wordt getransporteerd middels een circulatie leiding in het gebouw. Bij ingaan van de circulatie heeft het water een temperatuur van 80 graden, na circulatie is hier 20 graden afgegeven vanwege systeemverlies en gebruik van tapwater. Ventilatie Het gebouw wordt zowel mechanisch als natuurlijk geventileerd. De volgende tabel geeft aan welke luchtbehandelingsystemen aanwezig zijn. De overige ruimtes waaronder de gangen, lokalen en kantoren worden op natuurlijke wijze geventileerd. Soort warmte terugwinning
Type
Verwarmd
Twincoil
Balans
ja
Twincoil
Balans
ja
geen Kruisstroom
Balans Balans
ja ja
Koeling
koeling lokaal (VRV) Oxycom
Naam LBK
Ruimte
Totaal m3/h
VV
9 - 10 - 8 - 1 -6-4-7
Kantine, onderwijsruimtes
35640
3,38
3
Studielandschap
10080
1,56
2 Oxycom
Laboratorium Kantoren vleugel
34200 15000
3,45 4,29
64
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bevochtiging Er is geen sprake van bevochtiging. Koeling Er is sprake van koeling door middel van een aantal lokale kleine compressiekoelmachines welke zijn gesitueerd op het dak. Voornamelijk een aantal patchruimtes worden voorzien van koeling. Het studielandschap wordt lokaal gekoeld middels een VRV compressiekoelmachine. De luchtbehandelingkasten zijn niet aangesloten op enige vorm van koeling. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van conventionele armaturen en energiezuinige hoogfrequente verlichting. De HF armaturen zijn voorzien van lampen van 50 watt. De conventionele armaturen zijn voornamelijk voorzien van lampen van 36 watt. Daarbuiten worden er voornamelijk spaarlampen toegepast. Het opgesteld vermogen is niet bijzonder hoog met gemiddeld 9 watt/ m2. De armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het pand is erg veel apparatuur aanwezig zoals: - Computers. - “laptop eilanden”. - Printers en kopieerapparaten. - Airconditioning. - Laboratorium apparatuur - Praktijkruimte apparatuur - Televisies en andere multimedia apparatuur.
65
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
WillemAlexanderSportstudies Algemeen Het pand aan het Zernikeplein 17 betreft een pand voor sportstudies en is gebouwd in 2008. In het pand zijn de volgende te onderscheiden functies aanwezig: Zwembad (bezetting 50%) Sporthal (bezetting 70%) Kantoren Kantine Danszaal (bezetting 60%) Gymzaal Welnes centrum Auditorium Gezondheidscentrum M.u.v. de kantoren is het pand 7 dagen per week in gebruik. Van maandag t/m zondag van 7.30 t/m 23.30 (zaterdag en zondag tot 20.00 uur). De kantoren zijn van maandag t/m vrijdag van 7.30 t/m 18.00 uur in gebruik. Energiebemetering In het pand is een WKO installatie opgesteld. De Hanzehogeschool lever elektriciteit en gas en krijgt warmte en koude geleverd. De koude wordt tevens aangewend voor andere panden. De verdeling van de geleverde koude over de verschillende panden is onbekend. De verdeling is ingeschat op basis van de verhouding tussen de vloeroppervlakten van de te koelen gebouwen of gebouwdelen. In het kader van dit onderzoek is het berekende elektriciteitsverbruik als volgt tot stand gekomen: inkoop elektriciteit (excl. WP) + verbruik WP t.b.v. verwarming (inclusief zwembad) + verbruik WP t.b.v. koeling. Het verbruik van de WP voor warmte is bepaald op basis van het gemeten warmtegebruik en de efficiency van de warmtepomp. In het kader van dit onderzoek is het gasverbruik als volgt tot stand gekomen: inkoop gas (excl. WKO) + verbruik gasketel als onderdeel van WKO installatie. Bouwkundige constructies De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 3,0 m2.K/W Vloer: Rc: 3,0 m2.K/W (bouwjaar <75) Dak: Rc: 3,5 m2.K/W (140mm isolatie) Beglazing: U : 2.20 W/m2.K, ZTA 60% HR++glas (aluminium kozijn) Delen van de zonbelaste ramen zijn voorzien van buitenzonwering in de vorm van horizontale jaloezieën. Tevens wordt er gebruik gemaakt van grote luifels. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels een gasgestookte HR-ketel in combinatie met een boiler. De ketel heeft een vermogen van 120 kW.
66
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Verwarming Warmte wordt geleverd door twee warmtepompen en een HR107 ketel. De warmtepompen hebben ieder een opgenomen vermogen van 77 kWe. De warmtecapaciteit in de winter bedraagt 313 kWth. De ketel heeft een capaciteit van 522 kW. De aanvoertemperatuur bedraagt maximaal 50 graden. Warmte wordt geleverd aan o.a. de volgende groepen: Alle luchtbehandelingskasten Stralingspanelen sporthal Vloerverwarming zwembad TSA zwembad Beton-kernactivering Ten behoeve van de danszaal wordt gebruik gemaakt van een elektrische heater. Ventilatie In het pand is sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie middels diverse luchtbehandelingskasten. In een aantal ruimten is sprake van lucht toe- en afvoer per ruimte. Er is echter ook sprake van afvoer via de centrale hal, waarbij de lucht vanuit de ruimten via de centrale hal wordt afgezogen. De luchtbehandelingskasten zijn voorzien van verwarming en met uitzondering van het zwembad ook van koeling. In de meeste luchtbehandelingskasten is sprake van warmteterugwinning middels twincoils. Uitzonderingen zijn de luchtbehandelingskasten ten behoeve van de kleedruimten, de danszaal/gymzaal/welness en het zwembad. De luchtbehandelingskast van het zwembad is voorzien van een warmtepomp, welke warmte ontrekt uit de afvoerlucht. De luchtbehandelingskasten ten behoeve van de sporthal, het auditorium en het zwembad zijn voorzien van debietregeling Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Koude wordt geleverd door twee warmtepompen in combinatie met koudeopslag. De warmtepompen hebben ieder een opgenomen vermogen van 77 kWe. De koelcapaciteit in de zomer bedraagt 292 kWh. De aanvoertemperatuur bedraagt maximaal 12 graden. Koude wordt geleverd aan o.a. de volgende groepen: Alle luchtbehandelingskasten Betonkernactivering Verlichting In het pand wordt gebruikt voornamelijk gebruikt gemaakt van energiezuinige hoogfrequente TL-verlichting. Op enkele ruimten na wordt er geen gebruik gemaakt van aanwezigheiddetectie. Apparatuur In het pand zijn diverse studielandschappen aanwezig met vele PC’s met flatscreens in totaal zijn ongeveer 149 PC’s aanwezig. Verder is zijn er koude- en warme drankenautomaten aanwezig en is er een kantine.
67
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Brugsmaborg Landleven 10 Algemeen Het pand “de Brugsmaborg” voor Pedagogische Opleidingen heeft als functie onderwijs en is gebouwd in 1980. Hierbij zijn over de 3 verdiepingen leslokalen en kantoren aanwezig. Het pand wordt van maandag tot vrijdag verwarmd van 6:00 uur tot 22:00 uur. Het pand wordt van maandag tot vrijdag geventileerd van 8:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Het pand is redelijk geïsoleerd. Het dak is daarbij goed geïsoleerd, de gevels echter niet. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1980) Vloer: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1980) Dak nieuw: Rc: 1.72 m2.K/W (60 mm) Beglazing dubbel: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% (Houten kozijn) Beglazing HR: U : 2.30 W/m2.K, ZTA 70% (Houten kozijn) Beglazing HR++: U : 1.80 W/m2.K, ZTA 70% (Houten kozijn) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis van gebouw F. De volgende systemen zijn hier opgesteld, allen met bouwjaar omstreeks 1995:
2x WKK - 475 Kw Elektrisch en 721 Kw Thermisch 2x Viessmann Vertomat 1025 Kw VR gasketel 1x Viessmann Triplex 975 Kw VR gasketel
Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er is sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie in het bouwdeel. Hiervoor zijn twee LBK’s opgesteld. De volgende tabel geeft de kenmerken weer. LBK
Omschrijving
LBK Algemeen LBK Tentamenhal
Gebalanceerd, Verwarming, Twincoil, Koeling Gebalanceerd, Verwarming, Twincoil, Koeling
Debiet m3/h 31.000 6.100
v.v. 1.7 1.7
Op de begane grond is één ruimte voorzien van Co2 regeling welke wordt geregeld via een klep in het luchtkanaal. Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging.
68
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Koeling Het gebouw wordt gekoeld middels de luchtbehandeling. De LBK’s worden voorzien van gekoeld water middels de WKO. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten verlichtingsarmaturen. Zoal energiezuinige hoogfrequente T5-armaturen voorzien van daglicht regeling en aanwezigheidsdetectie, normale HF verlichting voorzien van aanwezigheidsdetectie en daarnaast deels van conventionele armaturen. De armaturen zijn nog in goede staat. Apparatuur In het pand zijn voornamelijk computers, printers en kopieerapparaten aanwezig.
69
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bouwdeel F - Zernikeplein 1 Algemeen Het bouwdeel F van het economiegebouw is gebouwd in 1995 en bestaat uit vier verdiepingen. Het bouwdeel wordt gebruikt ten behoeve van kantoren en deels onderwijs. Het bouwdeel wordt van maandag tot en met vrijdag verwarmd en geventileerd van 8:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Het pand is gebouwd in 1995 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. Het pand is daarom ook goed geïsoleerd. De ramen zijn voorzien van dubbele beglazing. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1995) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1995) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 1995) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% Dubbelglas (houten kozijn) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis van gebouw F. De volgende systemen zijn hier opgesteld, allen met bouwjaar omstreeks 1995:
2x WKK - 475 Kw Elektrisch en 721 Kw Thermisch 2x Viessmann Vertomat 1025 Kw VR gasketel 1x Viessmann Triplex 975 Kw VR gasketel
Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Er is sprake van mechanische en natuurlijke ventilatie in het bouwdeel. Voor de mechanische ventilatie zijn twee 2 LBK’s opgesteld welke beide een deel van het bouwdeel ventileren. LBK
Omschrijving
Ruimtes Bg en 1ste Gehele 2de + 3de
Gebalanceerd, Verwarming, koeling. Gebalanceerd, Verwarming.
Debiet m3/h 5.400 14.508
v.v. 4.97 4.43
Buiten de luchtbehandeling wordt het bouwdeel op natuurlijke wijze geventileerd middels draai- en kiepramen. Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging.
70
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Koeling De lucht van de LBK t.b.v. de ruimtes op de begane grond en de eerste verdieping wordt gekoeld middels een compressie koelmachine met een vermogen van 88Kw thermisch welke op het dak is gesitueerd. Verlichting In het pand wordt overwegend gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen met 2 lampen van 36watt. Daarnaast worden er spaarlampen gebruikt. De armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het pand zijn voornamelijk computers, printers en kopieerapparaten aanwezig.
71
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Schoolunits G Zernikeplein 5 Algemeen Het bouwdeel G van het economie gebouw aan het Zernikeplein te Groningen is gebouwd in 1997 en bestaat uit 1 verdieping. Het gebouw bestaat uit alleen onderwijsruimtes. Het gebouw wordt momenteel continue verwarmd en is ook nog niet volledig aangesloten op het GBS. Dit heeft een negatief effect op het energieverbruik. Bouwkundige constructies Het bouwdeel is gebouwd in 1997 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. De kozijnen zijn voorzien van HR++ beglazing. De isolatiegraad van het gebouw is dan ook goed. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (90mm isolatie) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (90mm isolatie) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (90mm isolatie) Beglazing: U : 1.80 W/m2.K, ZTA 70% HR++ (incl. kunststof. kozijnen) Verwarming Warm water voor de verwarming wordt opgewekt door een HR017 ketel van Remeha (Quinta) van 65 Kw. Warmte wordt middels water (Radiatoren) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Het gehele gebouw wordt middels natuurlijke ventilatie geventileerd. Bevochtiging Er is geen sprake van bevochtiging. Koeling Er is geen sprake van koeling. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen met 2 lampen van 36watt en spaarlampen. Alle ruimtes zijn voorzien van aanwezigheidsdetectie. De verlichting is in goede staat. Apparatuur Er zijn enkele computers aanwezig t.b.v. van leshulpmiddelen.
72
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bouwdeel ABC Zernikeplein 7 Algemeen Het bouwdeel ABC van het economiegebouw is gebouwd in 1985 en bestaat uit drie verdiepingen. Het bouwdeel wordt gebruikt ten behoeve van kantoren en onderwijs. Het pand is verder meerdere malen technisch gerenoveerd. Het gebouw wordt verwarmd en geventileerd van maandag tot en met vrijdag van 7:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Het pand is gebouwd in 1985 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. De kozijnen zijn voornamelijk voorzien van dubbelglas. Deels wordt er gebruik gemaakt van HR++ glas. De isolatiegraad is over het algemeen redelijk. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1985) Vloer: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1985) Dak: Rc: 1.30 m2.K/W (bouwjaar 1985) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 30% Dubbelglas (allu, th, ond. ) Beglazing: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 30% HR++ (allu, th, ond.) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt primair geleverd vanuit het algemene ketelhuis in bouwdeel F (WKK). Secundair zijn in bouwdeel ABC de volgende ketels opgesteld welke in piekvraag (met name wanneer WKK onvoldoende capaciteit levert) van warmte kunnen voorzien. Beide ketels hebben bouwjaar omstreeks 1990:
1x Rendamax 500 Kw VR gasketel 1x Rendamax 467 Kw VR gasketel
Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels lokale elektrische boilers. Ventilatie Er is sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie in het gehele pand. De volgende LBK’s zijn over de verschillende bouwdelen (A B en C) aanwezig in het pand. LBK Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel ruimtes Bouwdeel Bouwdeel
Omschrijving A A B B
lange vleugel korte vleugel Restaurant Bg (2 LBK’s) Grote collegezaal en overige
C gehele begane grond C Reproruimte
Gebalanceerd, Gebalanceerd, Gebalanceerd, Gebalanceerd,
Debiet m3/h Verwarming, koeling, kantherm Verwarming, koeling, kantherm Verwarming, twincoil. Verwarming.
Gebalanceerd, Verwarming. Gebalanceerd, Verwarming.
16.000 7.500 15.000 19.000
1.3 1.3 6 6
20.000 1.000
6.4 6.4
73
v.v.
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Bouwdeel B (2 en 3de) verdieping wordt gekoeld middels 4 separate airconditioningsystemen. Geheel bouwdeel A wordt gekoeld door middel van de WKO. Bouwdeel C en de begane grond van bouwdeel B worden niet gekoeld. Verlichting In het pand wordt, op een aantal ruimtes na waarbij T5 verlichting met aanwezigheidsdetectie wordt gebruikt, overwegend gebruik gemaakt van conventionele verlichting en spaarlampen. De begane grond van geheel bouwdeel C is daarbij voornamelijk voorzien van spaarlampen. De armaturen op de begane grond van bouwdeel B zijn voor een groot deel in slechte staat. De rest van de armaturen zijn in goede staat. Apparatuur In het pand is erg apparatuur aanwezig zoals: - Computers. - “laptop eilanden”. - Printers en kopieerapparaten. - Televisies en andere multimedia apparatuur.
74
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
De Appel Algemeen Het bouwdeel Appel van het economie gebouw aan het Zernikeplein te Groningen is gebouwd in 1994 en bestaat uit 1 verdieping. Het gebouw bestaat uit een hal en grote zaal tbv van congressen of andere bijeenkomsten. Het gebouw wordt van maandag tot en met vrijdag verwarmd en geventileerd van 6:30 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Het bouwdeel is gebouwd in 1994 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (1994) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (1994) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (1994) Beglazing Gang: U : 5.40 W/m2.K, ZTA 70% enkelglas (incl. allu, th, ond. kozijn) Beglazing Zaal: U : 3.30 W/m2.K, ZTA 70% dubbelglas (incl. allu, th, ond. kozijn) Verwarming Warm water wordt opgewekt vanuit het ketelhuis van gebouw F met: 2x WKK - 475 Kw Elektrisch en 721 Kw Thermisch. 2x Viessmann Vertomat 1025 Kw VR gasketel. 1x Viessmann Triplex 975 Kw VR gasketel. Warmte wordt middels water (Radiatoren) en lucht (LBK’s) afgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Het gehele gebouw wordt middels gebalanceerde mechanische ventilatie geventileerd. Hiertoe zijn twee toevoerkasten aanwezig en een aantal afzuigventilatoren. Er is geen sprake van warmteterugwinning. Een van de kasten is voorzien van een hoog/laag regeling, welke handmatig continu op hoog is geschakeld. Er wordt een ventilatievoud van 3.8 gehanteerd. Bevochtiging Er is geen sprake van bevochtiging. Koeling De ruimtes worden middels lucht gekoeld, welke koude krijgen van de WKO installatie. Verlichting In het pand wordt gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen met 1 lamp van 58 watt met dimregeling en daarnaast ter accent spaarlampen van 48 watt. De verlichting is in goede staat. Apparatuur Er is geen noemenswaardige apparatuur aanwezig.
75
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Van Olst Toren Algemeen Het pand aan het Zernikeplein 7 betreft een pand met kantoor en onderwijsfunctie en is gebouwd in 2005. Het pand is 6 dagen per week in gebruik. Maandag tot en met donderdag van 7.00 t/m 22.30. Vrijdag tot 19.00. Bouwkundige constructies De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2,53 m2.K/W (op basis bouwjaar) Vloer: Rc: 2,53 m2.K/W (op basis bouwjaar) Dak: Rc: 2,53 m2.K/W (140mm isolatie) Beglazing: U : 2.20 W/m2.K, ZTA 60% HR++glas (aluminium kozijn) Delen van de zonbelaste ramen zijn voorzien van buitenzonwering in de vorm van horizontale jaloezieën. Verwarming Warmte wordt geleverd vanuit het centrale ketelhuis in bouwdeel F. De aanvoertemperatuur bedraagt maximaal 80 graden. Warmte wordt geleverd aan o.a. de volgende groepen: Alle luchtbehandelingskasten Betonkernactivering Convectoren/naverwarmers Ventilatie In het pand is m.u.v. de 8e en 9e verdieping sprake van mechanische afvoer en natuurlijke toevoer via roosters en te openen ramen. Op de 8e en 9e verdieping is sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie met verwarming, koeling en warmteterugwinning middels twincoil. Ventilatie middels diverse luchtbehandelingskasten. In een aantal ruimten is sprake van lucht toe‐ en afvoer per ruimte. Er is echter ook sprake van afvoer via de centrale hal, waarbij de lucht vanuit de ruimten via de centrale hal wordt afgezogen. De luchtbehandelingskasten zijn voorzien van verwarming en met uitzondering van het zwembad ook van koeling. In de meeste luchtbehandelingskasten is sprake van warmteterugwinning middels twincoils. Uitzonderingen zijn de luchtbehandelingskasten ten behoeve van de kleedruimten, de danszaal/gymzaal/welness en het zwembad. De luchtbehandelingskast van het zwembad is voorzien van een warmtepomp, welke warmte ontrekt uit de afvoerlucht. De luchtbehandelingskasten ten behoeve van de sporthal, het auditorium en het zwembad zijn voorzien van debietregeling Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. 76
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Koeling Koude wordt geleverd via de WKO installatie van het sportcomplex Willem Alexander. Koude wordt slechts geleverd t.b.v. de 8e en de 9e verdieping. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels een gasgestookte HR‐ketel in combinatie met een boiler. De ketel heeft een vermogen van 120 kW. Verlichting In het pand wordt gebruikt voornamelijk gebruikt gemaakt van energiezuinige hoogfrequente TL‐ verlichting. In de kantoren is sprake van aanwezigheiddetectie en daglichtregeling. Apparatuur In het bouwdeel zijn voornamelijk computers, printers en kopieerapparaten aanwezig.
77
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bouwdeel E + Atrium Algemeen Het bouwdeel E + Atrium van het economiegebouw is gebouwd in 1995 (E) en 2007 (Atrium) en bestaat uit vier verdiepingen. Het Atrium wordt gebruikt als hal en kantine en verbindt bouwdeel E en ABC met elkaar. Bouwdeel E wordt gebruikt voor kantoren lesruimtes en de bibliotheek. Het bouwdeel wordt van maandag tot en met vrijdag verwarmd en geventileerd van 8:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Bouwdeel E is gebouwd omstreeks 1995 en het Atrium omstreeks 2007. De isolatiegraad is derhalve goed. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (bouwjaar >92) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar >92) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar >92) Beglazing E: U : 2.90 W/m2.K, ZTA 70% Dubbelglas (Houten kozijn) Beglazing Atrium: U : 3.30 W/m2.K, ZTA 70% Dubbelglas (All. Th. Ond. kozijn) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water voor de verwarming wordt opgewekt vanuit het ketelhuis van gebouw F. De volgende systemen zijn hier opgesteld, allen met bouwjaar omstreeks 1995: 2x WKK - 475 Kw Elektrisch en 721 Kw Thermisch 2x Viessmann Vertomat 1025 Kw VR gasketel 1x Viessmann Triplex 975 Kw VR gasketel Warmte wordt middels water (Radiatoren, betonkern) en lucht (LBK’s) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels een gasboiler waar een circulatieleiding op is aangesloten. Ventilatie Er is sprake van gebalanceerde mechanische ventilatie in het bouwdeel. Hiervoor zijn vijf LBK’s opgesteld. Hiervan verzorgen drie LBK’s de ventilatie voor het Atrium. Hiervan verzorgt 1 LBK de toevoer en 2 LBK’s de afvoer. De volgende tabel geeft de kenmerken weer. LBK
Omschrijving
Atrium Gebouw E, LBK 1 Gebouw E, LBK 2
Gebalanceerd, Verwarming, Twincoil, Toerenregeling Gebalanceerd, Verwarming, Warmtewiel, Toerenregeling Gebalanceerd, Verwarming, Warmtewiel, Toerenregeling
Debiet m3/h 18.305 20.500 34.500
v.v. 0.43 2.64 2.64
78
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bevochtiging Er is geen sprake van stoombevochtiging. Koeling Het Atrium wordt gekoeld middels betonkernactivering in de vloer welke is aangesloten op de WKO. Bouwdeel E wordt niet gekoeld. Verlichting In het pand wordt overwegend gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen met lampen van 36watt. In de Kantine hangen gaslampen. De verlichting is in goede staat. Apparatuur Het atrium is voorzien van een kantine met de nodige apparatuur. In gebouw E zijn voornamelijk computers te vinden. Ook zijn er een aantal praktijk ruimtes waar tapwater wordt gebruikt en ook koelapparatuur.
79
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bouwdeel I Zernikeplein Algemeen Het bouwdeel I van het economie gebouw aan het Zernikeplein te Groningen is gebouwd in 2002 en bestaat uit 3 verdiepingen. Het gebouw bestaat voornamelijk uit kantoorruimtes en onderwijsruimtes waarbij er aan de kop van het gebouw een in verhouding grote informatica ruimte is. Het bouwdeel wordt verwarmd van maandag tot en met vrijdag van 7:00 uur tot 22:00 uur. Bouwkundige constructies Het bouwdeel is gebouwd in 2002 en is volgens de destijds geldende voorschriften geïsoleerd. Het bouwdeel is derhalve goed geïsoleerd. De volgende isolatiewaarden zijn gehanteerd: Geveldelen: Rc : 2.53 m2.K/W (bouwjaar 2002) Vloer: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 2002) Dak: Rc: 2.53 m2.K/W (bouwjaar 2002) Beglazing oud: U : 2.20 W/m2.K, ZTA 70% HR++ (incl. allu ther. ond. kozijnen) De zonbelaste delen zijn voorzien van screens. Verwarming Warm water wordt opgewekt door middel van 4 Quinta 65Kw HR107 ketels. Warmte wordt middels water (Radiatoren) doorgegeven in het gebouw. De radiatoren zijn voorzien van thermostaatkranen. Warm tapwater Warm tapwater wordt opgewekt middels elektrische boilers. Ventilatie Het gehele gebouw wordt middels natuurlijke ventilatie geventileerd Bevochtiging Er is geen bevochtiging aanwezig. Koeling De informatica ruimte wordt gekoeld middels een lokale compressorunit. Verlichting In het pand wordt overwegend gebruik gemaakt van energiezuinige hoogfrequente armaturen met 2 lampen van 36watt. Hierbij is sprake van aanwezigheidsdetectie. De verlichting is in goede staat. Apparatuur Qua apparatuur staan er voornamelijk computers en ander kantoor apparatuur zoals printers en kopieerapparatuur.
80
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
Bronvermelding Energieprestatie advies
Verklarende afkortingenlijst MJA
-
Meer Jaren Afspraken
MJV
-
Milieu jaarverslag
81
Energie Efficiency Plan – Hanzehogeschool Groningen
EEP
-
Energie Efficiency Plan
EPA
-
Energie Prestatie Advies
EPBD -
Energy Performance Building Directive
EVK
-
Energie verbruik kengetal
UES
-
Uitgebreide Energie Studie
WKK
-
Warmte Kracht Koppeling
LBK
-
Luchtbeandelingskast
VR
-
Verbeterd rendement
HR
-
Hoog rendement
82