MALLEGATSLUIS TOEGANGSPOORT TOT GOUDA
een Monument van een Schip GOUDA
MALLEGATSLUIS
Wat gaan we doen.. Kaas halen bij den Hollander Arie en Cornelis staan op het dek van het schip de ‘Greetje’. De ‘Greetje’ is een schip dat lading over de rivieren van Nederland vervoert. Arie en Cornelis wonen aan boord. Ze hebben nog drie broertjes. Samen met hun ouders wonen en werken ze op het schip. Arie’s vader is de schipper van de ‘Greetje’. Ze varen over de IJssel naar Gouda om kaas te halen.
Het is druk op het water. Overal waar Arie kijkt, ziet hij schepen. Grote binnenvaartschepen, stoomschepen en kleinere scheepjes. Het is het jaar 1900. Gouda ligt in die tijd aan één van de belangrijkste vaarroutes van Nederland. Duizenden schepen varen over deze route om handel te drijven. In het Nederland van 1900 liggen maar weinig wegen. De snelste manier om je te verplaatsen is met de trein. De postkoets is ook snel. De koets wordt getrokken door paarden. Soms reizen behalve de post, ook mensen mee. Een andere manier om handel of mensen te vervoeren is via het water. Omdat Nederland heel veel water heeft, kan je met een schip bijna overal komen.
Kaas halen
1
In Gouda liggen veel pakhuizen en bedrijven. In een van de pakhuizen ligt de lading kaas die Arie en zijn familie naar Maassluis moeten verschepen. De kaas wordt later op een zeeschip naar Engeland gezet. Om bij het pakhuis aan de singel te komen, varen ze door de sluis. Een van de belangrijkste toegangen tot de singel.
Opdracht 1 Handel wordt vervoerd. Dat ging in 1900 soms op andere manieren dan tegenwoordig. Geef in het onderstaand schema aan hoe het vervoer vroeger ging, en hoe nu. Wat 1. post
2. zand
3. mensen
4. voedsel
Vervoer vroeger
Vervoer nu
Sluis De ‘Greetje’ komt steeds dichter bij Gouda. Overal liggen schepen langs de wal te wachten om door de sluis te gaan. Aan één van die schepen dichtbij de sluis, maakt vader de ‘Greetje’ langszij vast. Hij zegt: “Zo jongens, ik ga eens kijken wanneer we de sluis door mogen.” Hij klimt op de wal en loopt naar het schipperswachtlokaal. Het is er een drukte van belang. Door de grote drukte zijn er vaak lange wachttijden. Soms van uren, soms wel van dagen! Omdat iedereen als eerste de sluis door wil, staat er een schipperswachtlokaal. Daar wachten de schippers op hun beurt om door de sluis te mogen. De baas van het wachtlokaal is de sluiswachter. De sluiswachter geeft de schippers een nummer. Daarop staat wanneer ze met de schut mee mogen.
2
Hoe werkt een sluis? Het water in de Ijssel ligt hoger dan het water in de singel. Er zit wel twee meter verschil tussen. Om het schip van het hoge water naar het lage water te brengen, gebruik je een sluis. De sluis werkt als een lift. Als een schip de singel opgaat vaart ze de schutkolk in. Er passen ongeveer drie schepen tegelijk in. Het water in de schutkolk is net zo hoog als dat van de rivier. De sluisdeur aan de rivierkant gaat dicht. Aan de andere kant, bij de singel, gaan de deuren langzaam open. Zo stroomt het water uit de schutkolk de singel in. Het schip zakt met het water naar beneden. Als het waterniveau gelijk is, kunnen de schepen de singel opvaren. Als ze de rivier weer op varen, gebeurt het omgekeerde. De deuren bij de singel gaan dicht. De deuren aan de rivierkant gaan langzaam open. Het water van de rivier stroomt de kolk in en tilt het schip omhoog. Als het waterniveau gelijk is vaart het schip verder.
“Kijk, daar komt vader terug van het schipperswachtlokaal!” roept Arie. “Wanneer mogen we de sluis door?” Hij rent vader op zijn klompen tegemoet. “Dat duurt nog wel even, we hebben nummer 74”, zegt vader, “maar dat komt goed uit jongens, tijdens het wachten plegen we onderhoud aan het schip. Er zit een scheurtje in de fok, dat moet gerepareerd worden. We hebben ook wat spullen voor de tuigage nodig. Bij de firma Endenburg kunnen we alles kopen. Cornelis, jij blijft hier bij je moeder en je broertjes. Jullie maken het schip klaar om de sluis door te gaan. Arie, jij loopt met mij mee.”
De ‘Greetje’ is een zeilschip. Ze vaart op de wind. De zeilen moeten in de juiste richting staan om vooruit te komen. Met de tuigage van het schip bestuur je de zeilen. Met de touwen, draden en blokken zorgt de schipper ervoor dat de zeilen zoveel mogelijk wind vangen.
Nederlandsche schippersalmanak 1922. Uitgeverij Born Assen
Onderhoud
Touwen en blokken tekening Bart Vermeer
3
IJsseltjalk op de rivier collectie G.H. Boshuyer
De stad in Arie en vader lopen over de sluisbrug naar de singel. Arie ziet de schepen op het water krioelen. Het is druk bij de pakhuizen. Hij kijkt zijn ogen uit. Overal gebeurt wel iets! Op de kades spelen kinderen met knikkers, vrouwen met grote rokken vegen de straat aan en de verkopers verkopen kaarsen uit de fabriek. “Wat stinkt die kaarsenfabriek hè Arie!” zegt vader. Arie ruikt de weeïge geur van het gesmolten kaarsvet. Er lopen mannen met houten karren waarop allerlei spullen liggen. De ijzeren banden klinken hard op de keien. Ze lopen de werkplaats bij Endenburg binnen en doen hun bestelling. “Haal de handel maar op bij de schuur naast het pakhuis van den Hollander” zegt de man achter de toonbank. Vader betaalt en ze lopen weer terug naar het schip. “We zullen nu onderhand wel aan de beurt zijn” zegt vader tegen Arie. “Laten we maar wat doorlopen!”
4
Gouda vanaf het water met rechts de kaaspakhuizen van den Hollander
Knikkeren, collectie speelgoedmuseum Deventer
Manoeuvreren Moeder kijkt over de kade of ze vader en Arie al aan ziet komen. Ze heeft inmiddels het schip klaargemaakt om de sluis door te gaan. Cornelis heeft haar natuurlijk goed geholpen. “Daar heb je ze!” roept Cornelis. Al gauw staan Arie en vader op hun plaats.
De ‘Greetje’ is een zeilschip en heeft geen motor. Om de sluis binnen te komen maakt de schipper gebruik van hulpmiddelen. Daarmee manoeuvreert hij het schip op de juiste plek. Allemaal hebben ze hun eigen taak. Opeens roept de wachter: “nummer 73, 74 en 75, naar binnen!” “Mooi op tijd!” zegt vader. Hij pakt de meterslange vaarboom en zet met veel kracht af tegen de modderige ondergrond. Arie staat aan het roer. Cornelis gooit een touw naar een schipper op de wal. Zo varen, duwen, slepen en trekken ze de ‘Greetje’ op mankracht de sluisbak in. Na een tijdje is het water in de sluis op hetzelfde niveau als in de singel. De poorten gaan open. Het schip glijdt zachtjes de singel in. “We liggen goed, jongens”, zegt vader. Het zweet staat hem op zijn voorhoofd. Ze hebben een plek bij de algemene aanlegplaats gekregen. De ligplaatsen voor het pakhuis, waar de kaas is, zijn allemaal bezet. Voorlopig moeten ze hier bij de Bogen blijven liggen.
5
De sluis in, Uit ‘Hou je roer recht’, uitgeverij Zomer & Keunings
Opdracht 2 Aan boord heeft iedereen zijn eigen taak. Hoe is dat bij jou thuis? Schrijf op waarmee je thuis helpt.
Boodschappen doen “Zo,” zegt moeder, “nu is het mijn beurt om Gouda te gaan verkennen. Ik ga naar de vismarkt. Vanavond eten we baars!“ Ze pakt een grote rieten mand om haar boodschappen in te doen en loopt over de loopplank naar de wal. De vismarkt is dichtbij. Ze koopt er een vis en wat brood. Moeder loopt terug naar het schip. Ze ziet de veerpont aankomen. Er komt een vrouw met een grote mand eieren aan wal. “Verse ei’reeeeeeeeeeeen” klinkt het. Moeder loopt snel naar de vrouw toe. Verse eieren! Daar kan ze er wel een paar van gebruiken. Op het schip maakt ze een vuurtje in het fornuis. Het vuurtje maakt ze van turf. Turf is een brandstof. Je gebruikt het om kachels en ovens te laten branden.
Opdracht 3 In de laat-negentiende eeuw gebruikten ze vooral turf, steenkool en hout als brandstof voor kachels en fornuizen. Tegenwoordig gebruiken we andere energiebronnen als we willen koken of warm willen blijven. Weet jij welke energiebronnen we tegenwoordig gebruiken? Noem er minstens vier.
1 2 3 4 6
De binnenstad van Gouda met rechts de vismarkt
Tuigen Vader en Arie lopen nog snel naar de opslagplaats van Endeburg. Ze nemen de fok en de tuigage mee. “Na het eten gaan we ermee aan de slag, Arie” zegt vader. Arie moet weten hoe hij een schip moet tuigen en repareren. Dan kan hij het later bij zijn eigen schip zelf doen. Arie is er trots op dat hij het vak van zijn vader leert. Nadat de tuigage is opgehangen en de fok weer op zijn plek hangt klinkt er muziek bij het cafeetje aan de Bogen. Er zit een man met een accordeon. Arie en Cornelis gaan een kijkje nemen. Moeder legt de kleintjes in hun kooi. Vader trekt een ander hemd aan. “Ik ga met de jongens mee. Iemand moet toch een oogje in het zeil houden!” zegt hij tegen zijn vrouw. Hij geeft moeder een knipoog en een zoen. “Goed hoor,” zegt moeder lachend. Ze loopt naar het dek en gaat even op een luik zitten. Morgen naar Leiderdorp. Zo kom je nog eens ergens!
7
De zeilen van de Greetje:
De trekpiano zingt. Uit ‘Behouwe vaart’, uitgeverij Zomer & Keunings
grootzeil
fok
kluiver. Tekening Bart Vermeer
MALLEGATSLUIS Woordenlijst
Baars
Schipper
Zoetwatervis
De baas op een schip.
Binnenvaartschepen
Schipperswachtlokaal
Schepen die over de rivieren van Nederland varen om lading te kopen en te verkopen
Huisje waar de schippers moesten wachten om de sluis door te mogen. Omdat de wachttijden lang waren kon je er ook iets eten en drinken.
Bolder
Een paaltje op de wal waar je een touw aan vast kunt maken. Het touw zit vast op een uitsteeksel aan het schip. Zo blijft het schip liggen.
Schutten
Bogen
Kolk
Een sluis waarmee je van het ene waterniveau naar het andere vaart. Een schip vaart de sluis binnen. De deuren sluiten. Het water loopt in of uit de schutkolk tot het waterniveau is gelijk aan het water waar het schip heen wil. Dan openen de deuren en kan het schip verder varen.
Ruimte tussen de deuren van de schutsluis
Sluiswachter
Kooi
Slaapplaats aan boord van een schip
Hij opent en sluit de deuren. Hij zorgt ervoor dat het in en uit varen van schepen goed verloopt.
Langszij vastgemaakt
Stoomschepen
Aan de zijkant van het schip vastgemaakt
Schepen die door een stoommachine worden aangedreven
De naam van de kade en een straat langs het water in Gouda Fok
Zeil aan de voorkant van een schip
Loopplank
Een stevige plank met het ene eind op de wal, het andere op het schip
Een schip door de sluis laten gaan. Schutsluis
Tuigage
Manoeuvreren
Touwen, blokken, staaldraden waarmee het schip de zeilen kan besturen
Het schip de juiste richting op duwen, trekken of slepen
Turf
Roer
Stukken, gedroogde, veengrond zo groot als bakstenen. Het werd gebruikt om de kachel, fornuis of oven mee te laten branden
Daarmee stuur je het schip
Vaarboom
Lange stok die op de bodem van het vaarwater wordt gezet om het schip te manoeuvreren. Veengrond
Grond die uit veenaarde bestaat. De grondsoort is samengesteld uit gedeeltelijk vergane plantenstoffen. De grond komt meestal uit het moeras. Het is een grondstof voor turf. De veengrond wordt gestoken, gedroogd en dan heb je turf om de kachel mee te laten branden. Veerpont
Boot die tussen twee oevers heen en weer vaart om personen en goederen over te zetten Wal
Het vaste land
8
MALLEGATSLUIS Een Monument van een Schip Colofon
Een Monument van een Schip werd ontwikkeld in opdracht van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Het Erfgoedhuis Zuid-Holland is een provinciaal expertise-, informatie- en servicecentrum dat in 1999 is opgericht. Sindsdien is het Erfgoedhuis gegroeid tot een breed, dienstverlenend expertisecentrum, dat in heel Zuid-Holland professionele producten levert aan musea, archieven, cultuurhistorische stichtingen en verenigingen, overheden, scholen en particulieren. Het werk van het Erfgoedhuis wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Provincie Zuid-Holland. Wij helpen erfgoed in Zuid-Holland behouden, benutten en beleven.
Basisscholen kunnen zich aanmelden bij:
Erfgoedhuis Zuid-Holland, afdeling Erfgoededucatie Secretariaat: Greet Bakkum e-mail:
[email protected] tel: 015 215 43 59
Bezoekadres
Oude Delft 116, Delft
Postadres
Postbus 3092, 2601 DB Delft
Mallegatsluis
De Mallegatsluis is deel twee van de lesbrief, Een Monument van een Schip Het is toegestaan hier van kopieën te maken voor gebruik in het onder wijs
Tekst
Maaike Roos, Rotterdam
Vormgeving
HMP 22.8 Delft, Hans Boshuyer
Illustraties
Sophie Mejan, Rotterdam
Afbeeldingen
Gemeentearchief Gouda, tenzij anders aangegeven
Met dank aan
De Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig Centrum Educatieve Dienstverlening-Groep, Rotterdam
9
c Erfgoedhuis ZH, oktober 2006