Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
Van wagenplein tot toegangspoort De verander(en)de betekenis van het Stadionplein
Jouke van der Werf
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
Samenvatting - Van Wagenplein tot toegangspoort Sinds de periode 1929-1939, toen de woningbouw rond de De Tuyll van Serooskerkenweg tot stand kwam, veranderde de betekenis van het Stadionplein sterk. Gelegen aan de meeste westelijke punt van Plan Zuid van Berlage, fungeerde het tijdens en na de Olympische Spelen van 1928 lange tijd als een soort wagenplein. Eigenlijk is het verhaal van het Stadionplein een afwisseling van toevalligheden en daarop reagerende plannen. Het oude stadion werd in 1914 aan de Amstelveenseweg gebouwd. Dit bepaalde de plaats van het Olympisch Stadion. Het wegverkeer voor auto’s dat van de Amstelveenseweg kwam, werd langs de westzijde van het Stadionplein geleid, richting Amstelveen. Na de Olympische Spelen hield de gemeente deze route in het ontwerp voor de nieuwe wijk rond de Van Tuyll van Serooskerkenweg aan, waardoor er aan de noordzijde van het plein geen woningbouw kwam. Het stadionplein bleef vooral een parkeerplaats dat ten dienste stond van het stadion. Na de Tweede Oorlog werd de stad op basis van het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934 fors uitgebreid. De daarin voorziene ringweg draaide uiteindelijk uit op een snelweg rond de stad met een afslag naar de Amstelveenseweg. Daardoor kreeg het Stadionplein de betekenis van een toegangspoort tot de stad. Terwijl het Algemeen Uitbreidingsplan van Van Eesteren bedoeld was voor de stad als geheel, ontwierp Berlage Plan Zuid voor een beperkt gebied aan de zuidkant van de stad. De dragers van het plan waren de Apollolaan en de Amstelkanalen. Bij het Muzenplein ligt de scheiding tussen het oostelijk deel met de monumentale vork van Vrijheidslaan, Churchilllaan en Rooseveltlaan en het westelijk deel met de Minervalaan als middenas. Dit deel spiegelde in zijn halve maans - vorm de grachtengordel, waarbij het Stadion aan de westrand kwam te liggen. Berlage had Plan Zuid ontworpen als een plan op hoofdlijnen; bij de invulling was hij slechts zijdelings betrokken. De bebouwing gebeurde op basis van stedenbouwkundige deelplannen van woningbouwcorporaties, particulieren en de gemeente. De architectonische vormgeving en de inrichting van de openbare ruimte stond onder toezicht van de Commissie Zuid. Na de Olympische Spelen van 1928 werd direct een begin gemaakt met de aanleg van de wijk rond de Van Tuyll van Serooskerkenweg. Tot op vandaag is de stadsstructuur en de architectuur van de bebouwing na de voltooiing eind jaren dertig niet meer gewijzigd. Het Stadionplein is een asymmetrisch plein, gelegd op het tracé van de Amstelveenseweg die daarvoor moest worden omgeleid. Aan de noordzijde kwam daardoor het knooppunt van de Amstelveenseweg, de Stadionweg en de Olympiaweg te liggen. Die asymmetrie ontstond, omdat de gemeente na de spelen vasthield aan de omleiding van het autoverkeer langs de oostzijde van het plein. De asymmetrie kreeg een tegenhanger in de aswerking van de Van Tuyll van Serooskerkenweg op de toren van het stadion die daardoor een symmetrische opzet suggereert. Het vormgeven van stedelijke ruimtes met behulp van gesloten bouwblokken, zo kenmerkend voor de Gordel ’20-’40, is overal in deze wijk zichtbaar: in de vormgeving van het noordelijk verkeersknooppunt, in de ruimte voor het plantsoentje op de kop van het zuidelijk blok, de kleine inspringingen in de blokken aan weerszijden van de speelplaats, in de ritmering van de portieken en erkers en in de omsluiting van het Van Tuyll van Serooskerklenplein. In feite is de as van de Van Tuyl van Serooskerkenweg een monumentale opeenvolging van kamers. Door de uitvoering van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van 1934 werd het Stadionplein in de samenhang van de stad als geheel getrokken. Van Eesterens inbreng in het ontwerp van het Stadionplein gebeurde toen hij nog werkzaam was bij Jan Wils, de architect van het stadion. Hij stelde voor om het Stadion terug te zetten van de Amstelveenseweg waardoor een voorplein ontstond. Hij tekende ook een schets voor het plein zelf, dat vooral bedoeld was als parkeerplaats. Bij de uitvoering van het AUP zocht Van Eesteren naar een evenwicht tussen het afmaken van de wijken uit de jaren dertig en een contrast met de opzet van de nieuwe wijken als Buitenveldert. In het gebied rond het Stadionplein was niet, zoals bij Landlust of de Westlandgracht, veel ruimte om Plan Zuid af te maken. Twee elementen uit het AUP waren voor de betekenis van het Stadionplein van groot belang. Van Eesteren had parallel aan de ringspoorweg een ringweg geprojecteerd die de wijken rond de stad moest verbinden. Het andere element was het verlangen het groen tot diep in de stad door te laten dringen door middel van groene scheggen. Aan de zuidkant kwam om die reden het Amsterdamse Bos met in het verlengde het Nieuwe Meer en de zuidelijke schinkeleilanden die voor sport en recreatie werden bestemd. De ringweg zoals Van Eesteren die in het AUP had opgenomen had nog
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
geen gevolgen voor de Amstelveenseweg. De verbinding met Den Haag werd toen nog vanuit het tuinbouwgebied bij Sloten over de ringspoorweg naar het Hoofddorpplein en via een brug over de Schinkel naar het Haarlemmermeerplein gedacht. Met de aanleg van de A10 in de jaren zestig en zeventig kwamen er ook afritten naar de Amstelveenseweg tot stand. Hierdoor werd een verbreding van deze weg ten noorden van de snelweg nodig. De aansluiting van de Amstelveenseweg op de snelweg had tot gevolg dat het Stationplein van een tussenstop op weg naar Amstelveen veranderde in een entreegebied tot de stad. Verkeer vanuit alle delen van het land komt hier Amsterdam binnen Het betekende bovendien dat het plein in de invloedsfeer kwam te liggen van de as Schiphol – Zuidas - Rai. Zeker nu de A10 zich steeds meer ontwikkelt tot een binnenring die ook door Amsterdammers wordt gebruikt om van de ene wijk naar de andere te komen. Het Stadion is niet meer alleen een buurt-, maar ook een stadsplein geworden, al blijft het voor velen alleen voor het parkeren bruikbaar. Omdat het stadionplein aan de rand ligt van wat als Plan Zuid ontworpen werd, komen hier twee stedenbouwkundige visies samen. Berlage bouwt met woningbouw stedelijke ruimtes, het groen beperkt zich nog tot plantsoenen en boombeplanting langs de straten. Van Eesteren houdt de ruimtes open en zorgt ervoor dat overal het groen diep de stad binnendringt. Bovendien kwam op basis van het AUP een verkeersstructuur tot stand waardoor het Stadionplein dat aan de rand van de stad lag, werd opgenomen in een groter stedelijk verband en een belangrijke toegangspoort kon worden voor stad als geheel.
Jouke van der Werf/BMA 23.10.2006
3
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
Stadionplein: een biografie Tot 1900: Het Stadionplein en omgeving bevindt zich in de Buitenveldertse Binnenpolder. De Amstelveenseweg liep over de dijk die de polder aan de westzijde afsluit. Het gebied ten westen daarvan was tot aan de Schinkel een moerasachtig buitendijks land. Nog tot ver in de 20ste eeuw had de polder een landschappelijke verkaveling met agrarische bedrijvigheid en bevonden zich voornamelijk boerderijen aan weerszijden van de Amstelveenseweg. Het landelijke weggetje over de dijk was eeuwen lang een van de weinige uitvalswegen naar het zuiden. De polder behoorde tot de annexatie van 1896 tot de gemeente Nieuwer Amstel. Rond 1900 rukte vanuit het noorden de verstedelijking op en verscheen er aan weerszijden van de weg steeds meer bebouwing.
Detail plattegrond Amsterdam 1900
Amstelveenseweg rond 1900
1912-1914: De opening van het stadion van Harry Elte vond plaats, aan de zuidrand van Amsterdam met een voorplein aan de Amstelveenseweg. Op de kaart links van rond 1920 is het maaiveld voor een deel van de stadionbuurt al opgehoogd, op basis van het uitbreidingsplan van Berlage .
Detail plattegrond 1920
Stadion van Harry Elte uit 1914
4
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1917: Plan Zuid werd in 1917 gepubliceerd en daarin had Berlage het stadion van Elte geïntegreerd. Het Uitbreidingsplan van Berlage is een plan op hoofdlijnen. De invulling gebeurde op basis van plannen van woningcorporaties, van de gemeente en particulieren, maar de architectonische vormgeving stond onder toezicht van Commissie Zuid, een soort schoonheidscommissies van gemeentelijke ambtenaren en architecten. Berlage is daar slechts zijdelings bij betrokken. Berlage nam voor zijn plan de loop van de Amstelveenseweg vanwege haar historisch belang als één van zijn uitgangspunten. Hij trekt deze wel recht. Aan weerszijde van de schuin lopende weg projecteerde hij grof aangegeven wijken. Aan de Schinkel had hij een industrieterrein gedacht. De Amstelkanalen vormen samen met enkele verkeersassen de ruggengraat van zijn plan en worden rond het ten westen van de weg geprojecteerde wijkje met elkaar verbonden. Ter hoogte van Eltes stadion geeft hij een verbreding van het plein aan. De Amstelveenseweg kruist op de hoogte van de spoorbaan ten zuiden van Begraafplaats Buitenveldert de weg naar Den Haag Berlage plande geen plantsoen in de buurt van het Stadion of aan weerszijden van de Schinkel, wel geeft hij aan hoe de straten aan weerszijden beplant zouden kunnen worden.
Uitbreidingsplan Amsterdam Zuid van H.P. Berlage, 1917
1920: Het opspuiten en verhogen van het terrein waar Plan Zuid gepland wordt begonnen. Het eerste wijkje ten westen van de boerenwetering en ten zuiden van het Noorderamstelkanaal is de Stadionbuurt dat in de periode 1921-1935 wordt ingevuld. Anders dan veelal gedacht wordt heeft het nooit als Olympisch dorp gefungeerd. De invulling van het westelijk deel van Plan Zuid kwam pas echt op gang na de Olympische spelen.
5
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1928: Het Stadionplein wordt in 1928 aangelegd als parkeer en manifestatieplein tussen het oude stadion en het Olympisch Stadion. Wils streeft in opdracht van het NOC naar een gelijkwaardigheid van alle sporten, geen gebouw is echt dominant. De ligging van het oude stadion bepaalt de positie van het Olympisch Stadion omdat Wils een goede relatie wil met het wat toen nog het Van Tuyllplein heette. Hij plaatst het Olympisch Stadion noord-zuid zodat de sporters in de middag, wanneer de meeste wedstrijden gespeeld worden, minder hinder hebben van de zon. Naar eigen zeggen stelde Cornelis van Eesteren, op dat moment in dienst van Jan Wils, voor om het Stadion niet pal aan de Amstelveenseweg te plaatsten. Het stadion wordt teruggezet van de weg, zodat ook een voorplein ontstaat. Het ontwerp voor het eerste grote parkeerterrein is vermoedelijk van de hand van Van Eesteren. Hij verdeelt de verkeersstromen: de tram stopt bij de lus aan de Stadionweg, het voetgangersverkeer wordt langs de westkant geleid. Het autoverkeer wordt langs de oostzijde geleid, in het verlengde van de Amstelveenseweg. Er komt een bajonetknik in de Amstelveenseweg, om ruimte te maken voor het Stadionplein. De woningbouw op de hoek Stadionweg en Amstelveenseweg uit 1928 wijst in de richting van de brug over het nog niet voltooide Zuideramstelkanaal, de toren op de hoek markeert de toegang tot het plein. Er ontstaat een pleintje op het kruispunt van de Stadionweg, Olympiaweg en de Amstelveenseweg. Het Stadionplein fungeert in feite als een wagenplein aan de rand van stad.
Plattegrond van het manifestatieterrein van de Olympische Spelen, 1928
Luchtfoto van het Olympisch Stadionterrein tijdens de spelen, 1928
6
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1929: Na de Olympische Spelen wordt op de plek van het oude stadion een nieuwe wijk gebouwd. Het ontwerp is van de dienst Publieke Werken en wordt bijgesteld door de Commissie Zuid. De Van Tuyll van Serooskerkenweg met een brede middenberm wordt van deze nieuwe wijk de centrale as die zicht geeft op de toren van het Olympisch Stadion. In Berlages ontwerp liep het Zuideramstelkanaal direct langs Eltes Stadion. Om ruimte te maken voor de nieuwe wijk, wordt de loop van het kanaal naar het zuiden geduwd. Er ontstaat zo een opeenvolging van ruimtes vanaf het Van Tuyll van Serooskerkenplein naar het Stadion. Met woningbouwblokken worden deze ruimtes vormgegeven. Het woningbouwblok aan de zuidzijde van het Stadionplein wordt doorgetrokken om het plein een wand te geven. Bovendien wilde de gemeente zo het vervolg van de Amstelveenseweg voorbij het plein naar Amstelveen verduidelijken. De ontwerpers weten kennelijk niet anders dan dat het autoverkeer vanuit de Amstelveenseweg langs de oostzijde van het plein moet lopen. Om die reden kwam er geen woningbouw aan de noordzijde van het plein en opent het zich naar het kruispunt van de Stadionweg, de Olympiaweg en de Amstelveenseweg.
Rooilijnenplan van de dienst Publieke Werken, 1929
Detail plattegrond Amsterdam, 1929
7
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1929-1940; de Van Tuyll van Serooskerkenweg
8
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1937: De eerste Citroëngarage werd in 1937 naar een ontwerp van Wils gebouwd, min of meer op de plek van één van de twee sportgebouwen voor het stadion. In 1962 zou de andere garage worden neergezet. De architect ontwierp bovendien een betonnen toeschouwerring op het Olympisch Stadion. De Amstelveenseweg ten zuiden van het plein werd verbreed en een nieuwe monumentale brug was nodig, ontworpen door Piet Kramer en met beelden van Hildo Krop. Met het monumentale beeldhouwwerk vormt de brug een toegangspoort tot de stad. Aan de Amstelveenseweg, aan de overzijde van de brug, veranderde toen nog niet zoveel. Het bleef een lokale weg.
Citroëngragage, 1937
Brug over Zuideramstelkanaal die nog in aanleg is
De stedenbouwkundige situatie rond het plein in 1938, toen alle woningbouw in deze wijk gerealiseerd was, zou tot op vandaag de dag in feite gelijk blijven. Dit natuurlijk afgezien van de opeenvolgende herinrichtingen van de weg. Het Stadionplein zelf is een asymmetrisch plein op het traject van de Amstelveenseweg. Die asymmetrie ontstond door het knooppunt van de Amstelveenseweg, Stadionweg en Olympiaweg aan de noordzijde en het doortrekken van de Amstelveenseweg langs de oostzijde van het plein. Het knooppunt is op een voor Plan Zuid typische wijze met woningbouwblokken vormgegeven. De asymmetrie krijgt een tegenhanger in de aswerking van de Van Tuyll van Serooskerkenweg, die een symmetrisch plein suggereert. Wat na 1938 verandert, is niet zozeer de vorm van het plein, maar de betekenis die het krijgt voor de stad als geheel.
Luchtfoto van Stadionplein en omgeving uit 1947
9
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
Na 1945: In 1934 werd het Algemeen Uitbreidingsplan gepubliceerd, ontworpen door een team onder leiding van C. van Eesteren en Th. K. Lohuizen. Anders dan Plan Zuid, is dit een ontwerp voor Amsterdam als geheel. Zij werd in de decennia na de oorlog de leidraad voor het bepalen van de vraag waar gebouwd, gewerkt en ontspannen moet worden. Het plan omvat ook een voorstel voor de uitbreiding van lokale en interlokale verkeerswegen. Er worden bebouwingsvoorstellen gedaan voor de gebieden binnen de Ringspoorbaan en voor een groot gebied daarbuiten, zoals de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert. Het gebied rond het Stadionplein valt binnen de Ringspoorbaan. Binnen de Ringspoorbaan probeert Van Eesteren de vooroorlogse wijken zoals die rond het Stadion liggen, naar een eigen interpretatie van de Berlagiaanse stedenbouw af te ronden. Tegelijk zocht hij naar een contrast met de nieuwe wijken buiten de ringbaan. Vanuit het idee dat het groen tot ver in de stad moest doordringen, ontwierp hij groene scheggen zoals het Amsterdamse Bos in combinatie met de groene zones rond het Nieuwe Meer. Het Stadionplein staat hier min of meer mee in verbinding via de Schinkeleilanden, de Schinkel, het open gebied rond het IJsbaanpad en het Jaagpad. Recreatie en groenvoorzieningen kregen uit gezondheidsoverwegingen veel aandacht. Er kwam ruimte voor recreatie en sport in het Amsterdamse Bos en rond het Nieuwe Meer, op sportvelden ten zuiden van de ringweg en aan het IJsbaanpad en ten noorden van stadion. Al deze groenvoorzieningen moesten volgens de toelichting bij het AUP de samenhang tussen land en stad benadrukken. In het schema van verkeerswegen werd in het AUP een nieuwe ringweg geprojecteerd. Deze loopt ten zuiden van de begraafplaats Buitenveldert, over het tracé van Zuidelijke Wandelweg. De aanleg van de ringweg zet het idee van Berlage voor een verbinding met de Haagse weg meer naar het zuiden toe voort. Weliswaar voorzag het AUP ook al in een verbinding over de Schinkel, maar die zou moeten uitkomen bij het Haarlemmermeerplein. De uitvalsweg naar Den Haag startte nog steeds vanuit het Hoofddorpplein. In het AUP heeft de Amstelveenseweg slechts de functie van een lokale verbindingsweg. Naar het idee van Van Eesteren moest de Parnassusweg zelfs voor een ontlasting van de verkeersdruk zorgen. Tussen het Zuideramstelkanaal en de begraafplaats had woningbouw moeten komen, maar daar verrezen voornamelijk scholen (de Rietveldacademie) en kantoren.Ten westen van de Schinkel kwam wel industrie, zoals ook in het AUP was voorzien.
Detail uit het Algemeen Uitbreidingsplan , 1934
10
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1954 In 1954 wordt het Stadionplein voor het eerst heringericht. De hoofdverkeersweg werd nu langs het stadion gelegd, de oostzijde werd bestemd voor buurtverkeer. Het plein kreeg een bekleding van stelconplaten met daarin opgenomen twee sportveldjes en een rij bomen. Aan de noordzijde verschenen twee gebouwtjes, waaronder een voor ijsverkoop. Ze groeiden uit tot de bekendste snackbars van Nederland.
Stadionplein in 1958
11
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1960-1986 Eind jaren vijftig werd gestart met plannen voor de aanleg van de A10. Het eerste deel van de snelweg aan de westzijde ging in 1966 open, in 1972 volgde aansluiting van de rijksweg 4 en de zuidpunt van de ringweg en kwam de verbinding met de Amstelveenseweg gereed. Deze afslag kreeg onder meer voorrang vanwege de in dat jaar gehouden de Floriade in het Beatrix- en Amstelpark. Hiervoor moet de Amstelveense weg ten noorden van de snelweg worden verbreed. Deze aantakking werd belangrijk voor al het verkeer uit Den Haag en Rotterdam, temeer omdat de in het AUP voorziene Rotterdamseweg in het verlengde de Beethovenstraat er nooit zou komen. Door de afslag Amstelveenseweg werd de uitvalsroute vanaf het Hoofddorpplein ontlast. In 1991 werd de ringweg A10 rond de gehele stad geopend. Tot op heden is het gebied tussen de snelweg en het Stadionplein een wat rommelig, open gebied al werd met het SPVE uit 1989 wel geprobeerd om daar verandering in te brengen. Het jaren lang wat geïsoleerd liggende Burgerweeshuis kreeg gezelschap van het kantorencomplex Tripolis, ook ontworpen door A. Van Eyck. Het loopt naar de snelweg toe in hoogte op. Het Agogisch centrum en een kantoorgebouw aan de noordzijde van het IJsbaanpad verrezen tegenover het Burgerweeshuis en mochten niet hoger worden dan dit gebouw om het open, groene karakter van het gebied te behouden. Ter markering van de entree naar Amsterdam wordt een postuitgiftekantoor aan de oostzijde van Amstelveenseweg gebouwd. Aan de overzijde daarvan kwam een groot Advocatenkantoor op de plaats van de Pedagogische Academie. Samen met de uitbreiding van de Gerrit Rietveldacademie behoren deze gebouwen ook tot de westelijke uitloper van de plannen voor de Zuidas.
Schema van de aanleg van de ringweg
Aanleg van de afslag naar de Amstelveenseweg
Het tracé tussen snelweg en Stadionplein
12
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1981: In 1981 en 1982 wordt samen met de bewoners een uitgebreid inspraaktraject in de buurt georganiseerd rond het Stadionplein. Twee docenten van de Gerrit Rietveldacademie, onder wie Ger Dekker begeleiden het voorstel voor de herinrichting van het plein. De focus is vooral op plein gericht. Het plan dat uit enquetes en avondlijke bijeenkomsten naar voren komt, behelst aan de noordzijde parkeerplaatsen en een parkje, in het midden een verblijfsgebied met een waterpartij en aan de westzijde ruimte voor de markt.
Ontwerp voor Stadionplein naar aanleiding van gesprekken met bewoners
13
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Van wagenplein tot toegangspoort
1986-2006: Vanaf 1986 wordt uitvoerig onderzoek gedaan naar mogelijkheden tot de ontwikkeling van de omgeving van het Stadionplein. Het gehele voorzieningenpakket en behoefte aan recreatie wordt daarbij onder de loep genomen. In al deze onderzoeken is er steeds veel oog voor de samenhang tussen het plein, het gebied rond het stadion, de schinkeleilanden en het Amsterdamse Bos. In de bebouwingsvoorstellen voor het Stadionterrein sneuvelt het plan om het Stadion te slopen. Alleen op het terrein ten noorden daarvan zal woningbouw komen. Voor de opzet van de blokken werd zowel voor de verkaveling als voor de architectuur inspiratie gezocht bij de architectuur van Plan Zuid. Het Frans Ottenstadion verhuisde naar het IJsbaanpad, over de Schinkeleilanden kwam een doorgaande fietsroute en zij werden bestemd voor recreatie en sport.
De verkeersstructuur zoals die in de visie voor de Zuidas is gedacht
Planvorming rond het Stadionplein
Ondertussen verscheen in 1999 een conceptvisie voor de Zuidas. Deze had als doel om het verstoorde stedelijk weefsel rond de A10 te helen en de barrièrewerking van de snelweg te doorbreken. Er is een grootstedelijke menging van functies gepland en een deel daarvan is ook al uitgevoerd. Een deel van de drager is de as Schiphol-Zuidas-Almere, waarbij het Station Zuid het vijfde station van Nederland zal worden. Net als in het plan van Berlage uit 1917 wordt een verbinding voorgestaan tussen de groengebieden langs de Amstel en de Schinkel. Met een hint naar de geschiedenis wordt dit de Zuidelijke Wandelweg genoemd. Omdat de A10 door Amsterdammers steeds meer als een interstedelijke verbindingsweg wordt gebruikt, zal het Stadionplein vermoedelijk sterk onder invloedsfeer van de Zuidas komen te liggen.
14