[ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug • coevorden: toegangspoort tot het noorden • drenten dankzij de hondsrug [ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug • coevorden: toegangspoort tot het noorde
de Hondsrug Bijlage
• Geopark De Hondsrug • Coevorden: Toegangspoort tot het noorden • Drenten dankzij De Hondsrug
MAGAZINE 65 e hondsrug • geopark de hondsrug • coevorden: toegangspoort tot het noorden • drenten dankzij de hondsrug [ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug • coevorden: Drenthe toegangspoort tot het noorden • drenten
[ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug
Europees Geopark Netwerk In het jaar 2000 hebben organisaties uit vier Europese gebieden waar geologie en cultuurhistorie uniek zijn, besloten om te gaan samenwerken. Deze gebieden zijn: • de Eifel in Duitsland met een bijzonder vulkaanlandschap; • het Griekse eiland Lesbos met een versteend bos; • de Haute Provence met een geologische geschiedenis van 300 miljoen jaar; • en het Spaanse Maestrazgo gebied. De basis van de samenwerking ligt in het ontwikkelen van een economische
Satellietkaart van Oost-Drenthe, waar de Hondsrug en de overige ruggen goed in het landschap te zien zijn. De twee stippen markeren in het noorden Groningen en in het zuiden Emmen.
toekomstvisie op basis van de gebiedsgeschiedenis. Dit verhaal omvat de geologische
Hunebedbouwers
Dit is de tijd dat een kilometer dik ijspakket boven op Drenthe lag in de vorm van enorme gletsjers
geschiedenis, gekoppeld aan de cultuurhistorie, hedendaagse cultuur en natuur van het gebied. Dit gebiedsverhaal wordt ontwikkeld in samenwerking met alle partijen en inwoners van het gebied. Het achterliggende doel is dat door het versterken van het gebiedsverhaal de identiteit van het gebied toeneemt, waardoor mensen zich meer verbonden voelen met hun eigen gebied. Dit is de basis om met elkaar een duurzame toekomst op te bouwen. Ze noemen zichzelf het Europees Geopark Netwerk. Dit werd al snel een groot succes en meerdere gebieden in Europa voegden zich bij dit netwerk. De UNESCO werd al snel nieuwsgierig naar de aanpak en werkt sindsdien mee aan de ontwikkeling van het netwerk. In 2004 kwam ook China erbij. Vanaf dat moment bestaat er naast het Europese netwerk een Wereld Geopark Netwerk. Intussen zijn er 41 Europese parken en 38 Wereldparken. De bedoeling is dat er over enkele jaren parken zijn op alle continenten. Als dat het geval is, worden geoparken een nieuwe officiële categorie van de UNESCO, naast de Werelderfgoedlijst, waarvan deze organisatie vooral bekend is.
66 Drenthe MAGAZINE
de Hondsrug
Hunebedbouwers
Geopark
Tekstsamenstelling: Mirjam van Huet - Foto’s: Dianne Dijenborg - Hunebedcentrum Borger
De Hondsrug is een hooggelegen, heuvelachtig gebied aan de oostkant van Drenthe. Op satellietbeelden is het gebied duidelijk zichtbaar: meerdere lange, rechte lijnen die parallel aan elkaar lopen, van Nieuw Schoonebeek naar Groningen en van Coevorden naar Rolde. De Hondsrug is een direct gevolg van het werk van de ijstijden, die ook de rest van het Drentse landschap gevormd hebben.
D
e bijzondere eigenschappen van het landschap lokten de eerste boeren in Drenthe naar dit gebied, die er gingen wonen en werken. Het bekendste voorbeeld zijn de hunebedbouwers, die niet alleen het merendeel van alle hunebedden op de Hondsrug hebben gebouwd, maar ook als een van de eersten zijn gestart met het samenstellen van routes. Na de hunebedbouwers bleven mensen gebruik maken van deze routestructuren, tot op heden. Een cultuurgeschiedenis van 5500 jaar ligt onder onze voeten. De Hondsrug is een prachtig voorbeeld van een gebied waar de ondergrond en de cultuurgeschiedenis nauw met elkaar verbonden zijn.
Vele duizenden jaren was het gebied een eenheid en een bekend begrip. Tot in de jaren zeventig was de ANWB Hondsrugroute een van de meest bereden autoroutes van Nederland. De Hondsrug was tot die tijd vooral een toeristisch begrip. Er verscheen nog een boekje in 1970 en daarna werd het langzaam stiller. Het is nu vooral een gebied dat iedereen kent, zonder enige achtergrondinformatie. Kent de Hondsrug dan geen verhalen? Meerdere partijen op de Hondsrug hebben de handen ineengeslagen en besloten om de verhalen van de Hondsrug opnieuw te onderzoeken, te noteren en te gebruiken voor een toekomstvisie waarvan toerisme een belangrijk onderdeel is. Dit gebeurt in de vorm van een Europees geopark.
Geopark de Hondsrug Nederland kent nog geen geopark. Het is de opzet Geopark de Hondsrug over enkele jaren als eerste geopark in Nederland te benoemen. Een groot stuk van Drenthe hoort dan bij een wereldwijd netwerk van unieke gebieden met een gezamenlijk doel: een duurzame toekomst
opbouwen op basis van het gebiedsverhaal. Een geopark heeft als kenmerk dat het een logische geologische eenheid is. Daarom is de begrenzing van het Drentse geopark breder dan alleen de Hondsrug zelf. Het gaat om het Hondsruggebied: naast de Hondsrug (inclusief de Sleenerrug en de Rolderrug) het Bargerveen, het Hunzedal en het Drentsche Aa-gebied. Dit vrij grote gebied beslaat grofweg de gemeenten Coevorden, Emmen, Borger-Odoorn, Aa en Hunze en Tynaarlo. Ook de gemeente Haren en Groningen worden betrokken in het project.
Neanderthalers, neushoorns en mammoeten Het Drentse landschap is voornamelijk gevormd door drie ijstijden, waarvan vooral de laatste twee van groot belang waren. De voorlaatste is de Saale-ijstijd, die van 240.000 jaar tot 130.000 jaar geleden plaatsvond. Dit is de tijd dat een kilometer dik ijspakket boven op Drenthe lag in de vorm van enorme gletsjers, die in fasen kwamen en gingen. Deze gletsjers lieten keileem met vele keien in Drenthe achter. In de laatste fase van deze ijstijd lag in een groot deel van Centraal-Drenthe een enorm pakket
Drenthe MAGAZINE 67
[ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug
De grond werd met het ijs mee omhoog gedrukt en tot boven op de heuvel gevoerd
Links: Pingo in Canada. Boven: Pingoruïne Kampsheide bij Balloo. Rechts: Grafheuvel Balloërveld. Linksonder: IJsbedekking tijdens voorlaatste ijstijd. De helft van Nederland was bedenkt met ijs. Rechtsonder: IJsbedekking tijdens laatste ijstijd: het ijs heeft Nederland niet bereikt.
stilliggend ijs, omdat de ijsaanvoer stagneerde. Destijds is een snelstromende gletsjer langs het stilliggende ijs gaan stromen, op de plek waar nu het Hunzedal en het Hondsruggebied liggen. Het Hunzedal is dus uitgesleten door een gletsjer. Na de Saale-ijstijd was er een warmere periode van ongeveer 10.000 jaar. Het was toen iets warmer dan nu, er liepen in Drenthe Neanderthalers, neushoorns en mammoeten. Het was echter al snel weer gedaan met deze warme periode. Er ontstond opnieuw een ijstijd. De gletsjers kwamen weer uit het noorden onze kant op, maar deze keer bereikte het ijs ons land niet. Het was, vooral in deze laatste fase, erg koud; een soort winters Siberië: ijskoud, harde winden en soms veel sneeuw in een kaal landschap. In deze tijd zijn de dekzanden in Drenthe, die bovenop het keileem liggen, afgezet.
verder smelten verdween het ijs. De grond was intussen als een rand afgezet, waardoor er geen materiaal meer was om het gat op te vullen dat het ijs achterliet. Het gevolg: een rond gat in de grond, dat zich later vulde met water. Een groot deel van de vennetjes die we nu in Drenthe vinden, zijn de restanten van deze pingo’s. Een mooi voorbeeld van een IJstijderfenis. Ongeveer 12.000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd en brak de periode van de mens aan, zoals wij hem nu kennen.
Pingo’s
De combinatie van meerdere ijstijden heeft een uniek landschap tot gevolg gehad. De eerste mensen maakten dankbaar gebruik van dit landschap, zoals de eerdergenoemde hunebedbouwers. Zij gebruikten letterlijk de ijstijderfenis, in de vorm van grote keien. Na de hunebedbouwers kwam de bronstijd, getuige de vele grafheuvels. Er zijn in het Hondsruggebied meerdere nederzettingen gevonden uit deze tijd, waardoor we vrij goed weten hoe deze mensen woonden en werkten.
Het Hunzedal werd grotendeels opgevuld en dus minder diep. In dit ijskoude, kale landschap ontstonden zogenaamde pingo’s. Dat zijn plekken waar, door aanvoer van grondwater uit de ondergrond, heuvels van ijs ontstonden. De grond werd met het ijs mee omhoog gedrukt en tot boven op de heuvel gevoerd. Bij het smelten gleed deze grond naar beneden en vormde een rand van zand langs de heuvel. Bij het nog
Ook de volgende periode, de ijzertijd, heeft vele sporen nagelaten. Naast grafheuvels en urnenvelden vinden we huisplattegronden en akkercomplexen. Er zijn vele vondsten uit deze tijd gedaan, met als beroemdste ‘het meisje van Yde’, een veenlijk bij het plaatsje Yde. Uit onderzoek blijkt dat ze werd geofferd.
68 Drenthe MAGAZINE
Unieke geschiedenis De Hondrug ligt vol met unieke monumenten en sporen uit het verleden. Het hele landschap vertelt verhalen. Bijna iedere heuvel, iedere lijn, elk gebouw of andere herkenbare vorm in het landschap vertegenwoordigt een verhaal dat zich ergens in de afgelopen duizenden jaren heeft afgespeeld. Mooie voorbeelden zijn de Middeleeuwse karrensporen op het Balloërveld of het Kniphorstbos in het Nationaal Park Drentsche Aa. Van later tijd dateren allerlei restanten van oude spoorwegen die over de Hondsrug liepen. Denk ook aan de bijzondere geschiedenis van de vestingsteden Coevorden en Groningen of de schansen (zoals de Emmerschans, die deel uitmaakte van de verdedigingslinie langs de oostgrens van Nederland, die na de Franse Tijd rond 1800 werd aangelegd).
Unieke cultuur De Hondsrug kent niet alleen een boeiende geschiedenis, maar is nog altijd fascinerend. Het gebied heeft een unieke cultuur, die zich op allerlei plekken manifesteert. Veel van die cultuur wordt in stand gehouden voor de toerist, maar kent zeer zeker een authentieke basis. Voorbeelden zijn de Zuidlaardermarkt in Zuidlaren, het Sivo-festival in Odoorn, de Ganzenmarkt in Coevorden of de Etstoel in Anloo. Behalve tijdens evenementen is de cultuur terug te vinden in bezoekerscentra zoals het Veenpark Barger Compascuum, het Boomkroonpad in Drouwen, het Hunebedcentrum
in Borger, Stedelijk Museum Coevorden, bezoekerscentrum Homanshof in Anloo, Molen de Wachter in Zuidlaren en vele andere. Het projectteam wil de authentieke cultuur van het Hondsruggebied in kaart brengen en daar waar mogelijk versterken.
Unieke natuur De natuur in het Hondsruggebied is zeer afwisselend en kent vele verschillende soorten landschappen met ieder zijn eigen natuur. Het Bargerveengebied in Zuidoost-Drenthe, beheerd door Staatsbosbeheer, is het zuidelijkste puntje van de Hondsrug. Dit is een uniek hoogveengebied dat enkele jaren geleden, samen met het aangrenzende Duitse gebied, is uitgeroepen tot Internationaal Natuurpark Bourtanger Moor Bargerveen. Op de Hondsrug zijn vele bosgebieden aanwezig, de meeste in eigendom van Staatsbosbeheer, waar mensen massaal fietsen en wandelen. Deze gebieden liggen vol met monumenten, zoals de vele hunebedden en grafheuvels. Naast de bossen zijn op de Hondsrug vele kleinschalige natuurgebieden te vinden: vennetjes, veengebiedjes, het aardkundig monument stuifzandgebied het Drouwenerzand, heidevelden en jeneverbesstruwelen. Het Hunzedal kent een geheel eigen dynamiek. Dit gebied heeft in de afgelopen tientallen jaren een metamorfose ondergaan. Het was grotendeels weiland met een rechtgetrokken Hunzeriviertje. Nu vindt
Drenthe MAGAZINE 69
[ bijlage de hondsrug • coevorden: toegangspoort naar het noorden
[ bijlage de hondsrug • geopark de hondsrug
Coevorden:
Toegangspoort naar het noorden Projectgroep en subsidies Grootste hunebed van Nederland in Borger.
Het project Geopark de Hondsrug wordt uitgevoerd door een klein projectbureau, gevestigd op de Hondsrug, dat onder eindverantwoordelijkheid van het Drents Plateau opereert. Dit projectbureau wordt aangestuurd door een projectgroep waarin meerdere partijen deelnemen:
hier natuurontwikkeling plaats. Sinds enige tijd zwemt de bever weer in het gebied. Het nieuwe natuurgebied is nog lang niet af, maar er wordt stevig aan gewerkt. Dit gebied wordt beheerd door Stichting het Drentse Landschap. Een van de meest unieke natuurlandschappen in het Geoparkgebied is Nationaal Park het Drentsche Aa. Het Drentsche Aa-gebied is het best bewaarde beek- en esdorpenlandschap van West-Europa. Men kan er nog goed het oude landschap van Drenthe herkennen, typerend voor de zandgronden in de provincie tot eind negentiende eeuw. De waardering voor dit bijzondere cultuurhistorische landschap is dan ook erg groot: in 2005 werd het gebied, samen met het Limburgse Geuldal, uitgeroepen tot mooiste landschap van Nederland.
de gemeenten Coevorden, Emmen, Borger-Odoorn, Aa en Hunze, Tynaarlo, de provincie Drenthe, Staatsbosbeheer, Stichting het Drentse Landschap, Recreatieschap Drenthe, het Drents Archief, het Hunebedcentrum, Waterschap Hunze en Aa’s en Waterschap Velt en Vecht. Het project duurt tot 31 december 2013. Het project Geopark de Hondsrug wordt mede mogelijk gemaakt door de partners van het project en
Samenwerkingsverband Noord Nederland
Rijksoverheid.nl
Duurzame toekomst Al met al kent het Hondsruggebied een zeer boeiende, lange geschiedenis, die al ver voordat de mens op aarde was begon, doorgaat tot op heden en zelfs tot in de toekomst. Het landschap valt te lezen als een boek, met op iedere bladzijde een nieuw verhaal. De optelsom bepaalt de identiteit van het Hondsruggebied. Dit is de basis voor een duurzame toekomst. Hoe die eruit gaat zien, is aan de inwoners van het gebied. De Geoparkgedachte kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. Er valt te leren van de 80 bestaande parken in de wereld. De komende jaren kunnen inwoners en bezoekers van het Hondsruggebied veel verwachten. Er worden cursussen aangeboden over de eigen geschiedenis, gidsen opgeleid, onderwijsprogramma’s gemaakt, boeken geproduceerd, websites met informatie aangeboden, activiteiten aangeboden, routes ontwikkeld en nog veel meer. Er komt informatie
70 Drenthe MAGAZINE
beschikbaar in de vorm van panelen en nieuwe technieken, waardoor bezoekers bijvoorbeeld met een mobiele telefoon informatie kunnen ophalen. Ook worden arrangementen samengesteld, onder de noemer ‘expedities’. Iedere expeditie is uniek en gekoppeld aan een van de verhaallijnen, zoals de ijstijden, hunebedbouwers, schilders, oorlog & vrede, liefde in het landschap en nog veel meer. Zo kunnen bezoekers tijdens elke expeditie een nieuw verhaal op de Hondsrug ontdekken. Ieder jaar komen er nieuwe expedities bij, waardoor het avontuur steeds groter wordt. DM
Coevorden is de plek waar de Hondsrug begint. De oudste stad van Drenthe is ontstaan bij een doorwaadbare plaats (voorde) in het moeras. Het was dan ook eeuwenlang dé toegangspoort naar het noorden. Via Coevorden konden reizigers over de Hondsrug naar Groningen. Daarom was Coevorden één van de belangrijkste steden van Noord-Nederland.
Drenthe MAGAZINE 71
[ bijlage de hondsrug • coevorden: toegangspoort naar het noorden
Wie in het centrum van Coevorden komt, ziet de rijke historie
D
e ligging tussen de grote moerassen en aan de belangrijke noord-zuidverbinding had grote strategische waarde. Op deze plek ontstond dan ook al in de late middeleeuwen een vesting. Eerst nog een ‘motte’, een verstevigde aarden bult, maar al snel een uitgebreide vesting. De grote moerasgebieden vormden de verdedigingsgordel rond de noordelijke Nederlanden. Op strategische plekken waar deze linie kon worden overgestoken, werden ingenieuze forten gebouwd. Dat van Coevorden was zo hypermodern voor die tijd dat het internationale aandacht kreeg. In Italië is op basis van de plannen in Coevorden een zelfde type vesting gebouwd.
Plunderingen Maar de strategische ligging eiste ook zijn tol: plunderingen en belegeringen waren aan de orde van de dag in de wijde omgeving van Coevorden. Rovende soldaten hielden ruw huis waardoor op een gegeven moment dertig
procent van de huizen leegstond als gevolg van deze plunderingen. De strategische ligging had niet alleen voor de stad en wijde omgeving grote gevolgen, het gaf ook macht over heel Drenthe. Aan dit strategische voordeel kwam een einde door moderne technieken. Hierdoor hadden de moerassen en de vesting niet meer zo’n belangrijke verdedigingsfunctie. De bestuurlijke en rechterlijke macht werden overgedragen aan Assen.
Metamorfose Wie in het centrum van Coevorden komt, ziet de rijke historie. Bijvoorbeeld de stervormige gracht die bijna volledig om de binnenstad loopt. Op dit moment ondergaat Coevorden een grote metamorfose met als doel historie, water en gezelligheid terug te brengen in de stad. Een groot deel van de stad is al heringericht.
Kunstenaarsdorp Zweeloo Naast Coevorden is kunstenaarsdorp Zweeloo een belangrijke plaats op de Hondsrug. Sinds 2009 is Zweeloo als zesde dorp in Nederland aangesloten bij EuroArt, de Europese federatie van kunstenaarsdorpen. Dit dorp met eeuwenoude rietgedekte boerderijen had een
Kijk voor de centrumplannen op de website: www.coevordenbeweegt.nl.
grote aantrekkingskracht op kunstenaars. Eind negentiende eeuw werd het dorp bezocht door Max Liebermann, Vincent van Gogh en vertegenwoordigers van de Haagse School. Zweeloo
72 Drenthe MAGAZINE
Kasteel
Stedelijk Museum Coevorden
In het midden van de stad staat het kasteel. In een akte van 1395 werd tussen de bisschop van Utrecht, de Sallandse steden Zwolle, Deventer en Kampen en de landen van Stellingwerf bepaald dat het kasteel in Coevorden het enige van Drenthe zou zijn. Dat is sindsdien zo gebleven. Het kasteel is tussen circa 1050 en 1100 gesticht en had een belangrijke rol in de beveiliging van een uitgestrekt gebied. Bovendien kon de bisschop er een voordelige tol heffen omdat Coevorden de toegangspoort naar het noorden was. Op de voorburcht lagen alle belangrijke bedrijfsgebouwen, zoals een boerenhoeve. Momenteel worden het Kasteel, het Gouvernement en Pakhuis De Vlijt door ondernemer Jos Wijland omgetoverd tot Châteauhotel Kasteel Coevorden. Inmiddels is het Kasteel weer beschikbaar als trouwlocatie en kunt u in het restaurant heerlijk dineren (desgewenst met een rondleiding). Kijk voor meer informatie op de website: www.kasteelcoevorden.nl.
Dé plek om meer te weten te komen over het roemruchte verleden van Coevorden is het Stedelijk Museum Coevorden. Het museum is gevestigd op een bijzondere plek: het Arsenaal. Hier werd vroeger oorlogsmaterieel opgeslagen. Het museum heeft een bijzondere collectie die de geschiedenis van Coevorden als vestingstad vertelt. Ook vindt u in het museum een maquette op schaal van de vesting. De openingstijden zijn van dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zaterdag van 10.00 tot 15.00 uur. Kijk voor meer informatie op de website: www.museumcoevorden.nl.
ziet er voor een groot deel uit zoals aan het einde van de negentiende eeuw. Vincent van Gogh maakte een schets van de Protestantse Kerk die nog steeds herkenbaar is. Zweeloo is uw bezoek meer dan waard. Neem voor meer informatie contact op met het Toeristisch Informatiekantoor Zweeloo, tel. 0591 – 372 299 of e-mail:
[email protected]. Dit kantoor is van maandag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 13.00 uur. Ook kunt u terecht op de website www.magischdrenthe.nl.
...dé plek om meer te weten te komen... Drenthe MAGAZINE 73
[ bijlage de hondsrug • drenten dankzij de hondsrug
De weg naar Drenthe
D
Drenten dankzij de Hondsrug. Al eenenvijftig jaar! Tekst en foto’s: Huib D. Minderhoud
Na een verkwikkende nachtrust in Hotel-Café-Restaurant ‘De Vries’, eigenaar F. Eygelaar, telefoonnummer 2010 in Veendam, startten we op donderdag 14 augustus 1958 om half tien onze NSU Prima scooter voor het vervolg van onze vakantiereis. We, dat zijn Huib en Gerda Minderhoud, afkomstig van Goeree-Overflakkee en van 7 tot 28 augustus onderweg voor een reis door Nederland.
74 Drenthe MAGAZINE
oordat ik op 24-jarige leeftijd hoofd van de christelijke school in Ooltgensplaat was geworden, hadden wij ons daar in 1957 in de ‘hoofdenwoning’ kunnen vestigen. Dankzij een onverwachte verhoging van de hoofdenmarge konden we een scooter kopen en zo kregen we de kans nu eindelijk eens ons land te verkennen. We vonden dat in die tijd echt een avontuur! Vandaag (de 14e) zouden we Drenthe bekijken en eindelijk eens de Hondsrug bestijgen. Over Kiel-Windeweer verlieten we de provincie Groningen om bij De Groeve, bij die mooie kleine watermolen, de weg naar Zuidlaren in te slaan. Wat een indrukken deden we op! Het Zuidlaardermeer, het prachtige Laarwoud, het centrum met de eeuwenoude Hervormde kerk en de grote brink met al die bomen en die vijver. ‘t Waren allemaal toeristisch belangwekkende objecten. Een prachtig dorp besloten we, maar we moesten verder. Over Tynaarloo en Vries ging het naar Assen. In de berm van de weg bij Ubbema dronken we koffie. We hadden alles meegenomen, een gasbrandertje, een waterketeltje en wat hiervoor verder nodig was. Een beetje zuinig moesten we toch nog wel zijn. In Assen werden we opnieuw getroffen door een bijzonder centrum. Weer een brink met prachtige hoge bomen, maar nu met ‘paleizen’ van gebouwen en een ontsnappingsmogelijkheid naar een drukke winkelstraat. Langs een landelijk weggetje met de naam Amelte en de daarop uitkomende Rolder Hoofdweg zouden we naar Balloo gaan, want ik wilde in ieder geval de Ballooër kuil zien. Dat magische punt, waar eens ‘onze heidense voorouders’ offerden! De kuil bleek echter bij Rolde te liggen. Links van de weg en wij ‘verwijlden’ er maar even. ‘t Viel ons niet mee, want ik had graag, zoals op de bekende platen, wat gebleekte paardenschedels aan de bomen willen zien hangen. Nu was het alleen maar een vrij groot omwald stuk grond in het bos met een grote, rechthoekige zwerfkei en wat kleinere exemplaren ervoor. De
offersteen, veronderstelde ik. Achter de eeuwenoude kerk was het echter wel genieten! Maar liefst twee hunebedden, waarvan in het grootste tussen twee draagstenen een oude verweerde eik groeide. Wij zagen hunebedden , voor het eerst! We reden verder. Via de N857 langs Papenvoort, dwars door de boswachterij Borger. Bomen, bomen, bomen en die gezien door westerlingen uit het land van kale polders, dijken en zeearmen. In Borger genoten we in Café ‘Centrum’ van J. Hooiveld, telefoonnummer 36, van een eenvoudige, doch voedzame lunch en natuurlijk moesten we nu ook het grootste hunebed van Nederland zien. Gerda wilde graag het inwendige inspecteren en kroop op handen en voeten in en uit, terwijl ik manmoedig het gevaarte beklom. Van Borger ging het naar Schoonloo, vandaar linksaf richting Schoonoord. Grappige namen, vonden we, maar wel heel erg ‘op zijn plaats’. ‘t Was hier beeldschoon, fraai, schilderachtig mooi! Wat een stille, prachtige, kilometers lange weg volgden we hier, dwars door de boswachterij Schoonloo. Links en rechts een zee van groen met hier en daar brede bospaden. We reden langzaam en keken onze ogen uit. Gerda maakte nog een foto van mij, op de scooter, rijdend in de zon. In Schoonoord stuitten we onmiddellijk op Ellert en Brammert, levensgroot, rechts van de weg. Daar moesten we wel even bij stilstaan en ook het nog jonge Openluchtmuseum ‘De Zeven Marken’ bekijken. Bij Noord-Sleen sloegen we rechtsaf en ontdekten het kerkje van Zweeloo. Dat van Lesturgeon en van Van Gogh, maar dat wisten we toen nog niet. Terugrijden via Noord-Sleen bereikten we de prachtige boerschap ‘Westenesch’ en direct daarna Emmen. Rechtdoorrijdend kwamen we bij het NS-station, waar we ons op het terras in de zon neervlijden. Genietend van de koffie keken we naar de Stationsstraat met die prachtige Rijkslandbouwschool en overlegden.
Drenthe MAGAZINE 75
[ bijlage de hondsrug • drenten dankzij de hondsrug
Als geschiedenisliefhebber kwam ik natuurlijk in een gespreid bedje Emmen zou ons einddoel zijn vandaag, maar ‘t was pas vier uur en nog steeds prachtig weer. En... we wilden graag de turfhopen en de jaknikkers zien. Een blik op de kaart leerde ons, dat deze begerenswaardige zaken betrekkelijk dichtbij te vinden waren en dus besloten we nog even verder te rijden. Opnieuw werd de scooter gestart en wij reden langs Barger-Oosterveld en door Nieuw-Dordrecht met zijn witte kerkje naar Klazienaveen. Een veenkolonie aan de Verlengde Hoogeveense Vaart, de brug over en dan via de Dordse Weg naar het zuiden. Daar zagen we de turfvelden, troosteloze en eindeloze vlakten met hier en daar een turfbult, een uitgegraven watergat en veel spichtig bentegras. Vlak voor de brug naar Witteveen ging onze wens dan toch nog in vervulling. Enkele gigantische turfhopen rezen huizenhoog op, links van de weg. Door het protestantse Weiteveen-West met zijn schooltje en zijn kerkje rijdend, bereikten we de pas in 1953 voltooide Europaweg. Rechtsafslaand zagen we ze ten slotte, de jaknikkers. Nog te midden van zich ontwikkelende bosjes, ijverig op en neer bewegend, links en rechts in het land. Ons eigen aardoliewinningsgebied, Schoonebeek, voor een deel toch voorziend in onze eigen energiebehoeften! We keken er met trots naar, liepen er naar een toe, bekeken het gestage pompen, luisterden naar het veelbelovende geknars en namen een foto. Verder ging het, door het oliedorp en nog verder, langs boerennederzettingen tot een hefbrug ons toegang verleende tot een singel met patriciërswoningen. Zo kwamen wij tot stilstand op een vanzelfsprekend eindpunt: het Stationsplein in Coevorden. Een prachtig eindpunt met een station, waar we onze scooter onderbrachten en het statige Hotel-Café- Restaurant ‘De Sleeuwerik’, waar we onszelf onderbrachten. We kregen een mooie kamer aan de voorkant met uitzicht op het plein en de aansluitende Looweg, rustten wat uit en knapten ons op. Weer beneden gekomen dronken we een glas wijn en bestelden een welverdiend heerlijk diner. Na de koffie besloten we Coevorden te gaan bekijken. We hadden geluk; ‘t was donderdagavond – koopavond en ‘t was druk in de stad. We slenterden door de Friesestraat en de Bentheimerstraat en zagen kleine en grote winkels naast elkaar in willekeurige volgorde, cafés en restaurants. Een mooie grote markt met een haven, omringd door prachtige jugendstilpanden en grote pakhuizen. Een terras met
76 Drenthe MAGAZINE
gasten, luierend in de avondzon, maar bovenal gezellige mensen, elkaar vrolijk begroetend en opgewekt pratend. We keken onze ogen uit, genoten mee van de gemoedelijke sfeer en terugkerend in het hotel zeiden we als uit één mond: ‘Hier zouden we wel willen wonen!’ Wie beschrijft echter onze blijde verbazing, toen er eind december in ons vakblad een advertentie stond met: ‘Coevorden. Aan de Ned. Her. School alhier wordt met ingang van 1 april 1959 een hoofd der school gevraagd...’ Zo kwamen wij, 51 jaar geleden, vanuit Goeree-Overflakkee naar Coevorden. Een volstrekt andere wereld, die de onze werd en die wij nooit meer los zouden laten. Wij voelden ons al heel snel thuis, zetten ons in de eerste plaats voor honderd procent in voor de school, maar namen ook al direct deel aan kerkelijke en maatschappelijke activiteiten. Ook onze welvaart nam toe en we konden ons zelfs vrij snel een auto veroorloven. Daarmee maakten wij boeiende ritten over de altijd nog landelijke wegen naar Dalen, Emmen, Odoorn en Exloo om vandaar door die prachtige bosweg naar Ees te rijden. Van Borger en Drouwen naar Gasselte, over Kostvlies naar Gieten en Eext en over Anloo en Schipborg naar Zuidlaren. Terug over Tynaarlo, Zeegse, Gasteren, Anderen de boswachterij Gieten in, waar in oktober ‘onze Gouden laan’ ons steeds opnieuw in vervoering bracht. Daarna bij ‘t Nije Hemelriek rechtsaf en weer rechtsaf via Papenvoort naar Grolloo om over Schoonloo, Schoonoord, Noord-Sleen, Sleen, Erm en Dalen weer huiswaarts te keren. Deze ritten brachten ons tot de overtuiging dat het Hondsruggebied volstrekt uniek is. Als geschiedenisliefhebber kwam ik natuurlijk in een gespreid bedje. Geen plaats in Drenthe is immers zo rijk aan historie als Coevorden. Van het een kwam het ander. In 1976 schreef ik mijn eerste geschiedenisboek over Dalen, twee jaar later over Coevorden en weer twee jaar later over Schoonebeek. We voelen ons thuis in Dalen, in Coevorden, in Drenthe en we zouden ook nergens anders meer kunnen aarden. Vaak, als we langs landweggetjes rijden en genieten van het natuurschoon en de rust om ons heen, zeggen we tegen elkaar: ‘Dit is ons land. Wat een verstandig besluit was het indertijd om hier te gaan wonen. Wij zijn Drent met de Drenten geworden!’ DM