Hondsrug College
Vwo
+
Op het Hondsrug College
Begaafdheidsprofielschool
Het Hondsrug College,
een slimme start voor je toekomst!
Inhoudsopgave
Vwo+ op het Hondsrug College, Begaafdheidsprofielschool
3
Waarom een aparte vwo+-klas? 4 Toelatingsvoorwaarden 5 De praktijk van vwo+ 6 Omvang van de lessentabel per week 6 In- en afstroom 6 Het functioneren van een vwo+-klas 7 Vinger aan de pols 7 Contacten 7 Informatie 8 Aanmelding 8 Bereikbaar 8 Kosten 8 Deze brochure is een uitgave van het Hondsrug College (©2010, herziene versie december 2014). De tekst is geschreven door J.E. van Niejenhuis, teamleider havoen vwo-2 en 3 met bijdragen van mevr. A.M.J. Visscher-Schippers en mevr. I.H.M. Buffart, portefeuillehouders vwo+. De fotografie en opmaak is verzorgd door Boudewijn Benting.
2
Bijlagen 1. Wat is hoogbegaafdheid? 9 2. Overzicht websites organisaties en instanties die zich bezighouden met hoogbegaafdheid 10 3. Literatuurlijst 11
Vwo+ op het Hondsrug College, Begaafdheidsprofielschool Het Hondsrug College kent sinds 1997 een aparte stroom voor (hoog)begaafde leerlingen: het vwo+. Binnen deze plusstroom zijn in de leerjaren 1 tot en met 6 speciale faciliteiten voor deze leerlingen gecreëerd. In deze brochure wordt informatie gegeven over het hoe en waarom van deze aanpak. In principe wordt er in leerjaar 1 een aparte klas gevormd: dit is de afgelopen jaren ook steeds gelukt. Wanneer echter naar de mening van het Hondsrug College niet het aantal leerlingen wordt verkregen dat noodzakelijk is voor het vormen van een aparte vwo+-klas, moet er geclusterd worden met een reguliere vwo klas. Er zal dan wel een speciaal programma worden aangeboden, maar in een andere vorm. Ook leerjaar 2 en 3 bestaan in principe uit aparte klassen. In de leerjaren 4 tot en met 6 - de tweede fase - worden de leerlinge ingedeeld in profielen, samen met de leerlingen uit gymnasium en het reguliere vwo. Er zijn wel extra mogelijkheden gecreëerd. De leerlingen kunnen daar in hun vrije ruimte extra examenvakken kiezen. Bovendien krijgen de leerlin-
gen interne en externe modules aangeboden. Ook wordt er gewerkt met het ‘draaideurmodel’: als je minder lestijd nodig hebt voor een bepaald vak, kun je afspreken zelfstandig te werken aan andere, zelf gekozen, taken. Plus gaat in de bovenbouw dus gewoon door. Verderop in deze brochure wordt informatie gegeven over de aanmelding voor vwo+. Richtinggevend zijn de resultaten op de toetsen van het leerlingvolgsysteem in de leerjaren 6 t/m 8. Ook is de leerling wellicht al opgevallen door andere excellente prestaties en heeft er verrijking of versnelling plaatsgevonden. De aanmelding voor de plaatsingstest wordt gedaan door de basisschool via een speciaal formulier. De test vindt begin april plaats. Hieraan zijn voor de ouders/verzorgers geen kosten verbonden.
Overleggen is een belangrijk onderdeel bij het vak project.
3
Waarom een aparte vwo+-klas? De meeste zeer intelligente leerlingen hebben wat betreft niveau geen enkel probleem met het vwo of het gymnasium en kunnen daarom naast school leuke en interessante dingen doen. Intensief bezig zijn met sport, veel aandacht besteden aan een muziekinstrument, het doen van organisatorisch werk: het zijn allemaal voorbeelden, waaraan begaafde leerlingen hun extra tijd en capaciteiten kunnen besteden. Daarmee is echter (lang) niet alles gezegd en zeker niet als het over school gaat. Immers, iedere basisschool, iedere middelbare school kent ze: de zeer begaafde leerlingen die schitterend scoren, maar zich in de lessen vervelen en zich ook zo gedragen. Begaafde leerlingen kunnen gaan onderpresteren en dan iedereen en vooral zichzelf tot last zijn. Het Hondsrug College heeft helaas niet voor alle mogelijke problemen rond begaafde leerlingen een kant en klare oplossing in huis. Wat we wel proberen: het bieden van interessant onderwijs, grotendeels gegeven door docenten die bewust voor de plusklas hebben gekozen en daarin ervaring hebben opgebouwd. Op basis daarvan is de docentengroep vwo+ samengesteld. Deze docentengroep vergadert, naast de rapportvergaderingen, vier keer per jaar. Deze bijeenkomsten staan in het
4
teken van uitwisseling van didaktiek en scholing.Vwo+ wordt beleidsmatig aangestuurd door de werkgroep vwo+ onderbouw, bestaande uit de portefeuillehouders vwo+, de mentoren en de begeleiders projectmatig onderzoek uit het Startcollege en leerjaren 2 en 3. Ook voor de bovenbouw bestaat een dergelijke werkgroep. Deze groepen komen regelmatig bijeen. Belangrijk is in vwo+ de aandacht voor het eigen initiatief van de leerling. Tijdens projectmatig onderzoek wordt in leerjaar 1 tot en met 3 gewerkt aan onderwerpen, die de leerling interessant vindt. Het Hondsrug College onderkent de capaciteiten van de begaafde leerling en probeert passende mogelijkheden aan te bieden, zoveel mogelijk gebaseerd op zelfstandigheid en eigen initiatief. Het Hondsrug College schenkt aandacht aan de begaafde leerling en zijn ouders/verzorgers. De school kent na enige jaren ervaring de voetangels en klemmen en doet haar best een optimaal programma aan deze categorie leerlingen te bieden. Een vwo+-klas is daarom geen eliteklasje, maar een gewone groep leerlingen met (veel) meer mogelijkheden dan gemiddeld en die daarom soms extra aandacht en begeleiding nodig hebben.
Daarom heeft het Hondsrug College gekozen voor een aparte, herkenbare vwo+ klas. De vwo+-klas is een veilige leeromgeving: een begaafde leerling hoeft zich niet (meer) te verstoppen of zich anders voor te doen. Er worden geen vervelende opmerkingen gemaakt als een hoog cijfer is behaald of als iemand een brede of specifieke belangstelling blijkt te hebben. De ervaring van de afgelopen jaren leert, dat leerlingen in de plusklassen elkaar de ruimte geven. De leerlingen voelen zich gekend en erkend. Zouden er toch fricties in een plusklas ontstaan, dan wordt hierop door de mentor alert gereageerd. Het Hondsrug College wil ten aanzien van de leerling in de vwo+-stroom goed kunnen afwegen, wat de mogelijkheden voor persoonlijke aandacht en eventuele begeleiding zouden moeten zijn. Een leerling is beter te begrijpen en te begeleiden als problemen bekend zijn. Graag ontvangt de school daarom bij aanmelding duidelijke informatie over eventuele bijzonderheden, zowel van de ouders/verzorgers als van de basisschool. Informatie over de leerling en de afgelegde leerroute (bijvoorbeeld via het onderwijskundig rapport) wordt door het Hondsrug College zeer op prijs gesteld!
Het aansteken van gasbellen bij nwo. Don’t try this at home!
Toelatingsvoorwaarden Het Hondsrug College wil een begaafde leerling graag zo vroeg mogelijk in beeld krijgen. Vandaar dat er grote waarde wordt gehecht aan vroegtijdige contacten met het kind, de ouders/verzorgers en de basisschool. Het initiatief, reeds voor groep 8 met het Hondsrug College contact op te nemen, kan van groot belang zijn. Met ouders/verzorgers en basisschool zal zorgvuldig worden overlegd, wanneer een eventuele toelating van een (zeer) jonge leerling aan de orde is. Ervaringen in den lande en ook van het Hondsrug College wijzen uit, dat leerlingen van 10 of 11 intellectueel goed met het plusprogramma kunnen meekomen, maar dat er in sociaal opzicht fricties met klasgenoten kunnen optreden. Het Hondsrug College behoudt zich voor in voorkomende gevallen toelating te weigeren, omdat gesignaleerde problemen de mogelijkheden van de school te boven gaan. Wanneer een leerling belangstelling heeft voor vwo+, zijn de eerste aandachtspunten; de mening van de basisschool, gebaseerd op de resultaten uit het leerlingvolgsysteem of een ander meetinstrument. Op basis hiervan meldt de basisschool een leerling aan voor de plaatsingstest. Dit gebeurt via het speciaal aanmeldingsformulier van het Hondsrug College, aanwezig op de basisschool. De test, opgesteld door het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek te Nijmegen, omvat een intelligentie- en geheugendeel, opgaven over creatief denken en een onderzoek naar persoonlijkheid en motivatie. De afgelegde tests worden in Nijmegen beoordeeld en met de portefeuillehouders vwo+, de toekomstige mentor van vwo-1s en de orthopedagoog OPDC, verbonden aan het Hondsrug College, doorgesproken. Voorafgaand aan de uitslag vindt een intakegesprek plaats met ouders/verzorgers en leerling. Op basis van de CBO-test en het intakegesprek
vindt al dan niet toelating in de plusklas plaats.
Drie stromen in het vwo
Het Hondsrug College biedt binnen het vwo drie stromen aan: het atheneum (vwo), het gymnasium en vwo+. De test is bedoeld om bij (hoog)begaafde leerlingen een profiel op te stellen en op basis daarvan te adviseren over de stroom, die het beste bij de leerling past. Alle leerlingen met een vwo-aanmelding maken daarom de test van het CBO, zodat het Hondsrug College een zo goed mogelijke plaatsing kan realiseren. De instroomroute is als volgt: • Bij een leerling met uitsluitend A-scores op de toetsen van het leerlingvolgsysteem kan gedacht worden aan plaatsing in het vwo (atheneum). Wanneer de CBO-test dit bevestigt, dan wordt de leerling geplaatst in een homogene brugklas vwo, waarin op vwo-niveau wordt lesgegeven. Het kan ook zijn, dat de test een ander profiel aangeeft (hoger of lager). Dit wordt bij de testuitslag aan ouders/verzorgers en basisschool voorgelegd, zodat er een weloverwogen beslissing genomen kan worden. • Een aanmelding voor de test moet zeker gedaan worden bij die leerlingen, die naast hun A-scores verdergaande intellectuele capaciteiten en bijzondere begaafdheden laten zien. Zij hebben mogelijk al versneld op de basisschool. Zij zijn de potentiële leerlingen voor vwo+ of gymnasium. Ook bij deze groep wordt aan de hand van de test een persoonlijk profiel opgesteld: is de leerling geschikt voor het snelle leren in vwo+ of juist meer voor de volhardende analyse van het gymnasium? Of wellicht meer voor het basisprogramma van het vwo, bijvoorbeeld gezien de motivatie van de leerling?
Wiskundige werkstukken maken bij exact anders (wiskunde+).
5
De praktijk van vwo+ Het Hondsrug College gaat uit van het gegeven dat een begaafde leerling in vwo+ grotere leerstappen kan maken. dan de reguliere vwo leerling. Dit betekent: • dat het reguliere programma compacter kan worden aangeboden en er daardoor ruimte is voor verrijking en verdieping. • dat de uren bij enkele vakken in aantal kunnen worden verminderd om zo ruimte te scheppen voor andere dingen. Op basis daarvan kennen de klassen 1 tot en met 3 van vwo+ de volgende elementen: 1. Een compacte lessentabel, dat wil zeggen een tabel waarin voor bepaalde vakken minder uren zijn opgenomen.
• •
2. Extra vakken, dus verbreding:
• Het vak nwo (natuurwetenschap-
•
pelijk onderzoek), bedoeld om verdieping aan te brengen bij de exacte vakken. Het vak wordt samengesteld door docenten natuurkunde, scheikunde en biologie. Het vak projectmatig onderzoek. De leerlingen werken in groepen aan een eigen onderzoek. Hiervoor zijn in leerjaar 1 per week vier uren
•
beschikbaar. Dit onderzoek wordt in groepsverband gedaan, maar vanaf klas 2 kan er ook individueel worden gewerkt. Ieder groepje of iedere individuele leerling wordt bij het onderzoek begeleid. In klas 1 worden de onderzoeksvragen door de begeleiders aangedragen, later krijgt de leerling een steeds grotere zelfstandigheid bij het voorstellen en invullen van favoriete thema’s. Ook belangrijk bij het vak projectmatig onderzoek zijn de presentaties aan de groep. Hiervoor kunnen ook de ouders/verzorgers worden uitgenodigd. Het vak filosofie. Drie moderne vreemde talen: Engels, Frans en Duits, met een keuzemogelijkheid voor Anglia. Deze keuze wordt met nadruk gestimuleerd, gezien het belang van een goede beheersing van het Engels. Als leerlingen ook Latijn en/ of Grieks willen volgen, zoeken wij daarvoor een passende oplossing. In leerjaar 2 wordt gekozen voor de alfa- of de bèta-richting wat betreft de extra vakken. De alfa-leerlingen volgen lessen Spaans, de bètaleerlingen de vakken wiskunde+ en nwo. Een deel van de uren project-
•
matig onderzoek en nwo van de bètaleerlingen kan in leerjaar 2 en 3 besteed worden aan technasiumactiviteiten. Een plusleerling kan dus goed voorbereid een keuze maken voor het technasiumvak onderzoek en ontwerpen (O&O) vanaf vwo-4. In leerjaar 3 wordt de lijn van leerjaar 2 voortgezet. resulterend in het pluscertificaat onderbouw. Voor plusleerlingen met excellente resultaten en een zeer hoog leertempo kan gezocht worden naar individuele mogelijkheden van versnelling. Hiervoor is overleg met leerling, ouders en docenten noodzakelijk, zodat er gesproken kan worden over de beste oplossing.
Vwo+ in de bovenbouw
In de bovenbouw wordt vwo+ voortgezet in de vorm van individuele programma’s. Leerlingen bepalen zelf of ze modules willen volgen aan de Open Universiteit, een stage willen lopen of extra vakken willen volgen. In overleg met hun plusmentor (die hen begeleidt van vwo-4 t/m vwo-6) beslissen ze, welke reguliere lessen ze wel of niet volgen. Minimaal 200 uren besteed aan plusactiviteiten in de bovenbouw, geeft recht op een pluscertificaat naast het vwo diploma.
Omvang van de lessentabel per week (inclusief projectwerk) De leerlingen volgen gemiddeld 32 lesuren per week. Een schoolweek van vwo+ neemt dus
geen extra tijd in beslag in vergelijking met de reguliere klassen havo/vwo en gymnasium, tenzij er extra vakken wor-
In- en afstroom Instroom is in bijzondere gevallen mogelijk: tot het einde van leerjaar 1 kan een leerling bij uitzonderlijke prestaties in het vwo alsnog deelnemen aan vwo+. Afstroom is ook mogelijk: de leerling kan overstappen naar het reguliere vwo, mits er dringende redenen aanwezig zijn. Onderpresteren wordt in principe niet als reden voor afstroom geaccepteerd.
6
den gevolgd. Wij proberen maatwerk te leveren door individuele leerroutes mogelijk te maken.
Het functioneren van een vwo+ klas Vwo+ klassen staan in het lesrooster als gewone vwo klassen: vwo-1s, vwo-2s/t en vwo-3s/t. Bewust worden aanduidingen als ‘hoogbegaafd’ en dergelijke vermeden, om leerlingen niet te stigmatiseren. De vwo+ klassen zullen, afgezien van hun afwijkende lessentabel, functioneren als andere klassen, dus met klassenavonden, excursies, Sinterklaasviering, sportdagen etc. De school tracht via de plusmentoren een hecht contact met leerlingen en ouders/verzorgers op te bouwen. Naast de gebruikelijke
tien-minuten gesprekken naar aanleiding van de rapporten zal in de winter een aparte informatieve ouderavond voor deze klassen worden georganiseerd. Soms neemt ook de mentor het initiatief een extra ouderavond van één klas te beleggen, vooral om bepaalde ontwikkelingen in de klas door te spreken. Ook wordt onderling overleg van de ouders/verzorgers van een bepaalde klas door het Hondsrug College zeer op prijs gesteld. Bepaalde onderwerpen kunnen zo op ouderavonden eenduidiger aan de orde komen.
Vinger aan de pols Wanneer er persoonlijke of onderwijskundige problemen bij vwo+-leerlingen worden gesignaleerd, wordt de leerling in het zorgoverleg besproken. Wij beschikken over een orthopedagoog vwo+, die één dagdeel in de week aanwezig is. In het zorgoverleg kan besloten worden begeleiding aan te bieden, bijvoorbeeld in het geval van dyslexie. Ook kan geadviseerd worden externe hulp in te schakelen, bijvoorbeeld de schoolpsycholoog. Uiteraard worden dergelijke stappen gezet in overleg met ouders/verzorgers en leerling. Ook wordt hulp geboden bij pestproblemen of faalangst. Vaak moeten plusleerlingen leren leren: de mentoren en orthopedagoog kunnen ondersteuning bieden bij het leren structu-
reren en plannen van de dagelijkse taken. Tijdens het mentorenoverleg worden leerlingen doorgesproken en kan er besloten worden tot bijvoorbeeld observatie in de klas met aansluitende gesprekken. Plusleerlingen zijn (zeer) intelligente jongeren, die zich snel nieuwe onderwerpen eigen kunnen maken en kunnen doorzien. Er wordt daarom aandacht besteed aan de wijze van lesgeven aan en communiceren met deze groep. Vanaf 2009 zijn er interne cursussen georganiseerd, waaraan collega’s uit onder- en bovenbouw hebben deelgenomen. Afstemmen op begaafde jongeren in de manier van lesgeven en communiceren, is voor het Hondsrug College een wezenlijk onderwerp.
Contacten Sinds september 2006 mag het Hondsrug College zich Begaafdheidsprofielschool noemen, als enige in de provincie Drenthe. Dit betekent, dat op allerlei gebied kwaliteit wordt geleverd en dat dit wordt erkend door het ministerie van OCW. Het is geen eindstation: om de drie jaar wordt de school opnieuw beoordeeld. De docentengroep vwo+ moet zich dus blijven ontwikkelen. Het Hondsrug College is actief in landelijke en regionale netwerken. De school levert bijdragen aan landelijke conferenties en scholingen op het gebied van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast is het Hondsrug College lid van landelijke ouderverenigingen, te weten ‘’Pharos’’ en ‘’Choochem’’. Gegevens van deze en andere verenigingen en instellingen vindt u achter in deze brochure.
7
Informatie Meer weten? Indien u meer informatie wenst over vwo+, dan kunt u contact opnemen met mevrouw I.H.M. Buffart, portefeuillehoudster vwo+.
[email protected] of te bereiken via (0591) 66 91 95.
Aanmelding De aanmelding voor de plaatsingstest wordt gedaan door de basisschool via het aanmeldingsformulier van het Hondsrug College. Dit aanmeldingsformulier is beschikbaar op de basisscholen en wordt uiterlijk 1 april op de administratie van het Hondsrug College verwacht. De leerling wordt vervolgens via de mail uitgenodigd voor de test. Deze uitnodiging gaat in cc naar de basisschool. Met eventuele vragen of opmerkingen in verband hiermee kunt u terecht bij de heer B.L. den Hamer, teamleider Startcollege, te bereiken via
[email protected] of via (0591) 65 79 71. De aanmeldingsformulieren voor de test (kunnen) worden verzonden aan: Administratie Hondsrug College, Postbus 66, 7800 AB Emmen.
Bereikbaar Het Hondsrug College is goed bereikbaar per openbaar vervoer. Een deel van de busverbindingen (Klazienaveen/ Erica/Schoonebeek) loopt langs de school. Het busstation Hondsrugweg en het NS station liggen beide op ongeveer een kwartier lopen vanaf de school.
Kosten Er kunnen voor de ouders/verzorgers enige meerkosten aan het volgen van vwo+ zijn verbonden. In de bovenbouw moet rekening worden gehouden met deelname- en/of reiskosten voor activiteiten buiten de school (bijvoorbeeld colleges in Groningen, PUC-modules van de Open Universiteit of een werkweek in Barcelona voor leerlingen die het vak Spaans volgen) of culturele activiteiten, zoals uitwisselingen met andere scholen.
8
Bijlage 1
Wat is hoogbegaafdheid? (bron: Landelijk Informatiepunt Hoogbegaafdheid/CPS) Definitie
Hoogbegaafdheid is een beschrijvende term, die aangeeft op welke wijze en in welke mate begaafdheid aan de oppervlakte treedt. Hoogbegaafdheid wordt in verband gebracht met het behalen van uitzonderlijke prestaties op verschillende maatschappelijk relevante gebieden. Over de definiëring en oorsprong van de term hoogbegaafdheid zijn veel uiteenlopende opvattingen. Over één opvatting is men het in toenemende mate eens: hoogbegaafdheid wordt niet alleen bepaald door het IQ van een persoon, zoals dat met intelligentietests wordt gemeten. Naast hoge intellectuele vermogens (meestal wordt hiervoor een IQ van 130 of hoger als criterium gehanteerd) worden uitzonderlijke prestaties voorspeld door een aantal andere eigenschappen van een persoon: • Taakgerichtheid en volharding (motivatie): doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen. • Creatief vermogen: hiermee wordt bedoeld creatief zijn in het oplossen van problemen. Uitgaand van de diverse criteria voor hoogbegaafdheid zitten er gemiddeld een tot vier (hoog)begaafde leerlingen in een klas. In het voortgezet onderwijs, en dan met name in het vwo en gymnasium, is het aantal (hoog)begaafde leerlingen zelfs groter. Elke school en elke docent kan er dus mee geconfronteerd worden. Versnellen, compacten en verrijken
In alle publicaties over onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen kunnen we lezen dat de begeleiding moet bestaan uit een combinatie van versnelling, al dan niet door comprimeren
of compacten, met verbreding of verrijking. Bij versnellen gaat de leerling sneller door de basisstof. De ruimte die daardoor ontstaat kan ingevuld worden met extra (verrijkings/verdiepings)activiteiten. Het gaat in principe om activiteiten die niet van invloed zijn op het basisstoftraject van de volgende leerjaren. Soms wordt versnellen vertaald in het overslaan van een leerjaar. Compacten betekent het indikken van de leerstof door al het voor (hoog)begaafde leerlingen overtollige weg te laten. Dat wat overblijft is interessant en uitdagend genoeg voor deze leerlingen en er ontstaat ruimte om verbredings- of verrijkingsstof in te zetten. Span (2001) beschrijft in ‘Onderwijs aan begaafde leerlingen in het VO’ de systematiek van het compacten en ontwerpen van verrijkingstaken. Naast versnellen en compacten is feitelijk altijd verbreding en/of verdieping nodig. De leerling krijgt extra stof aangereikt die aanvult in de breedte of in de diepte. Het gaat dan altijd om iets extra’s ten opzichte van de ‘gewone’ (basis) stof. De extra leerstof komt naast of in plaats van het reguliere lesprogramma. Steeds meer dringt het besef door dat alleen het vrijblijvend aanbieden van extra materiaal op termijn niet voldoende is. Structuur is van groot belang en ook de sfeer van vrijblijvendheid rondom het extra werk moet zoveel mogelijk vermeden worden. Het extra werk vormt een onderdeel van het leerprogramma van de (hoog)begaafde leerling en moet ook als zodanig behandeld worden. Belangrijk hierbij is dat dit extra werk met name voor de leerling ook een meerwaarde heeft. De docent moet mede daarom het werk beoordelen, feedback geven en de resultaten op het rapport of bij een voortgangsrapportage vermelden.
9
Bijlage 2
Overzicht websites van organisaties en instanties die zich bezig houden met hoogbegaafdheid BPS Vereniging Begaafdheidsprofielscholen
Pharos (oudervereniging)
website: www.begaafdheidsprofielscholen.nl
Website: www.pharosnl.nl
CBO Centrum voor Begaafdheidsonderzoek
Stichting Cognitief talent
Website: www.socsci.kun.nl/psy/cbo/
Website: www.toptoets.nl
Choochem (oudervereniging)
Stichting Perdix IVLOS Universiteit Utrecht
Website: www.choochem.nl
Website: www.ivlos.uu.nl/onderwijs/docententraining/ docentenvoortgez/hoogbegaafden/6551main.html
HINT Nederland (oudervereniging)
Website: www.hintnederland.nl
Stichting Socrates Fellowship
Website: www.socratesfellowship.org Katholieke Universiteit Nijmegen/ITS
Website: www.its.kun.nl
Stichting Vierkant voor Wiskunde
Website: www.vierkantvoorwiskunde.nl Landelijk Informatiecentrum Hoogbegaafdheid (Stichting Plato)
Vereniging Mensa Nederland
Website: www.plato.caiw.nl
Website: www.mensa.nl
NIP Nederlands Instituut van Psychologen
OBD Groningen (locatie Groningen)
Website: www.psynip.nl
Website: www.obdgroningen.nl
NVO bureau Nederlandse vereniging voor pedagogen en onderwijskundigen
Kobalt Assen
Website: www.kobalt.nu
Website: www.nvo.nl OAB Consultancy (instantie voor diagnostiek en begeleiding)
(Bron: Landelijk Informatiepunt (hoog)begaafdheid Primair Onderwijs)
Website: www.vangerven.biz
Ook kunt u veel relevante websites vinden via:
PABU (instantie voor diagnostiek en begeleiding)
http://hoogbegaafd.pagina.nl/ http://hoogbegaafdheid.startkabel.nl/
Website: www.hoogbegaafdheid.com
Bijlage 3
Literatuurlijst (Bron: Stichting Plato)
Katzko, M.W. en Mönks, F.J.: Nurturing talent (1995) Individual Needs and Social Ability (vierde ECHA congres, okt 1994)
Algemeen
Barreveld, I.: Hagar, een hoogbegaafd meisje Hol, A.: Opvoedingsondersteuning Hoofdstuk 18 ‘Help ze zeggen dat mijn kind hoogbegaafd is’ door C. Schepel Jurgens, K.E. (e.a.): Hoogbegaafd, wat betekent dat? Hoofdlijnen van het 9e wereldcongres WCGTC 1991
10
Mönks, F.J. en Peters, W.: Talent for the future Social and personality development of gifted children Mönks, F.J. & Span, P.: Hoogbegaafden in de samenleving (1984) Oordt, H. & Span, P.: Wie de lucht in het water ziet, ziet vissen in de bomen AO2685, 26 november 1999 AO (Actuele Onderwerpen) BV
Rost, D.H. en Hanses, P.: Bezit en gebruik van speelgoed bij hoogbegaafde kinderen (1993) NTOVO 9(1) Rost, D.H.: Identificatie van hoogbegaafdheid (1990) NTOVO 6 Schouten, M.: Hoera, ik ben hoogbegaafd! Levenservaringen van leden van Mensa. Talent Onafhankelijk tijdschrift over hoogbegaafdheid
Dijkshoorn, Welmoed Pietersen, Gerard Dikken, Peter: Kinderen met een contactstoornis (1998) Een (groeps)behandeling voor PDD NOS kinderen en hun ouders Engelen Snaterse, Rita en Kohnstamm (redactie), Tineke: Kinder en jeugdpsychologie (1997) Goleman, D: Emotionele intelligentie, Uitgeverij Contact (1998) Groenewegen, P. ea; Slim onderwijs doe je zo; Amersfoort; 2014
Vries, H. de: Intelligente kinderen Zanten, J. van: Hoogbegaafde kinderen Webb, J.T. (e.a): De begeleiding van hoogbegaafde kinderen(1982) Nederlandse bewerking K. Jurgens en F. de Mink (2000) Begeleiding in het Voortgezet Onderwijs
Lahpor Pluymakers M. & Span, P.: Begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs in: (1994). Handboek voor Leerlingbegeleiding. Alphen aan den Rijn: Samsom Tjeenk Willink. Lahpor Pluymakers M. & Span, P.: Begaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs, in: (1995) Gids voor Onderwijsmanagement. Houten:Bohn Stafleu Van Loghum. Wicherts, J.D. (redactie): Een tien met twijfels (1991). (Hoog)begaafde leerlingen in het Voortgezet Onderwijs. ‘s Hertogenbosch: KPC.
Hoe maken wij het verschil? CPS, maart 2013 (met bijdragen van het Hondsrug College) Ideeënmap hoogbegaafde leerlingen (2010) (met bijdragen van het Hondsrug College) Jorgensen, M. en Schreiner, P.: Vechtrelaties Als kinderen zich tegen volwassenen afzetten; verklaringen en oplossingen. Kerr, Barbara A. en Cohn, Sandford J.; Slimme jongens. Hoe hou je ze gemotiveerd?; Assen; 2009 Londen, A. van, Biloen Beijen, J. Cladder, Londen Barentsen, W. van: Vaardigheden voor ouders (1998) Werkboek met oefeningen om het zelfbeeld van uw kind te verbeteren en gedrag positief te beïnvloeden Mameren-Schoehuizen, I. van: Zie je me wel? Motiveren van begaafde leerlingen in het vwo. Nijmegen 2006 Meer, B. v.d.: De zondebok in de klas Pesten op school; wat ouders kunnen doen. Adviezen aan ouders van zondebokken, pesters en andere leerlingen.
Diverse literatuur
Rosenberg, E: Snap me dan! (2001) Bergsma, Ad en Petersen, Korina van: Kinderen en Psychotherapie (1995) Bilsen, Tineke Engelen, Sjaak Volker (redactie), Henck van: Gedragstherapie in de klas (1996) Bono, E. de: Lateraal denken, modern, kreatief, effektief (1967)
Slim leren organiseren. CPS 2005 (met bijdragen van het Hondsrug College) Verhoeven, Ludo: Ontluikende geletterdheid (1994) Een overzicht van de vroege ontwikkeling van lezen en schrijven
Cladder, Marja, Nijhoff Huijsse, Guido en Mulder, Hans: Gedragstherapie met kinderen en jeugdigen (1998)
11
Hondsrug College Christelijke scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs
Postadres: Postbus 66 7800 AB Emmen Bezoekadres: Emmalaan 25 Emmen T: (0591) 65 79 79 F: (0591) 61 74 69 E:
[email protected] I: www.hondsrugcollege.nl