Een Zwitserse kolonie in negentiende‐eeuws Gouda Toen na de val van Napoleon in 1815 Nederland, Vlaanderen, Wallonië en Luxemburg werden samen‐ gevoegd tot de Verenigde Nederlanden onder het ko‐ ningschap van Willem de Eerste, bestond de behoefte aan een sterke legermacht. Het aangrenzende en agressieve Frankrijk moest aan alle kanten in toom worden gehouden door stevige stootblokken. In die tijd was het al eeuwenlang gebrui‐ kelijk dat de Europese legermachten voor een deel be‐ stonden uit in andere landen gehuurde regimenten en compagnieën. De commandanten daarvan waren vaak zelfstandige ondernemers die in hun geboortestreek soldaten inhuurden en vervolgens zichzelf plus hun manschappen als kant en klare legermachten verhuur‐ den aan Europese vorstenhuizen. Dit gebeurde niet alleen in oorlogstijd, huurlingenleger‐ tjes dienden vaak om te helpen de vorsten hun status te behouden. Koning Willem de Eerste gaf in 1814 opdracht in Zwit‐ serland op zoek te gaan naar huurlegers. Zwitsers gol‐ den toen als betrouwbare, degelijke en vakkundige militairen en werden beschouwd als elitetroepen. De Zwitserse garde in het Vaticaan is nog steeds een goed voorbeeld. Na veel onderhandelen werd besloten vier regimenten Zwitsers in het Nederlandse leger op te nemen. Met drie regimenten waren weinig problemen, omdat zij uit de protestants‐ georiënteerde gebieden kwamen. Met
10
het vierde regiment vlotte het niet zo erg. Dit ‘katho‐ lieke’ Zwitserse regiment uit de overwegend katholieke kantons, Uri, Schwyz en Unterwalden zou moeite heb‐ ben te dienen onder een protestants vorstenhuis. Het vierde regiment ‘Derde Compagnie van het eerste Bataillon Regiment Switsers No.32’ werd gedetacheerd in kazerne Sint Joris Doelen te Gouda. Wat ging mis met regiment no. 32 ? De volstrekte corrupte commandant Louis d’Auf der Maur de Schwanau stak onder meer het geld, bedoeld voor de werving van rekruten, in eigen zak. Hij nam, in strijd met de contractsbepalingen, allerlei soldaten in dienst die niet tot de doelgroep behoorden. Zwervers, gevluchte criminelen uit alle gewesten, zelfs Italiaanse seizoenarbeiders werden gecontracteerd. Indien nodig gaf hij ze een verzonnen identiteit. Ondanks alle mal‐ versaties kon het regiment no. 32 getalsmatig aan het contract met de Nederlandse overheid voldoen. Op last van de koning werd tenslotte in 1821 ingegre‐ pen. Een zuivering volgde en Generaal‐majoor Auf de Maurer kreeg oneervol ontslag. Dit leidde tot verwijde‐ ring van maar liefst 1500 van de circa 2500 man waaruit regiment no. 32. bestond. Na deze zuivering werd het regiment officieel in Gouda gehuisvest. Het werd een beetje als het Franse Vreemdelingenlegioen in latere jaren beschouwd. Wie behoefte had aan een andere identiteit, kon worden geholpen. Op 31 december 1828 werd bij Koninklijk Besluit be‐ paald dat alle Zwitserse regimenten eind 1829 afge‐ dankt zouden worden.
11
In Gouda probeerden veel Zwitserse militairen een burgerbestaan op te bouwen. Deze Goudse Zwitsers of Zwitserse Gouwenaars stonden nog nergens als zoda‐ nig geregistreerd. Verschillenden van hen doken ten‐ slotte toch in de registers van de Nederlandse burger‐ lijke standen op wanneer ze trouwen met Nederlandse meisjes. Op 17 oktober 1838 trouwt de Zwitserse oud‐fuselier Alois Kuster regiment no 32, geboren 1804 in Engel‐ berg Zwitserland , in Vlissingen met Maria Anna (Ma‐ rianna) de Loo. (Delo). Beroepen : fuselier, werkman‐ verlofganger , blekersknecht. Hij overleed in 1872. Zijn broer Joseph, geboren 10‐05‐1802 te Engelberg, was hem in 1823 al voorgegaan met een huwelijk met Anna Maria Gallé in Gouda. Bron uittreksel bevol‐ kingsregister Gouda samengesteld Henk Povée.
12
Volgens genealogisch onderzoek is Alois Kuster de stamvader van de latere Kuster Dynastie tot en met 2001, de geboorte van Pim Julius Thomas, zoon van Angelique Antoinette Kuster en Alexander Maria Kobessen.
Joannes Kuster x Maria Anna Toeng
Zoon Fransicus Xaver x Barbara Hofstetter
25‐02‐1800 te Wolfhusen Luzern Zwitserland
Joseph Joseph Alouisius Alois 26‐08‐1800 10‐05‐1802 1804
Engelberg Zwitserland
Fuselier 13e afd. Infanterie(1835‐1837) Werkman‐verlofganger (1839) Blekersknecht (1862) Zonder beroep (1872) Trouwt 17‐10‐ 1838 te Vlissingen Maria Anna de Loo (.1806) dochter van Reinier de Loo ( Delo) en Maria Hermans ( Hermkens)
Uit dit huwelijk geboren:
Joseph Francois Alouis Anetta Marianne Carolina 11‐03‐1835 Vlissingen 25‐02‐1837 Vlissingen 07‐02‐1839 Kleermaker, wonende Dienstbode te Vlissingen Vrouwensteeg 198, x Dienstbode later Keizerstraat 112 15‐05‐1872 + 03‐01‐1904 Gouda (werd vermeld Pieter Friman te Gouda J.F.A. Kuster Hoogeboom komt uit Kazerne naar (geb.11‐01‐1830) Vrouwensteeg 198) te ’s Gravenhage, X 18‐06‐1862 militair sergeant Helena van der Werf 4e Regt. Inf. te Gouda (16‐04‐1835 te Vleuten) Zoon van Pieter Friman Hoogeboom Dochter van Van Zweer, en Helena Paardekoper. vrachtrijder en Cornelia van der Louw.
13
Uit dit huwelijk worden geboren: Johanna Cornelia Carolina Maria Maria, 4‐12‐1864 26‐4‐1863 Gouda Franciscus Alouisius Maria Maria 09‐01‐1871 31‐01‐1873
Josephus Alouisius 23‐08‐1866 Verz.agent Gouda
Anthonius Azuerus Maria 24‐11‐1868 Gouda
Gijsbertus Johannes Maria Petrus 21‐12‐1874 Maria 20‐10‐1876 Gouda Gouda
Gouda Gouda Johannes Willebrordus Maria 07‐11‐1879 Gouda Jacoba Catharina Biemans trouwde in Rotterdam op 31‐03‐1880 met Anthonius Johannes Poiesz, geb. 1862 te Amsterdam, zoon van Franciscus Poiesz en Maria van Lier. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren. De kinderen Poiesz: 1. Franciscus Anthonius Johannes 15‐01‐1880 Rotterdam 2. Dina Maria Jacoba 15‐09‐1882 Rotterdam 3. Antonius Johannes 23‐09‐1887 Rotterdam 4. Johannes Antonius 15‐02‐1890 Rotterdam 5. Alphonsus Maria 1889 te Rotterdam + 18‐03‐1890 6. Maria Josepha 02‐02‐1891 te Rotterdam 7. Joseph Maria 29‐07‐1894 te Rotter‐ dam 8. Gerardus Alphonsus Maria 29‐07‐1894 te Rotter‐ dam 9. Alphonsus Maria 06‐01‐1897 te Rotter‐ dam
14
Na het overlijden van Anthonius Johannes Poiesz trouwt zijn vriend Anthonius Azuerus Maria Kuster, kleermaker, de weduwe Josina Catharina Biemans, geboren 31‐03‐1863 te Rotterdam, dochter van Johannes Petrus Biemans en Dimphena van Rijswijk . Uit het huwelijk van Anthonius Azuerus Maria Kuster worden zes kinderen geboren: Aloysius Leo Jacobus Josephus Maria Gijsbertus Maria Franciscus Maria 10‐02‐1900 02‐01‐1901 23‐11‐1901 Rotterdam Rotterdam Rotterdam Jacoba Clemens Jozeph Antonia Maria Maria Maria 8‐11‐1908 15‐04‐1907 18‐11‐1908 Rotterdam x Rotterdam 22‐06‐1938 Antonetta Wilhelmina Johanna de Neef 29‐09‐1904 ’s Gravenhage, dochter van Willem Cornelis de Neef en Hermina Johanna Francisca de Lange. 13‐03‐1944 Rotterdam Anthonius Maria Kuster x 24‐08‐1967 Rotterdam Jannetje Kermis 12‐05‐1948 Rotterdam, dochter van Theo Kermis en Aartje Bakker 19‐11‐1970 Rotterdam Angelique Antoinette Kuster x 18‐06‐1999 Krimpen aan den IJssel met Alexander Maria Kobessen 23‐10‐2001 Pim Julius Thomas te Capelle aan den IJssel
15
16