In het Belgisch Stripcentrum Van 4 februari van 18 mei 2014
Cosey, Op zoek naar Peter Pan, Le Lombard
De Zwitserse strip in Brussel De wereld van het Europese stripverhaal telt een aantal roemrijke toppers – waaronder Derib, Cosey en ook Zep – waarvan men soms niet weet dat het geen Belgen zijn maar... Zwitsers. Met de medewerking van de Zwitserse Ambassade in Brussel en het stripdocumentatiecentrum van Lausanne zet deze expo in het BSC enkele geografische feiten recht en biedt daarbij meteen de gelegenheid de creatieve geesten in de hedendaagse Zwitserse stripwereld te ontdekken.
Curator : JC De la Royère In samenwerking met de Zwitserse Ambassade in België en het Stripcentrum van de Stad Lausanne Met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Belgisch Stripcentrum Zandstraat 20 - 1000 Brussel (België) Alle dagen open (behalve op maandag) van 10 tot 18 uur. Tel: +32 (0)2 219 19 80 - www.stripmuseum.be -
[email protected]
Persinfo: Willem De Graeve:
[email protected] - +32 (0)2 210 04 33 of www.stripmuseum.be/nl/pers, login: comics + paswoord: smurfs
De Zwitserse strip in Brussel Een tentoonstelling van het Belgisch Stripcentrum Curator: JC De la Royère Scenografie: Jean Serneels Teksten: JC De la Royère Vertalingen: Philotrans Correcties: Tine Anthoni en Marie-Aude Piavaux Beheer originelen : Nathalie Geirnaert en Dimitri Bogaert Grafische vormgeving: Pierre Saysouk Fotogravure : Sadocolor Inkadering: AP Frame, Marie Van Eetvelde Realisatie: Jean Serneels en de ploeg van het BSC Communicatie: Willem De Graeve en Valérie Constant Het Belgisch Stripcentrum bedankt allen die hebben bijgedragen aan het succes van deze tentoonstelling, in het bijzonder Cuno Affolter, Siro Beltrametti, Anne Broodcoorens, Jean-Claude Camano, Armelle Casier, S.E. Bénédict de Cerjat, Valérie Constant, Olivier Dossogne, Sophie Dumont, Philippe Duvanel, Ursina Eggenschwiler, Elise Harou, Ariel Herbez, Eva Hoff, Martine Janssen, Roland Margueron, Blandine Masuy, André Querton, Greg Shaw, Tom Tirabosco, Jocelyne Vanderlinden en de auteurs die zo vriendelijk waren ons hun platen uit te lenen.
In samenwerking met de Zwitserse Ambassade in België en het Stripcentrum van de Stad Lausanne Met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HET ZWITSERSE STRIPVERHAAL IN BRUSSEL In het Europese striplandschap vindt men kostbare pieken waarvan men soms denkt dat ze Belgisch zijn, terwijl het eigenlijk Zwitsers zijn. Het BSC heeft ervoor gekozen om uit de meer dan honderd stripauteurs die het land van Willem Tell rijk is, die auteurs te exposeren die een bevoorrechte band met België hebben, ongeacht of die band er gekomen is via hun uitgever of via hun scenarist. En dat is precies het geval voor de 19 Zwitserse creatievelingen die u op uw rondleiding doorheen deze expo zult ontdekken. Onder hen beroemde namen – Derib, Cosey, Ceppi, Zep, Marini – maar ook bekende hedendaagse stripauteurs zoals Tirabosco, Peeters, Wazem, Bertschy, Buche, Valp, Dubois, Mara of Léonie Bischoff, twee pioniers (Aloys en Véronik), twee avant-gardistische Brusselaars (Goerg en Matthey) en eentje die niet te klasseren is (Mix & Remix). Door de kwaliteit en de diversiteit van hun werk getuigen deze auteurs van de vitaliteit van de 9de Kunst in de Zwitsers confederatie. Maar noch het Franstalige noch het Duitstalige stripverhaal bezondigt zich aan regionaal particularisme: Zwitsterse striphelden zijn globetrotters, Amerikaanse indianen of jongelui uit alle uithoeken van de wereld. En als we niet op onze hoede zijn wordt ook Zwitserland binnenkort een nieuw Mekka van het stripverhaal.
JC De la Royère, BSC.
DERIB Claude de Ribeaupierre werd in 1944 geboren, in La Tour-de-Peilz in het kanton Vaud. Hij kan worden beschouwd als de pionier van het moderne Zwitserse stripverhaal. Hij is een leerling van Jijé en treedt in 1964 in dienst bij Peyo en zijn Smurfen. Daarna bedenkt hij in ROBBEDOES de avonturen van Arnold, heer van Caeneghem in de stijl van Jijé en de belevenissen van de hond Attila in de stijl van Peyo. Hij is gefascineerd door de Amerikaanse indianen: vanaf 1973 legt hij zich erop toe met Yakari (Casterman), gevolgd door Buddy Longway, Hij die tweemaal geboren werd en Red Road, drie reeksen die worden uitgegeven door Le Lombard. In Red Road vertelt Derib over het dagelijkse leven en de problemen van de indianen die vandaag de dag in reservaten leven. Recenter nog, in 2012, publiceerde Derib bij uitgeverij Le Lombard ‘Tu seras reine’, een album dat gewijd is aan de koeien van Hérens, het ‘paradepaardje’ van het erfgoed van Wallis.
COSEY Bernard Cosendai werd geboren in 1950, in Lausanne. In 1969 behaalt hij de derde prijs in een coverwedstrijd van het weekblad ROBBEDOES. Daarna gaat hij in de leer bij Derib, waar hij de inkleuring doet voor Go West en Yakari. In 1971 publiceert hij in LE SOIR JEUNESSE drie avonturen van Monfreid en Tilbury op scenario's van André-Paul Duchâteau. In 1975 begint hij ook in KUIFJE met de avonturen van Jonathan, een reeks verhalen over een jonge avonturier in Tibet die erg op hem gelijkt. In 1982 wint het album ‘Kate’ de Alfred van het beste album op het Festival van Angoulême. Het jaar daarna begint hij, nog steeds voor uitgeverij Le Lombard, aan Op zoek naar Peter Pan, een tweeluik dat zich in Zwitserland afspeelt en een geweldig verkoopsucces kent in de boekhandel. Daarna schrijft hij een reeks buitengewone albums in de collectie Vrije Vlucht van uitgeverij Dupuis.
VÉRONIK Véronique Frossard werd geboren in St-Maurice in Wallis en is autodidact: vanaf haar 20e legt zij zich toe op het stripverhaal. Ze raakt bekend door haar deelname aan de collectieve werken Swiss Brothers, uitgegeven door Rolf Kesselring in 1978 en 1979. Daarna gaat ze samenwerken met sciencefictionschrijver Jean-Pierre Andrevon met wie ze bij Jacques Glénat twee albums produceert: ‘Matricule 45000’ (1982) en ‘Neurones Trafic’ (1985). Als militante feministe publiceert ze in 1987 ‘Lou Strass’ in samenwerking met de Belgische scenarist Jan Bucquoy, een provocerende, zeer expliciet seksuele komedie die wordt voorgesteld als ‘de eerste antiaidsstrip’. In 1993 geeft ze het stripverhaal op en is spitst zich toe op de schilderkunst. Ze heeft intussen talrijke individuele en collectieve tentoonstellingen op haar actief. Haar werk is te vinden in publieke en privécollecties in Zwitserland, in de rest van Europa, in Australië en in de VS.
ALOYS Yves Robellaz werd geboren in 1953, in Bern. Tijdens zijn studies literatuur zette hij zijn eerste stappen in het stripvak in de magazines Poussin (LE GONOCOQUE) en Ab'Aigre (SWING) vooraleer hij bekendheid verwerft in LIBÉRATION. In het Zwitserse maandblad TOUT VA BIEN verschijnen Quickette en Flupkette, twee lichtjes geschifte heldinnen waarvan CHARLIE MENSUEL enkele korte miniverhaaltjes publiceert (een album bij Edition Moderne in 1982). In 1985 publiceert de Brusselse uitgever Magic Strip een album in de collectie Atomium: La Peau des rêves. Daarna produceert Aloys talrijke affiches, brochures, politieke propaganda, tekenfilms, postzegels, fresco's, signalisatie, designmeubelen, enz. In 1991 wordt een prestigieuze tentoonstelling in het Modernism in San Francisco aan zijn werk gewijd.
CEPPI Daniel Ceppi werd geboren in 1951, in Genève. Op 26jarige leeftijd geeft hij in eigen beheer zijn eerste album uit. ‘Het wespennest’ is het eerste van dertien grote avonturen van globetrotter Stefan Clement die achtereenvolgens verschijnen bij les Humanoïdes Associés (in MÉTAL HURLANT), bij Casterman (in WORDT VERVOLGD, van 1981 tot 1985), opnieuw bij les Humanoïdes Associés, dat Zwitsers geworden is, en ten slotte bij uitgeverij Le Lombard in 2010. Ondertussen publiceerde les Humanoïdes Associés zijn thriller Corps diplomatique (in twee volumes) en was Le Lombard gestart met CH Confidentiel, een reeks detectiveverhalen die zich in Zwitserland en de rest van Europa afspelen, met de witteboordencriminaliteit als thema.
ZEP Philippe Chappuis werd geboren in 1967, in Onex, een voorstadje van Genève. Als jonge adolescent creëert hij het fanzine ZEP waarvan de naam een hommage is aan de rockgroep Led Zeppelin. Op 19-jarige leeftijd publiceert hij in ROBBEDOES het complete verhaal ‘Aan het eind van de wereld’, en daarna volgt Victor, een personage dat ontstaan is in de Zwitserse vrouwenbladen. De gags worden van 1988 tot 1991 gepubliceerd in ROBBEDOES. In 1992 tekent Zep het personage Titeuf op een kladblok waarin hij jeugdherinneringen verzamelt. De eerste plaat wordt gepubliceerd in een fanzine dat wordt opgemerkt door uitgeverij Glénat, die er in een kleine oplage een eerste zwart-witalbum van drukt. En het wordt een echt succesverhaal: Titeuf wordt vertaald in twintig talen en wordt het fenomeen dat we nu kennen. Dit belette Zep echter niet om door te gaan met de samenwerking met ROBBEDOES dat in 1997 ‘Meisjes met pit’ publiceert, het jaar daarna ‘Les Chats se cachent pour mourir’ (op een scenario van Yann) en in 1999 ‘Harde muziek en doffe ellende’.
BUCHE Éric Buchschacher werd geboren in 1965, in Genève. Hij zet zijn eerste stapjes in verschillende fanzines en maakt zijn eerste album tijdens zijn militaire dienst: ‘Carapaces’, dat hij publiceert bij uitgeverij L’Essai. Daarna produceert hij voor Alpen Publishers twee fictie-albums van Hélène Cartier voor hij zich toelegt op realistische stripverhalen met drie detectiveverhalen van Vincent Muraz, uitgegeven bij Dargaud. In 1998 wordt hij in dienst genomen door Zep als medewerker van het magazine TCHÔ ! waarvoor hij het personage Franky Snow creëert, een geschifte post-adolescent en liefhebber van skiën, opscheppen en vrouwen versieren. De albums verschijnen in de collectie ‘ Tchô !’ bij uitgeverij Glénat. Ze hebben zoveel succes dat er voor de fans allerlei soorten nevenproducten op de markt komen. In mei 2013 dan publiceerde Buche ‘La Suisse des origines’ in een speciaal nummer van ROBBEDOES gewijd aan Zwitserland.
VALP Valentine Pasche werd geboren in 1979, in Genève. Zij gaf vorm aan de wereld van haar eerste stripverhaal, Lock, tijdens haar studies Decoratieve Kunsten. Het verhaal is geïnspireerd op fantasy en de verteltechnieken van videospelletjes en wordt van 2001 en 2007 gepubliceerd door uitgeverij Paquet. In 2009 lanceert zij bij Delcourt de avonturen van Ashrel, een kleine jongen met een bleek gezichtje die de vreemde kracht bezit doden tot leven te kunnen wekken. Het eerste deel wordt beloond met de Töpffer-prijs van de stad Genève. Op haar blog staat te lezen dat ze tegelijkertijd werkt aan een project in Victoriaanse stijl en aan een reeks met de titel ‘Les Fantômes de Neptune’. Valp heeft eveneens meegewerkt aan het speciale Zwitserlandnummer van ROBBEDOES met een kort verhaal dat ‘Une journée en Suisse’ heet.
GOERG Sacha Goerg werd geboren in 1975, in Genève. In het midden van de jaren 90 emigreert hij naar Brussel. In 1999 neemt hij deel aan de oprichting van L’employé du Moi, een onafhankelijke uitgeverij die zich oorspronkelijk specialiseert in collectieve projecten maar daarna evolueert naar meer individuele producties. Hij werkt mee aan de meeste collectieve creaties en stelt er ook zijn eigen albums voor: ‘Bouture’ in 2003, ‘Rubiah’ in 2005 en ‘Stunt’ in 2012. Daarnaast publiceert hij bij Dargaud ‘La Fille de l’eau’, een album dat wordt bekroond met de Töpffer-prijs van de stad Genève. Sinds 2011 werkt hij ook mee aan het feuilleton ‘Les Autres gens’, door Thomas Cadène gecreëerd op het internet, waaraan een hele generatie tekenaars-bloggers deelneemt. Op geregelde tijdstippen publiceert de uitgeverij Dupuis er een bloemlezing van.
MATTHEY Pascal Matthey werd geboren in 1979, in Genève. Sinds 1998 woont hij in Brussel. Hij publiceerde drie albums bij uitgeverij L’employé du Moi: ‘Le Verre de lait’ (2004), ‘Pascal est enfoncé’ (2007) en ‘Du shimmy dans la vision’ (2011). Als stichtend lid van de micro-uitgeverij Habeas Corpus publiceert hij er sinds 2001 ‘Spouk the Dog’, ‘Soap Comics’ van 2006 tot 2009 en ‘We All Go Down’ sinds 2009. In 2013 produceert hij het album ‘978’ bij la Cinquième Couche, een synthese van knipsels en collages uit catalogi, affiches en reclamedrukwerk van stripuitgevers. Pascal Matthey is ook muzikant (viool en soundmachines) in de groepen Carl & les Hommes Boîtes en O’tanzz Aairbus.
TIRABOSCO Tom Tirabosco werd geboren in 1966, in Rome. Sinds 1970 woont hij in Genève. Na zijn studies aan de ‘École supérieure des Arts Visuels’ in Genève en aan de ‘Académie des Beaux-Arts’ in Venetië publiceert hij talloze perstekeningen in LIBÉRATION, LES INROCKUPTIBLES en LA TRIBUNE DE GENÈVE. In 1997 wint hij de Töpffer-prijs met ‘L’Émissaire’, zijn eerste stripalbum dat verscheen bij Atrabile. In 2000 publiceert les Humanoïdes Associés ‘Week-end avec préméditation’ op een scenario van Wazem. Daarna, in 2003, geeft Casterman ‘De bosduivel’ uit, van 2004 tot 2007 gevolgd door de avonturen van Léo et Léa en in 2005 ‘Monroe’, eveneens op een scenario van Wazem. Het vorig jaar bij uitgeverij Futuropolis uitgegeven ‘Kongo’ gaat over België en zijn immense kolonie in Centraal-Afrika.
PEETERS Frederik Peeters werd geboren in 1974, in Genève. In 1992, terwijl hij nog bezig is met zijn studie visuele communicatie, werkt hij mee aan het maandblad SAUVE QUI PEUT. Vijf jaar later publiceert hij zijn eerste album bij Atrabile: ‘Fromage et Confiture’ en bij diezelfde uitgever realiseert hij in 2001 ‘Blauwe pillen’, een aangrijpend autobiografisch verhaal dat hem de Töpffer-prijs van de stad Genève oplevert. In 2003 begint hij tegelijkertijd aan ‘Lupus’, een SF-reeks die wordt gepubliceerd door Atrabile, en de fantasyreeks ‘Koma’ op scenario's van Pierre Wazem, bij les Humanoïdes Associés. In 2007 waagt hij zich aan het detectivegenre, met ‘R.G.’ dat verschijnt in de ‘Bayou’collectie van Gallimard. Diezelfde uitgever gaat in 2011 mee in zee met ‘Aâma’, een sciencefictionreeks waarmee Frederik Peeters voor de derde keer in de prijzen valt op het stripfestival van Angoulême.
WAZEM Pierre Wasem werd geboren in 1970, in Genève. Hij volgde les aan de ‘école des Arts Décoratifs’ in eigen stad en publiceerde daarna, in 1992, zijn eerste tekeningen in het maandblad SAUVE QUI PEUT. Zijn eerste album, ‘Livre Vert Vietnam’, wordt in 1997 uitgegeven door boekhandel Papiers Gras. Het jaar daarna lanceert hij de collectie Tohu-Bohu bij les Humanoïdes Associés met ‘Le Chant des pavots’ en publiceert vervolgens ‘Bretagne’, en verhaal met in de hoofdrol een piloot-officier bij de Forces Françaises Libres in Afrika. Het album wordt bekroond met de Töpffer-prijs van de stad Genève en door zijn stijl, die aanleunt bij Hugo Pratt, wordt hij gevraagd om bij uitgeverij Casterman een album in de reeks ‘Woestijnschorpioenen’ te realiseren. Als scenarist heeft Wazem drie albums gepubliceerd met Tom Tirabosco en de reeks ‘Koma’ met Frederik Peeters (waarvan vijf delen verschenen).
DUBOIS Christophe Dubois werd geboren in 1969, in La-Chauxde-Fonds, in het kanton Neuchâtel. Hoewel hij bezeten is van stripverhalen kiest hij uiteindelijk voor de Toegepaste Kunsten en wordt grafisch ontwerper voor een agentschap, terwijl hij daarnaast een carrière als muzikant uitbouwt. Pas in 2006 keert hij terug naar het stripverhaal: voor uitgeverij Le Lombard begint hij met scenarist Nicolas Pona aan ‘Le Cycle d’Ostruce’: een heroïsche fictieserie die vier delen telt die in 2011 integraal bijeengebracht werden. Zijn tweede reeks, ‘La Ballade de Magdalena’, werd aan het publiek voorgesteld als participatief project door tussenkomst van de My Major Company. Na een stemming onder de internauten werd het tweeluik, dat waarschijnlijk een vervolg zal krijgen, in 2012 en 2014 door Le Lombard uitgegeven.
MARA Margaux Kindhauser werd geboren in 1983, in Genève. Zij is autodidact en wordt vooral beïnvloed door het grafische werk van de Walt Disney-studio's. In 2004 besluit zij de unief op te geven en een project in elkaar te boksen dat ze aan verschillende uitgevers voorlegt. Het is uitgeverij Akileos die het project wil realiseren en na een lang proces ziet het eerste deel van ‘Clues’ in juni 2008 het daglicht. Het is een reeks die de lezer onderdompelt in de sfeer en de decors van het Victoriaanse Engeland. Naast ‘Clues’, waarvan momenteel drie delen verschenen zijn, animeert Mara een blog en werkt ze mee aan verschillende collectieve projecten, zoals in 2011 aan het album ‘Vivre libre ou mourir’, een compilatie van verhalen over het verzet die uitgegeven wordt door Le Lombard, met een realistisch verhaal getiteld ‘Vers l’insurrection’.
MARINI Enrico Marini werd geboren in 1969, in Liestal, in het kanton Bâle-Campagne. Hij studeert grafisch ontwerp aan de ‘École des Beaux-Arts’ in Bazel. Zijn carrière gaat van start in 1987, op het Festival van Sierre waar hij wordt opgemerkt door Thierry Smolderen die hem het scenario toevertrouwt van twee albums uit de reeks ‘Olivier Varèse’, in 1992 gepubliceerd bij Alpen Publisher. Een jaar later lanceert hetzelfde duo de reeks ‘Gipsy’ die zes episodes zal kennen. Daarnaast realiseert Marini een western op een scenario van Stephen Desberg: ‘Ster van de woestijn’, een tweeluik dat in 1996 door Dargaud wordt gepubliceerd. Samen met Jean Dufaux realiseert hij van 1998 tot 2003 vier albums in de serie ‘De Aasgieren’, terwijl Desberg voor hem de avonturen schrijft van ‘De Schorpioen’, tien albums die tussen 2000 en 2012 gepubliceerd worden. Ondertussen werkt Enrico Marini op zijn eentje aan ‘De adelaars van Rome’ waarvan het vierde opus in november 2013 op de markt kwam.
BERTSCHY Christophe Bertschy werd geboren in 1970, in Pompaples, in het kanton Vaud. Na vier jaar leerschool in Lausanne gaat hij bij Philip Morris aan de slag als grafisch ontwerper vooraleer hij zich op stripverhalen gaat richten. Bertschy maakt gebruik van kernachtig grafisch werk dat volledig met de computer wordt gemaakt. In 2000 begint hij met de gags van Smax die door Glénat worden gepubliceerd in zijn collectie ‘Tchô !’ voor tieners. Een jaar later verschijnt Nelson, een klein oranje, grappig duiveltje-uit-een-doosje, in het Romaanse dagblad LE MATIN. De uitgeverij Dupuis werd in 2003 gecontacteerd om albums van de reeks te maken en besloot Nelson voor te publiceren in ROBBEDOES, waarin hij al snel een onmisbaar personage werd. Nelson werd bedacht als stop-comic met internationale uitstraling en hij neemt hele strips lang Julie op de korrel, een knappe, ongehuwde kantoorbediende, en dat doet hij ook met Floyd, haar hond, en met Hubert, haar onhandige collega.
MIX & REMIX Philippe Becquelin werd in 1958 geboren in Saint-Maurice, in Wallis. Hij studeerde aan de ‘école des Beaux-Arts’ in Sion en behaalde daarna zijn diploma schilderkunst aan de ‘école cantonale d’art’ in Lausanne. Hij geeft het schilderen echter op en legt zich toe op satirisch tekenwerk, terwijl hij een hele reeks beroepen uitoefent, zoals torenwachter van het belfort van Lausanne vanwaar hij tussen 22 uur en 2 uur 's nachts het uur uitschreeuwt naar de vier windstreken. Hij wordt gepubliceerd in LE MATIN en de COURRIER INTERNATIONAL. Sinds 1998 heeft hij een volledige pagina in L’HEBDO. In 2005 exposeert hij op het Festival van Angoulême en het jaar daarna lanceert hij LE JOURNAL DES GENS AISÉS, dat na twee nummers ophoudt te bestaan. In 2012 publiceerde Les Cahiers Dessinés een bundel met de titel ‘Regags’ en in 2013 ‘Le Mix’, twee bijzonder toepasselijke titels.
BISCHOFF Léonie Bischoff wordt geboren in de jaren 80 in Genève, en heeft het geluk op te groeien in een gezin waar men graag boeken leest, verhalen vertelt, knutselt, tekent en met de vlieger speelt. Haar grootste droom is een soort Indiana Jones te worden en ze komt als vanzelf in de wereld van het stripverhaal terecht, een universum dat ze uitgebreid verkent: ze gaat studeren aan het Sint-Lucasinstituut in Brussel waar ze kennismaakt met de mensen die vandaag de dag haar atelierkameraden zijn. Haar eerste verhalen publiceert ze in de verzamelwerken ‘Phantasmes’ en ‘13m28’, net als haar eerste minialbum, ‘Princesse Suplex’, bij de uitgeverij Manolosanctis. Daarna volgt ‘Hoodoo Darlin'’ in 2013 bij Casterman. In januari 2014 verschijnt ‘La Princesse des glaces’, een bewerking van het eerste deel van de romans van de Zweedse Camilla Lackberg, naar een scenario van Olivier Bocquet.
Het Belgisch Stripcentrum Het Belgisch Stripcentrum? In het land van de Smurfen en van Kuifje, kunnen bezoekers er genieten van verschillende permanente tentoonstellingen, opgeluisterd met prachtige originele tekeningen en unieke objecten. Er zijn ook meerdere tijdelijke tentoonstellingen tegelijk. Maar het Stripcentrum, dat zijn ook de oude Waucquez warenhuizen, een parel van de Art Nouveau van de grootmeester Victor Horta (1906).
Foto: Daniel Fouss/BSC
Belgisch Stripcentrum Zandstraat 20 - 1000 Brussel (België) Alle dagen open (behalve op maandag) van 10 tot 18 uur. Tel: +32 (0)2 219 19 80 - www.stripmuseum.be -
[email protected]
Persinfo: Willem De Graeve:
[email protected] - +32 (0)2 210 04 33 of www.stripmuseum.be/nl/pers, login: comics + paswoord: smurfs