MAGAZI N E OVER HUID - EN HAARAAN DOEN I NGEN JAARGANG 17 | 2013 UITGAVE 4
&haar
ECZEEM EXTREEM NANO-MODE REMCO CAMPERT DICHT
ROLMODELLEN
Huidvarianten
VOORWOORD
ROLMODELLEN Bij alle commotie rond neuroloog Jansen Steur is iedereen
door het ijs kan zakken, zonder dat iemand dat doorheeft.
vergeten dat hij ooit een bekend neuroloog was, geroemd om
Want ondanks alle keurmerken, prijzen en televisieoptredens
zijn deskundigheid inzake dementie en de ziekte van Parkinson.
is er geen garantie dat men ook daadwerkelijk goede zorg
Hij promoveerde in 1994 op onderzoek naar parkinson.
levert en blijft leveren. Wat dan wel veel vertrouwen wekt,
Op 24 juli 2002 werd hij nog in zijn functie als parkinson-
is een kliniek die zich toetsbaar opstelt en in de eigen keuken
deskundige geïnterviewd in het tv-programma EenVandaag
laat kijken. Kwaliteit is een optelsom van alles wat daaraan
over de gezondheidstoestand van Prins Claus, waarover hij
bijdraagt. Een kliniek waar mensen met plezier werken, waar
zich ernstige zorgen maakte. Het kan verkeren. Jansen Steur
het personeel de baas kan aanspreken op verkeerd gedrag,
moest twee jaar later vertrekken uit Twente omdat hij
waar fouten worden gemeld en iedereen zich bewust is van de
meerdere patiënten ten onrechte had verteld dat ze dement
veiligheid die men gezamenlijk wil bieden, en waar patiënten
waren of leden aan parkinson of multiple sclerose.
het gevoel hebben dat er goed naar hen is geluisterd.
Verbetering van de patiëntenzorg staat tegenwoordig hoog
Kortom, waar alles gebeurt met aandacht afgestemd op het
op de agenda van alle betrokkenen in de gezondheidszorg.
individu en tegelijkertijd alles protocollair is vastgelegd wat
De kwaliteitsproblemen in de zorg zijn talrijk en divers,
routinematig dient te geschieden. Zo’n kliniek verdient de
zoals blijkt uit verschillen in prestaties tussen instellingen en
term ‘best practice’.
problemen met veiligheid van patiënten. Verbeteren is echter
In dit tijdschrift willen wij het komend jaar met enige
makkelijker gezegd dan gedaan, ondanks de aanwezigheid van
regelmaat best practices aan u voorstellen. Dit keer is dat de
wetenschappelijke kennis, al of niet vastgelegd in richtlijnen,
afdeling Dermatologie van het Isala Ziekenhuis in Zwolle.
en voorbeelden van goede zorg in de praktijk (zogenoemde
Maakt u morgen niet meteen daar een afspraak. Er zijn nog
best practices). Hoe weet je als patiënt of je met zo’n best
veel meer best practices, ook bij u om die hoek. Die komen dan
practice van doen hebt?
hopelijk een van de volgende keren aan bod.
Er zijn allerlei initiatieven van overheid, verzekeraars en patiëntenorganisaties om die te identificeren. Probleem is wel
DR . JAN N ES VAN EVERDI NGEN
|
HOOFDREDACTEUR
dat een kliniek die eenmaal die status heeft, een paar jaar later
HUID&haar Magazine over huid- en haaraandoeningen. Jaargang 17, uitgave 4, december 2013. Oplage 24.000 ex. Copyright © HUID, ISSN 1387-3598 Uitgever Stichting Nationaal Huidfonds, Postbus 2660, 3500 GR Utrecht, www.huidfonds.nl, T (030) 28 23 995 Redactieadres
[email protected] Hoofdredactie dr. J.J.E. van Everdingen Redactie mw. Y. Born-Bult, mw. F. Das, mw. M. Szulc, dr. H.B. Thio Eindredactie Kabos-Van der Vliet Redactiebureau Fotografie Coverfoto Dimphy Verdiesen Illustraties Lilian ter Horst Advertentie-acquisitie P. Simons, T (030) 28 23 995, M 06 136 79 589,
[email protected] Vormgeving, beeldredactie en traffic Grafitext, Velp Druk & Verzending Senefelder Misset, Doetinchem HUID ® is een geregistreerde titel. Stichting Nationaal Huidfonds en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties en voor eventuele claims die daaruit voortkomen. Aan de inhoud van de artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. Het Huidfonds bezit het CBF-Keur voor Goede Doelen en heeft de ANBI-status.
Patroons Huidfonds 2013 Abbott • Dermalex Repair (Omega Pharma Nederland B.V.) • Dermolin • Eucerin • hannah Skin Improvement Research Company B.V. • La Roche-Posay • Leo Pharma B.V. • Louis Widmer • Neutral Huidverzorging • Pfizer B.V. • U-Consultancy • Vaseline • Vichy.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
3
IN DIT NUMMER 6
15 34
42
3 6
Voorwoord: Rolmodellen
8
Kweekhuid van eigen huid
Eczeem en acrylnagels Interview met Elke van Kruijsdijk. Therapie bij chronisch open wonden.
10
“Mijn blote leven ging over”:
11 12 13 15 16
Afstemming over contacteczeem
18
Huidtherapie:
20
Van Gogh en Gauguin:
23
Witte vlekken
24 28 29
Dimphy Verdiesen: Huid in varianten
30 31 32 34 35 36
Proefschrift en praktijk
38 39 39 40 41 42 45 46
Kinderwoordenboek
47
Ingezonden brieven
Peter Lemmers en overbeharing.
‘Sterker op 3 fronten’: HPN Column: Komt dat zien! Remco Campert dicht over de huid “Personeel is het goud van de afdeling”: Dermatoloog Guus Kuiters over teamwork. Feeke Schulpen over laserbehandeling. Reeks ‘Beroemde ontmoetingen’. Column van Just Eekhof.
Rubriek Lekker Bekkie: aften Claim onderzocht ‘Wondermiddel’ tegen spataderen?
Freerk Heule vertaalt Chinese poëzie Veldnorm liposuctie: Weg met overtollig vet! Wespenallergie Kort nieuws en Oproep Portretten naast stillevens Door Lianne Hermans.
Langzame seks en fantasie: boekbespreking Fotowedstrijd: winnaar Fotowedstrijd: doe mee! In de huid van het… konijn Nanomode: jurken als spektakelstuk Schaamte: belicht, ontrafeld en verbeeld Huid in literatuur: Bijfiguur als heldin.
ECZEEM
|
T E K ST : C H A R LOT T E B A C K X
/
T E K ST B U R E AU D O O R LOTJ E G E T I K T
|
F OTO G R A F I E : JA N STA A L S
|
“Acrylnagelsbeschermden mijtegenmezelf” Elke van Kruijsdijk werd zich bewust van haar constitutioneel eczeem toen ze in de puberteit kwam. Hoewel studies geen verband tonen tussen eczeem en hormonen, weet Elke zeker dat het starten met de pil het begin inluidde van haar heftige eczeem en dat tijdens haar zwangerschap de huidziekte op haar hoogtepunt was. Nu, veertien jaar later, de beste artsen en de meest uiteenlopende zalfjes verder, lijkt ze er eindelijk van af te zijn.
“Als kind begon mijn eczeem met een plekje hier en daar, maar toen ik op mijn veertiende met de pil begon, verspreidde het zich razendsnel over mijn hele lijf. Natte en droge vlekken, pijnlijk en jeukerig, ik werd er gek van. Ook schaamde ik me natuurlijk. Het eczeem zat overal en wanneer ik in die tijd een vriendje had, maakte ik het uit zodra ik het eczeem weer voelde opspelen. Ik was kieskeurig wie ik vertelde wat ik had en dat is trouwens nog steeds zo. Nu heb ik ‘littekens’ op mijn armen in de vorm van kleurverschil, maar ik zeg vaak dat het pigment is.
Paddenstoel Mensen denken wat mij betreft te makkelijk over huidaandoeningen. Je huid is het grootste orgaan dat je lichaam rijk is en je kunt er goed beroerd van worden wanneer deze ziek is. Als je zegt eczeem te hebben, wordt er vaak gedacht aan een plekje in je oksel of knieholte, maar het is zoveel meer. Het kost je veel verdriet en zelfvertrouwen. In tegenstelling tot veel inwendige ziektes worden alle vormen van eczeem op één hoop gegooid en gebagatelliseerd. Bovendien zijn veel mensen bang dat het besmettelijk is. Op school werd ik nooit gepest, maar er zat een meisje in mijn klas dat ook eczeem had en ‘paddenstoel’ werd genoemd.”
Van hot naar her “Ik liep van kleins af aan al bij de kinderarts vanwege mijn astma, maar voor mijn huid ging ik speciaal naar een dermatoloog. Ze bekeken mij van alle kanten, maar niemand wist goed raad met me.
6
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
Uiteindelijk werd ik geholpen door iemand die me een zalfje voorschreef en wegstuurde. Ik shopte van hot naar her, maar niets hielp. In Nijmegen werd ik zelfs afgewezen voor een praatgroep voor mensen met eczeem omdat mijn geval te gecompliceerd was. Het was mijn vader die op televisie een documentaire zag over het dermatologisch dagcentrum in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Hij belde direct en twee dagen later mocht ik langskomen. Hier werd ik heel anders behandeld dan in alle voorgaande ziekenhuizen en direct opgenomen voor een teerbehandeling en nader onderzoek. Uit verschillende testen bleek dat ik allergisch ben voor wolvet en parabenen: twee belangrijke bestanddelen van de zalfjes die ik al die tijd gebruikte. Het dagcentrum is gespecialiseerd en zodoende veel kundiger op het gebied van dermatologie. Ik ontmoette er gelijkgestemden. De behandelend artsen en verpleegsters weten wat een huidziekte psychisch met je doet en helpen je hierbij ook. In Geldrop kreeg ik smeerschema’s mee naar huis: duidelijke richtlijnen met gezette tijden. Hierdoor kreeg ik meer zelfvertrouwen in het gevecht tegen mijn ellendige eczeem. Tegenwoordig ken ik het schema natuurlijk uit mijn hoofd en ik ben nog altijd even consequent als toen ik nog veel eczeem had. Het is belangrijk te blijven smeren, goed op mijn voeding te letten en op te passen met stoffen waar ik niet tegen kan. Alleen zo zorg ik ervoor dat het blijft gaan zoals het nu gaat.”
Zwangerschap “Tijdens mijn zwangerschap van Gilano bereikte mijn eczeem het hoogtepunt. Ik zat van top tot teen hélemaal onder de vlekken. Iedereen zei: ‘Let op, wanneer je kindje geboren is, wordt het minder’, maar het werd niet minder. Rood en roze was ik, met vellen en wonden. En de jeuk: die was verschrikkelijk. Ik heb sinds kort geen acrylnagels meer, maar die hebben mij al die jaren beschermd tegen mezelf. Vooral ’s nachts, wanneer je rust, zal iedereen herkennen meer jeuk te ervaren. En dan had ik ook nog een hongerige baby. Toch is Gilano mijn redding geweest. Ik ging niet graag uit en kwam zelden buiten. Vriendinnen wisten zelfs dat ik afspraken afbelde wanneer ik mijn eczeem te erg vond. Door Gilano werd ik gedwongen om naar buiten te gaan. Ik ben het immers aan mijn kind verplicht voor ons te zorgen.”
Weinig kennis “Toen Gilano ongeveer anderhalf was, volgde mijn laatste opname. Ik koos ervoor dit in het Catharina Ziekenhuis te doen, zodat hij met mijn moeder drie keer per dag op bezoek kon komen. Daar heb ik de zusters even flink wakker geschud. Hoewel mijn eerdere ervaring al niet positief was, schrok ik van het verpleegkundig team toen de teerbehandeling startte. De opmerkingen die zij maakten en de onwetendheid verbaasde
mij enorm. Toen op een dag een verpleegster met een lang gezicht en haar neus dichtgeknepen binnenkwam alsof ik een of ander dierlijk wezen was, ben ik tegen haar uitgevallen. De hoofdverpleegkundige heeft me nadien gevraagd mijn kennis te delen met haar team. Ik mocht in een lunchkamer uitleggen dat eczeem niet besmettelijk is en dat opmerkingen en gebaren zeer pijnlijk kunnen zijn. De verpleegkundigen schrokken ervan en gaven aan het prettig te vinden dat ik de situatie toelichtte.”
Bevrijd “Dat het constitutioneel eczeem zo lang heeft aangehouden, is vrij uniek. Na veertien jaar hoorde ik laatst, dat ik pas over een half jaar terug hoef te komen bij het dagcentrum in Geldrop. Ik was al
die tijd het zorgenkindje en ken daar iedereen. Op de gang, net voordat ik het goede nieuws hoorde, liep de verpleegkundige voorbij en ze keek, keek nog een keer, en nog eens en zei: ‘Jeetje, Elke? Ik herkende je bijna niet. Wat zie jij er goed uit!’. Natuurlijk is dat verschrikkelijk positief om te horen en ben ik blij dat het eindelijk over is, maar ik ben ook in een zwart gat gevallen. Al die jaren draaide mijn leven om mijn huid: ik werd opgenomen, zag heel veel artsen, smeerde de gekste zalven en vocht iedere dag tegen de jeuk. Nu moet ik opnieuw op zoek naar mezelf. Op mijn zeventiende werd ik door het UWV volledig afgekeurd en ik wacht nu de volgende keuring af. Volgens mijn dossier is het risico groot om terug te vallen en dus hoop ik op parttimemogelijkheden en denk ik ondertussen aan vrijwilligerswerk.”
OPEN WONDEN
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
F OTO G R A F I E : V U M C , A F D E L I N G D E R M ATO LO G I E
|
Kweekhuidtegen chronischopenwonden Chronisch open beenwonden zijn naar. Veel pijn, altijd maar weer zwachtelen, nooit eens lekker ontspannen een bad nemen of gaan zwemmen. Een overduidelijke aantasting van de kwaliteit van leven. Voor patiënten met heel ernstige klachten is er nu hoop. Een veilige behandeling via huidvervangende therapie. Die vervanging bestaat uit… kweekhuid, van eigen huidcellen!
In Nederland hebben enkele duizenden mensen een wond die niet dichtgaat. Er kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals lang bestaande spataderen of een slechte doorbloeding van de slagaderen, zoals bij een beenwond (ulcus cruris). Dit komt vaak voor bij ouderen. Andere oorzaken van hardnekkige wonden zijn suikerziekte (diabetes) of doorliggen (decubitus). Het leven met zo’n wond is zeer belastend. De wond vergt veel verzorging. Voor het wisselen van het verband, dat niet mag lekken, moet je regelmatig naar het ziekenhuis of komt de thuiszorg langs, het doet ook pijn, en je kan er niet mee in bad of zwemmen. En alsof dat nog niet genoeg is, moet je zo’n verband ook nog eens dag en nacht om houden.
Kleine groep De afdeling Dermatologie van VUmc ontwikkelde met gekweekte eigen huid een succesvolle en veilige behandeling voor chronische open wonden. De nieuwe huidvervangende therapie waarbij men gebruik maakt van patiënt-eigen huidcellen, is veelbelovend en leidt meestal direct al tot verlichting van de pijn. Onlangs zijn de resultaten beschreven in het wetenschappelijk tijdschrift Wound Repair and Regeneration. De vraag is voor welke groep patiënten deze behandeling een oplossing is. Een vraag voor dr. Bibi van Montfrans, sinds 6 jaar als dermatoloog verbonden aan het VUmc en één van de onderzoekers. Voor de credits verwijst ze ook naar collega-onderzoeker dr. Edith de Boer, dermatoloog, en prof. dr. Sue Gibbs, die als hoofd van het laboratorium aan de wieg stond van het huidsubstituut. “Uiteindelijk is deze therapie geschikt voor de ernstigste vormen van een chronisch open been, bij wie de standaardtherapie niet helpt. Het betreft een kleine groep met wat wij noemen, een ‘therapie-resistent ulcus’. Dat zijn mensen die soms al jarenlang
8
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
Gekweekte huid (Tiscover genaamd) van bovenaf gezien. Duidelijk te zien zijn de oorspronkelijke biopten (donkere rondjes op de Tiscover). kampen met een of meer blijvende open wonden. Voor hen lijkt nu genezing naderbij te komen. Belangrijk is de vraag: ‘Hebben mensen de klassieke therapie wel goed uitgevoerd?’ Tijdens het onderzoek meldden zich diverse mensen aan met wonden die alsmaar niet wilden sluiten. Maar als onze huidverpleegkundige vervolgens alsnog begon met zwachtelen, bleek dat wel degelijk effectief.”
Levende pleisters Nieuw is ook dat de patiënt-eigen gekweekte huid uit zowel lederhuid als opperhuid bestaat, wat niet eerder lukte. Hoe gaat dat kweken? Eerst neemt men onder lokale verdoving enkele kleine stukjes huid af (biopten). Het duurt dan drie weken om van de huidcellen een heuse huid te kweken. Vervolgens worden de wonden bedekt met deze nieuwe huid, als een soort levende pleisters. Daarna groeien de lapjes vast door ingroei van bloedvaten vanuit het wondoppervlak, ook wel wondbed genoemd. “Dat klinkt allemaal simpel”, aldus Van Montfrans, “maar wij willen de patiënten blijven volgen om te weten hoe de huid aanslaat en hoe het met de patiënten gaat. Niet zonder reden volgen we de patiënten nog heel nauw gedurende een half jaar na het beëindigen van de behandeling. De betrokkenheid van de deelnemers aan de studie is groot. Vergeet niet hoe belastend die aandoening is: de wonden kunnen stinken, mensen zijn veel minder mobiel en zitten altijd omwikkeld in verband. Die mensen hebben er vrijwel alles voor over, áls die wonden maar een keer dichtgaan. Dus lange reizen maken om op de polikliniek te komen? Patiënten hebben dat ervoor over.”
Thuis Van Montfrans is enthousiast over de behaalde resultaten: “Uit het onderzoek blijkt dat het een veilige behandeling is en dat hij ook effectief lijkt bij diverse langdurig (vaak vele jaren) open wonden. Het merendeel van de wonden (55%) was binnen 24 weken geheel gesloten, terwijl bij 29% van de patiënten de wondgrootte sterk afnam. De nieuwe huidvervangende therapie is bovendien weinig belastend voor de patiënten, dat is ook belangrijk. Alsook de constatering dat een poliklinische behandeling even goede resultaten heeft als met een opname in het ziekenhuis. Behandeling op een poli is minder belastend en zoveel prettiger voor een patiënt. Na behandeling kan de patiënt gewoon naar zijn of haar vertrouwde omgeving teruggaan. Als specialist moeten we die patiënten ook überhaupt niet naar het ziekenhuis wíllen halen. Die open wonden geven een extra risico op een infectie - dat is wel het laatste wat we willen - en, wie weet, krijgen patiënten in de kliniek zomaar trombose.” Dat het aantal bijwerkingen extreem laag was, verbaast haar niet: “Hoe je het ook wendt of keert, het is immers je eigen huid…”
Veiligheid De afdeling Dermatologie van VUmc is al lang bezig met kweekhuid (“toch zeker al tien jaar”). “De Europese regelgeving is bijzonder streng. De veiligheid moet nagenoeg absoluut gegarandeerd zijn. Het kostte ons maar liefst twee jaar om het laboratorium zodanig in te richten dat het voldeed aan alle wettelijke eisen.”
Gekweekte huid na 21 dagen kweken, liggend in zes-wells-plaat (kweekbakje).
Bibi van Montfrans: "We willen de patiënten heel nauwgezet volgen." Maar wetenschappers kijken zelden achterom; zij richten het vizier liever op de toekomst. Zo ook Van Montfrans, die haar keuze voor het vak dermatologie welgemeend én gekscherend motiveert met de woorden: “Ik mag graag aan mensen pulken…” Kwiek en gretig spreekt ze over de toekomstige plannen: “In dit gepubliceerde onderzoek was het sluiten van de wond het belangrijkste issue; dat was onze uitkomstmaat. In het nu lopende vervolgonderzoek voor patiënten met een langdurig open beenwond gaan we ook andere maten meewegen, zoals pijn en huisgebondenheid. Zo hopen we een beeld te krijgen van de kwaliteit van leven voor en na de behandeling. In de toekomst willen we ook gaan bekijken of deze therapie geschikt is voor andere typen wonden, zoals doorligwonden.” Of dat leuk is? Dat is hartstikke leuk én enorm boeiend!”
Voor meer informatie over de lopende studie kunt u terecht bij
[email protected]
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
9
LICHAAMSBEHARING
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
F OTO G R A F I E : WA N DA L E M M E R S
-
A N I M A V E R A F OTO G R A F I E
|
“Zwemmenalsoverwinning” Peter Lemmers (1949) begon op zijn 19e in de wegenbouw. Zijn laatste baan was in de buitendienst, in de industriële hogedrukreiniging. “Mooi werk. Je ging door het hele land. Ik ben een buitenmens.” Zijn lichaam heeft een zichtbaar kenmerk: overbeharing. Lemmers: “Mijn blote leven ging over.”
“Zo rond mijn twintigste begon ik steeds sterker te merken dat ik ‘anders’ was dan anderen. Borsthaar bij een man is gebruikelijk, maar overduidelijk aanwezige haargroei op de rug zeker niet. Bij het gezamenlijk douchen na een voetbalwedstrijd kreeg ik de ene na de andere flauwe, smalende of hatelijke opmerking naar mijn hoofd geslingerd. Ik was verbaal sterk genoeg om de jongens af te zeiken. Nu besef ik dat dit een manier was om mezelf te beschermen. Ik bouwde een soort muur om mij heen, als afweermiddel, waarachter ik mij kon verschansen. Pas later besefte ik dat het beter is om de dingen te relativeren. De dingen lichter te maken, in plaats van zwaarder. Dat maakt het veel makkelijker om mee om te gaan.”
Zwembad “Als kind en als jongvolwassene was ik dol op zwemmen. Ik kon iedere dag naar het zwembad gaan. Dat plezier werd meer en meer vergald door alle scheldwoorden, zoals ‘harige aap’, die men mij toebeet. Daar kwam geen einde aan. Meestal liet ik het over mijn kant gaan. Tot het moment dat ik er helemaal klaar mee was. Sindsdien ben ik nooit meer gaan zwemmen. Mijn blote leven ging over.” “Enerzijds maakte die overbeharing mij kwetsbaar, van de andere kant maakt het je ook sterker. Je krijgt een soort vechtjasmentaliteit die ik ook aan mijn kinderen - een zoon en twee dochters - heb doorgegeven. Maar als ze je willen ‘pakken’, vinden ze altijd je zwakke plek. Een voorbeeld? Als kind stotterde ik. Een onderwijzer riep mij wel eens voor de klas en dan moest ik een stukje hardop voorlezen. Na een kwartier zei hij dan: “Lees nou eens voor zoals het hoort”. Ik voel nog de knoop in mijn maag na die opmerking.”
Klittenband “Ik was geen schuwe of verlegen jongen, geen muurbloempje. Op mijn 16e kreeg ik verkering met een meisje. Zij is nog steeds mijn vrouw en heeft ook nooit een punt gemaakt van die beharing. ‘Het is gewoon een deel van jezelf’ zei ze. Zo is het.” “Ik heb nooit overwogen er iets aan te laten doen - ik meen me te herinneren dat het destijds ook niet werd vergoed. Een vriend deed dat wel, met harsen of zo. Nou, dat ging enorm jeuken en het voelde als klittenband. Heel naar.”
10
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
“Uiteindelijk heb ik mij laten fotograferen, door mijn dochter Wanda. Die foto zegt meer dan alle woorden bij elkaar. Je ziet de aarzeling om met de overbeharing naar buiten te treden, het verzet, de pijn, de onnodige schaamte die je jezelf aanpraat, het verdriet, maar ook de stille kracht!”
Kleinzoon “Mijn kleinzoon Swen heeft een reuzenmoedervlek op de rug. Daar gaan we met zijn allen gewoon mee om: we knuffelen en stoeien naar hartenlust, en ik mag die plek gerust aanraken of insmeren. Die plek is niet lelijk, het heeft juist iets vertederends. Vertedering is zoveel beter dan schaamte… Swen wilde niet naar de jaarlijkse zwemmiddag van de naevuspatiëntenvereniging. Ik zei toen: ‘Als jij gaat zwemmen, gaan opa en oma mee. Oma koopt dan een nieuw badpak.’ Hij was dolenthousiast. En ik vond het heerlijk om na ruim 40 jaar weer te kunnen zwemmen, zonder nagestaard te worden. Daar werd ik gezien om wie ik ben, en niet om hoe ik eruit zie. Het voelde als een overwinning.”
RICHTLIJNEN
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
Afstemming overcontacteczeem Hoewel contacteczeem heel veel voorkomt, had de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) tot voor kort nog geen richtlijn voor dit onderwerp. De NVDV huldigt echter als standpunt dat er voor alle belangrijke dermatologische onderwerpen een richtlijn moet zijn. En in dat rijtje kan een richtlijn over contacteczeem niet ontbreken. Dr. Thomas Rustemeyer nam het voorzitterschap van de werkgroep op zich. Rustemeyer, geboren in Duitsland, is opgeleid in Dortmund en aan de VU te Amsterdam. “Ik heb mij reeds tijdens mijn studie sterk aangetrokken gevoeld door de immunologie. Dit was voor mij ook een belangrijke reden om voor de dermatologie te kiezen.” Later kwam daar de fascinatie voor allergologie bij. Hij schreef twee dissertaties. Aan het VUmc heeft hij de leiding over de vakgebieden dermato-allergologie en de arbeidsdermatologie.
Parallelle ontwikkeling Wat waren voor u de belangrijkste uitdagingen/doelstellingen bij het opstellen van deze richtlijn? “Ik wilde de dermatologen, bedrijfsartsen én huisartsen op één lijn krijgen. Opdat we in ieder geval allemaal dezelfde begrippen gebruiken. Een patiënt die van de een naar de ander gaat, mag niet het slachtoffer worden van communicatiefouten, alleen maar omdat we een andere invulling geven aan de kernbegrippen.” En bent u daarin geslaagd? “Ik denk het wel: de ontwikkeling van de richtlijn voor huisartsen (via hun wetenschappelijke vereniging, het NHG) liep synchroon met die voor dermatologen. Die richtlijnen sluiten naadloos op elkaar aan. Huisartsen deden mee aan de richtlijn van de dermatologen en dermatologen hadden inbreng in de NHG-richtlijn. Kortom, we hebben alles goed op elkaar afgestemd.” Wat moet ik mij concreet bij die afstemming voorstellen? “Over het algemeen is het de huisarts die de diagnostiek en
behandeling in gang zet. De huisarts verwijst naar de dermatoloog voor aanvullende diagnostiek als het contacteczeem onvoldoende reageert op de gebruikelijke therapie of als de aard en de ernst hiertoe aanleiding geven. In sommige regio’s bestaat de mogelijkheid van een teledermatologisch consult. Dat kan een hulpmiddel zijn voor de huisarts om te beslissen of hij of zij wel/niet de behandeling zelf wil voortzetten. Ook kan de huisarts via teledermatologie een diagnostische vraag stellen, als hij of zij dat wenst.”
Contacteczeem is een ontsteking van de huid, die ontstaat wanneer de huid in aanraking komt met bepaalde stoffen. Het komt veel voor: in Nederland bij meer dan 1% van de bevolking. De klachten kunnen heel licht zijn: iemand die niet tegen onedele metalen kan (zoals nikkel), heeft af en toe wat roodheid en licht eczeem bij het dragen van kleren met een metalen gesp. Maar de klachten kunnen ook hevig en vrijwel continu aanwezig zijn. Men onderscheidt twee vormen van contacteczeem. > Contacteczeem door irritatie: de huid wordt beschadigd door langdurig en geregeld contact met irriterende stoffen en kan zich niet meer op tijd herstellen. Zo kan langdurig contact met water, zeep, oplosmiddelen en zuren eczeem veroorzaken bij kapsters, metaalbewerkers, verpleegkundigen en huisvrouwen of -mannen. > Allergisch contacteczeem. Dan is men overgevoelig voor een stof en kan een heel kleine hoeveelheid al een eczeemreactie veroorzaken. Ook de combinatie van beide vormen is mogelijk, vooral bij chronisch handeczeem. Dat kan een grote impact hebben op het dagelijks leven en de kwaliteit van leven.
Werkplek Wanneer komt de bedrijfsarts in beeld? “Als de huisarts of de dermatoloog en de patiënt samen tot de conclusie zijn gekomen dat de huidbelasting op de werkplek een rol speelt, is het aangewezen om contact op te nemen met de bedrijfsarts. Als het bedrijf van de patiënt hierover beschikt, kan deze ervoor zorgen dat er onderzoek wordt gedaan naar huidbelastende factoren op de werkplek.” Zijn er nog belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de richtlijn meegenomen? “Niet speciaal. Nou ja, misschien toch. In 2013 werd een nieuw geneesmiddel geregistreerd voor chronisch handeczeem dat niet reageert op andere middelen. Dat hebben we nog net kunnen meenemen in de richtlijn.” Rustemeyer (“mijn grootste hobby’s zijn tuinieren en wandelen of fietsen in de natuur”) is over zijn drijfveren helder: “Het belangrijkste is voor mij de kwaliteit die wij leveren. Zo wordt wekelijks iedere patiënt nabesproken om te waarborgen dat de zorg goed was en zo creëren we ook verbeterpunten en leermomenten.”
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
11
HPN
- ‘ STERKER
OP
3
FRONTEN ’
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
Opdebresvoorhuidpatiënten Huidpatiënten Nederland (HPN) is de vereniging voor huidpatiënten die voor hun aandoening nog geen eigen patiëntenvereniging hebben. Samen met negen andere huidpatiëntenverenigingen heeft HPN de handen ineengeslagen en is nu trekker van een ambitieus, driejarig project: ‘Sterker op 3 Fronten’, dankzij subsidie van het ministerie van VWS. Een eerste tussenstand.
Over de vergoedingen van de behandeling van huid- en/of haarpatiënten bestaat de nodige onduidelijkheid. Zorgverzekeraars gaan in de basisverzekering verschillend om met de vergoeding van behandelingen, medicijnen, hulp- en haarmiddelen. Zo vergoedt de ene zorgverzekeraar alleen voor kinderen krabpakken en krijgen volwassenen geen verbandkleding, terwijl andere zorgverzekeraars dat wel doen. En voor een patiënt die graag thuis lichttherapie wil ontvangen, kan het verschil uitmaken met welk ziekenhuis hij of zij te maken krijgt. Ziekenhuizen zijn namelijk niet altijd bereid om deze zogenaamde ‘ziekenhuisverplaatste zorg’ mogelijk te maken. De vergoedingensystematiek is één van de speerpunten van het project ‘Sterker op 3 Fronten’ (zie ook kader). Projectcoördinator Anne-Marie van Hasselaar: “Voor patiënten zijn de verschillen onduidelijk en zij kunnen evenmin weten of deze verschillen wel terecht zijn. Heel vervelend en verwarrend. Binnen het project onderzoekt HPN welke ruimte zorgverzekeraars en ziekenhuizen hebben (en nemen) om een eigen invulling te geven aan de weten regelgeving. Verder gaan we na wat de overwegingen zijn om een bepaalde vorm van zorg juist wel of niet te vergoeden.”
Mogelijkheden en wensen Patiëntenverenigingen denken in tijden van schaarste ook mee over de uitgaven in de gezondheidszorg en hoe de zorg betaalbaar te houden. ‘Passende zorg’ is zorg waar patiënten wat aan hebben, effectief en patiëntgericht, zonder onder- of overbehandeling. In die zin zullen patiëntenverenigingen samen met verzekeraars en beroepsgroepen nagaan hoe die passende zorg daadwerkelijk te realiseren is. Van Hasselaar: “Behalve op het basispakket en de ziekenhuisverplaatste zorg richten de activiteiten van het project zich op de aanvullende verzekeringen. Daarbinnen zijn de verschillen in vergoedingen voor huid- en haarpatiënten tussen zorgverzekeraars en verzekeringspakketten nog groter. Ook gelden andere eisen voor acceptatie en premiebetaling.”
12
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
Ze vervolgt: “Op basis van de uitkomsten van het onderzoek gaan we in gesprek met verzekeraars en ziekenhuizen. De ambitie is om de transparantie, volledigheid en eenduidigheid van het vergoedingensysteem of verzekerd pakket voor huidpatiënten te vergroten.”
Kracht Wat is de kracht van dit project? “De kracht van dit project is dat veel kleinere verenigingen hun krachten - en vouchergelden - bundelen om écht iets voor elkaar te krijgen. Door het bijeenbrengen van de ervaringen van de patiënten(verenigingen), staan we sterker in het behartigen van de belangen van huidpatiënten.” Na een moment stilte: “Het mooie van het project ‘Sterker op 3 Fronten’ is dat we heel concreet, gedurende 3 jaar, kunnen werken aan meerdere aspecten die voor de huidpatiënten belangrijk zijn. Het vergoedingensysteem is daar een onderdeel van, maar ook verbetering van kwaliteit van zorg en het versterken van het zelfmanagement van patiënten. Het is een ambitieus project!” Een mooie uitdaging dus voor een coördinator? “Reken maar!”
Huidpatiënten Nederland (HPN) startte dit jaar met het project ‘Sterker op 3 Fronten’. In de jaren 2013-2015 werkt HPN op drie fronten aan de versterking van de zorg voor huid- of haarpatiënten: > bij de zorgprofessionals: kwaliteit van dermatologische zorg; > bij de zorgverzekeraars: vergoedingensysteem; > bij de patiënten: zelfmanagement.
Meer weten? Zie www.huidpatienten-nederland.nl. Projectleider van het deelproject ‘Vergoedingensysteem’ is Peter van den Broek; Anne-Marie van Hasselaar is de projectcoördinator van het project ‘Sterker op 3 Fronten’. Zij zijn te bereiken via
[email protected]. Via dit adres kunt u zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief van het project.
OVERGEVOELIG
|
T E K ST : S H I R L E Y D E KO N I N G
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
Komtdatzien! Het is overal: reclame. Op televisie, internet, in tijdschriften, bij de bushalte, langs de snelweg. Als sponzen absorberen wij (vaak onbewust) de reclame over de perfecte make-up, die heerlijke shampoo, de ideale luiers voor je baby en die welverdiende zonvakantie. En ben je eenmaal in de winkel, staat het winkelpersoneel klaar om je te adviseren over allerhande producten. Ideaal dat alles op een presenteerblad aangeboden wordt, toch?
Laatst was ik in een cosmeticawinkel om een cadeautje te kopen voor mijn vriend. Bij de kassa: “Goedemiddag, ik wil graag afrekenen.” Waarop de verkoopster zei: “Prima. Ik zie dat u een erg gevoelige huid hebt. Gebruikt u daar een crème voor?” Ik beaamde: “Ja, ik heb last van eczeem en een droge huid. Ik smeer mijn gezicht daarom meerdere malen per dag in.” De verkoopster: “Misschien moet je dan eens een andere crème gebruiken. Wij hebben een lijn die speciaal voor de gevoelige huid ontwikkeld is. Deze crème hydrateert de huid en beschermt deze bovendien tegen schadelijke stoffen van buitenaf.” Ik bedankte vriendelijk. Met een glimlach sprak de verkoopster: “Ga anders even op de stoel zitten, dan proberen we het hier gewoon uit.” Licht geschokt, maar met eenzelfde glimlach zei ik: “Nee hoor, dat hoeft echt niet. Ik heb er op dit moment even geen behoefte aan.”
Licht geïrriteerd
Nu kan ik geen enkele vorm van make-up verdragen. Reclames voor douchegel? Voor mij geldt met tegenzin binnen enkele minuten mijn haren wassen onder lauwwarm water. En reclame voor lekker eten werpt vraagtekens op over de weerstand van mijn huid na talloze testen en diëten. Kortom: niet om vrolijker van te worden. Meestal kan ik dit soort gedachten prima naast me neerleggen. Maar als een drukke dag moeizaam begint, wil winkelpersoneel of reclame weleens de spreekwoordelijke druppel zijn. Soms barst ik thuis om eigenlijk niets in tranen uit.
Strontchagrijnig Het onjuist inspelen op behoeften van klanten zal niet alleen bij eczeempatiënten voorkomen. Denk aan vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen en in een babywinkel gevraagd wordt of het een jongetje of meisje zal worden, terwijl ze een cadeau voor een vriend of vriendin zoeken. Of de dagelijkse golf aan reclames voor babyproducten op tv. Mensen met een zonneallergie zitten, denk ik, ook niet te wachten op die verleidelijke reclames voor zonvakanties. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen. Eén ding hebben deze mensen met elkaar gemeen: ze worden dagelijks geconfronteerd met hun beperking en dat maakt ze strontchagrijnig! Voor sommige mensen is het presenteerblad met reclames en adviezen dan ook verre van ideaal. Maar helaas, om de commerciële instelling van winkelpersoneel en reclames kunnen we niet heen. Wat mij enorm geholpen heeft, is het bewuster worden van het effect van commercie op mijn humeur. Door net even wat directer te reageren op winkelpersoneel dan ik gewend ben en, in mijn geval als eczeempatiënt, uit te leggen dat ik nu aan het winkelen ben en even niet met mijn huid bezig wil zijn, haal ik de winkelpersoneelsleden uit hun commerciële rol. En wanneer ik ’s avonds uit mijn werk op de bank zit en geconfronteerd wordt met tv-reclame die mij herinnert aan mijn beperking, zap ik gewoon door of ga ik iets te drinken halen. Wie zich bewust is van het effect van reclame en ongevraagde adviezen op het eigen humeur, kan er makkelijker op inspelen en voelt zichzelf een stuk sterker.
Het overkomt me vaker, niet het cadeau, maar mijn huid is onderwerp van gesprek. Een aantal winkels mijd ik om die reden. Vanuit het winkelpersoneel bekeken, is een commerciële houding uiteraard noodzakelijk. En misschien zijn er mensen die wel geholpen zijn met een oplossing voor hun huidprobleem. Maar dat geldt niet voor mij. Personeel zou dit eigenlijk moeten ‘aanvoelen’.
Reclame Ik realiseerde me dat niet alleen winkelpersoneel mijn humeur soms negatief beïnvloedt, maar dat reclame dat evengoed doet. Als ik een reclame zie voor een zonvakantie, verlang ik terug naar mijn eczeemloze kinderjaren. Ik deed niets anders dan zwemmen en spelen in de zon. Bij make-upreclame denk ik terug aan mijn puberteit, waarbij ik volop experimenteerde met make-up.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
13
POËZIE |
SAMENSTELLI NG EN REDACTI E : FRANS MEULEN BERG
|
F OTO G R A F I E : PAU L L E V I T TO N
|
I LLUSTRATI E : LI LIAN TER HORST
|
Dichteropdehuid
HUID EN HART
Huid, peau, skin, Haut je huid ademt in alle talen. Wat doe je me aan?
Op winternamiddagen streel ik met voorzichtige vingers je huid, glanzend in de schemering.
Onder je huid klopt je hart en dwingt mijn hart, fladderend als een vlinder, tot rust.
In gulzige liefde verslind ik je met huid en hart.
Remco Campert
Remco Campert (1929) is dichter en schrijver van verhalen en romans. Zijn persoonlijke toon is ongeëvenaard. Zijn zinnen lopen, zoals criticus Kees Fens ooit schreef “op een bijna jaloersmakende natuurlijke wijze.” Wie kent niet zijn beroemde boektitel: Het leven is vurrukkulluk uit 1961 en/of de versregel: “Poëzie is een daad/ van bevestiging. Ik bevestig/ dat ik leef, dat ik niet alleen leef.” In 1976 ontving hij de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie: “Het hele poëtische oeuvre van Remco Campert overziend, is de jury onder de indruk gekomen van de persoonlijke kroniek van de jaren 1950-1970 die erin is neergeschreven. De hachelijke en belachelijke feiten van deze levensperiode zijn door de dichter onvergetelijk geboekstaafd.” Hij maakte in zijn jonge jaren deel uit van de literaire stroming de Vijftigers. Nu is hij de éminence grise van de vaderlandse literatuur, in wie de jongeman nooit is gestorven. Over ouder worden schreef hij in de bundel Een oud geluid, gepubliceerd bij gelegenheid van Gedichtendag 2011. Bij het zien van een mooie jonge vrouw noteert hij: “ik durf haar niet aan te spreken/ vroeger van verlegenheid/ nu van ouderdom.” In september 2013 verscheen zijn, met veel lof ontvangen, roman Hôtel du Nord.
PRAKTIJKVOERING
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
I L L U ST R AT I E : L E E - A N N E VA N D E N B R A N D
( W W W . B R A N D - K U N ST . N L ) |
“Personeel: hetgoudvandeafdeling” De afdeling Dermatologie van het Isala Ziekenhuis in Zwolle heeft twee nominaties open staan: voor Zorgonderneming van het jaar (Zorgmarkt november 2013) en een provinciale nominatie voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Hoe organiseer je een dermatologische praktijk? Dat is de leidende vraag in het vraaggesprek met dermatoloog Guus Kuiters (1955). Het antwoord is in één woord samen te vatten: “teamwork.” Het Dermatologisch centrum Isala huist in een apart gebouw en bestaat uit het Dermatologisch centrum, het Flebologisch centrum, het Proctologisch centrum en het Mohs-centrum. Kuiters is zichtbaar een actieve sporter: “fietsen (elke dag 30 km), joggen, golf en watersport (zeilen).” Wat is het geheim van een goed lopende dermatologische praktijk? “Een breed pakket bieden voor dermatologische patiënten. Daarbij moet men goed luisteren naar zowel de patiënt als de stakeholders, en dat zijn vooral huisartsen. In alles moet je servicegericht zijn, met de focus op het primaire proces.”
Regionale samenwerking Kan een grote maatschap meer of betere zorg aanbieden dan een kleine? “Nee. Wel is het zo, dat de grootte van een maatschap het pakket bepaalt dat je kunt aanbieden. Bij een grote maatschap is het
16
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
pakket wat breder, met bijbehorende differentiatie. Een kleine maatschap kan niet alles aanbieden. Dat is onmogelijk. Echter, dat is goed op te vangen door regionale afspraken te maken.” “Inclusief twee fellows werken we hier met tien dermatologen. Een grote maatschap dus. Maar ook wij gaan meer en meer regionale afspraken maken. Waar maatschappen vroeger elkaar zagen als concurrent, zijn we nu allemaal een soort collega’s, meer op elkaar aangewezen. Een positieve ontwikkeling.” Hoe speelt u in op consumenten/patiënten die veel vragen hebben en daarvoor per se de dermatoloog zelf willen spreken? “Natuurlijk is er altijd het risico dat mensen gaan overvragen. Wat helpt, is helderheid bieden over de volledige context. Geef patiënten inzicht in wat je als dermatoloog doet en waarom je daarvoor kiest. Daartoe behoort dat je een duidelijke grens trekt, en zo de patiënt duidelijk maakt: ‘tot hier, en niet verder!’ Mensen begrijpen dat heus wel.” “Belangrijk is vooral goede medewerkers om je heen hebben. Met die medewerkers bouwen patiënten ook een relatie op; dat is cruciaal. Dermatologie is een vak waarbij de diagnose tijdens het consult meestal snel te stellen is. Het hele ‘spel’ eromheen - aandacht geven, uitleg verschaffen - is voor de dermatoloog intellectueel niet altijd uitdagend, maar voor de patiënt ontzettend belangrijk. Daarom betrekken wij in alles onze medewerkers erbij. Patiënten willen graag het gevoel hebben: ‘Hé, ik heb ruimte en tijd gekregen om mijn verhaal te doen.’ Daar zijn dus ook onze assistentes voor: aan hen kunnen patiënten hun verhaal eventueel zelfs een tweede keer doen. Zo vangen zij de patiënten op.” Schouderophalend: “Daarnaast is het ook de kunst van dit vak om af en toe met een kwinkslag de kou uit de lucht te halen.” “Soms blijft het nodig om terug te gaan naar de basis en jezelf af te vragen: ‘Klopt de diagnose? Klopt de therapie?’ Als dermatoloog moet je, ongeacht je hulppersoneel, altijd zichtbaar zijn. Alleen al vanwege de hiërarchie, als eindverantwoordelijke.”
Opleiding Toegewijd personeel lijkt het Zwolse toverwoord. Kuiters is daar heel beslist in: “Je moet goede mensen aantrekken en opleiden. We bieden hier een incompanyopleiding aan. Iedere twee jaar moet iedereen dat hele pakket (opnieuw) volgen. Dat motiveert onze mensen enorm. Bovendien geef je de medewerkers zo een surplus aan kennis, overigens zonder dat iedereen er altijd iets mee doet. Maar degene die daartoe wél bereid is, krijgt meer verantwoordelijkheden. Alle werkzaamheden gebeuren hier binnen een sfeer van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Het verloop onder onze medewerkers is zeer laag. Personeel is het goud van de organisatie.” Hoe kunnen we de registratielast reduceren? “Het is een illusie te denken dat die registratielast zal afnemen. Daarvoor is de maatschappelijke drang naar transparantie te groot.
Het antwoord is in één woord samen te vatten: “teamwork.”
De oplossing waar wij voor kozen, is delegeren. Spreekuur doen we altijd met een assistente erbij. En al lopend dicteert de dermatoloog wat de assistente in het elektronisch patiëntendossier opneemt. Registratie is maar een klein onderdeel van het hele proces: de hele logistiek moet kloppen: van ontvangst van de patiënt, consult bij de dermatoloog met diagnose en uitleg, plus de afwerking na afloop van het consult. Dit kost nu eenmaal tijd, dat is onvermijdelijk. De tijd van ‘dokter vertelt wel even hoe het zit’ is echt voorbij.” Hoe gaan jullie om met ouderen die veel tijd vergen bij het omkleden? “Je moet voldoende voorzieningen hebben waardoor de mensen de tijd krijgen die ze nodig hebben. Voldoende ruimtes dus, met voldoende privacy. Zo simpel is het. Soms duurt het wat langer dan je wilt, maar in de tussentijd doe ik dan gewoon andere dingen.” Hoe kunnen we het gebruik van e-health bevorderen? “Ik denk dat vooral internetcommunities aan belang zullen winnen. Maar vergeet niet: een groot deel van de mensen - vooral ouderen zal dat nooit doen. Ach, het woord klinkt verder vooral lekker modern. Voor bepaalde groepen mensen, zeker met chronische aandoeningen, kan het een hulpmiddel zijn: voor zelfhulp, contact met lotgenoten, controle, informatie. Het is echter nog knap lastig om als dermatoloog zo een patiënt goed te kunnen volgen. Of e-health echt veel werk uit handen gaat nemen of beantwoordt aan behoeften van patiënten om via de computer verder te komen, zal de toekomst leren. Dat is een on-going proces.”
Dolle ogen Op dit moment staan twee nominaties open. Weinig Nederlanders zullen bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen denken aan een specialistenpraktijk… “Wij zijn zelfs de eerste organisatie in de zorg die het MVO-certificaat kreeg! Maatschappelijk verantwoord ondernemen rust op drie pijlers: ‘People, Planet en Profit’. Het criterium ‘planet’ staat voor een zorgvuldige omgang met bronnen, zoals de afvoer van materialen. Dat is voor onze branche een belangrijk, maar minor issue. Bij het punt ‘people’ moet je denken aan patiënten en medewerkers, in die rangorde. Voor patiënten speelt bij ons de vraag: ‘Hoe kunnen we de ziektelast zo gering mogelijk krijgen?’
En laten we ook naar de buitenwereld helder zijn: dít hoort thuis bij verzekerde zorg, maar dát gewoon niet. Inzake de medewerkers spelen factoren als scholing, coaching, werkplezier en belastbaarheid een rol. Bij ‘profit’ proberen we vooral de kostprijs op orde te brengen, door bijvoorbeeld te snijden in de infrastructuur; een dure infrastructuur komt ook nog eens slecht over bij patiënten. Ons doel is een hoogwaardige zorg leveren tegen een redelijke prijs. We zitten echt niet met dolle ogen alleen maar te staren naar de financiën.”
Toekomst Samenwerken gaat zelfs internationaal. “Ik kom graag en regelmatig op Curaçao, waar ik mijn vroege jeugd doorbracht, later nog een stageperiode deed en een jaar als huisarts voor de Koninklijke Marine werkte. Nu probeer ik een collega aldaar, Roxanne Gouverneur, te ondersteunen. Zo hebben wij doktersassistentes uitgewisseld.” Is het van belang dat de dermatologische zorg in Nederland laagdrempelig blijft? “We hebben in Nederland lang geleden gekozen voor een systeem met de huisarts in de rol van poortwachter. Voor huisartsen moet de dermatologische zorg vooral laagdrempelig blijven. In de opleiding tot huisarts is er een schrijnend gebrek aan aandacht voor dermatologie.” Hoe ziet een passend model voor 1½-lijnszorg eruit? Het antwoord komt licht smalend, maar nuchter: “Dat is weer zo’n term die verzonnen is door beleidsmakers vanuit hun theoretisch bastion op het ministerie. De basisgedachte is prima, met deze kanttekening: het motief voor een dergelijk model moet niet kostenbesparing zijn, maar een investering in kennisoverdracht. Om die reden hebben we gezegd: ‘Prima, zo’n huisartsenpost - inclusief laboratoriumvoorzieningen en röntgenfaciliteiten met een lijntje naar de huisartsopleiding. Wij richten die 1½lijnspost in, maar jullie runnen de tent.’ Wij, als dermatologen, gaan niet zitten in die post, maar zijn wel altijd ‘staande bij’. Dit model is in mijn ogen houdbaar, ook voor de langere termijn. En houdbaarheid hoort bij MVO…”
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
17
NVH [ W W W . H U I DT H E R A P I E . N L ]
|
T E K ST : F R A N S M E U L E N B E R G
|
F OTO G R A F I E : PAU L S C H U L P E N
|
Feeke Schulpen:
“Ikdurfnetietsmeer,netiets gewaagder,netietsverder” Strengheid en charme - in wisselende verhoudingen afgeblust met een scheutje ondeugendheid. Dat is de uitstraling van Feeke Schulpen-Wijffels (53). Als huidtherapeute en voorzitter van de NVH-vakgroep ‘licht en laser’ gaat ze in op de mogelijkheden van laserbehandeling én komt ze te spreken over een late liefde.
Een paar dagen geleden leunde Feeke Schulpen nog letterlijk tegen de stormachtige wind op Texel: “Een heerlijk, bijna gewichtsloos gevoel.” Nu is ze weer in haar praktijk in hartje Bussum. Schulpen is mede-eigenaar en oprichter van Laser Skin Clinics met een tweede vestiging in Zwolle.
Licht en laser Laser is een acroniem voor ‘Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation’. Laser is eigenlijk licht. Maar dan vooral van 1 golflengte, ofwel 1 kleur van de regenboog. Het is verder coherent: alle deeltjes lopen exact gelijk in de pas. En het is ‘collimated’: de straal is parallel. Door deze unieke eigenschappen kan men met een laser heel nauwkeurig een bepaald doel raken. ‘Intense pulsed light’ (IPL) is ook licht, maar dan alle kleuren van de regenboog bij elkaar. Om dan toch iets preciezer te kunnen werken, wordt een filter gebruikt om het beoogde doel te raken. Dit licht raakt echter niet alleen het exact beoogde doel, maar (gewenst of ongewenst) ook meer.
Kleurstelling Bij welke huidproblemen is laser inzetbaar? “Met de laser kunnen we huidproblemen heel precies aanpakken. Je gaat met de laser recht op je doel af. Laser is inzetbaar voor alle huidproblemen die een bepaalde kleur met zich meebrengen; dat kan een haar zijn, een bloedvat, een talgklier of wat dan ook. Huidaandoeningen zijn behandelbaar dankzij de unieke eigenschappen van de laser om de specifieke golflengte (kleur) van een aandoening te selecteren.”
18
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
“De modernste laser is de ‘fractional laser’. Deze techniek stimuleert de huid tot het aanmaken van nieuw collageen. Collageen is het hoofdbestanddeel van het bindweefsel in de menselijke huid. Hoe meer collageen, des te elastischer de huid. Dat maakt deze laser bijzonder geschikt voor het herstellen van de beschadigde of verouderde huid. Denk daarbij vooral ook aan littekens, na een operatie of als overblijfsel van acne.” Wat zijn de do’s and don’ts bij een laserbehandeling? “Via klinisch redeneren moet een huidtherapeut voor zichzelf goed kunnen uitleggen waarom hij of zij bewust kiest voor dát type laser, met die instelling en golflengte bij dát type huid en bij die indicatie. Volg vervolgens stapsgewijs het protocol en hanteer altijd dezelfde volgorde. Daar hamer ik op bij stagiaires. Denk niet ‘ik noteer dat later wel’, maar ‘noteer meteen alles’. Als behandelaar wil ik exact mijn doel bereiken binnen zo kort mogelijke tijd.”
Richtlijnen Groene sprankelogen, opvallende oorbellen, en plotseling fel: “Wat ik als absolute doodzonde zie: de laser of IPL veel te laag instellen omdat er eigenlijk met de verkeerde (goedkope) apparatuur een bepaalde huid of aandoening behandeld wordt. Zo is bijvoorbeeld een getinte huid zelden geschikt voor IPL. Professionele apparatuur dus in professionele handen! Alleen dat is efficiënt, geeft veel beter en sneller resultaat en is bovenal veilig!” Waar moet iemand op letten bij de keuze voor een behandelaar? “Laserbehandeling is specialistenwerk. Die behandeling kan alleen iemand doen die dit heel vaak doet. Ik schat dat ongeveer 100 tot 150 huidtherapeuten in staat zijn om lasers deskundig toe te passen. Die individuele behandelaars zijn te vinden op de website van de NVH.” “De NVH was de eerste organisatie in Nederland die in 2008 wettelijke richtlijnen opstelde voor laserveiligheid, onder andere gebaseerd op de ‘Europese richtlijn Optische straling’. Daar mogen we trots op zijn. Wat het algemene publiek nog onvoldoende beseft, is dat ‘huidtherapeut’ een beschermd beroep is: allemaal hbo-opgeleid, verplicht zich te blijven nascholen, geregistreerd in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) en gecontroleerd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Waarborgen te over dus.” Wat is uw rol of ambitie binnen de NVH? “Ik wil een stempel drukken op de ontwikkeling van ons vak. Daarbij is het wel zo dat ik vaak net iets anders tegen bepaalde zaken aankijk. Natuurlijk kan ik mij goed aanpassen, maar ik durf soms net iets meer, net iets gewaagder, net een stapje verder te zetten. We kunnen nog grote stappen zetten door onze kennis actief te delen met andere beroepsgroepen.”
Gretigheid Hoe zou u zichzelf willen typeren in drie woorden? “Eager, nieuwsgierig en een schakelaar die ‘go’ zegt… Ik ben iemand die graag de beslissing neemt: ‘nu gaan we ervoor!’ En waar ligt uw passie? “Die ligt al van kinds af aan op het verzorgende en het medische vlak. Ik bedoel, als kind al moesten die 20.000 poppen allemaal netjes aangekleed en verzorgd worden...” Elders las ik dat u als trend ziet dat steeds meer mannen aandacht besteden aan hun uiterlijk. “Loop een willekeurige drogisterij binnen en je ziet het assortiment cosmetische artikelen voor mannen alsmaar toenemen. Zo verbazingwekkend is dat toch niet? Het bevestigt hoe we ons vereenzelvigen met ons uiterlijk. En waar mannen vroeger
Feeke Schulpen: "Net een stapje verder zetten, dat is belangrijk. Zo hebben de huidtherapeuten in Nederland al sinds 2008 een wettelijke Richtlijn Licht en Laserveiligheid opgesteld."
gewoon door bleven lopen met overbeharing of acne-littekens, nemen ze sneller de beslissing er iets aan te laten doen. Als ik een bijdrage kan leveren aan het bij elkaar krijgen van buiten- en binnenkant, ben ik tevreden.” Als ik u mag uitdagen… Vertel eens iets wat niemand van u weet! Een schaterlach gaat vooraf aan het antwoord: “Lang niet iedereen kent mijn achtergronden. Mijn ambitie geneeskunde ruilde ik, als opstandige jongeling, in voor de Hogere Hotelschool en een rechtenstudie. Daarna vloog ik de wereld rond dankzij een baan bij KLM als hoofd inkoop van cateringcontracten. Na tien jaar werken bij een multinational, nam ik een sabbatical. En daarna de opleiding huidtherapie.” Huidtherapie als late liefde dus? “En een heel innige!”
BEROEMDE ONTMOETINGEN MET EEN VLEUGJE HUID
|
T E K ST : JA N N E S VA N E V E R D I N G E N
|
F OTO G R A F I E : W I K I P E D I A
|
Van Gogh en Gauguin
VECHTEN OM EEN VROUW In oktober 1888 trok Paul Gauguin (1848-1903) in bij Vincent van Gogh (1853-1890) in het huis dat deze in Arles huurde met geld van zijn broer. De kunstenaars verdroegen elkaar echter niet en de spanningen liepen binnen enkele weken op. Na een fikse ruzie zou Van Gogh in een vlaag van verstandsverbijstering met een scheermes een deel van zijn eigen linkeroor hebben afgesneden.
Om de zoveel jaar verschijnt er wel weer een lijvige biografie van een beroemde persoon, wiens leven al op alle mogelijke manieren is belicht en uitgemolken. Meestal komt er dan ook wel iets opzienbarends naar voren dat de aandacht van de media trekt. Zo is het ook met de duizend pagina’s dikke pil die in 2011 verscheen van de hand van Steven Naifeh en Gregory White Smith (vertaling Mario Molegraaf, Bert Bakker). Deze Amerikaanse schrijvers en eerdere Pulitzerprizewinnaars deden tien jaar lang onderzoek naar Van Gogh en betoogden dat de schilder per ongeluk bij een pesterijtje was neergeschoten door twee 16-jarige jongens uit Arles. Dit goedkope marketing-stuntje is een smet op een verder schitterend boek. De meest productieve jaren beleefde Van Gogh in Arles. Daar woonde hij twee maanden lang met Gauguin onder één dak. Maar Van Gogh was een moeilijke man voor zichzelf en zijn omgeving. Hij was veeleisend, gedroeg zich vaak onhebbelijk, achterdochtig, dwingend en eigenwijs. Gauguin deed niet veel voor hem onder; ook hij kon bot, onbeholpen en driftig reageren. Toen zij dezelfde vrouw opeisten voor hun doek en plezier, als model en als muze, was een heuse confrontatie onvermijdelijk. Het begon met smijten met glaswerk, maar eindigde met een afgehakt oor. Kort na het oorincident verliet Gauguin de Provence. De twee zouden elkaar nooit meer zien.
wanen en hallucinaties, leed aan geheugenverlies en kon zelfs even bewusteloos raken. De verwardheid en wanen gingen vaak gepaard met driftbuien en motorische onrust. Zijn aanvallen konden uren, maar soms ook dagen of weken aanhouden. Vanwege het verlies van bewustzijn heeft men achteraf wel gedacht dat hij aan epilepsie leed. Ook schizofrenie, manische depressiviteit en andere, zeldzamere, ziekten zijn geopperd. Maar wat hij werkelijk onder de leden had, is onbekend.
Van Gogh Van Gogh werd in 1853 geboren in het Brabantse Zundert als zoon van een dominee. In zijn jonge jaren werkte hij in filialen van een door zijn oom Vincent opgerichte kunsthandel. Via de kunsthandel van zijn oom werkte hij in Den Haag, Parijs en Londen. Hij was lastig voor zijn omgeving en lag met veel mensen overhoop. Vrouwen speelden een belangrijke rol in zijn leven, en vrijwel altijd pakte het verkeerd uit. Mede na een afgewezen liefde werd hij, behalve eenzelvig, ook intens godsdienstig. Na een korte loopbaan als hulppredikant, begon hij te schilderen. Aanvankelijk schilderde hij vooral het boerenleven. Hij bleef rusteloos en vertrok naar zijn broer Theo in Parijs, die daar een kunsthandel dreef. Ook daar vond hij geen rust. Hij zocht frisse en felle kleuren en in februari 1888 trok hij naar het zuiden. Met geld van zijn broer vestigde hij zich in Arles. Hoewel hij daarvoor ook al diverse malen depressief was, werden die periodes nu frequenter en heviger. Hij was dan verward, kreeg religieus-extatische
20
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
Vincent van Gogh, zefportret, 1887.
Gauguin Gauguin was vijf jaar ouder dan Van Gogh. Zijn vader was een Franse journalist en zijn moeder kwam uit Peru. Zijn jeugd bracht hij in beide landen door. Op 17-jarige leeftijd monsterde hij aan als scheepsjongen en reisde hij de wereld rond. Op zijn 23ste ging hij werken als effectenmakelaar en begon hij uit hobby te schilderen. Al snel groeide zijn interesse voor de schilderkunst, eerst als verzamelaar en gaandeweg ook als amateur-beoefenaar. In 1873 trouwde hij met de Deense Mette Gad. In 1874 werd de eerste van vijf kinderen geboren. Het gezin verhuisde naar een grotere woning, waarin ook ruimte was voor een atelier. Dankzij zijn goede inkomen kon hij het zich veroorloven in zijn vrije tijd te schilderen en een schilderijencollectie aan te leggen. In 1882 stortte de beurs in en raakte Gauguin zijn baan kwijt. In 1884 verhuisde het gezin naar Kopenhagen, waar hij minder succesvol was als vertegenwoordiger van een Franse textielfabrikant. Hij wilde fulltime gaan schilderen, keerde in 1885 terug naar Parijs en bleef daar, nadat zijn huwelijk was gestrand, zonder vrouw en kinderen achter. Gauguin was een goedgebouwde man, 1,63 meter lang. Dat hij zichzelf zag als een langbenige rijzige man zegt iets over zijn zelfbewustzijn en eigenwaarde. Hij werd graag aangezien voor een rokkenjager met een eigen kijk op textiel (“Het mooist zijn vrouwen zoals God ze geschapen heeft. De kleermaker kan alleen maar alles verknoeien”). De naam waarmee hij zijn doeken placht te signeren, spreekt ook boekdelen in dezen: P.Go. Op zijn Frans uitgesproken ‘pego’, jargon voor penis. In de roman The Moon and Sixpence schrijft Somerset Maugham hoe Blanche, de zachtaardige en toegewijde echtgenote van de middelmatige Nederlandse schilder Dirk Stroeve, in de ban raakt van de ontembare Charles Strickland, gemodelleerd naar de figuur van Paul Gauguin. Het was dan ook door het toedoen van een vrouw dat Van Gogh en Gauguin slaags raakten.
liet Gauguin zich overhalen om bij Vincent in te trekken. In oktober 1888 reisde Gauguin vanuit Bretagne naar Arles. Pikant detail is dat ze elkaar zelfportretten toestuurden, alsof hun een huwelijk wachtte. Van Gogh had hoge verwachtingen van de samenwerking met zijn vriend, maar kwam bedrogen uit. Zij pasten helemaal niet bij elkaar. Ze bewonderden wel elkaars werk, maar waren het vaak oneens. Gauguin stoorde zich vanaf dag één aan de rotzooi die Van Gogh maakte. Het atelier was een bende. De vrouwen van Arles, met wie Vincent hem per brief had verlekkerd, vielen hem tegen (“Ik heb wel mooiere vrouwen gezien.”) De spanningen liepen op. Zo schreef Gauguin in een brief aan Emile Schuffenecker: “Ik voel me in Arles een vreemde. Alles is zo klein en bekrompen, de streek en ook de mensen. Vincent en ik zijn het bijna nergens over eens. Ik zeg tegen hem: ‘Chef, je hebt gelijk’, om ervan af te zijn. Hij houdt van mijn schilderijen, maar als ik ermee bezig ben, vindt hij steeds dat het hier of daar anders moet. Hij is romantisch en ik neig meer naar het primitieve.” Na twee maanden, op 23 december 1888, barstte de bom, toen zij dezelfde vrouw opeisten. Wat er toen precies gebeurde, is niet duidelijk, maar vermoedelijk raakte de verwarde Van Gogh tijdens een ruzie door het dolle heen en sneed hij een deel van zijn oor af. In 2001 liet het oor nog één keer van zich horen. Een Duitse kunsthistorica, Rita Wildegans, wees Gauguin als de schuldige aan van de verminking. Hij zou tijdens een schermutseling met een kordate slag van zijn floret een stuk van het oor hebben afgehakt. Wat er werkelijk is gebeurd, zullen we nooit te weten komen. Wie weet, komt iemand ooit nog op het idee dat het allemaal een pr-stunt was van Van Gogh om zijn doeken te promoten. Maar ook als dat niet zo is, is dat wel het effect geweest.
Het gelaat van Gauguin ‘‘’Kijk eens goed naar jezelf in de spiegel.’’ Strickland glimlachte en liep naar een spiegel met een houten lijst die aan de muur hing. ‘’Nou?’’ “Zie je niet dat je gezicht veranderd is, dat je huid dikker is geworden, dat … hoe zal ik het zeggen … wij noemen dat een leeuwengezicht. Mijn beste man, ik moet je zeggen dat je een vreselijke ziekte hebt.’’ ‘’Ik?’’ ‘’Als je goed kijkt zie je de typische verschijnselen van lepra.’’ ‘’Je maakt een grap.’’ ‘’Ik wou, bij God, dat het waar was.’’’ W. Somerset Maugham. The Moon and sixpense. Londen: Heinemann; 1919.
Arles Van Gogh wilde niet alleen in het Gele Huis in Arles wonen: behalve dat hij intens naar gezelschap verlangde, moest het huis ook een nieuwe kunstenaarskolonie herbergen. Gauguin, met wie hij al langer correspondeerde, leek hem de ideale partner om de schilderscommune mee te starten. Door een toezegging van zijn broer Theo om de reis en het verblijf van Gauguin te betalen in ruil voor schilderijen,
Paul Gauguin , zefportret, 1894.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
21
Het oor van Van Gogh ‘Eensklaps scheen een kleine ader in zijn hersenen te springen. De ijverzucht ging als een wild dier in zijn binnenste te keer; dat helse beest zag hij weer als de bastaard van een buldog en een tijgerin. (…) ’Meteen sneed hij zijn oor dicht bij het hoofd af, legde het voorzichtig ergens neer en was de eerste tijd druk bezig met het bloed te stelpen. Handdoek na handdoek vloog, druipend van bloed, over de vloer. Daarna propte hij een paar zakdoeken tegen de gapende wond en hechtte die met zijn Baskische muts, die hij als een boor in de wond schroefde, vast, waarna hij zich voor de spiegel bekeek. “Dat zal je Montezuma (= Gauguin) niet voor je over hebben, hoerenbrok!’’ schimpte hij. Daarna maakte hij het koud geworden oor schoon, stak het in een gele enveloppe, wikkelde er een stuk schildersdoek om heen, dat hij met een touwtje vastmaakte en begaf zich regelrecht naar het bordeel, waar hij het pakje aan de waard gaf: “Hier … dit is voor Martha … als een aandenken aan Fou-roux (= Vincent).”’ L. de Laforgue. Vincent. Amsterdam: Scheltens & Giltay, zonder jaartal.
Bij een speciaal ingelaste persconferentie op 9 september jl. heeft het Van Gogh Museum een ‘zeer zeldzame’ ontdekking onthuld: ‘Zonsondergang bij Montmajour’, een werk dat Van Gogh op 4 juli 1888 in het Franse Arles maakte. Het schilderij, dat deel uitmaakt van een privécollectie, is te bezichtigen tijdens de jubileumtentoonstelling ‘Van Gogh aan het werk’ die loopt van 1 mei 2013 - 12 januari 2014 in het Van Gogh Museum.
NHG
|
T E K ST , F OTO G R A F I E : J U ST E E K H O F , H U I S A RT S I N L E I D E N , N A M E N S H E T N E D E R L A N D S H U I S A RT S E N G E N O OT S C H A P
|
WITTE VLEKKEN Het is vrijdag, het is een drukke werkdag. Zo’n dag brengt van alles wat: een baby van 5 weken die geen voeding binnenhoudt en afvalt, alsook een visite aan een oude, zelfstandig wonende vrouw die door haar dementie niet meer voldoende eet en nog maar 42 kg weegt. Niet alle zieken zijn te genezen, maar het gaat erom dat je samen met patiënt en familie de beste oplossing vindt. Meestal lukt dat goed. Aan het eind van de dag worden bij ons in de praktijk de kleine chirurgische ingrepen gepland. Vandaag staat meneer Jacobi bij mij in de agenda om een atheroomcyste (talgkliercyste) te laten verwijderen. Die zit op zijn rug. Voor een huisarts is dit een welkome afwisseling om na het praten en regelen even met je handen bezig te zijn. Omdat je zo’n 20 minuten alleen met de patiënt in de behandelkamer bent, is het ook een prima gelegenheid om een praatje te maken. Meneer Jacobi is 55 jaar en is al 10 jaar bij mij in de praktijk. Hij is docent wiskunde op een middelbare school en heeft als hobby gitaar spelen. Op zaterdag zit hij soms op de markt en met zijn prachtige gitaarmuziek uit Andalusië weet hij het winkelend publiek tot stilstand te brengen. Hij vertelt dat hij op een goede zaterdag wel een paar honderd euro ophaalt. Hij spaart het op om met zijn vrouw weekendjes weg te gaan.
Pigment Ik heb de benodigdheden en instrumenten klaargelegd en begin met de ingreep. Wanneer hij zo met ontbloot bovenlijf voor mij ligt, vallen de witte vlekken op van zijn vitiligo. Bij vitiligo werken de pigmentcellen van de huid niet meer goed. De normale huid krijgt kleur door deze pigmentcellen (melanocyten). Hoe meer pigment, hoe donkerder het ras. Bij vitiligo is de huid echt wit. De oorzaak van vitiligo is waarschijnlijk een fout van het eigen afweersysteem (een auto-immuunziekte). Vaak breiden de plekken zich langzaam uit.
Hoewel ik niet beter weet dan dat hij vitiligo heeft, vraag ik hem hoe het is voor hem om deze aandoening te hebben. Hij heeft al sinds zijn jeugd die aandoening, vertelt hij. Het begon op zijn handen, knieën en voeten. Ook bij wondjes verdwijnt het pigment op de plek waar het wondje zat. De vorige huisarts gaf allerlei zalven, maar zonder resultaat. Een collega op school probeerde lichttherapie voor zijn vitiligo, maar dat hielp nauwelijks. Het enige dat meneer Jacobi er zelf aan doet, is in de zomer goed insmeren met zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
Muziek Intussen heb ik tijdens het gesprek de cyste verwijderd en ik begin met het hechten van de wond. Door de verdoving voelt hij niets. “Zeggen de kinderen op school er wel eens iets van?”, vraag ik hem, want ik kan me voorstellen dat pubers niet makkelijk een blad voor de mond nemen. “Ach”, zegt hij, “soms vraagt een kind weleens wat het is, en eigenlijk is er dan verder geen probleem”. Ooit vroeg een kind of het besmettelijk is. Dat misverstand hielp hij snel uit de wereld. De wond is dicht en ik plak er na schoonmaken een pleister op. “Waarschijnlijk komt hier dan ook een witte plek”, zeg ik. Meneer Jacobi vindt het niet erg: “Het belangrijkste is dat je er zelf normaal mee omgaat, als je er zelf normaal over doet, dan hebben anderen ook weinig problemen”. Na deze wijze les zeg ik dat hij volgende week de hechtingen moet laten verwijderen en wens ik hem een fijn weekend. Wie weet zit hij morgen weer lekker met zijn gitaar op de markt muziek te spelen.
PORTRETTEN
|
F OTO G R A F I E : D I M P H Y V E R D I E S E N
|
Huidinvarianten “Zó, dat zijn beelden die op je netvlies blijven staan!” Dat was de eerste reactie van Medizorg op de foto’s. Toen de aanleiding voor de fotoreportage duidelijk werd (afstudeerproject aan de kunstacademie), besloot men te participeren. Medizorg ondersteunde het eindproject van Dimphy Verdiesen financieel omdat haar werk nauw aansluit bij hun missie: bijdragen aan de levenskwaliteit van patiënten. Een exemplaar van het magazine met alle foto's van Dimphy Verdiesen is te downloaden of te bestellen* via www.medizorg.nl/mijnhuidisgaaf (*zolang de voorraad strekt).
Benthe: "Je ziet me in de zomer gewoon in bikini op het strand."
Shumie: "Het hebben van eczeem heeft mijn karakter gevormd."
Eline: "Die ooievaarsbeet past bij me."
LEKKER BEKKIE
|
T E K ST : C H A R LOT T E B A C K X / T E K ST B U R E AU D O O R LOTJ E G E T I K T
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
Hetmysterievandeaft Kleine kratertjes die je mond ontsieren en de boel verstieren: aften. Sommige mensen krijgen ze nooit, anderen zitten er regelmatig mee opgescheept en maar bij één op de tien gevallen wordt de veroorzaker gevonden. Toch doen er heel wat theorieën de ronde.
Mijn familie heeft last van twee bepaalde kwaaltjes. De eerste is winderigheid na een lange reis (of ruime tijd stilzitten), zo beweren ze, de tweede zijn aften. Over beide ongemakken gaan de wildste verhalen. Mijn oma claimt haar aften te krijgen door het eten van pinda’s, mijn moeder door komkommer en chocolade en volgens mijn jongste oom heeft het niets met eten te maken, maar ontstaan ze door slaaptekort. Ter bestrijding geldt bij ons overigens allemaal dezelfde methodiek: een wattenstaafje deppen in 80% alcohol en dat flink duwen tegen de zere plek. Het is even op de tanden bijten, maar binnen een paar dagen is alle ellende voorbij. Een rondgang op Facebook wijst uit dat ook bij anderen zowel de oorzaken als de bestrijdingswijzen nogal uiteenlopen. Een grabbelton vol discutabele adviezen. Eardly van der Geld en Evert Muis gooien het bijvoorbeeld op een gebrek aan vitamine en
weerstand, Martijn Planken denkt dat het een herpesvariant is die ook de koortslip veroorzaakt en Rosanne van Manen zegt dat pittig eten de boosdoener moet zijn. De bestrijdingsmiddelen die door mijn Facebookvrienden worden gemeld: gember, het kauwen van een vers blaadje salie, Zendiumtandpasta en het drinken van druivensap.
Wat zijn aften? Aften zijn pijnlijke zweertjes van het mondslijmvlies die veelal voor het eerst ontstaan rond de puberteit en vanaf dat moment regelmatig terugkomen. Aften komen bij circa 20% van de bevolking voor. In de meeste gevallen krijgen mensen een of enkele kleine aften die binnen één, maximaal twee weken weer verdwijnen. Komt een aft bijna even snel terug als dat hij verdween, dan spreekt men van chronische aften. Dit leidt uiteraard tot ongemak bij het eten, drinken, slikken en spreken.
Behandeling In sommige gevallen is het mogelijk om de uitlokkende factor te vinden. Mijn oma eet bijvoorbeeld geen pinda’s meer, maar ik heb niet het idee dat deze zelfconstatering haar veel heeft geholpen. Ook een specialist vindt, desgevraagd, in negen van de tien gevallen, geen oorzaak voor de mondzweren. Tandartsen hebben wel veel algemene oplossingen, waardoor de aft wellicht wat sneller verdwijnt, maar de oorzaak niet wordt aangepakt. Mijn tandartsassistente adviseert om Zendiumtandpasta te gebruiken als kuur: poets de tanden alleen met water en smeer de Zendium een aantal keren per dag met een schone vinger op de aft.
CLAIM ONDERZOCHT
|
T E K ST : J O S OV E R B E E K E
|
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
Wartner tegen wratten
Behandelenvanwratten helptvaakniet Omega Pharma verkoopt twee middelen waarvan het bedrijf beweert dat deze wratten doen verdwijnen. Wat betreft claims en bewijsvoering moet Omega het echter opnemen tegen huisarts Sjoerd Bruggink, die onlangs promoveerde op dit onderwerp. Hun conclusies verschillen wel erg sterk. Wratten zijn vervelende dingen. Met name kinderen en jongeren hebben er last van, meestal zitten ze op hun handen of voeten. Een wrat op een hand is vooral ontsierend, een wrat op een voet kan het lopen lastig maken. Is daar geen effectief en liefst snelwerkend medicijn tegen? De webshop van Omega Pharma, van oorsprong een Vlaams bedrijf, biedt hiertegen twee middelen: Wartner Wrattenverwijderaar en de Wartner Wrattenpen. Bij het eerste middel, gebaseerd op een bevriezingsmethode, spreekt de site van “zichtbaar resultaat binnen 10 tot 14 dagen na doorgaans één behandeling”. Voor de Wrattenpen, gebaseerd op de ‘aanstipmethode’, spreekt het bedrijf van “zichtbaar resultaat vanaf de eerste week”. Hoe houdbaar zijn deze claims?
Kleine kwaal Naar ‘kleine kwalen’, zoals wratten, wordt doorgaans niet veel onderzoek gedaan, hoewel veel mensen er last van hebben en de totale ziektelast dus behoorlijk is. Wat betreft wratten verkeren we in de gelukkige omstandigheid dat huisarts Sjoerd Bruggink, in het kader van een promotie, hier onlangs studie van heeft gemaakt: Transmission and treatment of cutaneous warts in general practice. Bruggink stelde zichzelf twee vragen: 1. Hoe worden wratten overgedragen? En 2. Wat kun je er aan doen? Op beide punten kwam hij tot andere resultaten dan de communis opinio, ook die onder artsen. Wratten worden veroorzaakt door het HPV-virus, het humaan
papillomavirus, en doorgaans neemt men aan dat de overdracht van dit virus plaatsvindt in openbare gelegenheden zoals zwembaden. Vandaar het advies om hier niet met blote voeten te lopen, maar slippers te dragen. Op basis van zijn eigen onderzoek komt Bruggink tot een andere conclusie: de overdracht vindt vooral plaats in gezinnen en in de schoolklas, en niet in zwembaden.
Salicylzuur Ook bij de tweede vraag - hoe kom ik er vanaf? - vond hij afwijkende resultaten. Laten we eerst kijken wat de NVDV, de vereniging van dermatologen, hierover zegt. “Behandelen is niet altijd nodig”, staat op hun site. “De meeste wratten verdwijnen vanzelf, maar het kan wel lang duren.” Bovendien: “Wratten op de hand, onder de nagels en op de voetzolen kunnen zeer hardnekkig zijn.” Dus als er een middel zou bestaan dat wratten sneller doet verdwijnen, dan zou dat zeer welkom zijn. Van salicylzuur ‘in zalf, pleister of tinctuur’ zegt de NVDV dat het ‘bewezen effectief’ is. Bevriezing met vloeibare stikstof noemt de NVDV “een standaardbehandeling, alhoewel de effectiviteit niet wetenschappelijk is aangetoond.” Bruggink probeerde de genoemde middelen uit bij enkele groepen van schoolkinderen. Het resultaat toonde een opvallend verschil tussen patiënten met handwratten en patiënten met voetzoolwratten. Voor handwratten is stikstoftherapie de effectiefste behandeling (49% van de patiënten is na 3 maanden genezen), met acceptabele bijwerkingen en de hoogste patiënttevredenheid. Voor voetzoolwratten is noch stikstof, noch salicylzuur effectiever dan afwachtend beleid (23% van de patiënten is na 3 maanden genezen). Tegenover Medisch Contact vatte hij dit als volgt samen: “Welke behandeling je ook kiest, de kans dat de wratten binnen drie maanden verdwenen zijn, is eigenlijk nooit groter dan 50 procent.” En dat is wel heel wat anders dan wat Omega Pharma over haar producten beweert.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
29
PROEFSCHRIFT EN PRAKTIJK
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
Proefschrift en praktijk Wetenschap stopt nooit, wetenschap zet altijd stapjes vooruit. Elk jaar verschijnen er dissertaties op het gebied van de dermatologie. Proefschriften zijn ‘wetenschappelijke proeven’ van bekwaamheid. Wat zijn de consequenties van al die onderzoeken voor de gewone patiënt, in de dagelijkse praktijk? In de rubriek ‘Proefschrift en praktijk’ komen de relevantie en de betekenis voor de patiënt aan bod.
Aderenonderdruk Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) is een veelvoorkomende aandoening die bij 1% van de westerse populatie leidt tot ulcera crurum (meerdere zweren op beide onderbenen), een ernstige manifestatie. Een veneus ulcus heeft nare trekjes, namelijk een ongunstige prognose wat betreft de genezingstendens en de kans op recidief. Compressietherapie is de standaardbehandeling van CVI, zowel als behandeling op zich als aanvullend op andere therapie. Naar aanleiding hiervan formuleert Suzan Reeder als stelling bij haar proefschrift: “Het feit dat na 2000 jaar compressietherapie dit nog altijd de hoeksteen is in de behandeling van chronische veneuze ziekte geeft aan dat de flebologie nog in de kinderschoenen staat.” Op 25 september j.l. promoveerde zij, mede op deze stelling.
Lichte druk Therapeutische elastische kousen (ook wel steunkousen genoemd) dus, maar welke? Reeder bekeek in een patiënt-controlestudie het effect van lichte therapeutische elastische kousen op beenklachten bij koorzangers na een staande repetitie. De resultaten waren uitstekend. Deze kousen zijn erg effectief in het voorkómen van symptomen van vermoeide benen tijdens langdurig staan (wat bij zangkoren vaak het geval is). Ook verminderen de kousen de klachten van rusteloze benen, beenzwelling en krampen. Probleem opgelost? Nee. Reeder: “Het is een interessante constatering dat therapeutische elastische kousen met een lichte drukklasse graag worden gedragen, maar dat de gierige Nederlander de inhoud van zijn portemonnee verkiest boven zijn gezondheid.” Waar een gezond been toch te verkiezen lijkt.
Grootte Grote winst van dit promotieonderzoek is de bereikte consensus inzake de ambulante veneuze drukmeting (AVP). AVP is de gouden standaard om de ernst van hemodynamische afwijkingen bij CVI in het been te kwantificeren. Daarmee komt internationale uniformering van de diagnostiek een grote stap dichterbij.
30
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
De foto op het omslag is gemaakt onder een natuurlijke, stenen brug in Death Valley, USA. De onregelmatige vorm lijkt op het beeld van een veneus ulcus. Wat te doen als CVI toch uitmondt in een ulcus cruris? Door de standaardbehandeling met ambulante compressietherapie geneest ongeveer 50% van deze ulcera binnen drie maanden. Een open prospectieve studie in dit proefschrift bevestigt dit en toont en passant aan dat de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) prima toepasbaar is en voldoet aan de hoge eisen van evidence-based gezondheidszorg. Een belangrijke factor voor genezing is de initiële grootte van het ulcus. Snedig klinkt het in een stelling dat voor de genezing van een ulcus cruris venosum dus wel degelijk geldt: “Size does matter.” Hoe staat het met de recidieftijd van ulcera na ziekenhuisopname vanwege een veneus ulcus cruris? Reeder constateert dat de ziekenhuisopname voor een chirurgische behandeling aanzienlijk korter duurt dan voor een conservatieve behandeling (bedrust, wondbehandeling en pijnbestrijding). Echter, voor de terugkeer van een nieuw ulcus maakt het niet uit: de meeste ulcera recidiveren binnen twee maanden na ontslag uit het ziekenhuis, ongeacht de toegepaste behandeling.
Feyenoord “Promoveren is net als supporter zijn van Feyenoord. Je doet het met hart en ziel, maar je vraagt je regelmatig af waar je in vredesnaam mee bezig bent!” Hoe invoelbaar deze verzuchting ook is (inclusief uitroepteken), er is altijd licht aan het eind van de tunnel. Suzan Reeder is nu gepromoveerd en Feyenoord wint weer net iets vaker dan het verliest.
Suzan Reeder - Chronic venous disease; under pressure. Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam 2013. ISBN 978-946191-840-6. Promotor: Prof. dr. H.A.M. Neumann.
POËZIE
|
TEKST: REDACTI E
|
FOTOGRAFI E : AN DREAS TERLAAK
|
Monnikenwerk vanFreerkHeule Dermatoloog Freerk Heule vertaalde eeuwenoude Chinese gedichten in het Nederlands. “Het zijn vrije verzen geworden. Dat was ook de opzet. Niet vormvastheid was het doel, maar vooral de leesbaarheid voor de moderne lezer. Vandaar dat ik ook niet aarzel om soms een modern woord als ‘graffiti’ te gebruiken.” Een interview over vertalen als monnikenwerk.
“China beschikt over een eeuwenoude, rijke cultuur, waar we in Nederland nog te weinig besef van hebben. Het land en de cultuur fascineren me al decennia. Toen ik jaren geleden maandenlang was opgenomen in een revalidatie-instelling, leek het mij een uitdaging om Chinese gedichten te gaan vertalen. Omdat ik de Chinese taal niet beheers, koos ik ervoor om via het Engels, Frans en Duits - talen die ik goed beheers - de gedichten toegankelijk te maken voor Nederlandse lezers. Overigens zullen muziekliefhebbers Li Bai kennen van Das Lied von der Erde, waarin vier van zijn gedichten bewerkt zijn door Gustav Mahler.”
Vrijbuiter “De bundel bevat zo’n honderd gedichten van Li Bai (701-762). Deze zijn het hoogtepunt van de Chinese dichtkunst. Elke Chinees - van eenvoudig arbeider tot hoogopgeleide, kent niet alleen de dichter, maar kan één of meer gedichten uit het hoofd reciteren.” Wat was Li Bai voor man? “Voor alles was hij een boeddhist en taoïst, zoekend naar harmonie met de natuur tijdens zijn vele reizen door het land. Een rusteloze man die zich nergens echt kon hechten en de bijnaam kreeg ‘Verbannen Onsterfelijke’, een geest in gevangenschap. Noem hem gerust een vrijbuiter of bohemien, met alle kenmerken van escapisme en verveling. Maar ook gevoelig voor het onrecht in deze wereld. Hij probeerde hoger op de sociale ladder te komen, maar het ontbrak hem aan discipline. Hij weigerde bijvoorbeeld examens te doen. Liever gaf hij zich over aan bovenmatig alcoholgebruik, waarbij hij in ‘bars’ gelegenheidsverzen schreef die hij ter plekke voordroeg. Zijn einde had ook alles met een alcoholroes te maken. Volgens de overlevering zat hij beschonken in een boot en wilde hij de maan omarmen. Hij viel overboord en verdronk.”
Verpoppen “Tegen het proces van veroudering verzette hij zich hevig. Hij kon zich daar niet bij neerleggen. Het maakte hem boos en hij had een hekel aan witte haren. Die lichamelijke veroudering duikt vaak op in zijn werk, waarbij hij een scherp oog heeft voor de voortdurende metamorfose die het lichaam ondergaat. Of noem het ‘verpopping’, een term die verbonden is aan de klassieke (Chinese) gedachte van de vlinder die zich verpopt. Die metamorfose kent iemand met een huidziekte uit eigen ervaring. Hij of zij moet door een proces van herstel heen, dat kan lang duren of ondanks grote inspanning niet gelukken. Erover praten is belangrijk, en vooral moed houden. Li Bai noemt diverse keren hoe hij zijn eigen ‘huid en haar’ ervaart, en wat is hij daarin heerlijk eerlijk!”
Versregels van Li Bai “dauwdruppels, een taal, op mijn vlees en haren” “zo dik als een haar, de stilte, zo diep als de geest” “ik loop naakt rond, mijn haar waait op” “Je haar zou er wit als zijde van worden” “gisteren gloeiden we van jeugdige frisheid en vandaag is wit haar een overrompeling” “er komt verdriet, mijn haar is wit” “mijn witte haar als berijpt gras”
Sporen Li Bai schreef ook deze regels: “Op mijn oude gezicht zit een restje jeugd.” Heule: “Deze regel zit vol van beleving. Het is iets wat je voelt of zo ervaart. Misschien dat de ogen nog sprankelen, wie weet. Het is zowel een klacht als een sprankje troost.” Elders noteert Li Bai: “Ik kijk op naar de sporen die alle eindeloze ouderdom achterlaat.” Hoe herkenbaar is dat voor u? Heule, bedachtzaam: “Over wat je ziet in de spiegel en hoe dat voortdurend verandert, daarover kunnen we eindeloos filosoferen.”
Freerk Heule - Li Bai - Gedichten uit T’ang China. Het boek is te koop via www.boekscout.nl en kost € 17,35.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
31
LIPOSUCTIE
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
Wegmetdatovertolligevet! Liposuctie is de standaardbehandeling voor
zogenaamde ‘veldnorm’ hiervoor op. Wat is
Wat is een ‘veldnorm’ en wat is de status ervan? “Een veldnorm bevat regels die na een zorgvuldige procedure door professionals zijn aanvaard op basis van gezamenlijk opgestelde waarden. Veldnormen berusten dus meer op onderlinge afspraken dan op wetenschappelijk bewijs en hebben vaak een meer bindend karakter qua uitvoering dan een richtlijn. Ze geven concreter dan de richtlijnen van de NVDV aan wat in een bepaalde situatie de wenselijke werkwijze is, zowel wat betreft de inhoud van de zorg als de organisatie van het zorgproces. Veldnormen zijn geen keurslijf. Dermatologen kunnen er, mits goed onderbouwd, van afwijken als het individuele geval daartoe aanleiding geeft.”
dat precies? Hoe gaat een dermatoloog te
Indicaties
plaatselijke vetverwijdering. In toenemende mate gebeurt dit ook door dermatologen. Op verzoek van hun beroepsvereniging stelde de werkgroep Cosmetische Dermatologie een
werk bij liposuctie? Een vraaggesprek hierover met dermatoloog Loek Habbema (1953), voorzitter van de werkgroep. Hij houdt een pleidooi voor geduld.
Loek Habbema is onlangs benoemd tot president van de International Society for Dermatologic Surgery. De ISDS is in 1978 opgericht als forum van dermatologen die hun patiënten chirurgische zorg willen kunnen aanbieden. De ISDS zet zich in
32
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
Wat is de belangrijkste indicatie? “Je moet onderscheid maken tussen cosmetische en medische indicaties. Met cosmetisch bedoel ik bijvoorbeeld een vetbobbel die geen pijn of andere medische klachten geeft, en alleen maar lastig is bij het passen van een broek of een bloesje.” Lipoedeem, een veelvoorkomende klacht bij vooral vrouwen, is een belangrijke medische indicatie. De vrouw in kwestie heeft dan ‘zware benen’ ten opzichte van de romp en kan vermoeidheids- en pijnklachten hebben. Hierdoor kan zij minder dan gewenst deelnemen aan sociale activiteiten zoals wandelen of sporten.
voor de verspreiding en implementatie van nieuwe technieken en organiseert trainingen en workshops voor dermatologen om zich hierin te bekwamen.
Ook een kat die op schoot springt of een goed bedoeld tikje van de partner doet vaak pijn. Dit lipoedeem-vet reageert niet op gewichtsvermindering. Als we dan overtollig vet wegnemen, heeft dat niet alleen effect op het volume van de benen, maar we zien ook een spectaculaire daling van de pijnklachten.” Hoe vaak verrichten dermatologen liposuctie? “Er zijn geen exacte cijfers over. In de VS wordt ongeveer de helft van het aantal liposucties uitgevoerd door dermatologen. De andere helft doen plastisch chirurgen of andere specialisten. Ook in Duitsland voeren dermatologen de ingreep veel uit. De Nederlandse dermatologen die de ingreep uitvoeren, doen dit vaak en het aantal zal in de toekomst zeer waarschijnlijk fors toenemen. Immers, de vraag naar dergelijke ingrepen groeit, mede doordat de diagnose lipoedeem meer wordt gesteld.”
Aanpak Hoe gaat de dermatoloog daarbij te werk? “De dermatoloog hanteert een heel specifieke liposuctietechniek. Grote hoeveelheden vloeistof, waarin ook de verdoving zit, worden in het vetweefsel gespoten. Waarom? Om het vet zoveel mogelijk te verdunnen. De kans neemt dan af dat er onregelmatigheden overblijven na de ingreep. Die vloeistof spuit hij vlak onder het oppervlak van de huid én in diepere lagen, waar je bij de spieren komt. Ik zelf spuit gemiddeld 7 liter vloeistof in het vet. Het gaat er vooral om de vloeistof langzaam in te spuiten en geduld te hebben. De vloeistof heeft veel tijd nodig om zich goed te verspreiden en een mooie buffer te vormen tussen de huid en de diepere lagen. Daarom wachten we na het inspuiten van de vloeistof minstens drie kwartier voordat we het vet weg gaan halen.” “Onder de huid zit een mooi bindweefselnetwerk. Dat netwerk heeft een samentrekkende kracht. Het houdt de boel netjes bijeen, om het zo te zeggen. Dat netwerk blijft intact en dat is belangrijk omdat anders de huid gaat uitzakken en hangen. Ook andere structuren zoals lymfevaten worden dankzij deze techniek niet beschadigd en dat is van belang, want anders zou er lymfoedeem kunnen ontstaan.” “Daarna maak ik enkele sneetjes in de huid en haal met een trillend, stomp naaldje - wij noemen dat een ‘canule’ - het overtollige vet en de ingespoten vloeistof weg. Let wel: die minieme wondjes hecht ik niet! Zo kan alle wondvocht en vloeistof ‘lekken’. Het is een soort drainage. Een bijkomend voordeel is dat de kans op ernstige infecties geminimaliseerd wordt; het onderhuids weefsel wordt als het ware schoongespoeld. Ik heb ernstige infecties in ieder geval nog niet meegemaakt. En ik ken ook geen meldingen hiervan in de literatuur, mits deze techniek wordt gebruikt. Waarschijnlijk ook omdat de plaatselijke verdoving een infectiewerende werking heeft. Alle meldingen van ernstige infecties in de literatuur betroffen liposucties waarbij de veldnorm niet was gevolgd.” “Een ander groot voordeel is dat de behandeling geheel onder plaatselijke verdoving gebeurt, waardoor de patiënt tijdens de
ingreep alle houdingen kan aannemen om het te behandelen gebied goed te kunnen bereiken. De patiënt wordt tegen het eind van de behandeling ook gevraagd om te gaan staan, want dan kan je nog kleine onregelmatigheden opsporen die je bij de patiënt in liggende houding niet terugvindt.”
Risico’s Wat zijn de belangrijkste risico’s van liposuctie? “Je bent te snel. Ik moet eerst een andere techniek van liposuctie uitleggen, die veel wordt gebruikt, maar niet door dermatologen. Dat is de vorm zoals we die vaak op de televisie zien, en die meestal onder volledige narcose uitgevoerd wordt op een operatiekamer. De bekende en soms ernstige risico’s (trombose, longembolie, perforatie) kunnen optreden bij deze techniek van liposuctie, en die hebben vooral te maken met de narcose. Ook indien de sterilisatie van het materiaal onvoldoende is of als er onverantwoorde risico’s worden genomen, kunnen de complicaties optreden. De ingreep verricht met de techniek zoals dermatologen die uitvoeren, heeft bijna geen ernstige complicaties. De ingreep is veilig en geeft een mooi resultaat. Deze veldnorm biedt dan ook voldoende garantie op een veilige manier van werken. Natuurlijk bestaat het risico nul niet, maar de techniek zoals de dermatoloog die toepast, is extreem veilig, mits de geldende veldnorm wordt gevolgd.”
Keuzes maken Als mensen liposuctie overwegen, waar moeten ze op letten bij de keuze voor een behandelaar? “In de eerste plaats moeten mensen weten dát deze ingreep mogelijk is. Dat is nog vrij onbekend. Daarnaast moeten ze zoeken naar een dermatoloog met ervaring. De patiënt moet een goed gevoel hebben over het onderlinge contact, een sfeer van vertrouwen is essentieel. Men moet gerust op meer plaatsen consult inwinnen. Neem er de tijd voor. Want men moet goed beseffen: ‘gebeurd is gebeurd!’ Hiermee bedoel ik dat als er beschadigingen overblijven na de ingreep, deze meestal niet meer goed te corrigeren zijn.” “Nog een belangrijk advies: laat de prijs niet de doorslag geven.” Hoe bedoelt u dat? “Een consult bij mij duurt minimaal een uur, vaak langer. Want ik wil de patiënt zo uitgebreid mogelijk vooraf informeren. Ruimt iemand voor een dergelijk consult een kwartier in, dan mag je daar je grote vraagteken bij plaatsen. Ook de verfijnde techniek zoals dermatologen die gebruiken, maakt dat de behandeling vaak wat kostbaarder is. Maar bovenal: zorg dat de behandelend arts veel ervaring heeft en je uitgebreid en eerlijk heeft geïnformeerd.” Een slotverzuchting: “Lange tijd meende ik: hoe ouder je wordt, des te sneller verlopen de consulten. Het tegendeel blijkt waar: naarmate ik nog meer ervaring heb als dermatoloog, duren de consulten juist langer… Deels omdat ik steeds beter begrijp wat patiënten nodig hebben, wat hen drijft en waar de hulpvraag of pijn zit. Daarnaast ook omdat ik alsmaar beter besef, wat voor mij als dermatoloog belangrijk is: om die kwaliteit te bieden die strookt met mijn eigen ambities, normen en waarden.”
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
33
JE BENT OM OP TE ETEN |
TEKST : C HAR LOTTE BAC KX / TEKSTBU R EAU DO OR LOTJ E GETI KT
|
FOTO GRAFI E : DR EAMSTIME
|
Wespenallergie:
“Ikrengewoonheelhardweg” Vooruit, wanneer we de wesp vergelijken met de bedwants, schaamluis en teek, die in deze serie voorbij kwamen, is hij eerder een gulle gever dan een nemer. De wesp zal nooit verheerlijkt een beet in je sappige arm zetten. Pas wanneer deze geelzwart gestreepte krijger zich bedreigd voelt, slaat hij toe en dat mondt uit in een zeer onprettig gevoel. De moeite waard om eens stil te staan bij de allergieën die zo’n steek teweeg kan brengen.
gestoken zou worden. Mijn huisarts heeft me echter nooit iets voorgeschreven, dus volgens hem zal het wel loslopen, neem ik aan.”
Weghollen Het puntje van haar pink stond direct in de fik toen Sandy Langstraat door een wesp werd gestoken. “Binnen tien minuten was mijn hele arm dik en na een bezoekje aan de dokter zat ik tot mijn schouder in het drukverband. Ik heb pilletjes tegen de allergie, maar die heb ik nooit bij me. Ze gaan snel over de houdbaarheidsdatum heen en ik vermijd wespen gewoon, bijvoorbeeld door heel hard weg te rennen. Ik weet heus wel dat ik eigenlijk rustig moet blijven zitten, maar ja, probeer dat maar eens. Thuis heb ik ook twee of drie noodpakketten om de steek uit te zuigen, maar vanwege het vele wisselen van handtas heb ik ook die eigenlijk nooit bij me. Volgens de dokter zal ik niet snel doodgaan aan een wespensteek, maar wanneer ik weer word gestoken, moet ik wel zo snel mogelijk het pilletje slikken, want anders kan dat nare gevolgen hebben.”
Allergisch voor wespen Lieke Bogaert was al vaker gestoken door een wesp toen ze op een zomerse dag zeventien kinderen begeleidde bij het instappen van een bus. Op de drempel voelde ze de steek en vertelde haar medebegeleider: “Shit, ik ben gestoken door een wesp.” “Het werd direct een dikke bult en Suus, mijn medebegeleidster, zakte op haar knieën op het asfalt om de steek uit te zuigen. Een paar minuten later zaten we in de bus en mijn enkel reikte steeds verder over mijn gymp. De volgende ochtend, toen ik wakker werd, kon ik niet meer lopen. Drie weken lang heb ik met mijn been omhoog gezeten, mijn enkel klopte en bleef maar dik. Sindsdien ben ik nooit meer gestoken, maar durf ik me niet in te denken wat er gebeurt als ik op een rare plek zoals mijn keel
"Ik blijf gewoon rustig zitten".
Een klein deel van de mensen reageert heftig op wespensteken. Zo’n allergische reactie ontstaat pas wanneer iemand al eerder in aanraking komt met het wespengif. De allergie kan zich uiten in rode bulten en zwellingen die jeuken of pijn doen en in heftiger gevallen ook in kortademigheid, misselijkheid en hartritmestoornissen. Een hevige allergische reactie moet zo snel mogelijk behandeld worden door de dichtstbijzijnde arts. Er worden dan injecties toegediend die de verschijnselen tegengaan. Alleen in de ergste gevallen is een ziekenhuisopname noodzakelijk.
Paspoort van de wesp Naam: Vespula vulgaris oftewel de gewone wesp Stam: geleedpotigen Klasse: insect Gemiddelde lengte: 17 tot 20 millimeter Levenswijze: Wespen worden gezien vanaf eind maart, begin april. De koningin komt dan uit haar ’winterslaap’ en zoekt een plekje om een nieuw nest te starten. Aan het eind van het seizoen kan een nest wel zo’n 20.000 wespen bevatten. Specialiteit: verstuiven van bloesem en jagen op insectensoorten. Voorkómen van een wespensteek: een wesp steekt alleen wanneer hij zich in het nauw gedrongen voelt. Rustig blijven zitten helpt dus. Tip van Sandy: “Vul wespenvangers met een beetje bier, hier komen ze eerder op af dan op zoetigheid zoals limonade.” Bestrijdingswijze: niet krabben of wrijven, wel koelen en uitzuigen en eventueel ontsmetten.
KORT NIEUWS
|
T E K ST : R E DA C T I E
|
Strengere regels cosmetische chirurgie Minister Edith Schippers van VWS verscherpte de regels voor cosmetisch chirurgische ingrepen als borstvergrotingen en antiverouderingsbehandelingen. Risicovolle ingrepen mogen in de nabije toekomst alleen nog door artsen worden uitgevoerd. Dat schreef de minister op 21 oktober aan de Tweede Kamer. De minister wil met deze maatregelen excessen in de cosmetische chirurgie tegengaan. Doordat alleen artsen risicovolle behandelingen mogen uitvoeren, zullen schoonheidsspecialisten voortaan bijvoorbeeld geen permanente rimpelvullers meer mogen inbrengen. Andere maatregelen: strakke handhaving van de minimumleeftijd van 18 jaar; waarschuwingen op tv bij programma’s over cosmetische chirurgie; kwaliteitsnormen voor behandelaar én registratie van behandelaars. Met de strengere maatregelen hoopt Schippers Nederlanders beter te beschermen tegen beunhazen. “Een witte jas in een mooie kliniek ziet er misschien wel betrouwbaar uit, maar in de praktijk is dat niet altijd het geval.” Naar verluidt, ontving de Inspectie voor de Gezondheidszorg de afgelopen jaren duizenden klachten over het gebruik van slechte en onveilige producten.
Hereniging door tatoeage Een moeder en zoon uit Mumbai (India) vonden elkaar na 24 jaar terug, dankzij een tatoeage. Ganesh (6 jaar toen) verloor in de drukte van het treinstation zijn moeder uit het oog; en zij kon hem ook niet meer vinden in de mensenmassa. De jongen kwam op straat terecht en een aantal weeshuizen. Uiteindelijk werd Ganesh politieman. In die functie ging hij op zoek naar zijn familie. In het archief van één van de weeshuizen achterhaalde hij de naam van het dorp waar hij destijds had gezegd vandaan te komen. Een vooruitziende actie van de moeder vormde uiteindelijk de doorbraak: de vrouw had haar naam op de arm van al haar kinderen laten tatoeëren. Ganesh en zijn team vonden de vrouw. Hij liet haar eerst haar relaas doen, voor hij haar zijn tatoeage liet zijn. Uiteraard vielen ze elkaar meteen in de armen. Bron: NRC Handelsblad, 19 oktober 2013
Complexe wondzorg Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) kijkt kritisch naar de vergoeding van verbandmiddelen voor huidafwijkingen en wonden. Alle veldpartijen waren uitgenodigd voor een hoorzitting. Uitgangspunt voor deze bespreking was het onderzoek ‘Verkenning Wondbehandeling in Nederland’ dat het UMC Radboud uitvoerde in opdracht van het CVZ. De auteurs spreken van een ‘gebrek aan professionele standaarden’. De dermatologen bestreden dit. Er zijn wel degelijk professionele standaarden op het gebied van wondzorg, namelijk richtlijnen over de behandeling van doorligwonden, voetwonden bij mensen met diabetes en open been. Het CVZ verklaarde dat die bewoording op iets anders betrekking had: het gaat erom dat de toepassingen van wondzorgproducten niet in richtlijnen vastliggen. Wat ontbreekt volgens het college, is welk product bij welke complexe wond 1e of 2e keus is.
CVZ zou graag zien dat in richtlijnen hierover duidelijke uitspraken staan. Ook wil CVZ graag de hulpmiddelen ter correctie van stoornissen in de functies van de huid opnemen in de wet- en regelgeving. Wat houdt dat in? Worden de nu al behaalde besparingen dan nog verder uitgemolken? Volgens CVZ is dat afhankelijk van de vraag hoe de functiegerichte aanspraak vorm zal krijgen. Het is de bedoeling dat de materialen die voor vergoeding in aanmerking komen, worden beperkt tot de gecompliceerde wond. Dat klinkt op zich niet verkeerd, als het maar niet betekent dat de basiscrèmes en -zalven die deel uitmaken van de noodzakelijke dermatologische basisbehandeling uit het pakket verdwijnen.
VulvAward De Roosevelt kliniek (Leiden) is benoemd tot de beste vulvapoli van Nederland. De stichting Lichen Sclerosus reikt de prijs, de VulvAward, uit op basis van een onderzoek onder vrouwen die een vulvapoli bezochten. Meer dan dertig poli’s waren genomineerd. Beoordeling vond plaats op criteria zoals veiligheid, informatievoorziening en kwaliteit van leven. De medische deskundigheid van de gynaecoloog en de dermatoloog in de Leidse kliniek wordt door vrouwen zeer hoog gewaardeerd. De deskundigheid en de persoonlijke aanpak zijn dan ook de belangrijkste redenen voor patiënten om voor de Roosevelt kliniek te kiezen. Begin november opende de Roosevelt kliniek bovendien de eerste mannelijke genitale huidpoli van Nederland.
Nieuw middel voor zonbeschadigingen van de huid Actinische keratosen zijn beschadigingen van de huid door overmatige of langdurige blootstelling aan zonlicht. Ze zijn huidkleurig tot rood of bruin, enkele millimeters tot enkele centimeters groot, vaak bedekt met harde schilfers of korstjes. Deze aandoening komt voornamelijk voor bij oudere mensen in het gelaat of op de handruggen. Vooral mannen met kale schedels die vroeger een buitenberoep hadden (boeren, postbodes, voetballers, stratenmakers) hebben er last van. Er zijn twee redenen om deze afwijkingen weg te halen. Ze zien er niet mooi uit en ze kunnen op den duur overgaan in huidkanker. Sinds oktober is er een nieuw middel (Picato®, stofnaam: ingenolmebutaat) op de markt dat volledig wordt vergoed via de basisverzekering. Dit middel is een aanwinst voor mensen die uitgebreide plekken hebben. Zie verder op www.leo-pharma.nl en op www.zonneschade.nl.
Ichtyosis vulgaris - Oproep Vrouw (41 jaar) met de huidaandoening ichtyosis vulgaris wil graag in contact komen met andere vrouwen met die aandoening. Dat kan zijn mailen, telefoneren of een echte ontmoeting. Via internet heeft ze geen lotgenoten kunnen vinden. Belangstelling? Stuur een mailbericht naar het secretariaat (
[email protected]). Het secretariaat zal als intermediair fungeren en het onderlinge contact regelen.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
35
PORTRETTEN NAAST STILLEVENS
|
FOTOGRAFI E : LIAN N E H ERMANS
|
TEKST : FRANS MEU LEN BERG
|
MODEL : J EAN I N E VOS
|
Jeanine (21 jaar) is pabostudent aan de Hogeschool Utrecht: “Het is van kinds af aan mijn droom geweest, juf worden.” Een happy single, inwonend bij haar ouders. Daarnaast heeft ze een bijbaantje bij McDonald’s: “Erg gezellig. Ik doe het al 6 jaar.” Ze heeft een aangeboren wijnvlek in haar gezicht. “Aderen ademen, waardoor ze open- en dichtgaan. Dat regelen bepaalde zenuwen die bij mij stuk zijn, waardoor de aderen open blijven staan. Tot mijn achtste hebben mijn ouders het laten behandelen: dichtschroeien met een laser.”
|
FOTOGRAFI E : LIAN N E H ERMANS
|
“Dat deed zeer, de narcose viel ook tegen, en ze plakten allerlei stickers op mijn huid die lastig te verwijderen waren. Het enige waar ik mij op kon verheugen, was het ijsje dat ik na de behandeling kreeg. Er schijnen nu betere technieken te zijn om een wijnvlek te behandelen, maar ik begin er niet aan. Mijn vrienden zien het niet eens. Het is deel van mijn identiteit geworden. Dat straal ik ook uit: ‘Ik heb er geen enkele moeite mee. Integendeel.’ Het heeft wel iets bijzonders, iets kunstzinnigs. Die wijnvlek past bij mij.”
|
T E K ST : A R N O U D VA N D E N E E R E N B E E MT
|
I L L U ST R AT I E : L I L I A N T E R H O R ST
|
Kinderwoordenboek Een luxe operatie (dus niet nodig voor je gezondheid). Hierbij trekt de dokter de huid van het gezicht strak bij iemand die er jonger uit wil zien en dus niet blij is met rimpels. Daaraan zie je tenslotte dat iemand niet meer de jongste is. Huid die ouder wordt, heeft minder ‘steunweefsel’, wordt slap en zakt uit. Dat komt vooral door de zon die op je huid schijnt. De eerste rimpels komen bij je ooghoeken en heten ‘kraaienpootjes’ of ‘lachrimpels’. Het Engelse woord facelift betekent ‘gezicht optrekken’. Dat doet de dokter door eerst een paar sneetjes te maken aan de rand van het gezicht, waar het minder opvalt. Daar wordt de huid losgepeuterd en eronder maakt de dokter het vet van de gezichtsspieren los. Dat wordt allemaal naar boven gehesen, aan de spieren van het gezicht vastgemaakt en met de losse huid bedekt. Wat er te veel aan rimpelige huid is, snijdt de dokter weg.
Frambozen: zoet en roze zomerfruit, zo zacht dat het haast op je tong wegsmelt. Maar heb jij de kinderziekte roodvonk, dan ziet jouw tong er zelf als één grote framboos uit. Je hebt dan een ‘frambozentong’ oftewel ‘aardbeientong’: de tong is dik en zit onder de rode puntjes en vlekjes. Je hebt daarbij ook nog eens koorts en keelpijn. Bij veel kinderziektes krijg je wel ergens vlekjes, pukkeltjes of blaasjes. Voor ouders en dokters is het lastig het precieze verschil daartussen te zien - vooral vroeger, toen er geen mooie medische websites, boeken en tv-programma’s waren. Aan een frambozentong konden ouders zien dat hun kind roodvonk en niet een andere ‘vlekziekte’ had. Je kunt de vlekziektes mazelen (die dit jaar in ons land flink heerst), rodehond en waterpokken nooit voor een tweede keer krijgen. Vroeger wilden ouders daarom graag precies weten welke van deze vlekziektes hun gespikkelde zieke kind had. Was zo'n ziekte voorbij, dan kwam die namelijk nooit meer terug! Elke vrouw wil graag weten of ze als meisje rodehond heeft gehad of daartegen is ingeënt (gevaccineerd). Is dat niet zo, wordt ze zwanger en krijgt ze dan pas rodehond, dan kan de ongeboren baby al in de moederbuik ernstige misvormingen krijgen.
|
BOEKBESPREKING
|
S A M E N ST E L L I N G : R E DA C T I E
Over‘slowsex’ enfantasie “We leven in een tijd waarin de seks op straat ligt.” Zo opent Mirjam Scholten haar boek. Ze heeft natuurlijk gelijk: seks duikt overal in het straatbeeld op via reclames en is steevast onderdeel van de klassieke media (kranten, tijdschriften, televisie). En explosies van seks en porno zijn aan de orde van de dag op het wereldwijde web. Geen idee wie het statement ooit heeft gemunt, maar het is onverlet geldig: “sex sells!” Zo zich problemen voordoen op seksueel terrein, liggen die problemen daarentegen niet op straat, maar thuis. Achter de voordeur en achter de eventueel gesloten gordijnen. Seks is persoonlijk én cultuurgebonden. Om het nog complexer te maken, wil de mens ook nog eens én liefde én lust én intimiteit. De auteur beschrijft in korte, prettig leesbare paragrafen zowel de worstelingen van verschillende mensen alsook het geluk dat zij eraan beleven. “Duidelijk wordt hoe mensen gevangen kunnen raken in de onvrijheid van mythes over seksualiteit, aangereikt door opvoeders, docenten of kerkleiders en in stand gehouden door ontwijkende hulpverleners.” Deze zin bevat haar ratio voor het schrijven van dit boek: op zoek naar deugdelijke informatie en hulp, vond ze die niet. Daarom schreef ze deze zelfhulpgids. Aantrekkelijk zijn de passages waarin gewone mensen vertellen over de beleving van hun seksualiteit. Ook deskundigen (huisarts,
FOTOWEDSTRIJD
|
S A M E N ST E L L I N G : R E DA C T I E
|
uroloog, seksuoloog) komen aan het woord. Waar ze aan huidaandoeningen en seksualiteit slechts een korte paragraaf wijdt, is ‘schaamte’ de rode draad door het boek. Schaamte voor het gevoel van (mogelijk) falen. Met ‘schaamte’ hebben veel mensen met een huidaandoening te maken: soms heftig, soms incidenteel en vaak ook helemaal niet. De auteur bepleit het concept van ‘slow sex’: de gelijkwaardigheid van beide partners, zijnde de erkenning van de autonomie van ieder mens over het eigen lichaam. Seksualiteit is dan persoonlijk en intiem, en kan zich ontwikkelen en verbeteren. Daarnaast overtuigt haar betoog over het nut van fantaseren. Een goede fantasie is immers beter dan een slechte werkelijkheid...
Mirjam Scholten - Vrij met seks: over relaties en seksualiteit. Amsterdam, Gopher 2012.
F OTO G R A F I E : D R . W . P E T E R A R N O L D , D E R M ATO LO O G E D E - WA G E N I N G E N
|
Peter Arnold: “De foto toont een deel van de huid van mijn echtgenote, tijdens een zomerse boswandeling in de Provence. De schaduwen van het bladerdak wekken de illusie van een ragfijne bloemenjurk van kant. En de boomschorsstructuren met korstmossen op de achtergrond komen ook weer terug in de huid-oneffenheden door diepteverschillen, lokale zonlichtverbrandingen en leeftijdgerelateerde huidafwijkingen... Als dermatoloog werd ik hierdoor dusdanig gefascineerd dat ik haar vroeg om even stil te blijven staan om deze foto te kunnen maken!”
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
39
OPROEP: FOTOWEDSTRIJD
Wilt u ook
adverteren in hét magazine over huiden
haaraandoeningen?
HUID&haar is hét magazine over alles wat te maken heeft met de huid. De redactie streeft naar boeiende en spraakmakende artikelen. Maar zeker ook naar geweldige fotografie. Om die reden organiseert de redactie voor ieder nummer een
FOTOWEDSTRIJD ROND HET THEMA
3500 GR Utrecht |
[email protected] |
“HUID”
T (030) 28 23 995 | F (030) 28 23 189 |
We zijn op zoek naar uitstekende amateurfotografen die zich laten inspireren door dit vorstelijke thema. We zien dit thema in de volle breedte van zijn betekenis: van de letterlijke menselijke huid tot de huid als metafoor of symbool. Losse foto’s maar ook kleine reeksen van drie of vier foto’s zijn welkom. Wat hebben we voor de winnaar(s) in petto: > publicatie in het magazine met naamsvermelding; > publicatie gaat gepaard met een korte toelichtende tekst. Hiervoor neemt één van onze redacteuren contact met u op; > toezending van vijf exemplaren van het blad.
Informatie en inzending Voor vragen kunt u terecht bij mevrouw Lies Rijksen, voorzitter van de jury. Zij is op werkdagen (behalve op vrijdag) bereikbaar onder telefoonnummer 030 - 2823995. Een mailbericht sturen kan ook:
[email protected]. Wilt u meteen inzenden? Dat kan ook, naar hetzelfde adres. Graag toezending in hoge resolutie. Foto’s, groter dan 10 Mb, via www.wetransfer.com.
Huidfonds HUID&haar is een uitgave van het Huidfonds, een onafhankelijke Stichting die zich (zonder winstoogmerk) inzet voor mensen met een huidaandoening. Het Huidfonds is een erkend “goede doelen fonds”. Het magazine HUID&haar verschijnt in een oplage van 24.000 ex. onder donateurs en diverse beroepsgroepen die met ‘huid’ te maken hebben (dermatologen, kinderartsen, huidtherapeuten, schoonheidsspecialisten, huisartsen). Zie voor meer informatie en de spelregels voor deelname: www.huidfonds.nl
40
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
Stichting Nationaal Huidfonds | Postbus 2660 |
2013
IN DE HUID VAN ...
|
T E K ST : JA N N E S VA N E V E R D I N G E N , F R A N S M E U L E N B E R G
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
HET KONIJN Wie de woorden ‘tam’ en ‘konijn’ intikt op Google, komt het eerst uit op twee receptensites. Dat zegt wel wat over ons soort mensen. Als de nood aan de man komt, zijn het konijnen die waarschijnlijk als een van de eerste het loodje leggen. Gelukkig is er in ons land geen echte voedselschaarste en zijn de meeste konijnen veilig voor de braadpan. Konijnen worden vaak aangeschaft door mensen die kleine kinderen hebben en willen dat hun kinderen minder bang zijn voor dieren. Als je een jong konijn voedt en vaak aanhaalt, wordt hij snel tam en aaibaar voor kleine kinderen. Dat levert aandoenlijke en schattige plaatjes op. Wees echter verstandig bij de konijn-keuze: neem geen konijn voor de kinderen, maar alleen als je zelf zo’n beestje wilt. Kinderen zijn namelijk gauw uitgekeken op een dier, maar dat dier heeft nog heel wat levensjaren voor zich. Als huisgenoot…. Eigen pootjes Konijnen zijn bovendien nauwelijks geschikt voor kinderen. Ondanks hun ‘knuffelachtige’ uiterlijk zijn ze lang niet zo troetelbaar als menigeen denkt. Het zijn prooidieren die niet graag opgepakt worden. Wie een konijn wil aaien, moet dat vooral doen, maar dan wel bij voorkeur als het beestje met zijn pootjes op de grond staat. Het dier vindt dat veel prettiger dan wanneer hij als een soort harige pluizenbol wordt rondgesjouwd. In de natuur worden konijnen nooit opgetild, tenzij een roofdier ze te pakken krijgt. En kinderen met constitutioneel eczeem kunnen vaak slecht tegen dit type pluizige beestjes. Keutelig gedrag In de natuur gedragen konijnen zich sowieso heel anders. In het boek Waterschapsheuvel van Richard Adams of in het verhaal Fredrick Abstract van Anton Koolhaas zijn alle konijnenmanieren uitgebreid terug te vinden. Tot hun meest bizarre gewoontes behoort wel hun fecaal gedrag. In tegenstelling tot de haas, deponeert een konijn zijn keutels bij voorkeur op een licht verhoogd plekje, bijvoorbeeld een molshoop. Hier worden latrines gevormd, waar opvallend grote hoeveelheden keutels bijeen komen te liggen. Zo markeren zij hun territorium. Langs de buitenste grens van het gebied waar een groep konijnen leeft, ontstaan dergelijke latrines op wissels (paden die dieren volgen), vaak op plaatsen waar wissels elkaar kruisen. Konijnen gebruiken de latrines langdurig. De grond krijgt zo uitstekende bemesting en uiteindelijk ontstaat een afwijkende vegetatie. Een soort ecologische voetafdruk. Er is nog iets merkwaardigs aan de hand met die keutels. Konijnen eten namelijk hun eigen keutels deels weer op. Daarmee kunnen zij alle voedingsstoffen die bij de eerste darmpassage niet zijn verteerd, opnieuw onderwerpen aan hun spijsverteringssappen. Grote onverteerbare delen, de gewone droge, harde keutels, laten ze met rust. De kleinere deeltjes eet het konijn meteen als ze dagvers uit de anus komen.
Kale plekken Konijnen hebben vaak kale plekken. Dat is het gevolg van een infectie met schimmels of schurftmijt. Mensen worden niet kaal van schurft, want de menselijke schurftmijten graven hun gangen vooral op handruggen en rond de polsen. Als het heel erg is over het hele lichaam, maar niet op het behaarde hoofd. Bij konijnen is dat anders. Daar heeft de mijt geen keuze, want een konijn heeft overal haar. De schurftmijt van konijnen graaft ook gangetjes. Net als een mens met schurft heeft een konijn met schurft veel jeuk. Hij krabt en bijt zich dan een ongeluk. Het resultaat: overal wondjes en kale plekken, vooral bij de oren en op andere delen van de kop. Zijn meest kwetsbare plek is zijn nekvel. Als je hem daar beetpakt, geeft hij zich over. Zoals agenten dat ook doen met mensen die zij geboeid een auto in duwen.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
41
EXPOSITIE
|
T E K ST : L I E S R I J K S E N
|
F OTO G R A F I E : T E T E M , E N S C H E D E
|
“HybridSkins”: nanorobotjesspinnenjurk omjelichaam Wat gebeurt er als we technologie, mode en huid laten versmelten? Vanuit deze vraag ontstond de expositie ‘Hybrid Skins’ in TETEM kunstruimte in Enschede. De curator, Melissa Coleman, was nieuwsgierig hoe technologie het lichaam kan veranderen. ‘Hybrid Skins’ riep veel commentaar op. De expositie is inmiddels voorbij, maar de ontwerpen zijn zo bijzonder dat een terugblik via een fotoreportage toch de moeite waard is. Verwonderlijk of zelfs verbijsterend.
Zo was de jurk Robotic Spider Dress van ontwerper Anouk Wipprecht een waar hoogstandje. Deze jurk, voorzien van sensoren, motortjes en allerlei andere hulpstukken, heeft zes interactieve spinnenpoten op het schouderstuk. De sensoren in de jurk registreren beweging en zijn ingesteld volgens de ‘personal space-indeling’. Wie binnen die intieme ruimte treedt - dat is een straal van 45 cm afstand rond het lichaam - merkt dat de pootjes zich optrekken. Bij verdere toenadering krijgt de indringer te maken met venijnig uithalende pootjes. Een jurk die een aanvalspositie aanneemt!
Griezelig mooi Dat de jurk straks bij de grote modeketens hangt, is niet waarschijnlijk: het object vergt zoveel onderhoud dat de drager er meteen een werktuigbouwkundige of nanodeskundige bij in dienst moet nemen. Persoonlijke kanttekening als terzijde: dit is een jurk die ik liever niet in mijn garderobe wil hebben. Neem alleen al de praktische kant: in elke winkel zullen de detectiepoortjes afgaan. Om nog maar te zwijgen van de poorten bij de controles op luchthavens, overheidsgebouwen en banken. De griezelig mooie jurk heeft ook aantrekkelijke kanten: een perfect weermiddel tegen opdringerige mannen.
Pelikaan Like Living Organisms is een ontwerp van designstudio Local Androids. Deze niets verhullende jurk lijkt op gigantische geaderde libellenvleugels. Ook deze jurk reageert als je dichterbij komt: er wordt steeds sneller bloed door de ‘aderen’ gepompt. Bij aanraking blaast het rugstuk zich op, waardoor je eruitziet als een mix tussen een capuchon en de keelzak van een pelikaan. Nu is zo’n zak wel handig voor het opvangen van regenwater en het vangen van vis, maar om zo bij de bushalte van lijn 11 richting centrum te staan… Daarnaast voegt deze jurk zwembandjes toe waardoor je al snel het uiterlijk krijgt van een paar kilo saucijzen. Ja, ook bij maatje 36.
Mooi of niet? Het thema is hypermodern. Heel wat kunstenaars houden zich bezig met het verkennen (en soms overschrijden) van de grensgebieden tussen technologie, huid en lichaam. Die fascinatie toont onze ambivalente (hybride) houding tegenover technologische vooruitgang: wij omarmen én verzetten ons ertegen. Enerzijds bedreigt techniek onze individualiteit, anderzijds ontleent de mens hieraan een groot deel van zijn individualiteit. Iedereen ontleent een deel van zijn of haar identiteit aan de ingelijfde brillen, mobieltjes, auto’s, Rolexen, piercings, iPods, iPads, blogs en tweets enzovoort. Tegelijkertijd danken we onze autonomie juist aan deze technische middelen. Dat staat bekend als de ‘double bind’ van onze natuurlijke kunstmatigheid. De gedachtegang achter de expositie is boeiend, zonder meer. Mooi? Dat is een subjectief begrip. De jurken fascineren én laten je huiveren. Eén ding is zeker: bij het dragen van deze jurken zal waarschijnlijk niemand binnen je persoonlijke bubbel komen. De waakhond kan thuisblijven. De pepperspray ook.
44
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
RECENSIE
|
T E K ST : F R A N S M E U L E N B E R G
|
F OTO G R A F I E : D R E A M ST I M E
|
Schaamtebelicht, ontrafeldenverbeeld Ieder mens heeft een passie. Althans, dat mag men hopen. Huisarts Paul van Dijk verzamelde twintig jaar lang informatie over schaamteonderwerpen. Medische, culturele, psychologische en literaire informatie. De laatste vier jaar benutte hij om het gevonden materiaal te ordenen en uit te werken. Het resultaat is een culturele encyclopedie van de schaamte, want dat is het. Het moet op voorhand gezegd: een standaardwerk van allure. En ook nog eens schitterend vormgegeven.
Wat maakt schaamte zo’n overweldigende en aparte emotie? Omdat schaamte voor de schaamte de schaamte kwadrateert. Verdriet om verdriet doet dat niet, noch vreugde over vreugde. Schaamte graaft zich diep in en is een onvergetelijke ervaring. Letterlijk. De herinnering daaraan dimt nauwelijks en dooft nooit. Vermoedelijk had iedereen dit aanstekelijke en kostelijke boek willen samenstellen en schrijven. Dat kan dus niet meer. Van Dijk deed het al. Het enige wat ons rest, is dit prachtige boek eindeloos te raadplegen. Plus zelf de eigen passie verder uit te blijven diepen. Al kan dat decennia duren.
Paul van Dijk - Van gêne tot schaamrood: Achtergronden en behandeling van schaamteproblemen. Prelum, Utrecht 2013. € 39,50 Waarom een boek over schaamte? Veel aandoeningen - zeker ook van de huid - gaan gepaard met schaamtegevoelens. Over die aandoening wil een patiënt graag praten, maar over de bijkomende gevoelens van schaamte… bij voorkeur niet. En dokters vragen er te zelden naar. “Schaamte is een onaangename emotie waarbij iemand zich in vergelijking met anderen de mindere voelt”, aldus Van Dijk. Daarin ligt de oorzaak van het zwijgen besloten én de oorzaak van het stille, verzwegen leed. De schaamtevolle mens wil zich klein maken, liefst ter plekke door de grond zakken, en bij voorkeur helemaal verdwijnen. Dat is tot mislukken gedoemd. Want schaamte is uiteindelijk een mislukte oefening in verdwijnen. Het boek bevat achttien hoofdstukken, over onder andere blozen, stotteren, winden laten, kwijlen, zweten, bedplassen, gapen en duimzuigen. Voor mensen met een huidaandoening zijn vooral de hoofdstukken over krabben en haaruitval boeiend. Diverse huidziekten komen voorbij; het zal niet verbazen. Elk hoofdstuk heeft een vaste indeling: inleiding, achtergronden, behandeling, evidence, behandelkeuze en bellettrie. Die opzet verduidelijkt hoezeer schaamte in belangrijke mate cultureel is bepaald, en vooral ook afhankelijk is van “een bepaald moment in een bepaalde situatie in een samenleving.” Een boer laten tijdens een diner is in Nederland behoorlijk gênant terwijl het in China geen probleem is. Het voorbeeld is bekend. Elke hoofdstuk begint met een praktijkgeval en eindigt met literaire gevalsbeschrijvingen. Van de bijbel tot Shakespeare, van Bordewijk tot Herman Koch. Dat is een grote meerwaarde. Schaamte krijgt, bijna letterlijk, kleur in vooral deze literaire passages.
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
45
HUID IN DE LITERATUUR
|
T E K ST : F R A N S M E U L E N B E R G
|
KleineodeaanGretchen Philip Bowman, ex-marinier, besluit na zijn studie aan Harvard te gaan werken als redacteur. Hij verkiest een baan naar zijn hart boven een carrière. Ambities heeft hij op het terrein van de liefde - zoekend naar die ene allesverzengende grote liefde maar niet op de maatschappelijke ladder. De kleine uitgeverij waar hij werkt, het contact met zijn collega’s en auteurs plus de kleine, onverwachte ontmoetingen: zo ziet zijn leven eruit. Overzichtelijk. Zo zal het de rest van zijn leven blijven, al weet hij dat als jongeman nog niet. Op een ochtend spreekt hij met Neil, zijn collega-redacteur en erkend womanizer, als de ietwat verlegen secretaresse Gretchen langsloopt: “Ze had een goed figuur en een aantrekkelijk gezicht dat werd ontsierd door drie of vier grote ontstoken vlekken, een of andere ernstige huidziekte, op haar wangen en voorhoofd, waar ze zich erg rot door voelde, ook al liet ze dat niet merken.” Neil kreunt hardop en uit zijn seksuele fantasieën over Gretchen. En die huidziekte dan? Die wuift hij weg. Vergeet die rode vlekken of wat het ook is, “die krijgen we er wel af”. Maar dit object van zijn begeerte heeft al een vriend, zo is bekend op kantoor. Bowman hoort het allemaal aan, hoofdschuddend en met een glimlach.
De natuurlijke onschuld. Ieder mens leert van deze ervaring. Zo niet Bowman, die koppig blijft zoeken naar die grote liefde. Om keer op keer teleurgesteld te raken en littekens op te lopen.
Littekens Soms denkt hij wel eens terug aan Gretchen, die inmiddels bij een andere uitgever werkt. “Hij dacht aan Gretchen met haar stigma, dat haar op de een of andere manier des te begeerlijker maakte.” Het duurt echter zes of zeven jaren voordat hij haar weer tegen het lijf loopt. “Ze had nog steeds de gave om de afschuwelijke vlekken te negeren, hoewel die nu bijna verdwenen waren. Op haar gladde voorhoofd en wangen waren nog vaag geëtste littekens te zien, nauwelijks zichtbaar.” Inmiddels is ze getrouwd en moeder. In hun gesprek bekent Gretchen dat ze destijds verliefd op Bowman was en, in tegenstelling tot wat iedereen dacht, geen vriend had. Bowman ziet haar plotseling in een ander licht. “Ze waren niet meer wie ze toen waren. Hij bewonderde haar echter, het getrouwde meisje dat ze was geweest, de evenwichtige vrouw die ze nu is.” En nog steeds aantrekkelijk: “Ze had een leeftijd waarop ze nog steeds naakt kon zijn”. Hij smeedt snode plannen voor seksuele escapades met haar. Het komt er niet van. Ze verliezen elkaar definitief uit het oog.
Stijl Bowman is de hoofdpersoon in de roman Alles wat is van James Salter (1925). Decennialang gold hij als een writer’s writer. Aanbeden als een groot stilist door een kleine schare literatuurliefhebbers die zijn korte verhalen als geheime tip uitwisselden. Totdat Alles wat is verscheen in 2013, zijn eerste roman sinds 1979. Het boek is wereldwijd een bestseller. Een roman over een gewone man met gewone verlangens, hoop, wensen en liefdes plus de onvermijdelijke teleurstellingen, groot en klein. Tot in de details fonkelt zijn stijl. Wat maakt Salter tot zo’n geweldig auteur? Vrijwel alle bijfiguren - het zijn er vele tientallen - weet hij in luttele zinnen haarscherp te portretteren. Wie als auteur met zoveel liefde, warmte en empathie over alle personages kan schrijven, is een groot schrijver. Vandaar deze kleine ode aan zo’n bijfiguur, de verlegen Gretchen met haar lieftallige huidaandoening.
Onschuld Bowman stort zich even later in de eerste liefde van zijn leven, voor Vivian: “Het was pure liefde, de oven waar je alles in stort.” Hij vindt het grote geluk, in volle overgave, maar is onwetend hoe kwetsbaar en teer geluk is. Als de eerste haarscheurtjes in de liefde zichtbaar worden, is hij verbijsterd. Onkundig en onervaren als hij is met het vervaarlijk goedje dat liefde nu eenmaal is. Wat de allereerste liefde zo heftig maakt, is het ontbreken van een referentiekader. Het is volstrekt nieuw, niet toetsbaar aan eerdere ervaringen. Bij elke daarop volgende liefde is dat referentiekader er voortaan wel. Om die reden koestert menigeen een zwak voor zijn of haar eerste liefde. Dat maakt die eerste liefde tevens zo onherhaalbaar. Met de teloorgang ervan, gaat ook iets ‘definitiefs’ verloren.
46
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
James Salter. Alles wat is. Amsterdam: De Bezige Bij; 2013. € 23,90.
INGEZONDEN BRIEVEN EN VARIA
|
SAMENSTELLING : REDACTIE
|
ILLUSTRATIE : LILIAN TER HORST
|
De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden brieven te weigeren, in te korten en/of te redigeren. Ook kan de redactie meerdere meningen over een bepaald onderwerp publiceren. De inzender heeft hierin geen inspraak.
Ik leef nu al jaren met een huidaandoening en ben pas 18. Ik heb pityriasis versicolor in combinatie met een aantal littekens. Het is verschrikkelijk. Elke dag moet ik opstaan en mezelf camoufleren en letten op hoe ik mijzelf presenteer. Ik weet niet of ik dit langer aankan. Ik studeer en ga altijd naar mijn werk met het geweten dat ik lelijk ben en niet bekeken wil worden. Ik wil geen aandacht, maar tegenwoordig is dit een wereld waar voor elke activiteit en bezigheid, aandacht vereist. Ik kan net zo goed een eind aan mijn leven maken. Het is nutteloos. Geloof mij, ik ben optimistisch en wijs voor mijn leeftijd, maar het feit dat ik mijn innerlijk niet optimaal kan uitstallen door middel van gedrag, doet mij diep zeer. Ik weet dat ik nu onnodige dingen vertel, maar ik kan het gewoon niet laten. Het is iets waar je niet zomaar over praat met iemand. Dat doet mij ook pijn, het niet volledig kunnen vertellen aan dierbaren wie ik werkelijk ben. Het beïnvloedt werkelijk mijn hele leven in verschillende opzichten.
positief persoon, die weet dat wanneer je bij een gedachte blijft hangen dat niet veel goeds doet aan je zelf. Toch word ik er constant aan herinnerd omdat ik mij altijd inleef in een ander en mij voorstel hoe een ander mij ziet in zijn/haar ogen. Er constant mee bezig te zijn, vanaf de seconde na het opstaan tot het sluiten van mijn ogen, kan erg frustrerend zijn. Jullie zeggen dat ‘aanvaarding’ het beste is voor een persoon, maar iedere persoon ervaart zijn uiterlijk als een obstakel; er wordt constant opgelet en het wordt constant onderhouden zodat men er het beste uitziet tegenover zijn mede persoon. Iedereen voelt zich niet volmaakt. Een pukkel op het gezicht kan die persoon al gek maken. Aanvaarden kan ik inderdaad doen, maar dat gaat moeilijk in een samenleving die alleen op perfectie gebaseerd is en vanuit die perspectief oordeelt over zijn medemens. Zo krijg je al snel te maken met mensen die vooroordelen en denken dat die mensen meteen mindere kwaliteiten bezitten en dus een overhaaste generalisatie maken.
[Anoniem - Naam en adres zijn bekend bij de redactie] Naschrift 1 We hebben je bericht ontvangen, gelezen en vervolgens… opnieuw gelezen. We zijn er een beetje stil van geworden. Het stemt triest om te merken hoezeer jouw huidaandoening je leven beheerst, zelfs overheerst. Het mag niet zo zijn dat iemand haar innerlijke kracht en schoonheid verborgen houdt, enkel en alleen door een ernstige huidkwaal. De kern van je probleem - en dat is een probleem waarmee meer mensen met huidproblemen kampen: schaamte en een daarvan afgeleid negatief zelfbeeld. Hoe invoelbaar die schaamte ook is, deze is echt overbodig. Ieder mens met een huidkwaal kent het dilemma: bedekken of niet? Ieder mens gaat daar anders mee om. Maar uit onze langjarige ervaring weten we één ding zeker: ‘aanvaarding’ is de beste manier om je als volwassen mens te ontplooien. Een mens is meer dan zijn of haar huid alleen; al maakt de huid zeker deel uit van iemands identiteit. We willen je aanmoedigen juist te gaan werken aan een positief zelfbeeld. Je zou zelfs kunnen overwegen hier professionele hulp bij te zoeken. We kennen veel mensen die, na jarenlang tobben met een nare huid, uiteindelijk (soms met hulp) tot de conclusie komen: “Nou ben ik het zat. Dit is mijn huid en die durf ik te laten zien. Want het is mijn vel. Mijn aaibare vel”.
Naschrift 2 Dat je vanaf het moment van ontwaken tot het naar bed gaan met je huid bezig bent, valt deels te begrijpen. Je bent jong, je ziet de ongemakkelijke blikken in de ogen van omstanders, en je hebt besef van je imperfecte huid. Dit alles maakt je zoekende naar een geheel eigen en geaccepteerde plek in deze wereld en maatschappij. ‘Begrijpelijk’, maar wij hopen zeer dat het geen obsessie voor je wordt. Want dat zou zonde zijn. Acceptatie is een kwestie van tijd. Tijd heelt niet alle wonden, maar tijd heeft wel een milde uitwerking. Tijd verzacht dingen. Je zult merken - al geloof je dat waarschijnlijk niet - dat met het stijgen der jaren die huidaandoening niet wijzigt (dat is een blijvertje, helaas), maar wel jouw houding tegenover die kwaal. Je zult leren deze te relativeren. Dus de ziekte niet groter maken dat ze nu is, maar juist kleiner. Je staat er niet alleen voor, al denk je dat wel. Ieder mens heeft verhalen te vertellen die bijzonder zijn, ook voor andere mensen. Ook jij! En jouw verhaal kan andere mensen ‘helpen’. Sterker nog: misschien help jij jezelf er nog het meeste bij. Zouden wij jouw brieven anoniem mogen publiceren in de rubriek ‘Ingezonden brieven’? Ja, dat vind ik prima.
Ik stel jullie woorden erg op prijs. Iedereen is inderdaad meer dan alleen zijn huid, maar voor mij is het toch moeilijk om ermee te dealen. Ik weet dat een positief zelfbeeld belangrijk is en dat een verhaal vertellen voor sommigen misschien een hele opluchting kan zijn. Voor mij daarentegen is dat erg moeilijk om te doen, aangezien ik van mezelf niet zo’n prater ben. Daarbij ben ik ook nog niet gewend dat ik nou eenmaal een huidaandoening heb en dat ik het niet kan veranderen. Ik heb vroeger weleens met een psycholoog erover gepraat, maar dat werkt eigenlijk niet voor mij, omdat ik zelf erg psychologisch en filosofisch ben aangelegd en zelf de oplossingen voor mijn problemen weet te bedenken. Dat maakt mij zelf een sterk en
M AGA Z I N E H U I D &H A A R D E C E M B E R
2013
47