VOGMagazine Jaargang 11 • nr 2, april 2013
Vakblad voor Obstetrische & Gynaecologische verpleegkundigen
ing t r o et k het
M naar ium! s mpo sy
Betere zorg door spiegelbijeenkomsten Keuzehulp ‘Pijn bij de bevalling’
Interculturele geboortezorg Communicatie is cruciaal
‘Rasvereniging is net de kraamzorg
Iets meegeven voor de ontwikkeling. Voor nu en later. In de eerste drie levensjaren maakt een kind een belangrijke groei door, waarin de basis wordt gelegd voor een gezonde ontwikkeling van onder meer de hersenen en het immuunsysteem, voor nu en later. Borstvoeding is hierbij van groot belang. Daarom is het belangrijk om na borstvoeding de gunstige effecten hiervan te continueren. Omdat de eerste drie levensjaren essentieel zijn voor de ontwikkeling voor nu en later, willen wij samen met jou jonge kinderen nog gerichter ondersteunen. Met PronutraTM zetten we een nieuwe stap vooruit in de voedingskundige zorg voor jonge kinderen. PronutraTM is onze commitment om samen met jou, vanuit onze ervaring, de groei en ontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren, op het gebied van hersenen en het immuunsysteem. Dat doen we met onderzoek, educatie en met onze producten.
Hersenontwikkeling
Groei Immuunsysteem
Nutrilon PronutraTM bevat • IJzer en extra DHA voor de hersenontwikkeling1,2 • GOS:lcFOS9:1 voor de ondersteuning van het immuunsysteem3,4,5 Nutrilon PronutraTM ondersteunt kinderen in iedere fase van de groei! Ga voor meer informatie over Nutrilon PronutraTM naar:
www.nutriciavoorprofessionals.nl Referenties 1. Uijterschout, et al (2011), Praktische Pediatrie 158:158-163. 2. www.efsa.europa.eu - geraadpleegd op 1 februari 2013. 3. Arslanoglu S, et al (2008), J Nutr;138(6):1091-1095. 4. Arslanoglu S, et al (2012), J Biol Reg & Homeos Agents;26s:40-60. 5. Bruzzese E, et al (2009), Clin Nutr;28:156-161.
Zijn toekomst begint vandaag
Voortplanting, Obstetrie en Gynaecologie
Wij zijn erg blij dat er vier leden hebben gereageerd op onze oproep om de redactie te komen versterken. Eén van hen heeft al een bijdrage geleverd met een verhaal over het al dan niet standaard temperaturen van kraam-
Jaargang 11, editie 2
vrouwen.
Het VOG-magazine is een uitgave van V&VN VOG en verschijnt vijf maal per jaar.
Inspelend op het thema van de Dag van de Verpleging, ‘Moeder & Kind en Infectieziekten’, hebben wij een artikel over hiv en zwangerschap. Verder aandacht voor pijnstil-
Oplage: 1.500 exemplaren Redactie Corrie Hartog-Beukeboom (namens het VOG-bestuur) Laura van Nobelen Hanneke Spruit Aan dit nummer werkten mee: Carin Dansen, Astrid van Hes, Elly Hoogendoorn, Petronette van Jaarsveld, Marianne Klarenbeek, Sieta Kleiterp, Lia Meerkerk, Mariëtte Nederhand, Wilma Otten, Marieke Veenhof
ling tijdens de baring. TNO heeft, met medewerking van onze beroepsvereniging, de keuzehulp ‘Pijn bij de bevalling’ gemaakt voor Kiesbeter.nl. Veel vrouwen blijken toch niet goed op de hoogte van alle ontwikkelingen en mogelijkheden. Over nieuwe ontwikkelingen gesproken, dit nummer biedt een interview met de CEO van Cryo-Save, een commercieel bedrijf dat navelstrengbloed opslaat voor mogelijk eigen gebruik van stemcellen in de toekomst. De meningen hierover in verloskundig Nederland zijn erg verdeeld, wij hebben kritische vragen gesteld en geprobeerd een objectief beeld neer te zetten. Lees het en oordeel zelf. Ik denk dat we het steeds meer tegen zullen komen. In alle ziekenhuizen staat het VMS hoog op de agenda en één van de speerpunten is
Eindredactie Margit Kranenburg
[email protected]
verbetering van zorg voor de vitaal bedreigde patiënt met een Early Warning Score
Vormgeving Helen Verbeek Grafische Producties
een duidelijk en goed bruikbaar kaartje waar alles bij elkaar staat. Wie weet mooie
Druk Deltahage Advertenties Cross Advertising Westerkade 2 3116 GJ Schiedam T: 010 - 7421023
[email protected] www.crossmedianederland.com
lijst. Lees hoe het Diaconessenhuis in Leiden deze heeft aangepast voor de obstetrische patiënt en ook de SBARR-communicatie hierop heeft toegesneden. Ik vind het inspiratie voor andere ziekenhuizen. Veel leesplezier! Namens de redactie, Corrie Hartog - Beukeboom
Lidmaatschap Aanmelden als lid en nabestellen losse nummers kan via www.vog. venvn.nl. Gegevens wijzigen en opzeggen gaat via ‘Mijn V&VN’. V&VN VOG Postbus 8212 3503 RE Utrecht E-mail:
[email protected] www.vog.venvn.nl Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. De redactie kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuiste of onvolledige informatie. Overnemen van tekst of beeld alleen na toestemming. Deadline kopij voor nummer 3 is 31 mei 2013.
Is dat routinematig temperaturen van kraamvrouwen eigenlijk wel nodig? Pagina 14-15
Reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected] Voor het laatste nieuws: www.vog.venvn.nl
VOG magazine | april 2013 3
inhou
Nederland kent nauwelijks nog hiv-baby’s . . . . . 8 Achtergrond, feiten, ervaringsverhaal
8
Interculturele geboortezorg vraagt extra inspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Routinematig temperaturen kan stoppen. . . . . 14 Onderzoek naar diagnostische waarde van meten lichaamstemperatuur kraamvrouwen Vrijwilligerswerk in Ronald McDonald Huis. . . . 16 Keuzehulp ‘Pijn bij de bevalling’ online. . . . . . . . 18 Interview topman Cryo-Save . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
‘Denk ná over navelstrengbloed’
Spectaculaire daling hiv-baby’s
Oproep VOG-award . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Diaconessenhuis Leiden ontwikkelt EWS-O en SBARR-O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Interview spiegelbijeenkomsten. . . . . . . . . . . . . . 26 En verder Van het bestuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Kort nieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Ziekenhuisnieuws . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 De VOG-verpleegkundige. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Column. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
16
Oproep VOG-award!
26
Maak kan s
op: 1e prijs 30 0 euro 2e prijs 15 0 euro 3e prijs 10 0 euro
22
‘Het is voor de patiënt soms onduidelijk wie er aan haar bed staat’
‘De bestelde borsten waren overigens wel per ongeluk bij haar nieuwe buren afgeleverd’
28
Van het bestuur
Regiotour Maastricht Niet alleen uit de regio, maar onder meer ook uit Breda en Terneuzen kwamen collega’s naar de V&VN Regiotour in Maastricht over de gecompliceerde zwangerschap. Na de vlaai gaf professor Marc SpaanderDoor: man een inleiding over het arteriële en veneuze vaatbed. Na de heerlijke maal??????? tijd kon arts-assistent gynaecologie Julia Spaan makkelijk inhaken op de langetermijngevolgen en tips geven voor leefregels. Nathalie Vertommen sloot de avond af met de uitkomsten van haar enquête. Daaruit kwam naar voren dat we denken dat we het goed doen, maar dat er ook kansen liggen. Wat vertellen wij de patiënt en wat vertelt de arts? Op lange termijn is veertig procent van de moeders veel info kwijt of ze ervaren die als niet gehad. Verder blijkt dat voor vrouwen die wij op het dagcentrum terugzien veel ruimte gemaakt moet worden voor troost en een luisterend oor. Dat vertelden collega-verpleegkundigen van dit dagcentrum, waar patiënten na zes maanden kunnen terugkomen voor follow up. Dit werd toegelicht door Stella Ostendorf en Ellen Goossens. Voor de liefhebbers hebben we nog een rondleiding gegeven op onze afdeling Verloskunde. Carin Dansen
Twitter Sinds begin april 2013 zit V&VN VOG ook op Twitter (@VVNVOG). Heb je geen Twitteraccount en wil je ons af en toe volgen, ga dan naar https://twitter.com/VVNVOG.
Ontmoeten Het voorjaar is dan eindelijk begonnen. De vogels fluiten buiten en het seizoen geeft weer nieuwe inspiratie. Wat mij ook inspiratie geeft, zijn de ontmoetingen met de talloze VOG-leden. De actieve achterban was onlangs bijeen in Amersfoort tijdens de Ziekenhuiscontactpersonendag. Dat is twee keer per jaar voor iedereen leuk én nuttig. Want onze ZCP’ers, zoals we ze noemen, zorgen voor uitwisseling van kennis, van protocollen en van praktische weetjes. Omdat collega’s uit alle ziekenhuizen meedoen zijn we er zeker van dat we niet telkens het wiel hoeven uit te vinden. Voor de ziekenhuizen die hun mensen laten deelnemen is het ook heel nuttig, tips uit het hele land zorgen voor kostenbesparingen. Een perfecte mogelijkheid om collega’s te ontmoeten biedt ons symposium op 2 oktober 2013. Ik vind het heel prettig om te vertellen dat we samen met de Stichting Kind & Ziekenhuis en V&VN Kinderverpleegkunde een gevarieerd programma hebben samengesteld. De naam ‘Zorgen in de 21ste eeuw’ geeft ons verschillende invalshoeken. Hoe ziet de zorg eruit voor een kindje dat bij 24 weken geboren wordt? Voor de zorgprofessionals, maar natuurlijk ook voor de ouders en het kind. Wat biedt de toekomst? Hoe ziet de zorg eruit over tien of twintig jaar? Hoe kunnen wij ons werk blijven doen tot ons 67ste? Hoe blijven we vitaal meewerken om deze complexe zorg te kunnen aanbieden? Hoe kunnen we de ervaring en expertise overdragen aan onze collega’s zodat deze niet verloren gaat? Welke rol spelen beroepsgeheim en sociale media? Eigenlijk te veel om op te noemen. Door de samenwerking met onze ketenpartners proberen we een kijkje te geven in de mogelijkheden en onmogelijkheden die de zorg van de toekomst ons biedt. De locatie is heel centraal in Nieuwegein. Voor leden die snel beslissen is er groot voordeel te behalen, het scheelt je twintig euro als je de vroegboekkorting pakt. Dit is het eerst grote symposium waarin ik een actieve rol heb. En je merkt dat je met een zevenkoppig bestuur (binnenkort achtkoppig) er je handen vol aan hebt. Daarom wil ik hierbij graag een oproep doen aan gemotiveerde collega’s die het leuk vinden om tenminste één keer per jaar een leuk symposium in elkaar te zetten. In een commissie heb je dan de mogelijkheid om samen met andere enthousiaste collega’s een jaarlijkse update te geven van die zorg die ons aan het hart ligt. Tot ziens en veel werkplezier gewenst! Carin Dansen Voorzitter V&VN VOG VOG magazine | april 2013 5
Kort nieuws Enkelbandje
Anonieme sms bij SOA
Op de kraamafdeling van het Saint-Joseph ziekenhuis in Marseille krijgen alle baby’s een elektronisch enkelbandje om. Dit zendt radiosignalen uit zodat personeel en computers precies kunnen volgen waar de baby is. Verlaat de baby de afdeling, dan gaat er een alarm af. De maatregel is genomen naar aanleiding van ontvoeringen van zuigelingen vorig jaar. (Nationale Zorggids)
Kinkhoest Het RIVM adviseert zwangeren aan het eind van hun zwangerschap in te enten tegen kinkhoest en daarmee hun ongeboren baby ook te beschermen tegen de besmettelijke ziekte. Kinkhoest is vooral gevaarlijk voor jonge baby’s die nog niet zijn gevaccineerd. Zij krijgen de vaccinatie nu als ze ongeveer acht weken zijn. Elk jaar overlijden er één of twee baby’s aan kinkhoest. De Gezondheidsraad moet een beslissing nemen over het advies. Het kinkhoestvaccin is nu niet geregistreerd voor gebruik tijdens de zwangerschap. (Skipr)
Coeliakie Uit Zweeds onderzoek blijkt dat kinderen die langer dan zes maanden borstvoeding krijgen en al tijdens de borstvoedingsperiode gluten krijgen minder kans hebben op coeliakie. Het advies in Zweden is nu om baby’s tussen vier en zes maanden voedsel met gluten te geven, zoals stukjes brood, bij voorkeur als het kind nog borstvoeding krijgt. (Medisch Contact)
Bronzen, zilveren en gouden Smileys Met de introductie van bronzen, zilveren en gouden varianten van de Smileys wil de Stichting Kind en Ziekenhuis de ziekenhuizen aansporen tot nog betere kindgerichte zorg. De huidige eisen leiden tot een bronzen Smiley. Daarvoor moeten ouders bijvoorbeeld de hele dag bij hun kind kunnen blijven. Bij de zilveren en gouden varianten wordt de stem van de ouders en kinderen zwaar meegewogen via een speciaal ontwikkelde Child Patient Sense Monitor. Ziekenhuizen moeten verder onder meer een visitatiecommissie ontvangen. (WKZ, Skipr) 6 VOG magazine | april 2013
Wie met een seksueel overdraagbare aandoening bij de huisarts komt, kan straks misschien via een anoniem sms’je een ex waarschuwen voor de ziekte. Een experiment hiermee is succesvol bij de GGD in Rotterdam. Er is gekozen voor een veilig, anoniem en lastig te kraken systeem om, eventueel dus anoniem, via sms, email of een online chatbox een (ex)sekspartner te waarschuwen. De drempel om te waarschuwen gaat zo omlaag. (Skipr)
Helpdesk kraamzorg voor migranten Migranten en vluchtelingen kunnen sinds kort ook met vragen over kraamzorg terecht bij de helpdesk van het kenniscentrum interculturele zorg Mikado. De site www.mikadohelpdesk.nl biedt informatie over kraamzorg, ervaringsverhalen en filmpjes. Ook is er een gratis informatielijn voor advies. Vooral onder vrouwen van buitenlandse afkomst bestaat veel discussie over nut en noodzaak van kraamzorg. (Nationale Zorggids)
Ouderen met soa Het aantal ouderen in Nederland met geslachtsziekten neemt toe, aldus woordvoerders van het RIVM en het NIVEL in de krant BN/de Stem. Vooral het aantal ouderen met een hiv-besmetting groeit. Ook wereldwijd neemt het aantal 50-plussers met een soa flink toe. In Canada, de VS en Groot-Brittannië verdubbelde het aantal in de afgelopen tien jaar. (Tijdschrift voor Verzorgenden)
Borstvoeding en Domperidon Het omstreden antibraakmiddel Domperidon zou alleen nog op recept verkrijgbaar moeten zijn. Daarvoor pleit hoogleraar farmacie Miriam Sturkenboom. Het middel wordt in verband gebracht met hartfalen. Domperidon is nu vrij verkrijgbaar en wordt ook gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven vanwege een bijzondere bijwerking: stimulatie van de melkproductie. Het medicijn verhoogt onbedoeld het hormoon prolactine dat de aanmaak van moedermelk bevordert. Het medicijn en de bijwerkingen worden momenteel in Europees verband opnieuw bekeken. (AD, Artsennet)
Stichting Downsyndroom De Stichting Downsyndroom bestaat 25 jaar. Het doel van deze stichting is ouders en andere belangstellenden informatie te geven over het Downsyndroom en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en ontplooiing van kinderen en volwassenen met het Downsyndroom. De stichting wil integratie in de maatschappij stimuleren.
Samenstelling: Margit Kranenburg
Naar België voor verboden test Omdat Nederlandse ziekenhuizen geen toestemming hebben van minister Schippers (volksgezondheid) voor het afnemen van een bloedtest voor chromosoomonderzoek wijken veel Nederlandse zwangeren uit naar Antwerpen. Bij een verhoogd risico, geconstateerd bij de combinatietest, kunnen vrouwen in Nederland kiezen voor een vlokkentest of vruchtwaterpunctie. Maar die testen hebben een verhoogde kans op een miskraam. Schippers wil eerst laten onderzoeken of de bloedtest echt zo goed is. Alle academisch ziekenhuizen in Nederland dringen er bij haar op aan om de test toe te staan. (Trouw)
Toekomst geboortezorg Complexere geboortezorg in de nabije toekomst noopt tot meer samenwerking. Niet alleen samenwerking tussen gynaecologen, eerstelijns en tweedelijns verloskundigen, obstetrieverpleegkundigen en kraamverzorgenden, maar ook met huisartsen en gemeenten. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands Instituut voor de gezondheidszorg) in opdracht van verloskundigenorganisatie KNOV. Het gaat om zorg op maat en in de buurt. Nederlandse vrouwen krijgen op steeds latere leeftijd kinderen en het aantal zwangeren met chronisch ziekten, zoals diabetes en obesitas, neemt toe. (Nationale Zorggids)
Hebon-studie van start De Hebon-studie richt zich op de vraag waarom sommige vrouwen een hoog en andere vrouwen een laag risico lopen op borstkanker en eierstokkanker. Het is een landelijk onderzoek onder families waarin deze vormen van kanker veel voorkomen. De onderzoekers van onder andere het Erasmus MC in Rotterdam hebben informatie nodig over erfelijke oorzaken en leefgewoonten. Inmiddels hebben 30.000 vrouwen en 6.000 mannen een uitnodiging ontvangen om deel te nemen aan de studie. (Erasmus MC Rotterdam)
Steriele waterinjecties Betrokken professionals zijn het oneens over het gebruik van steriele waterinjecties als pijnstilling tijdens de baring. Verloskundigenorganisatie KNOV heeft aangekondigd dat verloskundigen daar in de zomer mee kunnen beginnen, ook bij thuisbevallingen. Gynaecologen en anesthesiologen zijn hierop tegen. Hun beroepsorganisaties stellen in een reactie dat de effectiviteit van de injecties nog onvoldoende is bewezen.
Kenniscentrum Kraamzorg Sinds 18 april 2013 is er het Kenniscentrum Kraamzorg dat de kwaliteit van kraamzorg gaat waarborgen en de beroepsgroep gaat helpen om een professionaliseringsslag te maken. Ook komt er een landelijk register voor kraamverzorgenden. Het nieuwe kenniscentrum is een initiatief van brancheorganisaties en de beroepsvereniging voor de kraamverzorgenden. (Zorgkrant)
Onrust in Ede Tien procent van het personeel van het ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede kan zich niet vinden in het nieuwe beleid van het ziekenhuis om zwangerschapsafbrekingen bij Downsyndroom voortaan mogelijk te maken. De medewerkers hebben met hulp van de christelijke vakbond RMU een brandbrief gestuurd naar de Raad van Bestuur met daarin hun bezwaren. Volgens directeur Peter Schalk van RMU staan er geen collectieve vervolgacties van het personeel op stapel. “Er zijn nu diverse privéacties en spontane acties”, vertelt hij aan het VOG-magazine. “Het personeel weet ons te vinden. Voor verpleegkundigen met gewetensbezwaren kan het een zoektocht worden welke activiteiten ze wel doen, bijvoorbeeld de basiszorg, en welke handelingen niet. Ze kunnen op de afdeling aangeven wat ze niet willen doen.” VOG magazine | april 2013 7
Testen en therapie werpen vruchten af
Nederland kent nauwelijks Sinds zwangere vrouwen standaard een hiv-test krijgen en zo nodig antivirale middelen, komen er nauwelijks nog hiv-positieve kinderen ter wereld in Nederland. Angst en schaamte vragen wel om goede begeleiding door het hiv-behandelteam.
Door: Lia Meerkerk, verpleegkundig consulent hiv/ aids Medisch Centrum Haaglanden, Astrid van Hes, verpleegkundig consulent hiv/ aids Academisch Medisch Centrum en Petronette van Jaarsveld verpleegkundig kinderconsulent hiv/ aids Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis
Zwangere vrouwen krijgen bij het eerste bezoek aan de verloskundige een bloedonderzoek. Sinds 1 januari 2004 bevat dit onderzoek ook de hiv-antistoffentest. Er wordt niet meer gevraagd of iemand een hiv-test wil, maar de test wordt standaard aangeboden. Dit heet ‘opting out’. De zwangere krijgt uitleg over de bloedtest, maar dient het zelf aan te geven als ze deze test niet zou willen. Tot deze maatregel is besloten om het aantal kinderen dat geboren wordt met hiv te minimaliseren. In Nederland wordt 54 procent van de hiv-positieve zwangere vrouwen aan het begin van de zwangerschap hiv-positief getest bij de verloskundige. Wat een blijde periode zou moeten zijn, wordt plotseling een emotioneel belastende periode voor de zwangere die veel zorgen zal hebben om haarzelf, haar partner en haar ongeboren kind. Het hiv-behandelteam probeert zoveel mogelijk vragen te beantwoorden, angsten te onderkennen en onduidelijkheden bespreekbaar te maken.
De rol van de verpleegkundig consulent hiv is hierbij onontbeerlijk in de begeleiding van de zwangere en haar partner. Angsten en onzekerheden kunnen leiden tot bijvoorbeeld verminderde therapietrouw en onttrekking uit de zorg. Het is van groot belang om dat te voorkomen, zowel voor moeder als het ongeboren kind.
Besmetting Door de hiv positieve zwangere tijdens de zwangerschap combinatie anti retrovirale therapie (cART) te geven, is de kans dat een kind hiv-positief geboren wordt minder dan twee procent, in plaats van vijftien tot twintig procent. De cART onderdrukt het virus bij de moeder en hierdoor neemt de besmettelijkheid van het virus drastisch af. Een kind kan intra uterien besmet worden, maar de grootste kans op besmetting is tijdens de partus door bloed en de slijmvliezen. Na de partus kan het kind besmet worden via de moedermelk; vrouwen met hiv in Nederland geven om deze reden geen borstvoeding.
Ook daling in Zuid-Afrika De stichting Orange Babies zet zich in Afrika in voor zwangere vrouwen met hiv en hun baby’s, bijvoorbeeld door voorlichting, medische hulp en het bouwen van weeshuizen, kraamklinieken en opvanghuizen. Een van de projecten is HIVSA, de opvolger van het allereerste Orange Babies project. Dit project in het Zuid-Afrikaanse Soweto is zeer succesvol. Het gebied telt een kleine twee miljoen inwoners en er zijn meer dan 30.000 bevallingen per jaar. Het aantal kinderen dat met hiv besmet wordt via moeder-kind overdracht is sinds 2000 indrukwekkend gedaald van dertig procent tot onder de twee procent. Het HIVSA-project heeft drie belangrijke pijlers: ondersteunen van zwangere vrouwen bij zwangerschapsklinieken, seksuele voorlichting aan adolescente meisjes en interacties met de Gogo’s (oma’s) en overige gezinsleden in de gemeenschap.
8 VOG magazine | april 2013
Vaknieuws
nog hiv-baby’s Een behandeling wordt succesvol genoemd als het virus drie maanden na de start van cART niet meer meetbaar is in het bloed (of kleiner dan 50c/ml). Niet meer meetbaar in het bloed betekent dat er geen vrij virus meer te testen is in het bloed. Zodra er gestopt wordt met cART is het virus direct weer meetbaar in het bloed. Bij een niet aantoonbaar virus in het bloed blijft de hiv-antistoffentest wel altijd positief. Naast de nieuwe hiv-positieve zwangeren worden ook vrouwen die reeds bekend zijn met hiv zwanger, dus ook hiv-positieve vrouwen die zelf geboren zijn met hiv. Indien de moeder reeds cART gebruikte voor haar eigen gezondheid, zal zij cART moeten blijven gebruiken. Er wordt dan wel gekozen voor een combinatie die niet toxisch is voor het ongeboren kind. Indien de moeder nog geen cART gebruikt omdat haar eigen afweer nog goed is, dient zij rond week 20 te starten met cART. Direct na de partus kan zij de cART weer staken. Na de bevalling
dient rekening te worden gehouden met stuwing van de borsten omdat de moeder geen borstvoeding mag geven, in overleg kan er behandeld worden met dostinex.
Hiv-behandelcentrum Vrouwen dienen te bevallen in een hiv-behandelcentrum met gespecialiseerde gynaecologen. Als het virus in het bloed door de cART niet hoger dan 1000c/ml is, kan de moeder een normale vaginale partus hebben. Er zal laagdrempelig een keizersnede gedaan worden indien de partus niet vordert. Een kunstmatige ruptuur van de vliezen, elektronische monitoring van de foetus en een vaginale bevalling met forceps, vacuümpomp en een episiotomie worden afgeraden. Indien het virus boven de 1000c/ml ligt dan dient er een keizersnede gedaan te worden om overdracht te minimaliseren, bij voorkeur rond de 38e week. Een verhoogd virus in het bloed kan te wijten zijn aan therapieontrouw of verlaagde spiegels van de cART in het laatste trimester van
>
Foto’s: Orange Babies
VOG magazine | april 2013 9
de zwangerschap. Indien het virus hoger is dan 400c/ml dient er één uur voor de bevalling en tijdens de bevalling een zidovudine (antiretroviraal middel) infuus gegeven te worden aan de moeder, om zo de kans op overdracht te minimaliseren. In de algemeen geldende richtlijnen worden hygiënische voorzorgsmaatregelen beschreven om verloskundigen, obstetrieverpleegkundigen en artsen te beschermen tegen spatincidenten etc. Deze richtlijnen kunnen ook bij hiv opgevolgd worden. Hetzelfde geldt voor het schoonmaken van de ruimte en het omgaan met vervuild beddengoed.
mogen alleen naar huis als zeker is dat de baby de medicijnen goed neemt en als moeder weet hoe zij die moet geven. Direct na de partus zal tevens bij het kind een hiv viral load bepaald worden om te beoordelen of het kind reeds besmet is in de baarmoeder. Er wordt geen hiv antistoffentest gedaan omdat deze positief zal uitvallen doordat het kind de hiv antistoffen van de moeder bij zich draagt. De follow up van het kind gebeurt 6 weken en 4 maanden na de partus door middel van een hiv viral load. Mocht het kind onverhoopt toch hiv positief worden bevonden dan wordt het doorverwezen naar één van de kinder-hivbehandelcentra. Pasgeborenen van hiv-positieve moeders worden net zo behandeld als alle andere pasgeborenen, voor hen gelden geen andere (hygiënische) richtlijnen.
Geboorte Direct na de geboorte krijgt de pasgeborene cART zidovudine/ lamuvidine gedurende vier weken als post exposure profylaxe (PEP), dit om verticale transmissie te voorkomen. Deze PEP dient de pasgeborene zo spoedig mogelijk na de partus in te nemen. Moeder leert op de afdeling hoe zij de cART aan de baby moet geven. Zij
Bronnen: www.nvhb.nl : richtlijnen van de hiv behandelaren www.hivnet.org www.rivm.nl
Hiv in feiten Hiv betekent humaan immuno insufficiëntie virus en kan indien niet tijdig ontdekt, leiden tot Aids (aquired immuno deficiëntie syndroom). In 2012 leven er wereldwijd 34 miljoen mensen met hiv, 30,7 miljoen volwassenen en 3,3 miljoen kinderen. In juni 2012 waren er in Nederland 16169 mensen met hiv onder behandeling. Hiervan is 20 procent vrouw en 80 procent man. In Nederland leven 289 kinderen met hiv. Van deze kinderen is 81 procent besmet via verticale transmissie, besmetting dus van moeder op kind. Hiv komt in het bloed terecht door onbeschermd seksueel contact en bloed-bloed contact bijvoorbeeld door het delen van naalden. Het actieve hiv in het bloed tast de cd4cellen (specifieke groep afweercellen) aan. Het virus vermenigvuldigt zich in deze cd4 cellen en breken hierbij de cd4 cellen af. Normaal gesproken variëren cd4 cellen van 400-1800x10E6/L. Indien de cd4 cellen onder de grens van 200 x10E6/L komen, kan aids ontstaan. Bij aids kunnen er opportunistische infecties ontstaan die gerelateerd zijn aan het feit dat het lichaam niet meer voldoende afweer heeft om zich tegen deze infecties te beschermen. Door hiv tijdig te ontdekken kan aids voorkomen worden. Hiv is een chronische aandoening en mensen hebben een lange levensverwachting als ze toegang hebben tot goede behandeling. Ook de mensen met een aidsdiagnose kunnen door medicamenteuze behandeling weer in een stabiele gezondheidssituatie komen. Naast de hoogte van het aantal cd4 cellen in het bloed, wordt ook de hoogte van het hiv-virus gemeten in het bloed, de hiv viral load. Hoe hoger het virus, hoe sneller de cd4 cellen naar verwachting zullen dalen. Het hiv-virus kan in de miljoenen in het bloed aanwezig zijn. De hiv-behandeling bestaat uit een combinatie van tenminste drie verschillende anti-retrovirale medicijnen. In Nederland wordt er met combinatie anti retrovirale therapie (cART) gestart indien de cd4 tenminste 350x10E6/L zijn. De hiv viral load is de belangrijkste graadmeter dat een behandeling succesvol is, het vermindert de activiteit van het virus. De hiv viral load dient onder behandeling met cART minder dan 50 copieën/ml(c/ml) te zijn.
10 VOG magazine | april 2013
Vaknieuws
Hiv-zwangeren
Dit is het ervaringsverhaal van een 35-jarige vrouw die bij de verloskundige is getest en in het AMC onder behandeling kwam.
Tussen januari 1998 en juni 2012 werden er in Nederland 1114 hiv-positieve vrouwen zwanger, van wie enkelen meerdere zwangerschappen hadden. Van de hiv-positieve zwangeren zijn 174 (16 procent) van Nederlandse afkomst en 940 (84 procent) van
Geluk en schaamte
“
Eindelijk zwanger! Waar ik zo lang van had gedroomd was in vervulling
gegaan! Mijn partner en ik waren al tien jaar samen en hadden al een dochter van vijf jaar. We waren happy! Tot de dag dat mijn partner thuiskwam en zei dat hij positief getest was op hiv. Mijn wereld stortte in. Hiv?! Ik kon het niet geloven, ik
niet-Nederlandse afkomst.
wist dat hij tijdens een periode dat we uit elkaar waren een ander had gehad, maar
Sinds de start van de
dat was een afgesloten hoofdstuk. En nu dit!
screening van zwangere
Ik was bang, hoe moest dit nu verder. Moest ik mijn kindje laten weghalen en had
vrouwen op hiv (januari
ik het ook? Ging mijn partner dood? Ik heb me direct laten testen en eind 2010
2004) zijn er acht kinderen hiv-positief geboren. Twee kinderen werden gebo-
kreeg ik het slechte nieuws dat ook ik besmet was. Vanaf dat moment ging alles in sneltreinvaart. Ik kwam onder controle in het AMC. Daar vertelden ze me dat ik
ren uit vrouwen die reeds
mijn kindje gewoon kon krijgen. Ik heb nooit geweten dat dit kon zonder het virus
zwanger waren voor janu-
over te dragen. Helaas kreeg ik bij elf weken zwangerschap een miskraam, het
ari 2004. Eén kind werd ge-
hartje klopte niet meer. Ik denk nog steeds dat dit te wijten is aan de stress. Emo-
boren uit een moeder die
tioneel was het heel erg zwaar, ik voelde me erg alleen, was bang voor de dood,
zich niet liet behandelen
boos en ik schaamde me. In die weken had ik zoveel informatie gekregen over
maar al wel bekend was met hiv, één moeder had zich niet laten testen.
hiv en zwangerschap, dat we besloten opnieuw te gaan voor een zwangerschap. Binnen no time was ik weer zwanger en kwam ik weer bij afdeling verloskunde in het AMC. De mensen om me heen waren erg aardig, iedereen deed ook normaal. Ik schaamde me... Bij elk bezoek werd ik weer geconfronteerd met hiv. Ook vond ik het erg vervelend als ik vooraf te woord werd gestaan door een ‘assistent van’. Ik wilde niet dat behalve mijn eigen verloskundige iedereen wist dat ik hiv had. Ik wilde normaal zwanger zijn. Begrijp me niet verkeerd, niemand heeft mij het gevoel gegeven anders te zijn, dat zat en zit in mijn hoofd. Daarom is het zo belangrijk dat de mensen die je spreekt op de afdeling verloskunde je het gevoel geven, dat je ‘normaal’ bent. Zelf voelde ik me een tikkende tijdbom, een gevaar voor iedereen. Als ik terugkijk op de bezoeken in het ziekenhuis, op alle andere afdelingen waarbij ik weer getest moest worden, dan vond ik de bezoeken op de afdeling verloskunde wel onpersoonlijk. Ik kreeg vaak een andere verloskundige, een invaller. Telkens kwam het hele verhaal weer op tafel en ook mijn schaamte... Hierdoor voelde ik me een patiënt, een nummer, in plaats van een aanstaande moeder. Van mijn eerste zwangerschap wist ik hoe het was om bij een gewone praktijk te komen. Alles draaide daar om jou en je baby, in het ziekenhuis draaide het om hiv. Het maakt misschien verschil als de kamertjes voor de gesprekken wat gezelliger waren zodat het meer als een gewone verloskundigenpraktijk zou aanvoelen. Inmiddels heb ik wel dankzij al het fantastische personeel van het AMC een kernge-
”
zonde dochter ter wereld gebracht. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor.
VOG magazine | april 2013 11
Armoede heeft invloed op morbiditeit en mortaliteit van moeder en kind
Interculturele geboortezorg Vrouwen van buitenlandse afkomst hebben een hoger risico op aandoeningen en sterfte rondom zwangerschap en geboorte. Zij profiteren onvoldoende van de geboortezorg in Nederland, zo laten confronterende cijfers zien. Betere communicatie is cruciaal.
Door: Hanneke Spruit
Vrouwen met een niet-westerse achtergrond hebben veertig procent meer kans op een doodgeboren kind. Zij lopen ook een hoger risico op vroeggeboorten en negatieve dyscongruentie. Wiegendood komt de helft meer voor bij migranten dan bij autochtone Nederlanders. Ook tienerzwangerschappen komen vaker voor bij allochtonen. Met meer kennis van bepalende factoren
en onderlinge uitwisseling van oplossingen kan de geboortezorg voor migranten verbeteren. Zo bleek op een symposium van het Erasmus MC in samenwerking met Forum.
Etniciteit De belangrijkste factoren vanuit migranten zelf blijken afkomst en sociaaleconomische situatie. Etniciteit is duidelijk van invloed op de geboorte-uitkomst. Nederlanders van buitenlandse afkomst komen vaak pas in een laat stadium van de zwangerschap in contact met de huisarts en de verloskundige. Door taal- en cultuurbarrières zijn deze migranten onvoldoende op de hoogte van de geboortezorg in ons land, ze missen daardoor de kans op goede zorg. Ook armoede speelt een grote rol. Er is een duidelijke relatie tussen armoede en morbiditeit en mortaliteit van zowel moeder als (ongeboren) kind. In achterstandswijken is de babysterfte veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Driekwart van de bewoners van deze wijken heeft een allochtone achtergrond. Natuurlijk liggen oorzaken van het probleem niet alleen bij de migranten zelf. Vanuit de eerste lijn werd op het symposium bijvoorbeeld gemeld dat zorgverleners zelf vaak ook niet weten waar ze cliënten naar moeten verwijzen. Het blijkt dat de communicatie en samenwerking tussen bijvoorbeeld gemeente, GGD, verloskundigen, kraamzorg en jeugdzorg nog veel te wensen over laat. De belangrijkste problemen liggen echter in het proces van het identificeren van de risicofactoren. Zorgprofessionals schieten tekort in hun culturele kennis en kunde. Dit komt deels al door de opleidingen. Die besteden weinig aandacht aan kennis over de invloed van migratie en cultuur op de gezondheid. De leerstof is stereotiep en niet goed aan de praktijk aangepast.
Communicatie Verder zijn de persoonlijke communicatievaardigheden essentieel in contact met vrouwen van buitenlandse afkomst. Armoede bijvoorbeeld is moeilijk te ontdekken 12 VOG magazine | april 2013
Verslag
vraagt extra inspanning en te bespreken. Schaamte belemmert de communicatie over en de aanpak van het probleem. Juist vanwege de gezondheidswinst die te behalen valt wanneer armoede vermindert, is het belangrijk dat zorgverleners dit onderwerp op een juiste manier aan de orde kunnen stellen. Training in gesprekstechnieken is essentieel, maar ook het heel laagdrempelig gebruikmaken van een tolk. Zorgverleners hebben weinig tijd om sociaaleconomische factoren door te nemen met cliënten. Tijd is tenslotte geld, en voor de extra tijd die nodig is om goede zorg te bieden aan migranten, wordt niet betaald. Echter, een verzekeraar op het symposium meldde dat zorgverleners in achterstandsgebieden extra middelen horen te krijgen bovenop hun reguliere tarief. Een factor die nog vaak over het hoofd wordt gezien, is de etnische diversiteit in de eigen organisatie. Opleiding, training, instroom en behoud van medewerkers met een allochtone achtergrond zijn essentieel om zorg op maat te kunnen leveren in de multiculturele samenleving.
waar het aanstaand ouderpaar zich aan wil houden. Dan kan ook alvast besproken worden of deze passen binnen verantwoorde zorg. Naast het duidelijke effect van voorlichting in de eigen taal, kan ook beeldmateriaal behulpzaam zijn. Zelfs als dit confronterend is. Voorlichters in Rotterdam gebruiken bijvoorbeeld foto’s en films over de schadelijke gevolgen van roken tijdens de zwangerschap. Tot slot kan het zeker bij migranten effectief zijn om sleutelfiguren uit het sociale netwerk van de vrouw te betrekken bij de voorlichting. Denk hierbij aan de partner, schoonmoeder en oma. Men is het er over eens dat elke instelling bovenstaande inzichten structureel in de werkprocessen moet toepassen. Dit kan door het opstellen van een protocol voor interculturele (kraam)zorg, waarin de risicofactoren geïdentificeerd worden en de grenzen en verantwoordelijkheden van de zorgverleners duidelijk beschreven staan.
Geboorteplan Een tip is het gebruik van het geboorteplan. Een zorgverlener kan voorkomen dat hij of zij voor verrassingen komt te staan tijdens of na de bevalling. Door tijdens de zwangerschap regelmatig contact te hebben en een geboorteplan te maken, is het mogelijk tijdig eventuele culturele en religieuze tradities op het spoor te komen
Dit verhaal is een samenvatting van het verslag van het symposium van 30 november 2012 georganiseerd door het Erasmus MC in samenwerking met Forum, het instituut voor multiculturele vraagstukken.
Geboortecentrum Sophia Op het symposium kwamen ook veel tips naar voren vanuit het geboortecentrum Sophia in Rotterdam, een instelling voor kraamzorg die samenwerkt met de afdeling Verloskunde van het Erasmus MC. Het Sophia heeft veel ervaring met het omgaan met migranten: zeventig procent van de kraamvrouwen is allochtoon. Het geboortecentrum geeft aan dat een open houding van de medewerkers met interesse in de achtergrond van de vrouwen belangrijk is. Het centrum respecteert de traditionele opvattingen van migranten en biedt ruimte voor bepaalde tradities. In die tradities lopen religieuze en culturele zaken echter door elkaar. Niet alles is even belangrijk en niet alles is verplicht. Goede zorg staat voorop en het is niet goed als een kind schade zou kunnen ondervinden van bepaalde tradities. Daar mag een zorgverlener best stevig in optreden. Men kan ‘meebewegen’ met de cultuur van de cliënt zonder daarbij de eigen en professionele grenzen uit het oog te verliezen. Binnen het geboortecentrum wordt de grens getrokken bij zaken die een duidelijk risico voor moeder en kind met zich meebrengen. Bijvoorbeeld het leggen van een schaar of zwaard in de wieg of het te warm kleden van baby’s. De zorgverlener geeft dan duidelijk uitleg en voorlichting en doet tevens een voorstel voor een alternatief met minder risico’s. Voorwerpen als scharen kunnen bijvoorbeeld beter onder het matrasje liggen. Niet-risicovolle gebruiken kunnen gewoon plaatsvinden, zoals het insmeren van de baby met kruiden. Om strategische redenen betrekt het geboortecentrum veel de schoonmoeder bij de uitleg.
VOG magazine | april 2013 13
Onderzoek naar diagnostische waarde van meten lichaamstemperatuur kraamvrouwen
Routinematig temperaturen En wéér even de temperatuur van de kraamvrouw meten. Voor obstetrieverpleegkundigen is dat echt routine. Onderzoek van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam laat zien dat die routine niet zo effectief is.
Door: Sieta Kleiterp, senior O&Gverpleegkundige
Bij alle kraamvrouwen in Nederland, zowel thuis als in het ziekenhuis, worden routinematig verschillende controles gedaan, waaronder het meten van de lichaamstemperatuur. Verloskundigen, artsen en verpleegkundigen vinden informatie over de lichaamstemperatuur essentieel om een mogelijke infectie op te sporen. De methode is simpel, kost weinig en wordt door kraamvrouwen gemakkelijk geaccepteerd. In de praktijk is het standaard om bij een temperatuur ≥ 38℃ gericht onderzoek te verrichten naar een infectie. De diagnostische toegevoegde waarde van dit ritueel staat voor diverse patiëntengroepen ter discussie. Veel studies zijn er gedaan naar lichaamstemperatuur tijdens de partus. Er is geen literatuur bekend over de diagnostische waarde van het meten van de temperatuur bij gezonde kraamvrouwen. Wel is er beschreven dat de lichaamstemperatuur bij postoperatieve patiënten geen betrouwbare indicator is voor een infectie en soms leidt tot onnodig aanvullend onderzoek (Vermeulen). Dat bracht ons op onze onderzoeksvraag: is het routinematig meten van de lichaamstemperatuur bij kraamvrouwen een waardevolle screeningsmethode om een infectie op te sporen ten opzichte van de aanwezigheid van infectie gerelateerde klachten?
Oor temperatuur
< 38.0 Co 474 (91%)
Diagnose infectie Achteraf bevestigd
We hebben een analyse gemaakt, gedurende zes maanden, van de diagnostische waarde van routinematig meten van de lichaamstemperatuur en de aanwezigheid van klinische klachten bij een bewezen infectie. Tweemaal daags werd de lichaamstemperatuur met een oorthermometer gemeten. Observatie, registratie en dossieronderzoek stelden de aanwezigheid van klinische klachten vast. De aanwezigheid van een infectie werd vastgesteld met een positieve kweek van afgenomen lichaamsmateriaal. Van alle kraamvrouwen hebben we de volgende gegevens geregistreerd: wijze van bevallen (sectio of vaginaal), hoeveelheid bloedverlies, temperatuurbeloop, klinische klachten, diagnostische testen en de opnameduur. Tijdens een sectio werd altijd, zodra de baby geboren was, profylactisch eenmalig antibiotica gegeven. Bij een verdenking op een intra-uteriene infectie, kreeg de vrouw durante partu breed spectrum antibiotica, die stopte als de kraamvrouw na 24 uur geen verhoging van de lichaamstemperatuur meer had. Bij een GBS kregen vrouwen op indicatie durante partu profylactisch penicilline.
≥ 38.0 Co 51 (9%)
Rectale temperatuur
Klinische klachten
Infectie
525
< 38.0 Co
≥ 38.0 Co
No
Yes
26 (52%) No
Yes
25 (48%) No
Yes
51 (10%) Yes
474
0
16
10
9
15
25 (5%)
0
0
0
2
1
10
13 (2%)
1
0
9
10 (1%)
De cijfers laten duidelijk zien dat een infectie en klinische klachten samengaan. Geen infectie werd aangetoond zónder dat er ook klachten waren. 14 VOG magazine | april 2013
Wetenschap
kan stoppen Meten Koorts werd gedefinieerd bij een temperatuur ≥ 38℃. Bij koorts handelde de verpleegkundige volgens een checklist van specifieke infectie gerelateerde klinische klachten en volgde een rectale nameting van de temperatuur. Bij een rectale uitslag < 38℃ volgde geen verder onderzoek, tenzij er klinische klachten waren. Een eenmalige lichaamstemperatuurstijging gedurende de eerste 24 uur na de partus zonder klinische klachten bleef buiten de analyse. In ons onderzoek gebruikten we een oorthermometer. Omdat uit onderzoek was gebleken dat een oorthermometer minder accuraat was dan een rectale thermometer, hebben we vrouwen met een temperatuur ≥ 38℃ rectaal nagemeten. De patiëntgebonden checklist hield rekening met de meest voorkomende complicaties bij kraamvrouwen, zoals infectie van urinewegen, wond (sectio of episiotomie), baarmoeder en luchtwegen, een trombosebeen en lactatieproblematiek. Bij een lichaamstemperatuur rectaal gemeten ≥ 38℃ en/of bij klinische klachten volgde na lichamelijk onderzoek diagnostisch onderzoek, zoals bloedonderzoek (CRP en leukocyten) en/of kweken van bijvoorbeeld urine, lochia, bloed, etc. De uitslagen van afgenomen bloedwaarden als CRP en leukocyten lijken niet betrouwbaar en bij veel kraamvrouwen verhoogd, dit geldt tevens voor afgenomen lochia kweken. Een infectie werd door de dienstdoende gynaecoloog verondersteld op basis van koorts met of zonder klinische klachten en het diagnostisch onderzoek, waarna gestart werd met antibiotica. Twee onafhankelijke gynaecologen bekeken achteraf de dossiers om te beoordelen of zij ook de veronderstelde diagnose infectie zouden hebben gesteld.
het vermoeden van een infectie bevestigd. Bij rectaal nameten bleken overigens van de 51 kraamvrouwen 26 vrouwen geen koorts te hebben en 25 vrouwen wel. Dit onderzoek wees ook uit dat anders dan een infectie stuwing een mogelijke oorzaak blijkt van verhoging. Stuwing geeft gemiddeld een lichaamstemperatuurverhoging 38.0- 38.5℃ in het oor gemeten.
Conclusie Slechts een zeer klein deel van de kraamvrouwen met een temperatuur ≥ 38℃ heeft een achteraf bewezen infectie. Behalve de aanwezigheid van een verhoogde lichaamstemperatuur uitten alle kraamvrouwen met een infectie, infectie gerelateerde klachten. Geen infectie werd aangetoond zónder dat er ook klachten waren. Therapie gebaseerd op alleen koorts is niet geïndiceerd en kost de gezondheidszorg veel, in de zin van geld en mankracht. Ook leidt die therapie tot onnodig antibioticagebruik met daarbij de kans op het ontwikkelen van resistente bacteriële flora. Op basis van de resultaten van deze analyse en die uit de literatuur adviseren wij de temperatuur metingen in het kraambed vooral te verrichten bij de aanwezigheid van infectie gerelateerde klachten, waarna gericht diagnostisch onderzoek kan plaatsvinden bij een oor temperatuur > 38℃. De vraag ‘Hoe voelt u zich vandaag?’ geeft meer informatie dan de uitslag van een temperatuurmeting.
Resultaten Van 525 kraamvrouwen hadden 51 vrouwen een temperatuur ≥ 38℃ in het oor gemeten. Dertien van hen startten met antibiotica onder verdenking van een infectie. Zij uitten naast de temperatuursverhoging klinische klachten zoals hoesten, algemeen onwel bevinden, koude rilling, riekende lochia, verstoorde wondgenezing en/of stuwing. Slechts bij tien van hen werd
Dit artikel is gebaseerd op: ‘Routine postpartum temperature measurement is not effective for the early detection of puerperal infections – a cohort study’. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het AMC te Amsterdam op de kraamafdeling en is uitgevoerd door A.H.P. Schaap, PhD perinatoloog, S. Kleiterp, O&G-verpleegkundige, F.D. Schouten, verloskundige en H. Wolf , PhD gynaecoloog.
VOG magazine | april 2013 15
Vrijwilligerswerk in Ronald McDonald Huis
Een thuis ver van huis Sinds acht jaar ben ik vrijwilliger in het Ronald McDonald Huis in Leiden. Ik ben begonnen als student nadat een huisgenootje dit al deed en erover vertelde. Ik woonde destijds in de straat waar het huis staat en fietste er elke dag langs. Mijn drive was om wat te betekenen voor mensen in moeilijke situaties. Nadat ik was begonnen als ANIOS op de gynaecologie en later ook als AIOS raakte ik nog meer betrokken. Ik weet waar mensen mee te maken krijgen tijdens een opname in het ziekenhuis en kan hierop inspringen tijdens het werken in het huis. Normaal gesproken is er overdag op werkdagen een manager aanwezig en zeven dagen per week van half tien ’s morgens tot half tien ’s avonds zijn er vrijwilligers in het huis. Zij doen diensten van drie uur. Overdag wordt er veel schoongemaakt en natuurlijk is er tijd om met de
Het Ronald McDonald Huis in Leiden is een plek waar ouders kunnen verblijven van wie een kind is opgenomen in het LUMC. Drie grote herenhuizen verbonden met elkaar bieden plek aan 19 gastenkamers. Ouders hebben een eigen kamer met badkamer waar ze zich kunnen terugtrekken. In de gezamenlijke huiskamers en eetkamer is juist plaats voor ontmoeting met andere ouders. Er ontstaan zelfs vriendschappen voor het leven tussen ouders in dezelfde situatie. De meeste opgenomen kinderen in Leiden hebben kanker, een hartafwijking of liggen op de neonatologie. Alle drie situaties waarbij er vaak een lange opname is met regelmatig periodes op de intensive care.
Ziekenhuisnieuws Vriendelijke keizersnede in het SLAZ Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam is als eerste Nederlandse ziekenhuis gestart met de vriendelijke keizersnede. De techniek benadert zoveel mogelijk een natuurlijke bevalling door, nadat het hoofdje is geboren, het lijfje min of meer vanzelf geboren te laten worden door de contracties van de uterus. Moeder en vader kijken door een doorzichtig operatiedoek naar deze geboorte. De OK is warmer, het licht is minder scherp en er kan muziek gedraaid worden. Na een korte check van de kinderarts komt de baby bij de moeder op de borst. De voordelen hiervan zijn minder stress bij moeder en
16 VOG magazine | april 2013
baby, minder pijnbestrijding bij het hechten, een goede start van de borstvoeding en een betere binding tussen moeder en kind. Vooralsnog is dit alleen mogelijk bij een primaire sectio en alleen op dinsdag en vrijdag tijdens kantoortijden. (SLAZ, Telegraaf)
Samenwerking AMC en VUmc In de toekomst kunnen vrouwen niet meer bevallen in het VUmc. Dat hebben de twee academische ziekenhuizen van Amsterdam bekend gemaakt in een verklaring over hun samenwerkingsplannen. De ziekenhuizen overwegen op lange termijn een vestiging te openen op
vaknieuws
ouders te praten, maar die zijn dan vaak in het ziekenhuis. ‘s Avond is het een drukte van jewelste, iedereen komt terug van een lange dag in het ziekenhuis en gaat koken. Vaak gaan mensen samen eten en de dag doornemen. Zelf werk ik op de zondagavond, ongeveer één keer in de drie weken. Ik ben dan met name een aanspreekpunt in het huis. Ik laat bezoek binnen voor gasten van het huis, beantwoord de telefoon en ruim op waar nodig. Tevens worden er veel bedden verschoond en dat betekent veel was- en strijkwerk. Vaak komen nieuwe gasten aan het einde van de dag, ik schrijf hen in en geef een rondleiding en uitleg over de gang van zaken. Aan het einde van de avond sluit ik het huis af. Ouders kunnen zelf altijd het huis in en uit. Ik vind het belangrijk dat mensen altijd een luisterend oor hebben. Naast de andere ouders in het huis is de aanwezigheid van een onafhankelijk persoon vaak ook fijn. Met name bij de inschrijving en uitschrijving vertellen ouders hun verhaal. Vaak is de spanning van de gezichten af te lezen. Het doet mensen goed om een paar weken later als vrijwilliger nog eens te vragen hoe het gaat. Ze waarderen dit enorm. Grappig is dat ik soms ouders van de afdeling verloskunde, waar ik zelf werk, terugzie in het Ronald McDonald Huis. Voor ouders vaak een opmerkelijke situatie omdat ze de dokter niet in het weekend verwachten te zien. Vaak levert het leuke gesprekken op over het ziekenhuis, de opname en hoe ze het Ronald McDonald Huis erva-
één locatie met één raad van bestuur. Het AMC zal zich richten op verloskunde en gynaecologie. De plannen moeten nog goedgekeurd worden door de raden van toezicht , de ondernemingsraden en de Nederlandse Mededingingsautoriteit. (Skipr)
UMC lanceert medisch platform voor vrouwen Het UMC Utrecht heeft een website speciaal voor vrouwen gelanceerd: vrouwmc.nl. Initiatiefnemer is Bart Fauser, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde van het UMC. Doel van de site, die alleen wetenschappelijk verantwoorde informatie biedt, is het wegwerken van
ren. Ik merk altijd dat ouders op een positieve manier kijken naar het huis. Thuis is natuurlijk niet te vervangen, maar het biedt wel een plek waar rust gecreëerd kan worden. Daarbij geeft het een goed gevoel dicht bij je kind te zijn. Voor mijzelf betekent dit werk dat ik heb gezien hoe zwaar het is om als kraamvrouw continu heen en weer te moeten van het huis naar het ziekenhuis. Rust nemen is bijna niet mogelijk. In Leiden proberen we de kraamvrouwen een kamer op de begane grond of eerste verdieping te geven, zodat ze zo weinig mogelijk trap hoeven te lopen. Desondanks doen ze natuurlijk meer dan wanneer ze met kind thuis waren geweest. Ik druk hen bij vertrek uit het ziekenhuis altijd op het hart ook zelf rust te nemen. En vertel ze dat ze altijd met vragen naar de afdeling kunnen bellen of langs kunnen komen. In deze periode vol spanning en onzekerheid moeten we als medisch personeel zoveel mogelijk houvast aan de ouders bieden. Kortom, het werk in het Ronald McDonald Huis geeft een extra dimensie aan mijn werk als AIOS en het is mooi om voor ouders in een moeilijke situatie iets te kunnen betekenen.
Door: Marieke Veenhof, gynaecoloog in opleiding
de achterstand in de gezondheidszorg voor vrouwen. Projectmanager is VOG-lid Metty Spelt. “Het vrouwenlijf is anders en dat komt ook tot uiting in ziektes en aandoeningen”, licht zij toe. “Ik ben nu bezig met informatie voor de site over alles tussen het 20e en 40e levensjaar. Daarbij hoort ook aandacht voor gezond zwanger zijn.” De website wil niet alleen informeren en professionals verbinden. Spelt: “We willen ook contact met vrouwen en hen ontmoeten!”
VOG magazine | april 2013 17
Vaknieuws
Met medewerking van V&VN VOG
Keuzehulp
‘Pijn bij de bevalling’ online Zwangere vrouwen maken zich vaak zorgen over pijn bij de bevalling, zeker bij een eerste kind. De nieuwe keuzehulp ‘Pijn bij de bevalling’ informeert vrouwen over de omgang met pijn en ondersteunt de keuze die zij hierin hebben.
Door: Wilma Otten, TNO (Expertisegroep Life Style)
De keuzehulp ‘Pijn bij de bevalling’ staat sinds kort op de website Kiesbeter.nl en is een nuttige tool voor de verloskundige. Een keuzehulp maakt de keuze overzichtelijk door informatie te organiseren in de opties én de gevolgen daarvan. Deze informatie bestaat zoveel mogelijk uit beschikbaar wetenschappelijk bewijs. In dit geval zijn dat de richtlijn ‘Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling’ (CBO, 2008) en systematische reviews uit de Cochrane database (bijvoorbeeld over continue ondersteuning). TNO ontwikkelde de keuzehulp samen met een begeleidingsgroep bestaande uit verloskundigen in de eerste lijn en tweede lijn, een gynaecoloog, een anesthesioloog en de stichting Kind en Ziekenhuis. Namens V&VN VOG zat Petra Zuurbier in de begeleidingsgroep. Het bestuur van V&VN VOG heeft de keuzehulp goedgekeurd. De nieuwe keuzehulp past bij andere keuzehulpen die mede vanuit het CBO, ZonMw en VWS ontwikkeld zijn en beschikbaar via Kiesbeter.nl. Het platform Shared Decision Making heeft hierin een verbindende rol. Elke keuzehulp wordt ontwikkeld volgens internationale criteria (International Patient Decision Aid Standards) uitgewerkt in een Nederlandse Handleiding (CBO, 2009).
Comfort De keuzehulp ordent de informatie én stimuleert vrouwen om na te denken over wat zij zelf willen. Het gaat immers om een pijnbehandeling die past en kan bij de zwangere, haar medische situatie, de zorgverlening en de bevalling. De keuzehulp richt zich niet alleen op medicamenteuze pijnbehandeling, maar ook op manieren gericht op het verbeteren van het comfort tijdens de bevalling. Ze zijn onderverdeeld in (a) vier soorten medicijnen die toegediend worden in een ziekenhuis vanwege de vereiste controle (ruggenprik, pethidine injectie, remifentanil infuus en lach18 VOG magazine | april 2013
gas), en (b) acht manieren om vrouwen te ondersteunen thuis en in het ziekenhuis (bijvoorbeeld een warm bad, continue steun, massage). Per keuzemogelijkheid wordt het effect op pijn genoemd, maar ook andere voor- en nadelen, en organisatorische en financiële zaken. Het effect op pijn wordt beschreven door de ervaren pijn, de tevredenheid over de pijnbehandeling en aan de hand van de vraag of extra of andere medicijnen toegediend moesten worden. Bij de andere effecten wordt ingegaan op de tevredenheid, de duur en het soort bevalling (spontaan, kunstverlossing, sectio), de gezondheid van moeder en kind, en borstvoeding. Gewezen wordt op wat gangbaar is in de Nederlandse praktijk. Voor meer informatie over bijvoorbeeld de kansen op een spontane bevalling kan men doorklikken op een effect. Sommige vrouwen willen meer weten dan andere vrouwen. De informatie over keuzemogelijkheden en effecten wordt voor vrouwen ook samengevat in een tabel, het keuzeoverzicht.
Oefeningen In de keuzehulp staan ook oefeningen om een zwangere te laten nadenken over wat zijzelf belangrijk vindt. Tijdens de bevalling zelf kunnen de zwangere en haar partner niet altijd meer nadenken over wat zij willen, daarom is het belangrijk om van tevoren hierover geïnformeerd te worden. De verloskundige speelt hierin een belangrijke rol om samen met de zwangere na te denken over wat de zwangere wil en wat medisch en organisatorisch mogelijk is.
www.kiesbeter.nl/zorg-en-kwaliteit/keuzehulpen
Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is een groot interconfessioneel ziekenhuis in Amsterdam-West. Wij bieden onze patiënten naast topklinische zorg een zo breed mogelijk aanbod van gespecialiseerde zorg. Veiligheid en vriendelijkheid richting patiënten staan daarbij hoog in ons vaandel. Wetenschappelijk onderzoek en opleiding zijn belangrijke pijlers van ons beleid. Als Teaching Hospital zijn wij aangesloten bij de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Voor medewerkers kenmerkt het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis zich door een prettige werksfeer, samenwerking en professionaliteit.
Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam zoekt (m/v)
Obstetrieverpleegkundigen Afdeling De afdeling Obstetrie heeft 28 bedden voor zwangeren en kraamvrouwen en 15 wiegen voor pasgeborenen. Daarnaast zijn er 6 medische verloskamers, waar in 2012 ruim 2300 bevallingen hebben plaatsgevonden. Naast de verloskamers bevindt zich een eerstelijns bevalcentrum (Bevalcentrum West) waar verloskundigen uit de eerste lijn samen met kraamverzorgenden de bevalling begeleiden. Verloskunde is één van de speerpunten van het ziekenhuis. Om ruimte te bieden aan de groei van de verloskunde wordt het verloskamercomplex in het tweede kwartaal dit jaar uitgebreid met een zevende verloskamer. Besluitvorming over verdere uitbreiding van het verloskamercomplex en de poliklinieken, is later in 2013 te verwachten.
Werkzaamheden Het verplegen en bewaken van obstetrie patiënten tijdens de zwangerschap, de baring en de kraamperiode en het begeleiden van de partner en familie vooral ten aanzien van de zwangerschap en de bevalling. Het ondersteunen van artsen en klinische verloskundigen bij het verlenen van de spoedeisende zorg. Een actieve bijdrage leveren aan kwaliteit, innovatie en veiligheid.
Functie-eisen Je bent in het bezit van een BIG-registratie voor verpleegkundige met O(&G) aantekening. Je toont enthousiasme en inzet om naast de verpleegkundige zorg de afdeling verder te ontwikkelen. Je bent stressbestendig en inzetbaar in alle diensten.
Arbeidsvoorwaarden Het betreft een dienstverband voor 24-36 uur per week of een 0-urencontract waarbij je op afroep beschikbaar bent. Van toepassing is de CAO Ziekenhuizen. De functie van obstetrieverpleegkundige is ingeschaald in FWG 50. Daarnaast kennen wij een eindejaarsuitkering van 8,33% van het jaarsalaris en gratis parkeermogelijkheden indien met eigen vervoer gereisd wordt.
Meer weten? Wens je meer informatie, bel dan met Janneke van der Werff, Isabel Dijkzeul of Petra Zuurbier (teamleiders op de afdeling Obstetrie), nummer (020) 5108 021 of kijk op www.slaz.nl. Je schriftelijke sollicitatie kan je tot 15 mei sturen naar John de Hollander, personeels functionaris, Jan Tooropstraat 164, 1061 AE Amsterdam of per e-mail
[email protected].
www.slaz.nl
Topman Cryo-Save: Nederland loopt achter bij de rest van Europa
“Denk ná over
navelstrengbloed” Bij enkele honderden bevallingen per jaar nemen aanstaande ouders het afnamesetje van Cryo-Save mee naar de verloskamers. Zij willen navelstrengbloed laten afnemen en opslaan. Critici vinden dat deze ouders angst is aangepraat en dat Cryo-Save veel geld verdient aan die angst. Topman Arnoud van Tulder reageert.
Door: Margit Kranenburg
“Natuurlijk maken we winst. Gelukkig wel.” CEO Arnoud van Tulder van Cryo-Save Nederland draait er niet omheen. “Vergeet niet, wij gaan een langdurige relatie aan met ouders. Zij vertrouwen ons de opslag van het navelstrengbloed van hun kindje toe en dan is het wel de bedoeling dat we een gezond bedrijf zijn dat er over een paar decennia ook nog is.” Van Tulder bestrijdt tegelijkertijd dat de diensten van zijn bedrijf duur zijn. “Duur is niet het goede woord als
je ziet welk prijskaartje er hangt aan wat mij moeten doen om stalen succesvol op te slaan. Daarvoor zijn veel testen nodig en veel waarborgen. Het is voor ons geen goudmijn. Maar ik begrijp natuurlijk wel dat afname en opslag veel geld is voor veel mensen. Maar moet je de mogelijkheid dan onthouden aan degenen die het wel willen betalen?”
Weerstand Cryo-Save slaat het navelstrengbloed tegen betaling op voor mogelijk eigen gebruik, of voor dat van een familielid, in de toekomst. De stamcellen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor transplantatie als het kind leukemie krijgt of een andere bloedgerelateerde ziekte. Hoewel het bedrijf al meer dan tien jaar actief is in Nederland, is Cryo-Save niet heel bekend en stuiten de activiteiten nogal eens op weerstand. Direct na een bevalling is de praktische medewerking nodig van verloskundigen, gynaecologen en obstetrieverpleegkundigen. Die moeten aan de slag met de steriele afnameset die ouders zelf hebben besteld bij de klantenservice van het bedrijf. Van Tulder: “Veel ziekenhuizen faciliteren de procedure van de afname niet en er zijn ook artsen die niet willen meedoen. Dat is frustrerend, niet alleen voor ons, maar vooral voor ouders die er heel bewust voor kiezen om het navelstrengbloed van hun kind te bewaren.” De professionals in de geboortezorg zijn niet zomaar ‘tegen’. De vereniging voor gynaecologen NVOG en de beroepsvereniging voor verloskundigen KNOV hebben officiële standpunten geformuleerd tegen commerciële afname en opslag. De NVOG spreekt van ‘ontraden’, de KNOV meent dat verloskundigen geen verantwoordelijk
20 VOG magazine | april 2013
Interview
dragen voor het verzamelen van stamcellen via de commerciële weg. “Denk in ieder geval ná over navelstrengbloed”, roept Van Tulder zijn critici op. “Wij proberen in gesprekken met de beroepsgroepen het unieke van navelstrengbloed te benadrukken. Je kunt het maar op één moment afnemen. Bij ons slaan ouders het materiaal op voor eigen gebruik. Maar het is natuurlijk ook mogelijk om te doneren aan een niet-commerciële navelstrengbloedbank.” “Wij zijn ook bereid om een brug te slaan tussen privaat en publiek. Je kunt bijvoorbeeld denken aan matching. Als een van onze stalen een match is voor een ernstig ziek kind, dan zouden we ouders kunnen benaderen met de vraag of zij hun opgeslagen materiaal willen afstaan.”
Veelgestelde vragen Cryo-Save Wat betalen ouders aan Cryo-Save? Registratie en afname kosten samen 950 euro. De opslag voor navelstrengbloed kost 120 euro per jaar, voor navelstrengbloed en navelstrengweefsel is dat 150 euro per jaar. Wat betaalt Cryo-Save aan een gynaecoloog of verloskundige? Ongeveer 75 tot 100 euro per afname. Hoeveel Nederlandse ouders kiezen jaarlijkse voor private opslag? Omdat het moederbedrijf beursgenoteerd is, is gedetailleerde informatie daarover koersgevoelig. Van Tulder spreekt van ‘enkele honderden afnames verspreid over het land’.
Behandelingen Stamcellen uit navelstrengbloed en de navelstreng zelf kunnen volgens Cryo-Save op termijn gebruikt worden voor nieuwe behandelingen. Van Tulder bestrijdt dat het om vage toekomstmuziek gaat, zoals critici zeggen. “Over vijf tot tien jaar verwacht ik echte doorbraken voor de behandeling van meer ziekten, misschien zelfs van diabetes. Er loopt ook veel hersenonderzoek en dan zou navelstrengbloed iets kunnen betekenen voor kinderen die met zuurstoftekort worden geboren.” “Vergeet ook niet dat het gebruik van stamcellen uit beenmerg terugloopt. In Amerika bijvoorbeeld wordt bij de helft van de operaties met stamcellen bij kinderen al navelstrengbloed gebruikt. Die stamcellen zijn vitaler en kunnen zich makkelijker aanpassen en zijn dus goed geschikt voor transplantatie.” Volgens Van Tulder kan nu voor dertig procent van de patiënten in Nederland geen goede stamceldonor worden gevonden als er transplantatie nodig is. “En voor de overige zeventig procent moet er vaak uitgeweken worden naar het buitenland om voor 20.000 tot 25.000 euro een bloedstaal te kopen. Nederland loopt echt achter bij de rest van Europa.” Van Tulder schat dat ouders in Zuid-Europese landen veel vaker voor commerciële afname kiezen omdat de gezondheidszorg daar in zijn geheel meer is ingericht op eigen betalingen. “Ik vind het bovenal erg jammer dat de Nederlandse ouders nu niet voldoende geïnformeerd worden. Pas als ze ons kennen, kunnen ze op internet gericht meer informatie zoeken. Natuurlijk zouden we ouders ook graag standaard willen bereiken via die molen met folders bij de verloskundige.”
Hoe gaat zo’n afname? De ouders brengen de afnameset zelf mee naar de verloskamer. Behalve navelstrengbloed en eventueel 25 cm van de navelstreng zelf wordt ook van de moeder wat bloed afgenomen.
Waar wordt het materiaal opgeslagen? Met een erkende koerier gaat het materiaal naar Zutphen voor een eerste registratie. Vervolgens gaat het naar de centrale opslag in België waar het na uitgebreide testen kan worden opgeslagen voor een initiële periode van 20 tot 25 jaar. Hoe ziet de multinational Cryo-Save eruit? De Cryo-Save Group NV is in 2000 opgericht. Sinds 2007 is het bedrijf genoteerd aan de Amsterdamse beurs. Onder de merknaam Cryo-Save zijn vertegenwoordigers actief in veertig landen. In 2011 was de omzet 41,9 miljoen euro en de winst 2,3 miljoen euro. Het bedrijf heeft 225.000 stamcelstalen opgeslagen.
VOG magazine | april 2013 21
Oproep aan pas afgestudeerde obstetrieverpleegkundigen
V&VN VOG-award 2013 2 oktober 2013
Tijdens het symposium van 2 oktober 2013 reiken we weer de V&VN VOG-award uit voor de beste afstudeeropdracht. Alle studenten die in 2011 of 2012 hun Obstetrie specialisatie met succes hebben afgesloten kunnen deelnemen. We zijn erg nieuwsgierig naar jullie afstudeeropdrachten. De jury kijkt naar originaliteit en vernieuwing, naar praktische toepasbaarheid binnen de verschillende settingen (polikliniek, afdeling, extramuraal en verschillende patiëntencategorieën) en naar bewezen invloed van het product/resultaat op micro/ meso/macroniveau. De jury • Danielle van der Weij, Senior Opleider Vervolgopleidingen Obstetrie en Gynaecologie aan de Amstel Amstelacademie, Amsterdam. • Leontien Mineur, Docent coordinator Cluster Pediatrie,Team Albedazorgcontract, Branche Gezondheidszorg, ROC Albeda College. • Pauline Nieuwenhuizen, O&G-verpleegkundige, Bronovo ziekenhuis, Den Haag, voormalig voorzitter V&VN VOG • Rózsika Mevius, O&G-regieverpleegkundige, kwaliteitsmedewerker aan het UMC Groningen.
De spelregels • De winnaar van de eerste prijs houdt tijdens het symposium een presentatie van ongeveer tien minuten over haar opdracht. • De nummers twee en drie maken een posterpresentatie voor de symposium-bezoekers. • De winnaars schrijven een artikel voor het VOG-magazine. • De winnaars mogen gratis naar het symposium.
Maak kan s
op: 1e prijs 30 0 euro 2e prijs 15 0 euro 3e prijs 10 0 euro
Wil je meedoen? Vraag aan je leidinggevende of de informatie in je afstudeeropdracht openbaar mag worden. Stuur dan je afstudeeropdracht per e-mail naar Elly Hoogendoorn,
[email protected], onder vermelding van je naam, adres en telefoonnummer. Na de uitreiking willen we de lijst met inzendingen op onze website zetten. Vermeld in je e-mail of je toestemming geeft voor het vermelden van de titel van je afstudeeropdracht, je naam en e-mailadres. Op www.vog.venvn.nl kun je de inzendingen van voorgaande jaren vinden. De sluitingsdatum voor aanmelding is 8 juni 2013. We hopen ook dit jaar weer op veel aanmeldingen. We willen graag kennis nemen van alle onderzoeken en verbeteracties die tijdens het maken van deze afstudeeropdrachten bekend zijn geworden. Het zou jammer zijn als die beperkt blijven tot de eigen afdeling of het ziekenhuis waar je werkt. Grijp je kans en stuur ons je opdracht! Misschien tot ziens tijdens ons symposium op 2 oktober 2013 in het NBC te Nieuwegein? www.crossmedianederland.com/zorgeninde21eeuw Elly Hoogendoorn, Symposiumcommissie V&VN VOG 06 - 19926292
[email protected]
22 VOG magazine | april 2013
Voortplanting, Obstetrie
en Gynaecologie
De VOG-verpleegkundige
In elk magazine komt een VOG-collega aan het woord over haar werk en haar leven. Deze keer is dat: Marjon de Wit Door: Hanneke Spruit
Hoe kom je aan zo’n hobby? “Toen ik mijn man ontmoette, wilde hij graag een hond, een Rottweiler. Eerst wilde ik dat niet, maar toen ik me meer verdiepte in het ras en in aanraking kwam met de honden, vond ik het zo leuk dat ik overstag ben gegaan, als het maar een puppy was die we zelf konden opvoeden. Er kwam een pup voor mijn man, waar hij veel mee trainde. Leuk, dat wilde ik ook, dus er kwam een hond bij voor mij. Deze bleek echter niet geschikt om mee te trainen, dus kwam er nog een hondje.” En, hoeveel heb je er nu? “Zeven! Maar daar blijft het bij hoor! Onze meest recente aanwinst is een puppy, die we hebben gehouden uit het laatste nestje. Het is mooi om te zien hoe moeder en dochter met elkaar omgaan, en waarin ze op elkaar lijken.” Maar Rottweilers hebben toch een slechte naam? “Ja, dat is wel zo, maar toch is er veel belangstelling voor. Het klopt ook niet dat Rottweilers gemene honden zouden zijn. Een gemene en agressieve hond wordt zo gemaakt, niet geboren. Als je ze goed opvoedt zijn het geweldige honden. Vanuit de rasvereniging wordt er ook streng toezicht gehouden op het fokken, opvoeden en africhten van de honden. Ze komen zelfs bij je thuis controleren, het is net de kraamzorg!” Dan heb je er zeker wel voordeel van dat je verpleegkundige bent? “Ja en nee. Ik kan natuurlijk makkelijk injecties geven, bijvoorbeeld piton: oxytocine voor honden. Ik weet ook hoe bevallingen lopen. Maar soms weet ik ook te veel. Vanuit mijn werk heb ik bijvoorbeeld negatieve ervaringen met stuitbevallingen, dus bij onze honden word ik dan ook zenuwachtig als een pup er in stuit uit komt. Terwijl de helft van alle hondenpups in stuit geboren wordt, dus dat is vrij normaal.” Hoe gaat dat, een hondenzwangerschap en -bevalling? “Het lijkt erg veel op mensen. Onze Noxi was afgelopen jaar drachtig en is op 28 december bevallen. Helaas ging niet alles goed en moest ze op het laatst nog een keizersnede ondergaan. Dat gaat dan wel weer anders, ze kreeg methadon als roesje en verder een plaatselijke verdoving. En ze heeft geen kik gegeven! Uiteindelijk is ze bevallen van twaalf pups, waarvan zeven het niet gered hebben. Met de resterende vijf is gelukkig alles goed gegaan. En ze zijn allemaal al voorzien van een baasje!”
Wie: Marjon de Wit, 43 jaar, getrouwd, woont in Lommel (België)
Werk: Marjon is al 19 jaar O&G-verpleegkundige en werkt sinds 2011 in het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven.
Hobby: trainen en fokken van Rottweilers.
‘De helft van alle hondenpups wordt in stuit geboren’ VOG magazine | april232013 23 VOG magazine | april 2013
Eerste ervaringen met kaartjes positief
Diaconessenhuis Leiden ontwikkelt Voor de vitaal bedreigde patiënt in de obstetrie zijn andere hulpmiddelen nodig dan voor patiënten op algemene verpleegafdelingen. Het Diaconessenhuis in Leiden heeft de kaartjes voor EWS en SBARR aangepast.
Door: Marianne Klarenbeek, O&G-verpleegkundige, Diaconessenhuis Leiden
Om onbedoelde, vermijdbare schade en sterfte in de Nederlandse ziekenhuizen met de helft te reduceren heeft het Veiligheids Management Systeem (VMS) gewerkt aan een veiligheidsprogramma. Een van de speerpunten is de verbetering van zorg voor de vitaal bedreigde patiënt. Een vitaal bedreigde patiënt is een patiënt waarbij één of meer vitale orgaanfuncties, zoals ademhaling, circulatie en bewustzijn, zodanig verstoord zijn dat zij dreigen te falen. Een te laat onderkende achteruitgang bij een patiënt kan leiden tot een ongeplande opname op de Intensive Care en zelfs overlijden.
Hulpmiddelen
methode. Het gaat om een gestructureerde manier van communiceren die zorgt voor een efficiënte en eenduidige communicatie waardoor de kans op het maken van fouten, veroorzaakt door menselijk handelen, vermindert. Deze hulpmiddelen hebben hun waarde bewezen op de algemene verpleegafdelingen in de Nederlandse ziekenhuizen. Op gespecialiseerde afdelingen, zoals de obstetrie, is dat anders. Zowel de EWS als de SBARR sluiten onvoldoende aan op dit specialisme. Het kwaliteitsprogramma van het VMS voor de vitaal bedreigde patiënt kon hierdoor niet adequaat ingezet worden in de obstetrie.
Als hulpmiddelen om de zorg voor deze patiënten te verbeteren zijn de EWS (Early Warning Score) en de SBARR (Situation - Background - Assesment - Recommendation – Repeat Back) ontwikkeld. Met behulp van de EWS worden metingen van de vitale orgaanfuncties bij patiënten geobjectiveerd en kan al in een vroeg stadium de ernst van de situatie ingeschat worden. Wanneer er sprake is van een te hoge EWS, zet een arts direct een behandeling in en kan ook laagdrempelig het spoed interventieteam van de IC gevraagd worden. De SBARR wordt hierbij gebruikt als communicatie-
Early Warning Score Obstetrie EWS-O
3
Temperatuur Hartfrequentie Bloeddruk systolisch
< 80
Ademfrequentie
2
1
0
<35,1
35,1-36,5
36,6-37,5
>37,5
<40
40-50
51-100
101-110
81-90
91-100
101-139
140-159
<9
Bewustzijn Saturatie ondanks O2
1
2 111-130
3 >130 > 160
9-14
15-20
21-30
>30
Alert
Reactie op aanspreken
Reactie op pijn
Geen reactie
<90
Bij ongerustheid over conditie van patiënt:
1 extra punt
Bij urine productie < 75 ml gedurende afgelopen 4 uur: 1 extra punt Wanneer EWS?
Stappenplan EWS > 3
- Patiënten op OK dag: á 3 uur - Patiënten met >1 afwijkende parameter(s)
1. EWS > 3 arts/verloskundige bellen 2. 30 min. voor beoordeling en start behandeling 3. Indien 1 uur na start van de behandeling geen verbetering SIT oproep door arts/verloskundige 4. Indien niet wordt voldaan aan 2,3 SIT oproep door vpk
Maart 2013, Diaconessenhuis Leiden 24 VOG magazine | april 2013
Vaknieuws
EWS-O en SBARR-O Systolische bloeddruk Het Diaconessenhuis Leiden heeft dit probleem met behulp van de VMS-expertgroep opgepakt en de EWS-O(Obstetrie) en de SBARRO(Obstetrie) ontwikkeld. De EWS-O heeft als belangrijkste verschil met de standaard EWS dat de systolische bloeddruk is aangepast. Hierdoor is het nu een goed hulpmiddel om de obstetrische vitaal bedreigde patiënt te identificeren. Om de bloeddruk gerelateerde pathologie in de zwangerschap te herkennen en te behandelen blijven de protocollen van de NVOG leidinggevend. De SBARR-O geeft ten opzichte van de standaard SBARR ruimte om de graviditeit en pariteit te benoemen en er worden suggesties gegeven voor obstetrisch relevante controles en onderzoeken. Alle medewerkers van de afdeling obstetrie van het Diaconessenhuis Leiden zijn de afgelopen maanden geschoold in het gebruik van de EWS-O en de SBARR-O. Hierbij heeft iedereen het zakkaartje gekregen. De kaartjes hangen ook bij alle bloeddrukmeters en de telefoon. Op EWS-O staat aangegeven wanneer de EWS moet worden afgenomen en welke stappen nodig zijn. Een score van > 3 is voor alle medewerkers een alarmsignaal, dit betekent dat de patiënt mogelijk vitaal bedreigd is. Wanneer het stappenplan van de EWS-O in werking treedt, volgt contact met de dienstdoende arts of verloskundige met behulp van de SBARR-O.
Eerste ervaringen De eerste ervaringen met het gebruik van de EWS-O en SBARR-O zijn erg positief. Zeker bij een sluipend verloop van een fluxus post partum
SBARR Obstetrie Situation 1. U spreekt met…van afdeling… 2. Ik bel over patiënt… zij ligt op kamer… 3. De reden dat ik bel is dat…
Background 1. De opname diagnose/medische indicatie is… Indien van toepassing: Gr…,P…, AD…weken 2. In de voorgeschiedenis heeft de patiënt… 3. Klachten van de patiënt zijn… Assessment 1. De klinische situatie is…(bijv. beloop partus, ww, vwv, vbv) 2. De pols is.., AH.., temp.., bewustzijn.., RR.., urine prod.., saturatie… 3. Lab uitslagen zijn… 4. Beschrijving CTG… 4. Ik denk dat het probleem is dat… Recommendation 1. Ik wil dat u direct/over…minuten komt 2. Mijn advies is om…/ik wil graag advies over… 3. Doe suggesties voor lab, echo CTG, MBO, frequentie van controles 3. Wanneer zal ik weer overleggen? Repeat-back 1. Herhaal wat de ander zegt! 2. Noteer de afspraken op het opdrachtenblad 3. Laat opdrachtenblad zsm paraferen!! Arts ass. VK (dag)
21230
Arts ass. kindergen.
21276/ 21277
Arts ass. VK (nacht)
21231
Arts ass algemeen
21031
VPK VK
21111
Reanimatie team
Arts ass. afdeling
21232
WAN hoofd
Balie 4B
8980
Cito lab
21365
of infectie biedt de EWS-O houvast. Waar voorheen nog wel eens werd afgewacht wordt nu veel sneller gehandeld. De eerste ervaringen bij het gebruik van de SBARR-O tonen dat het in acute situaties helpt om helder, duidelijk en volledig te zijn. We hebben inmiddels ook onze werkbriefjes voor de patiënten overdracht ingedeeld volgens SBARR.
333 21017
dd anesthesist
21444
dd gyn/KA
via: 9
De eerste officiële resultaten laten nog wel even op zich wachten, maar de verwachting is dat het gebruik van de EWS-O en de SBARR-O de zorg voor de vitaal bedreigde obstetrische zorgvrager sterk zal doen verbeteren.
VOG magazine | april 2013 25
Zorgverleners krijgen een spiegel voorgehouden bij speciale bijeenkomsten
‘Patiënt vindt het fijn om te vertellen’ We doen ons best om zo goed mogelijk zorg te verlenen. Maar hoe weten we nu of we het goed doen en of de patiënt tevreden is? Steeds meer ziekenhuizen organiseren spiegelbijeenkomsten waarbij patiënten zorgverleners een spiegel voorhouden. Obstetrieverpleegkundige Annemiek van der Keyl van het LUMC vertelt hoe die bij haar op de afdeling worden georganiseerd.
Door: Laura van Nobelen
Wat is het doel van de spiegelbijeenkomst? “Tijdens de spiegelbijeenkomst gaan we op zoek naar kleine verbeterpunten in het zorgproces. Punten die vaak niet naar voren komen bij bijvoorbeeld een ontslaggesprek of ontslagenquête. De spiegelbijeenkomst is een vorm van patiëntenparticipatie waarbij wij als zorgverleners kunnen leren van wat de patiënt ons vertelt.” Hoe is de spiegelbijeenkomst op jullie afdeling tot stand gekomen? “Het verpleegkundig hoofd van onze afdeling heeft geregeld bijeenkomsten met verpleegkundig hoofden van verloskundeafdelingen van andere ziekenhuizen. Daar kwam naar voren dat er in het AMC Amsterdam spiegelbijeenkomsten worden gehouden. Zij heeft een keer zo’n spiegelbijeenkomst bijgewoond was direct gegrepen door hoe dat ging en wat het opleverde. Vervolgens heeft ze die geïntroduceerd op onze afdeling in samenspraak met de afdeling communicatie. In eerste instantie riep de organisatie van de bijeenkomst veel vragen op bij het personeel. Mensen waren bang persoonlijk aangesproken te worden op hun handelen, terwijl dat
‘We gaan op zoek naar kleine verbeterpunten in het zorgproces’ 26 VOG magazine | april 2013
helemaal niet het doel is. Het gaat om het gehele proces en met name om de beleving van de patiënt.” Voor wie is de spiegelbijeenkomst? “De spiegelbijeenkomst is bedoeld voor álle zorgverleners van de afdeling verloskunde: gynaecologen, artsassistenten, klinisch verloskundigen, eerstelijns verloskundigen, verpleegkundigen, kinderartsen, anesthesie, maatschappelijk werk. Afhankelijk van het onderwerp worden de verschillende disciplines uitgenodigd om bij de spiegelbijeenkomst aanwezig te zijn.” Hoe wordt de bijeenkomst georganiseerd? “Allereerst kiezen we met de werkgroep een onderwerp. Vervolgens zoeken we daarbij ongeveer zes patiënten die met dezelfde opnamereden opgenomen zijn geweest bij ons op de afdeling. Het vinden van patiënten die willen meewerken aan het spiegelgesprek is het lastigst van het organiseren van de spiegelbijeenkomst. Wanneer we patiënten benaderen om hun ervaringen van de opname te delen in de spiegelbijeenkomst blijkt dat de patiënt over het algemeen eigenlijk best tevreden is en er vaak niet op zit te wachten om ervaringen van de opname te komen vertellen. Het levert voor de patiënt zelf op dat moment ook weinig op: het levert iets op voor de toekomstige patiënten. Hoe verloopt zo’n gesprek? Tijdens het spiegelgesprek gaan onafhankelijke gespreksleiders in gesprek met de patiënten en worden verdiepingsvragen gesteld. De gespreksleider zorgt ervoor dat de informatie zoveel mogelijk objectief is. De zaal is zo ingericht dat de patiënten met hun rug naar de zorgverleners zitten. De aanwezige zorgverleners heb-
Interview
ervaringsverhaal
ben de rol van toehoorder en mogen niet interrumperen, waardoor de patiënt de gelegenheid krijgt om onbevangen haar verhaal te vertellen. Naar aanleiding van het spiegelgesprek, dat woordelijk wordt genotuleerd, stelt de werkgroep spiegelgesprekken een verbeterplan op. Na goedkeuring van de kwaliteitscommissie wordt het verbeterplan uitgevoerd door de betreffende disciplines.” Hoe ervaren de patiënten de spiegelbijeenkomst? “Ik heb na het spiegelgesprek met een aantal patiënten gesproken en zij hebben het als fijn ervaren om hun ervaringsverhaal te vertellen. Voor een van de patiënten was het zelfs deel van een verwerkingsproces.” Wat hebben de spiegelbijeenkomsten jullie tot nu toe gebracht? “Wat het meest naar voren komt heeft te maken met bejegening, veiligheid en vooral met communicatie. Communicatie tussen de verschillende zorgverleners en disciplines en communicatie met de patiënt. Eén van de dingen die we hebben geleerd is dat het voor de patiënt soms onduidelijk is wie er aan haar bed staat. Wij als zorgverleners moeten er alert op zijn om onze func-
tie erbij te vertellen wanneer we ons voorstellen aan de patiënt. Verder is het belangrijk dat alle zorgverleners eenduidige informatie geven. Klinische lessen over bijvoorbeeld borstvoeding moeten hieraan bijdragen. Ook zijn informatiefolders en de website up to date gemaakt, zodat de patiënt informatie kan nalezen. Tot slot wordt op dit moment het tijdstip waarop patiënten zich ’s ochtends moeten melden voor inleiding onder de loep genomen. We zijn nog bezig om een inventarisatie te maken van het tijdstip waarop de patiënt zich meldt op de verloskamers en het moment waarop de inleiding daadwerkelijk start.” Heeft het organiseren van de spiegelbijeenkomsten jou persoonlijk ook iets gebracht? “Ik ervaar het als heel leuk om in een werkgroep te zitten met meerdere disciplines en deze bijeenkomsten te organiseren. Mijn ambitie was eigenlijk altijd dicht bij het bed, maar ik vind het nu toch wel erg leuk om achter de schermen dingen te regelen en een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de zorg.”
VOG magazine | april 2013 27
Old Macdonald’s Hospital De XXL Squeeze Boob kletst uit de verpakking op tafel. Een leuke cup D schatten we. De neptiet voelt zwaar aan en ik moet toegeven: deze Boob is inderdaad heel ‘squeezable’. De drie uitgepakte tieten liggen verspreid over de tafel en hun tepels kijken blij omhoog. Klaar voor de strijd. Er schuiven nog wat verlate collega’s aan, terwijl er wat lacherige blikken worden uitgewisseld. De lactatiekundige vertelt dat ze de plastic joekels bij een officiële borstvoedingsorganisatie heeft besteld en niet bij de seksshop, zoals wij suggereren. De bestelde borsten waren overigens wel per ongeluk bij haar nieuwe buren afgeleverd. Oeps! De borsten dienen als hulpmiddel bij een serieuze klinische les over onder andere het afkolven van moedermelk met de hand. Geen overbodige informatie, want het kolven met de hand zal meer en meer gebruikt gaan worden in het ziekenhuis. Hoewel het eenvoudig en effectief blijkt te zijn, komt het in eerste instantie toch een beetje primitief op me over. Tot nu toe gebruikten we namelijk een hippe gele elektrische kolfmachine. Nu we het ook met de hand gaan doen, voelt het toch een beetje alsof we uit een BMW Cabrio met TwinPower Turbo-engines stappen, om verder te reizen met paard en wagen. Maar: ik sta open voor verandering, dus laat maar komen die les… De theorie over het kolven met de hand klinkt eigenlijk helemaal zo gek nog niet. Je hebt er weinig voor nodig, gecombineerd met de elektrische kolf heeft het een gunstig effect op de melkproductie en de eerste druppeltjes kunnen makkelijker worden opgevangen. Zo nodig kan er zelfs al voor de bevalling mee worden begonnen. De lactatiekundige start een filmpje. Een Amerikaanse vrouwenstem vertelt enthousiast over hetgeen we zien op het levensgrote scherm in onze koffiekamer. It’s amazing. Een patiënte masseert haar borsten en knijpt dan ritmisch in 28 VOG magazine | april 2013
de één en dan in de andere borst. Gele druppels colostrum vallen op een wit plastic lepeltje. Heel eerlijk gezegd heeft het iets gênants om naar te kijken. Ik durf te wedden dat er mannen zijn, die willen betalen voor zulke filmpjes. ‘Het masseren kan ook met een babyhaarborsteltje’, zegt de Amerikaanse stem. Ik hoor gegnuif naast me. Met enige hilariteit zien we de volgende patiënte in beeld. Dit keer een struise donkere dame, met borsten als meloenen. De handen van zowel de verpleegkundige als die van haar partner zijn bezig om de melk uit haar borsten te ‘squeezen’. Ik kan het niet helpen, maar het tot nu toe steeds weggeduwde deuntje van Old Macdonald’s Farm, laat zich in mijn gedachten niet langer onderdrukken. Hiaaa hiaaa hooooo! Hulde trouwens aan de vrouwen in dit filmpje. Ik zou voor geen goud gedurfd hebben! Aan het eind van de les moet ik toegeven: het resultaat mag er zijn. Blije moeders en blije baby’s. Mijn weerstand maakt plaats voor motivatie. En daarbij, als die moeders zo hun best doen voor hun baby, wat lopen wij dan eigenlijk te mekkeren? Uiteindelijk gaat het erom dat onze patiënten iets kunnen doen voor hun pasgeboren uk. En als wij ze daarbij kunnen melken… eh… helpen, dan moeten we dat doen, toch?
Over de grens
MEI Obstetrie Deze bijscholing van het VUmc behandelt de actuele stand van zaken op medisch en verpleegkundig gebied binnen de zorg voor patiënten met een obstetrische aandoening. Op het programma onder andere: ethiek, prenatale diagnostiek, pre- en postnatale psychiatrische problematiek, HELLP-syndroom, perinatale pijnstilling en kraamvrouwenkoorts. Datum: 16 en 17 mei 2013 Plaats: Amstel Academie Amsterdam Kosten: € 350 Inschrijven en info: www.vumc.nl/afdelingen/AmstelAcademie/bijenna/ openaanbod/obstetrie Door: kindermishandeling en huiselijk geweld, deel 1 Vroegsignalering Tijdens de??????? kraamperiode kun je signalen opvangen die mogelijk duiden op kindermishandeling of huiselijk geweld. Deze scholing biedt handreikingen voor de omgang hiermee en bestaat uit twee bijeenkomsten. Tijdens deze eerste bijeenkomst staan centraal: de meldingsprocedure, theoretische achtergrond bij kindermishandeling en huiselijk geweld, en overdracht en samenwerking met andere disciplines en instanties. De tweede bijeenkomst is in juni. Datum: 23 mei 2013, van 15.30-20.30 uur Plaats: Vrouw&Zorg, Vlaardingenlaan 9, Amsterdam Prijs: € 89 Inschrijven en info: www.zorginopleiding.nl
DNA-onderzoek: willen we alles wat kan? Sommige deskundigen verwachten dat in de toekomst ieders DNA wordt getest, zodat je kunt voorspellen welke ziekten en aandoeningen iemand op latere leeft zal ontwikkelen. Wat kunnen we nu allemaal al uit genetisch onderzoek halen? Voor welke keuzes stellen de uitslagen ons? Hoe kun je als professional begeleiden en verwachtingen managen? Een congres van het Erfocentrum.
Datum: 24 mei 2013 Plaats: Jaarbeurs, Utrecht Prijs: t/m 1 mei: € 125, daarna € 145,Inschrijven en info: www.scem.nl
Conferentie Client Centered Care, van visie naar actie Transfergroep en de Verloskunde Academie van Hogeschool Rotterdam organiseren deze conferentie. Doel is meer bewustwording van de betekenis van Client Centred Care. Je wordt geprikkeld om een vertaalslag te maken naar de dagelijkse praktijk. Datum: 28 mei 2013 Plaats Zeevaartschool, Lloydstraat 300, Rotterdam Prijs: € 150 Inschrijven en info: www.transfergroep.nl
JUNI Symposium: ‘Komt een ouder bij de dokter’ Uit onderzoek en ervaring is bekend dat kinderen ernstige schade kunnen ondervinden wanneer zij opgroeien bij ouders met ernstige individuele of relatieproblemen. In samenwerking met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden kwam het zogenoemde ‘ouderprotocol’ tot stand. Op dit symposium worden de resultaten van onderzoek naar het werken met dit protocol gepresenteerd. Datum: 3 juni 2013 Plaats: Hotel Bel Air, Den Haag Kosten: € 160 Inschrijven en info: www.komteenouderbijdedokter.nl
Lid worden?
❏ V&VN basislidmaatschap incl. kwaliteitsregister (2013: € 67,50) ❏ V&VN basislidmaatschap incl. kwaliteitsregister + V&VN VOG (2013: € 97,50) ❏ Is de werkgever / het ziekenhuis collectief lid van V&VN dan alleen lidmaatschap van V&VN VOG (2013: € 30,00) Ondergetekende verleent hierbij tot wederopzegging machtiging aan Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland ( V&VN ) om van zijn / haar rekening het hierboven aangekruiste bedrag af te schrijven wegens contributie. naam
voorletter
straat
nummer
postcode naam ziekenhuis e-mail rekeningnummer
handtekening
plaats
Postzegel niet nodig
V&VN T.a.v. afdeling Ledenadministratie Antwoordnummer 52773 3502 WH Utrecht
Agend
Over de grens
Het DigitaleZorgEvent Het DigitaleZorgEvent presenteert het gebruik van digitale zorg eenvoudig, toegankelijk en dichtbij. Je kunt digitale zorg zelf ter plaatse zien, doen en beleven door het volgen van workshops, sessies en lezingen. Datum: 21 juni 2013 Plaats: Jaarbeurs, Utrecht Prijs: Voor patiënten gratis. Voor zorgprofessionals ook wanneer zij zich samen met hun patiënt(en) inschrijven. Individueel: € 150 Inschrijven en info: event.digitalezorggids.nl
Vroegsignalering kindermishandeling en huiselijk geweld, deel 2 Tijdens deze tweede bijeenkomst zal de nadruk liggen op het toepassen van vaardigheden om de communicatie en overdracht te bevorderen. Er zal geoefend worden met een trainingsactrice waardoor verschillende vaardigheden door de deelnemers in praktijk kunnen worden gebracht.
Datum: 27 juni 2013, van 15.30-20.30 uur Plaats: Vrouw&Zorg, Vlaardingenlaan 9, Amsterdam Prijs: € 99 Inschrijven en info: www.zorginopleiding.nl
Datum: 12 september 2013 Plaats: De Doelen, Rotterdam Kosten: €179 tot drie weken van tevoren, daarna €199 Inschrijven en info: www.scem.nl
OKTOBER ‘Zorgen in de 21e eeuw’ Zorgen rondom kind, ouders en zorgverleners Het eigen symposium van V&VN VOG, georganiseerd in samenwerking met de stichting Kind en Ziekenhuis en V&VN Kinderverpleegkunde. Kijk voor het programma op de pagina hiernaast. Datum: 2 oktober 2013 Plaats: NBC, Blokhoeve 1 in Nieuwegein Prijs: vroegboeking €99, regulier €119 Inschrijven en info: www.crossmedianederland.com/zorgeninde21eeuw
NOVEMBER
SEPTEMBER
Obstetric Medicine: Neurologie en zwangerschap Programma binnenkort bekend
Beweging in geboortezorg 2 Datum: 21 november 2013 Plaats: Reehorst, Ede Kosten: nog niet bekend Inschrijven en info: www.scem.nl
Aan bod komen onder andere: de financiering van geboortecentra, organisatie en ontwikkeling van het VSV, UK maternity care system, evaluatie van geboortecentra, elektronische berichtenuitwisseling en waarborging van kwaliteit.
Voortplanting, Obstetrie en Gynaecologie
Dan ben je altijd op de hoogte • Uitwisselen van kennis en ervaring
Dan ben je altijd op de hoogte
• Magazine met de laatste informatie op ons vakgebied
• Uitwisselen van kennis en ervaring • Magazine met de laatste
informatie op ons vakgebied
• Vraagbaak en aanspreekpunt voor alle leden
• Korting toegang congressen • Vraagbaak en aanspreekpunt
info: vog.venvn.nl
voor alle leden info: vog.venvn.nl
De zorgsector in Nederland staat voor een enorme uitdaging. De patiënt is nu partner in zorg, de pensioenleeftijd is verhoogd, sociale media zijn overal aanwezig en het kabinet bezuinigt. Hoe gaan we daar als zorgverleners in kindergeneeskunde, obstetrie en neonatologie, patiënten en hun ouders mee om?
Congres rondom kind, ouders en zorgverleners Woensdag 2 oktober 2013 |NBC Nieuwegein Bestemd voor: Verpleegkundigen, kinderartsen, gynaecologen, verloskundigen, pedagogisch medewerkers, andere zorgverleners, zorgmanagers, jongeren en hun ouders, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden. Accreditatie:
Accreditatie is aangevraagd voor (kinder- en jeugd)verpleegkundigen, VOG-verpleegkundigen, kinderartsen, verloskundigen, kraamverzorgenden en maatschappelijk werkers.
Kosten:
Inschrijven met vroegboekkorting Inschrijven na 1 juli 2013
leden V&VN/Donateur K&Z: € 99,- / niet-leden € 119,leden V&VN/Donateur K&Z: € 119,- / niet-leden € 139,-
Programma:
09:00 Inschrijven en koffie 09:45 Opening
Subsessies: 1. Kinderthuiszorg: financiële stromen en doorstroming
10:00 Gezinsgerichte zorg - recht of plicht?
2. Medisch beroepsgeheim, in relatie met social media
10:25 Vitaliteit in de zorg
3. Kwaliteitskeurmerk kindgerichte zorg
10:50 Couveusekind
4. Schrijven voor beginners, ook jij kunt een artikel voor een vakblad schrijven
door organisatoren en dagvoorzitter Lowie van Gorp door Jacobien Wagemaker door Anouk ten Arve
een ouder aan het woord
11:15 Koffiepauze 11:45 24 weken zwanger en dan…? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst 12:10 12:30 13:30 14:30 15:00 16:00
door Hans Duvekot
Uitreiking van de Award Lunch Subsessie 1e ronde Theepauze Subsessie 2e ronde Afsluiting en prijsuitreiking
door de dagvoorzitter Lowie van Gorp
door Jacqueline Kasten door Monique Roedoe
door VOC en Stichting Kind en Ziekenhuis
door redactieleden van V&VN Kinderverpleegkunde
5. Eerste contact met je kind, hoe belangrijk is dat? door Nienke Vreeken
6. Lifestyle poli; overgewicht en nicotinegebruik in de zwangerschap door Frits Schouten
7. Transitie; chronisch ziek, 18 jaar en dan…? 8. Zorgverlener in een volgende levensfase; Werken tot je 67e hoe doe je dat? door Anouk ten Arve en Jacob Brouwers
9. Moedermelkbank en borstvoeding; ervaringen, voors en tegens 10. Prinses Maxima centrum voor kinderoncologie; het ideale kinderziekenhuis?
Ga voor meer informatie en inschrijven naar: www.crossmedianederland.com/zorgeninde21eeuw SC
HRI
NU JF JE
VRO
IN
TIN R O K
RO EN P
OE B G E
K
F
VA N R E ITE !
G
Tia – geboren op 12 december 2010
“De ergste dag in mijn leven was het verlaten van het ziekenhuis voordat zij dat deed. De beste dag in mijn leven was de dag dat we haar mee naar huis namen.” 14 weken te vroeg en minder dan 1 kilo. Ik wilde haar zó graag weer in me voelen, zodat ik haar sterker kon maken. Ze bracht 8 weken door op de Intensive Care. Er waren zeker tegenslagen, maar ze bleef vechten voor haar leven en werd sterker en sterker.
Het maakt niet uit hoe je baby op de wereld komt; k elke baby verdient de beste bescherming. Daarom heeft de nieuwe Pampers New Born Dry het Dual-Absorb Systeem, dat meer urine en dunne ontlasting dan elke andere luier absorbeert. En ze bevatten een ‘Urine-Indicator’, zodat je weet wanneer de luier nat is en je je baby droog kunt houden. Pampers Sensitive Wipes met PureCare-lotion is nu nóg verzorgender dan voorheen. Onze beste bescherming voor de huid van je baby.
De beste bescherming voor elk klein wonder