MAGAZINE
Een wonder bij Boogh Amersfoort voelt zich thuis bij
Boogh
Columns
Jaargang 4, nummer 1, april 2010
MEE
BOOGH MAGAZINE
Redactioneel
jaargang 4, nummer 1, april 2010
A
huisblad van Boogh
HOOFDREDACTIE Pieter Houtman, Wilco Mons, Gert-Jan van Zetten REDACTIE Keyvan Ditzel, Joop de Knegt, Juliëtte Verweij, Cindy Visscher, m.m.v. Angela Heins VORMGEVING Wilco Mons FOTOGRAFIE Pieter Houtman KOPIJ VOLGENDE NUMMER Inleveren voor 25 mei 2010. DIGITALE VERSIE Boogh magazine is ook digitaal beschikbaar op www.boogh.nl. ADVERTENTIE Ook een advertentie in Boogh magazine plaatsen? Stuur dan een mail naar
[email protected] voor meer informatie. Boogh Hendriklaan 7 3481 VR Harmelen telefoon 0348 442466 email
[email protected]
ls deze editie van Boogh magazine verschijnt, is het volgens de kalender lente. Of het weer daar direct in meegaat, is bij het schrijven van dit stukje nog even afwachten. Net als velen hopen wij als redactie van dit magazine ook op een mooi voorjaar gevolgd door een nog mooiere zomer. Dat verdienen we toch wel na de afgelopen winter. De redactieleden hebben ook geweten dat het winter was. Eén kwam met zijn pendel in aanraking met een brugleuning, een ander gleed met de taxi tegen een boom. Dit laatste avontuur is in een column gegoten. De andere column gaat over het verband tussen de parlementaire enquête naar de financiële crisis en de Wajong-uitkering. In dit magazine ook een artikel over de ondernemingsraad van Boogh waarbij vragen als ‘wat doet de raad?’en ‘wie zijn de leden?’ worden beantwoord. Daarnaast gaan we in op de verkiezingen voor de ondernemingsraad. Verder staat er in het magazine een interview met drie consulenten van MEE die één keer per week of per twee weken spreekuur houden op drie verschillende locaties van Boogh Activiteiten. Een interview hadden we ook met Gerda Roeten, zij is cliënt van Boogh Activiteiten Amersfoort. Toen Gerda bij Boogh kwam was ze erg ziek, maar ze blijkt een medisch wonder; ze is helemaal opgeknapt en het gaat nu weer heel goed met haar. We spraken hier met Gerda over, maar ook over haar vroegere werk en over haar boek dat ze in eigen beheer heeft uitgegeven. Met de rubriek Activiteit uitgelicht blijven we in Amersfoort. We belichten de Open activiteit die daar drie keer in de week op het programma staat. De panelleden geven hun mening over de stelling of Boogh al dan niet de plicht heeft om op alle stageverzoeken in te gaan. In dit magazine ook een verslag van het feest in de Paraplu ter ere van het vijfjarig bestaan van het Afasiecentrum. Verder een oproep voor een mogelijke woonvorm voor mensen met afasie. De vaste rubrieken Handicap In Het Nieuws en Onbeperkt Houdbaar zijn ook in dit nummer weer te vinden. Veel plezier met het lezen van alle artikelen! De Redactie
Een wonder bij Boogh Amersfoort 4 Handicap in het nieuws
6
Nieuws uit het ‘wereldje’.
Betrokken ondernemingsraad! Onbeperkt houdbaar
8 10
CD Recensies.
Column: Droge ogen
11
De andere kijk op de wereld waarin wij leven door Pieter Houtman.
MEE voelt zich thuis bij Boogh
3
Stellingname
14
Lezerspanel reageert op een prikkelende stelling.
Column: Bedankt boom!
15
Afasiecentrum 5 jaar
16
David Gray in Londen
17
Activiteit uitgelicht
18
De andere kijk op de wereld waarin wij leven door Gert-Jan van Zetten.
Open activiteit.
12
Wonen met afasie
19
Boogh magazine - april 2010
Inhoud
Een wonder bij Boogh Amersfoort Toen Gerda ziek werd, waren haar vooruitzichten niet zo goed. Maar nu, zo’n anderhalf jaar later is Gerda genezen: een wonder. We spraken met een gelukkige vrouw. Over het wonder, over haar werk als journaliste en over haar boek. Door Pieter Houtman, Wilco Mons en Gert-Jan van Zetten
G
erda Roeten woont in Nijkerk samen met Rob. Zij kennen elkaar nu bijna veertien jaar. Gerda:
“We wonen in een appartement. Door mijn ziekte zijn we verhuisd van een vrije woning naar het appartement waar we nu anderhalf jaar wonen.” Gerda vertelt ons over haar ziekte: “Ik had een gezwel op
mijn hersenstam. Een heel gevaarlijk plekje, een klein kokertje midden in je hoofd waar alle zenuwen doorheen lopen. Eigenlijk kon ik van de een op de andere week helemaal niets meer. Ik kon niet lopen, ik kon niet praten, ik kon bijna niets meer zien en in ieder geval niet lezen. Het was inoperabel maar ik ben wel bestraald en heb natuurlijk medicijnen gehad. Maar ik ben een van de wonderen, want ik ben aan het opknappen en het gaat momenteel erg goed! Een half jaar na de bestraling was het eerste bericht van de specialist dat het in ieder geval tot stilstand was gebracht en was verkleind. En nog weer een half jaar verder zei hij: “Ik kan niets meer zien op de foto!”
Boogh magazine - april 2010
Hoe ben je bij Boogh gekomen? Gerda: “Doordat ik in het begin niets meer kon, duurden de dagen wel erg lang. Om dat in te vullen werd ik getipt door de thuiszorg. Zij adviseerden mij om eens te informeren of er een plaatsje voor me was bij Boogh en zodoende ben ik hier terecht gekomen.” Tot voor kort kwam Gerda twee middagen per week. Omdat het nu zoveel beter gaat, ze ook wel eens naar de markt wil en haar kinderen hebben gevraagd om vaker thuis te zijn, komt ze nu nog één middag in de week. Welke activiteiten doe je? Gerda: “Ik doe aan bloemschikken en ik ben bij de Open activiteit. Het eerste halfjaar heb ik daar mozaïek gedaan. Nu word ik soms gehaald om te klaverjassen.” Noemenswaardig is dat Gerda een keer met de Wii spelcomputer heeft meegedaan en toen tijdens het tennissen een sprong zijwaarts maakte, terwijl ze dat toen volgens de fysiotherapeut nog helemaal niet kon. “Dat vond ik toch wel heel bijzonder”, geeft Gerda aan. Wat is voor jou belangrijk binnen Boogh? Gerda: “Allereerst heb ik hier veel geleerd. Dan bedoel ik niet alleen bloemschikken en mozaïek (wat ook nieuw voor mij was). Ik vind het ook 4
heel verrijkend om bijvoorbeeld met jullie te praten en andere mensen mee te maken. Ook om te beseffen hoe gelukkig ik ben om het feit dat ik aan het opknappen ben.” Gerda heeft een jaar of twintig als journaliste gewerkt. “Eigenlijk was voor mij vanaf de middelbare school duidelijk dat ik wilde schrijven. De school voor journalistiek was net geopend rond de tijd dat ik mijn eindexamen deed. Mijn vader vond dat ik toch maar naar Schoevers (secretaresseopleiding) moest gaan. Dan kun je altijd je boterham verdienen. Na het behalen van dit diploma ben ik direct de opleiding journalistiek bij het LOI gaan volgen. Dat was een schriftelijke opleiding maar je werd er wel op uit gestuurd. Daarna heb ik deze opleiding snel in praktijk gebracht, eerst met sport vooral softbal. Daarna werd iemand voor de plaatselijke krant in Nijkerk gevraagd. Na de krant en met een tussenpose toen ik voor een schoolbestuur werkte, ben ik terecht gekomen bij een makelaar. Deze gaf zijn huizenaanbod uit in een heel mooi magazine. Daar heb ik mooie artikelen voor gemaakt. Dat kon over een gemeente gaan en ook over de bijzondere woningen die zij in hun aanbod hadden. Dan ging ik naar de bewoners toe en maakte een mooi verhaal. Dat was erg leuk werk.”
Heb je nog de ambitie om als journdaliste iets te gaan doen? Gerda: “Nee, nu is het niet meer nodig, mijn man is met pensioen en dat is voldoende voor ons tweetjes. Maar ik wil wel weer een boek schrijven.” Dat brengt ons bij Gerda’s eerste boek. Wat was de reden om een boek te 5
uitgewerkt tot dit boek.”
Wat is de titel van het boek en waar gaat het over? Gerda: “Het boek heet ‘Door de ogen van een vrouw’. Het gaat over een hoogbejaarde man die na het overlijden van zijn vrouw iets in de kluis ontdekt: allemaal souvenirtjes van gemaakte vakanties. Hij vraagt zich af waarom iemand zoiets in de kluis bewaard terwijl de juwelen en sieraden zomaar in haar nachtkastje liggen. Dat brengt hem in verwarring en hij wil daar iets mee. Uiteindelijk stuurt hij een vrouw die zijn zoon heeft leren kennen op een vijftal reizen. Met het idee: ‘ga jij nu eens naar de eilanden toe waar wij ooit ook zijn geweest en schrijf mij jouw ervaringen.’ Dat doet ze. De moraal is natuurlijk ook: moet je per se overal antwoorden op hebben in je leven?”
Zijn er nog andere dingen die je doet? Gerda: “Twee keer per week kom ik bij de fysiotherapeut om aan te sterken en mijn uithoudingsvermogen te verbeteren. E-mail is natuurlijk ook een ding en ik lees graag. En ik ben momenteel stukjes tekst, een soort columns, uit mijn krantenperiode aan het uit typen op de computer. Misschien dat ik ze laat bundelen. Ik denk dat het in ieder geval leuk is voor mijn kinderen.”
Is het gebaseerd op een waar gebeurd verhaal? Gerda: “De reisverslagen zijn voor ongeveer tachtig procent mijn eigen ervaringen. Maar ik ben natuurlijk geen hoogbejaarde man.” Gerda grinnikt even. “Toen mijn moeder in het verzorgingshuis woonde, was daar een keer een vriend van mijn ouders. Hij was pas weduwnaar geworden en kwam heel regelmatig bij mijn moeder koffie drinken. Hij zat maar te ‘zeuren’ dat hij niet lief genoeg voor zijn vrouw was geweest… Ik dacht: “Dan ben je zestig jaar getrouwd geweest en dan blijf je daar mee achter.” Dat vond ik zo erg! Dat was een gegeven waar ik verder mee wilde. Mijn eigen reisverhalen en dat gegeven heb ik
Hoe kunnen geïnteresseerden jouw boek verkrijgen? Gerda: “Natuurlijk ben ik tot verkoop bereid. Ik heb het boek in eigen beheer uitgegeven. Het boek ligt ook in Nijkerk in de boekhandel, maar je kunt het ook via mij verkrijgen. “Overigens wordt mijn boek ingelezen door de blindenbibliotheek. Dat vind ik echt een eer.” Gerda heeft altijd gelezen voor de blindenbibliotheek. Dit stond dus los van haar ziek zijn. Maar ze hebben haar toen ze ziek werd niet ‘losgelaten’ en wilden het boek graag inlezen.
Boogh magazine - april 2010
Wat is je bijgebleven van je werk als journaliste? Gerda: “Bij die makelaar, dat magazine, dat vond ik het leukste werk. Omdat ik daar ook de redactie voerde, dus je hebt ook invloed op de inhoud en de onderwerpen. Maar een speciaal moment heb ik eigenlijk niet. Wat ik heel erg leuk vond in de periode bij de krant is de Kinderboekenweek. Ik mocht dan een hele pagina in de krant vullen en dat vond ik vreselijk leuk om te doen.”
schrijven? Gerda: “Toen ik als journaliste bij de krant werkte, riep ik al dat ik een keer een boek ging schrijven.” Op een gegeven moment moet je dat niet meer roepen maar doen, vind ik. Inmiddels werkte ik bij dat makelaarsmagazine. In die periode ben ik met het boek begonnen maar als je dan weer aan een magazine moet werken, ligt het stil. Dan moest je weer helemaal opnieuw beginnen. Doordat het magazine anders werd qua opzet, werd dat werk minder leuk voor mij. Toen dacht ik: “Dit is het moment om daarmee te stoppen en me helemaal te richten op het schrijven van een boek.”
Voorzijde boek Door de ogen van een vrouw geschreven door Gerda Roeten
HANDICAP IN HET NIEUWS
Mogelijke doorbraak MS-behandeling De Italiaanse arts Paolo Zamboni heeft een nieuwe behandeling voor mensen met Multiple Sclerose (MS) ontwikkeld. Deze zou de kwaliteit van leven van MS-patienten aanmerkelijk verbeteren. Volgens Zamboni is MS mogelijk geen chronische ziekte aan het centrale zenuwstelsel, maar een ziekte aan het vaatstelsel. Hij voerde bij 65 patiënten een succesvolle operatie aan het vaatstelsel uit. Patiënten zouden sindsdien veel minder of geen acute aanvallen meer hebben. Ook zouden er aanzienlijk minder vaak (tijdelijke) lichaamsfuncties uitvallen en zouden patiënten minder moe zijn. Zamboni benadrukt echter dat zijn behandeling mensen met MS niet geneest, maar de behandeling lijkt wel de beruchte MS-aanvallen een halt toe te roepen. Zamboni stortte zich op MS-onderzoek toen bij zijn destijds 37-jarige echtgenote de diagnose MS werd gesteld. Zij is inmiddels 51 jaar en klachtenvrij sinds ze drie jaar geleden als een van de eerste patiënten door Zambonis team werd behandeld. Door het onderzoek ontdekte Zamboni dat MS-patiënten een hoger ijzergehalte in hun hersenen hebben met een uniek patroon. Het ijzer concentreert zich rondom bloedvaten waardoor normaal gesproken bloed uit het hoofd gepompt wordt. Bij bijna 100 procent van de onderzochte MS-patiënten bleek dat een of meerdere bloedvaten in het hoofd verstopt waren. Volgens Zamboni wordt daardoor de druk in het hoofd zo groot dat het in de grijze massa komt, wat reacties teweeg brengt die mogelijk de symptomen van MS verklaren. Nieuw onderzoek wees onder meer uit dat hoe meer bloedvaten verstopt waren, hoe progressiever de ziekte leek te zijn. Amerikaanse en Canadese MS-organisaties zijn vooralsnog terughoudend over Zambonis bevindingen. Bron: www.nu.nl
Wat weet Nederland over een beroerte? De Hersenstichting heeft het Nederlandse publiek ondervraagd om te zien wat men al weet over (de gevolgen van) een beroerte. Hieronder een korte samenvatting van de resultaten:
Boogh magazine - april 2010
Bijna alle Nederlanders van 45 jaar en ouder hebben wel eens gehoord van de term beroerte. De term CVA is echter veel minder bekend; de helft heeft hier wel eens van gehoord. Ongeveer de helft van de ondervraagden kent iemand in zijn directe omgeving die een beroerte heeft gehad. Tachtig tot negentig procent van de mensen herkent vooral klachten als moeilijk spreken of verlamming van arm of been. Gevolgen als emotionele vervlakking, depressieve stemmingen en planningsproblemen zijn minder bekend. Slechts een kwart van de ondervraagden weet dat dit ook gevolgen van een beroerte kunnen zijn. Daarnaast weten mensen niet veel van de herstelmogelijkheden na een beroerte. Ruim vier op de tien denkt - ten onterechte - dat in de eerste drie maanden na een beroerte het meeste herstel plaatsvindt. Het meeste herstel vindt in het gehele eerste jaar na de beroerte plaats. Eenderde van de ondervraagden gaat ervan uit dat je na een beroerte volledig herstelt, en niet voor de rest van je leven klachten kan houden. En een kwart ziet geen heil in revalideren jaren na een beroerte, terwijl dit wel zinvol kan zijn. Ook denkt een kwart van de ondervraagden dat revalidatie alleen bedoeld is voor de behandeling van lichamelijke problemen, terwijl juist ook de gevolgen op gedragsmatig of emotioneel gebied mogelijk behandeld kunnen worden. Bron: www.hersenstichting.nl
6
FC Utrecht opent blindentribune Eind januari heeft FC Utrecht een blindentribune in gebruik genomen. Dit maakt het voor blinde en slechtziende supporters mogelijk om, via een FM-ontvanger, de wedstrijden te volgen. Twee speciale verslaggevers voorzien het wedstrijdverloop van commentaar. Zij geven precies aan wat er op het veld gebeurt en wat er buiten de lijnen aan de hand is. Hierdoor krijgen de supporters met een visuele beperking een goede indruk van het duel en de sfeer in Stadion Galgenwaard. “FC Utrecht is er voor iedereen!”, aldus voorzitter Van Dop. “Het is dus belangrijk dat ook fans die niet kunnen zien de mogelijkheid hebben om de wedstrijden in het stadion te beleven.” In 2007 ging AZ FC Utrecht al voor en ook tijdens interlands van het Nederlands Elftal is er een blindentribune. Bron: www.fcutrecht.nl
Jaarlijkse controle scootmobiels De ruim drieduizend scootmobiels in de gemeente Assen gaan voortaan jaarlijks op controle. Zo krijgt de gemeente Assen, die ze in bruikleen geeft, een goed beeld hoe met de scootmobiels wordt omgegaan. Daarnaast wordt duidelijk hoeveel mensen hun scootmobiel niet of nauwelijks gebruiken. De gemeente wil deze ‘check’ koppelen aan de jaarlijkse uitgifte van verzekeringsplaatjes. Deze worden nu voor 1 mei per post opgestuurd en zouden dan op locatie moeten worden uitgereikt waarbij ook gekeken wordt naar de staat van de scootmobiel. Twee leveranciers van de scootmobiels, Welzorg en Meyra, is gevraagd een offerte uit te brengen. Op dit moment heeft de gemeente een contract met beide leveranciers voor het onderhoud van de scootmobiels. Van preventief onderhoud is nog geen sprake. Het oproepen voor een preventief onderhoud van scootmobielen leidt tot extra kosten. Om hoeveel geld het precies gaat, wil de gemeente nu in beeld krijgen. Bron: www.leefwijzer.nl
Op donderdag 20 mei 2010 bestaat het Revalidatiefonds 50 jaar; een officieel jubileumjaar waaraan zij bijzondere aandacht wil schenken. Het thema van dit jaar, waarin het fonds samenhangende activiteiten en evenementen organiseert, is ECHT MEEDOEN op alle levensterreinen. Het Revalidatiefonds zet zich in om de positie van mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte te verbeteren en stimuleert de deelname aan het alledaagse leven. Of het nu gaat om onderwijs, werken, wonen, vrije tijd of vervoer; het fonds wil een samenleving zonder drempels creëren waar iedereen kan meedoen. Als startevenement voor het gouden jaar is gekozen voor een fondsenwervende feestavond op 20 mei 2010. Een unieke geïntegreerde avond waar het Revalidatiefonds een mix aan gasten met en zonder handicap via de rode loper zal ontvangen. Gedurende het lustrumjaar vinden daarnaast nog verschillende fondsenwervende activiteiten plaats. De lustrumviering wordt afgesloten op 3 december 2010, de internationale dag van gehandicapten, met de uitreiking van de Nationale Revalidatieprijs. Hieraan gekoppeld vindt een grootschalig symposium plaats. Bron: www.revalidatiefonds.nl 7
Boogh magazine - april 2010
Revalidatiefonds 50 jaar
Betrokken ondernemingsraad
Zoals bij alle bedrijven in Nederland met vijftig of meer werknemers, bestaat Boogh magazine - april 2010
er ook binnen Boogh een Ondernemingsraad (OR). Wat doet de OR en wie zijn de leden? Naast deze vragen gaan we in op de verkiezingen voor de OR, eind april. Door Gert-Jan van Zetten
D
e Ondernemingsraad (OR) is een orgaan voor overleg, advies, informatie en communicatie. De OR vertegenwoordigt de medewerkers van Boogh, zoals de (centrale) cliëntenraad de cliënten van Boogh vertegenwoordigt. Zowel de algemene belangen van de medewerkers worden behartigd als de belangen van de organisatie als geheel. De OR is samengesteld uit medewerkers vanuit de verschillende geledingen van Boogh, in het kader van de OR kiesgroepen genoemd. Deze groepen zijn: Amersfoort,
Baarn, Harmelen, Utrecht, Veenendaal en Stichting (Boogh Arbeid, Boogh Arbeidsoriëntatie en medewerkers centraal bureau). Op dit moment bestaat de OR uit Kim Koers (voorzitter), Angèle Gresnigt, Marja van Heerikhuize, Nanny ter Maten, Esther Slingerland en Maaike de Lange (ambtelijk secretaris). Waar houdt de OR zich mee bezig? Kim: “Momenteel zijn we binnen de OR bezig met de voorbereidingen voor de verkiezingen. Ook het meerjarenplan volgen wij op de voet. Wij worden hierover goed geïnformeerd.
Een keer per jaar hebben we een overleg met de Raad van Toezicht die wij op de hoogte stellen van alles dat er op de locaties speelt en waar wij als OR mee bezig zijn. Natuurlijk hebben de bezuinigingen ook onze aandacht.” Vanuit welke kiesgroep zit je in de OR en sinds wanneer ben je lid van de OR? Kim: “Ik ben werkzaam in activiteitencentrum Utrecht als activiteitenbegeleider. Vanaf 2003 heb ik zitting in de OR en vanaf 2005 ben ik voorzitter.” Angèle: “Ik werk sinds 2003 8
als activiteitenbegeleidster in activiteitencentrum Harmelen. In 2006 ben ik bij de OR begonnen. Dit is mijn vierde zittingsjaar.” Marja: “In 2000 ben ik bij Boogh in Veenendaal begonnen, maar hetzelfde jaar naar Amersfoort gegaan om daar als activiteitenbegeleider te gaan werken. Ik zit zeven jaar bij de OR. Dit is mijn laatste jaar, want ik stel me niet meer verkiesbaar.” Nanny: “Ik werk bij Boogh Amersfoort en ik ben sinds september 2006 lid van de OR.” Esther: “Ik werk bij Boogh Arbeid en ben al 20 jaar werkzaam bij Boogh.” Maaike: “Sinds 2004 werk ik als ambtelijk secretaris voor de ondernemingsraad. Daarnaast werk ik op het centraal bureau in Harmelen als communicatiemedewerker.”
Is er een reden waarom je lid van de OR bent geworden en wat vind je belangrijk in dit werk? Kim: “De reden dat ik mij voor de OR verkiesbaar heb gesteld is dat ik meer wilde weten over stichting Boogh als geheel en mij meer op de hoogte wilde stellen van beleidszaken die er speelden. Ook het feit dat je als OR-lid een grote groep mensen vertegenwoordigt, trok en trekt mij nog steeds zeer aan. Ik heb in de afgelopen jaren veel geleerd. Hoe ga je om met moeilijke beslissingen? Wat speelt 9
Angèle: “Een belangrijke reden waarom ik mij als OR-lid verkiesbaar heb gesteld, is dat ik het belangrijk vind dat er een OR is. En ik wilde graag de medewerkers vanuit Harmelen vertegenwoordigen. Daarnaast leek het mij ook heel leerzaam. Dit blijkt ook het geval te zijn. Als OR-lid vind ik het belangrijk om de belangen van de achterban (de medewerkers) te vertegenwoordigen. De communicatie naar de achterban vind ik ook erg belangrijk: wat doet de OR en waar is zij mee bezig? Onder andere door middel van de nieuwsbrief die wij maandelijks uitbrengen, proberen we hieraan te voldoen. Daarnaast is het persoonlijke contact met de medewerkers en de aanwezigheid in de teamvergadering ook erg belangrijk. Doordat ik nu parttime werk, is dit laatste voor mij lastiger geworden. Daarom zal ik me bij de aankomende verkiezingen niet verkiesbaar stellen.” Marja: “Het is een mooie manier om betrokken te zijn bij de stichting en me in te zetten voor het belang van de medewerkers, naast het mee waken voor een goedlopende organisatie. Naar mijn idee zal de OR alleen maar belangrijker worden om de veranderingen te volgen. Medezeggenschap zit gelukkig vooral ingebed in de overlegstructuur, maar wettelijk is de OR een middel om er zorgvuldig vorm aan te geven en dat vind ik heel mooi.” Nanny: “Voor mij was een belangrijke drijfveer om mijzelf kandidaat te stellen dat ik graag betrokken ben bij het grote geheel, dus bij stichting Boogh. Bij een van mijn vorige werkgevers heb ik ook in de OR gezeten en ik heb ervaren hoe belangrijk het voor een organisatie kan zijn dat er een positief, betrokken en kritische ondernemingsraad is.
Het belang van de medewerkers en de zorgvuldigheid waarmee veranderingen worden ingevoerd staan centraal. Ons recht op informatie, advies en soms instemming is in de wet vastgelegd en dat geeft ons een grote verantwoordelijkheid naar de medewerkers en het bestuur. Het leuke aan het OR-werk vind ik dat wij over veel zaken worden geïnformeerd. Bovendien komen we op veel verschillende plekken in de organisatie. We volgen als OR ook regelmatig een cursus. Ik heb echt het idee dat wij als OR bestaansrecht hebben binnen Boogh.” Esther: “Boogh is mijn eerste werkgever en ik ben dus opgevoed in een organisatie die medewerkers op alle punten laat meedenken en meewerken. Zo ook bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid. Ik wilde graag in de OR om vooral eens naar Boogh te kijken vanuit het perspectief van de medewerkers en om betrokken te blijven bij de organisatie in haar totaliteit. Doordat Boogh in de afgelopen jaren zo is gegroeid en er meerdere locaties zijn gekomen, weet je niet meer wat er allemaal speelt. Ik vond de OR een manier om er wel betrokken bij te blijven. Ik heb er nu vier jaar opzitten en heb deze jaren als zeer waardevol ervaren. Ik heb er veel geleerd en, naar ik hoop, ook zeker wat aan kunnen bijdragen.” Verkiezingen Eens in de drie jaar zijn er ORverkiezingen. De eerstvolgende verkiezingen worden gehouden op donderdag 29 april 2010. Tot halverwege maart konden medewerkers zich daarvoor als kandidaat aanmelden. De OR bereidt de verkiezingen voor en begeleidt de kandidaten tot aan de verkiezingen. De medewerkers die worden gekozen zullen vanaf september 2010 raadslid zijn. Maaike: “Ik kan iedereen die zich op een andere manier met Boogh wil verbinden van harte aanbevelen om lid te worden van de ondernemingsraad!”
Boogh magazine - april 2010
Wat houdt de functie ambtelijk secretaris in? Maaike: “Een ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht en vergadert dus inhoudelijk niet mee. Ik bereid de vergaderingen voor door het opstellen van de agenda’s in overleg met de voorzitter en zorg voor het maken van de notulen en het voeren van de meeste correspondentie. Een ambtelijk secretaris wordt niet door de medewerkers gekozen, dus ik kan zo lang bij de ondernemingsraad blijven werken als ik wil, of totdat de ondernemingsraad besluit dat ze een nieuwe ambtelijk secretaris willen. Het leuke aan deze functie is dat je overal van op de hoogte bent maar nergens een mening over hoeft te geven. In de ruim vijf jaar dat ik dit werk doe, is het alleen maar boeiender geworden. Niet in de laatste plaats door de spannende tijden waarin de organisatie zich de laatste jaren bevindt.”
er binnen de organisatie en bij de achterban? Boogh is een organisatie die veel in beweging is en dat zal de komende jaren niet veranderen. Ik vind dat je als OR-lid een spin in het web bent en je oren en ogen goed open moet houden. De belangen van de medewerkers staan bij mij altijd voorop.”
ONBEPERKT HOUDBAAR
CD Recensies Eddie Vedder Music for the motion picture Into The Wild De kop verraadt het al: dit is de muziek die de film “Into The Wild” meesterlijk ondersteund! Even kort over de film om zo de muziek beter te kunnen plaatsen. De film “Into The Wild” (regie: Sean Penn) vertelt het waargebeurde verhaal van de 22-jarige Christopher McCandless. Deze pas afgestudeerde jongeman laat familie en een veelbelovende toekomst achter zich. Zonder bezittingen (hij laat zijn geld letterlijk in rook opgaan) probeert hij zijn weg te vinden in de wildernis van Alaska. De indrukwekkende natuur vormt zijn bestaan. Maar weet hij te overleven? De muziek op deze cd maakt het geheel gewoon compleet. Zonder de film tekort te doen, zou deze aan kracht verliezen als déze muziek zou ontbreken. En ik durf zelfs te beweren dat het ook niemand anders dan Eddie Vedder had moeten zijn! Waarom? Zijn volle stem en de daarbij prachtig aansluitende muziek slepen je mee de film in. Deze muziek is dan ook niet voor niets bekroond! Minpuntje zou de lengte van de cd kunnen zijn: die is namelijk te kort! Maar aan de andere kant heeft de film ook niet méér muziek nodig. Door Pieter Houtman
Boogh magazine - april 2010
Wende No. 9 Met het Franse chanson heeft Wende (Snijders) haar naam in de Nederlandse muziekwereld gevestigd. Hiervoor heeft ze ook vele prijzen gekregen. Maar Wende is meer, veel meer. Ze laat zich dan ook niet in het hokje van ‘chansonnière’ duwen. Tot nu toe heb ik Wende twee keer in het theater zien optreden. Toen zong ze vooral het Franse werk. Vol overgave en veel energie uitstralend. Op het podium staat een persoonlijkheid. Tijdens deze optredens zong ze ook wat nummers in het Nederlands, Engels en zelfs een liedje in het Zuid-Afrikaans en eentje in het Spaans. Een aantal van deze nummers is ook terug te vinden op haar voorgaande albums. Door haar veelzijdigheid ben ik erg benieuwd geraakt naar een nieuw album van Wende. En met No. 9 kwam dat er. De negen verwijst naar de negen maanden dat Wende muzikaal heeft geëxperimenteerd. Een periode waarin Wende heeft gecomponeerd en teksten geschreven. Het resultaat is dit Engelstalige album. De liedjes laten zich niet in één genre vangen. Er staan veel ingetogen nummers op, wat uitbundigere en wat experimentele nummers. Nummers die ik mooi vind zijn ‘NY Is Passing By’, ‘Sycamore Tree’, ‘Beautiful Song’, ‘Roses In June’ en ‘Hey’. De laatste is de nieuwe single. Het experimentele gedeelte van het album is iets waar ik aan moet wennen, het is niet direct toegankelijk. Ik heb dat vooral met het openingsnummer ‘Dream’. Op basis van dat nummer zou ik het album misschien niet gekocht hebben. De eerder genoemde nummers geven die basis wel. Dus al met al ben ik blij dat ik dit album in mijn bezit heb. Maar al had deze cd me niet bevallen, dan had ik een volgend album van Wende ook gekocht omdat ik dan graag weer hoor welke kant ze op gaat. Door Gert-Jan van Zetten
10
Onlangs gingen er twee gedachten door me heen: De parlementaire enquête naar de financiële crisis en mijn meest recente oproep van UWV in verband met de aangescherpte criteria rondom mijn Wajong-uitkering. Want het ging de laatste tijd niet zelden over geld, grootheidswaanzin vierde hoogtij. Eén voor één zaten ze in het beklaagdenbankje. De heer Wellink bijvoorbeeld, die mij vooral opviel omdat hij op krukken liep… Aan de beeldvorming lag het dus niet, zeker omdat mevrouw Jetta Klijnsma (toenmalig staatssecretaris van Sociale zaken) de afgelopen tijd ook niet van de beeldbuis was af te slaan! Terwijl ze er net voor de val van het kabinet nog een regeling weet door te krijgen dat gehandicapten best onder het minimumloon mogen verdienen, zo begreep ik.
Column Dat is een goede zaak natuurlijk. Maar waarom voeren we dan jaar in jaar uit dezelfde discussie over arbeidsintegratie van mensen met een handicap? Waarbij het voor werkgevers zogenaamd moeilijk blijft om ook goed opgeleide gehandicapten in dienst te nemen. Het lijkt voor mij een beetje of de positie die je bereikt afhangt van de beeldvorming over gehandicapte mensen. Waar de gehandicapte medemens (nog steeds) dubbel moet vechten voor een plaatsje op de arbeidsmarkt wordt vaak vergeten dat je in de praktijk meestal juìst extra gemotiveerd blijft om je baan te behouden. Omdat je de relativiteit er wel degelijk van inziet. En als je dan weer eens een oproep van UWV krijgt voor een gesprek over het recht op je Wajong-uitkering, dan moet je bijna verantwoorden welke kleur onderbroek je draagt… Terwijl je er ook niet om hebt gevraagd maar helaas zo ter wereld bent gekomen en dus van deze sociale voorziening gebruik moet maken. Het blijft voor mij toch een beetje pijnlijk dat de algemene tendens bij zo’n ondervraging tijdens de
ADVERTENTIE?
Ook een advertentie in Boogh magazine plaatsen? Stuur dan een mail naar
[email protected] voor meer informatie. 11
parlementaire enquête vooral is, dat je wegens internationale maatstaven (om zogenaamd je concurrentiepositie te kunnen behouden) met droge ogen pretendeert, dat je zonder enig bezwaar best boven de Balkenendenorm zou mogen verdienen! Zeker wanneer ex-premier Kok nog eens zijn ‘goedkeuring’ voor de bonuscultuur wegdraagt, doet je dat soms bijna een traantje wegpinken…
Boogh magazine - april 2010
Nu besef ik pas echt dat ik het verband tussen een aantal zaken volledig kwijt ben… Want hoe kan het dat je als toezichthoudend bankier zonder problemen je krukken (en dus je beperking) op televisie mag laten zien terwijl Lucile Werner toch een redelijke strijd heeft moeten voeren om eindelijk haar spastische looppatroon aan de rest van Nederland te tonen! We weten allemaal dat mevrouw Klijnsma een looprek gebruikt waar ik ook nog niemand over heb horen zeuren.
Pieter Houtman
Droge ogen
MEE voelt zich thuis bij Boogh Op de locaties van Boogh Activiteiten in Harmelen, Utrecht en Veenendaal houden consulenten van MEE spreekuur. In dit artikel gaan we in op wat MEE doet en wat MEE voor cliënten kan betekenen. Ook maken we kennis met de consulenten. Door Gert-Jan van Zetten
M
Boogh magazine - april 2010
EE is een organisatie die gratis informatie, advies en kortdurende ondersteuning biedt aan iedereen met een beperking of chronische ziekte. De onderwerpen waar het over kan gaan bestrijken alle terreinen van het dagelijks leven; wonen, werk, vrije tijd, relaties & seksualiteit, onderwijs, financiën, wet- en regelgeving. Om een voorbeeld te noemen; u wilt in een voorziening gaan wonen voor mensen met een lichamelijke beperking. MEE kan met u meedenken over welke voorzieningen u nodig hebt om te kunnen wonen, waar u die voorzieningen kunt vinden, hoe het gefinancierd wordt en hoe u zich aan kunt melden. Als u een vraag hebt kunt u bellen, mailen, chatten of langskomen op een van de hoofdkantoren (Utrecht, Amersfoort en Hilversum) in de regio. Daarnaast heeft MEE-UGV (Utrecht, Gooi & Vecht) in deze
Ada Grasmeijer - MEE Utrecht
regio een aantal bezoeklocaties en houdt spreekuren bij verschillende gemeenten. Voor cliënten van Boogh is er een extra service; het spreekuur op locatie. Hier kunt u langskomen voor een korte vraag. Bijvoorbeeld advies over vrijetijdsbesteding, een brief van het CIZ die niet duidelijk is, een vraag over het PGB, het invullen van een aanvraagformulier voor de WMO, enz. Als blijkt dat uw vraag niet in het spreekuur kan worden beantwoord, wordt een afspraak gemaakt met een regioconsulent. Dat kan allemaal voor u geregeld worden in het spreekuur bij Boogh. De consulenten die voor het spreekuur naar Boogh komen zijn Guus van Rozendaal (Harmelen), Ada Grasmeijer (Utrecht) en Jeanine Pols (Veenendaal). Alle drie werken ze al zes, zeven jaar als consulent bij MEE, ze hebben dus ruime ervaring. Voordat ze bij MEE kwamen, waren ze ook al werkzaam in de gezondheidszorg. Jeanine: “Ik werkte als consulent
Guus van Roozendaal - MEE Harmelen
in een project zorgtoewijzing. Mijn taken waren contact onderhouden met ouderen die wachten op een opname, meedenken in alternatieve vormen van zorg of tijdelijk verblijf en de zorgmanager advies geven als een opname mogelijk was.” Ada: “Voordat ik bij MEE ging werken was ik werkzaam bij de NSWAC (Nederlandse Stichting Woonvormen en Activiteiten Centra). Ik werkte als adjunct directeur in een woonvorm voor kinderen met een lichamelijke handicap en/of NAH.” Guus werkt sinds 1970 in de zorg in verschillende functies. Guus: “Ik heb als verpleegkundige gewerkt in een ziekenhuis, een verpleegtehuis en in de psychiatrie. Verder heb ik gewerkt als groepsleider met mensen met een verstandelijke beperking. Ook ben ik een periode als re-integratieconsulent werkzaam geweest bij een re-integratiebureau. Daar heb ik werklozen en arbeidsgehandicapten begeleid naar werk.” Als een cliënt bij jou als consulent komt, hoe ga je dan te werk? Jeanine: “Op het spreekuur leg ik eerst uit wat MEE doet en waar ik
Jeanine Pols - MEE Veenendaal
12
voor ben. Ik luister goed naar de vraag en bedenk of (en hoe) ik die kan beantwoorden. Het is belangrijk dat een advies goed past bij de vraag en dat daarna aan de oplossing wordt gewerkt. Dat is de bedoeling! Daarom vraag ik later aan de persoon of de medewerkers van Boogh of de vraag is opgelost. Niet alle vragen zijn gelijk te beantwoorden. Soms moeten dingen worden uitgezocht en kom ik er een volgende keer op terug. Het kan ook zijn dat het belangrijk is dat we uitgebreider naar de vraag kijken. Bijvoorbeeld dat we ook in gesprek moeten gaan met de partner, of met zorgverleners of een behandelaar omdat niet gelijk duidelijk wordt wat het probleem precies is. Dan maak ik een afspraak met een regioconsulent. Die gaat dan uitgebreid met de cliënt in gesprek over zijn vraag.” Ada en Guus gaan op dezelfde manier te werk. Geldt er een maximum voor het aantal keren per jaar dat een cliënt terecht kan bij een consulent van MEE? Jeanine: “Nee, maar als blijkt dat iemand wekelijks, of vaker, begeleiding nodig heeft dan is een andere vorm van hulp nodig. In dat geval ondersteunen we de cliënt met het aanvragen van die begeleiding.”
Wat vind je belangrijk in je werk? Jeanine: “Dat iemand een passend advies en/of ondersteuning krijgt om weer zelfstandig verder te kunnen. Omdat iedereen uniek is, vraagt dit maatwerk. Het is de uitdaging om dit met de vraagsteller te kunnen doen.” Ada: “Ik vind het belangrijk dat ik goed luister naar de mensen met wie ik spreek. Dat ik begrijp welke ondersteuning ze willen en dat ik samen met diegene naar goede oplossingen kan zoeken zodat de persoon waar het om gaat verder kan. Guus: “Luisteren en meedenken met de cliënt en respect voor de cliënt zijn de uitgangspunten.” Zijn er zaken ten opzichte van de positie van mensen met een beperking of chronische ziekte waar jij je nu of voor in de toekomst zorgen over maakt? Jeanine: “Over het algemeen is de gezondheidszorg in Nederland zeer goed geregeld. Daar kunnen we blij mee zijn. De weg vinden in de hoeveelheid wet- en regelgeving is niet altijd eenvoudig. Het zou fijn zijn als Nederland minder bureaucratisch wordt zonder dat dit ten koste gaat van een goede en verantwoorde gezondheidszorg. Dat je bij het CIZ niet hetzelfde
verhaal hoeft te doen als bij een zorgaanbieder, bij de gemeente, bij UWV en… noemt u maar op. Dan vinden de mensen met een beperking gemakkelijker de weg naar de juiste zorg.” Wat kun je als consulent voor iemand doen die door de herindicatie van vorig jaar per 1 januari 2010 zijn/haar ondersteunende en/of activerende begeleiding is verloren? Jeanine: “Zoeken naar alternatieven, bijvoorbeeld in het netwerk of in bestaande sociale activiteiten.” Is er nog iets wat niet aan de orde gekomen, maar wat je in het kader van dit verhaal wel belangrijk vindt om te zeggen? Ada: “Naast cliënten van Boogh is het ook voor hun partners en familieleden mogelijk om aan ons een vraag te stellen. Wel moet de vraag betrekking hebben op de beperking van het familielid.” De consulenten merken op dat ze het als heel positief ervaren om binnen de locaties van Boogh te werken. Guus: “De samenwerking is goed, ik voelde al snel veel ruimte om samen te werken. Hoewel het maar twee uur per week is, merk ik dat de basisgedachte en sfeer vergelijkbaar is met MEE.” Jeanine: “Het is leuk om op deze manier ook een kijkje in de keuken van Boogh te nemen. Er wordt prachtig werk geleverd met en voor cliënten!”
Wanneer? In de activiteitencentra van Harmelen, Utrecht en Veenendaal is afwisselend op maandag of donderdag een spreekuur van een consulent van MEE. Harmelen: van 10.30 tot 12.30 uur Utrecht: van 10.30 tot 12.30 uur Veenendaal: van 13.30 tot 15.30 (1x per 14 dagen) Bij Boogh Activiteiten in Amersfoort en Baarn is geen spreekuur van een MEE consulent, omdat op deze locaties de maatschappelijk consulent van Boogh, Faakje van Veen, werkzaam is. Andere manieren van contact met MEE Utrecht, Gooi & Vecht W: www.mee-ugv.nl E:
[email protected] T: 0900 633 63 63 13
Boogh magazine - april 2010
Zijn er bepaalde vragen die veel worden gesteld tijdens het spreekuur? Alle drie de consulenten geven aan dat vooral vorig jaar veel vragen gingen over de herindicaties van het CIZ ten aanzien van de ondersteunende begeleiding. Ada: “Dit komt omdat alle cliënten die
bij Boogh komen een indicatie hebben die te maken heeft met ondersteunende begeleiding. Als gevolg van nieuwe – strengere wetgeving dienden alle cliënten opnieuw geïndiceerd te worden.” Guus: “Daarnaast gaan vragen over wonen (zelfstandigheid) en Wmo-aanvragen, bijvoorbeeld voor aanpassingen in huis en reiskosten.”
STELLINGNAME Een lezerspanel wordt geconfronteerd met een prikkelende stelling. Ieder panellid geeft zijn of haar mening, voor of tegen. Het panel bestaat uit deelnemers en medewerkers uit de verschillende locaties van Boogh. In de activiteitencentra van Boogh zien we steeds meer stagiaires. Al jaren komen er HBO en MBO studenten voor een jaar of een halfjaar. Daarnaast lopen regelmatig leerlingen vanuit het middelbaar onderwijs een maatschappelijke stage van tien weken. Ook bij de administratie van verschillende locaties is wel is een stagiaire. Zo komen we tot de volgende stelling: Boogh heeft de plicht om op ieder stageverzoek in te gaan.
Boogh magazine - april 2010
Faakje van Veen – maatschappelijk consulent AC Amersfoort Als met ‘de plicht om op ieder stageverzoek in te gaan’ bedoeld wordt dat elke stagiaire die zich aanmeldt vervolgens ook wordt aangenomen, ben ik het niet eens met de stelling. Wel vind ik dat Boogh verplicht is om zorgvuldig naar elk verzoek te kijken en te beoordelen of de organisatie daar iets mee kan of wil en of Boogh iemand iets te bieden heeft. Als organisatie zijn we gebaat bij goed opgeleide mensen voor de toekomst en ik denk dat een stage bij Boogh daar zeker toe bij kan dragen. Daarnaast hoort het natuurlijk bij Boogh om ook creatief te kijken naar de mogelijkheden die er voor ons zijn in dat aanbod van al die verschillende stageaanvragen.
Cindy Visscher, deelnemer AC Veenendaal Ik vind het een goede zaak dat mensen bij Boogh stage willen lopen want dan kunnen ze zien dat mensen met een beperking niet eng zijn en ook als volwaardige mensen beschouwd moeten worden. Maar Boogh moet wel blijven kijken wat voor mensen er bij Boogh stage komen lopen. Je moet wel stagiaires hebben die wat met de zorg hebben en geïnteresseerd zijn in de ander. Anders wordt het bij voorbaat al niks.
Keyvan Ditzel, deelnemer AC Veenendaal Een ‘plicht’ om stageverzoeken te honoreren heeft Boogh natuurlijk niet. Maar in financieel precaire tijden als deze zou het onverstandig zijn dergelijke aanvragen per definitie te weigeren. Een paar extra handen is immers altijd welkom, zeker nu! Andere kant van de medaille is het feit dat er veel tijd gaat zitten in de begeleiding en ondersteuning van stagiaires. Ze moeten dus wel iets wezenlijks toevoegen op de werkvloer.
Ilse Claessen – arbeidsbegeleider Boogh Arbeid en lid kwaliteitscommissie Ik vind dat ieder stageverzoek serieus behandeld moet worden. Als organisatie hebben we, vind ik, de plicht om stagemogelijkheden op diverse vlakken te bieden. Van snuffelstage tot eindstage maar ook van sociale activeringsplek tot maatschappelijke stage. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat Boogh te veel stagiaires tegelijk heeft lopen waardoor het welzijn van onze cliënten in het gedrang komt, maar ik ga ervan uit dat iedere manager zelf goed in beeld heeft wat de locatie aankan.
Juliëtte Verweij, deelnemer AC Utrecht Of Boogh de plicht heeft stagiaires aan te nemen, daar kun je lang en breed over praten. Stagiaires moeten een sollicitatiegesprek voeren en daarin worden vragen gesteld over de visie. Kunnen de stagiaires aan hun leerdoelen voldoen en wat zijn die doelen eigenlijk? Wat verwacht de stagiaire van Boogh en kan Boogh dit bieden? Kortom een heel traject en ik ben van mening dat een stagiaire hierop antwoord kan/moet geven. Na overleg met het team en de cliënt kan Boogh altijd nog beslissen. Boogh heeft ook een verantwoordelijkheid voor de opleiding van deze persoon en moet begeleiding kunnen garanderen. Als Boogh dit niet kan, kan zij weigeren. 14
Om met een auto bij ons huis te komen moet men over een smal weggetje rijden. Deze weg voert langs een parkeerplaats en een speeltuin. Na zo’n 150 meter staat de betreffende auto bij ons voor de deur. Aan de andere kant van het huis staan paaltjes. Dit betekent dat iemand die met de auto komt over hetzelfde weggetje weer terug moet. Het weggetje wordt aan beide zijden geflankeerd door een rij bomen. Kastanjebomen waarachter aan de ene kant dus de parkeerplaats en de speeltuin zijn gesitueerd. Aan de rechterkant, of linkerkant in geval je het vanaf mijn huis bekijkt, vinden we achter de bomen een kleine meter lager een voetpad. Daarnaast weer kastanjebomen waarachter de Biltsche Grift stroomt, het water dat zijn oorsprong vindt in de iets verderop gelegen singel. Als ik met de rolstoeltaxi word opgehaald, draait de chauffeur de bus achteruit onze tuin in die aan de zijkant van ons huis begint. Door het huis aan de achterzijde te verlaten, kan ik dan de taxi in waarna ik na over het weggetje te zijn gereden naar elders word gebracht.
Terug naar die bewuste woensdag. ’s Morgens had men van de groenvoorziening bedacht om wat bomen langs het weggetje te snoeien. Deze werklui hadden hun bus half op het weggetje, half op de grasstrook ter hoogte van de speeltuin geparkeerd. De taxi die
15
Column mij op kwam halen kon er net langs. Ik ging de taxi in en we reden weg. Na een meter of vijftig moesten we het busje passeren. Toen we er voor de helft langs waren, zei ik tegen de chauffeur: “Dat gaat ook maar net.” Ik had nog niet gezegd, en ja hoor, daar gleden we van het weggetje af, over het talud in de richting van het lager gelegen voetpad. Doordat we een halve meter lager door een boom werden tegengehouden, kwamen we niet bij het voetpad uit. Toch liet de chauffeur zich een vloek van drie letters, ook wel bekend als vrouwelijk geslachtsorgaan, ontvallen. Zelden ben ik het zo met iemand eens geweest. De chauffeur ondernam hierna een poging om ons uit deze benarde positie te manoeuvreren. Helaas werd het toen nog benarder. Nadat de taxi bijna het pad had bereikt, gleden we terug. Maar nu gleed de achterkant van de bus verder weg. Met het water niet ver weg, voelde ik me even de kapitein van de Titanic. Dat deze gedachte maar even door me heen ging, hebben we te danken aan dezelfde boom. Door de klap begaf een van de zijruiten het, waardoor deze er beetje bij beetje uitviel. Daar stonden we dan. Door de schuine positie van de taxi kon ik deze niet verlaten. Er zat dus niets anders op dan op een sleepwagen te wachten die de chauffeur had gebeld. Door het gat in de ruit werd het wel erg koud ondanks dat de kachel volop aanstond. De kou werd verder verholpen door twee dekens die mijn moeder kwam brengen. Verder was het dus wachten, voor me uit kijken en een column bedenken waarvan je nu het resultaat leest. Tussendoor hoorde ik naast me nog steeds stukjes glas uit de ruit vallen. Omdat de taxi dus in een niet gebruikelijke positie stond, keek ik
anders dan ik gewend ben de wereld in. Zo kon ik de bovenkant van de muurschildering aan het begin van de Grietstraat zien. Op deze manier kreeg ik daar een compleet beeld van want tot dan toe kende ik alleen de onderkant. Op de schildering staat overigens een griet afgebeeld. Nee, geen vrouw, maar een vogel, het is tenslotte de Vogelenbuurt. Na ongeveer vijf kwartier kwam er een sleepwagen. Nadat de kabels aan de taxi waren vastgezet, begon het slepen. Dit leidde niet meteen tot succes omdat de sleepwagen begon te slippen. Hierop belde de bestuurder van de sleepwagen voor zwaarder materieel. Dit was niet beschikbaar. Na nog twee pogingen en even zoveel telefoontjes werd de voorkant van de bus opgekrikt, zodat er zand onder de voorwielen gegooid kon worden. Daarna lukte het wel om de taxi weer op het rechte pad te krijgen. Na een kleine twee uur kon ik de taxi weer uit. Ik ging met de rolstoel weer naar huis en de chauffeur met de taxi naar het schadeherstelbedrijf. Waarmee een einde kwam aan dit avontuur.
Boogh magazine - april 2010
Op een woensdag midden januari, werd ik rond het middaguur opgehaald om naar Boogh te gaan. Het was een van die vele dagen afgelopen winter dat Nederland lag bedekt onder een sneeuwlaag. Een laag die door bevriezing spekglad was. Het zojuist omschreven weggetje is er ook nog eens een dat nooit wordt gevonden door het strooizout. Hierdoor kan het zomaar zijn dat wanneer je op een mooie zomerdag met een bootje door de Biltsche Grift vaart, je op het weggetje ernaast kinderen ziet sleetje rijden.
Gert-Jan van Zetten
Bedankt boom!
Afasiecentrum 5 jaar
Feest in de Paraplu! In 2005 startte de Paraplu in Utrecht in samenwerking met Boogh met het afasiecentrum. Op 17 februari 2010 was het feest: het afasiecentrum vierde haar vijfjarig bestaan. Hieronder een verslag van deze feestelijke dag. Door Lenie (afasiecliënt) en Boet Verboekend
W
Boogh magazine - april 2010
ij kwamen aan met de auto uit Arkel. Aangekomen in de Paraplu werden we welkom geheten door de locatiemanager, de heer Willem Baas. Daarna kregen we koffie met gebak, op het gebak stond een parapluutje. Het was erg leuk; we zagen alle veertig afasiecliënten + partners en genodigden. Er waren tachtig mensen uitgenodigd. Iedereen kreeg een naamkaartje opgespeld met daarop een nummer van een groep. Er waren drie groepen. Men ging naar het lokaal dat op het naamkaartje stond voor een spel. Eén spel duurde
25 minuten, daarna wisselden de groepen van lokaal en begonnen aan het volgende spel. Bij het spel tanggram was ik de pineut, want ik (Boet) moest als man van Lenie meedoen. Ik dacht dat het een makkie was, nou vergeet het maar. Je moest met een tegenspeler blokjes neerleggen met een bord ertussen in. Door het bord kun je niet zien hoe de andere speler de blokjes op het vel papier neerlegt. De speler moet wel vertellen hoe hij het blaadje neerlegt, maar als valide persoon geef je hierover veel te weinig informatie. Na tien blokjes was het spel gedaan. Men haalde het bord ertussen uit. Wat een puinhoop! Er lag maar één blokje op zijn plaats. Daarna zijn wij weer naar een ander
lokaal gegaan. Er werd daar gelezen door de afasiecliënten. De leiding had duikbrillen mat gemaakt en ze hadden sommige stukjes van de bril afgeplakt. Daarna weer naar beneden, weer een ander spel. Een foto waarbij je moest opschrijven en vertellen wat je zag. Daarna, na 25 minuten kwam de man met de gong weer en was het klaar. Toen gingen we borrelen in de grote zaal. Odette (coördinator) vertelde iets over het 5-jarig bestaan van het Afasiecentrum. Daarna gingen we eten: het was zalig. Er was eerst afasiesoep. Toen boerenkool, hutspot, zuurkool, zelfgemaakte gehaktballen, halve worsten en uitgebakken spek. En als klap op de vuurpijl een toetje……… ijs met vruchten met slagroom, mmm lekker! Al laatste koffie met bonbons. Na de koffie hebben we met zijn allen een lied gezongen. Maar mijn vrouw Lenie playbackte alleen maar. De eigengemaakte kaartjes werden aan de partners gegeven en dat was echt de partnerverwendag. De genodigden en partners kregen ook cadeautjes uitgedeeld. De deelnemers waren verdrietig, maar kregen een mooie Paraplu met het A.V.N. (Afasie Vereniging Nederland)logo erop. We hebben ook nog een quiz gedaan onder leiding van Jeroen. Waar haalt hij die moeilijke vragen vandaan??? De heer Willem Baas sloot de avond af met dank aan het feestcomité: Jos Elbersen, Ans Dorrestein en Gerard Vet. Ook dank aan Boogh Veenendaal voor het gebak, Boogh Utrecht voor de bloemstukjes en dank aan het cateringbedrijf van de Paraplu.
De leden van het feestcomité (v.l.n.r. Ans Dorrestein, Jos Elbersen en Gerard Vet) krijgen bloemen van coördinator Odette Stoutjesdijk.
16
Concertverslag
David Gray in Londen H
Het weer was troosteloos te noemen toen we op Luton landde. Echt zoals je jezelf dat bij Engeland voorstelt. En toch overkomt me een warm gevoel bij aankomst. De mentaliteit staat me daar aan. Gebaseerd op het gevoel dat me twee jaar geleden ook al overkwam. Vriendelijkheid kost niets! En daar denken we in Nederland nog wel eens anders over. Getuige de meest recente SIRE-campagne ‘hoe om te gaan met aardige mensen.’ Natuurlijk vraag ik me op zo’n moment even af of dat vooral komt door mijn rolstoel. 17
Maar niets lijkt minder waar te zijn want ik heb zelden een chauffeur van de bus, die ons weer dichter bij onze bestemming bracht, een uitstraling zien hebben van ’welkom in mijn bus.’ De ervaring van weer andere toegankelijkheid, dat met het rolstoelsymbooltje stond aangegeven op ons metrokaartje, viel even tegen. Het metrostation bleek in de praktijk maar aan één kant rolstoeltoegankelijk en laat het nu net zo zijn dat je aan die andere kant moet zijn. Oeps, eh, aanpakken dan maar! Op wilskracht weet je veel te bewerkstelligen, zo bewezen Hayk en Han. Het idee van een vergelijkend otestedentoegankelijkheidonderzoek rees weer even op. De rest van onze ritjes door de stad hebben we per bus gedaan. Deze lijkt in Londen universeel rolstoeltoegankelijk terwijl het in Nederland nog steeds per gemeente een gok blijkt te zijn. Maar nu was het moment eindelijk daar. En dat zou u als lezer ook kunnen denken, besef ik nu. Na in een uitstekend Marokkaans restaurant wat gegeten te hebben, gingen we binnen in het artistieke Hammersmith Appollo, een locatie die ik kende van een dvd die David Gray daar eerder opnam. Dat vond ik een leuke bijkomstigheid! In het voorprogramma stond een veelbelovende gitarist maar hij dreef qua niveau al snel weg in een oppervlakkige, arrogante praatjesmaker. Eindelijk werden de zaallichten definitief gedoofd voor de hoofdact. Altijd een verassing waarmee de artiest begint. De eerste klanken van het openingsnummer van het meest recente album ‘Draw the Line’ beantwoordde die vraag. De man, die gedurende het hele concert zijn colbert aanhield waardoor ik op den duur een grote transpiratievlek op zijn rug kon waarnemen, bewoog zich vol overgave door zijn rijk gevulde muzikale carrière. Los van het feit dat David Gray wereldwijd inmiddels twaalf miljoen cdtjes
van zijn hand over de toonbank heeft zien gaan, lukt het hem nog steeds om bij mij over te komen als dat het hem vooral om de muziek gaat. En ik geloof hem daar ook in! Ironisch genoeg werd de cd ‘White Ladder’ in 2000 (die tot nu toe het meest succesvol is gebleken) wegens geldgebrek in zijn eigen huis opgenomen! Later ging ’ie’ zes miljoen keer over de toonbank en heeft David Gray er commercieel en kwalitatief een klassieker van weten te maken! Een eensgezind gejuich stijgt op uit het publiek wanneer David met zijn band zijn hit ‘Babylon’ inzet. Een intieme ‘uitgeklede’ versie volgt, zeker in Groot-Brittannië de moeite van het proberen waard! Sowieso kwamen ‘mijn pareltjes’ wel voorbij, op eentje na: ‘Night blindness’, een plaatje wat voor mij vooral in tegenspoed een troostende werking heeft. Het ontbreken van deze ‘song’ vond ik een beetje jammer omdat er op de bonus live cd bij ‘Draw the Line’ (speciale editie) een interessante uitvoering staat. De concertkaartjes beloofden ‘special guest(s)’, en zo kon het gebeuren dat (ik kreeg er een blij voorgevoel van) good old Annie Lennox evenals op de cd mij met ‘Full Steam’ achterin mijn rolstoel blies. Fantastisch! Pieter Houtman
Boogh magazine - april 2010
et idee ontstond spontaan nadat ik er te laat achter kwam dat David Gray een concert gaf in de Melkweg in Amsterdam. De teleurstelling was echter van korte duur. Toch nog eens even verder kijken, we zouden natuurlijk ook naar Londen kunnen gaan! Zo gezegd, zo gedaan. We moesten alleen nog wat langer wachten. Maar op 9 december jl. werd het wachten beloond. Samen met Hayk en Han (zoals ze elkaar liefkozend noemen, tweelingbroer en vriendin) vloog ik naar Londen. Overigens ben ik nog nooit zo gemakkelijk vroeg opgestaan, want rond 4.30 uur zat ik al rechtop in bed! En degene die mij een beetje beter kennen, weten dat dit voor mij een prestatie op zich betekent! (Overigens wel geholpen door het aandringen van mijn blaas). De rit naar Schiphol verliep soepel. Mijn ouders waren zo lief om samen met mij vroeg op te staan. En met een eventuele file of ander ongemak in het achterhoofd vertrokken we dus veilig op tijd naar de luchthaven. Zo kan het gebeuren dat je al rond 7.15 uur wachtend op mijn metgezellen door het winkelgebied van Schiphol slentert! Op den duur toch maar eens bellen waar die lui bleven. Dat kwam gelukkig ook weer goed. Na een kort overleg leek het verstandiger om maar direct in te checken en het vooraf bedachte drankje voor vertrek te annuleren.
ACTIVITEIT UITGELICHT
Open activ iteit In iedere uitgave van Boogh magazine staat een activiteit in de schijnwerpers. We richten ons vizier dit keer op de Open activiteit bij Boogh Activiteiten Amersfoort.
1
Door Pieter Houtman en Gert-Jan van Zetten
O
Boogh magazine - april 2010
p maandagmiddag schalt er regelmatig een echte meezinger vanuit de ruimte pal naast de onze waar wij als redactie van dit magazine werken. Van ‘Ik voel me zo verdomd alleen’ van Ciske de Rat tot ‘Ik wis nie da je kwaod werd’ van het Utrechtse bandje Pleps. De zanger die we er luidkeels bovenuit horen is Ruud, hij kent dan ook zo ongeveer het hele Nederlandstalige meezingrepertoire uit zijn hoofd. Het bovenstaande lezende zult u waarschijnlijk denken dat we het hier over de activiteit ‘Muziek’ hebben. Dit is echter niet het geval, het gaat namelijk over de ‘Open activiteit’. In het activiteitencentrum in Amersfoort wordt de Open activiteit op maandag-, dinsdagen vrijdagmiddag aangeboden. De activiteit is ontstaan omdat op sommige dagdelen een
aantal cliënten zich niet goed kon vinden in het bestaande activiteitenaanbod. Het is ook een mooie uitwijkmogelijkheid voor cliënten die een keertje iets anders willen doen. Daarnaast is het een leuke invulling voor cliënten die een keer van dagdeel hebben geruild of voor mensen die een week naar het activiteitencentrum komen omdat ze in de verderop gelegen woonvorm logeren. De samenstelling van de groep wisselt hierdoor steeds. Welke cliënten aanwezig zijn is natuurlijk ook afhankelijk van de middag. Dit geldt ook voor de aanwezigheid van de medewerkers. Iedere middag bij de Open activiteit heeft dan ook zijn eigen sfeer en karakter. Wat er allemaal binnen de activiteit gebeurt, is heel divers. Er wordt wel eens film gekeken, een kennisquiz gedaan of iets lekkers gemaakt, zoals pepernoten en wafels. Gezelschapsspelletjes vinden ook regelmatig hun weg in de activiteit.
Op dinsdag heeft een medewerker een keer een lezing gehouden over (de historie van) de auto. Dit met behulp van de laptop en beamer. De middag dat wij te gast waren, was men ook in de weer met deze apparatuur. Die middag bekeek de groep wat bloopers van de Olympische Winterspelen. De laptop en de beamer worden ook opgesteld om informatie op te zoeken zoals bij de ramp op Haïti. Maar zoals eerder aangegeven speelt muziek, in ieder geval bij de groep op maandagmiddag, een belangrijke rol. Soms klinkt er muziek via de computer, maar er is ook een oude kofferplatenspeler. Zo nam Jos een keer zijn lp collectie mee met platen van ondermeer ABBA en Golden Earring. Roos is ook iemand die erg van muziek houdt, ze zingt graag. Binnenkort krijgt de Open activiteit een eigen ruimte. Niet geheel eigen, de ruimte wordt namelijk gedeeld met de Huiskamer. De ruimte die hiervoor geschikt wordt gemaakt, is de voormalige rookruimte, waarbij u niet ongerust hoeft te zijn over de rokers, want daar is weer een andere, kleinere ruimte voor ingericht. De nieuwe ruimte voor de Open activiteit heeft ramen aan beide lange zijden. Aan beide zijden zijn ook schuifdeuren. Het ene paar schuifdeuren geeft toegang tot de middenruimte, via het andere paar kom je buiten op het terras. Door de ramen en doordat je naar buiten kunt heeft deze activiteit nog meer een open karakter. Het nodigt andere cliënten meer uit om ook eens aan te schuiven. En als het weer het toelaat kunnen de mensen van de Open activiteit lekker buiten zitten. Het kan zijn dat cliënten in de toekomst voor andere activiteiten kiezen, maar wij denken, mede door het enthousiasme van cliënten en medewerkers dat de Open activiteit een blijvertje is.
18
Wonen met afasie
Oproep voor mogelijke woonvorm Als redactie van Boogh magazine kregen wij het verzoek om onderstaande oproep te plaatsen. We geven hier graag gehoor aan. Door Marianne Sybesma
R
uim negen jaar geleden kreeg mijn man een hersenbloeding. De lichamelijke gevolgen waren: halfzijdige verlamming, problemen met plassen en de stoelgang en een lichte vorm van neglect. (Bij neglect wordt stelselmatig één lichaamshelft of een deel van de ruimte om iemand heen verwaarloosd. red.) Daarbij heeft hij afasie waardoor hij zich met moeite voor zichzelf en de toehoorder uit, hij vrijwel niet kan lezen en alleen zijn naam kan schrijven. Gelukkig is hij nog wel in staat voor een groot deel te begrijpen wat er wordt gezegd en heeft hij ook zijn begrip voor zijn situatie en die van anderen grotendeels behouden. Vooral zijn gevoel voor humor maakt dat zijn omgeving positief op hem reageert. Mede hierdoor kon hij, ondanks een indicatie voor verpleeghuisopname, altijd thuis blijven. Met - gedurende de laatste jaren thuiszorg, vakanties, respijtzorg, één dag per week naar de dagopvang en een middag naar schilderles hebben
we het aardig gered. Daarbij heeft het veel geholpen dat wij een goed aangepast huis hebben, twee van onze dochters dichtbij wonen en dat we ook verder de nodige andere contacten hebben. Toch heb ik het gevoel dat er iets moet veranderen. We zijn nu 81 (hij) en 74 (ik) jaar. Het zou voor mij een verlichting zijn om de zorg – en dan niet in de laatste plaats het communiceren met mijn man – te delen met anderen. Gemeenschappelijke ondersteuning in combinatie met het contact met lotgenoten zou voor mijn man heel positief werken. We hebben allerlei mogelijkheden overwogen. Van een volledig verblijf in een verpleeghuis tot het in huis nemen van een au pair en alles wat daar tussenin zit. Ten slotte lijkt het gemeenschappelijk wonen met anderen die in eenzelfde positie verkeren een aantrekkelijke oplossing. Dit idee is mede geïnspireerd op verschillende vormen van kleinschalige, gemeenschappelijk wonen projecten die de laatste tijd zijn ontstaan voor dementerenden, zoals het Martha Flora concept
en dat van de Herbergier. Deze projecten zijn echter, voor zover ik weet, alleen bestemd voor degenen die zorg nodig hebben. Familie of partners verblijven elders. Er bestaan echter ook woongemeenschappen (of ze zijn in oprichting) waar de zorgvrager in familieverband blijft wonen. Een voorbeeld hiervan is de Wijde Mantel in de Flint waar meervoudig gehandicapte kinderen samen met hun ouders in afzonderlijke woningen wonen. Deze zijn onderling verbonden met een gemeenschappelijk gebouw waar de kinderen worden opgevangen en verzorgd (afhankelijk van hun behoeftes) in speciaal voor hen geschikte ruimtes. Er blijkt steeds meer behoefte te bestaan aan kleinschalig samenwonen met lotgenoten. Voor mensen met afasie in het bijzonder lijkt het me fijn om samen met partners te wonen in een omgeving waar men is ingespeeld op hun speciale beperkingen en waar de partners in staat blijven een deel van de zorg/ begeleiding op zich te nemen. Zo ontstaan, door een combinatie van professionele ondersteuning en mantelzorg onder één dak (of op één terrein), meer mogelijkheden om ‘er wat van te maken’. Mijn doel van dit artikel is om te peilen of er inderdaad mensen zijn die behoefte hebben aan een woonvorm zoals hierboven in het kort beschreven. Er zijn al verschillende mensen die beroepshalve veel te maken hebben met afasie, die mee willen denken en werken. Als u interesse hebt of meer wilt weten dan kunt u mij op de volgende manieren bereiken: e-mail:
[email protected] (met als onderwerp ‘wonen met afasie’) telefoon: (0343) 520 883 (inspreken bij afwezigheid)