Magazine December 2014
08
Ontzorgen en verrijken staan centraal
‘Het succes van het huidige controleproces in de mondzorg smaakt naar meer’
04
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)
10
‘Dat ik hier ben is geen toeval’
16
‘Groeipartner’ Gilde en Famed content met samenwerking
Inhoud
26
04
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) wil bijdragen aan participatiemaatschappij
08
Ontzorgen en verrijken staan centraal: Succesvolle service bij het declareren in de mondzorg
10
Minister Edith Schippers tijdens bezoek aan Famed: ‘Dat ik hier ben is geen toeval.’
12
Kik Aalders blikt terug op zijn loopbaan ‘In de loop der jaren word je steeds beter in je vak’
14
Dierenarts en paardendokter Jenny Smulders: ‘Ik wil mijn handen vrij kunnen houden’ Alles voor het paard
16
‘Groeipartner’ Gilde en Famed content met samenwerking
18
Kort nieuws
20
Zorglandschap Nederland gaat ingrijpend op de schop
24
Famed optimaliseert declaratieproces voor apothekers
26
Het delen van medische dossiers: De privacykwestie
28
De opmars van de thuisdokter
30
De ‘cloud-based’ oplossingen van Animana
32
Uganda Hears: Een veilige plek voor kinderen in Oeganda
34
RondOm Podotherapeuten rennen voor Make a Wish
35
Contact
d
Ontwikkeling De Brits journalist David Frost (1939-2013) was decennialang hét icoon van de BBC. In zijn carrière interviewde hij vanaf 1964 alle Britse prime ministers en ook zeven Amerikaanse presidenten. Met zijn scherpe vragen en zijn nonchalante, bijna slordige manier van spreken kreeg hij over de hele wereld honderdduizenden fans. En dan was er die onderkoelde Britse ironie. Van hem is de uitspraak: ‘Ontwikkeling is het vermogen om naar bijna alles te luisteren zonder je kalmte of je zelfvertrouwen te verliezen’.
08
Ik moest aan dat citaat denken tijdens het recente bezoek van minister Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, aan ons kantoor begin november. Een indrukwekkende dag, alleen al omdat deze minister een goede dossierkennis koppelt aan een scherp luisterend oor. ‘Ontwikkeling’, dat is misschien ook wel het meest belangrijke woord, als we het hebben over de ambities van Famed. We willen voorloper zijn als het gaat om het gemakkelijker maken van financieel-administratieve processen, voor onze klanten. Daarbij willen we luisteren naar de markt. Wie heeft welke behoefte? Duidelijk is dat transparantie en vereenvoudiging van zaken hoog op de verlanglijstjes staan. Van onze klanten, maar ook van hún klanten; de mensen die wij nu misschien nog iets te zakelijk ‘debiteuren’ noemen. Het motiveert ons om dan ook vooral dáár aan te werken. Dat doen we op vele fronten. Niet alleen door met de minister van gedachten te wisselen, maar ook door steeds te werken aan maatwerk; voor tandartsen, dierenartsen, apothekers en alle andere zorgaanbieders.
12
20
Het zal duidelijk zijn dat dit soms forse investeringen vergt. In mensen, tijd en geld. Maar, we zijn er van overtuigd dat het dé weg is die we moeten bewandelen. Simpelweg, omdat we steeds beter willen worden en bijzondere dingen willen blijven doen. Een eigenschap die me overigens dan ook weer aan Frost doet denken. Want hij was het die ooit zélf bereid was om twee miljoen dollar te investeren in een project waarbij hij exVS-president Nixon maar liefst 28 uur interviewde. Frost hoefde dit niet te doen want hij had een meer dan goede baan bij de BBC. Maar hij vond dat hij het financiële risico moest nemen, omdat Nixon nu eenmaal geschiedenis had geschreven en de onderste steen boven moest komen. De interviews onthulden vervolgens veel historisch belangrijke feiten over de Nixonperiode en vormden zelfs de basis voor een toneelstuk en een speelfilm, die vervolgens een tal van Oscarnominaties kreeg. Kortom, waar ontwikkeling wel niet toe kan leiden.
Henk de Jong Algemeen directeur
32
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) wil bijdragen aan participatiemaatschappij
‘Wanneer je vroeger naar de psycholoog ging, dan hield je dat meestal voor je’ Anno 2015 is een bezoek aan de psycholoog (bijna) net zo gewoon als de wekelijkse gang naar de sportschool. En zo hoort het ook te zijn, vinden Jack Dekker en Gert Ouwersloot van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Binnen de beroepsvereniging zijn zij respectievelijk voorzitter sector gezondheidszorg/lid algemeen bestuur en portefeuillehouder kwaliteit/voorzitter visitatiecommissie. Een lage drempel, eerdere herkenning en erkenning van psychische problemen en het wegnemen van (onterechte) schaamte, hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en de brede acceptatie van hun vakgebied in de achterliggende decennia. En hoewel de positieve kijk overheerst, is er ook bezorgdheid.
D
e politiek heeft het tegenwoordig steeds over de participatiemaatschappij. Maar in de huidige stressvolle tijd is participeren een grote uitdaging en hangt voor een groot deel af van publiek welzijn. Als je je goed voelt, kun je meedoen. Voor grote groepen mensen is zich ‘goed voelen’ geen vanzelfsprekendheid, zij hebben tijdelijk of permanent ondersteuning nodig van psychologen die kwalitatief hoogwaardige zorg leveren. Dit moeten zij nu en in de toekomst kunnen blijven doen. Voor de jeugd, in de gezondheidszorg en op het gebied van arbeid, organisatie en integratie. Psychologen willen blijvend bijdragen aan het mogelijk maken van een participatiemaatschappij. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is het behouden van een kwalitatief goed niveau van psychologische zorg.” Woorden van voorzitter Elly Plooij van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), uitgesproken tijdens het lustrumcongres ter ere van het 75 jarig bestaan (in Utrecht, december vorig jaar). Volgens Jack Dekker is het bezoek aan de psycholoog in de achterliggende decennia uit een soort taboesfeer gehaald. “Als je vroeger naar de psycholoog ging, dan hield je dat meestal voor je. Daar werd niet of nauwelijks over gesproken. Alsof het een zwaktebod
04 26
was. Tegenwoordig geldt het eerder als een teken van kracht wanneer je professionele psychische hulp inschakelt.” De omwenteling is mede te danken aan de psychologie zelf, die zorgde voor drempelverlaging en een bredere maatschappelijke acceptatie, maar ook aan de huisarts, stelt Gert Ouwersloot. “Zij weten steeds beter te signaleren wanneer een patiënt baat heeft bij psychische ondersteuning. Er wordt eerder doorverwezen. Dat is een goede zaak, want dan kun je sneller met de behandeling starten. Goed voor de patiënt. Maar ook met het oog op de kosten van de gezondheidszorg. Als iemand vroegtijdig wordt behandeld, is het traject van behandeling vaak minder intensief dan wanneer je aan de late kant bent.” Veranderingen Ondertussen is de structuur van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland ingrijpend veranderd. Achterliggende gedachte van het Kabinet: in Nederland worden relatief veel mensen in de duurdere specialistische zorg behandeld, die ook geholpen zouden zijn met minder dure zorg. Hierbij gaat het vaak om patiënten met lichte of middelzware klachten. Volgens de overheid worden
patiënten door huisartsen of psychologen te snel doorverwezen naar specialistische zorg. Door goede samenwerking en ondersteunend beleid verwacht de overheid dat er een verschuiving van patiëntstromen kan plaatsvinden. Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat huisartsen patiënten met psychische problematiek daadwerkelijk herkennen, meer patiënten zelf gaan behandelen of tijdig doorverwijzen naar de generalistische basis ggz (voorheen eerstelijnspsychologische zorg) of gespecialiseerde ggz. De reorganisatie van de geestelijke gezondheidzorg is niet te danken aan een afname van de problemen van de Nederlander, vindt Jack Dekker. “Het aantal mensen met psychische problemen is juist groter geworden.” Hij verwijst naar een onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), waarin werd vastgesteld dat jaarlijks bijna 165 miljoen Europeanen (circa 38 procent) lijden aan psychische en neurologische aandoeningen zoals depressie, angstaanvallen, slapeloosheid en dementie. Van deze mensen krijgt slechts één derde therapeutische hulp of medicatie. Therapie wordt vaak jaren uitgesteld, een probleem dat met sneller
Psychologie
Over het NIP Met ruim 13.000 leden is het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) de grootste beroepsvereniging van psychologen in Nederland. Naast belangenbehartiging biedt de vereniging een platform voor het uitwisselen van kennis. Het NIP kent vier sectoren: Gezondheidszorg, Arbeid & Organisatie, Jeugd en de zogeheten Intersector. De eerste is de grootste sector. Veel psychologen zijn werkzaam in de (geestelijke) gezondheidszorg bij zorginstellingen en ziekenhuizen of betrokken bij onderzoek op het terrein van de gezondheidszorg. Arbeids- en organisatiepsychologen richten zich op de combinatie van mensen, werk en organisaties. Zij zijn werkzaam in bijvoorbeeld coaching, training, assessment, beroepskeuze en omgaan met werkstress. Kinder- en jeugdpsychologen bieden zorg en ondersteuning aan twee kwetsbare groepen in de samenleving: kinderen en jongeren. In de intersector tenslotte gaat het om psychologen die werkzaam zijn op ‘nieuwe’ of specifieke terreinen binnen de psychologie, gericht op de gezondheidszorg, de arbeid- en organisatiesector en de jeugdzorg.
27 05
onderzoek bij psychische problemen zou kunnen worden verminderd, aldus de WGO. In het onderzoek werd data van 514 miljoen Europeanen geanalyseerd. Dekker heeft het gevoel dat ongemakkelijke feiten in Nederland nogal eens onder het kleed worden geveegd. “Kijk alleen eens naar het aantal zelfdodingen. Dat is tussen 2007 en 2012 met 30 procent toegenomen: van 1.353 tot 1.753. Daar is niets noemenswaardigs over in de media verschenen. En van overheidszijde heb ik ook weinig gehoord, terwijl hier wel degelijk een taak ligt voor de overheid. Via een voorlichtingscampagne zou je meer bekendheid kunnen geven aan 113, het nummer dat mensen die rondlopen met zelfmoordgedachten kunnen bellen. Dat kan zeer effectief zijn. Kijk maar naar de campagnes die het gedrag van de weggebruiker willen beïnvloeden. Die hebben geleid tot minder slachtoffers in het verkeer.” Een andere verandering waarmee het NIP wordt geconfronteerd is de nieuwe structuur van de jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 wordt alle hulp aan kinderen en ouders (inclusief de jeugd-ggz) overgeheveld naar de gemeenten, die dan inhoudelijk en financieel verantwoordelijk zijn. Volgens het NIP biedt de nieuwe Jeugdwet kansen, maar zijn er ook risico’s. Vooral het verdwijnen van de zekerheid dat jongeren de zorg ontvangen die zij nodig hebben, leidt tot onrust bij de professionals. Ook de toekomstige positie van kinder- en jeugdpsychologen is een bron van onrust. In de nieuwe situatie moeten zelfstandige psychologen zelf gaan onderhandelen met de gemeenten, maar het is nog niet precies
bekend over welke financiële middelen de gemeenten in 2015 beschikken. Verder is nog onbekend welke zorg lokaal, regionaal of landelijk wordt aangeboden. “Hoewel het wetsvoorstel al aardig is dichtgetimmerd, kan er nog wel druk worden uitgeoefend wat betreft de bewaking van kwalitatief goede zorg”, zegt Gert Ouwersloot. “Bijvoorbeeld door de verplichte beroepsregistratie in de jeugdzorg en het kwaliteitsregister dat daarvoor wordt ingesteld.”
‘Kijk alleen eens naar het aantal zelfdodingen. Dat is tussen 2007 en 2012 met 30 procent toegenomen: van 1.353 tot 1.753’ Kwaliteit en kosten Om die kwaliteit op niveau te houden draagt het NIP bij aan verschillende instrumenten zoals kwalificaties en registraties, richtlijnontwikkeling, testbeoordeling, visitatie, beroepscode en tuchtrecht, ontwikkeling van veldnormen en Routine Outcome Monitoring (ROM). Dat laatste is het structureel meten van de toestand van de cliënt. Door verschillende metingen met elkaar te vergelijken kan worden vastgesteld of de toestand is
veranderd. Een ander instrument is de visitatie. Gert Ouwersloot: “Een goede behandeling uitvoeren vraagt om een setting waarin een gezonde behandelrelatie tot stand komt en de behandelaar en cliënt veilig kunnen werken. De bestaande wet- en regelgeving en de NIP Beroepscode dragen hieraan bij. Door middel van kwaliteitsvisitatie ondersteunen we zelfstandig gevestigde psychologen ook op praktisch niveau, waardoor ze hun praktijkvoering kunnen optimaliseren. We faciliteren zelfevaluatie, groepsevaluatie en evaluatie met daartoe opgeleide collega’s: de visiteurs.” Waar veel psychologen zich grote zorgen over maken is de macht van zorgverzekeraars, zo blijkt uit een enquête die het NIP voorafgaand aan het jubileumcongres liet uitvoeren. Niet alle zorgaanbieders toonden zich overigens bezorgd. Negentien instellingen noemden hun belangrijkste verzekeraar plezierig om zaken mee te doen, al stond daar tegenover dat andere verzekeraars waarmee zij contact hebben minder positief werden beoordeeld. “De focus ligt te veel op kosten en beslissingen over vergoedingen in plaats van kwaliteit”, zegt Ouwersloot. “Instellingen en zelfstandige psychologen kunnen vaak niet onderhandelen over de contracten.” De scherpere inkoop zorgt bovendien voor bureaucratie en communicatieproblemen, vindt hij. “Door de uiteenlopende eisen van de verschillende zorgverzekeraars zijn psychologen veel tijd kwijt om te voldoen aan alle regels en de benodigde administratie. En dat is niet wat je werkelijk wilt. Wij zijn er primair om mensen te helpen.”
Jack Dekker Jack Dekker (1955). Is professor klinische psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en hoofd Onderzoek van Arkin, één van de grootste ggz-instellingen in Nederland. Burgerlijke staat: samenwonend Inspiratiebron: “Ik heb veel onderzoek gedaan naar psychoses en schizofrenie. Wat mij inspireert is het onder de aandacht brengen van deze aandoeningen bij wetenschap en publiek.”
06
Grootste ambitie: “Het zou leuk zijn als de 12 psychologenverenigingen die ons land telt met één stem gingen spreken. Dat zou ons geluid richting politiek, verzekeraars, publiek en media alleen maar ten goede komen.” Hobby’s: wandelen en lezen. Laatst gelezen boek: “Een prachtig boek over de geschiedenis van New York.” Film: ‘La grande bellezza’.
Psychologie
Van Big Brother tot hersenhype Gert Ouwersloot Gert Ouwersloot (1958). Klinisch psycholoog - psychotherapeut. Naast zijn werk in de zorgeenheid ‘Psychiatrie’ van Lievensberg Ziekenhuis (Bergen op Zoom) en in zijn praktijk ‘de Brug’ doet hij vanuit het onderzoeksinstituut van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek naar het bewustzijn bij psychische problemen. Burgerlijke staat: Gehuwd. Inspiratiebron: “In Ascona, Zwitserland, is de ‘Monte Veritá’, de berg van de waarheid. Ooit een ontmoetingsplek voor intellectueel Europa. Ook Jung heeft er enkele weken doorgebracht. Onderaan de Monte Veritá is een boekenantiquariaat waar ik van Jung ‘The Undiscoverd Self’ kocht. Ik maak mezelf wijs dat Jung het daar op die berg heeft geschreven. En in dit kleine meesterwerk schrijft Jung een boodschap over de psychologie die in essentie hetzelfde is als C.S. Lewis in ‘De afschaffing van de mens’ en Viktor Frankl in ‘De zin van het bestaan’.” Grootste ambitie: “Een eigen gezicht voor de psychologie in het veld van de gezondheidszorg, in haar eigenheid als gedragswetenschap geïntegreerd met de reguliere geneeskunde. In het besef dat hoofd en geest noodzakelijk met elkaar zijn verbonden. Met alle beleidsmatige, financiële en organisatorische consequenties van dien.” Hobby’s: muziek beluisteren, hoorn spelen en literatuur. “Mijn favoriete muziekstuk is op dit moment Danzon no2 van Marquez door het nationaal Jeugdorkest van Bolivia Simon Bolivár, onder leiding van Dudamel.” Laatstgelezen boek: “Mag het ook mijn favoriete boek zijn? Dat is ‘Gilead’ van Marilynne Robinson.”
In het boek ‘van Big Brother tot hersenhype’, dat ter gelegenheid van het jubileum is gepubliceerd, schetst de auteur en psycholoog Jaap van Ginneken onder andere de ontwikkeling van het vakgebied. Die begint eind negentiende eeuw, wanneer de Groningse hoogleraar Gerard Heymans in zijn eigen woning het allereerste laboratorium voor psychologische proefnemingen in Nederland inricht. Later wordt het laboratorium ondergebracht bij de universiteit. Als Heymans zijn functie als rector magnificus neerlegt, houdt hij een rede waarin hij stelt dat de voorafgaande eeuw die van de natuurwetenschappen is geweest. “Eén langen Sint Nicolaasavond”, noemt hij het, “met cadeautjes voor de hele mensheid, uiteenlopend van stoommachines en elektrisch licht en nog veel meer.” Heymans kondigt aan dat de twintigste eeuw die van de psychologie zal worden. “De twintigste-eeuwse psychologie bracht veel goeds”, noteert
Jaap van Ginneken. “Van diagnosehulpmiddelen tot therapeutische behandelingen. Anno 2014 is de psychologie doorgedrongen tot in de haarvaten van de maatschappij: in het privéleven, in het bedrijfsleven en bij de overheid.” De opmars van de psychologie is ook terug te zien in de media. Psychologen schuiven aan in veelbekeken praatprogramma’s, schrijven columns in populaire dag- en weekbladen en publiceren boeken die voor een groot publiek toegankelijk zijn. Jaap van Ginneken: “Alle serieuze en minder serieuze uitgevers zijn inmiddels populaire series begonnen over psychologie. Een voorbeeld zijn de zonnige gele boekjes met adviezen uit de Zorgen voor jezelf-serie van uitgeverij Boom. Midden jaren tachtig verschenen de eerste: nog gewoon over liefde en kinderen. Maar daarna volgde een lange reeks met praktische tips over hoe je zonder een therapeut zelf met een hele reeks aan veelvoorkomende klachten kunt omgaan. Waar psychologie in de betere boekhandels voorheen slechts enkele plankjes in beslag nam, vult zij nu vaak meerdere kasten naast elkaar.” Een naam die onlosmakelijk is verbonden met de popularisering van de psychologie is die van Piet Vroon (1939-1998), in de jaren 70 en 80 een bekend en geliefd psycholoog, die onder andere in ‘de Volkskrant’ publiceerde. Onvergetelijk is zijn hilarische kritiek op het subsidiebeleid in de universitaire wereld, die bij hem vaak plagend ZULO (Zeer Uitgebreid Lager Onderwijs) werd genoemd. Heel Nederland was echter getuige van hoe hij in het laatst van zijn leven de grip op zichzelf verloor en ook op televisie zich niet meer goed staande wist te houden. Ondanks zijn trieste einde is hij één van de psychologen die veel heeft betekend voor het toegankelijk maken van de psychologie (bijvoorbeeld in zijn boek ‘De tranen van de krokodil’).
07
Ontzorgen en verrijken staan centraal
Succesvolle service bij het declareren in de mondzorg
Mooie resultaten. Twee woorden die van toepassing zijn op de pilot met de nieuwe declaratieservice van Famed. Bij de aangesloten zorgverzekeraars daalde het aantal reclameringen (afwijzingen) als gevolg van foutief declareren tussen januari en oktober 2014 van 0,9% naar 0,1%. Het effect van deze service: minder foutief aangeleverde declaratiebestanden bij zorgverzekeraars, sneller inzicht voor de zorgaanbieder in de kwaliteit van de aangeleverde declaratiebestanden, minder klachten en minder controles achteraf door de zorgverzekeraar. Kortom: meer grip op de zaak.
F
outief declareren is in de meeste gevallen geen kwestie van kwaadwillendheid, maar is vooral te wijten aan de complexiteit van het traditionele declaratiesysteem. Wij zagen daar meteen een mooie taak: het ontwikkelen van een nieuwe service, waarmee onze klanten een stuk makkelijker kunnen declareren.” Dat zegt Famed Chief Risk Officer Paul Simoons. “Het verwerken van nacontroles vanuit zorgverzekeraars en het controleren van klachten is niet alleen een tijdrovende maar ook een onnodige klus.” Er werd door Famed een pilot gestart waarbij het accent lag op de wijze waarop
08
klanten de validaties in de praktijk ervaren. Aan deze pilot is deelgenomen door twintig mondzorgklanten, die persoonlijk zijn benaderd om mee te werken. De service is inmiddels uitgerold over ruim 2.000 mondzorg klanten waarbij de aangeleverde declaraties voor zorgverzekeraars Achmea en CZ vooraf worden gecontroleerd. Paul Simoons: “We zijn begonnen met tariefcontroles, elementnummer controles en een aantal combinatie controles bij verrichtingen. We valideren alleen op regels en tarieven die door de
NZa zijn vastgesteld. En zeker niet op regels waar discussies over kunnen ontstaan. Is een verrichting niet geldig, dan komt er een melding van de niet overgenomen regels op het verwerkingsverslag en een melding op het klantenportaal Mijnfamed. nl. Vervolgens kan de klant de declaratie van de desbetreffende patiënt aanpassen en opnieuw indienen. Zo krijgen onze klanten minder klachten en hoeven er minder verrekeningen plaats te vinden. We gaan het controleproces nu verder uitbreiden en uiteraard continu optimaliseren.”
Mondzorg
Kostenbesparing Het belangrijkste doel van de extra service is het efficiënter inrichten van het declaratieproces binnen de mondzorg, zonder daarbij op de stoel van de zorgverzekeraar te gaan zitten. Bij de declaratiebestanden controleert de verzekeraar of het juiste tarief is gehanteerd of de gedeclareerde combinaties van verrichtingen zijn toegestaan en of de elementcode is ingevuld, waar dat verplicht is. Dit gebeurt door formele en materiële controles van de zorgverzekeraar (zorgverzekeraars kunnen bij materiële controles tot 5 jaar na indienen van de declaratie achteraf onterechte declaraties terugvorderen). Vooral de achteraf controles leveren veel administratief werk op. Paul Simoons: “Daarom controleren wij de ingediende declaratiebestanden vooraf. Zo wordt ergernis voorkomen en kunnen we een kostenbesparing realiseren voor onze klanten.” Gesterkt door het succes van het huidige controleproces is Famed inmiddels druk bezig om de service verder uit te breiden en te optimaliseren. Daarom wordt er met verschillende andere verzekeraars gesproken om hen ook toe te voegen aan het controleproces. Dit proces is in een vergevorderd stadium voor De Friesland Zorgverzekeringen en Menzis. Naast de toevoeging van andere zorgverzekeraars, zullen ook meer klanten worden toegevoegd aan deze service. Ook de nieuwe mondzorg tarieven voor 2015 staan in de planning. Voor een rimpelloze transitie dienen klanten goed geïnformeerd te worden en wordt het controleproces aangepast. Uitbreiding controleproces Naast het aanpassen van de nieuwe mondzorg tarieven staat er voor 2015 een uitbreiding van
de combinatie controles op de planning. Waardoor meer controles zullen zorgen voor minder reclames bij verzekeraars. Een voorbeeld is de combinatie controle E02 (uitgebreid wortelkanaalbehandeling consult), die niet met E77 (initiële wortelkanaalbehandeling, eerste kanaal) en E78 (initiële wortelkanaalbehandeling, elk volgend kanaal) op dezelfde dag mogen worden gedeclareerd. Voorts wordt uitgebreid naar orthodontie combinaties. Een voorbeeld: een beugelconsult F521A (beugelconsult vanaf 25e behandelingsmaand) mag niet in combinatie met de F813A (plaatsen extra retentiebeugel per kaak) op dezelfde dag. Succes Ten slotte gaat Famed haar benchmarking verder optimaliseren. Een van de controlebenaderingen van zorgverzekeraars is het toepassen van spiegelanalyses/benchmarking, waarbij een grote groep mondzorgklanten op het aantal gedeclareerde verrichtingen per verzekerde wordt vergeleken. Mondzorg klanten die van een bepaalde verrichting gemiddeld meer declareren dan de groep, worden nader onderzocht. Met de benchmark willen wij mondzorg klanten meer inzicht geven in hun interne performance indicatoren ten opzichte van vergelijkbare mondzorg aanbieders. “Het succes van het huidige controleproces in de mondzorg smaakt naar meer”, zegt Paul Simoons. “De nieuwe service sluit naadloos aan bij onze filosofie: wij willen zorgaanbieders ontzorgen, zodat zij hun vak optimaal kunnen uitoefenen en meer tijd hebben voor de zorgconsumenten.
Reclamepercentage van mondzorg klanten waarvan de declaraties vooraf worden gecontroleerd.
4 r2 01
4 to be ok
r2 01
4 be
se pt em
us t
us 20 1
01 4 au g
ju li 2
01 4 i2 ju n
20 14 m
ril
ei
20 14
4 ap
m
aa
rt
20 1
4 i2 01
4 ua r fe br
i2 01 ua r
Burgerlijke staat: samenwonend Hobby’s: Tennis & Surfen Inspiratiebron: Roger Federer (foundation inzet, succes, toewijding, karakter) Favoriete film/serie: Les Petits Mouchoirs
‘We gaan het controleproces nu verder uitbreiden en optimaliseren’
1,0% 0,9% 0,8% 0,7% 0,6% 0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0%
ja n
Paul Simoons
Reclamepercentage
09
Minister Edith Schippers tijdens bezoek aan Famed:
‘Dat ik hier ben is geen toeval’ Het Nederlandse stelsel voor de gezondheidszorg is één van de beste ter wereld. Maar de stijgende kosten zijn nog altijd een probleem, zo stelde minister Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens haar bezoek aan Famed (Amersfoort), op 5 november jongstleden. De minister maakte nader kennis met de werkwijze van Famed en gaf aan zeer onder de indruk te zijn. Lof was er voor de rol die het bedrijf op zich neemt bij het efficiënter en transparanter maken van de Nederlandse zorg. Een rol met een tweeledig belang, zo concludeerde Schippers. “Famed is een professionele partner die aan de ene kant helpt om de zorg betaalbaar te houden en aan de andere kant ook hard werkt aan het transparanter en begrijpelijker maken van de financieel-administratieve kant, voor aanbieders en gebruikers van zorg. Daarmee vervult het bedrijf een belangrijke dubbelrol. Een volle agenda maakt regelmatig bedrijfsbezoek moeilijk, maar dat ik vandaag hier ben is geen toeval.”
H
en accurate wijze van werken van Famed gaan de kosten simpelweg omlaag.”
op om de positieve pilot-resultaten actief te communiceren richting de branche.
“Een indrukwekkende dag”, stelt adviseur Jan Driessen, die de plenaire sessie en rondleiding begeleidde. “De minister was in haar boodschap kraakhelder. Ze was onder de indruk van de wijze waarop Famed de zorg efficiënter maakt, maar ook transparanter. En door de innovatieve
Hoopgevend Een voorbeeld dat aan de orde kwam was een pilot waarbij Famed het declaratieproces binnen de mondzorg simpeler en daardoor efficiënter maakt. Het resultaat: bij de aangesloten zorgverzekeraars daalde het aantal reclameringen (declaraties die niet worden gehonoreerd, meestal door een fout bij het declareren, red.) tussen januari en oktober 2014 van 0,9 naar 0,1 procent. Schippers was onder de indruk: “De resultaten van deze specifieke Famed-pilot zijn indrukwekkend en zeer hoopgevend. Het is een prachtig resultaat, maar als ik dit percentage doorbereken naar mijn totale zorgbegroting, wordt er nog steeds 650 miljoen euro onterecht uitgekeerd!” De minister pleitte daarom voor strengere controle en het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid. Ze riep Famed
Transparantie Kostenbeheersing; het is een niet te vermijden onderwerp wanneer je het tegenwoordig hebt over de zorg. Dat werd ook tijdens het bezoek van Edith Schippers aan Famed weer eens duidelijk. Directeur Henk de Jong nuanceert: “Deze minister benadert de zaken gelukkig breed. Ze heeft een uitstekende dossierkennis en een brede visie. Ze begrijpt heel goed dat ook transparantie, communicatie en preventie noodzakelijke issues zijn voor het overeind houden van het Nederlandse zorgstelsel.” Jan Driessen vult aan: “Een organisatie als Famed draagt een zware verantwoordelijkheid als het gaat om de communicatie naar het publiek. Je wil je directe klanten natuurlijk aan alle kanten ondersteunen, maar je hebt ook een verantwoordelijkheid naar de zorgconsument. Je bent geen incassobureau, maar richting het
et zijn roerige tijden. Men hoeft het rapport ‘De stand van de zorgmarkten’, dat begin november werd gepubliceerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), er maar op na te slaan om weer even helder op het netvlies te krijgen waar de sector de komende tijd in ondergedompeld zal worden: nieuwe vergoedingen voor huisartsen, vaste tarievenafspraken tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen, de roep om transparante nota’s en natuurlijk kostenbeheersing. Issues waar Famed direct en soms indirect een belangrijke rol in speelt. Een mooier moment voor een bezoek aan Famed (Amersfoort) kon minister Schippers dan ook niet bedenken.
10
Gezondheidszorg
publiek een representant van de zorg. Daarmee draag je de verantwoordelijkheid voor een begrijpelijke nota, duidelijkheid over de kosten, zowel voor- als achteraf.” De Jong: “Wil je dingen veranderen, dan moet je innoveren. Dan moet je het voortouw nemen. Wij doen dat graag en steeds vanuit dat dubbele belang, die je misschien zelfs wel een spagaat kunt noemen. Aan de ene kant willen we onze klanten natuurlijk optimaal helpen bij processen die het hun mogelijk maken om vooral met hun vak bezig te zijn. Dat betekent dat wij zorgen dat de zorgconsument tijdig betaalt. Aan de andere kant willen we er ook voor die zorgconsument zijn, door zaken helder te maken. De juiste balans vinden tussen aardigheid in de relatie en strengheid in het proces.“
11
Kik Aalders blikt terug op zijn loopbaan
‘In de loop der jaren word je steeds beter in je vak’ In 1978 startte Kik Aalders zijn tandartspraktijk in Paterswolde, een gezellige dorpspraktijk met zo’n 2500 cliënten. Afgelopen augustus zwaaide hij af en ging met pensioen, na 36 jaar zijn vak met hart en ziel uitgevoerd te hebben. Bijzonder feit: hij was de eerste tandarts die klant werd bij Famed. Samen met hem blikken we terug op zijn loopbaan, die hij omschrijft als een ‘mooie tijd’.
V
oordat hij voor het vak van tandarts koos, werkte hij een blauwe maandag voor IBM, maar computers konden hem niet boeien. Op een dag kon hij een paar dagen meelopen met zijn schoonzus die tandarts was. “Ik bleek het heel leuk te vinden. Het contact met mensen, maar ook het bezig zijn met het gebit van mensen. Ik besloot ervoor te gaan.” In 1970 begon hij in Groningen met zijn studie tandheelkunde en in 1978 kon hij een praktijk in Paterswolde overnemen. Hij begon als solo-tandarts en is dat altijd gebleven: “Uit volle overtuiging hoor, ik heb nooit de behoefte gehad om deel te worden van een groter geheel. Natuurlijk, het is wel logisch dat praktijken in omvang toenemen, dat heeft ook met cliëntenbinding te maken. En het biedt ook meer perspectief voor diegenen die parttime willen werken.” Het feit dat hij solo opereerde stond samenwerking met andere disciplines niet in de weg: “De mondhygiëniste hield praktijk bij mij om de hoek. De cliënten gingen in de regel eerst bij haar langs voor ze bij mij in de stoel kwamen. Zo kreeg ik hier altijd cliënten met een heerlijk schoon gebit.“ Natuurlijk heeft een solo-praktijk ook nadelen: “Je krijgt ‘m niet meer verkocht vandaag de dag. Dat betekent dat je op tijd moet beginnen om voor je pensioen te sparen.”
Ervaring gaat echt wel meetellen.” In elke loopbaan is er wel eens een periode dat het wat minder gaat. “Eigenlijk heb ik dat maar één keer meegemaakt. Dat was in een periode dat het erg druk was, elke ochtend zag ik die wachtkamer vollopen. Die druk werd me opeens te veel. Ik ben toen een paar weken uit de roulatie geweest, iemand anders heeft toen tijdelijk mijn plek ingenomen. Dat is eigenlijk de enige mindere periode geweest.”
Ervaring Drie decennia draaide hij mee. In al die jaren groeide zijn vakmanschap. Hij vond het prettig om te merken dat hij in de loop der jaren het vak steeds beter ging beheersen: “In het begin ben je nog wel eens wat angstig en twijfel je nog wel eens over de aanpak, maar je krijgt steeds meer ervaring en weet steeds beter hoe je situaties moet interpreteren.
Kleurentelevisie In 1980 werd hij klant bij Famed. “Dat heeft mijn leven en dat van mijn vrouw veranderd”, vertelt hij. “Voor die tijd moest je zelf alle rekeningen opmaken, en natuurlijk sluipt daar wel eens een foutje in. Dan komt zo’n rekening weer terug, moet je de administratie weer induiken enzovoorts.” Maar dat was nog niet eens het ergste, vertelt hij: “De confrontatie met cliënten
12
Reünie Wanneer we vragen naar mijlpalen in zijn carrière, is het even stil: “Ik zou het niet zo direct weten, het is een bestaan waarin alles zo zijn gangetje gaat. Het leukste in het vak, dat zijn de cliënten. Die zijn altijd anders, qua karakter, leeftijd, soort problematiek, alles”, aldus Aalders. “Maar als ik dan toch een mijlpaal moet noemen dan denk ik aan de reünie van alle medestudenten, 25 jaar na ons afstuderen. Dat was wel heel bijzonder. Iedereen was erbij, niemand ontbrak. Dat betekende dat iedereen van toen nog leefde, ook dat maakte het bijzonder. Met een aantal collega’s, die in het ziekenhuis werkzaam zijn, heb ik contact gehouden. Ik belde hen weleens als ik met een vaktechnische vraag zat. Mooi wanneer je zo bij elkaar terecht kan.”
Mondzorg
‘Aanvankelijk waren ze wel wat terughoudend, want tandartsen, dat deden ze in die tijd nog niet. ‘
die niet uit zichzelf wilden betalen, dat was het ergste. Mijn vrouw ging in die tijd geregeld ’s avonds langs de deuren om rekeningen te innen. En dan word je dus geconfronteerd met cliënten die jou doodleuk vertellen dat voor hen een nieuwe kleurentelevisie belangrijker is dan de rekening van de tandarts. ” Via via kwam hij bij Famed terecht: “Aanvankelijk waren ze wel wat terughoudend, want tandartsen, dat deden ze in die tijd nog niet. Maar toen kreeg ik een telefoontje dat het goed was. Ik was dus de eerste tandarts bij Famed. Daar was ik enorm blij mee en mijn vrouw ook, we kregen sindsdien veel meer vrije tijd.” ‘Vieze boel’ Gekke voorvallen, ook die deden zich wel eens voor: “Ik werd eens gebeld door een man, hij vertelde dat hij last van zijn kunstgebit had. Geen vaste cliënt van mij, hij had mij gevonden in het telefoonboek. Ik kwam daar en zeg tegen hem: dan is het wel handig wanneer je je gebit even uitdoet. Maar dat had hij in de afgelopen 36 jaar nog nooit gedaan, vertelde hij. Natuurlijk moest dat nu toch beslist even gebeuren. Je wil niet weten wat daar achter weg kwam. Echt een vieze boel ja, inclusief maden. Ik heb hem heel goed kunnen helpen, ik heb alles schoongemaakt en uitgelegd hoe hij hier voortaan mee om moest gaan. Maar het is wel een belevenis om nooit te vergeten.” Nieuw hoofdstuk De laatste twee jaar heeft Aalders zijn werkweek gefaseerd afgebouwd, sinds augustus is hij daadwerkelijk met pensioen. Tijd voor een nieuw hoofdstuk in zijn leven. “We zijn druk met onze drie kleinkinderen, hebben een caravan gekocht en gaan er vaak op uit. Daarnaast hebben we een grote tuin met dieren waaronder kippen. We overwegen om terug te gaan naar de omgeving van Den Haag, omdat mijn vrouw en ik Hagenezen zijn. Bovendien woont er in die omgeving veel familie van ons.” Zijn praktijk is nu volledig opgeheven en ook de apparatuur van de voormalige praktijk is aan een nieuw hoofdstuk begonnen. “Een cliënt van mij vroeg of ik een bestemming had voor alle apparatuur. Hij stelde voor om deze naar diverse praktijken in Zuid Polen en de Oekraïne over te brengen, dat kon hij voor me regelen. Het is niet de allernieuwste apparatuur maar het voldoet nog heel goed, het heeft kortom een mooie bestemming gekregen.”
13
Dierenarts en paardendokter Jenny Smulders: ‘Ik wil mijn handen vrij kunnen houden’
Alles voor het paard
Net als bijna alles in Nederland kent ook de wereld van de diergeneeskunde in ons land een hoge organisatiegraad. De meeste kennis is gegroepeerd onder de paraplu van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), waar binnen de ‘Groep Geneeskunde van het Paard’ (GGP) wordt gewerkt aan de continue verbetering van de kwaliteit van de paardenzorg. Dat is geen overbodige luxe, want niet alleen is een paard een prachtig dier; het is voor menigeen - privé of zakelijk - ook een kostbaar bezit. Famed magazine sprak met dierenarts Jenny Smulders van Paardenpraktijk Heeswijk. Een gesprek over vaccineren, insemineren, factureren én het broodnodige specialiseren. ‘De diergeneeskundige zorg was decennia in handen van één dierenarts. Dat beeld is compleet veranderd.’
J
enny Smulders, ‘eerstelijns paardenarts’, heeft haar praktijk in Heeswijk, ten zuid-oosten van Den Bosch. Na een aantal jaren in loondienst gewerkt te hebben startte ze anderhalf jaar geleden haar eigen praktijk. De keuze voor een specialisatie past volgens haar binnen een landelijk beeld. “Dierenartsen richten zich meer en meer op één dier-
14
soort. Die trend is al zo’n tiental jaren aan de gang. Dat komt door de toegenomen schaal waarop we dieren houden. Vroeger had je een boerderij met kippen, koeien en varkens. De diergeneeskundige zorg was in handen van één dierenarts. Dat was het. Dat beeld is inmiddels compleet veranderd.” De concentratie en specialisatie heeft belangrijke
voordelen, aldus Smulders. “Je kunt beter een dierenarts hebben die alles over één dier weet dan een beetje over alle dieren. Het betekent dat je betere zorg en dienstverlening kunt bieden. De binding met het dier en diereigenaar wordt intensiever en dat maakt het werk prettig en waardevol.”
Diergeneeskunde
Vluchtdier Smulders zet háár kennis en kunde volledig in ter bevordering van de gezondheid van paarden. Dat vergt veerkracht en doorzettingsvermogen, zo leren we. En een paardenarts moet ook niet al te bang zijn. “Volgens een recent Brits onderzoek is het vak van paardenarts risicovoller dan het beroep van gevangenisbewaarder, brandweerman of bouwvakker. Dat heeft met name te maken met het feit dat een paard een vluchtdier is. Als er iets onverwachts gebeurt dan wil een paard er onmiddellijk vandoor en dat kan tot gevaarlijke situaties leiden. Daarom moet je altijd alert zijn”, aldus Smulders. Nu is alert zijn toch al een eigenschap die een paardendokter goed van pas komt, ongeacht het vluchtgedrag van paarden. Veel aandoeningen en ziekten zijn nu eenmaal niet direct zichtbaar. Neem bijvoorbeeld parasitaire infecties. Smulders: “Die doen zich bij paarden relatief vaak voor. Paarden hebben daar lang niet altijd zichtbaar last van. Maar parasieten zijn niet onschuldig, ze kunnen wel degelijk schade aanrichten aan lever, longen of darmen. Regelmatige controle door middel van microscopisch mestonderzoek en zo nodig behandeling op maat zijn daarom heel belangrijk.” Ook ziektes als influenza en tetanus. Paarden worden hier als het goed is regelmatig tegen gevaccineerd. Smulders: “Griep kan voor paarden gevaarlijk zijn in een onbeschermde omgeving. In het ergste geval is het zelfs levensbedreigend. Een ziekte als tetanus is voor paarden een stuk gevaarlijker dan voor mensen, het betekent bijna altijd de dood voor het paard.” Hoe vaak een paard gevaccineerd wordt, is afhankelijk van de situatie: “Bij grote bedrijven, waar veel paarden gestald staan en met elkaar in contact komen, is het besmettingsgevaar relatief groot. Daar pas je het vaccineerbeleid op aan. Epidemieën moet je uiteraard zien te voorkomen, dat is ook de reden dat paarden voor deelname aan grote evenementen, zoals wedstrijden, verplicht gevaccineerd worden.” Het zal geen verwondering wekken dat veel zaken – zoals het inademen van frisse lucht en het krijgen van voldoende beweging – niet alleen voor mensen gezond is, maar ook voor paarden. Toch wil dát er bij de verzorging van paarden wel eens onbewust bij inschieten, aldus Smulders. En dat is vaak een gevolg van de neiging die mensen hebben om zich aan hun paard te spiegelen. Smulders: “Als wij graag bij de kachel zitten dan zal een paard
dat ook wel prettig vinden, zo redeneren veel mensen. En dus houden ze het paard net even te vaak op stal. Maar paarden zijn dieren om buiten te leven en daar zijn ze ook uitstekend toe in staat. Te veel op stal staan en te weinig weidegang kunnen hun tol eisen. Paarden kunnen gevoelig worden voor aandoeningen aan de luchtwegen, bewegingsapparaat en maagdarmkanaal.” Bevruchting Nederland gooit hoge ogen in de paardensport. Zowel op het gebied van de dressuur als bij springen staat ons land op nummer één in de wereld. Om zo ver te komen moet er gefokt worden. Een belangrijk onderdeel van het vak. Als paardenarts begeleidt Smulders eigenaren bij de bevruchting van merries. Smulders: “Door middel van rectaal onderzoek ga ik na of een paard vruchtbaar is. Als het zo ver is, wordt de eisprong vervolgens met medicatie opgewekt. Bevruchting gaat altijd via inseminatie, het sperma wordt door de eigenaren zelf aangeschaft en kan uit alle hoeken van de wereld komen. Wordt een paard niet drachtig, dan begint alles bij de volgende cyclus weer opnieuw.” Vrijheid Het gesprek gaat over naar een ietwat zakelijker onderwerp: het ondernemerschap van een paardendokter. Smulders runt haar eigen paardenpraktijk nu zo’n anderhalf jaar. Voor die tijd was ze in loondienst bij groepspraktijk Dierenartsen Combinatie (DAC) Aadal. De dagelijkse praktijk bleef hetzelfde toen ze zelfstandig werd. Een belangrijk verschil is wel dat ze nu ondernemer is. “Het geeft veel meer vrijheid, je kunt je eigen plan trekken. Dat is heel prettig.” Een onderdeel om het werk efficiënter te maken, is het uitbesteden van niet-kerntaken. Zo laat Smulders de facturering van Paardenpraktijk Heeswijk verzorgen door Famed. Smulders: “Ik run mijn praktijk alleen en wil mijn handen vrij kunnen houden voor mijn werk. Toen ik besloot om voor mezelf te beginnen heb ik daarom direct contact gezocht met Famed en daar heb ik geen moment spijt van gehad. De Famed module zit al geïntegreerd in het administratieprogramma voor dierenartspraktijken dat ik gebruik, en alles is compleet geautomatiseerd. Voor de prijs die ik hiervoor betaal kan ik echt geen meneer of mevrouw aan het werk zetten om mijn facturering te doen.”
Jenny Smulders Functie: Dierenarts/eigenaar Geboortedatum: 27 juni 1967 Geboorteplaats: Tilburg Opleiding: WO Diergeneeskunde, Utrecht Loopbaan: Waarneming Nederweert, Loondienst Aadal, vanaf februari 2013 zelfstandig Hobby’s: Paardrijden, fokken van springpaarden, skiën en koken met mijn kookclub
15
‘Groeipartner’ Gilde en Famed content met samenwerking
‘Er wordt echt werk gemaakt van het ontzorgen van zorgaanbieders’ Na tien jaar heeft Famed afscheid genomen van investeringsmaatschappij Waterland. Gilde Equity Management is de nieuwe partner. Famed directeur Henk de Jong is content met de samenwerking. “We zijn begonnen aan een nieuwe fase. Met Gilde zijn we in staat om vorm en inhoud te geven aan onze groeiambities”, zegt hij. “In bestaande markten, zoals mondzorg, maar ook in bijvoorbeeld de apothekersbranche, de geestelijke gezondheidszorg, zelfstandige behandelcentra en medische hulpmiddelen.” Ook Bas Glas van Gilde Equity Management Benelux is blij met de samenwerking. Een nadere kennismaking met de groeipartner.
Bas Glas
16
Samenwerking
O
pgericht in 1982 is Gilde één van de oudste investeringsmaatschappijen van Nederland. De organisatie kent drie zelfstandige investeringsfondsen, ieder met haar eigen focus, strategie en investeerders. Gilde Equity Management Benelux, met vestigingen in Utrecht en Antwerpen, is volledig gericht op België, Nederland en Luxemburg. Het team van Gilde bestaat uit professionals met een uitgebreide ervaring in private equity, het bedrijfsleven, banking, M&A en consultancy. Alle partners zijn mede-eigenaar. “Wij investeren in solide, winstgevende bedrijven die worden geleid door ambitieuze ondernemers”, zegt Bas Glas. “Het zijn ‘best in class’ ondernemingen die zich onderscheiden door ondernemerschap. Wij willen groei mogelijk maken. Iets dat vaak niet haalbaar is binnen de bestaande structuur.” Gilde investeert onder meer in de dienstensector, de maakindustrie en de voedingsmiddelenindustrie. Klinkende namen zijn onder andere Conclusion, Dunlop en Koninklijke Peijnenburg. Glas: “En sinds kort natuurlijk Famed!” Hij vervolgt: “Gemiddeld hebben de bedrijven waarin wij hebben geïnvesteerd een jaarlijkse groei van ruim tien procent gerealiseerd. Onze participaties zijn in staat gebleken, door verschillende economische cycli heen, consistent goed te performen. Daar zijn we trots op.” Glas is gespecialiseerd in aandelenparticipaties in situaties van bedrijfsopvolging en strategische groei. Hij is sinds 2004 partner bij Gilde. Daarvoor was hij actief bij NIBCapital en Van Den Boom Groep Corporate Finance Consultants. Wat is de toegevoegde waarde van Gilde? “We maken een setting mogelijk waarbinnen je kunt ondernemen en verdere groei kunt realiseren. Daar ondersteunen wij graag bij.
We hebben ruim dertig jaar ervaring als actief betrokken aandeelhouder bij grote en middelgrote ondernemingen en we kennen de uitdagingen die het ondernemen met zich meebrengt. In de achterliggende decennia is door ons een breed netwerk opgebouwd, dat wordt ingezet bij het verwezenlijken van de strategische doelstellingen van de bedrijven waarin we investeren. En tenslotte hebben we een brede sectorkennis, we investeren immers in uiteenlopende sectoren. We zijn dus een actief betrokken en betrouwbare partner, in goede maar ook in minder goede tijden.” Wat heeft de doorslag gegeven om met Famed in zee te gaan? “Voor ons was zeer belangrijk, naast de voortreffelijke naam die Famed in de markt heeft, de goede klik met directie en werknemers. En met hun plannen en ambities. Wij staan daar volledig achter. Wat mij is opgevallen: de oprechte klantgerichtheid, de passie en het enthousiasme waarmee iedereen bij Famed met zijn vak bezig is. Er wordt echt dagelijks werk gemaakt van het optimaal ontzorgen van zorgaanbieders.” Welk beeld hebt u van Famed? “Het is een innovatieve organisatie. Er wordt voortdurend gezocht naar nieuwe wegen, waarmee relaties nog beter worden ontzorgt. Die reputatie heeft geleid tot trouwe klanten en tot een relatiebestand dat nog steeds groeit. Niet alleen in de mondzorg, maar ook in de overige zorgsegmenten, denk aan dierenartsen, opticiens, huidartsen en apothekers. Famed investeert in alle zorgsegmenten. Wat ik ook sterk vind zijn de dynamiek en flexibiliteit van de organisatie. In een markt die wordt gekenmerkt door
continue veranderingen worden de ontwikkelingen niet alleen op de voet gevolgd, maar ook waar dat mogelijk is vertaald in relevante nieuwe diensten.” U hebt ondertussen een klantenraad bijgewoond. Hoe was dat? “Bijzonder. Ik heb daar de enorme betrokkenheid en verbondenheid met Famed ervaren. Dit zorgt intern voor een sterk verantwoordelijkheidsgevoel: het besef dat je de klantverwachtingen dagelijks moet blijven waarmaken en moet willen overtreffen. Als Gilde, zijn we trots en dankbaar dat we betrokken mogen zijn bij een organisatie die een groot vertrouwen geniet van zo veel zorgaanbieders.”
Klankbord en sparringpartner Gilde beheert fondsen die haar worden toevertrouwd door gerenommeerde institutionele beleggers. Het beheerde vermogen bedraagt €775 miljoen en wordt geïnvesteerd in volwassen bedrijven. Met haar investeringen is Gilde gericht op de lange termijn. Grote risico’s worden vermeden. Investeren is iets anders dan aan het roer van een onderneming staan, zo benadrukt Bas Glas. ”Een goede investeerder heeft er geen enkel belang bij om op de stoel van de ondernemer te gaan zitten. Er is niemand die zijn markt en doelgroepen zo goed kent als de ondernemer zelf. Wij fungeren primair als klankbord en sparringpartner.”
Bas Glas Geboren in Goirle (opgegroeid in Tilburg en het Belgische Baarle Nassau). Opleiding: Odulphus Lyceum Tilburg, Amsterdamse Academie Bank & Financiën, Bedrijfskunde financiële sector aan de VU. Werkzaam bij Gilde sinds 2004 Geboortejaar: 1974
Burgerlijke staat: Getrouwd met Marieke. Twee dochters van zeven jaar, een tweeling: Pom en Livia. Inspiratiebron: “Mijn medemens, groot en klein.” Grootste ambitie: Zakelijk: “Zorgen voor een positieve impact als partner van Gilde op ondernemingen (waarin wij participeren).” Privé: “Bijdragen aan een geslaagde ontwikkeling
van mijn kinderen.” Hobby/vrije tijd: “Hardlopen, BBQ, films, mijn gezin/ tweeling.” Boek/schrijver: Lee Child (Jack Reacher reeks). Film: ‘Scent of a woman’ met Al Pacino.
17
Kort nieuws Visueel, simpel en intuïtief: de vernieuwde Famed app De Famed app wordt de komende tijd compleet vernieuwd en geschikt gemaakt voor gebruik op iOS én Android toestellen. De vernieuwde app staat geheel in het teken van gebruikersgemak: visueel, simpel en intuïtief. De belangrijkste mutaties in het rekening-
courant saldo zijn straks in één oogopslag te zien en er kan eenvoudig worden genavigeerd tussen de verschillende menu’s. Verder kunnen er direct nuttige acties worden ondernomen vanuit de app.
Het (betaal) gemak van Nota van Famed Nog steeds stijgt het aantal gebruikers van Nota van Famed wekelijks met ruim 1500 aanmeldingen. In totaal profiteren op dit moment meer dan 125.000 zorgconsumenten van de voordelen (www.notavanfamed.nl). Naast het digitaal ontvangen van de nota kunnen zorgconsumenten via dit beveiligde, online portaal
onder andere uitstel van betaling aanvragen of een adreswijziging doorvoeren. Bovendien is de nota direct te voldoen via FiNBOX (www.finbox.nl). Ruim 55.000 zorgconsumenten betalen de nota’s van Famed inmiddels digitaal via FiNBOX.
Fysiotherapeuten en patiënten positief over directe toegang Sinds iedereen zonder verwijzing naar de fysiotherapeut kan, is het gebruik van fysiotherapie niet extreem toegenomen. Fysiotherapeuten en patiënten zijn tevreden, huisartsen merken geen verschil in werklast. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het wetenschappelijke tijdschrift Physical Therapy. In 2006 introduceerde het ministerie van VWS de vrije toegang tot de fysiotherapie. Iedereen kon nu zonder verwijzing naar de fysiotherapeut stappen. De verwachtingen waren dat de erkenning van de fysiotherapeut als volwaardig behandelaar hierdoor zou verbeteren, patiënten meer keuzevrijheid zouden krijgen en huisartsen enigszins zouden worden ontlast. Een groot effect op de werklast van huisartsen werd niet verwacht omdat slechts een klein deel van de patiënten in de huisartsenpraktijk met klachten komt die de fysiotherapeut kan verhelpen. Wel was er de angst dat de directe toegang tot veel meer fysiotherapiebehandelingen zou leiden. NIVEL-onderzoeker Ilse Swinkels: “Die angst lijkt ongegrond. We zagen wel meer patiënten, maar die stijging
18
is ook te verklaren uit de toename van het aantal chronisch zieken en ouderen. Bovendien worden mensen die zonder verwijzing komen korter behandeld en niet iedereen wordt in behandeling genomen.” Bron: FysioForum.nl
Oud-minister Ter Horst voorzitter KNGF Het bestuur van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) heeft Guusje ter Horst (1952) benoemd als voorzitter van haar vereniging. Van 2007 tot 2010 was Ter Horst minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties . “Zij is een krachtig en ervaren bestuurder”, zo stelt het bestuur van de KNGF. “Gezien haar achtergrond, analytische vermogen en vasthoudendheid zal zij naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren aan de versteviging van de positie van de fysiotherapie.”
Onderzoek Lloyd’s leidt tot hercertificering ISO 9001 Famed beantwoordt wederom aan internationale eisen kwaliteitsmanagement Met de hercertificering van ISO 9001 bewijst Famed nog steeds te voldoen aan alle internationale eisen op het gebied van kwaliteitsmanagement. Eisen die te maken hebben met procesmanagement, monitoren, continue verbetering, realisatie van doelstellingen en een actieve rol van het management. Internationaal is ISO 9001 de meest gekende norm in kwaliteitsmanagement: hij wordt toegepast door meer dan een half miljoen organisaties in 160 landen. “Met het oog op een verlenging van het certificaat heeft Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA) vier dagen lang een intensief toetsingsonderzoek verricht”, zegt Patriek Coremans, proces- en kwaliteitsmanager bij Famed. “Dit onderzoek omvatte onder andere de beoordeling van documentatie zoals werkinstructies en procesbeschrijvingen, maar ook de kwaliteit van de klachtafhandeling en het effectief inspelen op wensen van onze klanten en veranderende markten is aan bod gekomen.” Wat betekent de hercertificering voor de klanten van Famed? Patriek Coremans: “Dat onze kwaliteit tot in de puntjes is verzorgd en zorgvuldig wordt gewaarborgd. Al ruim dertien jaar is onze ISO certificering de objectieve bevestiging van onze kwaliteit.” Naast de kwaliteitsnorm ISO 9001 is Famed sinds 2013 ook gecertificeerd volgens de norm NEN 7510: Informatiebeveiliging in de zorg.
Kort
Woon- en leefomgeving als motor van participatiesamenleving en ‘healty ageing’ Van klassieke verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Het was de opvallendste passage in de Troonrede van 2013. Minder Vadertje Staat. Meer eigen en onderlinge verantwoordelijkheid van burgers, zorginstellingen, scholen, lokale gemeenschappen en het bedrijfsleven. Maar wat is er nodig voor participerend burgerschap? En hoe creëer je een harmonieuze maatschappij? Het waren vragen die aan de orde kwamen tijdens het symposium ‘We nemen de ruimte’ dat de Rijksuniversiteit Groningen en het Zorg Innovatie Forum onlangs organiseerden in het Abe Lenstra Stadion in Heerenveen. Centraal stonden ‘nieuwe initiatieven in het veranderende zorglandschap en veranderingen in het landschap voor vernieuwende zorg’. De gewenste zelfredzaamheid en participatie kan worden bevorderd door de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en de inrichting van de openbare ruimte, zo stellen deskundigen uit onder andere de wetenschap en het bedrijfsleven. Een aantal van hen kwam aan het woord tijdens het symposium in Heerenveen. Volgens Dick Willems, hoogleraar medische ethiek aan de Universiteit van Amsterdam, is het essentieel om ideeën uit de wereld van de ruimtelijke inrichting te verbinden met de ontwikkelingen in de zorg. “De verkeersveiligheid, sport- en recreatiemogelijkheden, de kwaliteit en het aanbod van voorzieningen en de stedenbouwkundige, architectonische en sociale kwaliteit van een buurt kunnen een gezonde leefstijl van individuen en sociale cohesie van groepen bevorderen of belemmeren.” Willems is lid van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Dit onafhankelijk adviesorgaan voor het parlement en de regering brengt strategisch advies uit over de kwaliteit, de toegankelijkheid en doelmatigheid van de gezondheidszorg. In het voorjaar van 2015 verschijnt een advies over de wisselwerking van gezondheid en zorg en de ruimtelijke omgeving. Vitaliteit Ook Bettina van Hoven is overtuigd van de invloed van de leefomgeving op het welzijn van individuen en groepen. De universitair hoofddocent culturele geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) deed onderzoek naar plaatsbinding: de gehechtheid aan de eigen
woonplaats. “Als we onze ouderen wegstoppen in een verpleeghuis, geven we ze weliswaar hulpmiddelen om zich zelfstandig te bewegen, maar we denken nauwelijks na over hun vitaliteit en hun behoeften.” Door diepte-interviews met ouderen en door ze te begeleiden bij dagelijkse rituelen, verwerft Van Hoven inzicht in wat zij belangrijk vinden. “Als je ouderen meemaakt in hun dagelijkse leven, in interactie met hun omgeving, krijg je een goed zicht op wat ze bezighoudt. Als mensen bijvoorbeeld aangeven dat ze een wandeling door de buurt uitstellen omdat er onderweg geen bankjes staan om even op adem te komen, dan kun je daar rekening mee houden bij het inrichten van een wijk of buurt.” Agnes van den Berg, bijzonder hoogleraar Beleving en waardering van natuur en landschap aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG, pleit voor de vergroening van de woonomgeving. Van den Berg verricht al vele jaren experimenteel onderzoek naar de heilzame werking van groen. “Het zou van een grote meerwaarde zijn als we snappen hoe natuur doorwerkt in de hersenen “, zo stelt Van den Berg. Zij deed onder andere onderzoek naar de effecten van natuur op kinderen met ADHD (“in een natuurlijke omgeving functioneren deze kinderen beter en vertonen minder probleemgedrag dan in een stedelijke omgeving”), naar de effecten van de vergroening van schoolpleinen op basisscholen (“een groene herinrichting van schoolpleinen gaat
Informatie voor de zorgconsument
90 jaar VvAA
Om zorgconsumenten te informeren over Famed is er een speciale webpagina ontwikkeld met de meest recente informatie over onze organisatie. Als zorgaanbieder kunt u op uw website doorverwijzen naar www.famed.nl/ Famed-informatie. U kunt de inhoud van deze link ook aanvragen bij de afdeling Marketing en Communicatie via
[email protected].
De Onderlinge Verzekering van Artsen-Automobilisten, het huidige VvAA, bestaat 90 jaar. Opgericht in 1924 door drie artsen uit onvrede met de bestaande autoverzekering, groeide de organisatie in de achterliggende decennia uit tot een allround aanbieder van advies, producten en diensten voor de zorgprofessional. Het jubileum wordt in november gevierd met een
gepaard met een verbetering van het sociale klimaat”) en naar de invloed van tuinieren in een volkstuin op het herstel van stress (“tuinieren leidt tot sneller en completer herstel van stress”). Dit laatste onderzoek trok de aandacht van diverse binnen- en buitenlandse media, waaronder The British Psychological Society. In de eerste maand na publicatie stond het artikel op de eerste plaats in de top 20 van de meest gedownloade artikelen van het tijdschrift Environmental Health. Leefbaar Bij een harmonieuze en volop participerende samenleving zijn ook de zorgverzekeraars gebaat. Diana Monissen, voorzitter van de raad van bestuur van De Friesland Zorgverzekeraar (en voormalig directeur-generaal curatieve zorg van het ministerie van Volksgezondheid) noemt preventie een belangrijk wapen in de strijd tegen ziektes en de onbetaalbaarheid van de zorg. “Investeren in preventie levert op termijn niet alleen voordelen op voor de cliënt zelf, de kosten van de zorg stijgen ook minder snel”, aldus de bestuursvoorzitter. “Wij investeren in projecten om te zware kinderen meer aan het bewegen te krijgen. Daarnaast bieden we samen met gemeenten en woningcorporaties kwetsbare ouderen voorzieningen op het gebied van domotica zoals alarmering en televerbinding, zodat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit vergroot de kwaliteit van leven en houdt dorpen leefbaar.”
bijzonder familieconcert: het beroemde Carnaval der Dieren van Saint-Saëns, met actrice en presentatrice Katja Schuurman als verteller.
19
20
Wetgeving
Belangenorganisaties kritisch over nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
Zorglandschap Nederland gaat ingrijpend op de schop Geen anonieme bureaucratische organisaties en regels, maar persoonlijke zorg die in de eigen buurt of wijk van de zorgvrager wordt aangeboden. Meer eigen verantwoordelijkheid. Zoveel mogelijk op eigen kracht en alleen waar echt nodig, met lichte en gerichte ondersteuning van een professional. Pas als deze vormen geen soelaas bieden, kan een beroep worden gedaan op zwaardere ondersteuning. Zo kan professionele zorg en ondersteuning effectiever en efficiënter worden ingezet. Het zijn deze gedachten die ten grondslag liggen aan de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die op 1 januari 2015 in werking treedt.
O
p de website van zijn ministerie vertelt staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) waarom de Wmo moet veranderen. Dat is, zo zegt hij, omdat er in de toekomst meer mensen zijn die zorg nodig hebben en omdat we andere eisen stellen aan zorg en wonen. “De kwaliteit kan beter, terwijl we de betaalbaarheid in de toekomst moeten waarborgen. De kern van de veranderingen is dat gemeenten meer taken krijgen om de ondersteuning thuis te regelen, een ieder via de zorgverzekeringswet recht heeft op verpleging en verzorging en dat als het thuis niet langer gaat, er een plek is in een tehuis.” Nadat de Eerste Kamer na een debat met de staatssecretaris en minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning met de kleinst mogelijke meerderheid (37 senatoren stemden voor, 36 tegen) had aangenomen, stemde ook de Tweede Kamer in met het voorstel. Dat wil zeggen: met uitzondering van SP, PVV en 50PLUS, die de hervormingsoperatie beschouwen als ‘afbraak van de ouderenzorg’. “Ik ben blij dat we met elkaar deze historische stap hebben kunnen maken”, liet de staatssecretaris weten. “Met deze nieuwe Wmo kunnen gemeenten ondersteuning bieden die recht doet aan de persoonlijke omstandigheden van mensen thuis.” In de nieuwe opzet krijgen gemeenten (en zorgverzekeraars) meer verantwoordelijk-
heid voor de hulp die mensen thuis krijgen. Gemeenten gaan taken uitvoeren die nu nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vallen. Zij krijgen hiermee een grotere rol op het gebied van zorg, zelfredzaamheid en participatie van burgers. Het sleutelwoord hierbij is ‘zelfvoorziening’: wat kan iemand zelf nog doen en waar is hulp bij nodig? Gedachte hierachter: als mensen langer thuis kunnen wonen, dan vermindert dat de druk op zorginstellingen. Waar hulp nodig is bepaalt de gemeente of en hoeveel hulp iemand krijgt. Bewoners van gemeenten kunnen dus niet meer zomaar thuiszorg aanvragen, maar worden door de gemeente gescreend. De zorg wordt aangepast op wat iemand kan en niet kan. Dat betekent dat de gemeente ook een beroep doet op de omgeving: vrienden of familie van de zorgvrager. Onder de Wmo vallen onder andere aanpassingen aan woningen, zoals een traplift, huishoudelijke verzorging en bestrijding van huiselijk geweld. Onrust Ondertussen wordt er op gemeentelijk niveau hard gewerkt om de organisatie op tijd klaar te hebben. Zo zijn er gemeenten die kiezen voor het inrichten van sociale wijkteams of voor extra ondersteuning van de mantelzorger en andere vrijwilligers. Andere gemeenten zoeken het in training en scholing voor de bestaande consulenten. Wat het er niet eenvoudiger op maakt, is dat gemeentelijke overheden zonder
uitzondering te maken hebben met bezuinigingen. Die komen naast de veertig procent bezuiniging op de kosten van de zorg, die de nieuwe wet moet bewerkstelligen. Dit zorgt ervoor dat gemeenten strenger moeten controleren wanneer een patiënt om hulp vraagt. Om willekeur te voorkomen en ervoor te zorgen dat de wet op eenzelfde wijze wordt toegepast, heeft het ministerie van VWS kaders voor de uitvoering vastgelegd. Patiëntenfederatie NPCF (een samenwerkingsverband van dertig koepels van patiënten- en consumentenorganisaties) en Per Saldo (de belangenvereniging voor mensen met persoonsgebonden budget) hebben zo hun twijfels. “Wij merken vooral grote onrust bij mensen die vrezen hun zorg of hun baan kwijt te raken”, zegt Wilna Wind, directeur van patiëntenfederatie NPCF. Aline Saers, directeur van Per Saldo: “Er is nu nog maar weinig tijd voor gemeenten om de zorg geregeld te krijgen. Met name bij de gemeenten die de laatste maanden hebben afgewacht, vraag ik me af of ze het nog op een zorgvuldige manier voor elkaar krijgen.” Volgens de beide organisaties hebben gemeenten niet altijd een goed beeld over hoe hun populatie eruit ziet en welke zorg en ondersteuning mensen daadwerkelijk nodig hebben. “Terwijl dat een voorwaarde is om de ondersteuning in te kopen”, zegt Wilna Wind. “Er dreigt een situatie te ontstaan waarbij gemeenten op het laatste moment en tegen een zo laag moge-
21
lijke prijs gaan inkopen. Dat past helemaal niet bij de bedoelingen die aan de basis van de verandering liggen.”
Wilna Wind Wilna Wind is sinds eind 2010 directeur van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Wind was hiervoor vijf jaar federatiebestuurder van de FNV. Vanuit de rol van cao-coördinator nam zij ondermeer deel aan de voor- en najaarsoverleggen met het kabinet en onderhandelde ze over akkoorden met centrale werkgeversorganisaties. Wilna Wind was uit hoofde van haar functie als federatiebestuurder ook lid van de Sociaal Economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid. Tussen 1990 en 2002 werkte Wilna Wind als vakbondsbestuurder bij Industriebond FNV en als divisiemanager bij FNV Bondgenoten. Tussen 2002 en 2005 werkte zij voor de adviesbureaus Berenschot en Basis & Beleid.
Verbetering Ook Alzheimer Nederland (AN), de organisatie die hulp en informatie geeft aan mensen met dementie en hun directe omgeving, plaatst vraagtekens bij de inkoop van de zorg. “Gemeenten krijgen bijvoorbeeld extra geld voor dagbesteding bij dementie. Maar omdat iedere gemeente vrij is om zelf de financiën te verdelen en zorg in te kopen, is het de vraag of gemeenten dit extra geld ook echt voor dagbesteding inzetten. ”AN zal met haar regionale belangenbehartigers er scherp op toezien dat de gemeenten passende zorg inkopen voor mensen met dementie. Zo is er in samenwerking met experts ‘uit het veld’ een handreiking opgesteld over ‘dagbesteding nieuwe stijl’, die onder de aandacht van de gemeente wordt gebracht. De landelijke artsenfederatie KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) verwacht dat de verandering een verbetering is van de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg én van de keuzevrijheid voor zorgconsumenten. De belangenbehartiger van meer dan 53.000 artsen en studenten geneeskunde noemt het echter van essentieel belang dat wordt gewaarborgd dat mensen daadwerkelijk de zorg ontvangen waar zij recht op hebben. De KNMG is bezorgd over de voorgestelde bezuiniging op persoonsgebonden budgetten. Koppeling van het persoonsgebonden budget aan de indicatie voor verblijf doet geen recht aan de zorgvraag van een grote groep (zelfstandige) gehandicapten die thuis kan wonen. Bovendien is de maatregel overduidelijk in strijd met het door het kabinet omarmde beginsel van eigen verantwoordelijkheid, zo vindt de KNMG. Afstand De grootste belangenorganisatie voor senioren, ANBO, pleit voor verregaande regionale samenwerking tussen gemeenten, maar ook met verzekeraars, zorgaanbieders en woningcorporaties. ANBO-directeur Liane den Haan: “Individuele gemeenten, zeker de kleine, zijn niet in staat al hun extra taken goed te doen. Ze ontberen geld, menskracht en ervaring. Hechte samenwerking, misschien zelfs verdeling van taken, moet ertoe leiden dat niet elke gemeente zelf het wiel hoeft uit te vinden en bovendien dat er door schaalvergroting bespaard kan worden. “Verder pleit ANBO voor centrale coördinatie en centrale kwaliteitska-
22
Ondersteunen en aanjagen Martin van Rijn is tevreden over de inspanningen van gemeenten. Op de website van de Rijksoverheid zegt hij: “Ik volg de voortgang op de voet, zodat ik ondersteun waar dat nodig is en aanjaag waar dat moet. ” Van Rijn kijkt naar vijf noodzakelijke randvoorwaarden: beleid, organisatie, communicatie, inkoop en toegang. “Momenteel wordt nog hard gewerkt om de aanpassing van de administratieve organisatie en de ICT voorzieningen van de betrokken organisaties op tijd klaar te hebben. Maar de verwachting is dat alle gemeenten de inkoop en de toegang tijdig hebben gerealiseerd.” Om een actueel beeld te krijgen van de voortgang, de knelpunten en de successen van gemeenten ontmoette de staatssecretaris tussen eind september en medio oktober vierhonderd wethouders die verantwoordelijk zijn voor onder andere de Wmo. Dat gebeurde tijdens vijftien regiobijeenkomsten. Van Rijn: “Wethouders staan voor de opgave om de transitie van begeleiding, dagbesteding en jeugdhulp tijdig en goed te regelen. Maar daarin staan ze niet alleen. Deze transitie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom ben ik in de regio’s op bezoek geweest om elkaar te informeren, ervaringen te delen en te inspireren. En daar waar problemen zijn die te bespreken en op te lossen.” Hij besluit: “Ik volg alles wat er gebeurt met tien vingers aan de pols. Samen met mijn collega’s Plasterk, Teeven, Klijnsma en de rest van het kabinet. Deze enorme vernieuwingslag lukt alleen als we het samen doen. Dat is dan ook mijn inzet: schouder aan schouder met wethouders bespreken hoe het gaat, hoe we risico’s kunnen beheersen en hoe we elkaar kunnen helpen. Zodat de zorg, hulp en ondersteuning voor de mensen die het nodig hebben op 1 januari 2015 is gegarandeerd.”
Wetgeving Interview
ders om de onvermijdelijke kwaliteitsverschillen tussen rijke en arme en grote en kleine gemeenten tot een minimum te beperken.” De organisatie maakt zich zorgen over de aanspraken van burgers. De Raad voor de Rechtspraak, die de belangen behartigt van de Gerechten bij politiek en (lands)bestuur, deelt die zorg. “Hoewel het straks mogelijk is om maatwerk te leveren, is er ook een keerzijde. De rechtszekerheid voor een burger komt onder druk te staan, omdat de voorzieningen waar hij aanspraak op wenst te maken steeds minder genormeerd zijn. Dit leidt ertoe dat het voor een burger niet inzichtelijk is waar hij aanspraak op kan maken.”
‘De organisatie maakt zich zorgen over de aanspraken van burgers.’ Ook de Raad van State (RvS), de onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land, is kritisch. Eén van de belangrijkste kritiekpunten is de invoering van de wet per 2015. Een onrealistische en onverantwoorde invoeringsdatum, vindt de Raad. “Gemeenten moeten op zeer korte termijn op drie terreinen (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie) tegelijkertijd omvangrijke decentralisaties doorvoeren. Gelet op eerdere ervaringen met decentralisaties en de omvang van de operatie is het de vraag of dit realistisch is.” De verplichte samenwerking tussen gemeenten rondom de Participatiewet, maar ook bij de Wmo en de Jeugdwet, is de Raad een doorn in het oog. De RvS noemt dit een paradox, “omdat met de decentralisaties wordt beoogd taken dichter bij de burger te laten uitvoeren, maar dit in de praktijk gepaard gaat met gemeentelijke schaalvergroting. Daardoor wordt de afstand tot de burgers juist groter.”
Langdurige zorg Mensen die thuis intensieve zorg en toezicht nodig hebben, stromen per 1 januari 2015 –als zij dat zelf willen- in de Wet langdurige zorg. De betreffende groep bestaat uit ongeveer 10.000 mensen. Staatssecretaris Van Rijn: “In de zorg staan mensen centraal, niet de systemen. We zijn bezig met een grote hervorming van de zorg, maar ik wil dat mensen die nu al zware zorg krijgen daar zo min mogelijk van merken.” Eerder al maakte Van Rijn bekend dat een andere groep van 4.000 kinderen en jongvolwassenen vanaf 1 januari 2015 ook onder de Wlz zal vallen. Van Rijn kwam tot dit besluit na overleg met een aantal belangenverenigingen. De groep van 10.000 personen bestaat uit mensen die continu intensieve zorg en toezicht om zich heen nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat ze een verstandelijke en lichamelijke beperking hebben of afhankelijk zijn van beademingsapparatuur. Zij wonen vaak thuis, werken of hebben dagbesteding, maar niet zonder permanent toezicht dichtbij. Zorg uit de Wmo 2015, Jeugdwet en/of Zorgverzekeringswet zou mogelijk zijn, maar kan onnodige financiële en administratieve consequenties voor de zorgconsument hebben.
Wat betekent de nieuwe Wmo voor de werkgelegenheid in de zorg? Partijen hebben afgesproken zich tot het uiterste in te spannen om gedwongen ontslagen te voorkomen en er voor te zorgen dat mensen van werk naar werk worden begeleid. Er blijven in de thuiszorg meer banen bestaan dan aanvankelijk was gedacht. Daarnaast is in het sociaal akkoord afgesproken dat nul-urencontracten worden afgeschaft. In het regeerakkoord is al 100 miljoen euro vrijgemaakt voor versterking van de alfahulpen. Er wordt 200 miljoen euro geïnvesteerd in extra wijkverpleegkundigen. Ook wordt er 50 miljoen euro geïnvesteerd in sociale wijkteams. Een aantal waarborgen voor thuiszorgmedewerkers zal wettelijk verankerd worden. Gemeenten hoeven niet verplicht aan te besteden. Als een gemeente met een andere aanbieder in zee gaat, moeten de werknemers worden overgenomen. Er komt scherper toezicht op cao-afspraken en er worden basistarieven voor huishoudelijke hulp vastgesteld.
Martin van Rijn Martin van Rijn begint zijn loopbaan in 1980 bij het ministerie van VROM. Hij heeft daar diverse beleids- en directiefuncties binnen het directoraat-generaal Volkshuisvesting, zoals hoofd Stafbureau, hoofd afdeling Inspectie Woningcorporaties en directeur Financiën, Strategie en Control. Vanaf 1995 is hij er plaatsvervangend directeur-generaal, onder meer verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het grote stedenbeleid en het beleid ten aan zien van de sociale huursector. In 2000 wordt hij directeur-generaal Management en Personeelsbeleid bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verantwoordelijk voor het arbeidsvoorwaardenbeleid van de collectieve sector en de modernisering van de Rijksdienst. Van 2003 tot 2008 werkt hij als directeurgeneraal Gezondheidszorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hier is hij onder meer verantwoordelijk voor de hervorming van het zorgstelsel. Vanaf 1 januari 2008 is Martin van Rijn werkzaam als voorzitter van de Raad van Bestuur van PGGM, de pensioenuitvoerder van onder andere de sector Zorg en Welzijn. De heer drs. M.J. van Rijn is op 5 november 2012 benoemd tot staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte-Asscher.
Bij de samenstelling van dit artikel is gebruik gemaakt van de websites, nieuwsbrieven en vakbladen van de geciteerde bronnen.
23
Famed optimaliseert declaratieproces voor apothekers
‘Een gesprek over polisvoorwaarden hoort niet thuis aan de balie’
Een apotheker doet twee dingen: hij levert een product en hij verleent diensten. Met de zorgverzekeraar sluit hij contracten af over de prijs en de voorwaarden. Maar op het moment dat hij het doosje over de toonbank schuift, kan het voor hem onduidelijk zijn welk bedrag hij daarvoor zal ontvangen en van wie. Welke ondernemer wil dat nou? Het is de droom van Léon van den Broeck, Business Development Manager bij Famed, om voor apothekers een systeem te bouwen dat direct duidelijk maakt wat de prijs van het product is, wie de rekening betaalt en waarom dat zo is. De voorbereidingen zijn in volle gang. Het nieuwe declaratiesysteem komt begin 2015 op de markt.
L
éon van den Broeck kent de wereld van zorgverzekeraars en apothekers van haver tot gort. Voor Zorgverzekeraar CZ hield hij zich als Zorginkoper Farmacie bezig met de inkoop van farmaceutische zorg. Als Manager Zorgverzekeraars bij BENU Apotheek sloot hij voor 200 apothekers de contracten af met de zorgverzekeraars. Zijn constatering: bij zorgconsument, zorgaanbieders en zorgverzekeraar heerst onvrede over de huidige gang van zaken. En daar wil hij heel graag wat aan doen. Met zijn achtergrond lijkt hij de meest aangewezen
24
persoon om dit nieuwe declaratiesysteem voor apothekers in de markt te zetten: “Jarenlang heb ik zelf zorgcontracten afgesloten, ik kan ze interpreteren en ken ze tot in elk detail. Ook de polissen hebben voor mij weinig geheimen. En alle wet- en regelgeving hier omheen is voor mij gesneden koek.” Combinatie van afspraken Het is een onwenselijke situatie voor een ondernemer, maar voor apothekers is het helaas dagelijkse kost: je levert een product met de
daarbij behorende dienstverlening, maar weet op dat moment niet in alle gevallen wie die rekening betaalt en welke prijs je ervoor zal krijgen. Deze situatie is te complex geworden voor de nu gangbare declaratiesystemen van de apothekers, stelt Léon: “Het gaat om een ingewikkelde combinatie van afspraken: namelijk de afspraken tussen apotheker en verschillende zorgverzekeraars (het zorgcontract), de afspraken tussen zorgconsument en zorgverzekeraar (de polis) en de afspraken die we in het democratisch proces vastgelegd hebben in de
Apothekers
Dankzij dat systeem kan Famed de apotheker compleet ontzorgen. Léon: “Het nieuwe systeem kan overweg met alle prijsafspraken tussen apotheek en de verschillende zorgverzekeraars. Wij voeren de prijsafspraken die de apotheker met de zorgverzekeraar heeft gemaakt voor hem in. Vervolgens verzorgen wij de administratieve afhandeling en bij een dispuut over een declaratie nemen wij contact op met de zorgverzekeraar. Daarna informeren wij de apotheker.”
wet- en regelgeving. De complexe combinatie van al deze factoren leidt er soms zelfs toe dat pas achteraf bekend is welk bedrag de apotheker voor zijn product krijgt. Famed bouwt een systeem dat de apotheker direct duidelijkheid geeft over de prijs van dat specifieke doosje met medicijnen. Die calculatie moet zo nauwkeurig mogelijk zijn.” Volledige inzage Dat nieuwe systeem ziet in het eerste kwartaal van 2015 het licht en zorgt er in eerste instantie voor dat de nota volledige inzage geeft in de prijs van het product en de totstandkoming ervan. Léon: “In de daaropvolgende periode willen we het systeem vervolmaken. Einddoel is om die duidelijkheid al direct aan de balie te verschaffen. Zowel voor de apotheker als de zorgconsument.”
Transparante nota Al die verschillende contracten hebben heel veel verschillende regeltjes en uitzonderingsituaties, per zorgverzekeraar en per polis. Het preferentiebeleid is daar een berucht voorbeeld van. Léon: “Zo leg ik het mijn moeder uit: stel de diagnose is ‘dorst’ en de therapie is ‘cola’. In de schappen staan diverse medicijnen: Pepsi, Coca en Herschi. Maar in de polis staat dat de zorgverzekeraar alleen Herschi vergoedt. Wil jij dan op zo’n moment toch liever Pepsi, dan zul je dat zelf moeten betalen. Het klinkt eenvoudig, maar aan de balie slaat vaak de verwarring toe. Die verwarring wordt nog groter omdat er ook afspraken tussen de apotheker en de zorgverzekeraar bestaan waarin is vastgelegd dat de zorgverzekeraar de keuze voor het merk aan de apotheker overlaat, maar alleen de prijs van Herschi vergoedt.” Zorgverzekeraars maken afspraken met zorgconsumenten maar ook met apothekers, dit kan voor zeer onoverzichtelijke en verwarrende situaties zorgen. “De apotheker die jou een transparante nota kan overhandigen met niet alleen de prijs maar ook het waarom van die prijs kan duidelijkheid scheppen. Ook voor de zorgverzekeraar is dit overigens goed nieuws. Vooraf gecontroleerde declaraties maken ook het verwerkingsproces efficienter.” Vrije marktwerking Het systeem kijkt of er sprake is van verzekerde zorg. Wanneer een product geen verzekerde zorg is kan dat voor een consument aan de balie een onaangename verrassing zijn, omdat hij dan zelf de beurs moet trekken. Léon: “Het kan gebeuren dat twee consumenten voor eenzelfde aandoening eenzelfde medicijn krijgen. En dat de één moet betalen en de ander niet.” Ook hier kan een transparante nota direct helderheid verschaffen en discussies aan de balie voorkomen. Die transparante nota’s zullen de consument bovendien bewuster maken, meent Léon: “Mensen krijgen meer inzicht over de inhoud van hun polis. Als ze ontevreden zijn
zullen ze sneller switchen. Wanneer een fors aantal consumenten dat doet zal zo’n zorgverzekeraar mogelijk zijn polis aanpassen.” Ook de consument moet zijn rol nemen: ”Dat is goed voor iedereen. Want dan gaat die vrije marktwerking ook echt voor ons werken”, aldus Léon. Onafhankelijk In het eerste kwartaal van 2015 zal het nieuwe systeem op de markt komen, verwacht Léon. Naast een goed functionerend declaratiesysteem biedt Famed nog andere voordelen: “We verzorgen niet alleen de nota, we nemen de hele vordering over. Apothekers moeten in sommige gevallen zeven weken op hun geld wachten. Wij betalen hen binnen vier weken. Er is zelfs een mogelijkheid om deze termijn te verkorten naar twee weken. Denk je maar eens in wat dat voor de liquiditeitspositie van een onderneming betekent!” Bovendien opereert Famed onafhankelijk: “Dit in tegenstelling tot onze concurrenten. We hebben geen banden met derden, niet met zorgverzekeraars, niet met de farmaceutische industrie en niet met de groothandel. Het is mijn overtuiging dat je in dit vak geen twee meesters kunt dienen. Voor ons staat het belang van de apothekers én de zorgconsument voorop.”
Léon van den Broeck Geboren: 18 november 1966 in Breda Opleiding: Studeerde Fiscaal Recht in Amsterdam Loopbaan: VVAA, CZ, BENU, Famed Boek: ‘Start with why’ van Simon Sinek. De meest invloedrijke leiders denken, communiceren en doen dingen op precies dezelfde manier, die manier is precies het tegenovergestelde van wat de rest doet. Simon Sinek deed onderzoek naar dit fenomeen. Het is een heel inspirerend boek voor wie leiding geeft en zijn organisatie, beweging of medewerkers naar een hoger plan wil tillen.“
25
Het delen van medische dossiers
De privacykwestie Sinds 2012 kunnen patiënten toestemming geven om hun medisch dossier te delen met zorgaanbieders die aangesloten zijn bij het Landelijk Schakel Punt (LSP). Het gaat om huisartsenposten, huisartsen, apotheken en ziekenhuizen. Doel is het snel beschikbaar hebben van patiëntinformatie voor diagnosestelling of het voorkomen van vermijdbare problemen zoals conflicterende medicijnen. Niet iedereen is tevreden met het systeem. Zo startte de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) een bodemprocedure tegen de Vereniging Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) omdat de privacy en het beroepsgeheim in hun ogen niet voldoende gewaarborgd zijn binnen het LSP. Ze verloren de rechtszaak, maar gaan in hoger beroep. Annelies Leloup, woordvoerder van het VPH, legt uit waarom. Alf Zwilling, woordvoerder van het VZVZ, geeft weerwoord.
D
e LSP is regionaal georiënteerd: alleen binnen de eigen regio (het land is verdeeld in 44 regio’s) kunnen gegevens uitgewisseld worden tussen huisartsen, huisartsenposten, apotheken en ziekenhuizen. Dat kan alleen als de patiënt hiervoor toestemming geeft. Maar om welke gegevens gaat het nu precies? Huisartsenposten en (waarnemende) huisartsen maken bij het delen van gegevens gebruik van de zogenoemde professionele samenvatting (PS). Deze bevat behalve de actieve medicatiestatus, ook een ‘probleemlijst’ en een beschrijving van de laatste vijf contacten tussen huisarts en patiënt. Met medisch specialisten worden alleen de probleemlijst en de medicatiegegevens gedeeld en apothekers beperken zich bij de uitwisseling tot medicatiegegevens. “Bij het delen van gegevens gaat het echt om primaire informatie”, benadrukt Alf Zwilling, woordvoerder van de VZVZ: “De probleemlijst geeft de aandoeningen en ziektegeschiedenis van een patiënt weer, waaronder ook zaken als allergieën. Het gaat dus echt niet over je privéleven, niet over huwelijksproblemen of wat dan ook. Dat komt er allemaal niet in.”
Afschermen gegevens Annelies Leloup, huisarts en woordvoerder van de VPH kijkt daar anders tegenaan: “Neem de probleemlijst. Daarin staan niet alleen fysieke aandoeningen, er wordt ook melding gemaakt van zaken zoals depressie, burn-out, persoonlijkheidsstoornissen, suïcidepogingen, alcoholmisbruik en drugsverslaving. Dat is privacygevoelige informatie. Als huisarts moeten wij daarnaast aan elk probleem een code verbinden. Het gaat daarbij lang niet altijd om vaststaande diagnoses, het is niet altijd zwart-wit. Maar aan die codes kunnen derden die het dossier inzien wel verkeerde interpretaties verbinden, die vervolgens een eigen leven gaan leiden. Als huisarts heb ik geen grip op wat er met de gedeelde gegevens gebeurt en hoe ze geïnterpreteerd worden. We kunnen ons beroepsgeheim daarmee niet meer garanderen.” Daarnaast, stelt Leloup, kan ook de beschrijving van de vijf laatste consulten privacygevoelige informatie bevatten: ”Stel dat je vorige week verkracht bent en je komt in het weekend met een keelontsteking bij de huisartsenpost, dan is dat voor de dienstdoende arts allemaal
inzichtelijk.” Maar, stelt Zwilling daar tegenover, patiënten kunnen bepaalde gegevens van hun dossier zo nodig afschermen: “Samen met huisarts of apotheker kun je afstemmen welke delen inzichtelijk zijn en welke niet. Deze zijn dan bij deling van het dossier niet te zien voor een waarnemer, ook niet in noodsituaties.” Dit betekent dat na elk consult besproken moet worden wat wel en niet inzichtelijk mag zijn, reageert Leloup: “Dat is een inbreuk op de vertrouwelijke situatie in de spreekkamer en bovendien ondoenlijk voor de huisarts. In feite zet je met het LSP de spreekkamerdeur open en moet er dan vervolgens vele nieuwe sloten op maken.” Toestemming geven Inmiddels zijn 83% van de huisartsen, 89% van de apotheken, 96% van de huisartsenposten en 36% van de ziekenhuizen aangesloten bij het LSP en hebben 5 miljoen mensen toestemming gegeven om gegevens van hun medische dossier te delen. Leloup heeft kritiek op de manier waarop die toestemming gegeven wordt. “Ons bezwaar is dat het een pullsysteem is. Via folders en
Ontstaan LSP In 2011 strandde het (Elektronisch Patiëntendossier) EPD in de Eerste Kamer omdat de privacy van de burgers onvoldoende geborgd zou zijn. Daarop namen de zorgverleners zelf het initiatief om zich in te zetten voor behoud van de zorginfrastructuur, zonder steun van de overheid. Daarvoor richt-
26
ten ze het VZVZ (Vereniging Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie) op. Betrokken partijen zijn onder meer de LHV, NVZ, KNMP, patiëntenfederatie NPCF en diverse leveranciers van zorginformatiesystemen. Plan is om de aansluiting op de LSP op termijn uit te breiden naar zorgaanbieders die betrokken zijn bij
de ketenzorg voor chronische ziekten zoals diabetes, hartfalen, COPD en hart- en vaatziekten. Belangrijk verschil met de EPD is dat toestemming voor het beschikbaar stellen van medische gegevens niet meer automatisch verloopt. Daarnaast worden gegevens niet langer landelijk maar regionaal uitgewisseld.
Medisch dossier
invulformulieren,via de apotheek of de VZVZ, is de drempel om toestemming te geven heel laag. Zelfs aanmelden via de website van de VZVZ is mogelijk. Essentieel is echter dat de patiënt goed geïnformeerd is wanneer hij toestemming geeft. Maar de invulformulieren van de VZVZ zijn in algemene termen geformuleerd.” Patiënten realiseren zich onvoldoende wat die toestemming precies inhoudt, aldus Leloup: ”Zo heeft de patiënt niet de mogelijkheid gericht en selectief toestemming te verlenen voor uitwisseling van specifieke medische gegevens.” Grote of kleine schaal Zwilling noemt de werkwijze die de VPH voor ogen heeft onwerkbaar: “Wat zij willen is dat er per consult en per behandelsituatie apart toestemming wordt gegeven. Maar stel, je komt bij de huisartsenpost. Dan moet je dus op dat moment toestemming gaan geven voor die specifieke situatie. Maar je huisarts zit op dat moment met zijn boot op het IJsselmeer. Daarom heeft hij het nu juist zo geregeld. Bij het LSP is de toestemming van de patiënt bovendien goed geregeld. Dat is controleerbaar dankzij de inzage- en notificatie -functie voor patiënten. Bij het LSP zelf is het altijd zichtbaar wie een dossier heeft opgevraagd. In het Open Zorg Informatie Systeem (OZIS), waarmee waarnemende huisartsen momenteel informatie uitwisselen, is toestemming van de cliënt daarentegen helemaal niet geregeld.” Leloup beaamt dit: “Wanneer ik een weekend niet werk heeft mijn waarnemer inderdaad toegang tot het dossier van mijn cliënt. Dat is nodig om de 24-uurs hulpverlening te garanderen. Maar dat blijft uitwisseling op een zeer kleine schaal. Dat is anders op een grootschalig systeem zoals de LSP waar iedereen met een Uzi-pas (Uzi staat Unieke Zorgverlener Identificatie, de pas is nodig om toegang te krijgen tot het LSP) toegang kan krijgen tot je dossier.” Uzi-passen Het LSP-systeem is qua schaal vergelijkbaar met de huidige OZIS-organisatie omdat uitwisseling zich beperkt tot de eigen regio, stelt Zwilling
De Vereniging Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie VZVZ is opgericht door vier koepels van zorgaanbieders: de koepels van huisartsen (LHV), huisartsenposten (VHN), apotheken (KNMP) en ziekenhuizen (NVZ). Sinds 1 januari 2012 is de VZVZ verantwoordelijk voor de uitwisseling van gegevens via het LSP.
daar tegenover: “Bovendien moet de bewuste zorgverlener aan bepaalde eisen voldoen. Zo moet de zorgverlener inderdaad over een Uzi-pas beschikken, daarvoor moet hij BIG-geregistreerd zijn. Daar bovenop moet hij bovendien over een speciale code beschikken die alleen voorbehouden is aan zorgverleners met een specifieke specialisatie. De groep zorgverleners met toegang tot het LSP blijft hierdoor beperkt. Daarnaast moet de zorgverlener ook een behandelrelatie hebben met de patiënt en moet het opvragen van het dossier relevant zijn voor de behandeling. Het is echt een fabeltje om te veronderstellen dat iedereen er zo maar in kan.” Leloup: “Volgens de regels is inzage inderdaad alleen mogelijk als er een behandelrelatie is. Maar ook zonder die behandelrelatie is het mogelijk om het dossier in te zien. Men hoeft alleen maar te bevestigen dat er een behandelrelatie is. Dit kan zonder dat de patient er bij zit. VZVZ kan inderdaad inzien wie inzage heeft gevraagd, maar dan is het kwaad al geschied. Wat de relevantie voor de behandeling betreft: Het komt in de praktijk voor dat als de patiënt zich aanmeldt op een Huisartsenpost dat de assistentes om tijd te winnen alvast het dossier opvragen. Relevantie van die opvraging is dan nog niet bepaald.” Hoger beroep Op 23 juli verwierp de rechtbank de bezwaren van de VPH tegen de LSP. Zwilling: De uitspraak van de rechter was heel duidelijk, er is geen woord Spaans bij: wij zijn op alle punten in het gelijk gesteld. Wij doen het goed als het gaat om wettelijke privacy en voldoen aan de Wet Bescherming persoonsgegevens. “Juridisch heeft VZVZ gelijk gekregen, de manier waarop ze voorlichting geven voldoet aan de eisen”, aldus Leloup. “Maar wij als huisartsen kunnen, als dit systeem de norm wordt, ons beroepsgeheim niet meer waarborgen. We hebben geen grip meer op wie er inzage heeft en ook niet wat er met de interpretatie van die gegevens gebeurt. Daarom willen wij dat een hogere rechter hier opnieuw naar kijkt.”
De Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) telt 750 leden en heeft het behoud van kernwaarden in het huisartsenvak als doelstelling. Op 25 april 2014 diende de rechtszaak die de VPH tegen de VZVZ aanspande in de arrondissementsrechtbank te Utrecht. Tijdens die zitting heeft VPH de rechter gevraagd om VZVZ
Alf Zwilling Functie: Manager corporate communicatie bij de VZVZ Opleiding: RU Leiden (Kunstgeschiedenis) Geboortedatum: 6 augustus 1955 Geboorteplaats: Amsterdam Loopbaan: PR-medewerker Randstad, zelfstandig communicatie-adviseur, diverse functies Fortis Bank Nederland, Hoofd Communicatie KNMP Hobby’s: Sport, kunst en cultuur
Annelies Leloup Functie: Praktijkhoudend Huisarts Opleiding: Huisartsopleiding (UvA) Geboortedatum: 5 februari 1956 Geboorteplaats: Amsterdam Loopbaan: Onderwijs geneeskunde studenten, huisarts Hobby’s: Fietsen, tennissen, tuinieren
te verbieden om door te gaan met de uitrol van het LSP vanwege de schending van de privacy van patiënten en het beroepsgeheim. In juli 2014 werd de VPH in het ongelijk gesteld. De organisatie maakte in september bekend dat ze in hoger beroep gaat.
27
Tandarts, vaccinatie, keuring, onderzoek en ‘health check’ op locatie
Eric van Beek
De opmars van de thuisdokter De dokter komt naar je toe: medische zorg aan huis. Omdat het niet anders kan vanwege gezondheid of andere mobiliteitsproblemen. Of omdat de zorgconsument zelf wil bepalen wanneer hij gebruik maakt van een aantal medische diensten. Een nadere kennismaking met de thuistandarts en de thuisvaccinatie.
H
et begon met een vaststelling: bij hoogbejaarden en andere niet-mobiele mensen is vaak sprake van gebitsverwaarlozing omdat zij niet in staat zijn om de tandarts te bezoeken. “Soms wonen die mensen nog
26 28
thuis, maar nog vaker in een verzorgingshuis”, zegt ondersteunend tandtechnicus voor geriatrisch tandartsen Eric van Beek. De constatering resulteerde in een nieuw initiatief. Samen met tandartsenpraktijk
Medisch Centrum Nijmegen-Oost en Tandprothetische praktijk Pro-Da besloot een aantal tandartsen de ThuisTandarts in het leven te roepen. De deelnemende tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetisten
Medische zorg aan huis
beschikken over speciale apparatuur waarmee zij een groot aantal behandelingen bij mensen thuis kunnen uitvoeren: van gebitsreiniging en pijnbestrijding tot het herstel en aanmeten van prothesen. “De reacties zijn uiterst positief”, zegt Van Beek. “Het wordt zeer op prijs gesteld dat we op bezoek komen. Mensen voelen zich meestal een stuk beter als wij zijn geweest.” Lachend vervolgt hij: “Er schiet me een aardig voorval te binnen. Een oudere heer deed een beroep op de ThuisTandarts, maar kwam liever wél naar de praktijk… ‘Zo kom ik er nog eens uit...’, liet hij weten.” Kwetsbare ouderen In het verlengde van het initiatief hebben de ZZG Zorggroep en de Radboud Universiteit Nijmegen een onderwijsprogramma opgezet, waarmee zesdejaarsstudenten tandheelkunde affiniteit krijgen met geriatrische mondzorg. De ThuisTandarts ondersteunt de zorgvraag die voortkomt uit deze gedifferentieerde tak binnen de mondzorg, die is gericht op kwetsbare ouderen met een complex ziektebeeld door een combinatie van lichamelijke, geestelijke en/of sociale problemen. “Daardoor wordt het steeds lastiger om zelfstandig te functioneren in het dagelijks leven”, stelt Van Beek. “De kwaliteit van leven neemt af en dat kan de mondgezondheid van de patiënt veranderen.” De grootste toegevoegde waarde van het initiatief noemt Van Beek dat zorgvraag en zorgaanbod beter op elkaar worden afgestemd. “Ieder mens heeft recht op goede mondzorg. En als mensen door hun gezondheid problemen hebben om zelf naar de tandarts te gaan, dan moet de tandarts naar de patiënt toe. Waar we naar streven is een landelijke dekking van de ThuisTandarts. Daarom zijn we op zoek naar tandartspraktijken die zich bij ons willen aansluiten en de thuisservice in hun eigen regio gaan aanbieden.” Gevraagd naar de toekomst van de branche, neemt Van Beek even bedenktijd. Dan zegt hij: “Ik zie helaas een grote tweedeling in de maatschappij: mensen die –mede door financiënvolledig toegang hebben tot alle vormen van zorg en mensen die geïsoleerd raken en gevangen zitten in een systeem waarin de verzekeraar bepaald wat doelmatig is. Ik vind dat een ongewenste situatie, die we als samenleving moeten voorkomen.” Thuisvaccinatie Siu-Fung Chan is algemeen directeur van PreMeo. Zijn bedrijf introduceerde Thuisvaccinatie. nl. Een team van ruim dertig BIG-geregistreerde artsen is zeven dagen per week (overdag en ’s avonds) op pad om mensen thuis te vaccine-
28
ren. Inmiddels hebben ruim 100.000 mensen van deze dienst gebruik gemaakt. “Het is de normaalste zaak van de wereld om boeken en andere producten via internet te bestellen en de spullen thuis geleverd te krijgen”, zegt Chan. “Het principe dat je zelf bepaalt wanneer je iets wilt ontvangen, kun je ook toepassen op bepaalde medische verrichtingen. Wij vroegen ons af waarom mensen naar een GGD of vaccinatiecentrum moeten om vaccinaties te halen, terwijl huisartsen al heel lang bij mensen thuis komen om bijvoorbeeld de griepvaccinatie te geven. Zo is het idee ontstaan. Je maakt online een afspraak en de arts komt bij je thuis voor de vaccinatie.” Naast de thuisvaccinatie kent PreMeo medische keuringen aan huis en bij bedrijven, health-checks (een soort persoonlijke APK) en Preventief Medisch Onderzoek (PMO). Dat laatste brengt de gezondheid van werknemers in kaart en de gezondheidsrisico’s die het werk met zich meebrengt. Op basis van dit onderzoek zijn vervolgens preventief maatregelen te nemen, die de kosten van verzuim en uitval besparen. Apple Watch Chan ziet een duidelijke trend om steeds meer zorg vanuit ziekenhuizen over te hevelen naar bijvoorbeeld huisartsen. De volgende stap is volgens hem het aanbieden van steeds meer kwalitatief hoogwaardige zorg aan huis. “Enerzijds om de zorgkosten te verlagen, maar anderzijds en wellicht veel belangrijker omdat mensen het zelf willen”, stelt hij. De technologische ontwikkelingen maken nieuwe medische toepassingen mogelijk, zo vervolgt hij. “Internet is een game changer. Via het World Wide Web is al veel mogelijk. Er zijn al diverse interessante initiatieven.” Hij geeft een paar voorbeelden. “Videobellen met de huisarts. Vanuit je eigen woning heb je contact met de dokter. Wat je ook ziet: hartpatiënten die via een tablet contact houden met de specialist over de bloeddruk en de medicatie. En verder is er voor ouderen een sensor ontwikkeld, die bij een val van de drager van het apparaatje een seintje geeft aan de alarmcentrale of aan het ambulancevervoer. Het is nog even afwachten of de Apple Watch en andere vergelijkbare gadgets aanslaan, maar ik verwacht dat dit ertoe zal leiden dat mensen veel meer zelfregie krijgen. Niet alle zorg kan aan huis worden geleverd, maar er is veel medische zorg die zich daar goed voor leent.”
Siu-Fung Chan Functie: Algemeen directeur PreMeo. Geboortejaar: 1976 Burgerlijke staat: Gehuwd, drie kinderen. Grootste ambitie: “Alle Grand Slam tenniswedstrijden bezoeken.” Hobby’s: Tennissen, schaken en wijn proeven. Favoriete boek: ‘Wild Swans’ en ‘Memoirs Geisha’. Favoriete film: ‘Forrest Gump.’“Met de prachtige one liner van Tom Hanks: Life is like a box of chocolate…”
Eric van Beek Functie: Tandtechnicus voor geriatrisch tandartsen. Geboortejaar: 1970 Burgerlijke staat: Alleenstaand. Grootste ambitie: “Met plezier tandartsen en hun patiënten tevreden houden. Tot aan mijn pensioen!” Hobby’s: Mountainbiken, zwemmen Favoriete film: ‘The Green Mile’.
27 29
De ‘cloud-based’ oplossingen van Animana
‘Dierenartsen moeten zich volledig kunnen richten op hun passie’ Het leven van dierenartsen én hun assistenten makkelijker maken. Dat is het doel van Animana. Het bedrijf uit Ede ontwikkelde door de jaren heen een softwarepakket dat zich leent voor iedere dierenartsenkliniek, onafhankelijk van de diersoort en het praktijktype. De software is cloud-based en dat wil zeggen dat er via internet altijd en overal toegang is tot de gewenste gegevens. “Onze taak? Altijd klaar zijn voor de toekomst. Ontwikkelingen vertalen in oplossingen, nog voordat dierenartsen ze daadwerkelijk nodig hebben.” Famed Magazine in gesprek met Animama’s General Manager Gerco Bosch.
M
et diploma’s in de diergeneeskunde en de software engineering en ervaring met praktijk managementsystemen in hun rugzak, besloten Bas van Ecke en Sebastiaan Massizzo een softwaresysteem te ontwikkelen waarmee veterinaire klinieken daadwerkelijk uit de voeten kunnen. Het initiatief werd een succes, zo mag veertien jaar na de oprichting worden vastgesteld. In de helft
26 30
van alle praktijken in Nederland wordt met de software van het Gelderse bedrijf gewerkt. Ook in het buitenland neemt de interesse toe. Er zijn ondertussen gebruikers in vijftien verschillende landen. Parallel aan de groei van het marktaandeel loopt de personele groei. Animana bestaat tegenwoordig uit een team van dertig mensen: programmeurs, helpdesk, commercie. “Een mooie
omvang”, zegt Gerco Bosch. “Groot genoeg om de ontwikkeling en het onderhoud van een excellent veterinair softwaresysteem te beheersen, inclusief de bijbehorende service die onze klanten verwachten. Maar niet te groot om de persoonlijke aandacht te geven die klanten op prijs stellen. Omdat de meeste medewerkers banden hebben met de veterinaire wereld kunnen we de brug dichten
Diergeneeskunde
tussen softwareontwikkeling en de dagelijks gang van zaken in een dierenartspraktijk.” Leunen De grootste toegevoegde waarde van de software is dat dierenartsen zich volledig kunnen richten op hun passie: het helpen van dieren en hun eigenaren, zo vervolgt hij. “De software is snel, zeer gebruiksvriendelijk en kent een groot aantal directe koppelingen met diverse partijen in het veterinaire veld. Zo zorgen we ervoor dat er zo min mogelijk kostbare tijd verloren gaat met administratieve handelingen. En het feit dat de software Animana cloud-based is, zorgt er bovendien voor dat de gebruikers zich nooit druk hoeven te maken over dure ICT apparatuur, het maken van back-ups en het installeren van nieuwe softwareversies. Dat regelen wij voor ze. “ Steeds meer praktijken realiseren zich dat een goed softwarepakket echt een verschil kan maken in de bedrijfsvoering, zo vervolgt hij. Hij benadrukt dat een modern veterinair praktijkmanagement systeem veel meer moet kunnen dan alleen medische verslaglegging. “Praktijken hebben behoefte aan gedetailleerde rapportages om hun business te beoordelen en marketinginstrumenten om met hun klanten te communiceren. Deze instrumenten zie je terug in onze software. Wij leunen overigens nooit achterover. We blijven ontwikkelen en inspelen op veranderingen in de veterinaire wereld.” Ontzorgen Wat dat laatste betreft ziet Bosch een aantal trends en ontwikkelingen. Zo komt er
steeds meer wet- en regelgeving waaraan de dierenarts moet voldoen. “Meestal horen daar administratieve handelingen bij. Waar nodig passen wij onze software daar op aan.” Verder is er, in navolging van bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Groot Brittannië, steeds meer ketenvorming van dierenartspraktijken. “Als het gaat om de medische verslaglegging wijken die niet veel af van andere praktijken, maar op het gebied van bedrijfsvoering meestal wel. Wij hebben hierop ingespeeld met een module waarmee ketens een groot deel van hun back-office taken centraal kunnen regelen.” De laatste ontwikkeling die een grote rol speelt is de veranderende kijk op veterinaire zorg. Bosch: “Vroeger werkte een dierenarts vrijwel uitsluitend curatief, maar tegenwoordig wordt er veel meer aan preventie gedaan. Dit vraagt om een heel andere, proactieve houding van de dierenarts. Zijn software pakket moet hem daar natuurlijk optimaal in ondersteunen.” De general manager ziet een overeenkomst tussen de dienstverlening van Animana en Famed. “Hoewel het product heel verschillend is, denk ik dat Famed en Animana hetzelfde doel voor ogen hebben. Wij streven er beide naar de back-office taken uit handen te nemen van de dierenarts of die taken zo simpel mogelijk te maken. Zo kan de dierenarts en zijn paraveterinair zoveel mogelijk tijd besteden aan de patiënten. Dat is immers waar ze blij van worden en waarmee ze hun brood moeten verdienen.”
Gerco Bosch Geboortejaar: 1973 Burgerlijke staat: Samenwonend, drie kinderen. Inspiratiebron: “Het delen van positieve energie met anderen.” Grootste ambitie: “Een verschil maken in de wereld om me heen.” Hobby’s: Racefietsen en mountainbiken, huizen verbouwen, koken. Favoriete boek: ‘The Secret Race’ van Tyler Hamilton.
‘Een goed softwarepakket maakt echt het verschil’
Cijfers, feiten en trends Nederland telt ruim 4.500 dierenartsen en ruim 1.200 dierenartspraktijken, met 1 of meerdere vestigingen. 47,3% is vrouw. In de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Gelderland, Utrecht en Noord Brabant werken de meeste dierenartsen. Ruim 62% van de dierenartspraktijken is specifiek gericht op gezelschapsdieren. Ruim 75% van de brancheomzet wordt omgezet in de segmenten gezelschapsdieren en rundvee. Bron: Koninklijke Nederlandse Maatschappij van Dierenartsen (KNMvD). Rabobank Cijfers & Trends (‘een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven’) signaleert als belangrijkste trend het streven naar schaalvergroting. Waarom? Omdat
28
een grotere praktijk een aantal voordelen biedt. Diergeneeskundig: mogelijkheid tot differentiatie, specialisatie en collegiaal overleg binnen één praktijk. Financieel: minder investeringen noodzakelijk omdat bepaalde instrumenten niet dubbel hoeven te worden aangeschaft (daar staat tegenover dat het in een maatschap met meerdere maten moeilijk is om kosten te reduceren als de omzet daalt). Sociaal: gemakkelijker verdeling van (onregelmatige) diensten en mogelijkheden om gedifferentieerder te werken. Strategisch: ter versterking van de concurrentiepositie en vergroting van het werkgebied.
27 31
Uganda Hears
Een veilige plek voor kinderen in Oeganda Er staat een enorm hek om het weidse terrein van de Bishop West School in Mukono, een stad met zo’n 50.000 inwoners nabij de Oegandese hoofdstad Kampala. Het hek is geplaatst door Uganda Hears, de stichting van audicien Roland Zweers. De leerlingen van deze school zijn doof en daardoor extra kwetsbaar. Het hek beschermt hen tegen ontvoeringen. Iets waar veel Oegandese kinderen slachtoffer van worden. In 2010 kwam Roland Zweers voor het eerst in Mukono. Aanvankelijk was zijn doel om zoveel mogelijk kinderen van een goed afgesteld hoortoestel te voorzien. Inmiddels wil hij ze vooral een veilige omgeving bieden.
V
ier jaar geleden werd aan Zweers gevraagd of hij enkele hoortoestellen kon leveren voor dove kinderen in Oeganda. De vraag kwam van een Nederlandse vrijwilligster die in Oeganda hulpmiddelen verstrekte aan kinderen met een handicap. Hij reageerde positief, al was hij ook sceptisch. “Je bent er niet bij wanneer een kind een hoortoestel overhandigd krijgt”, vertelt de audicien. “Zo’n hoortoestel moet per persoon goed afgesteld worden. Toch ben ik op die vraag ingegaan. De bedoelingen zijn natuurlijk goed en je wilt toch graag helpen.” Zijn scepsis werd echter bevestigd, want het liep niet goed met zijn
32 26
hoortoestellen in Oeganda. “Dat las ik op de blog van die hulpverleenster. Het zat me dwars. Met andere hulpmiddelen ging het namelijk wel goed. ‘Waarom ga je er eigenlijk niet zelf heen?’, vroeg mijn vrouw.” Verstoten Diezelfde avond boekte hij zijn reis, twee weken later landde zijn vliegtuig. De eerste confrontatie met Oeganda maakte diepe indruk op hem. “De kinderen hier hebben vrijwel niets, maar zijn ongelofelijk blij met dat wat ze wel hebben. Thuis maken mijn eigen kinderen ruzie om wie er op de X-box of de Wii mag. In Oeganda
spelen ze met zijn zessen met een autoband en hebben plezier. Dat contrast is wel erg groot.” Veel kinderen in Oeganda zijn doof als gevolg van medicatie tegen malaria. Door hun handicap vallen ze thuis vaak buiten de boot. Zweers: “Ouders houden van hun kinderen, ook als ze een handicap hebben. De armoede is in Oeganda echter zo groot en de kinderen per gezin zo talrijk, voor het gehandicapte kind kunnen ze eenvoudigweg niet zorgen.” Het gevolg is dat dove kinderen verstoten worden. Op De Bishop West School gaan kinderen niet alleen naar school, ze wonen hier ook. “Daarnaast worden dove kinderen ook vaker seksueel
Audiciens
misbruikt”, gaat de audicien uit Zevenbergen verder. “Ze kunnen immers niet vertellen wat hen is overkomen. Door dat misbruik hebben ze weer vaker aids.” Dan speelt er in Oeganda nog een ander groot drama: veel kinderen worden slachtoffer van witch doctors. Dat zijn ‘tovenaars’ die er praktijken van kinderoffering op nahouden en jaarlijks honderden slachtoffers maken. Dove kinderen zijn voor hen vaak een makkelijke prooi (zie kader). Zintuigen ontwikkelen Het gaat dus om een hele kwetsbare groep kinderen, die Zweers aantrof op de Bishop West School in Mukono. Aanvankelijk was het zijn doel om kinderen, met een goed afgesteld gehoortoestel, weer te laten horen. Die doelstelling stelde hij binnen een jaar bij. “Natuurlijk, het is voor een doof kind een fantastische ervaring om weer te kunnen horen, maar de hulp die ik met een hoortoestel kan bieden is maar tijdelijk. Over twee jaar is het toestel kapot of kwijt en ik kan deze kinderen niet levenslang van een gehoortoestel voorzien. In die twee jaar ontneem ik ze de kans om hun andere zintuigen goed te ontwikkelen. Ze zullen geen gebarentaal leren, de geur van diesel niet in verband leren brengen met een naderend gevaarlijk voertuig en ze leren zich niet focussen op trillingen van de grond als er gevaar voor ontvoering dreigt. Ze zullen kortom minder goed kunnen overleven.” Hek Het bieden van een goede, veilige plek waar de kinderen kunnen leren, leven en wonen, dat is nu zijn belangrijkste doel. Een hek rondom het terrein van de school bouwen om kinderontvoeringen te voorkomen, dat werd zijn belangrijkste missie. Precies in die periode diende zich onverwacht een financier aan. “Widex, producent van hoortoestellen, had op Facebook gezien dat ik kinderen in Oeganda van hun hoortoestellen voorzag. Ze bleken zich ongemakkelijk te voelen dat het om gekochte toestellen ging. Zij wilden graag een echte bijdrage leveren en boden aan om het hek te financieren.” Om het terrein te omheinen was een hek van 955 meter nodig. Zweers: “Dat zet je niet zomaar even neer en het is mijn vak niet. Ik zocht daarom contact met een vriend die veel ervaring heeft in de bouwwereld. Hij heeft ervoor gezorgd dat het hek er daadwerkelijk kwam. In diezelfde periode hebben we samen de stichting Uganda Hears in het leven geroepen.” Het hek bewijst zijn diensten: sinds het er staat is er geen enkel kind meer ontvoerd.
28
Voetbalveld met tribune Intussen werd het werk van Uganda Hears, onder meer door social media, steeds bekender en ontstond er een sneeuwbaleffect. Collega-audiciens ‘adopteren’ bijvoorbeeld een schoolkind door voor hen het schoolgeld te vergoeden. Bedrijven, kerken en instellingen komen geregeld met giften. Tal van projecten zijn sindsdien gerealiseerd of staan op de agenda. “We hebben het meisjesverblijf, waar ze ‘s nachts slapen, voorzien van een dak en ramen. De jongens hebben nog geen eigen verblijf, die verlaten ‘s nachts het terrein. Ook voor hen willen we graag een veilige slaapplaats creëren. We zijn bezig met de aanleg van een voetvalveld inclusief tribune, voetbal is een heel populaire sport hier. We willen voor de jongens een werkplaats creëren waar ze leren houtbewerken. De meisjes leren naaien en kunnen daarin vaak werk vinden. Met deze werkplaats willen we ook jongens meer kansen bieden.” Zelfvertrouwen en eigenwaarde Onderwijs is niet alleen belangrijk om straks werk te kunnen vinden, vertelt Zweers. “Kinderen worden er ook weerbaar van. In de school zie je bijvoorbeeld teksten als: ‘no to earlysex’ en ‘aids kills’. Kinderen die leren lezen en schrijven, gaan zich op die manier realiseren dat het niet normaal is wanneer je vader aan je zit en dat het ook niet normaal is om op hele jonge leeftijd seks te hebben. Je hoeft niet alles maar goed te vinden. Onderwijs geeft de kinderen niet alleen kennis, maar ook zelfvertrouwen en eigenwaarde. Ook dat is heel belangrijk, want straks moeten ze zich buiten dit hek staande kunnen houden in de maatschappij.”
Roland Zweers Audicien en eigenaar van Zweers hoortoestellen Geboortedatum: 19 december 1968 Geboorteplaats: Breda Burgerlijke staat en kinderen: Getrouwd met Yi Man Zweers, een dochter Yza 15 jaar, een zoon Bowie 9 jaar, een zoon Ziggy 6 jaar en nummer vier wordt verwacht in februari 2015 Hobby’s: Verzamelen van antieke hoortoestellen, het koesteren van m’n jeugdvrienden (veelal gecombineerd met een goed glas bier), koken, reizen en fotografie Boek op het nachtkastje: Focus, Snoecks en m’n laptop
www.ugandahears.nl
Witch doctors in Oeganda Jaarlijks worden in Oeganda honderden kinderen slachtoffer van witch doctors. Deze kinderen worden bijvoorbeeld geofferd wanneer ondernemers een nieuwe zaak starten. Want alleen met een offer is een goede toekomst verzekerd, geloven ze. Vaak wordt voor dit doel een kind ontvoerd en tegen betaling geofferd door een witch doctor. De kinderen worden verminkt door het afsnijden van hun tong of geslachtsdeel en geofferd om geluk en voorspoed te brengen. Veel kinderen overleven dit niet. Ook veel autoriteiten geloven in de praktijken van deze witch doctors met als gevolg dat juridische processen weinig kans van slagen hebben.
27 33
Podotherapie
RondOm Podotherapeuten rennen voor Make a Wish Make-A-Wish Nederland vervult de liefste wens van kinderen tussen 3 en 18 jaar met een levensbedreigende ziekte. RondOm Podotherapeuten nam op 13 en 14 september deel aan de Meerhoven 24 estafetteloop in Eindhoven. Deze door Make a Wish georganiseerde prestatieloop stond in het teken van het vervullen van zoveel mogelijk kinderwensen. Het RondOm-team nam met 12 podotherapeuten deel aan de prestatieloop en wist een bedrag van €4800,- bij elkaar te brengen. Daarmee kunnen twee kinderwensen vervuld worden.
N
og niet zo lang geleden opende RondOm Podotherapeuten een vestiging in Veldhoven, vlakbij Eindhoven. “Deze actie was voor ons niet alleen een leuke uitdaging en een manier om bij te dragen aan het goede doel, maar ook een mooie manier om onze nieuwe vestigingsplaats beter te leren kennen”, vertelt Ellen Nuijten, directeur van RondOm Podotherapeuten. Het parcours liep dwars door de wijk Meerhoven in Eindhoven. Nuijten: “In deze estafetteloop wisselden we elkaar steeds na een afstand van 2,2 kilometer af. Vanaf zaterdag 10 uur hebben we als team 24 uur non-stop gelopen en 246 kilometer afgelegd. Voor ons een hele prestatie. Zeker wanneer je bedenkt dat we allemaal vrijwel ongetrainde lopers zijn, in tegenstelling tot veel andere teams. We werden dan ook om de haverklap ingehaald door hele snelle lopers. Die vlogen ons voorbij.”
RondOm Podotherapeuten heeft vestigingen op 65 locaties, veelal aangesloten bij gezondheidscentra waar ze deel uitmaken van een multidisciplinair team. In totaal zijn er 33 podotherapeuten werkzaam bij RondOm Podotherapeuten.
34
Bitterballen ’s Nachts draaide het team in twee ploegen. “Op die manier konden we allemaal om de vier uur heel even slapen. Het betekent natuurlijk wel dat je op het moment dat je niet slaapt, een stuk intensiever moet lopen.” Maar ’s nachts lopen heeft ook een heel bijzondere charme. Nuijten: “Mensen zitten op campingstoelen voor hun huis met sapjes, water en bitterballen voor de lopers. Dat geeft een heel bijzondere sfeer.” Tapingen Voorafgaand aan het evenement konden alle deelnemende lopers bij RondOm Podotherapeuten terecht voor een kosteloze hardloop-screening. Tijdens het evenement maakten medewerkers van RondOm samen met een aantal fysiotherapeuten deel uit van het medisch team dat 24 uur lang klaarstond voor geblesseerde lopers. “We hebben vooral heel veel tapingen gedaan, maar we hadden ook onze schockwave-apparatuur tot onze beschikking. We hebben zelfs massages uitgevoerd, iets wat we normaal tijdens ons werk eigenlijk nooit doen.” Opbrengst Behalve met de estafetteloop zamelde RondOm ook geld in door in diverse
gezondheidscentra lunches te organiseren. In de winkelstraat boden de podotherapeuten het winkelend publiek voor 3 euro een voetscreening aan. Nuijten: “Met de totale opbrengst van €4800,- kunnen twee kinderwensen vervuld worden. Behalve dat het heel erg leuk was om mee te doen, geeft dat ook een heel goed gevoel.“
Ellen Nuijten Functie: Directeur van Podotherapeutisch Centrum Rond Om, Toppodotherapie Nederland en daarnaast bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Podotherapeuten. Geboren: 18 juli 1980 in Best Vooropleiding: HAVO en HBO podotherapie
Contact Voor rechtstreeks contact:
Voor u als zorgaanbieder Vragen over de dienstverlening Bereikbaar op werkdagen van 08:00 – 18:00 uur T 033 43 45 250 Team Mondzorg T 033 43 45 270 Team Paramedici T 033 43 45 295 Team Dierenartsen T 033 43 45 293 Team Optiek en Audiciens T 033 43 45 230 Team Huisartsen T 033 43 45 260 Team Medisch Specialistische Zorg T 033 43 45 228 Team Apothekers T 033 43 45 292 Team Aftersales E
[email protected] Uw declaraties versturen I www.famed.nl www.mijnfamed.nl
Voor de zorgconsument Bereikbaar op werkdagen van 08:00 – 18:00 uur. I www.notavanfamed.nl Via deze website kunnen zorgconsumenten zaken rondom de nota zelf regelen. E
[email protected] T Algemeen 0900 0885 (€0,90 p/gesprek) T Aanvraag duplicaatnota 0900 0882 (€1,00 p/gesprek) B ABN AMRO 62.70.00.800 t.n.v. Famed B.V. o.v.v. het notanummer IBAN: NL97ABNA0627000800 BIC: ABNANL2A
Verkoop en advies
Bereikbaar van 08.30 tot 17.00 uur T 033 45 34 444 E
[email protected] Postadres
Postbus 1570 3800 BN Amersfoort facebook.com/famedbv Bezoekadres
Plotterweg 26-28 3821 BB Amersfoort @famedbv
28
35
Colofon Famed magazine is een uitgave van Famed B.V. Plotterweg 26-28 3821 BB Amersfoort Postbus 1570 3800 BN Amersfoort Telefoon: 033 - 43 45 200 Fax: 033 - 43 45 210 E-mail:
[email protected] Internet: www.famed.nl Opmaak en realisatie The Satisfactorie B.V. Postbus 3063 3850 CB Ermelo Telefoon: 0341 – 562 333 E-mail:
[email protected] Internet: www.tsfo.nl Eindredactie en redactie Narvic Media & Communicatie Foeke Sjoerdswei 38 8914 BH Leeuwarden Telefoon: 06 - 22 49 58 45 Email:
[email protected] Internet: www.narvic.nl © 2014 Famed, alle rechten voorbehouden.
Famed verzorgt op een persoonlijke, betrokken maar wel zo efficiënt en correct mogelijk wijze alle financiële zaken tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgconsumenten. Wij helpen zorgaanbieders hun medische vak nog beter te vervullen, verlost van alle factureringszorgen en met blijvend tevreden zorgconsumenten en zorgverzekeraars. Famed is als enige factoringmaatschappij in de zorg zowel ISO 9001 als NEN 7510 gecertificeerd.