B-magazine november-december 2012-2013
Babylon Bedenkt Voorwoord B-magazine is een uitgave van Babylon VZW Babylon VZW Blijde Inkomststraat 21 3000 Leuven http://kringbabylon.be
[email protected] REDACTIE Morien Raeymakers Alexander Swerts Anke Van Roy WERKTEN MEE Viriele Michael Bauwens Katrien Berger Brent Bertels Scott Gonnissen Melanie Hacke Sophie Huys Ans Janssens Kathleen Lewyllie Josien Segers Anne Servaes Aline Smedts Tine Van Calster Kevin Van den Bergh Jasper Vanhaelemeesch Maarten Vrenken Met speciale vermelding: Loes Rom, die we vorige keer vergeten waren!
Lieve letterkundigen, “De tijd gaat snel, gebruik hem wel”, zegt een Vlaams spreekwoord. Wel, vergeet dat. Een semester gaat nog veel sneller. En het is algemeen geweten dat time management niet tot het takenpakket of het profiel van de modale student behoort. Waarom zou het ook? Je hebt immers de blok om te studeren en papers te schrijven! Er resten ons op het moment van publicatie nog twee weken tot het einde van het semester - en we hopen jullie met deze B-magazine nog een aantal leuke momenten te bezorgen. Deze maand brengen we jullie onder meer een interview met Roderik Six, wiens boek “Vloed” zich in het Leuvense Camilo Torres afspeelt. Daarnaast trokken we er op uit om te achterhalen hoe de kantoren van jullie proffen er langs binnen uitzien, hebben we een hoop absoluut nutteloze weetjes over Slovenië, en laten we zelfs het woord aan een plaatselijke Nederlander. Oh jee. We kijken naar kinderboeken en hun verloedering, Disneyfilms en mannenbladen. Verder vinden jullie een verslag van Babylons doop, de VRT-taaldag, een wel heel speciaal perspectief op de ons zo bekende gebouwen van de Letterencampus, en uiteraard passeert ook de voorbije feestweek (een aantal maal) de revue. Tot slot brengen we jullie ook weer poëzie, het vervolg op het kortverhaal, het Gat, een literaire horoscoop en spelletjes! Zo, zeg nog eens dat Babylon niet voor jullie zorgt. Er rest ons niets dan de obligate gelukswensen met de blok (neen serieus, jullie gaan dat goed doen) en de feesten. Bij deze. Tot volgend semester! De B-magaziniers
December 10 - 11 Boekenverkoop 11u@Erasmushuis 11 Openingsavond Literaire Prijs 21u @Praatkamer 12 12/12/12 TD @Odil 16 Toneelbezoek “The Merchant of Venice” 19 Babylon film 20u30@MSI 20 Samsung Rock @Fak Letteren
Februari 17 - 22 Fak Feestweek @Fak Letteren
2
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Bedenkt Presespraat Beste Babyloniërs, Ik heb nog maar net een column geschreven over het begin van dit academiejaar of ik voel het einde van het eerste semester al aankomen … De blokperiode hangt als een donkere wolk in de lucht, ergens zo in de verte. Verrassend snel komt hij dichterbij, met een evil laugh als achtergrondmuziekje (“muzak”, laten we zeggen). Je voelt het aan de sfeer in Leuven. Iedereen loopt er een beetje meer gestrest bij. Er wordt minder uitgegaan. Als er al wordt uitgegaan, wordt er beduidend meer gedronken. Links hoor je iemand trots praten over zijn/haar productieve dag, rechts hoor je iemand minstens even trots praten over zijn/haar uitstelgedrag. Ik moet echter iets bekennen. Stiekem hou ik van de blokperiode, vooral dan die rond Kerstmis. Ik weet dat menig student mij zou kunnen lynchen wegens die uitspraak, maar toch is het zo. Oké, we moeten elke dag urenlang studeren om de meest interessante – kuch – cursussen erdoor te jagen. We moeten op relatief korte tijd een grote hoop leerstof herhalen (in het beste geval is het inderdaad herhalen) om die dan op een paar examendagen, die altijd te dicht bij elkaar liggen, te kunnen reproduceren. Die kennis die wij dan zogezegd vergaren, lijkt een paar helse weken later weer compleet verdwenen uit ons geheugen. Dat geef ik allemaal grif toe. Wat kan er dan in godsnaam, of in naam van iemand anders, toch zo fijn zijn aan die blokperiode? Wel, denk weer aan die kleine dingen. Aan de activiteit op Facebook die met minstens tweehonderd procent stijgt wanneer er geblokt wordt. Aan alle grappige foto’s en idiote conversaties die je daar dan kan aantreffen, zelfgeschreven of niet. Aan alle koekjes, pralines, tassen warme chocomelk of gummibeertjes die je verorbert tijdens het studeren. (We moeten onszelf toch belonen?!) Aan de warme dekentjes en truien waarin je jezelf wikkelt terwijl je op je kamertje zit. Aan de mopjes/tekeningen die vrienden tijdens de lessen in je cursus kribbelden en die je nu opeens opnieuw ontdekt. Aan de nieuwe aflevering van je favoriete serie die je ’s avonds van jezelf mag kijken. Aan kerstavond met je familie, met dat lekkere eten en vooral met al die fijne cadeautjes. Aan Nieuwjaar in Leuven (of gewoon thuis), zodat je toch nog een vorm van sociaal leven hebt tijdens deze blok. Aan de samenvatting die iemand je plots doorstuurt en die je echt wel kon gebruiken. Aan het deel in de cursus dat je effectief interessant vindt. Aan de drie uur lange pauze die je jezelf gunt na een examen. Aan dat gevoel van totale opluchting en vrijheid wanneer alles eindelijk gedaan is. Zeg nu zelf; als je focust op de lichtpuntjes tijdens het studeren, dan zou je bijna denken dat het vanzelf gaat. Ik duim alvast voor jullie allemaal. Veel succes met jullie examens! Maar bovenal: een zalig kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar. Liefs, Tine
Index
3 Presespraat 4 Onderwijs 5 Boekenbeurs 6 - 8 Roderix Six + literaire fait divers 9 Buitenland: Slovenië 10 - 11 VRT-taaldag 11 - 12 Kortverhaal 13 Poëzie
14 - 15 Bij de proffen op thee (deel 1) 16 Doopverslag 17 The raging Dutchman 18 Versoftening in de kindermedia 19 Literaire horoscoop 20 Het leven zoals het is in rolstoelperspectief
21 22 - 23 24 - 25 26 27
Mannen die vrouwen- boeken haten Disney: beyond good and evil Feestweekperceptie Gat van de B-reld Literaire spelletjes
nr:2 2012-2013 B-Magazine
3
Babylon Bedenkt Onderwijspraat
Je hoort wel eens iets van onderwijs of studentenvertegenwoordigers. Ze gebruiken moeilijke woorden en spreken in afkortingen waarvan je nog nooit gehoord hebt. Weinigen weten echter wie juist hun vertegenwoordigers zijn, of wat deze mensen nu eigenlijk concreet doen. Waarmee kunnen zij ons helpen? Wat houdt onderwijs echt in? Om die vragen eens op een menselijke manier te beantwoorden, volgt hier een verslag van wat er achter de schermen gebeurt. Kathleen Lewyllie, Aäron Vanspauwen en Loes Rom zijn dit jaar jullie vertegenwoordigers. (Voor foto’s zie www.kringbabylon.be) Zij vergaderen elke week op verschillende representatieniveaus om te zorgen dat de studenten van Taal- en Letterkunde overal vertegenwoordigd zijn. ‘s Maandags worden er binnen het presidium belangrijke punten besproken om op die manier al een aantal verschillende meningen te horen. Dat is noodzakelijk omdat er vaak maar weinig studenten op bepaalde vergaderingen mogen zitten om het standpunt van hun richting over te brengen. Een voorbeeld hiervan is de vraag wat studenten ervan vonden dat 58% diplomapercentage vereist is om op Erasmus te mogen vertrekken. De meningen zijn in zo’n geval vaak verdeeld. Daardoor moet er veel gediscussieerd worden vooraleer men een standpunt bereikt waar iedereen zich in kan vinden. Je zou kunnen pleiten voor meer studenten binnen elke vergadering, maar een kleine groep vergadert natuurlijk makkelijker dan een grote. Om de veertien dagen organiseert LOKO op maandag deelbureau onderwijs. Daar zitten onderwijsverantwoordelijken van verschillende kringen samen om universiteitsbrede punten te bespreken. Dat is nuttig om te horen wat er bij andere faculteiten misloopt of net goed werkt in verband met bijvoorbeeld het IER, ISP of de tweejarige master. Als blijkt dat bepaalde problemen in meerdere faculteiten optreden, kan men samen met LOKO een nota opstellen. Deze kan onmiddellijk naar een hoger niveau worden gebracht, waardoor ze dus niet alle facultaire instanties moet doorlopen. Eveneens tweewekelijks vindt op donderdag een vergadering plaats van Studentenraad Letteren (StRaaL), waarbij de letterenkringen onderling overleggen. Iedereen is welkom op deze vergadering. De voorzitter van StRaaL zorgt dan dat alle bedenkingen bij het faculteitsbestuur terecht komen, waar alles met onder andere de decaan en de vice-decanen besproken kan worden. Wat daar op tafel komt, wordt dan op zijn beurt weer op StRaaL besproken. De voorzitter is op die manier een schakel tussen beide vergaderingen. Dit zijn maar enkele voorbeelden van wat een onderwijsvertegenwoordiger doet, maar uiteraard komt er nog veel meer bij aan te pas. Als je interesse hebt in onderwijs, zelf graag vertegenwoordiger zou worden of gewoon vragen en/of opmerkingen hebt, dan ben je hartelijk welkom op onze onderwijsoverlegmomenten. Voor vragen of bedenkingen die niet tot dan kunnen wachten, mag je natuurlijk ook altijd mailen naar
[email protected] of gewoon een van de vertegenwoordigers aanspreken. Een volledige lijst vind je op www.kringbabylon.be. Kathleen Lewyllie
DBO: Deelbureau Onderwijs Dit is een vergadering met alle onderwijsverantwoordelijken van alle kringen van LOKO (Leuvense Overkoepelende KringOrganisatie). Hier worden heel interessante thema’s als oriëntering, ISP/IERproblemen, millenniumonderwijs en nog zoveel meer besproken. Als een idee volledig uitgewerkt is, wordt het op de algemene vergadering van LOKO met alle kringen opnieuw onder de loep genomen en eventueel goedgekeurd.
4
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Bezoekt Boekenbeurs
Als in de herfst de blaadjes beginnen neer te dwarrelen, weet ik dat die langverwachte tijd weer aangebroken is. Dan opent immers het Prettigste Pretpark Aller Tijden: de Boekenbeurs van Antwerpen. Op een druilerige novemberdag springt het hele gezin enthousiast in de auto: op naar Antwerpen! Volgens het gps een klein uurtje rijden; maar dat is buiten de andere literatuurtoeristen gerekend. Op de afrit Antwerp Expo belandt onze auto in het begin van een monsterfile, zodat het trouwe gps uiteindelijk een uurtje aan de reistijd mag toevoegen. En zelfs nadat de auto eindelijk veilig geparkeerd is (tegen een aardig prijsje) staat ook aan de toegangsdeur een ellenlange rij te wachten. Zo hoort dat nu eenmaal in pretparken!
Jeroen Meus, ondertussen al een vaste waarde op de Boekenbeurs.
Herman Brusselmans te midden van alle media-aandacht. Peter Vandekerckhove, de auteur van de boeken achter de tv-serie “Meneer Doktoor” keek werkloos toe.
Maar volharding loont, beminde Babyloniërs, want eenmaal binnen ontvouwt zich voor elke boekenliefhebber het Land van Melk en Honing! Disneylandgewijs staat er in de inkomhal een enorm pluchen boek met voetjes, in wiens binnenste tot ieders teleurstelling een mens verborgen zit. Komaan, neem gauw een foto of ga hem knuffelen, voor die troep ettertjes daar je te snel af is!
Astrid Bryans grote broer, Laurens Nuyens, aka de Lau!
In deze fantastische Zoo van Antwerpen is het echter het drukst voor de kooi van de amazing Astrid Bryan. Zwetende jongens, puberende meiden, mollige grootmoeders, jengelende kleutermeisjes; iedereen wil een glimp opvangen van deze zeldzame diersoort. Alhoewel ik sluipwegen probeer, op dranghekken klauter en me op mijn vaders schouders laat zetten, toch krijg ik haar niet voor mijn lens. Oprechte excuses, trouwe kringbladlezers en –lezeressen, jullie hadden natuurlijk graag een gigantische gesigneerde foto gehad, om de muren van onze Fak wat op te fleuren, maar helaas! De enige die ik op de gevoelige plaat kan vastleggen, is “de Lau”, en dan niet eens in vooraanzicht. Dat krijg je met topattracties …
Het avontuur gaat verder in de eerste hal, waar naast een sapjesbar, een restaurant, een levensgroot scrabblespel en een kinderspeeltuin zowaar ook enkele boeken te vinden zijn. “Waaaa joeng? Zowenen dikken boek! Wieje liejest da nij?”, roept een (hoogstwaarschijnlijk Antwerps) meisje verbaasd bij het zien van Het Verdriet van België. Tja… Wij, letterkundigen in hart en nieren? Voor de Sergio Herman-achtbaan even verderop staat eveneens een lange wachtrij, vol huisvrouwen die duidelijk niet zozeer het nieuwe kookboek, dan wel de kok zelf “een lekker gerechtje” vinden. Maar niet getreurd, want in dit pretpark wemelt het van de attracties: wat dacht je van een relaxerende massage in een van de massagestoelen? Of heb je zin om aan Jommekes Rad van Fortuin te draaien? Altijd Op naar de volgende zaal dus. Hier signeert Peter Terrin, prijs! (Weliswaar alleen als je die lieve kleine Jommeke een die een paar dagen geleden de AKO-literatuurprijs won beetje geld toestopt.) met Post Mortem. Toegegeven, zijn tafeltje is best druk bevolkt in vergelijking met dat van Erwin Mortier, die in 2009 Langzaamaan wordt het tijd om naar huis te gaan. Met torendezelfde prijs in de wacht sleepte. Het enige wat die te doen hoge stapels boeken in hun armen wandelen bezoekers de heeft, is sip voor zich uitstaren en van zijn bekertje koffie deur uit. “Ziezo, nu hebben we weer leesvoer voor een tijdje! slurpen. Maar zelfs Terrins roadies vallen in het niets bij Jaja, dit jaar ga ik écht meer lezen!” De boekenindustrie kan Brusselmans’ trouwe schare: interviewers, camera- en ge- weer een jaartje zorgeloos op haar twee oren slapen. Wedluidsmannen, veel vrouwelijke fans en een paar den dat die dappere strijders volgende herfst met moeite aan ramptoeristen. het tweede hoofdstuk van de eerste dikke turf zijn gekomen?
“Waaaa joeng? Zowenen dikken boek! Wieje liejest da nij?”
Melanie Hacke
nr:2 2012-2013 B-Magazine
5
Babylon Bevraagt
Auteurs die in de prijzen vallen ‘Zo belangrijk is de mensheid niet’ Vier studenten, een apocalyps en drugs. Dat zijn de basisingrediënten voor “Vloed”, de debuutroman van Roderik Six. Hij recenseerde voor Focus Knack en Cuttingedge en zijn kortverhalen werden gepubliceerd in De Brakke Hond en Poëziekrant. Tijdens een literaire tournee van Behoud de Begeerte pikte niemand minder dan Ilja Leonard Pfeijffer zijn talent op, en tipte hem bij zijn uitgeverij. Intussen won Six niet alleen de Bronzen Uil, maar sleepte hij ook een premie van de Prijs Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen in de wacht. Wij snorden hem zelf ook op, maar dan op de Boekenbeurs, voor een interview! B-magazine: Is het mijn verbeelding of speelt uw roman zich af op een plek die zeer sterk aan Leuven doet denken? Roderik Six: «Dan probeer ik eens een universele fabel te schrijven ... (lacht) Neen, je hebt gelijk, er zijn behoorlijk wat referenties, een dal met torens en ook de Brusselsestraat zijn best wel herkenbaar.» «Ik heb zelf drie jaar in Leuven gestudeerd, maar op die tijd werkte ik enkel mijn eerste kandidatuur af. Al die tijd heb ik in Camilo Torres gezeten, waar het boek zich inderdaad afspeelt. Als schrijver grijp je altijd terug naar wat je kent, en Torres was gewoon zo misantroop en zo lelijk dat het bijna voor de hand lag dat ik daarover zou schrijven.»
“Smijt uw tv buiten en blijf van het internet!” B-magazine: In uw boek schrijft u dat mensen die het weerbericht beluisteren, getuigen van “een ongepast optimisme, de enige zonde in onze generatie - wij, de geboren cynici.” Six: «Ja, toen ik op Torres zat hing er een donkere sfeer en dat paste goed bij de jaren 90. We groeiden op met grunge, cynisme en sarcasme. Ik ben niet de grootste optimist ter wereld, en ik ben ook niet geneigd om optimistisch over de wereld na te denken. En eigenlijk heb ik het tout court niet voor de mensheid. Toen ik het boek schreef, had ik niet echt een boodschap in gedachten, hooguit het idee: “zo belangrijk zijn wij niet.” Als de mensheid vergaat, dan vergaat de wereld niet.» «Toen ik het boek net af had, wist ik dat het gevaar liep betrokken te worden in het ecoromangedoe. Ik wou ten stelligste vermijden dat het een Groen/Ecolo-tintje kreeg. Tot overmaat van ramp stelde mijn uitgever voor om Kristof Calvo (Groen) een inleiding te laten schrijven. “No fucking way dat we dat gaan doen”, was mijn antwoord. Ik heb geen nood aan een preker die komt vertellen dat we minder met de auto moeten rijden, en ons afval moeten sorteren.»
BAKKEN KRITIEK B-magazine: Het is mij wel een klein mysterie waarom er niet meer reclame gemaakt wordt voor uw boek over Leuvense studenten, bij Leuvense studenten. Doet een uitgeverij daar dan niets mee?
6
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Literaire faits divers Louis van Dievel heeft met Hof van Assisen de vijftiende Knack Hercule Poirotprijs gewonnen, de prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman. Hof van Assisen verhaalt het proces van een drugshandelaar en exwielrenner die beschuldigd wordt van moord. In het licht van een campagne van Amnesty International zat Herman Brusselmans op de boekenbeurs te signeren achter tralies. Amnesty wil op deze manier benadrukken dat vrije meningsuiting nog steeds taboe is in verschillende landen. Brusselmans geeft al jaren zijn steun aan de mensenrechtenorganisatie. Op maandag 29 oktober is de 75-jarige schrijver Bernlef, bekend van de roman Hersenschimmen, overleden. Bernlef won onder meer de Constantijn Huygensprijs, de AKO Literatuurprijs en de P.C. Hooftprijs. Hij was tevens een van de oprichters van het tijdschrift Barbarber. De AKO Literatuurprijs is dit jaar naar de Vlaamse schrijver Peter Terrin gegaan. Deze kreeg de prijs voor zijn boek Post Mortem, dat gaat over het herseninfarct van zijn dochtertje. Hij was reeds voor de derde maal voor de prijs genomineerd.
Babylon Bevraagt Six: «Ik had daar een beetje op gehoopt. Mijn droom was om de boekvoorstelling te doen op het dak van Torres en James Bondgewijs met een helikopter af te dalen. Helaas bleek dit financieel niet haalbaar.» «Vroeger trad ik trouwens op in de kelderbar van Torres, samen met Bert Gabriëls. Hij was mijn vriend, mijn drinkebroer en een literaire fuck. Toen was er minder te doen in Leuven dan nu, er was geen literaire scène. (denkt na) Maar die was er waarschijnlijk nergens, op Gent na misschien.» B-magazine: Heeft u tips voor mensen die nu in hun eigen kelderbar of kot zitten, en schrijversambities hebben? Six: «Tips? Smijt uw tv buiten en probeer van het internet af te blijven!» «Daarnaast zijn er nog de gebruikelijke tips, zoals veel lezen en discipline, maar daar mag je jezelf niet in forceren. Wat je ook zeker niet mag doen, is afgaan op het oordeel van je vrienden, die kennen meestal niets van literatuur of willen je ontzien van kritiek.» «Concreet kan ik ook aanraden om met de hand te schrijven. Dat klinkt niet evident, en zelfs door mijn generatie word ik daar al vreemd voor bekeken, maar in De Brakke Hond kun je er de aspiranten uithalen die hun kortverhalen niet met de computer, maar met de hand geschreven hebben. Die hebben gelabeurd op hun werk.»
“In de jaren 90 groeiden we op met grunge, sarcasme en cynisme” B-magazine: In Veto botste ik onlangs op een advertentie voor een cursus creatief schrijven, hoe zit dat daarmee? Six: «Ik ben ooit eens gevraagd geweest door Creatief Schrijven, een organisatie die zich bezighoudt met amateurschrijvers en probeert jong talent op podium te brengen. Maar om tot mijn punt te komen: volg vooral géén schrijfcursussen. Wat je daar van opsteekt, is niet noodzakelijk beter dan wat je op eigen initiatief gedaan krijgt. Als je talent of aanleg hebt, dan begin je gewoon vanzelf te schrijven. Het heeft mij vijftien jaar gekost om te raken waar ik nu sta. Ik heb bakken slechte kritiek gekregen, afwijzingsbrieven vervloekt, romans in de vuilbak gesmeten en kortverhalen geëlimineerd. Je gaat constant op je bek, en dat is op zich al een natuurlijke selectie.» «In Amerika is dat een volledig ander verhaal natuurlijk, daar organiseert men universitaire opleidingen Creative writing. Alle groten hebben dat gedaan, maar je krijgt dan ook les van John Irving, en niet van een mens die een half boek uitgeeft.»
STRANDSTOELTJE B-magazine: Ook wij zijn de laatsten om te beweren dat lezen niet belangrijk is. Zijn er specifieke auteurs die je aanraadt? Six: «Camus heb ik altijd heel graag gelezen, en hij heeft ook een grote indruk op mij nagelaten. Hij was een betere filosoof en romanschrijver dan Sartre. Daarnaast zeker ook Bret Easton Ellis, de man achter “American Psycho”. Als het over Vlaamse literatuur gaat, dan vind ik Paul Mennes een van de beste schrijvers die we gehad hebben, samen met Peter Verhelst en Peter Terrin.» B-magazine: Hoe moeilijk is het om innovatief te zijn, als er al zoveel geschreven is? Six: «Als auteur ben je een beetje bang om later te weten te moeten komen dat wat je geschreven hebt eigenlijk allesbehalve een “nieuw” idee is. Maar ik mag gerust zijn, het is al eventjes geleden dat er in Vlaanderen nog een post-apocalyptische roman is verschenen.»
Hilary Mantel heeft met haar historische roman Bring Up the Bodies voor de tweede maal de Man Booker Prize gewonnen. Ze is de eerste vrouw die de prestigieuze prijs twee maal weet te bemachtigen. Astrid Bryan, die op donderdag 1 november haar boek Amazing Astrid signeerde, heeft maar liefst 2000 bezoekers naar de boekenbeurs gelokt. Die dag was met zijn 25.910 bezoekers dan ook meteen de topdag en verpulverde daarmee zelfs het dagrecord van 2006. Er was voor Astrids komst extra beveiliging voorzien. Uit de Boekbarometer 2012 van mediashop eci.be, blijkt dat Vlamingen een voorkeur hebben voor mannelijke auteurs. Nederlanders daarentegen lezen liever werk van vrouwelijke schrijvers. Een op de drie Vlamingen leest ook graag op het toilet. Ondanks de polemiek rond Koningskwesties, gaat de verkoop van het boek toch vlot. In dit boek van journalist Frédéric Deborsu wordt onder andere gesuggereerd dat Prins Filip een intieme relatie had met een man en dat zijn kinderen verwekt zijn met behulp van IVF. Deborsu werd door de RTBF een maand op non-actief gezet en kreeg een signeerverbod op de boekenbeurs. Op 4 november is de 95-jarige Han Suyin overleden. Deze schrijfster van Chinees-Belgische afkomstig was onder meer bekend van haar roman A Many-Splendoured Thing die in 1955 verfilmd werd. nr:2 2012-2013 B-Magazine
7
Babylon Bevraagt B-magazine: Wat mij opviel toen ik uw boek las, is dat de plot goed ineen zit. Heeft u thuis een muur met pinnetjes en touwtjes? Six: «Het boek is eigenlijk organisch gegroeid, ik had geen plan of doel. Ik had voor De Brakke Hond een kortverhaal geschreven, mijn eerste dat door een literair tijdschrift is gepubliceerd. Daarna zat ik een beetje verlegen om een onderwerp, maar in mijn hoofd zat ik met het beeld van vier mensen die, terwijl het regent, op een strandstoeltje uitkijken over een ondergelopen dal. Het was mijn idee om opnieuw een kortverhaal te schrijven, maar plots realiseerde ik mij dat ik vijftig pagina’s had, wat zelfs voor een novelle te lang is. Pas door dit boek te schrijven, heb ik ontdekt hoe een roman ineen zit.»
“Volg vooral géén schrijfcursussen”
«Het grote probleem met een post-apocalyptische roman is sowieso het einde. Je mogelijkheden zijn binair. Ofwel gaat iedereen dood, ofwel komt er een deus ex machina en is iedereen gered. Daar zat ik met een probleem, want ik haat afgewerkte plots.» «Intussen ben ik begonnen met een nieuwe roman, en ervaar ik opnieuw hetzelfde. Ik zat gisteravond nog wat met zinnetjes te spelen, formuleringen uit te proberen en dan merk je op den duur welke richting je wil uitgaan. In mijn onderbewustzijn zal er wel een zekere structuur aanwezig zijn die ik zelf nog moet ontdekken. Nu zal ik die ontdekking wel wat proberen te plannen, want anders schrijf je je werkelijk de woestijn in. Als je jezelf geen referentiepunten geeft, dan kan elke regel die je schrijft ook je laatste zijn.» B-magazine: Vermoedelijk is dit niet onze laatste zin, maar alvast bedankt voor de waarschuwing. Sophie Huys Pagina 14-15 De deur van de nooduitgang knarst open: Joke en Michael. Die nooduitgang heb ik nooit begrepen. Overal in Torres wijzen de groene pijlen omhoog, het witte pictogrammannetje spurt ijverig de trappen op. Welke architect bedenkt nu zoiets? Als er zich in een studentenflat een ramp voordoet, zal het toch wel brand zijn? Al die Ultra-rokers, slecht onderhouden frietketels, theelichtjes voor de sfeer - het smeekt gewoon om een vlammenzee. Wie loopt nu naar boven in geval van brand? Alsof daar een uitgang is, een miraculeuze ontsnappingsroute weg van het vuur, een ladder naar de hemel. Dwars tegen alle logica in hebben de architecten wel gelijk gekregen. Hun concept een aartslelijk, deprimerend studentenhuis van vier verdiepingen hoog, boven op een berg - verdient in de huidige omstandigheden wel een prijs voor meest vooruitziende ontwerp. Ze zullen het ongetwijfeld vieren in hun ondergelopen kantoren vol ronddrijvende designmeubels. Pagina 57-58 Het smaakte naar niets. Warme lucht. De prikkel van heel lichte tabak, waardoor ik even moest kuchen. Nina rookte zwijgend met me mee, zonder enig zichtbaar genot, alsof ze een opdracht uitvoerde die haar koud liet. Toen ik de peuk ontgoocheld in een leeg blik dropte, bood ze me onmiddelijk een nieuwe aan, die ze al had aangestoken. Ik aarzelde. ‘Niet stoppen. Het komt wel.’ ‘Maar wat gebeurt er dan precies?’ Ik probeerde de angst in mijn stem te verdoezelen. ‘Dat zul je wel zien. Ik kan het niet uitleggen. Je moet het meemaken. Wees niet bang. Ik ben bij je.’ Haar woorden dwarrelden van het plafond. Ze waren ontroerend, alsof je plots een vlinder op je hand ontdekt.
8
B-Magazine 2012-2013 nr:2
De Vlaamse auteur en journalist David Van Reybrouck heeft de Franse Médicisprijs en de Duitse NDR Kultur Sachbuchpreis gewonnen voor zijn boek Congo. Een geschiedenis. Hij wist met dit boek eerder al de Jan Greshoffprijs, de Libris Geschiedenis Prijs en zelfs de AKO Literatuurprijs in de wacht te slepen. De Kortrijkse dichter Luuk Gruwez maakt met zijn dichtbundel Wijvenheide als enige Vlaming kans op de VSB Poëzieprijs 2013. Aan deze prijs, die jaarlijks de beste dichtbundel van het voorafgaande jaar bekroont, hang een prijskaartje van 25.000 euro. Jérôme Ferrari heeft met zijn roman Le sermon sur la chute de Rome de Prix Goncourt 2012 gewonnen, de belangrijkste literaire prijs in Frankrijk. De Franse president François Hollande sloot zijn gelukwensen aan de herkozen Amerikaanse president Obama af met de woorden “friendly, François Hollande”. Een iets te letterlijke vertaling van de begroetingsformule amicalement. Ook Hollandes voorganger Sarkozy maakte ooit een gelijkaardige fout: hij excuseerde zich voor het slechte weer door “sorry for the time” te zeggen. Schrijfster Louise Erdrich heeft de Amerikaanse National Book Award voor fictie gewonnen. Ze kreeg de prijs voor haar boek The Round House. (SPOILERS) En volgens de Sint - toch ook een belangrijke fictieve figuur - zijn er geen stoute kindjes dit jaar ...
Anke Van Roy
Babylon Bezoekt Opscheppen in de Fak voor dummies: Alles wat u wilde weten over Slovenië
Zo’n 100 landen in deze wereld zijn kleiner dan ons Belgenlandje. Naast Luxemburg, Transnistrië en Micronesia, past ook Slovenië in dat rijtje. Het land telt 2 miljoen inwoners, de hoofdstad is Ljubljana en ik ben er een officiële immigrant. Een artikel schrijven over hoe fantastisch het hier is, zou geen knaller zijn voor B-magazine. U zou waarschijnlijk niet eens de moeite doen om mijn tekst uit te zitten, want wat interesseert het u, mijn niet-Facebookvriend, waarom ik naar hier ben vertrokken. Daarom som ik gewoon wat handige wist-je-datjes op en als u geprikkeld bent en naar meer informatie verlangt, dan leest u gerust verder.
Wist je dat… • Slovenië (sinds kort) de volle 4 snelwegen heeft? Meer heeft de republiek niet nodig om je rond te gidsen door zijn enorme concentratie troeven en bezienswaardigheden. Op één dag kun je een duik nemen in de Adriatische Zee, een museum bezoeken in Ljubljana, de benen strekken in de Alpen, je wassen onder een waterval en de zon zien verdwijnen in een van 321 prachtige meren. Ben je deze parel van Europa even beu? Geen probleem: je staat binnen 2 uur in Venetië of Zagreb, Budapest of Wenen. • Het land eruit ziet als een kip? Italië is een laars, Corsica en Sardinië vormen een kaars, … Rare vormen moeten iets inherents zijn aan de landen van het Mare Nostrum. Als Slovenen aan elkaar uitleggen waar ze wonen, verwijzen ze meestal naar het lichaamsdeel waarin hun gemeente ligt.
• Op 31 oktober Reformatiedag wordt gevierd, hoewel slechts 1% van de bevolking protestants is? De Slovenen hebben tijdens de contrareformatie zeer bloedig gehandeld en gunnen de protestanten daarom uit schuldgevoel hun feestdag. Hoe zou u zelf zijn als u de keuze had tussen een dag gaan werken of een extra dagje uitslapen met een gerust geweten? • De onafhankelijkheidsverklaring de aanzet was tot de epische Tiendaagse Oorlog? Op dag negen verhinderden de Slovenen enkele Joegoslavische hulpregimenten het land binnen te dringen en stalen ze een helikopter. Daarop gaven de Joegoslaven zich over en in 1991 werd Slovenië onafhankelijk. Die helikopter hebben ze trouwens braaf teruggegeven na de oorlog.
• Het muntstuk van 10 cent liegt? Barcelona had Gaudi, Ljubljana Jože Plečnik. Als er iets van belang gebouwd is in de hoofdstad, dan zit hij erachter. De architect had plannen getekend om het kasteel van Ljubljana te renoveren en er het parlementsgebouw van te maken. De Slovenen waren er helemaal weg van en zetten dit ontwerp op hun muntstuk. Geldgebrek heeft er echter voor gezorgd dat de uitvoering nooit is doorgegaan, waardoor er nu een fictief monument op het muntstuk staat.
• Het volkslied de vorm heeft van een wijnglas? France Prešeren is de nationale held van de Slovenen. Zijn gedicht Zdravljica (vrij vertaald: ‘Prosit’) is het enige Europese volkslied dat over vriendschap met buren handelt. Dat heeft zonder twijfel te maken met de turbulente geschiedenis van Slovenië als vrije, bezette en Joegoslavische staat. Door dit verleden biedt het nu een thuis aan Slovenen en minderheidsgroepen van Hongaren, Italianen en Kroaten. • Het Sloveens nog steeds de dualis gebruikt. Wij linguïsten hebben een zwak voor taalrariteitjes en het Sloveens zit er vol van. De Slovenen zijn verdomd trots op hun dualis en als je ze vertelt dat die vorm in Germaanse talen al zo’n 1500 jaar is uitgestorven, dan tonen ze een oprecht medelijden met ons. Evolutie is niet voor iedereen weggelegd. • De universiteit hier volledig gratis is? Meer nog, de overheid subsidieert restaurants én geeft kortingsbonnen aan de studenten. Bijna elk restaurant is zo een studentenrestaurant geworden. Geen alma- of koteten hier: het is goedkoper om een driegangenmenu te eten in een chic restaurant (ongeveer €3,00) dan zelf te koken.
Kevin Van den Bergh nr:2 2012-2013 B-Magazine
9
Babylon Bezoekt Pieter Embrechts en ander lekkers Babylon bezocht de VRT-Taaldag
De VRT-Taaldag … Klinkt als iets waar we als taal- en letterkundestudenten intrinsiek in geïnteresseerd zouden moeten zijn, toch? Nochtans was het niet zo makkelijk om studenten te motiveren om mee te gaan. En dat nog wel nadat ik Ruud Hendrickx, dé taaladviseur himself, via mail had getrotseerd. Toegegeven, de naam “VRTTaaldag” is misschien een beetje ongelukkig gekozen. Het klinkt als een bijeenkomst van een of andere jeugdbeweging van taalnerds die de hele dag een beetje vitten over de taalnorm. Aan de andere kant geeft het ook gewoon de essentie weer: het is een dag over taal. In tegenstelling tot hoe het misschien klinkt, is dat weldegelijk heel interessant. Ze weten bij de VRT en de Nederlandse Taalunie natuurlijk van aanpakken. De omkadering alleen is al genoeg om er een geslaagd event van te maken. Voor en na de eigenlijke taaldag was er gratis drank à volonté en ook de hongerige buiken werden niet vergeten. Eerst kregen we minikoffiekoekjes, nadien het soort hapjes waarvoor we onze schaamte graag opzij zetten en de ober achterna liepen. Natuurlijk zijn we niet zo oppervlakkig dat dat het enige was dat ons interesseerde; er werd ook echt over taal gepraat. Het thema van dit jaar was Slot of sleutel: taal als toegang tot cultuur. Men probeerde gaandeweg een antwoord te formuleren op de volgende hoofdvraag: kun je deelnemen aan de cultuur van een taalgebied als je de taal nauwelijks of niet kent? Als uitbreiding vroeg men zich ook af of de omroep toegankelijk genoeg is voor mensen met een beperking. Dat gebeurde naar goede gewoonte met een flinke dosis humor. Dat onze taal en cultuur niet altijd doorzichtig zijn, werd ons meteen duidelijk gemaakt aan de hand van een amusant filmpje uit het project Fans of Flanders. Daarin bracht Chris Dusauchoit onder andere de verschillende gebruiken van “allez” aan de man (en dat zijn er véél, wat is intonatie toch een geschenk). Door middel van deze beelden confronteerde ook Gert Winckelmans ons met het feit dat praten in een lift in Vlaanderen echt not done is. Het project had uiteindelijk geen enkele moeite om extra fans te veroveren met die compilatie. Een onbedoeld ingewikkeld gesprek tussen Marcel Vanthilt en een Brit die al 40 jaar in België woont, onderstreepte zeer passend dat het Vlaams echt geen makkelijke taal is. Het is overigens best ironisch dat de presentatie van zo’n dag in handen was van Marcel Vanthilt. Dan heb ik het er niet alleen over dat de man met de beste wil van de wereld nooit zijn afkomst zal kunnen verbergen. Hij gooit namelijk
10
B-Magazine 2012-2013 nr:2
ook ongegeneerd tussentaalwoorden als “effe” tussen al dat Algemeen Nederlands. Soit, Kleur en verstaanbaarheid van de omroeptaal was het onderwerp van vorig jaar, dus genoeg geleuterd daarover. De taaldag is logischerwijs ook educatief en is daarom de ideale gelegenheid om het concept luistertaal te introduceren. Luistertaal is tegenwoordig een populair verschijnsel: we spreken niet noodzakelijk perfect Duits, Frans of Engels, maar we begrijpen het wel. Dus met de juiste dosis handgebaren en andere vormen van non-verbale communicatie kan iedereen Nederlands verstaan, zo redeneert men. Jeroen Meus werd er dus bijgesleurd om in een speciale aflevering van Dagelijkse Kost de daad bij het woord te voegen. Overigens was het een grote teleurstelling dat het over een opgenomen filmpje ging en Jeroen dus niet lichamelijk aanwezig was. Het overmatig gebruik van gebaren en uitbeeldingen dat volgde, oogde een beetje lachwekkend. Toen het experiment echter door een Zweedse kok herhaald werd, kregen we zowaar het gevoel dat we het gerecht zelf net zo lekker zouden kunnen bereiden. Luistertaal zou zich over enkele jaren zomaar eens een weg naar de cursussen van onze opvolgers kunnen banen, they’re on to something!
Waar we allemaal heel erg op zaten te wachten, waren de voorproefjes uit het nieuwe seizoen van Man Over Woord. De fragmenten beloofden meteen veel goeds voor het nieuwe seizoen. We kregen een antwoord op een vraag die ons allemaal vast al wel eens heeft beziggehouden: hoe klinkt het Nederlands eigenlijk voor iemand die het niet verstaat? Op een paar ondervraagden na die vonden dat onze taal zacht en romantisch klinkt, leek de meerderheid er echter agressiviteit en hardheid in te horen. En toch zijn er mensen die voor de liefde vrijwillig onze taal leren spreken, zo zien we in het tweede fragment. Het blijkt daarbij heel belangrijk om te focussen op de klanken, vooral de “u”, want
Babylon Bezoekt Babylon Beschrijft Lang kortverhaal
zeg nu zelf: het verschil tussen de “huur” of de “hoer” Babylon schrijft. Vaak. Veel. Graag. Onze Man in het veld betalen is in werkelijkheid behoorlijk groot. nam het plan op om op een epische literaire queeste te vertrekken. Elke editie presenteert hij jullie de volgende Wat mensen met een auditieve of visuele beperking bestap, het volgende hoofdstuk in zijn Verhaal. Deze maand: treft, zijn er grote vorderingen. Niet alleen is er voor doven deel twee. en slechthorenden ondertiteling bij de meeste programma’s, binnenkort zal het journaal ook uitgezonden worden met een doventolk. Voor blinden en slechtzienden is er dan weer een project rond audiobegeleiding opgestart, het best te benoemen als een soort audioboek van een tv-programma. Pas wanneer we een fragment van Witse met audiobe- De Betreurde nam zo’n vijftien jaar geleden een laatste hete geleiding te zien krijgen, beseffen we dat er anders wel heel douche in zijn ouderlijk huis. Maar het afvoerputje daar zat veel verloren gaat, of op een verkeerde manier overkomt. altijd vol met mijmeringen en zwoele dromen. “Wanneer Je zou tijdens de scène waarin Witse een hartaanval krijgt ga je eindelijk eens zin voor verantwoordelijkheid kweken, maar eens foutief uit het gekreun afleiden dat het over een zoon?” Moeder Giselle stierf onbegripvol, verbitterd en seksscène gaat! teleurgesteld. Haar laatste woorden echoden als een mantra door zijn hoofd en ontketenden een ongeziene razernij in “Oef, Taal- en Letterkunde is zijn anders zo serene persoon. Zijn onderontwikkelde frontoch maatschappelijk relevant.” taalkwab werd hem kwalijk genomen en hij was des te meer vastberaden te vluchten van de werkelijkheid. Hij trachtte Met zo’n drukke planning kwam de organisatie naar goede zijn woede en verdriet om te zetten in iets positiefs, haalde gewoonte weer in tijdsnood. Een debat tussen o.a. de de fata morgana’s uit de lucht en sleurde ze in zijn leven, baas van het NOS-journaal, Patrick De Witte (aka pdw) en door op de eerste bus te stappen weg van de dorpse kriRuud Hendrickx over de vernieuwing van het NOS-journaal tiek op zoek naar het onbeloofde land. De eerste maanden werd zo afgebroken voor het echt interessant kon worden. van zijn omzwervingen hield hij contact met zijn vader, Pdw had namelijk nog wel wat meer aan te merken op de uit respect en op uitdrukkelijk verzoek van die laatste. Zo stuurde hij een postkaart net voor hij aan een grenscon“hippe” nieuwe stijl. trole in Zwitserland werd opgepakt wegens bezit van Ten slotte werd voor de tweede keer de Grote Prijs Jan fencyclidine, ofte PCP, een hallucinogeen verdovingsmidWauters uitgereikt. Even een reminder: Jan Wauters del dat populair was als psychedelische drug. De postkaart was een sportjournalist die, zoals het een sportjournalist kwam samen met een haastig geschreven brief, gezien betaamt, vooral bekend was om zijn eigen stijl en zijn grote de vlekken en het onduidelijke handschrift waarschijnlijk zorg voor taal. Deze prijs beloont dus vanzelfsprekend ie- neergepend onder invloed van datzelfde angel dust. mand die uitblinkt in het gebruik van het Nederlands. Al“Maar het afvoerputje daar zat alleen jammer dat we, met uitzondering van Ruth Joos, nog tijd vol met mijmeringen en zwoele nooit van de genomineerden gehoord hadden. Zo zie je dromen.“ maar dat een studie Taal- en Letterkunde toch nog een prijs kan opleveren, met als extraatje een boek vol ter plaatse “Het spreekwoord het verstand komt met de jaren heb ik vervaardigde portretten van Herr Seele. reeds lang geleden in onze verroeste Kenwood gegooid, Dat was misschien wel het leukste aan de taaldag: taal werd samen met andere dergelijke beweringen die ons altijd maar een hele dag lang volledig naar waarde geschat, we kregen een gematigde carpe diem-levensstijl willen aannaaien. Die het gevoel dat we met talen toch nog ergens kunnen komen. stukgereten kerktorenwijsheid zou op haar beurt niet eens Een herinnering aan het feit dat onze opleiding weldegelijk aan de lelijkste honden gevoerd mogen worden, opdat ze maatschappelijk relevant is. Tegenstrijdig genoeg hebben niet het laatste greintje zelfrespect en alle levenslust zouden we tussen al die taalgerelateerde dingen toch een ander laten varen. Want oh wat een lust om te leven heb ik! Maar hoogtepunt gevonden. Unaniem vielen we ei zo na in zwijm een negatief van de afdruk van dergelijke op het eerste zicht voor Pieter Embrechts. Hij kwam niet alleen over Man Over onschadelijke uitspraken ligt achter elke hoek op de loer om zich aan je vast te klampen en tegen je been aan te schuren Woord spreken, maar liet ons ook genieten van zijn steeds op de meest ongepaste momenten. Af, jij vuiligheid, af! weer overdonderend muzikaal talent. Een (echte) foto Maar als een mossel aan zijn schelp verankeren ze zich aan kregen we door de slechte timing van het Brussels opende onwetende massa om deze van binnenuit te verteren tot baar vervoer jammer genoeg niet, maar daar blijven we op in alle bitternis. Die mossel heb ik gekookt. In het hete water hopen. Als wij ooit voor Humo een favoriete one-nightstand van mijn laatste stortbad thuis liet hij los, verschrompeld en moeten kiezen, weten we wel wie het wordt. smakeloos. Het heeft krachten gevergd, maar het lossen van Aline Smedts
Soms krijgt hij honger als hij eet
nr:2 2012-2013 B-Magazine
11
Babylon Beschrijft die mossel liet mij toe zalmgewijs de stroom tegemoet te gaan. Ik zit in een fase waarin ik in volle geweten een moord zou plegen voor een mediterrane visschotel, maar dit terzijde. Als er dan toch iets is wat ik na al die tijd hier op onze blauwe planeet heb geleerd, is het wel dat er zoveel is waar ik absoluut niets van af weet. En ik wil niet weten. Ik wil leven. Waar zou ik me dan ook zorgen om moeten maken? Ik hoop dat het thuis goed gaat, Je zoon.” De Zwitserse douane kon dan wel niet lachen om zijn frontaalkwab-perikelen, hij verloor er de moed niet bij en een vaderlijke borgsom later was hij weer op vrije voeten, waanzinniger dan ooit. De method in zijn madness was ver zoek. Vierentwintig uren, dag noch nacht volstonden om zijn levenslust te botvieren op alles wat zijn pad kruiste.
“Zijn gepassioneerde ziel werd op het ritme van een grootstad meegesleurd “ Geld had hij amper. Zijn wilskracht, charmes en vlotte meertalige tong brachten hem naar alle uithoeken van het continent, onrustig dobberend op zoek naar de boei in zijn haven. Een gelijkaardige welgevormde boei hield hem even op in Marseille, waar verteld werd dat hij er een vurige romance op nahield met een Nieuw-Zeelandse rugzaktoeriste die voor hem bezweek nog voor ze een halve fles rum hadden gedeeld. Het was slechts een doortocht, een oponthoud in zijn dwalingen. Op verscheidene plaatsen hield hij er na verloop van tijd dan ook een Juliet, een Héloïse, een Isolde, een Dulcinea, een Eurydice, een Celestina, een Guinevere, een Cleopatra, een Helena, een Josephine, een Penelope, een Francesca, een Emma en andere Laura’s op na. Ieder van hen beminde hij oprecht, maar niemand sloeg erin hem te strikken. Het was niet zozeer uit vrees voor een verbintenis dat hij zich losrukte uit de erotische omknelling van deze schoonheden, maar eerder vanwege een diepgewortelde verlatingsangst. Hij was er als de dood voor om achtergelaten te worden. Hij sloop dan met spijt in het hart ook altijd zelf als eerste uit het bed om op onzedelijke uren zijn reis verder te zetten, na een laatste kusje op het voorhoofd van zijn slapende geliefden. Zijn gepassioneerde ziel werd op het ritme van een grootstad meegesleurd in stroomversnellingen waar hij zelf niet de minste controle over had. Hij beminde vurig en schreef talloze sonnetten en liefdesbrieven gericht aan allen en niemand. Een exemplaar van zo’n liefdesbrief werd mij toegestuurd door een kennis die op reis in Firenze het vergeelde papier had aangetroffen, mooi omkaderd aan de wand van een herberg. De waard had deze brief gevonden in een kamer en moet er zo door geraakt zijn geweest dat hij hem een plaats gaf in de eetzaal voor de gasten om te bewonderen. Die kennis was eveneens ontroerd door de oprechtheid van de liefdesverklaring zodat hij de inhoud ervan gekopieerd
12
B-Magazine 2012-2013 nr:2
had. Toen het later duidelijk werd dat de initialen overeenkwamen met die van de Betreurde, waarvan bekend was geraakt dat hij dergelijke sporen naliet op zijn pad, heb ik dan ook meteen gesolliciteerd naar deze brief. Ik brand dan ook van ongeduld om zijn inhoud vrij te geven. Ook al kanaliseerde hij zijn liefde niet op een enkel individu, hij liep in ieder geval over van hartstocht. Maar deze passie brandde als een witwaarde op zijn netvlies en verblindde hem dusdanig dat deze respectabele vrouwen hun uniciteit verloren als letters in een bord soep. Het is bewonderenswaardig hoe hij elke keer weer vanuit zijn diepste zieleroerselen gaf om hen waarvan hij wist dat hij ze tot zijn eigen treurnis op een dag ging verlaten. Er bestaan immers mensen van zulke melancholische aard dat zij nu en dan zichzelf kwellen of laten kwellen, om door het louterend proces van zelfbevesting dat volgt op het zelfverwijt weer met een zuivere en rijkere geest op pad te gaan. Een andere postkaart bereikte het thuisfront, uit Bratislava deze keer. De bijgevoegde brieven werden schaarser, maar af en toe liet hij weer een typerende anekdote na in de aard van de volgende: Men verweet mij onlangs een egoïst te zijn. Ego, ik, met een -isme erachter geplakt, is een eigenaardig begrip dat de radertjes in mijn klokkenwerk deed spinnen. Zo ben ik er immers van overtuigd dat onbaatzuchtigheid, of altruïsme zoals eerst geformuleerd door “positivist” Auguste Comte in de negentiende eeuw, gewoonweg niet bestaat. Ik leef niemand anders’ leven.
“Als op koude winteravonden de eenzaamheid een zwarte deken legde over het kalende hoofd van de oude man, ging deze vaak zitten aan de werktafel van zijn zoon.” Zijn vader verslikte zich naar eigen zeggen niet meer in zijn erwtensoep bij het lezen van dergelijke uitspattingen. Hij bewonderde de foto van het kasteel op de ommezijde van het kaartje en gaf hem een plaatsje naast de overige Europese monumenten op een prikbord in de keuken. Als op koude winteravonden de eenzaamheid een zwarte deken legde over het kalende hoofd van de oude man, ging deze vaak zitten aan de werktafel van zijn zoon. Zo vond hij daar een paar zwartgallige Engelstalige verzen die dateerden van na het overlijden van de vrouw des huizes. “Tables turn/ and plants do grow / but nothing comes of what I sow / No flying deer / No cheerful dance / No crying monkeys / Nor sweet romance”. En iets verder las hij “As I wander on / Through valleys deep / I climb wet river banks / Which seem but little steep /And everyone Is moving on / Everyone has been set free/ Everyone___ but me.”
Jasper Vanhaelemeesch
Babylon Beschrijft
Echo’s
Gedachten botsend tegen muren uren starend in de koude oude stof laait in me op
Twijfels in mijn hoofd herken ik kén ik echter wel mezelf?
Voortdurend turend Bedenkend denkend
“‘k ben iets?”
“Ik ben niets”
Michael Bauwens
“Beniets”
de tram
Langs pleinen en kerken worden zij gevoerd doortastend door drukte met luid bravour
muziek in de oren gedachten ver blik strak op oneindig voor even weg
Zo zitten ze daar toch één keer samen op dezelfde lijn op het juiste spoor
Morien Raeymakers
Papillons
Je vous regarde et soudain, plus vite bat mon cœur. Oh, comme j’aimerais rêver dans tes bras, comme des tours qui me protègent. Tes doigts caressent mon visage. prudent. Comme je suis une poupée porcelaine. Alors, je ne pourrais plus te quitter, Il y a trop de papillons Mais écoute : je t’aime avec tout mon cœur
Josien Segers
Kijk naar mij ik ben speciaal
ik wil u inhaleren ik wil u proeven in mijn hoofd mijn ledematen mijn kleinste vingertopje puur en zuiver meer wil ik geef me meer met ruimte op overschot of nee beter nog nog beter zelfs laat me stikken in mijn gal mijn vervuilde lucht mijn lieve claustrofobie,
ik wil u inhaleren
Anne Servaes nr:2 2012-2013 B-Magazine
13
Babylon Bezoekt
Kantoorverhoor (deel 1) Elke letterenstudent hang wel eens rond in het Erasmushuis. Om langs te gaan bij de cudi van Babylon, om een groepswerk te maken in de cafetaria, om te studeren in de bib of gewoon om in de paarse zeteltjes te hangen. Je zou dus kunnen zeggen dat het een soort tweede thuis is voor ons. Maar meer nog dan voor de studenten, is dat zeker waar voor de monitoren en proffen. Die hebben er namelijk elk hun eigen stekje. Wie weet welke geheimen er allemaal achter de wanden van het Erasmushuis schuilen! Wel, wij weten het, want we gingen bij de proffen op visite voor een verhoor over de inrichting van hun kantoor. Al wonen ze er nog niet zo lang als de proffen, toch zijn de schuilplaatsen van de monitoren altijd heuse musea. Daarin is het kantoor van Mon geen uitzondering. Zoals van een classicus te verwachten is, treffen we er een hele collectie antieke spulletjes aan. Een uitzondering daarop zijn twee wereldbollen die dienst doen als boekensteun; ze lijken zo uit een antiquariaat te komen, maar zijn eigenlijk gloednieuw. Ook het bronzen uiltje dat trouw de wacht houdt naast Mons boekencollectie is een replica, gekocht tijdens een reis naar Griekenland. De drie bruin geworden boeken op het bureau zijn wel degelijk echt. Mon verzamelt oude drukken, en kreeg deze 17e-eeuwse exemplaren van zijn oud-leraar Latijn. Het eerste boek bevat de originele teksten van de Romeinse komedieschrijver Plautus, in de overige twee staat de vertaling. Naast de drie topstukken staat een iets jonger boek, al zijn de bladzijden ondertussen ook vergeeld. Deze De Witte kocht Mon ooit op een veiling van Babylon, en wel omdat Ernest Claes familie van hem was. Het boek is zelfs ooit van Marcel De Smet, de vroegere hoofdbibliothecaris van Letteren, geweest. Een volgend stuk dat ons opvalt, is een bierflesje, mooi gepresenteerd op een houten staander. Als contactpersoon voor de Latijnse infodag zocht Mon iets om het “saaie” Latijn te linken aan het vrolijke studentenleven: zo vond hij het flesje Hopus-bier, waarbij de brouwerij het houten bord meegaf als promotiemateriaal. Nu heeft (monitor) Katrien het bord volgeplakt met dinosaurus-stickers, omdat ze weet dat Mon vroeger gek was van deze prehistorische beestjes. Op de hoek van het bureau staat een plant die verdacht veel weg heeft van een cannabisplant, al verzekert Mon ons meteen dat het een andere soort is. Jammer, anders hadden we deze B-magazine kunnen verrijken met een straf feitje! Een verjaardagscadeau, en “een goei plant, want ze kan ertegen als ik ze soms vergeet water te geven”, aldus Mon. In de bloempot ernaast huist een vetplantje, maar door de verschrompelde blaadjes is dat nog moeilijk te zien. Een paar keer per jaar houden de monitoren Trivial Time, naar het goede voorbeeld van de werknemers in de tv-serie Het Eiland. De winnaar van de avond krijgt het fantastische vetplantje als trofee, en organiseert de volgende Trivial Time. Wanneer we bij professor Bru binnenwandelen, is het eerste wat ons opvalt in zijn kantoor – of pigeon hole, zoals hij de werkkamers in het Erasmushuis zelf schertsend noemt – de grote kleurrijke poster op de zijmuur. Het blijkt een reproductie van een schilderij van Pierre Alechinsky te zijn, waarop “En avant, y a pas d’avance!” te lezen staat. Deze spreuk betekent zoveel als “In de toekomst is geen vooruitgang” en zou volgens de professor het motto van elke taal- en letterkundestudent moeten zijn. Immers, wij boekengekken hebben onze twee teerbeminde talen niet gekozen vanwege de werkzekerheid of de gigantische lonen, maar omdat we door het taalbeest gebeten zijn. Hup Babylon!
14
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Bezoekt Aan de muur achter het bureau, dicht bij de professor, zijn twee kindertekeningen geprikt. Op de ene staat een schattig blond jongetje getekend, een zelfportret van Bru’s nu negenjarig zoontje. De andere, van zijn dochtertje, stelt een meisje met vrolijke paardenstaartjes voor. Zij gaat nog naar de kleuterklas, maar “tekent al lang geen kikvorsjes meer”. Erg knap, want zeg nu zelf, waar vind je een vijfjarige die géén lilliputtertjes met reuzenhoofden op papier tovert? Het kantoor bevindt zich aan de achterkant van het Erasmushuis, zodat je door het raam een schitterend uitzicht hebt over Leuven, met de klokkentoren van de Centrale Bibliotheek in het midden. En toch, de muziek die de beiaard elke middag door de stad laat weergalmen, vindt professor Bru “tenenkrullend”. Professor De Geest daarentegen is een grote fan van de beiaard en zet dan ook elke middag tussen 13.00 en 14.00 uur zijn ramen open voor maximaal genot. Maar dat is niet hetgeen mij het meeste is bijgebleven van ons gesprek. Om zijn kantoor te beschrijven, heb je maar één woord nodig: boeken. Overal waar je kijkt, staat of ligt of hangt wel een boek. Aangezien zijn stapels boeken groeien als planten, heeft De Geest geen behoefte aan echte planten. “Planten gaan alleen maar dood”, en daarmee is het laatste woord daar dan ook over gezegd. Het kantoor van De Geest is naar eigen zeggen gestructureerd zoals zijn hersenen. Wat ik daaruit afleid, is dat er in zijn hoofd een grote chaos heerst. Maar nee, er blijkt weldegelijk method in deze madness te zitten. Al is die voor het blote oog misschien niet zichtbaar. Professor De Geest weet zelf goed genoeg dat hij met zijn kantoor de “gekke professorstatus” die hij reeds aan zijn kapsel te danken heeft, nogmaals bevestigt. Hij lijkt dit dan ook eerder toe te juichen dan de kop in te willen drukken. Wanneer iemand zijn kantoor betreed na de jaarlijkse opruimbeurt, is er dan ook steevast teleurstelling op het gezicht te lezen. Dit bureel heeft een reputatie hoog te houden, en opruimen is daar nefast voor. Dat er een bibliofiel in deze kamer huist, moet en zal geweten zijn. De Geest blijkt al van jongs af aan boeken te verzamelen – van toen hij nog maar veertien jaar oud was om precies te zijn. Nog geen tiende van al die boeken is op dit kantoor te vinden. Wanneer we naar een exact aantal vragen, kunnen we als antwoord enkel een schatting verwachten. Een eerste spontane gok levert ons het getal drieduizend op. De Geest meent drieduizend dichtbundels te hebben, andere boeken niet meegerekend dus. Maar even later zegt hij dat het er even goed vijfduizend kunnen zijn. Hij beweert ook alles te hebben gelezen én zelf te hebben betaald. Op de vraag hoeveel geld daar in is gekropen, krijgen we geen antwoord. Wel verteld de professor ons dat hij gemiddeld tien boeken per week koopt, en dat hij boeken voor minder dan tien euro niet laat liggen. Reken dus zelf maar even uit. (10 boeken x 10 euro x 52 weken x 41 jaar = … zeer indrukwekkend!) Als een boek van op zijn verlanglijstje meer dan honderd euro kost, zal De Geest toch twee keer nadenken voordat hij zijn geld bovenhaalt. Maar hij geeft ook toe enkele exemplaren te hebben waarvoor hij meer dan duizend euro heeft neergeteld, zoals bijvoorbeeld Bezette Stad van Van Ostaijen. Elke letterenstudent zou volgens hem minstens honderd boeken in zijn boekenkast moeten hebben staan pronken. (Ik ben na ons gesprek dan ook meteen een nieuwe voorraad gaan inslaan!) “Want door te lezen kunnen wij de wereld verbeteren”, aldus de professor. Op het eerste gezicht lijken er geen persoonlijke spullen op dit kantoor te staan (cf. kindertekeningen bij Bru), maar volgens De Geest zelf is niets minder waar. Elk boek is voor hem namelijk persoonlijk. Hij heeft er dan ook psychologisch veel moeite mee om boeken weg te doen, aangezien elk boek een stukje van hemzelf is. Het enige dat niet meteen thuis lijkt te horen in dit boekenparadijs, is de knuffel van een pokémon die op zijn kast staat. Deze Gengar – ja, ik heb zijn naam ontdekt door “paarse pokémon” in te geven op Google – blijkt een cadeau te zijn van een jongere collega, en zou een uitdrukking van de professors temperament moeten zijn. Wat dat mag betekenen, laat ik je zelf concluderen, maar hier alvast wat informatie over de Gengar, gevonden op een soort Wikipedia-pagina voor Pokémon: Gengar are very mischievous, and at times, malicious. They enjoy playing practical jokes, such as pretending to be one’s shadow, then behaving erratically. When the quarry notices, the Gengar takes delight in its victim’s terror. However, Gengar have been known to be loyal to Trainers that treat them well; the smile is less mischievous and friendlier in this case. Gengar may also cast curses. Melanie Hacke Anke Van Roy nr:2 2012-2013 B-Magazine
15
Babylon Bedoopt
Ash Ketchup (+ mayonnaise, look, hondenvoer …) Een nieuw jaar, een nieuwe lading schachten. Excuseert u me, een nieuwe lading domme schachten. Ze zijn niks, ze kunnen niks. Het is donderdag 25 oktober 2012, 19:00. Iedereen is op tijd, mooi zo. Mooi zo? Niet zo mooi. Niemand om te straffen. Spijtige zaak, volgend jaar beter. Team Rocket, Brock, Electrode, Pikachu, Umbreon, Butterfree en vele anderen stonden de doopmeesters huiverend op te wachten. De slecht verklede schachten kregen een Hydro Pump van commentaar, zo ook viezigheden over zich – al leek het pak van de doopmeesters zelf op een heel slecht geïmiteerde versie van Team Galactic. De doop zelf ging zo: GARLIC SHAMPOO, I choose you. GARLIC SHAMPOO used SKY ATTACK. It’s super effective! The foe’s HAIR used ABSORB. It’s not very effective … Potion? Fresh Water? Soda Pop? Niets van, schachtenpap op een maandverband zeg ik u. Hup, recht. Naar beneden kijken en als Donphans naar het Ladeuzeplein! Kruipen (auw)! Staan! Lopen! Paaldansen! De bevelen werden naar de arme (ik bedoel natuurlijk domme) schachten hun vettige hoofdjes gesmeten alsof het Pokéballs waren in een wanhopige poging om Mewtwo te vangen. (Wie vangt Mewtwo nu ook met Pokéballs?) Dezelfde schachtjes die een week eerder life in plastic nog zo fantastic vonden, verlangden nu dringend naar een behandeling in het dichtstbijzijnde Pokécenter. Maar neen, de grote menigte moest nog weten dat er nieuwe Babylonschachtjes gedoopt werden. Grote Markt, hier komen we. Een grootse battle met Historia was nodig om onze volgende badge te verdienen, dus haalden we de MooMoo Milk boven en bedolven we Historia onder iets wat leek op Cotton Spore. Uiteraard wonnen de Babyloniërs (over dit feit zou zelfs geen twijfel mogen bestaan), en zoals het aloude spreekwoord ons leert: “De winnaar kuist alles op door over de Grote Markt van Leuven te rollen.” Van Grote Markt naar Oude Markt dan maar – alsof de plaats voor de schachten nog enige betekenis had, op elk gezichtje viel er wel een lichte suïcidale glans te bespeuren. De Oude Markt is natuurlijk ook de perfecte plaats om de Kama Sutra opnieuw uit te vinden. Heel wat schachten namen enorm creatieve poses aan, blijkbaar ontbreekt hen de ervaring niet. (Of juist wel?) Wanna Rhydon my Weedle? Vernederd en moe gestreden trokken ze verder door Leuven, om vervolgens terug te eindigen in de prachtige doch besmeurde Erasmustuin. Na een laatste aanval met alle overschotjes (laten we het Hyper Beam noemen), werd de schachtjes eindelijk wat rust gegund. De nodige experience points waren verdiend, en ze evolueerden allemaal in volwaardige Babyloniërs. “Veel succes met douchen, en gebruik vooral koud water!”, kregen de arme wezentjes dan te horen. (Anders doet elk douchebezoek de komende drie maanden aan een nachtelijke escapade naar de plaatselijke kebabzaak denken.) Ze kregen er wel nog een gratis Rare Candy van de Fak bij, wat wil je nog meer? Een eenmalige, unieke en verschrikkelijk ranzige ervaring rijker trokken de nieuwe Babylonische aanwinsten met opgeheven en vooral stinkende hoofden naar huis. Brent Bertels
Babylon Beschimpt Pants-on-head-retarded
Babylons hoogsteigen Razende Hollander geeft zijn mening over actuele thema’s. Of jullie er nu om vragen of niet. Het wordt winter, de dagen zijn korter, het regent. Er is maar een ding dat een man als ik nu kan doen … mastruberen … ik bedoel: analyseren. Oké … het gaf mij wel het idee om seks te gaan bespreken dus dat is dan wel weer handig meegenomen.
we overal gebombardeerd met zowel lichte vormen als Broek omlaag, en kijk is wat ik hier voor je heb hengelen-varianten; zoals in advertenties, op televisie, in films en naturlijk op het internet. Dé dimensie voor seks sinds de jaren ’90.
Seks! Het is zo vuil, prachtig, decadent, romantisch, mooi, humoristisch en plezierig als je het kunt maken, bedenken of voorstellen. Een groot deel van onze cultuur is eraan besteed om mannen op het idee te brengen, random vrouwen met een T-rex bot op het hoofd te slaan en bij de haren mee naar de grot te sleuren. Natuurlijk zijn we gesofisticeerder. Echter worden
Natuurlijk zijn er vele ideeën en factoren die ik nu kan gaan bespreken, maar ik besluit mij voornamelijk te richten op de nieuwste golf in literatuur. Jullie kunnen dat onprofessioneel noemen, ik noem het efficiënt. Het is natuurlijk niet alleen om die reden, want laatst zag ik hoe een nieuwe trilogie, in de voetsporen van precedent 50 shades, aangeprijst werd met
16
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Beschrijft de slogan: Grey is so last season!
Vaginavloedgolf stimulerende boeken als deze blijven een doorn in mijn oog. Ik vind seks en literatuur sowieso nooit echt goed samen gaan, de passages voelen gekunsteld, onnodig of simpelweg irritant in dramatische verhaallijnen. Dit probleem kan veroorzaakt zijn doordat er geen visuele stimulans aanwezig is, om het nog “op te leuken”. Maar er zit vaak ook geen humor of dynamiek in, waardoor seks eerder een verplichting of taak lijkt. Altijd dacht ik dat het kwam omdat seks binnen het bestek van een boek maar een ondergeschikte rol speelt. Maar vandaag de dag blijkt seks als thema ook moeilijk interessant te houden in een boek van meer dan 200 bladzijden. Vergelijk het eens met drie keer op een avond seks hebben; het lijkt een noemenswaardige prestatie. De eerste keer is goed, als je elkaar probeert te positioneren op het piepende matras; de tweede keer is het best omdat je dan opgewarmd bent en openstaat voor experimenteren met de inhoud van haar achterklep; maar de derde keer is het vier uur ’s nachts, allebei jullie adem begint te stinken en je bent er maar in en uit aan het zagen als een gedesinteresseerde timmerman, die weet dat hij de volgende dag waarschijnlijk ontslagen gaat worden. Je laat het maar over je heen komen, en probeert er niet aan te denken dat je de lakens nog moet verschonen voor je morgen naar je college moet.
dat ze ze gaat uitvinden. Ik ben namelijk nog niet klaar om met haar “het gesprek” te hebben, wanneer ze me vraagt of ze ook een keer swaffelen moet proberen. Vergeet ook niet dat oma’s door boeken als Fifty Shades zin krijgen om aan bejaardenseks te gaan doen. (Het idee alleen al!) Ik kan uiteindelijk niets tegen de opmars van seks in verhalende media doen. De maatschappij treedt langzaam in haar gênante puberteit en de opmars van boeken in de voetsporen van Fifty shades is het eerste teken van acne. Er zullen nog veel veranderingen komen, en je kunt je er maar beter niet tegen verzetten. Daarbij moet je ze wel zo snel mogelijk laten zien wie de baas is, en ze je bitch maken. Victory Wank! Maarten Vrenken
Wat ik dus bedoel is het volgende: je kan redelijke originaliteit verwachten, maar op den duur moet de seks wel raar of bizar worden omdat het anders niet interessant blijft. Dat maakt het alleen maar moeilijker om een logische verhaallijn op te bouwen. Want hoe laat je op een natuurlijke manier overkomen “ik heb altijd al eens seks met een dwerg willen hebben” of “ik zou je graag vingeren in het midden van een cinema”? Maar ik wijk af. Want het ergste is dat straks mijn moeder dingen gaat uitvinden, waarvan ik niet wil nr:2 2012-2013 B-Magazine
17
Babylon Bekijkt
Versoftening in de kindermedia
Het staat vast dat wat we tegenwoordig op tv voor kinderen te zien krijgen, steeds gruwelijker en spectaculairder wordt. Playstationspelletjes en dergelijke tonen hen immers al hoe monsters te vermoorden nog voor ze überhaupt uit de pamper zijn. Maar dat is niet alles. Zet je schrap om de andere kant van het verhaal te bekijken. Nu is het zichtbaarder dan ooit: de media voor kinderen is steeds politiek correcter en ze doet er alles aan om de tere kinderhartjes te sparen van al het kwaad.
Er was eens in een gruwelijker verleden…
Wie nu de sprookjes van meneer Andersen of menig ander schrijversheld van honderd jaar geleden leest, valt letterlijk van zijn stoel. De verhalen waren tragischer, de personages donkerder en de eindes grimmiger dan wij ooit maar zouden durven dromen. Een voorbeeld. Wanneer we denken aan de Kleine Zeemeermin, gaat er voor ons, moderne lezers, een wereld open van eeuwig trouwe prinsen en saxofoons onder water. Maar als we de oorspronkelijke versie bekijken, deinzen we verschrikt terug. Net als in de Disneyversie wil Ariel hier die ene knappe prins voor zichzelf winnen, nadat ze hem gered heeft van een schipbreuk. Ze ruilt bij de zeeheks haar stem in voor een stel benen. Wanneer ze vervolgens aan land komt, beleeft ze er enkele hemelse dagen. Maar dan wordt het toch een beetje anders: de prins kiest vrijwillig om te trouwen met een andere prinses, de Kleine Zeemeermin kwijnt weg van eenzaamheid. Haar zussen snijden hun haren af om haar een laatste kans te geven. Ze kan alleen terug naar haar familie als ze hun geschenk gebruikt: een dolk om de prins mee te vermoorden. Wanneer ze deze in zijn huwelijksbed vindt, staat ze op het punt zijn hart er uit te snijden. Ze bedenkt zich echter en stort zich in de zee. Om eeuwig te leven als het schuim op de kolkende golven. En zo mogen we wel vaker met onze mond vol tanden staan. De wolf van Roodkapje was eigenlijk een man met oneervolle bedoelingen en veel haar. Pocahontas was een meisje van twaalf en John Smith was even oud als in de Disneyfilm. De vrouw die het knappe meisje terroriseerde, was niet haar stiefmoeder, maar haar bloedeigen mammie. Waar vinden we dàt in Grimmsnaam terug in Sneeuwwitje en de zeven dwergen? Goed dat ze dit veranderd hebben, want kinderen hoeven deze gruwelijkheden niet te horen? Misschien. Een groot deel van de boodschap verloren door deze wijzigingen? Zeker.
Bloemen geplukt en zwarte pieten
Zoals jullie misschien al wel gemerkt hebben, stapte ook Ketnet mee in deze versofteningstendens. Kaatje, het Pipi Langkousachtige meisje met de schreeuwerige outfit, brengt een nieuwe versie uit van het alombekende “Klein klein kleuterke”. Maar wat blijkt? Mamaatje mag er niet meer in kijven, en papaatje mag ook niet meer slaan. In de plaats daarvan smeekt de kleine kleuter nu “oh mijn lieve mamaatje, zeg het niet tegen papaatje”! Omdat leugens in echtelijke relaties in de 21ste eeuw beter gepast zijn? Tante Terry vond het niet zo heel erg, zei Story. Maar wat met al die andere ondertussen volwassen mensen? Moeten zij zich schuldig beginnen voelen wanneer ze mee zingen met hun kleinkinderen, nichtjes, neefjes …? Gaan zij echt geschokt de hand voor de mond houden, als ze uit gewoonte zouden willen zingen dat mama wel degelijk boos wordt als je alle mooie bloemen uit haar tuin trekt? Als zelfs Sinterklaas niet meer met zijn zwarte pieten op bepaalde kinderfeestjes mag komen, gaat het wel heel ver. “Kindjes aanleren dat één blanke man de zwarten mag onderdrukken, is toch om problemen vragen?” Maar hoe zal dat verder gaan? Gaan ze na een tijdje ook de boomhut van Aïda in een rijhuisje veranderen? Omdat de kinderen anders rebelse gedachten krijgen en het milieu niet leren respecteren? Zal de koning niet meer op Kulderzipken mogen neerkijken? Omdat dat denigrerend is en niet naar gelijke sociale klassen streeft? Zullen de kinderen dan later niet heel teleurgesteld zijn als blijkt dat Sebastiaan de krab toch niet praat en het leven niet altijd eindigt in happy endings? Morien Raeymakers
18
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Belooft
De Literaire Horoscoop Boogschutter: 23 november – 21 december
Tweelingen: 21 mei – 20 juni
Jane Austen (16 december 1775) – Engelse schrijfster van Pride
Dirk Bracke (4 juni 1953) – Jeugdschrijver van Het Uur Nul,
and Prejudice, Sense and Sensibility …
Boogschutter, je bent een vat vol tegenstrijdigheden! Er staan je belangrijke keuzes te wachten, dus houd je hoofd koel. Probeer een compromis te vinden als je gedachten je in een tweestrijd brengen. Venus heeft voor jou heel wat leuks in petto, want ze voorziet voor jou een partner met hoofse allures. Steenbok: 22 december – 20 januari
Straks doet het geen pijn meer, Back …
Al zullen de komende maanden je heel wat schrijfinspiratie geven, pas toch maar op, Tweeling! Je wordt snel afgeleid door een Vlieg op de Muur en het lijkt wel of je in een Rollercoaster van gedachten verwikkeld geraakt. Laat je niet van de wijs brengen, zorg dat je alles op orde krijgt en dan ben je na de examens weer helemaal Back! Kreeft: 21 juni – 22 juli
Haruki Murakami (12 januari 1949) – Japans schrijver van o.a.
Cecily von Ziegesar (27 juni 1970) – Schrijfster van de reeks
Norwegian Wood
Gossip girl
Lijkt al de leerstof voor de komende examens Japans voor jou? Zie je de notities niet meer tussen die grote stapel boeken? Draai dan het roer om, Steenbok! Ga hardlopen en werk je frustraties uit in sport. Je kan het, en een positieve ingesteldheid doet wonderen. Een gezonde geest in een gezond lichaam is alvast een goed begin.
De sterren zijn je gunstig gezind, Kreeft! Op jouw après-examenfeest zal je niet meer moeten checken wie er aanwezig is en wie niet, want iedereen vindt uitgaan met jou meer dan bangelijk … Venus loopt nog snel achter je aan met wat verandering in haar plannen voor jou: meer dates, here you come!
Waterman: 21 januari – 20 februari
Leeuw: 23 juli – 22 augustus
Jef Nys (30 januari 1927) – Striptekenaar van de Jommekes-
J.K. Rowling (31 juli 1965) – Schrijfster van de Harry Potter-
reeks
reeks en The Casual Vacancy
Heb je het gevoel dat je een echte papegaai bent en dat je je professor gewoon aan het na-apen bent? Flip je omdat je jezelf aan het verliezen bent? Blijf dan bij de pakken zitten! Ik bedoel, laat je niet doen! Doe wat je leuk vindt en neem wat extra tijd voor jezelf. Een verwenavond, een goed boek? Laat maar komen! Vissen: 21 februari – 20 maart Multatuli (2 maart 1820) – Schrijver van o.a. Max Havelaar
De komende wintermaanden zal je omringd zijn door allemaal mensen die je liefhebben. Je eerlijkheid wordt geapprecieerd en men geniet van je creativiteit en levendigheid. Ook op professioneel vlak weet je een goede structuur te brengen in je verschillende ideeën. Pas wel een beetje op voor je lijn: choco is niet altijd de beste oplossing!
De komende eindejaarsfeesten worden magisch voor jou. Met je beste vrienden beleef je de tijd van je leven. Bovendien voorzien de sterren voor jou een niet te onderschatten geldprijs! Geniet ervan! Een Goede Raad: laat je niet verleiden tot plotse radicale acties! Je bent niet onoverwinnelijk … Maagd: 23 augustus – 22 september Lev Tolstoj (9 september 1928) – Russisch schrijver van Oorlog en Vrede, Anna Karenina …
In de sterren staat het geschreven, Maagd! Door die veelzijdigheid die in je zit, staan je heel wat mooie momenten te wachten in de komende winter. Geen idee is te zot, the sky is the limit! Zit je zonder inspiratie? Krab eens in je baard of bekijk het eens langs allebei de kanten. Misschien geeft dat wel een nieuwe boost voor je schrijversleven!?
Ram: 21 maart -20 april
Weegschaal: 23 september – 22 oktober
Hans Christian Andersen (2 april 1805) – Sprookjeschrijver
Oscar Wilde (16 oktober 1854) – Engelse (toneel)schrijver
De toekomst ziet er rooskleurig uit voor jou: de examens zullen vlot gaan, de lesvrije week ziet er al goed uit en de Kerstman komt speciaal voor jou! Maar, Ram, laat je niet misleiden door deze sprookjeswereld. Om plezier te kunnen maken, moet er eerst ook gewerkt worden! Stier: 21 april – 20 mei Guido Gezelle (1 mei 1830) – Vlaamse dichter-priester
Wauw, Stier, met al die passie in je hart zal je energie herrijzen en zal je met een grote knal de winter inzetten! Je loopt op wolkjes en water en iedereen geniet nog steeds van je enthousiasme. Nood aan wat plezier? Haal je woordenboek maar boven, want op jou staan er heel wat uitbundige West-Vlaamse avonturen te wachten! Amen!
Vanaf november heb je duidelijk je passie gevonden. Je straalt en dat heeft zijn effecten op alles! Mensen zijn graag rondom je en je woorden worden dan ook graag gehoord. Pas wel op, Weegschaal: zorg dat je kot proper blijft, want als manusje van alles, kan je het beter goed op orde houden! Schorpioen: 23 oktober – 22 november Desiderius Erasmus (28 oktober 1466) – Nederlandse filosoof en schrijver van o.a. Lof der zotheid
Dit wordt een zotte tijd voor jou, Schorpioen. Nu draait het even allemaal om jou, als mens, als persoon. Een identiteitscrisis? Geen angst! Ga misschien eens op reis, dat zal je goed doen! Morien Raeymakers nr:2 2012-2013 B-Magazine
19
Babylon Bestudeert
De KU Leuven vanuit rolstoelperspectief (deel 1)
Het leven aan de universiteit is als rolstoelpatiënt niet gemakkelijk. Hiermee wil ik uiteraard niet zeggen dat het dat voor de normale student wel is. Ik weet maar al te goed dat ik vorig jaar niet de enige was, die minutenlang voor een gesloten auladeur heeft gestaan, aan het overwegen om de les al dan niet nog te storen; dat iedereen gedoemd is het volledige Almamenu af te lopen alvorens te beseffen dat de vol-au-vent er best te doen is maar dat je, als je een beetje hersens hebt, de in-een-witte-pap-drijvende spinazie mijdt; en dat niemand ontsnapt aan het klassikaal overlopen van oefeningen waarbij jij gegarandeerd, liefst nog eens in de microfoon, juist diegene moet maken waarvan je de oplossing niet weet. Toch kan ik je verzekeren dat daar in een rolstoel nog heel wat bijkomt. Zo ontdekte ik vorig jaar: - Dat van rolstoelpatiënten wordt verwacht dat ze helemaal vooraan in de aula zitten: een plek waar iedere vorm van afleiding onmogelijk is en waar het op regelmatige basis geïnteresseerd naar de prof knikken, je grootste bezigheid vormt; een plek waarvan zowat iedere student weet dat je hem moet mijden en waar ik dan meestal ook helemaal op mijn eentje zit. - Dat de conditie van de Leuvense voetpaden zeer te wensen overlaat. Deze uitspraak is uiteraard resultaat van een grondig onderzoek gesteund op observatie, vergelijking, analyse en inductie. Ook berust het op harde bewijzen zoals mijn maandelijks platgereden banden. Of de rugpijn die me tegen het einde van het jaar te bed hield, en niet veel meer toeliet dan te staren naar het lijkje van een kever. Het arme ding dat niet veel daarvoor de pech had in mijn plafondverlichting te belanden. - Dat het zelfs onmogelijk is om me in mijn eigen fakbar binnen te krijgen! Een probleem dat absoluut ooit verholpen moet worden en waar ik al over aan het nadenken ben, momenteel zinnende op iets met een katrolsysteem, een mandje en héél wat sterk volk… Nu de lessen weer hervat zijn, kan ik aan bovenstaand lijstje ook nog de lift van het MSI toevoegen. Op de een of andere bizarre manier verleent deze voorrang aan vuilniszakken boven andere liftgebruikers, en in deze tweeënhalve maanden tijd heeft hij mij maar liefst twee keer heeft laten zitten. Ook vermeld ik nog even kort de Letterenbib waar een nog zwaardere vorm van discriminatie optreedt en sommige rekken zo dicht tegen elkaar staan dat ze de rolstoelpatiënte met ietwat volumineuzere heupen de doorgang ontnemen. Natuurlijk wordt dit alles ruimschoots gecompenseerd door de kennis en levenswijsheid die ik hier in de tussentijd opdoe: -Zo heb je de 18 uren les per week die me in staat stellen indrukwekkende opmerkingen te maken zoals “Hmm mijns inziens moet die imperatieve exocentrische samenstelling dringend gesnoeid worden” wanneer de klimop wat woekert en waardoor ik nu kan zeggen dat dit fragment, qua lengte, een zin van Louis Couperus evenaart maar dat ik, om nog maar in de buurt te komen van eentje van Multatuli, nog minstens een komma of acht en een uitweiding of drie moet toevoegen. -Mijn voornemen dit jaar ook wat socialer te zijn, zorgde tot nu toe voor de ontdekking dat een verwijzing naar mijn medicatie als excuus voldoet om het bij een drankspel met mijn kotgenoten te mogen houden op waterkappen. Daarnaast is er de ondervinding dat de rondjes van de 24-urenloop zwaar overschat worden (mijn broer en ik hebben er namelijk eentje gelopen in 1 min40 en ik kan je zeggen: zò vermoeiend vond ik dat niet). En last but not least, de beslissing om mee te werken aan dit magazine. Wat ik van de rest van dit jaar mag verwachten, weet ik nog niet. We zullen wel zien. Voorlopig, zie ik het allemaal zitten. Tot de volgende? Ansjanssens.wordpress.com
20
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Ans Janssens
Babylon Bekritiseert
Mannen die vrouwenboeken haten
Chick lit. De term alleen ontlokt een rabiate grijns aan meer dan een trotse drager van het Y-chromosoom. Als goede literatuurwetenschappers weten we echter dat een mening gestaafd hoort te worden. Deze man neemt het daarom op zich, a priori negatieve recensies te documenteren met tekstmateriaal. Zodat jullie het niet hoeven te doen.
Literatuur voor de mannelijke demografie Na de vorige editie ben ik zo wel uitgekeken op chick lit. Tijd voor literatuur waar de testosteron vanaf druipt – rawr, mannelijkheid – en die bovendien wat realistischer is. De keuze is snel gemaakt, want wat is er in godsnaam mannelijker dan die stukken die al sinds oudsher door mannen overal ter wereld gelezen worden? Deze week bekijk ik mannenbladen – voor de artikels, uiteraard.
Vreemde blikken waren mijn deel toen ik met een stapeltje tijdschriften aan de kassa verscheen; de (mannelijke) kassier keek bijna beschaamd weg toen hij afrekende. Wat is dat toch met die nieuwe generatie, dat de aanblik van inkt en papier hen het schaamrood op de wangen tovert? De door flitsende beelden en eindeloze reeksen bewegende prenten opgevoede jongvolwassenen zouden fundamenteel onvertrouwd zijn met de zaligmakende traagheid van dergelijke literatuur, het suggestieve van de beelden die uit de tekst naar voren komen. Je moet stil staan bij het werk dat je in je handen hebt, jonge lezer. Genieten van de artikels die hele generaties viriele voorgangers doorheen moeilijke periodes hebben getrokken. En waarom zou je ook niet? Die boekjes hebben immers heel wat om het lijf: er zijn reviews, interviews en actua. Altijd al eens willen weten wat “Charlotte van Myspace” in haar vrije tijd doet, of welke tropische verrassingen er op je wachten in een bepaald hotel in de Dominicaanse Republiek? Dan kom je hier perfect aan je trekken! En dat is niet alles – er zijn cartoons, humor (dijenkletsers als “hoe noemen ze Viagra voor vrouwen?”-“Juwelen”), en zelfs kortverhalen met ronkende namen als “Experiment” of
“Drie stoute zusjes”. Het mag duidelijk zijn dat het hier telkens gaat om werken die zich, al met hun titel, inschrijven in het postmoderne paradigma dat spel met en hergebruik van archetypes en genrekenmerken (in casu, de Drievuldigheid en het Bijbelse belang van het getal drie, sprookjes, pedagogische literatuur, …) voorop stelt. Ja, waarde collegae, ook de literatuurwetenschapper heeft zijn handen vol tijdens het lezen van dergelijke parels. Bovendien heeft het modale blootblad daarnaast een belangrijke opvoedkundige functie. De keuze van de behandelde onderwerpen maakt al snel duidelijk waar een echte man zich mee bezig hoort te houden. Sport. Gadgets. Auto’s, laat ons vooral de auto’s niet vergeten. En passant wordt ook vermeld hoe je bijvoorbeeld je eigen dromen kan sturen, want – we moeten eerlijk zijn – Silvio’s bunga bunga’s zouden effectief ons aller streefdoel moeten zijn. Laat dit een pleidooi zijn, in onze door metroseksualiteit geplaagde samenleving: vergeet achterhaalde auteurs als De Bel of Dickens, geef jongens zo vroeg mogelijk echte mannenliteratuur. Op die manier zullen niet alleen marginale uitwassen als One Direction verdwijnen, maar ook de economische crisis, global warming en racisme.
“Feministen en hippies perpetueren leugens!” En daar stopt het niet! De artikels geven eveneens een geprivilegieerde inkijk in de diepste plaatsen van de vrouwelijke psyche. De resultaten zijn zonder meer opzienbarend. Laat jullie niets wijsmaken door feministen en hippies – vrouwen willen, diep vanbinnen, alleen maar beroemd worden (liefst nog in de fotografie-branche), voelen zich stuk voor stuk aangetrokken tot andere vrouwen, en zijn “ondeugend” [sic]. Wanneer bepaalde media zeuren over gelijke rechten of, erger nog, de individualiteit van elke vrouw, kan je nu dankzij onze oermannelijke bron van kennis het omgekeerde punt hard maken! We kunnen besluiten dat het met een dergelijke waslijst aan voordelen niet hoeft te verbazen dat mannenbladen in alle behoeften van de man voorzien. En tja, er staan ook prentjes in. Maar daar doen we het als taal- en letterkundigen niet voor. Toch? Alexander Swerts nr:2 2012-2013 B-Magazine
21
Babylon Bestudeert Beyond Good and Evil
De Disneyfilms uit ons aller jeugd hebben tegen wil en dank onze perceptie van de realiteit mee helpen scheppen. Nergens was de dualiteit tussen goed en kwaad zo duidelijk geprofileerd als in de strijd tegen “de slechteriken”. Welke zin voor ethiek, norm en waarde houden we daar nu uiteindelijk aan over? Our childhood revisited, trachten we met een kritische bril op verder te kijken dan de eeuwige tweestrijd tussen goed en kwaad, of waar Nietzsche al niet goed voor is. De conclusies die daaruit voortkomen zijn dan ook verrassend. Zijn de morele lessen die wij uit zulke films haalden wel deugdzaam? Enkele redacteurs leggen aan de hand van een aantal voorbeelden van inverse moraliteit uit hoe ze er gaandeweg een sympathy for the devil aan overhielden. Come to the dark side, we have cookies.
En je zweeft! En je zweeft! En je zweeft!
Please allow me to introduce myself / I’m a man of wealth and taste / I’ve been around for a long, long year / Stole many a man’s soul and faith Cap’n Hook, Kapitein Haak, piraat in hart en lever, is een echte rocker. Zijn weelderige haardos doet wat denken aan Aerosmiths Steven Tyler of aan de donkere krullen van Slash, terwijl zijn elegante stijl van kleding en zijn onmiskenbare snor ons dan weer herinneren aan Freddie Mercury. Van die moustache kunnen we maar niet genoeg krijgen, Haak moet dan ook geschoren zijn met de esthetische precisie van een Sint-Lucasser. Dan hebben we het nog niet gehad over zijn gepluimde hoed. Kortom, hij bezit de nodige stijl en klasse om zich ongemerkt te begeven tussen de bourgeoisie op Waregem Koerse. Dat tentoonspreiden van zijn rijkdom gaat hem echter een brug te ver, vandaar dat hij zich verschanst in de kajuiten van zijn schip. Haak is een vrijbuiter, een onbegrepen Robin Hood, die de buit van zijn plundertochten eerlijk verdeelt onder zijn hardwerkende crew. Die plunderingen zijn een noodzakelijk kwaad: op zee zijn er immers niet veel grondstoffen en levensmiddelen te vinden. Bovendien is niemand op het eiland bereid met hen te delen of te ruilen, wegens het onrechtmatig verkregen stigma van “piraat” dat ze meedragen tot in het zeemansgraf.
Tinkerbel. Deze vrouwen worden keer op keer genadeloos misbruikt door de sluwe Pan, die door het leven gaat als een wetteloze delinquent uit A Clockwork Orange. De link met de mythologische Pan wordt duidelijk wanneer Peter tussen al die schunnigheden door op een (pan) fluit speelt. Verder regeert hij op chaotische wijze met zijn leger van kindsoldaten over het eiland Neverland, waar de dagelijkse taken bestaan uit het opjagen van inboorlingen en het treiteren van Kapitein Haak. Nadat zijn Lost Boys eindelijk het indianenkamp ingepalmd hebben, roken ze mee aan de vredespijp (Pan zet jonge kinderen aan tot roken!) en participeren ze in de wilde orgiën die tussen de tipi’s en geroosterd vlees plaatsvinden. Het concept “moeder” is hen bovendien compleet onbekend. Vergelijk dat dan met de verstoten piraten, die tatoeages meedragen in herinnering aan hun moeders, dewelke aan het thuisfront ongeduldig wachten op de onmogelijke terugkeer van hun plichtsbewuste zonen. Haak, uiteindelijk, heeft niet alleen het uiterlijk van een rocker, hij is zelf ook een begaafd muzikant. Zo kan hij ondanks zijn handicap feilloos pianospelen. What’s your excuse? But what’s confusing you / Is just the nature of my game / Just as every cop is a criminal / And all the sinners saints / As heads is tails / Just call me Lucifer / Cause I’m in need of some restraint / So if you meet me / Have some courtesy / Have some sympathy, and some taste / Use all your welllearned politesse / Or I’ll lay your soul to waste / Pleased to meet you, hope you guessed my name… Sympathy for the pirate, by CAP’N HOOK. Jasper Vanhaelemeesch
Alsof dit verstoten bestaan nog niet erg genoeg is, wordt Haak ook nog eens geteisterd door een arrogant overspelig ventje. De meedogenloze Peter Pan hakte ooit Haaks hand af in een geschil, om deze samen met ‘s mans horloge te voederen aan een krokodil. Deze gruweldaad was een traumatische ervaring voor onze gevoelige Kapitein, in die mate dat hij helemaal bananas gaat als hij het tikken van zijn oude horloge hoort. Dit betekent immers dat de gevreesde krokodil in de buurt is om Pans werk af te maken. Deze laatste doet zich ondertussen rijkelijk tegoed aan de vleselijke lusten van Londense stadsmeisjes, een bende zeemeerminnen die een bordeel openhoudt en de schaars geklede fee
22
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Wat een kommer en kwel
Ooit al een zwak zeemonster gezien? Bij Ursula uit De Kleine Zeemeermin ben je hiervoor alvast helemaal aan het verkeerde adres. Deze half-vrouw, half-octopus met haar fancy witte kapsel en retro slakkenhuisketting is ongetwijfeld de sterkste vrouw uit de hele Disneywereld, maar hoe doet ze dat? Hoe wordt ze de vrouw met alle macht in handen? Hoe zorg je dat iedereen naar je opkijkt? Hoe word je zo fierce and fabulous als Ursula? Je ziet het allemaal in De Kleine Zeemeermin. De eerste tip geeft deze succesvolle vrouw dan ook heel
Babylon Bestudeert enthousiast mee: wees onafhankelijk. Verbannen van Atlantica? Uit je paleis gegooid door een man met een drietand? No worries, er is altijd een plaats voor jou! Zing met je altstem de longen uit je lijf, schud eens met je … toverdrankjes en geef aanlokkelijke voorstellen en POEF! Iedereen komt naar jou in de stiekeme hoop op een cooler leven. Over de liefde is Ursula meer dan duidelijk. Vrouwen mogen zich nooit laten bezoedelen door een vent die maar naar één ding kan kijken. Mannen die alleen geïnteresseerd zijn in de leefwereld van een meisje, de schoonheid van haar stem of de braafheid van haar karakter, gooit ze resoluut overboord. Zo speelt ze veel liever al haar troeven uit op meerdere heren, zodat ze uit hun contacten zoveel mogelijk profijt kan halen. Deze voluptueuze zeeheks weet dan ook hoe ze elk mannelijk oceaanwezen om haar tentakels kan winden. Griezel en Gruwel, prins Eric en zelfs Koning Triton himself, bezwijken in een wip voor haar slinkse zakeninstinct en vrouwelijke overtuigingskracht.
Ten slotte mogen we zeker niet vergeten te luisteren naar haar levensmotto: hoe je er ook uitziet, blijf altijd jezelf! Ursula gaat een stokje voor Ariels liefdesgeluk steken en verandert zichzelf in de knappe deerne Vanessa. Ze verliest haar zwoele zangvibes zelfs door Eric te verleiden met Ariels gestolen stem. Desondanks zal ze nooit, nooit haar eigen karakter loslaten, tot de dood haar daarvan afbrengt. Van een rolmodel gesproken!
De koningin geneest volledig na het eten van deze buit, en bevalt van een prachtige dochter: Rapunzel. Merkwaardig is wel dat het meisje goudblonde haren heeft terwijl haar beide ouders bruinharig zijn. Gothel gaat op een nacht naar Rapunzel, die nog steeds een kleine baby is, en ontdekt dat haar gouden haren de magische kracht van de bloem bevatten. De oude vrouw probeert er een stukje van af te knippen, maar het haar, eenmaal afgeknipt, wordt bruin en verliest zijn vermogens. Gothel wil jong blijven en ziet het ontvoeren van Rapunzel daarom als enige uitweg, als een noodzakelijk kwaad. De prinses is er daarbij van overtuigd dat Gothel haar echte moeder is, dat het buiten veel te gevaarlijk is voor jonge dames, en dat ze dus onder geen enkele omstandigheid de toren mag verlaten. Gothel is in de regel niet de slechterik waarop de film focust. De politie zit in de eerste plaats achter Flynn aan, een crimineel die het land teistert met een reeks overvallen. Zelfs het paard Maximus, dat alleen op pad is na zijn ruiter te hebben afgeworpen, krijgt meer screen time als conventionele slechterik – lees: achtervolgingen en vechtpartijen. Op de vlucht voor de ridders komt onze dief Flynn toevallig terecht bij de toren van Gothel en Rapunzel. Daar wordt hij in een opmerkelijk geval van vrouwelijke vrijgevochtenheid gevangen genomen door een onzekere, met een pan gewapende Rapunzel (oké, misschien toch niet zo cliché-doorbrekend). De prinses chanteert bovendien Flynn zodat hij haar meesmokkelt naar buiten. Gothel, als toonbeeld van de goede moeder, is ondertussen op zoek naar witte schelpen voor Rapunzels verjaardagscadeautje. Schelpen. Ik bedoel maar. Het voortvluchtige koppel wordt achtervolgd door een schare ridders, die ervan overtuigd zijn dat deze blonde snol ook wel een dievegge zal zijn (waarom anders optrekken met een dief?) Flynn blijkt al bij al niet zo slecht te zijn en op het einde trouwt hij met Rapunzel.
Morien Raeymakers
Mother knows best?
Rapunzel kent bij de meeste jongeren geen groot succes. Andere prinsessenverhalen zoals Sneeuwwitje, Assepoester en De Kleine Zeemeermin hebben het altijd beter gedaan. De animatiefilm Tangled (2010) heeft daar verandering in gebracht, ook al is hij slechts losjes op Rapunzels verhaal gebaseerd. De zon schijnt over het koninkrijk, het is een prachtige dag. Wanneer een druppel zonlicht naar beneden valt, ontstaat er in het landingskratertje een magische bloem met helende krachten. Een oude vrouw genaamd Gothel ontdekt hem, en gebruikt zijn krachten om jong te blijven. Het gaat hier blijkbaar om Magie voor dummies, want om de magie te kunnen gebruiken, volstaat het om een liedje te zingen. Enkele eeuwen gaan voorbij, het oude vrouwtje wordt niet ouder. Wanneer op een gegeven moment de zwangere koningin ziek wordt, herinnert men zich de verhalen over de magische bloem.
Gothel echter wordt helemaal bonkers als ze merkt dat de prinses ontsnapt is. In een vlaag van blinde jaloezie steekt ze zelfs Flynn neer, in de hoop Rapunzel voor zichzelf te houden. Uiteindelijk komt, zoals zo vaak, boontje om zijn loontje: Gothel sterft omdat Flynn Rapunzels haren afsnijdt. De bron van haar eeuwige leven is verdwenen, en de oude vrouw wordt eindelijk ingehaald door haar leeftijd. Wat leren we hier nu uit? Noch stelen, noch kidnappen wordt geapprecieerd zo blijkt. Maar zelfs dan: als je berouw toont voor je daden, maak je toch nog kans op sympathie. De belangrijkste conclusie heeft echter betrekking op de moederfiguur. Ondanks al de “goede” raad en de “welgemeende” acties, wordt er een zaak duidelijk: Mother does NOT know best. Scott Gonnissen nr:2 2012-2013 B-Magazine
23
Babylon Beleeft
Van Afrika tot in Amerika
Babylons feestweek vanuit verschillende perspectieven Het concept achter de feestweek: een week lang krijgen wij, studenten van Taal- en Letterkunde, de ene niet te missen activiteit na de andere voorgeschoteld. Er is deze week geen excuus om ’s avonds eenzaam op je kot te zitten. Ook grommende magen zijn niet aan de orde: gratis of zo goed als gratis voedsel wordt ons langs alle kanten aangeboden. Nee, diëten is deze week geen optie. Drie studenten uit verschillende jaren brengen voor u verslag uit van de hele week, voor moest u iets gemist hebben.
Dagboek van een wereldreiziger
De Feestweek van Babylon liep dit jaar van 4 tot 9 november en had als thema Around the World in 8 days. Acht dagen? Ik tel er maar zes … Och, we doen tenslotte Taal- en Letterkunde, hoofdrekenen is niet meer aan ons besteed! Zeker niet tijdens deze week. Mijn valiezen waren gemaakt, ik had afscheid genomen van mijn ouders die me nog een laatste “wees voorzichtig” hadden ingefluisterd, en het geld dat ze me hadden toegestopt “voor onderweg”, zat veilig opgeborgen. Ik was er helemaal klaar voor, al wist ik niet of het nu een luxereisje of eerder een overlevingstocht zou worden. Met volle moed ging ik op weg. Al snel bereikte ik de eerste tussenstop: de perma van Babylon. Om de week goed in te zetten, European style, kreeg ik meteen een glaasje cider in mijn handen geduwd. Daar zeg ik geen nee tegen natuurlijk. Enkele glaasjes later werden ook de zalmhapjes bovengehaald. Het duurde nog geen seconde voor mijn medereizigers zich rond de blijkbaar zeer gewilde hapjes hadden verzameld zoals Chinese toeristen rond Manneken Pis, en al snel was er geen hapje meer te zien. Aangezien ik medelijden kreeg met de chips, die zo eenzaam waren achtergelaten, nam ik de zware taak op mij om me over hen te ontfermen. Na acht uur vliegen, kwamen we maandag aan in the USA. Tijd om te AmeriCantussen! “Is het de bedoeling dat die fles cactusjenever helemaal op is straks?” “Nee hoor, helemaal niet!” De fles was op, en aan de foto’s te zien heb ik me goed geamuseerd die avond. Dat ik niet helemaal fit was de volgende morgen, zal wel aan de jetlag hebben gelegen … Dinsdag begaven we ons naar Hawaï voor een tropische smoothie en een croque met ananas. Maar dat het maken van die smoothies toch niet zo smoothly in zijn werk ging, getuigde de grote rode vlek op de grond. Dat deed gelukkig niets af aan de heerlijke smaak. (Want smaakt alles ook niet sowieso beter als het weinig kost?) Na dinsdagavond nog een Iranese Oscarwinnende film te zien, was het woensdag tijd voor het eerste feestje. De TD
24
B-Magazine 2012-2013 nr:2
moest en zou een groot succes worden. Wel, dat liep niet helemaal zoals gepland … De zaal stond dan misschien niet helemaal vol, het podium wél. Want gewoon op de vloer dansen is too mainstream! Zij die er niet waren, hebben een goed feestje gemist, en zij die er wel waren, kunnen dat bevestigen. Maar aan één feestje hebben wij Babyloniërs niet genoeg, dus het themafeestje op donderdag was een perfecte aanvulling. En in tegenstelling tot de TD, werd dit wel een groot succes. Misschien ook omdat de Fak als bestemming veel geliefder is bij de gemiddelde Babylonische toerist dan de Albatros. Hoe dan ook, het zal nog zo’n duizend en één nachten duren voor ik de gemiste slaap van die avond heb ingehaald. Al was het met slaapzand uit de Arabische woestijnen in mijn ogen, ik zat de volgende dag wél om negen uur in de les! Twee uren heuristiek waar ik mij weliswaar nog ongeveer even veel van herinner als van de AmeriCantus … Op vrijdag was het nog ontkatering op de perma, maar zoals de meesten heb ook ik mijn kater toen gestuurd (©Flore). Tot slot nog even recupereren, en dan weer hard studeren. Want tussen al dat feesten door, mogen we ons schoolwerk ook niet vergeten. Wat is het leven van een student toch hard … Anke Van Roy
“Y’all know what’s comin’!”
Deze week zou voor altijd in de geschiedenisboeken genoteerd worden als de week waarin men bij Babylon het meest op zijn kop stond (in 2012 alleszins). Een heuse receptie, een cantus, boefverkopen en feestjes. What could possibly go wrong? De openingsreceptie was zeer alliteratiegezind: gezellig én gratis! Cider, hapjes, een goeie sfeer, wat wil een Babyloniër nog meer? Van Leuven naar ‘Murrrrica dan maar. Zij die de moed hadden om op een maandagochtend al verder te feesten, konden terecht in de hal van het MSI. Maple syrup pancakes en donuts, alweer volledig gratis. Men zou nog beginnen denken dat Babylon geld heeft! Na een zware lesdag kon de vermoeide Babyloniër die avond terecht in de Pavlov (waardoor de illusie dat Babylon geld heeft alleen maar toenam). De AmeriCantus ging van helemaal volzet naar helemaal vol zat in no time. De American dream werd
Babylon Beleeft
grondig nageleefd, enkel de hamburgers ontbraken. Amerikaanse klassiekers en de huidige popnummers (o.a. hoogstaande literatuur van Miley Cyrus) werden uit volle borst meegezongen. Deze droom werd voor de lustige drinkers echter al snel een American nightmare, maar als we daar al rekening moeten mee houden … Het is tenslotte een cantus. Y’all know what’s comin’.
Overgevlogen naar Hawaï troffen we spijtig genoeg geen strorokjes en zomerse cocktails aan, dus moesten we ons maar troosten met een paar croques. Niet getreurd, ’s avonds konden we allemaal naar de multiculturele filmavond gaan. Die kon echter niet te lang uitlopen, ze verwachtten ons de volgende dag al op de grens van Italië en Frankrijk. Around The WorlTD op woensdag, fuifzaal Albatros! Iedereen present! Iedereen komen! We verwachten jullie! Aangezien wij echte lezers zijn, is ons vermogen om deze orale boodschappen te interpreteren echter een beetje verloren gegaan, zo blijkt uit de opkomst. Ofwel hadden sommigen gewoon nog altijd last van de jetlag van maandag. Tweede keer, goede keer? Tussen de sluiers, terroristen en Mohammeds in de woestijnachtige praatkamer van de Fak kon men donderdag een heuse frituurrook en Oosterse sfeer terugvinden. Goedkope cocktails en (veel te) vettige hapjes vormden de basis van een geslaagde afsluiter van de feestweek. Tot volgend jaar! Brent Bertels
Mijn “Around the World in 8 Days” feestweek Zaterdagochtend. Met kleine oogjes en een Red Bull in de hand (een van de vele fake-varianten) kruipt uw verslaggeefster in de zetel om terug te blikken op de voorbije week. Niet om verslag uit te brengen over de lessen waar ik al dan niet naar toe ben gegaan, maar over de activiteiten die plaatsvonden in het kader van de Babylonische feestweek. Ongetwijfeld heeft u hier en daar wel iets meegepikt – hetzij uit het rijke aanbod aan boefverkopen, hetzij uit het uitgebreide gamma aan feestjes – maar voor zij die het gevoel hebben dat ze iets gemist hebben: hier toch nog een kleine terugblik. De week ging zondagavond van start met – hoe kan het ook anders – een volledig gratis receptie (al moet ik toegeven dat ik door mijn laattijdige aankomst helaas niet meer heb
kunnen genieten van de cider). Het duurde niet lang vooraleer ik de bedstee opzocht, want de volgende dag moest ik er alweer vroeg uit om de hongerige studenten te laven met spijs en drank in het MSI. Aan de hand van persoonlijk empirisch onderzoek heb ik kunnen vaststellen dat de donuts en de American pancakes als zoete broodjes over de toog gingen, evenals de chocomelk, de koffie en het fruitsap. Aangezien men met een al te volle maag toch niet kan studeren, besloot ik om me eerder centrum- dan bibwaarts te begeven. Mijn outfit voor de AmeriCantus moest namelijk toch nog geüpgraded worden. Later op de avond bleek ik niet de enige te zijn die zich met alle plezier verkleed had: er waren indianen, cheerleaders, jocks, cowboys, een Vrijheidsbeeld (?) en zelfs een paar verdwaalde Vikings (of voor de erudieten onder ons, een paar Leif Erikssons). Kortom, ik waande me op een soort Thanksgivingbanket voor weirdo’s, alleen stond er voor mijn neus geen kalkoen, maar het “schuimend blond studentennat”.
Om niet in het vaarwater van de geweldige Around the worlTD op woensdag te komen (zij die er niet waren hadden ongelijk!), vond de wekelijkse filmavond van Cultuur op dinsdagavond plaats. We toonden twee buitenlandse films en eentje van eigen bodem. Ieder zijn ding, maar de eerste film, La Teta Asustada, was zeker niet het mijne. Ik vond het een bijzondere vaststelling dat aardappelscheuten, die uit de lager gelegen intieme delen van de protagoniste kwamen, bij mij een wat hoger gelegen reflex in gang konden zetten. Het was dan ook een klein feest in mijn hoofd toen we door een technisch mankement halverwege moesten overgaan naar de volgende film. Hasta La Vista was grappig en ontroerend en kon dus meer bekoren. Drie films op rij waren wat veel voor mij, maar de opkomst voor de Iraanse film, A Separation, leek voldoende groot. Als cultuurverantwoordelijke kon ik dus tevreden gaan slapen. Na de TD op woensdag en het themafeestje op donderdag, eindigde Babylon de week ten slotte met een open perma op vrijdag. Ook hier waren er hapjes en drankjes, maar ik betwijfel of de ondertussen niet meer zo welriekende pannenkoeken van maandag echt ontkaterend werkten. Het was daarom wel een groot plezier om een van deze ongure objecten door het raam te zien verdwijnen. Kortom, de week was – zoals het hoort – een groot feest. Hopelijk zijn jullie er volgend jaar ook weer bij. Katrien Berger nr:2 2012-2013 B-Magazine
25
26
B-Magazine 2012-2013 nr:2
Babylon Brost
De B-woordzoeker
Vind jij in dit letterveld alle woorden die met deze B-magazine te maken heeft?
Arabian Nights Astrid Bryan Boekenbeurs Buitenland De Betreurde December Doop Fak letteren Feest Feitjes Gat Gesprek Hustler Kapitein Haak November
Onderwijs Pret Prins Rapunzel Rolstoel Seks in de literatuur Soft Steenbok Stoer Taaldag Tine Ursula Voorspellingen Woordzoeker
Als je alles gevonden hebt, dan kan je met de overige letters een zin maken!
Oplossing: Bedankt voor het lezen van onze B-magazines!
nr:2 2012-2013 B-Magazine
27