MOW
MAG
Nieuws uit het ministerie mow | Verschijnt driemaandelijks | # 03 | 24 september 2007
‘Onze dossiers hebben een enorme weerslag’ Nieuwe minister Hilde Crevits
De horrorverhalen voorbij
Onthaaldag Agentschap Infrastructuur
Spiegels van de wereld
Uw vakantiekiekjes tentoongesteld
Door buitenlandse bril
Vliegende start
Luchthaven Antwerpen vernieuwt
n i W
!
1
on enkb h c s e g 23 p.
Nederlander infiltreert bij MOW 1
Beste collega’s Het is altijd interessant om jezelf eens door de bril van een ander te zien. Wat denken we over onszelf – en hoe zien onze buren ons? Dat ontdekken ze bij het Agentschap Infrastructuur, waar het pim-uitwisselingsproject loopt met Nederland en GrootBrittannië. Een Nederlandse ambtenaar van Rijkswaterstaat komt in het agentschap kijken hoe wij onze wegen beheren en onderhouden. In deze mowmag vertelt hij honderduit over zijn indrukken. Maar ook van de andere kant van de aardbol wekt ons werk blijkbaar belangstelling. In juni is een Cambodjaanse delegatie komen kijken hoe de afdeling Scheepvaartbegeleiding van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust samenwerkt met de noorderburen. Hebben we ook nieuws van binnen uit? Zeker! De afdeling Geotechniek ondersteunt het onderzoek voor het onderhoud van de Zeebrugse Vandammesluis – daar komen zelfs duikers aan te pas – en het Waterbouwkundig Laboratorium gaat met een slibtesttank kennis opdoen die van goudwaarde is voor baggeraars. De Verkeerstelling 2006 is uit en levert verrassende gegevens op over de mobiliteit. En het Agentschap Infrastructuur besteedt meer aandacht aan het onthaal van nieuwe collega’s: ‘Maak van de eerste dag een feest!’
02
MOW
MAG
Wist u trouwens dat het aantal passagiers van de luchthaven van Antwerpen weer in stijgende lijn gaat? De betrokken afdeling pakt uit met een splinternieuwe website. En de Databank Ondergrond Vlaanderen, resultaat van een samenwerkingsproject, brengt de bodem van Vlaanderen in kaart aan de hand van vele tienduizenden metingen. Kortom: waar wacht u nog op? Lezen maar!
MOW
MAG Nieuws uit het minist
erie mow | Versch
ijnt driema andeli jks | # 03 | 24 septem
‘Onze dossiers hebben een enorme weersla g’
Nieuwe minister Hilde Crevits
De horrorverhalen
Onthaaldag Agentschap Infrastructuur
voorbij
Spiegels van de were ld
Uw vakantiekiekje tentoongesteld s Vliegende start
Luchthaven Antwerpen vernieuwt
Door buitenland
se bril
WIN ! enkbon 1 geschp. 23
Nederlander infiltreert bij MOW 1
ber 2007
MOW
MAG
06
16
Minister op de rooster
‘Maak van de eerste dag een feest’
De Vlaamse Regering is alweer uit de startblokken geschoten met een nieuwe ploeg. Ook mow heeft er een nieuwe minister bij gekregen: Hilde Crevits...
Wie kent geen horrorverhalen van mensen die op hun eerste werkdag twee uur moesten wachten in een kille gang omdat de verantwoordelijke in vergadering zat? Om een dergelijk rampzalig onthaal te vermijden, werkte het Agentschap Infrastructuur een gloednieuw onthaalbeleid uit...
08
Door buitenlandse bril
Voor het samenwerkingsproject pim werkt Nederlander Ton Coertjens sinds april 2007 drie dagen per week als verbindingsofficier bij het Agentschap Infrastructuur in Brussel. We vroegen hem naar zijn indrukken en interviewden in één moeite Tim Lonneux, zijn Vlaamse tegenhanger...
13
Vandammesluis onder de loep
Binnenkort worden de sluishoofden van de P. Vandammesluis in Zeebrugge drooggezet voor onderhoudswerken. Daar is ook een uitgebreide monitoringcampagne bij de afdeling Geotechniek aan gekoppeld...
Antwerpen neemt hoge vlucht
14
18
DOV in het nieuw
Ruim 10 jaar geleden besloot de Vlaamse overheid om al de beschikbare informatie over de Vlaamse ondergrond te bundelen. Die Databank Ondergrond Vlaanderen (dov) is vrij te raadplegen op dov.vlaanderen.be. De website werd onlangs grondig vernieuwd...
20
Overstromingen sneller in kaart gebracht
19
Modder beter bekeken
Binnenkort is het Waterbouwkundig Laboratorium de trotse bezitter van een slib-test-tank (stt). Professionele baggeraars zullen dankzij de tank veel preciezer kunnen weten hoeveel slib ze uit een waterloop of haven moeten verwijderen...
22 Mekong en Schelde, één strijd
Colofon MOWmag brengt informatie over
Redactiecontacten: Daphne DeWolf, Agentschap Infrastructuur, daphne.
MOWmag verschijnt driemaandelijks.
actuele thema’s en activiteiten van
[email protected], 02 553 75 57 Suzan Van Hoof, Departement Mo-
Verantwoordelijke uitgever: ir. Fernand
het Vlaams Ministerie van Mobiliteit
biliteit en Openbare Werken,
[email protected], 02 553 71
Desmyter, secretaris-generaal van het De-
en Openbare Werken.
04 Tom Moortgat, Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust,
partement Mobiliteit en Openbare Wer-
Ons adres: MOWmag , Koning Al-
[email protected], 02 553 77 12. Ideeën en suggesties kunt u
ken, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000
bert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
ook mailen naar
[email protected].
Brussel. © 2007 MOWmag
03
Geflitst
Kleurrijk Tirana
Albanië Daphne DeWolf
Spiegels
van de wereld In het vorige MOWmag deden we een oproep om ons uw mooiste vakantiefoto’s te bezorgen. De opvallendste krijgen een plaatsje in de fototentoonstelling Spiegels van de wereld, die vanaf 14 november in de inkomhal van het Ferrarisgebouw te zien is. Later trekt de tentoonstelling ook naar Hasselt en Antwerpen. Een voorproefje? Deze collega’s wonnen alvast een plaatsje in onze tentoonstelling. 04
MOW
MAG
Mijn vakantie in Albanië dateert van september 2006. Mijn indruk? Een heel speciaal land, vooral door de grote contrasten. De natuur is mooi en onherbergzaam, maar overal ligt er rommel. De mensen zijn arm, maar toch gekleed zoals wij, in minirokjes en jeans. Er zijn weinig echte wegen, maar toch rijden massa’s Albanezen met een Mercedes. De hoofdstad is getekend door de vele jaren van communistische dictatuur. De hele stad is opgetrokken in communist architecture-stijl, zijnde grijze flatgebouwen die er allemaal hetzelfde uitzien. Om de stad toch iets fleuriger te maken, liet burgemeester Edi Rama, die ooit kunst in Parijs studeerde, de gebouwen in fleurige kleuren schilderen. Het resultaat is prachtig. De burgemeester deed natuurlijk meer dan dat. Hij liet de straten opruimen, brak gebouwen af zodat er meer plaats was voor parken en ontsloeg een massa corrupte gemeenteambtenaren. Tirana heeft nog een lange weg te gaan, maar ik heb er toch een aangename middag doorgebracht.
Tentjes in de woestijn Libië Veronique Bossuyt
Lachende Boeddha
Vietnam Raf Raemaekers In maart trokken mijn vriendin en ik op rondreis door Vietnam. Individueel rondtrekken met de rugzak vinden wij de mooiste manier om in contact te komen met de bevolking. De openhartigheid en vriendelijkheid van de Vietnamezen zal ons altijd bijblijven. We werden zelfs uitgenodigd op een bruiloft!
Slapen in de Libische woestijn onder een schitterende sterrenhemel: romantisch, toch? De realiteit was helaas net dat ietsje anders: rondscharrelen in een donker zanderig tentje, uren een felle zandstorm uitzitten waarbij je met tent en al het grote niets in dreigt te worden geblazen, ’s nachts erop uit moeten naar de dichtstbijzijnde duinrichel waarachter je meteen vier meter de diepte inschiet, mét onherroepelijk verlies van je sloffen onderweg… Niet echt mijn idee van romantiek, maar: wat was het ongelofelijk mooi. En wat was het ongelofelijk de moeite waard! Een absolute aanrader voor liefhebbers van woeste en grootse landschappen!
Olga’s
Insturen nog steedkan s
Australië Koenraad Vanschoren
Koeien in de wei
Luxemburg Erwin Lemmens In mei ging ik op fietsvakantie naar Luxemburg. Niet meteen het hipste land, maar het is een schitterend fietsland, met goed aangelegde fietsroutes via bijvoorbeeld oude spoorwegen. Ik was er eerder geweest in de herfst, toen de bomen hun prachtige kleuren toonden. Deze keer had ik minder geluk: het heeft zeer veel geregend, wat op de fiets geen pretje is. Deze foto is genomen op een avondlijke wandeling. De lucht was uitgeklaard en de zon liet zich nog even zien. En de koeien natuurlijk…
Dit is een vakantiefoto van de Valley of the Winds-wandeling tussen de Olga’s. Die grote groep ronde monolieten ligt zo’n 50 km ten westen van de Uluru (Ayer’s Rock) in het red center van Australië, niet zo ver van Alice Springs. De Olga’s worden ook wel Kata Tjuta genoemd. Dat betekent veel hoofden in een Aboriginaltaal. Hoewel ze minder bekend zijn dan de Uluru, ze zijn zeker niet minder indrukwekkend!
U kunt uw foto’s nog altijd bezorgen aan Annick De Coster (
[email protected]). Graag met vermelding van wat uw vakantieland bijzonder maakt.
05
Xxx Diversiteit
‘Onze dossiers hebben een enorme weerslag’ Minister Hilde Crevits draagt communicatie hoog in het vaandel Terwijl we dit schrijven, is de tumultueuze formatie van de federale regering nog in full swing, maar de Vlaamse Regering is alweer uit de startblokken geschoten met een nieuwe ploeg. Ook mow heeft er een nieuwe minister bij gekregen: Hilde Crevits.
H
ilde Crevits heeft het druk. De blackberries van haarzelf en haar medewerkers rinkelen alom, en in het vergaderzaaltje naast haar bureau ligt een reeks indrukwekkende kaarten van ons wegennet. ‘Op die manier kan ik de theoretische discussies toch iets aanschouwelijker maken voor mezelf’, zegt ze. ‘Een boel mensen komt me hier onderhouden over de N-zoveel, en dan is het handig als je kunt zien waar die weg precies ligt en waar het probleem zich situeert.’ In Torhout, waar minister Crevits tot voor
06
MOW
MAG
kort schepen was, had ze dergelijke kaarten niet nodig. ‘Daar weet ik bij wijze van spreken waar op welke weg het onkruid groeit. Nu heb ik heel Vlaanderen op mijn boterham. Torhout heeft 20.000 inwoners, nu werk ik met 11.000 ambtenaren. Dat vat het mooi samen.’
En/en Volledig onbeslagen komt de minister nochtans niet op het ijs. Als schepen in Torhout had ze exact dezelfde bevoegdheden als nu. ‘Milieu, openbare werken, energie: die bevoegdheden zijn wat mij be-
treft onlosmakelijk verbonden. We moeten afstappen van het of/of-verhaal. Neem nu de verdieping van de Leie: daar gaan we er inderdaad voor zorgen dat er grotere containerschepen kunnen varen. Maar tegelijk willen we ook veel investeren in een natuurlijk oeverbeheer en een kwaliteitsvolle omgeving. Het is niet omdat er een containerschip voorbijvaart dat de omgeving er lelijk moet uitzien.’ In het algemeen wil minister Crevits overigens het beleid van haar voorganger voortzetten. ‘Kris Peeters heeft heel veel in beweging gezet, op basis van een krach-
Hilde Crevits
tige visie. Hij heeft durven doorduwen om Vlaanderen vooruit te helpen en in het regeerakkoord staat een hele reeks maatregelen die ik uiteraard verder zal uitvoeren. Ik stap op een trein die momenteel heel hard aan het rijden is. Het zou onvergeeflijk zijn als de machine nu zou beginnen te sputteren.’ ‘Bij de belangrijke zaken die in gang moeten worden gezet zijn de missing links in het gewestwegennet. De noordelijke ontsluiting van de luchthaven van Zaventem wordt nog
‘Klantvriendelijkheid moet vanzelfsprekend zijn’ dit jaar aangepakt. Dat gebeurt via publiekprivate samenwerkingsprojecten, wat het mogelijk maakt om de projecten sneller en goedkoper uit te voeren. Ook het masterplan Antwerpen, dat enorm belangrijk is voor onze economie, is zo’n PPS-project. Het is voor het eerst dat we in Vlaanderen op die manier werken. Een blijvend aandachtspunt is ook een efficiënte aanpak van de zwarte punten op onze wegen.’
Communiceren Door haar achtergrond in de lokale politiek wil Hilde Crevits veel aandacht schenken aan een betere communicatie tussen de verschillende beleidsniveaus. ‘Ik heb aan den lijve ondervonden dat de hogere overheid soms te weinig overleg pleegt met de gemeenten. Zo voerden we in Torhout werken uit aan de ringweg. Tegelijk, en zonder dat wij daarvan op de hoogte waren, begon de Vlaamse overheid met werken aan de autosnelweg. De twee belangrijkste wegen rond Torhout, allebei op hetzelfde moment half
dicht: dan vloek je toch wel even. Ik heb er zelfs een parlementaire vraag over gesteld. Die ik nu zelf mag beantwoorden.’ ‘Communicatie wordt dus een van mijn belangrijkste aandachtspunten. Communicatie tussen de verschillende beleidsdomeinen en ministers, binnen de administratie zelf, maar zeker ook met de lokale overheden. We moeten er ons van bewust zijn dat de grote dossiers die we hier behandelen, op alle gebieden een enorme weerslag hebben. Als we de noord-zuidverbinding in Limburg voltooien, is dat goed voor de economie en de logistiek, maar tegelijk heb je daar ook dorpen die bekommerd zijn over hun veiligheid en leefbaarheid.’ ‘Uiteraard is de Vlaamse overheid er om al die belangen af te wegen en uiteindelijk een beslissing te nemen die ieders belangen het beste dient. Maar de gemeentebesturen zijn een belangrijke partner. Net als de burgers trouwens. Klantvriendelijkheid moet vanzelfsprekend zijn.’
• Hilde Crevits (40) volgt Kris Peeters op als Vlaamse minister van Leefmilieu, Openbare Werken en Energie. Havenbeleid blijft een bevoegdheid van Kris Peeters, nu Vlaams minister-president. Kathleen Van Brempt blijft op haar post als minister van Mobiliteit. • Hilde Crevits is sinds 2004 Vlaams parlementslid voor de CD&V. Sinds 2001 is ze ook schepen voor Openbare Werken en Milieu in de West-Vlaamse gemeente Torhout. • De nieuwe minister is van opleiding juriste en advocaat. Van 1990 tot 1996 was ze deeltijds assistent aan de Gentse rechtsfaculteit, waar ze meewerkte aan een databank milieurechtspraak.
Een brug te ver Heeft Hilde Crevits dan de indruk dat er bij mow te weinig gedialogeerd wordt? ‘Helemaal niet: de wil is zeker aanwezig. Ik heb trouwens een mooi voorbeeld van efficiënte communicatie gezien toen, nota bene twee dagen nadat ik de eed had afgelegd, een vrachtwagen tegen een brug in Wemmel reed. Alle betrokken ambtenaren waren meteen op post en hebben ook heel vlot samengewerkt. Wat belangrijk is, want daardoor kan zo’n probleem snel worden opgelost.’ Eind goed, al goed dus. ‘Behalve dat er twee weken later in Grobbendonk, je houdt het niet voor mogelijk, wéér een vrachtwagen tegen een brug reed. Dat heb je wel met een beleidsdomein als dit: elke dag gebeurt er wel iets.’
07
PIM
Door buitenlandse bril Ton Coertjens en Tim Lonneux over pim
V
orig jaar in december sloten het Nederlandse Rijkswaterstaat, het Britse Highway Agency en het Vlaamse Agentschap Infrastructuur een akkoord voor het Partnerprogramma Infrastructuur Management
(kortweg pim). Pim is een Nederlands initiatief en wil op het gebied van beheer en onderhoud van wegen kennis uitwisselen en op die manier verbeteren. Momenteel werkt er in het kader van het programma een Nederlander in Groot-Brittannië en één bij ons in het Ferrarisgebouw. Ton Coertjens, een werktuigbouwkundige, is al sinds 1996 aan de slag bij de Rijkswaterstaat. Na de ondertekening van het akkoord werd hij gevraagd voor de functie in Brussel. We vroegen hem naar zijn indrukken en interviewden in één moeite Tim Lonneux, zijn Vlaamse tegenhanger.
08
MOW
MAG
‘De baas is hier nog echt de baas’ Ton Coertjens, een Nederlander in de Vlaamse administratie.
Voor het samenwerkingsproject pim werkt Nederlander Ton Coertjens sinds april 2007 drie dagen per week als verbindingsofficier bij het Agentschap Infrastructuur in Brussel. Het is de bedoeling dat hij een brug legt tussen het Nederlandse Rijkswaterstaat en het Vlaamse Agentschap Infrastructuur, en de juiste mensen bij elkaar brengt. Op die manier kunnen beide administraties kennis uitwisselen en van elkaar leren.
T
on logeert niet in Brussel, maar pendelt elke dag op en neer tussen zijn Nederlandse woonplaats en zijn nieuwe werkplek. Maar de verplaatsing naar onze hoofdstad is niet echt een probleem, zegt hij. ‘Het duurt even lang om naar mijn kantoor in Utrecht te gaan als naar mijn kantoor in Brussel. Binnenkort, met de snellere treinverbinding langs Antwerpen, zal het nog een stuk makkelijker zijn om naar België te pendelen. Het is ook een groot voordeel dat de kantoren van het Agentschap Infrastructuur zo dicht bij het station liggen. In een paar minuutjes sta ik op het perron.’
Leren van anderen Pim is een bijzonder interessant project voor de Nederlanders. ‘Het is verrijkend om te zien hoe andere landen iets aanpakken. In Nederland denken we vaak te snel dat we iets goed kunnen of dat we ergens
de beste in zijn. Het is interessant om te leren van de ervaringen van anderen. Zo kun je sneller vooruitkomen.’ ‘Nederland is bijvoorbeeld heel erg geïnteresseerd in jullie incidentmanagement. Vlaanderen ontwikkelde daarvoor geavanceerde systemen en ontwikkelde goede contracten met de hulpverleningsdiensten en het bedrijfsleven. Zo weet iedereen precies wat er moet gebeuren bij een incident en kan de verkeershinder beperkt worden.’
Je, tu, il Vlaanderen heeft een akkoord gesloten met Groot-Brittannië en Nederland, maar er is geen akkoord met Wallonië of het Brusselse Gewest. ‘Vooral de Britten snappen niets van jullie communautaire beslommeringen en hebben al vaak gevraagd waarom er niet met heel België wordt samengewerkt. In Nederland begrijpen we een beetje beter hoe het allemaal in elkaar zit. Voor ons gaat het op dit moment vooral om een taalkwestie.
09
PIM
Rijkswaterstaat is begonnen met contacten met de Vlaamse administratie omdat jullie natuurlijk gewoon dezelfde taal spreken. Nederlanders spreken nu eenmaal niet zo goed Frans (lacht). Het Brusselse Gewest is tweetalig, maar zij werken vooral stedelijke projecten uit en daar concentreert pim zich niet echt op.’ Toch sluit Ton niet uit dat Rijkswaterstaat binnenkort contacten legt met bijvoorbeeld Wallonië. ‘Groot-Brittannië zou heel graag samenwerken met de hele Benelux, dus wordt het pim-project mogelijk uitgebreid. Om de taalproblemen op te lossen zouden we misschien kunnen werken zoals in jullie federale parlement. Op de televisie heb ik al vaak gezien dat iedereen daar gewoon z’n eigen taal spreekt. Er wordt een vraag gesteld in het Frans en daar krijg je dan een antwoord in het Nederlands op. Misschien kunnen we in de toekomst op die manier samenwerken met Wallonië en Luxemburg. Taalbarrières zijn dan geen excuus meer.’ ‘Zelf heb ik de afgelopen jaren geprobeerd om mijn talenkennis wat bij te spijkeren en ik spreek nu toch een aardig mondje Frans. Omdat het altijd beter kan, vertrek ik binnenkort op cursus naar Frankrijk. Ik zal me er een tijdje onderdompelen in de taal en de cultuur. Op die manier hoop ik in de toekomst makkelijker contacten te kunnen leggen binnen de Benelux.’
Melk op de werkvloer Ton vindt trouwens dat werken in een Vlaamse administratie best meevalt, al zijn er natuurlijk wel een aantal dingen anders dan in Nederland. ‘Hiërarchie is toch een stuk belangrijker, heb ik de indruk. Hier gebeuren alleen dingen als de baas zijn goedkeuring heeft gegeven. De baas is hier nog echt de baas. Als een leidinggevende in Vlaanderen iets zegt, dan gebeurt dat direct.’ ‘In Nederland is een leidinggevende meer een coach die je in een bepaalde richting
10
MOW
MAG
stuurt, maar geen zaken oplegt. Als hij dat toch doet, wachten we even af en doen we gewoon ons eigen ding verder. We gokken er dan op dat de chef op termijn wel weer van mening verandert en zal inzien dat we toch goed bezig zijn (glimlacht breed).’ ‘Er wordt in Vlaanderen ook op een veel informeler manier gewerkt dan in Nederland. Collega’s doen ’s middags een terrasje en bespreken dan hoe ze een bepaald idee gaan uitwerken. Of er wordt samen geluncht. Tijdens het eten worden er dan contacten gelegd en soms zelfs belangrijke beslissingen genomen. Persoonlijke contacten zijn hier een stuk belangrijker als je een project wil doen slagen. In Nederland eet iedereen ’s middags snel z’n boterhammetjes met kaas op. Werk wordt alleen besproken op de vergadering. Eten heeft voor Belgen veel meer een sociale functie. Dat zie ik ook aan jullie restaurants. In Nederland hebben we ook wel personeelsrestaurants, maar die zijn niet zo uitgebreid en er wordt ook veel minder gebruik van gemaakt.’ ‘Wat ik gek vind, is dat jullie vaak alcohol drinken bij de maaltijd en dat je zelfs wijn of bier kunt kopen in het personeelsrestaurant. Dat zou in Nederland nooit iemand doen. Bij de lunch drinken wij meestal melk. Alcohol is voor na de werkuren op een feestje of een receptie.’
Nog meer leren Hoe lang Ton Coertjens nog in Brussel zal werken, is niet zeker. Het project pim wordt in het najaar geëvalueerd. ‘Eind dit jaar maken we een tussenbalans op. Er wordt dan beslist of we ook in 2009 en 2010 doorgaan met het project. Ik hoop van wel, want het zou volgens mij veel te vroeg zijn om al in 2008 te stoppen met de samenwerking. Ik verwacht dat de lijst met projecten waar we van elkaar kunnen leren de komende jaren alleen maar zal toenemen en ik wil me blijven inzetten om de juiste mensen uit Vlaanderen en Nederland bij elkaar te brengen.’
‘Goed om te zien hoe buurlanden iets aanpakken’ Ir. Tim Lonneux coördineert het project pim aan de Vlaamse kant Burgerlijk bouwkundig ingenieur Tim Lonneux werkt op de stafdienst van het Agentschap Infrastructuur. Hij coördineert het project pim aan de Vlaamse kant. ‘Anders dan veel andere projecten draait pim niet om theorie, maar om het uitwisselen van praktische kennis rond concrete projecten. Het richt zich echt op de werkvloer.’
‘H
et is goed om te zien hoe andere landen iets aanpakken en daarover kennis en ervaring uitwisselen. Voor ons in Vlaanderen is vooral de verspreiding van informatie bij incidenten en wegenwerken interessant’, zegt Tim. ‘In Nederland en Groot-Brittannië zijn het wegeninspecteurs die kleine ongevallen afhandelen en informatie verspreiden. Zo blijft de verkeershinder beperkt. In Vlaanderen zetten we wegeninspecteurs nog niet op die manier in. Zowel het Agentschap Infrastructuur als het Verkeerscentrum willen daarom graag weten hoe de Britten en de Nederlanders dat precies aanpakken.’
Innovatief ‘Een ander belangrijk punt zijn de innovatieve onderhoudscontracten. Voor het onderhoud van wegen en waterwegen sluit het Nederlandse Rijkswaterstaat onderhoudscontracten met bedrijven af. Vaak gaat het voor een en dezelfde weg om verschillende contracten met verschillende bedrijven. Het ene bedrijf zorgt bijvoorbeeld voor het elektrotechnische onderhoud, het andere bedrijf
staat in voor de besturingsinstallaties.’ ‘Nederland is nu aan het onderzoeken of het niet mogelijk is om één contract op te stellen waarin alle huidige contracten voor onderhoud kunnen worden geïntegreerd. Om op die manier met één bedrijf te kunnen samenwerken is een nieuw soort contract nodig, waar meer wordt gelet op de service die het bedrijf moet verlenen en de resultaten die moeten bereikt worden. Daarover loopt een proefproject in Nederland. In Vlaanderen volgen we dat op. We willen nagaan waar wij die prestatiebestekken en geïntegreerde onderhoudscontracten kunnen toepassen.’
Intensief samenwerken Wat staat er de komende maanden nog op het programma? ‘Er werd nagegaan voor welke projecten Vlaanderen kennis en ervaring kan uitwisselen en wat we precies willen bijleren. De projectverantwoordelijken die werden aangeduid binnen het Agentschap Infrastructuur en het Verkeerscentrum, zullen intensief samenwerken met de buitenlandse partners en de projecten opvolgen. In het najaar evalueren we het pim-programma en wordt beslist of we ermee doorgaan.’
11
Geflitst
Handvest veiliger werken Wegenwerkers hebben niet meteen het veiligste beroep ter wereld. Het is vaak geen pretje om een van de dichtste wegennetten ter wereld te onderhouden terwijl de auto’s tegen onverantwoorde snelheden aan je voorbijzoeven. Een moment van onoplettendheid kan fatale gevolgen hebben. Daarom voert het navb (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf) dit jaar een campagne rond veiligheid bij wegenwerken. De campagne loopt nog tot april 2008 en richt zich tot werkgevers en werknemers in de wegenbouw, maar wil ook de weggebruikers en opdrachtgevende besturen bij het thema betrekken. Omdat het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken het belangrijk vindt dat wegenwerkers in alle veiligheid hun beroep kunnen uitoefenen, ondertekende ir. Chris Caestecker, administrateur-generaal van het Agentschap Infrastructuur, een samenwerkingshandvest. Daardoor verbindt het ministerie zich ertoe acties te ondernemen die de arbeidsomstandigheden in de wegenbouw zullen verbeteren. Meer info: www.navbcnac.be
Kruipin klaar voor Deurganck De wegenwerken aan het kruispunt Kruipin in Kallo (Beveren) zijn afgelopen. Het oude kruispunt is vervangen door een hoger gelegen rotonde. Naast de rotonde is een brug gebouwd waaronder het trein- en fietsverkeer zich ongestoord en veilig kan afwikkelen. De nieuwe rotonde is gebouwd in doorgaand gewapend beton en is een enorme verbetering. Tot nu toe werd het drukke havenverkeer op het kruispunt geregeld door verkeerslichten, met lange wachttijden tot gevolg, die nog erger werden door de spoorweg naast de Steenlandlaan. Zeker nu het havenverkeer explosief toeneemt door onder meer het Deurganckdok, moest er dringend iets gebeuren. Als de Waaslandhaven het hart van onze economie wordt, is met de heraanleg van de Kruipin de kransslagader weer vrijgemaakt!
12
MOW
MAG
Binnenkort worden de sluishoofden van de P. Vandammesluis in Zeebrugge drooggezet voor onderhoudswerken. Om dat veilig te laten gebeuren, heeft de afdeling Maritieme Toegang een gedetailleerde studie besteld bij het studiebureau sbe. Daar is ook een uitgebreide monitoringcampagne bij de afdeling Geotechniek aan gekoppeld.
Vandammesluis onder de loep De P. Vandammesluis in de haven van Zeebrugge is 500 meter lang en bijna 60 meter breed. Ze werd in de jaren zeventig gebouwd om de zee te verbinden met de landinwaartse dokken. Nu is de sluis aan een grondige onderhoudsbeurt toe. Het mag op het eerste zicht verwonderlijk lijken dat je voor een onderhoudsoperatie een uitgebreide studie moet verrichten. ‘Toch is zo’n studie onontbeerlijk’, zegt ingenieur Leen Vincke. ‘Voor het droogzetten van de sluishoofden moet het waterpeil in de grond met verschillende meters worden verlaagd, zodat je alle werkzaamheden ‘in den droge’ kunt uitvoeren. Een dergelijke grondwaterverlaging kan forse zettingen en
vervormingen van de sluismuren tot gevolg hebben – zeker in de omgeving van Zeebrugge, waar dikke veenlagen voorkomen‘. Om te kijken hoe de sluis en haar omgeving op de grondwaterverlaging zou reageren, volgt Geotechniek nu pompproeven op. Daarbij wordt gedurende een beperkte tijd een grondwaterverlaging doorgevoerd. Coördinator Elke Declercq organiseert de plaatsing van de meetapparatuur en voert mee de metingen uit. Tijdens de verlaging worden de horizontale en verticale grondverplaatsingen op verschillende dieptes opgemeten met inclinometers en een extensometer. Tiltmeters die door een duikfirma tegen de wand van een kabelkoker werden
geplaatst, meten de verplaatsing van de wand. ‘Voorts voeren we 30 sonderingen uit om de grondlagenopbouw te bepalen en hebben we 35 peilbuizen waarin de grondwaterstand continu wordt geregistreerd, waardoor het effect van de grondwaterverlaging kan worden ingeschat.’ Het uitgebreide meetprogramma van Geotechniek zal worden gebruikt om de werkelijke vervormingen en waterstanden te vergelijken met de berekeningen van het studiebureau. ‘Op die manier weten we zeker of de volledige drooglegging van de sluishoofden wel degelijk haalbaar is.’
Autosnelwegen steeds drukker De Vlaamse autosnelwegen zijn in 2006 weer wat drukker geworden. Voor het eerst sinds 2002 nam ook het verkeer op de gewestwegen opnieuw toe. Dat blijkt uit het rapport Verkeerstellingen 2006. Sinds 1995 is er sprake van een gemiddelde verkeersgroei van 2,2 % per jaar. In 2006 werd de grootste stijging sinds 1999 genoteerd: met name 3,8 %. Een van de hoofdoorzaken van de toegenomen drukte is het beëindigen van de werken aan de Antwerpse Ring. Daardoor nam de drukte op de Antwerpse autosnel-
wegen met liefst 7,5 % toe. Andere oorzaken zijn de economische groei en de tijdelijke daling van de brandstofprijzen. Positief is het veranderende ‘mobiliteitsdenken’ van de Vlamingen. Mensen namen vroeger voor bijna elke verplaatsing de auto. Nu gebruiken ze hun voertuig rationeler, ze maken meer gebruik van het openbaar vervoer en nemen vaker de fiets. info Het volledig rapport Verkeerstellingen 2006 kunt u inkijken op www.wegen.vlaanderen.be.
13
Deurne
Antwerpen neemt hoge vlucht De Luchthaven Antwerpen zit in de lift! Het aantal passagiers stijgt zienderogen, en er zijn heel wat belangrijke initiatieven genomen om het succes te bestendigen. Onder meer de vertrekhal én de website zijn vernieuwd.
K
atleen Pittevils, marketing& communicatieverantwoordelijke, zet alles nog eens op een rijtje: ‘Tot 2001 kreeg de Luchthaven Antwerpen jaarlijks zo’n 250.000 passagiers over de vloer. Grote luchtvaartmaatschappijen als Sabena, klm en British Airways boden dagelijks lijnvluchten aan vanuit Antwerpen. Maar na de aanslagen in New York en het faillissement van Sabena ging het snel bergafwaarts. Alleen vlm Airlines kon zich, als nichespeler, nog handhaven in Antwerpen.’
Hogerop Vandaag lijken de magere jaren van Antwerpen toch stilaan tot het verleden te behoren. ‘Na 5 jaar van dalende passa-
14
MOW
MAG
giersaantallen, leek zich in 2006 een ommekeer in te zetten. Het aantal passagiers steeg licht met 3,6 %. En ook voor 2007 ziet het er goed uit. In de eerste jaarhelft is het aantal passagiers alvast met bijna 15 % gestegen. Tijdens de eerste zes maanden van 2007 maakten 87.916 passagiers gebruik van de Luchthaven Antwerpen. Nog altijd minder dan de helft van onze topjaren, maar het gaat weer de goede richting uit.’ De lijnvluchten zorgen voor de sterkste stijging van de passagiersaantallen (+47 %). De nieuwe route naar Manchester is met ongeveer 12.000 passagiers goed voor bijna twee derden van de toename. Ook de verbinding naar London City blijft succesvol met ruim 7.000 bijkomende passagiers. ‘In vergelijking met de eer-
Goede redenen om de Luchthaven Antwerpen te kiezen Zin om zelf van de Antwerpse faciliteiten gebruik te maken? De website www.antwerpairport.be geeft alvast een aantal goede redenen. We halen er een paar uit.
Gratis parking De Luchthaven Antwerpen beschikt over een gratis parking voor ongeveer 500 wagens. De parking is altijd toegankelijk, ook buiten de openingsuren van de luchthaven. 20-minutenconcept Door het kleinschalige karakter van de Luchthaven Antwerpen kunt u inchecken tot 20 minuten voor het vertrek van uw vlucht. Bij aankomst op de Luchthaven Antwerpen kunt u het luchthavengebouw al zo’n 10 minuten na de landing verlaten. Vernieuwde passagiersterminal In juni 2006 werd de vernieuwde passagiersterminal van de Luchthaven Antwerpen in gebruik genomen. Daarmee beschikt de luchthaven over moderne en flexibele aankomst- en vertrekzones, binnen het oorspronkelijke volume en uitzicht van het luchthaven-gebouw uit de jaren 1930.
ste jaarhelft van 2006 werden ook op de zakenvluchten meer dan 8 % bijkomende passagiers gerealiseerd.’
Nieuwe website Voor een stuk zal de aantrekkende conjunctuur wel iets met die stijging te maken hebben. Maar ook de luchthaven zelf heeft belangrijke stappen gezet naar het succes. ‘Eind vorig jaar haalden we het icao-certificaat, dat bewijst dat we aan alle veiligheidsvoorwaarden voldoen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie icao. Een belangrijke stap vooruit was ook de grondige renovatie van de passagiersterminal, die in juni 2006 in gebruik werd genomen. En eind 2007 wordt ook het luchthavenrestaurant volledig gerenoveerd.’ Ook de website van de luchthaven, www. antwerpairport.be, steekt sinds kort in een nieuw kleedje. ‘Meer en meer passagiers contacteren ons online. Daar hebben we de site aan aangepast. Algemene informatie over de luchthaven is gegroepeerd in
één rubriek, en er zijn rubrieken voor de doelgroepen passagiers, piloten en bezoekers. De extra faciliteiten op de luchthaven, zoals draadloos internet, vergaderzalen en de Brabo-lounge, kregen een aparte vermelding.’ Tot slot heeft de luchthaven ook een nieuw logo, in het Nederlands en het En-
‘Het aantal passagiers is in de eerste jaarhelft met 15 % gestegen’ gels. Ook dat kan de bekendheid en de herkenbaarheid van de Luchthaven Antwerpen alleen maar verhogen.
Breder aanbod? En de toekomst? ‘We voeren geregeld gesprekken met geïnteresseerde luchtvaartmaatschappijen om het vluchtaanbod
verder uit te breiden. Gezien de lengte van de startbaan, komen alleen maatschappijen met relatief kleine toestellen in aanmerking. Lagekostenmaatschappijen als Ryanair of Easyjet, of chartervluchten van Jetair of Thomas Cook zitten er niet in: die vliegtuigen zijn te groot. Uit een recente enquête door de Kamer van Koophandel is wel gebleken dat vooral bestemmingen als Zürich, Hamburg of Milaan op het verlanglijstje van de bedrijfswereld staan.’ Voorts wordt tegen 2009 een door de icao verplichte veiligheidsstrook van 150 meter aangelegd ter hoogte van de Krijgsbaan. De Vlaamse Regering heeft ervoor gekozen om de Krijgsbaan halfingegraven om te leggen. Wanneer de huidige aanbeveling van 300 meter omgezet wordt in een verplichting, kan dan de omgeleide Krijgsbaan worden voorzien van een dakplaat. Door de aanleg van de veiligheidsstroken zal de veiligheid van het luchtverkeer verder verhoogd worden, maar de startbaan zelf wordt niet verlengd.
15
Onthaal
Op bezoek bij het Verkeerscentrum: de mensen van Infrastructuur maken meteen al kennis met de collega’s van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
Agentschap Infrastructuur werkt nieuw onthaalbeleid uit
‘Maak van W de eerste dag een feest’ Als een personeelslid vertrekt, bouwen we graag een feestje. Het valt daarom des te meer op hoe vaak het onthaal van nieuw personeel wordt verwaarloosd. ‘Maar het kan ook anders’, zegt
16
ie kent geen horrorverhalen van mensen die op hun eerste werkdag twee uur moesten wachten in een kille gang omdat de verantwoordelijke in vergadering zat? Van een nieuwe werknemer die de hele voormiddag aan zijn lot werd overgelaten omdat er niemand was om hem te ontvangen? Om een dergelijk rampzalig onthaal te vermijden en ervoor te zorgen dat een nieuw personeelslid een positieve eerste indruk overhoudt aan de afdeling, werkte het Agentschap Infrastructuur een gloednieuw onthaalbeleid uit. Trekker van het project is Ria Claessens, de personeelsverantwoordelijke van het Agentschap Infrastructuur.
Ria Claessens, personeelsverantwoordelijke van het Agentschap
Een nieuw onthaalbeleid: is dat eigenlijk nodig?
Infrastructuur. ‘En het kost niet eens zoveel moeite.’
‘Als de eerste indruk van het nieuwe personeelslid over het agentschap positief is,
MOW
MAG
Eerste onthaaldag is succes
kan dat de relatie met de nieuwe collega’s in goede zin beïnvloeden en bijdragen tot een positieve en productieve werkhouding. Wie de eerste dagen aan zijn lot wordt overgelaten, zal negatiever staan tegenover z’n nieuwe werkplek en sneller geneigd zijn om een andere job te zoeken. Dat willen we natuurlijk vermijden. Daarom heeft de Vlaamse overheid de afgelopen jaren hard gewerkt aan een algemeen onthaalbeleid.’ ‘Bij het Agentschap Infrastructuur wilden we ook zelf iets uitwerken. Door de vergrijzing gaan veel mensen bij ons op pensioen en komt er een pak nieuwe werknemers bij. We wilden daarom een onthaalbeleid uittekenen waardoor alle nieuwe collega’s zich meteen thuis voelen in het agentschap.’
Hoe ziet zo’n ideale dag eruit? ‘Ons motto is dat ook de eerste dag een feestje moet zijn. We hameren er daarom op dat de afdeling waar de nieuwe werknemer aan de slag gaat, voldoende tijd besteedt aan het plannen van die eerste werkdagen. Je kunt het bureau van de nieuwe werknemer al een aantal dagen van te voren in orde brengen, de mensen aan de balie op de hoogte stellen, een beurtrol afspreken om ’s middags samen met de nieuweling te gaan eten, een ontmoeting vastleggen met het afdelingshoofd,… Eigenlijk kan er ontzettend veel van te voren worden gepland.’ ‘Dat is geen verloren tijd. Hoe efficiënter het onthaal van een nieuwe werknemer verloopt, hoe groter de kans op een snelle en succesvolle start.’ ‘Als moderne organisatie willen we ook het intranet zoveel mogelijk gebruiken. Er zal daarom een aparte intranetrubriek worden aangemaakt voor nieuw personeel. De eerste dag ontvangt het kersverse personeelslid dan een verwelkomingsmail met
een link naar de pagina’s op het intranet. Daar staat alle noodzakelijke informatie over werken bij het Agentschap Infrastructuur en de Vlaamse overheid: werkuren, ziekteverlof, opleidingen, catering, enzovoort. Natuurlijk voorzien we ook in een gewone onthaalmap voor mensen die geen computer hebben op het werk.’
En, werkt het? ‘De nieuwe werknemers hebben in elk geval enthousiast gereageerd op de allereerste onthaaldag in september. Ook de onthaalmap op het intranet krijgt stilaan vorm. We zijn van plan om een rondvraag te doen bij alle nieuwelingen over hoe ons onthaal nog beter kan. Vanaf 2008 zou het nieuwe onthaalbeleid dan definitief van start moeten gaan. In 2009 ga ik met pensioen en het is toch de bedoeling dat tegen dan alles op rolletjes loopt, zodat ik met een gerust hart de fakkel kan doorgeven!’
Op 5 september organiseerde het Agentschap Infrastructuur voor een eerste keer een onthaaldag voor alle nieuwe medewerkers die er het voorbije jaar zijn bijgekomen. De dag werd bijzonder gesmaakt, zo blijkt uit de verschillende reacties. ‘Ik vond het een zeer aangename dag. In de voormiddag kregen we meer info over de taken van het agentschap en enkele belangrijke projecten als de missing links, ISO 9001 en de minderhindercampagnes. We kregen ook interessante filmpjes te zien, onder meer over de werken aan de Ring van Antwerpen.’ ‘In de namiddag stond een bezoek aan het Verkeerscentrum, de permanente wachtdienst van EMA en de Craeybeckxtunnel op het programma. Dat was zeker de moeite waard: we konden eens met eigen ogen zien hoe de collega’s hun job aanpakken, en hoewel de tijd beperkt was, kregen we heel wat uitleg. Kortom: voor herhaling vatbaar!’
17
DOV
Ruim 10 jaar geleden besloot de Vlaamse overheid om al de beschikbare informatie over de Vlaamse ondergrond te bundelen. Die Databank Ondergrond Vlaanderen (dov) is vrij te raadplegen op dov.vlaanderen.be. De website werd onlangs grondig vernieuwd.
DOV
in het nieuw
D
e Databank Ondergrond Vlaanderen (dov) is een samenwerkingsproject van drie afdelingen van de Vlaamse overheid: de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (lne), de afdeling Water van de Vlaamse Milieumaatschappij (vmm) en de afdeling Geotechniek van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (mow). Zij onderhouden samen de databank en gebruiken ze ook als werkinstrument.
Massa gegevens De databank bevat gegevens over ruim 120.000 boringen, 55.000 sonderingen, 31.000 grondwatervergunningen, 6.600 peilfilters met meer dan 196.000 opgemeten grondwaterstanden en nagenoeg 25.000 grondwateranalyses, verspreid over Vlaanderen. Momenteel wordt de databank uitgebreid met laboratoriumproeven, monstergegevens en extra kaartmateriaal. Geleidelijk aan wordt ook een pedologisch luik uitgebouwd (gegevens over de bovenste aardlaag, met onder meer erosiekarakteristieken en waardevolle bodems). Daarmee kan een landbouwer te weten komen of hij verplicht is om erosiebestrijdingsmaatregelen te nemen, of zullen studiebureaus bij het opstellen van een milieueffectenrapport kunnen kijken of er waardevolle bodems in de omgeving liggen.
18
MOW
MAG
Gemiddeld maken elke dag 250 gebruikers gebruik van de site. Meestal zijn dat experts die de dov-gegevens gebruiken voor bijvoorbeeld stabiliteitsstudies, bodemsaneringonderzoek, grondwatermodellering of milieueffectenrapportering. Ook individuele burgers met bouwplannen kunnen van de site gebruikmaken om de ondergrond van hun perceel onder de loep te nemen. Daarnaast gebruiken landbouwers de site voor de nitraatmetingen van het grondwater en de erosiekarakteristieken van hun percelen.
Meer gebruiksgemak De nieuwe dov-website heeft een aantal extra functies. Er zijn een aantal selectietools bijgekomen zodat de gebruiker verschillende punten tegelijk op de kaart kan selecteren. De zoekfunctie is uitgebreid en verfijnd en de gebruiker kan nu ook een werksessie opslaan, zodat hij een volgende keer verder kan werken met de bewaarde selectieset en kaartvenster. Ook voor de interne gebruikers binnen de Vlaamse overheid is er heel wat veranderd. Wie het juiste paswoord heeft, kan de gegevens voortaan niet alleen bekijken maar ze ook bewerken, beheren en integreren in andere toepassingen. De invoer van nieuwe gegevens is nu eenvoudiger. Bovendien zien interne gebruikers onmiddellijk de recentste gegevens in hun browser – externe gebruikers moeten daar wat langer op wachten.
Reologie
Modder beter bekeken Binnenkort is het Waterbouwkundig Laboratorium de trotse bezitter van een slib-test-tank (stt). Dat is een tank van 14 bij 2,5 meter die gevuld wordt met slib-watermengsels die opgebaggerd zijn uit verschillende waterlopen. Professionele baggeraars zullen dankzij de hierin uitgevoerde studies veel preciezer kunnen weten hoeveel slib ze uit een waterloop of haven moeten verwijderen.
D
e doorvaarbaarheid van een waterloop wordt bepaald door de hoeveelheid slib én de fysische toestand van dat slib (de reologische eigenschappen ervan). Aan de hand van die parameters kan worden bepaald hoeveel slib op een bepaald moment moet worden uitgebaggerd. Te weinig is uiteraard nefast omdat dit gevaar met zich meebrengt voor de navigatie, maar te veel mag ook niet want dat is veel te kostelijk.
Getrouwe weergave Momenteel worden de reologische eigenschappen van het slib afgeleid uit de dichtheid ervan. Dat is vandaag de enig beschikbare methode, maar ze wordt betwist. Daarom worden hier en daar alternatieve methodes uitgewerkt, maar die zijn nog niet grondig getest. En dat kan vanaf nu met de slib-test-tank van het Waterbouw-
kundig Laboratorium. ‘De stt kan verschillende soorten waterbodems nabootsen en kan ook de natuurlijke processen in het slibmengsel simuleren’, zegt Stijn Claeys van het Waterbouwkundig Laboratorium. ‘Op die manier krijg je een getrouwe weergave van een bepaalde waterbodem, die dan onder gecontroleerde omstandigheden kan worden onderzocht. Door de resultaten van de stt-metingen te vergelijken met de nieuwe meetmethodes, kunnen we bepalen welke methodes het beste werken’. ‘Het is de eerste keer dat slib op een dergelijke schaal wordt onderzocht. Doordat de tank zo groot is, kunnen we het slib in quasi-natuurlijke omstandigheden bestuderen, maar zonder de ongemakken van bijvoorbeeld stormweer, die correcte metingen ter plaatse onmogelijk maken. Kortom: een hele aanwinst!’
Onafhankelijke tests Het onderzoek van de stt zal 2 tot 4 jaar duren. Verwacht wordt dat tegen begin 2008 al kan worden uitgemaakt welke meetmethodes de beste resultaten geven. Aangezien het Waterbouwkundig Laboratorium geen commerciële belangen dient en onafhankelijk is, zijn de stt-resultaten per definitie onverdacht en kunnen ze zonder tegenspraak de nieuwe meetstandaard aanduiden. ‘Na evaluatie door een wetenschappelijk panel zou de meest geschikte meetmethode worden bepaald en de gegevens gepubliceerd’. Ook nadien zal de stt overigens zijn diensten blijven bewijzen. ‘De stt maakt het mogelijk om het slib veel diepgaander te bestuderen dan vroeger mogelijk was. Door die grotere kennis, zullen we de hoeveelheid uitgebaggerd slib waarschijnlijk sterk kunnen beperken. En dat is positief, want zo kunnen we heel wat kosten uitsparen.’
19
IJzer
Overstromingen
sneller in kaart gebracht Het Waterbouwkundig Laboratorium heeft samen met het Agentschap voor Geografisch Informatie Vlaanderen een methodiek ontwikkeld om sneller overstromingsgegevens in kaart te brengen. Vanuit een helikopter worden beelden genomen met nauwkeurige plaatsbepaling, die onmiddellijk na het landen verwerkt worden tot een digitale overstromingskaart.
K
unnen de helikopterkaarten worden gebruikt om snel zandzakjes te laten aanrukken naar de bedreigde gebieden? ‘Dat eventueel ook’, zegt Hans Vereecken, ‘maar in veel gevallen zal het daarvoor al te laat zijn: een forse overstroming houd je niet zomaar tegen. De kaarten zijn echter vooral geschikt om onze kennis van de overstromingsgebieden te vergroten en onze simulatiemodellen te verbeteren.’
20
MOW
MAG
Modellen aftoetsen Het Waterbouwkundig Laboratorium heeft nu al computermodellen die aan de hand van onder meer neerslaggegevens en waterstanden de kans op een overstroming in een bepaald gebied kunnen voorspellen. De modellen worden gebruikt om preventieve maatregelen te nemen bij overstromingsgevaar, en om te bepalen waar in Vlaanderen het best meer dijken of gecontroleerde overstromingsgebieden zouden worden ingeplant.
‘De modellen zijn gebaseerd op heel wat terreingegevens’, zegt Hans Vereecken, ‘maar zoals elk model bevatten ze fouten en onnauwkeurigheden. Met de helikopterbeelden in de hand kunnen we aftoetsen waar de modellen hun werk hebben gedaan en waar ze fout zaten. Op die manier worden onze simulaties steeds nauwkeuriger en verhoogt onze kennis van de overstromingen.’ Het is intussen al de tweede keer dat het Waterbouwkundig Laboratorium met de helikopter uitvliegt. ‘Na een eerder beperkte vlucht was de recente overstroming van de zijlopen van de IJzer de eerste grote test. ‘En we hebben inderdaad een aantal overstromingen opgemerkt die we niet hadden voorzien, en die ook door de mensen ter plaatse niet bekend waren als overstromingsgebied. Als het water hoog staat, heb je immers van op de grond niet het beste overzicht. Je kunt wel de watervlakte vanaf de rand bekijken, maar verderop zijn
er misschien nog droge plaatsen die je van daar af niet opmerkt.’
Vlaanderen voorloper Met de helikopterbeelden is Vlaanderen overigens een voorloper. ‘We zijn zeker niet de enigen die met een helikopter over de overstromingen vliegen en er beelden van schieten. Wat bij mijn weten wél uniek is, is de zeer precieze plaatsbepaling die bij de beelden wordt geregistreerd. Daardoor kunnen de beelden zo goed als onmiddellijk tot een kaart worden verwerkt. Bij helikopterbeelden zonder plaatsbepaling is dat een veel moeilijker en dus langzamer proces.’ Nu de techniek met de helikopterbeelden blijkt te werken en veel nuttige informatie oplevert, zal de helikopter in elk geval nog meer uitvliegen. Bij alle overstromingen? ‘Dat hangt ervan af. We proberen in elk geval uit te vliegen als het gaat om overstromingsgebieden waar we minder gegevens over hebben: dan is de bonus het grootst.
Ook voor grote overstromingsgebieden met veel schade willen we zeker uitrukken, al was het maar om gegevens te hebben voor een eventuele erkenning als ramp.’ ‘Maar vaak komt een overstroming niet alleen, en zullen we moeten kiezen welk gebied ons het meest informatie zal opleveren. In elk geval gaan we altijd overleggen met de beheerders van de overstroomde waterloop.’
Binnenkort nog sneller Intussen zit het Waterbouwkundig Laboratorium niet stil. Zijn de overstromingskaarten nu al na drie dagen beschikbaar, dan zullen ze tegen volgend jaar al na enkele uren op de website worden geplaatst. Zo kunnen de waterbeheerders en hulpdiensten nog korter op de bal spelen. Info De overstromingskaarten zijn te raadplegen op de website www.waterstanden.be.
21
Mekong en Schelde, één strijd De Mekong en de Schelde: ze lijken niets met elkaar
gemeen te hebben, maar de banden zijn steviger dan gedacht. Zo werkt mow actief mee aan de Mekong River Commission. En omgekeerd kwam diezelfde mrc in juni naar ons land om te onderzoeken hoe het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (mdk) de samenwerking met Nederland aanpakt.
22
MOW
MAG
Schelde MRC
B
elgië en de Vlaamse overheid zijn al een tijd actief betrokken bij de verbetering van de scheepvaart op de Mekong. De Mekong River Commission (mrc) ontvangt technische en nautische ondersteuning van België en van de Vlaamse overheid in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Kapitein Lieven Geerinck is Chief Technical Advisor van de mrc. ‘Als we alles op een rijtje zetten, hebben we al heel wat belangrijke projecten voltrokken’, zegt hij. ‘We hebben onder meer de volledige Mekong in kaart gebracht, hydrografische departementen opgericht in de lidstaten, ferry’s en rivierhavens gebouwd, en we hebben hetzelfde systeem van dag- en nachtbebakening geïnstalleerd als op de Schelde.’ Mow heeft voorts een reeks haalbaar-
heidsstudies uitgevoerd, transportstrategieën geformuleerd en trainingsprogramma’s uitgewerkt. De Hogere Zeevaartschool in Antwerpen helpt mee door een zeevaartschool in Cambodja op te richten. ‘Maar ons grootste succes is misschien nog de bijstand die we hebben geleverd bij de totstandkoming van het Mekong Scheepvaartverdrag tussen Cambodja en Vietnam. Het verdrag wordt begin 2008 ondertekend. Dat wordt een historisch moment: onze jarenlange inzet wordt beloond met een vrijere scheepvaart op de Mekong. Ook voor Belgische bedrijven is dat trouwens een belangrijke stap, want de Mekong is een van de belangrijkste verkeersaders in het zeer dynamische Zuid-Oost-Azië, en heeft een enorm groeipotentieel.’
Win 1 geschenkbon voor uw idee
Schelde x 10
De Mekong is 4.909 kilometer lang (ter vergelijking: de Schelde is 350 kilometer lang) en wordt beschouwd als een van de belangrijke rivieren in Azië. Hij ontspringt in het Tanglhagebergte in China en mondt via een delta uit in de Zuid-Chinese Zee. De rivier loopt achtereenvolgens door de
landen China, Myanmar (het vroegere Birma), Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam. De Mekong kent sterk wisselende waterstanden. In de rivier leeft de grootste soort meerval ter wereld, die met uitsterven bedreigd wordt.
MRC Schelde
I
In het Scheldecoördinatiecentrum (scc) van Vlissingen werken ambtenaren van het agentschap mdk – afdeling scheepvaartbegeleiding samen met Nederlandse hoofdverkeersleiders van Rijkswaterstaat aan de coördinatie van het scheepvaartverkeer naar de Vlaamse en Nederlandse Scheldehavens. Van 16 juni tot 19 juni bezocht een delegatie hoge ambtenaren van het Koninkrijk Cambodja en de Republiek Vietnam samen met waarnemers van Thailand en Laos ons land, om te onderzoeken of de nautische samenwerking in het Schelde-estuarium ook in hun regio tot stand kan komen. Het bezoek vond plaats op initiatief van de Mekong River Commission (mrc) waarin Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam de handen in elkaar slaan.
Op dinsdag 19 juni bracht de delegatie een bezoek aan het hart van de Vlaams-Nederlandse coöperatie, het scc in Vlissingen. Tijdens een werkvergadering werd uitvoerig uitgelegd hoe de nautische samenwerking in de loop der jaren verder verfijnd werd, waardoor steeds grotere schepen naar onze havens kunnen komen zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid. Tijdens de rondleiding kwamen de allernieuwste technische snufjes aan bod, zoals de Schelde Radar Keten, ais (automatic identification system) of de Westerscheldeplanner. Maar één boodschap werd nog het meest benadrukt: het zijn uiteindelijk de mensen die het waar moeten maken.
Natuurlijk barsten we van de creativiteit op de redactie van mowmag en knettert het tijdens elke redactievergadering van de inspiratie (of zou dat de airco zijn?). Maar de beste ideeën voor artikels komen nog altijd van de basis zelf. En de basis, dat bent u. Vandaar ons voorstel: stuur ons uw idee voor een artikel in mowmag. U hebt met uw collega’s iets ontwikkeld dat uw werk vergemakkelijkt en dat ook in andere entiteiten nuttig kan zijn? U hebt een opmerkelijke hobby die u in het zonnetje wilt zetten? Iets belangwekkends? Stuur ons uw idee door, en wie weet verschijnt het volgende keer in mowmag! Het beste idee wordt elk kwartaal beloond met een (cd) geschenkbon ter waarde van 17 euro. Kortom: niet twijfelen, maar opsturen! En wel naar: Redactie mowmag Lokaal 11.G.24 Koning Albert II-laan 20, bus 2 1000 Brussel
[email protected]
P.S. Hoe meer informatie u geeft, hoe beter we ons een idee kunnen vormen waarover het gaat, en of er wel degelijk een artikel in zit. Wees zo precies en duidelijk mogelijk, en geef ons gerust wat extra informatie: waarom is dit een interessant artikel? Om wie of wat gaat het precies? Enzovoort.
23
Inspectie bruggen
Bruginspectie waakt
I
n de vs is enkele weken geleden heel wat opschudding ontstaan toen een brug in Minneapolis het plots begaf, met verschillende doden en veel zwaargewonden tot gevolg. Kan dat ook bij ons gebeuren? ‘Een ramp kun je nooit met honderd procent zekerheid uitsluiten’, zegt ir. Jurgen Geurts van de Bruginspectie in Antwerpen, ‘maar de kans in Vlaanderen is echt wel miniem. Alle bruggen, tunnels, viaducten en duikers die ressorteren onder de Vlaamse overheid, worden om de drie jaar volledig nagekeken. We controleren onder andere de liggers en pijlers op ernstige scheuren in het beton, of de roestvorming aan de wapening. We schenken ook veel aandacht aan de vitale en kwetsbare onderdelen, zoals de verankeringen van de voorspankabels, de oplegtoestellen en de uitzettingsvoegen.’ De doorgedreven inspecties en de eventuele herstellingen die eruit voortvloeien, vormen een garantie dat onze bruggen en tunnels ook jaren na de constructie tegen een stootje kunnen. ‘Voorts mag je niet vergeten dat we ook bij de constructie al ruime veiligheidsmarges inbouwen. Dus nee, een spontane instorting van een brug, zoals in Amerika, lijkt mij in Vlaanderen niet waarschijnlijk!’