Maatschappelijke Stage IVN Meerssen… “De natuur rondom kasteel Vaeshartelt.” Op 13 april 2013 was het weer raak; de IVN Jeugdgroep ging er weer op uit! Dit keer naar de omgeving en de tuinen van Kasteel Vaeshartelt, gelegen tussen Meerssen en Maastricht. Bij het betreden van het domein waar kasteel Vaeshartelt zich gevestigd heeft stonden bij de entree twee gracieuze leeuwen op pilaren. Ik was meteen plannen aan het maken wanneer ik ze zou komen oppikken. Later koop ik me ook zo’n leeuwen voor in de tuin. Ook al zou ik maar een tuintje van 1m² hebben of in een flatgebouw wonen, dan zou ik ze wel in mijn woonkamer plaatsen.
Het kasteel is echt groots. Het heeft in de jaren van haar bestaan en het grote aantal verschillende eigenaren veel veranderingen doorgemaakt. Wat eerst een versterkte boerenhofstede met landerijen is geweest is uitgegroeid tot een waardig slot waar veel belangrijke mensen in geleefd hebben. Kasteel Vaeshartelt en zijn naam.
In de tijd van de Middeleeuwen behoorde Vaeshartelt nog tot een uitgebreid bosgebied, genaamd Hartelt of Hartert. Het gebied strekte zich helemaal uit van het dorp Limmel, gelegen tussen Amby en Borgharen, tot aan Meerssen en in het westen tot aan de Maas.
Het was een groot gebied en behoorde tot een van de landerijen van Koningin Gerberga, de heerseres van Meerssen. De oudste schriftelijke vermelding, die mogelijk betrekking heeft op het bod Hartelt, dateert uit 968. In dat jaar zou de heerseres van Meerssen een landgoed met rijke bebossing aan de abdij van Reims hebben geschonken. Het ligt voor de hand dat deze acte over het huidige Vaeshartelt gaat. Vaeshartelt was toen nog geen nederzetting. Pas in 1381 werd er op de plaats van Vaeshartelt door Servaes van Mulcken, een Maastrichtse schepen of wethouder, een verstevigde hoeve aangelegd. Het terrein was toen een leengoed van Valkenburg, die het gebied al sinds 1237 in handen hebben.
“Servaes had samen met Jan van Hees het landgoed in bruikleen, en na de dood van Jan van Hees liet hij het leengoed aan Servaes van Mulcken na.”
“Robin en ik op het binnenplein van Vaeshartelt.”
Een verder verloop van de geschiedenis van Vaeshartelt brengt weer nieuwe verhalen met zich mee… Na de dood van Servaes van Mulcken trouwt zijn vrouw, Catherina van Mulcken, opnieuw. In 1415 komt haar tweede huwelijk tot stand en trouwt ze met ene Pierre Cortenbach. De boerenhoeve was door haar eerste man aan haar nagelaten en het was dus geen geringe bruidsschat die er door haar bij het tweede huwelijk werd ingebracht. De familie Cortenbach zal tot de zeventiende eeuw dan ook het landgoed beheren. Alleen ze bestookten diverse malen de proosdij van Meerssen met protesten en weigerden het tiendrecht (een tiende van de opbrengst afbetalen als belastingsgeld.) te betalen dat de proosdij rechtens toekwam. Toen Willem van Cortenbach in 1639 overleed, kwam het landgoed aan het huis van Nassau terecht, omdat zijn laatste erfgename, Anna Margaretha, getrouwd was met Philips van Nassau. Na het overlijden van Philips treed ze nog in het huwelijk met Johan Gerard van Oostrum en deze verkoopt de “De economiegebouwen van Sturler hoeve nog in dat zelfde jaar aan ene Ferdinand van der Op de binnenplaats dateren uit 1739. Veecken voor 29.00 Brabantse guldens. Foto gemaakt ca. 1965.”
Uit de tijd dat het bos Hartelt van de Van der Veecken was zijn diverse akten gevonden betreffende de waterhuishouding van de Geul, de bouw van sluisjes en de aanleg van een fruitplantage. Vaeshartelt komt nu eindelijk een beetje op gang en begint zich al wat meer uit te breiden. De ontwikkeling van het landgoed Vaeshartelt en de omgeving in verschillende perioden.
1805 1632 1708 1853 heden- toekomst ---- ----- - ---- ----- - ----- ----- - ----- ----- - ----- ------ - ----Rudolf Sturler In 1735 werd het land verkocht aan een kolonel van het Zwitserse reglement genaamd Rudolf Sturler. Hij legde de basis voor het huidige Vaeshartelt aan en bouwde op de plek van een bestaand bouwwerk de huidige oostvleugel van het kasteel. Sturler heeft de status van de hoeve totaal verandert en zelfs zijn architect opdracht gegeven de al bestaande boerenhoeve te ontmantelen door de gracht rond de hofstede te dempen. “Het kasteel zo als het er in de tijd van Willem II uit heeft gezien.” De hoeve werd afgebroken en er werden nieuwe gebouwen voor in de plaats gezet; zo kwam er een nieuw hoofdgebouw, werden er economiegebouwen aangelegd. Het jaartal 1739, gebeiteld in een gevel aan de binnenplaats van het huis wijst op het bouwjaar. De gebouwen werden gebouwd volgens zeventiende-eeuwse traditie gebouwd op een rechthoekige plattegrond met ellipsvormige keldergewelven, typerend voor de achttiende-eeuwse bouwstijl. De economiegebouwen en het hoofdgebouw hadden eenvoudige raamomlijstingen van Naamse steen en hadden beide een leistenen dak. Toch was het landhuis nog niet zo groot.; er moest nog veel aan gebeuren voordat het zijn huidige vorm kreeg.
“De voormalige economiegebouwen zijn gerestaureerd en opgenomen in de gehele hoeve.”
De verrezen gebouwen ondergingen veel restauratie en veranderingen, maar bleven bestaan. De Nieuwe gebouwen die Sturler tot stand bracht zijn door de andere eigenaren die hem opvolgde behouden gebleven. Ze zijn enigszins van binnen aangepast, maar zijn van de buitenkant nog vrijwel hetzelfde gebleven. Nadat in 1757 Sturler stierf kreeg diens zoon, Jean Rudolf Sturler, eveneens als zijn vader militair van beroep, Vaeshartelt op zijn naam te staan. Op 21 juni 1773 verkocht hij het landgoed pas door aan ene Jan Willem Heldevier, vooraanstaand lid van de Maastrichtse magistraat. ---- ---- ---- ---- ---- ----- ---- ---- ----- ---- ---- ---- ---- ----- ---- ---Jan Willem Heldevier was echter in opspraak tegen Laurens Ghysen, die als erfgenaam protesteert tegen de wijze waarop Jan Willen Heldevier de nalatenschap van Jean Jacques Heldevier beheert. Archief van de Brabantse Commissarissen- Deciseurs (BCD) anno 1742; bron gemeentearchief Maastricht. “Het binnenterrein met rechts het voormalige kantoortje van Johan Gustaaf Regout, waar zich nu de nieuwe ingang bevindt; ,
Deze rechtspraak gaat niet over kasteel Vaeshartelt, omdat Jean Jacques Heldevier niet eigenaar is geweest van het landgoed, maar over een zaak rondom de oneerlijke verdeling van een erfenis. Hoe dan ook, Jan Heldevier had wel iets te verbergen, want toen twintig jaar na de koop van Vaeshartelt Franse soldaten het Limburgse land “Een schets van de entree.” teisteren, is Heldevier gevlogen. Zijn achtergebleven goederen, die de Fransen eigen hebben gemaakt, werden volgens een Franse belastingstaat (1795) zwaar belast en moesten aan 2500 guldens aan pacht opleveren. ---- ----- ------ ---- ---- ----- ----- ----- ----- ----- ------ ---- ----- ----- ---- ---- ---- -----
Drie jaar na de eeuwwisseling, op 9 oktober 1803, verwierf Jacques Pierre Nolens het landgoed. Een jaar voor de koop van Vaeshartelt heeft hij een Akte van verkoop opgesteld van zijn huis gelegen aan de Place de la Paix (voorheen St. Servaasklooster) huisnummer 6 te Maastricht. Die hij verkocht aan Johan Cornelis Panhuys en Marie Sophie Delwarde. “Een van de huizen gelegen in de straat Sint Servaasklooster in Maastricht.”
Nolens liet het huis in 1805 uitbreiden met een noordelijke vleugel. Hij gaf zijn architect de opdracht de nieuwe vleugel te bedekken met dezelfde houten kap gedekt met leistenen als het bestaande huis om eventueel onevenwichtige en onlogische uitbreiding van het huis te niet te doen. “De entree naar het kasteel is al meer dan honderd jaar hetzelfde gebleven.”
---- ---- ----- ----- ----- ----- ----- ---- ---- ---- ----- ----- ----- ----- --Nolens’ voorliefde voor de klassicistische Empire-stijl is te merken aan de grote, in een lengte-as geplaatste ruimtes, twee elegante schouwen en het decoratieve stucwerk. De symmetrie in het exterieur van de nieuwe noordervleugel werd onderlijnd door een drietal halfronde traptreden, niet breder dan de vleugeldeuren midden in de gevel, die toegang boden tot de grootse tuin. -------- ------------ ----------- ------------- ------------- ------------ ------------ ------------ ----------De boerenhoeve was een lustslot geworden voor de volgende eigenaren die het landgoed in handen kregen, zoals Jan Richard Hansen, die het kocht op 9 oktober 1813. Het landgoed omvatte volgens een kaart van het kadaster uit dat jaar de boerderij uit de zeventiende eeuw (de economiegebouwen) in de zuidelijke hoek van het terrein, het kasteel zelf (deels uit 1739, deels uit 1805), een schuur en een tuinhuis.
“Vaeshartelt van bovenaf gezien.”
Dertien jaar later ( op 13 juli 1826) werd het verkocht aan Francois Felix, graaf de Gimaudet de Rouchebouet. Hij overleed in 1838 en zijn erfgenamen verkochten het huis met toebehoren drie jaar later op 1 december 1841 aan de gemachtigde van koning Willem II: de groot-industrieel Petrus Regout.
Onze IVN Activiteit bij het kasteel Vaeshartelt. En natuurlijk zijn wij zelf ook nog verder dan alleen maar de entree gegaan; Frank Wormer en zijn vriend Rob Meijs, ook wel “Rimboerob” hebben ons door de tuin rondgeleid en veel over Vaeshartelt verteld. “(boven:) Jeanne Lam en ik bij de grote cederachtige boom op de binnenplaats van Vaeshartelt; de boom is een niet veel voorkomend geïmporteerd soort en beschikt over een zachte barst. Vandaar ook dat ik, toen Rimboerob zei dat hij graag geaaid werd, zei:“Jeanne, kom laten we met hem op de foto gaan! Hij houd vast ook van knuffelen! ”
Wijn. Rechtsboven is de wijnboomgaard te zien die afgelopen is aangeplant. Vroeger was er ook een grote boomgaard bij Vaeshartelt, maar door de opkomende industrie is in de vorige eeuw veel terrein van het kasteel verloren gegaan en uitgekocht door onder andere industrieterrein “De Beatrixhaven”. Volgend jaar zal waarschijnlijk de aller eerste wijn van kasteel geproefd kunnen worden. Daarna zal de wijn ook misschien nog wel verkocht worden zoals bij een echte wijnbrouwerij.
->Op bladzijde 15 is een afbeelding te zien met de tuinbouw en bebouwing op het landgoed van Vaeshartelt.<-
------ ----- ------ ------ ------- ------- -----
Parkeerplaats.
------
----
----
---
--
Op de parkeerplaats begon onze rondleiding van de tuinen en het kasteel Vaeshartelt te beginnen met de pas aangelegde wijngaard. Meneer Wormer heeft ons toen verteld over de bestemmingsplannen van de tuinaanbouw en over het geleidelijk aan terug kopen van de grond wat eerst eigendom was van Vaeshartelt, maar naderhand verkocht is aan omliggende industrieterreinen. “Frank Wormer aan het woord op de parkeerplaats bij aankomst. Iedereen was in
groepjes ingedeeld en van D’n Haamsjeut met de auto naar het kasteel toe gekomen.”
----- ---- ------ ---- ------ ---- ------- ---- ------- ---- ------- ---- ------ ---- ------ --- ------- --- ------
Bomen.
Daarna zijn naar de binnenplaats van het kasteel gelopen en nam Rob het verhaal over met allemaal leuke verhalen over de bomen van Vaeshartelt die blijkbaar allemaal zeer zeldzaam zijn. Als je de bomen voor het eerst zou zien en je niet van hun namen en geschiedenis af weet zou je haast denken dat het normale, lokale bomen zouden zijn.
Als je de binnenplaats oploopt denk je dat je een gewone ceder ziet, maar als je er eenmaal dichterbij staat zul je verrast worden door het kleine schattige bordje wat naast de gigantische boom gezet is. Op het bordje staat “Sequoiadendron giganteum” met daar onder “Mammoetboom” geschreven. Het is een zeldzaam soort en al helemaal in Zuid-Limburg waar er maar zo’n 96 à 100 exemplaren van te vinden zijn in o.a. tuinen en parken, langs de weg of bij iemand op het balkon ;) in het wild groeit deze uit Californië afkomstige boom uiteraard niet.
“De Mammoetboom in Vaeshartelt is 4,54 m in omtrek en maar liefst 28,70 m hoog!”
Groot en zwaar Mammoetbomen kunnen, zoals hun naam al een beetje zegt, ontzettend groot worden en het zijn de grootste en zwaarste bomen op onze planeet. Ik heb eens een keer een stelling gelezen van “wat als je deze bomen op het hele Noordelijk Halfrond zou planten zou gaan gebeuren.” Het antwoord is; er komt een nieuwe ijstijd. De bomen zijn zo hoog en zouden een groot deel van de aarde dan beschermen tegen zonlicht en alle koolstofdioxide (CO ) door ou z de grote hoeveelheid bomen, die als soort veel meer CO o meen dan z e t normale, te n Nederlandse boom. Ook de opwarming van de aarde tegenhouden, maar ook de overige opwarming zou daardoor tegengehouden worden. links “Ook wel weer eens leuk als afwisseling tijdens het lange rijden; even door een boomtunnel rijden! :) Deze boom staat in de Amerikaanse staat Californië, dus je moet er wel even voor rijden.”
rechts
“Een boompje extra in je tuin planten is goed voor later.”
Mammoetbomen in de tuin Kasteel Vaeshartelt heeft maar liefst drie Mammoetbomen in haar tuinen staan. Niet dat het verwonderlijk is dat er drie kolossale bomen bij Vaeshartelt mogelijk zijn met zulke immense tuinen. Twee van de drie grote bomen staan in de Engelse tuin, die aangelegd is in het jaar 1852. De andere, iets wat kleinere Mammoetboom die op de binnenplaats staat. De bomen zijn naar schatting honderddertig tot honderdveertig jaar oud en zijn daarmee nog maar jonkies in vergelijking met de californische mammoetbomen die wel 3000 jaar oud “De twee grotere mam- kunnen worden.
moetbomen staan in de Engelse tuin, ieder aan één kant van het meer.”
“De kleinste mammoetboom op de binnenplaats. We gingen er met z’n allen om heen staan om te schatten hoe breed hij is.”
Tuinen. De eigenaren van de afgelopen perioden (lopend vanaf 1841) is er vooral veel interesse en aandacht aan de verandering van de uitgestrekte tuinen geweest. Vanaf de tijd dat Willem II Vaeshartelt in handen had zijn er steeds meer pracht en praal rondom het kasteel verworven, maar ook heeft er veel van de eeuwwisseling niet van overleefd. ---- ---- ---- ---- ----- ---- -----
“Naast de mammoetboom is een kunstwerk gesteld. Het kustwerk is van een voor mij onbekende maker, maar heeft ook de “ballen” die in de vijver liggen ontworpen. Het nogal bijzonder uitziend object
---- ------ ------ ------ ------ ------ ----- ------- ------ ----- ------ ---Willem II. Toen op 25 juni 1841 koning Willem II een bezoek aan de stad Maastricht bracht werd hij uiteraard feestelijk ontvangen en maakt hij kennis met diverse aspecten van het Maastrichtse culturele en industriële leven. Het werd ook zijn eerste kennismaking met de succesvolle fabrikant Regout, wiens kristal -, glas- en aardewerkfabrieken hij eveneens een bezoekje gaf. De koning gaf “De IVN groep aan de voorgevel van het slot.”
Regout te kennen een buitengoed te willen verwerven in de nabijheid van Maastricht en hij verzocht hem daarin terzijde te willen staan. Regout was erg gevleid door dit koninklijk verzoek en stelde als eerste het kasteel Geulle, maar dat bleek slecht toegankelijk voor de Koninklijke koetsen te zijn. Vervolgens liet Regout zijn oog op het landgoed Vaeshartelt vallen. “Foto van het kasteel in Geulle.” ---- ----- ----- ---- ------ ---- ------- ---- ------- ---- ------ ---- ---- ----Aankoopsom. Op 7 augustus 1841 machtigde Regout het landgoed bestaande uit het kasteel met aanhorige gebouwen, voorhof, tuinen, bossen, lanen, vijvers, grachten, waterlopen, bouwlanden, boomgaarden, wei en hooilanden alsmede een pachterswoning met schuur, stallingen, tuinen en verdere aanhorigheden uit de naam van koning Willem II. Het terrein had toen een totale omvang van 118 hectare en de aankoopsom- te betalen in vier jaarlijkse termijnen met 5% rente- was 134.180 frank. De opgestelde akte waarbij de koning het landgoed in bezit kreeg passeerde op 1 december dat jaar. De Verbouwing. Koning Willem II liet een verbouwing in opdracht doen, maar deze liet wel zijn sporen na: De ingangspartij tot het huis werd geheel verbouwd tot een hardstenen poort met sluitsteen, bekroond met een fronton. En in het driehoekig fronton versiert nog steeds een klok het geheel. In de hardstenen poort draagt de sluitsteen een kroon, de initialen W II en het jaartal 1841. “De toren boven de ingangspartij (boven het fronton met de klok) is een verbouwing door Johan Gustaaf Regout, de zoon van Petrus Regout in 1890. Daar later meer over. Het bouwwerk is verricht door de Brusselse architect Baer.” “Detail van de toegangs“De fronton met klok poort met de sluitsteen die Boven de ingans- de aankoop en verbouwing door Partij.” koning Willem II memoreert.”
Verdere veranderingen.
Niet alleen de ingangspartij bleef ongewijzigd; ook de ramen aan de noordzijde werden gewijzigd tot in die tijd gangbare rondboogvensters. Niet alleen het huis werd verbouwd, ook de economiegebouwen die door Sturler in de achttiende eeuw zijn werden aan de eisen van die tijd aangepast. Als afwerking werd er nog een windvaan, versierd met een koninklijke leeuw, boven op het huis geplaatst. Nu zou je denken dat de koning een werkelijk tweede paleis had gecreëerd voor zichzelf en hier ook veel gebruik van zou gaan maken, maar Willem II zou tussen 1841 en 1848 slecht twee keer twee weken op Vaeshartelt als vakantie gaan doorbrengen. “De IVN Jeugdgroep aan de toegangspoort van het kasteel Vaeshartelt.” -------- ----- -------- ------- ------ -------- ------- ------ ------- ------- ------- ------ ----- ------- ------
“Hier zijn we de veranderingen aan het bespreken van de ingangspartij.”
In de tuinen. In de tuinen van Vaeshartelt staan geregeld informatieborden met daarop (uiteraard, daar zijn ze nu eenmaal voor :) extra uitleg en informatie over de geschiedenis van het kasteel en wat haar de afgelopen decennia gevormd heeft tot het huidige monument
“De gevel met het jaartal 1739 boven de deur gebeiteld.”
De voorkant van Vaeshartelt zag er in de periode van Willem II nog zo uit. Pas nadat Regouts zoon het landgoed erfde werd er een speciale koepel op gebouwd. Ik moet wel zeggen dat de bijgebouwde toren het aanzicht nog veel mooier maakt. --- ---- ------ ---- ------- ---- ------- ----- ------- ---- ------- ----------- ---- ------ ---- ------ ---- --Willem II was een man die graag aan anderen wilde laten zien hoe rijk hij was; een verhoging van de belasting (die geteld werd per raam per pand) deerde hem niet en hij liet zelfs meer ramen in de noordervleugel maken dan eigenlijk nodig, of architectonisch mogelijk waren. Zelfs plaatsen van de voorgevel waar eigenlijk aan de binnenkant een trap loopt kregen een raam. Nu is het alleen niet mogelijk om al deze extra ramen te voorzien van glas of überhaupt een opening, daarom is er op de muur een achtergrond geschilderd en vervolgens een dunne glazen ruit in geplaatst. ---- ----- ----- Nepramen. ---- ----- ----- ----- ----- ----- ----- ----- -De nepramen zijn meestal beschildert met gordijnen of andere doeken die het geheel afschermen. Ik persoonlijk vind de ramen niet zo mooi, en ook de schilderingen een beetje te grauw over komen. Het zou eigenlijk wel leuk zijn als ze die bejaarden van de sloopwoningen bij het tunnelproject in Maastricht bij hun voor de dichte ruiten zouden zetten, misschien brengt het de mensen evenveel verwarring. “Jah… en ga ze maar eens .
tellen, al die fake-ramen. Alleen al aan deze zijde zitten er al vier..
“Wie er goed kijkt ziet dat ze nep zijn. Toch zijn het best wel grauwe kleuren en is het in de loop der jaren er ook anders uit gaan zien, maarja, wat wil je ook voor een schildering die zelf nog origineel is van staat?”
Maar waarom toch zoveel gedoe om een paar extra ruiten? Voor de koning was het een groot belang van aanzien en het laten zien dat hij machtig en rijk was, om zo het volk te imponeren. Alleen zijn pleziertje op Vaeshartelt was maar van korte duur, want al in 1851 komt hij te overlijden. Daarna werd het landgoed en het kasteel eigendom van Petrus Regout zelf; voor slechts vier duizend gulden meer dan het aankoopbedrag dat de koning een decennium eerder voor Vaeshartelt had betaald kocht hij het voor zichzelf. “Frank Wormer verteld het verhaal over de extra ramen voor de gevel van de noordervleugel.”
------- ------- -------------- ---------- ------------------- ------------ ----------- ---------- ----------- ------------ ----------------
“(rechts)Hier is de noordvleugel van kasteel Vaeshartelt te zien, afkomstig uit het Album van 1866: in het midden bevindt zich de rotonda (onder het balkon), links en rechts de salons met Empire-schouwen.
“(links): Met het groepje van de IVN Jeugdgroep staan we bij een van de informatieborden in de Engelse tuin te kijken. Foto gemaakt door Susanne van de Berg. Daarna zijn we verder gelopen naar de andere twee mammoetbomen die er nog in de Engelse tuin staan. De Engelse tuin is in 1852 aangelegd, wat betekend dat hij direct het jaar na dat Petrus Regout het land kocht van de gestorven koning er weer een fikse verbouwing op het menu stond.”
----- ---- ----- ---- ------- ---- ------ ---- ------- ---- ------- ---- ------ ------ ------- ---- ------ ---- --Gevreesd voor oplichting. Regout hechtte grote waarde aan zijn relatie met de koning. Omdat hij gezien de koopsom vreesde van oplichting te worden beticht bij de aankoop, liet hij in 1853 een monumentje plaatsen aan de rand van de toen net aangelegde grote vijver tegenover de noordvleugel. Het was een gedenkteken bestaande uit een rechthoekige sokkel waarop een zuil, voorzien van een kopie van de leeuw van Waterloo en bekroond door een portretbuste van de koning. Ja, in die tijd leek het wel alsof ze het geld op de rug hadden groeien, en dan zijn we nog niet klaar; het geheel werd gecompleteerd door twee kanonnen op sokkels. In de sokkels was de aangebrachte tekst: “Het kasteel Vaeshartelt en aanhorigheden werd den 1ste December 1841 door den heer P. Regout gekocht van de erfgenamen van wijlen den Graaf F.F. de Grimaudet op last van wijlen zijne majesteit Willem den Tweeden Koning der Nederlanden aan wien het Kasteel en aanhorigheden gedurende tien jaren heeft behoord tot het den 30 junij 1851 publiek verkocht en door den heer P. Regout aangekocht werd tegen hogeren prijs dan door hem aanvankelijk namens wijlen zijne majesteit Koning Willem II werd betaald.” Het monumentje is helaas verdwenen en alleen de steen met daarop deze tekst is overgebleven. De steen is wel in gehavende staat en de laatste regel is weggekapt.
Petrus wilde zoveel mogelijk van de Koninklijke inventaris in het huis behouden, hij hoopte op verheffing van de adelstand hij heeft zijn hele leven de wens gehad ooit tot de hogere kringen te kunnen toetreden als “Regout van Vaeshartelt”. Het verlangen naar die positie lag vooral aan zijn grote plannen voor het exterieur van het buitenverblijf, de royale tuinaanleg met indrukwekkende waterwerken (zoals fonteinen) en de verbouwingen in het interieur. ( hoewel ik dit niet begrijp als hij juist zoveel mogelijk van het “foto van Petrus Regout Koninklijke inventaris wil behouden.) (1801-1878)” ------ ----- ------ ------ ----- ------ ----- ------- - ---- ---- ------- ---- ---- ------ ------
“Regout was een van de eerste groot-industriële Machten in Maastricht.”
Blijkbaar was Regout bijna in de adelstand verheven door Willem II dankzij zijn verdiensten voor het vaderland. Helaas voor hem mocht hij dat niet waarmaken en stierf zonder adellijke titel in zijn statige landhuis op 18 februari 1878. Regout had zich met zijn snel vergaarde fortuin wel aanzien gegeven in de kringen van de Maastrichtse samenleving door de aankoop van Vaeshartelt, dat hem als grootindustrieel de status van groot-grondbezitter verleende; zijn rijkdom en macht werd erdoor benadrukt. Al zijn bezittingen en fraaie buitenplaatsen waren ook heel erg belangrijke statussymbolen, waarmee toch een man van aanzien en adellijke allure kon verwerven.
Regout en zijn leven. Pas in het begin van de jaren zestig van 1800 ging Regout permanent in Vaeshartelt wonen. Daarvoor was dat eerst alleen maar op zondag of ’s zomers. Hij vierde er ook in 1865 op grote wijze zijn gouden huwelijksfeest met Maria Aldegonda Hoegerechts (1798-1878), de moeder van zijn tien kinderen. (Mijn God, ik moet er al niet aan denken om er twee bij mij in huis later te hebben rondlopen, laat staan tien!) Het was een spraakmakend feest waarop volop gratis spijs en drank - ook voor zijn arbeiders- aanwezig waren en daarvoor trok natuurlijk “heel Maastricht” naar Vaeshartelt toe. Petrus Regout drukte een onuitwisbare stempel op het landgoed en gaf het meer een Koninklijke uitstraling dan dat zijn voorganger, Koning Willem de Tweede ooit had kunnen doen. Regout was ook degene die kleurrijke getuigenis liet maken van zijn vervaardigde landgoed, genaamd “Album dedié à mes amis.” Hij liet het album vervaardigen door ene Th. Muller in 1866 en de chromolitho’s die er in staan werden op groot formaat in Parijs gedrukt bij Lemercier. De industrieel liet zichzelf, zijn onderscheidingen en zijn totale bezit erin afbeelden, zowel zijn fabriekcomplexen als zijn landhuizen. In de omgeving van Vaeshartelt had hij nog drie ruime villa’s verworven. De prenten in het album tonen zulke luxueuze, prachtlievende woonsteden, dat men lange tijd aannam dat ze niet overeenkwamen met de werkelijkheid. Maar onderzoek toont aan dat er geen enkele reden is om te twijfelen aan het waarheidsgehalte van de voorstellingen van Regouts bezittingen, zijn tuinen, vijvers, fonteinen en landerijen.
Een van die nieuw verworven villa’s was Klein-Vaeshartelt. Het trok veel aandacht door zijn mooie versieringen en prachtige bouw en was zeer geliefd als huurhuisje voor andere rijke mensen. “(rechts) Groot-Vaeshartelt uit het Album van 1866, (links) Klein-Vaeshartelt.”
----- ---- -------- --- ------ ------ -------- ------ -------- ------- ------Regout heeft ook nog stallen voor zijn paarden gebouwd en in een van de oude schuren een stoommachine geplaatst. Deze machine leverde maar liefst 8 PK (mijn vader had 40 geleden een tractor met maar 2 PK, kun je nagaan hoe sterk deze motor was voor in die tijd!) die een ijzeren reservoir van water moest voorzien en ze produceerde een hels van een kabaal. geweldige fonteinen.”
“De grote cascade met zicht op de vijver met
Het reservoir lag op het hoogste punt van het schuurgebouw en was nodig om de fonteinen- in 1853 aangelegd- te doen spuiten. De cascade bevond zich waarschijnlijk achter het gebouw, in de nu gedempte gracht. Ik hoop dat ooit weer de cascade herbouwd wordt en zo weer het kasteel helemaal in oude glorie te bekijken valt. Als ik zo de tekeningen van de cascade zie ben ik al helemaal verliefd op hetgeen en ik wou dat ik er zelf ook een keertje bij zou zijn geweest. Regout liet ook een toren bouwen op de kop van de noordervleugel. Het was slechts een schijntoren: niet meer dan wat beschildert hout bevestigd met trekstangen aan het dak, maar wel heel erg mooi versierd met beelden ene schilderingen. “De grote fontein van voren gezien op de cascade; helaas het exemplaar gemaakt van te slecht materiaal en is het daarom ook al weer snel na de periode van Regout verdwenen.” “Naast het paleisje bouwde Regout twee rijk versierde gebouwen die dienst deden als koetshuis en paardenstallen.”
Bij ons in de Engelse tuin. Natuurlijk is het net zo belangrijk om over onze ervaring als over de geschiedenis van Vaeshartelt te praten, waarschijnlijk zelfs meer. Alleen ik vergeet het heel vaak… Vaeshartelts historie heeft me erg geïnteresseerd en vastgegrepen. Ik vond het heel erg interessant om meer over de geschiedenis van Kasteel Vaeshartelt te weten te komen en heb hier met plezier aan gewerkt. (Amen) “Op naar de mammoetboom, en daar voorbij!”
“In de Engelse tuin.” “Tijdens ons bezoekje aan de tuin zijn we o.a. ook onder de mammoetboom wezen kijken naar zijn vertakkingen.”
“Uitzicht op de vijver.” ---- ----- ----- -----
----- ----- ------ ------- --------- ------- ------ ------ ------ ----- ------- ----
Beuk.
“De grote oude beuk achterin de Engelse tuin.”
In de Engelse tuin staat ook een hele oude beuk. De beuk is al minstens tachtig à honderd jaar oud en heeft ontzettend mooie vormen van takken gekregen. Beuken kunnen niet alleen voor nakomelingen via het zaad zorgen, maar kunnen zichzelf ook als het ware “klonen”. Dit gebeurd zodra de boom te zware takken krijgt en deze op de grond komen te hangen door al het gewicht. De boom heeft dan ook een soort “standaard” zoals op de fiets verworven en er kunnen ook nieuwe beukjes uit deze tak, indien deze in de grond is komen te zitten, uit komen. De scheuten zijn een volledige replica van de moederboom en bezitten over precies hetzelfde DNA.
De Tuinen van Vaeshartelt worden weer zoveel als mogelijk in hun oude staat hersteld. Zo wordt er nu ook een bijenhuis in een van de tuinen aangelegd en zijn er ook perzik- en andere vruchtenbomen in een van de tuinen geplant. Wie wil kan komen proeven van de verse opbrengst van “Met z’n allen om de boom.” Vaeshartelt op een van de Proefdagen die bij het kasteel gehouden worden. “Na het (alweer) knuffelen van een boom zijn we naar een van de oversteekbruggen die pas zijn aangelegd gelopen.” “(links)De kinderen kijken naar de elfenbankjes die op de beuk gegroeid zijn.” ----- ---- -------- ---- -------- ---- ----- ------- --- -------- ------ ------ ------
Deze brug is zoals U ziet niet in de oude stijl gemaakt zoals de rest van Vaeshartelt. Deze brug is een van de modernere dingen aan het kasteel en is vrijwel het enige waaraan je kunt zien dat er hier en daar wat gesleuteld is aan het slot. “Aan de andere kant van de brug zijn er een paar bevers bezig geweest om mee te helpen wat van de bomen om te kappen. De diertjes kunnen via de langslopende beek in Vaeshartelt terecht zijn gekomen en vermaken zich daar prima. Ze hebben echter nog geen dam gebouwd, dus zullen ze hier waarschijnlijk ook niet overwinteren.”
“De kinderen moeten oppassen bij Het water; ze kunnen er snel invallen dus let de leiding extra goed op dat ze niet te dicht bij de rand komen.”
“De groep van de Jeugd gezien vanaf de kant.”
In de achtertuin. Nadat we over de brug waren kwamen we uit in de tuin die nu nog in aanleg is. Op het terrein is men bezig om het bijenhuis op te bouwen; afkomstig van de Floriade 2012. Het gebouw heeft daar gedurende een jaar gestaan en is vervolgens naar Vaeshartelt toe gekomen. Ze zijn momenteel nog bezig met de opbouw van het gebouw, maar het idee is om deze voor de Proefdagen af te hebben. “Eerste boom dit jaar in bloei.”
Een lam in de wei maakt mijn hele leven blij. Ook op Vaeshartelt weten ze van boeren; mijn aller eerste lammetjes van dit jaar heb ik bij hun gezien. Ze waren nogal schuw, maar sommige waren toch geïnteresseerd in wat wij aan het doen waren. De kinderen voelde zich net op een kinderboerderij en wilde ze dolgraag wat gras geven, hoewel dit toch ook wel al genoeg in hun wei stond. Toch waren een paar schapen bereid op het te komen pakken Van de lammetjes en ook van het kasteel zelf zijn heel veel mooie foto’s gemaakt door Susanne van de Berg. De gebruikte foto’s in dit verslag zijn ongeveer 50/50 van mijzelf en van Susanne, maar die van Susanne zijn absoluut veel beter. Ik ben haar nogmaals heel dankbaar voor al haar inzet en haar hulp bij het verkleurrijken van mijn verslag van Vaeshartelt en andere. Heel erg bedankt! “Bèh, als ik zo sta dan zien ze me niet.”
------ ---- ------- ------ ------- ----- ----- ------ ------ ------ -------- ------ ------- ------- ---- ----- --‘t IJshuisje. In de tijd van Regout hadden ze uiteraard nog geen elektrische verwarming, boiler of koelkast. Men moest het maar doen met de dingen die men had, en alleen echte rijke mensen konden zich ijs in de zomer veroorloven.
“Haha, ik vind de uitdrukking van dat schaap zo mooi XD echt zo van “Ik ga je echt niet aanraken, hoor.”
Opslagplaats. Een ijshuis kom je vaker tegen bij oude landerijen, ze diende namelijk ook om het ijs dat in de winter van het meer of van de vijver af werd gehaald in op te slaan tot in het najaar. Zodra het ijs dik genoeg was werden er een paar grote blokken uit het meer gesneden en in zo’n huisje neergelegd. In zo’n ijshuisje was het koel; de zon kon het niet verwarmen en doordat het meestal ook nog ondergronds lag bleef het ook altijd bevroren. In de zomer maakte dan de familie weer gebruik van het ijs; bijvoorbeeld voor champagne te koelen of op warme dagen als verkoeling voor henzelf. De ijshuisjes boden een extra luxe aan die vrij eenvoudig was; had je ijs dan had je invloed en had je geld.
Ah! Zon! Ik ben echt een koukleum, dus ik was maar al te blij toen de zon even uitkwam. Ik rende al snel naar de brug toe en spreidde mijn armen om zo veel mogelijk zon op te vangen. Het gaf een meer Titanic look en met dat half verzopen bootje wat er naast in het water lag ook wel weer iets sjieks. Ik vond het ontzettend leuk om over Vaeshartelt te lopen en haar historie te horen. Ik heb erg van deze dag genoten en hoop dat er nog vele van deze leuke en gezellige uitjes met het IVN zullen gaan volgen.
Het achterste gedeelte bij het ijshuisje is nog wel het mooiste van allemaal, vind ik. Het straalt een soort glorieuze rust uit met veel schoonheid en verhaal. Ook zijn er al zoveel mensen ons voor geweest op deze brug en je ziet ook een deel van het verleden op de brug, want het “In de langslopen de beek vanuit de aanzicht op kasteel Vaeshartelt is natuurlijk niet verandert. Het vijver van Vaeshartelt leven ook verblijft nog steeds in die zelfde schoonheid. veel diertje, zoals de dag van te voren uitgezette padjes van Riet Hautvast, Annie Hupkens en mijzelf.”
Vissen in de vijver. Door de vijver van Vaeshartelt stroomt een beek. Dat kun je ook zien aan de verandering van het wateroppervlak in het midden van de vijver. De beek voorziet de vijver van altijd schoon water en er zwemmen ook een groot aantal vissensoorten in. ----- ------ ------ ------ ------ ----“Ik die slecht poseert voor de camera.” “Jahe, best wel interessant als je het zo bekijkt.”
- ---- ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De dag van tevoren had ik al een aantal vissen zien zwemmen in de sloot waar we de padjes in waren uit aan het zetten. Eentje leek zelfs op een snoek, maar dat weet ik niet zeker. Wel weet ik nog dat Riet, Annie en ik hoopte dat ze geen kwaad kunnen voor de padden. Na de uitleg zijn we terug naar de parkeerplaats gegaan voor een snelcursus vuur maken van de prof. Rimboerob. “Frank Wormer legt nog het een en ander uit over het ijshuis.”
--- ----- -------- ----- --------
------ ----- ------ ----- ------ ---- ------ ---- ------- ---- ------ ---- -----
“Aan de slag met Rimboerob.” Rob Meijs liet ons op de parkeerplaats van Vaeshartelt zien hoe je in een bos, of op plekken waar je geen aansteker bij je hebt (die je als kind sowieso niet bij je mag hebben ;) toch nog aan vuur kunt komen. Rob liet dit handig zien door het gebruik van een Magnesiumstick. Deze staaf kun je nog beter dan een aansteker mee op survivaltocht nemen, want hij raakt uiteraard niet zoals een aansteker leeg. “Rimboerob blaast extra zuurstof in de brandbare takjes, zodat het vlam zal gaan vatten.”
“Rob had een hele koffer vol brandspullen bij zich; zo ook een elfenbankje van een berkenboom.”
Veilig vuren. Rob laat de kinderen zien hoe je vuur kan maken, maar vooral hoe je dat veilig kunt doen; niet met beschermd pak aan gaan zitten, maar om met de juiste benodigdheden om te gaan. Ook is er niet veel nodig om een vuur al te maken; wat droog stro en een “Rob laat de kinderen het effect vonkje is al genoeg. van wrijvingskracht voelen.”
Hooiberg in de fik. Maar hij waarschuwt ons ook voor gevaren als je te dicht bij bepaalde plekken bent. Bij een stal in de buurt of een hooiberg moet je absoluut geen vuur gaan maken! De wind hoeft maar net een klein gloeiend deeltje van je vuur mee te nemen en als het dan op de hooiberg terecht komt staat deze ook binnen een mum van tijd in vlam. “Paddenstoelen die op berken groeien branden gedroogd ontzettend lang. Maar het kost ook veel energie om ze aan te steken. De kinderen mogen even voelen.”
Aan de binnenkant van de zwam zitten veel ribbeltjes en is de paddenstoel opgebouwd uit meerdere lagen.
“Rob overhandigd de kinderen de berkenzwam en de kinderen kijken en voelen er aandachtig aan.”
Berkenschors. Verder laat Rob ook de kinderen berkenschors zien. Dit is ook heel erg brandbaar en er het werd vroeger ook vaker als de voorloper van papier gebruikt om iets op te schrijven. “Gereedschapskistje van Rob Meijs.” “Door de berkenschors even aan te steken krijg je al heel snel een vuur. Berkenschors is goed te gebruiken om grote vuren mee aan te steken.”
Verder had Rob nog een speciaal soort paddenstoel of zwam bij zich, die je niet zo snel kunt vinden, maar wel heel lang en goed brand. Het leek een beetje op uitwerpselen van een dier, wat waarschijnlijk ook zijn bescherming zal zijn, omdat hij dan niet zo snel op valt. Zodra de zwam aan was moest je goed zuurstof in het vuur blazen, zodat het zich kon uitbreiden. Zuurstof is een belangrijke factor in het maken van vuur; zonder zuurstof is geen vuur mogelijk. “Na het aansteken van de gedroogde zwam liet Rob hem rond gaan en mocht iedereen aan blazen. Naarmate het kringetje vordert word de gloeiing alsmaar groter, en zodra hij bij mij is, die als laatste aan de beurt was, valt hij me na een paar keer blazen uit de hand van de hitte, ook had ik even wel mijn hand verbrand.”
Brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur. Dat zijn de drie belangrijkste factoren die nodig zijn om vuur te krijgen. Blussen gaat dan ook door een (of meer) van de factoren weg te nemen, meestal is dat de ontbrandingstemperatuur. Deze kan omlaag gehaald worden door water. Water neemt warmte op en dus wordt de omgevingstemperatuur lager. Ook kan brand geblust worden door de zuurstof weg te nemen, maar dit is meestal veel lastiger. Ook is het gevaarlijk, want zodra er dan weer zuurstof bij komt krijg je een explosie van hitte en vuur. Daarom wordt er ook altijd gezegd dat als er brand is je de ramen en deuren moet sluiten na vluchten, zodat het zuurstofgehalte onlaag gaat en de brand beter te blussen is. “Op het einde verbrandde ik echt bijna mijn vingers aan de zwam. Gloeiende deeltjes kunnen ook heel warm zijn en met hen moet je evenveel oppassen als met echt vuur.” “Daarna pakte Rob droog hooi en hield de gloeiende paddenstoel er tegen.”
“Al snel begon het hooi te roken.” “Even wat extra zuurstof nog bij het gloeiende verkoolde zwammetje en het hooi blazen en dan slaat de vlam na enige rook al snel over.
“Eerst komt er veel rook, daarna…”
Als de vlam eenmaal aanslaat, is hij er ook echt! Direct na het vlam vatten was het al een immens vuur. Nogmaals kinders, doe dit thuis niet na, het kan zomaar uit de hand lopen. Altijd zulke dingen uitvoeren op een veilige plaats onder begeleiding van een volwassene.
Zo snel als de vlam gekomen was is hij ook weer verdwenen…
1…2….3…. voor dat je met je ogen geknipperd hebt is de vlam alweer verdwenen.
Magnesiumstick. Verder deed Rob nog een demonstratie over het gebruik van een magnesiumstick. Het is best lastig om te doen, want je moet het mes met de juiste hoek op de staaf zetten om een goede vonk te krijgen. “Ik heb honderden foto’s moeten maken, wilde ik de vonk één keer op de foto hebben staan. Het was ontzettend lastig om deze te fotograferen en je moet echt het geluk hebben.”
Als laatste liet Rob Meijs zien hoe je met een, jawel, tampon ook kunt overleven. Hij woont zelf in een huis met alleen maar vrouwen, dus uitvinden dat een tampon ook brand was voor hem heel gemakkelijk. “Het kistje na ons bezoekje.” “Met hoge uitzondering mocht Fillipe eens een vuurtje aansteken met Robs magnesiumstick. Rimboerob hielp hem wel, omdat het toch lastig is.”
----- ---- ------- ----- -------- ----- --------- ------- --------- ------ --------- ------- -------- ----- -----Tekenen. Na de demonstratie hadden we nog heel even om nog iets in de tuinen aan spel te gaan doen. Na democratisch stemmen kwam toch echter tekenen er uit en zijn we de voorgevel van de noordervleugel gaan natekenen.
De zon was gelukkig weer uit gekomen, en zoals U ziet maakte iedereen, ook de leiding, daar ook profijt van.
Maar denk maar niet dat de kinderen meteen meegingen. Nee, Rob liep nog een stukje mee en de kinderen waren ontzettend enthousiast aan het vertellen. Ook was Rob met vuurstenen nog met ze bezig en waren de kinderen van allerhande dingen met hem aan het bespreken. De kinderen hebben volgens mij het vuur maken met Rimboerob echt ontzettend leuk gevonden en was het voor hen echt het hoogtepunt van de dag. Ik wil namens het IVN Meerssen en Ulestraten nogmaals Frank Wormer en Rob Meijs heel erg bedanken voor hun super goede inzet en rondleiding. Het was een hele leuke, leerzame en vooral gezellige dag op landgoed Vaeshartelt en ik bewonder ook jullie inzet in het behouden van het vastgoed. Nogmaals heel erg bedankt voor de rondleiding, en hopelijk nog tot een volgende keer!
Ook wil nog heel graag de leiding van het IVN bedanken voor al hun werk bij de Jeugdgroep. Zonder hen zou de Jeugdgroep niet bestaan kunnen hebben en zouden de kinderen nooit zoveel meer betrokken zijn geraken met de natuur. Ik waardeer hun werk ten zeerste. Ook ben ik heel erg blij dat ik te horen heb gekregen dat ik, nu mijn Maatschappelijke Stage er eigenlijk al op zit (ik heb dit verslag pas afgerond na mijn laatste IVN activiteit als stagiaire) volgend jaar kan beginnen als met een nieuw, nog mooier jaar als nieuwe jeugdbegeleidster van het IVN Meerssen en IVN Ulestraten! Dit was natuurlijk ook nooit gelukt zonder de inzet van iedereen van het IVN, dankzij hen heb ik dit allemaal kunnen bereiken. Zonder de hulp van leiding, bestuur en natuurlijk de foto’s die Susanne ook iedere maand voor mij maakt was ik nooit in staat om zulke uitgebreide verslagen te maken als nu. In de maand juni zal ik mijn “afscheid” als stagiaire ook met de kinderen delen en zal ik ook nogmaals mijn dank betonen aan iedereen die mij het afgelopen jaar zo veel geholpen heeft. Nu moet ik alleen nog zien hoe ik dat ga doen, haha, want ik kan natuurlijk niet een voordracht doen die al meer dan de helft van de tijd in beslag zal gaan nemen. ^ ^
“De jeugd en leiding allemaal in het zonnetje.”
Binnenkort mijn laatste Maatschappelijke Stage verslag, ik heb ontzettend van dit jaar genoten en vond het ook heel leuk om de verslagen te maken. Het heeft veel tijd en werk gekost, maar ik ben heel erg gelukkig met het resultaat.
Dit was het einde van dit verslag over kasteel Vaeshartelt. Ik hoop niet dat ik de copyrights van het boekje Kasteel Vaeshartelt van Maastrichts Silhouet heb gebroken, die ik voor de extra informatie gebruikt heb. Heel erg bedankt Jeanne voor het uitlenen van het boekje, ik heb er ontzettend veel aan gehad. Nu maar hopen dat ik niet word opgepakt. Ik wens iedereen nog een hele fijne dag en tot een volgende keer! ;) Groetjes, Cheyenne Bex.
“Hier is hij dan; de plattegrond van Vaeshartelt zoals hij er nu uit komt te zien.”