Maatschap Orthopedie
Op weg naar een nieuwe knie
Diaconessenhuis Leiden Inhoud Inleiding
3
De voorbereiding thuis
3
Opname op de afdeling Orthopedie
3
In het ziekenhuis
4
Het stappenplan
5
De meest gestelde vragen
9
Leefregels
11
Weer naar huis
12
Opmerkingen en persoonlijke adviezen
13
2
Diaconessenhuis Leiden Inleiding In overleg met de orthopedisch chirurg heeft u besloten tot een knieoperatie. Uw beschadigde kniegewricht wordt vervangen door een prothese, een kunstknie. In deze folder is de informatie over de periode voor en na de operatie op een overzichtelijke manier samengevoegd. Naast algemene informatie, tips en adviezen vindt u een stappenplan waarin per dag beschreven staat wat de wederzijdse verwachtingen zijn. U verblijft ongeveer vijf dagen in ons ziekenhuis. Daarnaast is er plaats om persoonlijke adviezen en opmerkingen, die wij als hulpverleners voor u hebben, op te schrijven. Leest u deze folder zorgvuldig en bewaar hem goed. Het is handig als u de folder meeneemt als u wordt opgenomen. Voorbereiding thuis De operatie is geen kleinigheid en het herstel vraagt veel wilskracht, geduld en inspanning van u en de mensen in uw omgeving. Een goede voorbereiding is dan ook van groot belang. Hier kunt u al enkele weken voor de operatie mee beginnen. • • •
Zorg dat u over een zo goed mogelijke conditie beschikt en voldoende bent uitgerust. Neem contact op met de polikliniek orthopedie wanneer u voor de operatie een wondje ontdekt. Breng, wanneer u geen gebitsprothese heeft, voor uw opname in het ziekenhuis een controlebezoek aan uw tandarts om eventuele gaatjes en/of ontstekingen op te sporen. De kans op infectie na het plaatsen van de knieprothese wordt daardoor zo klein mogelijk gehouden.
Aanpassingen in huis Voordat u wordt opgenomen is het belangrijk om na te gaan of er in huis aanpassingen en hulpmiddelen noodzakelijk zijn. Op die manier bent u al voorbereid op uw ontslag. Een overzicht van hulpmiddelen en aanpassingen in huis, kunt u vinden op de pagina’s 20 en 21. Als u denkt huishoudelijke hulp nodig te hebben kunt u dit zelf aanvragen bij uw gemeente. Daarnaast is het ook belangrijk om na te denken of u mensen in de omgeving heeft die de boodschappen, de warme maaltijden en de was voor u kunnen verzorgen. Opname op de afdeling orthopedie U wordt van de opnamedatum op de hoogte gebracht door de afdeling opname. Op de aangegeven dag en tijdstip meldt u zich bij de receptie bij de
3
Diaconessenhuis Leiden hoofdingang. Indien gewenst, begeleidt de gastvrouw u naar de verpleegafdeling. Op de afdeling zijn diverse zorgverleners werkzaam: De verpleegkundige: De verpleegkundige heeft de zorg over uw herstelproces. De verpleegkundige coördineert de nodige zorg, voert deze uit en stemt deze af op uw persoonlijke situatie. Omdat wij werken met dag-, avond- en nachtdiensten zullen verschillende verpleegkundigen u verzorgen. De verpleegkundige spreekt regelmatig met de andere zorgverleners over het verloop van uw behandeling en herstel. U kunt bij hem of haar terecht voor informatie, vragen en opmerkingen over de operatie en de verdere behandeling. De fysiotherapeut De fysiotherapeuten die verbonden zijn aan de afdeling, zijn nauw betrokken bij uw herstelproces. Zij verzorgen het revalidatieprogramma op de afdeling. Door het volgen van dit programma wordt u zo goed mogelijk voorbereid op de thuissituatie. Het verbeteren van de beweeglijkheid van uw gewricht en het versterken van de spieren staan centraal. Verder leert u om te gaan met loophulpmiddelen, zoals rollator en/of krukken. Indien nodig zullen zij u leren traplopen met behulp van krukken. De orthopedisch chirurg De orthopedisch chirurg is uw behandelaar, hij voert de operatie uit. Hij stelt zich vervolgens dagelijks op de hoogte van uw herstel. De nurse practitioner: U heeft op de polikliniek kennisgemaakt met de nurse practitioner orthopedie. Zij volgt u tijdens de opname en begeleidt u poliklinisch verder. Zes weken na de operatie wordt deze poliklinische controleafspraak gepland. Voorafgaand aan deze afspraak wordt op de afdeling radiologie een controlefoto gemaakt. Het transferbureau Het transferbureau bestaat uit transferverpleegkundigen en maatschappelijk werkers. De transferverpleegkundige bemiddelt zonodig tussen u en de thuiszorginstellingen om verpleegkundige hulp na ontslag te kunnen bieden. Wanneer het niet mogelijk is om naar huis te gaan, dit gebeurt slechts in enkele gevallen, zal het maatschappelijk werk bemiddelen tussen u en een zorginstelling. In het ziekenhuis: • Houdt u aan de bezoekregeling van ons ziekenhuis. • Zorg voor twee contactpersonen die als aanspreekpunt voor de verpleegkundigen en voor uw familie en relaties kunnen functioneren. • Laat waardevolle spullen en/of sieraden thuis. • Neem de thuismedicatie mee naar het ziekenhuis.
4
Diaconessenhuis Leiden • • •
Neem ruime schoenen mee die de hiel omsluiten; let er op dat deze schoenen niet glad zijn. Neem een rollator mee. Als u wilt leren lopen met krukken, adviseren wij u deze mee te nemen. Neem gemakkelijke kleding mee.
In het hoofdstukje ‘de tien meest gestelde vragen’ zijn overige adviezen en tips te lezen. Het stappenplan Het team heeft een stappenplan ontwikkeld om u optimale zorg te geven. Een verpleegkundige neemt dit stappenplan dagelijks met u door. Wij vertrouwen op uw medewerking en doorzettingsvermogen om dit plan samen met ons te kunnen realiseren. Het stappenplan is voor u een hulpmiddel op weg naar herstel. Bij vragen of onduidelijkheden kunnen de verpleegkundigen u uitleg geven. Dag 1: De dag van de operatie Vandaag wordt u opgenomen in het ziekenhuis. De verpleegkundige: • ontvangt u op de afdeling. Zij geeft een rondleiding over de afdeling en begeleidt u naar uw kamer. Zij regelt zo nodig praktische zaken, zoals telefoon- en televisieaansluiting. • neemt met u en eventueel uw familie de ingevulde vragenlijst door, die besproken is bij de nurse practitioner. Bijzonderheden of veranderingen, die van invloed zijn op uw herstel, worden hieraan toegevoegd. • schakelt, wanneer dit nodig is, het transferbureau in. Zij nemen dan na de operatie contact met u op. • zal de pols, bloeddruk en temperatuur opnemen. Tevens vraagt zij na of u nuchter bent (dit betekent dat u ’s ochtends niet mag eten of drinken). • geeft u ongeveer een uur voor de operatie het operatiejasje. Zij vraagt aan u eventuele make-up, sieraden of contactlenzen te verwijderen. Als u naar het toilet moet, kunt u dit nu nog doen. • geeft u, in opdracht van de anesthesist, pijnstilling en een tabletje om te ontspannen. Deze kunt u met een klein slokje water innemen. U kunt wat slaperig worden van de medicijnen. Vanaf nu is het de bedoeling dat u in bed blijft. • brengt u als het tijd is naar de operatiekamer. Op • • • • •
de operatiekamer wordt u begeleid door het operatieteam. krijgt u een infuus en een blaaskatheter. krijgt u een verdoving. Meestal een zogenaamde ruggenprik. Als u dit wenst, kunt u er een ‘roesje’ bij krijgen, waardoor u tijdens de ingreep slaapt. na de operatie verblijft u op de verkoever (uitslaapkamer) waar u goed wordt geobserveerd. u heeft een infuus, een katheter en een drain.
5
Diaconessenhuis Leiden
•
Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht binnen krijgt en dat vereiste medicijnen kunnen worden toegediend. Overtollig wondvocht en bloed wordt via de drain opgevangen. Dit opvangsysteem geeft de mogelijkheid het bloed, via het infuus, weer aan u terug te geven. Het urineren verloopt via de katheter. zodra u uw conditie het toelaat komt u weer terug op de afdeling.
De verpleegkundige • komt regelmatig bij u om te beoordelen of alles goed met u gaat. Daarom zal zij regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur meten, ook ‘s nachts. Ook zal zij vragen of u pijn heeft. Probeer tijdig aan te geven wanneer u pijn heeft of misselijk bent. De verpleegkundige kan u, in opdracht van de anesthesist, op dat moment van de nodige medicijnen voorzien. De klachten kunnen worden bestreden, maar niet altijd worden voorkomen. • belt uw familie bij terugkomst op de afdeling. • probeert ervoor te zorgen dat u comfortabel ligt. Mocht u tussentijds iets nodig hebben of willen weten vraag het gerust! Naast de medicijnen die u thuis krijgt, wordt gestart met medicijnen tegen trombose. Deze capsules moet u gedurende 4 weken innemen. Dag 2: De eerste dag na de operatie Vandaag verloopt alles min of meer in uw eigen tempo. U mag gewoon eten en drinken, al zal de eetlust verminderd zijn. Neem de tijd en rust om alles te overzien. De eerste stap naar herstel is gezet. De verpleegkundige: • verwijdert het drukverband van uw geopereerde been. • haalt de drain uit de wond. De wond is afgedekt met een dun verband. Indien het verband er nog goed op zit, wordt deze niet verschoond. • helpt u bij het wassen en aankleden in bed. • helpt u na de verzorging in de stoel. Het is hierbij belangrijk om de adviezen die worden gegeven goed op te volgen. • zal vandaag de katheter bij u verwijderen. Het urineren komt in de loop van de dag weer op gang. • vraagt regelmatig of u pijn heeft. Het is belangrijk dat u aangeeft hoe u de pijn ervaart. Pijnmedicatie kan op deze manier zoveel mogelijk op uw persoonlijke situatie worden afgestemd. Medewerkers van het laboratorium: • nemen bloed bij u af. Afhankelijk van de hoeveelheid bloedverlies na de operatie is het mogelijk dat er ijzertekort is ontstaan (bloedarmoede). Wanneer de uitslag van het bloed goed is en uw situatie het toe laat, gaat het infuus eruit. De afdeling radiologie Op de afdeling radiologie wordt een controlefoto van de knie gemaakt. U wordt hier in bed naar toe gebracht.
6
Diaconessenhuis Leiden
De fysiotherapeut • komt ’s ochtends kennismaken. De fysiotherapeut biedt u oefeningen aan om in bed te doen om trombose en stijfheid te voorkomen. Deze oefeningen moet u gedurende de rest van uw verblijf regelmatig herhalen. • geeft u een kussentje voor onder de enkel om ervoor te zorgen dat uw knie goed strekt, tevens is het belangrijk dat u probeert te vermijden met gebogen knie in bed te liggen. Dus het voeteneinde van het bed mag niet omhoog! • komt ’s middags nog een keer bij u om u nogmaals uit bed te helpen. Daarbij krijgt u de nodige instructies. • begeleidt u bij het lopen met behulp van de rollator. U mag het been volledig belasten, tenzij de orthopedisch chirurg anders heeft voorgeschreven. Deze stap in het revalidatieprogramma is moeilijk. We doen een groot beroep op uw doorzettingsvermogen. Dag 3 Vandaag bent u al halverwege uw verblijf in het ziekenhuis. U zult merken dat het in en uit bed komen al gemakkelijker gaat. Vandaag zult onder begeleiding uw loopafstand vergroten. Probeer goed te eten. Een goede voedingstoestand is belangrijk. De verpleegkundige • begeleidt u bij het wassen en aankleden. Dit kunt u op de rand van het bed doen. Hierbij krijgt u hulp bij het wassen van de rug en de onderbenen. Trek gemakkelijke kleding aan die niet knelt. • begeleidt u, net als de eerste dag, met het opstaan uit bed. Gebruik hierbij ook de instructies van de fysiotherapeut die u heeft gekregen. Dit is belangrijk, omdat u, wanneer u naar huis gaat, zelfstandig in en uit bed moet kunnen komen. U zult vandaag veel tijd doorbrengen in een stoel naast uw bed of aan tafel. Zorg ervoor dat uw benodigdheden binnen handbereik heeft, zodat u zich aangenaam kunt ontspannen. De • • • •
fysiotherapeut zal vandaag de loopafstand met u gaan uitbreiden. herhaalt de instructies voor het gebruik van het loophulpmiddel. geeft u oefeningen om in een stoel te doen. wanneer de fysiotherapeut dit aangeeft mag u zelfstandig gaan lopen.
Dag 4 U gaat iedere dag vooruit en het ontslag komt steeds dichterbij.
7
Diaconessenhuis Leiden De verpleegkundige • loopt met u mee naar de badkamer. Hier staan stoelen, dus u kunt gaan zitten en rustig de tijd nemen om zichzelf te wassen en aan te kleden aan de wastafel. De verpleegkundige helpt u met het wassen van de rug en de onderbenen. Zorg voor gemakkelijke kleding. Hulpmiddelen zoals, de helping hand, kousenaantrekker, lange schoenlepel en pantyaantrekker kunnen uw zelfredzaamheid vergroten. Een goede gelegenheid om het gebruik hiervan te gaan oefenen! • richt zich samen met u op uw ontslag. Zij spreekt met u de ervaringen van de afgelopen dagen door. Heeft u vragen, laat dit dan weten! Bedenk wat u moet regelen voor uw ontslag. Wie brengt u naar huis? Hoe stapt u in de auto? Moet u een trap op? Zijn er boodschappen in huis? Allemaal praktische vragen waar u rekening mee moet houden. Fysiotherapie • U gaat vandaag, indien gewenst, starten met het lopen met behulp van krukken. • De oefeningen van de dag 4 worden herhaald en/of uitgebreid. Dag 5: De dag van ontslag Vandaag gaat u naar huis! Realiseert u zich dat uw revalidatie nog niet klaar is. Geef u zelf de tijd die nodig is voor uw volledige herstel. De verpleegkundige • laat u zoveel mogelijk zelf doen. Doe de handelingen zoals u ze geleerd heeft. Lukt dat niet, vraag dan gerust om hulp. Het wordt u graag nog een keer uitgelegd. Medewerkers van het laboratorium • komen nog een keer bloed bij u prikken. Een van de vereisten om met ontslag te gaan, is dat het ijzergehalte in het bloed goed is. De fysiotherapeut • leert u als het nodig is om trap te lopen. • zal actief met u oefenen. Het wordt een drukke dag waarin veel energie van u wordt gevraagd. Probeer alles, maar forceer niets! Ook niet als u ziet dat medepatiënten misschien meer kunnen dan u. Ontslag ’s Avonds is het tijd om naar huis te gaan. Bij uw vertrek krijgt u van de verpleegkundige de volgende papieren mee: • • • • • •
Controleafspraak bij de nurse practitioner. Afspraak bij de afdeling radiologie voor een controlefoto. Recepten voor medicatie (alleen van de medicatie die tijdens uw opname is gestart). Verbandmateriaal. Een brief voor de huisarts. Machtiging voor fysiotherapie.
8
Diaconessenhuis Leiden • •
Overdracht van de fysiotherapeut. Folder: ‘wondzorg thuis’.
De hechtingen moeten veertien dagen na de operatie door de huisarts worden verwijderd. De datum staat aangegeven op uw afsprakenkaart. U maakt zelf deze afspraak bij de huisarts. Indien nodig krijgt u extra papieren mee: • Formulieren voor een afspraak bij trombosedienst. • Verpleegkundige overdracht voor de thuiszorg- of verzorgingsinstelling. De meest gestelde vragen. 1. Hoe komt het dat mijn been zo dik wordt? Door een verminderde doorbloeding kan het vocht uit uw been minder goed worden afgevoerd. Dit komt door de bloeduitstorting die ter hoogte van de operatiewond zit en die de neiging heeft de bloedvaten dicht te drukken. Tevens gebruikt u uw been de eerste dagen na de operatie minder, waardoor de doorbloeding nog niet optimaal is. N.B. Om de doorbloeding te stimuleren kunt u een oefening doen. De tenen en voeten op en neer bewegen. N.B. Om de zwelling te verminderen kunt u ijsblokjes (in een washandje of een theedoek) op de knie leggen. 2. Waarom krijg ik een antitrombose middel? Door de verminderde doorbloeding en de aanwezigheid van oud bloed bestaat de kans op trombose. Dit houdt in dat er een stolsel in een bloedvat wordt gevormd. Om trombose te voorkomen begint u na de operatie met capsules Pradaxa. Deze moet u gedurende 4 weken, een keer per dag innemen. Op de dag van uw ontslag krijgt u hiervoor een recept mee. U kunt dit afgeven bij uw apotheek. 3. Is het normaal dat ik na de operatie nog steeds last heb van pijn? Na het plaatsen van de knieprothese is de oorspronkelijke pijn meestal verdwenen. Toch kunt u nog enkele maanden in meer of mindere mate pijn hebben. De pijn zal door middel van pijnmedicatie zoveel mogelijk worden bestreden. Echter helemaal voorkomen is niet altijd mogelijk. 4. Zijn er bewegingen die ik niet met mijn been mag maken? Het is belangrijk dat uw nieuwe kniegewricht (= spieren, pezen, banden en kapsel) goed kan herstellen. Vermijd daarom acute draaibewegingen. Maak kleine stapjes als u zich omkeert en draai niet op uw geopereerde been. Wanneer u iets van de grond raapt, steun dan op u niet–geopereerde been en maak daarbij gebruik van een steunpunt (bijv. een stoel of tafel). Houd het geopereerde been naar achteren. Een helping hand biedt ook uitkomst.
9
Diaconessenhuis Leiden 5. Hoelang moet ik met krukken (hulpmiddel) blijven lopen? Meestal loopt u tot de eerste controle op de polikliniek met twee krukken (of rollator). U mag daarbij uw geopereerde been volledig belasten. Aan de hand van de controlefoto bespreekt de nurse practitioner met u of u zonder hulpmiddel mag lopen. 6. Mag ik na de operatie weer traplopen? Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis leert u indien noodzakelijk trap te lopen met behulp van krukken. De eerste zes weken na de operatie moet u deze wijze hanteren. U neemt in de ene hand een kruk en in de andere hand de trapleuning. Bij de trap op plaatst u eerst het niet geopereerde been een trede hoger. Bij de trap af eerst het geopereerde been een trede lager. In beide gevallen trekt u uw andere been erbij en u gebruikt daarbij de steunpunten (kruk en trapleuning). 7. Wanneer mag ik weer autorijden, fietsen en zwemmen? Zolang u nog met krukken loopt kunt u niet zelf autorijden. De eerste zes weken is in het been een verminderde reactiesnelheid aanwezig. Dit kan leiden tot verminderde mogelijkheden bij het autorijden. Lang in de auto zitten is niet aan te raden. Een autostoel is meestal laag, waardoor u hier moeilijk in en uit komt. N.B. Als u in de auto wilt stappen dan gaat u eerst op de stoel zitten waarna u beide benen in de auto plaatst. Voor het uitstappen geldt hetzelfde, maar dan in omgekeerde richting. Een plastic zak op de autostoel schuift makkelijker. Zet de auto een eindje van de stoeprand af zodat u niet te ver door de knieën hoeft als u gaat zitten. Het is raadzaam niet te fietsen zolang u nog met krukken loopt. Dit vanwege het maken van een mogelijke noodstop. N.B. Fietsen op een hometrainer is mogelijk wanneer u de knie 90º kan buigen. Zet het zadel iets hoger dan normaal en trap in een lage versnelling. Zwemmen raden wij, gedurende de tijd dat u met krukken loopt, af. Dit vanwege het feit dat u moeilijk in en uit het water kan komen. 8. Moet ik nog fysiotherapie hebben als ik straks weer thuis ben? Ja, u kunt voor de opname een fysiotherapeut inlichten. U heeft hier geen verwijsbrief van de huisarts voor nodig. Direct na uw ontslag vanuit het ziekenhuis kunt u beginnen met fysiotherapie. U krijgt een machtiging mee vanuit het ziekenhuis, zodat de kosten voor fysiotherapie vergoed worden door uw verzekering. 9. Wanneer gaan de hechtingen eruit? Bij een goede wondgenezing mogen veertien dagen na de operatie de hechtingen door de huisarts worden verwijderd.
10
Diaconessenhuis Leiden
10.
Wanneer moet ik contact opnemen met de nurse practitioner of orthopedisch chirurg? • Als u plotseling meer pijn krijgt en niet meer op uw been kunt staan. • Als uw wond gaat lekken en/of er rood en warm uitziet. • Als de beweeglijkheid van de knie fors achteruit gaat.
Leefregels Voor de meeste leefregels geldt dat u deze voor de eerste twee tot drie maanden na de operatie moet toepassen. Algemeen: • Loop voor tenminste zes weken met een hulpmiddel (krukken/rollator). • Vermijd extreme en acute draaibewegingen van uw been. • Wissel inspanning en rust af. • Vermijd zwaar huishoudelijk werk zoals stofzuigen, ramen zemen, dweilen. • Wissel regelmatig van houding. Langdurig staan of zitten wordt afgeraden. • Maak gebruik van beide armleuningen wanneer u uit een stoel opstaat. • Douche of was uzelf de eerste tijd zittend (Dit geldt ook voor het aankleden). • Zorg eventueel voor hulp bij uw lichamelijke verzorging zoals; voeten wassen, kousen en schoenen aantrekken. • Houdt u aan de leefregels bij het uitvoeren van uw dagelijkse activiteiten en hobby’s. • Voer regelmatig uw oefeningen uit. Oefeningen In bed: 1. Tenen en voeten op en neer bewegen (ter voorkoming van trombose). 2. Aanspannen van de bovenbeenspieren (knieën strekken, knieholtes in de matras duwen en de tenen naar de neus brengen). 3. Aanspannen van de bilspieren (billen samenknijpen). 4. Rolletje onder de hiel en nu uw knie laten uithangen (goed voor de strekking van de knie). Zittend: Neem plaats op de rand van uw bed of stoel, waarbij het bovenbeen aansluit op de onderlaag: 1. Rustig uw been buigen, eventueel ondersteund door uw nietgeopereerde been. 2. Probeer uw been zo ver mogelijk te strekken en dit even vast te houden, eventueel ondersteund door uw niet-geopereerde been. Weer naar huis Heeft u voldoende hulp kunnen regelen zodat u thuis of elders goed kunt
11
Diaconessenhuis Leiden herstellen? Een vraag waarbij u en wij uitgebreid moeten stilstaan. Wanneer u geopereerd bent, zult u beperkt zijn in uw beweeglijkheid en mobiliteit: u loopt met behulp van een rollator of krukken. U begrijpt dat het uitvoeren van de huishoudelijke taken moeilijk wordt. Zelfs uw eigen lichamelijke verzorging en het aan- en uitkleden kan problemen opleveren. De voorbereiding op de nazorg begint voor de operatie bij het bezoek aan de nurse practitioner. Samen met u en eventueel uw huisgenoten wordt het verloop van uw herstelperiode bekeken. Dit is belangrijk zodat u na de opname tijdig voldoende hulp ter beschikking heeft. Aan de hand van een vragenlijst wordt uw persoonlijke situatie besproken. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis wordt hier door de verpleegkundige van de afdeling op teruggekomen. Indien noodzakelijk schakelt zij het transferbureau voor u in. Om uw zelfredzaamheid thuis te vergroten zijn er hulpmiddelen te verkrijgen. Wij hebben er een paar voor u op papier gezet. Hulpmiddelen:
o o o o
Bedklossen Toiletverhoger 5/10/15 cm. Toiletstoel Douchestoel
Te leen bij de Thuiszorgwinkel in uw regio
o o o o o o o
Helping hand (eenvoudig) Helping hand (opvouwbaar) Helping hand (magneet) Elastische veters Kousenaantrekker Pantyaantrekker Verlengde schoenlepel (div. materialen en afmetingen)
Te koop bij de Thuiszorgwinkel Welzorgwinkel in uw regio
o o o o
Antislipmat Lange badborstel Bretels Handgrepen of beugels (bijv. in de souche of op het toilet.
Te koop bij drogisterijen en huishoudzaken
Transferbureau: Via de thuiszorg kan hulp geboden worden. Een medewerker van het transferbureau bezoekt u om samen met u na te denken over hoe het thuis zal gaan en hoeveel hulp u nodig denkt te hebben.
12
Diaconessenhuis Leiden De thuiszorgorganisatie biedt hulp bij o.a.: • verpleging • lichamelijke verzorging • wondzorg De zorg wordt betaald door de AWBZ, hierbij hoort een eigen bijdrage. Deze is inkomensafhankelijk. De huishoudelijke hulp wordt door de gemeente waarin u woont geïndiceerd. U kunt hier van te voren naar informeren bij het WMO-loket van uw gemeente. Wanneer blijkt dat u bijvoorbeeld om medische redenen of andere omstandigheden niet naar huis kunt, wordt gezocht naar een andere voorziening. De volgende voorzieningen zijn mogelijk: •
•
Tijdelijk logeren in een verzorgingshuis. Met toestemming van het CIZ (centrum indicatiestelling zorg) kunt u enkele weken opgenomen worden in een verzorgingshuis. Hiervoor is het van belang dat u zelfstandig in- en uit bed kunt en zelfstandig kunt lopen met een hulpmiddel. Tijdelijke opname in een verpleeghuis. Als alle andere mogelijkheden zijn uitgesloten, kan revalidatie in een verpleeghuis noodzakelijk zijn.
De eigen bijdrage betreffende opname in een verzorgings- en verpleeghuis varieert, afhankelijk van uw inkomen. Het CAK (centraal administratiekantoor) vraagt uw inkomen op bij de Belastingdienst; u moet hiervoor toestemming geven. Opmerkingen en persoonlijke adviezen. (plaats voor aantekeningen)
Nurse practitioner (maandag t/m donderdag), telefoonnummer 071 - 517 81 78, piepernummer 21164 Polikliniek orthopedie, telefoonnummer: 071 – 517 81 22 Planbureau, telefoonnummer: 071 - 515 55 43 1011/5018748/DIA1144
13