De voeten van de stad recherche La Defénse, het 21e arrondissement van Parijs legde aan zijn architecten en ontwerpers een eis op die er toe heeft bijgedragen dat het gebied een eenheid is geworden. De ontwerpen in dit stadsdeel hebben op een zeer uitzonderlijk manier een samenhang gekregen. Het geheim zit hem in het detail, of liever in het ontbreken daarvan. Doorgaans krijg de gevel van het gebouw tot op de kijkhoogte een fijnere detailering mee. Doorgezet tot in enkele verdiepingen. De ingang is verfraaid, de aansluiting met de straat is omlijst. Het gebied, dat de toegang tot gebouwen vormt noem ik: de voeten van de stad. Gemeentelijke diensten zijn de pedicure. In La Defénse lopen spiegelwanden van kantoorcomplexen door tot op de straatstenen, het glas klet koud op de stoep neer. Ook aan het troittoir ontbreekt iedere extra krul. Alle objecten staan hier met harde lassen op elkaar. Volumes. Het idee was even eenvoudig als geniaal, en een resultaat als een schilderij zonder lijst. Een dictaat, een claim. De samenhang in dit Parijse stadsdeel tussen de elementen is groot. Het logische gevolg is dat het overoverzichtelijk wordt, het oog krijgt de gelegenheid nieuwe verschillen waar te nemen. De ruimte wordt er juist divers van. Verschillen in de vorm worden versterkt, alles raakt uitvergroot. Dit gebied is groots, in de mentaliteit, in de opvattingen over de dingen, in de dingenb. De claim die de objecten op hun omgeving leggen is hard en oververzettelijk. De ruimte is opgeruimd en aangenaam. Nogsteeds is La Defénse een modern stuk stedenbouw terwijl het toch uit de zeventiger jaren stamt. Maar. Een het tegenovergestelde geeft net zozeer een helder resultaat.
Deze tegenstelling is te zien in de stedenbouwkundige opvatting van New York. Hier is het gevoel voor een menselijke maat behouden door juist te striven naar de verkleining in het straatniveau, details, een reductie. De eerste verdiepingen van de wolkenkrabbers zijn uitgewerkt, daarboven komt pas het rolgordijn. ratatata ta. De voeten van New York zijn verfijnd. Het lichaam mag groot en plomp zijn de details op entreeniveau zijn uitgewerkt. Ook de ijzige tret in de beplating van het WTC-complex in Manhatten was aan de voet onderbroken, in de onderste verdiepingen waren de patronen met gestyleerde gotische bogen. New Yorkse wolkenkrabbers zijn torens op gebouwen. Als waren de no-flied zones boven onze paleizen, massief en zichtbaar. Zo zijn hun gebouwen. Meestal is de voet in een neo-clasicistisch stijl opgetrokken, Brits. Een Amerikaanse variant op onze welstandscommissies ziet toe op de uitvoering van deze ontwerp-opvatting. De uitvoering is even rigide als in la Défense, en het resultaat is er naar. De Claim die het gebouw mag leggen op de ruimte is een model. Een architect die zich niet bewust is van de schaduw die zijn bouwwerken leggen is niets waard. Eigenlijk kan de bedenker zich voor de vorm beperken tot ontwerpen van de schaduw, de claim die het op zijn omgeving zal leggen. De buitenwereld raakt doorkneed en is geboetseerd. Deze eis en het beginsel om te bouwen binnen een stelsel van carré’s, maakt dat New York indrukwekkender is dan andere in omvang vergelijkbare steden. Al heeft het conglomeraat Shanghai binnenkort een groter en hoger Manhatten, het mist daarin het noodzakkelijk verband. Daarbij moet wel worden gezegd dat het lukraak doorbouwen als in Aziatische steden nu gebeurt ook een samenhang ontstaat. Eén die en chaos veroorzaakt, wat mits het concequent wordt doorgevoerd op zijn beurt weer een geheel vormt. Alles wordt mooi als het onontkoombaar is. Wil je controle wees dan rigide.
In het nieuwe centrum van Den Haag is het ook een chaos, een doolhof van onduidelijke afspraken. Iedere architect heeft zo zijn eigen opvattingen en bouwt die tot ver buiten de grens van zijn gebouwen uit. Richard Meijer mocht in Den haag claims leggen op de gebruiksfunctie van zijn ontwerp. Ambtenaren in het gemeentehuis kunnen niet zomaar willekeurig eigen spullen kiezen, het verhaal gaat dat er niets groens in de kantoren mag staan, geen plantje in de vensterbank. Buiten leggen de gebouwen een eigen claim op de openbare ruimte. Tegenstrijdige belangen ontmoeten elkaar in het openbaar. Buiten is een riskante plaats, je bent er omringt door volslagen idioten. Geen parkeergarages meer onder gevoelige ‘objecten’. Hier geen fietsen plaatsen. De stad Den haag bestaat uit gemeentelijke, landelijke en internationale belangen, het is een belangenstapel. In het belangenschap slapen in het bed van de stad meerdere lichamen, een orgie van belangen. En het zwaarste lijf ligt bovenop. Een andere beeld het gebruik van de ruimte die de verschillende zaken innemen: De geraamtes. De lichamen vallen weer uit elkaar. De botje worden niet neergelegd, als de kipbotjes na de maaltijd aan de rand van het bord, maar liggen in een raadselachtig orde opgesteld, Ze liggen uitgespreidt over de hele tafel, maar in een eigenaardige orde zoals de botten in een olifanten graf. Zorgvuldig uitgetelt. De olifanten weten precies hoe en laten ze niet verplaatsen. Een ritueel. De afdrukken op de stadse vloer lijken slechts willekeurig. na een dans. De lichamen zijn belangen, liggen uitgetelt op elkaar. Een ruimtelijk model is zo verzonnen. Mijn nieuwe voorstelling is een piramide. Het model voor hiërarchie. Op de basis bevindt zich het belang van de burger, de burger met zijn burgelijke vrijheden.
De kleine zielen, wij. Daarboven ligt het algemeen belang, het Landsbelang, de economie daarop het Europese belang en tot slot, als een piek op een kerstboom bevindt zit het Internationale belang. Het zwaarlijfige monster. Het internationaal wezen dat zich in deze heeft stad heeft genesteld, kent een grote idealen. Het is de draak van het grote gelijk. Het streeft naar de totalitaire democratie en de enige wereldvrede, maar zet daarvoor vrijheden opzij. Het bouwt vestingen, stellingen, hermetisch afgesloten ruimten in haar binnenste. De inspectiedienst laat zelf geen inspectie toe. Muren worden opgetrokken, de bewaking is opgeschaald. Restrictie code 1, code 2, code 3. En de bewegingsruimte van de burger kan worden beperkt, de straten afgesloten, observatieposten op iedere hoek. De padden zijn smaller, de wetten rechter. De ondergespoelde stad wordt kleiner. Het is een logisch gevolg van het feit dat iedereen waarschijnlijk denkt het ‘goede’ te doen. Het rampzallige nut. Het is evenwel opmerkelijk dat beslissingen over openbaarheid zich afspelen buiten het blikveld van het publiek. Als duidelijk voorbeeld dient de inrichting van de openbare ruimte. Er is voor de burger geen controle, geen kennis en al zeker geen inspraak. Men wordt met veranderingen gewoon geconfronteerd. De weg is afgesloten, voor een ambassade is een nieuwe blokade, de speeltuin is verdwenen, het gebouw ernaast blijkt iets te gevoeligs te huisvesten. De ene na de andere claim. Handhaving van een openbare orde werkt als een bevel. Een toverspreuk. Geen tijd voor controversen. Wanneer de bestuurlijke functies in een stad toenemen verandert de openbare ruimte volledig, de stad wordt bezet.
Peking, Brussel, Rome Het internationale recht gaat boven het Nationale recht, dat op haar beurt weer boven alle gemeentelijke belangen staat, en het individueel gelijk. De gemeenteraad van Den Haag heeft niets te zeggen over grote delen van haar grondgebied. Daarbij worden lokale diensten, en aan de burgerij behorende faciliteiten, zoals het onderhoud van de straat en de plantsoenen, (de pedicure voor de voeten van de stad) ingezet voor het nut van de hogere discipline. Ook het woningbeleid, het bestemmingsplan, wordt aangewendt om het hogere belang te beschermen. De diensten worden misbruikt. Bij weerstand, rest altijd nog de dwang, De wet. Het probleem is niet om een ruimte in bezit te nemen, maar om het bezet te houden. De handhaving is het werkelijke probleem. de claim, de paradox van de vrijheid. De botsing in onze democratische grondbeginselen is nergens zo zichtbaar aanwezig als in de openbare ruimte. In de schaduw van de gebouwen. Ik loop om het Vredespaleis heen, het hekwerk, wat een krankzinnig model voor vrede.