M-serie Retail Systemschalen
Gebruikers handboek Deel 2 DUTCH
76104-302 Issue 04
15.04.2008
*76104-302*
©Avery Berkel 2008. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, opgeslagen in een elektronisch retrieval system of in enige vorm of met enig middel, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopie, opname of op enige andere manier worden doorgegeven, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthouder, of zoals toegestaan door de wet of door een licentie. Een volledige bronvermelding moet steeds worden gegeven. Avery Berkel is een afdeling van ITW Limited. Deze publicatie was correct op het ogenblik dat deze werd gedrukt en wordt geleverd zonder aanspraak voor fouten of tekortkomingen. Avery Berkel behoudt zich het recht voor om op ieder ogenblik en zonder kennisgeving de kenmerken of het design van een product of dienst te wijzigen.
Handelsmerken en erkenningen Avery Berkel is een geregistreerd handelsmerken in bepaalde rechtsgebieden. Alle merken en productnamen die in dit document worden gebruikt, zijn handelsmerken of geregitreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
BELANGRIJK Bij het programmeren of configureren van de apparatuur moet u steeds de betreffende normen en regels respecteren. De in dit document vermelde instellingen zijn mogelijk niet wettelijk toegestaan voor handel met het publiek.
Inhoudsopgave pagina
1
Veiligheid
11
1.1
Waarschuwingen
11
2
Barcodes
15
2.1
Barcodes invoeren
15
2.2
Serial Shipping Container Code (SSCC)
18
2.3
Merkartikelen
20
2.4
Eigen merk-artikelen
24
2.5
Scannen van een barcode
29
2.6
Definiëren barcodeformaat
33
2.7
Een barcodereferentie maken
35
2.8
Barcodeformaten
37
2.9
Variabele barcodeformaten
44
3
Producttraceerbaarheid
49
3.1
Verplichte informatie
49
3.2
Tracering gebruiken
51
3.3
Traceringprogramma’s
54
3.4
Informatie afdrukken
58
3.5
Karkascodegegevens
59
3.6
Karkastabellen programmeren
63
3.7
Barcodes definiëren
66
3.8
Het systeem instellen
70
3.9
Brongegevens verzamelen
74
3.10 Prepack-mode
76
3.11 Traceringpaspoort
80
3.12 Voorgewichtfunctie
83
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3
4
3.13 Toonbankmode
85
3.14 Vooraf ingestelde stand
87
3.15 Traceerbaarheidsrecords
91
3.16 Lotnummer bij PLU’s
94
3.17 Oude paneelteksten wissen
98
4
Rapportagefuncties
101
4.1
Batchrapporten
102
4.2
Configureren van rapporten
104
4.3
Totaalrapporten
107
4.4
Karkastotalen-rapport
126
4.5
Etiketruntotalen
127
4.6
Transactierapporten
129
4.7
Afdruk-selectie
130
5
Journaalmode
5.1
Opzetten van de journaal-functie
133
5.2
Afdrukken van het Journaalrapport
135
5.3
Wissen Journaal
137
6
Netwerken opslaan
6.1
Operationele stand
141
6.2
Toonbankmode
144
6.3
Bediening van de kassa (Point of Sale)
147
7
Communicaties
7.1
Autoconfiguratie
153
7.2
Instellen Machine ID (M/C ID)
155
7.3
Netwerkmap
156
7.4
Backup server
158
7.5
Netwerkfouten verhelpen
160
133
141
151
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.6
Lokale mode
161
7.7
Systeem zenden (netwerk zenden)
164
7.8
Machineconfiguratie zenden
166
7.9
Configuratie
167
7.10 Wireless LAN-communicatie
172
7.11 RF-codering
177
7.12 Emailwaarschuwingen
179
8
Bestands-backup
8.1
Zenden/laden van gegevens
9
Help-Informatie
187 187
193
9.1
Set up mode
193
9.2
Foutmeldingen
194
9.3
Wanneer er iets fout gaat
198
10
Appendix
203
10.1 Uitgebreide karakters
203
10.2 Ondersteunde AI-codes
207
10.3 Substitutiecodes
208
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
216
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
5
6
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
1 Veiligheid 1.1 Waarschuwingen
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
9
1.1 Waarschuwingen
1
Veiligheid
1.1
Waarschuwingen
1 Veiligheid
Veilige installatie Voor uw veiligheid dient alle elektrische apparatuur (110V of 220V) die in een natte of vochtige omgeving word gebruikt van een correct gezekerde bron voorzien te zijn en beveiligd door middel van een goedgekeurd RCD tot BS7071 of BS7288 of BS4293. VRAAG BIJ TWIJFEL ADVIES VAN EEN ERKEND ELEKTRICIEN. U dient voor de netspanning gebruik te maken van een stopcontact met randaarde. Het stopcontact moet voorzien zijn van een stroombeveiliging met de juiste nominale waarde. VOORZICHTIG: De netvoedingskabel moet worden verbonden met een geaard stopcontact. Het stopcontact moet voorzien zijn van een stroombeveiliging met de juiste nominale waarde. Als de apparatuur van een stekker voorzien is, dan moet deze apparatuur in de buurt van een goed toegankelijke schakelaar in de stroomkring opgenomen worden. Apparatuur met een vaste net verbinding moet in de verbindingskabel voorzien zijn van een makkelijk bereikbare schakelaar.
USA Als de kleine weegschaal is verbonden met een 240V voeding, moet de verzamelbak worden beschermd met een 15 Amp contactverbreker
Veilig gebruik Om de kans op een elektrische schok of schade aan de machine te voorkomen, schakel de machine altijd uit en isoleer van de elektriciteitsvoorziening voordat routineonderhoud plaatsvindt. Om te voorkomen dat de machine valt, dient u er, indien nodig, voor te zorgen dat het werkoppervlak stevig, vlak en stabiel is. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
11
1 Veiligheid
1.1 Waarschuwingen
Reinigen van de machine VOORZICHTIG: Harde schuurmiddelen, oplosmiddelen en alkalische reinigers zoals schoonmaaksoda dienen niet te worden toegepast, vooral niet op de displays. U dient onder geen enkele omstandigheid de binnenkant van de machine schoon te maken. De buitenkant van de standaardproducten kan met een schone vochtige doek met afwasmiddel worden afgenomen. De buitenkant van producten met een IP65, IP66 en IP67 bescherming mogen worden afgespoeld met water dat een beetje zuiveringsmiddel bevat. Training Tracht geen procedure op de machine of aan het netwerk uit te voeren, behalve wanneer u de relevante training gehad heeft, of de instructieboeken gelezen heeft. Ergonomie Om RSI (Repetitive Strain Injury = letsel door repetitieve werkzaamheden) te voorkomen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de machine op een werkoppervlak wordt geplaatst dat ergonomisch voldoet voor de gebruiker. In gevallen van lang gebruik adviseren wij de richtlijn EN614-2 te respecteren. EMC overeenstemming De volgende waarschuwing kan op uw machine van toepassing zijn. WAARSCHUWING: Dit is een klasse A-product. In huiselijke omgeving kan dit product radio-interventie veroorzaken in welk geval de gebruiker de noodzakelijke maatregelen dient te nemen. Reinigen van de printkop VOORZICHTIG: Gebruik geen metalen objecten voor reiniging van de printkop. Maak enkel gebruik van de geadviseerde schoonmaakset voor de printkop.
12
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2 Barcodes 2.1 Barcodes invoeren 2.2 Serial Shipping Container Code (SSCC) 2.2 Merkartikelen 2.3 Eigen merk-artikelen 2.4 Scannen van een barcode 2.5 Definiëren barcodeformaat 2.6 Een barcodereferentie maken 2.7 Barcodeformaten 2.8 Variabele barcodeformaten
M-serie Gebruiksaanwizjing Deel 2
13
2.1 Barcodes invoeren
2
Barcodes
2.1
Barcodes invoeren
2 Barcodes
Barcodes worden gebruikt om bepaalde kenmerken van een product te identificeren, bijvoorbeeld prijs, aantal en artikelnummer. De machine toont vaste barcodeformaten als een serie nummers en letter. Ieder nummer en iedere letter geeft een teken in de barcode aan. Door de tekens in een andere volgorde te zetten, kunt u de informatie van de barcode op een andere wijze afdrukken. Er zijn geen voorgeprogrammeerde standaardwaarden voor de barcodes met variabel formaat. U kunt elk van de barcodetypes kiezen voor etiketten, bonnen en talons, of u kunt de barcode uitschakelen (zie Deel 1, hoofdstuk 5.5, pagina 121). U kunt maximaal 15 barcodeformaten aanmaken en opslaan.
Soorten barcodes De beschikbare typen barcode zijn: O
EAN 13
Vaste formaat
O
EAN13 Scandinavisch
Vaste formaat
O
EAN8
Vaste formaat
O
UPC12
Vaste formaat
O
UPC13
Vaste formaat
O
EAN125
Variabele formaat
O
Code 128
Variabele formaat
O
Code 39
Variabele formaat
O
Code 39, uitgebreid
Variabel formaat
O
ITF 14
Vaste formaat
O
PDF417
Variabele formaat
O
RSS, uitgebreid
Variabel formaat
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
15
2 Barcodes
2.1 Barcodes invoeren
O
RSS14
Vast formaat
O
RSS, beperkt
Vast formaat
O
SSCC
Vast formaat
Barcodes met een vast formaat Verscheidene typen barcodes met een vast formaat worden voor handelsdoeleinden internationaal geaccepteerd. Het gebruikte type barcode hangt af van de standaard die in een bepaald land geldig is. Voorbeeld:In de Verenigde Staten worden UPC-barcodes gebruikt. Voorbeeld:In Europa worden EAN-barcodes gebruikt. Standaardformaat Iedere type barcode is geprogrammeerd in de machine als een standaard formaat voor de barcodetekens (zie hoofdstuk 2.8, pagina 37). Dit heet het standaardformaat. De barcodeformaten kunnen worden geredefinieerd om de barcode van een eigen-merkartikel of ander merkartikel te printen.
Barcodes met een variabel formaat De gegevens die worden ingevoerd om de informatie vast te leggen in de barcode hoeven uitsluitend te voldoen aan de regels voor het gebruikte type barcode. Het zou bijvoorbeeld mogelijk nodig zijn om AI’s (Application Identifiers) te kunnen gebruiken voor de codering.
Barcodes afdrukken
16
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.1 Barcodes invoeren
2 Barcodes
LET OP..... Etiket-machines Barcodes worden alleen geprint als er een barcodeformaat in de machine is toegekend of als een barcode in een PLU aanstaat (zie Deel 1 hoofdstuk 5.5, pagina 121 en Deel 1 hoofdstuk 6.4, pagina 151).
LET OP ..... Bon-machines Barcodes worden alleen geprint als deze op de machine aangezet zijn. Als het barcodeformaat het afdelingsnummer of groepsnummer omvat, dan mag u geen goederen of artikelen van verschillende afdelingen of groepen op dezelfde bon zetten. Meerdere barcodes afdrukken O U kunt zonodig meerdere barcodes op hetzelfde label afdrukken. O
De barcodes kunnen worden gedefinieerd in de PLU of worden verwezen naar een etiketformaat.
O
Programmeren van de barcode in de PLU is de beste methode voor kassabarcodes (barcodes bij de Point of Sales).
LET OP ..... Maakt u de barcodes aan voordat u de PLUs aanmaakt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
17
2 Barcodes
2.2
2.2 Serial Shipping Container Code (SSCC)
Serial Shipping Container Code (SSCC) De SSCC-code wordt gebruikt om verpakkingen of logistieke eenheden te identificeren en te traceren. De barcodesticker opzij van de verpakking bevat de bedrijfsnaam en een uniek identificatienummer, de zogenoemde "seriële referentie". Opmerking: SSCC-barcodes worden alleen afgedrukt op verpakkingstotaaletiketten. Men kan twee types SSCC-codes programmeren: •
Seriële SSCC, bestaande uit de seriële referentie van het bestaande transactievolgnummer en de 2 identificatiecijfers van de machine vooraan - dit garandeert dat de seriële referentie een unieke waarde is.
•
Consecutieve SSCC, bestaande uit de seriële referentie van een nieuw volgnummer van een machine. De machine-identificatie kan voor het volgnummer worden geplaatst.
Opmerking: AI en Dewey Codes vindt u in resp. hoofdstukken 10.2 en 10.3.
Barcode programmeren Het programmeren van de barcode gebeurt op dezelfde manier als voor GTIN. De ‘S’-code in het barcodeformaat wordt al gebruikt om te verwijzen naar het volgnummer van een transactie. Onderstaand voorbeeld geeft weer hoe een barcodeformaat voor een SSCC-code wordt geprogrammeerd als een prefix van 7 cijfers nodig is en het volgnummer van de transactie gebruikt wordt als seriële referentie. Dit is een voorbeeld met EAN 128 en geeft een sequentiële barcode weer.
18
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.2 Serial Shipping Container Code (SSCC)
2 Barcodes
Cijf er
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Teken
1
1
2
3
4
5
6
7
0
S
S
S
S
S
S
S
S
C
Pref ix b ed rijf
Seriële ref erent ie
Typ e verp akking
Co nt ro lecijf er
Opmerking: Het 9e cijfer heeft een vastgelegde waarde (hier 0). Deze waarde kan echter een willekeurige waarde of het netwerk-id zijn. Onderstaand voorbeeld geeft weer hoe een barcodeformaat voor een SSCC-code wordt geprogrammeerd als een bedrijfsprefix van 7 cijfers nodig is en het nummer van de SSCC-code gebruikt wordt als seriële referentie. Dit is een voorbeeld met EAN 128 en geeft een consecutieve barcode weer.
Cijf er
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Teken
1
1
2
3
4
5
6
7
0
R
R
R
R
R
R
R
R
C
Pref ix b ed rijf
Typ e verp akking
Seriële ref erent ie
Co nt ro lecijf er
Opmerking: Alle 9 cijfers van het SSCC-nummer worden gebruikt, maar dit is niet verplicht. Ieder cijfer van 1 tot 9 kan worden gebruikt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
19
2 Barcodes
2.3
2.3 Merkartikelen
Merkartikelen Barcodes met alleen productnummer Dit type barcode omvat alleen het productnummer. Deze barcodes zijn het meest gebruikelijk voor gemerkte goederen. Bijvoorbeeld, een pot koffie met fabrikant-productnummer 5021991245497. Om het PLU-bestand te creëren: Maak een barcode met productnummer aan in formaten EAN8 of EAN13 AAAAAAAC AAAAAAAAAAAAC.
LET OP ..... Voert u dit uit voordat u de PLU aanmaakt. Zie hoofdstuk 2.7, pagina 35. Daarna: 1.
Maak een stuks-PLU aan. Zie hoofdstuk 6.4, pagina 151.
2.
Programmeer de stuksprijs.
3.
Voer andere productinformatie in die u in het bestand wilt opnemen.
4.
Selecteer Barcode aan.
5.
Voer de barcodeformaat-referentie in.
6.
Voer het barcodenummer van de fabrikant in of scan deze wanneer het barcodeformaat weergegeven wordt.
Opmerking: U kunt het productnummer enkel invoeren in de aangegeven artikelnummerposities (A) in de barcode formaat.
20
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.3 Merkartikelen
2 Barcodes
LET OP..... U kunt een barcode met productnummer alleen toekennen aan een stuks-PLU. Het is wettelijk niet toegestaan dit type barcode voor een gewogen PLU te gebruiken. Als de goederen in de kassamode worden gescand, dan geeft de bon de omschrijving en de prijs weer zoals geprogrammeerd in de PLU.
Prijs in de barcode Sommige goederen komen van de fabrikant gewogen en geprijsd, bijvoorbeeld ingevroren kippen en voorverpakt fruit en groente. In zulke gevallen zal de barcode van de fabrikant het productnummer en de verkoopprijs omvatten. Om het PLU-bestand te creëren: Maak het barcodeformaat aan zoals dit geregistreerd is bij uw normalisatie-instituut voor gebruik bij voorgeprijsde en gemerkte goederen. Bijvoorbeeld, in Groot-Brittannië wordt momenteel het formaat 20AAAAAVPPPPC toegepast.
LET OP..... Voert u dit uit voordat u de PLU aanmaakt. Zie hoofdstuk 2.7, pagina 35. Daarna: 1.
Scan de productbarcode als u ziet Ingave PLU.
2.
Voer andere productinformatie in die u in het bestand wilt opnemen.
OF M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
21
2 Barcodes
2.3 Merkartikelen
1.
Maak een stuks-PLU aan. Zie hoofdstuk 6.4, pagina 141.
2.
Programmeer de stuksprijs als 0.00.
3.
Voer andere productinformatie in die u in het bestand wilt opnemen.
4.
Selecteer Barcode aan.
5.
Voer de barcodeformaat-referentie in voor gemerkte, voorgeprijsde goederen.
6.
Voer het barcodenummer van de fabrikant in of scan deze wanneer het barcodeformaat weergegeven wordt.
Als de goederen worden gescand in kassamode, dan toont de bon de geprogrammeerde omschrijving in de PLU en de prijs die in de barcode van de fabrikant opgenomen is.
22
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.3 Merkartikelen
2 Barcodes
€
€
€
Bon voorbeeld Etiket fabrikant voorbeeld Barcodeformaat komt overeen met het gespecificeerde EAN formaat. 20AAAAAVPPPPC 20 00076 0 0040 8
Prefix - nationale code voor het Verenigd Koninkrijk Artikelnummer Prijsverficatie Prijs Algehele verificatie
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
23
2 Barcodes
2.4
2.4 Eigen merk-artikelen
Eigen merk-artikelen U kunt etiketten met barcodes op de goederen plaatsen die in de winkel verpakt zijn voor verkoop. Als u de barcode op het etiket zet, dan kan de verkoper de goederen scannen op de PoS- of checkout machine.
Barcodes met alleen productnummer Gebruik dit type barcode voor goederen met een niet-variabel gewicht en een vaste prijs. De barcode op het etiket tont alleen het productnummer en de prijs wordt op de schappen aangegeven. Een typisch gebruik is producten uit de bakkerijafdeling.
LET OP..... Om prijsonnauwkeurigheden te voorkomen, dient dit type etiket geen prijs weer te geven. Als u twijfelt over prijsweergave, gebruikt u dan liever de barcode met geïntegreerde prijs. Om het PLU-bestand te creëren: Maak dit type barcode aan in of EAN8 of EAN13 formaat: 2AAAAAAC of 02AAAAAAAAAAC
LET OP ..... Voert u dit uit voordat u de PLU aanmaakt. Zie hoofdstuk 2.7, pagina 35. Daarna:
24
1.
Maak een stuks-PLU aan.
2.
Voer een etiketformaat in dat barcodes mogelijk maakt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.4 Eigen merk-artikelen
2 Barcodes
3.
Programmeer de stuksprijs.
4.
Voer andere productinformatie in die u in het bestand wilt opnemen.
5.
Selecteer Barcode aan.
6.
Voer de barcodeformaat-referentie in.
7.
Voer het productnummer in.
Opmerking: U kunt het productnummer enkel invoeren in de aangegeven artikelnummerposities (A) in de barcode.
LET OP ..... U kunt een barcode met productnummer alleen toekennen aan een stuks-PLU . Het is wettelijk niet toegestaan dit type barcode voor een gewogen PLU te gebruiken. 8.
Print de barcode-etiketten en plaats deze op de goederen.
Als de goederen in de kassamode worden gescand, dan geeft de bon de omschrijving en de prijs weer zoals geprogrammeerd in de PLU.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
25
2 Barcodes
2.4 Eigen merk-artikelen
€
€
€
Winkeletiket voorbeeld Barcodeformaat met alleen productnummer
Bon voorbeeld
2AAAAAAC 2 000076 0 0
Prefix - winkel-code voor EAN8 Artikelnummer Prijsverficatie Algehele verificatie
Afbeelding 2.1 Label en gedrukte bon
26
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.4 Eigen merk-artikelen
2 Barcodes
Prijs in de barcode Gebruik dit type barcode op etiketten voor producten zoals vers vlees of vis, die geprijsd of gewogen zijn en geprijsd in het voorverpakkingsgedeelte van de winkel. Om het PLU-bestand te creëren: Maak een geschikt barcodeformaat aan voor gebruik met voorgeprijsde eigen merk-goederen. Het aanbevolen formaat is: 02AAAAVPPPPPC.
LET OP ..... Voert u dit uit voordat u de PLU aanmaakt. Zie hoofdstuk 2.7, pagina 35. 1.
Maak een gewogen of stuks-PLU aan.
2.
Voer een etiketformaat in dat barcodes mogelijk maakt.
3.
Programmeer de kiloprijs of stuksprijs.
4.
Voer andere productinformatie in die u in het bestand wilt opnemen.
5.
Selecteer Barcode aan.
6.
Voer de barcodeformaat-referentie in.
7.
Voer het productnummer in.
Opmerking: U kunt het productnummer enkel invoeren in de aangegeven artikelnummerposities (A) in de barcode. 8.
Print de barcode-etiketten en plaats deze op de goederen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
27
2 Barcodes
2.4 Eigen merk-artikelen
In kassamode worden gewogen goederen als een stuksartikel behandeld als u de barcode met geïntegreerde prijs scant. De bon geeft de in de PLU geprogrammeerde omschrijving weer en de prijs die in de barcode geïntegreerd is. Opmerking: Als er een promotie actief is voor die PLU, dan zal deze worden opgeheven.
€
€
€
Kip verschijnt als een gewogen artikel op het barcode-etiket en als een stuksartikel op de bon om correct totaliseren te garanderen. Bon voorbeeld Etiket voorbeeld Winkel-barcodeformaat komt overeen met het aanbevolen EANformaat. 02AAAAAVPPPPC 02 01273 6 0184 8
Prefix - winkelcode voor EAN13 Artikelnummer Prijsverficatie Prijs Algehele verificatie
Afbeelding 2.2 Label en ongewogen bon
28
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.5 Scannen van een barcode
2.5
2 Barcodes
Scannen van een barcode U kunt de Avery Berkel scanner gebruiken voor: O
het lezen van winkel- of merkbarcodes op de machine op het verkooppunt wanneer uw machine in de verkoopstand staat.
O
als u machine in Manager-mode staat om u te helpen PLUs te programmeren (zie Deel 1, hoofdstuk 6.4, pagina 151).
LET OP..... U kunt de scanner alleen gebruiken als een juiste barcode is weergegeven op de verpakking, afgedrukt door de fabrikant. Merkartikelen Merkartikelen hebben een barcode op de verpakking, afgedrukt door de fabrikant. De barcode is geregistreerd met EAN en wordt een barcode met bronvermelding genoemd. Eigen merk-artikelen Als u goederen van de winkel zelf wilt scannen, dient u een geschikte barcode te printen en deze op het product te plaatsen. Opmerking: Barcodes van het type ‘RSS, beperkt’ zijn niet geschikt voor gebruik in combinatie met sommige typen scanners.
Een barcode lezen Bij het scannen van de barcode zoekt de machine in de barcodelijst naar een prefix die met de gescande barcode overeenkomt. Als de machine geen barcode vindt die overeenkomt, dan gebruikt het standaardformaat voor dat type barcode.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
29
2 Barcodes
2.5 Scannen van een barcode
Het barcodeformaat kan het formaat zijn dat is toegekend aan de machine of het formaat dat in de PLU is geprogrammeerd. De machine gebruikt een geprogrammeerde PLU-barcode eerder dan een barcode die is toegekend aan de machine zelf.
LET OP ..... De scanner gebruikt het eerstgevonden barcodetype met een prefix die overeenkomt met de prefix op het product. Belangrijk: programmeer nooit meer dan een type barcode met dezelfde prefix.
Een barcode toekennen O
Ken een barcodereferentie aan de machine toe en programmeer de vereiste etiket-barcode in de PLU.
Programmeren van de barcode in de PLU is de beste methode, omdat dit het veiligste is. of O
Ken de vereiste barcodereferentie toe aan de machine en programmeer de PLU-barcodereferentie op 0.
LET OP.....
30
O
Controleert u dat de machine de juiste PLU selecteert wanneer u de gemerkte barcode scant.
O
Controleer dat de machine de correcte barcode print wanneer u een winkel-barcode aanmaakt.
O
Ken een barcoderefentie aan de machine toe om barcode-print mogelijk te maken.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.5 Scannen van een barcode
2 Barcodes
Verkopernummer
APPELS
0,250 kg
€ 1,60 /kg
Totaal
2
€ 0,40
0,40
Transacties
Voorbeeld 1 etiketformaaten 02AAAAVPPPPPC 02 0407 6 0040 8
Prefix PLU of artikelnummer Prijsverficatie Prijs Algehele verificatie
1
Voorbeeld 2 bonformaten 22TTTTVPPPPPC 02 Prefix 7402 M/C ID 6 Prijsverficatie 00040 Prijs 8 Algehele verificatie
Afbeelding 2.3Standaard printen van barcode
Checkout-mode Als uw machine in Checkout-mode werkt en u scant een barcode, dan zal de transactie automatisch worden toegekend aan de verkoper die op de machine is ingelogd, zie Deel 1, Gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 7.4, pagina 189. U hoeft de verkopertoets of de subtotaal-toets niet elke keer weer in te drukken.
Subtotaal- en totaalbonnen Als u subtotaalbarcodes wilt afdrukken, moet u een geschikt barcodeformaat maken voor de totaalbonbarcode. Deze barcode moet een unieke prefix hebben, die niet met andere
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
31
2 Barcodes
2.5 Scannen van een barcode
etiketformaten kan worden verward. Als u het klantnummer in de barcode wilt opnemen, moet het formaat de tekencode ‘S’ bevatten voor volgnummers op de geschikte posities in het formaat. Activeer Subtotl.barcode om barcodes alleen op subtotaalbonnen af te drukken. Om barcodes alleen op verkooptotaalbonnen af te drukken moet u activeren Totaalbarcode.
Afbeelding 2.4 Subtotaalbon
32
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.6 Definiëren barcodeformaat
2.6
2 Barcodes
Definiëren barcodeformaat Barcodes worden geprint als een serie streepjes en tekens op bonnen en etiketten. Barcodecijfers zijn gerangschikt in groepen of velden die het barcodeformaat heten. Iedere groep tekens geeft specifieke informatie weer, zoals getoond wordt in de voorbeelden in Afbeelding 2.3, pagina 31. O
De barcodeformaten kunnen worden geredefinieerd om de barcode van een eigen-merkartikel of ander merkartikel te printen.
O
U kunt maximaal 15 barcodeformaten definiëren en opslaan.
Onjuist beschreven formaten Als u de barcode incorrect definieert, zult u kort het bericht Ongeldige invoer zien, gevolgd door het barcodeformaat. Het incorrecte karakter flitst op, zodat u het kunt corrigeren, waarna het onjuist ingevoerde karakter zal gaan knipperen. Indien meer dan een teken onjuist is, knippert de eerste onjuiste. Zodra het eerste karakter in de barcode knippert, betekent dit dat alle karakters gecorrigeerd zijn. Het formaat corrigeren 1 of 02 R AAAVPPPPPC onjuist teken knippert
A
B
C
voer juist teken in
2
ENTER 02AAAAVPPPPPC
Druk op
Invoer correct
ENTER . Wordt de lay-out geaccepteerd dan
verschijnt de melding Invoer correct. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
33
2 Barcodes
2.6 Definiëren barcodeformaat
LET OP ..... Barcodes worden alleen geprint als deze op de machine aangezet zijn.
34
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.7 Een barcodereferentie maken
2.7
2 Barcodes
Een barcodereferentie maken Er zijn 15 barcodereferenties mogelijk voor etiketten, één voor bonnen en één voor talons. Iedere referntie kan met één van de barcodetypes verbonden worden. De machine toont de standaard layout voor de barcode als een serie cijfers en letter. Ieder nummer en iedere letter geeft een teken in de barcode aan. De volgorde van deze karakters kunt u aanpassen om de juiste informatie afgedrukt te krijgen. Voor gegevens over de barcodecijfers die u kunt invoeren, zie pagina 38 tot pagina 42.
Systeemdata 1............. 5 Tabellen 6........... 11
1............... 3 Barcode-formaat 4.............. 7
Barcode-formaat 0 - 15
1 Etiket 2 Bon 3 Talon 4 Waardebon
1 EAN13 2 Scandinavian 3.................. 14 RSS Limited
Barcode-formaat wijzigen
Afbeelding 2.5 Een barcodereferentie maken
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
35
2 Barcodes
2.7 Een barcodereferentie maken
Barcode-overloop Indien de prijs van het artikel of het gewicht van het artikel uit meer karakters bestaat dan in de specificatie van de barcode, dan wordt de barcode-informatie op het etiket in cijfers afgedrukt (artikelnummer).
Verkopernummer
APPELS
0,250 kg
€ 1,60 /kg
Totaal Transacties
Voorbeeld 1 barcode afgedrukt 02AAAAAVPPPPC
2
€ 0,40
0,40 1
Voorbeeld 2 barcode-overloop Artikelnummer afgedrukt
Afbeelding 2.6 Barcode-overloop
36
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.8 Barcodeformaten
2.8
2 Barcodes
Barcodeformaten Verklaring: Prefix bepaalt de tekens die mogen worden gecodeerd in barcodeformaten. A
PLU of artikelnummer
T
M/C ID De M/C ID is een nummer dat gebruikt wordt om machines te identificeren. Het nummer kan maximaal 6 karakters omvatten.
V
Prijsverficatie Prijsverificatie is een automatische controle uitgevoerd door de barcodelezer om te zien of de barcodepijs correct is afgelezen.
P
Prijs Prijs is de transactieprijs op een etiket-barcode en de totaalprijs op een bon.
W
Gewicht Gewicht is het totaalgewicht op gewogen etiketten of aantal stuks verkocht op ongewogen etiketten. Op de bon is het gewicht het totaalgewicht van alle gewogen transacties.
D
Afdelingsnummer
G
Groepsnummer
N
Verkopersnummer
C
Algehele verificatie. Kan niet worden gewijzigd.
FF
Codes voor decimaalteken (EAN13 Scandinavisch)
S
Etiket- of bon-opvolgnummer
MM Machine ID HH Netwerk ID
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
37
2 Barcodes
2.8 Barcodeformaten
Opmerking: Sommige barcodeformaten kunnen %%-codes en %%(AI)-codes bevatten. Zie Appendix op pagina 203 voor een lijst van de beschikbare codes. EAN 8 01 Standaard layout bon Standaard layout etiket
0 0
02 0 0
03
04 T A
8 8
05 T A
06 T A
07 T A
08 C C
Geldige invoer Prefix
0 - 999
A
1 -7 karakters
W
4 - 6 karakters
T
4 - 6 karakters
D
2 karakters samen
P
4 - 6 karakters
N
2 karakters samen
G
2 karakters samen
UPC 12 Standaard layout bon Standaard layout etiket
01 02 03 2 T T 2 A A
04 T A
05 T A
06 07 08 09 10 11 12 T V P P P P C A V P P P P C
Geldige invoer Prefix
0-9
V
karakter 6 of 7
A
1 -11 karakters
W
4 - 6 karakters
T
4 - 6 karakters
D
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
P
4 - 6 karakters
N
2 karakters samen (geprint op bonnen)
G
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
* Als er enkel een karakter beschikbaar is, dan wordt het minst significante karakter afgedrukt, bijvoorbeeld, 12 wordt 2.
38
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.8 Barcodeformaten
2 Barcodes
UPC 13 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Standaard layout bon 2 T T T T T V P P P P P C Standaard layout 2 A A A A A V P P P P P C etiket
Geldige invoer Prefix
00 - 09
V
karakter 7 of 8
A
1 -12 karakters
W
4 - 6 karakters
T
1 - 6 karakters
D
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
P
4 - 6 karakters
N
2 karakters samen (geprint op bonnen)
G
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
* Als er enkel een karakter beschikbaar is, dan wordt het minst significante karakter afgedrukt, bijvoorbeeld, 12 wordt 2.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
39
2 Barcodes
2.8 Barcodeformaten
EAN 13 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Standaard layout bon 2 T T T T T V P P P P P C Standaard layout 2 A A A A A V P P P P P C etiket
Geldige invoer Prefix
0 - 9 of 00 - 09
V
karakter 7 of 8
A
1 -12 karakters
W
4 - 6 karakters
T
1 - 6 karakters
D
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
G
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
P
4 -7 karakters
N
2 karakters samen (geprint op bonnen)
* Als er enkel een karakter beschikbaar is, dan wordt het minst significante karakter afgedrukt, bijvoorbeeld, 12 wordt 2.
40
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.8 Barcodeformaten
2 Barcodes
EAN 13 (Scandinavisch) 01 02 03 Standaard layout bon F F T Standaard layout F F A etiket
04 T A
05 06 07 08 09 10 11 12 13 T T T T P P P P C A A V A P P P P C
Geldige invoer FF
20 - 25
W
4 karakters
A
6 karakters
T
6 karakters
T
1 - 6 karakters
D
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
P
4 karakters
N
2 karakters samen (geprint op bonnen)
a ) De codes voor decimaalteken zijn: 20 om PP.PP te printen 21 om PPP.P te printen 22 om PPPP. te printen 23 om W.WWW te printen 24 om WW.WW te printen 25 om WWW.W te printen Gewicht is het totaalgewicht op gewogen etiketten. Op ongewogen etiketten wordt 0000 afgedrukt. Op de bon is het gewicht het totaalgewicht van alle gewogen transacties.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
41
2 Barcodes
2.8 Barcodeformaten
Barcodes met alleen productnummer Pas dit type barcode toe als u een artikelnummer met 11 of 12 karakters afdrukken wilt. Voert u A’s in het barcodeformaat in, zoals hieronder beschreven.
LET OP ..... U kunt een barcode met productnummer alleen toekennen aan een stuks-PLU . Het is wettelijk niet toegestaan dit type barcode voor een gewogen PLU te gebruiken. EAN13 en UPC13 formaten
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 A A A A A A A A A A A A C
UPC12
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 A A A A A A A A A A A C
ITF14 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 13 Standaard layout bon A A A A A A A P P P P P P P Standaard layout 0 2 T T T T T P P P P P P P etiket
Geldige invoer Prefix
00 - 09
V
karakter 7 of 8
A
1 -12 karakters
W
4 - 6 karakters
T
1 - 6 karakters
D
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
P
4 - 6 karakters
N
2 karakters samen (geprint op bonnen)
G
1 - 2 karakters samen (geprint op bonnen)*
* Als er enkel een karakter beschikbaar is, dan wordt het minst significante karakter afgedrukt, bijvoorbeeld, 12 wordt 2. 42
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.8 Barcodeformaten
2 Barcodes
RSS14 en RSS, beperkt Deze barcodes ondersteunen Global Trade Item Numbers (GTIN’s). RSS14 barcodes hebben een maximale lengte van 14 tekens. RSS Limited barcodes steunen alleen GTIN’s met een 0 of 1 als het eerste cijfer van het artikelnummer. Standaard layout etiket
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 13 A A A A A A A A A A A A A C
Geldige invoer A
13 karakters
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
C
1 karakters
43
2 Barcodes
2.9
2.9 Variabele barcodeformaten
Variabele barcodeformaten EAN128 U kunt maximaal 48 tekens inclusief tekst, %%-codes en %%(AI)-codes invoeren voor het specificeren van de gegevens die in de barcode moeten worden ingesloten. U kunt ook standaardbarcodeformaattekens voor standaardEAN/UCC-AI’s programmeren. Bijvoorbeeld: “AAAAAAAAAAAAACWWWWWW%%BEAN&WEIGHT” Zie Appendix op pagina 203 voor een lijst van de beschikbare codes. Code 128 U kunt maximaal 48 tekens inclusief numerieke tekens, %%codes en %%(AI)-codes invoeren voor het specificeren van de gegevens die in de barcode moeten worden ingesloten. U kunt ook standaardbarcodeformaattekens voor standaardEAN/UCC-AI’s programmeren. Bijvoorbeeld: “%%(10)AAAAAAAAAAAAAAPPPPPPPP” Code 39 De volgende 43 tekens worden ondersteund: 1234567890ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ-.$/+% SPACE Code 39, uitgebreid Deze lijkt op Code 39 maar gebruikt twee tekens om tekens te beschrijven die geen deel uitmaken van de standaardgroep van 43 tekens. PDF417 Tekstmode In tekstmode kunt u maximaal 2000 tekens inclusief numerieke tekens, Dewey Decimal-codes en %%(AI)-codes invoeren voor het specificeren van de gegevens die in de barcode moeten worden ingesloten.
44
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
2.9 Variabele barcodeformaten
2 Barcodes
AI-mode In AI-mode moeten alle gegevens kunnen worden gecodeerd door middel van AI’s. Dit houdt in dat de gegevens in een geldige vervangingscode moeten staan (Dewey Decimalcodes, %%-codes) of moet zijn gedefinieerd in de AIstandaardlijst of de AI-karkaslijst. A (artikelnummer) of P (prijs) moeten bijvoorbeeld als AI’s zijn gedefinieerd. RSS, uitgebreid U kunt maximaal 74 numerieke of 41 alfanumerieke tekens invoeren. Alle gegevens moeten kunnen worden gecodeerd door middel van AI’s. Opmerking: Wanneer het etiketveld niet breed genoeg is alle tekens te bevatten, zal de barcode, mits er voldoende ruimte beschikbaar is om de hoogte te vergroten, als een ‘gestapelde’ barcode worden afgedrukt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
45
2 Barcodes
46
2.9 Variabele barcodeformaten
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3 Producttraceerbaarheid 3.1 Verplichte informatie 3.2 Tracering gebruiken 3.3 Traceringprogramma’s 3.4 Informatie afdrukken 3.5 Karkascodegegevens 3.6 Karkastabellen programmeren 3.7 Barcodes definiëren 3.8 Het systeem instellen 3.9 Brongegevens verzamelen 3.10 Prepack-mode 3.11 Traceringpaspoort 3.12 Voorgewichtfunctie 3.13 Toonbankmode 3.14 Vooraf ingestelde stand 3.15 Traceerbaarheidsrecords 3.16 Lotnummer bij PLU’s 3.17 Oude paneelteksten wissen M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
47
48
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.1 Verplichte informatie
3
3 Producttraceerbaarheid
Producttraceerbaarheid Het producttraceringsprogramma wordt gebruikt om een controlepad vast te leggen voor een product via de productiefases naar de oorspronkelijke bron. U kunt de traceerbaarheid registreren voor max. 9 versnijdingsbedrijven en 5 vetmestlanden. Deze kan gebruikt worden voor: O
rundvleesproducten
O
andere soorten vleesproducten zoals varkensvlees
O
andere producten dan vlees, zoals vis of kaas.
Deze instructies beschrijven hoe u het programma dient te installeren en te gebruiken voor traceren van runderkarkassen. Het programma kan ook worden gebruikt voor andere productentypen, door de bestandsnamen en programmeerteksten te wijzigen overeenkomstig het product.
3.1
Verplichte informatie Met tracering kunt u producten labelen met informatie over het dier of de groep dieren (batch) waarvan het product afkomstig is. Op sommige markten is traceerinformatie verplicht. Voorbeeld: Het volgende geeft de informatie die verplicht is wanneer men rundvleesproducten in EU-landen labelt. O
lotnummer (meer dan één dier) of karkasnummer.
O
abattoirreferentie en -land.
O
uitsnijderijreferentie en -land waar het snijden/uitbenen plaatsvindt.
O
geboorteland.
O
mestland fokland.
Goedgekeurde informatie mag willekeurig worden toegevoegd aan de etiketten en bonnen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
49
3 Producttraceerbaarheid
3.1 Verplichte informatie
LET OP ..... Indien het product is O
voorverpakt wordt geleverd (de klant is niet aanwezig bij het verpakken), moet de karkasinformatie op de productetiket of -bon worden afgedrukt.
O
product in de aanwezigheid van de klant wordt verpakt, dient er een duidelijke koppeling te zijn tussen het product en de weergegeven karkasdetails. Dit gaat het beste wanneer elke verpakking afzonderlijk van een etiket wordt voorzien of wanneer alle details worden afgedrukt op een totaal of Kassabon. Als dit niet mogelijk is kunt u Trayetiketten gebruiken, zie pagina 85.
50
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.2 Tracering gebruiken
3.2
3 Producttraceerbaarheid
Tracering gebruiken Traceergegevens worden op de labels gedrukt voor alle producten die met een karkas/batch worden geassocieerd. Het traceringformaat: O
beschrijft de manier waarop de informatie op de labels is geprint in overeenstemming met het tekst- en datatype dat in het traceringformaat is geprogrammeerd.
Het traceringbarcodeformaat: O
beschrijft de daadwerkelijke gegevens en berichten die zijn geprint
O
kan ook aanvullende informatie bevatten die door de leverancier is verstrekt.
Traceringtabellen: O
vormen een systeem bevat een database van landen, categorieën, enz.
O
verstrekken aanvullende traceringinformatie met betrekking tot specifieke karkas-/partijnummers.
O
voor niet vooraf ingestelde PLU’s elk karkas en/of lotnummer en details die worden afgedrukt op een etiket of bon kunnen worden opgezocht in deze database.
U kunt: O
karkas/batchgegevens op etiketten of bonnen afdrukken voor alle producten afkomstig van een bepaald karkas/ batch.
O
trayetiketten voor de toonbank met de volledige traceerbaarheidsinformatie voor de klant afdrukken.
O
dubbele paspoorten maken, waaronder een kopie van de originele barcode.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
51
3 Producttraceerbaarheid
3.2 Tracering gebruiken
Opmerking:In de Preset-mode kunnen gegevens ook worden beheerd door een PC applicatie die de paneelinformatie in een afdrukbaar formaat aanlevert. Zie hoofdstuk 3.14, pagina 87. Non-preset-mode Telkens wanneer de verkoper een andere batch selecteert op de machine de machine worden de volledige karkas- of bachdetails gescand of handmatig ingevoerd op het toetsenbord. Dit is bijzonder geschikt voor de voorverpakkingswerkzaamheden [prepack] aangezien de verkoper een volledige batch in één sessie verpakt en daarna een nieuwe volledige batch selecteert om te verpakken. Presetmode De volledige karkas- of batchdetails worden eenmaal gescand of ingevoerd vanuit het toetsenbord. Deze gegevens worden opgeslagen onder vermelding van een batchreferentienummer of onder een traytoets op het verkooptoetsenbord. Deze methode is vooral geschikt voor toonbankbediening of in ECR-mode. Telkens wanneer een product wordt geselecteerd, hoeft de verkoper slechts het volgende te doen: O
het batchnummer invoeren of scannen
of op de toegewezen traytoets te drukken. Automatisch records aanmaken Wanneer u een PLU selecteert waarvoor traceerbaarheid is geactiveerd, dan wordt u gevraagd om het Lotnummer in te geven. Het beeldscherm toont het laatstgebruikte lotnummer voor de PLU. U kunt: O
dit nummer accepteren of
O
een nieuw nummer invoeren. Indien het lotnummer niet herkend wordt dan ziet u het bericht Niet Gevonden gevolgd door Recrd toevoegen?
52
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.2 Tracering gebruiken
O
3 Producttraceerbaarheid
Voer het nieuwe lotnummer in; het record wordt automatisch aangemaakt.
Lot prompt uitgeschakeld Wanneer Batchnr. Uit is geselecteerd voor de PLU, dan wordt u niet gevraagd om het lotnummer. Self service mode (zelfbedieningsmode) U kunt PLU’s met traceerbaarheid geactiveerd gebruiken in de zelfbedieningsmode, mits Batchnr. Uit ook is geactiveerd voor de PLU. De paneltekst in het traceerbaarheidsrecord voor het lotnummer wordt geprint in tekstveld 3 op het etiket en de traceerbaarheidstotalen (en GTIN indien geactiveerd) worden berekend voor het lotnummer. Als u een PLU selecteert met Batchnr. Aan dan verschijnt het bericht Tracering PLU en wordt de PLU niet geselecteerd.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
53
3 Producttraceerbaarheid
3.3
3.3 Traceringprogramma’s
Traceringprogramma’s U kunt een verschillend programma opzetten voor elk type product dat moet worden getraceerd. U kunt voor elk programma een manier selecteren waarin het werkzaam is. U kunt kiezen voor: O
GTIN operatie (zie pagina 56) Selecteer GTIN bediening J als u wilt dat traceerbaarheidsrecords uniek worden geïdentificeerd naar lotnummer en GTIN.
O
Gedwongen invoer lotnummer Selecteer Ingave batchnr. J om lotnummeringave op te vragen iedere keer dat een PLU wordt geselecteerd.
O
Label of Bon printen U moet Label & Bon selecteren om traceringinformatie op de verkoopbonnen af te drukken.
O
Voorverpakbewerking U moet Vvp&Bediening selecteren om traceringinformatie op toonbankbonnen en labels te printen. Als u Alleen Vvp selecteert dan wordt de informatie alleen op etiketten geprint.
O
Tracering Selecteer de Geen Preset Mode wanneer u de database van landen en categorieën gebruikt die in het systeem zijn opgeslagen. Selecteer Preset Mode als u gebruik maakt van toonbankbediening of van de ECR bewerkingswijze.
O
Behoud Batchnr. of Batchnr. vervalt (alleen vooraf ingestelde stand) Selecteer Behoud Batchnr. indien u het partijnummer dat u heeft ingevoerd voor de geselecteerde PLU wilt opslaan en het geprogrammeerde partijnummer wilt vervangen.
54
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.3 Traceringprogramma’s
O
3 Producttraceerbaarheid
Ingave pasport J of Ingave pasport N Selecteer Ingave pasport J als u een paspoortetiket wilt aanmaken iedere keer dat een nieuw traceerbaarheidsrecord wordt aangemaakt in de verkoopmode.
O
Pspt.Lbl.Fmt.M/C of Pspt.Lbl.Fmt. Selecteer Pspt.Lbl.Fmt.M/C om het voorgedefiniëerde formaat van de machine te gebruiken, of Pspt.Lbl.Fmt. als u het formaat zelf wilt programmeren naar aanleiding van het programma. Als standaardwaarde wordt het paspoortetiketformaat van de machine gebruikt.
O
Gewichtslimieten Selecteer Geen wichtlimiet als u geen gewichtslimieten wilt gebruiken tijdens de verkoop. Batch gewicht gebruikt het gewicht van de hele partij (meestal gecodeerd in de streepjescode van de leverancier.) Pack gewicht stelt u in staat gewichtslimieten in te stellen voor individuele dozen of verpakkingen. Als de streepjescode AI 303 bevat dan neemt het batchnummer iedere keer dat een verpakking gescand wordt toe. Wanneer het verkochte gewicht de gewichtslimiet voor de batch bereikt dan ziet u een waarschuwingsbericht en zult u verder geen etiketten meer kunnen printen.
O
% verspilling Als u limieten selecteert voor Batch gewicht of Pack gewicht dan wordt u gevraagd een waarde voor % verspilling in te voeren. Dit is een waarde die geprogrammeerd kan worden, waardoor rekening wordt gehouden met verspilling van de batch door aanwezigheid van bot etc.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
55
3 Producttraceerbaarheid
O
3.3 Traceringprogramma’s
Datumlimieten Selecteer Geen datumlimiet als u geen datumlimieten wilt gebruiken tijdens de verkoop. U wordt niet gevraagd om data in te voeren wanneer u records aanmaakt. De standaardoptie In Life Stelsel, rekent de vervaldatum uit op basis van de slachtdatum en de duur van het programma. U kunt desgewenst de datum handmatig veranderen. De functie Op Eind Datum maakt gebruik van de vervaldatum in de streepjescode (AI 17) van de leverancier. U kunt desgewenst deze datum handmatig veranderen.
Programmareferentie Dit is een referentienummer van 1 tot 10 dat wordt gebruikt om de verwerkte batch aan het juiste programma te koppelen. Voor programma’s die in vooraf ingestelde stand werken, wanneer de PLU is geselecteerd koppelt het daarmee verband houdende partijnummer de PLU aan het juiste schema.
Programmanaam U kunt een programmanaam programmeren met maximaal 20 alfa/numerieke tekens, zodat u een programma gemakkelijker kunt herkennen.
Emulatie programma U kunt programma’s creëren om bepaalde traceringprogramma’s die in de schaal zijn vastgelegd te emuleren of u kunt geen emulatie kiezen. Elk emulatieprogramma werkt in een enigszins verschillende manier dan de standaard programma-instelling. De soorten beschikbare programma’s zijn:
56
O
Geen (geen emulatie)
O
Emulatie 1 (SVA)
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.3 Traceringprogramma’s
3 Producttraceerbaarheid
Het systeem van het SVA-emulatieprogramma negeert standaardbarcodesjablonen en interpreteert eigendomsbarcodes die controlecijfers bevatten. O
Emulatie 2 (GTIN) GTIN-programma-emulatie vereist dat traceringbestanden uniek worden herkend aan een partijnummer en GTIN. GTIN-codes bevatten gegevens waarmee de leverancier en het productsoort uniek worden geïdentificeerd.
O
Emulatie 3 (Geant) Bij Geant-programma-emulatie moet het partijnummer worden ingevoerd telkens wanneer een PLU wordt geselecteerd.
Duur U kunt instellen voor hoeveel dagen het programma geldig is. Dit wordt wordt ook wel programmaduur (scheme life) genoemd; de standaardwaarde in de machine is 30 dagen. Een programma aan een PLU koppelen Wanneer u een PLU creëert of bewerkt, wordt u gevraagd om het programmareferentienummer voor de PLU in te voeren, op voorwaarde dat: O
traceerbaarheid is geactiveerd en
O
er meer dan een traceringprogramma bestaat.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
57
3 Producttraceerbaarheid
3.4
3.4 Informatie afdrukken
Informatie afdrukken Traceringinformatie wordt doorgaans in tekstveld 3 afgedrukt. U kunt gegevens in de andere tekstvelden afdrukken, mits u de correcte %%-codes of Dewey Decimal-codes hebt ingevoerd (zie hoofdstuk 10.3). Wanneer het geselecteerd etiketformaat niet geschikt is voor de opgeslagen gegevens worden deze gegevens net afgedrukt. Bij het programmeren van PLU’s moet u Karkas Aan inschakelen om traceerbaarheid te kunnen gebruiken voor dat product. De handelingen die moeten worden uitgevoerd om karkasinformatie op de etiketten af te drukken worden hieronder beschreven.
58
O
afdrukken op de bon of bij de toonbank desgewenst inschakelen
O
definieer het barcodeformaat voor afwijkende AIkarkascodes
O
programmeer de tabellen met de bestandsnamen en bijbehorende tekst zoals deze moeten worden weergegeven op het karkaspaneel.
O
Maak het karkasformaat dat de wijze van afdrukken van de informatie op het etiket definieert.
O
Zet de vereiste traceringprogramma’s op.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.5 Karkascodegegevens
3.5
3 Producttraceerbaarheid
Karkascodegegevens De machine bevat tabellen die de traceringcode die in het karkaspaneelformaat is vastgelegd in verband brengen met O
de Applicatie-identificator (AI)
O
de gegevensnaam
O
Dewey Decimale codes.
Standaardcodes voor karkasnamen en AI-s die worden gebruikt in de vleesindustrie zijn voorgeprogrammeerd in het systeem. U kunt desgewenst deze codes wijzigen. Voor details zie hoofdstuk 10, Appendix, pagina 208.
Karkasnamen De karkasnamen zijn de tekstbschrijvingen die bij de karkascodes behoren. Standaardcodes die worden gebruikt in de vleesindustrie zijn voorgeprogrammeerd op de machine. De karkasnamen kunnen worden gewijzigd op basis van de producten waarvoor het systeem wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: Origine 1
Rundvlees Geboren in:
Uitsnijdreferentie Uitsnijden in: :
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Kaas Geproduceerd in: Verpakt in:
59
3 Producttraceerbaarheid
1 Systeemdata
3.5 Karkascodegegevens
1 PLU-Bestand 8 Karkas
1 Tabellen............. 3 Karkas Naam
Trac. Code (0 - Y) *
Ingave tekst Log in Log uit * Indien traceringcode 0 is ingevoerd wordt om het Partijnummer gevraagd.
Afbeelding 3.1 Bewerking karkascodegegevens
AI-codes O
De AI-code is ingesloten in de barcode. Deze wordt gevolgd door de gegevens waarnaar wordt gerefereerd.
O
Het bestand wordt geïnterpreteerd in overeenstemming met de AI-codefunctie.
O
De gegevens kunnen in elke volgorde staan en kunnen zonodig in meer dan een barcode worden opgesplitst.
Gegevensinterpretatie Gedrukt als gelezen
O
Partij-/karkasnummer Slacht- en uitsnijnummers Vergunningsnummer Tekst 3 gegevens.
60
O
De datum wordt geïnterpreteerd volgens het YYMMDDformaat.
O
Gerefereerd
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.5 Karkascodegegevens
3 Producttraceerbaarheid
De gegevens over de herkomst-, slacht- en snijdreferenties, de ras-, categorie- en typegegevens worden gebruikt als referentie voor het opzoeken van de bijbehorende tekst in een tabel. Zie Afbeelding 3.6. O
AI-codes 7030 tot 7039 Identificatiecode 7030 wordt altijd gebruikt voor het slachthuis en 7031 tot 7039 voor het versnijdingsbedrijf. Worden de eerste drie cijfers geïnterpreteerd als een herkomstreferentie en de overgebleven alfanumerieke tekens als slacht- of uitsnijdnummers.
AI (alleen EAN 128) 10 422 423
Karkascode (%%)
Dewey Decimal-code
0 1 2
7030 424
3, 9 3
%%+2.1%% %%+2.6.1%% %%+2.23.2.1 - tot %%+2.23.2.5 %%+2.16#0 %%+2.6.3%%
4 5 6 7 8 7031 7032 - 7039
A, E A, E
425
B E A
251 426
I J L
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
%%+2.16#1 %%+2.16#2 %%+2.16#9 %%+2.23.4.1 - tot %%+2.23.4.9 %%+2.24.1 - tot %%+2.24.9 %%+2.6.5%%
61
3 Producttraceerbaarheid
953
3.5 Karkascodegegevens
Q T U V W Y
%%+2.13%%
3103 3303 15 17 3902 8005
%%+10.1.2%% %%+10.1.1%% %%+10.2#1%% %%+10.2#2%% %%+5.1%% %%+5.5%%
Afbeelding 3.2 Ondersteunde AI-nummers
Niet Ondersteunde AI-codes U kunt met behulp van de Tabellen functie een AI-code toevoegen of een bestaande AI-code veranderen in de lijst met substitutiecodes. (Zie Substitutiecodes op pagina 208.) 1.
Selecteer AI
2.
Selecteer Maken/Wijzigen
3.
Voer de %% code in of de Dewey Decimale code voor de AI-code die u wilt veranderen of waar u de nieuwe AI-code aan wilt toewijzen.
1 Systeemdata
1PLU-Bestand 5 Tabellen
1 7 AI
1Maken/Wijzigen 2 Gewist
Invoer AI lijst (%% code of Dewey code) Invoer AI code
62
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.6 Karkastabellen programmeren
3.6
3 Producttraceerbaarheid
Karkastabellen programmeren Indien u niet vooraf ingestelde programma’s gebruikt of eigendomsbarcodes van de leveranciers scant, moet u tabellen opzetten voor: O
landen van herkomst
O
slachtcentrumreferenties
O
uitsnijderijreferenties.
Teksten maken Zorg ervoor bij het maken van teksten dat de teksten die op het systeem worden geprogrammeerd overeenkomen met de teksten van uw leveranciers. Al uw leveranciers dienen hetzelfde type teksten te gebruiken.
Er kunnen zeven verschillende lijsten van teksten worden gemaakt. Lijst Origine Slachtreferentie Uitsnijdreferentie Categorie Ras Type Soort
Bestanden 300 100 100 100 100 100 100
Tekens 40 40 40 40 40 40 40
Herkomst-, slachtreferentie- en uitsnijdreferentie-informatie moet altijd worden gebruikt. Categorie-, ras-, type- en soortinformatie is aanvullende informatie die eventueel kan worden toegevoegd.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
63
3 Producttraceerbaarheid
3.6 Karkastabellen programmeren
Herkomstteksten De herkomsttekst kan een land, een leverancier of een EUlidstaat zijn. Er kunnen maximaal vier herkomstteksten op het etiket worden afgedrukt bijvoorbeeld: geboorteland, geleverd door. De standaardherkomstlijst bevat internationaal overeengekomen landreferenties (ISO 3166) maar deze mogen desgewenst worden gewijzigd. Wis de huidige invoer in de tabel om de standaardwaarden te herstellen (zie Deel 1, hoofdstuk 4.2, Maken en wijzigen van tekst, pagina 51) en druk
ENTER .
Slachtreferentie Deze tabel slaat referentie-informatie op over de plaats waar het dier is geslacht. Het bevat de naam van het land en het goedkeuringsnummer van het abattoir. Uitsnijdreferentie In deze tabel wordt referentie-informatie opgeslagen over de plaats waar het karkas is uitgesneden of uitgebeend. Het bevat de naam van het land en het goedkeuringsnummer van de uitsnijderij. Categorie-teksten De volgende categorieteksten gelden voor bief: Teksten Stier Jong rund (stierkalf) Os (rundvee) Vaars Koe
Opmerkingen Jonger dan 6 jaar Jonger dan 6 jaar
Rasteksten Rasteksten beschrijven het rundveeras: Voorbeelden zijn Aberdeen Angus en Charolais. Typeteksten Typeteksten beschrijven het eindproduct afkomstig van het dier. Het kan een runddier, melkdier of gemengde soort betreffen. 64
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.6 Karkastabellen programmeren
3 Producttraceerbaarheid
Soortteksten In deze teksten wordt het soort dier of product beschreven. 1 Systeemdata 8 Karkas 1 Tabellen
1 Tabel Namen 2 Origine
Herkomstreferentienummer Ingave tekst
Afbeelding 3.3 Maken/Wijzigen herkomstteksten Maak andere tekstlijsten op dezelfde wijze.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
65
3 Producttraceerbaarheid
3.7
3.7 Barcodes definiëren
Barcodes definiëren Twee typen barcodes worden gebruikt voor rundvleesregistratie. O
Standaard EAN128-barcode. Deze barcodes bevatten de verplichte informatie en gebruiken Applicatie Identifiers (AI’s) om te bepalen hoe de gegevens worden geïnterpreteerd.
Dit type barcode kan niet worden gewijzigd. O
Afwijkende EAN128-barcodes. Deze barcodes gebruiken Applicatie Identifiers (AI’s) maar bevatten naast de verplichte informatie ook vrije informatie (aangepaste barcode).
Dit type barcode kan worden gewijzigd zodat deze overeenkomen met de barcodes die uw leverancier gebruikt. Er is een standaardformaat voor de barcodecijfers geprogrammeerd in het systeem voor elk type barcode. Dit heet het standaardformaat. Deze formaten kunnen worden gewijzigd zodat deze overeenkomen met de barcodeformaten die van de leverancier worden ontvangen.
Aangepaste barcodes Gebruik dit barcodeformaat om gegevens van afwijkende AIbarcodes te interpreteren die zijn ontvangen van de leverancier. Het systeem gebruikt de AI (950) om te zien of de barcode facultatieve gegevens bevat en de AI (953) het vergunningsnummer bevat zodat deze gegevens kunnen worden afgedrukt. Het standaardbarcodeformaat voor AI 950 is: LWYTTUUVV Voorbeeld: (10)234567(7030)250789(7031)250654 (950)141010100(953)321 (10) 6-cijferig karkas/lotnummer
66
=234567
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.7 Barcodes definiëren
3 Producttraceerbaarheid
(7030) 3-cijferige slachtreferentie
= 250 = Frankrijk
3-cijferig slachtnummer
= 789
(7031) 3-cijferige uitsnijderijlandreferentie= 250 = Frankrijk 3-cijferig uitsnijdnummer
= 654
(950) 1-cijferige soort
= 1 = rund
1-cijferige categorie
= 4 = vaars
1-cijferig type
= 1 = vlees
2-cijferig ras van de vader
= 01 =Charolais
2-cijferig ras van de moeder
= 01 = Charolais
2-cijfering ras indien gemengd = 00 = N/A (253) 3 cijferig vergunningsnummer
= 321
Traceringbarcodes Gebruik dit barcodeformaat om de gegevens van vaste, nietAI-barcodes te interpreteren die zijn ontvangen van de leverancier. Een karkasbarcodeformaat bepaalt de informatie op dezelfde wijze als elke andere barcode. Karkasbarcodes zijn gebaseerd op karakters, bijvoorbeeld 00000006666661122335544. Het standaardbarcodeformaat is: 00000044551122
14-cijferig
6-cijferig karkas-/lotnummer + 2-cijferige slachtreferentie + 2cijferige uitsnijdreferentie + 2-cijferige herkomsttekst 1 + 2cijferige herkomsttekst 2 = 14 cijfers Voorbeeld:
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
67
3 Producttraceerbaarheid
3.7 Barcodes definiëren
12345601010501 14-cijferig 6-cijferig karkas/lotnummer=123456 2-cijferige slachtreferentie= 01 = UK (1134) 2-cijferige uitsnijdreferentie= 01 = UK (19985) 2-cijferige herkomsttekst 1= 05 = Schotland 2-cijferige herkomsttekst 2= 01 = UK
Het barcodeformaat mag maximaal 40 barcodetekens bevatten. De barcodetekens in de eerste kolom van de tabel worden ook ingevoerd in het karkasformaat, zie pagina 70, zodat het system de rundvleesdetails op het etiket correct kan afdrukken.
68
Barcodecijfer
Gebruikt voor
Voorbeeld
0
Lotnummer
1
Geboorteland
2
Land waar het dier is vetgemest
3
Slachtland
4
Slachtreferentie
5
Uitsnijdreferentie
6
Geboortedatum
7
Slachtdatum
8
Datumformaat
0000000 7-cijferige lot-/batchnummer (maximaal 20 cijfers) 11 2-cijferige herkomsttekst 1 (maximaal 4 cijfers) 22 2-cijferige herkomsttekst 2 (maximaal 4 cijfers) 33 2-cijferige herkomsttekst 3 (maximaal 4 cijfers) 44 2-cijferige slachtreferentie (maximaal 4 cijfers) 55 2-cijferige uitsnijdreferentie (maximaal 4 cijfers) 666666 Datum 1 (vaste cijfers) 777777 Datum 2 (vaste cijfers) 888888 Datum 3 (vaste cijfers)
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.7 Barcodes definiëren
3 Producttraceerbaarheid
9
Abattoirreferentie
A
Uitsnijderijreferentie
B
Tekst 3
E
Uitsnijderijland
I
Karkasnummer
J
Land waar het dier zijn gehele leven is geweest
Q
Vergunning
T
Ras van de vader
U
Ras van de moeder
V
Ras indien gemengd
W
Categorie
Y
Type
L
Soort
999999 (maximaal 30 cijfers) AAAAAA (maximaal 30 cijfers) BBBBBB (maximaal 20 cijfers) EE 2-cijferige herkomsttekst 4 (maximaal 4 cijfers) IIIIIIII 8-cijferig karkasnummer (maximaal 20 cijfers) JJ 2-cijferige herkomsttekst 5 (maximaal 4 cijfers) QQQQQQ 6-cijferige vergunning (maximaal 30 cijfers) TT 2-cijferige rastekst (maximaal 4 cijfers) UU 2-cijferige rastekst (maximaal 4 cijfers) VV 2-cijferige rastekst (maximaal 4 cijfers) WW 2-cijferige categorietekst (maximaal 4 cijfers) YY 2-cijferige typetekst (maximaal 4 cijfers) LL 2-cijferige soorttekst (maximaal 4 cijfers)
SVA-barcodes Het systeem van het SVA-emulatieprogramma negeert standaardbarcodesjablonen en interpreteert eigendomsbarcodes die controlecijfers bevatten. Als het controlecijfer niet geldig is, wordt de tekst Ongeldige invoer weergegeven en kunt u de barcode niet scannen. Opmerking: U kunt nog steeds standaard-EAN128-barcodes gebruiken wanneer het SVA-programma is ingeschakeld.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
69
3 Producttraceerbaarheid
3.8
3.8 Het systeem instellen
Het systeem instellen Het karkaspaneelformaat maken Het karkaspaneelformaat definieert: O
de tekst die op het etiket moet worden afgedrukt,
O
het soort gegevens dat op het etiket moet worden afgedrukt.
Voer de tekst in die op het etiket moet worden afgedrukt. Raadpleeg de tabel in Afbeelding 3.6 en voer de vereiste code in om het soort gegevens te definiëren dat moet worden afgedrukt bij de tekst op het etiket. Het karkaspaneelformaat mag maximaal 2000 tekens bevatten (inclusief spaties). Zie Deel 1, hoofdstuk 4.2, pagina 51 voor informatie over het maken en het wijzigen van teksten. Standaard paneelformaat voor karkassen Standaard paneelformaten zijn al ingesteld op de machine. Vaste barcodes en EAN-standaardbarcodes kunnen worden verwerkt met deze standaard paneelformaten. Traceringspaneelformaat
↵ Lotnummer: %%0↵ Geslacht in: %%4%%3%%9↵ Uitgesneden in: %%5%%E%%A↵ Geboren in: %%1↵ Gemest in: %%2 Etiket afdruk (tekstgebied 3) Lotnummer: 102354 Geslacht in: UK (1143) Uitgesneden in: UK (19985) Geboren in: Ierland Gemest in: Ierland
70
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.8 Het systeem instellen
3 Producttraceerbaarheid
Afbeelding 3.4 Karkasformaat met etiket afdruk 1 Systeemdata 8 Karkas 2 Tr. Schema
1 Maken/Wijzigen Tr. Scheme Ref. Schema Naam
1 Nee Emulatie 2 Emulatie 1 3 Emulatie 2 4 Emulatie 3 1 GTIN bediening N 2 GTIN bediening J 1 Ingave batchnr. N 2 Ingave batchnr. J
1 Alleen Label 2 Label & Bon 1 Alleen Vvp 2 Vvp&Bediening 1 Geen Presets 2 Preset Mode
Karkasformaat Ingave tekst incl. %% codes (2000 karakters max.)
Afbeelding 3.5 Creëren van het paneelformaat
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
71
3 Producttraceerbaarheid
3.8 Het systeem instellen
Vergangsingscodes AI (alleen Karkascode Dewey Bestandsnaam EAN 128) (%%) Decimal-code 10 0 %%+2.1%% Lotnummer 422 423
1 2
7030
3, 9
424
3 4 5 6 7 8 A, E
7031 7032 tot 7039 425
A, E B E A
251
I
426
J
953
L Q T U V
72
%%+2.6.1%% Origine 1 %%+2.23.2.1 - Origine 2 tot %%+2.23.2.5 Origine 3, Slachtnummer %%+2.6.3%% Origine 3 Slachtreferentie Uitsnijdreferentie Datum 1 Datum 2 Datum 3 %%+2.16#1 Verwerkend bedrijf 1 %%+2.16#2 - Verwerkend %%+2.16#9 bedrijf (2 tot 9) %%+2.23.4.1 - tot %%+2.23.4.9 %%+2.24.1 - tot %%+2.24.9 %%+2.6.5%%
Standaardgebruik Batchnummer (meer dan één dier) Geboorteland Mestland (1 tot 5)
Tekst 3 Origine 4
Slachtland, Abattoirnummer Slachtland Slachtreferentie Uitsnijdreferentie Geboortedatum Slachtdatum Datum 3 Land van versnijden, verwerkend bedrijf 1 Land van versnijden, verwerkend bedrijf (2 tot 9) Vrije tekst Uitsnijderijland
Verwerkend bedrijf (1 tot 9)
Verwerkend bedrijf (1 tot 9)
Karkasreferentie nummer Origine 5
Karkasnummer (één dier) Land waar het dier zijn gehele leven is geweest Soort dier of product Vergunningsnummer Ras van de vader Ras van de moeder
Soort %%+2.13%% Ras Ras van de moeder Ras indien gemengd
Ras indien gemengd
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.8 Het systeem instellen
3103 3303 15 17 3902 8005
3 Producttraceerbaarheid
W
Categorie
Y
Type %%+10.1.2%% %%+10.1.1%% %%+10.2#1% % %%+10.2#2% % %%+5.1%% %%+5.5%%
Diercategorie zie pagina 64 Type eindproduct zie pagina 64 Net gewicht Brutogewicht PLU datum 1 PLU datum 2 Promo prijs Kiloprijs of stuksprijs
Afbeelding 3.6 Codetabel Opmerking:Wanneer u een PLU selecteert met karkasregistratie ingeschakeld, wordt altijd eerst het lot-/ karkasnummer weergegeven gevolgd door de overige karkasinformatie in de volgorde waarin deze is opgeslagen in het karkasformaat.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
73
3 Producttraceerbaarheid
3.9
3.9 Brongegevens verzamelen
Brongegevens verzamelen Leverancier’s etiket
De leverancier hecht een etiket met barcode (karkaspaspoort) aan het karkas met daarop de vereiste informatie. Wanneer u dezelfde teksten en gegevens als de leverancier programmeert in het systeem kunt u de gegevens die voor de karkasbarcode zijn gedefinieerd afdrukken op de karkasbarcode op alle etiketten voor de bijbehorende PLU’s. De karkasgegevens kunnen op verscheidene manieren in de machine worden ingevoerd.
74
O
gebruik de Avery Berkel-scanner om de barcode met correcte gegevens te lezen die door de leverancier is afgedrukt op de barcodekarkasetiketten.
O
voer de referenties van alle productgegevens in via het toetsenbord wanneer een product wordt geselecteerd.
O
gebruik de Avery Berkel-scanner om de EAN128, PDF417 en RSS-barcodes te lezen die alle benodigde rundvleesgegevens bevatten.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.9 Brongegevens verzamelen
3 Producttraceerbaarheid
Opmerking: Wanneer u barcodes met variabel formaat gebruikt, is het mogelijk dat een enkele barcode niet alle benodigde gegevens kan bevatten. In dat geval zijn meerdere barcodes vereist. Het systeem is ontworpen om dit te kunnen verwerken.
Hekje-toets De barcodecijfers kunnen handmatig worden ingevoerd als er een hekje-toets op het toetsenbord wordt toegewezen aan:
#
4.
Druk op
5.
Voer de barcodecijfers in.
6.
Druk op
ENTER
.
.
Gebruik deze methode als u geen scanner hebt of als de scanner de barcode niet kan lezen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
75
3 Producttraceerbaarheid
3.10
3.10 Prepack-mode
Prepack-mode De leverancier relateert een barcode aan een karkas, deze barcode wordt gescand wanneer u het vlees snijdt en voorverpakt in de winkel.
Tekstgebied 3 Lotnummer:
1000435
Geslacht in:
UK (1143)
Uitgesneden in:
UK (19985)
Geboren in:
Ierland
Gemest in:
Ierland
Indien uw scanner niet werkt, kunt u op
#
drukken om
vervolgens het barcodenummer handmatig in te voeren. Wanneer u de PLU-code selecteert, wordt het laatste karkasof lotnummer weergegeven. U kunt desgewenst een nieuw karkasnummer invoeren. Opmerking:Als lotnummer is ingeschakeld in de PLU en de paneeltekst die bij het nummer hoort tekstmarkeringen bevat, wordt de gemarkeerde tekst in plaats van het lotnummer weergegeven. Categorie, herkomst, ras en data worden getoond in de volgorde waarin ze in het barcodeformaat geprogrammeerd zijn. Het karkas- en lotnummer worden altijd eerst getoond.
76
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.10 Prepack-mode
3 Producttraceerbaarheid
Als het bericht Niet Gevonden wordt weergegeven bij een van de opties moet het referentienummer voor de af te drukken herkomsttekst worden ingevoerd. 1
of
Voorkeuzetoets
2
6
ENTER
PLU-nummer
afdeling 0 - 99
Als het lotnummer wordt herkend.
ander karkas? of karkas/lotnummer
3 ENTER
4
6
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
1.55 1.55
Lotnummer
01471
Als de gegevens niet hoeven te worden veranderd
wijzig opties? of
1.000
1.000
1.55 1.55
UK
77
3 Producttraceerbaarheid
3.10 Prepack-mode
andere herkomst?
5
1.000
1.55 1.55
UK herkomstnummer
ENTER
02
1.000
1.55 1.55
Ierland
Herhaal stap 5 voor andere opties die u wenst te wijzigen. 6
7
8 meer etiketten?
6
9
C
78
PLU verlaten
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.10 Prepack-mode
3 Producttraceerbaarheid
Afbeelding 3.7 Etiketvoorbeeld
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
79
3 Producttraceerbaarheid
3.11
3.11 Traceringpaspoort
Traceringpaspoort Een karkas kan worden geleverd met een enkel etiket waarop een barcode is afgedrukt (karkaspaspoort) die alle informatie bevat die vereist is voor de volledige traceerbaarheid van het dier. De informatie die van de leverancier is ontvangen kan in meer dan een barcode zijn opgenomen.
Samenvoegen barcode Met de traceringpaspoortfunctie kunt u meerdere barcodes in een traceringpaspoortbarcode samenvoegen. Alleen EAN128-barcodes kunnen worden samengevoegd. Wanneer het karkas wordt opgesplitzt voor verkoop via de detailhandel, wordt de informatie in de barcode bebruikt om extra kopieën te maken van het paspoort zodat deze kopieën kunnen worden gescand bij de toonbank.
Paspoortetiketformaat Traceerbaarheidsprogramma’s kunnen worden geconfigureerd om gebruik te maken van O
Pspt.Lbl.Fmt.M/C Het formaat dat in de machine is gedefinieerd
O
Pspt.Lbl.Fmt. Deze formaten zijn geprogrammeerd naar aanleiding van het programma.
Een duplicaatpaspoort printen U moet een geschikt etiketformaat gebruiken, zie Deel 1, hoofdstuk 5.5 pagina 121. Het standaardetiketformaat is 90.
80
1.
Zet een traceringpaspoorttoets op voor elk karkas dat momenteel wordt gebruikt.
2.
Gebruik deze toetsen om een vel met duplicaatpaspoorten aan te maken.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.11 Traceringpaspoort
3.
3 Producttraceerbaarheid
De verkoper scant het geschikte paspoort voor de transactie om de juiste informatie op bon of etiket af te drukken.
Managermode 1 ..................... 4 M/C Config 5 ...................... 7
1 Toets Setup 2 ...................... 8
1 Voorkeuzetoetsen 2
1 Stand. toekennen 2 ECR toekennen 3 Prp. toekennen
1 PLU
18 Trac. Toetsen
Toets Toekennen
Afbeelding 3.8 Paspoortkopietoets U voegt als volgt een, twee of drie barcodes samen tot een enkele paspoortbarcode:
1.
Druk op
.
2.
Scan de afzonderlijke barcodes van de leverancier.
3.
Druk op
om de paspoortbarcode af te
drukken.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
81
3 Producttraceerbaarheid
BATCH NUMBER
(10)123456
3.11 Traceringpaspoort
CARCASS DETAILS
(422)616(423)056(7030)620213(7031)442312
CARCASS PASSPORT
(10)123456(422)616(423)056(7030)620213(7031)442312
Afbeelding 3.9 Voorbeeld van het samenvoegen van barcodes
82
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.12 Voorgewichtfunctie
3.12
3 Producttraceerbaarheid
Voorgewichtfunctie Al het vlees afkomstig van een batch dient te worden verantwoord. Vlees bestemd voor de toonbank kan vooraf worden gewogen door middel van de voorweegtoets. Het vlees wordt bijvoorbeeld voorgewogen wanneer het van de koelcel naar de toonbank wordt verplaatst. De voorgewichtfunctie mag niet worden gebruikt in de aanwezigheid van de klant. U moet een voorgewichttoets toekennen aan het verkooptoetsenbord.
Voorgewicht gebruiken 1.
Voorgewicht selecteren
2.
Partijnummer bevestigen
3.
Weeg elke uitsnijding uit karkas Het gewicht wordt toegevoegd aan het totale voorgewicht voor dat karkas of partijnummer.
4.
De nieuwe totale voorweegwaarde wordt weergegeven in de totaalweergave.
5.
Druk op
om een rapport af te drukken nadat
al het afgesneden vlees van het karkas is gewogen.
****Trac. voorgewicht**** 02-08-2002 Lotnummer Voor-gewicht
10:27 20011 52,870 kg
**** Einde rapport ****
Afbeelding 3.10 Voorweegrapport van karkassen
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
83
3 Producttraceerbaarheid
3.12 Voorgewichtfunctie
De gewichtslimiet en het voorgewogen gewicht worden als aparte velden weergegeven in het karkasrapport.
Pre-weigh retours Het is mogelijk dat het nodig is om vlees van de toonbank te halen om voor te verpakken. Als dit gebeurt dan is het nodig om het voorgewogen totaal aan te passen zodat de retours hierin meegenomen worden. Nadat u de pre-weigh functie heeft geselecteerd, druk dan op de Returntoets voor de transacties om de verkooptotalen te verminderen met de waarde van de retours. U moet een pre-weigh (voorwegen) toets op het toetsenbord instellen. 1.
Selecteer voorwegen (pre-weigh)
2.
Bevestig lotnummer
3.
Druk op Retour.
4.
Weeg ieder afsnijdsel van het karkas Het gewicht wordt bij het totale voorgewicht voor dat karkas of lotnummer opgeteld.
De totale retourwaarde wordt getoond als een negatieve waarde in het totaal en wordt geprint als een negatieve waarde op het Traceerbaarheid pre-weigh rapport.
84
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.13 Toonbankmode
3.13
3 Producttraceerbaarheid
Toonbankmode In de toonbankmode kan de barcode-informatie van het trayetiket voor het product worden gescand waarna het apparaat de informatie afdrukt op een etiket of bon.
Trayetiketten Wanneer het product wordt verpakt in de aanwezigheid van de klant, is het niet noodzakelijk om alle karkas/batch details op elk etiket of bon af te drukken mits de informatie duidelijk wordt weergegeven en het duidelijk is dat de informatie bij het verpakte product hoort. Binnen het systeem kan een toets worden toegekend voor het afdrukken van ‘trayetiketten’ om te gebruiken in deze mode. Gebruik deze toets voor het afdrukken van een trayetiket voor elke tray in de toonbank. U kunt trayetiketten gebruiken in de non-preset- en presetmodus.
De toets instellen 1.
Maak een PLU met de naam Trayetiket.
2.
Selecteer een etiketformaat met de benodigde tekstvelden voor de PLU.
Voor trayetiketten word meestal een groter lettertype gebruikt dan voor verpakkingsetiketten. Het veld moet groot genoeg zijn om alle informatie af te kunnen drukken. 3.
De PLU moet de vereiste tekst en de correcte %%-codes of Dewey Decimal-codes in een van de PLU-tekstvelden bevatten.
4.
Loop door de overige opties behalve eenheids- of artikelprijs zonder gegevens in te voeren.
5.
Selecteer Karkas Aan.
6.
Ken de toets toe aan het toetsenbord.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
85
3 Producttraceerbaarheid
3.13 Toonbankmode
Opmerking: De geprogrammeerde PLU moet een nominale eenheids- of artikelprijs bevatten. Controleer of het geselecteerde etiketformaat geen velden bevat voor het afdrukken van gewicht- of prijsinformatie.
Afbeelding 3.11 Trayetiket
Partijnummer terugroepen In de preset-mode kunt u de karkaspaneeltoets gebruiken om het lotnummer op te roepen in plaats van gegevens voor het trayetiket te scannen of in te voeren. Voor gegevens betreffende het toekennen van paneeltoetsen zie hoofdstuk 3.14, pagina 89, Traceringpaneel (batch) toetsen.
86
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.14 Vooraf ingestelde stand
3.14
3 Producttraceerbaarheid
Vooraf ingestelde stand In de preset-mode wordt de informatie die op de etiketten of bonnen wordt afgedrukt, opgeslagen in een bestand met karkasgegevens. Alle karkasgegevens krijgen een batch- of lotnummer toegekend. Het bestand met karkasgegevens kan worden gemaakt op een host-pc en daarna worden vorzonden naar het systeem of het bestand kan worden gemaakt en gewijzigd op het systeem. Vastgehouden lotnummer Wanneer u een PLU selecteert, wordt het laatst gebruikte lotnummer weergegeven. U kunt op dit moment desgewenst een nieuw lotnummer invoeren. Als Behoud Batchnr. is ingeschakeld op uw weegschaal, wordt het nieuwe lotnummer vastgehouden, waarbij dit het geprogrammeerde lotnummer in de PLU vervangt. Invoer karkas preset (instellen van karkastoetsen) Wanneer u karkasgegevens wilt maken of wijzigen vanuit het verkooptoetsenbord, voert u het lotnummer in en vervolgens de referenties in de betreffende gegevenstabellen. U kunt de barcode scannen als er een scanner op het apparaat is aangesloten, of de #-toets gebruiken voor het programmeren van gegevens vanuit de barcodes van de leverancier, mits de juiste barcode-informatie beschikbaar is.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
87
3 Producttraceerbaarheid
1
nul Invoer karkas preset
0.000
3.14 Vooraf ingestelde stand
2
nul
0.000
Lotnummer
765432 lotnummer
3
nul
ENTER
0.000
HERKOMST 1
4
nul
Origine
5
0.000
HERKOMST 1
nul
ENTER
372
0.000
Ierland
6
Herhaal stappen 3 tot en met 5 voor alle overige weergegeven opties.
nul
0.000
Ierland
7
Lot 01471
Voor het toewijzen van het lotnummer aan de toets
Als het record al bestaat, wordt na het invoeren van de gegevens het bericht Betaat Reeds weergegeven, gevolgd door de vraag Wijzigen? Druk op
om het
wijzigen van het karkaspaneel te bevestigen of op
C
om
de wijzigingen te annuleren. Als alle 999 records in gebruik zijn wanneer u een nieuw paneel probeert te maken, wordt het bericht Vol gevolgd door de vraag Verwijderen? weergegeven. 88
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.14 Vooraf ingestelde stand
3 Producttraceerbaarheid
Voor het selecteren van de oudste gegevens gebruikt het systeem de laatste verpakdatum. Druk op
om de
selectie te bevestigen. Druk op
Invoer karkas preset
om het hierna volgende oudste record te
bekijken. Door herhaaldelijk te drukken op de toets
Invoer karkas preset
kunt u door de karkasgegevens lopen. Druk op om een record die niet meer nodig is te wissen.
Toetsen voor het karkaspaneel (batch) Een lotnummer kan worden gebruikt voor meerdere karkassen or een batch mits: O
de karkassen allemaal van hetzelfde abattoir en dezelfde uitsnijderij afkomstig zijn;
O
de karkassen allemaal op dezelfde dag zijn verwerkt bij de uitsnijderij;
O
alle andere gegevens (verplicht en facultatief) die zijn afgedrukt op het etiket voor alle karkassen gelden.
Voor programma’s in de preset mode kunt u een lotnummer aan een toets toekennen. Dit betekent dat u simpelweg de juiste toets kunt indrukken in plaats van voor iedere handeling te moeten scannen of informatie in te toetsen. O
Traceerbaarheid/batchdetails kunnen worden toegewezen aan een ‘panel’ toets op het verkooptoetsenbord.
O
U kunt de toetsen labelen naar eigen keuze
O
U kunt etiketten of bonnen printen al naar gelang de configuratie van uw machine, of u kunt etiketten printen voor de schalen voor toonbankbediening.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
89
3 Producttraceerbaarheid
1
of afdeling 0-99
Commodity key
2
3.14 Vooraf ingestelde stand
PLU-nummer
3
Lot 01471
trace. paneel
Toetsen voor het paneel toekennen Managermode 1 ............ 4 M/C Config 5 .............
1 Toets Setup
1 Toets Setup 2 .............
1 Stand. toekennen 2 3
1 Voorkeuzetoetsen 2 .............
1 PLU 2............ 18 Trac. Toetsen 19........... 25
1 Trac. Groep 2 ................
1 Op Lotnummer 2 Per Pennelnr.
Toets Toekennen
Afbeelding 3.12 Toetsen op het karkaspaneel (batch)
90
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.15 Traceerbaarheidsrecords
3.15
3 Producttraceerbaarheid
Traceerbaarheidsrecords O
Het systeem kan maximaal 999 gegevens opslaan.
O
De gegevens kunnen worden gedownload van een pc of op het systeem worden gemaakt.
O
Als een ‘invoer karkas preset’-toets op het toetsenboard is toegekend kunnen de karkasgegevens in de verkoopmode worden gemaakt of gewijzigd. Voer de programmareferentie in. Voer het lot- of karkasnummer in en vervolgens de referenties bij de juiste tabellen, zie Invoer karkas preset (instellen van karkastoetsen), pagina 87.
In de verkoopmodus kunnen tijdens het wijzigen van karkasgegevens de gewicht- en datumlimieten niet worden gewijzigd.
1 Systeemdata
1 ............. 1 ............. 4 Regels
8 Karkas 9 ............. 11
1 Maken/Wijzigen 2 ............. 4
Lotnummer (20 karakters max) Tr. Scheme Ref. Gew. Uitgeschakel Datum Uitgeschak
Afbeelding 3.13 Karkasgegevens aanmaken Voor het maken of wijzigen van karkasgegevens in de beheermode: 1.
het lot- of karkasnummer worden ingevoerd
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
91
3 Producttraceerbaarheid
2.
3.15 Traceerbaarheidsrecords
gevolgd door de volledige tekst zoals deze moet worden afgedrukt op het etiket. Dit wordt de tekst met karkasgegevens genoemd.
Tekst met karkasgegevens
↵ Lotnummer: 102354↵ Geslacht in: UK (1143)↵ Uitgesneden in: UK (19985)↵ Geboortland: Ierland↵ Gemest in: Ierland Afdruk etiket (tekstgebied 3) Lotnummer: 102354 Geslacht in: UK (1143) Uitgesneden in: UK (19985) Geboren in: Ierland Gemest in: Ierland Afbeelding 3.14 Karkasgegevens LET OP ..... De barcode kan worden gescand als er een scanner op het systeem is aangesloten en de juiste barcode-informatie beschikbaar is. Opmerking: Zorg ervoor dat de teksten die in uw machine worden geprogrammeerd overeenkomen met de teksten van uw leveranciers.
Paneeltekst Elke paneeltekst kan maximaal 420 tekens lang zijn. Als u echter een groot aantal panelen maakt, kan er onvoldoende geheugen zijn om dit maximum voor alle panelen te gebruiken. Als er onvoldoende geheugen is voor het opslaan van een paneel, wordt het bericht Vol weergegeven.
92
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.15 Traceerbaarheidsrecords
3 Producttraceerbaarheid
Tekstmarkeringen U kunt in de paneeltekst tekstmarkeringen toevoegen (twee achtereenvolgende gradentekens) om de gegevens te definiëren die moeten worden weergegeven. inclusief een tekstteken ( °°) de volgende 16 tekens worden getoond. inclusief twee teksttekens (°° °° ) de tekst tussen de tekens wordt getoond. geen teksttekens ingevoegd de eerste 16 tekens van links worden getoond. Als het record al bestaat, wordt na het invoeren van de gegevens het bericht Betaat Reeds weergegeven, gevolgd door de vraag Wijzigen? Als alle 250 records in gebruik zijn wanneer u een nieuw paneel probeert te maken, wordt het bericht Vol gevolgd door de vraag Verwijderen? weergegeven. Zie pagina 98 voor het verwijderen van oude records.
Records toekennen U kunt op twee manieren traceerbaarheidsrecords toekennen aan batchtoetsen. O
Wanneer u een traceerbaarheidsrecord aanmaakt or bewerkt, kunt u dit record aan een toets op het verkooptoetsenbord toewijzen.
O
Als het traceerbaarheidsbestand is gedownload van de pc of als u dit traceerbaarheidsrecord niet wilt bewerken, dan kunt u traceerbaarheids-paneltoetsen toekennen.
U kunt de toetsen labelen naar eigen keuze.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
93
3 Producttraceerbaarheid
3.16
3.16 Lotnummer bij PLU’s
Lotnummer bij PLU’s In de preset-modus kunt u een lotnummer dat eerder is geprogrammeerd in de karkasgegevens toekennen aan een PLU. Dit betekent dat u: O
standaardlotnummers voor PLU’s kunt instellen waarvan het lotnummer niet vaak hoeft te worden gewijzigd;
O
een set van gemeenschappelijke traceerbaarheidspanelen kunt koppelen aan PLU’s die traceerbaarheidsinformatie vereisen.
PLU-lotnummer inschakelen Bij het maken of wijzigen van de PLU kunt u een lotnummer inschakelen. Wanneer u het lotnummer invoert, wordt de paneeltekst weergegeven als de karkasgegevens bestaan. Vervolgens kunt u de selectie bevestigen of een ander lotnummer invoeren voor de PLU. Als u een ander lotnummer wenst, kunt u het nieuwe nummer invoeren wanneer het huidige lotnummer of de paneeltekst wordt weergeven. Indien u een partijnummer invoert voor een karkasbestand met gebruik van een andere programmareferentie, ziet u het volgende bericht Fout. Scheme Ref. Als er geen karkasgegevens bestaan, wordt het bericht Niet gevonden weergegeven gevolgd door Recrd toevoegen?
94
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.16 Lotnummer bij PLU’s
1 Systeemdata 2 ..............
3 Producttraceerbaarheid
1 PLU-Bestand 2 ..............
1 .............. 2 Maken/Wijzigen 3 .............. 9
Afdelingsnr.
1 Karkas Uit 2 Karkas Aan
Tr. Scheme Ref.
1 Lot Nr.Ongeldig 2 Lot Nr.Actief
Lotnummer (20 karakters max)
Afbeelding 3.15 Lotnummer in PLU De gegevens worden gebruikt zolang de PLU niet wordt gewijzigd, zodat u etiketten op de batches kunt plaatsen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
95
3 Producttraceerbaarheid
3.16 Lotnummer bij PLU’s
Lotnummer wijzigen Dit is een nieuwe functie waarmee u de paneelreferentie die is gekoppeld aan de PLU snel kunt wijzigen. 1 Systeemdata 1 PLU-Bestand 8 Wijzig Lot Nr. Afdelingsnr. Ingave PLU Lotnummer (20 karakters max) Bevestig het lotnummer
Afbeelding 3.16 Lotnummer wijzigen U kunt een sneltoets aan de functie toekennen en desgewenst een toegangsniveau programmeren. Zie Deel 1, hoofdstuk 5.1 Toetsen voor directe toegang op pagina 99 voor meer informatie over het programmeren van sneltoetsen. Het lotnummer vasthouden Wanneer in de voorverpakkingsmode u een PLU selecteert, wordt het laatst gebruikte lotnummer weergegeven. U kunt op dit moment desgewenst een nieuw lotnummer invoeren. U kunt nu kiezen of u het oude lotnummer in de PLU wilt overschrijven met het nieuwe nummer. Als Behoud Batchnr. is uitgeschakeld en u de PLU opent, wordt het lotnummer weergegeven dat is geprogrammeerd in de PLU-record.
96
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
3.16 Lotnummer bij PLU’s
3 Producttraceerbaarheid
Als Behoud Batchnr. is ingeschakeld, wordt het nieuwe lotnummer vastgehouden, waarbij dit het geprogrammeerde lotnummer in de PLU vervangt. U kunt Behoud Batchnr. in- of uitschakelen in de karkasmenu’s van de Managermode. 8 Karkas 2 Tr. Schema
1 Maken/Wijzigen 2 Gewist
Tr. Scheme Ref. Schema Naam
1 Nee Emulatie 2 Emulatie 1 3 Emulatie 2 4 Emulatie 3
1 GTIN bediening N 2 GTIN bediening J
1 Ingave batchnr. N 2 Ingave batchnr. J
1 Alleen Label 2 Label & Bon
1 Alleen Vvp 2 Vvp&Bediening
1 Geen Presets 2 Preset Mode
1 Batchnr. vervalt 2 Behoud Batchnr.
Afbeelding 3.17 Configuratie van vastgehouden lotnummer
PLU-bestandslijst Als: O
het karkas- en lotnummer voor de PLU zijn ingeschakeld, wordt het lotnummer in de PLU-bestandslijst afgedrukt.
O
het karkasnummer voor de PLU is ingeschakeld en het lotnummer is uitgeschakeld, wordt op de plaats van het lotnummer Nee in de PLU-bestandslijst afgedrukt.
O
het karkasnummer is uitgeschakeld, wordt er geen lotnummer in de PLU-bestandslijst weergegeven.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
97
3 Producttraceerbaarheid
3.17
3.17 Oude paneelteksten wissen
Oude paneelteksten wissen De oude gegevens moeten worden gewist als alle 999 karkasgegevens zijn gebruikt, voordat nieuwe panelen kunnen worden gemaakt. Panel texts kunnen worden gewist op basis van: O
lotnummer
O
gespecificeerde gegevens
O
de laatste verpakkingsdatum
of u kunt alle panelen tegelijk wissen. De oude karkaspanelen kunnen worden gewist via het verkooptoetsenbord op basis van de laatste verpakkingsdatum, zie hoofdstuk 3.14, pagina 87. 1 Systeemdata
1 .............. 8 Karkas 9 .............. 11
1 .............. 4 Regels
1 Maken/Wijzigen 2 Verw. op nummer 3 Verw. op Datum 4 Wis Alle
Afbeelding 3.18 Oude panelen wissen
98
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4 Rapportagefuncties 4.1 Batchrapporten 4.2 Configureren van rapporten 4.3 Totaalrapporten 4.4 Karkastotalen-rapport 4.5 Etiketruntotalen 4.6 Transactierapporten 4.7 Afdruk-selectie
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
99
4 Rapportagefuncties
4
Rapportagefuncties O
Totalen worden bijgewerkt als een etiket of bon correct geprint is.
O
U moet in de Managerstand werken om een rapport af te drukken.
O
U kunt aan ieder rapport een beveiligingsniveau toekennen.
Ontbrekende velden Als er geen data voor een bepaald veld zijn, dan wordt dat veld niet op het rapport afgedrukt. Bijvoorbeeld, als u een systeem- of verkoperrapport print en er worden geen correcties geregistreerd, dan worden de waarde van de correcties en het aantal correcties niet afgedrukt.
Omzet Verkoopwaarden tonen daadwerkelijke omzet. Verkooptotalen O
worden niet verminderd door terugbetalingen of teruggebrachte artikelen.
O
worden verminderd met Negatieve PLU’s.
Rapporttype Bij het afdrukken van: Niet wissende (X) rapporten, worden de totalen voor die categorie bewaard. Een X-rapport drukt de totalen voor de periode af en wist de totalen daarna niet. Wissende (Z) rapporten, worden de totalen gewist en de betreffende wisdatum in het beveiligingsrapport wordt bijgewerkt. Een Z-rapport drukt de X-totalen voor de periode af en wist de totalen daarna. Als de rapportprint mislukt of u de rapportprint stopt, blijven de totalen ongewijzigd. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
101
4 Rapportagefuncties
4.1
4.1 Batchrapporten
Batchrapporten U kunt vaak gebruikte rapporten in een batch groeperen en een toets aan het toetsenbord toekennen om de batch af te drukken. Dit heeft als voordeel dat u een groep rapporten met een enkele druk op de toets kunt afdrukken wanneer u in de Managerstand werkt.
Batchinstelling U kunt maximaal vijf batches creëren en elke batch met de volgende informatie programmeren: O
Batchrapportreferentie
(1 - 5)
O
Batchnaam
(max. 20 tekens)
O
Batchbeveiligingsniveau
(0 - 9)
O
Totalenrapporten
(maximaal 9 rapporten)
O
Totalentype (X, X2, Z, Z2) (voor elk rapport)
Elke batch kan maximaal negen rapporten bevatten. Het aantal rapporten in de batch wordt op het scherm getoond tijdens Maken/Wijzigen. Telkens wanneer u een rapport selecteert of deactiveert wordt het aantal bijgewerkt.
102
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.1 Batchrapporten
4 Rapportagefuncties
2 Rapporten 1 Rapportage 8 Verzamel Rapport
1 Print Reeks 2 Verzamel Setup
1 Maken/Wijzigen 2 Gewist 3 Reeks Toewijzing
Reeks Toewijzing Ingave tekst (20 karakters max.) Toegangsniveau Selecteer vereist rapporttype en rapporten Selecteer deactiveren wanneer de selectie is voltooid Toets Toekennen
Afbeelding 4.1 Batchrapporten creëren
Rapporten selecteren Elke batch kan maximaal negen rapporten bevatten. 1.
Creëer de batch en ken een beveiligingsniveau toe.
2.
Selecteer het vereiste type rapport.
3.
Selecteer het rapport. Het aantal geselecteerde rapporten wordt op het scherm getoond.
4.
Herhaal stap 3 tot u alle rapporten die u in de batch wilt opnemen (maximaal 9) heeft geselecteerd).
5.
Selecteer deactiveren van de rapporttypelijst.
6.
Ken de batchrapporttoets toe of druk op
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
ENTER . 103
4 Rapportagefuncties
4.2
4.2 Configureren van rapporten
Configureren van rapporten Rapporten kunnen worden afgedrukt op kassarollen of etiketten. Bij het afdrukken op etiketten wordt de ruimte tussen de etiketten overgeslagen zodat er geen gegevens verloren gaan.
Rapportageperiode U kunt kiezen voor eenmalige of tweemalige rapportage. Tweemalige rapportage maakt het mogelijk totalen met betrekking tot twee verschillende verkoopperiodes te verkrijgen, bijvoorbeeld: per dag én per week. De standaardconfiguratie is echter eenmalige rapportage. Opmerking: Als u tweemalige rapportage selecteert, dan zal de hoeveelheid geheugen die beschickbaar is voor PLUprogrammering worden gereduceerd. De rapportageperiodes zijn: O
X en X2 voor niet-wissende rapporten
O
Z en Z2 voor wissende rapporten
Een X-rapport drukt de totalen voor periode 1 af en werkt de totalen daarna niet bij. Een X2-rapport drukt de totalen voor periode 2 af en werkt de totalen daarna niet bij. Een Z-rapport drukt de X-totalen voor periode 1 af en werkt de totalen daarna dan bij. Een Z2-rapport drukt de totalen voor periode 2 af en werkt de totalen daarna bij.
LET OP ..... Als de rapportprint mislukt of u de rapportprint stopt, blijven de totalen ongewijzigd.
104
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.2 Configureren van rapporten
4 Rapportagefuncties
Rapport setup In Rapport-setup kunt u de configuratie van de rapportprint bepalen. De keuze die u maakt zal betrekking hebben op alle machines binnen het systeem. U kunt kiezen voor: O
X- en X2-totalen
of
Enkel X totalen
O
PLU tot. Ja
of
PLU tot. Nee
O
Wisselgeld uit
of
Wisselgeld aan
of
Wisselgeld automatisch
O
Kasrapport verkort
of
Kasrapport compleet
O
Puitvoeren Totalen Nee Totalen Ja
of
Puitvoeren
PLU-totalen Als de PLU-totalen niet worden gebruikt kunnen deze worden uitgeschakeld. Het uitschakelen van PLU-totalen betekent dat er meer geheugenruimte beschikbaar is voor het opslaan van PLU-codes op de weegschaal.
Ingabe bedrag Als u: Wisselgeld aan selecteert, dan moet de waarde van elke betaalmiddel in de geldlade worden ingevoerd voordat er een Z-rapport voor de machinetotalen wordt afgedrukt. U kunt enkel waarden invoeren voor betaalwijzen die in de betaaltabel geactiveerd zijn (zie Gebruiksaanwijzing Deel 1, hoofdstuk 4.3 pagina 59). U kunt nulwaarden invoeren. Verschillen tussen de verwachte en de ingevoerde waarden worden afgedrukt. Als u Wisselgeld aan selecteert, zult u niet gevraagd worden kaswaarden in te geven. Verschillen zullen niet in het rapport afgedrukt worden. Wisselgeld automatisch selecteert, zult u niet worden gevraagd waarden in te voeren voor betaalwijzen waarmee werkelijk is betaald. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
105
4 Rapportagefuncties
4.2 Configureren van rapporten
Als Verplicht bedrag actief is voor een betaalwijze, dient u een waarde of nul in te voeren als u wordt verzocht de bedragen in de geldlade in te voeren. Als Verplicht bedrag niet actief is, drukt u op
ENTER
om het invoeren van een waarde over te
slaan. Als u Wisselgeld aan of Wisselgeld automatisch hebt geselecteerd en u Z-systeemtotalenrapport afdrukt, worden alle ingevoerde bedragen opgeteld tot een enkel gedeclareerd bedrag en afgedrukt na de opvolgnummers aan het begin van het rapport.
Kasrapport De configuratie van het kasrapport geldt voor rapporten van X en X2 machines. Als u Short Cash Rprt selecteert, wordt een overzicht van de machine afgedrukt, zonder vermelding van de betalingswijzen. Het rapport vermeldt belastingen. Opmerking: Alleen belastingtotalen verschillend van 0 worden afgedrukt. Belastingtotalen zijn een onderdeel van het commando "Totalen". Ze kunnen dus alleen worden gewist wanneer de totalen worden uitgevoerd en niet als het kasrapport wordt uigevoerd.
LET OP ..... De periode voor de geldige belastingtotalen wordt afgedrukt met het belastingoverzicht. Deze kan verschillen van de periode voor het kasrapport.
106
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4.3
4 Rapportagefuncties
Totaalrapporten De volgende totalen zijn beschikbaar: O
Systeemtotalen
O
Afdelingstotalen
O
Machinetotalen
O
Verkopertotalen
O
Uurtotalen
O
PLU-totalen
O
Groepstotalen
O
Kortingstotalen
O
Promototalen
O
Veiligheidsrapport
O
Systeemkas
U kunt tevens: O
Totalen wissen
Rapportnummering Om veiligheidsredenen heeft ieder totalenrapport een opeenvolgend nummer. Er zijn vier aparte typen opvolgnummers, een voor elk type rapport, X, X2, Z en Z2. Het nummer wordt met elk afgedrukt rapport van het betreffende type opgehoogd.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
107
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
Rapportvelden
*geeft de rapporten aan waarin dit veld voorkomt
Waarde van alle transacties in non-PoS mode Toonbankgew Gewicht/artikelen met icht/-artikelen etiket Voorverpakw Waarde van alle transacties in aarde Voorverpak-mode Voorverpak Voorverpakkingsgewicht/ gewicht/ -artikelen artikelen Totaal aantal transacties Transacties (Verkoop + Counter + Voorverpak) Totaal aantal bonnen + Klant Totaaletiketten Waarde van alle Training transacties in Training waarde mode Overschrijfwa Waarde van arde overschrijvingen Aantal Overschrijvin Totaal aantal overschrijvingen gen Correctie Waarde van waarde gecorrigeerde transacties Correctie Totaal aantal correcties aantal Retour Waarde van Teruggave waarde transacties Totaal aantal Teruggave Retour aantal transacties Retourgewich Retourgenomen gewicht/ t/-artikelen artikelen Teruggave Waarde van Teruggave waarde transacties Teruggave Totaal aantal Teruggave aantal transacties Kassawaarde
108
*
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
*
Systeemk
*
Promotie
*
Korting
Groep
Verkocht gewicht/ artikelen
PLU
Verkoop gewicht/ Artikelen
Per uur
Waarde van alle transacties in PoS mode
Verkoper
Omzet
Machine
Omschrijving
Afdeling
Veldnaam
Systeem
** geeft velden aan die alleen op een Z-rapport voorkomen.
*
*
* *
*
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Systeemk
*
*
*
*
*
Totaal aantal kortingen
*
*
*
*
*
*
*
Total aantal Geen Verkoop
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Afroombedrag
Promotie
*
Korting
Per uur
*
Groep
Verkoper
Waarde van alle kortingen
Omschrijving
PLU
Machine
Kortingen waarde Kortingen aantal Geen Verkoop aantal Afromen waarde** Afromen aantal Startgeld** Uitbetaling waarde** Uitbetaling aantal Lokaal Contant Waarde**
Afdeling
Veldnaam
4 Rapportagefuncties
Systeem
4.3 Totaalrapporten
Total aantal Afromen
*
*
*
*
Startgeldbedrag
*
*
*
*
Uitbetaling bedrag
*
*
*
*
Aantal uitbetalingen
*
*
*
*
Waarde van Lokaal Contant betalingen
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Waarde van iedere bataalwijze (niet Lokaal Contant) Ontvangen op Waarde van ontvangen rekening betalingen op rekeningen. Het verschil tussen de Promokost omzetwaarde bij een (promotiekost standaardprijs en bij een en) promotieprijs Omzet gedurende de Batchwaarde promotieperiode Het verschil tussen de Batch kost omzetwaarde bij een (batchstandaardprijs en bij een kosten) promotieprijs gedurende de promotieperiode Het aantal betalingen Betalingen voor iedere gebruiken betalingswijze. Betaling**
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
*
*
*
*
*
*
*
*
109
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
Systeemtotalen Een Systeemtotaal consolideert data betreffende PLUs, afdelingen, verkopers, machines, uren, groepen en kortingen voor iedere machine in het netwerk, en drukt een rapport van de totale verkoop af. Systeemtotaal omvat ook een belastingcalculatie voor het hele systeem. De netto omzet en het BTW-bedrag worden berekend gebaseerd op het gebruikte BTW-systeem (inclusief of exclusief BTW). U kunt voor afdruk van X-totalen en Z-totalen kiezen. Als u het X-totaal kiest, dan worden de totalen later in aanmerking genomen en niet gewist. Als u Z-totaal kiest, worden de totalen gewist.
110
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
Voorbeeld: Printen van Systeemtotalen 1
Managermode
ENTER
of
2
ENTER
of
1
2
Rapporten
Rapportage 3
1
X-Rapporten
4
ENTER
of
of
2
Z-Rapporten
1 Systeem
5
ENTER
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
111
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
∗∗∗Systeemtotalen∗∗∗∗∗∗∗ X-rapport 03-08-2002
0001#0012 13:28
Opvolgnummers 0012:0012 Omzet Kassawaarde Voorverpakwaarde Transacties Klanten Overschrijven Aantal Overschrijvingen Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug Terugname Aantal Terugname
€949,25 €7,19 €5,84 58 23 €3,29 8 €0,36 1 €14,80 4 €14,80 4
BTW-code 0 Omzet BTW-bedrag Netto omzet
0,00% €774,66 £0,00 €774,66
BTW-code 1 Omzet BTW-bedrag Netto omzet
10,00% €174,59 €15,87 €158,72
Van: 13:35:00
02-08-2002
Tot: 13:28:00
03-08-2002
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
∗∗∗Systeemtotalen∗∗∗∗∗∗∗ Z-rapport 03-08-2002
0001#0013 13:29
Opvolgnummers 0012:0013 Gedeclareerd
€950,03
Omzet Kassawaarde Voorverpakwaarde Transacties Klanten Overschrijven Aantal Overschrijvingen Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug Terugname Aantal Terugname
€949,25 €7,19 €5,84 58 23 €3,29 8 €0,36 1 €14,80 4 €14,80 4
BTW-code 0 Omzet BTW-bedrag Netto omzet
0,00% €774,66 £0,00 €774,66
BTW-code 1 Omzet BTW-bedrag Netto omzet
10,00% €174,59 €15,87 €158,72
Van: 13:35:00
02-08-2002
Tot: 13:28:00
03-08-2002
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
Afbeelding 4.2 Systeemtotalenrapporten
Machine-totalen Machine-totalen worden berekend aan de hand van het aantal transacties. De ondernemer kan op deze wijze het bebruik van de machine analyseren.
112
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
Het machinerapport geeft totalen voor elke machine. U kunt een rapport printen voor een individuele machine of voor alle machines. Als u Alle Machines selecteert, wordt een geconsolideerd kasrapport afgedrukt aan het einde van een Z-rapport. Opmerking: Bedrag terug en Terug aantal worden geprint als de teruggenomen transacties niet nul zijn.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
113
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
∗∗∗∗Machine-rapport∗∗∗∗∗ Z-rapport 02-08-2002
0001#0004 18:28
Opvolgnummers 0002:0004 Machine start Machine einde
1 4
Machine ID
1
Machine-informatie Omzet Kassawaarde Transacties Klanten
€ 807,47 € 0,40 127 84
Bijzondere gegevens Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug Waarde Terugname Aantal Terugnames Waarde Korting Aantal Kortingen Aantal Geen verkoop Aantal Afgeroomd Aantal Uitbetalingen Verkoop op rekening
€ 0,66 1 € 5,60 2 € 10,10 2 € 11,10 3 2 1 1 € 150,00
Machine ID Machine-informatie Omzet Voorverpakwaarde Transacties Klanten
2 € 317,43 € 210,40 37 14
Bedrag terug Aantal terug Waarde Terugname Aantal Terugnames Waarde Korting Aantal Kortingen Aantal Geen verkoop Aantal Afgeroomd Aantal Uitbetalingen
€ 2,46 1 € 1,90 1 € 2,50 5 1 1 1
Kasrapport Contant Cheque Card Rekening Coupon Totaal
€ 702,53 € 695,35 € 327,15 € 250,25 € 23,70 € 1998,98
Startgeld Uitbetaaling Afgeroomd Waarde in lade
€ 500,00 -€ 5,00 -€ 750,00 € 1743,98
Verschillen Verschil Contant Cheque
Gedeclareerd € €
704,53 675,35-
2,00 - 20,00
Van:
02-08-2002 06:30
Tot:
02-08-2002 18:29
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
Afbeelding 4.3 Machine-totalen rapport (wissend)
114
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
Rapportage (totalenrapport) van verkopers De machine slaat verkoop- en trainingstotalen op. Het rapport bevat alle transacties die de verkoper heeft uitgevoerd en de traingswaarde wordt, indien van toepassing, afgedrukt op een aparte regel. Afhankelijk van de instellingen van de machine kan het totaal aantal bonnen worden afgedrukt. Het rapport van een enkele verkoper of van alle verkopers kan worden afgedrukt.
∗∗∗Verkopersrapport∗∗∗ X-rapport 02-08-2002 Opvolgnummers 0001:0004 Verkoper start: Verkoper einde
0001#0004 18:29
23 8
Verkopernummer 14 ANNE
0 99
Verkopernummer 1 SANDRA Machine-informatie Omzet Voorverpakwaarde Transacties Klanten 4 Bijzondere gegevens Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug
Transacties Klanten
€633,57 €59,20 103 58 €14,66 4 €2,46 1
Verkopernummer 2
Machine-informatie Omzet Transacties Klanten
€873,54 181 66
Bijzondere gegevens Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug
€14,66 4 €2,46 1
Van: 15:30:00
02-08-2002
Tot:
02-08-2002 18:29
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
MARIA Machine-informatie
Afbeelding 4.4 Verkoperrapport (wordt niet op nul teruggezet)
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
115
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
Totalenrapport per uur Door middel van rapporten per uur wordt het mogelijk toezicht te houden op de verkoop gedurende de werkdag. U dient uurtotalen dagelijks te wissen om u ervan te verzekeren dat er niet nog totalen van de vorige dag bij de totalen van de betreffende dag staan. U kunt de rapporten ieder uur of ieder half uur afdrukken gedurende de dag. Het wissen van één rapport brengt ook het wissen van het andere rapport met zich mee. Opmerking: Het eerste uur van de dag is van 00:00 tot 00:59. Als geen Verkoop heeft plaatsgevonden in een bepaald uur of half uur, dan wordt deze periode niet weergegeven.
116
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
∗∗∗∗∗Rapport per uur∗∗∗∗∗
∗∗∗∗∗Rapport per uur∗∗∗∗∗
Z-rapport 02-08-2003
Z-rapport 02-08-2003
0001#0035 12:00
0001#0035 12:00
Opvolgnummers 0001:0035
Tijd 08:00:00-08:59 Omzet Transacties Klanten
Tijd 08:30-08:59 €107,47 13 5
Tijd 09:00:00-09:59 Omzet Kassawaarde Voorverpakwaarde Transacties Klanten
Omzet Kassawaarde Voorverpakwaarde Transacties Klanten
€101,68 €10,28 €23,84 23 10
Tijd 09:30-09:59 €102,18 €27,03 23 11
Tijd 11:00-11:59 Omzet Kassawaarde Voorverpakwaarde Transacties Klanten
€107,47 13 5
Tijd 09:00:00-09:29 €141,78 €16,79 €23,84 31 13
Tijd 10:00:00-10:59 Omzet Voorverpakwaarde Transacties Klanten
Omzet Transacties Klanten
€165,24 €50,32 €56,99 43 25
Omzet Kassawaarde Transacties Klanten
€40,10 €6,51 8 3
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
Afbeelding 4.5 Rapport per uur (wissend)
PLU, afdelings- en groepstotalen Deze rapporten dienen voor de verkoopanalyse, en tonen waarden van de kassa, verkoop en voorverpak voor iedere PLU, afdeling of groep. PLU-, afdelings- en groepsrapporten kunnen in verscheidene formaten worden gepresenteerd, zodat analyse makkelijker plaats kan vinden (zie pagina 118). Opmerking: Bedrag Terug en Terug Aantal worden enkel afgedrukt als het aantal transacties Terug niet nul is.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
117
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
Afdrukken van een afdelings- of groepsrapport U kunt zowel een rapport voor een individuele afdeling of groep afdrukken, als een rapport voor alle afdelingen of groepen.
∗∗∗Afdelingsrapport∗∗∗∗ X-rapport 02-08-2002
∗∗∗∗∗Groepsrapport∗∗∗∗∗
0001#0016 18:25
Opvolgnummers 0003:0016 Afd. start Afd. einde
2 2
X-rapport 02-08-2002
0001#0017 18:26
Groep start Groep einde
1 1
Groepsnummer1
Afdeling 2 BAKKERIJ Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Toonbankartikelen Bedrag terug Retourartikelen Aantal terug Transacties Klanten
€183,97 86 €59,20 43 €12,87 13 1 120 72
BROOD Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Toonbankartikelen Bedrag terug Retourartikelen Aantal terug Transacties Klanten
Van: 16:31:00
02-08-2002
Van: 16:30:00
02-08-2002
Tot: 18:25:00
02-08-2002
Tot: 18:26:00
02-08-2002
€121,77 62 €29,10 21 €12,87 13 1 79 52
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗ Afbeelding 4.6 Afdelings- en Groepsrapport Afdrukken van PLU-rapporten U kunt PLU-rapporten printen met een filter per PLU-nummer, of per kassa, of per verkoop of transacties. Filter definiëren U kunt een enkele PLU of een reeks PLU’s opgeven voor de PLU-totalenlijst. Als u de totalen voor slechts één PLU wilt afdrukken, voert u hetzelfde PLU-nummer in bij zowel de start- als de eindwaarde. 118
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
Opmerking: PLU-totalenrapporten omvatten gewicht en artikelen.
∗∗∗∗∗PLU-rapport∗∗∗∗∗ X-rapport 02-08-2002
0001#0019 18:25
Opvolgnummers 0001:0019 Afd. start Afd. einde PLU start PLU einde Groep start Groep einde Gesorteerd op nummer
0 9 1 3 0 9 PLU-
GROOT VOLKOREN Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Toonbankartikelen Aantal terug Bedrag terug Retourartikelen
€97,44 116 €27,84 24 1 €2,52 3
Samenvatting
Afdeling 2 BAKKERIJ
Aantal PLUs PLU-totalen
PLU 2001 WORTELTJESTAART Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Toonbankartikelen Aantal terug Bedrag terug Retourartikelen
€83,97 76 €59,20 43 1 €2,86 3
PLU 2002 STOKBROOD Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Toonbankartikelen
€121,77 62 €29,10 21
3 Aan
Omzet Verkochte artikelen Kassawaarde Van: 16:30:00
02-08-2002
Tot: 18:26:00
02-08-2002
€97,44 116 €27,84
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
Afbeelding 4.7 PLU-rapport (niet-wissend) Rapport van het totaal aan verleende kortingen Het totaal aan kortingen is inclusief de handmatige transactieen bonkortingen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
119
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
∗∗∗∗Kortingsrapport∗∗∗∗ X-rapport 02-08-2002
0001#0006 18:27
Opvolgnummers 0004:0006
Korting 1
MANAGER SPECIAL Kortingsbedrag Aantal Kortingen
€150,00 30
Korting 2 BONUS VASTE KLANTEN Kortingsbedrag €753,06 Aantal Kortingen 497 Van: 18:30:00
02-08-2002
Tot:
03-08-2002 18:26
Afbeelding 4.8 Kortingsrapport Rapport van promotietotalen (promototalen) De promotietotalen kunnen worden afgedrukt op basis van: O
een enkele batch
O
alle batches
O
PLU-nummer
De rapporten van de batchpromoties omvatten de batchnaam van de promotie, de begin- en einddatum, de promotiewaarde en de verkochte aantalen per PLU en de promotiekosten. De promotiekosten zijn het verschil in omzetwaarde wanneer het product wordt verkocht voor de standaardprijs en voor de promotieprijs. De PLU-totalen worden opgenomen zelfs wanneer deze nul zijn omdat deze worden gebruikt voor het berekenen van promotieanalyses. De rapporten die op basis van het PLU-nummer worden afgedrukt, geven de totalen weer voor alle PLU’s die in de reclame zijn geweest (promotie), ongeacht of deze een onderdeel van een batch vormen. 120
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
***Promotie rapport*** X-rapport 03-11-2003
***Promotie rapport***
0001#0008 08:09
Opvolgnummers 0001:0008 Afd. start 0 Afd. einde 3 PLU start 1 PLU einde 9999999999999 Groep start 0 Groep einde 99 Batch start Batch einde
7 7
Promo Batch VROEGE VOGEL-PROMOTIE
1
Van:
03-11-2003
06:00
Tot:
03-11-2003
08:00
Afdeling 3
Afd. start Afd. einde PLU start PLU einde Groep start Groep einde
2 2 1 9999999999999 0 99
Afdeling 2 BAKKERIJ
PLU 2001 WORTELTJESTAART Promo waarde Promo kost Promo artikelen
STOKBROOD Promo waarde Promo kost Promo artikelen
PLU 00313 €83,32 €8,70 77
Afdeling 4
€23,76 €4,80 24
€52,08 €26,04 62
Samenvatting Aantal PLUs
ZUIVELPRODUKTEN
PLU 00413 MELK 1LTR Promo waarde Promo kost Promo artikelen
0001#0039 18:26
PLU 2002
DRANKEN
THEEZAKJEN Promo waarde Promo kost Promo artikelen
X-rapport 03-11-2003
2
Van:
03-11-2003 16:31
Tot: 18:26:00
03-11-2003
€14,18 €2,48 34
per PLU
Samenvatting Aantal PLUs
2
Van:
02-11-2003 08:20
Tot:
03-11-2003 08:09
**** Einde rapport ****
per Batch
Afbeelding 4.9 Promotierapport (wordt niet op nul teruggezet) M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
121
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
Veiligheidsrapport Veiligheidsrapporten zijn niet-wissend en omvatten: O
de opvolgnummers voor de Z-rapporten
O
de opvolgnummers voor de Z2-rapporten
O
de datum en tijd van het laatste Z-rapport voor ieder rapport-type
O
de datum en tijd van het laatste Z2-rapport voor ieder rapport-type
****Veiligheidsrapport**** X-rapport 02-08-2003
****Veiligheidsrapport****
0001#0000 18:03
Opvolgnummer PLU Promo Verkoper Systeem Afdeling Machine Groep Korting Wis alle Systeemkas
0001#0000 13:04
Opvolgnummer X 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
Z 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9
Z-wisbare gegevens PLU Promo Verkoper Systeem Afdeling Machine Groep Korting Wis alle Systeemkas
Z-rapport 3-08-2003
02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03
PLU Promo Verkoper Systeem Afdeling Machine Groep Korting Wis alle Systeemkas
X 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
Z 9 10 9 9 10 10 9 9 9 9
Z-wisbare gegevens 18:00 18:00 18:00 18:00 18:00 18:00 18:00 18:00 18:00 18.00
**** Einde rapport ****
PLU Promo Verkoper Systeem Afdeling Machine Groep Korting Wis alle Systeemkas
02-08-03 03-08-03 02-08-03 02-08-03 03-08-03 03-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03 02-08-03
18:00 13:00 18:00 18:00 13:00 13:00 18:00 18:00 18:00 18.00
**** Einde rapport ****
Afbeelding 4.10 Veiligheidsrapport (niet-wissend)
122
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.3 Totaalrapporten
4 Rapportagefuncties
Alle totalen wissen Deze functie is alleen beschikbaar voor Z-totalen. Deze functie wist alle totalen behalve de karkastotalen. 2 Rapporten 1 Rapportage
1 X-Rapporten 2 Z-Rapporten 3 X2-Rapporten 4 Z2-Rapporten
1 Systeem 2 ............... 11 Totalen Wissen
Zeker? Nee
=
Het wissen van de totalen moet worden bevestigd door op
ü
te drukken.
Afbeelding 4.11 Totalen wissen
Systeem kasrapport De opgetelde Z-totalen en de ingevoerde betaalwijzewaarde voor alle machines die worden geteld worden voor de systeem kastotalen opgeteld. Als tweemalige rapportage actief is op de machines, worden de X- en X2-rapporten bijgewerkt. Bij een systeem kasrapport wordt altijd een gedetailleerd kasrapport afgedrukt. Totalen Wissen wist het systeem kasrapport niet. Deze rapporten kunnen alleen worden gewist door het afdrukken van een Z-rapport of een Z2-rapport van de systeem kasgegevens dat hoort bij de X-rapporten.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
123
4 Rapportagefuncties
4.3 Totaalrapporten
∗∗∗Systeem kasrapport∗∗ Z-rapport 02-08-2002
0001#0005 18:30
Machine-informatie Omzet Kassawaarde Transacties Klanten
€ 807,47 € 0,40 127 84
Bijzondere gegevens Correctiewaarde Aantal Correcties Bedrag terug Aantal terug Waarde Terugname Aantal Terugnames Waarde Korting Aantal Kortingen Aantal Geen verkoop Aantal Afgeroomd Aantal Uitbetalingen Verkoop op rekening
€ 0,66 1 € 5,60 2 € 10,10 2 € 11,10 3 2 1 1 € 150,00
Kasrapport Contant Cheque Card Rekening Coupon Totaal
€ 702,53 € 695,35 € 327,15 € 250,25 € 23,70 € 1998,98
Startgeld Uitbetaaling Afgeroomd Waarde in lade
€ 500,00 -€ 5,00 -€ 750,00 € 1743,98
Verschillen Verschil Contant Cheque
Gedeclareerd € €
702,53 695,35
2,53 25,00
Van:
02-08-2002 06:30
Tot:
02-08-2002 18:29
∗∗∗∗Einde rapport∗∗∗∗
Afbeelding 4.12 Systeem kasrapport
124
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.4 Karkastotalen-rapport
4.4
4 Rapportagefuncties
Karkastotalen-rapport Karkastotalen worden niet gewist. Het rapport geeft de laatste 100 in het geheugen opgeslagen batches/karkassen. De karkastotalen kunnen worden afgedrukt op basis van de datum of het lotnummer. Bij het afdrukken op basis van een lotnummer wordt er een rapport afgedrukt voor het lotnummer dat wordt ingevoerd. Bij het afdrukken op basis van datum wordt er een rapport afgedrukt voor alle lotnummers die zijn bijgewerkt sinds de ingevoerde datum. Het gebruikte gewicht is het totale gebruikte gewicht van het batch/karkas. Deze waarde wordt verhoogd met elke standaard of voorgewogen transactie. Aangezien deze waarde niet-wissend is, kunt u hem altijd gebruiken als een controle ten opzichte van het gewicht van de batch/het karkas. De datum waarop een lotnummer voor het laatst is bijgewerkt, op welke manier dan ook, wordt afgedrukt aan het einde van de details.
**Traceringrapport** 03-08-03
15:10
Lotnummer 20011 Omzet €118,85 Gewicht 12,800kg Bediening gewicht 3,720kg Prepack gewicht 5,455kg Voor-gewicht 6.000kg Transacties 35 Gebruikt gewicht 123,652kg Gewicht limiet 272,768kg Laatste wijziging03-08-03 08:45
Afbeelding 4.13 Traceringrapport (wordt niet op nul teruggezet)
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
125
4 Rapportagefuncties
4.5
4.5 Etiketruntotalen
Etiketruntotalen Openstaande etiketruns Dit rapport geeft een lijst van de nog niet afgeronde etiketruns voor het referentienummer van de etiketrun. Het rapport bevat: O
ordernummer
O
klantcode
O
pakketten, dozen en omdozen met etiket
O
doelwaarden voor niveau 1, niveau 2 en niveau 3.
Afgeronde etiketruns U kunt de etiketruntotalen van de afgeronde etiketruns afdrukken per ordernummer, per klantcode of per referentienummer van de etiketrun. U kunt voor elk type rapport selecteren of het als samenvatting of in gedetailleerde vorm moet worden afgedrukt. Een samenvattingsrapport bevat voor elke etiketrun O
ordernummer of klantcode (afhankelijk van het type rapport dat is geselecteerd)
O
tarragewicht
O
aantal artikelen
O
aantal verpakkingen
O
aantal dozen
O
aantal over-dozen
O
total gewicht of aantal artikelen
O
totaalprijs
Gedetailleerde rapporten drukken ook de details af voor elke transactie in de etiketrun.
126
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.5 Etiketruntotalen
4 Rapportagefuncties
2 Rapporten 1 Rapportage 7 Pack Run Totaal
1 Print 2 Wissen
1 Openstaande PRun 2 Komplete PRun
Start (1) Eind (99)
Afbeelding 4.14 Etiketrunrapporten afdrukken
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
127
4 Rapportagefuncties
4.6
4.6 Transactierapporten
Transactierapporten Afdruk transacties Het afdrukken van de uitstaande transacties geeft een overzicht van niet-afgeronde transacties voor elk van de verkopers. Een subtotaal transacties zijn transacties waarbij de subtotaalbonnen zijn afgedrukt maar nog niet zijn geconsolideerd in een totaalbon en ook niet zijn opgeteld bij de netto verkooptotalen. Opmerking: Totalen kunnen niet worden afgedrukt wanneer er nog transacties actief zijn. De transacties moeten eerst worden afgehandeld voordat de totalen kunnen worden afgedrukt.
Wissen van transacties U kunt uitstaande transacties wissen aan het einde van de werkdag of wanneer u een machine verplaatst of vervangt. Gewiste transacties worden niet aan de totalen toegevoegd. Als u transacties wist gedurende verkoop, gaan recente verkopen verloren.
2 Rapporten 3 Trans. Rapport
1 Live 2 Sub-Totaliseerd
1 Print Trans. 2 Trans. Wissen
Afbeelding 4.15 Transactierapporten afdrukken
128
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
4.7 Afdruk-selectie
4.7
4 Rapportagefuncties
Afdruk-selectie U kunt de volgende filtercriteria voor afdruk van afdelings- of PLU-totalen kiezen: O
individuele afdeling of selectie van afdelingen
O
individuele PLU of selectie van PLUs
Om de totalen voor één afdeling of één PLU te printen, voer hetzelfde afdelingsnummer of PLU-nummer in voor zowel de start- als de einwaarde.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
129
4 Rapportagefuncties
130
4.7 Afdruk-selectie
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
5 Journaalmode 5.1 Opzetten van de journaal-functie 5.2 Afdrukken van het Journaalrapport 5.3 Wissen Journaal
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
131
5.1 Opzetten van de journaal-functie
5
5 Journaalmode
Journaalmode De journaalmode bevat een rapportfunctie voor de volgende handelingen: O
afdrukken van afgehandelte transacties (bonnen);
O
verzamelen van transaties als de juiste pcsoftwaretoepassing (MX100) beschikbaar is.
Machines in Lokale Mode Communicatiestoring Indien er een communicatiefout is tussen de Server en Cliëntmachines, dan kan een machine journaaltransacties vasthouden in Lokale Mode. Zordra de Server de Client-machine vindt en deze weer opneemt in de kring, worden de Client-journaaltransacties naar de Server overgeheveld. Als een client-buffer op Lineair staat, zal geen waarschuwing worden gegeven wanneer de buffer bijna vol is. Geen verdere transacties worden toegestaan als de buffer vol is.
5.1
Opzetten van de journaal-functie Filteren van de informatie U kunt de journaal-functie opzetten om: O
etikettotalen of bontotalen te omvatten, of allebei
of O
toevoegen van vooraad-, rekeningtotalen of beide
O
door te gaan in Verkoop hoewel het journaalgeheugen vol is (Circulair)
O
wissen van journaaltransacties nodig te maken voordat u met de verkoop kan doorgaan, wanneer het journaalgeheugen vol is (Lineair).
Server/client buffer mode Opmerking: De klantenbuffermode kan alleen in de lokale mode worden geactiveerd. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
133
5 Journaalmode
5.1 Opzetten van de journaal-functie
Wanneer u Circulair kiest, zult u door kunnen gaan met de verkoop als het journaalgeheugen vol is, maar nieuwe journaaltransacties overschrijven de oudste journaaltransacties. U zult geen waarschuwingen zien. Wanneer u Lineair kiest, zult de teksten Journaal 75% Vol en Journaal 90% Vol zien als het aantal transacties in het journaalgeheugen het toegestane maximum nadert. De tekst vervangt de lichtkrant op het verkoperdisplay in verkoopmode en wordt ook getoond als u naar de netwerkmap gaat in Manager Mode. Opmerking: De Server Buffer Mode staat standaard op Circulair en de Client-machines staan ingesteld op Lineair. Foutmeldingen worden als volgt gegeven: O
Journaal 75% Vol wanneer het journaalgeheugen 75% vol is.
O
Journaal 90% Vol wanneer het journaalgeheugen 90% vol is.
O
Journaal Vol wanneer er geen ruimte over is in het journaalgeheugen.
Om te kunnen blijven verkopen dient u Journaal Wissen te gebruiken, of afdruk van het Journaal-Rapport en dan Journaal Wissen om het journaalgeheugen van de transacties te wissen.
134
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
5.2 Afdrukken van het Journaalrapport
5.2
5 Journaalmode
Afdrukken van het Journaalrapport Het Journaalrapport print transacties die getotaliseerd zijn en geprint op het etiket of de bon. U wordt gevraagd om O
de start- en einddata of –tijden in te voeren
O
bonnummers voor het rapport.
U kunt de rapporten aanpassen door alleen het soort transactie dat u nodig heeft te vermelden of alle transacties. U kunt kiezen voor: O
etiket
O
bon
O
etiketten en bonnen
O
rekening
O
voorraad
O
voorraad en rekening
O
van alle transacties
Als u Journaal Verkort selecteert, dan print het rapport een samenvatting van elke bon of etiket. Een Journaal print alle transactie-informatie voor ieder etiket, iedere bon of rekening.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
135
5 Journaalmode
5.2 Afdrukken van het Journaalrapport
7 Journaal Mode Journaal Status Journ. Selectie Server Buffer Client Buffer Journaal-Rapport Journaal Wissen
Journaal Verkort Journaal
Start Datum/Tijd Einde Datum/Tijd Start Bonnummer Einde Bonnummer
Compl. Journaal Journ. Etiket Journ. Bon Journ. Bon/Etiket Op rekening Voorraad Voorr. & Account Pack Run Sub-Totaal Bon
Afbeelding 5.1 Een journaalrapport afdrukken
136
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
5.3 Wissen Journaal
5.3
5 Journaalmode
Wissen Journaal U kunt alle journaaltransacties wissen (Geen Filters) of u kunt selectie-criteria instellen, zoals bij het afdrukken van het jornaalrapport. Als uw systeem een backup server heeft, en de machine is off-line wanneer u tracht het journaal te wissen, dan zult u een waarschuwing zien. O
Geen back.server
O
Data verlies?
O
Zeker? Nee
Het wissen van de lijst moet worden bevestigd door op
YES
te drukken. Wis de journaallijst niet tenzij u zeker weet dat de backupserver niet zal worden hersteld gedurende de verkoopperiode. In dit geval kunt u de lijst uit het netwerk verwijderen. Als u de journaallijst wist en de backup vervolgens wordt hersteld, kunnen totaalgegevens beschadigd raken.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
137
5 Journaalmode
5.3 Wissen Journaal
7 Journaal Mode Journaal Status Journ. Selectie Server Buffer Client Buffer Journaal-Rapport Journaal Wissen
Start Datum/Tijd Einde Datum/Tijd Start Bonnummer Einde Bonnummer
Compl. Journaal Journ. Etiket Journ. Bon Journ. Bon/Etiket Op rekening Voorraad Voorr. & Account Pack Run Sub-Totaal Bon
Afbeelding 5.2 Journaallijsten wissen
138
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
6 Netwerken opslaan 6.1
Operationele stand
6.2 Toonbankmode 6.3 Bediening van de kassa (Point of Sale)
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
139
6.1 Operationele stand
6
6 Netwerken opslaan
Netwerken opslaan Maximaal 31 compatibele machines kunnen in een netwerk op elkaar worden aangesloten. Voor informatie over het opzetten van een netwerk, zie Hoofdstuk 7 - Communicaties, pagina 151. Het systeem ondersteunt iedere combinatie van machines in de M -serie, mits ze met dezelfde versie software functioneren. Machines kunnen worden gebruikt voor wegende en niet wegende applicaties
6.1
O
toonbankmode
O
checkout
O
werkzaamheden achter in de winkel.
Operationele stand Het winkelnetwerk kan bestaan uit een combinatie van etiketen bonmachines. Verkopers kunnen op meer dan een machine ingelogd zijn en tussen machines ‘zweven’ om klanten overal in de winkel te bedienen. Machines die bonnen afdrukken O
totaliseren transacties
O
printen een toonbankbon
O
printen een verkoopbon wanneer de verkoper betaling voor de goederen ontvangt.
Kassabonnen worden ingeleverd bij een kassa (Point of Sale) of een uitgang (checkout) voor betaling. Etiket-machines O
labels printen
O
voeg de transacties samen bij de kassa of the machine op het punt van verkoop.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
141
6 Netwerken opslaan
6.1 Operationele stand
Andere kassa’s binnen de winkel voltooien de transacties en genereren verkoopbonnen voor aankopen bij deze kassa’s. Bijvoorbeeld voor sigaretten die zijn gekocht bij de tabaksafdeling. .
Afbeelding 6.1 Alleen kassa-aankoop
Winkellay-out Het netwerk kan worden opgezet om te werken met klantnummers die automatisch worden gegenereerd (systeemmode) of handmatig worden ingevoerd (klantmode). Klantnummers worden gedrukt op toonbankbonnen met subtotalen en worden gebruikt om O
individuele bonnen te herkennen
O
klant identificeren.
U kunt toonbankbonnen met subtotalen afdrukken op elke machine in de hele winkel die hetzij O
een subtotaal printtoets heeft
O
of de totaal/printtoets heeft geconfigureerd voor subtotalen.
Deze bonnen worden vervolgens gescand bij de uitgang en in combinatie met eventuele aanvullende aankopen geconsolideerd tot één totaalbon. Als u geen scanner hebt of de barcode niet kan worden gelezen, kunt u het klantnummer handmatig invoeren met de klantnummertoets. Alle transacties worden gespecificeerd op de totaalbon.
142
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
6.1 Operationele stand
6 Netwerken opslaan
Toonbankbonnen met subtotalen kunnen alleen op bonmachines worden geproduceerd. Subtotalen worden opgeslagen in het journaal. U moet de journaalfunctie inschakelen om subtotaalbonnen opnieuw te kunnen openen. (Zie Opzetten van de journaal-functie op pagina 133.) Opmerking: Managertotalen worden alleen bijgewerkt wanneer een uiteindelijke bon is afgedrukt. Subtotaalbonnen worden verwerkt als delen van de enkele totaalbon en worden niet afzonderlijk getotaliseerd.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
143
6 Netwerken opslaan
6.2
6.2 Toonbankmode
Toonbankmode Systeemmode De machines zijn zodanig opgezet dat zij automatisch aangemaakte klantnummers gebruiken. De verkoper 1.
bedient een klant
2.
print een toonbankbon met het subtotaal voor de transacties en het door het systeem aangemaakte klantnummer.
De klant kan vervolgens andere aankopen doen binnen de winkel of direct naar de kassa (Point of Sale) of uitgang (checkout) gaan om te betalen. Als de klant aanvullende aankopen doet, kan de verkoper bij de volgende machine twee dingen doen O
Hij kan het door het systeem gegenereerde klantnummer invoeren om de transacties toe te voegen aan het subtotaal en een nieuwe subtotaalbon afdrukken of
O
Hij kan een nieuwe subtotaalbon afdrukken met een nieuw door het systeem gegenereerd klantnummer.
Afbeelding 6.2 Systeemmode
144
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
6.2 Toonbankmode
6 Netwerken opslaan
Bij de kassa De verkoper 1.
helpt de klant met eventuele extra aankopen
2.
scant of voert het klantnummer in van de toonbankbonnen.
3.
print de verkoopbon.
De subtotalen die zijn opgeslagen bij elk systeemnummer dat aan een klant is toegekend, worden geconsolideerd wanneer de klant betaalt bij de uitgang of een kassa met betaaltoetsen en een totaalbon krijgt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
145
6 Netwerken opslaan
6.2 Toonbankmode
Klantmode De machines zijn zo opgezet dat ze handmatig ingevoerde klantnummers gebruiken, De verkoper 1.
bedient een klant
2.
voert het klantnummer in
3.
print de toonbankbon met het subtotaal.
Het klantnummer wordt afgedrukt op de subtotaalbon. Als de klant aanvullende aankopen doet, moeten de verkopers bij de volgende toonbankmachines telkens het klantnummer invoeren of scannen voordat de subtotaalbon opnieuw wordt afgedrukt.
Afbeelding 6.3 Klantmode
146
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
6.3 Bediening van de kassa (Point of Sale)
6.3
6 Netwerken opslaan
Bediening van de kassa (Point of Sale) Klant- en systeemmode De klant 1.
gaat naar een verkooppuntmachine of kassa om voor zijn/ haar aankopen te betalen
2.
overhandigt de toonbankbonnen met subtotalen.
3.
Het klantnummer (of nummers) wordt gescand of handmatig ingevoerd en de transactiegegevens die aan dat nummer zijn gekoppeld, worden opgehaald.
Er kunnen meerdere subtotaalbonnen worden samengevoegd (geconsolideerd) tot één totaalbon. Naast de samengevoegde subtotalen, kan op de bon met het verkooptotaal ook het volgende staan O
aankopen van labelmachines in de winkel
O
aankopen die rechtstreeks bij de kassa zijn gedaan.
Deze transacties worden op de bon opgenomen na alle geconsolideerde subtotalen.
Bonconsolidatie Bij consolidatie worden meerdere subtotaalbonnen samengevoegd tot één uiteindelijke verkoopbon. O
De lijst met subtotaaltransacties is gekoppeld aan de consolidatiebonopslag (primaire bonopslag).
O
Een secundaire bonopslag bevat alle bonwaarden van de subtotaalbonnen die zij vertegenwoordigen, maar geen transacties.
O
De lijst met secundaire bonnen wordt alleen opgeslagen op de server.
O
Op cliënt-machines worden alleen de primaire bonopslag en de transacties opgeslagen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
147
6 Netwerken opslaan
6.3 Bediening van de kassa (Point of Sale)
Afbeelding 6.4 Consolidatie Gegevens van de uiteindelijke bon kunnen worden bewaard voor het journaal, maar details van de subtotaalbonnen gaan verloren aangezien alleen de primaire boninformatie en transacties worden opgeslagen.
Transacties corrigeren en deconsolideren Voordat de totaalbon wordt afgedrukt, kunnen afzonderlijke transacties of alle transacties worden gewist (gecorrigeerd). Zie Correctie van een transactie op pagina 196.
148
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7 Communicaties 7.1 Autoconfiguratie 7.2 Instellen Machine ID (M/C ID) 7.3 Netwerkmap 7.4 Backup server 7.5 Netwerkfouten verhelpen 7.6 Lokale mode 7.7 Systeem zenden (netwerk zenden) 7.8 Machineconfiguratie zenden 7.9 Configuratie 7.10 Wireless LAN-communicatie 7.11 RF-codering 7.12 Emailwaarschuwingen
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
149
7 Communicaties
7
Communicaties De machines worden verbonden via Ethernet-kabels of Wireless LAN-communicatie (zie Wireless LAN-communicatie, pagina 172). Deze kabels of de interne RF-kaarten van de weegschalen zorgen ervoor dat informatie van de ene naar de andere aangesloten machine (en andere toestellen, indien gebruikt) kan worden overgebracht. Een machine op het netwerk heet de server en is verantwoordelijk voor de controle van het netwerk. De overige machines heten klantmachines. Elke machine kan als Server/ Master geconfigureerd worden. Alle machines binnen het netwerk gebruiken dezelfde PLUen systeem-data. U kunt gegevens op elke machine invoeren, de andere machines in het netwerk ontvangen de gegevens, mits ze aangeschakeld staan.
LET OP..... De Server/Master-machine moet altijd aan staan wanneer de andere machines gebruikt worden. Een cliënt-machine die op het netwerk is aangesloten, maar niet op de netwerkmap staat aangegeven, omdat er geen ID-code toegekend is, zal niet door de Server/Master-machine erkend worden.
Netwerkcompatibiliteit U kunt MX100 backoffice software gebruiken om een M2 serie-machinenetwerk met een O
ander bestaand M-serie-netwerk te verbinden
O
een GM-serie-netwerk
Een M2 -serie netwerk kan aan CX-machines gekoppeld worden met behulp van een poortschakeling. Voor meer informatie, neem contact op met Avery WeighTronix.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
151
7 Communicaties
99 VERKOPERS MAXIMUM
Afbeelding 7.1 Voorbeeld netwerk
152
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.1 Autoconfiguratie
7.1
7 Communicaties
Autoconfiguratie ‘Autoconfiguratie is een functie voor het snel opzetten van een netwerk van machines die met een standaard IP geprogrammeerd zijn, en verbonden met een Ethernetconnectie.
Machine aan het netwerk toevoegen U kunt machines aan het netwerk toevoegen tot het toegestane maximum van 31. Als u Autoconfig op een nieuwe machine selecteert, krijgt deze machine automatisch het volgende M/C ID. Het PLU-bestand bijwerken U dient Systeem Zenden uit te voeren vanuit de Server/ Master als het PLU-bestand van de nieuwe cliënt-machine niet overeenkomt met het PLU-bestand van de Server/Master (zie hoofdstuk 7.7, pagina 164). Iedere keer dat de cliënt-machine een PLU gebruikt, worden de PLU-gegevens van de Server/Master opgeroepen. Het PLU-bestand van de cliënt-machine wordt op deze wijze bijgewerkt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
153
7 Communicaties
7.1 Autoconfiguratie
Zo is het mogelijk zonder Systeem zenden uit te voeren, toch het PLU-bestand van de cliënt-machine bij te werken, parallel aan het bestand van de Server/Master. 1
Managermode
ENTER 2
ENTER
of
5
of
1
Autoconfig
Zeker? Nee
=
3
ü
Momentje Aub
Einde
154
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.2 Instellen Machine ID (M/C ID)
7.2
7 Communicaties
Instellen Machine ID (M/C ID) De identificatie van de machine wordt door de Server/Mastermachine gebruikt om onderscheid te maken tussen de verschillende machines in een netwerk. U kunt O
voer een waarde tussen 1 en 31 in voor de machine-ID.
O
U kunt of Server of Cliënt als machinestatus instellen. Een S of C zal op de netwerkmap worden getoond voor iedere machine.
Indien u de machine ID naar 0 zet, zal de machine standalone functioneren. Communicatie 2 M/C ID
M/C ID 0 - 31 Server
Client
Afbeelding 7.2 M/C ID instellen
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
155
7 Communicaties
7.3
7.3 Netwerkmap
Netwerkmap De netwerkmap van iedere machine toont de posities (machine ID) van alle machines die op het netwerk aangesloten zijn. Voor iedere machinepositie op de netwerkmap wordt de betreffende machinestatus weergegeven. Het ID van de machine waaraan u werkt zal op de netwerkmap opflitsen. De machine-status van een machine kan alleen bij die betreffende machine worden gewijzigd. Voor het selecteren van Server/Master- of cliënt-status, zie hoofdstuk 7.2, pagina 155.
1 -16 SCCXXXXCCXXXCXXX of
1 7-31 CCXXBXCCXXXCXEX Afbeelding 7.3 Netwerkmap
156
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.3 Netwerkmap
7 Communicaties
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de karakters die u op de netwerkmap kunt tegenkomen. Karakter
Betekenis
S
Server/Master: Machine ingesteld om netwerk te overzien.
C
Cliënt/slave
X
Geen machine-configuratie.
E
De PLU-bestanden voor deze machine komen niet overeen met die op de Server-machine.
O
De machine die met deze positie verbonden is, is offline (Map-Fout)
L
De machine staat in Lokale Mode ?
B
Backup Server
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
157
7 Communicaties
7.4
7.4 Backup server
Backup server U kunt de status van iedere Cliënt-machine omzetten naar Server, zie hoofdstuk 7.2, pagina 155. Als er al een Server is in het netwerk, dan wordt de nieuwe Server de backup server. Als er in het systeem al meer dan één machine omgezet is naar Server, dan wordt de nieuwe Server de backup server en de oude backup server krijgt de Cliënt-status. Als de Server off-line gaat, dan neemt de backup Server gelijk over zonder dat het functioneren negatief beïnvloed wordt.
LET OP ..... Verkoopt u niet gedurende een langere periode zonder dat de Server en de backup Server beide aangeschakeld zijn. Als beide Servers off-line zijn, dan kunt u ervoor kiezen de Cliënt-machines in Lokale Mode te laten functioneren zie hoofdstuk 7.6, pagina 161. Als er een geluidsignaal is geconfigureerd voor de machine, dan hoort u dit signaal en de netwerkmap zal 0 als positie tonen bij de oude Server. Als er een kabelfout is, dan zullen de Server en backup Server een geluidsignaal afgeven, en iedere machine zal de andere machines, inclusief de Cliënt-machines, als off-line tonen. Voordat u een machine naar Server-status omschakelt, dient u:
158
O
alle transacties te wissen
O
alle totalen te wissen
O
het journaal compleet te wissen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.4 Backup server
7 Communicaties
Machine ID 1 Server Machine ID 2
(Backup server machine ID 23)
Machine ID 31
Afbeelding 7.4 Duo server netwerk
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
159
7 Communicaties
7.5
7.5 Netwerkfouten verhelpen
Netwerkfouten verhelpen De Server-machine controleert het netwerk voortdurend en geeft een geluidssignaal wanneer er ergens een storing is. Als de oorzaak een defecte klantmachine is 1.
schakel de defecte machine uit of ontkoppel hem.
2.
Op de server, ga naar de Managerstand.
3.
Druk op
4.
Druk op
Netwerk map
om de netwerkkaart te tonen.
ENTER
om het geluidssignaal te stoppen.
Als de oorzaak een andere Cliënt-machine is, die is uitgezet, schakel deze dan weer aan. Foutmelding
Oorzaak
Wat te doen
Het systeem kan verder geen PLUs opslaan Communicatiefout Communicatie tussen machines verstoord. De machine die met deze Mapfout positie verbonden is, is off-line Geheugen vol
Onvolledig
Lokale mode Geen server
160
Wis verouderde, ongewenste PLUs Controleer de netwerkmap.
Controleer de netwerkmap. Controleer netwerkverbindingen en stel de machine ID in, indien nodig. Het PLU-bestand in de cliënt- Voer Systeem Zenden uit vanaf machine komt niet overeen met de Server (zie hoofdstuk 7.7, het PLU-bestand in de Server. 164). De machine staat in Lokale Integreer een Cliënt weer in het Mode. netwerk, zie 163. Betreffende machine Check netwerkkabel. communiceert niet met Server- Stel machine in op Lokale Mode. machine.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.6 Lokale mode
7.6
7 Communicaties
Lokale mode Als u de tekst Geen Server ziet, gevolgd door Lokale Mode ? wanneer u tracht: O
PLUs te selecteren
O
Transacties toe te kennen
O
Etiketten te printen
Dan betekent dit dat de Cliënt-machine vanwege een netwerkstoring niet met de server communiceren kan.
Een cliënt op Lokale mode instellen Wanneer een Cliënt-machine niet met de Server kan communiceren, dan is het mogelijk deze Cliënt-machine zelfstandig te laten werken. Bij het schakelen van de Cliënt-machine naar Lokale Mode zullen alle transacties die ingevoerd zijn, maar niet geprint, vorloren gaan. U moet incomplete transacties dan opnieuw ingeven. O
Druk
ENTER
om de Cliënt naar Lokale Mode te
schakelen. Als u niet wilt dat de Cliënt-machine in Lokale Mode werkt: O
druk een andere toets om de tekst op te heffen.
Enkel voor etiketmachines O
Druk op
C
, waardoor het mogelijk wordt een PLU te
selecteren en een etiket te printen. Wanneer u een volgende keer een PLU kiest, wordt de tekst Lokale mode herhaald. Totaliseren van etiketten in Lokale mode niet mogelijk. Opmerking: Indien er een fout bij de Server is, ziet u de tekst Geen Server getoond bij elke cliënt-machine in het netwerk.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
161
7 Communicaties
7.6 Lokale mode
Ziet u de tekst Lokale Mode aan het einde van de machinestart, dan staat deze machine in Lokale Mode. Verschijnt de tekst Lokal. Machine(s) aan het einde van de Server-start, dan is er tenminste één Cliënt-machine in Lokale Mode. Ga naar Netwerkmap om te controleren welke machine dit is.
Bediening in de lokale mode Als een Cliëntmachine wordt gebruikt in de Lokale Mode kunnen de totalen niet worden opgeslagen aangezien deze worden verzameld en opgeslagen door de server. Journalbuffer De journaalbuffer kan in de lineaire of circulaire stand werken. Lineair staat In lineairmode kan de verkoop niet worden voortgezet als de journaalbuffer vol is (zie 5.1, Opzetten van de journaalfunctie, 133). De waarschuwingsberichten Journaal 75% Vol en Journaal 90% Vol worden knipperend weergegeven bij het naderen van de grens voor het aantal opgeslagen journaaltransacties. Circulairemode In de circulairemode overschrijven nieuwe journaaltransacties de oudste journaaltransacties. Standaardinstelling De standaardbufferinstelling voor cliënt machines is lineair en het geheugenlimiet voor transacties is ingesteld op 20 bonnen met maximaal acht transacties per bon (160 transacties). De klantenbuffermode kan desgewenst worden gewijzigd van lineair- naar circulairmode. Neem contact op met Avery Berkel als u het formaat van de buffer wilt wijzigen.
162
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.6 Lokale mode
7 Communicaties
LET OP..... Raadpleeg hoofdstuk 5 Journaalmode, voordat er wijzigingen worden doorgevoerd. Een lokale Cliënt herinstellen Na het oplossen van het netwerkprobleem wordt de Cliëntmachine die in Lokale mode staat, als volgt automatisch in het netwerk terug gebracht: 1.
Koppel de machine aan het netwerk (als deze afgekoppeld was).
2.
De Server zoekt en vindt de Cliënt in Lokale Mode en schakeld de Cliënt naar online.
De Server doet dan het folgende: O
overbrengen van uitstaande transacties van de Cliënt.
O
overbrengen van afgeronde transacties naar de Server als een achtergrond-activiteit.
O
bijwerken van totalen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
163
7 Communicaties
7.7
7.7 Systeem zenden (netwerk zenden)
Systeem zenden (netwerk zenden) Systeem zenden (netwerk zenden) zorgt ervoor dat de data van de machines met die van de Server overeenkomen. Wanneer de Server gegevens naar de Cliënt-machines stuurt, kopieert de Server PLU-bestanden en alle andere data, behalve de posities van geprogrammeerde en toegekende toetsen. Systeem zenden naar Cliënt-machines is nodig als: O
u data programmeert op een Server die niet op het netwerk is aangesloten.
O
u een nieuwe of een vervangende machine in het netwerk plaatst.
U hoeft niet te zenden als: O
164
u data programmeert op een Server die aangesloten is op het netwerk, en alle machines zijn ingeschakeld.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.7 Systeem zenden (netwerk zenden)
u wijzigingen aanbrengt in het PLU-bestand van een willekeurige machine, terwijl alle andere machines zijn ingeschakeld.
O
1
7 Communicaties
Managermode
2
COMMS
COMMS
X3
3
ENTER 4
Systeem Zenden
Einde YES
Momentje Aub ....
Einde
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
165
7 Communicaties
7.8
7.8 Machineconfiguratie zenden
Machineconfiguratie zenden Met Machineconfiguratie zenden kunt u de machineconfiguratie en toegekende toetsen van de ene machine naar de andere kopiëren. De toegang voor deze functie is standaard ingesteld op 9. Communicatie Autoconfig.
M/C ID 0 - 31 Server
166
Client
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.9 Configuratie
7.9
7 Communicaties
Configuratie Machine IP (M/C IP) adres Iedere machine in het netwerk dient een uniek IP-adres te hebben. Het TCP/IP-protocol gebruikt het IP-adres om de bron en de bestemming van databestanden te identificeren. De machines worden gefabriceerd met een uniek IP-adres dat enkel gewijzigt dient te worden als het M-serie netwerk met een bestaand Ethernet-netwerk geïntegreerd moet worden. Het IP-adres van de machine bestaat uit twee delen. O
Het netwerkadres Het netwerkadres moet hetzelfde zijn als de andere machines op hetzelfde netwerk.
O
Het machineadres Het machineadres moet verschillen van de andere machines op hetzelfde netwerk.
Het netwerkadres is afhankelijk van het sub-net mask dat wordt gebruikt. Voor IP-adres 88.1.1.7 is dit bijvoorbeeld als volgt: Sub-net mask
255.0.0.0
255.255.0.0 255.255.255.0
Netwerkadres
88.0.0.0 88.1.1.7
88.1.0.0 88.1.1.7
Machineadres
88.1.1.0 88.1.1.7
Sub-net mask Grote fysieke netwerken kunnen worden opgesplitst in kleinere logische netwerken door middel van het subnetfilter.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
167
7 Communicaties
7.9 Configuratie
LET OP..... Als een machine wordt toegevoegd aan een bestaand netwerk en u het IP-adres en het sub-net mask moet wijzigen, moeten het netwerkadres en het sub-net mask overeenkomen met het bestaande netwerk. Neemt u daarvoor contact op met Avery Berkel.
Hostnaam Dit is alleen van toepassing voor apparaten die zijn aangesloten op een netwerk waarbij DHCP is ingeschakeld. De machine kan worden geïdentificeerd via de hostnaam, zelfs wanneer het IP-adres is gewijzigd. De naam kan maximaal 100 tekens bevatten in een vaste of variabele tekenreeks. De volgende codes kunnen worden opgenomen in de tekenreeks: %%NTID of %%+8.2%%netwerk-ID (twee tekens) %%MCID of %%+8.1%%netwerk-ID (twee tekens) De hostnaamtekst is standaard: Avery.Berkel.GM.NetId.%%NTID.McId%%MCID
Gateway IP-adres Wanneer M-serie machines gekoppeld zijn aan een PC door middel van een toegangspoort, dient de M-serie machine het toegangsadres te weten om te kunnen communiceren.
Netwerk ID De machines hebben een standaard netwerk ID. Dit ID hoeft enkel gewijzigd te worden wanneer meer dan één M-serie netwerk opgesteld gaat worden. Maximaal 31 machines kunnen in een machinenetwerk geïntegreerd zijn. Alle machines in een enkel netwerk dienen hetzelfde netwerk ID te hebben.
168
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.9 Configuratie
7 Communicaties
Maximaal 99 machinenetwerken kunnen worden gecreëerd, maar iedere groep machines moet een netwerk ID-nummer bezitten dat verschilt van de andere groepen. Basispoortnummer Het basispoortnummer wordt gebruikt met de netwerk-ID om een TCP/IP-poortnummer te genereren voor communicatie tussen de weegschalen. Dit poortnummer wordt gebruikt door de weegschalen binnen het netwerk om via het netwerk te communiceren. Als dit poortnummer wordt gebruikt door andere apparatuur, moet u het basispoortnummer mogelijk wijzigen.
CX IP adres Dit moet worden gebruikt wanneer CX-machines binnen een bestaand Ethernet-netwerk worden gekoppeld met het M serie machinenetwerk. Het CX IP-adres dient met de Servers verbonden te zijn, omdat enkel Servers met de CX-machines communiceren kunnen. Verandering van een IP-adres wordt pas doorgevoerd bij herstart van de machine. De IP-wijziging is echter automatisch als u Manager-mode verlaat na de wijziging. Poortnummer Dit is het poortnummer dat gebruikt wordt om met de CXmachine te communiceren.
Host poortnummer Dit is het TCP/IP poortnummer dat gebruikt wordt voor communicatie met een PC die MX100-software gebruikt. De M-serie machine dient het poortnummer voor MX100 te kennen om met de PC te kunnen communiceren. De standaardwaarde voor het poortnummer hoeft normaal gesproken niet gewijzigd te worden.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
169
7 Communicaties
7.9 Configuratie
Ping IP test Deze functie doet een test van de connecties tussen de schaal en andere IP-adressen.
Modem setup Modem aan Het is mogelijk een modem te gebruiken om de schaal met een PC of afstand te verbinden. Het modem gebruikt dezelfde seriële poort (poort 1) als MX050, de service software. De machine moet geconfigureerd worden om de één, of de andere te gebruiken. De standaardinstelling is Modem Uit. Als u de instelling moet wijzigen, neemt u dan contact op met Avery Berkel of uw leverancier voor advice. Modem usernaam en paswoord Deze dienen gelijk te zijn aan die gebruikt voor de ‘dial up account’ op een afstands-PC. U kunt gebruiksnaam en paswoord bewerken. Initstring (edit and reset) Wanneer het modem aan is en de machine is aan, dan wordt een initstring naar het modem gestuurd om instructies te geven. De standaard initstring is ontworpen om met het merendeel van modems te functioneren, en zal in de meeste gevallen niet gewijzigd hoeven te worden. Als de initstring veranderd is, kunt u Reset InitString gebruiken om terug te keren naar standaard initstringinstelling. Test modem link Gebruik deze functie als u wilt controleren of de link met het modem werkt. Test PPP link Gebruik deze functie als u wilt controleren of de machine online is met een PC op afstand.
170
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.9 Configuratie
7 Communicaties
Gegevenskloon U kunt gegevenskloon gebruiken om machinespecifieke gegevens te kopiëren, evenals systeemdata, van de server naar een nieuwe of vervangende machine binnen een netwerk. De nieuwe machine moet dezelfde netwerk-ID gebruiken. Met klonen brengt u de volgende gegevens over: O
systeemdata
O
serviceconfiguratie (niet capaciteit)
O
M/C-setup
O
voorkeuzetoetsen
O
euro-configuratie.
Soepele timing Communicatie-timeouts kunnen met 0 < 10 s worden verlengd om een betrouwbare werking mogelijk te maken in netwerken met langere reactietijden, bijv. draadloze netwerken.
7.9.1
Testrapport
Het testrapport bevat informatie over de netwerkconfiguratie. De volgende gegevens kunnen vermeld worden: •
MAC-adres
•
gebruikte encryptiemethode
•
authenticiteit
•
signaalsterkte
Het testrapport afdrukken Om het testrapport af te drukken: •
zet de machine in verkoopstand (weegmodus)
•
druk twee keer kort na elkaar op de displaytoets
•
het testrapport wordt afgedrukt.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
171
7 Communicaties
7.10
7.10 Wireless LAN-communicatie
Wireless LAN-communicatie Wireless LAN maakt draadloze communicatie mogelijk tussen machines in een LAN-netwerk met radiosignalen. Elke machine kan in twee modes worden gebruikt.
Ad hoc (peer to peer)-mode Voor deze mode is geen toegangspunt vereist. Wanneer u de ad hoc-mode gebruikt, communiceren de interne WLAN-pc-kaarten in de weegschalen rechtstreeks met elkaar. Hiervoor moeten alle machines binnen het netwerk zichtbaar zijn voor elkaar. In de praktijk betekent dit meestal dat de afstand tussen de machines betrekkelijk klein is.
Toegangspuntmode Deze mode vereist dat het Ethernet-netwerk een toegangspunt bevat. Dit type draadloze communicatie heeft standaard een bereik van maximaal 50 m, afhankelijk van de winkelindeling en omgevingsfactoren (toonbanken, muren, wanden, plafondhoogte). O
Het bereik kan worden uitgebreid door middel van aanvullende toegangspunten.
O
De dekking van elk toegangspunt moet het volgende toegangspunt enigszins overlappen.
Het toegangspunt: communiceert rechtstreeks met elk toestel waardoor grotere, diverse netwerken mogelijk zijn.
O
172
O
fungeert als een hub voor weegschalen die met interne WLAN-pc-kaarten zijn uitgerust en zorgt voor een verbinding met het Ethernet-LAN.
O
beheert de communicatie tussen weegschalen in de winkel en tussen de pc en weegschalen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.10 Wireless LAN-communicatie
7 Communicaties
Opmerking: Wireless LAN-communicatie is alleen beschikbaar op machines die softwareversie 3.3 of hoger gebruiken.
Wireless-configuratie Wanneer u uw machine wilt bedienen met de Wireless LANinterface, moet u eerst het volgende instellen: Draadloos IP-adres en sub-net mask U kunt het draadloze IP-adres en het sub-net mask selecteren dat u wilt gebruiken. Het IP-adres moet echter verschillen van het adres dat wordt gebruikt voor de Ethernet-interface. WLAN-hostnaam Als het draadloze IP-adres is geprogrammeerd als 0.0.0.0, kunt u een hostnaam selecteren (voor DHCP-gebruik) zodat de backoffice-pc de machine kan identificeren. U kunt een hostnaam invoeren van maximaal 49 tekens of u kunt de standaardhostnaam gebruiken. Als een draadloos IP-adres is geprogrammeerd, wordt het bericht Ongeldige invoer weergegeven wanneer u WLANhostnaam selecteert. WLAN-mode Hier kunt u Toegangspuntmode of Ad hoc-mode selecteren. Alle machines in hetzelfde WLAN moeten in dezelfde mode functioneren. Draadloos kanaal De WLAN-pc-kaarten in de machines kunnen een aantal verschillende kanalen gebruiken om storing met andere machines te voorkomen. In de toegangspuntmode wordt het kanaal bepaald door het toegangspunt en wordt het bericht Ongeldige invoer weergegeven. In de ad hoc-mode kunt u een kanaal tussen 1 en 14 selecteren.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
173
7 Communicaties
7.10 Wireless LAN-communicatie
Alle machines in hetzelfde WLAN moeten overeenkomende kanalen hebben. ESSID (Extended Service Set Identifier) Dit is een alfanumerieke tekenreeks van 32 tekens die draadloze LAN’s scheidt. Alle machines in hetzelfde WLAN moeten een overeenkomende ESSID hebben.
Ondersteunde netwerkconfiguraties
Draadloos op toonbank (ad hoc-mode), geen toegangspunt
Draadloos op toonbank met toegangspunt
Beheerd via backoffice (ad hoc-mode), geen toegangspunt
174
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.10 Wireless LAN-communicatie
7 Communicaties
Beheerd via backoffice
Beheerd via backoffice - Ethernet-gekoppelde weegschalen
Beheerd via backoffice -multinetwerksysteem
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
175
7 Communicaties
7.10 Wireless LAN-communicatie
Beheerd via backoffice - multinetwerksysteem met Ethernet-gekoppelde weegschalen
176
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.11 RF-codering
7.11
7 Communicaties
RF-codering Communicatie via draadloze netwerken kan worden gecodeerd om transmissies te beveiligen en netwerken apart te houden. Codering maakt gebruikt van door de gebruiker gedefinieerde sleutels die aangeven hoe de weegschaal de transmissies codeert en decodeert. Alleen weegschalen die dezelfde actieve coderingssleutels gebruiken, kunnen met elkaar communiceren.
Communicatie Autoconfig
Configuratie M/C IP
Draadloos Setup
Draadloos IP Adr
Encryptie
Coderingsmode Er zijn twee coderingsmodes: Selecteer 40-bits codering of 128-bits codering. De standaardinstelling voor de weegschalen is Geen Encryptie. O
40-bits codering De schaal gebruikt 40-bits beveiliging. Coderingssleutels kunnen bestaan uit 5 alfanumerieke tekens of 10 hexadecimale cijfers.
O
128-bits De schaal gebruikt 128-bits beveiliging. Coderingssleutels kunnen bestaan uit 13 alfanumerieke tekens of 26 hexadecimale cijfers.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
177
7 Communicaties
7.11 RF-codering
Coderingsindeling O Alfanumerieke indeling Sleutels worden ingevoerd als een alfanumerieke reeks. De volgende tekens zijn toegestaan: abcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOP QRSTUVWXYZ1234567890=+?*-:!#%/()@,. en SPACE O
Hexadecimale indeling Sleutels worden ingevoerd als een reeks hexadecimale cijfers. Hexadecimale getallen bestaan uit de volgende cijfers: 1234567890ABCDEF
Opmerking: De keuze voor de alfanumerieke of hexadecimale indeling verandert niet de sleutel zelf. Eén enkele sleutel kan worden opgenomen in alfanumerieke of hexadecimale indeling; dit heeft verder geen invloed op het vermogen van de weegschaal te communiceren via het netwerk.
Coderingssleutels Gebruik deze optie om de coderingssleutels te definiëren. U kunt maximaal 4 coderingssleutels opslaan.
Actieve sleutel Selecteer de coderingssleutel (1 - 4) die moet worden gebruikt als de Activeer Toets voor het verzenden en ontvangen van gegevens. Alleen weegschalen die dezelfde actieve coderingssleutels gebruiken, kunnen met elkaar communiceren.
Ethernet uitschakelen Wanneer een weegschaalnetwerk gebruik maakt van Wireless LAN-communicatie, moet mogelijk de Ethernetinterface worden uitgeschakeld. Onder bepaalde omstandigheden, afhankelijk van de gekozen IP-adressen, kunnen databestanden worden omgeleid naar de ongebruikte Ethernet-interface in plaats van naar de draadloze interface. Als de machine later wordt uitgezet en de WLAN-pc-kaart wordt verwijderd, wordt de Ethernet-interface automatisch weer ingeschakeld wanneer de machine weer wordt aangezet. 178
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.12 Emailwaarschuwingen
7.12
7 Communicaties
Emailwaarschuwingen Het emailwaarschuwingssysteem kan IT-afdelingen of serviceondersteuning op afstand voorzien van informatie over opmerkelijke gebeurtenissen of fouten die zich op een weegschaal voordoen.
Beperkte toegang De emailwaarschuwingsfunctie is alleen beschikbaar indien u een Operator 0 heeft opgezet met beveiligingsniveau 9. De standaardinstelling voor verkoper 0 is PIN-nummer 4296. U wilt de PIN wellicht wijzigen uit beveiligingsoogpunt.
LET OP..... Deze functie is niet voor iedere operator beschikbaar.
Emailinstallatiegegevens U kunt kiezen voor: O
A LAN emailserver of
O
Kieslijnverbinding
Voor een kieslijnverbinding is een modem nodig. Dit kan zich bij de klantmachine bevinden of op de server. Voor algemene netwerkcontrole, moet de modem zich bij de servermachine bevinden. Voor diagnostische doeleinden, plaats de modem bij de individuele machine die moet worden gecontroleerd.
LET OP..... U moet de modem activeren voordat u waarschuwingen installeert. Zie Modem setup, pagina 170.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
179
7 Communicaties
7.12 Emailwaarschuwingen
Servernaam (alleen kieslijn) Deze emailservernaam is alleen van toepassing op een kieslijnverbinding. De servernaam mag uit maximaal 64 tekens bestaan. Voorbeeld:smtp.wideblueyonder.com Server-IP (alleen LAN) Dit is het IP-adres van de SMTP-server. Serverpoort Dit is het poortnummer van de SMTP-server. Het standaard poortnummer is 25. U kunt waarden tussen 1 en 65535 programmeren. ISP-telefoonnummer (alleen kieslijn) Dit is het telefoonnummer dat u moet kiezen voor een kieslijnverbinding. U kunt maximaal 32 tekens programmeren. Verificatietype Voor sommige SMTP-servers moet een verificatietype worden geprogrammeerd voordat zij een email buiten het lokale domein heruitzenden. U kunt kiezen voor: 1.
Geen Standaard
2.
Login De gebruikersnaam en het wachtwoord worden apart geverifieerd.
3.
Eenvoudig. De gebruikersnaam en het wachtwoord worden in een enkel communicatiepakket geverifieerd.
Gebruikersnaam en wachtwoord Uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn nodig voor verificatie. Voor LAN-verbindingen zijn dit uw interne ID en wachtwoord. Voor kieslijnsystemen op afstand zijn een internetgebruikersnaam en –wachtwoord nodig. Voorbeeld: LAN Kieslijn 180
jsmith
U0262919
[email protected]
87654321
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.12 Emailwaarschuwingen
7 Communicaties
Emailadressen Er kunnen drie emailadressen worden geprogrammeerd. Iedere adres kan maximaal 64 karakters omvatten. Verzenden naar: Emailwaarschuwing ontvanger. Kopie naar: De waarschuwing is naar dit adres gekopieerd. Antwoord naar: Antwoorden worden naar dit adres gezonden. Het ‘van’-adres wijzigen Het standaard email ‘van’-adres voor de weegschaal is
[email protected]. Indien u een ander adres wilt gebruiken, zie Activaidentifcator, op pagina 182.
Waarschuwingsgegevens U kunt de gegevens voor de waarschuwing die uw wilt controleren programmeren of u kunt een waarschuwing wissen. Waarschuwing creëren O De standaardinstelling voor waarschuwingen is Uit. O
Indien een waarschuwing moet worden gecontroleerd, moet u het deze activeren. Er kunnen maximaal 20 waarschuwingen worden gecontroleerd.
O
Er zijn 14 waarschuwingen in het systeem geprogrammeerd. De tabel in Afbeelding 7.5 vermeldt deze en de opties die voor elk beschikbaar zijn.
O
U kunt de bestaande waarschuwingen bewerken.
Waarschuwing wissen Wist alle wijzigingen van de geselecteerde waarschuwing en stelt de waarden weer op de standaard instellingen in.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
181
7 Communicaties
Waarsch uwingsreferentie nummer
Waarschuwing
7.12 Emailwaarschuwingen
Status
Standaard Activeractiveringsgrens ingsgrens
1
Software-uitzonderingen
Uit, Aan
1
1
2
Belangrijke Uit, Aan systeemloggebeurtenissen
1
1
3
Printerkop weerstandsgrens 1
Uit, Aan
1
1
4
Printerkop weerstandsgrens 2
Uit, Aan
1
1
5
Servicewaarschuwing
Uit, Aan
1
1
100
Netwerkfouten
Uit, Aan
1- 9999
30
101
Machine off-line fouten
Uit, Aan
1- 9999
60
102
Lokale Stand fouten
Uit, Aan
1- 9999
30
103
PLU-bestandsfouten
Uit, Aan
1- 9999
100
104
Handmatig herstarten
Uit, Aan
1- 9999
1000
105
Automatisch herstarten
Uit, Aan
1- 9999
10
106
Korte spanningsval elektriciteitstoevoer
Uit, Aan
1- 9999
10
107
Fouten labeltoevoer
Uit, Aan
1- 9999
10
108
Geen papier fouten
Uit, Aan
1- 9999
10
109
Temperatuurgrens printerkop
Uit, Aan
1- 9999
5
Afbeelding 7.5 Standaardwaarschuwingen
Activa-identifcator U kunt een tekststreng programmeren om te helpen bij het identificeren van de gecontroleerde schaal. U kunt maximaal 50 alfa numerieke tekens invoeren.
182
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
7.12 Emailwaarschuwingen
7 Communicaties
‘Van’ adres U kunt een emailadres gebruiken voor de gehele of gedeeltelijke Activa-identificator. O
Indien het systeem een ‘@’ identificeert, gebruikt het de streng voor het ‘van’-adres.
O
Indien er geen ‘@’ is, identificeert de tekststreng de weegschaal, maar het systeem gebruikt nog steeds het standaard ‘van’-adres.
Voorbeeld: Tekststreng DeliScale1 Tekststreng gebruikt om de gecontroleerde weegschaal te identificeren Tekststreng DeliScale1
[email protected] Smethwick Tekststreng gebruikt ter identificatie van de gecontroleerde weegschaal en het email ‘van’-adres. Indien het emailadres onderdeel van een langere tekststreng uitmaakt, moet u een spatie aan het begin en einde van het emailadres toevoegen.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
183
7 Communicaties
184
7.12 Emailwaarschuwingen
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
8 Bestands-backup 8.1 Zenden/laden van gegevens
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
185
8.1 Zenden/laden van gegevens
8
8 Bestands-backup
Bestands-backup Wanneer u meerdere stand-alone machines met dezelfde PLUs en systeem-informatie gebruikt, kan een bestandsbackup ervoor zorgen, dat u nieuwe of gewijzigde gegevens (data) niet voor iedere machine opnieuw hoeft in te voeren. U kunt bestanden bewaren die in geval van problemen in het geheugen van een machine geladen kunnen worden. De hoeveelheid informatie die u kunt opslaan hangt af van het systeem voor gegevensverzameling. Een handmatige DCU zal niet voldoende geheugen hebben om het systeembestand op te slaan, maar wel voor het gehele PLU-bestand. Opmerking: Het is mogelijk dat u een extra component nodig heeft om een met de hand bedienbare DCU te gebruiken bij Mserie machines. Neem contact op met Avery Berkel voor advies. Zorgt u ervoor dat u regelmatig een bestands-backup maakt.
8.1
Zenden/laden van gegevens Zenden De DCU gegevens van de machine ontvangt en een copie in het geheugen bewaart, totdat u daarvan gebruik wenst te maken. De originele gegevens blijven behouden in de machine. Laden De DCU (Data Collection Unit) of het backuphulpmiddel voor de gegevens, gegevens stuurt naar de machine. De gegevens in de machine worden vervangen of overschreven maar blijven behouden in de DCU of het backuphulpmiddel.
Systeem zenden/laden Systeem-data zijn gegevens die hetzelfde dienen te zijn voor alle machines in een netwerk. Indien machines in een netwerk functioneren, zal de systeeminformatie gelijk zijn voor alle machines.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
187
8 Bestands-backup
8.1 Zenden/laden van gegevens
Wanneer systeem-data geladen of gezonden worden, gaat het daarbij om: afdelingen netwerk ID verkopersnummers machine-voettekst voet-/koptekst lichtkrant etiketformaaten Euro-tarief en -symbool
BTW-% opgeslagen tarra barcode-formaten PLUs Totaal-etiket karkasinformatie logo’s
Machine zenden/laden Machinedata zijn gegevens die specifiek zijn voor een bepaalde machine. Wanneer informatie over de machineconfiguratie (m/c config) door de machine geladen of gezonden wordt, gaat het daarbij om: machine-ID voorkeuzetoetsen toets-config printer-config afdruk-opties M/C ID nummer (trace code) symbolen maatwerkmenu’s
etiket-mode etikettype etiket-detect tarra-interlock barcode-instelling Euro-print config display contrast
PLU zenden/laden Een PLU-bestand kan zowel gezonden als geladen worden, onafhankelijk van het systeembestand.
Etiketformaten De etiket-layout (etiketformaat) kan zowel worden gezonden als geladen, onafhankelijk van het systeembestand. Indien u een backup van een logo wilt maken, dient u Systeem Zenden uit te voeren. Het systeembestand bevat etiketformaat en logo-data.
188
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
8.1 Zenden/laden van gegevens
8 Bestands-backup
Totalen zenden Indien u een totalen-backup wilt maken, dient u Totalen Zenden uit te voeren. Door middel van systeem zenden maakt u een systeembestand aan dat geen totalen omvat. 6 Bestands-Backup 1 Systeem Zenden 2 Systeem Laden 3 Machine Zenden 4 Machine Laden 5 PLU Zenden 6 PLU Laden 7 Layout Zenden 8 Layout Laden 9 Totalen Zenden
Laden ……
Afbeelding 8.1 Voorbeeld: Het PLU-bestand laden
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
189
9 Help-Informatie 9.1 Set up mode 9.2 Foutmeldingen 9.3 Wanneer er iets fout gaat
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
191
9.1 Set up mode
9
Help-Informatie
9.1
Set up mode
9 Help-Informatie
Het is mogelijk dat per ongeluk alle toegangsniveaus zo worden gezet dat deze niet meer gewijzigd kunnen worden en dat geen enkele verkoper meer toegang heeft tot schaal- of manager functies. Dit zou kunnen gebeuren als bijvoorbeeld: O
manager’s toegangsniveau oorspronkelijk was ingesteld op 9
O
alle verkoop- en manager-functies ingesteld zijn op niveau 5
O
de manager het eigen toegangsniveau naar 4 wijzigt.
De manager kan nu geen enkele functie meer gebruiken noch het toegangsniveau wijzigen. Als geen gebruiker een toegangsniveau van 9 heeft, dan komt de Super User functie beschikbaar. Deze functie maakt toegang tot alle functies mogelijk, onafhankelijk van het ingestelde toegangsniveau, mits de gebruiker de Super User PIN weet. 1
Managermode
2
ENTER
3
ingave super user PIN
Opmerking: Als u de Super User PIN niet weet of bent vergeten, neemt u dan contact op met Avery Berkel.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
193
9 Help-Informatie
9.2
9.2 Foutmeldingen
Foutmeldingen Tijdens het gebruik van de machine verschijnen er meldingen op het display die u instructies geven als er iets fout is gegaan. Onderstaand volgt een lijst van alle meldingen, hun betekenis en wat u moet doen wanneer de melding gegeven wordt. GEEN CALIBRATIE De machine weegt niet op correcte wijze. Gebruikt u de machine niet. Neemt u contact op met Avery Berkel. CHECKSUM-FOUT Neemt u contact op met Avery Berkel. COMMUNICATIEFOUT De communicatie tussen de machines is verstoord. Controleer de netwerkmap. BESTANDTYPE FOUT Het bestandtype in de DCU komt niet overeen met het bestandtype in de machine. FORMAATFOUT De DCU zendt het verkeerde soort formaat. Controleer het formaat. HARDWAREFOUT Indien nodig, druk op
C
om het geluidssignaal van de
machine te stoppen. Schakel de machine uit en schekel deze weer aan. Neem contact op met Avery Berkel als het probleem hiermee niet verholpen is. HARDWAREFOUT Neemt u contact op met Avery Berkel. ONGELDIGE INVOER U probeert een tarrawaarde in te voeren die geen meervoud is van de op het display getoonde waarde. Voer een juiste tarrawaarde in.
194
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
9.2 Foutmeldingen
9 Help-Informatie
U hebt geprobeerd een ongeldig formaat (lay-out) voor de barcode in te voeren. U probeert een machine ID (M/C ID) in te voeren die in strijd is met een andere machine. ONGELDIG U heeft een optie gekozen die voor uw machine niet toegestaan is. TRANSPORTFOUT De printer heeft geen etiketten meer of voert deze niet op de juiste wijze door. Controleer de printer. Het soort etiket dat u tracht af te drukken is niet juist. Controlleer de printerconfiguratie. Gebruikt u voorgedrukte etiketten, ga dan bij Avery Berkel na of deze wel geschikt zijn voor uw printer. ETIKET AFNEMEN U probeert een etiket op te vragen, maar het vorige etiket is nog niet weggenomen. MAP-FOUT Netwerkmapfout. Controleer de netwerkmap en de netwerkverbindingen. Stel, indien noodzakelijk, de machine ID in. Laat de Server (Master-machine) een Systeem zenden (netwerk zenden) uitvoeren zie hoofdstuk 7.7, pagina 164. VOL Het maximaal aantal karakters is al ingevoerd. Bewerk de tekst. De door u gekozen PLU is een gewogen PLU. Er zijn geen goederen op het plateau geplaatst. GEEN TARRA Een tarra-koppeling is ingesteld op de machine. U probeert een etiket af te drukken zonder eerst een tarra te kiezen. Weeg de goederen in een houder/verpakking.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
195
9 Help-Informatie
9.2 Foutmeldingen
NIET GEVONDEN De PLU, afdeling, lotnummer enz. is niet in de geselecteerde afdeling aanwezig. PLU: Controleer of u het juiste afdelings- en PLU-nummer geselecteerd hebt. Programmeer de PLU. Afdeling: Programmeer de afdeling. Ken een afdelingstoets toe. Lotnummer: Controleer of u het juiste afdelings- en PLU-nummer geselecteerd hebt. Controleer of de machine in voorverpakkingsmode staat. Programmeer de karkasinformatie. BON OP De printer heeft geen of nauwelijks papier over. Vervang de rol. Druk op
C
om deze tekst te wissen.
PRIJSOVERLOOP De waarde van de transactie of van het sub-totaal is hoger dan 9999,99. Indien u een open PLU gebruikt, controleert u dan of u de correcte prijs hebt ingevoerd. Als u in bon-mode bent, druk dan de bon voor de bewerkte transacties af. PRINTER VERHIT Printkop oververhit. Laat de printerkop afkoelen. Neem contact op met Avery Berkel als het probleem hiermee niet verholpen is. SERIE-FOUT Communicatiefout met de PC. Controleer connectoren en seriële kabel. ZENDFOUT De machine en DCU staan niet met elkaar in contact. Schakel de machine uit en schekel deze weer aan. Neem contact op met Avery Berkel als het probleem hiermee niet verholpen is.
196
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
9.2 Foutmeldingen
9 Help-Informatie
De DCU heeft geen geheugen vrij. GEW ONDER MIN U probeert een transactie uit te voeren zonder goederen op het weegplateau geplaatst te hebben, of de goederen wegen minder dan het toegestane minimum. NUL-TOTAALPRIJS De totaalprijs is nul. Wanneer u met een open PLU werkt, zorgt u er dan voor dat u de prijs heeft ingevoerd.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
197
9 Help-Informatie
9.3
9.3 Wanneer er iets fout gaat
Wanneer er iets fout gaat Voor de machines in de M-serie is gebruik gemaakt van de modernste technieken en onderdelen die verkrijgbaar zijn. Deze machines zijn ontworpen op betrouwbaarheid en nauwkeurigheid, zodat u er probleemloos gebruik van kunt maken. Als de machines niet op de juiste manier worden ingesteld, zullen ze niet naar behoren werken. Onderstaand wordt een aantal problemen besproken die u tegen kunt komen, en op welke manier u ze kunt verhelpen. Verkeerde lichtkrant of naam van de zaak Controleer of u de juiste gegevens heeft ingevoerd en dat de referentie voor de lichtkrant correct is toegekend. Geen barcode Controleer of u de juiste gegevens heeft geprogrammeerd. Functietoets werkt niet Functie niet geconfigureerd. Neemt u contact op met Avery Berkel. Kan geen doorlopende etiketten afdrukken Zorg ervoor dat Doorlopend is geselecteerd als Etikettype. Machine niet op nul Zorg ervoor dat er geen goederen op het weegplateau liggen. Controleer of er geen restjes op of onder het weegplateau of op of onder de machine zijn achtergebleven. Druk op
0
.
Leeg of onleesbaar display Controleer of het display-contrast op de juiste wijze is toegepast, zie hoofdstuk 5.6, pagina 123.
198
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
9.3 Wanneer er iets fout gaat
9 Help-Informatie
Doet u de volgende basis-controles: O Zit de stekker in het stopcontact.
? A vrekre yl B e
O
Staat de machine aan.
O
Worden de juiste zekeringen gebruikt in de machine en werken deze.
O
Staat er spanning op het stopcontact (sluit om te controleren eerst een elektrisch apparaat aan waarvan u weet dat het werkt).
O
Hebt u voor de handeling de juiste procedure gevolgd.
O
Hebt u de betekenis van eventuele foutmeldingen opgezocht om te zien of u het probleem misschien zelf kunt verhelpen.
Werkt de machine nu nog niet naar behoren, neem dan contact op met Avery Berkel. Onze experts zullen u met plezier van dienst zijn.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
199
9 Help-Informatie
200
9.3 Wanneer er iets fout gaat
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10 Appendix 10.1 Uitgebreide karakters 10.2 Ondersteunde AI-codes 10.3 Vergangsingscodes 10.4 Voedingsmiddelenfeiten
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
201
10.1 Uitgebreide karakters
10 Appendix
10
Appendix
10.1
Uitgebreide karakters Bij het creëren of bewerken van printbare tekst zoals verkoopberichten of PLU-tekst kunt u extra tekstkarakters creëren door middel van de set uitgebreide karakters. Voer de juiste numerieke code in voor het gewenste karakter met behulp van de tabellen in dit hoofdstuk. Om een karakter in te voeren: druk
O
Shift dan X X X
gevolgd door de numerieke-
codetoetsen voor het gewenste karakter.
Romeinse karakters Voorbeeld:
Om het karakter Æ in te geven.
Om de code voor het karakter te vinden, dient u: O
Het nummer in de linker kolom van de rij te lezen (112)
O
het nummer aan de toprij van de kolom (11) toe te voegen.
Dit geeft u de code voor Æ - 123. 000 016 032 048 064 080 096 112 128 144 160 176 192 208 224 240
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 LF
11 FONT
12 13 CLF
14
15
SP 0 @ P
! 1 A Q a q Ð Á Ó Ã
° 2 B R b r Ý Â Ò Õ
# 3 C S c s Þ Ą Ö
$ 4 D T d t ± Ć Ô Ñ
% 5 E U e u ä Č Ř Ľ
& 6 F V f v ö Đ Ś Ĺ
‘ 7 G W g w å Ď Š Ŕ
( 8 H X h x ü É
) 9 I Y i y ø Ě Ú
* : J Z j z æ Ê Ü
+ ; K Ä k Æ ç Ę Ű
, < L Ö l £ ð Í Ů
. > N Ü n € þ
/ ? O Ø o
p Ç Á Ň Ż
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
= M Å m ƒ I Ł Ý
ł N Ž
µ
203
10 Appendix
10.1 Uitgebreide karakters
Deze speciale tekens zijn eveneens beschikbaar: Code
Teken
204
Omschrijving
À
200
A accent grave
Á
201
a accent aigu
Â
202
a accent circonflexe
Ã
203
a tilde
È
204
E accent grave
è
205
e accent grave
é
206
e accent aigu
ê
207
e accent circonflexe
ë
208
e trema
ì
209
i accent grave
í
210
i accent aigu
î
211
i accent circonflexe
ï
212
i trema
ñ
213
n tilde
ò
214
o accent grave
ó
215
o accent aigu
ô
216
o accent circonflexe
õ
217
o tilde
ö
218
o trema
ù
219
u accent grave
ú
220
u accent aigu
û
221
u accent circonflexe
ü
222
u trema
y
223
y accent aigu
ÿ
224
y trema
“
225
Dubbele aanhalingstekens/ inch
_
226
Streepje
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.1 Uitgebreide karakters
10 Appendix
Griekse karakters Voorbeeld:
Om het karakter Y in te voeren.
Om de code voor het karakter te vinden, dient u: O
het nummer in de linker kolom van de rij te lezen (080)
O
het nummer aan de toprij van de kolom (7) toe te voegen.
Dit geeft u de code voor Y - 087. 000 016 032 048 064 080 096 112 128 144 160 176 192 208 224 240
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 LF
11 FONT
12 13 CLF
14
15
SP 0 @ A
! 1 A C " D
° 2 B E $ F
# 3 ' I ( J
$ 4 ) K * L
% 5 + M , N
& 6 O . P
‘ 7 / Q 0 R
( 8 1 C 2 R
) 9 3 D 4 S
* : 5 S 6 T
+ ; 7 F 8 U
, < 9 G : V
. > = L >
/ ? ? Q @ g
B
= ; J < W
Litouwse karakters
Code
Karakter
Code
Karakter
185
Â
197
Ú
187
È
198
Û
188
É
189
Å
190
Ì
193
Æ
191
Í
194
Ð
195
Ò
196
Ç
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
205
10 Appendix
10.1 Uitgebreide karakters
Letse karakters
Code
Karakter
Code
Karakter
185
Â
189
Å
187
È
193
Æ
190
Ì
194
Ð
195
Ò
196
Ç
197
Ú
Roemeense karakters
Code
206
Karakter
186
Ã
192
Î
Code 199
Karakter Þ
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.2 Ondersteunde AI-codes
10.2
10 Appendix
Ondersteunde AI-codes
AI (alleen EAN 128) 00 01 10 15 17 251 422 423 424 425 426 950 953 3103 3303 3902 7030 7031 8005
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Karkascode (%%) A 0 I 1 2 3 E J Z Q W P K0 (3, 9) K1 (A, E)
207
10 Appendix
10.3
10.3 Substitutiecodes
Substitutiecodes De software ondersteun twee typen vervangingscodes: O
het codesysteem van Avery Berkel
Dit is een vast systeem met codes die bestaan uit de tekens %%, gevolgd door een teken dat de bijbehorende gegevens vertegenwoordigt. O
een systeem op basis van Dewey Decimal-codes
In het Dewey Decimal-systeem wordt informatie opgedeeld in klassen, divisies en subdivisies tot op het niveau dat benodigd is voor het verkrijgen van het gewenste detail. De software ondersteunt vier niveaus. Voor elke klasse, divisie, enzovoort, kunt u een parameter opnemen om een referentienummer te specificeren. In de codetabel wordt een parameter aangegeven met de tekens #pp waarbij pp staat voor een numerieke waarde. Elke codereeks moet beginnen met de tekens %%+ en eindigen met de tekens %%. De eindtekens worden automatisch ingevoerd nadat u de gewenste klasse en divisies hebt geselecteerd. Voorbeeld: Om de naam van voedingsstof 21 van de voedingsstoffenlijst toe te voegen: Dewey Decimal-code:%%+1.1#21.1%%
%%+1.1#21.1%% Klasse:
Afdeling:
Voedingswaardedata
Naam
Divisie: Voedingsstoffen
208
Parameter: Nummer van voedingsstof
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.3 Substitutiecodes
10 Appendix
Dewey Decimal-vervangingscodes
Vervangingscode (parameter)
Dewey Decimal-code Algemene vorm Voedingswaardedata %%+string%% Naam van voedingsstof (nummer van voedingsstof) 1.1#pp.1 RDA van voedingsstof, zonder eenheden (nummer 1.1#pp.2.1 van voedingsstof) RDA van voedingsstof, met eenheden (nummer van 1.1#pp.2.2 voedingsstof) RDA van voedingsstof, alleen eenheden (nummer 1.1#pp.2.3 van voedingsstof) Grootte van portie, zonder eenheden Grootte van portie, met eenheden Grootte van portie, alleen eenheden
1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3
Grootte van standaardmaat, zonder eenheden Grootte van standaardmaat, met eenheden Grootte van standaardmaat, alleen eenheden
1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3
Aantal porties per verpakking
1.2.3
Hoeveelheid van voedingsstof per portie, zonder eenheden (nummer van voedingsstof) Hoeveelheid van voedingsstof per portie, met eenheden (nummer van voedingsstof) Hoeveelheid van voedingsstof per portie, alleen eenheden (nummer van voedingsstof)
1.2.4#pp.1
Hoeveelheid van voedingsstof per standaardmaat, zonder eenheden (nummer van voedingsstof) Hoeveelheid van voedingsstof per standaardmaat, met eenheden (nummer van voedingsstof) Hoeveelheid van voedingsstof per standaardmaat, alleen eenheden (nummer van voedingsstof) Portie Porties/verpakking Bericht per portie Bericht per standaard hoeveelheid
1.2.5#pp.1
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Avery Berkel AI-code code Algemene vorm %%string ()
%%C
1.2.4#pp.2 1.2.4#pp.3
1.2.5#pp.2 1.2.5#pp.3 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.2.9
209
10 Appendix
Vervangingscode (parameter) % RDA van voedingsstof per portie (nummer van voedingsstof) % RDA van voedingsstof per standaardmaat (nummer van voedingsstof)
10.3 Substitutiecodes
Dewey Avery Berkel Decimal-code code 1.3.1#pp
AI-code
1.3.2#pp
Voedingstekst 4
1.4
Automatisch berekende hoeveelheid voedingsstof per portie, zonder eenheden (gegevensreferentie van voedingsstof) Automatisch berekende hoeveelheid voedingsstof per portie, met eenheden (gegevensreferentie van voedingsstof) Automatisch berekende hoeveelheid voedingsstof per standaardmaat, zonder eenheden (gegevensreferentie van voedingsstof) Automatisch berekende hoeveelheid voedingsstof per standaardmaat, met eenheden (gegevensreferentie van voedingsstof) Automatisch berekend % RDA van voedingsstof per portie (gegevensreferentie van voedingsstof) Automatisch berekend % RDA van voedingsstof per standaardmaat (gegevensreferentie van voedingsstof)
1,5#pp.1 1.5#pp.2 1.5#pp.3 1.5#pp.4 1.5#pp.5 1.5#pp.6
Traceering Tracering - lotnummer
2.1
%%0 of %%I
(10) of (251)
Tracering - slachtreferentie
2.16#0
%%4
7030
Tracering - slachtnummer
2.3
%%9
Tracering - uitsnijdreferentie
2.4
%%5
Tracering - uitsnijdnummer
2.5
%%A
Origine traceren 2.1 Origine traceren 2.2 Origine traceren 2.3 Origine traceren 2.4 Origine traceren 2.5
2.23.2.1 2.23.2.2 2.23.2.3 2.23.2.4 2.23.2.5
%%2 %%2 %%2 %%2 %%2
(423) (423) (423) (423) (423)
Origine traceren 4.1 Origine traceren 4.2 Origine traceren 4.3 Origine traceren 4.4 Origine traceren 4.5 Origine traceren 4.6
2.23.4.1 2.23.4.2 2.23.4.3 2.23.4.4 2.23.4.5 2.23.4.6
%%E %%E %%E %%E %%E %%E
(425) (425) (425) (425) (425) (425)
210
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.3 Substitutiecodes
Vervangingscode (parameter) Origine traceren 4.7 Origine traceren 4.8 Origine traceren 4.9
10 Appendix
Dewey Decimal-code 2.23.4.7 2.23.4.8 2.23.4.9
Avery Berkel code %%E %%E %%E
Versnijding nummer 1 Versnijding nummer 2 Versnijding nummer 3 Versnijding nummer 4 Versnijding nummer 5 Versnijding nummer 6 Versnijding nummer 7 Versnijding nummer 8 Versnijding nummer 9
2.24.1 2.24.2 2.24.3 2.24.4 2.24.5 2.24.6 2.24.7 2.24.8 2.24.9
%%A %%A %%A %%A %%A %%A %%A %%A %%A
Tracering - ras van de vader Tracering - ras van de moeder Tracering - ras indien gemengd
2.7.1 2.7.2 2.7.3
%%T %%U %%V
Tracering - datum 1 Tracering - datum 2 Tracering - datum 3
2.8.1 2.8.2 2.8.3
%%6 %%7 %%8
Tracering - soort
2.9
%%L
Tracering - tekst 3
2.10
%%B
Tracering - categorie
2.11
%%W
Tracering - type
2.12
%%Y
Tracering - vergunning
2.13
%%Q
Trace Custom (Scheme) Data
2.14
%%Z
(Karkas) referentienummer traceren
2.15
%%I
Traceerprogrammaprocessor
2,16#p
%%Kp
Tracering GTIN
2.20
Verkoperdetails Verkopernummer Verkopernaam
3.1 3.2
%%V1 %%V2
Datum en Tijd Datum, standaard
4.1
D
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
AI-code (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425) (425)
8
(953)
211
10 Appendix
10.3 Substitutiecodes
Vervangingscode (parameter)
Dewey Avery Berkel Decimal-code code Datum volgens Juliaanse kalender (offset van dagen 4.2#pppppp DC+pppppp vanaf begin van jaar) Tijdformaat 1 4.3 Z1 Tijdformaat 2 4.4 Z2 Tijdformaat 3 4.5 Z3 Sleuteltracker 4.6 K
Promoties/Kantelprijs Promo prijs Prijs zonder promotie Promotiekorting Gratis hoeveelheid van promotie Kiloprijs of stuksprijs
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
N G S F
Startdatum PLU-batch Einddatum PLU-batch Tekst PLU-batch Begindatum promotiebatch (batchnummer) Einddatum promotiebatch (batchnummer) Tekst promotiebatch (batchnummer)
5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4#pp 5.6.5#pp 5.6.6#pp
PS PE PT PSpp PEpp PTpp
AI-code
(3902)
(8005)
Andere valuta (let op: als pp gelijk is aan 0, wordt de 5,7#pp lokale valuta afgedrukt; als pp niet gelijk is aan 0, wordt de valuta afgedrukt die is gekoppeld aan betalingstoets #pp) Vervaldatum promotiebon Promotiereis PLU-bedrag gratis PLU-prijzen)
5.8 5.9 5.10 5.11
PLU gegevens PLU-nummer Afdelingsnummer Groepsnummer Artikelnummer
6.1 6.2 6.3 6.4
PLU display tekst PLU Tekst 1 PLU Tekst 2 PLU Tekst 3 PLU Tekst 4
6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4 6.5.5
PLU GTIN
6.7
Diverse teksten Machinetekst
7.1
212
(01)
M
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.3 Substitutiecodes
10 Appendix
Vervangingscode (parameter)
Dewey Decimal-code Codetoetstekst 7.2 Promotietekst (nummer van promotietekst) 7,3#pp Barcodeformaattekst (nummer van barcodeformaat) 7.4#pp Netwerkdetails Netwerk - machine-ID Netwerk - netwerk-ID
8.1 8.2
Kooktijden en punten Punten (per pond of kilo) Kooktijd (minuten per pond of kilo)
9.1#ppp 9.2#ppp.1#ppp
Transacties Brutogewicht Net gewicht Tarragewicht PLU datum (1 of 2)
10.1.1 10.1.2 10.1.3 10,2#p
Bon Bon-opvolgnummer
11.1
Pack runs Pack run gegevens Ordernummer Omschrijving van etiketrun Pack run origine
12.1#p 12.2 12.3 12.4
Totaal aantal pakketten Totaal aantal omdozen Totaal aantal dozen Totaal, doel 1 Totaal, doel 2 Totaal, doel 3 Totaal tarra Totaal netto gewicht Totaal aantal artikelen
12.5.1 12.5.2 12.5.3 12.5.4 12.5.5 12.5.6 12.5.7 12.5.8 12.5.9
Klantcode Rekeningnaam
12.6.1 12.6.2
Diverse nummers Opvolgnummer van etiket SSCC barcode SSCC in leesbare vorm
13.1 13.2 13.3
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Avery Berkel code H Rpp
AI-code
MCID NTID
(3303) (3103)
(00)
213
10 Appendix
10.3 Substitutiecodes
Dewey Decimal-vervangingscodes gebruiken Zodra u in tekstinvoermode de begintekens %%+ invoert, verzoekt het systeem u de klasse te selecteren. Gebruik en
om door de opties te schuiven. Druk
op ENTER om de selectie te bevestigen. Nadat u de klasse hebt geselecteerd, verzoekt het systeem u een divisie binnen die klasse te selecteren en vervolgens een afdeling binnen die divisie. Druk op ENTER om de selecties te bevestigen. Voer een parameter in door de waarde in te typen. Het systeem voegt automatisch het #-teken toe. Wanneer alle codes en parameters zijn ingevoerd, voegt het systeem automatisch de eindtekens %% toe.
214
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.3 Substitutiecodes
10 Appendix
Voorbeeld:De code programmeren voor de naam van de voedingsstof om te worden afgedrukt in de voedingstabel.
1 Systeemdata 1 PLU-Bestand
1 Voedingsw. Def. 2 Voedings. Teksten
11 Voedingswaarden
1 Wijzig Voedingsw. 2 Reset Voedw. Data
Voedingswaarden 1 Invoer tekst * Voer de benodigde tekst en %%+ in.
1
Voedingswaarden 1_1
Div. Nummers 13
Autom. Voed. Tekst 1_5
Select Voedingsw. 1 Voer de parameterwaarde in (bijvoorbeeld 21). (# wordt automatisch toegevoegd)
Voedingsw. Naam 1_1-21_1
Voedingsw. RDA 1_1-21_2
Voer de parameterwaarde in. (# wordt automatisch toegevoegd)
*Als er eerder geen tekst was geprogrammeerd, wordt het volgende bericht weergegeven: Invoer tekst.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
215
10 Appendix
10.4
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
Voedingsmiddelenfeiten Voedingsdefinities bepalen de lijst van voedingsstoffen die wordt weergegeven in de voedingstabel en bij het maken of bewerken van de PLU. Gegevensteksten voor voedingsstoffen bepalen de tekst die wordt afgedrukt in de voedingstabel.
Standaardvoedingsdefinities Standaardvoedingsdefinities en de bijbehorende aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zoals opgesteld door de UK Food Standards Agency (Voedingsraad in het Verenigd Koninkrijk) zijn voorgeprogrammeerd op de machine. De lijst kan naar behoefte worden uitgebreid of bewerkt. Ref 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
216
Voedingsnaam
RDA
Eenheid
Energie Energie Proteine Vezels Totaal vet Verzadigd vet Calorieën vet Cholesterol Sodium Koolhydraat Suikers Vitamine A Vitamine B1 Vitamine B2 Vitamine B6 Vitamine B12 Vitamine C Vitamine D Vitamine E Vitamine K Vitamine H Calcium
10,400 2,500 60 30 80 25 0 300 500 375 0 800 1.4 1.6 2.0 1.0 60 5.0 10 70 150 800
(kJ) (kcal) (g) (g) (g) (g) (kcal) (mg) (mg) (g) (g) (µg) (mg) (mg) (mg) (µg) (mg) (µg) (mg) (µg) (µg) (mg)
Decimaal tekens 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
23 24 25 26 27 - 50
Ijzer Folium zuur Niacin Transvet
10 Appendix
14 200 18 2 0
(mg) (µg) (mg) (g) (g)
0 0 0 0 0
Standaardteksten Standaardteksten zijn voorgeprogrammeerd in de machine. Deze kunnen naar behoefte worden bewerkt. Ref 1
2
3
Tekst (400 karakters) Voedingsstof %%+1.1#2.1%% %%+1.1#3.1%% %%+1.1#4.1%% %%+1.1#5.1%% %%+1.1#6.1%% %%+1.1#7.1%% %%+1.1#8.1%% %%+1.1#9.1%% %%+1.1#10.1%% %%+1.1#11.1%% %%+1.1#12.1%% %%+1.1#13.1%% %%+1.1#14.1%% %%+1.1#17.1%% %%+1.1#22.1%% %%+1.1#23.1%% %%+1.1#24.1%% Per portie %%+1.5#1.2%%
Per eenheid %%+1.5#1.4%%
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Opmerking Geeft een kolom, met de kop “Voedingsmiddel”, met de naam van voedingsmiddelen 1-14 en 22-24. Deze tekst met voedingsgegevens vormt de sjabloon voor de volgende vier. Deze vijf gegevensteksten leveren samen de voorbeeldvoedingstabel op, in combinatie met het standaardetiketformaat 99.
Een kolom getiteld ‘Per portie’, met informatie over de hoeveelheid van een voedingsstof per portie. Dit wordt automatisch berekend op basis van de voedingsstoffen in voedingstabel 1. Een kolom getiteld ‘Per eenheid’ met de hoeveelheid per voedingsstof per standaardeenheid (in het algemeen per 100 g of per 100 ml). Dit wordt automatisch berekend op basis van de voedingsstoffen in voedingstabel 1.
217
10 Appendix
4
Portie % RDA %%+1.5#1.5%%
5
Std maat % RDA %%+1.5#1.6%%
6 - 28 28 %%+1.2.4#26.2%% 29 %%+1.2.1.2%%
30
%%+1.2.3%%
31
%%+1.2.4#2.1%%
32
%%+1.2.4#7.1%%
33
%%+1.2.4#5.2%%
34
%%+1.3.1#5%%
35
%%+1.2.4#6.2%%
36
%%+1.3.1#6%%
37
%%+1.2.4#8.2%%
218
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
Een kolom getiteld ‘Portie % RDA’ met het percentage van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid dat wordt voorzien door een portie van dit product. Dit wordt automatisch berekend op basis van de voedingsstoffen in voedingstabel 1. Een kolom getiteld ‘Std maat % RDA’ met het percentage van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid dat wordt voorzien door een standaardeenheid van dit product (in het algemeen per 100 g of per 100 ml). Dit wordt automatisch berekend op basis van de voedingsstoffen in voedingstabel 1. Standaard een nulreeks. Transvet De volgende teksten geven een emulatie van een oud type voedingstabel uit de Verenigde Staten in combinatie met het etiketveld 100, 101, 102 of 103. Deze tekst voegt de portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het aantal porties per container toe. Deze tekst voegt de energetische waarde (kCal) per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het aantal calorieën uit vet per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt de totale hoeveelheid vet per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) van het totaal vet dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid verzadigde vetzuren per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) van verzadigde vetzuren dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid cholesterol per portie met eenheden toe. M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
38
%%+1.3.1#8%%
39
%%+1.2.4#9.2%%
40
%%+1.3.1#9%%
41
%%+1.2.4#10.2%%
42
%%+1.3.1#10%%
43
%%+1.2.4#4.2%%
44
%%+1.3.1#4%%
45
%%+1.2.4#11.2%%
46
%%+1.2.4#3.2%%
47
%%+1.3.1#12%%
48
%%+1.3.1#17%%
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
10 Appendix
Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) cholesterol dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid natrium per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) natrium dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid koolhydraten per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) koolhydraten dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid voedingsvezels per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) voedingsvezels dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt de hoeveelheid suiker per portie met eenheden toe. Deze tekst voegt de hoeveelheid eiwitten per portie in eenheden toe. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) vitamine A dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) vitamine C dat wordt voorzien door een portie van dit product.
219
10 Appendix
49
%%+1.3.1#22%%
50
%%+1.3.1#23%%
220
10.4 Voedingsmiddelenfeiten
Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) calcium dat wordt voorzien door een portie van dit product. Deze tekst voegt het percentage toe van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) ijzer dat wordt voorzien door een portie van dit product.
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
Index
M-serie Gebruiksaanwijzing Deel 2
221
A AI-codes 60 B Backup Server 158 Barcodeformaat creëren van een barcodereferentie (nr) 35 definiëren barcodeformaat 33 Barcodes 15 alleen productnummer 20, 24 barcode-overloop 36 eigen merk-artikelen 24 prijs in de barcode 21, 27 scannen 29 checkout-mode 31 subtotaalbonnen 31 variabele formaten 44 vast en variabel formaat 16 voor merkartikelen 20 Barcodes meerdere 17 Batchrapporten 102 configuratie 102 Bestands-backup 187 etiketformaaten 188 machine zenden/laden 188 PLU zenden/laden 188 systeemdata 187 totalen zenden 189
76104-302 Issue 04
15.04.2008
*76104-302*
zenden/laden van gegevens 187 C Carcass tracking records 91 Communicaties autoconfiguratie 153 backup server 158 compatibiliteit 151 configuratie 167 emailwaarschuwingen 179 gegevenskloon 171 lokale mode 161 machine-ID 155 netwerkmap 156 WLAN 172 Configuratie poortnummer 169 D Dewey Decimal-code 209 Dewey Decimal-codes gebruiken 214 F Fout meldingen 194 H Help-Informatie 193 foutmeldingen 194 set up mode 193 J Journaalmode opzetten 133 wissen journaal 137 Journaalrapport afdrukken 135 K Karkas setup karkasbarcode 67
Karkasregistratie 49 gegevensnamen 59 karkaspaspoort 80 presetmode 87 L Lokale mode 161 Lotnummer bewaard 87 bewaren 54, 96 getoond 76 in PLU’s 94 lotnummer wijzigen 96 M Machinemodes 141 klantmode 146 systeemmode 144 toonbankmode 144 Modem setup initstring 170 test modem link 170 test PPP link 170 N Netwerken 151 autoconfiguratie 153 Netwerkfouten verhelpen 160 een cliënt op lokale mode instellen 161 Netwerkmap 156
76104-302 Issue 04
15.04.2008
*76104-302*
netwerkfouten 160 P Producttraceerbaarheid voorgewicht 86 R Rapport setup 105 geheugen 105 ingabe bedrag 105 kasrapport 106 S Systeem zenden 164 T Totaalrapporten 101, 107 batches 102 configuratie 104, 105 omzet 101 ontbrekende velden 101 rapportageperiode 104 Totalen afdeling 118 definiëren van filters 130 etiketrun 127 gewist 101 groep 118 korting 119 machine 112 per uur 116 PLU 117, 118 promotie 120 systeem 110 systeem cash 124 totalen wissen 123 tracering 126 transacties 129 veiligheid 122
verkoper 115 wordt niet gewist 101 Traceability 89 assigning records 93 preset mode carcass records 93 create record 52 Lot prompt 53 self service 53 pre-weigh returns 84 scheme date limit 56 force lot entry 54 GTIN operation 54 label only/label & receipt 54 passport label format 55 passport prompt 55 wastage 55 weight limit 55 scheme life 57 Traceering 49 aangepaste barcodes 66 barcodes 66 bestandsnaam 59 categorietekst 64
76104-302 Issue 04
15.04.2008
*76104-302*
codegegevens 59 creëren van teksten 63 gegevens verzamelen 74 gegevens wissen 98 herkomstteksten 64 informatie afdrukken 58 karkas setup 70 karkascodegegevens AI-codes 60 lotnummer 94 mandatory information 49 non-preset-mode 52 paspoorten 80 paspoorten printen 80 PLU-bestandslijst 97 prepack-mode 76 presetmode 52, 87 programma’s 54 programmeren tabellen 63 rasteksten 64 samenvoegen barcode 80 slachtreferentie 64 soortteksten 65 toonbankmode 85 traceren karkas/batch 51 tracering gebruiken 51 typeteksten 64 uitsnijdreferentie 64 vastgehouden lotnummer 87 voorgewicht 83 V Veiligheid Waarschuwingen 11 Vergangsingscodes 208 Dewey Decimal-code 208
W Wijzigen van tekst extra charakters 203 tekst wissen 203 Wireless LAN configuratie 173 modes 172 toegangspunt 172
76104-302 Issue 04
15.04.2008
*76104-302*
Avery Berkel - a division of ITW Ltd. Foundry Lane, Smethwick, West Midlands, England B66 2LP Tel: +44 (0)870 903 2000 Fax: +44 (0)870 904 2223 Email:
[email protected] www.averyberkel.com