Economische Visie 2004 t/m 2007
Economische visie Hillegersberg Schiebroek 2004-2007
1
Economische Visie 2004 t/m 2007
1. INLEIDING
4
1.1. Doel
4
1.2. Beleid ten aanzien van de doelstelling
5
1.3. Opbouw Economische Visie
5
1.4. Vervolgtraject van de Economische Visie
5
2. HUIDIGE RUIMTELIJKE SITUATIE EN ONTWIKKELINGEN
6
2.1. Sterkte-Zwakte analyse van Hillegersberg-Schiebroek vanuit economisch perspectief
6
2.2. Feiten en Cijfers in Hillegersberg-Schiebroek
7
3.1. Stedelijke Ontwikkelingen Economisch beleid
8
3.2. Interdeelgemeentelijk Economisch Beleid.
9
3.3. Organisatie Beleidsveld Economie
10
3.4 Stand van Zaken en Ontwikkelingen Economisch Beleid in Hillegersberg-Schiebroek
12
3.4.1. De ontwikkelingen in landelijk en stedelijk perspectief
12
3.4.2. Ruimtelijk Economisch Beleid
13
3.5. Detailhandel
13
3.6. Bedrijfsterreinen
18
3.7. Winkeltijdenwet
19
3.8. Ambulante Detailhandel
20
3.9 Horeca
20
3.10. Toeristisch-recreatieve voorzieningen
22
3.11. Veilig Ondernemen
22
4. STRATEGIEKEUZE ECONOMISCH BELEID
24
4.1. Doelstelling
24
4.2. Randvoorwaarden
25
4.3. Uitgangspunten voor het beleid
27
5. BIJLAGE A. Algemeen Deel
28 32
Artikel 1. Personele inzet
32
2
Economische Visie 2004 t/m 2007 Artikel 2. Informatieuitwisseling
32
Artikel 4. Platform Economische Structuurversterking, PES
33
Artikel 6. Financiering
33
Artikel 6. Thema’s
34
Artikel 7. Nadere per deelgemeente te maken afspraken
35
Artikel 8. Wijzigingen
35
3
Economische Visie 2004 t/m 2007
1. INLEIDING In 1995 presenteerde de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek haar economisch beleid in de “Economische Visie deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek”. In de afgelopen acht jaar is er echter zowel in de maatschappelijke context als wat betreft het beleid - veel veranderd. Eind jaren ‘90 maakte de economie een bloeiperiode door en daalde de werkloosheid. In de 21ste eeuw is deze situatie weer totaal veranderd. De Nederlandse economie staat zo goed als stil. In het jaar 2003 was er niet of nauwelijks sprake van enige groei en de werkloosheid is zelfs explosief gestegen. Ook in de deelgemeente is in die jaren veel veranderd. De wijk Schiebroek is door de stad aangewezen als Overig Wijkaanpakgebied. Ook in 110-Morgen is de herstructurering ingezet. Daarnaast hebben de gemeente- en deelraadsverkiezingen van 2002 voor een politieke ommezwaai gezorgd. Veiligheid in de stad Rotterdam is de hoofddoelstelling van het college van Rotterdam. Economische ontwikkeling is echter ook een belangrijke beleidsprioriteit in het ‘lijstje van vijf’, van het College van de stad Rotterdam. De nadruk ligt vooral op toename van de economische groei en de werkgelegenheid. In de raamovereenkomst van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek wordt gesproken van een tiental beleidsterreinen dat in de schijnwerpers staat. Net als stedelijk is ook hier Economie & Werkgelegenheid een extra aandachtspunt. In deze raadsperiode, zo heeft het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente aangegeven, wil men zich meer profileren op economische beleidskaders. De deelgemeente wil zich intensiever richten op het organiseren van een goed ondernemers- en consumentenklimaat. Door deze wens, vorm te geven aan de economische beleidskaders, is de opdracht voor deze Economische Visie ontstaan. Een visie waarin een duidelijk samenhangend economisch beleid, met een éénduidige toekomstvisie, staat omschreven. Het gaat om een realistische benadering die past bij de deelgemeentelijke mogelijkheden.
1.1. Doel
Gelet op bovenstaande is de hoofddoelstelling van ons economisch beleid: het bevorderen van de groei van de werkgelegenheid in de marktsector door het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur in al haar facetten. Wij streven naar een dynamische deelgemeente met een leefklimaat waar het goed wonen, werken, winkelen en recreëren is. Een ruimtelijk goed vormgegeven samenspel tussen de genoemde functies moet zorgen voor aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsklimaat. Cruciaal hierbij is het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur. Het gaat hierbij met name om voorzieningen zoals detailhandel, dienstverlening en horeca. De aanwezigheid van goed bereikbare en qua branchering aantrekkelijk samengestelde winkel- en horecavoorzieningen op buurt en wijkniveau is een belangrijke factor voor de leefbaarheid van Hillegersberg-Schiebroek. Gelet op het feit dat we hier spreken van commerciële voorzieningen, moeten we echter niet de levensvatbaarheid van deze voorzieningen uit het oog verliezen. Ten aanzien van de woonomgeving kunnen we concluderen dat een kwalitatieve woonomgeving gebaat is bij het realiseren van goede combinaties tussen wonen en werken. Bedrijvigheid kan onder bepaalde voorwaarden uitstekend gecombineerd worden met wonen. Het brengt een bepaalde vorm van levendigheid mee en zorgt ervoor dat deze deelgemeente meer is dan alleen een “woondeelgemeente”. Daar waar het mogelijk is om economische activiteiten op een juiste manier te integreren dienen we dit dan ook niet achterwege te laten. In het kader van de uitgesproken wens van het Dagelijks Bestuur om “een goed ondernemers- en consumentenklimaat” te realiseren is het van belang dat er goede contacten bestaan en blijven bestaan met alle in de deelgemeente actieve groeperingen. Zo ook met de contacten vanuit het
4
Economische Visie 2004 t/m 2007 bedrijfsleven. In eerste instantie beperkten de contacten met het bedrijfsleven zich tot van belang zijnde ruimtelijke, bouwtechnische en infrastructurele ontwikkelingen. Nu zijn we van oordeel dat het bedrijfsleven een belangrijke rol speelt en zelfs soms medeverantwoordelijkheid (mee investeren) dient te dragen in het wenselijke leefklimaat van deze deelgemeente. Het contact met het bedrijfsleven dient dan ook verder versterkt te worden.
1.2. Beleid ten aanzien van de doelstelling
Om de hierboven omschreven doelstelling te bereiken streven wij er allereerst naar de economische randvoorwaarden te verbeteren. Wij willen ruimte geven aan nieuwe economische bedrijvigheid (niet koste wat het kost). Ten tweede willen we de bestaande bedrijvigheid optimaliseren. Bereikbaarheid en parkeren, beschikbaarheid van voldoende geschikte bedrijfsruimte en uitstraling van een gebied zijn daarbij belangrijke voorwaarden voor groei van de marktsector. Ten derde achten wij goede en intensieve contacten met het bedrijfsleven van groot belang voor het tijdig ontwikkelen van op maat gesneden economische activiteiten. Verbetering van de communicatie en het relatiebeheer met bedrijven is daarbij van groot belang. Tenslotte, ten aanzien van een marktgerichte benadering van het werkgelegenheidsbeleid moeten we in deze economische slechtere tijden terughoudend (realistisch) zijn. Echter bij het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur en bij het bieden van economische uitbreidingsruimte is het streven in ieder geval behoud van de huidige werkgelegenheid.
1.3. Opbouw Economische Visie
In hoofdstuk twee wordt de huidige ruimtelijke situatie en ontwikkelingen met betrekking tot deze deelgemeente beschreven. In hoofdstuk drie brengen wij u op de hoogte van de organisatie van het economische beleid en een beschrijving van gemeentelijk en deelgemeentelijk beleid. In het tweede gedeelte van paragraaf 3.3. wordt een analyse gegeven ten aanzien van ontwikkelingen en trends die in het algemeen een rol spelen in het bedrijfsleven en in het bijzonder in Hillegersberg-Schiebroek. Vervolgens treft u in hoofdstuk 4 de strategiekeuzes aan met betrekking tot deze Economische Visie. Hierin worden de doelstellingen en wensen voor de toekomst omschreven.
1.4. Vervolgtraject van de Economische Visie
De voor u liggende visie belicht de kansen die er zijn voor de deelgemeente en schetst tevens de belangrijkste problemen waar de deelgemeentelijke bestuurders in de toekomst voor komen te staan. Na vaststelling van deze visie volgt de uitwerking en prioritering. Begin 2003 is het Actieplan Economie en Werk 2003-2006 vastgesteld door de Raad. In dit actieplan Economie en Werk zet de deelgemeente een kader neer waarbinnen het economische en werkgelegenheidsbeleid vormgegeven wordt en een vertaalslag gemaakt wordt naar activiteiten/projecten. De activiteiten omschreven in het Actieplan Economie & Werk zullen jaarlijks onderdeel worden van de Programmabegroting van de deelgemeente en jaarlijks zal in de jaarrekening (en de BURAP's) verslag gedaan worden. In het Convenant dat is afgesloten met de Stad is het Actieplan één van de speerpunten.
5
Economische Visie 2004 t/m 2007
2. HUIDIGE RUIMTELIJKE SITUATIE EN ONTWIKKELINGEN In de grote stad maar toch buiten, een diversiteit aan wijken, omgeven door water, veel groen, oude statige panden aan de Straatweg, hoogstaande nieuwbouw in Nieuw Terbregge, dorpse sfeer, tuinstad Schiebroek, Plaswijkckpark, prettig verblijven, allemaal kenmerken van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek.
2.1. Sterkte-Zwakte analyse van Hillegersberg-Schiebroek vanuit economisch perspectief Bij een eerste verkenning van de kwaliteiten van Hillegersberg-Schiebroek als vestigingsplaats voor ondernemingen vallen de volgende specifieke kenmerken op: Sterke kenmerken: - Hillegersberg-Schiebroek is gelegen in een groen en waterrijk gebied . - Hillegersberg-Schiebroek ligt in de nabijheid van Rotterdam Airport en ligt in de nabijheid van diverse snelwegen. - Hillegersberg-Schiebroek heeft een aantrekkelijk woonmilieu en wordt in verhouding minder geplaagd door de grootstedelijke problemen van congestie en verloedering. - Hillegersberg-Schiebroek heeft relatief veel “verzorgingsvoorzieningen” en scholen (ontstaan in de jaren zestig, opbouw verzorgingsstaat). - Het detailhandelsgebied in Hillegersberg–centrum is van dusdanige kwaliteit dat het een bovenregionale aantrekkingkracht heeft. Zwakke kenmerken: - Hillegersberg-Schiebroek kent in verhouding tot andere deelgemeenten weinig (grootschalige) bedrijvigheid. - De uitbreidingsmogelijkheden voor (grootschalige)bedrijvigheid zijn beperkt. De deelgemeente is redelijk “volgebouwd”. - Ondanks de nabijheid van diverse snelwegen is de toegankelijkheid van HillegersbergSchiebroek beperkt. Goede aansluitingen op de snelwegen worden gemist. De bereikbaarheid via de Molenlaan is op dit moment bijvoorbeeld verre van ideaal. Wellicht dat in de toekomst de aansluiting van de A13 op de A20 wordt gerealiseerd. Dit zou de Molenlaan enorm ontlasten en de verkeerssituatie voor ondernemers optimaliseren. - De steeds strengere veiligheids- en milieuregelgeving kan beperkingen meebrengen ten aanzien van de uitvoering van gewenste ontwikkelingen; te denken valt aan mogelijke ontwikkkelingen rond Rotterdam Airport en de Ceintuurbaan/Contramal. - Het “rijke” imago van Hillegersberg-Schiebroek schept verwachtingen.
6
Economische Visie 2004 t/m 2007
2.2. Feiten en Cijfers in Hillegersberg-Schiebroek Hillegersberg-Schiebroek kent in 2002 circa 1.565 bedrijfsvestigingen. Ten opzichte van 2001 valt een kleine stijging in het aantal bedrijfsvestigingen te constateren. Daarnaast kent de deelgemeente in 2002 15.140 werkzame personen. De grootste werkgever in Hillegersberg-Schiebroek is het Sint Franciscus Gasthuis met circa 2000 medewerkers (waarvan 1487 full time fte’s). Andere grote werkgevers binnen deze deelgemeente bevinden zich voornamelijk in de dienstverlenende sector, zoals de diverse zorginstellingen, thuiszorg en de scholen, en het midden en klein bedrijf.
In maart 2004 is gebleken dat één op de tien Rotterdammers eind vorig jaar geen werk hard. Het gaat om 27.000 van de 261.000 mensen tussen 15 en 64 jaar. Daarmee is de werkloosheid onder de beroepsbevolking in Rotterdam bijna tweemaal hoger dan het landelijk gemiddelde van 5,3 procent. In absolute aantallen valt de werkloosheid hier misschien mee maar de ontwikkeling wijkt in ongunstige zin af van het Rotterdamse gemiddelde. Ten opzichte van 1998 is de stijging van het aantal Abw-gerechtigden in onze deelgemeente het hoogst van heel Rotterdam. En bij het aantal Nww-gerechtigden staan we wat betreft de stijging op plaats twee. Alles bij elkaar dus best een zorgwekkende ontwikkeling.
7
Economische Visie 2004 t/m 2007
3. STAND VAN ZAKEN ECONOMISCH BELEID Economisch beleid werd tot in het begin van de jaren tachtig veelal “meegenomen” door afdelingen die op hun beleidsveld met bedrijven te maken hadden, zoals verkeer en ruimtelijke ordening. Vervolgens is in de jaren negentig een kentering gekomen. In Rotterdam is tijdens de collegeperiode van de toenmalige wethouder Hans Simons het begrip Wijkeconomie gelanceerd. In 1996 zijn de Taskforces Wijkeconomie geformuleerd. De deelgemeenten hebben zich opgeworpen als intermediair tussen stedelijk beleid en de lokale marktsector. Het mes snijdt door deze inzet aan twee kanten: De centrale diensten kunnen via het lokale netwerk per deelgebied effectief en sneller gebruik maken van de lokale kennis. Andersom bereikt het stedelijke beleid beter en sneller de markt. Vervolgens is op de eerste Dag van de Wijkeconomie deze aanpak geëvalueerd. In 1998 stond het belang van de formele en informele bedrijfscontacten centraal. Een belangrijke conclusie van deze dag was dat door contacten met het bedrijfsleven draagvlak gecreëerd wordt voor beleidsinitiatieven. Sinds die tijd is de deelgemeentelijke rol in het economisch beleidsveld niet meer weg te denken. Bedrijven onderscheiden zich duidelijk van burgers en worden om die reden door de (deel) gemeenten als aparte doelgroep beschouwd.
3.1. Stedelijke Ontwikkelingen Economisch beleid
De lokale en stedelijke opgaven zijn complementair en dienen elkaar te versterken om een goed resultaat te bereiken. Het nieuwe collegeprogramma ‘Het nieuwe elan van Rotterdam … en zo gaan we dat doen’ voor de periode 2002-2006 is van belang. Het kent vijf prioriteiten: veiligheid, huisvesting, onderwijs & jeugd, economische ontwikkeling, en inburgering. De verkiezingsuitslag van 6 maart 2002 heeft uitgewezen dat een groot deel van de kiezers een nieuwe aanpak, een nieuw elan willen. Gemeenteraad en College, de ambtelijke organisatie, politie en justitie, bedrijven maar vooral ook burgers spelen een belangrijke rol in de nieuwe aanpak en hebben daarin eigen verantwoordelijkheden. Het nieuwe college wil de Rotterdammers daarop aan spreken. Naast de hoofdprioriteit veiligheid, heeft het college aangegeven dat Economische ontwikkeling een belangrijke beleidsprioriteit is in het ‘lijstje van vijf’. De nadruk ligt vooral op toename van de economische groei en de werkgelegenheid. In het collegeprogramma is het onderwerp Economische Ontwikkeling uitgewerkt in de volgende vier thema’s: Stimulering: Het College wil ruimte geven aan nieuwe bedrijvigheid. Creatieve en initiatiefrijke ondernemers moeten zich hier voldoende kunnen ontwikkelen. De kennis- en diensteneconomie moet versterkt worden. ICT, E-commerce en midden- en kleinbedrijf gestimuleerd. Verbetering Dienstverlening Midden en Kleinbedrijf: Een betere dienstverlening aan ondernemers vraagt om minder bureaucratie, meer transparantie en vraaggericht opereren. Om aan deze vraag te voldoen is in Rotterdam in 2003 een elektronisch adres geopend met als doel de gemeente toegankelijker te maken. Veiligheid in winkelstraten en op bedrijventerreinen heeft de bijzondere aandacht. Samen met ondernemers investeert de gemeente in veiligheid. In 2006 zijn in vier winkelstraten en op twee bedrijventerreinen veiligheidsprojecten gerealiseerd.1 De Rotterdamse Haven blijft een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van de stad spelen. Samen met het bedrijfsleven streeft Rotterdam naar een sterke(re) marktpositie voor de haven. De
1
Deze winkelstraten en bedrijventerreinen zijn al gekozen en de projecten met betrekking tot veiligheid zijn reeds gestart. 8
Economische Visie 2004 t/m 2007 omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf (GHR) naar een overheids NV past in dit streven. Deze omvorming is per 1 januari 2004 gerealiseerd. Ruimte voor de vitale stad: Rotterdam wil letterlijk meer ruimte creëren voor ondernemers. Daarom wil het college de komende vier jaar meer nieuwe en hoogwaardige bedrijventerreinen ontwikkelen en bestaande bedrijfsterreinen herstructureren en verbeteren. Voor 2006 is ruim 200.000 m2 van het gebied rondom Rotterdam Airport ontwikkeld tot nieuw bedrijfsterrein. Door het aantal locaties voor kleinschalige stedelijke bedrijvigheid (MKB) in de stad uit te breiden, wil het college ook voor deze groep ondernemers meer ruimte scheppen. Voor 2006 zijn tien van dergelijke binnenstedelijke locaties ontwikkeld. Werk en reïntegratie Op het gebied van werk en reïntegratie heeft het college twee belangrijke doelstellingen. Het aantal werklozen verminderen en de doorstroom van gesubsidieerd naar regulier werk verhogen. In 2006 moeten minimaal 12.000 mensen aan een baan zijn geholpen. Het aantal mensen dat via een gesubsidieerde baan doorstroomt naar een reguliere baan moet dan met 40% zijn verhoogd. Het College kiest er dus voor om creatieve, innovatieve en initiatiefrijke ondernemers weer de ruimte te geven in de stad. De faciliteiten die daarvoor nodig zijn moeten worden aangeboden. De toename van economische groei en werkgelegenheid moeten gelijke tred houden met het landelijke niveau. Om dit waar te maken wordt, naast het geven van nieuwe impulsen aan de haven, ingezet op het verbreden van de stedelijke economie via de volgende prioriteiten: ·
een voorwaardenscheppend beleid; dienstverlening aan (MKB)ondernemers, Ruimte voor Bedrijven (aanleg nieuwe bedrijfsterreinen, herstructurering, stofkamlocaties)
·
stimuleringsbeleid: kansrijke clusters (combinatie van functionele en fysieke maatregelen) en kenniseconomie (voldoende en adequaat gekwalificeerde arbeidskrachten en ondernemers)
3.2. Interdeelgemeentelijk Economisch Beleid.
Algemeen: In het deelgemeentelijk overleg zijn voor de periode 2002-2006 zes thema’s benoemd. Deze thema’s zijn niet nieuw maar in juli 2001 door de toenmalige stedelijke commissie Haven & Economische Zaken en de wethouder HEZ vastgesteld. Recent hebben de deelgemeenten met elkaar opnieuw vastgesteld dat dit de thema’s zijn die naar hun mening van belang zijn voor het versterken van de economische structuur en de dienstverlening aan de ondernemers. De zes thema’s zijn: 1. Relatiebeheer: onderhouden van contacten met ondernemers en ontwikkelen van netwerken 2. Allochtoon ondernemerschap: integratie van de groep en bevorderen van de diversiteit in het ondernemerschap 3. Ruimte voor bedrijvigheid: herontwikkeling en intensivering van bestaande bedrijfsterreinen en overige bedrijfslocaties 4. Detailhandel en functieverandering: revitalisering van levensvatbare winkelcentra en overige winkelstrips saneren dan wel omzetten in andere functies die op wijkniveau meerwaarde hebben 5. Toeleiding naar werk: ontwikkelen van daadkrachtig personeelsbeleid voor het MKB dat vraag en aanbod bij elkaar brengt 6. Ondernemers en veiligheid: er dient een krachtige veiligheidsaanpak ontwikkeld te worden die de traditionele bijdragen van de commerciële voorzieningen (winkelcentra, recreatie en horeca) aan de leefbaarheid van buurten en wijken weer hersteld.
9
Economische Visie 2004 t/m 2007 Naast de hierboven gekozen thema’s onderstrepen de deelgemeenten de noodzaak van een daadkrachtige aanpak gericht op de economische structuurversterking van de stad. Groei van de lokale en regionale economie en groei van de werkgelegenheid zijn belangrijke randvoorwaarden voor herstel van de sociaal-maatschappelijke balans in de stad. De deelgemeenten zijn bereid om hun (mede)verantwoordelijkheid te nemen en denken in onderlinge samenwerking en afstemming een onmisbare bijdrage te kunnen leveren aan de realisatie van stedelijke beleidsprioriteiten op het gebied van economische ontwikkeling. De sleutel voor succes ligt bij het tot stand brengen van een effectief partnership tussen stad en deelgemeente, waarbij ondernemersnabijheid en de lokale kennis en netwerken van de deelgemeenten en de expertise en faciliteiten van de stad gebundeld worden tot krachtige economische vernieuwingsprocessen op het niveau van de deelgemeenten. In verband met de bovenvermelde ambitie van de deelgemeenten is een convenant, New Deal genoemd, ontwikkeld. In het voorstel staan 21 centrale uitgangspunten2 voor programmatische samenwerking tussen stad en deelgemeenten. Vervolgens zijn de uitgangspunten van de New Deal uitgewerkt en vastgelegd in de Raamovereenkomst Wijkeconomie3 . Een volgende stap om het partnership tussen de stad en de deelgemeente vast te leggen zal gebeuren in een Raamovereenkomst per deelgemeente4. Hierin dienen de specifieke projecten per deelgemeente, de beoogde resultaten, tijdsplanning en personele inzet omschreven te worden.
3.3. Organisatie Beleidsveld Economie
In Rotterdam wordt het economisch beleid voorbereid en uitgevoerd door verschillende gemeentelijke diensten, zoals het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en het Gemeentelijk Havenbedrijf, en de deelgemeenten. Binnen de deelgemeente functioneren vier sectoren. De sector Welzijn, Werkgelegenheid en Publiekszaken (WWP) zijn samen met de sector ROB de lijnafdelingen. De sector WWP bestaat uit de afdeling Publiekszaken en team Welzijn en Werkgelegenheid. In het team Welzijn zit tevens de Wijkaanpak Schiebroek ondergebracht. Het team Werkgelegenheid en Economie bestaat uit 1.5 fte die door 2 medewerkers worden ingevuld. Eén fulltimebeleidsmedewerker Economie die tevens de rol van Bedrijfscontactfunctionaris vervult en deeltijdbeleidsmedewerker Werk. De Wijkaanpak Schiebroek kent een fulltime projectleider die een overall functie heeft ten aanzien van de drie pijlers, fysiek, economisch en sociaal, van de Wijkaanpak Schiebroek. Naast samenwerking met de projectleider Wijkaanpak Schiebroek dient ten aanzien van het economisch beleid ook nauw samengewerkt te worden met de afdeling Ruimtelijke Ordening. Ten aanzien van het economisch beleid wordt er intensief samengewerkt met het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), voornamelijk met de Ontwikkelingsmanager en de Wijkeconomen. Het OBR is een economisch ontwikkelingsbedrijf en heeft als taak de juiste condities te scheppen voor een sterk economisch fundament voor Rotterdam. De missie van het OBR luidt:“Het OBR is de ondernemende schakel tussen ruimte en economie voor de gebruikers van de stad en regio”. Het OBR is een overheidsbedrijf dat deel uit maakt van de gemeente Rotterdam. Daarmee is het OBR onderwerp van politieke sturing en ambities van het gemeentebestuur. De missie van het OBR wordt uitgewerkt in doelstellingen en strategische thema’s. Deze kunnen we terug vinden in het gezamenlijke Werkplan dat het OBR met elke deelgemeente afzonderlijk maakt. In het werkplan treffen we studieprojecten en uitvoeringsprojecten aan, de personele bezetting en een organigram.
2
New Deal, zie bijlage Raamovereenkomst, zie bijlage. 4 Verwacht wordt dat de raamovereenkomst per deelgemeente begin 2004 vastgesteld zal worden. 3
10
Economische Visie 2004 t/m 2007 Ten aanzien van de capaciteitsvraag wordt in het Werkplan opgemerkt dat bij nieuwe projecten of werkzaamheden bezien moet worden of deze extra vraag past in het aantal beschikbare uren. Samenwerking: Behalve “de Stad” en de deelgemeenten, houden zich ook andere partijen bezig met het lokale ondernemersklimaat. Denk hierbij aan de Kamer van Koophandel, diverse intermediaire organisatie (bijv: SCORON, f-fect) en zelfs projectontwikkelaars. Onze deelgemeente maakt voor wat betreft de Kamer onderdeel uit van de Kring Rechter Maasoever. Ons contactpersoon bij de Kamer van Koophandel informeert ons over algemene vragen waarmee ondernemers bij de Kamer van Koophandel terecht kunnen en biedt advies aan met betrekking tot specifieke onderdelen, bijvoorbeeld Veilig Ondernemen. Op wijkniveau kunnen we ten aanzien van het economisch beleid stellen dat we voornamelijk samenwerken met winkeliersverenigingen en ondernemersverenigingen en andersoortige vertegenwoordigers van het MKB. De deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek kent de volgende Ondernemers cq. Winkeliersverenigingen; - Ondernemerskring Ceintuurbaan, - Ondernemersvereniging Kleiwegkwartier Hillegersberg-Zuid, - Winkeliersvereniging Winkelboulevard Peppelweg - MOP, Middenstand Oude Peppelweg (aangesloten bij SBO) - Ondernemersvereniging Hillegersberg, - Winkeliersvereniging Componistenwijk, door de verhuurder wordt lidmaatschap van de vereniging verplicht gesteld. - Vereniging Bedrijven Schiebroek.
11
Economische Visie 2004 t/m 2007
3.4 Stand van Zaken en Ontwikkelingen Economisch Beleid in Hillegersberg-Schiebroek5
In de raamovereenkomst van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek wordt gesproken van een tiental beleidsterreinen die in de schijnwerpers staan. Ook hier is werkgelegenheid en economie een extra aandachtspunt: De deelgemeente wil zich meer profileren op economische beleidskaders. Dat betekent onder meer dat er aandacht moet zijn voor een goed ondernemers- en consumentenklimaat. Speerpunten ten aanzien van het huidig economisch beleid zijn: - inzet op de drie (concentratie) winkelgebieden (Hillegersberg-centrum, de Peppelweg en winkelgebied Kleiwegkwartier). Deze winkelgebieden leveren een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van een wijk. Alles moet in het werk worden gesteld om leegstand te voorkomen en een evenwichtige ontwikkeling in de diverse winkelgebieden te bevorderen. - Uitvoering van het Masterplan winkelcentrum Hillegersberg. - Het in goede banen leiden van ontwikkelingen rond het bedrijvenpark Schiebroek en de Ceintuurbaan heeft nadrukkelijk de aandacht. - Bedrijfscontactfunctie. In het tweede gedeelte van paragraaf 3.4. wordt een analyse gegeven ten aanzien van ontwikkelingen en trends, die zich in het algemeen in het bedrijfsleven en in het bijzonder in Hillegersberg-Schiebroek voordoen.
3.4.1. De ontwikkelingen in landelijk en stedelijk perspectief
Deze Economische Visie is geschreven in een periode waarin heel Nederland zich geconfronteerd ziet met een aanhoudende periode van laagconjunctuur. Stagnerende economische groei, achterblijvende investeringen en verlies van werkgelegenheid zijn gevolgen hiervan. Ook in Rotterdam begon eind 2000 het economisch tij te keren. In 2001 en 2002 daalde de economische groei geleidelijk en momenteel is er sprake van stagnatie. Met de aanwezigheid van een haven van wereldformaat zijn de industrie en de sector transport en logistiek van oudsher sterk in Rotterdam vertegenwoordigd. Het is echter de dienstensector die de laatste jaren de grootste dynamiek tentoon spreidt en alles duidt er op dat de verdienstelijking van de economie onverminderd zal doorzetten. In 2002 groeide het Bruto Regionaal Product in Rotterdam naar schatting met 0,6%, terwijl de landelijke groei beperkt bleef tot 0,3 %. In 2003 zal de economische groei van Rotterdam min of meer gelijk zijn aan de nationale ontwikkeling, hetgeen neerkomt op een nulgroei. In 2003 laat de werkgelegenheid nog een toename van 1,3% ten opzichte van 2002 zien. Paradoxaal genoeg groeit in 2003 de werkgelegenheid en stijgt tegelijkertijd de werkloosheid naar 12%. Het zijn met name de starters op de arbeidsmarkt en vrouwen die met werkloosheid worden geconfronteerd. Vooralsnog wijzen alle scenario’s voor de komende jaren op een verder oplopende werkloosheid in Nederland en in de regio Rijnmond.
5
Zie bijlage.
12
Economische Visie 2004 t/m 2007
3.4.2. Ruimtelijk Economisch Beleid
Ondernemers laten in principe hun investeringsbeslissingen in belangrijke mate afhangen van het oordeel over het geheel aan economische randvoorwaarden dat een bepaalde vestigingsplaats biedt. De volgende factoren kunnen onder meer een doorslaggevende rol spelen: -bereikbaarheid, -aanwezigheid van bedrijven in dezelfde branche, -kosten van huisvesting, -voorwaarden voor gronduitgifte, -kwaliteit van het woonmilieu, -mogelijkheid van het verwerven van subsidies, -aanwezigheid van geschikte bedrijfs- en kantoorruimte, -imago van een gebied en van de locale overheid, -aanbod van geschikt personeel -aanwezigheid van bepaalde voorzieningen. Daarnaast dienen de ondernemers zelf te investeren in nieuwe ontwikkelingen, technologieën en rekening te houden met nieuwe regelgeving. In de praktijk blijkt echter ook dat voor veel ondernemers een rationele benadering van de vestigingsplaats niet aan de orde is. Vaak is de vestigingsplaats historisch bepaald en de bereidheid hiervan afstand te nemen in eerste instantie beperkt. Een geheel nieuwe vestigingsplaats komst slechts in beeld, wanneer de nood hoog is. Mocht een bedrijf een dynamische groei door maken en zijn de uitbreidingsmogelijkheden op de bestaande locatie uitgeput, dan komen voor ondernemingen, met name voor de minder op de directe consument gerichte bedrijfstakken, ook geheel andere vestigingsregio’s in aanmerking6. De deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek kent geen echte nieuwe grootschalige ontwikkellocaties. Wel zijn er beperkte herontwikkelmogelijkheden, bijvoorbeeld bij het bedrijventerrein Schiebroek en het Ceintuurbaan/Contramalgebied.. Wellicht dat in de toekomst met de komst van Randstadrail of bijvoorbeeld door de plannen ten aanzien van Polder Laag Zestienhoven7 er ook voor deze deelgemeente nieuwe ontwikkellocaties in zicht komen.
3.5. Detailhandel
Algemeen De detailhandel is een sector die gekenmerkt wordt door een hoge dynamiek. Zo is er onder meer sprake van clustering, schaalvergroting en –verkleining, specialisatie, integratie van functies, gewijzigd consumentengedrag, verruiming van de winkeltijden en de behoefte aan recreatief winkelen. De hoge dynamiek is zeer duidelijk zichtbaar in de supermarktbranche waar verschillende ketens hun formules en posities koste wat kost proberen te versterken. Voor buurt/wijkwinkelcentra zijn met name de supermarktontwikkelingen van groot belang omdat supermarkten gelden als trekkers van de buurt/wijkwinkelcentra. Duidelijk is dat supermarkten steeds groter worden en dat de grote supermarkten (vanaf 2.500 m2 v.v.o.)8 met een stad- en/of regiofunctie in opkomst zijn. Er is sprake van een nieuwe formule, brede paden en lage schappen. Supermarkten 6
Een goed voorbeeld hiervan is het vertrek van Isolectra van Bedrijventerrein Schiebroek naar Rivium Ruimtelijk plan met betrekking tot Rotterdam Noord. Hier kan voldaan worden aan eigentijdse woonwensen zodat woningzoekenden hun heil niet elders - buiten de stad - hoeven te zoeken. Ook kan de recreatieve relatie met het buitengebied versterkt worden. Voor een sterkere economische basis is het daarnaast wenselijk om bedrijven mogelijkheden tot groei te bieden en nieuwe bedrijven aan te trekken. De strategische ligging nabij het vliegveld, centraal in het zuidelijk deel van de Randstad en nabij het stadscentrum biedt hiervoor uitstekende kansen. Bovendien is het gebied goed bereikbaar met openbaar vervoer, zeker met de komst van Randstadrail. 8 v.v.o.= verkoop vloeroppervlak 7
13
Economische Visie 2004 t/m 2007 schenken steeds meer aandacht aan zaken als service, gemak en diensten. Al deze ontwikkelingen tezamen maken supermarkten een steeds grotere concurrent voor slagers, groenteboeren e.d.. Met name de kleinere centra en ook de verouderde winkelstrips zullen het in de toekomst steeds moeilijker krijgen. Ten aanzien van de mobiliteit kan worden opgemerkt dat de afstand die consumenten maximaal afleggen voor een bezoek áán een buurt/wijkwinkelcentrum is gestegen van 600 à 700 naar 1000 meter. Voor het bezoeken van een supermarkt zijn consumenten bereid een grotere afstand af te leggen. Een goede parkeergelegenheid is daarbij onmisbaar. Traditioneel is detailhandel een sector die wordt beheerd vanuit de marktsector zelf. Eigenaren en beleggers zijn bepalend voor wat betreft het volgen van de trend en het vormgeven en vertalen van nieuwe investeringen in (winkel)formules. Hierin is duidelijk een kentering te zien. Vanuit het oogpunt van leefbaarheid van een wijk zoekt de overheid naar mogelijkheden van samenwerking met eigenaren van winkelstrip en ondernemers. De potentiële levensvatbaarheid van een winkelgebied op langere termijn dient daarbij maatgevend te zijn. In gezamenlijkheid kan gezocht worden naar alternatieven, denk hierbij aan functieverandering, thematisering, het trachten tegen te gaan van verpaupering en onveiligheid. De overheid moet hierbij dan vooral een voorwaardenscheppende rol spelen omdat de hoofdrolspelers de eigenaren van onroerend goed en de ondernemers zijn. Hillegersberg-Schiebroek De detailhandel is een grote werkgever binnen de deelgemeente, zeker vanwege het feit dat de deelgemeente behalve de medische -en zorgvoorzieningen en de onderwijsinstellingen relatief weinig grote ondernemingen kent. Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam heeft in oktober 2001 een Distributie Planologisch Onderzoek (DPO), laten verrichten naar de meest wenselijke economische voorzieningenstructuur voor de deelgemeente. In het DPO- onderzoek is het volgende ambitieniveau voor Hillegersberg-Schiebroek vastgesteld: Het realiseren van een commerciële voorzieningenstructuur die voorziet in een optimaal voorzieningenaanbod voor zowel dagelijkse als niet-dagelijkse artikelen voor de inwoners van Hillegersberg-Schiebroek De winkelgebieden zijn onderverdeeld naar: ·
Concentratiegebieden; winkelgebieden die in de toekomst ook als winkelgebied moeten blijven functioneren. Diverse concentratiegebieden tezamen vormen de ideale commerciële voorzieningenstructuur.
·
Terugloopgebieden; gebieden waar het dagelijkse aanbod thans nog een beperkte verzorgingsfunctie heeft voor het directe omliggende gebied. Voor de lange termijn is er echter geen winkelfunctie meer voorzien. De detailhandel kan bijvoorbeeld worden vervangen door andere met name niet commerciële voorzieningen en woningen.
·
Stagnatiegebieden; gebieden waar thans nog een of enkele winkels gevestigd zijn maar waarvoor zowel op de korte als op de lange termijn geen winkelfunctie meer is voorzien.
Aan de hand van het aanwezige detailhandelsaanbod, de omvang van het verzorgingsgebied en de ruimtelijke spreiding komt men in het onderzoek tot de volgende structuur: · ·
Er is ruimte voor drie concentratiegebieden, te weten: winkelcentrum Hillegersberg, de Peppelweg en het Kleiwegkwartier. In deze gebieden dient de detailhandelsfunctie te worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt. Voor de korte termijn zijn twee ondersteunende winkellocaties (terugloopgebieden) aangewezen, de Teldersweg en de Van Beethovensingel. Op lange termijn zal naar verwachting de concurrentie van de concentratiegebieden sterk toenemen waardoor het draagvlak van de terugloopgebieden sterk afneemt. Ten aanzien van deze gebieden dient de deelgemeente zich terughoudend op te stellen. 14
Economische Visie 2004 t/m 2007 ·
Alle overige locaties, oa. De Junolaan, Meijersplein Noord en de Minervalaan, zijn bestempeld als stagnatiegebieden. De winkelstrips hebben onvoldoende draagvlak om voldoende te functioneren. In de wijkvisie 110-morgen is het streven opgenomen om de winkels aan de Junolaan te herplaatsen elders in de (deel)gemeente.
In de raamovereenkomst 2002-2006 staat beschreven dat de economische beleidskaders zich intensiever moeten richten op het organiseren van een goed ondernemers- en consumentenklimaat. Het gaat hier onder andere om de aanpak van winkelstraten die een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de wijk. Winkeliers en andere ondernemers dienen in staat te worden gesteld duurzaam te ondernemen. Winkelstrips waarvan de levensvatbaarheid twijfelachtig is, mede op basis van het DPO, worden niet actief gesaneerd maar hier zal de marktwerking bepalend zijn (zie ook begroting 2003). Schiebroek In Rotterdam waren zes gebieden benoemd als “ Strategische Wijkaanpak Gebieden”9. Daarnaast is er sprake van “Overige Wijkaanpak Gebieden”. Schiebroek behoort tot de laatste categorie. In het kader van de wijkaanpak Schiebroek dienen er diverse uitvoeringsplannen ontwikkeld te worden op economisch, sociaal en fysiek gebied. In de bij de Strategische Investeringsvisie behorende “Herziene Aanvraag/Actualisering Uitvoeringsplan wijkaanpak Schiebroek 2000-2004” staan alle sociale, economische en fysieke projecten omschreven met een planning. Onderdeel van deze plannen op het gebied van de detailhandel vormt het centraal in de wijk gelegen wijkwinkelcentrum Peppelweg en omgeving. Naast de Peppelweg kent de wijk Schiebroek ook nog detailhandelgebieden aan de Teldersweg, Meijersplein Noord en de Asserweg. Peppelweg De Peppelweg is van oudsher het belangrijkste en sterkste winkelgebied in Schiebroek. Het heeft de functie van wijkwinkelcentrum. Dit winkelcentrum heeft altijd naar behoren gefunctioneerd op het gebied van de dagelijkse artikelen en biedt tevens een goed aanbod wat betreft de niet-dagelijkse voorzieningen. De Peppelweg heeft voldoende kracht om deze functie ook in de toekomst te blijven vervullen, maar voldoet in bepaalde opzichten niet meer aan de hedendaagse wensen en eisen die worden gesteld aan een wijkwinkelcentrum. Om in de toekomst een vitaal winkelgebied te behouden zijn aanpassingen in het winkelgebied noodzakelijk. Eind 2002 is een Plan van Aanpak Winkelgebied Peppelweg gemaakt. Met dit Plan van Aanpak wil de deelgemeente komen tot een “ontwikkelingsvisie” ofwel een gezamenlijke aanpak ten aanzien van de economische en de daar bijhorende fysieke problematiek van de Peppelweg e.o. van de deelgemeentelijke partijen (de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek, de Combinatie met ondersteuning van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en dienst Stedenbouw +Volkshuisvesting), opdat een éénduidig signaal over de toekomst van de Peppelweg afgegeven kan worden aan de ondernemers, andere eigenaren panden en de bewoners. In vervolg op het Plan van Aanpak is ingestemd met het inhuren van een projectmanager. Aan de projectmanager zijn (in samenspraak met De Combinatie, medeopdrachtgever) de volgende vragen gesteld: 1) 2) 3)
een visie op het eventuele “indikken” van de Peppelweg (fysieke barrières van de Kastanjesingel/Meidoornsingel) uitwerking van vier/vijf varianten locaties met betrekking tot Albert Heijn een stappenplan voor het vervolgproces (ontwikkelingsvarianten)
Ten grondslag aan de hierboven genoemde vragen zijn diverse rapporten en ontwikkelingen; ·
Het rapport ontwikkelingsvisie winkelcentrum Peppelweg van WPM (oktober 2001)10. De belangrijkste conclusies uit dit rapport was dat er géén sprake is van een éénduidig winkelcentrum. Door de ruimtelijke structuur en de combinatie van verkeer- en woonfunctie is in de loop der jaren een aantal deelgebieden ontstaan.
9
De organisatie van de Strategische Wijkaanpak is eind 2002 gewijzigd. De uitvoeringsprogramma’s in het kader van de Strategische Wijkaanpak zijn voortgezet. 10 Dit rapport is eind oktober 2001 aan de ondernemers gepresenteerd. 15
Economische Visie 2004 t/m 2007 ·
In oktober 2001 heeft Kolpron in opdracht van het OBR een onderzoek gedaan naar de meest wenselijke commerciële voorzieningenstructuur in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek (DPO)11. Ten aanzien van de Peppelweg wordt voorgesteld om in te zetten op een verbetering van de parkeermogelijkheden. Daarnaast wordt aanbevolen om na te gaan welke mogelijkheden er zijn om het winkelaanbod te concentreren. Voor het winkelaanbod geldt verder dat vergroting van een deel van de winkelunits wenselijk is. Eventueel kan het supermarktaanbod verder vergroot worden. Tot slot zou gestreefd moeten worden naar het clusteren van de horecavoorzieningen bijv. op het Rododendronplein.
·
Naast deze onderzoeken speelt natuurlijk de herstructurering van heel Schiebroek een rol bij de totstandkoming van dit advies. De Woningstichting De Combinatie heeft begin 2003 tijdens een speciale ondernemersavond voor de Oude Peppelweg de al daar gevestigde ondernemers op de hoogte gesteld van het feit dat De Combinatie in de komende jaren de huur zal opzeggen omdat De Combinatie herstructureringsplannen heeft voor dat gebied. De Combinatie heeft tijdens de avond toegezegd dat ze kijken op welke manier ze de ondernemers van dienst kan zijn. Te denken valt aan het maken van een ondernemersplan, het zoeken van nieuwe locaties en juridische bijstand. Momenteel wordt een concreet plan (ondernemersstatuut) opgesteld.
·
In het gedeelte waar De Combinatie plannen heeft voor herstructurering ligt echter ook de Albert Heijn. Een supermarkt die op dit moment als trekker fungeert voor het gedeelte aan de overzijde van de Kastanjesingel. Het pand van de Albert Heijn is niet in handen van De Combinatie maar van een vastgoedeigenaar (niet Ahold- Vastgoed zelf)
Overige detailhandelsvestigingen in Schiebroek Op de Teldersweg, een buurtwinkelcentrum, vindt op dit moment nog enige detailhandel plaats en is de grootste trekker de aanwezige supermarkt (Lidl). In dit winkelcentrum kunnen we echter al een aantal jaren een zekere verschuiving van detailhandel naar dienstverlening constateren. Volgens het DPO gaat het hier om een terugloopgebied. De deelgemeente zal hier de markt zijn werk laten doen en indien mogelijk inzetten op verschuiving van detailhandel naar met name dienstverlening of nietcommerciële voorzieningen. Twee kleine verouderde detailhandelstrips (Meijersplein-Noord en Asserweg) worden door het DPO omschreven als stagnatiegebieden. De deelgemeente zet in op afbouw van detailhandel. Naar verwachting zal hier op de lange termijn de detailhandel verdwijnen.
11
Tijdens een speciaal gehouden avond voor alle ondernemersverenigingen van onze deelgemeente is dit onderzoek toegelicht. Tevens is op een ledenvergadering van de winkeliersvereniging Peppelweg het hierboven genoemde plan ook kort toegelicht door de portefeuillehouder Economie 16
Economische Visie 2004 t/m 2007 Het Kleiwegkwartier Naar aanleiding van het Actieplan Wijkeconomie 1999 is door de deelgemeente HillegersbergSchiebroek besloten dat er onderzoek moet worden gedaan naar de ontwikkeling van bedrijvigheid aan de Ceintuurbaan (revitalisering) en de Kleiweg (herinrichting: actualisering onderzoek “Winkels aan de Kleiweg”). Het is bij de deelgemeente bekend dat de huidige situatie aan Kleiweg niet optimaal is. Gezien de lange looptijd van het onderzoek (1999-2001) en het aflopen van subsidiemogelijkheden van het OBR in 2003 (zie onder instrumenten) was het belangrijk om, voorafgaand aan deze algehele economische visie voor de deelgemeente, een economische visie vast te stellen voor het winkelgebied Kleiwegkwartier. In oktober 2002 is dan ook de Economische Visie Winkelgebied Kleiwegkwartier bestuurlijk vastgesteld en heeft men ingestemd met aanvraag voor een offerte voor winkelmanagement ter uitvoering van de vastgestelde economische visie. De in de visie genoemde aandachtspunten en instrumenten geven voldoende mogelijkheden om van de Kleiweg een goed wijkwinkelcentrum te maken. Het beleid van de deelgemeente moet dan ook gericht zijn op het weer vitaal maken van het winkelgebied Kleiwegkwartier middels het vergroten van de economische levensvatbaarheid van de bedrijven. Er worden mogelijkheden genoemd in de sfeer van concentratie van bedrijvigheid, het vestigen van trekkers in het gebied, fysieke ingrepen, uitstraling (gevelrenovatie en reclame-uitingen), ondersteuning van kansrijke ontwikkelingen en ondersteuning winkeliers(ondernemers)vereniging, verplaatsingssubsidie, en eventueel in een later stadium aanpassingen aan het bestemmingsplan. In het eerste kwartaal van 2003 is de winkelcentrummanager van start gegaan en inmiddels zijn de eerst resultaten geboekt. ·
Versterking van de ondernemersvereniging, groei aantal leden
·
Stedelijk is de SVSB-subsidie12 aan het Kleiwegkwartier toegekend, diverse (op dit moment 7) ondernemers hebben hier gebruik van gemaakt. Tot juli 2004 zal een overgangsregeling van kracht zijn waar het Kleiwegkwartier gebruik kan van maken.
·
Brancherings-visie is gereed en gepresenteerd aan de ondernemers
·
In samenspraak met de ondernemersvereniging is een licht- en luifelplan ontworpen. Dit plan is niet alleen heel praktisch maar dient er ook voor om de Kleiweg meer als winkelgebied op de kaart te zetten.
Deze resultaten en mogelijkheden moeten de komende jaren verder uitgewerkt en ontwikkeld worden met alle betrokken partijen, met nogmaals als doel, het vergroten van de economische levensvatbaarheid van het gebied. Een extra aandachtspunt ten aanzien van het Kleiweggebied zijn de plannen rondom de Contramal. Masterplan winkelcentrum Hillegersberg In de Raamovereenkomst 2002-2006 en de begroting 2003 van de deelgemeente is opgenomen dat het ambitieniveau voor het Masterplan winkelcentrum Hillegersberg dient te worden herbevestigd. En dat vervolgens uitvoering gegeven dient te worden aan het plan. Tijdens de begrotingsbehandeling in de Raad is via een motie besloten om het Masterplan naar het hogere ambitieniveau te tillen omschreven in de notitie “Rodeo Drive aan de Rotte”. In september 2003 is het DB akkoord gegaan met de optie om te werken aan een korte en lange termijn doelstelling. Het Masterplan wordt daarmee gefaseerd uitgevoerd.
12
De SVSB subsidie is de Subsidieverordening Stadsvernieuwing, een subsidie ter verbetering van winkels en bedrijfsruimten. Het doel van deze subsidies is het verbeteren van de ruimtelijk economische structuur en het stimuleren van investeringen in de bedrijfs- en winkelruimten. In winkelgebieden komen alleen ondernemers in aanmerking voor de subsidie. De SVSB-regeling zal als overgangsregeling worden omgezet onder de naam SHD-regeling (subsidie herstructurering detailhandel).
17
Economische Visie 2004 t/m 2007 De korte termijn doelstelling is gericht op de verkeerscirculatie en het herinrichten van de Bergse Dorpsstraat en het bouwplan Albert Heijn. De lange termijn is gericht op de aanpassingen in het winkelaanbod, het creëren van de “Rodeo Drive aan de Rotte”. Deze doelstellingen mogen elkaar natuurlijk niet bijten. De inzet van een ondernemer/winkelier om mee te werken op korte termijn aan bijvoorbeeld de herbestrating is afhankelijk van de lange termijn wens om in het gebied te mogen blijven. Andersom vraagt de lange termijn wens om een hoogwaardig winkelaanbod ook om een hoogwaardige bestrating in het winkelgebied. De keuze voor de korte en lange termijn doelstelling zal nooit perfect zijn. Er zal altijd een mate van verwevenheid dan wel strijdigheid in zijn. De uitvoering van de lange termijn doelstelling zal nu al beginnen alleen het eindresultaat zal pas later worden bereikt. De volgende formulering van de korte en lange termijn doelstelling wordt gehanteerd: Korte termijn: · · · ·
Ontwikkelingen rondom bouwplan Albert Heijn (intentieovereenkomst en samenwerkingsovereenkomst, start RO-procedures). Door het wegvallen van het Strengelspoor dient een nieuwe keuze voor wat betreft de verkeersstromen gemaakt te worden. Hersituering van de parkeerplaatsen in het gebied. IP Bergse Dorpsstraat: uitvoering op standaardniveau.
Ten aanzien van de korte termijn doelstelling kan worden gemeld dat de intentieovereenkomst is getekend. Ook de RO-procedure is van start gegaan. Ten aanzien van de discussie wel of geen Strengelspoor worden op dit moment nog steeds onderhandelingen gevoerd met de wethouder Verkeer & Vervoer. Indien het Strengelspoor geen doorgang kan vinden zet de deelgemeente in op een zo verkeersvrij mogelijke Bergse Dorpsstraat. Lange Termijn: · ·
·
Uitvoering geven aan de motie Rodeo Drive aan de Rotte, waarbij het primaat ligt bij het recreatief winkelen in een kwalitatief hoogwaardig winkelsegment. Actief uitvoering geven aan de Rodeo Drive aan de Rotte betekent ook dat in de toekomst een organisatiestructuur dient te worden opgezet om gevolg te geven aan de uitvoering van de Rodeo Drive aan de Rotte. In ieder geval dient bij vrijkomen ( niet actief saneren) van een winkelpand overleg met eigenaar plaats te vinden over de nieuwe gebruiker die moet passen binnen de doelstelling. Om het midden en lagere segment te kunnen bedienen zal een herzien DPO gemaakt moeten worden. Wellicht dat dit kan beteken dat de winkelstrip aan de Van Beethovensingel hier de aangewezen plek voor is (Uitvloeisel motie Rodeo Drive).
Om dit winkelcentrum op dat niveau te laten functioneren zijn veel investeringen nodig. Niet alleen op economisch gebied maar ook op ruimtelijk gebied. Het gaat om een stevige wijziging in de bedrijfsvoering van het gebied en een ommezwaai in de profilering van het gebied, waarbij het vinden van draagvlak en mede-investeerders en ondernemers belangrijk is.
3.6. Bedrijfsterreinen
Voor de economische vitaliteit van de stad Rotterdam en de regio is ruimte voor bedrijven een noodzakelijke voorwaarden, aldus het actieplan Ruimte voor Bedrijven van de gemeente Rotterdam en de regio. De stadsregio Rotterdam wil 530 hectare extra bedrijventerrein aanleggen en 1.140 hectare oude terreinen herstructureren. Bedrijven kunnen op deze manier doorgroeien of vernieuwen indien gewenst. Niet alleen stedelijk wordt een hoge prioriteit gegeven aan bedrijventerreinen ook in het programma van de begroting 2003 van de deelgemeente wordt gesproken van “ het in goede banen leiden van
18
Economische Visie 2004 t/m 2007 ontwikkelingen zoals die van het bedrijventerrein Schiebroek en de ontwikkelingen rondom de Ceintuurbaan”. Bedrijventerrein Schiebroek Uit de bij de Strategische Investeringsvisie behorende “Herziene Aanvraag/Actualisering Uitvoeringsplan wijkaanpak Schiebroek 2000-2004” blijkt dat het bedrijventerrein Schiebroek behoort tot de economische projecten van de Wijkaanpak Schiebroek. Goede bereikbaarheid, herkenbaarheid, parkeergelegenheid, optimale bedrijvenmix en onderhoud aan de buitenruimte zijn belangrijke randvoorwaarden om uitbreiding mogelijk te maken en werkgelegenheid aan te trekken. Het bedrijventerrein heeft tevens te maken met de invloeden van de bouw van de HSL en Randstadrail. Om de gehele problematiek van het bedrijventerrein in kaart te brengen is in gezamenlijkheid met de diensten (OBR, dS+V) een startnotitie Bedrijventerrein Schiebroek geschreven. De volgende stap die genomen moet worden is het maken van een gezamenlijk uitvoeringsplan in de vorm van een Plan van Aanpak. Het Plan van Aanpak is een beschrijving van het proces tot revitalisering13 behelst de werkwijze, de organisatie, doelstellingen, producten en de planning. Zoals in zoveel processen moet ook in de aanpak van de ontwikkeling/herstructurering van het bedrijventerrein rekening gehouden worden met het ontwikkelen van draagvlak, het doorlopen van verschillende rondes van plannen en besluiten, het bedenken van nieuwe oplossingen, het bespelen van een netwerk van belanghebbenden, multidisciplinaire inbreng, uiteenlopende mate van urgentie voor verschillende partijen, beïnvloeding van het proces vanuit verschillende trajecten, uiteenlopende belangen, acceptatie bij betrokken deelnemers. Behalve de opdrachtgevers c.q. de trekkers zijn de ondernemers en de vastgoedeigenaren daarbij belangrijke factoren. Cruciaal zal zijn de vraag of het mogelijk is om de bereikbaarheid via Doenkade en/of Landscheidingsweg te verbeteren. Ceintuurbaan De Ceintuurbaan is een verouderd bedrijventerrein het Kleiwegkwartier. In 2002 is er voor gekozen de bestaande bedrijfsbestemming aan de Ceintuurbaan te handhaven. Dit in verband met de slechte bereikbaarheid van het gebied per auto. Grootschalige detailhandel is volgens het bestemmingsplan niet mogelijk. Doordat er echter diverse bedrijven in ogen van de deelgemeente toch detailhandelsactiviteiten plegen heeft de deelgemeente in 2002 met succes ingezet op handhaving middels bestuursdwang. Door het College van B&W van de stad Rotterdam wordt op dit moment druk toch gezocht naar een mogelijkheid van legalisering van detailhandel. Wellicht dat men zal overgaan tot maatbestemmingen voor de daar al gevestigde ondernemingen. Niet onmogelijk is dat hier allerlei nieuwe ontwikkelingen uit kunnen voortvloeien. In 2004 zal bekeken worden of de ontsluiting van het bedrijventerrein verbeterd kan worden, een punt dat voor de deelgemeente zwaar weegt.. Dit ook in verband met de Contramal en de eventuele bouwplannen Laag Zestienhoven (uitbreiding rondom de G.K. van Hogendorpweg).
3.7. Winkeltijdenwet
In februari van 2002 heeft de deelgemeenteraad, op basis van de Winkeltijdenwet, de Verordening Winkeltijden Rotterdam –Hillegersberg-Schiebroek 2002 vastgesteld. Op basis van deze verordening kan het bevoegde bestuursorgaan ten hoogste 12 zon- en feestdagen aanwijzen waarop het sluitingsgebod voor de winkels niet geldt, terwijl dit ook voor een deel van de gemeente kan. Voorgenoemde bevoegdheid is voor de deelgemeenten overgedragen aan het Dagelijks Bestuur. In praktijk zijn er weinig weigeringsgronden, tenzij er in een kalenderjaar al 12 maal een vrijstelling is verleend. Er is derhalve weinig beleidsvrijheid.
13
In het Plan van Aanpak zal tevens onderzoek gedaan worden naar een betere ontsluiting van het bedrijventerrein. 19
Economische Visie 2004 t/m 2007
3.8. Ambulante Detailhandel
Hillegersberg-Schiebroek kent één weekmarkt en wel in Schiebroek op het Rododendronplein. De markt telt circa 40 kramen en bedient het verzorgingsgebied Schiebroek. Het marktbeleid voor Rotterdam wordt bepaald door Dienst Marktwezen. De gemeente Rotterdam kent 20 warenmarkten, die zorgvuldig over de dagen en gebiedsdelen van de gemeente zijn verspreid. Niet elke deelgemeente heeft een markt (denk aan deelgemeente Noord). Het starten van een biologische markt op bijvoorbeeld het Bergpolderplein behoort niet tot de bevoegdheden van de deelgemeente14. De beleidsruimte voor het voeren van een lokaal standplaatsenbeleid is uitermate beperkt. In het algemeen worden slechts weigeringsgronden toegelaten op basis van openbare orde en verkeersveiligheid. Bij de toewijzing van nieuwe standplaatsen zullen wij, binnen het wettelijke kader, zoveel mogelijk rekening houden met de belangen van de gegadigden voor een standplaats, de omwonende en indien van toepassing ook met de winkeliers in de directe omgeving waarvoor een standplaats is aangevraagd.
3.9 Horeca
De deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek neemt binnen Rotterdam een unieke positie in, waarvan de grondslag ligt in haar historische ontwikkeling en haar situering binnen de stad Rotterdam. Haar ligging ten noorden van de A20 met in de nabijheid de Bergse Plassen en het dorpse karakter rond de kerk en de Bergse Dorpsstraat geven de deelgemeente een bijzonder karakter. Horecaondernemingen in de deelgemeente nemen naast een maatschappelijke, economische en sociale ook een toeristische/recreatieve functie in. De deelgemeente kent ten opzichte van andere deelgemeenten zoals Kralingen- Crooswijk een beperkt aantal horecaondernemingen (restaurant, café’s/bar, eetcafé’s, cafetaria’s). Verder valt op dat Hillegersberg-Schiebroek geen hotel binnen haar deelgemeentegrenzen heeft. De concentratie van de horeca is al geruime tijd de winkelgebieden te vinden; Het Kleiwegkwartier, de Peppelweg en omgeving en Hillegersberg Centrum. Daarnaast natuurlijk aan de Plassen de grootschalige horecalocaties Lommerrijk en Plaswijck van der Valk. In oktober 1996 is de deelgemeentelijke horecanota vastgesteld. In maart 1999 is deze geactualiseerd. De huidige horecanota is er gericht op een consolidatiebeleid. Het beoogt de positie van de horeca te handhaven ten opzichte van overige maatschappelijke functies. In de aangewezen consolidatiegebieden worden geen nieuwe inrichtingen toegestaan. Een uitzondering hierop vormt een nieuwe inrichting in overeenstemming met het ter plaatse van kracht zijnde bestemmingsplan, die in de plaats komt van een reeds bestaande niet illegale inrichting in hetzelfde bestemmingsplangebied, die geen horecabestemming heeft en op basis van overgangsrecht mag worden voortgezet. De huidige horecanota wordt op korte termijn vervangen door een nieuwe horecanota15. In deze nota zal de eventuele herontwikkeling van de huidige grootschalige horecavoorzieningen Lommerrijk en Plaswijck-Van der Valk een belangrijke plek innemen, ook in relatie tot het Masterplan winkelcentrum Hillegersberg. 14
Dienst Marktwezen heeft in gesprekken aangegeven dat er geen ruimte is voor uitbreiding van markten. In deelgemeente Noord heeft op het Noordplein een biologische markt bestaan. Gezien de hogere prijzen die gelden voor biologische producten was dit geen succes en zijn de ondernemers in samenspraak met Dienst Marktwezen hiermee gestopt. 15 Begin 2004 20
Economische Visie 2004 t/m 2007
De deskundigen van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (afdeling vrijetijdseconomie) hebben ten aanzien van horeca de volgende landelijke ontwikkelingen geconstateerd; · Recente economische ontwikkelingen hebben geleid tot een omzetdaling van 3% in het afgelopen jaar, jarenlang was er sprake van een omzetstijging van 3 %. · Schaalverkleining restaurants · Opkomst van de belevenis economie (veelal grootschalig) · Actieve ouderen vormen een steeds grotere doelgroep, vooral gebruik overdag · Populariteit buitenlandse keuken stijgt; bijv. aantal Turkse restaurants met 20 % gestegen · Vervaging marktsegmenten: horeca, detailhandel en tankstations vertonen steeds meer overeenkomsten · 75% van het winkelend publiek benut horeca Ontwikkelingen in de horeca, Rotterdam: · Vraag naar grotere horecabedrijven voor diverse horecaconcepten · Grotere behoefte aan zaalruimte, dit betreft zowel feestzalen als “zalen met ramen” voor feesten en partijen voor bedrijven en particulieren Woonbeleid en woningmarkt: · De gemeente Rotterdam streeft naar een toename van het aantal woningen in hoogwaardige woonmilieus · Het realiseren van woningbouw op locaties Lommerrijk en Van der Valk Plaswijck zouden binnen dit stedelijke beleid passen. Masterplan Winkelgebied Hillegersberg-centrum : · Het winkelgebied Hillegersberg heeft een belangrijke rol in het voorzieningenaanbod in de deelgemeente · Dit winkelgebied met een regionale functie moet kunnen blijven concurreren met andere centra. Horeca kan de winkelfunctie ondersteunen, recreatief winkelen. Uitgangspunten voor het nieuwe horecabeleid kunnen vanuit economisch oogpunt zijn: Sturen van horeca: · Ontwikkeling in plaats van consolidatie · Differentiatie van het aanbod · Locatiebeleid: minimaal aansturen op behoud van volume, uitbreiding op termijn mogelijk maken · Daarnaast is een flankerend kwaliteitsbeleid noodzakelijk: - regulering: door middel van vergunningen en terrassenbeleid aansturen op kwaliteit - actieve ontwikkeling: bij het ontwikkelen van nieuwe locaties waarbij de grond eigendom is van de gemeente zijn de mogelijkheden groter om te sturen in de kwaliteit van de ondernemingen Synergie: · Bij horeca streven naar synergie met andere sectoren zoals (familie-) recreatie bijvoorbeeld Plaswijckpark en winkelen
21
Economische Visie 2004 t/m 2007
3.10. Toeristisch-recreatieve voorzieningen
De toeristisch-recreatieve branche was in Rotterdam tot voor kort zeer beperkt aanwezig. Ten aanzien van de vrijetijds economie is een goed stimuleringsbeleid gevoerd. De vele festivals, Rotterdam Culturele hoofdstad van Europa, economische impulsen voor het Leuvehavengebied/De Boompjes en ook de Koopgoot hebben Rotterdam weer op de kaart gezet. Hillegersberg-Schiebroek kent diverse trekkers op dit gebied. Allereerst natuurlijk Plaswijckpark. Daarnaast het Plassengebied met zijn vele jachthavens en ook het winkelgebied in Hillegersberg centrum. In het toeristisch-recreatief actieplan van 1999 “Hillegonda herleeft” is aangegeven dat het toeristischrecreatief product van Hillegersberg-Schiebroek kleinschalig uitgebouwd dient te worden16. Te denken valt aan wandel- en fietsroutes, relatie met recreatiegebied Rottemeren versterken en bijvoorbeeld de realisatie van een steiger. Het huidige toeristisch-recreatief product heeft vooral een lokale functie. Uitzondering hierop zijn het winkelcentrum Hillegersberg 17 en Plaswijckpark, die functioneren op lokaal en regionaal niveau. Aantrekkelijke “parels”18 dienen met elkaar verbonden te worden en enkele initiatieven in gang gezet en daar waar mogelijk ondersteund te worden.
3.11. Veilig Ondernemen
Verbeteren van de veiligheid is de hoogste prioriteit van de gemeente Rotterdam. In het nieuwe collegeprogramma voor de periode 2002-2006 staat versterking van de veiligheid en het herstellen van de sociale verbondenheid voorop. In de nieuwe aanpak staan de wijken, buurten en straten centraal. Veiligheid in en om winkelstraten is een belangrijk uitgangspunt van de veiligheid op wijkniveau. Een winkelgebied maakt over het algemeen deel uit van een woonwijk en heeft daarin een speciale positie. Winkels zijn vanuit veiligheidsoogpunt een gevoelige plek. De winkels, pinautomaten en passanten vormen aantrekkelijke objecten voor diefstal, straatroof en tasjesroof. Het intensieve gebruik van een winkelgebied maakt het bovendien extra kwetsbaar voor verloedering, zoals kapot straatmeubilair en vervuiling. Ook zijn winkelgebieden aantrekkelijke plekken voor overlastgevende groepen. Kortom, het zijn gebieden die vanuit veiligheidsoptiek extra aandacht nodig hebben. Van overheid én ondernemers. Het gaat immers om een gezamenlijk belang. In overeenstemming met het gemeentelijke vijf-jarenprogramma Veiligheid vormt een integrale benadering het uitgangspunt voor beleid van de deelgemeente. De deelgemeente heeft haar veiligheidsbeleid vastgelegd in Wijkveiligheidsactieprogramma’s per wijk. In deze Wijkveiligheidsactieplannen is ook een hoofdstuk over Veilig Ondernemen opgenomen. Voor een eerste analyse over aard en omvang van het veiligheidsprobleem per winkelgebied of bedrijventerrein is in september 2003 een enquête met betrekking tot Veilig Ondernemen in de winkelgebieden en bedrijventerreinen uitgezet. De analyse van de enquête is per wijk opgenomen in de wijkveiligheidsactieprogramma’sn. Ten aanzien van Veilig Ondernemen zullen de volgende maatregelen voor de komende periode worden genomen:
16
Dit Actieplan is in oktober 1999 door de Raad geaccordeerd. Op moment van schrijven van het actieplan was er geen sprake van dat zowel Lommerrijk als Van der Valk Plaswijck mogelijk zouden verdwijnen 17 Het winkelgebied kent twee unique sellingpoints, te weten; - Het uitzonderlijke grote en hoogwaardige (kleding)aanbod is uniek in Nederland op stadsdeelniveau. - Het oorspronkelijke karakter van Hillegersberg binnen de grenzen van de stad Rotterdam en aan de Bergse Plas. 18 Zoals het Jazzfestival in Hillegersberg, de concerten in de Hillegondakerk en het kunstfestival. 22
Economische Visie 2004 t/m 2007 Graffitiverwijdering bij particulieren ook t.b.v. winkeliers Uit de enquête blijkt ook dat ondernemers regelmatig worden geconfronteerd met graffiti op hun bezit. Daarom zullen voor de graffiti-verwijderingsactie m.b.t. particulier bezit in 2004 ook de ondernemers actief worden benaderd. Aangifteformulieren voor ondernemers Om de aangiftebereidheid onder ondernemers te vergroten zal in 2004 worden onderzocht of het mogelijk is om de ondernemers aangifteformulieren te verschaffen zoals eerder ontworpen voor basisscholen (zie het hoofdstuk Vergroting aangifte- en meldingsbereidheid, huidige maatregelen). Bekendmaking telefoonnummers overheidsinstanties Omdat een aantal ondernemers aangeeft niet bekend te zijn met overheidsinstanties in het gebied, zoals politie, deelgemeente en Roteb, zal de regelmatige publicatie van telefoonnummers en kerntaken (zoals voorgesteld in het hoofdstuk Vergroting aangifte- en meldingsbereidheid, nieuwe maatregelen) zich niet beperken tot publicaties in de Postiljon. Informatie over deze instanties zal actief worden bekendgemaakt bij ondernemers in dit gebied. In de toekomst zal bekeken worden welke overige maatregelen de deelgemeente ten aanzien van veilig ondernemen nog meer kan nemen.
23
Economische Visie 2004 t/m 2007
4. STRATEGIEKEUZE ECONOMISCH BELEID Deze Economische Visie geeft een kader waarin huidige en toekomstige economische ontwikkelingen zouden moeten passen. Het kader moet dus als leidraad dienen voor economische ontwikkelingen. Daarnaast kent de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek het Actieplan Economie & Werk. In dit Actieplan wordt een vertaalslag gemaakt naar lopende en nieuwe projecten. De activiteiten omschreven in het Actieplan Economie & Werk zullen jaarlijks onderdeel worden van de Programmabegroting van de deelgemeente en jaarlijks zal in de jaarrekening (en de BURAP's) verslag gedaan worden.
4.1. Doelstelling
Zoals in hoofdstuk 1 staat omschreven is de hoofddoelstelling van ons economisch beleid het bevorderen van de groei van de werkgelegenheid in de marktsector door het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur in al haar facetten. Wij streven naar een dynamische deelgemeente met een leefklimaat waar het goed wonen, werken, winkelen en recreëren is. Een ruimtelijk goed vormgegeven samenspel tussen de genoemde functies moet zorgen voor aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsklimaat. Cruciaal hierbij is het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur. Het gaat hierbij met name om voorzieningen zoals detailhandel en horeca. De aanwezigheid van goed bereikbare en qua branchering aantrekkelijk samengestelde winkel- en horecavoorzieningen op buurt en wijkniveau is een belangrijke factor voor de leefbaarheid van Hillegersberg-Schiebroek. Gelet op het feit dat we hier spreken van commerciële voorzieningen, moeten we echter niet de levensvatbaarheid (van de ondernemingen zelf of van een gebied) uit het oog verliezen. Ten aanzien van de woonomgeving kunnen we concluderen dat een kwalitatieve woonomgeving gebaat is bij het realiseren van goede combinaties tussen wonen en werken. Bedrijvigheid kan onder bepaalde voorwaarden uitstekend gecombineerd worden met wonen. Het brengt een bepaalde vorm van levendigheid mee en zorgt ervoor dat deze deelgemeente meer is dan alleen een “woondeelgemeente”. Daar waar het mogelijk is om economische activiteiten op een juiste manier te integreren dienen we dit dan ook niet achterwege te laten. Om de hierboven omschreven doelstelling te bereiken streven wij er allereerst naar de economische randvoorwaarden te verbeteren. Wij willen beperkte ruimte (niet koste wat het kost) geven aan nieuwe economische bedrijvigheid. Daarnaast willen we bestaande bedrijvigheid optimaliseren. Bereikbaarheid en beschikbaarheid van voldoende geschikte bedrijfsruimte is daarbij een belangrijke voorwaarde voor groei van de marktsector. Ten tweede heeft de deelgemeente in de Raamovereenkomst de wens vastgelegd om te komen tot een goed ondernemers- en consumentenklimaat. Wij achten goede en intensieve contacten met het bedrijfsleven van groot belang voor het tijdig ontwikkelen van op maat gesneden economische activiteiten. Verbetering van de communicatie en het relatiebeheer met bedrijven is daarbij van groot belang. In eerste instantie beperkten de contacten met het bedrijfsleven zich tot van belang zijnde ruimtelijke, bouwtechnische en infrastructurele ontwikkelingen. Nu zijn we van oordeel dat het bedrijfsleven een belangrijke rol speelt en zelfs soms medeverantwoordelijkheid dient te dragen in het wenselijke leefklimaat van deze deelgemeente. Het contact met het bedrijfsleven dient dan ook verder versterkt te worden. Tenslotte, ten aanzien van een marktgerichte benadering van het werkgelegenheidsbeleid moeten we in deze economische slechtere tijden terughoudend zijn. Echter bij het optimaliseren van de commerciële voorzieningenstructuur en bieden van economische uitbreidingsruimte is het streven in ieder geval behoud van de huidige werkgelegenheid.
24
Economische Visie 2004 t/m 2007 4.2. Randvoorwaarden
Belangrijk uitgangspunt bij het formuleren van lokaal economisch beleid is de realistische inschatting van de deelgemeentelijke mogelijkheden. Daarbij gaat het er niet om te bepalen tot hoever de formele deelgemeentelijke bevoegdheden strekken, maar vooral ook waartoe de deelgemeente in een meer faciliterende of aantrekkende rol in staat is. Onmogelijkheden: Deelgemeentelijke bemoeienis met de ontwikkelingen van de marktsector kent een groot aantal beperkingen. De deelgemeente heeft geen invloed op de stand van de conjunctuur, de investeringen die plaats vinden in het bedrijfsleven, de trends van de diverse bedrijfstakken en bijvoorbeeld de wijzigingen in het bestedingsgedrag van gezinshuishoudens. De huidige economische recessie heeft direct gevolgen voor de werkgelegenheidsontwikkeling. Een creatief economisch beleid kan negatieve effecten verzachten, maar niet geheel teniet doen. Mogelijkheden: Ondanks de hierboven genoemde beperkingen zijn er ook mogelijkheden voor lokale beleidsinitiatieven. Veel zal echter afhangen van de mate waarin met de stedelijke instellingen en de ondernemers zelf een samenwerkingsverband kan worden ontwikkeld, een effectieve inzet van middelen en menskracht, doelmatig en marktgericht gebruik maken van de kansen die de marktsector in Hillegersberg-Schiebroek biedt. Binnen de deelgemeente zijn tal van kansen aanwezig zijn voor versterking van de deelgemeentelijke economie en waardoor de doelstelling bereikt kan worden: 1) economische randvoorwaarden verbeteren :12 2) Het gaat hierbij met name om voorzieningen zoals detailhandel en horeca. De aanwezigheid van goed bereikbare en qua branchering aantrekkelijk samengestelde winkel- en horecavoorzieningen op buurt en wijkniveau is een belangrijke factor voor de economische leefbaarheid van HillegersbergSchiebroek. Enkele, niet uitputtende, middelen om deze optimale voorzieningenstructuur te beïnvloeden: -
via brancheringsvisies per winkelgebied; winkelcentrummanagement in de detailhandelgebieden ter ondersteuning; via de horecanota de mogelijkheid van uitbreiding horeca (bijv. ter bevordering recreatief winkelen) mogelijk te maken; invloed op parkeervoorzieningen (bijvoorbeeld nieuwbouw AH Grindweg/Argonautenweg) uitstraling buitenruimte (goed verzorgde winkelstraten trekken ondernemers en consumenten aan); woningbouw creëert draagvlak voor commerciële voorzieningen; inzet van stedelijke subsidieregelingen zoals de oude SVSB-regeling (SHD-regeling). Mocht er middelen voor deze regeling gevonden worden dan dient deze regeling door de deelgemeente aangevraagd te worden; iom andere partijen zoals de stad en de provincie zorgen voor goede ontsluitingen, bereikbare voorzieningen; daar waar mogelijk via de bestemmingsplannen ruimte creëren voor bedrijvigheid.
25
Economische Visie 2004 t/m 2007 2) komen tot een goed ondernemers- en consumentenklimaat: De deelgemeente acht goede en intensieve contacten met het bedrijfsleven van groot belang voor het tijdig ontwikkelen van op maat gesneden economische activiteiten. Verbetering van de communicatie en het relatiebeheer met bedrijven is daarbij van groot belang. Enkele mogelijkheden om te komen tot een goed ondernemers- en consumentenklimaat: -
nog meer bekendheid geven aan de bedrijfscontactfunctie; regelmatig overleg met de diverse ondernemers- en winkeliersverenigingen (loopt al); betere voorlichting/ communicatie richting ondernemers, meer transparantie (via onze website); inzetten op startersbeleid, veilig ondernemen, netwerkprojecten zoals mentorraad;
26
Economische Visie 2004 t/m 2007
4.3. Uitgangspunten voor het beleid
In de komende tijd zal in Hillegersberg-Schiebroek veel veranderen. Lang niet alles wat gaat gebeuren is nu al echter te voorzien. Wellicht dat in de toekomst er weer betere economische tijden aan komen. Wie weet hoe het met de Rotterdamse actieplan “Rotterdam zet door, De stad duurzaam in balans” gaat. Wellicht dat met de komst van de aansluiting A13/A16 er ook nieuwe economische mogelijkheden (ruimte voor bedrijvigheid) voor deze deelgemeente ontstaan. Belangrijk is dat we in de toekomst vasthouden aan de hieronder geformuleerde uitgangspunten voor beleid. Kernachtig geformuleerd gelden voor de Economische Visie 2004-2008 als uitgangspunten: 1. Een florerend bedrijfsleven en voorzieningenniveau is van groot belang voor de werkgelegenheid en de leefbaarheid van de deelgemeente; 2. Het economisch beleid van de deelgemeente richt zich op het scheppen van een goed klimaat voor het bedrijfsleven; 3. Daarnaast zet de deelgemeente in op het stimuleren van kansrijke ontwikkelingen en voorzieningen; 4. Een belangrijk algemeen instrument van het economisch beleid is het onderhouden en verder uitbouwen van de contacten met het bedrijfsleven; 5. Samenwerking van ondernemers onderling maar ook met andere relevante partners(OBR, KvK, MKB, Brancheorganisaties, Ondernemerswinkel, Woningbouwcorporaties e.d.) wordt gestimuleerd door de deelgemeente; 6. Wat betreft de detailhandel kiest de deelgemeente voor een actieve stimulerende rol ten aanzien van de (concentratie) winkelgebieden Kleiwegkwartier, Peppelweg e.o. en Hillegersberg-centrum; 7. De deelgemeente zet zich in op het opwaarderen en de ontsluiting van het bedrijventerrein Schiebroek ; 8. De activiteiten, zoals eerder omschreven in het Actieplan Economie & Werk, zullen onderdeel worden van de Programmabegroting van de deelgemeente en jaarlijks zal in de jaarrekening (en de BURAP's) verslag gedaan worden.
27
Economische Visie 2004 t/m 2007
5. BIJLAGE Bijlage Feiten en Cijfers in Hillegersberg-Schiebroek aantal bedrijfsvestigingen [aant. ves] Buurten 2001 2002
Schiebroek Hillegersberg-Zuid Hillegersberg-Noord Terbregge Molenlaankwartier
453
477
410
418
307
318
76
83
258
269
Totaal 1504 1565 Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland
Diverse onderwerpen Deelgemeente: Hillegersberg-Schiebroek 2001
aantal werkzame personen [aant pers] percentage geregistreerde werklozen [% pers.] Bronnen:
2002
14942 15140 3
5
Variabelen:
Bedrijvenregister Zuid-Holland aantal werkzame personen COS Omnibus
percentage geregistreerde werklozen
28
Economische Visie 2004 t/m 2007 Diverse onderwerpen, 2000 Buurten aantal aantal winkels winkels totaal voor nietvoor aantal dagelijkse dagelijkse winkels goederen goederen [aantal] [aantal] [aantal]
Schiebroek Hillegersberg- Zuid
Hillegersberg-Noord Terbregge Molenlaankwartier Totaal
verkoopvloeropper vlak niet dagelijkse goederen [M2]
verkoopvloeroppervlak dagelijkse goederen [M2]
totaal winkel verkoopvloeroppervlak [M2]
100
34
134
8033
3505
11538
154
21
175
14704
2770
17474
130
27
157
13292
3250
16542
10
2
12
1875
104
1979
30
10
40
1948
788
2736
424
94
518
39852
10417
50269
Bron: Locatus
29
Economische Visie 2004 t/m 2007 Bijlage voetnoot 4, New Deal, uitgangspuntenpunten SAMENWERKING TUSSEN STAD EN DEELGEMEENTEN Versterken van de organisatorische vormgeving van het thema wijkeconomie in de samenwerking tussen stad en deelgemeenten door: 1) adequate invulling en toerusting van bestaande formatieplaatsen wijkeconomie bij het OBR en bij de deelgemeenten; 2) effectieve operationele samenwerking tussen stad en deelgemeenten bij economische beleidsontwikkeling en ondernemerscontacten op ambtelijk niveau; 3) instellen van één strategisch adviesorgaan voor beleidsontwikkeling en monitoring op het gebied van de wijkeconomie voor stad en deelgemeenten (PES nieuwe stijl); 4) bewaken en implementeren van de gemaakte afspraken (ondermeer in jaarwerkplannen en bedrijfsplannen) DIENSTVERLENING AAN ONDERNEMERS Realiseren van een toegankelijke en ondernemersgerichte faciliterende stedelijke en deelgemeentelijke overheid door: 5) proactief relatiebeheer door de deelgemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen; 6) realiseren van lokale ondernemerssteunpunten; 7) adequate follow-up van ondernemerscontacten; 8) stimuleren en ondersteunen van lokale ondernemersnetwerken; 9) informatie uitwisseling en faciliteren van contactfunctionarissen in lokale bedrijfscontactenoverleggen; 10) ontwikkelen van initiatieven voor het verbeteren van het ondernemerschap; 11) bevorderen integratie allochtone ondernemers; VERBETEREN BEDRIJFSOMGEVING/PRODUKTIEMILIEU Optimaliseren van lokale vestigingsplaatsfactoren door: 12) veiligheidsaanpak winkelcentra en bedrijfsterreinen; 13) herstructurering oudere bedrijfsterreinen; 14) ontwikkelen parkmanagement bedrijfsterreinen; 15) revitaliseren levensvatbare (buurt-)winkelcentra; 16) indien sprake is van winkelvoorzieningen zonder uitzicht op levensvatbaarheid inzetten op saneren of transformeren RUIMTE VOOR BEDRIJVEN Ontwikkelen nieuwe economische dynamiek op wijkniveau door: 17) ontwikkeling nieuwe werkgelegenheidslocaties; 18) herontwikkelen van binnen stedelijke locaties voor economische bestemmingen (met name in de sfeer van kantoorhoudende en ambachtelijke bedrijvigheid en vrijetijdseconomie). 19) ontwikkelen van bedrijfsverzamelconcepten voor kleinere en startende bedrijven; WERK EN RENTEGRATIE Ontwikkelen van een daadkrachtig personeelsbeleid voor het MKB zodanig dat vacatures bij het bedrijfsleven op een adequate en passende wijze kunnen worden vervuld door: 20) het ontwikkelen van lokale vraag gestuurde initiatieven op het gebied van scholing, werving en selectie; 21) het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden met de bemiddelende instanties gericht op inbedding in lokale netwerken;
30
Economische Visie 2004 t/m 2007 Bijlage, voetnoot 5, Raamovereenkomst Wijkeconomie Partijen: 1. Het College van Burgemeester en Wethouders, vertegenwoordigd door de wethouder Economische Infrastructuur; 2. De Dagelijkse Besturen van de Deelgemeenten te Rotterdam(Deelgemeenten), vertegenwoordigd door de voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg deelgemeenten; 3. Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), vertegenwoordigd door de directeur Ontwikkelingen; Gelet op het navolgende: In de afgelopen jaren hebben zowel het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, als de besturen van de Rotterdamse deelgemeenten activiteiten ontplooid om de economie in de wijken te stimuleren en te versterken. De deelgemeenten hebben in de afgelopen jaren aan de hand van een door hen van de gemeente ontvangen doeluitkering Economie en Werk actieplannen economie opgesteld. Hierin is aangegeven wat voor activiteiten de deelgemeenten zullen ondernemen om vorm te geven aan hun inspanningsverplichtingen in het kader van economie en werk. Een nieuw college is aangetreden en ook de besturen van de deelgemeenten zijn vernieuwd. Dit heeft geresulteerd in nieuwe plannen voor de Rotterdamse economie. Deze plannen vinden hun basis in het collegeprogramma en de notitie ‘New Deal’van de gezamenlijke deelgemeenten. In het bestuurlijk overleg tussen de wethouder Economische Infrastructuur en de portefeuillehouders economie van de Deelgemeenten is de wens uitgesproken een gezamenlijke inzet op het gebied van de wijkeconomie voort te zetten en daaromtrent concrete afspraken te maken. Doel van de afspraken tussen de besturen van de centrale stad en de deelgemeenten is: de samenwerking tussen beiden en de inspanningen en de resultaten van beiden op het gebied van de wijkeconomie zichtbaar te maken. Er zal gewerkt worden in concrete projecten die gericht zijn op feitelijke resultaten voor ondernemers en het ondernemersklimaat in deze stad. De overeenkomst heeft een looptijd tot 1-1-2007 De afspraken bestaat uit de volgende delen : a. Een algemene deel, zijnde de onderhavige raamovereenkomst, waarin de algemene afspraken over samenwerking tussen de besturen van de centrale stad en de deelgemeenten worden geregeld. b. De specifieke delen, zijnde de nadere afspraken per deelgemeente, waarin de concrete activiteiten en projecten en de inzet van middelen en personeel in een meerjarenprogramma 2003-2006 worden vastgelegd. Elk half jaar zullen de bereikte resultaten van de inspanningen door de Gemeente en Deelgemeenten worden gepresenteerd en geëvalueerd. Deze evaluatie zal de basis vormen voor het voortschrijdend meerjarenprogramma en het beschikbaar stellen van de middelen voor het dan komende jaar. Het OBR zal het uitvoeringsorgaan zijn resp. als uitvoerende dienst optreden.
31
Economische Visie 2004 t/m 2007 komen het volgende overeen: A. Algemeen Deel
Artikel 1. Personele inzet
Om de inzet voor de wijkeconomie tot feitelijke resultaten te brengen is een gezamenlijke inzet noodzakelijk. Hiertoe verplichten het OBR en de Deelgemeenten zich tot het leveren van een adequate invulling en toerusting van de formatie van: -
de wijkeconomen van het OBR, waarbij het beschikbaar aantal uren op basis van werkafspraken tussen de deelgemeente en het OBR wordt vastgesteld;
-
de bedrijfscontactfunctie van de deelgemeente, waarbij tot en met 2003 de bedrijfscontactfunctie door middel van een geoormerkte toekenning van de doeluitkering economie wordt gefinancierd;
-
de beleidsmedewerker economie van de deelgemeente, waarbij deze functie is opgenomen in de formatie van de betreffende deelgemeente.
Artikel 2. Informatieuitwisseling
Ten behoeve van informatie uitwisseling en verdere professionalisering van de taken zijn de deelgemeenten verantwoordelijk voor het instellen van een overleg tussen de bedrijfscontactfunctionarissen en een overleg tussen de medewerkers economie. Het OBR is verantwoordelijk voor het gezamenlijk overleg van de wijkeconomen. Om tot een goede afstemming te komen tussen het werk van de verschillende functionarissen wijkeconomie worden de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende functies hieronder weergegeven: - De wijkeconoom ondersteunt de deelgemeente, zowel bij het formuleren van de economische visie en de economische plannen als bij het uitvoeren van economische (deelgemeente) plannen. De wijkeconoom fungeert als intermediair tussen stdelijk beleid en deelgemeentelijk beleid op het gebied van de wijkeconomie. - De bedrijfscontactfunctie is gericht op het opzetten en onderhouden van lokale ondernemersnetwerken. Het organiseren en onderhouden van een pro-actief relatiebeheer en adequate follow-up van ondernemerscontacten. En vanuit de bedrijfscontactfunctie wordt een bijdrage geleverd aan de deelgemeentelijke beleidsvorming en beleidsuitvoering wijkeconomie. - De beleidsmedewerker Economie houdt zich bezig met de economische beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering van de deelgemeente. Artikel 3. Ruimtelijk Economische Visie (REV) Deze visie biedt het kader voor het ruimtelijk economisch beleid van de deelgemeente voor een vastgestelde periode. Een belangrijk onderdeel van de REV zijn de Ruimtelijk Economische Structuurplannen (RES) voor de verschillende gebieden in de deelgemeente. Gekoppeld aan de REV wordt een uitvoeringsprogramma voor de periode van 4 jaar opgesteld. De REV is een verantwoordelijkheid van de deelgemeente. Het OBR zal ondersteuning bieden door middel van de inzet van de ontwikkelingsmanager voor het gebied en een wijkeconoom. Tevens stelt het OBR een format ter beschikking voor de opzet van een REV.
32
Economische Visie 2004 t/m 2007
In deze collegeperiode wordt door elke deelgemeente een REV vastgesteld en worden bestaande REV’s bijgesteld aan de prioriteiten van het huidige college en het huidige deelgemeentebestuur. Het uitvoeringsprogramma REV is gelijk aan het meerjarenprogramma, dat ook los van het feit of er al dan niet een REV is vastgesteld wordt opgesteld (zie onderdeel B).
Artikel 4. Platform Economische Structuurversterking, PES Het PES is het adviesorgaan voor strategische beleidsontwikkeling en monitoring op het gebied van de wijkeconomie voor de stad en deelgemeenten. Dit overleg van ambtenaren vanuit de deelgemeenten, de bestuursdienst en het OBR staat onder voorzitterschap van de Ontwikkelingsmanager MKB-WE van het OBR. Het PES komt gemiddeld 1 keer in de zes weken bij elkaar. Taken van het PES zijn: - advisering van deelgemeenten over de meerjarenprogramma’s, op basis van toetsing aan het collegeprogramma en de prioriteiten van de individuele deelgemeenten; - advisering van de deelgemeenten over de conceptovereenkomsten wijkeconomie en de invulling van de deelgemeentelijke paragraaf; - monitoren van de voortgang in de uitvoering van de programma’s en periodiek verslag van de voortgang aan zowel het DGOII, als de wethouder EI; - signaleren van knelpunten in de uitvoering van de programma’s en het aandragen van oplossingen hiervoor; - functioneren als schakel tussen de deelgemeenten en de centrale stad. Artikel 5. Bestuurlijk overleg deelgemeenten en gemeente Dit overleg tussen de wethouder EI en een delegatie van de portefeuillehouders economie van de deelgemeenten vindt 4 keer per jaar plaats. Een van de onderwerpen van dit overleg is de voortgang in de samenwerkingsovereenkomst. Directeur Ontwikkeling van het OBR en de Ontwikkelingsmanager MKB WE zullen bij het overleg aanwezig zijn. Het secretariaat wordt door de Bestuursdienst gevoerd. Artikel 6. Financiering
Zowel vanuit de deelgemeente als vanuit de centrale stad worden middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het convenant. Een goedgekeurd meerjarenprogramma is de basis voor de financiele bijdrage vanuit de deelgemeente en de gemeente. Deze bijdragen zullen jaarlijks worden vastgesteld op basis vanbeschikbare middelen.
33
Economische Visie 2004 t/m 2007
Artikel 6. Thema’s Op basis van het collegeprogramma en de prioriteiten van de deelgemeenten vastgelegd in de ‘New Deal’ zullen de volgende onderwerpen het kader vormen waarbinnen per deelgemeente een meerjarenprogramma wijkeconomie voor de periode tot 2006 nader moet worden ingevuld. Ruimte voor bedrijven Ontwikkelen van nieuwe economische dynamiek op wijkniveau door: - het ontwikkelen van nieuwe binnenstedelijke locaties voor economische bedrijvigheid, waarbij de collegedoelstelling is in samenwerking met de deelgemeenten minimaal 10 locaties tot 2006 te ontwikkelen; - het ontwikkelen van nieuwe concepten voor bedrijvigheid zoals, bedrijfsverzamelgebouwen , woonwerk units e.d. Verbeteren van de bedrijfsomgeving / productiemilieu Optimaliseren van lokale vestigingsplaatsfactoren door: - veiligheidsaanpak winkelcentra en bedrijfsterreinen,waarbij de opgave vanuit de centrale stad is in samenwerking met de deelgemeenten en de ondernemers 6 pilots ( 4 projecten in winkelstraten en 2 projecten op bedrijfsterreinen) in samenwerking met de deelgemeenten te ontwikkelen; - herstructureren van oudere bedrijfsterreinen; - revitalisering en herstructurering van winkelgebieden. Hiertoe zal een vernieuwde SVSB regeling worden ingezet; - ontwikkelen van parkmanagement bedrijfsterreinen Dienstverlening Realiseren van een toegankelijke en ondernemersgerichte faciliterende stedelijke en deelgemeentelijke overheid door: - pro-actief relatiebeheer vanuit de deelgemeentelijke bedrijfscontactfunctie met een adequaat follow-up van de ondernemerscontacten; - het realiseren van lokale ondernemerssteunpunten in relatie tot de centrale ondernemersbalie, waarbij de ontwikkeling van een electronisch loket worden meegenomen. Dit kan als basis worden gezien van een Rotterdams netwerk van ondernemersloketten in opbouw; - stimuleren en ondersteunen van lokale ondernemersnetwerken; - ontwikkelen van initiatieven voor het verbeteren van het ondernemerschap; - bevorderen van de intergratie van allochtone ondernemers. Werk en reintegratie Ontwikkelen van een daadkrachtig personeelsbeleid voor MKB zodanig dat vacatures bij het bedrijfsleven op een adequate en passende wijze kunnen worden vervuld door: - het ontwikkelen van lokale vraag gestuurde initiatieven op het gebeid van scholing, werving en selectie; - het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden met de bemiddelende instanties gericht op inbedding in lokale netwerken.
34
Economische Visie 2004 t/m 2007
B. Aanvullende afspraken per deelgemeente
Artikel 7. Nadere per deelgemeente te maken afspraken Voor elke deelgemeente worden voor 1-10-2003 nadere afspraken gemaakt. In hoofdlijnen dienen die afspraken tenminste het navolgende te bevatten: - binnen het kader dat deze Raamovereenkomst biedt en indien aanwezig de vastgestelde REV een meerjarenprogramma wijkeconomie; - dat programma wordt jaarlijks geëvalueerd; - de uitkomsten hiervan bieden de basis voor de daarop volgende jaarschijf in het meerjarenprogramma; - het goedgekeurde meerjarenprogramma is de basis voor de financiële bijdrage vanuit de centrale gemeente en de deelgemeente. - deze bijdragen zullen jaarlijks worden vastgesteld op basis van beschikbare middelen. - de feitelijke inzet/formatie wijkeconomie (OBR); - de bedrijfscontactfunctie en beleidsmedewerker EZ (deelgemeente). In de bijlage bij deze Raamovereenkomst is een format opgenomen van het meerjarenprogramma.
Artikel 8. Wijzigingen Deze overeenkomst wordt conform uitgevoerd, onder voorbehoud van eventuele wijzigingen in Rijksbeleid en in deelgemeentelijk beleid gelet op komende bezuinigingen en als gevolg daarvan het in balans brengen van de deelgemeentelijke begroting. Aldus overeengekomen te Rotterdam, op
35
Economische Visie 2004 t/m 2007 Bijlage, voetnoot 8 Overzicht Economische Activiteiten in de Concentratiegebieden en het bedrijventerrein Schiebroek in 2003 Kleiwegkwartier · · · ·
Ondersteuning van het winkelgebied d.m.v. winkelcentrummanagement; professionele ondersteuning ondernemersvereniging (nieuwsbrief, ledenaantal) promotieplan inventarisatie eigenaren implementeren Economische Visie Kleiweg bijdrage leveren aan brancheringsvisie De Kleiweg en omgeving is aangewezen tot SVSB-gebied (Subsidieverordening Stadsvernieuwing, subsidie voor verbetering van winkels en bedrijfsruimte); Luifel/Lichtplan; Beschikbaar stellen van promotiebudget aan ondernemersvereniging.
Schiebroek · · · · · ·
Plan van Aanpak Peppelweg; Locatie onderzoek & Concentratietraject & Vervolgtraject Winkelgebied Peppelweg; Budget vanuit de Wijkaanpak beschikbaar voor gedeeltelijke herinrichting/bestrating van de Peppelweg; Beschikbaar stellen van promotiebudget aan winkeliersvereniging. Startnotitie Bedrijventerrein Schiebroek; Ondersteuning Vereniging Bedrijven Schiebroek (nieuwsbrief, ledenaantal, themabijeenkomsten).
Hillegersberg-centrum · · · ·
Tekenen intentieovereenkomst m.b.t. Bouwplan hoek Grindweg/Argonautenweg; Verkeersdiscussie met wethouder hervat; Opdracht gegeven tot Verkeerscirculatieplan en een Inrichtingsplan Bergse Dorpsstraat; Beschikbaar stellen van promotiebudget aan ondernemersvereniging.
36