Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Economische visie Nieuw-West Een agenda voor ondernemen in Nieuw-West
DEFINITIEF
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Inhoud 1 Inleiding -41.1 Een economische visie voor Nieuw- West 1.2 Totstandkoming en afbakening 1.3 Resultaat en doorwerking 1.4 Samenwerking als leidraad en rol stadsdeel 1.6 Opbouw van de visie: pijlers 1.7 Leeswijzer 2
Samenvatting
-8-
3 Uitgangssituatie - 12 – 3.1.1 Inleiding 3.1.2 De Amsterdamse context: sterke economische regio 3.1.3 Nieuw-West in de Amsterdamse context 3.1.4 Economisch-maatschappelijk profiel Nieuw-West 3.1.5 Daarom: realisme en ambitie 4 Ondernemerschap 4.1 Ondernemerschap als pijler 4.2 Situatieschets 4.2.1 Ondernemerschap in Nieuw-West 4.2.2 Ondernemingsklimaat 4.3 Opgave 4.3.1 Dienstverlening 4.3.2 Stimulering 4.3.3 Samenwerking 4.3.4 Starters en pre-starters 4.3.5 Imago en communicatie
-2-
- 15 -
4.3.6
Actielijnen samengevat
5 Arbeidsmarkt en scholing 5.1 Arbeidsmarkt als pijler 5.2 Situatieschets arbeidsmarkt 5.3 Trends en ontwikkelingen 5.4 Opgave 5.4.1 Gekwalificeerd personeel 5.4.2 Matchen werkgevers en werkzoekenden 5.4.3 Stageplaatsen 5.4.4 Actielijnen samengevat 6 Focussectoren 6.1 Focussectoren als pijler 6.2 Situatieschets economische structuur 6.3 Opgave 6.3.1 Detailhandel 6.3.2 Horeca 6.3.3 Vrije tijd en sport 6.3.4 Medisch en zorg 6.3.5 Onderwijs 6.3.6 Creatieve sector 6.3.7 Zakelijke dienstverlening 6.3.8 Actielijnen samengevat 7 Bedrijfsmilieus 7.1 Bedrijfsmilieus als pijler 7.2 Situatieschets 7.3 Trends en ontwikkelingen 7.4 Opgave
4 ---28 -
4 5 6 7
-
- 37 -
- 15 - 15 - 15 - 17 - 19 - 52 - -
19 21 22 24 25
-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5 7.4.6 7.4.7
Veilige omgeving Bereikbaarheid en parkeren Leegstand Kleinschalige bedrijfsruimtes Bedrijventerreinen Groen, blauw en duurzaam Actielijnen samengevat
-
8 Uitvoering - 6668.1 Werking en uitvoering van deze visie 8.2 Inzet stadsdeel 8.3 Rol bedrijfsleven en partners: Ondernemersplatform 8.4 Innovatief instrumentarium: Ondernemersfonds Bijlage 1 Nieuw-West en haar partners: resultaat bijeenkomsten ronde 1
-3-
- 69 -
56 57 58 60 62 63 65
-
66 66 68 68
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
1 Inleiding 1.1 Een economische visie voor Nieuw- West Voor u ligt de economische visie van stadsdeel Nieuw-West van de gemeente Amsterdam. Deze visie doet uitspraken over de belangrijkste zaken die nodig en wenselijk zijn voor de economische ontwikkeling van dit stadsdeel tot aan 2020. En geeft aan wat (en wanneer) het stadsdeelbestuur hiervoor wil en kan doen. De noodzaak voor deze economische visie is ontstaan na de fusie van de stadsdelen Osdorp, Slotervaart en Geuzenveld-Slotermeer in mei 2010. Het beleid van de drie voormalige stadsdelen vroeg na de fusie om integratie en vernieuwing.
1.2 Totstandkoming en afbakening Bij het maken van de visie is de keuze gemaakt om ondernemers en hun belangenbehartigers nauw erbij te betrekken. Dit omdat economische dynamiek vooral wordt gemaakt door ondernemers. Aansluiten bij wat ondernemers belangrijk vinden is in feite noodzaak. Deze houding is consequent nageleefd bij het schrijven van deze visie: de inhoud is voor een belangrijk deel overgenomen van wat ondernemers hebben aangeven dat zij belangrijk vinden. Daarmee is de afbakening van de visie in een resultante van de procesaanpak. De inhoud van de visie is zo veel mogelijk gekoppeld aan de beleving van de ondernemers. De accenten die er nu zijn, zijn door hen gelegd. Dit heeft weliswaar geleid tot de vrij brede agenda die er nu is, maar tegelijkertijd is de agenda hiermee wel afgebakend. De inhoud van de agenda is een keuze en pretendeert niet allesomvattend te zijn.
-4-
Dit zou uiteraard niet het geval kunnen zijn geweest als het stadsdeel zich niet had herkend in de aangevoerde onderwerpen. Alles wat is opgenomen in de visie is grondig besproken, onderzocht en onderbouwd. Daarvoor zijn aanvullende analyses gemaakt van de economische structuur, arbeidsmarkt en trends en ontwikkelingen in economie en maatschappij. Ook is de inhoud afgestemd op het beleid van de centrale stad (zie § 1.5). In Nieuw-West wordt momenteel ook gewerkt aan een Structuur- c.q. Toekomstvisie voor de langere termijn. Doordat het proces voor deze visie later is gestart, is het tot op heden niet mogelijk geweest om de inhoud (en proces) van de economische visie op de (integrale) Structuurvisie af te stemmen. Daarbij moet worden gezegd dat de focus van de Structuurvisie een andere is dan de economische visie en zich richt op de langere termijn, namelijk tot aan 2040. De economische visie richt zich op de kortere termijn (zie ook § 1.5). Ondanks de verschillende tijdsspanne, kunnen ontwikkelingen op korte en lange termijn wel in elkaars verlengde liggen. Het is dan zaak om deze op elkaar af te stemmen. Kortom: wanneer de nog op te stellen Structuurvisie qua opzet en inhoud er om vraagt, zal de economische visie afgestemd dan wel bijgesteld worden met relevante items uit de Structuurvisie.
1.3 Resultaat en doorwerking Het intensieve overleg met ondernemers en hun belangenbehartigers heeft een duidelijk stempel op de visie gedrukt. De inhoud is praktisch en actiegericht, gericht op het aanpakken van wat zich nu voordoet. Daarmee is ook expliciet gekozen voor het zoveel mogelijk weglaten van uitgewerkte ruimtelijkeconomische beleidskaders. Dit omdat zoals gezegd het uitgangspunt is dat economie wordt gemaakt door ondernemers. Het stadsdeel wil initiatieven zoveel mogelijk faciliteren. Gedetailleerde kaders kunnen misschien wel zekerheid en aanknopingspunten bieden, maar zitten initiatieven misschien nog
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
vaker in de weg. Daar komt bij dat het huidige economische klimaat onzeker is en dat voorlopig blijft. Ook is de markt op diverse terreinen (detailhandel, horeca, zorg, internetontwikkelingen, ZZP’ers) sterk in beweging. Dit alles maakt dat de overheid zeer voorzichtig moet zijn om in ruimtelijke plannen vooruit te lopen op economische ontwikkelingen. En zichzelf vooral moet toerusten met wat er nodig is om economische dynamiek te faciliteren. Wel maken we drie nuances bij dit uitgangspunt. In de eerste plaats staat de visie niet op zichzelf. De visie zal zijn doorwerking grotendeels vinden via het ruimtelijke ordeningsinstrumentarium. En biedt daarmee brede borging binnen de organisatie. De visie biedt aanknopingspunten en zelfs uitgangspunten voor procedures voor omgevingsvergunningen, gebiedsvisies, uitwerkingsplannen en niet in de laatste plaats in bestemmingsplannen. In deze doorwerkingrelatie is ook sprake van wederkerigheid. De visie stelt in zijn doorwerking naast aanknopingspunten juist ook een palet aan eisen: succesvolle ontwikkeling van diverse speerpunten vraagt om invulling van een aantal randvoorwaarden. Dit komt met name tot uiting bij de verdere uitwerking van de genoemde focussectoren en hun impact op gelieerde activiteiten. Denk aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de medische sector. In de inbedding met het ROinstrumentarium zullen allerlei te verwachten additionele ontwikkelingen hun weg moeten vinden. Bijvoorbeeld de koppeling met scholing (wat voor soort onderwijs is nodig om goede werknemers te leveren voor deze sector?), ruimte voor het midden- en kleinbedrijf die in het kielzog van grote bedrijven kunnen profiteren en voorzieningen voor werknemers zoals horeca of kinderopvang. Dergelijke ketenontwikkeling is belangrijk aandachtspunt bij de uitwerking van deze visie. In dit stadium zijn niet alle schakels in de keten benoemd, onderzocht en aan elkaar gelinkt. Een dergelijke deterministische uitwerking past ook niet in de opzet van deze visie. De bewaking echter van de binding tussen de schakels zal continu onderwerp van aandacht zijn. Dit onder meer in het overleg met -5-
het Ondernemersplatform, het relatiebeheer en het accountmanagement van het stadsdeel. Deze visie is het begin van een werkproces en niet het sluitstuk ervan. De tweede nuance is dat op onderdelen van de visie wel degelijk een ruimtelijke uitwerking zal komen. Dit om de ontwikkeling van belangrijke sectoren te faciliteren die kwetsbaar zijn en directe invloed hebben op het woon- en leefklimaat (detailhandel) dan wel voor hun omgeving overlast kunnen betekenen (horeca). Bij deze ruimtelijke uitwerkingen zal het bedrijfsleven wederom worden betrokken. De derde nuance tenslotte heeft betrekking op de rolverdeling tussen overheid en markt. De voorgestane terughoudende rol van het stadsdeel is bedoeld om initiatieven mogelijk te maken en ruimte te bieden. Dit betekent niet dat het stadsdeel de markt carte blanche geeft en alle initiatieven zonder meer faciliteert. In alle gevallen zal worden gekeken of een plan passend is in zijn context en of het aansluit bij wat het stadsdeel wil. De visie beschrijft daarvoor diverse ambities. De eindverantwoordelijkheid blijft hoe dan ook in handen van het stadsdeel d.m.v. het RO-instrumentarium. Al met al stelt het stadsdeel zich met deze visie terughoudend op in het maken van gedetailleerde plannen. Wel worden ambities op hoofdlijnen geschetst. Het accent ligt echter vooral op het actiegericht maken van die ambities.
1.4 Samenwerking als leidraad en rol stadsdeel Samenwerking en afstemming met ondernemers, zoals voor het opstellen van deze visie, is bij voorkeur niet eenmalig. Met het Ondernemersplatform Nieuw-West is medio 2011 een breed platform opgericht met ondernemers, ondernemersverenigingen, onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen. Alle partijen hebben gemeen dat ze op de één of andere manier belang hebben bij de economische ontwikkeling van
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Nieuw-West. Het Ondernemersplatform zal zoveel mogelijk bij de uitvoering van de visie worden betrokken. Dit kan zijn in een adviserende rol maar ook in een uitvoerende rol. Met name op die gebieden waarin partijen in het Ondernemersplatform een direct gezamenlijk belang hebben zoals onderwijs en arbeidsmarkt. Naast het Ondernemersplatform zullen ondernemers en ondernemersverenigingen worden uitgenodigd voor de uitwerking van onderdelen (actielijnen) van de visie. Bijvoorbeeld als het om de uitwerking van de detailhandelsvisie en de horecavisie, maar ook om verschillende andere actielijnen. Het stadsdeel heeft meerdere rollen als het om de uitvoering van de visie gaat. Dit varieert zelfs per pijler. De wisselende rol van het stadsdeel kan zijn die van aanjager van anderen, maar ook van gesprekspartner, schepper van randvoorwaarden of initiator. Zo gaat het bij het randvoorwaardelijke om het toezien op het naleven van de regels, zorgen voor duidelijke kaders en waar mogelijk ondernemerschap faciliteren1. Op het terrein van arbeidsmarkt en onderwijs bijvoorbeeld is de rol van het stadsdeel weer anders. Er ligt daar weliswaar een grote opgave, maar andere partijen zoals scholingsinstituten, werkgevers en uitkeringsinstanties zijn op dit terrein veel meer direct belanghebbend dan het stadsdeel. Het stadsdeel is dan ook meer betrokken vanwege het feit dat ze partijen met elkaar kan verbinden. Het stadsdeel wil hier dus niet de rol van anderen overnemen, maar aanvullend zijn ten opzichte van deze.
1.5 Tijdshorizon en concrete uitvoering De tijdshorizon van de visie is circa 2020. Deze relatief korte termijn is deels het gevolg van intensieve samenspraak met ondernemers: ondernemers redeneren grotendeels vanuit het 1 Het begrip ‘faciliteren’, maar ook stimuleren, komt in deze visie vaak aan de orde en is voor een flink deel kenmerkend voor die het stadsdeel in de economische dynamiek heeft. In hoofdstuk 8 Uitvoering, worden de rol van het stadsdeel en de mogelijkheden daarin verder toegelicht.
-6-
nu en hebben weinig behoefte aan lange termijnvergezichten (met name het MKB). In de tweede plaats is een termijn van ca. 8 jaar meer dan lang genoeg gezien de dynamiek van economie. De kans namelijk dat ontwikkelingen in de markt reden geven om een visie te herzien, is groot. Wanneer hier aanleiding voor is, zal het stadsdeel ook niet schromen om het beleid bij te stellen: economisch beleid is niet een eenmalig product maar een continu werkproces voor verschillende partijen (zie ook § 1.3). Dit continue werkproces vertaalt zich onder andere in de uitwerking van de actielijnen in een Uitvoeringsagenda. Dit document heeft een praktische insteek en operationaliseert de actielijnen genoemd in deze visie naar concrete acties en afspraken op de korte termijn, met de uitvoerder(s), stakeholders, kosten etc. Deze zal jaarlijks geactualiseerd en gemonitord worden via het monitoringssysteem van het Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 (AOP). Het AOP beschrijft alles wat nodig is voor een goed ondernemersklimaat in Amsterdam en is ontwikkeld door de dienst Economische Zaken van de gemeente Amsterdam. Het AOP is ontwikkeld in nauwe samenspraak met meer dan 50 uitvoeringspartijen en stakeholders, waaronder de stadsdelen. Stadsdeel NieuwWest heeft hiervoor ook een eigen agenda heeft gemaakt. Deze is op 6 december 2011 door het DB vastgesteld. Het proces van het AOP liep daarmee voor op het proces van deze visie. Enkele programmaonderdelen van het AOP zijn reeds geïntegreerd met deze economische visie. Bij vaststelling van deze visie zal verdere inbedding in de stedelijke agenda een feit zijn, doordat dan sprake is van één gecombineerde economische agenda.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
1.6 Opbouw van de visie: pijlers
1.7 Leeswijzer
De visie is opgebouwd uit de pijlers ondernemerschap, arbeidsmarkt en onderwijs, focussectoren en bedrijfsomgevingen. Ze omvatten alle onderwerpen die in de overlegrondes zijn genoemd. De keuze voor deze indeling is in de eerste plaats gebaseerd op onderlinge samenhang van de onderwerpen. In de tweede plaats op het belang voor Nieuw-West. Bijvoorbeeld: de pijler Ondernemerschap omvat stimulering van ondernemerschap, flexibele regelgeving, duurzaam ondernemen, etc: allemaal speerpunten die gemeen hebben dat het over ondernemerschap gaat. Tegelijkertijd is ondernemerschap belangrijk voor Nieuw-West vanwege het grote aantal starters en de inzet op focussectoren De pijler Focussectoren is een keuze voor de strategie om in te zetten voor Nieuw-West belangrijke econo-
Het volgende hoofdstuk twee is de samenvatting. In hoofdstuk drie wordt een perspectief geschetst op de opgave voor Nieuw-West. Dit perspectief vormt de achtergrond bij de uitwerking van de vier pijlers, in hoofdstuk vier tot en met zeven. Tenslotte wordt In het laatste hoofdstuk acht de opgave geschetst voor het uitvoeringsvraagstuk.
Pijlers en samenhang Ondernemerschap
Bedrijfsmilieus
Focussectoren
Arbeidsmarkt en onderwijs
mische sectoren. Duidelijk zal zijn dat er, behalve de samenhang binnen de pijlers, er tussen de pijlers ook samenhang is: ondernemerschap, focussectoren, bedrijfsmilieus en arbeidsmarkt zijn communicerende vaten.
-7-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
2 Samenvatting I. Aanpak Deze visie is opgesteld in nauwe samenspraak met ondernemers en volgt in sterke mate wat in de overlegrondes geagendeerd is. Dit vanuit de zienswijze dat economische dynamiek primair wordt gemaakt door ondernemers. In het realiseren van economische dynamiek is het dus zaak aansluiting te vinden bij wat ondernemers belangrijk vinden. Tegelijkertijd is de inhoud van deze visie gebaseerd op onderzoek en analyse, centraalstedelijke kaders en bestaande prioriteiten en plannen van het stadsdeel. II. Resultaat: een marktgeoriënteerde visie Het resultaat van deze aanpak is dat de visie sterk een ondernemersperspectief hanteert, misschien meer nog dan een overheidsperspectief. Dit laat zich bijvoorbeeld zien in het feit dat er geen ruimtelijke uitwerkingen zijn geschetst: het uitgangspunt is dat niet de overheid de economie maakt, maar ondernemers. Anticiperen op waar men weinig zicht op heeft (bovendien in een langdurige periode van stagnatie en onzekerheid) heeft weinig zin. Het uitgangspunt is daarom dat de markt initieert, en het stadsdeel faciliteert. Daarmee is niet gezegd dat deze visie geen aanknopingspunten of toetsingkaders biedt: diverse speerpunten en actielijnen hebben concrete relevantie voor een ruimtelijke vertaalslag. En dus ook voor marktinitiatieven. Het verschil echter is vooral dat het stadsdeel terughoudend is in het gedetailleerd maken van plannen. En zodoende ruimte wil laten aan marktinitiatieven. Overigens gaat het stadsdeel niet achterover leunen. Het wil pro-actiever bedrijven naar Nieuw-West trekken door nauwer overleg met de stadsloodsen. En ook door zelf initiatieven hiervoor te ontplooien. Daarnaast wil het stadsdeel meer doen aan relatiebeheer en begeleiding van bedrijven bij complexe aanvragen. Kortom, terughoudender in het voorschrijven van eind-8-
beelden en meer op de voorgrond qua uitvoering van projecten en faciliteren van marktinitiatieven. III. Perspectief op Nieuw-West Vertrekpunt voor deze visie is dat Nieuw-West binnen de economisch sterke metropoolregio van Amsterdam een wijkeconomie is met achterstanden maar met ook een aantal sterke kwaliteiten. De opgave is de kwetsbaarheid en achterstanden te erkennen en aan te pakken. Maar tegelijkertijd ook om de potentie van het stadsdeel beter te benutten. Kortom, realisme en ambitie. De kwetsbaarheid vloeit voort uit de achterstanden ten aanzien van de economische sectoren, de arbeidsparticipatie, de kwalificaties en gezondheid van de beroepsbevolking, het in sommige gevallen fragiele ondernemerschap en tenslotte aspecten als veiligheid en imago. Deze achterstanden noodzaken tot realisme: Nieuw-West zal deze opgave hoe dan ook moeten aanpakken. Dat neemt niet weg dat tegelijkertijd ambitie kan worden getoond in het beter of nog meer benutten van de potentie van Nieuw-West. Nu al blijkt dat het stadsdeel veel starters heeft. Dat kan uitgebouwd worden door meer in te zetten op het realiseren van specifieke startersmilieus. Daarnaast zijn er sterke sectoren als het modecluster en de medische sector en is de creatieve sector groeiende. Het vele groen en blauw is qua aard en omvang een bijzondere kwaliteit in (en voor) Amsterdam. En biedt kansen voor de ontwikkeling van de vrije tijdssector en wellicht deels voor inpassing van hoogwaardige bedrijvigheid. Nieuw-West is niet alleen een bijwagen aan de sterke Amsterdamse motor, maar heeft de Amsterdamse motor ook het nodige te bieden. IV. Vier pijlers De visie is uitgewerkt langs vier pijlers. De pijlers zijn samengesteld op basis van de onderwerpen die in het ontwikkelingsproces van de visie aan de orde zijn gekomen. De indeling in deze pijlers geeft uitdrukking aan de samenhang van de onderwerpen en de relevantie ervan voor Nieuw-West.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
V. Ondernemerschap De eerste pijler is ondernemerschap. De keuze voor deze pijler is gemaakt vanwege de vele aanknopingspunten die ondernemerschap biedt. In het stadsdeel zijn veel starters en ZZP’ers gevestigd. Hun aandeel in de economie wordt steeds groter. Ook is de dienstverlening van het stadsdeel van invloed op ondernemerschap. Tenslotte is het ondernemerschap dat de economie maakt. Ondernemerschap als focus is ook van belang vanwege de samenhang met de andere pijlers. Speerpunten in deze pijler zijn dienstverlening, stimulering, samenwerking, starters en pre-starters en imago en communicatie. Het speerpunt dienstverlening heeft als belangrijkste aandachtpunten accountmanagement – begeleiden van ondernemers wanneer te maken hebben met stadsdeelregelgeving – en flexibiliteit in bestemmingsplannen. Het speerpunt stimulering beoogt om actief bedrijven naar Nieuw-West te loodsen en het onderhouden van goede contacten met de grotere bedrijven en/ of bedrijven die met regelmaat investeren in Nieuw-West (relatiebeheer). Samenwerking is het derde speerpunt en beoogt synergie tussen partijen. Het krijgt vorm in het Ondernemersplatform, lokale netwerken, het streven naar een ondernemersfonds en tenslotte het sturen op bedrijfsmilieus waarin startende ondernemers elkaar kunnen vinden. Starters en prestarters zijn een speerpunt, omdat ze sterk aanwezig zijn in het stadsdeel. Bovendien biedt ondernemerschap voor verschillende doelgroepen eerder dan de arbeidsmarkt kansen. Het Ondernemershuis voorziet in de dienstverlening naar deze doelgroepen. Imago en communicatie zijn het laatste speerpunt onder deze pijler. De berichtgeving over het stadsdeel lijkt eenzijdig en vaak negatief te zijn. Hoewel imago maar ten dele kan worden beïnvloed, is één actielijn om vanuit het stadsdeel consequent en consistent te communiceren over het economische klimaat. Met daarin aandacht voor het brede palet van het ondernemerschap en het vestigingsklimaat.
-9-
VI. Arbeidsmarkt en scholing De tweede pijler omvat de verschillende speerpunten binnen het terrein van arbeidsmarkt en scholing. Het belang van deze pijler is tweeledig. De relatief hogere werkloosheid heeft maatschappelijke effecten op het gebied van welvaart, welzijn maar ook veiligheid. Daarnaast is er een economische belang: werkgevers hebben op korte en langere termijn sterke behoefte aan gekwalificeerd personeel. Voor delen van de werkloze beroepsbevolking is het ontwikkelen van kwalificaties noodzakelijk om deel te kunnen nemen aan het arbeidsproces. Op het terrein van arbeidsmarkt en scholing ligt een grote maar tegelijkertijd ook grijpbare opgave. Een eerste speerpunt is het zorgen voor gekwalificeerd personeel. Hier ligt een opgave in de samenwerking tussen werkgevers en onderwijsinstellingen. Onder andere moet er aandacht zijn voor de sectoren techniek en zorg. Het Ondernemersplatform kan een belangrijke rol spelen in deze samenwerking. Een tweede speerpunt is het matchen van werkzoekenden en werkgevers. Geconstateerd wordt dat deze matching ‘hapert’. Het stadsdeel kan hier deels een rol in vervullen en doet dat ook al. Het derde speerpunt onder deze pijler is het ontsluiten van stageplaatsen, een cruciaal element voor de doorstroming van leerlingen naar de arbeidsmarkt. VII. Focussectoren De derde pijler focust op de voor Nieuw-West belangrijke sectoren. Het belang van deze sterkere en kwetsbare sectoren is gelegen in de leefbaarheid en beleving in de wijk (detailhandel, horeca en vrije tijd), werkgelegenheid (medische sector) en/ of de uitstralingseffecten voor Nieuw-West (onderwijs, zakelijke dienstverlening en creatieve sector). Elke sector vormt een speerpunt. Om de ontwikkeling van deze sectoren te stimuleren zijn, zijn de acties er op gericht om ontwikkelingen in deze sectoren ruimtelijk in te passen en te begeleiden door middel van relatiebeheer. Ook zal het stadsdeel in het loodsen
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
van bedrijven van Nieuw-West focus houden op deze sectoren. VIII. Bedrijfsmilieus De vierde pijler tenslotte is de aandacht voor bedrijfsmilieus. Daarmee bedoelen we zowel bedrijfsruimtes als de omgeving daarvan. De speerpunten veiligheid, bereikbaarheid en leegstand zijn van sterke invloed op de omgeving van gevestigde bedrijven. Veiligheid krijgt vooral uitvoering door de activiteiten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland (RPCAA). Maar ook de mate waarin het stadsdeel deze onder de aandacht brengt van ondernemers. Bereikbaarheid en infrastructuur zijn vooral het terrein van de centrale stad en het Rijk. Wel kan het stadsdeel lobbyen, voor het aangeven van kansen en knelpunten. Leegstand wordt vooral door de centrale stad opgepakt. Maar ook hier kan het stadsdeel acties op ondernemen. Een belangrijk speerpunt onder deze pijler is ook passende huisvesting voor starters. Multifunctionele concepten - combinaties van functies van werken, recreëren en wonen – blijken aantrekkelijk en kansrijk te zijn. Als het gaat om het speerpunt bedrijventerreinen, dan is behoud van de economische functie speerpunt. Duurzaamheid tenslotte is speerpunt vanwege de positie die het stadsdeel nu al daarin inneemt. Ook zijn actielijnen om het bewustzijn ten aanzien van duurzaam ondernemen te versterken.
- 10 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Missie
REALISME EN AMBITIE
I WIE: Ondernemerschap
Pijlers
Speerpunten
- 11 -
1 2 3 4 5
Dienstverlening Stimulering Samenwerking Starters en pre-starters Imago en communicatie
II WIE: Arbeidsmarkt en scholing
6 7 8
Gekwalificeerd personeel Matchen werkgevers en werkzoekenden Stageplaatsen
III WAT: Focussectoren
9 10 11 12 13 14 15
Detailhandel Horeca Vrije tijd en sport Medisch en zorg Onderwijs Creatieve sector Zakelijke dienstverlening
IV WAAR: Bedrijfsmilieus
16 17 18 19 20 21
Veilige omgeving Bereikbaarheid en parkeren Leegstand kantoren Kleinschalige bedrijfsruimtes Bedrijventerreinen Groen, blauw en duurzaam
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
3 Uitgangssituatie
3.1.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een perspectief geschetst op NieuwWest in de Amsterdamse context. Dit perspectief dient als vertrekpunt voor de hierna volgende hoofdstukken en vormt de achtergrond voor de keuze van de speerpunten van deze visie.
3.1.2
De Amsterdamse context: sterke economische regio
Nieuw-West is gesitueerd in de metropoolregio van Amsterdam. De economie van de metropoolregio heeft in Europees opzicht een sterke concurrentiepositie. In benchmarks van de concurrentiekracht van Europese stedelijke regio’s neemt deze regio een subtoppositie in, na de grote metropolen Londen en 1 Parijs en vergelijkbaar met enkele andere ‘kleinere’ regio’s . Dit heeft de regio te danken aan haar ligging in West-Europa, de logistieke knooppuntfunctie (hubfunctie Schiphol, haven, de diversiteit van economische functies, de goede internationale dienstverlening, de aanwezigheid van groeisectoren, de rijke cultuurhistorie, de groenblauwe omgeving en de open cultuur. Internationale studies geven aan dat van de 15á 20 grootstedelijke regio’s in Europa die nu wereldwijd concurreren om internationale bedrijven, kenniswerkers en toeristen, er op termijn slechts 5 á 6 overblijven die een mondiale speler worden. De rest van de grootstedelijke Europese regio´s zal vooral een 1 Economische Agenda Metropoolregio Amsterdam 2010-2014, Platform Regionaal Economische Structuur (PRES) Metropool Regio Amsterdam 2009
- 12 -
regionale functie gaan vervullen. De Metropoolregio Amsterdam heeft de ambitie om tot de selecte groep van de zogeheten Europese Global Business Gateways te behoren. De Economic Development Board for the Amsterdam Metropolitan Region (Board) is het samenwerkingsorgaan waarin overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven samenwerken om deze ambitie te realiseren. De Board kiest voor de ontwikkelingsstrategie om in te zetten op groei en ontwikkelingen van zeven kansrijke economische clusters, die sterke concurrentie – en innovatiepotentieel hebben. Deze zijn ICT en e-Science, Food & Flowers, Creatieve industrie, Financiële en zakelijke dienstverlening, Rode Life Sciences, Handel en logistiek en Toerisme en Congressen. Per cluster zijn specifieke actieprogramma’s ontwikkeld en wordt internationaal geacquireerd. Deze zeven sectoren maken nu al voor 50% deel uit van de metropool-economie. De metropoolregio ziet daarnaast dat voor de ambitie om een Europese topregio te worden, hoogwaardige ruimtelijke randvoorwaarden cruciaal zijn. Aandachtspunten zijn een goede (multimodale), bereikbaarheid, een kwantitatief en kwalitatief adequaat aanbod van werklocaties, gevarieerde woonmilieus, aantrekkelijke groen-blauw-ontwikkeling en verbetering van milieukwaliteit en versterking van duurzaamheid. Daarnaast wordt nadrukkelijk de arbeidsmarkt genoemd als één van de belangrijkste uitdadingen voor de metropoolregio. De snelle vergrijzing draagt in versneld tempo bij aan verkrapping van het arbeidsaanbod. Kortom, het gebied waar Nieuw-West deel van uitmaakt is een sterke economische regio, met hoge ambities en een uitgewerkte structuur en strategie om deze ambities te verwezenlijken. Deze context vormt één van de belangrijkste uitgangspunten in deze visie.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Nieuw-West gesitueerd in de Metropoolregio Amsterdam
De strategische ligging van het stadsdeel binnen de Metropoolregio Amsterdam is niet uniek. Ook andere gebieden binnen de agglomeratie en stad Amsterdam hebben een strategisch ligging en zijn in enkele gevallen beter ten opzichte van de binnenstad gesitueerd. Kortom, binnen een kansrijke, concurrerende regio, concurreert Nieuw-West met andere deelgebieden. 3.1.4
Economisch-maatschappelijk profiel Nieuw-West
I. (Beroeps)bevolking De bevolking van Nieuw-West is erg heterogeen, er zijn veel bevolkingsgroepen, maar ook huishoudentypen vertegenwoordigd. Er zijn relatief veel gezinnen met kinderen, veel nietwesterse allochtonen en veel 65-plussers. Het beeld van de beroepsbevolking is negatiever dan dat van Amsterdam. De werkloosheid in Nieuw-West is hoger dan het Amsterdamse gemiddelde (zie tabel). Ook is het inkomensniveau lager. 3.1.3 Nieuw-West in de Amsterdamse context Nieuw-West is met 135.000 inwoners qua bevolkingsaantal het grootste stadsdeel van Amsterdam. Het stadsdeel is een samenvoeging van de voormalige stadsdelen GeuzenveldSlotermeer, Slotervaart en Osdorp in mei 2010. De ligging van Nieuw-West is strategisch: tussen de havens en Schiphol, aangrenzend aan de verkeersaders A9, A10-west en A4, ontsloten door treinstation Lelylaan en de metrolijn 50 van Amsterdam. Langs de verkeeraders zijn of worden diverse bedrijven- en kantorenlocaties ontwikkeld. Het bedrijventerrein Riekerbusiness-park, ook wel gezien als de verlengde Zuidas, is een goed voorbeeld van de ruimtelijke situering van Nieuw-West in het Amsterdamse dynamische krachtenveld. Daartegenover staan ook diverse gebieden in Nieuw-West die minder te maken met dit grotere krachtenveld, en vooral deinen op de dynamiek binnen Nieuw-West zelf. - 13 -
Amsterdam 2010 35%
Niet-westerse allochtonen
7,5%
Werkloosheid
58%
Niet-werkende werkzoekenden met basisschool/ VMBO-dipolma
Nieuw-West 2010 49%
Niet-westerse allochtonen
8,7%
Werkloosheid
71%
Niet-werkende werkzoekenden met basisschool/ VMBO-diploma
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Vergeleken met Amsterdam gemiddeld is het aantal uitkeringen hoger, het opleidingsniveau van de werkzoekenden lager en is sprake van een hoger aantal minimajongeren. Kortom, niet alleen de deelname aan het arbeidsproces loopt achter, maar ook de kwalificaties die de kansen op deelname versterken. II. Bedrijvigheid Het profiel van de bedrijvigheid toont een optimistischer beeld. Er is een groot aantal bedrijven, er zijn veel arbeidsplaatsen en de structuur van bedrijvigheid kent laat ongeveer dezelfde mix tussen hoogwaardige bedrijvigheid en laaggeschoolde arbeid zien als gemiddeld in Amsterdam. Wat opvalt is de geringere aanwezigheid, kwalitatief én kwantitatief, van voorzieningen op het gebied van horeca, cultuur en recreatie. En de detailhandelstructuur blijkt kwetsbaar. Deze laatstgenoemde sectoren zijn belangrijk voor het verblijfsklimaat en aantrekkingskracht voor bestaande en nieuwe bewoners en bedrijven. Tegenover de kwetsbare sectoren staan de vitale sectoren. Het modecluster in het World Fashion Centre is een uithangbord voor het stadsdeel aan de A10, met bovendien (inter)nationale uitstraling. De medische en zorgsector is een banenmotor binnen Nieuw en heeft enorme groeipotentie en potentie voor spin off (zie ook hoofdstuk 6). Naast deze sterke sectoren zijn er de kwaliteiten van Nieuw-West die mogelijkheden kunnen bieden aan de ontwikkeling van vrijetijdsectoren en sport, zoals het vele groen en water in het stadsdeel. De potentie van Nieuw-West blijkt tenslotte ook uit het relatief grote aantal starters in het stadsdeel. 3.1.5 Daarom: realisme en ambitie Bovenstaande hoofdlijnen – die verderop nader worden uitgewerkt - schetsen voor Nieuw-West een ambivalente economische werkelijkheid. Naast de opgave op het gebied van arbeidsmarkt, scholing, werkgelegenheid, instandhouding en aantrekken van voorzieningen, zijn er de kansen die sterke trekkers, locaties en de stedelijke vernieuwing bieden. Nieuw- 14 -
West is niet zonder meer een bijwagen aan de sterke Amsterdamse motor, maar heeft de Amsterdamse motor ook het nodige te bieden. Dit is dan ook het vertrekpunt voor de visie: realisme ten aanzien van wat in ieder geval noodzakelijk is, maar ook en niet minder de ambitie om de kwaliteiten te (h)erkennen en deze waar mogelijk te versterken.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
4 Ondernemerschap
4.2 Situatieschets 4.2.1
4.1 Ondernemerschap als pijler Ondernemerschap is één van de vier pijlers in deze visie. De keuze voor ondernemerschap als pijler is gemaakt omdat deze veel aanknopingspunten biedt. In de eerste plaats vanwege het feit dat het aandeel van zelfstandige ondernemers – ZZP’ers in de economie steeds groter wordt. Deze groep ondernemers is tevens ook kwetsbaar. Nieuw-West huisvest verhoudingsgewijs veel starters. Daarnaast is de dienstverlening van het stadsdeel van invloed op ondernemerschap. Tenslotte is het ondernemerschap dat de economie maakt. Wanneer het stadsdeel ambities heeft ten aanzien van de richting waarin de economie zich ontwikkelt, dan zal het aansluiting moeten zoeken bij het soort ondernemerschap dat in die richting actief is. Ondernemerschap als focus is ook van belang vanwege de samenhang met de andere pijlers. Het inzetten van behoud en versterking van voor Nieuw-West belangrijke of kansrijke sectoren (zie hoofdstuk 6, Focussectoren) vraagt om afstemming op het ondernemerschap binnen die sectoren. Kortom, ondernemerschap als focus biedt aanknopingspunten ten aanzien van wat het huidige economische klimaat laat zien, de ambities van het stadsdeel en de mogelijkheden tot beïnvloeding. Daarnaast relevant is dat het economische beleid van de centrale stad ook ondernemerschap centraal stelt. Behalve dat dit het belang van deze focus onderschrijft, is het ook zaak om het stadsdeelbeleid aan te laten sluiten bij het beleid van de centrale stad.
Ondernemerschap in Nieuw-West
I. Diversiteit Het ambivalente beeld van de economie van Nieuw-West laat zich bij uitstek zien in de uitersten in ondernemerschap. Tegenover de nationaal en internationaal multinationals van het Rieker Businesspark, staat een grote groep startende en kleine ondernemers zich die vooral richten op de stad of op de wijk.
Bedrijfsvestigingen naar grootteklasse aantal werkzame personen in Nieuw-West in 2010 (bron: O+S)
- 15 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Meer nog dan Amsterdam, zijn er relatief veel kleine bedrijven in Nieuw-West: meer dan 65 procent van alle bedrijven is een éénpitter, de zogeheten Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP’ers). Een andere vorm van diversiteit zijn de grote verschillen in kwaliteit en professionaliteit van het (prille) ondernemerschap. Deze verschillen blijken zowel in de voorbereiding – en oriëntatiefase als in de fasen van groei en doorgroei.
II. Starters Nieuw-West is een kweekvijver voor startende ondernemers. Het relatieve aantal starters (de verhouding tussen het aantal startende bedrijven ten opzichte van de bestaande bedrijven) lag in het afgelopen decennium in Nieuw-West op een hoger niveau dan Amsterdam gemiddeld. De meeste starters (86%) zijn éénpitters. Aantal startende ondernemers als % van het totaal aantal vestigingen per stadsdeel in 2009 (bron: O+S)
ZZP’ers naar locatie bedrijfsvestiging in Nieuw-West, 2010 (bron: O+S)
- 16 -
In Nieuw-West bevinden de meeste starters zich in de sectoren bouwnijverheid, overige zakelijke dienstverlening en transport en logistiek. Een andere sterke sector echter – maar minder sterk dan in Amsterdam – is de sector advisering en onderzoek. Het overgrote merendeel van de starters blijft overeind: uit een analyse van de afgelopen vier jaar blijkt dat gemiddeld genomen driekwart van de startende ondernemers na twee jaar nog steeds bestaat. Nieuw-West scoort hiermee iets lager dan het Amsterdam gemiddelde, waarbij 78% na twee jaar nog steeds bestaat (bron: O+S).
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Er is niet één duidelijke verklaring voor het grote aandeel starters in Nieuw-West. Een verklaring die voor de hand ligt, is dat onder de gevestigde bevolking zich veel ondernemerspotentieel bevindt. Het prijsniveau van bedrijfsruimtes zal wellicht ook een rol spelen. Echter wanneer wordt gekeken naar de spreiding van de starters in 2010, blijkt dat veel van hen vanuit huis beginnen. Waarmee prijsniveau van bedrijfsonroerend goed dus niet de belangrijkste factor zal zijn.
arbeidsmarkt. Wanneer dan via de omgeving of familie ondernemerschap in beeld komt, kan ondernemerschap een optie zijn. Hoewel voor velen deze omstandigheden een kans zijn, geldt voor een deel ook dat door - gebrek aan kennis over de vele bijkomstigheden van ondernemerschap - de keuze niet altijd zorgvuldig wordt gemaakt. In de dagelijkse praktijk van het Ondernemershuis (zie ook paragraaf 4.3.4) komt dit type gelukszoekers regelmatig in beeld.
III. Couleur locale Met couleur locale wordt bedoeld de eigenheid van het ondernemerschap in Nieuw-West. Typerend is het grote aandeel allochtone ondernemers. Hoewel cijfers hiervoor niet voorhanden zijn, spreekt het straatbeeld in sommige gebieden boekdelen. Winkelgebieden als burgemeester de Vlugtlaan, Slotermeerlaan of Osdorperban worden voor een overgroot deel gevuld door allochtone ondernemers. Het type producten dat zij aanbieden varieert van het gangbare aanbod (bijvoorbeeld bakkerijen of groentewinkels) tot op specifieke etnische doelgroepen producten zoals bijvoorbeeld Marokkaanse bruidskleding. In enkele gevallen wordt een succesvolle vernieuwende formule ontwikkeld, zoals een grootsupermarkt in levensmiddelen op Plein ‘40-‘45. Een ander kenmerkend voorbeeld is de Shoperade op het Osdorpplein, een concept dat lijkt op een bazaar en diverse kleinschalige winkelbedrijfjes huisvest. Hoewel qua aard niet onderscheidend voor Amsterdam, geeft de massa en in sommige gevallen de concentratiegraad van het allochtone ondernemerschap een eigen gezicht aan het ondernemerschap in Nieuw-West.
4.2.2 Ondernemingsklimaat In 2009 is het ondernemersklimaat in Nieuw-West geëvalueerd door de Kamer van Koophandel. Hiervoor is een enquête onder ondernemers gehouden. Gemiddeld scoort het ondernemingsklimaat in Nieuw-West een 6,6. Onderstaande figuur laat zien hoe Nieuw-West op onderdelen scoort. Een vijftal onderwerpen wordt als zeer belangrijk tot essentieel ervaren. Drie hiervan, omcirkeld, scoren beneden gemiddeld en zijn dus voor verbetering vatbaar: geschikte bedrijfslocaties, de relatie
IV. Ondernemerschap als kans Kenmerkend voor delen van de beroepsbevolking van Nieuw-West is dat het zelfstandige ondernemerschap net zo veel of zelfs meer mogelijkheden biedt dan werknemer zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor personen die in een uitkeringssituatie zijn beland en laaggekwalificeerd zijn voor de - 17 -
Analyse Ondernemingsklimaat Nieuw-West, 2009 (bron: KvK)
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
met het stadsdeel en de dienstverlening van het stadsdeel. Los daarvan kunnen algemene conclusies worden getrokken, namelijk dat bedrijven de woonomgeving en de relatie met de gemeente als zeer belangrijk tot essentieel ervaren en veiligheid en openbare ruimte veel minder. Minstens zo interessant is het relatieve ondernemingsklimaat, dus hoe Nieuw-West het doet ten opzichte van Amsterdam. Hieronder staat weergegeven waar Nieuw-West slechter en beter scoort dan Amsterdam. Dit is uiteraard een algemeen beeld van Nieuw-West en kan per locatie verschillend zijn. De bereikbaarheid van het gebied Lelylaan is bijvoorbeeld goed bereikbaar per vervoermodaliteit, terwijl op andere locaties dit anders is. De staat van de openbare ruimte varieert ook. In gebieden die wachten op stedelijke vernieuwing wordt beperkter geïnvesteerd dan in andere gebieden. Vergelijk ondernemingsklimaat Nieuw-West en Amsterdam, 2009 (bron: KvK)
Nieuw-West scoort slechter dan Amsterdam bij: relatie met de gemeente binding mate van redenen om te blijven gemeentelijke dienstverlening bereikbaarheid van de bedrijfslocatie per openbaar vervoer kwaliteit van de woonomgeving kwaliteit van het aanbod van recreatieve voorzieningen kwaliteit van het aanbod van publieke diensten de veiligheid nabij de bedrijfslocatie Nieuw-West scoort beter dan Amsterdam bij: lokale lasten bereikbaarheid bedrijfslocatie per auto parkeren nabij de bedrijfslocatie staat van de openbare ruimte het woningaanbod in het duurdere segment het woningaanbod in het reguliere segment - 18 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
4.3 Opgave 4.3.1 Dienstverlening Voor het bevorderen, aantrekken en behouden van bedrijven en investeringen, is goede dienstverlening van essentieel belang. Hiermee wordt bedoeld de dienstverlening die te maken heeft met alles wat de overheidstaken aangaat: goede dienstverlening is dan overheidstaken zodanig uitvoeren dat de nietnoodzakelijke overlast voor ondernemers tot een minimum wordt beperkt dan wel het gemak maximaal wordt vergroot. De eerder genoemde enquête van de Kamer van Koophandel liet zien dat de dienstverlening van stadsdeel Nieuw-West aan ondernemers het cijfer 6,6 scoort. Dat is een voldoende, maar voor verbetering vatbaar. Ook is in de overlegrondes gebleken dat ondernemers de dienstverlening van het stadsdeel regelmatig als belemmerend ervaren. Het stadsdeel heeft dan ook de ambitie om de dienstverlening bij de uitvoering van haar (wettelijke) taken te verbeteren. I. Stadsdeeldienstverlening: accountmanagement Dienstverlening heeft in de eerste plaats te maken met duidelijke en gestroomlijnde procedures van het stadsdeel. Vastlopen in complexe procedures, slecht geïnformeerd worden of vertraging is zeer frustrerend voor ondernemers. De meeste procedures van het stadsdeel zijn behoorlijk op orde en qua gemak en doorlooptijd al zorgvuldig onder de loep genomen. Hiervoor bestaan overigens ook wettelijke kaders. Veel gaat er dus goed. Maar het nodige ook niet. Problemen ontstaan wanneer een procedure vastloopt of wanneer verschillende procedures tegelijkertijd moeten worden ingezet en deze niet worden afgestemd. Of wanneer een ondernemer niet goed geïnformeerd wordt over vergunningprocedures die hij of zij moet doorlopen en daardoor onnodig risico loopt op vertraging of vastlopen. Tenslotte behoeft de samenwerking tussen de verschillende afdelingen van het stadsdeel nog een optimaliseringslag. Dit soort problemen kan worden ondervangen door - 19 -
het instellen van accountmanagement. De acties ten aanzien van accountmanagement beogen: a) het zo goed mogelijk en volledig informeren van ondernemers over stadsdeelprocedures en vergunningen via het Ondernemershuis b) (complexe) procedures zoveel mogelijk gelijktijdig en afgestemd laten verlopen c) één aanspreekpunt bij multidisciplinaire aanvragen d) aanspreekpunt/ oplossingskracht in gevallen waarin procedures vastlopen e) verbeteren dienstverlening aan ondernemers bij de andere front offices van het stadsdeel f) vormgeven van ondernemersdeel in het stadsloket Het stadsdeel heeft nu al deels accountmanagement in de vorm van de bedrijfscontactpersoon in het Ondernemershuis (zie § 4.3.4). Deze bedrijfscontactpersoon adviseert ondernemers globaal over benodigde vergunningen en procedures en vervult de rol van accountmanager bij complexe aanvragen. De rol van deze bedrijfscontactpersoon wordt verder uitgebouwd, in samenspraak met de afdeling Vergunningen. Ook zal worden gekeken naar hoe accountmanagement kan worden ontwikkelend binnen de bestaande structuren (dus los van de ondernemersadviseur). Hierbij zal ook worden gekeken naar succesvolle werkwijzen van andere gemeenten. Voor de effectiviteit is ook belangrijk dat bovenstaande werkwijze niet alleen berust bij de bedrijfscontactpersoon, maar ook handelswijze wordt binnen de afdeling Vergunningen. Actielijn: instellen van accountmanagement II. Flexibele bestemmingsplannen Ontbrekende flexibiliteit in bestemmingsplannen is één van de meest door ondernemers gevoelde belemmeringen bij het ondernemen. Ruimtelijke regelgeving zou meer ontwikkelingsgericht moeten zijn. Niet alleen strikte ruimtelijke toewijzingen
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
van functies moet het doel zijn, maar ook inspelen op economische kansen. Een aantal ontwikkelingen maakt dit bovendien noodzakelijk. De kantorenleegstand heeft onder meer vanwege nieuwe werkvormen een structureel karakter gekregen. Dit vraagt om een flexibele houding ten aanzien van alternatieve invullingen van gebouwen. Daarnaast veranderen in sommige bedrijfstakken de bedrijfsmatige processen sterk en gaan productie, verkoop, logistiek, ondersteuning steeds meer door elkaar lopen. Dit heeft consequenties voor de inpassing in ruimtelijke kaders. Flexibiliteit in bestemmingsplannen I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Het stadsdeel maakt van het opstellen van bestemmingsplannen steeds meer een open proces, d.w.z. voert overleg zonder op voorhand al posities in te nemen. Aan sommige panden wordt een meervoudige bestemming gegeven. Hiermee kunnen verschillende functies in een pand worden uitgeoefend. Bij wijziging van een winkel naar een horecabedrijf hoeft dan niet de bestemming te worden veranderd. Flexibiliteit kan ook worden toegepast door bestemmingen op straatniveau of op blokniveau toe te wijzen. In een straat mogen dan bijvoorbeeld maximaal twee kantoorbestemmingen aanwezig zijn, zonder aan te wijzen waar in de straat precies. Het toevoegen van een wijzigings- of afwijkingsbevoegdheid aan bestemmingen. Daarmee krijgt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de bevoegdheid om - sneller dan de normale procedures voor wijziging van een bestemming – een bestemming te wijzigen. De voorwaarden waaronder moeten dan in nadere bepalingen worden omschreven. Het opnemen van een algemene ontwikkelingsvisie in een bestemmingsplan. Zo kan worden ingespeeld op onvoorziene omstandigheden waar de reguliere onderdelen van het bestemmingsplan - regels, toelichting en plankaart – niet in voorzien. Het opnemen van globale bestemmingen. Hiermee wordt in feite geen bestemming gegeven een (deel)gebied of locatie. Op zo’n gebied wordt dan een Uitwerkingsplicht opgelegd: in een later stadium wordt de functie van het gebied verder bepaald en ingevuld.
- 20 -
Daarnaast treden steeds meer ‘mengformules’ op, doordat bedrijven hun dienstverlening willen verbreden om zo consumenten aan zich te binden. In de derde plaats hebben starters en ZZP’ers specifieke wensen ten aanzien van bedrijfsomgeving, die vragen om menging van functies – werken, ontmoeten, ontspanning – in één gebouw. De combinatie van veranderende productieprocessen, veranderende consumentenvraag, de vervaging tussen privé en werk, de voortschrijdende digitalisering en de noodzaak tot creativiteit die de crisis vraagt, maakt dat ruimtelijke regelgeving toegerust moet zijn op flexibiliteit. Flexibiliteit moet ervoor zorgen dat plannen worden getoetst op hun eigen merites en relevantie, en niet alleen op of ze binnen de richtlijnen van een bestemmingsplan passen. Dit geldt zeker in een gebied met achterstanden zoals Nieuw-West is (zie ook paragraaf 3.1.3): dit brengt extra noodzaak met zich mee om dynamiek mogelijk te maken. De werking van bestemmingsplannen en regelgeving is echter ambivalent. Enerzijds zijn ze juist bedoeld om zekerheid te bieden, aan burgers, bedrijven en investeerders. Deze zekerheid is juist nodig als basis voor toekomstplannen. Tegelijkertijd kan regelgeving toekomstplannen dus ook in de weg zitten. De kunst van de overheid is daarom te balanceren tussen de afgewogen belangen van een gebied – zoals vastgelegd in een bestemmingsplan- en de meerwaarde die nieuwe plannen voor dit gebied kunnen betekenen. Voor 1 juli 2013 moeten alle bestemmingsplannen in het stadsdeel vernieuwd zijn. Er staan dus nog de nodige nieuwe bestemmingsplannen op stapel. De tendens is steeds meer om flexibiliteit in de bestemmingsplannen in te bouwen, zeker voor de gebieden waar ontwikkelingen worden voorzien. Bij alle nieuwe of te actualiseren bestemmingsplannen wordt onderzocht of en op welke wijze flexibiliteit kan worden ingepast. Actielijn: bij elk nieuw op te stellen of te actualiseren bestemmingsplan maatwerk toepassen: bepalen of en welke flexibiliteit toegepast kan worden (voor 1 juli 2013)
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
III. Initiatieven centrale stad De gemeente Amsterdam heeft diverse initiatieven ontplooid op het gebied van betere dienstverlening. Hieronder wordt een aantal belangrijke genoemd, die ook relevant zullen zijn voor ondernemers in Nieuw-West. De initiatieven hebben betrekking op het verminder van administratieve lastendruk en betere informatievoorziening. Administratieve lastendrukverlaging en uniformering Dienstverlening krijgt ook vorm door vereenvoudiging van regelgeving. Op dit gebied verricht de gemeente Amsterdam de nodige inspanningen. Het stedelijke programma Regelgeving en Handhaving richt zich op vereenvoudigen van regelgeving, processen van vergunningverlening generieker te maken en kortere doorlooptijden te realiseren. Digitalisering van informatievoorziening De gemeente Amsterdam is daarnaast continu actief in het verbeteren van de digitale informatievoorziening aan ondernemers. Het digitale loket www.amsterdam.nl/ondernemen is in 2011 sterk verbeterd. Tegelijkertijd wordt samen met de Belastingdienst, Kamer van Koophandel, DWI, UWV en de stadsdelen, gewerkt aan het optuigen van één portal in Amsterdam voor alle voor ondernemers relevante informatie. Vanwege de veelheid van aanbieders en de overlap die er bestaat, weten de ondernemers niet bij welke organisatie zij het beste terecht kunnen met hun vragen. Het is de bedoeling dat in 2012 de portal de lucht in gaat, onder voorbehoud van de ontwikkeling van een landelijk Ondernemersplein. Als deze landelijke portal doorgaat, zal deze de Amsterdamse portal vervangen. Informatievoorziening bij werken in de openbare ruimte In de stad vinden continu werken in de openbare ruimte plaats, zoals stedelijke vernieuwingsprojecten en werkzaamheden aan de weg of trambanen. Voor een ondernemer kan dit overlast en omzetderving met zich mee brengen. Hoewel dit tot het ondernemersrisico behoort, wil de centrale stad ondernemers tege- 21 -
moet komen door ze beter te informeren. De centrale stad heeft een handboek voor uitvoerders van werken aan de weg ontwikkeld, met richtlijnen voor het beperken van de overlast. Het gaat onder meer om hoe ze de bereikbaarheid voor voetgangers en klanten van bedrijven kunnen waarborgen. Ook heeft de centrale stad de checklist Werken in winkelstraten ontwikkeld voor projectleiders van de gemeente. Doel is om ondernemers tijdig te betrekken en voldoende rekening te houden met hun belangen. 4.3.2 Stimulering De in het voorgaande beschreven dienstverlening is van belang om initiatieven te faciliteren. Maar voor Nieuw-West is dit niet voldoende. Vanwege de positie en het imago van het stadsdeel (zie ook paragraaf 4.3.5) zullen we ook actief NieuwWest op de kaart moeten zetten bij potentiële nieuw vestigende bedrijven. Daarbij ligt de focus op het versterken van de achterblijvende sectoren en inspelen op kansrijke sectoren (zie hoofdstuk 6): realisme en ambitie. Vernieuwende en innovatieve concepten kunnen daarnaast ook imagoversterkend zijn. Bijvoorbeeld flexibele werk- en vergaderfaciliteiten, grotere (buitenlandse) winkelketens, vrijetijdsvoorzieningen en hippe horecaketens. I. Loods & lobby Het loodsen naar een locatie van een specifiek bedrijf kan een effectief instrument zijn om bedrijven naar Nieuw-West te geleiden. De gemeente Amsterdam heeft vier loodsen werken onder de noemer van het Accommodatieteam Amsterdam 1. Dit zijn de stadsloods, bedrijvenloods, kantorenloods en hotelloods. Nieuw-West zal de contacten met deze loodsen intensiveren en zich sterk maken om bedrijven en initiatieven naar Nieuw-West te halen. Daarbij zal veel aandacht zijn voor het in 1 Het Accommodatieteam Amsterdam begeleidt strategisch belangrijke ondernemingen, hotels en organisaties die op zoek zijn naar een locatie in Amsterdam of die herbestemming van een locatie overwegen.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
kaart hebben van kansrijke locaties en aanknopingspunten voor potentiële nieuwe bedrijven. Hier ligt ook een relatie met het inzichtelijk hebben van bestaande initiatieven binnen het al aanwezige bedrijfsleven – zie ook verderop bij Investor Development. Geconstateerd is dat we als stadsdeel achterlopen in het missiewerk en dat we meer ons gezicht moeten laten zien. Optuigen van regelmatig contact met de loodsen die weten wat speelt, biedt kansen voor Nieuw-West. Het gaat dan vooral om nieuw op te richten nevenvestigingen van ketens, nieuw op te richten bedrijven of buitenlandse bedrijven. Het is niet de bedoeling bedrijvigheid van elders weg te kapen. Het doel is dus vooral aanhaken bij en gebruik maken van het bestaande gemeentebrede loodsen. Daarnaast kan deze persoon ook eigen acties ondernemen, zoals inzetten op aansprekende bedrijven uit de focussectoren (hoofdstuk 6). De loods verschilt van de accountmanager, doordat laatstgenoemde in actie komt nadat een bedrijf zich meldt; de loods richt zich op bedrijven die nog niet eerder concreet hebben aangeklopt bij het stadsdeel. Actielijn: één aanspreekpunt instellen voor overleg met EZdienst/loodsen om nieuwe initiatieven naar Nieuw-West te halen en waar mogelijk zelf optreden als loods II. Relatiebeheer Samenhangend met deze loodsfunctie is de nieuwe samenwerking met de Investor Developent, onderdeel van Amsterdam [1] Inbusiness Vanaf januari 2009 ondersteunen de accountmanagers van Investor Development de al gevestigde, buitenlandse bedrijven. Zo wil de gemeente Amsterdam ervoor zorgen dat deze bedrijven hier blijven en mogelijk zelfs uitbreiden. 1
Amsterdam Inbusiness is een samenwerkingsverband van de gemeenten Almere, Amstelveen, Haarlemmermeer en Amsterdam met het doel buitenlandse bedrijven te acquireren en te behouden voor de regio Amsterdam.
- 22 -
Het stadsdeel wil aanvullend ten opzichte van dit programma, zelf ook de betrekkingen met individuele bedrijven beter gaan onderhouden. De aandacht gaat hierbij uit naar bedrijven die belangrijk zijn voor Nieuw-West op het gebied van werkgelegenheid en uitstraling. Denk daarbij aan de ziekenhuizen, het WFC maar ook bedrijven op het Rieker Businesspark. Of belangrijke investeerders in Nieuw-West zoals ontwikkelaars. Daarbij wordt afgestemd met het Amsterdamse Investor Development. Dit richt zich vooral op grote internationale bedrijvenVoor Nieuw-West zijn ook belangrijk Schiphol en de Haven, net als de onderwijsinstellingen (zie ook hoofdstuk 6). Dergelijke sleutelbedrijven vragen om een goed relatiebeheer vanuit het stadsdeel, bij voorkeur op bestuurlijk niveau. Relatiemanagement is namelijk ook een ontwikkelstrategie. Het gaat om structureel overleg om duidelijk te krijgen wat de bedrijven nodig hebben om te blijven en te groeien. Vanuit deze kennis kan verder worden geacquireerd en ontwikkeld. Binnen het stadsdeel zullen de taken van relatiebeheerder2 worden gecombineerd met die van de loodsfunctie. Actielijn: invoering van relatiemanagement met zittende key bedrijven / werkgevers (Investor Development) 4.3.3 Samenwerking Het economisch terrein is bij uitstek een terrein waarin overheid en markt zullen moeten samenwerken. De markt initieert, maar de overheid zal dit (vooral ruimtelijk) moeten faciliteren. Op basis van deze noodzaak en zelfs urgentie om samen te werken, is dan ook de keuze gemaakt om ondernemers nauw 2
Dit relatiebeheer lijkt op het accountmanagement uit paragraaf 4.3.1. Het verschil met accountmanagement is dat de relatiebeheerder actief bedrijven zal bezoeken; de accountmanager functioneert meer reactief, afhankelijk van vragen van ondernemers. Het kan in de praktijk betekenen dat uit de gesprekken met grote bedrijven issues volgen, waarmee het accountmanagement concreet mee aan de slag kan, bijvoorbeeld helpen met een aanvraag voor uitbreiding van het bedrijf.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
te betrekken bij het opstellen van deze visie. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op verdere samenwerking. Daarnaast wordt ingegaan op de samenwerking en ontmoeting tussen ondernemers. I. Ondernemersplatform Nieuw-West Om goed beleid te maken en de juiste beslissingen te nemen, is het zaak dat het stadsdeel de signalen van ondernemers goed oppikt. Het stadsdeel heeft daarom behoefte aan een sparring partner en denktank op structurele basis. Met de oprichting van het Ondernemersplatform in 2011 is door het stadsdeel een eerste stap gezet in deze richting. Voorop staat de ambitie om nauw samen te werken. Het stadsdeelbestuur heeft met nadruk duidelijk gemaakt dat economisch beleid in Nieuw West een coproductie moet zijn van overheid en ondernemers. Daarnaast werkt het platform als een plaats waar ondernemers elkaar ontmoeten, van elkaar kunnen leren en mogelijk gaan samenwerken. Tenslotte is het de ambitie dat het platform zich medeverantwoordelijk voor de uitvoering van deze economische agenda en (onderling) projecten gaat opstarten. Met name op die terreinen waar het stadsdeel minder direct verantwoordelijkheid en mogelijkheden heeft, zoals onderwijs en arbeidsmarkt. Actielijn: ontwikkeling en verankering van het Ondernemersplatform Nieuw-West II. Ondernemersfonds Een van de hoofdvraagstukken voor de uitvoering van deze economische visie of welke economische maatregel dan ook, is de financiering. Landelijk zullen de komende jaren lokale overheden moeten bezuinigen, zo ook stadsdeel Nieuw-West. Ook voor het Ondernemersplatform geldt dat, om meer te doen dan alleen meepraten, er tijd en geld nodig is. Om de medeverantwoordelijkheid van ondernemers echt van de grond te krijgen, is een vorm van structurele financiering en organisatie nodig. - 23 -
Een krachtig instrument om de financiering van economische stimuleringsmaatregelen te organiseren, is het instellen van een ondernemersfonds. Dit fonds wordt gecreëerd door een collectieve lastenplicht onder bedrijven, bijvoorbeeld door verhoging van de OZB voor bedrijfspanden of vanuit een verhoging van de reclamebelasting. Vanuit dit fonds kan het (georganiseerde) bedrijfsleven zelf beslissen welke maatregelen worden ontplooid voor stimulering van het ondernemingsklimaat. Gedachtevorming hierover vindt plaats binnen het Ondernemersplatform. Bijkomend voordeel is dat de organisatiegraad verhoogt als ondernemers zelf mogen beslissen waar ze geld aan uitgeven en dat er geen ‘free riders’ meer zijn, zoals nu wel bij de vrijwillige winkeliersverenigingen Actielijn: mogelijkheden fondsvorming onderzoeken Het opzetten van een OZB-fonds is complex. Een aanpassing van de OZB zal namelijk op de schaal van de stad moeten plaatsvinden. Daarom moet draagvlak worden gevonden bij de centrale stad, de stadsdelen en de economische partners in Amsterdam. Nieuw-West wil zich inspannen om dit draagvlak te creëren en hierin een voortrekkersrol spelen. Dit vanuit de idee dat alleen met een dergelijk fonds daadkracht wordt gecreëerd als het gaat om economische stimulering. Omdat de uitkomst van het instellen van een OZB-fonds ongewis is, onderzoekt Nieuw-West ook de andere mogelijkheden voor het instellen van een ondernemersfonds. Bijvoorbeeld op basis van de reclamebelasting. Dit is een lokale heffing en kan op Nieuw-West niveau geregeld worden. III. Ontmoetingsfaciliteiten Een goed georganiseerd bedrijfsleven vergemakkelijkt ook het contact tussen ondernemers. Het Ondernemersplatform is één mogelijkheid vanuit waar ontmoetingen en mogelijk samenwerking gaat ontstaan. Maar er is een bredere behoefte aan faciliteiten waar ondernemers elkaar kunnen ontmoeten. Met name in de creatieve
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
sector neemt werken buiten de vaste werkplek en kantoortijden om een enorme vlucht. Maar ook de toename van het aantal ZZP’ers vraagt om nieuwe concepten van flexibele en diverse werkmilieus. ZZP’ers werken veelal vanuit huis, maar hebben daarnaast vaak behoefte aan kleinschalige werkplekken waar men andere ondernemers ontmoet. Andere behoeftes zijn flexibele vergaderruimtes of horecagelegenheden waar men kan werken. Zelfs wordt de openbare ruimte in combinatie met gratis WIFI benut als werkplek. Kortom, het veranderende ondernemerschap vraagt om veranderende werkomgevingen, waarin een groot accent ligt op ontmoeting. Het stadsdeel wil de ontwikkeling van dergelijke werkplekken c.q. ontmoetingsfaciliteiten faciliteren en juicht de ontwikkeling van concepten als bedrijfsverzamelgebouwen, al dan niet in de creatieve sector, en nieuwe concepten als Seats2Meet toe. Transformatie van leegstaande gebouwen kan hierbij een interessante optie zijn. Het Ondernemershuis is ook een vorm van samenwerking tussen het stadsdeel en ondernemers. Naast Seats2Meet: voorbeeld van flexibel te starters komen er ook gevestigde huren werkplek ondernemers. In het Ondernemershuis worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd en zijn er vergaderfaciliteiten en werkplekken beschikbaar voor ondernemers. Het Ondernemershuis heeft dus ook een actieve rol in het creëren van ontmoetingsmogelijkheden- en faciliteiten. Een ontmoetingsplek kan ook zijn een netwerk of een ondernemersvereniging. Een goed voorbeeld van een effectief netwerk in Nieuw-West is Community Westerzake. Deze bestaat uit ondernemers, professionals en stakeholders uit het stadsdeel. Het doel van het netwerk is de onderlinge contacten optimaal te benutten, een platform te creëren en bij te dragen aan Actielijn: faciliteren ontwikkeling flex- en ontmoetingsplekken - 24 -
de sociale en economische positie van Nieuw West. Het stadsdeel juicht de aanwezigheid van netwerken toe en zal initiatieven waar mogelijk faciliteren. Een concreet voorbeeld is in het verleden geweest het gezamenlijk organiseren van een netwerkbijeenkomst met Westerzake in het Ondernemershuis. 4.3.4
Starters en pre-starters
I. Ondernemershuis Terwijl begin 2011 de meeste Ondernemershuizen in Amsterdam zijn gestopt, heeft Nieuw-West de keuze gemaakt om het Ondernemershuis te continueren. Met deze doorstart is de bestaande advisering over bedrijfsmatige zaken aangevuld met het informeren over stadsdeelproducten als vergunningen, regelingen en bestemmingsplannen. Vanaf 2012 wordt in de dienstverlening van het Ondernemershuis ook accent gelegd Actielijn: dienstverlening aan ondernemers via Ondernemershuis, met aandacht voor training en begeleiding van (pré)starters op de pre-startfase. Geconstateerd wordt dat het pre-starters vaak ontbreekt aan een gedeOndernemershuis Nieuw-West gen oriëntatie, maar ook een aantal basiskwalificaties. Voor deze oriëntatie wordt een training aangeboden (Onderweg naar Ondernemerschap). Door praktisch te ervaren wat het ondernemerschap inhoudt, kan elke deelnemer na afloop gefundeerd besluiten of het zelfstandig ondernemerschap echt passend is, of dat hij/ zij liever actief is als werknemer. Deze aanpak is onderdeel van het
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
werkgelegenheidsprogramma Nieuw West Werkt (zie paragraaf 5.4.2). Een ander accent in de dienstverlening van het Ondernemershuis is dat ondernemers meer dan voorheen gestimuleerd worden in zelfredzaamheid ten aanzien van hun advisering en begeleiding. Het gaat om ze waar mogelijk door te verwijzen naar de diensten van instanties als KvK en de Belastingdienst, die in hun standaardpakket de informatie bieden die het Ondernemershuis ook biedt. De huidige financiële omstandigheden zorgen ervoor dat het stadsdeel efficiënter moet gaan werken. 4.3.5 Imago en communicatie Amsterdam heeft een imago van openheid, tolerantie en gezel[ ] ligheid 1 . Samen met de ligging (nabijheid van natuur, parken en het strand) en de veelheid en diversiteit van het voorzieningenniveau (cultureel, culinair, winkels, historische binnenstad) maakt dit de stad aantrekkelijk voor bewoners en buitenlandse bezoekers en bedrijven. De beroepsbevolking kenmerkt zich dan ook door een relatief hoog opleidingsniveau, een hoge participatiegraad en internationale oriëntatie. Wat voor Amsterdam als geheel geldt, geldt niet zonder meer voor stadsdeel Nieuw-West. Tijdens de overlegrondes is meerdere malen het matige imago van Nieuw-West aangekaart, bij zowel bewoners als bedrijven. Doordat het voorzieningenniveau lager ligt dan het Amsterdamse peil is en de sociale veiligheid negatief beleefd wordt, is Nieuw-West voor veel mensen relatief onaantrekkelijk om in te gaan wonen of te gaan ondernemen. Beeldvorming draagt in sterke mate bij aan deze beleving. Bijvoorbeeld, de objectieve veiligheid cijfers laten zien dat Nieuw-West niet hoger scoort dan gemiddeld in Amsterdam, maar toch staat Nieuw-West bekend als een onveilig gebied. In de media wordt de negatieve reputatie niet bepaald ontkracht: als Nieuw-West in het nieuws komt, is het meestal negatief. Het landelijk stempel van Vogelaarwijk heeft het imago ook niet verder geholpen. Maar het overgrote deel van zowel bewoners [ 1] R. Florida, The flight of the creative class - 25 -
als ondernemers in dit stadsdeel voelt zich op z’n plaats. Want Nieuw-West heeft een aantal kwaliteiten die maar ten dele bekendheid hebben in de rest van de stad en omgeving. Bijvoorbeeld het vele groen van de parken en het water van Nieuwe Meer en Sloterplas. Maar ook interessante bedrijfslocaties en/ of broedplaatsen. Of de groene woonmilieus in Nieuw-Sloten. I. Consistente profilering Verbetering van het imago is een lastige zaak. Vooral omdat beeldvorming zich niet laat sturen. Toch kan het nuttig zijn om op zijn minst een positief steentje daaraan bij te dragen. In deze context gaat het dan om de beeldvorming over het ondernemingsklimaat in Nieuw-West. Een goed ondernemingsklimaat is gebaat bij optimisme en dynamiek in de omgeving. En er is genoeg dynamiek: Nieuw-West is bezig de stedelijke samenleving van de 21ste eeuw vorm te geven, met alle diversiteit, internationalisering, ondernemerschap en kansen voor iedereen die daarbij horen. Ontkennen van de problemen op het gebied van veiligheid, sociale achterstand en openbare ruimte is niet de bedoeling, maar het imago van probleemgebied werkt tegen Nieuw-West. Streven naar het imago van een pioniersgebied, een laboratorium voor nieuwe ondernemers en nieuwe maatschappelijke verhoudingen, is een mooi uitgangspunt. De aanname is hierbij dat er voldoende positieve verhalen te vertellen over ondernemen in Nieuw-West. Het is dan zaak om een duidelijke boodschap consequent voor het voetlicht te brengen. Kortom, consequent en consistent profileren, via zoveel mogelijk kanalen. Hiervoor zal wordt een communicatieplan worden ontwikkeld. Actielijn: communicatieplan opstellen en uitvoeren: consistent uitdragen van een afgewogen & breed verhaal van het economisch profiel Nieuw-West
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West Logo I Amsterdam (Museumplein)
II. Aansluiting vinden bij citymarketing I Amsterdam Een andere actielijn is mee te liften op de campagnes van de centrale stad. Met ‘I Amsterdam’ wordt stadsbreed al gewerkt aan citymarketing. Dit programma moet ervoor zorgen dat de stad zich herkenbaar profileert en een onderscheidende propositie heeft ten opzichte van andere (wereld)steden. Amsterdam presenteert zichzelf als internationale, creatieve woon- en werkmetropool, betrouwbaar kenniscentrum, aantrekkelijke reisbestemming en proeftuin voor innovaties. Actielijn: aanhaken bij gemeentelijke citymarketing (I Amsterdam) Een integraal plan voor de citymarketing van de metropool Amsterdam is hiervoor essentieel. Op dit moment werken de uitvoerende organisaties Amsterdam Toerisme & Congresbureau, Amsterdam Partners, Amsterdam Inbusiness, Amsterdam Uitburo en Economische Zaken Amsterdam intensief samen aan het schrijven van dit plan. Logo I Amsterdam (Amsterdam Centrum) Waarschijnlijk zal NieuwWest hierin geen grote rol spelen, tenzij we de sterke punten van het stadsdeel onder de aandacht brengen. Deze actielijn voorziet hierin. III. Gastvrij NieuwWest Het project Gastvrij NieuwWest heeft als doel de aantrekkelijkheid van Nieuw-West voor bewoners en voor bezoekers te vergroten. Imagoverbetering speelt hierin een be- 26 -
langrijke rol. Daarnaast is het streven om gericht activiteiten te ontwikkelen. Bijvoorbeeld het programma ‘Nieuw-West Open’ dat het 60jarige bestaan van de Westelijke Tuinsteden aangrijpt om Nieuw-West één groot openluchtmuseum en odium open te stellen. Broedplaatsen, braakliggende terreinen, markante kunst en architectuur en bijbehorende activiteiten worden benut om bewoners en bezoekers van buitenaf worden naar het stadsdeel te trekken. Verschillende thematische routes worden ingericht langs het programma en de ‘collecties’ in de openbare (groene). Het doel is om bezoekers bekend te maken met de schoonheid van gebieden in Nieuw-West en de kansen van een gebied in transformatie. In 2012 en 2013 zal om de twee maanden een nieuw focusgebied in de aandacht staan: broedplaatsen en braakliggende terreinen stellen zich afwisselend ‘open’ met een speciaal programma. Lokale partners als bewoners, corporaties, kunstenaars en kunstinstellingen dragen bij aan het programma. Actielijn: Implementatie programma Gastvrij Nieuw-West
IV. Ambassadeurs Zoals zo vaak is de beeldvorming over een gebied er binnen heel anders dan er buiten. Bewoners en ondernemers binnen Nieuw-West zien, hoewel ze ook oog hebben voor wat niet goed gaat, volop de potentie en kansen. In sommige gevallen tonen zij zich ambassadeur of missiewerker, en ontwikkelen ze initiatieven die het beeld moeten veranderen. Denk bijvoorbeeld aan Nice Nieuw-West of Plug de Dag. Ook het Ondernemersplatform kan hier een rol in spelen. Dergelijke pareltjes ontwikkelen zich eerder bij de gratie dat het stadsdeel zich er niet mee bemoeit dan dat het dat wel doet. Niettemin willen we deze sterke voorbeelden van ambassadeurschap hier niet onvermeld laten. Dit zijn ambassadeurs van onze sterke punten en van wat wel mogelijk is in Nieuw-West.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Imago is al met al een verstrekkend iets en raakt aan alle vier de pijlers van deze economische visie. In de volgende hoofdstukken zal blijken dat diverse speerpunten en actielijnen een imago-effect (kunnen) hebben of juist effect ondervinden van het imago. Hoewel dus verweven met diverse onderwerpen in deze visie, hebben wij het onderwerp omwille van de zichtbaarheid in dit hoofdstuk op deze plek neergezet. V. Spin off effecten Tenslotte zijn voor het imago cruciaal de effecten van vestigingen van bedrijven en/ of evenementen die hier worden georganiseerd. De vestiging van één interessant bedrijf kan namelijk een geheel nieuwe wending betekenen voor een deelgebied binnen Nieuw-West. Denk aan de komst van MTV naar de NDSM-werf, een voormalige scheepswerf gelegen aan het IJ in Amsterdam-Noord. Dit is nu de grootste culturele broedplaats van Amsterdam. Het gevoel van ‘hier gebeurt het’ is belangrijk bij dit soort plekken en de komst van één dergelijk bedrijf zorgt er vervolgens voor dat meerdere bedrijven volgen. Het besef van de strategische effecten vestigers is al de onderlegger voor het programma Gastvrij Nieuw-West. In de loods & lobby – activiteiten zullen verwachte uitstralingseffecten ook bepalend zijn bij de inspanningen.
4.3.6
Actielijnen samengevat
1. Dienstverlening - actielijnen a. Instellen van accountmanagement b. Bij elk nieuw op te stellen of te actualiseren bestemmingsplan maatwerk toepassen: bepalen of en welke flexibiliteit toegepast kan worden (voor 1 juli 2013)
2. Stimulering - actielijnen a b
Loods instellen voor overleg met EZ-dienst/loodsen om nieuwe initiatieven naar Nieuw-West te halen en waar nodig zelf optreden als loods Invoering van relatiemanagement met zittende key bedrijven / werkgevers (Investor Development)
3. Samenwerking - actielijnen c. Ontwikkeling en verankering Ondernemersplatform Nieuw-West d. Mogelijkheden fondsvorming onderzoeken e. Faciliteren ontwikkeling flex- en ontmoetingsplekken
4. Starters en pré-starters – actielijnen a
Dienstverlening aan ondernemers via Ondernemershuis, met aandacht voor training en begeleiding van (pré)starters
5. Imago en communicatie – actielijnen a b c
- 27 -
Communicatieplan opstellen en uitvoeren: consistent uitdragen van een afgewogen & breed verhaal van het economisch profiel Nieuw-West Aanhaken bij gemeentelijke citymarketing I Amsterdam Implementatie programma Gastvrij Nieuw-West
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
5 Arbeidsmarkt en scholing 5.1 Arbeidsmarkt als pijler Arbeidsmarkt is de tweede pijler van deze visie. Deze keuze heeft alles te maken met de urgentie van het onderwerp, zoals die ook naar voren is gekomen in de overlegrondes. De werkloosheid in Amsterdam is vrij hoog, en die in Nieuw-West zelfs (iets) hoger dan in Amsterdam gemiddeld. Werkloosheid heeft diverse maatschappelijke effecten. Deelname aan het arbeidsproces is belangrijk vanwege welzijn en – welvaartseffecten. Omgekeerd kan (langdurige) werkloosheid leiden tot maatschappelijke onthechting en zelfs tot versterking van de onveiligheid. Daarnaast is een goed functionerende arbeidsmarkt belangrijk voor evenwichtige economische ontwikkeling. Nu al zijn er in verschillende economische sectoren tekorten aan geschoold (en ongeschoold) personeel. In de nabije toekomst al zullen deze tekorten alleen nog maar verder toenemen. Voldoende geschikt personeel is ook grotendeels een scholingsvraagstuk. Omgekeerd kan de juiste samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven, door middel van stages en leerwerkplekken, er voor zorgen dat een schoolloopbaan succesvol is en uitval wordt vermeden. Op het terrein van arbeidsmarkt en scholing ligt een grote opgave. Om deze redenen vormt dit onderwerp een pijler van deze visie. Meer dan bij de andere pijlers moet de rol van het stadsdeel op dit terrein worden genuanceerd. Andere partijen zijn op dit terrein veel meer direct belanghebbend dan het stadsdeel. Bijvoorbeeld scholingsinstituten, werkgevers en uitkeringsinstanties. Het stadsdeel is betrokken vanwege de omvang van de opgave, het feit dat de opgave grotendeels blijft - 28 -
liggen en het feit dat ze partijen met elkaar kan verbinden. Het stadsdeel wil dus niet de rol van anderen overnemen, maar [ [ aanvullend zijn ten opzichte van deze. 1 De actielijnen die in dit hoofdstuk zijn geformuleerd zijn niet allemaal de directe verantwoordelijkheid van het stadsdeel. De reden dat ze toch in deze visie zijn opgenomen, is om zo de opgave c.q. de actie te agenderen, ook in het licht van de beoogde samenwerking met partners (zie paragraaf 1.4 en paragraaf 4.3.3). Waar mogelijk worden de belanghebbende partijen benoemd. In het geval de actielijn op het terrein van derden ligt, is deze met een andere kleur gemarkeerd.
1 Op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en participatie heeft het stadsdeel ook autonome doelstellingen en beleid. Bijvoorbeeld het Meerjarenbeleidsplan Inkomen en Armoedebeleid. Deze zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
5.2 Situatieschets arbeidsmarkt I. Werkgelegenheid naar sectoren Nieuw-West huisvest bijna 8.000 bedrijven, die zorgen voor bijna 50.000 banen. Voor heel Amsterdam zijn deze cijfers respectievelijk 80.000 bedrijven en ca. 460.000 banen. De grootste werkgevers zijn de sectoren gezondheids – en welzijnszorg (24% van de banen), groothandel en detailhandel (17%) en advisering en onderzoek (13%), zoals op te merken valt uit de grafiek. Daarna volgen de sectoren onderwijs (9%), overheid (9%) en overige zakelijke dienstverlening (7%). Qua werkgelegenheidsgroei zijn de bouw en adviesdiensten de sterkste groeiers geweest in de periode 1999-2009.
II. Werkloosheid Al eerder vermeld is de verhoudingsgewijs hoge werkloosheid in Nieuw-West: in 2010 was 8,7% van de potentiële beroepsbevolking werkzoekend. Voor Amsterdam was dat 7,5%. Onder niet-westerse allochtonen in Nieuw-West lag het percentage in 2010 op 13,0%, wat vergelijkbaar is met Amsterdam als geheel (13,2%). Recente cijfers van 2011 laten zien dat de werkloosheid in Nieuw-West gedaald is naar 6,5%, wat net iets meer is dan het Amsterdams gemiddelde (6,3%). Het goede nieuws is dat de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen sinds 2006 afnemende is, zowel in Amsterdam als NieuwWest. % 35 30
30% 25%
25
20%
20
15%
Nieuw-West Amsterdam
15
10% 10
5% 5
M
N
Nieuw-West
O
P
Overige dienstverlening
L
Cultuur, sport en recreatie
K
Gezondheidsen welzijnszorg
J
Onderwijs
I
Overheid
H
Overige zakelijke
G
Advisering en onderzoek
F
Handel, verhuur onroerend goed
Horeca
E
Financiële instellingen
Transport en logistiek
D
Informatie en communicatie
Groot- en detailhandel
C
Bouwnijverheid
Industrie
B
Waterwinning en
Winning van delfstoffen
A
Energiebedrijven
Landbouw, bosbouw en
0%
Q
R
S
Amsterdam
Relatieve verdeling van het aantal arbeidsplaatsen in Nieuw-West en Amsterdam in 2010, naar branche (bron: O+S)
- 29 -
0 15-22 jr
23-26 jr
27-34 jr
35-44 jr
45-54 jr
55-64 jr
Percentage niet-werkende werkzoekenden naar leeftijdscategorie, NieuwWest en Amsterdam, 1 juli 2010 (bron: UWV, O+S, 2010)
Conclusie is dat zowel in Nieuw-West als in Amsterdam als geheel de werkloosheid een dalende lijn vertoont, waarbij de werkloosheid in Nieuw-West inmiddels licht boven het Amsterdams gemiddelde is, en daarmee verhoudingsgewijs nog steeds verbetering behoeft. De werkloosheid onder nietwesterse allochtonen in Nieuw-West ligt onder het Amsterdams gemiddelde.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Met name laaggeschoolden hebben moeite een baan te vinden: 48% van de werklozen heeft niet meer dan basisonderwijs als startkwalificatie. Nieuw-West scoort in deze categorie beduidend hoger dan andere stadsdelen. 23,4% heeft een VMBOdiploma. 18,5% heeft een MBO, HAVO of VWO-diploma. HBO en WO volgen met respectievelijk 6,7 en 3%. De relatie tussen werkloosheid en opleiding is duidelijk: hoe lager de opleiding, hoe hoger de werkloosheid. Daarnaast geldt bij deze groep ook vaker een slechtere fysieke en mentale gezondheid, welke weer een voorwaarde is voor het participatieproces. Daarnaast opvallend is dat er een tweedeling in de werkloosheid in Nieuw-West is naar leeftijd: in de leeftijdscategorie tot 44 jaar –de voor de arbeidsmarkt meest kansrijke leeftijdscategorie – zijn ten opzichte van Amsterdam als geheel meer mensen in Nieuw-West werkloos; de leeftijdscategorie daarboven neemt juist meer dan gemiddeld in Amsterdam deel aan het arbeidsproces.
mate waarin inwoners in het eigen stadsdeel werken – is in Nieuw-West 15%. Gemiddeld is dat in Amsterdam 21%. De binding in voormalig Slotervaart is met 22% het hoogst en dit aandeel is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In Geuzenveld-Slotermeer is de binding met 8% het laagst. De werkzame beroepsbevolking in Geuzenveld-Slotermeer werkt zelfs in toenemende mate buiten de gemeente Amsterdam. Een belangrijke werkgever voor mensen uit Nieuw-West is Schiphol, zo blijkt uit onderstaande figuur. Mogelijk geldt dit ook voor de Haven en het Teleport-gebied.
III. Opleidingsniveau In heel Amsterdam is in de afgelopen 10 jaar van het aandeel hoogopgeleiden afgenomen en het aandeel VMBO’ers toege[ ] nomen 1 . In Nieuw West ligt het aandeel hoogopgeleiden met 16% fors onder het Amsterdams gemiddelde (31%). Er wonen juist relatief veel mensen met een VMBO-opleiding (30% tegenover 23% gemiddeld). Schoolverzuim- en uitval heeft mogelijk ook invloed op het opleidingsniveau in Nieuw-West (zie ook § 5.4.3). IV. Woon-werkrelaties Qua werkgelegenheid en participatie is het interessant om te zien in hoeverre de aanwezigheid van bedrijven in het stadsdeel een rol speelt. Dit laat zich zien in de woon-werkrelaties. De werknemers van de bedrijven die gevestigd zijn in NieuwWest komen voor een kwart uit Amsterdam, de rest komt van buiten Amsterdam. De binding met het eigen stadsdeel- dus de [1]
O+S, Kerncijfers economie Koers Nieuw-West, 2010
- 30 -
Geografische verdeling werknemers Schiphol (bron: SADC)
V. Mismatchen op de arbeidsmarkt De Amsterdamse beroepsbevolking kenmerkt zich door een relatief hoog opleidingsniveau, een goede talenkennis en een hoge participatiegraad. Een moderne kenniseconomie zoals de Amsterdamse is ook afhankelijk van voldoende aanbod van een goed opgeleide beroepsbevolking. Menselijk kapitaal is dan ook dé grondstof van de Amsterdamse economie. Knelpunt is dat het aanbod van hoogopgeleid personeel in Amster-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
dam onvoldoende meegroeit om aan de steeds groter worden[1] de vraag te kunnen voldoen. Op deze wijze ontstaat er een krapte op de arbeidsmarkt, zowel kwantitatief (vergrijzing) als kwalitatief (bedrijfsleven/scholing). Op Amsterdams niveau wordt verwacht dat zonder interventie het tekort aan talent kan oplopen tot 120.000 personen in 2040. In de Amsterdamse regio dreigt in de bouwsector, havens en Schiphol nu al een groot tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Bedrijven hebben nu al moeite om mensen te vinden met de vereiste competenties, hetgeen in de toekomst alleen maar sterker zal worden. Dit hangt enerzijds samen met demografische ontwikkelingen: eerder is al genoemd de vergrijzing van de beroepsbevolking, die de komende jaren leidt tot een extra vervangingsvraag. Anderzijds blijft in de stad veel potentieel onbenut omdat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet goed op elkaar aansluiten. Dit tekort aan geschoolde arbeidskrachten dreigt het grootste obstakel te worden om de economische groeipotenties van de stad te kunnen realiseren. Het opleiden en bijscholen van mensen is van groot belang aangezien veel zeer laag en niet-geschoolde arbeid verdwijnt naar de zogenoemde lage lonenlanden. In Nieuw-West hebben we meer dan gemiddeld in Amsterdam te maken met een gemiddeld laag opgeleide beroepsbevolking en een lage bruto arbeidsparticipatie. Meer nog dan Amsterdam sluit vraag en aanbod niet op elkaar aan. Met de groei van de kenniseconomie in Amsterdam mag worden verwacht dat de vraag naar laagopgeleiden op de lange termijn relatief afneemt. Naast opleidingsniveau is ook het niveau van sociale vaardigheden aandachtspunt. Veel jongeren weten zich niet op bij een minimum vereist niveau te presenteren, te communiceren en zich aan afspraken te houden. Dit kan in de praktijk leiden tot discriminatie. Kwalificaties bestrijken dus een breder terrein dan alleen onderwijs. [ 1] Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam, 2011 - 31 -
5.3 Trends en ontwikkelingen Eén van de belangrijkste trends op de arbeidsmarkt is vergrijzing. Vergrijzing leidt tot verkrapping van het arbeidsaanbod. Dit is vooral ingrijpend voor de Amsterdamse economie, die afhankelijk is van voldoende gekwalificeerd personeel. Het arbeidsaanbod begint juist relatief schaars te worden; dit verklaart deels de niet stijgende werkloosheidscijfers in de afgelopen jaren, ondanks de crisis. Daar tegenover staat nu nog het aantrekkend vermogen: de bevolking in de leeftijdscategorie 15-64 jaar groeit in Amsterdam sneller dan het landelijk gemiddelde, maar die groei zwakt ook af. Want het schaarser worden van de ruimtelijke uitbreidingsmogelijkheden, de hoge ontwikkelingskosten van nieuwbouw en de uitblijvende investeringen als gevolg van de economische & financiële crisis hebben debet aan de teruglopende groei van de bevolking. Het verder ontwikkelen van de woningmarkt wordt daarom gezien als een van de belangrijkste uitdagingen om de economische motor in Amsterdam en de 2. regio gaande te houden Een specifieke trend op de arbeids- en onderwijsmarkt is de geringe interesse van met name allochtone jongeren in opleidingen en banen in de zorg en techniek. Vooral in NieuwWest betekent dit dat er kansen blijven liggen en dat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten. De interesse van allochtone jongeren in techniek is beduidend lager dan die van autochtone jongeren, terwijl de grote werkgevers als de haven, Schiphol en de ziekenhuizen nabij zijn. Allochtone ouders blijken geneigd hun kinderen vooral richting economischadministratieve opleidingen te sturen. Techniek heeft een matig imago, een kantoorbaan spreekt meer aan.
2 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam, 2011
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
5.4
Opgave
5.4.1
Gekwalificeerd personeel Uit de situatieschets mag blijken dat er aanzienlijke In de inleiding van dit hoofdstuk is al opmismatchen zijn: op korte tergemerkt dat de opgave voor de pijler Onmijn (per direct) is sprake van derwijs en Arbeidsmarkt niet louter op het tekorten aan technisch terrein van het stadsdeel ligt. personeel zoals in de haven en personeel in de zorg. Daarnaast De actielijnen die vooral door andere beis op langere termijn op Amsterlanghebbenden zullen moeten worden damse schaal sterk behoefte opgepakt, zijn met een deze andere, aan voldoende hoogopgeleide lichtroze kleur gemerkt. mensen. I. Samenwerking met / in Ondernemersplatform Een eerste spoor is om met het Ondernemersplatform, waarin behalve het bedrijfsleven ook onderwijsinstellingen en arbeidsmarktbemiddelaars zijn vertegenwoordigd, op zoek te gaan naar praktische oplossingen voor de mismatch tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan direct contacten tussen werkgevers en onderwijsinstellingen. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk de probleemeigenaren worden betrokken. Werkgevers kunnen er daarnaast ook voor kiezen om personeel zelf op te gaan leiden. Dit heeft het bijkomende voordeel dat een werknemer snel is ingewerkt in het bedrijf. Bovendien kan er gerichter worden opgeleid. Voor in company scholingstrajecten vanuit de Rijksoverheid diverse subsidies beschikbaar. Diverse branches hebben een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds). O&O-fondsen verstrekken subsidie (deels vanuit het Europees Sociaal Fonds, ESF) voor uiteenlopende opleidingen van werknemers. Sommige fondsen bieden zelf cursussen aan of ontwikkelen scholingsprojecten Actielijn: aanpak mismatch arbeidsmarkt (in/door Ondernemersplatform) - 32 -
voor de sector. Ook wanneer bedrijven zelf werknemers gaan opleiden, kan het interessant zijn om dan samen te werken met onderwijsinstellingen. II. Aansluiten bij bestaande initiatieven gemeente Amsterdam Een andere insteek is aan te sluiten bij de inspanningen die vanuit de gemeente Amsterdam worden geïnitieerd en die ook in het Ondernemersprogramma Amsterdam zijn beschreven. Zo gaan de diensten Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO), Werk en Inkomen (DWI) en EZ vraag georiënteerd arbeidsmarktbeleid opstellen. Eind december 2011 is het Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam ingesteld. Hiermee is één aanspreekpunt voor werkgevers gekomen waarbij de werkgever als klant centraal staat, onder andere door ontzorging van werkgevers bij plaatsing kandidaten en snellere en effectieve matching en plaatsing. DMO gaat voorts meer inzet plegen op het voorkomen van voortijdig (ongekwalificeerde) schoolverlating. III. Jongeren en zorg en techniek Minstens zo belangrijk is de focus op de zorg en techniek in het onderwijs. Momenteel is de belangstelling van jongeren voor deze sectoren beperkt, terwijl er vanuit de markt veel vraag is. Jongeren komen minder in aanraking met techniek, identificeren zich er niet mee en zijn meer geïnteresseerd in beroepen waaraan ze status menen te kunnen ontlenen. Zoals bijvoorbeeld kantoorbanen. Algemene campagnes zoals bijvoorbeeld 'Techniek is leuk' hebben nauwelijks effect. Op vroege leeftijd nieuwsgierigheid opwekken lijkt meer vruchten af te werpen. Bijvoorbeeld door (basisschool)leerlingen voor te lichten over beroepen, de arbeidsmarktperspectieven en hen in contact brengen met bedrijven. In Arnhem bijvoorbeeld wordt ieder jaar een techniektoernooi georganiseerd op lagere scholen met als doel kinderen al vroeg te interesseren. Het stadsdeel organiseert al, in samenwerking met scholen, excursies voor jongeren
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
naar Schiphol en de haven. Doel daarvan is hen bewust te maken van de mogelijkheden in de techniek en het imago van deze sectoren bij te stellen. Scholen zouden meer contact kunnen zoeken met het technisch bedrijfsleven. Haven Amsterdam Bijvoorbeeld in de vorm van snuffelstages en bijbaantjes in de techniek. Vermeldenswaardig is dat het Calandlyceum over een Technasium beschikt, dit is een techniekopleiding op VWO-niveau. Ook is het belangrijk dat technische bedrijven meer naar buiten treden, zoals bijvoorbeeld Corus dat doet met een trainingcentre, regionale wervingscampagnes en acties als Girlsday, een techniekdag op locatie. Tenslotte is het interessant te onderzoeken of en hoe ouders bewust kunnen worden gemaakt over de mogelijkheden in de techniek en zorg. De beeldvorming bij de ouders is namelijk sturend voor de onderwijskeuze van jongeren. Actielijn: stimuleren bewustzijn mogelijkheden in techniek en zorg Uiteraard ligt deze opgave vooral bij de scholen en bedrijven zelf, zoals genoemd onder het kopje ‘Samenwerking met / in Ondernemersplatform’. De rol van het stadsdeel echter is om partijen bij elkaar te brengen in het al eerder genoemde Ondernemersplatform. Maar ook bijvoorbeeld door gebruik te maken van BOOT: Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling. Hierin werkt het stadsdeel samen met de Hogeschool van Amsterdam en worden verschillende maatschappelijke onderzoeken en projecten uitgevoerd. - 33 -
5.4.2
Matchen werkgevers en werkzoekenden
I. Nieuw West Werkt Scholing is niet de enige sleutel om mismatchen op de arbeidsmarkt op te lossen. Ook is het zaak om werkzoekenden en banen zo dicht Schiphol mogelijk bij elkaar te brengen. Dit kan door middel van stages, vrijwilligerswerk, maar ook door directe bemiddeling naar een baan via bemiddelaars. Nieuw-West heeft hiervoor al het banenplan Nieuw West Werkt ontwikkeld. Dit project is in het najaar van 2011 van start gegaan en hiervoor is vanuit de gemeente Amsterdam gedeeltelijk subsidie ontvangen. Middels een diagnosegesprek met een bemiddelaar (diverse instellingen) volgt een analyse van de vraag of een persoon direct aan de slag kan of dat eerst nog specifieke arbeidstraining (waaronder een houdings- en communicatietraining) nodig is. In het kader van het plan is ook structureel overleg opgetuigd met Schiphol en de haven. Doel is uiteraard om de personeelstekorten zo goed mogelijk te bedwingen. Het stadsdeel organiseert ook jaarlijks een banenmarkt in de Meervaart. Het is daarbij de bedoeling werkzoekenden te matchen aan bedrijven. Het rendement van deze banenmarkt is beperkt. Het stadsdeel werkt aan de ontwikkeling van een permanente ‘Banenmarkt’ en wel via de website www.nieuwwestwerkt.nl. Hierop kunnen werkgevers zich presenteren en vacatures en stageplaatsen worden geplaatst. Via
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
de website kunnen werkzoekenden ook in contact komen met deze werkgevers. Actielijn: uitvoering en doorontwikkeling van het banenplan Nieuw West Werkt II. WerkPunt Uitkeringsinstanties als UWV en de DWI zijn vanwege bezuinigingen genoodzaakt hun dienstverlening aan te passen. Middelen voor bemiddeling of oriëntatie-trajecten verminderen of verdwijnen. Daarbij worden scherpe keuzes gemaakt: alleen de beter te bemiddelen uitkeringsgerechtigden (de zogeheten trede 3 en 4) worden begeleid. De minder goed bemiddelbare werkzoekenden (trede 1 en 2) worden niet meer begeleid. Daarbij gaat het 70% van de klanten uit de bestanden van DWI. Voor Niet-Uitkeringsgerechtigden (NUG-ers) verdwijnt de dienstverlening door DWI eveneens. Grote groepen werkzoekenden krijgen dus veel meer eigen verantwoordelijkheid bij het zoeken naar een baan. Juist deze groepen, waaronder veel inwoners van Nieuw-West, beschikken niet over voldoende werknemersvaardigheden, ontbreekt het aan een netwerk of aan het vermogen om geheel zelfstandig een baan te vinden. Het stadsdeel gaat dit gat vullen door het instellen van het WerkPunt, welke op 29 maart 2012 van start is gegaan (op het Ondernemershuis). Hiermee worden bestaande activiteiten van het stadsdeel op het gebied van werk en ondernemen samengevoegd. Voorbeelden: het Ondernemershuis, de organisatie van de Banenmarkt(en), werknemersvaardigheidstrainingen, arbeidsmarktinformatie, ondernemersplatform, ondernemers netwerkbijeenkomsten, sollicitatietrainingen en computercursussen. Het doel is werkzoekenden wegwijs te maken en verstrekken van informatie en advies op het terrein van werk en scholing. Ook kunnen trainingen worden gegeven voor oriëntatie op ondernemerschap dan wel werknemerschap en de hier- 34 -
voor benodigde vaardigheden. Al met al heeft het Werkpunt een functie van verdeelstation en intercedent. Actielijn: uitvoering WerkPunt Voor verdere invulling van het Werkhuis wordt gedacht aan: een stagebank, aanbieden van mogelijkheden voor werkgevers voor social return1 en maatschappelijk verantwoord ondernemen, spreekuur van DWI, Maatjes voor ondernemers en werkenden via het Gilde en samenwerking met Vrijwilligerscentrale voor opdoen van werkervaring. III. Onderzoek werkgeversvraag Nieuw West heeft, zoals geschetst, een relatief hoge jeugdwerkloosheid. Tegelijkertijd heeft het Ondernemersplatform laten weten dat er veel vacatures onbezet blijven, ook voor lager geschoolden. Ook hier is kennelijk sprake van een mismatch. Bij de werkzoekenden gaat het vaak om ‘moeilijke’ mensen gaat, die actief benaderd en begeleid moeten worden. De eigenaren van de bestanden van werkzoekenden – DWI, UWV – blijken in de praktijk vaak op grote afstand te staan van zowel de werkzoekende als de bedrijfsvloer. De caseload van de begeleiders is groot, en ondernemers geven aan dat de instanties niet voldoende adequaat kunnen reageren op vacatureplaatsingen. Er is behoeft aan veel directere marktcontacten dan de publieke dienstverlening nu kan leveren. Actielijn: onderzoeken van werkgeversvraag Het stadsdeel wil, om deze matching gerichter te maken, in kaart brengen hoe de werkgeversvraag naar personeel eruit ziet in Nieuw-West. Als blijkt dat dit probleem inderdaad een 1 Los van het Werkhuis zet het stadsdeel zich op bredere schaal in voor social return.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
oplossing behoeft, dan zal het stadsdeel aan de slag gaan met het zoeken naar oplossingsrichtingen. 5.4.3 Stageplaatsen Nieuw-West heeft het grootste percentage jongeren van de stad. Om door te kunnen naar de arbeidsmarkt – die binnen afzienbare tijd grote tekorten zal hebben – zullen zij hun opleidingen succesvol moeten afronden. Hiervoor zijn stageplaatsen nodig. Het algemene beeld dat tijdens de ondernemersbijeenkomsten voor deze visie naar voren is gekomen, is dat er sprake is van een mismatch op het gebied van stages in Nieuw-West zijn. Ondernemers geven aan dat ze geregeld leerlingen spreken die laten weten grote moeite hebben ergens een plek te vinden. Het is onduidelijk of dit inderdaad op grote schaal voorkomt en als dit zo is, waar het dan precies mis gaat. Vanwege het cruciale belang van stageplaatsen (als onderdeel van het succesvol afronden van een opleiding), is het zaak om meer duidelijkheid over deze problematiek te krijgen. Het stadsdeel zal andere partijen aansporen om uit te zoeken wat er speelt. Ook zal worden gekeken of het eerder genoemde BOOT, het Ondernemersplatform of het onderwijsleven zelf een rol kan spelen in de uitvoering van het onderzoek. Met de vorming van de werkgroep ‘Stages’ uit het e Ondernemersplatform op 14 februari 2012 is een goede 1 stap in deze richting gezet. Actielijn: onderzoeken stage-problematiek Er zijn diverse mogelijke oorzaken van de te onderzoeken mismatch. Mogelijk worden onvoldoende potentiële plekken aangeboord of zijn werkgevers terughoudend in het aanbieden van plekken. Het kan zijn dat de mogelijkheden van de bedrij- 35 -
ven niet passen op de roosters en de curricula van de scholen; of aanvragen van bedrijven om stagiaires hun weg niet vinden door de school; of dat discriminatie een rol speelt; of dat scholen en bedrijven niet de juiste contactpersonen weten te vinden; enzovoorts. Aangenomen wordt dat in een tijd van recessie bedrijven vooral met hun primaire productie bezig zijn, maar dat betekent niet dat de bereidheid om stagiaires te ontvangen hiermee wegvalt. Het lijkt vooral aan een goede uitvoeringspraktijk te ontbreken. Stages zijn een effectief, maar ook bewerkelijk instrument. Ze lopen niet vanzelf, hebben een professionele begeleiding nodig. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de scholen. Maar ook de scholen staan onder financiële druk. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek kan gestart worden met de uitvoering van het matchen van vraag en aanbod naar stageplekken. Dit is een verantwoordelijkheid van verschillende partijen. Bijvoorbeeld bedrijven, instellingen, kenniscentra, maar ook scholen. Samenwerkingsverbanden als het Ondernemersplatform kunnen bedrijven benaderen om stages effectief in te blijven vullen, ook in deze lastige tijd. Het is daarbij goed om te weten dat sommige branches subsidies beschikbaar stellen voor stageplaatsen, zoals in de zorgsector. Actielijn: werkproces starten voor matching vraag en aanbod stageplaatsen Het stadsdeel kan ook als werkgever het goede voorbeeld geven. Elk stadsdeel heeft de verplichting om jaarlijks VMBOstages aan te bieden. Stadsdeel Nieuw-West voldoet aan deze norm. Er is een pilot opgezet waarbij het stadsdeel tot medio 2012 meer VMBO-stages gaat aanbieden. Daarna wordt geëvalueerd of deze pilot doorgezet kan worden. Actielijn: stadsdeel aanbieder extra VMBO-stages
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
5.4.4
Actielijnen samengevat
6. Gekwalificeerd personeel – actielijnen a. aanpak mismatch arbeidsmarkt (in/door Ondernemersplatform) b. stimuleren bewustzijn mogelijkheden in techniek en zorg
7. Matchen werkgevers en werklozen – actielijnen a. uitvoering en doorontwikkeling van het banenplan Nieuw West Werkt b. ontwikkeling Werkhuis c. onderzoek werkgeversvraag
8. Stageplaatsen - actielijnen a. onderzoek stage-problematiek b. werkproces starten om meer stageplaatsen te creëren c. stadsdeel als stageplaats: pilot in 2012 met meer VMBO-stages
- 36 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
6 Focussectoren
grootste groeisector in Amsterdam en zal ook Nieuw-West als vestigingsgebied in het vizier hebben.
6.2 Situatieschets economische structuur 6.1 Focussectoren als pijler De pijler focussectoren omvat economische sectoren waarop het stadsdeel qua behoud en ontwikkeling wil focussen. Het zijn sectoren die om verschillende redenen belangrijk zijn voor Nieuw-West: vanwege leefbaarheid, werkgelegenheid of de uitstraling naar buiten toe. Hiermee is tevens het belang van deze pijler aangegeven: door gericht in te zetten op behoud en stimuleren van voor Nieuw-West belangrijke sectoren, worden deze afgeleide doelen nagestreefd. Deze pijler weerspiegelt bij uitstek de missie van deze visie, namelijk realisme en ambitie. Juist in de sectorale structuur wordt duidelijk waar zowel een opgave als kansen liggen. In deze visie wordt gekozen voor focus op de sectoren detailhandel, horeca, vrije tijd en ontspanning, medisch en zorg, onderwijs, creatieve sector en financieel-zakelijke dienstverlening. Detailhandel en horeca hebben directe relatie met het vestigingsklimaat voor zowel bewoners als bedrijven. En vormen een belangrijke element in de leefbaarheid en het welzijn. De sector vrije tijd en ontspanning vervult deze rol ook, maar is daarnaast ook gericht op bezoekers van buiten het stadsdeel. De medische en zorgsector is nu al sterk aanwezig in NieuwWest en heeft een belangrijke werkgelegenheidsfunctie. Bovendien is het een sterke groeisector. De aanwezigheid van (hogere) onderwijsinstellingen heeft uitstralingseffecten, door de aanwezigheid en bestedingen van studenten en werknemers. De creatieve sector is al een speerpunt in het stadsdeelbeleid en heeft meer dan gemiddeld uitstralingseffecten naar de wijk. De zakelijke dienstverlening is in de toekomst de - 37 -
In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de sectorstructuur van Nieuw-West. Hierbij worden ook relevante trends en ontwikkelingen geschetst. Vanwege de hoeveelheid onderwerpen is ervoor gekozen om – in tegelstelling tot voorgaande hoofdstukken- hiervoor niet een aparte paragraaf op te nemen. I. Algemeen beeld: groei in Nieuw-West In de periode tussen 2000 en 2010 is de bedrijvigheid in Nieuw-West met 48% sterk gegroeid; hiermee volgde Nieuw-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West World Fashion Centre
Economische Visie Nieuw-West
West de Amsterdamse groei. Een groot deel van deze sterke groei wordt verklaard door het grote aantal starters (zie § 4.2.1). Qua structuur van de bedrijvigheid valt - afgezet tegen het gemiddelde van de Amsterdamse bedrijvenstructuur - een aantal zaken op. Samengevat is dit te vinden in onderstaande grafiek. II. Bouwnijverheid Deze sector is binnen heel Amsterdam sterk gegroeid. Dit is te verklaren dat steeds meer werknemers voor het zelfstandig ondernemerschap kiezen (ZZP’ers). Deze trend is in alle sectoren waarneembaar, maar in de bouw zeer sterk. De arbeidstekorten in deze sector in het voorgaande decennium hebben dit fenomeen in de hand gewerkt. Voor Nieuw-West is de groei van het aantal ZZP’ers in de bouw zeer sterk geweest, sterker dan in Amsterdam gemiddeld. Dit type ondernemers is tevens ook kwetsbaar. Dit laat zich zien in het aandeel in de bedrijvigheid, zoals zichtbaar in onderstaande grafiek. Het % aantal bedrijfsvestigingen Nieuw-West en Amsterdam in 2010 , alle branches 30%
III. Groothandel / mode Deze sector is met een aandeel van 8% in Nieuw West ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde van 5% groot. De verschillen worden echter kleiner: sinds 2000 is de omvang van de sector met bijna 30% afgenomen. Dit is vooral te verklaren door de afname van de modegroothandel. Het mode-cluster speelt een bijzondere rol in Nieuw-West. Het World Fashion Centre beschrijft zichzelf als het grootste modehandelscentrum ter wereld, met meer dan 300 showrooms en vele nationale en internationale merken en labels. Een groot aantal kledingproducenten, -inkopers, -verkopers en -ontwerpers gevestigd. In de directe omgeving is ook de MOD Group gevestigd, eveneens een cluster voor mode-groothandel. Wel is het de vraag of Nieuw-West voor de modesector interessant blijft: terwijl in Amsterdam het aantal modebedrijven flink is gegroeid, is in de afgelopen 10 jaar het aantal bedrijven en werknemers in het ontwerp, vervaardiging en handel van kleding in Nieuw-West behoorlijk afgenomen. Niettemin is de modesector een sterk cluster in Nieuw-West.
25% 20% 15% 10% 5%
- 38 -
J
Nieuw-West
K
L
M
N
O
Amsterdam
Extraterritoriale organisaties en
I
Overige dienstverlening
Horeca
H
Cultuur, sport en recreatie
Transport en logistiek
G
Onderwijs
Groot- en detailhandel
F
Gezondheidsen welzijnszorg
Bouwnijverheid
E
Overheid
Waterwinning en
D
Overige zakelijke
Energiebedrijven
C
Advisering en onderzoek
Industrie
B
Handel, verhuur onroerend goed
Winning van delfstoffen
A
Informatie en communicatie Financiële instellingen
Landbouw, bosbouw en
0%
P
Q
R
S
U
IV. Transport en logistiek Deze sector is sterk vertegenwoordigd in Nieuw-West. Een nadere blik hierop leert dat het vooral om taxibedrijven en koeriersbedrijven gaat. Gezien de kwalificaties van een groot deel van de beroepsbevolking wekt het geen verbazing dat deze laagdrempelige instapmogelijkheid voor ondernemerschap zo sterk floreert in Nieuw-West. Interessante constatering is dat beide vormen van bedrijvigheid voor een deel spin off zijn van de internationale oriëntatie van Amsterdam c.q. georiënteerd zijn op het grotere bedrijfsleven.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
V. Onderwijs De onderwijssector is goed vertegenwoordigd in Nieuw-West, zij het dat het vooral om het lagere en middelbare onderwijs gaat. In het stadsdeel zijn veel basisscholen, speciaal onderwijs en VMBO-scholen en dito vakopleidingen. Er is echter maar één hogere onderwijsinstelling gevestigd, namelijk de sportopleiding van de Hogeschool van Amsterdam. In 2012 wordt deze aangevuld met de komst van de Hotelschool Den Haag (HBO). Er zijn geen universitaire instellingen of dependances daarvan gevestigd. VI. Gezondheid- en welzijnszorg Deze sector is qua aantal bedrijven misschien geen opvallende binnen de bedrijvigheidstructuur van Nieuw-West, maar wel qua werkgelegenheid. Bijna een kwart van alle banen in NieuwWest bevindt zich in deze sector. De meeste banen zijn bij de drie ziekenhuizen: Lucas Andreas ziekenhuis, Slotervaart ziekenhuis en het gespecialiseerde ziekenhuis Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek. Vanwege de vergrijzing kan de gezondheid- en welzijnszorg alleen op basis daarvan al als een groeisector worden beschouwd. En daarmee als kansrijke voor Nieuw-West. Daarnaast wordt de burger steeds meer een kritische (zorg) consument. Die consument is op zoek naar zorg die het beste aansluit bij zijn behoefte, zelfs al is die in het buitenland. En is bereid daar meer voor te betalen. Zorgaanbieders, die sinds de afschaffing van het ziekenfonds efficiënter en marktgerichter zijn gaan werken in de slag om de consument, spelen hierop in met nieuwe concepten. De werkgelegenheid in de zorg is in Nederland de afgelopen tien jaar spectaculair gegroeid. Driekwart van het aantal nieuwe banen ging naar deze sector (bron: CBS). Kortom: de zorgeconomie groeit, vooral in specifieke segmenten. Bij de consumentgerichte bedrijven en voorzieningen zijn dat op preventie gerichte bedrijven, ziekenhuiszorg, GGZ-zorg en sport en wellness. In de business to business markt groeit vooral het research & development segment sterk, evenals de medische en zorggere- 39 -
lateerde productie. Nieuwe ondernemers spelen in op deze groeimarkten en introduceren steeds meer vernieuwende concepten. De economische kansen zitten voornamelijk in toename van het aandeel van het midden- en kleinbedrijf in de sector. VII. ICT, financiële instellingen, advisering en onderzoek, overige zakelijke dienstverlening De meer gespecialiseerde en hoogwaardige sectoren als informatie en communicatie en advisering en onderzoek zijn ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde kleiner in NieuwWest. Niettemin is een sector als advisering en onderzoek nog steeds een substantiële binnen de economische structuur. Overige zakelijke dienstverlening1 en financiële instellingen zitten qua aantal bedrijven op hetzelfde niveau als Amsterdam. Daarnaast blijkt dat – hoewel niet te vergelijken met het Amsterdamse gemiddelde – het grootste aantal starters in NieuwWest begint in de sectoren advies en onderzoek (16% van alle starters in Nieuw-West) en overige zakelijke dienstverlening (11%). VIII. Creatieve sector Deze sector staat hoog op de beleidsagenda van de metropoolregio Amsterdam en die van het stadsdeel. In de hier gehanteerde sectorale indeling verdwijnt deze ‘sector’ uit beeld, aangezien de creatieve sector verdeeld is over een aantal branches. In Amsterdam worden kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening gezien als creatieve bedrijvigheid. De creatieve industrie is al geruime tijd niet meer alleen geclusterd in het centrum en het voormalige stadsdeel Oud-Zuid, en heeft zich verspreid over heel Amsterdam. In Nieuw-West 1 Overige zakelijke dienstverlening is een soort van restcategorie en omvat een diverse soort bedrijfstakken: advocaten, accountants, belastingadviseurs, uitzendbureaus, schoonmaakbedrijven, callcenters, reclamebureau’s, organisatieadviesbureaus, etc.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
gaat het in 2011 om 929 bedrijven, waar ruim 1900 mensen werken. Deze 929 bedrijven komen neer op ongeveer 8% van het totaal aantal bedrijven in Nieuw-West en ca. 5 % van het aantal creatieve bedrijven in Amsterdam. Per saldo is in de periode 2000 – 2011 het aantal banen in deze sector in NieuwWest met 3% afgenomen, terwijl in Amsterdam als geheel deze met 18% gegroeid is. Het aantal vestigingen is wel toegenomen. Qua branchering is dit de top 5 van meest voorkomende creatieve bedrijven in Nieuw-West: reclamebureaus (172), schrijven en overig scheppende kunst (120), beoefening van podiumkunst (78), dienstverlening voor uitvoerende kunst (73) en industrieel ontwerp en vormgeving (72). IX. Detailhandel De detailhandel sector in Nieuw-West verhoudingsgewijs net zo sterk vertegenwoordigd als in Amsterdam. Vanwege het belang van winkelvoorzieningen voor leef- en ondernemingsklimaat maar ook de stedelijke vernieuwing, is vanuit de drie voormalige stadsdelen veel aandacht geweest voor de winkelgebieden. Alle voormalige stadsdelen hebben een (restrictief) concentratiebeleid gevoerd, om de vitaliteit van de bestaande winkelgebieden te waarborgen. In de praktijk is het beeld versnipperd. Er zijn relatief veel winkelgebieden door de stedenbouwkundige na-oorlogse opzet van het stadsdeel. Met name van de kleinste en ‘versnipperde’ winkelgebiedjes staat de vitaliteit en soms de levensvatbaarheid onder druk. Dit zijn bijvoorbeeld delen van de Johan Huizingalaan, Burgemeester van Leeuwenlaan/ Confuciusplein, Burgemeester de Vlugtlaan, hoek Meer en Vaart/Pieter Calandlaan, Dijkgraafplein, Delflandplein en niet op de laatste plaats delen van winkelcentrum Osdorpplein en Tussenmeer II. Sommige winkelgebieden/straten zijn aangemerkt als ontmoedigingsgebied, echter in de praktijk blijkt dat de keuze voor een uitsterfbeleid te aldaar niet altijd heeft geleid tot de opheffing van de winkelfunctie. Zo lang een winkel blijft zitten, verandert er niets - 40 -
aan de situatie. De instrumenten van het stadsdeel om winkelgebieden op te heffen of samen te voegen zijn beperkt. De leegstand is in voormalig Geuzenveld-Slotermeer met 11% hoog, in Osdorp en Slotervaart met 6% vrij gemiddeld. Het winkelvloerareaal is in Nieuw-West sinds 2000 met 10% gegroeid. In Amsterdam bedroeg deze groei gemiddeld 13%. De variëteit en kwaliteit voor de dagelijkse aankopen is op NieuwWest-niveau groot. Dit vertaalt zich ook terug in een hoge koopkrachtbinding van 85%. In de afgelopen 10 jaar heeft de levensmiddelensector met 36% bovendien een bovengemiddelde groei in het winkelvloeroppervlak laten zien.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Het niet-dagelijks aanbod in Nieuw-West blijft achter. De branches mode en luxe (-1%), vrije tijd (-5%) en “in en om het huis” (-14%) zijn ook in omvang afgenomen. De koopkrachtbinding [1] voor niet-dagelijkse artikelen is 51% , dat betekent dat de helft van de uitgaven buiten Nieuw-West gedaan worden. Dit heeft te maken met de kwaliteit en diversiteit van het aanbod, maar ook met zaken als uitstraling, sfeer en mogelijkheden om het winkelen te combineren met horecabezoek e.d.
De markten vormen een bijzonder onderdeel van de detailhandel structuur. Zij geven karakter en sfeer aan winkelgebieden en zorgen doorgaans voor extra toevloeiing van bestedingen naar het omliggende winkelgebied. Daarnaast zijn markten een instapmogelijkheid voor nieuwe ondernemers: vanwege de lage opstartkosten kunnen nieuwe ondernemers relatief makkelijk een bedrijf opstarten. In Nieuw-West zijn er vier warenmarkten. De markt op Tussenmeer, Lambertus Zijlplein en Sierplein zijn dagmarkten, d.w.z. één dag in de week aanwezig. De markt op Plein ’40 – ’45 is een weekmarkt, dus (bijna) de hele week geopend. Van alle markten functioneert de markt op Tussenmeer het best. Drie warenmarkten worden georganiseerd door het stadsdeel en één door een stichting (de Siermarkt). X. Horeca Deze horecasector in Nieuw-West scoort zowel in aandeel in de economische structuur als in kwaliteit beneden het Amsterdamse gemiddelde. Het huidige aanbod kent grote kwaliteitsverschillen. Een groot aandeel van de horeca wordt gevormd door de categorie cafetaria's, lunchrooms, snackbars, eetkramen. Sterke, opvallende en herkenbare formules die publiek trekken zijn dun gezaaid. Het imago van Nieuw-West – qua potentieel en qua veiligheid weerhoudt horecaondernemers van binnen de ring mogelijk om de stap naar Nieuw-West te wagen. Horeca is met uitstek een branche die consumentvolgend is. Bekende voorbeelden zijn Coffeecompany en Bagels & Beans, die pas in een gebied vestigen wanneer hun klanten of hun concurrenten zich daar gesetteld hebben. Ook een punt van aandacht bij de horeca in Nieuw-West is de levensvatbaarheid en de continuïteit: het gevoel bestaat dat snelle wisselingen soms eerder regel dan uitzondering zijn.
Aantal winkels in Nieuw-West naar branche, 2010
[ 1] O+S, consumentenonderzoek winkelen in Amsterdam 2009 – 2010. - 41 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
XI. Cultuur, sport en recreatie Eveneens belangrijk voor zowel woonklimaat als ondernemingsklimaat, zijn cultuur, sport en recreatie. Hoe divers de samenstelling van deze sector ook is, ten opzichte van het Amsterdamse gemiddelde stelt deze in omvang relatief weinig voor. Ook behoeft deze een kwaliteitsimpuls. Met de hoeveelheid aanwezig groen (woonomgeving, parken, sportvelden en het buitengebied) en blauw zijn er veel sport - en recreatiemogelijkheden. Hiermee zijn er ook nog volop kansen voor meer economische benutting van deze kwaliteiten van Nieuw-West. XII. Niet in de cijfers: verborgen economie In bovenstaande analyse ontbreekt het beeld van wat genoemd mag worden de informele economie (verborgen economie). De informele economie omvat de wettelijke en onwettelijke economische activiteiten die niet worden waargenomen door officiele instanties, zoals de Belastingdienst. Vaak gaat het kleinschalige activiteiten, die maar beperkt in verhouding staan tot het officieel maken ervan en de (administratieve) lastendruk die dat met zich mee brengt. Bijvoorbeeld schoonmaakwerk. Maar het kan ook een serieuzere omvang hebben, zoals naaiateliers aan huis. De omvang van de informele economie in Nieuw-West is uiteraard onbekend. Aangenomen wordt dat de omvang relatief groot is, doordat bij verschillende bevolkingsgroepen hier een beperkte cultuur is van en onbekendheid met het officieel registreren van activiteiten. Door gebrek aan kennis of de juiste ingang weet men bijvoorbeeld dat er vergunningen aangevraagd moeten worden. Dit brengt echter ook beperkingen met zich mee. Doordat wellicht het besef bestaat dat activiteiten verborgen moeten blijven voor officiële instanties, ligt er in feite ook een rem op potentiële groei. En daarmee op officiële emancipatie – en participatie-effecten en zekerheden als rechtsbescherming en doorbetaling bij ziekte.
6.3 Opgave De opgave ten aanzien van de sectorale structuur is tweeledig. Enerzijds bestaat het uit het versterken van die sectoren die van belang zijn voor woonklimaat, leefbaarheid, welzijn en gezindheid van burgers en ondernemingsklimaat en die in dat perspectief versterking kunnen gebruiken. Hierbij gaat het om detailhandel en horeca, maar ook de sector vrije tijd- en ontspanning. Anderzijds is de opgave om kansrijke sectoren verder te versterken en de potentie ervan benutten: de medische en zorgsector, (eveneens) vrije tijd en ontspanning, creatieve sector en de financieel-zakelijke dienstverlening. 6.3.1 Detailhandel Zoals ook uit de situatieschets blijkt, staat Nieuw-West op het gebied van detailhandel voor een flinke opgave. Het is daarbij balanceren tussen het fijnmazige karakter van de structuur, het sterk houden en verbeteren van winkelgebieden en het behouden van koopkrachtbinding voor Nieuw-West als geheel. I. Beperkte uitbreidingsruimte Een belangrijk gegeven hierbij is dat de potentiële uitbreidingsruimte voor winkelareaal beperkt is. In Nieuw-West mag maxi[1] maal 25.000 m2 extra vloeroppervlakte worden bijgebouwd. Deze beperkte uitbreidingscapaciteit is het gevolg van het feit dat de Amsterdamse markt grotendeels verzadigd is. Voor Nieuw-West speelt daarbij het vertragen van de stedelijke vernieuwing, als gevolg van de crisis. Hierdoor is de bevolkingstoename beperkt en wordt er ook geen significante stijging van de koopkrachtontwikkeling verwacht. II. Bestaande nieuwbouwplannen Markant is dat in Nieuw-West sprake is van een planvoorraad die de voorgeschreven marktruimte overtreft. De centrumplan[1]
- 42 -
Marktruimte detailhandel Metropoolregio Amsterdam 2010 – 2040, Bureau Stedelijke Planning (2011)
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
nen voor het winkelcentrum van Osdorp beogen om het gebied tot hét centrum van Nieuw-West te maken, sterker nog: hebben zelfs een stadsdeeloverschrijdende focus. Achterliggende gedachte is om de inwoners zo meer beleving van het stadsdeel te bieden. Deze plannen beslaan een capaciteit van ca. 20.000m2. Daarnaast zijn er uitbreidingsplannen bij het August Allebéplein van (ca. 2.000m2 en het Delflandplein van ca. 3.000m2). Daarnaast speelt op het Bedrijvencentrum Osdorp de wens het terrein een ontwikkelingsimpuls te geven en daar meer winkels toe te staan In de nabije omgeving van Nieuw-West zijn er ook diverse uitbreidingsplannen: de ontwikkeling van Sugar City in Halfweg (25.000m2 PDV/GDV) en de uitbreiding van Zuiderhout in Zaanstad (27.000 m2 PDV/GDV). III. Veranderende consumentenpatronen Voor de opgave is ook het veranderende consumentgedrag van belang. Als gevolg van verschuivende en teruglopende bestedingen komt met name de kleinschalige detailhandel steeds meer onder druk te staan. Voor dit stadsdeel Nieuw-West, met een fijnmazige structuur met veel kleine detaillisten qua winkelvloeroppervlakte en bedrijfsstructuur, kan dat op termijn (grote) gevolgen hebben. IV. Leegstand Leegstand is landelijk én in Nieuw-West aan het ontstaan door: • de behoefte van ketens naar grotere winkelpanden (schaalvergroting) • een sterk veranderde consument in Nieuw-West (m.n. van autochtoon naar allochtoon) met een ander koopgedrag • de consument die de behoefte heeft aan ‘gezellige’ winkelgebieden, waarbij winkelen gecombineerd kan worden met andere activiteiten (funshoppen) • het toenemende belang van internetverkoop, wat in de toekomst alleen tot een verminderde vraag naar winkelvastgoed zal leiden. Osdorpplein - 43 -
V. Kansen Behalve eerder genoemde ´dreigingen´, zijn er ook nieuwe kansen voor de detailhandelsector. Bijvoorbeeld ontstaat een nieuwe behoefte aan mogelijkheden voor afhaalpunten voor de interneteconomie op bedrijventerreinen of in de wijk. Eveneens kansen bieden belevenisretail en- economie en de menging met vrije tijdsseconomie. De vernieuwing van het OVknooppunt station Lelylaan en de omgeving daarvan, zorgt voor een toename van het aantal reizigers. De warenmarkten kunnen nog meer complementair aan het winkelgebied worden ingezet. VI. Opstellen detailhandelsvisie detailhandel Kortom, de beperkte uitbreidingsruimte, de bestaande uitbreidingsplannen, de concurrentie in de omgeving, de consumententrends, leegstand maar ook de nieuwe kansen, geven extra belang aan het realiseren van de opgave – een evenwichtige, sterke detailhandelstructuur voor Nieuw-West. De vraag is welke detailhandelsstructuur in de toekomst wenselijk en haalbaar is. En hoe we tot een dergelijke structuur kunnen komen. Zoals gezegd is daarbij aandachtspunt hoe omgegaan moet worden met de Plein ’40 – ‘45 huidige kwetsbare fijnmazige detailhandelsstructuur. Dit vraagstuk gaat Nieuw-West uitwerken in een detailhandelsvisie in 2012. De aanpak zal zijn dat een aantal ontwikkelscenario’s worden getoetst bij onafhankelijke experts en bij de winkeliers. Veel gehoord (ook in de overlegrondes) is de constatering dat winkelgebieden onderscheidend moeten zijn ten opzichte van elkaar, zeker in een kwetsbare structuur als die van Nieuw-West. Hierbij zal ook worden gekeken naar de mogelijkheden die ambulante handel en/ of evenementen kunnen bieden voor de profilering van winkelgeActielijn: opstellen en vaststellen detailhandels- en staanplaatsenbeleid in 2012
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
bieden. Uiteraard zal dit alles in nauw overleg gebeuren met de winkeliers. Niet in de laatste plaats zal in de detailhandelsvisie een antwoord komen op de motie ‘Economisch beleid Overtoomse Veld’ van 6 juli 2011. Hierin wordt gevraagd om de mogelijkheden tot behoud en herstel van de winkelfunctie buiten de concentratiegebieden dan wel om elders levendige winkelstraten tot stand te brengen te onderzoeken. Naast het detailhandelsbeleid zal het stadsdeel een staanplaatsenbeleid opstellen in 2012. Het gaat om staanplaatsen buiten de reguliere markten om, waarvoor nu nog geen of sterk verouderd beleid is. VII. Winkelstraatmanagement Alle drie de voormalige stadsdelen hebben met inhuur van externe capaciteit winkelstraatmanagement gevoerd. Daarin lag het accent op hoofdlijnen op schoon, heel en veilig, maar ook zaken als het organiseren van samenwerking tussen ondernemers. Ook de resterende bestuursperiode (tot 2014) zet NieuwWest in op winkelstraatmanagement, echter met een andere focus. Een deel van de huidige taken zal elders in de organisatie worden ondergebracht, waar middels een ‘overgangsperiode’ ondernemers én stadsdeel gewend kunnen raken aan de nieuwe rol. De winkelstraatmanager zal gaan opereren als een katalysator, aanjager en adviseur. Hij/zij moet ervoor zorgen dat (markt)partijen zelf de wegen gaan leren benutten om problemen in de winkelgebieden aan te kaarten en creatief worden in het vinden van oplossingen. Dus daar waar op dit moment het winkelstraatmanagement zich nog primair bezighoudt met het primair ondersteunen van winkeliers en winkeliersverenigingen wordt het accent verlegd op de versterking van de samenwerking tussen vastgoedeigenaren en winkeliers. Dit heeft behalve met de financiële mogelijkheden, ook te maken met het feit dat hier meer effectiviteit van wordt verwacht. Actielijn: continuering winkelstraatmanagement - 44 -
VIII. Markten Zoals gezegd zijn markten belangrijk voor de versterking en profilering van de winkelgebieden en als instapmogelijkheid voor nieuw ondernemerschap. Wel is voor diverse markten in Amsterdam, en zo ook in Nieuw-West, de kwaliteit en de sfeer van de markt een aandachtspunt. Het gaat dan om uitstraling en branchering. Privatisering van ambulante detailhandel is kans om het probleemeigenaarschap te verleggen, met als voordeel dat voor een dergelijk collectief minder regelgeving van toepassing is dan wanneer het stadsdeel aan zet is en zo kwaliteitsverbetering te bewerkstellingen. Zoals bijvoorbeeld gelukt is bij de Siermarkt. Marketing Siermarkt
Als het gaat om versterking van markten, gaat de aandacht nu vooral uit naar de weekmarkt op Plein ’40 – ’45. Uit onderzoek van I&O Research in 2011 is gebleken dat de autonome aantrekkingskracht van de markt te gering is, de kwaliteit en de variatie (branchering) onvoldoende, net als de uitstraling, netheid en hygiëne en laat de samenwerking tussen de markt,
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
stadsdeel en winkeliers laat te wensen over. Een ontwikkeloptie om te specialiseren: bijvoorbeeld richting groen, duurzaam en streekgebonden. Of juist een wereldmarkt: met zo veel mogelijk kleuren en smaken. Of stoeien met de openingstijden (avondmarkt) om vernieuwend te zijn. In 2012 wordt onderzocht wat kansrijk is voor de markt op Plein ’40 – ’45. Verder volgt in 2012 een evaluatie van de Siermarkt. Actielijn: versterken markten
6.3.2
Horeca
I. Meer diverse horeca Horeca is een belangrijke kwaliteit voor het leefklimaat. Daarnaast heeft het een ondersteunende functie ten aanzien van de detailhandel. In de overlegrondes is dan ook het creëren van een uitgaanscentrum genoemd als één van de belangrijkste voorwaarden voor ondernemerschap dan wel een aantrekkelijk woonklimaat. Gezien het belang, vraagt het horeca-aanbod in Nieuw-West om een kwantitatieve en kwalitatieve impuls. In een aantal ontwikkelingen wordt hierin voorzien. Binnen de in de vorige paragraaf genoemde plannen voor de vernieuwing van het Osdorpplein wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van dag- en avondhoreca en een partycentrum. Aan de oevers van de Sloterplas ter hoogte van het Osdorpplein is ruimte voorzien voor horeca met terrassen, al dan niet deels in het water. Ook wordt voorzien in cultureel uitgaan met o.a. een bioscoop. Zie ook de paragraaf 6.3.3 over de ambities ten aanzien van de Osdorpplein, de Sloterplas en Tuinen van West. Deze vormen in feite het hart van de plannen voor vrijetijdsmogelijkheden (waaronder horeca) in Nieuw-West. In ieder geval is horeca in het groen en aan het blauw kansrijk en één van de mogelijkheden om deze omgevingskwaliteit meer economisch te benutten dan wat nu gebeurd. Actielijn: versterken diversiteit en kwaliteit horeca - 45 -
De kwaliteitsversterking van het horeca-aanbod is ook een grote uitdaging. Deels is sprake van autonome marktwerking: als er voldoende vraag is komen de ondernemers vanzelf. Daarnaast zit het markttij zit tegen, waardoor horeca ondernemers niet gemakkelijk krediet krijgen. Wat in Nieuw-West verder ontbreekt is vastgoed, sfeer, koopkracht, veiligheid en een goed imago. Het stadsdeel kan in ieder geval wel optimaal faciliteren: als een ondernemer met een goed concept komt, dan gaat het om meedenken met de ondernemer om te kijken of het concept ruimtelijk ingepast kan worden. Dit is een gemeenschappelijke taak voor de winkelstraatmanager, de accountmanager en de loods. Verder kan het stadsdeel middels aanpassingen van het bestemmingsplan (WABO) de ontwikkelingen faciliteren. II. Hotelontwikkeling Een aparte categorie vormen de hotels. Het stadsdeel is gunstig gelegen ten opzichte van Schiphol. Ook speelt vanuit de centrale stad de wens tot meer hotelcapaciteit in andere stadsdelen dan stadsdeel Centrum. Het verschil op het gebied van capaciteit en bezetting van hotelkamers, toeristische banen en toeristische basisvoorzieningen moet kleiner worden. De Sloterplas en Nieuwe Meer zijn zo blijkt uit marktvragen die het stadsdeel bereiken aantrekkelijke gebieden voor hotelontwikkeling. Het stadsdeel wil en zal zich actief inzetten op het faciliteren van initiatieven voor hotelontwikkeling in Nieuw-West. Actielijn: faciliteren hotelontwikkeling III. Opstellen horeca- en hotelbeleid Gedetailleerde keuzes en beschrijving van de horeca-en hotelmogelijkheden zullen in 2012 worden uitgewerkt in een aparte horecanota. Daarin wordt ook uitgewerkt waarop het stadsdeel wat betreft horeca (en recreatie) op in wil inzetten. Actielijn: opstellen horeca- en hotelbeleid
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
6.3.3 Vrije tijd en sport Voldoende mogelijkheden voor de invulling van vrije tijd wegen mee in de keuze om ergens te gaan wonen dan wel ergens te verblijven. Op dit moment zijn de woon- en werkfuncties en vrije tijdsfuncties niet in verhouding. Er is te weinig aanbod en ook sluit het niet voldoende aan op de wensen van hooggeschoolde werknemers. Om meer inzicht te krijgen in de verhouding tussen aanbod en behoefte, de mogelijkheden om deze te beïnvloeden en wat het stadsdeel hier aan kan doen, zal in 2012 een beleidskader worden ontwikkeld. Deze wordt in samenhang met het horecabeleid ontwikkeld. Actielijn: opstellen leisurebeleid I. Profilering en benutting groen/ blauw Veel groene en blauwe gebieden in Nieuw-West zijn buiten maar ook binnen het stadsdeel nauwelijks bekend of worden maar beperkt benut. Bijvoorbeeld de Sloterplas, de Nieuwe Meer, het Sloterpark, het Gerbrandypark, het Rembrandtpark en de Tuinen van West. Deze (economisch) deels onontgonnen en onontdekte gebieden in het stadsdeel bieden mogelijkheden voor versterking van het leefklimaat en het welzijn en gezondheid van de bewoners. Recreatie is een belangrijke functie om mensen tot een actieve leefstijl aan te zetten. Maar biedt ook kansen om Nieuw-West op de kaart te zetten. De kwaliteiten van deze gebieden zullen nadrukkelijker worden Voorbeeld van welness benut en geprofileerd, waarbij vernieuwende concepten op het gebied van vrije tijd omarmd worden. In de moderne vrijetijdseconomie hebben multifunctionele locaties een grote aantrekkingskracht: er moeten verschillende dingen te doen zijn. Combineren en beleven zijn sleutelwoorden. - 46 -
Vooral de Sloterplas en Nieuwe Meer zijn parels waar nog veel te halen valt. De potentie van deze gebieden voor de vrije tijdseconomie is kansrijk. Denk Sloterplas aan welness-concepten, evenementen, congresfaciliteiten, maar ook koppelingen met winkelen, wandelen, fietsen en horecabezoek. Uitgangspunt bij meer economische benutting van groen-blauw is de ruimtelijke inpasbaarheid en waar gewenst economische benutting in samenhang met bescherming van de natuur. Er zijn al plannen voor ontwikkeling van de Sloterplasoevers. Het gaat dan om betere benutting en vergroting van de verblijfskwaliteit aan de Sloterplas. Onder meer de vestiging van horeca, bioscoop , museum en/of hotel en de koppeling met het winkelgebied. Ook ruimtelijk-functioneel is er nog winst te Sloterplas behalen door koppeling van natuurgebieden (bijvoorbeeld Nieuwe Meer – Amsterdamse Bos). Actielijn: benutting groen / blauw voor vrijetijdsfuncties
Als het gaat om de benutting en profilering van groen en blauw, is ook relevant de ontwikkeling van de Tuinen van West Dit is het gebied tussen de A9 en de rand van de bebouwing van het stadsdeel. Het project komt neer op het bewaken en ontwikkelen van de open ruimte, door deze zo functioneel mogelijk in te vullen. Het poldergebied moet een open en groen recreatiegebied blijven
Tuinen van West
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
voor inwoners van het stadsdeel, Amsterdam en de regio. Een component binnen deze ambitie is de ontwikkeling van stadslandbouw. Stadslandbouw is een veelbelovende manier om bewoners te betrekken bij de levende natuur en de duurzame [ ] teelt van (streek)producten. Het Innovatienetwerk 1 is momenteel bezig met het uitwerken van business-cases om innovatieve ideeën in de Tuinen van West een plek te geven. Ook de Brettenzone ten noorden van het stadsdeel is een groene en onbenutte plek. II. Intensiveren, verzelfstandigen of herontwikkelen van de sportlocaties Naast de recreatieve functie zijn er de sportieve functies van het groen. In de visie op de sportparken ‘Nieuw-West Sport’ 2012-2025 geeft het stadsdeel de ontwikkellijn van de sportparken aan. Bij drie sportparken (Ookmeer, De Eendracht, Sloten met het Velodrome) wordt ingezet op een snelle ontwikkeling tot een ‘breed sportpark’. Dit betekent dat op deze sportparken een veel gevarieerder sport- en beweegaanbod ontwikkeld wordt voor veel meer doelgroepen, in samenspraak met ondernemers. Sportpark Ookmeer bijvoorbeeld is het grootste sportpark van Nederland. Met de komst van de Hogeschool van Amsterdam (voorheen ALO) en de nieuwbouw van de turnhal op internationaal niveau, zijn al een aantal topsportvoorzieningen aanwezig. Het is de bedoeling dat sportondernemers meer sportactiviteiten voor andere doelgroepen (schoolverlaters, ouderen etc.) en daarvoor delen van het sportpark gaan ontwikkelen. Actielijn: benutten / uitbouwen potenties sportlocaties-, functies en bedrijven [1] Het Innovatienetwerk ontwikkelt grensverleggende innovaties in landbouw, agribusiness, voeding en groene ruimte en draagt er aan bij dat die door belanghebbenden in de praktijk worden gebracht. Wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
- 47 -
Voor de andere drie sportparklocaties gaat het om andere keuzes. Riekerhaven en Spieringhorn kunnen worden herontwikkeld. Bij Riekerhaven is een proces in gang gezet om de daar gevestigde verenigingen te laten verhuizen ten behoeve van andersoortige ontwikkelingen. Het bestemmingsplan biedt ruimte aan ontwikkeling tot locatie voor bedrijven, waaronder sportondernemingen en voor kantoorfuncties aan de randen. Spieringhorn wordt ontwikkeld tot een locatie waar volop ruimte zal zijn voor bedrijfsmatige ontwikkeling van de open (groene) ruimte, voor sport- en sportgerelateerde doeleinden, en voor evenementen, van sportieve of andere aard. Bij SlotenWest is naast herontwikkeling verzelfstandiging nog een optie. Deze lijnen tot verzelfstandiging of herontwikkeling bieden kortom diverse mogelijkheden voor de commerciële sport, leisure-achtige functies en aanpalende bedrijvigheid. Denk aan fitness, een schaatsbaan, welness, congresruimte, kinderopvang in combinatie met sport. Het intensiveren dan wel afstoten naar de markt van de sportlocaties is een goede manier om de uitstraling van Nieuw-West te verstevigen. III. Verblijfsfunctie niet-dagelijkse winkelpleinen Winkelen is nog steeds een belangrijke vrijetijdsbesteding van Nederlanders. In Nieuw-West kun je echter vooral terecht voor het runshoppen. Het funshoppen in Nieuw-West kan meer ontwikkeld worden. Hier gaat het veel meer om het kunnen combineren van activiteiten: een kopje koffie drinken of een hapje eten, een kapsalon bezoeken of gewoon etalages kijken. Dat geldt met name voor de gebieden die een wijk- of stadsdeelverzorgende functie hebben. In Nieuw-West zijn dit Osdorpplein en Plein ’40 – ’45. Het Osdorpplein is het winkelhart van Nieuw-West. De mogelijkheden om naast het winkelen, ook op een terrasje te zitten of naar een bioscoop te gaan, zijn er nu beperkt. Ook de relatie met de oever van de Sloterplas is voor verbetering vatbaar. Voor Plein ´40-´45 geldt eveneens dat de verblijfsfunctie mager is. Voor beide pleinen zijn plannen in ontwikkeling, waarin versterking van de verblijfsfunctie priori-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
teit is. Verder liggen er kansen bij pleinen die stedelijke vernieuwing ondergaan: hiermee ontstaan mogelijkheden om de verblijfskwaliteit te versterken. Bijvoorbeeld in de inrichting van de openbare ruimte of de programmering van horecaruimtes. Actielijn: versterken verblijfskwaliteit winkelgebieden nietdagelijkse aankopen IV. Evenementen Last but not least: het belang en deVoorbeeld rol van evenementen als medisch concept ontspanningsmogelijkheid voor bewoners en als imagobooster voor mensen van buiten Nieuw-West. Er worden met name door het stadsdeel al veel evenementen georganiseerd, maar hier komen vooral stadsdeelbewoners op af. Alleen Loveland bij het Sloterparkbad is stadsdeeloverstijgend. Met dergelijke evenementen kun je je positief op de kaart zetten. Ruimte bieden aan de uitbouw van het aanbod aan evenementen, en dus meer overlaten aan de markt, biedt kansen. Actielijn: faciliteren evenementen (met grote reikwijdte) V. Kidsentertainment / year arround leisure Leisure die inspeelt op de vele kinderen in het stadsdeel, is kansrijk, gewenst en kan gezondheidsbevorderend werken. Zeker als in het Nederlandse klimaat er rekening mee wordt gehouden dat het voorzieningen zijn die ook bij slecht weer gebruikt kunnen worden.
Voorbeeld van een nieuw medisch concept
- 48 -
6.3.4 Medisch en zorg Het medische cluster in Nieuw-West is sterk door de aanwezigheid van drie ziekenhuizen, die voor veel werkgelegenheid en spin-off zorgen. Het is voor Nieuw-West van essentieel belang om deze ziekenhuizen te behouden dan wel groei te faciliteren. Dit omdat ze naast de hierboven genoemde
effecten, herkenbaar en zichtbaar zijn en dus uitstraling hebben voor Nieuw-West. Het stadsdeel is met de drie ziekenhuizen in gesprek en zal dit blijven om te horen wat hun plannen voor de toekomst zijn. Waar kan het stadsdeel ze faciliteren? De ziekenhuizen zullen dan ook opgenomen worden als key spelers in het programma van de relatiemanager (zie paragraaf 4.3.2). Deze medische en zorgsector is veel breder dan alleen de drie ziekenhuizen. De groeiverwachtingen voor de toekomst zijn zoals eerder aangegeven groot: vergrijzing en de aandacht van consumenten voor gezondheid zijn de basis voor deze toekomstverwachtingen. Specifieke ontwikkelingen, zoals de groei van privéklinieken en welness, kunnen prima landen in de groen-blauwe omgeving van Nieuw-West. Nieuw-West wil dergelijke concepten waar mogelijk graag verwelkomen en zal daarom meebewegen met de markt. Daarnaast vindt in de markt vindt veel innovatie en ontwikkeling plaats, Denk bijvoorbeeld aan een medimall, een zorghotel of welnessbedrijven. Ook voor dergelijke innovatieve concepten staat het stadsdeel in principe open. Naast de werkgelegenheid bieden dergelijke ontwikkelingen ook kansen voor het MKB in het stadsdeel. Behalve de toeleveranciers ook schoonmaak- en cateringdiensten. Actielijn: faciliteren nieuwe medische- en zorgconcepten
6.3.5
Onderwijs
I. Aantrekken hogere onderwijsinstellingen Basisscholen en scholen op lager- en middelbaar niveau zijn in het stadsdeel volop aanwezig. Het zou een aanwinst zijn voor Nieuw-West als zich hier meer hogeschool- of universiteit (dependances) zouden vestigen. Dit heeft positieve uitstralingseffecten voor het imago. Daarnaast maken studenten kennis met het stadsdeel, willen ze zich er vestigen en blijven ze mogelijk na hun studie hangen. Ook gelden de effecten
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
voor toeleverende bedrijven, zoals hierboven beschreven. Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen als vakscholen bestaande clusters in Nieuw-West versterken, doordat nabijheid de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt mogelijk kan verkleinen. Bijvoorbeeld als het gaat om het aanbieden van stages. De komst van de Hotelschool is een goede stap in die richting. In gesprek gaan met potentiële onderwijsinstellingen is een manier om Nieuw-West onder de aandacht te brengen. Voor de in te stellen loods is dit ook een aandachtspunt, net als de versterking van de andere focussectoren genoemd in dit hoofdstuk. Actielijn: aantrekken hogere onderwijsinstellingen naar NieuwWest, zoals hogescholen en universiteit-dependances II. Studentenhuisvesting De komst van kansrijke bevolkingsgroepen zoals studenten dragen bij aan de ontwikkeling van een buurt. In het kielzog van studenten ontstaan namelijk creatieve bedrijfjes, kunstinitiatieven maar ook horeca. Daarnaast wordt de lokale middenstand gestimuleerd. Een voorbeeld van dit proces zijn de containerwoningen voor studenten bij de Houthavens in Westerpark. Het winkelgebied de Spaarndammerstraat kreeg hierdoor meer draagvlak. In combinatie met andere investeringen (o.a. door corporaties maar ook winkeleigenaren) is de buurt er op vooruit gegaan. Het stadsdeel juicht de komst van studenten naar Nieuw-West toe. Daarom wil ze de ontwikkeling van studentenhuisvesting stimuleren. Een visie op studentenhuisvesting is onderdeel van het jongerenhuisvestingsplan, dat het stadsdeel in 2012 gaat opstellen. Actielijn: ruimte bieden aan ontwikkeling studentenhuisvesting / campus (zie ook paragraaf 7.4.4) - 49 -
6.3.6 Creatieve sector Naast het modecluster omvat deze sector hier de kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening. Zoals beschreven in de uitgangssituatie, zijn deze clusters in het stadsdeel minder sterk aanwezig dan gemiddeld in Amsterdam. Niettemin zijn er verschillende broedplaatsen waar concentraties van creatievelingen zijn, zoals de Vliegbasis aan de Jan van Galenstraat, Studio OH3 aan de Ottho Helderingstraat en de Garage Notweg. Creatievelingen hebben doorgaans, meer dan andere economische sectoren, directe uitstraling naar hun omgeving. Vanuit de verschillende broedplaatsen worden activiteiten ondernomen waarbij de buurt betrokken wordt. Daarnaast heeft de creatieve sector uitstraling buiten het stadsdeel: de aanwezigheid van deze sector is voor velen een signaal dat er kennelijk wat te beleven valt. I. Startermilieus Het stadsdeel hecht om deze redenen aan de ontwikkeling van creatieve economie. Kleinschalige startersmilieus blijken daarvoor een vruchtbare bodem. De combinatie met andere functies, zoals horeca, overlegruimtes, flexibele werkplekken, studentenhuisvesting etc. maakt bedrijfsverzamelgebouwen voor deze groep ondernemers nog extra interessant. Nieuw-West wil de ontwikkeling van dergelijke multifunctionele startermilieus faciliteren. Dit houdt concreet in dat initiatieven vanuit de markt verwelkomd worden en waar mogelijk ruimtelijk worden mogelijk gemaakt en begeleid. Daarnaast zal het stadsdeel dergelijke concepten ook toetsen bij het onderzoek naar de mogelijkheden van herontwikkeling van eigen vastgoed (zie paragraaf 7.4.4). Actielijn: ruimte bieden aan ontwikkeling multifunctionele startermilieus
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
II. Mode-branche De mode-branche in Nieuw-West is sterk vertegenwoordigd. Wel is hierin het aantal bedrijven en de werkgelegenheid afgenomen, in tegenstelling tot in heel Amsterdam. Niettemin is het cluster, met het World Fashion Centre als boegbeeld, nog steeds toonaangevend in Nederland. Het WFC biedt daarnaast in toenemende mate plek aan startende ontwerpers, waarmee veel groeipotentie ontstaat. Voor het stadsdeel voorts relevant is dat de modebranche veel Turkse en Marokkaanse jongeren aanspreekt. Veel van hen hebben belangstelling in het volgen van een mode-opleiding. Deze jongeren zijn vernieuwend, doordat ze cross overs maken in kledingstijl. Het is dus om verschillende redenen van belang dat het cluster sterk blijft en waar mogelijk wordt versterkt. De komst van Fashion Hotel in 2009 267 kamers aan de overzijde van de ring, is zo´n versterking geweest. Gesprekken met het WFC over hoe het cluster versterkt kan worden zijn gaande. Onder meer is in beeld of een vakopleiding in één van de gebouwen gevestigd kan worden. Daarmee worden opleiding en werkgevers letterlijk dichter bij elkaar gebracht. Ook de moeite waard van het verkennen is de mogelijkheid tot stageplaatsen. Actielijn: faciliteren ontwikkeling modeclusters
Dichtbij het WFC zijn de Cornelis Lelylaan en omgeving de aankomende jaren volop in ontwikkeling. Dit brengt, naast de stedelijke vernieuwing van het Koningin Wilhelminaplein, een nieuwe impuls aan het gebied. Bij het deelgebied Podium staat innovatie, ontwikkeling en creativiteit centraal. Mode en fashion zijn een speerpunt daarbij (zie ook hoofdstuk 6). De koppeling met het WFC biedt hierbij weer kansen. Al met al gaat het wat betreft de modebranche om horizontale clustering (dezelfde soort bedrijven bij elkaar die elkaar kunnen versterken), verticale clustering (van ontwerp tot productie tot verkoop) en koppeling met onderwijs. - 50 -
6.3.7 Zakelijke dienstverlening De zakelijke dienstverlening is hier een verzamelnaam voor diverse sectoren als ICT, financiële instellingen, advisering en onderzoek, advocaten, accountants, belastingadviseurs, uitzendbureaus, callcenters, reclamebureaus, organisatieadviesbureaus etc. Kort gezegd: de kantoorachtige, hoogwaardigere 1 dienstverlening . Hoewel ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde minder sterk vertegenwoordigd, is de sector ook voor Nieuw-West een belangrijke. Meer zakelijke dienstverlening in het stadsdeel sluit goed aan op de jongeren van Nieuw-West die een economische opleiding volgen. Het groeiperspectief voor de sector is sterk: de metropoolregio verwacht dat de zakelijke dienstverlening de sterkste groeisector is voor Amsterdam in de komende decennia. De sector kan wellicht ook in Nieuw-West verder gaan landen. Een aantal voor deze sector belangrijke voorwaarden is aanwezig, zoals een goede bereikbaarheid en de nabijheid van Schiphol. In het stadsdeel is al een aantal clusters geconcentreerd langs de ring, waarvan het Rieker Businesspark het meest aansprekende en hoogwaardige is. Behoud en aantrekken van nieuwe bedrijven heeft daarnaast nauwe relatie met leegstand, die vooral de kantorenmarkt treft. Actielijn: inzetten op behoud en vestiging van zakelijke dienstverlening De opgave ten aanzien van de zakelijke dienstverlening bestaat er in om Nieuw-West als vestigingsplaats op de kaart te zetten. Hiervoor wordt nauw overleg gevoerd met de stadsloods, waar de grote bedrijven zich vooral melden op het moment dat ze een locatie zoeken. Daarnaast is het onderhouden van goede relaties met het bestaande bedrijfsleven belangrijk, 1 Deze indeling is niet afgeleid van gangbare definities of statistische registraties. Voor deze visie is voor deze indeling gekozen vanwege het hoogwaardige en kantoorgebonden karakter.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
om de bedrijven die hier gevestigd zijn aan het stadsdeel te binden en te behouden. En zo mogelijk ook via deze contacten nieuwe bedrijven naar het stadsdeel te halen. Zaken als imago, bereikbaarheid, een schone en nette omgeving en röhring voor de werknemers zijn daarbij aandachtspunt. Voor de opgave in zakelijke dienstverlening wordt dus aangesloten bij de actielijnen die onder paragraaf 4.3.2 zijn genoemd. 6.3.8
Actielijnen samengevat
9. Detailhandel – actielijnen
13. Onderwijs - actielijnen
a. opstellen en vaststellen detailhandels- en staanplaatsenbeleid b. continuering winkelstraatmanagement c. versterken markten
a. aantrekken hogere onderwijsinstellingen naar NieuwWest, zoals hogescholen en universiteit-dependances b. ruimte bieden aan ontwikkeling studentenhuisvesting / campus
10. Horeca– actielijnen
14. Creatieve sector – actielijnen
a. versterken diversiteit en kwaliteit horeca b. opstellen horeca- en hotelbeleid c. faciliteren hotelontwikkeling
a. ruimte bieden aan ontwikkeling multifunctionele startersmilieus (bedrijfsruimtes, vergaderruimtes, studentenwoningen) (zie ook speerpunt 19 kleinschalige bedrijfsruimtes) b. faciliteren ontwikkeling modeclusters
11. Vrije tijd en sport – actielijnen a. opstellen leisurebeleid b. benutting van groen / blauw voor vrijetijdsfuncties c. benutten / uitbouwen potenties sportlocaties, -functies en bedrijven d. versterken verblijfskwaliteit winkelgebieden niet-dagelijkse aankopen e. faciliteren evenementen (met grote reikwijdte)
12. Medisch en zorg – actielijnen
a. faciliteren nieuwe medische- en zorgconcepten - 51 -
15. Zakelijke dienstverlening a. inzetten op behoud en vestiging van zakelijke dienstverlening
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
7 Bedrijfsmilieus 7.1 Bedrijfsmilieus als pijler Onder de pijler bedrijfsmilieus verstaan we diverse fysiekruimtelijke aspecten die belangrijk zijn voor ondernemen: huisvesting, omgeving en infrastructuur. Deze fysieke kant van ondernemerschap en economische ontwikkeling is een belangrijke en vaak zelfs leidend in economische visies. De keuze voor deze pijler vloeit daarnaast voort uit de samenhang met diverse in voorgaande pijlers genoemde speerpunten. Bijvoorbeeld is ondernemerschap en sectorale ontwikkeling sterk afhankelijk van passende huisvesting en bedrijfsomgevingen. Verschillende eerder geformuleerde actielijnen zijn hierop gericht. Daarnaast omvat deze pijler aspecten als duurzaamheid en veiligheid: deze zijn minder fysiek van aard, maar vormen wel een omgevingskwaliteit. De onderwerpen - de speerpunten – die in dit hoofdstuk aan de orde komen zijn: veiligheid, bereikbaarheid, leegstand, kleinschalige bedrijfsruimtes, bedrijventerreinen en groen, blauw en duurzaamheid. Deze speerpunten zijn niet uitputtend voor alles wat met bedrijfsmilieus te maken te maken heeft. De keuze is gemaakt op basis van wat in de overlegrondes als urgent is aangemerkt en wat op basis van bestaande inzichten als relevant voor Nieuw-West wordt beschouwd.
- 52 -
7.2 Situatieschets I. Diversiteit in bedrijfsmilieus Nieuw-West heeft een grote verscheidenheid in bedrijfsmilieus. In het stadsdeel is in overgrote mate kleinschalige bedrijvigheid aanwezig. Dat wil zeggen: bepaalde typen, weer andere zoals functionele units voor meer overlastgevende bedrijvigheid weer minder. De kleine bedrijfsruimtes zijn gevestigd in omgevingen als bedrijfsverzamelgebouwen, plinten, solitaire locaties en vaak ook in woningen. Daarnaast zijn er relatief veel winkelgebieden. In het vorige hoofdstuk is beschreven dat
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
de winkelstructuur fijnmazig is, met als gevolg veel en kleinere winkelgebieden. Bedrijventerreinen daarentegen zijn in het stadsdeel beperkt aanwezig. Bedrijven Centrum Osdorp (BCO) is het grootste terrein. Op een deel hiervan is ook perifere grootschalige detailhandel gevestigd. Andere bedrijventerreinen zijn de Aletta Jacobslaan, Langsom en de Oude Haagseweg-West. Een opvallend bedrijventerrein is het deels ontwikkelde Business Park Amsterdam Osdorp / Lutkemeerpolder. Deze is door de Schiphol Area Development Company (SADC) ontwikkeld als grootschalig terrein voor Schipholgebonden bedrijvigheid. Maar door de marktontwikkelingen is sprake van veel leegstand. Hierdoor staat de oorspronkelijke doelstelling – huisvesten van Schipholgebonden bedrijvigheid – onder druk. Hetgeen kansen kan gaan bieden voor andere vormen van bedrijvigheid. Doordat nog een groot deel van het terrein braak ligt, is er nog veel ontwikkelpotentie.
- 53 Broedplaatsen, vrijplaatsen, ateliers en atelierwoningen in Amsterdam, 2010 (bron: O+S)
Daarnaast zijn er diverse versnipperde kantorenclusters in het stadsdeel, met name langs de A10. Duidelijke uitzondering op deze versnipperde kantorenlocaties is het Rieker Business park, dat projectmatig is ontwikkeld. Dit terrein heeft een hoogwaardige uitstraling en kwaliteit en is gunstig gelegen op de as Creatieve hotspots Nieuw-West: Schiphol – Zuidas - Zuidoost. 1800 Roeden Bedrijven als Mexx, Atradius en Creamclub PricewaterhouseCoopers zijn hier gevestigd, maar er is ook sprake De Rijkshemelvaartdienst van leegstand. Met de ontwikkeling Go West van deze ´Zuidflank’, zoals De Vlugt / v. Eesterenmuseum omschreven in de Structuurvisie Garage de Notweg Amsterdam 2040, zal het Nieuw en Meer strategisch belang van deze locatie Studio OH3 in de toekomst alleen maar worden vergroot. Ateliers in plinten (van Beehive) Een aparte categorie Vliegbasis de Huygens bedrijfsmilieus vormen de drie Villa Beehive (Willem Roelofsstraat) ziekenhuizen: Lucas Andreas ziekenhuis, Medisch Centrum Slotervaart en het Nederlands Kankerinstituut/ Antoni van Leeuwenhoek- ziekenhuis (NKIAVL). Alle drie de ziekenhuizen zijn een clustering van gebouwen in hoge dichtheid. Bedrijfsverzamelgebouwen dan wel broedplaatsen zijn in Amsterdam 1800 Roeden maar ook Nieuw-West inmiddels een vertrouwd bedrijfsmilieu. In de afgelopen vijf jaar is het aantal broedplaatsen gegroeid van vier naar tien. De meeste broedplaatsen in Nieuw-West zijn in eigendom van woningbouwcorporaties. Eén bedrijfsverzamelgebouw is in
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
beheer van het stadsdeel, namelijk de Westlander aan de Vlaardingenlaan. II. Veiligheid Veiligheid is een noodzakelijke basisvoorwaarde voor een gezond ondernemersklimaat. Bedrijven zijn twee keer zo vaak slachtoffer van criminaliteit als burgers. Naast de financiële schade is er ook het persoonlijk letsel en leed van personeel, eigenaren van bedrijven en klanten. Binnen het bedrijfsleven zijn er veel verschillen tussen de sectoren. Met name detailhandel, horeca en transport worden door inbraken, overvallen en diefstallen getroffen. De laatste jaren daalde in Amsterdam het aantal overvallen ondanks alle inspanningen niet. In 2009 is zelfs sprake geweest van een sterke landelijke stijging. Door een integrale aanpak is deze trend in 2010 gekeerd en is het aantal overval[1]. len op ondernemers in Amsterdam met ruim 18% gedaald e Ook in de 1 helft van 2011 is het aantal overvallen met 29% gedaald. Toch is het beeld voor Amsterdam en Nieuw-West in het bijzonder niet zo positief. Het aantal overvallen neemt weliswaar af, maar de gewelddadigheid van de overvallen neemt toe. Tegelijkertijd valt op dat de subjectieve sociale veiligheidsbeleving in Nieuw-West niet toeneemt: deze scoort zowel in 2009 als 2010 een 6.0, dat is samen met Zuidoost het laagst [1] van heel Amsterdam. III. Leegstand In Amsterdam staan veel kantoorruimtes leeg. Er is sprake van een hoge structurele leegstand van kantoorruimte, in zowel absolute als relatieve zin. Van de huidige voorraad in de Metropoolregio Amsterdam staat 17 procent leeg, wat zich laat [ ]. vertalen in 2,2 miljoen vierkante meter bvo 2 In Amsterdam alleen gaat dit om 1,3 miljoen m2. Ook in internationaal per[ 1] Bron: www.eenveiligamsterdam.nl [ 2] Snoeien om te kunnen bloeien, Plabeka Uitvoeringsstrategie 2011 – 2040 (MRA, 2011)
- 54 -
spectief is de leegstand in de MRA opvallend hoog. In Nieuw[3] West bedraagt het percentage 20,4% . Deze leegstand manifesteert zich vooral langs de ring A10-west en de aanpalende gebieden, waar de grootschalige kantoren staan. Qua uitstraling is vermelden waardig de leegstand in Teleport. Dit gebied hoort formeel en functioneel niet bij Nieuw-West, maar is wel één van de geografische toegangspoorten naar Nieuw-West.
7.3 Trends en ontwikkelingen In deze paragraaf schetsen we een aantal ontwikkelingen die relevant zijn voor Nieuw-West. Achtereenvolgens schetsen we ontwikkelingen op het gebied van vastgoed, infrastructuur en bereikbaarheid en tenslotte stedelijke vernieuwing. I. Vastgoed Als het gaat om bedrijfsruimtes, zijn er momenteel diverse, ingrijpende ontwikkelingen en trends gaande. Schaalvergroting van kantoorgebruik is in de laatste decennia een onmiskenbare trend. Marktpartijen als banken, verzekeraars, accountants, maar ook overheden en semioverheden hebben bijgedragen aan de vraag naar grootschalige kantoren. Ondanks het huidige economische tij is de verwachting dat grootschaligheid een kenmerk blijft. Langdurige leegstand van kantoren als gevolg van een structurele mismatch tussen vraag en aanbod. Leegstand geeft dreiging in de zin van verloedering maar biedt ook kansen in de zin van mogelijkheden voor herontwikkeling. Vraag naar kleinschalig vastgoed is een belangrijke trend. De mismatch tussen vraag en aanbod geldt heel duidelijk als het gaat om kleinschalige kantoren. Verschillende partijen pakken deze opgave op. In de nieuwe economie is juist deze kleinschaligheid kenmerkend, waarin wonen, werken en recreëren minder gescheiden zijn in ruimte en tijd, waardoor de vraag naar gemengde, kleinschalige milieus sterk groeit. [3]
Kantorenmonitor Amsterdam, 2010.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Tracé Westrandweg
Menging van wonen en werken. Steeds meer bedrijvigheid vindt in de woonomgeving plaats. Dat heeft te maken met het steeds groter wordende aandeel van ZZP’ers, die vaak vanuit huis werken. Toenemende vraag naar flexibele en tijdelijke huisvesting eveneens een gevolg van de groei van ZZP’ers. NieuwWest heeft meer ZZP’ers dan Amsterdam gemiddeld en is een springplank voor startende ondernemers. De (aanhoudende) economische crisis zal de komende jaren doorwerken op de vastgoedontwikkeling. De grootstedelijke vernieuwingsoperatie ‘Richting Parkstad 2015” is door de crisis vertraagd en gaat kleinschaliger en gefaseerder door. Dat geldt dan ook voor de ontwikkeling van nieuwe kleinschalige bedrijfsruimtes die aan de moderne eisen voldoen door corporaties. Uitrol van het centrum-milieu dan wel ‘sprong over de Ring’. In Nieuw-West zijn de prijzen voor bedrijfsruimtes over het algemeen een stuk lager ten opzichte van het gebied binnen de ring A10. Alhoewel veel bedrijven het liefst binnen de ring zitten, wordt Nieuw-West door de stijging van vastgoedprijzen steeds aantrekkelijker. Kanttekening is dat de crisis een dempend effect heeft op de prijsontwikkeling binnen de ring. Daarom wordt deze trend vertraagd. II. Infrastructuur en bereikbaarheid Wat betreft de bedrijfsomgeving zijn dit infrastructurele ontwikkelingen om rekening mee te houden: De ontwikkeling van de Westrandweg, de verbinding tussen de A10-west en de A5, e en de 2 Coentunnel (gereed einde 2012). Alhoewel er geen aftakkingen zijn naar het gebied van Nieuw-West, betekent de verbinding wel dat de westzijde van het stadsdeel West beter wordt ontsloten voor het verkeer van en naar
- 55 -
het gebied ten noorden van Amsterdam. In metropoolperspectief wordt de bereikbaarheid van bedrijventerreinen als het BCO en de Lutkemeerpolder (maar ook andere gebieden in Nieuw-West) dus beter. Op langere termijn, na 2020 wordt de Westtangent ontwikkeld: dit is een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding tussen station Sloterdijk en Schiphol, met twee routes door Nieuw-West en aantakkingen op diverse tramlijnen. Ook deze verbinding zal de bereikbaarheid van diverse deelgebieden in het stadsdeel verbeteren.
III. Stedelijke vernieuwing Als gevolg van de financiële crisis is de stedelijke vernieuwing van Nieuw-West voor een groot deel vertraagd. Doordat de vraag naar nieuwe woningen ernstig is teruggelopen, is de motor voor de vernieuwing grotendeels uitgevallen. Ook kampen de hoofduitvoerders van de stedelijke vernieuwing, de corporaties, met verslechterde financiën. De vertraging in de stedelijke vernieuwing heeft consequenties voor de oplevering van nieuwe bedrijfsruimtes, de groei van de bevolking en de stijging van de koopkracht in Nieuw-West. Een potentiele impuls voor de voorzieningen en de bedrijvenstructuur blijft daarmee vooralsnog en deels uit.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Dat laat onverlet dat diverse vernieuwingsprojecten nog wel degelijk doorgaan. Dit omdat ze al in gang waren gezet of dat de voorbereidingen en de reserveringen al waren gemaakt. De belangrijkste projecten met een duidelijke economische component zijn het Osdorpcentrum, station Lelylaan en omgeving, het August Allebéplein en Delflandplein.
Impressie centrumplan Osdorpplein
7.4 Opgave 7.4.1 Veilige omgeving Veiligheid is een belangrijk speerpunt voor Nieuw-West. Hoewel de overvalcijfers een neerwaartse trend laten zien, zijn overvallen nog steeds een grote bron van zorg. Ook omdat ze met steeds meer geweld gepaard gaan. De veiligheidsbeleving verandert niet en is zoals gezegd de laagste in Amsterdam. Veiligheid heeft daarom nog steeds topprioriteit. Het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing AmsterdamAmstelland (RPCAA) richt zich voor Amsterdam op de verbetering van veiligheid voor ondernemers. Het Platform stelt iedere twee jaar een actieprogramma op dat zich richt op het verbeteren van de veiligheid van ondernemers. Doelstellingen van het - 56 -
huidige programma zijn gericht op het terugdringen van winkeldiefstallen, inbraken in ondernemingen en het aantal overvallen. Gesignaleerd wordt dat ondernemers zich lang niet altijd bewust zijn van hun veiligheid of van de maatregelen die ze kunnen nemen. Ook is veel prikkeling nodig om ondernemers te laten investeren in hun veiligheid. En wordt eveneens niet altijd aangifte gedaan van criminaliteit tegen ondernemers, met name bij winkeldiefstal. Diverse maatregelen van het platform zijn er daarom op gericht het bewustzijn onder ondernemers te vergroten en ze te over te halen tot het nemen van maatregelen. I. Veiligheidsmaatregelen Het RPCAA heeft verschillende instrumenten, zoals het aanbieden van gratis veiligheidsscans na een overval en het geven van veiligheidstrainingen. Het stadsdeel stimuleert ondernemers zoveel mogelijk gebruik te maken van deze faciliteiten. Nieuwe instrumenten in de stad zijn DNA-spray, cashless zones (stimuleren pinnen), nazorgplannen bij overvallen en overlastdonatie (het geven van een civielrechtelijke boete aan een winkeldief naast de strafrechtelijke procedure). De subsidieregeling Veilig Ondernemen valt ook onder deze set van maatregelen. De subsidieregeling Veilig Ondernemen is in 2012 (weer) met één jaar verlengd tot 1 januari 2013. Het college van B&W stelt hiervoor €550.000 aan subsidiebudget beschikbaar. Actielijn: uitvoering en stimulering veiligheidsmaatregelen Voor alle veiligheidsmaatregelen geldt dat er alleen uitvoering aan gegeven kan worden indien hiervoor geld beschikbaar is bij de veiligheidspartners.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
II. Keurmerk Veilig Ondernemen Ondernemers worden daarnaast gestimuleerd om gezamenlijk Keurmerk Veilig Ondernemen-trajecten op te zetten of andere initiatieven te ontplooien die gericht zijn op schoon, heel en veilig. In Nieuw-West wordt de verbetering van de veiligheid bereikt door samenwerking met de partners, politie, woningbouwcorporaties, ondernemers en de centrale Stad. Momenteel lopen er tien KVO-trajecten in Nieuw-West. Voor 2013 / 2014 verwacht Nieuw-West een nieuw KVO voor de snippergebieden. Actielijn: KVO-trajecten opstarten en onderhouden
7.4.2 Bereikbaarheid en parkeren De (auto)bereikbaarheid van Nieuw-West is één van de kernkwaliteiten van het vestigingsklimaat in Nieuw-West. De grote infrastructurele inspanningen op hoofdnet auto, openbaar vervoer en fiets vinden plaats op Metropoolniveau en worden getrokken door de gemeente Amsterdam (Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer) en het Rijk. I. Bereikbaarheid: inspanningen gemeente / Rijk Met Schiphol, internationale weg- en treinverbindingen, de haven en fietsverbindingen heeft Amsterdam op het terrein van bereikbaarheid en infrastructuur al veel in huis. Amsterdam zet in op betere bereikbaarheid over weg, water en spoor en betere aansluiting van de verschillende soorten vervoer op elkaar. Er gaat veel aandacht uit naar het verbeteren van OV- en fietsvoorzieningen. Daarnaast investeert Amsterdam in een dicht netwerk aan oplaadpunten voor elektrische auto’s. Behalve de fysieke bereikbaarheid is ook de digitale bereikbaarheid belangrijk voor de Amsterdamse economie. Door de aanleg van een omvangrijk glasvezelnet wil Amsterdam hierin voorzien. De capaciteit van dit netwerk is voldoende groot om in de komende twintig jaar goed te kunnen voorzien in de digitale behoeften. Amsterdam wil de mogelijkheden van de digita- 57 -
le infrastructuur beter benutten en zichzelf sterker positioneren als toonaangevende ICT-stad. II. Bereikbaarheid: inspanningen stadsdeel De bereikbaarheid per trein, metro, tram, bus verschilt enorm binnen het stadsdeel. Het gaat dan om bereikbaarheid van en naar station Sloterdijk, station Lelylaan en naar de binnenstad van Amsterdam. De OV-bereikbaarheid wordt door ondernemers voor verbetering vatbaar gezien, zo blijkt uit onderzoek naar het ondernemingsklimaat door de Kamer van Koophandel in 2009. De aanstaande concessie voor de aanbesteding van het openbaar vervoer in Amsterdam is met het oog op de 40% bezuinigingen geen goed nieuws. Desondanks onderneemt het stadsdeel diverse inspanningen op het gebied van bereikbaarheid. In de eerste plaats inventariseert het stadsdeel in 2011 / 2012 de mogelijkheden en draagvlak voor de HOV Westtangent, een hoogwaardige busActielijn: inventarisatie mogelijkheden HOV Westtangent verbinding tussen Schiphol Plaza en Station Sloterdijk. Ook wordt in 2012 gekeken naar een extra aansluiting op de A10 vanaf de Lelylaan i.v.m. vernieuwingslocatie Podium. Indien deze locatie in ontwikkeling genomen gaat worden, dan zal de huidige aansluiting in de zuidwesthoek (Derkinderenstraat) komen te vervallen voor de nieuwe oprit. Actielijn: inventarisatie mogelijkheden extra aansluiting op A10 (extra aansluiting vanaf de Schipluidenlaan) Verder werkt het stadsdeel aan het verhogen van tram- en bushaltes om de bereikbaarheid voor mensen die slecht te been zijn te verbeteren. Ook wordt in 2012 gekeken naar de geschiktheid van de Osdorperweg voor zwaar vrachtverkeer van lokale ondernemers. Langs de Osdorperweg zijn veel be-
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
drijven gevestigd welke in de loop der tijd met grotere vrachtwagens zijn komen rijden. De dijk is nu niet geschikt voor zwaar verkeer van de ondernemers die daar gevestigd zijn. Tenslotte wordt gewerkt aan een fietsbeleidsplan. Het plan heeft meerdere doelstellingen, onder andere het ontwikkelen van doorgaande routes (van en naar winkelpleinen) en aanpakken van knelpunten. Vanaf 2013 wordt gewerkt met een uitvoeringsprogramma, onder voorbehoud van beschikbaarheid financiële middelen. Actielijn: opstellen en uitvoeren van Meerjarenbeleidsplan Fiets III. Parkeren Parkeren is ook een onderwerp dat zich in het domein van het stadsdeel bevindt. Op 22 februari 2012 is het parkeerbeleidsplan 2012-2020 vastgesteld voor bewoners, werknemers en bezoekers van het stadsdeel. Hierin staan de volgende uitgangspunten: • Buurtvreemde langparkeerders met een bestemming elders in Amsterdam of Schiphol worden niet gefaciliteerd in de woonwijken van Nieuw-West. Deze groep dient gebruik te maken van de aanwezige P+Rvoorzieningen rondom Amsterdam. • Bij voldoende vrije parkeerplaatsen is parkeren gratis. Parkeerregulering wordt reactief ingezet en niet gebruikt om het autobezit van de eigen bewoners te sturen. • Bij invoering van parkeerregulering in nieuwe probleemgebieden hebben blauwe zones de voorkeur boven betaald parkeren waarbij naast de inhoudelijke component ook de financiële haalbaarheid een belangrijke rol speelt. • Parkeerregulering in gebieden waar het nu rustig is, wordt niet teruggedraaid. - 58 -
•
In het parkeerbeleid wordt uitgegaan van maatwerk per gebied. Bij knelpunten wordt niet meteen uitgegaan van invoering van parkeerregulering of het bijbouwen van gebouwde parkeervoorzieningen. Bij het zoeken naar oplossingsrichtingen speelt de financiële haalbaarheid nadrukkelijk een belangrijke rol.
Na het parkeerbeleidsplan volgt een uitwerkingsplan. Het stadsdeel zal bewaken of deze voldoende ondernemersvriendelijk is. Het gaat bijvoorbeeld om enige synchronisatie t.a.v. betaald parkeren rondom winkelgebieden. Naast de auto moet er ook aandacht worden besteed aan de bereikbaarheid per fiets, zijn er voldoende fiets-parkeerplekken, laad- en losvoorzieningen, afvalinzameling, enz. Actielijn: opstellen uitwerkingsplan parkeerbeleidsplan 2012 – 2020 7.4.3 Leegstand Leegstand is aandachtpunt vanwege de uitstralingseffecten en de dreiging van verloedering van gebouwen en omgeving: een vitaal ondernemingsklimaat is gebaat bij goede bezetting van het vastgoed. I. Inspanningen Plabeka en gemeente Amsterdam De aanpak van de leegstand van kantoren ligt bij het Platform Bedrijven en Kantoren Metropoolregio Amsterdam (Plabeka). Dit platform neemt maatregelen om overschotten aan kantoorruimte te herbestemmen en mismatches tegen te gaan. Uitgangspunt daarbij is dat de kantorenmarkt inmiddels een vervangingsmarkt geworden: een groot deel - ongeveer de helftvan het kantooraanbod is incourant. Eén van strategieën voor aanpak van leegstand is het onttrekken van kantoren aan de voorraad. Bijvoorbeeld via sloopnieuwbouw of transformatie. Het gaat om kantoren die ofwel op ‘verkeerde’ locaties liggen of zo verouderd zijn dat ze niet
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
meer aansluiten op de hedendaagse vraag. De kantorenloods van de gemeente helpt bij het transformeren van leegstaande kantoren. Naast Plabeka zet ook de gemeente Amsterdam zich zelf extra [ ] in voor de bestrijding van de leegstand. 1 De aanpak wordt langs twee lijnen gerealiseerd:
Door een pakket van initiatieven van het Transformatieteam die (tijdelijk) gebruik stimuleren, faciliteren van sociaal en cultureel leegstandsbeheer en bevorderen transformatie. Het gemeentebrede Transformatieteam is sinds januari 2011 actief en bestaat uit vertegenwoordigers van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening, Dienst Milieu en Bouwtoezicht en Dienst Zorg en Samenleven. Dit team van specialisten binnen de gemeente zoekt de grenzen op van beleid en weten regelgeving, bedenkt instrumenten om knelpunten bij transformatie op te heffen en schept de condities om transformatie beter mogelijk te maken. Het instellen van de Leegstandsverordening; deze schrijft voor dat eigenaren van niet-woonruimtes zich moeten melden als een pand in eigendom langer dan 6 maanden leegstaat. Gemeente en eigenaren inventariseren daarna de mogelijkheden. Vooralsnog geldt deze verordening alleen voor Amstel III en Teleport. Gezocht wordt naar meer potentiële gebieden in de stad.
Actielijn: faciliteren functieverandering van leegstaande kantoren (passieve aanpak)
Transformatie leegstaande kantoorpanden 2010 Nieuw-West bron: stadsloods gemeente Amsterdam [ 1]
Leegstand in Amsterdam: inzet op gebruik, aanpak van leegstand (gemeente Amsterdam, 2011)
- 59 -
Nieuw-West zal in de aanpak van leegstand aansluiting zoeken bij de initiatieven vanuit Plabeka en de centrale stad. De rol van het stadsdeel is in de eerste plaats transformatie ruimtelijk te faciliteren, door middel van het toestaan van ten opzichte van het bestemmingsplan afwijkende functies. Alternatieve functies voor leegstaande kantoren zijn bijvoorbeeld bedrijfsruimtes voor creatieven, kleinschalige bedrijvigheid, hotels, urban farming, studentenwoningen en expatwoningen in kantoorpanden. II. Inspanningen stadsdeel Naast deze ‘passieve’ aanpak zal Nieuw-West zelf ook aan de slag gaan door middel van het opstellen van een Plan van
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Aanpak Leegstand. Hierin wordt de leegstand in Nieuw-West in kaart gebracht, inclusief de vraag of deze structureel is of niet. Vervolgens kunnen concentratiegebieden en de kansrijkheid worden gedefinieerd en wat te doen met deze gebieden en gebouwen. Per gebied kan een label worden toegekend in hoeverre sprake is van een urgente situatie en of er snel iets moet gebeuren. In deze aanpak kan ook worden opgenomen dat het stadsdeel in gevallen waarin leegstand van een pand nadrukkelijk uitstraling heeft op de omgeving, met de eigenaar in gesprek gaan. Actielijn: Plan van Aanpak leegstand (actieve aanpak) Behalve transformatie zijn flexibele huurcontracten ook een mogelijkheid om leegstand tegen te gaan. Dit geeft geen houvast voor beleggers, maar biedt starters wel de mogelijkheid om buitenshuis een bedrijf te starten en op te geven als het niet gelukt is. Flexibele bouw van nieuwe kantoren is hierin ook een aandachtspunt. Dat betekent dat bij tegenvallende vraag, kantoren zo turn-key in woningen kunnen worden omgezet (door bij het ontwerp al rekening te houden met bouwhoogtes en flexibele wanden). III. Gebiedsmarketing Tenslotte kan het stadsdeel bijdragen aan ‘gebiedsbranding’: het profileren van een gebied om zo de aantrekkingskracht te vergroten en op deze wijze (indirect) de leegstand te lijf te gaan. Bijvoorbeeld de Overschiestraat, indien deze een andere naam krijgt, zoals Schinkel-West of Aan de Schinkel, kan geprofiteerd worden van het goed functioneren van Schinkel I (aan de rand van Zuid). Deze gebiedsprofilering is vooral een taak van vastgoedeigenaren. Actielijn: gebiedsbranding en profilering om de marktpositie van leegstaande gebouwen te versterken
7.4.4 Kleinschalige bedrijfsruimtes [ ] Kleinschalige bedrijfsruimtes 1 hebben in Nieuw-West en de voormalige stadsdelen altijd hoog op de agenda gestaan. Het zijn juist kleine bedrijven die bijdragen aan een volwaardig leefmilieu in de omgeving. Het is dan ook een aandachtspunt dat er voldoende geschikte ruimtes moeten zijn, met het oog op het grote en groeiende aantal starters en de trend tot flexwerken in plaats van of aanvullend op thuiswerken. Tijdens de bijeenkomsten voor het opstellen van deze visie is het tekort aan betaalbare, kleine ruimtes aan bod gekomen. Ook in de benchmark Ondernemingsklimaat van de Kamer van Koophandel uit 2010 blijkt dat op het gebied van geschikte bedrijfslocaties Nieuw-West ondergemiddeld scoort. Om inzicht te krijgen in de kwantitatieve en kwalitatieve verhouding tussen vraag en het aanbod in Nieuw-West, heeft het stadsdeel adviesbureau Seinpost de opdracht gegeven dit in kaart te brengen. (PM: onderzoeksresultaten maart 2012 uitgewerkt). Hoe dan ook blijkt de effectieve vraag naar kleinschalige bedrijfsruimte – de mate Voorbeeld broedplaats (creatieve waarin bedrijven fabriek Hengelo) daadwerkelijk het aanbod van kleinschalige bedrijfsruimtes benutten - grillig. Nieuw-West is voor vele bedrijven een springplank. Bedrijven die het goed doen of willen groeien, nemen liever de ‘sprong over de ring’ terug en willen meer naar het centrumgebied van Amsterdam. Tegelijkertijd zijn de hogere vastgoedprijzen in het huidig economisch tij in dat gebied [ 1] Kantoorruimtes van 10 tot 100 m2, bedrijfsruimtes van 25 tot 250 m2, bedrijfsverzamelgebouwen en woon-werkwoningen (Seinpost, 2011)
- 60 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
relatief onaantrekkelijk en is het belangrijk om deze ondernemers te verleiden zich in Nieuw-West te vestigen. Nieuw-West kan het stempel als pioniersgebied veel beter uitdragen en hier ook een actieve rol in gaan spelen. Dit gebeurt al door het project Gastvrij Nieuw-West (zie ook paragraaf 4.3.5), maar kan worden versneld door het gebruik van het leegstaand vastgoed van het stadsdeel. I. Leegstaand stadsdeelvastgoed In het verleden is gepleit om leegstaande panden in eigendom van het stadsdeel, in te richten als kleinschalige bedrijfsruimtes. Het stadsdeel is bereid om de mogelijkheden van hergebruik van leegstaand stadsdeelvastgoed te onderzoeken. Momenteel staan bijvoorbeeld zes scholen geheel leeg in verband met de stagnerende stedelijke vernieuwing. Aandachtspunten bij hergebruik zijn de parallelle financiële doelstellingen van stadsdeel zoals opbrengstvermeerdering van vastgoed. De huidige taakstelling, zoals bekrachtigd in het DB, is om geld te verdienen (met verkoop van ca. 40 gebouwen en beheer van ca. 150 gebouwen in totaal). Noodzakelijke voorwaarde is dus dat het hergebruik in principe tijdelijk moet zijn (optie voor afstoten moet open blijven) en dat er een minimale opbrengstmarge wordt gerealiseerd. De afdeling Vastgoed van het stadsdeel is te klein om zelf het beheer te doen, er moet dus ook aandacht zijn voor een huurder die alle verantwoordelijkheid op dit vlak op zich neemt, dus het gebouwbeheer, veiligheid en vergunningen. Actielijn: onderzoek alternatieve aanwending leegstaand stadsdeelvastgoed II. Ruimtes voor starters Los van de uitkomsten van dit onderzoek, stimuleert het stadsdeel het ontwikkelen multifunctionele startersmilieus (met bedrijfsruimte, vergaderruimte, horeca, studentenhuisvesting). Dit is ook al opgemerkt in paragraaf 6.3.6 bij de creatieve bedrijvigheid, echter hier wordt het ook voor andere doelgroepen - 61 -
aangemerkt. Een voorbeeld van een succesvol multifunctioneel startersmilieu is het voormalige ACTA-gebouw. Hierin komen 65 werkunits voor kunstenaars en creatieve ondernemers en 460 kamers voor jongeren en studenten. De belangstelling voor een dergelijk concept is groot: Voorbeeld broedplaats (creatieve qua inschrijvingen was het fabriek Hengelo) project al snel na bekendmaking overtekend. De ontwikkeling van dergelijke milieus kan het imago van een pioniersgebied bekrachtigen: een laboratorium voor nieuwe ondernemers en nieuwe maatschappelijke verhoudingen. Dergelijke milieus bieden ook instapmogelijkheden voor wat in hoofdstuk Actielijn: ruimte voor ontwikkeling multifunctionele startersmilieus / broedplaatsen 5 genoemd is de verborgen economie (paragraaf 6.2). Goedkope bedrijfsruimtes biedt aan bedrijfjes in de verborgen economie de gelegenheid om in het daglicht te stappen en zich verder te ontwikkelen. III. Werken aan huis Nieuw-West kan zich ook specifiek onderscheiden door woonwerkwoningen mogelijk te maken en functiemenging in wijken te bevorderen. Eén manier om dit te bereiken is door collectief particulier opdrachtgeverschap: zelfbouwkavels, waar particulieren binnen randvoorwaarden zelf hun woning mogen vormgeven. Voor ondernemers die aan huis willen werken kan dit een ideale oplossing zijn. Het stadsdeel stelt in 2012 een visie op over het thema zelfbouw en CPO.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Actielijn: ruimte voor zelfbouw / CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) Naast particulier opdrachtgeverschap kan ook in nieuwbouwplannen van ontwikkelaars of corporaties ruimte worden gecreeerd voor woonwerkvormen als atelierwoningen, praktijkwoningen en werkwoningen. Actielijn: ruimte voor ontwikkeling atelierwoningen, praktijkwoningen en werkwoningen
Voor een succesvolle transformatie van de binnenstedelijke bedrijventerreinen in heel Amsterdam, zijn alternatieve locaties nodig voor de zittende bedrijven. Uit duurzaamheidoverwegingen is het verstandig om milieuhinderlijke functies te bundelen op die locaties, waar vanwege luchtkwaliteit en geluidscontouren van Schiphol en/of rijkswegen toch nooit woningen gebouwd worden. De grootschalige bedrijventerreinen in Amsterdam lenen zich hier bij uitstek voor. Het Business Park Amsterdam Osdorp / Lutkemeerpolder is aangewezen als grootschalig bedrijventerrein. Langsom / Sloten Slimmeweg behoudt zijn huidige functie voor (kleinschalige) bedrijvigheid.
7.4.5 Bedrijventerreinen Voor de bedrijventerreinen in het stadsdeel volgt het stadsdeel het beleid van de Structuurvisie Amsterdam 2040 of, indien het bedrijventerrein daarin niet genoemd wordt, zet zich in voor het behoud van de huidige economische functie van het terrein. De toekomst van de binnenstedelijke bedrijventerreinen krijgt in de Structuurvisie op verschillende manieren vorm: behoud als stadsverzorgend bedrijventerrein, transformatie naar werkwoongebied of transformatie naar woon-werkgebied. Op binnenstedelijke stadsverzorgende bedrijventerreinen mogen alleen de volgende typen bedrijven zich vestigen: industrie, ambacht, groothandel, opslag en/of transport. Dit betekent dat er vanwege de milieuhinder geen ruimte is voor woningbouw binnen deze gebieden. Nader onderzoek moet uitwijzen in hoeverre verdere intensivering van de werkfunctie op deze bedrijventerreinen voor stadsverzorgende bedrijvigheid mogelijk is. Voor Nieuw-West zijn het BCO en de Aletta Jacobslaan stadsverzorgende bedrijventerreinen met behoud van functie. Transformatie naar woon-werkgebied geldt voor de busremise aan de Jan Tooropstraat. Actielijn: behoud van economische functie van bedrijventerreinen BCO en Aletta Jacobslaan Bron: Structuurvisie Amsterdam 2040 ‘Economisch sterk en duurzaam’ (2011)
- 62 -
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
7.4.6
Groen, blauw en duurzaam
I. Groen en blauw als omgevingskwaliteit Het vele groen en water in Nieuw-West in en nabij de woonomgeving is sterke een vestigingsplaatsfactor. Deze omgevingskwaliteit werkt imagoverhogend voor bepaalde soorten bedrijven en is een kwaliteit voor werknemers. Groen heeft daarom economische waarde. Bedrijven vinden het interessant om in het groen te zitten, klanten om daar te komen. Er is in deze visie al veel gezegd over de economische kansen van het groen en blauw in Nieuw-West. Beiden dienen echter verschillende functies: naast de recreatieve functies zijn er de natuur/ en ecologische functies. Veel groen in Nieuw-West is onderdeel van de stedelijke Hoofdgroenstructuur of is Rijksbufferzone. Het aanwenden van het groen en blauw voor economische functies, vraagt dus om een zorgvuldige inpassing. Mogelijke kansen zijn er in of aan de rand van groen voor functies die een ‘logische’ band hebben met een dergelijke omgeving: campussen, onderwijsinstellingen, conferentieruimte, kennisintensieve bedrijven, vrije tijds- en zorgconcepten en horeca en ontmoetingsfaciliteiten. Door de groen/blauwe kwaliteit en de voorlopersrol op het gebied van duurzaamheid (zie verderop) heeft het stadsdeel een voorsprong in het vestigingsklimaat voor bedrijven die zich in duurzame sectoren bevinden of een sterk duurzaamheidsbeleid voeren. II. Klimaatverandering & duurzame economie Klimaatverandering is een urgent mondiaal thema. Voor stadsdeel Nieuw-West was dit aanleiding om samen te werken met steden uit acht Europese lidstaten in het project Green and Blue space adaptation in urban area's and eco towns (GRaBS). Centrale vraag in het project is hoe steden en stedelijke gebieden zich het best kunnen aanpassen aan de klimaatverandering. Behalve de inrichting van de openbare ruimte worden oplossingen gezocht in het ontwerp van de bebouwde omgeving. - 63 -
Dankzij de deelname in dit project geldt Nieuw-West nu als één van de koplopers in Nederland op het gebied van klimaatadaptatie. Het stadsdeel richt zich daarmee niet alleen op het verminderen van CO2- uitstoot, maar ook op aanpassing aan stijgende temperaturen en toenemende regenval. Nieuw-West heeft onderzocht hoe het groen en het water in het stadsdeel gebruikt kunnen worden om klimaatverandering op te vangen. Hoewel per september 2011 er officieel een einde is gekomen aan dit project, worden enerzijds de uitkomsten verankerd in beleid en komt er anderzijds mogelijk een Europees vervolg op GRaBS. Het stadsdeel is gevraagd deel te nemen aan het onderzoeksprogramma climate proof cities. Dit nieuwe project zal opnieuw gaan over klimaatverandering in de stad en hoe steden zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Het is nog niet zeker of dit project tot uitvoering gaat komen (in verband met subsidietoekenning), maar wel is duidelijk dat in dit nieuwe project speciale aandacht komt voor de sociaal-economische effecten van klimaatverandering. Het tweede mogelijke vervolg op GRaBS is nieuw en is genaamd de Watercoalitie en wordt getrokken door het Ministerie I&M. Het project is gericht op het vormen van coalities bestaande uit overheden en bedrijfsleven en maatregelen op het gebied van waterhuishouding en klimaatadaptatie. Bij continuering zal het stadsdeel de komende jaren dus fungeren als proeftuin voor onderzoek op het gebied van klimaatadaptatie. Deze koploperfunctie kunnen we maximaal benutten door in te zetten op het binnenhalen van innovatieve en duurzame bedrijven; we hebben immers de ruimte en mogelijkheden. Actielijn: Nieuw-West ontwikkelen als proeftuin voor innovatieve klimaatoplossingen en bedrijven
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Een mooi voorbeeld van een bijdrage aan een beter milieu 2 middels CO reductie, is de koeling van kantoren op de Zuidas door water uit Nieuwe Meer. III. Partnerschap beheer openbare ruimte Een schoon en verzorgde openbare ruimte draagt bij aan een veilige omgeving en aan de kansen om het groen ook echt een vestigingsplaatsfactor te laten zijn. Uitvoeren van het beheer van het openbaar groen door derden is bespreekbaar. Het gaat om sponsorschap dan wel partnerschap met het bedrijfsleven, waardoor een verhoogde onderhoudskwaliteit van het openbaar groen mogelijk is. Samen aan de slag verhoogt betrokkenheid en maakt de openbare ruimte minder anoniem. De sponsor kan ook direct invloed hebben op de directe omgeving door plaatsen bankjes bijvoorbeeld. Sportpark Eendracht is een voorbeeld van de markt die het groen beheerd. Nieuw-West heeft het park uit handen gegeven, het wordt nu commercieel geëxploiteerd. Bijkomend voordeel is dat park meer openbaar is geworden. De mogelijkheden van sponsoring / partnership met het bedrijfsleven kan ook kansrijk zijn voor de Tuinen van West. Actielijn: openhouden mogelijkheden voor partnerschap met bedrijfsleven voor beheer groen en openbare ruimte
IV. Duurzaam ondernemen Duurzaam ondernemen is een steeds gangbaarder begrip onder bedrijven. Bij steeds meer ondernemers en ondernemingen neemt het bewustzijn toe ten aanzien van de effecten van produceren en consumeren. Het stadsdeel wil duurzaam ondernemen stimuleren. In de productie en opslag van goederen en het transport en verkoop ervan liggen bij veel ondernemingen nog veel mogelijkheden om duurzaamheid te creëren. Dat gaat bovendien vaak gepaard met het bedrijfsbelang. Een investering in energiebespa- 64 -
ring is bijvoorbeeld een kostenbesparing op termijn. En bovendien kan de investering worden gefiscaliseerd. Daarnaast zijn er imago- en marketingvoordelen te behalen; consumenten zijn zich namelijk steeds meer bewust van de effecten van consumeren op sociaal, ecologisch en economisch gebied. En passen hun consumentengedrag daarop aan. Het stadsdeel ondersteunt ondernemers bij het bedenken en realiseren van energiebesparende maatregelen en een duurzame bedrijfsvoering. Hiervoor gaat het stadsdeel in overleg met ondernemers om een beeld te krijgen van de behoefte, wensen en struikelblokken van ondernemers. Het stadsdeel wil ondernemers ook ondersteunen bij de realisatie van de maatregelen en het eventueel fiscaliseren van de investeringskosten. Actielijn: inventarisatie van behoeften van ondernemers bij duurzaam ondernemen De Ondernemersmilieuprijs Nieuw-West is bedoeld om op praktische wijze goede initiatieven van ondernemers onder de aandacht te brengen bij collega-ondernemers. De ondernemersmilieuprijs wordt de komende jaren zowel stadsbreed als op stadsdeelniveau georganiseerd. Actielijn: organiseren Ondernemersmilieuprijs Nieuw-West Tenslotte biedt het stadsdeel vanaf medio 2012 ondernemers een jaar lang gratis een abonnement op de Milieubarometer van de stichting Stimular. Deze maakt de milieukosten en milieuprestaties van een onderneming eenvoudig zichtbaar en berekent ook kostenbesparingen als gevolg en energiebesparing voor. Actielijn: verstrekken abonnementen op Milieubarometer
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
7.4.7
Actielijnen samengevat
16. Veilige omgeving – actielijnen e. uitvoering en stimulering veiligheidsmaatregelen f. KVO-trajecten opstarten en onderhouden
17. Bereikbaarheid– actielijnen a. inventarisatie mogelijkheden HOV Westtangent b. extra aansluiting op A10 (extra aansluiting vanaf de Schipluidenlaan) c. opstellen en uitvoeren van Meerjarenbeleidsplan Fiets d. opstellen uitwerkingsplan parkeerbeleidsplan 2012 – 2020
18. Leegstand kantoren – actielijnen
19. Kleinschalige bedrijfsruimtes – actielijnen a. onderzoek alternatieve aanwending leegstaand stadsdeelvastgoed b. ruimte voor ontwikkeling multifunctionele startersmilieus / broedplaatsen c. ruimte voor zelfbouw / CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) d. ruimte voor ontwikkeling atelierwoningen, praktijkwoningen en werkwoningen
20. Bedrijventerreinen – actielijnen a. behoud van economische functie van bedrijventerreinen BCO en Aletta Jacobslaan
a. faciliteren functieverandering van leegstaande kantoren (passieve aanpak) b. Plan van Aanpak leegstand (actieve aanpak)
21. Groen, blauw en duurzaam – actielijnen
c. gebiedsbranding en profilering om de marktpositie van leegstaande gebouwen te versterken
b.
a.
c. d. e.
- 65 -
Nieuw-West als proeftuin voor innovatieve klimaatoplossingen en bedrijven openhouden mogelijkheden voor partnerschap met bedrijfsleven voor beheer groen en openbare ruimte inventarisatie van behoeften van ondernemers bij duurzaam ondernemen organiseren Ondernemersmilieuprijs Nieuw-West verstrekken abonnementen op Milieubarometer
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
8 Uitvoering 8.1 Werking en uitvoering van deze visie Deze economische visie omvat een brede agenda voor een periode van ca. acht jaar. Vanwege de veelheid aan speerpunten en actielijnen, mag met enige zekerheid van een volle agenda worden gesproken. Een aantal beschreven actielijnen voor de toekomst zijn uitwerkingen van in deze visie benoemde hoofdlijnen, zoals bijvoorbeeld het opstellen van een uitwerkingskader detailhandel en een horecavisie. Deze visie heeft daarom naast de functie van actieplan, ook de functie van hoofdkader. Vanwege de omvangrijke inhoud, is direct de vraag aan de orde of de uitvoering haalbaar is. Dit zal ook afhangen van het draagvlak, maar ook commitment bij derden. Het Ondernemersplatform neemt hierin een belangrijke rol in.
8.2 Inzet stadsdeel De grote vraag is bij deze overvolle agenda is: wat kan het stadsdeel doen? Juist in deze crisistijd staan de financiële mogelijkheden van het stadsdeel onder druk. Het is eerder de vraag of de bestaande uitvoeringscapaciteit overeind gehouden kan worden, dan dat deze uitgebreid kan worden. Niettemin kan veel binnen het bestaande worden gedaan, onder meer door andere accenten te leggen in het takenpakket van medewerkers. Daarnaast heeft het stadsdeel haar specifieke instrumentarium, waarin ook de nodige sturingskracht zit. 66
I. Inzetten op gemeentelijk loodsenteam Een belangrijke sturingsmiddel in deze visie is de loodsfunctie. Zowel voor sturing op de ontwikkeling van sectoren als om interessante trekkers naar Nieuw-West te halen. De taak zit er vooral in het stadsdeel onder de aandacht te brengen bij het gemeentelijke loodsenteam, die bedrijven van buiten accommodeert binnen Amsterdam. Daarnaast zal deze loods, indien mogelijk, ook zelf bedrijven naar Nieuw-West halen. En in overleg met vastgoedeigenaren gaan om leegstand aan te pakken. Deze taak zal opgepakt worden door één van de medewerkers bij Economische Zaken (EZ). De grote vraag daarbij is hoeveel capaciteit vrijgemaakt kan worden voor deze taak, gezien de rest van de agenda van deze visie en hun bestaande takenpakket. II. Accountmanagement & relatiemanagement Accountmanagement omvat zowel het om het zo goed mogelijk begeleiden van bedrijven bij complexe of strategische aanvragen van bedrijven (paragraaf 4.3.1) als het beheren van relaties met sleutelpersonen – en bedrijven in het stadsdeel (paragraaf 4.3.2.). De accountmanager is kortom aanspreekpunt voor de grotere en strategische contacten. Deze taak van wordt door één van de bestaande medewerkers worden opgepakt. In voorkomende gevallen wordt nauw samengewerkt met de bedrijfscontactpersoon. Daarnaast zal er nauw worden samengewerkt met de portefeuillehouder EZ. III. Winkelstraatmanagement In ieder geval de resterende bestuursperiode (tot 2014) zet Nieuw-West in op winkelstraatmanagement. De focus komt minder te liggen op traditionele aspecten schoon, heel en veilig, en meer op strategisch niveau. De winkelstraatmanager zal gaan opereren als een katalysator, aanjager en adviseur. Het accent komt te liggen bij de versterking van de samenwerking tussen vastgoedeigenaren en winkeliers, zoals beschreven in paragraaf 6.3.1.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
IV. Onderzoek en procescapaciteit Verschillende actielijnen in de visie zijn gericht op het nader onderzoeken dan wel uitwerken van een deelgebied. Bijvoorbeeld de horeca, detailhandel, vrije tijd, markten en leegstand. In principe worden ook deze taken door de medewerkers van het stadsdeel zelf opgepakt. Tenzij er specifieke expertise wordt gevraagd, zoals voor de detailhandel structuurvisie. Mogelijk wordt aanvullend capaciteit ingehuurd wanneer de bestaande capaciteit onvoldoende blijkt. Winkelstraatmanagement zal in ieder geval worden ingehuurd, vanwege de continuïteit en de expertise. Aandachtspunt is daarbij de continuïteit van de financiën dat toestaan. In ieder geval zijn 2012 en 2013 in de begroting voorzien. V. Passief faciliteren via juridisch-planologisch instrumentarium Een niet gering aantal actielijnen in deze visie komt neer op het faciliteren van ontwikkelingen. Bijvoorbeeld de komst van bepaalde soorten bedrijven of de ontwikkeling van bepaalde concepten vastgoed. Faciliteren kan zowel actief als passief gedaan worden. Passief faciliteren dan wel sturen op ontwikkeling is via regelgeving en planvorming zaken mogelijk maken. Dit kan het stadsdeel doen door: vooraf flexibiliteit in een bestemmingsplan in te bouwen (zie § 4.3.1) achteraf te faciliteren, via goedkeuring van een aanvraag van een omgevingsvergunning (Waboprocedure) voor het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening krijgen. Dit is een vergunning die aangevraagd moet worden bij bouwen, verbouwen of uitbreiden en of als plannen niet passen binnen het bestemmingsplan. een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan te bekijken en indien geen bezwaar, te honoreren. 67
Faciliteren is in die zin een relevant instrument, aangezien de ruimtelijke regelgeving één van de meest harde en effectieve instrumenten van het stadsdeel is: door ontwikkelingen wel of niet toe te staan, stuurt het stadsdeel op ruimtelijke ontwikkeling. Het belang van dit instrument is zeker toegenomen, doordat de financiële middelen en ontwikkelkracht van het stadsdeel (en corporaties) is afgenomen. Met het in deze visie benoemen van de intentie om bepaalde ontwikkelingen waar mogelijk te faciliteren, is dit streven deels al operationeel. In de toetsing van bestemmingsplannen en vergunningen vormt vigerend beleid namelijk het afwegingskader, zo ook deze visie wanneer deze bestuurlijk is vastgesteld. VI. Actief faciliteren Actief faciliteren is actief mee te werken aan en ondersteunen van een initiatief, bijvoorbeeld door als stadsdeel mee te werken in het zoeken naar geschikte locaties of initiatieven aan elkaar te knopen (via bijvoorbeeld winkelstraatmanagement of de loods) of het begeleiden van een ondernemer bij zijn verzoek (via de accountmanager). VII. Stimuleren De rol van het stadsdeel behoeft op sommige terreinen een nuance. Andere partijen zijn dan veel meer direct belanghebbend dan wel verantwoordelijk dan het stadsdeel. Bijvoorbeeld scholingsinstituten, werkgevers en uitkeringsinstanties als het gaat om arbeidsmarkt en scholing (hoofdstuk 5) en vastgoedeigenaren als het gaat om branchering en ontwikkeling van ruimtes voor starters. Het stadsdeel wil dan stimuleren vanwege de omvang van de opgave, het feit dat de opgave blijft liggen en het feit dat ze partijen met elkaar kan verbinden. Het stadsdeel wil dus niet de rol van anderen overnemen, maar aanvullend zijn ten opzichte van deze. Het stadsdeel neemt dan de rol als aanjager van anderen, kortom: het prikkelen, opwekken en aanmoedigen van andere uitvoerders.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
VIII. Ondernemershuis Het Ondernemershuis is een belangrijk instrument voor het stadsdeel en omvat een aantal functies. In de eerste plaats die van de bedrijfscontactpersoon, die aanspreekpunt is voor bedrijven voor vragen of advies over stadsdeelzaken. Daarnaast biedt het Ondernemershuis trainingen en advies voor inwoners (zonder baan of uitkering) die zich willen oriënteren op ondernemerschap. Ook verstrekt het Ondernemershuis algemene informatie over ondernemen en verwijst het ondernemers door naar de juiste instanties. Tenslotte organiseert het Ondernemershuis netwerkbijeenkomsten.
8.3 Rol bedrijfsleven en partners: Ondernemersplatform Het bedrijfsleven in Nieuw-West heeft aan deze visie inhoudelijk mede richting kunnen geven. Tegelijkertijd met het ontwikkelen van de visie is het Ondernemersplatform verder van de grond gekomen. Het is dus een uitdrukkelijke wens van het stadsdeel om het bedrijfsleven maar ook alle andere belanghebbenden te betrekken bij de economische agenda. Maar ook bij de uitvoering van de agenda. Dit omdat de financiële slagkracht van het stadsdeel zoals geschetst zal afnemen. Daarnaast omdat het stadsdeel niet op alle terreinen invloed heeft. Zoals bijvoorbeeld in de afstemming tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Behalve consensus en commitment ten aanzien van de agenda van de visie, is voor de realisering van de ambities in deze agenda ook actieve inzet nodig. Dat geldt voor winkeliers, vastgoedeigenaren, corporaties, onderwijstellingen, banken, werkgevers, belangenbehartigers, etc. etc. De grote opgave bij de uitvoering van de visie is om deze gezamenlijk inzet te gaan organiseren. 68
8.4 Innovatief instrumentarium: Ondernemersfonds Een deel van deze gezamenlijke inzet (zie voorgaande paragraaf) is een organisatie- en afstemmingsvraagstuk. Daarnaast ligt er een investeringsopgave. Denk bijvoorbeeld aan onderhoud en beheer van winkelpleinen, bedrijventerreinen, gebouwen, straatmanagement, begeleiden van advisering van starters en pre-starters, etc. Zoals gezegd moet het stadsdeel financieel een stap terug doen. De vraag is welke andere investeringsbronnen denkbaar zijn. Het instellen van een fonds op basis een collectieve lastenplicht (OZB) zorgt voor een evenredige draaglast onder bedrijven, waarbij meeliftersgedrag wordt vermeden. Bijkomend voordeel is dat het (georganiseerde) bedrijfsleven zelf kan beslissen over de inzet van middelen. Een dergelijk fonds zou een structurele drager zijn voor economische maatregelen en dus een belangrijke pijler zijn voor het ondernemingsklimaat in Nieuw-West en Amsterdam. Zie ook paragraaf 4.3.3.
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Bijlage 1 Nieuw-West en haar partners: resultaat bijeenkomsten ronde 1 Aanpak Nieuw-West heeft ervoor gekozen om ondernemers, vastgoedpartijen, branche-organisaties ed. een belangrijke stem te geven in het opstellen van de economische visie. In totaal zijn er 7 bijeenkomsten georganiseerd. Één voorafgaand aan de visie met als doel door de betrokken partijen thema’s te agenderen, die voor hen van belang zijn voor een goed ondernemersklimaat. De tweede werd georganiseerd na het opstellen van de concept-visie, om vervolgens te bespreken wat het stadsdeel gedaan heeft met de bijdrage, wensen en ideeën. Tot slot heeft de concept-economische visie ook ter inzage gelegen van 15 maart tot en met 11 april 2012, waarna inspraakgerechtigden hun zienswijzen konden indienen. De thema-middagen en avonden stonden onder leiding van Hans Hoogvoorst of Frans Werter van Trium Advies of Aart van Bochove van Blaauwberg. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de uitkomsten van de bijeenkomsten.
Netwerkbijeenkomst Ondernemershuis 7 juni 2011 Op deze avond was vooral de achterban van het Ondernemershuis vertegenwoordigd: ZZP’ers en kleinere ondernemingen. Middels een staande sessie werden eerst aan de aanwezigen gevraagd wat zij belangrijk 69
vinden voor de economie van Nieuw-West. Deze 25 thema’s werden genoteerd op vellen aan de muur. Vervolgens kreeg iedereen drie stickers: 2 groene en 1 rode, om te kunnen markeren wat belangrijk en niet belangrijk was. Zo kreeg iedereen de mogelijkheid om zijn of haar mening te geven. Hieronder staan de 10 meest groen gestickerde thema’s opgenoemd. Thema’s: 1. Uitgaanscentrum creëren 2. Match tussen vastgoed en ondernemerschap: sturen op branchering 3. Flexibele regelgeving en bestemmingsplannen 4. Minder bureaucreatie 5. Aandacht voor ZZP’ers 6. Ontmoeten/netwerken/samenwerken door ondernemers 7. Uitwisseling tussen verschillende sectoren o.a. met creatieve sector 8. Opleiden van jeugd met achterstand (stages aanbieden, ze op weg helpen) 9. Aandacht voor creatieve sector 10. Betaalbare ruimtes
Bijeenkomst vastgoedsector 1 juli 2011 Bij deze bijeenkomst waren de volgende personen aanwezig: Vanuit ondernemers en vastgoedpartijen: Bert Heijne (Kleinschalig Vastgoed Amsterdam), Gerrit-Jan Heemskerk (Stadgenoot), Ronald Gilden (Stadgenoot), Klaas Bakker (BCO), Frans Jansen (Ahold), Ed Lensvelt (Stadhouder Vastgoed), Inez Nederveen (Cocon Vastgoed), Frank van Teeffelen (Lebo Vastgoed), Cathelijn Groot (AFWC), Agnetta van Acker (Ymere) Vanuit brancheorganisaties/overig: Rosan Sierhuis (KvK), John Bardoel (Seinpost), Mirjam Fokkema (Seinpost)
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Vanuit het stadsdeel/gemeente: Bart Versteegh, Elise Bos Eyssen, Saliha Yurtay, Marciano Braam, Roos Raumatar, Co Reus
In deze bijeenkomst zijn ook eerst weer een 21-tal thema’s geïnventariseerd, en daarna is doorgepraat over een drietal eruit springende thema’s: Thema’s: 1. World Fashion Centre: belangrijk voor de economie. Zorg dat ze blijven en benut de mogelijkheden eromheen. 2. Leegstand kantoren: er staan veel kantoren leeg, langs de A10 en in Westpoort. De Centrale Stad heeft dit thema hoog op de agenda staan met o.a. een kantorenstrategie en kantorenloods. Ook wordt door hen én door de markt al gekeken naar mogelijkheden tot transformatie. 3. Imago Nieuw-West: het imago behoeft een oppepper. Die kan bereikt worden door a) de verblijfsfunctie en aantrekkelijkheid van het Osdorpplein te vergroten. b) het belang van de sportparken Ookmeer en Eendracht te onderkennen. 3) aandacht de geven aan het medisch cluster. De zorgsector en life sciences zijn groeisectoren.
Bijeenkomst detailhandelssector 4 juli 2011 Aanwezig waren: Vanuit ondernemers en vastgoedpartijen: Klaas Bakker (BCO), Cor Kroon (voorzitter winkeliersvereniging Sierplein) Vanuit brancheorganisaties/overig: Rosan Sierhuis (KvK), Casper van Gijn (HBD), Aart Jan van Duren (Bureau Stedelijke Planning) Vanuit het stadsdeel: Bart Versteegh, Elise Bos Eyssen, Saliha Yurtay, Marciano Braam, Edgar Rijsdijk 70
Vanuit de centrale stad: Jacob van der Zwan (DRO / commissie winkelplanning)
Aan de hand van een presentatie over de huidige sterktes en zwaktes van de detailhandelsstructuur, is plein air met de groep verder gediscussieerd. Lessen voor het stadsdeel: De levensvatbaarheid van de winkelgebieden staat onder druk door de hoeveelheid winkelgebieden, de versnippering van het winkelaanbod en de planvoorraad in en om Nieuw-West De couleur locale, de parels van Nieuw-West, evenmenten en markten zijn interessant om je mee te profileren Fysieke herplaatsingsmogelijkheden naar de concentratiegebieden zijn beperkt; de markt versnippert zichzelf Durt te kiezen en wees realistisch over je rol en instrumentarium Sterke en vernieuwende trekkers zijn nodig voor een kkwaliteitsimpuls niet-dagelijkse sector Verblijfsklimaat en voorzieningenniveau (horeca, leisure) moet verbeterd Zorg voor gelijke startpositie’s voor de winkelgebieden m.b.t. parkeren
Bijeenkomst Ondernemersplatform 7 juli 2011 Aanwezig waren: Vanuit ondernemers en/of vastgoedpartijen: Frank van Teeffelen, Cees van der Veldt, Orhan Kurucu, Tonita van Es, Olivier van der Horst, Adnen Aydemir, Mostafa el Filili, Martin Heuzeveldt, Cathelijn Groot, Harry Scholten, Izzef Akyuz, Selami Keralik, Hidde Proost Vanuit brancheorganisaties/overig: Rosan Sierhuis (KvK) Vanuit het stadsdeel: Achmed Baâdoud, Bart Versteegh, Elise Bos Eyssen, Saliha Yurtay, Marja Bijlsma Voorafgaand aan de bijeenkomst was een startnotitie gestuurd met daarin feiten en cijfers ter typering van de economie in
Mei 2012 ECONOMISCHE VISIE DEFINITIEF
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Economische Visie Nieuw-West
Nieuw-West. Deze had tot doel de deelnemers op een zelfde kennisniveau te brengen. Aan de hand van deze notitie had het stadsdeel vooraf 24 topics geselecteerd en gerubriceerd in vier categorieën: werkgelegenheid en werkloosheid, ondernemerschap, bedrijvenstructuur en bedrijfsmilieus. De deelnemers mochten daarna de drie meest belangrijke topics stickeren. Hieronder staan de 10 meest genoemde: Thema’s: 1. Flexibiliteit in regelgeving en bestemmingsplannen 2. Startend ondernemerschap 3. Leegstand en leegstandbeleid 4. Staat van schoon, heel en veilig 5. Scholingsniveau 6. Werkloosheid 7. Fysieke structuur winkelcentra en wijkeconomie 8. Internationalisering 9. Identiteit en diversiteit 10. Ondernemersadvisering Na afloop van de stickerronde is verder gediscussieerd over in het kader hierboven rode topics. Over bestemmingsplannen is opgemerkt dat deze soms gebieden met kansen remmen doordat ze te start zijn. Ruimtelijk beleid is statisch, terwijl de economie constant in beweging is. Qua leegstand is opgemerkt dat gebouw- en gebiedsmarketing het een en ander een positieve draai kunnen geven. Ook samenwerking met bijvoorbeeld Zuid wat betreft het succesvolle Schinkelgebied en als overloop voor evenementen en sportverenigingen. En aanzien van het scholingsniveau viel op dat de belangstelling voor techniek en zorg onder jongeren af71
nemend is. Terwijl dit juist branches zijn met toekomstperspectief. Tenslotte is ook het belang van het vasthouden van hoger opgeleiden genoemd. Dit is lastiger aangezien in Nieuw-West de trits onderwijs – wonen – werken - recreëren niet voldoende in balans is.