Economische visie Hilversum 2009 - 2020 Uitwerkingsnota Zorg
Economische kansen voor de zorg
Economische kansen voor de zorg
2
Economische kansen voor de zorg
Inhoud Voorwoord
4
1. Inleiding
5
2. Bedrijven en instellingen
6
2.1 Afbakening
6
2.2 Karakteristieken
6
2.3 Gooi en Vechtstreek in perspectief
8
3. Arbeidsmarkt en onderwijs
9
3.1 Beroepsbevolking
9
3.2 Werkgelegenheid
9
3.3 Arbeidsmarkt
11
3.4 Opleidingen
12
4. Trends en ontwikkelingen
14
5. Visie
20
6. Uitvoeringsprogramma
22
6.1 Profilering als proeftuin voor de zorg
23
6.2 Innovatie binnen de zorgeconomie
23
6.3 Arbeidsmarkt en onderwijs
25
6.4 Ruimte voor zorg
26
6.5 Meten is weten
27
Colofon
28
3
Economische kansen voor de zorg
Voorwoord Zorg als economisch speerpunt roept bij sommigen de angstige associatie op van vercommercialiseerde zorg die meer aandacht heeft voor winstprognoses dan voor het welzijn van patiënten. Met het beleid dat in deze nota wordt voorgelegd, hopen we het tegendeel te bereiken. Zorg (cure en care) is een grote werkgelegenheidsfactor. De sector is in Hilversum en de rest van ’t Gooi samen met de media de belangrijkste banenmotor van schone werkgelegenheid op alle niveau’s; van lager opgeleid tot zeer gespecialiseerd. Van oudsher heeft de groene omgeving van ’t Gooi aantrekkingskracht gehad op zorginstellingen. Waren het in de negentiende en begin twintigste eeuw nog sanatoria voor bijvoorbeeld astma-, tbc- of poliopatiënten (Heideheuvel, Zonnestraal, Trappenberg), nu zijn het naast de reguliere instellingen ook de particuliere klinieken en zorghotels die de aantrekkelijke natuur een pluspunt vinden als vestigingsgebied. Door ook andere, economische factoren aantrekkelijk te maken voor zorginstellingen, en door onder meer te bevorderen dat ontwikkelingen in de mediatechniek worden gekoppeld aan innovaties in de zorg, hebben Hilversum en ’t Gooi de potentie alle segmenten in de zorg dichtbij huis te halen. Een breed aanbod is niet alleen aantrekkelijk voor patiënten maar ook voor verzorgers. Net als in andere economische velden biedt clustering namelijk de voordelen van snelle kennisuitwisseling, innovatie, optimalisering van het product. Zo ontstaat een zelfversterkend effect waar Hilversummers als patiënt, als werknemer en als werkgever, als zorgbehoevende, als zorgverlener en als zorgaanbieder profijt van hebben. Het belangrijkste effect is nog wel dat zorg in alle facetten steeds toegankelijker wordt, ook voor minder draagkrachtigen. Snelle innovatie maakt exclusieve behandelmethoden immers minder exclusief en minder kostbaar. Zowel in cure en care. Operatieve ingrepen kunnen worden verricht door innovatieve, en daardoor slimmere maar toch goedkopere toepassingen. En zorgresorts en –hotels zijn er niet langer voor welgestelden maar ook voor minder rijke gezinnen waarvan één lid (tijdelijk) extra zorg naast een huiselijke omgeving nodig heeft. Een goede basis voor de zorg als economische factor, biedt garanties voor een goed inhoudelijk zorgaanbod in de toekomst op blijvend menselijke maat. Jan Rensen Wethouder Economische Zaken en Media
4
Economische kansen voor de zorg
1. Inleiding Aanleiding Zorg is een van de drie speerpunten in het economisch beleid van de gemeente Hilversum. In voorliggende nota wordt dit speerpunt nader uitgewerkt. In deze nota wordt zorg bekeken vanuit een economisch perspectief. Het is daarmee geen beleidsstuk dat gericht is op het ontwikkelen van beleid op het vlak van bijvoorbeeld gezondheidsbevordering, welzijn en zorg, maar heeft economische stimulering tot doel. Wel geldt dat de economische doelstelling bijdraagt aan het bereiken van maatschappelijke doelen, te weten het handhaven en optimaliseren van een goede zorginfrastructuur. Ook draagt de economische impuls van de zorgsector bij aan het imago van de zorg als werkgever. Voorliggende uitwerkingsnota put uit voorbereidend werk dat in dit kader verricht is door de Hogeschool Utrecht. Het stuk is tot stand gekomen na raadpleging van een groot aantal bestaande beleidsdocumenten en onderzoeksrapporten. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met partijen in en buiten Hilversum, zoals zorginstellingen, zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties, Kamer van Koophandel, vertegenwoordigers van het Gewest en iZovator, onderwijsinstellingen en diverse particuliere zorgondernemers in Hilversum.
Opzet Deze uitwerkingsnota kent de volgende opzet: • De kenmerken van de bedrijven en instellingen binnen de zorgeconomie in Hilversum worden in hoofdstuk 2 geschetst. • Het thema arbeidsmarkt en onderwijs in relatie tot de zorg staat in hoofdstuk 3 centraal. • Hoofdstuk 4 geeft inzicht in (andere) relevante ontwikkelingen. • De visie op de zorgeconomie is geformuleerd in hoofdstuk 5. • Tot slot omvat hoofdstuk 6 het uitvoeringsprogramma.
5
Economische kansen voor de zorg
2. Bedrijven en instellingen 2.1 Afbakening Zorgeconomie is een breed begrip. In deze nota is de afbakening gehanteerd die ook in het rapport van Bureau Bartels is opgenomen.1 Afbakening zorgeconomie (bedrijfsmatige) activiteiten die betrekking hebben op de gezondheid van en zorg voor mensen; gezondheidszorg vormt de kern van de zorgeconomie. Hier is sprake van een grote variatie aan zorgverlenende organisaties. Om dit verder te ordenen wordt gebruikelijke indeling in cure (genezing), care (verzorging) en preventie (voorkomen ziektes en gebreken) gehanteerd; rondom de gezondheidszorg bevindt zich een ‘schil’ van (toe)leverende bedrijvigheid die aan zorgondernemingen of individuele zorgvragers zorggerelateerde producten en diensten levert. Deze bedrijven kunnen direct gerelateerd worden aan de zorgeconomie, zoals bijvoorbeeld ‘medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk’, ‘vervaardiging van medische apparatuur’ en ‘tandtechnische bedrijven’; in aanvulling hierop zijn branches meegenomen waarvan een deel van hun activiteiten afgeleid is van vragen en behoeften binnen de zorg/van zorgconsumenten. Voorbeelden zijn elektrotechnische bouwinstallaties (woningaanpassingen voor ouderen), woningbouwcorporaties (levensbestendig wonen/ zorgwoningen), recreatiecentra en zwembaden (zorgtoerisme).
2.2 Karakteristieken In Hilversum zijn 571 bedrijven en instellingen gevestigd die tot de zorgeconomie gerekend kunnen worden, met in totaal 6.850 werkzame personen. De peildatum is 1 april 2008. Bedrijven en instellingen in de zorgeconomie Segment
Categorie
Vestigingen
Werknemers
Werknemers/ per vestiging
• Cure
Ziekenhuizen
4
2.146
537
Revalidatie
2
18
9
Curatieve zorg zonder overnachting
7
63
9
10
173
17
Gezondheidsondersteunende diensten
• Care
• Preventie • Afgeleide/toeleverende diensten
Praktijken
267
941
4
Subtotaal
290
3.341
12
14
1.583
113
Gehandicaptenzorg
7
101
14
GGZ
2
138
69
Thuiszorg
4
52
13
Subtotaal
27
1.874
69
Preventie
18
315
18
Subtotaal
Verpleging en verzorging
18
315
18
Verzekeraars
5
282
56
Onderzoek
8
17
2
Technologie Handel Wellness, sport en (zorg)toerisme
8
9
1
53
265
5
123
302
2
Advies/belangen
10
73
7
Afgeleid wonen en zorg
29
372
13
Subtotaal
236
1.320
6
Totaal
571
6.850
12
Bron: LISA, 2009.
1
6
‘Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007, in opdracht van KvK.
Economische kansen voor de zorg
Allereerst dient te worden geconstateerd dat de zorgeconomie zich in sommige gevallen slecht op gemeenteniveau laat afbakenen. Diverse zorginstellingen zijn regionaal georiënteerd en bedienen ook regionale zorgcliënten. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel thuiszorgorganisaties, maar ook voor instellingen als Amerpoort en Sherpa, beide gevestigd in Baarn. Het segment cure is, zowel qua aantal vestigingen als werknemers, het grootst in Hilversum. De categorie ziekenhuizen neemt daarbinnen met Tergooiziekenhuizen, Stichting Dialysecentrum ‘t Gooi, Stichting Astmacentrum Heideheuvel en het Esthetisch Medisch Centrum Zonnestraal een belangrijke plaats in. Opvallend is daarnaast het grote aantal praktijken, overigens kleinschalig qua personeelsbestand. Het gaat vooral om fysiotherapeuten, tandartsen, psychotherapeuten, psychologen en huisartsen. De verpleging en verzorging is met meer dan 1.500 werknemers ook een belangrijke werkgever. Grote instellingen zijn Verpleeghuis Zonnehoeve (HilverZorg), Woonzorgcentrum Zuiderheide en Verpleeghuis Gooizicht. De laatste twee instellingen behoren tot de Amaris Zorggroep.
Grootste werkgevers Belangrijkste werkgever is Tergooiziekenhuizen. In de beide vestigingen (Hilversum en Blaricum) werken in totaal meer dan 3.400 mensen. Ook Astmacentrum Heideheuvel is één van de grotere werkgevers. Grootste werkgevers in de zorgeconomie Werkgevers Tergooiziekenhuizen (locatie Hilversum)
Legal & General (Levensverzekeringen)
Verpleeghuis Zonnehoeve
GGD Gooi & Vechtstreek
Woonzorgcentrum Zuiderheide
Symfora Groep (GGZ)
Verpleeghuis Gooizicht
Woondienstencentrum De Egelantier
Astmacentrum Heideheuvel
Woonzorgcentrum St. Carolus
Woondienstencentrum Flat Kerkelanden Bron: LISA, 2009.
Starters Hilversum kent een groot aantal startende bedrijven. In 2008 schreven zich 1.286 nieuwe Hilversumse bedrijven in bij de Kamer van Koophandel. Hiervan worden er 122, verdeeld over diverse segmenten, gerekend tot de zorgeconomie. Een belangrijke aantekening hierbij is dat het handelsregister in 2008 is uitgebreid. Waar medische vrije beoefenaars zich voorheen niet hoefden in te schrijven, is dat vanaf juli 2008 verplicht. Daarbij wordt een overgangstermijn gehanteerd voor bestaande bedrijven (tot 31 december 2009). Het gaat dus niet in alle gevallen om nieuwe bedrijven. Rekening houdend met deze kanttekening kan worden gesteld dat starters met name te vinden zijn in de thuiszorg en onder schoonheidssalons.
Geografische spreiding In Hilversum kunnen een aantal locaties worden onderscheiden waar veel bedrijven en instellingen in de zorg zijn geconcentreerd. De twee grootste clusters zijn gelegen rond Tergooiziekenhuizen locatie Monnikenberg en op Landgoed Zonnestraal. Op de eerste locatie betreft het naast het ziekenhuis, Astmacentrum Heideheuvel en een aantal praktijken (verbonden aan het ziekenhuis) en gezondheidsondersteunende diensten. Landgoed Zonnestraal is door eigenaar De Alliantie gepositioneerd als aantrekkelijke vestigingslocatie voor zorg en gezondheid. Op het landgoed zijn ongeveer 15 bedrijven en instellingen gevestigd. Naast verpleeghuis Zonnehoeve zijn er diverse privéklinieken gesitueerd (obesitas, cosmetische chirurgie), maar ook een aantal praktijken (ostheopatie, fysiotherapie, tandheelkunde), bloedbank, medisch fitness, een medisch adviesbureau en een organisatieadviesbureau voor zorg en zorgverzekeraars. Landgoed Zonnestraal beschikt verder over congresfaciliteiten en een grand café.
7
Economische kansen voor de zorg
2.3 Gooi en Vechtstreek in perspectief De zorgeconomie kan op regionaal niveau (Gooi en Vechtstreek) worden afgezet tegen landelijke gegevens. Daaruit volgt een aantal conclusies.2 • Binnen de Gooi en Vechtstreek is de cure en care qua werkgelegenheid sterk vertegenwoordigd. In de cure geldt dit in het bijzonder voor de praktijken. Ook telt de regio relatief veel banen in de sector ziekenhuizen. • Kenmerkend voor deze regio is ook de sterke oververtegenwoordiging van de care sectoren ‘verpleging en verzorging’ en ‘thuiszorg’. De verklaring voor de relatief grote werkgelegenheid in de V&V en thuiszorg moet worden gezocht in de demografische samenstelling van de regio. De regio Gooi en Vechtstreek kent een sterk vergrijsde bevolking: het aandeel oudere inwoners (65 jaar en ouder) is hier veel groter dan gemiddeld. Doordat deze senioren een relatief groot beroep doen op zorgverlening is hier sprake van een grotere vraag naar zorg. • Opvallend is de sterke ondervertegenwoordiging in de regio Gooi en Vechtstreek van de gehandicaptenzorg en de GGZ. De verklaring hiervoor is dat de (hoofd)locaties van grote organisaties als Altrecht en Symfora (GGZ), Abrona, Sherpa en Amerpoort (gehandicaptenzorg) in omliggende regio’s zijn gevestigd. De regio Gooi en Vechtstreek wordt dus vooral vanuit ‘de omgeving’ bediend. • Binnen de afgeleide/toeleverende bedrijvigheid zien we in de regio Gooi en Vechtstreek een forse oververtegenwoordiging van de sector ‘technologie’, en dan met name de ‘vervaardiging van farmaceutische producten’. De werkgelegenheid in deze sector is geconcentreerd in Weesp, met name bij multinational Solvay Pharmaceuticals. Profiel zorgeconomie Gooi en Vechtstreek per segment Segment Cure
Veel werkgelegenheid in ziekenhuizen en praktijken
Care
Veel werkgelegenheid in de verpleging, verzorging en thuiszorg
Preventie
Ondervertegenwoordigd, kleine sector
Afgeleide bedrijvigheid
Grote concentratie farmaceutische bedrijvigheid in Weesp, in Hilversum vooral afgeleide wonen/zorg, wellness en handel.
Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007.
2
8
Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007.
Economische kansen voor de zorg
3. Arbeidsmarkt en onderwijs 3.1 Beroepsbevolking Potentiële en werkelijke beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking van Hilversum (18 tot 65 jaar) omvat circa 51.700 personen. Hiervan behoren circa 42.300 personen tot de werkelijke beroepsbevolking. Het gaat om mensen die werkzaam zijn in dan wel buiten Hilversum of geregistreerd staan als werkzoekend.3
Ontwikkelingen in beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking blijft naar de toekomst toe (tot 2020) in omvang vrijwel gelijk. Wel zullen zich verschuivingen voordoen binnen de beroepsbevolking. Met name in de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar zal sprake zijn van een forse afname (bijna 20%). Tegelijkertijd neemt de groei 50-ers met ongeveer 15% toe. De arbeidsparticipatie onder de oudere leeftijdsgroepen ligt, op dit moment, nog op een aanzienlijk lager niveau dan in andere leeftijdsgroepen. Dit betekent dat, zonder maatregelen, rekening gehouden moet worden met een daling van de werkelijke beroepsbevolking. De verwachte veranderingen in de bevolkingssamenstelling leggen druk op overheid, instanties en bedrijfsleven om ouderen nadrukkelijker betrokken te houden bij het arbeidsproces.
Veel onbenut potentieel De participatiegraad (deel dat werkt) ligt in Hilversum net boven het landelijk gemiddelde. Toch is er nog sprake van een aanzienlijke ‘reserve’, oftewel nog onbenutte capaciteit. Het niet-werkend deel van de beroepsbevolking wordt geraamd op circa 11.400 inwoners. Het betreft huisvrouwen/-mannen, vutters/renteniers, arbeidsongeschikten en werklozen met uitkering. Naast de werklozen zit qua omvang met name potentie in de eerste twee groepen. De groep studenten/scholieren is buiten deze analyse gehouden. Zij komen pas op termijn beschikbaar voor de arbeidsmarkt.
3.2 Werkgelegenheid In- en uitgaande pendel Hilversum kent een relatief grote inkomende pendel (werknemers van buiten Hilversum die in Hilversum werken) en uitgaande pendel (Hilversummers die buiten Hilversum werkzaam zijn). Daarbij is de inkomende pendel wat groter dan de uitgaande pendel.
Herkomst werknemers Op basis van de Omnibusenquête 2007 kan ingeschat worden hoeveel inwoners van Hilversum werkzaam zijn in de zorgeconomie. Het betreft ongeveer 18% van de werkzame beroepsbevolking, in absolute termen ongeveer 7.600 personen. Hiervan is naar schatting de helft, circa 3.800 mensen, werkzaam in Hilversum zelf, de rest buiten Hilversum, met name in omliggende gemeenten als Baarn, Blaricum, Bussum en Laren, maar ook in Almere, Amersfoort, Amsterdam en Utrecht.4 In de zorgeconomie in Hilversum zijn circa 6.850 mensen werkzaam. Op basis van de veronderstelling dat circa 3.800 van de werknemers uit Hilversum zelf afkomstig is, komen de overige circa 3.050 van buiten. Het gaat om mensen uit omliggende gemeenten en uit Almere, Amersfoort, Amsterdam en Utrecht. Door ambities van vooral Almere (Almere Health City) en Amersfoort (Zorgeconomie) zijn aan het huidig profiel wel risico’s verbonden.
Veel vrouwen en parttimers De zorgeconomie is een sector waarin relatief veel parttime wordt gewerkt. Voor de hele werkgelegenheid in Hilversum geldt dat circa 9% van de werknemers parttime werkt, in de zorgeconomie is dat 15%. De verklaring ligt in het grote aantal vrouwen dat werkzaam is in de sector. Slechts 26% van de werknemers in de sector is mannelijk. Vooral in de thuiszorg en curatieve zorg zonder overnachting is het aandeel vrouwen heel fors (respectievelijk 92% en 87%). In de afgeleide/toeleverende diensten is de verhouding nagenoeg gelijk, waarbij in de technologie, bij verzekeraars en in de categorie afgeleiden wonen en zorg vrouwen zelfs (ver) in de minderheid zijn.
3 4
Voor uitgebreidere algemene analyses wordt verwezen naar de Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid, december 2008. Raming is gebaseerd op gegevens uit de Omnibusenquête 2007 en LISA 2009 (peildatum 1 april 2008).
9
Economische kansen voor de zorg
Werknemersbestand Hilversum Segment
Categorie
Cure
Ziekenhuizen
Care
Preventie Afgeleide/toeleverende diensten
Werknemers
Fulltime
Parttime
Man
Vrouw
2.146
1.827
319
370
1.776
Revalidatie
18
18
0
4
14
Curatieve zorg zonder overnachting
63
54
9
8
55
Gezondheidsondersteunende diensten
173
147
26
80
93
Praktijken
941
837
104
312
629
Subtotaal
3.341
2.883
458
774
2.567
Verpleging en verzorging
1.583
1.175
408
250
1.333
Gehandicaptenzorg
101
101
0
23
78
GGZ
138
132
6
49
89
Thuiszorg
52
29
23
4
48
Subtotaal
1.874
1.437
437
326
1.548
Preventie
315
287
28
71
244
Subtotaal
315
287
28
71
244
Verzekeraars
282
282
0
173
109
Onderzoek
17
11
6
8
9
Technologie
9
9
0
9
0
Handel
265
235
30
133
132
Welness, sport en (zorg)toerisme
302
208
94
89
213
73
67
6
20
53
372
370
2
204
168
Advies/belangen Afgeleid wonen en zorg Subtotaal
1.320
1182
138
636
684
Totaal
6.850
5.789
1.061
1.807
5.043
Bron: LISA, 2009.
Ontwikkelingen Door de jaren heen laat de werkgelegenheid binnen de verschillende sectoren een diverse ontwikkeling zien. Op regionaal niveau gaat het om de volgende zaken: • cure: een toename van de werkgelegenheid in de ziekenhuizen en praktijken. • care: een sterke toename van de werkgelegenheid in de verpleging en verzorging. Sinds 2002 is ook een sterke toename zichtbaar in de thuiszorg, tegelijkertijd een afname van de werkgelegenheid in de gehandicaptenzorg. • afgeleide werkgelegenheid in de zorg: een lichte toename in wonen & zorg en wellness en zorgtoerisme.
10
Economische kansen voor de zorg
3.3 Arbeidsmarkt In opdracht van het SSiG is onderzoek verricht naar de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek binnen de zorgsector (alleen Cure en Care).5 Het rapport schetst een helder beeld van de sector, die kampt met een dubbele vergrijzingsproblematiek. Eerder is al gesteld dat de zorgvraag fors toeneemt. De beschikbaarheid van personeel neemt niet evenredig toe, maar daalt eerder omdat ook sprake is van een vergrijzing van het personeelsbestand. Het personeelsbestand van verpleegkundigen en verzorgenden in de regio Gooi en Vechtstreek is ouder dan in andere regio’s. Was in 2000 16% van het personeel ouder dan 50, in 2008 was dat al rond de 25% (landelijk 21%) en in 2011 zal dit liggen op een niveau van 26%. Gevolg is een te verwachten mismatch op de arbeidsmarkt. Deze mismatch is zowel kwalitatief als kwantitatief. Functies in de zorg toegelicht Zorghulpen werken in de thuiszorg, in een verzorgingshuis of verpleeghuis, in het ziekenhuis of in een woonvorm voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten. Het betreft huishoudelijke taken. De opleiding duurt een half jaar (BBL) tot een jaar (BOL). Helpenden werken in een verzorgingshuis of verpleeghuis, in de thuiszorg of in een woonvorm voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten. Men helpt mensen bij de persoonlijke verzorgng en huishouding. De opleiding is afhankelijk van vrijstellingen en intensiteit van de opleiding en varieert van minimaal 7 maanden (BBL) tot 2 jaar (BOL). Verzorgenden kunnen onder meer aan het werk in een ziekenhuis, een verzorgings- of verpleeghuis, in de thuiszorg of in een instelling voor lichamelijke of verstandelijke gehandicapten. De werkzaamheden omvatten persoonlijke verzorging, medicijnen en het regelen van praktische zaken, zoals doktersbezoek. De opleiding duurt 3 jaar (zowel BBL als BOL). Verpleegkundigen niveau 4 kunnen in alle sectoren van de zorg terecht, en ook daarbuiten, bijvoorbeeld als bedrijfsverpleegkundige. Verpleegkundigen niveau 4 voeren zelfstandig verpleegkundigen handelingen uit, coördineren, organiseren de zorgverlening en weten om te gaan met verschillende categorieën patiënten, cliënten en andere ‘zorgvragers’. De opleiding duurt 3 jaar (zowel BOL als BBL). Verpleegkundigen niveau 5 kunnen zowel terecht in de intramurale zorg (ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatiecentra, psychiatrische inrichtingen en woonvormen voor verstandelijke/lichamelijke gehandicapten) als in de extramurale zorg (maatschappelijke en sociaalpsychiatrische zorg). De verpleegkundigen niveau 5 voert zelfstandig handelingen uit, beheerst de verschillende aspecten van verplegen, coördineert en organiseert de zorgverlening. Daarnaast begeleidt de verpleegkundige niveau 5 patiënten en licht ze voor over hun ziekte en behandeling. Afhankelijk van vooropleiding en werkervaring duurt de opleiding 3 tot 5 jaar (deeltijd) en 4 jaar (voltijd). Bron: www.zorghart.nl
Momenteel werken er ook zorghulpen zonder opleiding in de Thuiszorg. Wel moeten deze zorghulpen de nederlandse taal machtig zijn.
Kwantitatief en kwalitatief tekort De zorg is een sterk groeiende sector. In de periode 1995-2005 nam het aantal banen landelijk met gemiddeld bijna 4% per jaar toe. In de regio Gooi en Vechtstreek lag dit aandeel met ruim 5% nog hoger.6 Er zijn nauwelijks studies die ingaan op de vraag naar personeel op langere termijn. Wel wordt de vraag naar zorgdiensten in kaart gebracht. De meeste landelijke studies komen op meer of minder geavanceerde wijze tot een doortrekken van de trends uit de afgelopen jaren, dus een toename van ongeveer 3% per jaar. De zorgsector behoort daarmee (met multimedia en toerisme) tot de snelst groeiende sectoren in de regio. Dit heeft forse consequenties voor de vraag naar personeel. Tekorten aan personeel zijn met name te verwachten bij medewerkers op MBO-niveau. Het tekort aan personeel in verpleegkundige, verzorgende en sociaal-pedagogische functies in Gooi en Vechtstreek lag in 2008 al op circa 2,5%. Voor 2013 wordt in de regio een tekort van maar liefst 13% verwacht. Uitgedrukt in fte’s (fulltime eenheden) gaat het op regionaal niveau om ruim 100 fte in 2008 en bijna 600 in 2013. Aangezien in de zorg veel parttime wordt gewerkt, betreft het een veel groter aantal personen, te weten circa 175 personen in 2008 en ruim 900 in 2013. Uitgesplitst naar kwalificatieniveau ontstaat het in navolgende figuur weergegeven beeld.
5
6
Bron: SSiG, Arbeidsmarktontwikkelingen, rapportage Zorgsector Gooi en Vechtstreek, februari 2008. De SSiG is een samenwerkingsverband van zorgorganisaties in de regio Gooi en Vechtstreek. Er zijn ruim 40 locaties aangesloten bij deze regionale brancheorganisatie. Alle zorgsectoren zijn vertegenwoordigd: algemene en categorale ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties en instellingen voor gehandicaptenzorg. Bron: RegioMarge 2008, Prismant. Betreft banen verpleegkundigen, verzorgenden en sociaalagogen in de sector Zorg en WJK, september 2008.
11
Economische kansen voor de zorg
Tekorten per kwalificatieniveau in Gooi en Vechtstreek
Bron: SSiG, Arbeidsmarktontwikkelingen, Rapportage Zorgsector Gooi en Vechtstreek, februari 2008.
De raming omvat uitsluitend verpleegkundige, verzorgende en sociaal-pedagogische functies in de ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg. De volgende conclusies zijn relevant. • Ziekenhuizen krijgen vooral te maken met een tekort aan verpleegkundigen niveau 4. Tergooiziekenhuizen, een werkgever met veel verpleegkundigen op niveau 4 en 5, heeft momenteel (nog) geen last van tekorten. Het ziekenhuis blijkt een aantrekkelijke werkgever met interessant werk en een aantrekkelijke patiëntenpopulatie.7 • In de GGZ sector is er een fors tekort aan verzorgenden niveau 3 en SPH5. • Bij de verpleeg- en verzorgingshuizen is het tekort aan verzorgenden naar verwachting in absolute aantallen het grootst. Procentueel gezien is ook de vraag naar verpleegkundigen niveau 4 en zorghulp hoog. • De thuiszorg heeft in absoluut aantal met name behoefte aan verzorgenden. Procentueel gezien is de vraag naar verpleegkundigen 4 het grootst. • Binnen de gehandicaptenzorg ontstaat vooral vraag naar SPW (niveau 4), verpleegkundigen (niveau 4) en verzorgenden (niveau 3). Door de economische crisis is het op dit moment iets makkelijker om vacatures te vervullen. De totale vraag is in de tweede helft van 2008 bij het UWV Werkbedrijf fors gedaald. Ook in de zorg is een daling zichtbaar. Desondanks is in de zorg ook anno 2009 sprake van een aanzienlijke krapte.8 Daarbij zal het vervullen van vacatures wanneer de recessie voorbij is aanzienlijk ingewikkelder worden. Dit als gevolg van de toenemende zorgvraag en de vervangingsvraag die ontstaat door de vergrijzing. Naast verzorgend en verplegend personeel zijn ook in ondersteunende gebieden, zeker na de economische crisis, problemen te verwachten. Het gaat dan om bijvoorbeeld technische en ICT-beroepen.
3.4 Opleidingen In de regio Gooi en Vechtstreek volgen ruim 5.400 leerlingen onderwijs op MBO-niveau. Hiervan volgt ongeveer 25% (grofweg 1.500 leerlingen) een opleiding op het vlak van zorg en welzijn. Het betreft in tweederde van de gevallen de beroepsopleidende leerweg (BOL), de rest volgt de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).9 Bij de BOL volgt het grootste deel van de leerlingen niveau 3 of 4. Bij de BBL betreft het vooral niveau 4 en in mindere mate de niveau’s 2 en 3.
7 8 9
12
Bron: Handen uit de mouwen, Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt & Werkgelegenheid, november 2008. Bron: Arbeidsmarktanalyse Gooi en Vechtstreek, UWV Werkbedrijf, februari 2009 en Gewestelijke arbeidsmarktcijfers, april 2009. Bron: Kansen en mogelijkheden voor een betere aansluiting van vraag en aanbod naar personeel, Gewest Gooi en Vechtstreek, juni 2008.
Economische kansen voor de zorg
Opleidingen ROC Amsterdam - Gooi en Vechtstreek • Assistent zorg en welzijn • MBO-verpleegkundige • Medewerker maatschappelijke zorg, gehandicaptenzorg, volwassenenwerk • Verzorgende individuele gezondheidszorg • Zorghulp Bron: ROC Amsterdam, 2008.
Bedrijven en instellingen in de zorg in Hilversum betrekken hun werknemers zowel van het ROC Amsterdam gevestigd in Hilversum, als van ROC’s uit de omgeving. ROC’s in de omgeving zijn ROC ASA met vestigingen in Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort en ROC Midden Nederland met vestigingen in en rond Utrecht en Amersfoort en ROC Flevoland. In de regio is geen HBO-opleiding of academische opleiding in de zorg aanwezig. Op HBO niveau wordt met name samengewerkt met de Hogeschool Utrecht. Op academisch niveau gaat het om medici uit heel Nederland, onder meer vanuit Amsterdam en Utrecht. De samenwerking tussen bedrijfsleven c.q instellingen en opleidingen in de gezondheidszorg is nog beperkt. Een intensievere samenwerking tussen werkgevers in de zorg en HBO en MBO scholen kan zorgen voor een adequate instroom in de opleidingen, stageplaatsen en uitstroom van arbeidskrachten in de zorgsector in Hilversum en regio. Een recent voorbeeld is de Gooise Zorg Academie, die begin 2009 met 14 leerlingen van start is gegaan. Deze 2,5 jarige MBO-opleiding tot Verzorgende niveau 3 is opgezet door het ROC ASA Utrecht in nauwe samenwerking met zorginstellingen uit de regio Gooi en Vechtstreek (HilverZorg, Inovum en Amaris). Doel is om de opleiding duidelijker op de praktijk te laten aansluiten. Na een aantal weken fulltime les volgt dan ook een combinatie van werken en leren. Leerlingen krijgen een baangarantie.
13
Economische kansen voor de zorg
4. Trends en ontwikkelingen Uit rapporten en onderzoeken volgt een groot aantal trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op vraag en aanbod in de zorg. De in het kader van deze uitwerkingsnota meest relevante zijn hierna weergegeven.
Toename van de vraag naar zorg Diverse factoren zijn van invloed op de gezondheid van de bevolking en daarmee samenhangend de vraag naar zorg. Het gaat om demografie, lichamelijke eigenschappen, leefstijl, fysieke en sociale omgeving.10 Door diverse ontwikkelingen neemt de vraag naar zorg (sterk) toe. Demografie Bevolkingsomvang, leeftijdsopbouw en ethniciteit zijn factoren die de vraag naar zorg sterk beïnvloeden. • Hilversum telt circa 84.400 inwoners. Prognoses (PRIMOS) gaan uit van een beperkte toename van de bevolking tot 2020 naar circa 85.360 inwoners. • De leeftijdsopbouw van Hilversum en omliggende regio loopt vooruit op landelijke ontwikkelingen. Hilversum telt een relatief groot aantal ouderen (65-plussers). Dit aandeel neemt tussen 2009 en 2020 nog verder toe. Ouderdomsziekten zullen als gevolg hiervan in de toekomst veel vaker voorkomen. Dit betekent een sterke toename van de behoefte aan en uitgaven voor (langdurige) zorg. Landelijke ramingen gaan uit van een toename van de zorgvraag van 50%. Voor de regio Gooi en Vechtstreek dient, gelet op de bovengemiddelde vergrijzing, rekening te worden gehouden met minimaal een dergelijke ontwikkeling. • Ongeveer 20% van de Hilversumse bevolking bestaat uit allochtone inwoners. Dit aandeel is grofweg gelijk verdeeld over westerse en niet-westerse allochtonen. Het gaat in totaal om ca. 18.000 inwoners. Prognoses van het CBS gaan uit van een toename van de groep niet-westerse allochtonen in de komende jaren, met name Marokkanen en Turken. De vergrijzing binnen deze groep zorgt voor een duidelijke toename in de zorgvraag. Tegelijkertijd is de zorgvraag van deze groep ouderen vaak nauwelijks bekend bij zorgaanbieders. Veel allochtone senioren weten de weg naar de zorg in Nederland maar slecht te vinden. Lichamelijke eigenschappen • Het aantal mensen met een chronische ziekte neemt fors toe (40% in de komende 20 jaar). Ook is steeds vaker sprake van een meervoudige c.q. complexe zorgvraag en groeien diabetes, overgewicht, bloeddruk en depressie nog meer dan nu uit tot belangrijke volksgezondheidsproblemen. • In de regio Gooi en Vechtstreek is bij 41% van de inwoners van 20 jaar en ouder sprake van overgewicht. Ruim 8% heeft zelfs te kampen met ernstig overgewicht. • Daarnaast heeft 9% van de inwoners last van een hoge bloeddruk. Op beide aspecten scoort de regio iets positiever dan het landelijk beeld.11 Van een significant verschil is echter geen sprake. Leefstijl • De leefstijl van een individueel persoon kan worden gekarakteriseerd door de mate van bewegen en sportbeoefening, gebruik van alcohol, roken en voeding. • In Nederland behaalt slechts 54% van de bevolking van 12 jaar en ouder de norm voor gezond bewegen. De regio scoort vergelijkbaar. De norm gaat uit van vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging.12 • Overmatig drinken en roken doen regiobewoners vergelijkbaar met gebieden elders in Nederland. Van de bevolking van 12 jaar en ouder is 18% een overmatige of zware drinker en rookte in de periode 2004-2007 31%. Onder invloed van het anti-rookbeleid zal dit in 2009 iets lager liggen. • De scholen in de regio scoren relatief goed op voeding. Zo heeft 43% een gezonde kantine (landelijk 22%) en beschikken scholen relatief vaak over beleid op het gebied van voeding (63%), beweging (63%) en overgewicht (11%). • In algemene zin geldt over voeding dat Nederlanders teveel verzadigde vetten eten. Slechts 1 op de 10 Nederlanders scoort op dit onderdeel goed. Slechts 3 op de 10 Nederlanders consumeert voldoende fruit(sap) en 2 op de 10 voldoende groenten. Voor voedingsvezel geldt dat slechts 1 op de 6 Nederlanders de aanbevolen hoeveelheid binnen krijgt. 13 • De vooruitzichten zijn daarbij niet positief. Gedrag op jongere leeftijd is een belangrijke indicator voor de leefstijl tijdens het volwassen leven. Veel jongeren roken en ook het drankgebruik onder jongeren neemt toe. Slechts een kwart van de jongeren voldoet aan de beweegnorm.
10 11 12 13
14
Bron: Bron: Bron: Bron:
RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2009. CBS, POLS, gezondheid en welzijn, 2004-2007. CBS, Norm gezond bewegen, 2004-2007. RIVM, Nationale Kompas Volksgezondheid, 2009.
Economische kansen voor de zorg
Omgeving Onderscheid kan worden gemaakt tussen de fysieke en sociale omgeving. Bij fysieke omgeving gaat het om zaken als stedelijkheid (woningdichtheid), milieu (openbare speelruimte) en verkeersveiligheid.14 • De woningdichtheid is in een stedelijke gemeente als Hilversum natuurlijk hoger dan het landelijk gemiddelde (844 woningen per km² tegen 206 landelijk). • Opvallend is (voor een stedelijke gemeente) wel een relatief fors aandeel openbare speelruimte (51 kinderen/hectare speelruimte). • Daarnaast is sprake van een relatief beperkt aantal verkeersslachtoffers (regionaal 4,2 sterfgevallen per 1.000 inwoners, tegen 6,0 landelijk). Bij de sociale omgeving spelen aspecten als opleiding, inkomen, uitkeringen en buurtbeleving een rol. Op aspecten als opleiding, inkomen en uitkeringen steekt Hilversum en omliggende regio gunstig af bij het landelijk beeld. Voor buurtbeleving geldt een beeld dat vergelijkbaar is met andere stedelijke gebieden.15 • Het aandeel laagopgeleiden in de regio ligt met 29% lager dan landelijk (33%). • Het aandeel hoogopgeleiden is regionaal daarentegen met 34% juist hoger dan landelijk (25%). • Het besteedbaar inkomen per inwoner is in Hilversum met € 14.500,- gemiddeld duidelijk hoger dan landelijk (€ 12.700,-). • Het aantal uitkeringen (aandeel bijstandsuitkeringen 18 plus) ligt regionaal met 2,1% ook lager dan landelijk (2,6%). • Het aandeel inwoners dat zich thuisvoelt in de buurt is met 82% iets lager dan landelijk (88%). • Het aandeel inwoners dat tevreden is met de woonomgeving ligt met 77% iets lager dan elders (84%). • In de Wijkveiligheidsplannen is nog te lezen dat 95% van de Hilversummers zich veilig voelt. Dit is hoog. Bron is de Omnibusenquête 2008.
Uitgaven aan zorg stijgen De uitgaven aan zorg laten een stijgende tendens zien. Sinds 2004 bedraagt de stijging van de zorguitgaven tussen de 3 en 6% per jaar. De stijging van de zorgkosten is toe te schrijven aan meer geleverde zorg, toegenomen loonkosten en hogere tarieven van vrije beroepsbeoefenaren.16 De curatieve diagnose en behandeling geldt als de grootste kostenpost. Het betreft vooral psychische soortnissen en ziekten van het spijsverteringsseltsel, gevolgd door ziekten van het bewegingsstelsel, bindweefsel, hartvaatstelsel, zenuwstelsel en zintuigen.
Inhoudelijke veranderingen in de vraag naar zorg Ook inhoudelijk verandert de vraag naar zorg. Enkele ontwikkelingen zijn hierna geschetst. Veranderende vraag naar zorg • Patiënten zijn steeds beter geïnformeerd en kritischer. Via internet is al jaren professionele informatie te vonden over gezondheidsklachten. Ook is door patiënten steeds beter zicht te krijgen op variaties in wachttijden, kwaliteit en resultaten bij instellingen. • Onder met name de groeiende groep chronisch zieken neemt de behoefte aan regie, ofwel zelfmanagement, toe. Zelfmanagement houdt in dat mensen actief meedenken en doen in de behandeling, zelf verantwoordelijkheid nemen in het bepalen van behandeldoelen en richting geven aan de besluitvorming. De patiënt kan – en wil - heel veel zelf doen, mits daarvoor de juiste randvoorwaarden zijn geschapen. Zelfmanagement draagt tegelijkertijd bij aan het verkleinen van de vraag naar professionele hulp. Aan deze ontwikkeling kan de term care community worden gekoppeld • Verder is sprake van een verregaande verschuiving van intra- naar extramurale zorg. De nieuwe generatie ouderen heeft hele andere wensen ten aanzien van wonen en zorg dan de huidige. Verpleeg- en verzorgingshuizen worden steeds minder gezien als een aantrekkelijke woonvorm. Met name de midden en hogere inkomens keren deze traditionele zorgvormen de rug toe. De nieuwe generatie verwacht vooral zorg in de eigen woning. Deze ontwikkeling wordt gesimuleerd door het overheidsbeleid waarin aangestuurd worden op het scheiden van wonen en zorg. Woondienstenzones, zoals die in Hilversum en levensloopbestedingen woningen zijn het gevolg. • Preventie vormt steeds vaker een logisch onderdeel van het werken aan gezondheid. De focus verschuift van ziekte naar gezond leven. Met name binnen de in de regio sterk aanwezige groep mensen met een hoger opleidings- en bestedingsniveau is sprake van een hogere oriëntatie op preventie.
14 Bron: RIVM, Nationale Atlas Volksgezondheid, 2009, cijfers uit 2005, 2006 en 2007. 15 Bron: RIVM, Nationale Atlas Volksgezondheid, 2009, cijfers uit 2005, 2006 en 2007. 16 Bron: CBS, Gezondheid en zorg in cijfers, 2008. Het betreft uitgaven aan formele zorg inclusief welzijn, zoals die wordt geleverd binnen de context van de Nederlandse gezondheidszorg.
15
Economische kansen voor de zorg
Meer aandacht voor preventie Preventie wordt door steeds meer zorgpartners ook ingezet als strategie om mensen zo lang mogelijk zelfstandig, onafhankelijk en gezond te houden. Naast het voorkomen, vroegtijdig signaleren of uitstellen van gezondheidsproblemen en ziekten kan ook verlies van kwaliteit van leven worden voorkomen en kan zelfredzaamheid worden vergroot. Bij preventie gericht op ouderen ligt de nadruk zowel landelijk, regionaal als lokaal op thema’s als beweging, gezonde voeding, valpreventie, depressie en eenzaamheid. Door het bevorderen van de gezondheid van de bevolking, neemt de zorgvraag minder toe en daarmee ook de druk op de zorgsector, inclusief druk op arbeidscapaciteit. In Nederland zijn preventie en zorg nog vrij sterk gescheiden. Oorzaak is de financiering van de gezondheidszorg, die het karakter van een sociale verzekering heeft. Met het nieuwe zorgstelsel wordt de scheiding langzamerhand minder sterk en is het aantal initiatieven in diverse settings (school, wijk, werk, zorgsector) sterk toegenomen. Wel is veelal nog sprake van ad-hoc projecten, ontbreekt coördinatie, een duurzame organisatie en financiering en systematische evaluatie.
Wellness als sterk groeiende sector Het woord wellness is een samenvoeging van well being en fitness. Het heeft te maken met het bereiken van een toestand van lichamelijk en geestelijk welbevinden door goed voor jezelf te zorgen. Het aanbod aan wellness diensten en producten is sterk groeiende en het label wellness wordt aan een diversiteit van producten en diensten gekoppeld. In alle gevallen gaat het om een sterke eigen wens van consument om gebruik te maken van de dienst of het product. Componenten zijn lichamelijke inspanning (fitness, aerobics, zwemmen), lichamelijke verzorging en ontspanning (sauna, spa, massage, beauty, voeding) en geestelijke verzorging (yoga, zen).17 Er liggen duidelijke raakvlakken met de zorgsector, horeca, recreatie en toerisme. Trends op het gebied van wellness • • • • • • • • • •
vraag naar (persoonlijke) aandacht en kwaliteit; een groeiende diversiteit van complete wellness arrangementen; een sterke schaalvergroting van wellnesscentra, als sauna- en spacomplexen (alles in 1); tegelijkertijd is er behoefte aan kleinschalige wellnessfaciliteiten; toename van het aantal bedrijven met ongeveer eenderde tussen 2001 en 2006 en een groei van de werkgelegenheid met 78% over dezelfde periode.18 steeds meer specifieke wellness opleidingen, daarnaast is wellness steeds meer een onderdeel van bestaande opleidingen. de opkomst van medisch toerisme; groei van aantal behandelingen in de cosmetische chirurgie; ontstaan van urban wellness, waarbij met relatief weinig ruimte en tijd een gevoel van welbevinden wordt nagestreefd (snel onthaasten). de groei van wellness vakanties in een groene omgeving. Zorghotels spelen efficiënt in op de aanwezige kansen.
De karakteristieken van de regio (gemiddeld hoog inkomensniveau, omvangrijke vergrijzing, centrale ligging, groene omgeving) maken de Gooi en Vechtstreek bij uitstek interessant voor de wellness sector. Daarbij is het aantrekkelijk dat deze wellness veelal door niet-reguliere zorgverleners wordt verleend, waardoor geen aanspraak wordt gemaakt op de beperkte arbeidscapaciteit in de zorgsector in Hilversum en omliggende regio.
Technologische innovatie in de zorg Er is steeds meer aandacht voor technologische innovatie in de zorg. De afgelopen tien jaar zijn zeer veel ontwikkelingen gaande op het gebied van ICT en zorg. Los van de problematiek met betrekking tot registratie, beveiliging en privacy, is duidelijk geworden dat er potentieel veel ICT-toepassingen in de zorg mogelijk zijn. Deze toepassingen richten zich veelal op zorgondersteuning, kwaliteit van de zorg, efficiëntie van de zorg en vergroting van de mogelijkheden tot zelfstandigheid van de zorgvrager.
17 18
16
Bron: Nationaal Wellness Onderzoek 2008, Monitor Groep, september 2008. Bron: Nationaal Wellness Onderzoek 2008, Monitor Groep, september 2008.
Economische kansen voor de zorg
Soort technologische innovaties De Raad voor de Volkgezondheid onderscheid de volgende technologische innovaties: 19 • Computergerelateerde technologieën, zoals elektronische patiëntendossiers, digitale opslag van CT- en MRI-scans, 3D-technieken voor diagnostische en therapeutische doeleinden en voor opleiding en training. • Geneesmiddelen- en biotechnologieën. Te denken valt aan Gentherapie, tissue engineering (kweken van weefsel en organen), biologische signaalstoffen die vroegtijdige diagnose van bijvoorbeeld kanker mogelijk maken en DNA chips. • Technologieën voor geneesmiddelen toediening, zoals prikpillen, implanteerbare insulinepompjes, biosensors (meten bloedwaarden) en coating op implantaten, waardoor het risico van afweerreacties en infecties afneemt. • Minimaal invasieve technologieën, bijvoorbeeld kijkoperaties, benutten 3D-visuele technieken en robotica. • Orgaan ondersteunings- en vervangingstechnologieën, via kunstorganen; producten die een klein deel van de functie van een orgaan kunnen overnemen, zoals dialyseapparaten. • Thuis- en zelfzorgtechnologieën, via domotica, robotica en monitoring patiënten op afstand. • Arbeidsomstandighedenverbeterende en arbeidsbesparende technologieën, met ICT kunnen bijvoorbeeld logistieke processen veel aan efficiëntie winnen.
Ketenvorming in de zorg De toenemende vraag naar zorg en de veranderingen in die vraag stellen de sector voor een grote uitdaging. Meer en meer staat de gedachte centraal dat chronisch zieke mensen door een gezonde leefstijl en zorg op maat kunnen blijven meedoen in het sociaal en economisch verkeer. Als gevolg hiervan is er veel aandacht voor ketenvorming in de zorg, waarbij ketens patiënten en cliënten zich verzekerd weten van adequate zorg ondanks het feit dat hier uiteenlopende hulpverleners aan te pas komen. Het gaat in de eerste plaats om een geïntegreerde eerste lijn, maar ook om goede afstemming tussen eerste en tweede lijn en afstemming tussen professionele hulpverleners en mantelzorgers. Vanwege de WMO hebben gemeenten hierin een regierol te vervullen, samen met eerstelijnszorg, zorginstellingen en zorgverzekeraars.
19 Bron: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, Technologische innovatie in de zorgsector, 2001.
17
Economische kansen voor de zorg
Specialisatie van zorginstellingen Van oudsher lijken zorginstellingen in Nederland erg op elkaar. Ze leveren een breed pakket aan producten en diensten aan een brede klantengroep. Dit is historisch gezien goed verklaarbaar gezien de regionale functie van instellingen, de centrale aansturing van het aanbod en de bijbehorende financiering. De veranderingen in de financiering van zorg (zoals de Wet Marktordening Gezondheidszorg) hebben ertoe geleid dat ziekenhuizen fuseren en specialiseren om bestand te zijn tegen de door marktwerking gedomineerde omgeving. Tergooiziekenhuizen is hiervan een voorbeeld. Instellingen moeten nadenken over de positionering ten opzichte van concurrenten, de producten en diensten die worden geleverd, klantengroepen, e.d.20 Via allerlei ranglijsten ontstaat inzicht in de prestaties van met name ziekenhuizen, maar ook verzorgings- en verpleeghuizen.
Vastgoed en zorg De Wet Toelating Zorginstellingen maakt zorginstellingen zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting. Tot januari 2008 betaalde het Rijk de bouw, renovatie en exploitatie van zorginstellingen en was er nauwelijks een prikkel aanwezig om efficiënt om te gaan met budget en ruimte. Tegelijkertijd was het lastig en soms zelfs onmogelijk om van de vastgestelde kaders af te wijken.21 In de ouderenzorg en gehandicaptenzorg is de laatste jaren al een trend waarneembaar, waarbij woningcorporaties eigenaar worden van het vastgoed en op voorheen gesloten instellingsterreinen reguliere woningbouw en commerciële activiteiten worden toegevoegd. Verschuivingen in de financiering hebben geleid tot een commerciële kijk op de ontwikkeling van ziekenhuizen en interesse van projectontwikkelaars. Ziekenhuizen trachten hiermee de huisvestingslasten te verlagen en richten zich meer dan voorheen op hun kernactiviteiten. Activiteiten die niet als kernactiviteit worden gezien, zoals poliklinieken, fysiotherapie, zorggerelateerde retail en bedrijvigheid worden in de (directe) omgeving gesitueerd. Deze bedrijven profiteren van de professionele ziekenhuisomgeving en de grote dagelijkse bezoekersstroom. Ook kan gebruik worden gemaakt van de medische en facilitaire ondersteuning van het ziekenhuis. De ziekenhuizen genereren hiermee extra middelen, via huuropbrengsten en het verrichten van additionele diensten. Daarnaast dragen de huurders bij aan de verbreding van het voorzieningenniveau van het ziekenhuis.22
20 Bron: Zorg in Zicht, ABN AMRO, 4e kwartaal 2008. 21 Bron: Ziekenhuis & Zorg, Real Estate, 2007/51. 22 Bron: Ziekenhuis & Zorg, Real Estate, 2007/51.
18
Economische kansen voor de zorg
Veranderende rol gemeente De rol van de gemeente op het vlak van zorg wordt in de basis gevormd door het aanwezige wettelijk kader, bestaande uit de WCPV en de WMO. Na een lange periode van centrale aansturing van de zorg middels wetgeving die landelijk uniforme regels stelde, wordt het zorgbeleid nu meer en meer decentraal vormgegeven. De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) zal de komende jaren in toenemende mate een rol gaan spelen in het gezondheidsbeleid van gemeenten. De WMO geeft de gemeente immers de gelegenheid om veel meer naar eigen inzicht zorgbeleid vorm te geven. De WCPV (Wet op de Collectieve Preventie Volksgezondheid) Op grond van de WCPV legt de rijksoverheid vierjaarlijks in een nationale preventienota de belangrijkste doelstellingen vast op het terrein van de volksgezondheid. In aansluiting daarop schrijven gemeenten steeds een gemeentelijke Nota Gezondheidsbeleid, die nauw moet aansluiten op de nota van de rijksoverheid. De gemeenten hebben op basis van de WCPV een aantal concrete taken (epidemiologie, bewaken van gezondheidsaspecten, e.d.). De gemeente Hilversum heeft in aansluiting op de landelijke preventienota van de rijksoverheid concrete beleidsdoelstellingen geformuleerd. De belangrijkste doelstelling in verband met de ouder wordende bevolking zijn doelstellingen op het gebied van overgewicht en bewegen, depressie, diabetes en valpreventie. Een groot deel van bovengenoemde taken wordt uitgevoerd c.q. zijn gedelegeerd naar de GGD, die regionaal georganiseerd is.
De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) De WMO geeft gemeenten taken op een achttal gebieden, waarvan in het kader van de stimulering van de zorgeconomie in Hilversum de belangrijkste zijn: • vevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. • geven van advies, informatie en cliënten- en maatschappelijke ondersteuning. • ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.
In gewestelijk verband is de WMO uitgebreid met taken op het gebied van Wonen. Deze taken zijn weergegeven in het uitvoeringsplan Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) van het Gewest.23 Speerpunten met een langere doorlooptijd in het uitvoeringsplan zijn: • kennisnetwerk: een centrale toegankelijke plek voor ordening en beschikbaar stellen van informatie en verbindingen naar andere kennisbanken, primair bedoeld voor beleidsmakers in het Gewest in de WWZ, maar ook open voor burgers, professionals en niet gemeentelijke organisaties, zoals woningcorporaties. • WWZ atlas: digitale gegevensbank waarin kaartmateriaal en statische gegevens over de regio is opgenomen. De WWZ atlas wordt een onderdeel van het kennisnetwerk. • vraagsturing: betrokkenheid van burgers/cliënten wordt van belang geacht bij het ontwikkelen van aanbod aan hulp, zorg en voorzieningen.
23 Bron: Uitvoeringsplan Wonen, Welzijn, Zorg, Gewest Gooi en Vechtstreek. 2008.
19
Economische kansen voor de zorg
5. Visie Zorg als economisch speerpunt In de economische visie heeft de gemeente Hilversum zorg benoemd als één van de drie speerpunten van het economisch beleid. Naast multimedia en toerisme. De zorgsector is in Hilversum en omliggende regio reeds goed vertegenwoordigd. Het is gerekend in termen van werkgelegenheid, de tweede sector in Hilversum. Daarnaast kent de regio een aantal landelijk bekende instellingen, zoals Astmacentrum Heideheuvel, revalidatiecentrum De Trappenberg en Visio (slechtziende en blinde mensen). Door veranderingen in de zorgvraag heeft de sector een sterk economisch groeipotentieel. De zorgvraag in Hilversum en regio neemt vanwege de vergrijzing nog eens sterker toe dan elders in Nederland. Daarbij geldt dat de sector een duurzame groeimarkt is. Zelfs in tijden van economische neergang laat de zorg een positieve ontwikkeling zien.
Ambitie biedt het hoofd aan uitdagingen in de zorg De belangrijkste uitdaging voor de zorg in de komende decennia is het op een effectieve en efficiënte wijze tegemoetkomen aan de groeiende en veranderende zorgvraag. Om zo de zorg toegankelijk en van goede kwaliteit te houden. De gemeente heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een gezonde bevolking (WCPV en WMO). Deze verantwoordelijkheid kan zij gelet op alle ontwikkelingen alleen waarmaken door daar economisch mee om te gaan. Met de ambities op het vlak van zorgeconomie wordt mede het hoofd geboden aan de uitdagingen waarvoor de zorg zich gesteld ziet.
Integrale aanpak Hilversum zet in op een integrale aanpak op het vlak van gezondheid. Investeren in gezondheid levert rendement op: langer leven en werken in goede gezondheid, gekoppeld aan een lagere zorgvraag en lagere zorgkosten. Een gezond Hilversum is een voorwaarde voor een welvarend Hilversum. Een integrale gezondheidsbenadering is daarbij van groot belang. Binnen de gemeente gebeurt veel op het vlak van gezondheid en zorg (wmo, voorlichting, sportbeoefening, fietsbeleid, natuur, milieu, voeding, e.d.). Activiteiten zijn echter verspreid over een groot aantal beleidsvelden, programma’s en meerdere portefeuillehouders. Coördinatie en afstemming zal leiden tot meer synergie en als gevolg hiervan meer rendement. Een integrale benadering gaat versnippering tegen en doorbreekt schotten tussen sectoren. Dat maakt het mogelijk om (intern en met partners) gezamenlijk te werken aan de maatschappelijke opgaven waarvoor we staan.
Groeikansen passen bij karakteristieken Hilversum Binnen de integrale benadering liggen economische groeimogelijkheden die uitstekend passen bij de karakteristieken van Hilversum en omgeving. Kansen liggen er vooral in: • crossectorale verbindingen tussen zorg, media en toerisme. Hier ligt de kracht van Hilversum en omliggende regio en liggen grote kansen om te komen tot versterking van en innovatie in de zorgsector. • preventie. Preventie laat een sterke groei zien, in het bijzonder bij consumenten met een relatief hoog opleidingsniveau en -inkomen. Deze groep is in Hilversum en de rest van de Gooi en Vechtstreek oververtegenwoordigd. Tegelijkertijd kan preventie de ontwikkeling van de zorgvraag beperken. • zorggerelateerde zakelijke en financiële dienstverlening. Met locaties als het Arenapark beschikt Hilversum over een aantrekkelijke vestigingsklimaat voor een brede groep van bedrijven, organisaties en instellingen met een relatie met de zorgsector. Het gaat dan bijvoorbeeld om verzekeraars, patiëntenverenigingen, adviesbureaus, advocatenkantoren, ICT-bedrijven, banken en personeelsdiensten. Deels betreft het organisaties met een lokaal tot regionale uitstraling, deels stuwende bedrijvigheid.24
24 Stuwende werkgelegenheid is werkgelegenheid die nieuwe werkgelegenheid oplevert. Het betreft dan werk voor leveranciers van voedingsmiddelen, wasserijen, schoonmaakbedrijven, tuinonderhoud, bewaking, e.d.
20
Economische kansen voor de zorg
Groeikansen afgestemd op arbeidskapitaal Een essentieel vraagstuk is het bieden van een oplossing voor de problematiek rondom de inzet van de benodigde arbeidscapaciteit. “Als we in 2025 de zorg willen leveren op de manier waarop we dat nu doen, zou 20% van de beroepsbevolking in de zorg moeten werken. Ik hoef u niet uit te leggen dat een zo sterke groei onmogelijk is. We zullen het anders moeten gaan doen, we zullen de zorg anders moeten organiseren. Technologie biedt daarbij goede mogelijkheden. De zorgprofessional zal veel meer op afstand aanwezig zijn en de rol hebben van adviseur en ondersteuner, met wellicht af en toe een intensiever contact. De contacten zullen vooral via internet of een verbeterde opvolger daarvan plaatsvinden.” Bron: Inaugurale rede Prof. Dr. L. de Witte, Universiteit Maastricht, 20 juni 2008. Gelet op het reeds bestaande tekort aan met name verzorgenden en verplegenden wordt niet ingezet op een sterke toename van bedrijvigheid in de Cure en Care segmenten. De aangegeven groeikansen doen juist een beroep op andere arbeidskrachten, dan verzorgenden en verplegenden. Daarnaast wordt het aanwezige arbeidskapitaal optimaal benut. Enerzijds door het verhogen van de arbeidsproductiviteit (vooral door verbindingen met media), anderzijds door het verhogen van het arbeidspotentieel (via onder meer opleidingen, wervingscampagnes in de zorg, e.d.)
Vestigingsmogelijkheden aanwezig De ruimtedruk in Hilversum is groot. Toch zijn er op diverse locaties vestigingsmogelijkheden aanwezig voor bedrijven en instellingen in de zorgeconomie. Met Landgoed Zonnestraal en de locatie Monnikenberg zijn reeds twee clusters aanwezig. Voor kantoorfuncties zijn er vestigingsmogelijkheden op het Arenapark, dan wel in verspreid over de stad gelegen kantoorvilla’s. Mogelijk bieden in de toekomst ook andere locaties mogelijkheden.
Regionale samenwerking is voorwaarde De zorg is slecht op gemeenteniveau af te bakenen. Veel zorginstellingen zijn regionaal georiënteerd en bedienen ook regionale zorgcliënten. Regionale samenwerking op dit terrein is dan ook een voorwaarde voor succes.
21
Economische kansen voor de zorg
6. Uitvoeringsprogramma Thema’s Het uitvoeringsprogramma omvat vijf thema’s: • profileren als proeftuin voor de zorg; • innovatie binnen de zorgeconomie; • arbeidsmarkt en onderwijs; • ruimte voor zorg; • meten is weten.
Prioriteiten Aan de thema’s wordt invulling gegeven door bestaande en nieuwe projecten en activiteiten vanuit verschillende gemeentelijke diensten, samen met partners, zoals iZovator en haar participanten. Het uitvoeringsprogramma geeft de prioriteiten aan voor de komende 2 jaar. Daarna zullen nieuwe accenten worden bepaald. Binnen diverse programma’s is capaciteit en financiering voorhanden, vooral door de bijdrage aan Innovatieve Verbindingen. Wanneer bij uitwerking van projecten extra financiering nodig blijkt, volgt separaat besluitvorming.
iZovator Eind 2008 is het regionaal innovatieplatform voor de zorg iZovator opgericht. De oprichting van iZovator is een direct resultaat van het economisch stimuleringsprogramma Innovatieve Verbindingen, waartoe de negen gewestgemeenten en de Kamer van Koophandel hebben besloten en dat wordt gesteund door provincie Noord-Holland. Stichting iZovator heeft als doelstelling: het bevorderen van innovatie in de zorgsector in de regio Gooi en Vechtstreek teneinde de economische bedrijvigheid in deze sector te bevorderen en een betere zorg, aansluitend op de behoefte van de burger in de regio, te doen realiseren. De Stichting is een broedplaats voor innovatie en zal kennisverspreiding, kennisdeling en de uitvoering van relevante projecten binnen de regio aanjagen. Bron: iZovator, Beleidsplan 2009. Participanten van iZovator zijn: • overheden, te weten de negen gewestgemeenten (vertegenwoordigd door het Gewest Gooi en Vechtstreek), met daarnaast Provincie Noord-Holland; • het bedrijfsleven, via de Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland; • instellingen en organisaties in de zorg, via SSIG (Stichting Samenwerkende Instellingen en organisaties voor gezondheidszorg en zorgverlening Gooi en Vechtstreek), met daarnaast een aantal individuele participanten, te weten Tergooiziekenhuizen, KBCZ: Koepel Behandelingscentra Chronisch Zieken / Revalidatiecentrum De Trappenberg, Hilverzorg, Amaris Zorggroep en Vivium Zorggroep. • zorgverzekeraar Agis Zorgverzekeringen; • onderwijs, in eerste instantie via ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek. Het aantal participanten zal komende tijd verder worden uitgebreid. De Hogeschool Utrecht, Hogeschool INHolland en Hogeschool van Amsterdam hebben reeds hun interesse kenbaar gemaakt. Datzelfde geldt voor Syntens, het innovatienetwerk voor MKB. Met de oprichting van iZovator is een belangrijke voorwaarde ingevuld voor realisatie van de visie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Veel projecten die opgenomen zijn in het beleidsplan 2009 van iZovator sluiten rechtstreeks aan op doelstellingen van de gemeente Hilversum op het vlak van zorgeconomie. Deze projecten worden via Innovatieve Verbindingen mede gefinancierd door de gemeente Hilversum en zijn om die reden ook benoemd in het uitvoeringsprogramma. Het programma Innovatieve Verbindingen loopt tot eind 2011. Tot dat moment is de financiering gegarandeerd. Begin 2011 zal iZovator uitgebreid worden geëvalueerd. Dan ontstaat ook helderheid over de financiering voor 2012 en verder. Tegelijkertijd legt de gemeente Hilversum vanuit haar eigen rol en positie een aantal extra accenten. Het gaat concreet om de projecten ‘opzetten marketing- en acquisitiestrategie’, ‘zorg en ruimtelijke ordening’ en projecten die vallen binnen het thema ‘ruimte voor de zorg’. Capaciteit en financiering voor deze projecten is voorhanden binnen de reguliere middelen.
22
Economische kansen voor de zorg
6.1 Profilering als proeftuin voor de zorg Hilversum en regio zal zich profileren als ‘proeftuin voor de zorg’, waar ruimte is voor innovatie in de zorg en waar ‘meer mogelijk is’. Prioriteit ligt komende jaren bij het communiceren van wat er al is/gebeurt. Daarnaast wordt ingezet op acquisitie van bedrijven en instellingen die helpen het profiel van de Gooi en Vechtstreek als proeftuin voor zorg verder te ondersteunen. Opzetten marketing- en acquisitiestrategie Hilversum en omliggende regiogemeenten hebben op dit moment nog onvoldoende een imago als vernieuwende stad c.q. regio op het vlak van zorg. Met partijen als Heideheuvel en de locatie Zonnestraal heeft Hilversum een vernieuwend zorgaanbod. Dit aanbod is echter onvoldoende bekend buiten de eigen beroepsgroep. De marketingstrategie zal inzicht geven in de wijze waarop dit imago kan worden versterkt. De acquisitiestrategie geeft een beeld van de potentie van diverse marktsegmenten (zoals zakelijke en financiële dienstverlening) in relatie tot het vestigingsklimaat in Hilversum en omgeving en potentiële (bestaande en nieuwe) locaties. Kennis- en netwerkbijeenkomsten iZovator organiseert minstens 4 keer per jaar een Cross Care Café. Daarnaast worden minimaal 2 workshops georganiseerd waarin dieper wordt ingegaan op specifieke thema’s. Deze kennis- en netwerkbijeenkomsten dragen bij aan het imago van de regio als proeftuin voor de zorg. De gemeente zal met inbreng van kennis en ervaring en aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten een actieve rol spelen bij deze bijeenkomsten. Communicatieplan Wat binnen de zorgeconomie in Hilversum en regio gebeurt en de successen die het oplevert zullen breed worden gecommuniceerd, regionaal en daarbuiten. Daarvoor zijn allerlei middelen (website, nieuwsbrief, publicaties in kranten en vakbladen, evenementen) beschikbaar. Ter ondersteuning van de activiteiten en het netwerk is door iZovator inmiddels een website opgezet. Deze wordt komende jaren verder uitgebouwd. De gemeente zet haar corporate communicatiemiddelen (zoals de gemeentelijke website) mede in voor dit doel.
6.2 Innovatie binnen de zorgeconomie Innovatie of vernieuwing is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties, maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe (en zo mogelijk ook betere) manier aan te pakken. Tot voor kort beperkte innovatie zich veelal tot initiatieven van enkelingen. Door de invoering van de Zorgverzekeringswet en de verdergaande deregulering met contracteervrijheid, de nieuwe financieringsstructuur in ziekenhuizen (met DBC’s), de modernisering van de AWBZ en de invoering van de WMO is dat inmiddels anders. Innovatie is een verantwoordelijkheid van het veld zelf. Wel kan de gemeente: • fungeren als aanjager voor innovaties die een gezondheidseffect tot stand brengen, maar zich grotendeels afspelen op het intersectorale domein (arbeid, welzijn, wonen, voeding, natuur, milieu, e.d.). • innovaties faciliteren (via ruimtelijke ordening, vergunningen); • een belangrijke bijdrage leveren aan netwerkvorming, zowel in de sector zelf als crossectoraal (zorg&media, zorg&toerisme). Op regionaal niveau worden via een nauwe samenwerking tussen iZovator en de WMO-coördinator reeds projecten uitgevoerd op het vlak van Zorg dichtbij en Zorgnet. Binnen dit thema worden nieuwe projecten uitgewerkt die liggen op het vlak van ondernemerschap, zorg&toerisme en preventie&sport. Een aantal projecten zijn hierna beschreven. De gemeente staat open voor nieuwe initiatieven rond preventieprogramma’s (gezondheid, zorg, wellness, sport, eten), herstelprogramma’s (waaronder zorghotels) en sportieve recreatieprogramma’s. Voor initiatieven bestaat in Nederland en zeker in Hilversum en omliggende regio een markt. Op het vlak van zorg en media liggen volop mogelijkheden om voor zowel Hilversum als voor de gehele regio Gooi en Vechtstreek, de zorgeconomie te vergroten. Uitgaande van de kennis en expertise van (Multi)media in Hilversum is de cross over naar zorg een unieke kans om de bedrijvigheid te vergroten en te innoveren. Serious gaming zijn games of simulaties die door voor educatieve en curatieve doeleinden worden ingezet. Games bieden de mogelijkheid om fysiek of mentaal te oefenen bij beperkingen. Hierbij dient gekeken te worden naar het profileren van Hilversum als kennisnetwerk op het gebied van serious gaming. De toename van het aantal ouderen in de regio, gecombineerd 23
Economische kansen voor de zorg
met de kennis t.a.v. multimedia en de aanwezigheid van een wijd vertakt glasvezelnetwerk kan deze nieuwe industrie aantrekken. Serious gaming kan zowel op het gebied van preventieve als van curatieve zorg een grote rol spelen en sluit dan ook goed aan bij het thema ‘gezond zijn en gezond blijven’. Daarnaast staat de gemeente open om de mediakennis verder uit te nutten t.b.v. beeldmateriaal dat in de zorgsector kan worden gebruikt. Hierbij kan worden gedacht aan instructiemateriaal t.b.v. professionals maar ook t.b.v. patiënten. Niet alleen de ontwikkeling en productie van dit beeld en geluidsmateriaal kan in Hilversum plaatsvinden, ook de opslag en distributie van beeld- en geluidmateriaal (rontgenfoto’s, PAC’s, MRI, scan’s) behoort tot de expertise van Hilversum en dient verder geprofileerd te worden. Deze laatste activiteiten sluiten uitstekend aan bij de kansen voor groei in Hilversum en de regio als Content Hub. De crossover van Zorg en Media ligt daarmee op twee plaatsen in de zorgketen: • Van zorgverlener naar eindgebruiker in nieuwe toepassingen en betere voorlichting • In de keten van de zorgprocessen zelf waar business to business toepassingen uit de Mediasector ook kunnen worden toegepast in de procesketens van de zorginstellingen. De plannen op dit vlak zullen in een programma dat door iZovator en iMMovator gezamenlijk zal worden ontwikkeld, worden voorbereid. Zorg op afstand maar toch dichtbij Met behulp van technologie en breedbandtoepassingen kan een netwerk gelegd en onderhouden worden tussen mensen die fysiek minder mobiel zijn, hun netwerk van familie en vrienden en de zorgverleners. Het bevorderen van het ontstaan van ‘communities’ waarin met name ouderen met elkaar en de buitenwereld (zoals mantelzorgers en professionals) contact houden, biedt oplossingen voor de behoefte van ouderen aan contact, naast praktische (huishoudelijke) en verpleegkundige zorg. Tegelijkertijd biedt het een (deel van de) oplossing voor de snel toenemenden vergrijzing in combinatie met steeds schaarser wordend personeel. ICT toepassingen worden in de nabije toekomst steeds succesvoller, omdat kennis en gebruik van deze toepassingen steeds meer ingeburgerd raakt. Elders in Nederland zijn reeds diverse proefprojecten opgezet. Via haalbaarheidsonderzoek zijn de diverse mogelijke varianten inmiddels onderzocht. Uitgangspunt daarbij was een pilot die op termijn kan worden opgeschaald naar 2.000 en meer klanten. Voorlopige conclusie is dat er voor een dergelijke business case overkoepelend over alle partijen, geen sluitende financiering door één of meer van de deelnemende partijen is te vinden. Voor het vinden van een sluitende business case die op termijn rendabel is zonder subsidie wordt nu gekeken naar kleinere projecten waarbij minder partijen betrokken zijn zodat de kosten lager worden. Ook worden de mogelijkheden van subsidie onderzocht om daarmee de eenmalige opstartkosten te financieren. Trekkers zijn iZovator, iMMovator en de negen gemeenten (WMO). Zorgnet Zorgnet voorziet in het realiseren van een infrastructuur waarbij zorginstellingen in de regio onderling verbonden zijn in een open, breedbandige infrastructuur. Deze infrastructuur maakt de ontwikkeling van nieuwe diensten mogelijk. Doel is het versterken van de dienstverlening in de zorgsector en verruimen van de toegankelijkheid van de zorg. Trekkers zijn iMMovator, iZovator en gemeente Hilversum. In 2008 zijn businesscases ontwikkeld voor een aantal grote instellingen. Een verkenning van te ontwikkelen diensten volgt in 2009. Hilversum heeft goede papieren op dit vlak, vanwege de aanleg van een hoogwaardig netwerk van breedbandverbindingen. Ondernemerschap in de zorg Startende ondernemers zijn belangrijke aanjagers van innovatie. Ondernemen en zorg gaan goed samen, maar een zorgaanbieder is geen ‘gewone’ onderneming. Een specifieke aanpak is nodig om meer ondernemerschap in de zorg te krijgen. De Kamer van Koophandel is daarbij potentieel een belangrijke partner. De Kamer pakt deze rol ook al gedeeltelijk op, bijvoorbeeld door organisatie van informatiebijeenkomst voor startend ondernemerschap in de zorgsector. De gemeente werkt dit onderwerp samen met de Kamer van Koophandel verder uit in concrete acties. Dat kan variëren van informatieverstrekking via websites, bijeenkomsten en individuele gesprekken tot aan coachingstrajecten, uitwisselingsprogramma’s en prijsvragen. Vakanties voor zorgbehoevenden Er liggen economische kansen in het voor zorgbehoevenden toegankelijk maken van toeristische accommodaties in Hilversum en omliggende regio. Hotel de Witte Bergen is een bestaand voorbeeld van een hotel dat mogelijkheden biedt voor verblijf van zorgbehoevenden met dezelfde zorg. In veel gevallen kan het zorgdeel van een dergelijke vakantie worden betaald uit een persoonsgebonden budget en/of zorgindicatie. In andere regio’s liggen goede voorbeelden. Onderzoek zal inzicht geven in de mogelijkheden voor verbreding van het aanbod en de daartoe concreet benodigde acties, zoals bijvoorbeeld certificeringsprogramma’s, een website, e.d. Trekkers zijn iZovator, iTRovator i.o. en de Kamer van Koophandel.
24
Economische kansen voor de zorg
Toeristische mogelijkheden zorglocaties Voor zorglocaties in Hilversum en omliggende regio wordt inzichtelijk gemaakt welke toeristische mogelijkheden er zijn. Het gaat om mogelijkheden op het gebied van congres- en zakelijk toerisme, maar ook om toeristisch en recreatief gebruik van de buitenruimten en voorzieningen op het terrein van zorginstellingen. De inventarisatie zal leiden tot een kansenkaart met mogelijkheden en actieplannen per zorginstelling c.q. –locatie. In Hilversum is Landgoed Zonnestraal reeds actief als congreslocatie. Hier en elders in Hilversum liggen echter mogelijkheden voor versterking. Trekkers zijn iZovator en iTRovator i.o. in samenwerking met de betrokken zorginstellingen c.q. –locaties. Ook is al aangehaakt bij het project MICE Meets Metropolis. Binnen dit project worden ondernemers in de Metropoolregio bekend gemaakt met de markt voor toerisme en begeleid bij de ontwikkeling van hun producten en diensten. Tegelijkertijd wordt binnen MICE het aanbod van zakelijk-toeristische diensten in de Metropoolregio bekend gemaakt bij (internationale) meetingplanners en intermediairs. Zorg en ruimtelijke ordening In de zorgsector ontstaan diverse nieuwe initiatieven die een ruimtelijke weerslag hebben. Concreet voorbeeld zijn de kleinschalige woonvormen voor mensen met een zorgbehoefte (tijdelijk of permanent, al dan niet met 24-uurs zorg). De vraag naar dit soort woonvormen onder ouderen en zorgbehoevenden lijkt vrij groot. In Hilversum zijn dan ook al diverse voorbeelden bekend, vaak gesitueerd in mooie villa’s. Een heldere visie op wenselijkheid ervan en een eenduidige vertaling naar bestemmingsplannen, e.d. ontbreekt echter nog. In het handboek voor actualisatie van bestemmingsplannen (is inmiddels in ontwikkeling) wordt deze lacune ingevuld. Op deze manier ontstaat in te actualiseren bestemmingsplannen een helder en eenduidig kader waaraan dit soort initiatieven (en andere) getoetst kunnen worden.
6.3 Arbeidsmarkt en onderwijs Het aanwezige arbeidskapitaal wordt optimaal benut. Binnen dit thema worden projecten uitgewerkt op het vlak van: • arbeidsbesparing en het verhogen van arbeidsproductiviteit, vooral via innovatie van zorgprocessen. Hier ligt een sterke relatie met het thema innovatie in de zorgeconomie. Ook zijn er mogelijkheden te vinden in verbeterde afstemming via ketenzorg. • arbeidsvervanging reguliere zorg, kansen liggen er in samenwerkingsverbanden met organisaties in de wellnesssector en met ROC’s. • behoud van personeel, via diversificatie van arbeid, maatregelen gericht op arbeidsparticipatie van oudere werknemers, e.d. • vergroten arbeidspotentieel voor de zorg, onder meer via verbreding en vernieuwing van het onderwijsaanbod, realiseren van voldoende stageplaatsen, investeringen in groepen mensen die ondervertegenwoordigd zijn in de zorgsector. Binnen dit thema lopen reeds diverse projecten. Binnen iZovator wordt gewerkt aan de opzet van een crossectoraal leerbedrijf. Het in februari 2009 gestarte project ‘De oversteek naar zorg’ is een project, waarin nu de eerste groepen geschoold worden om uit te stromen naar de arbeidsmarkt. Al langer lopende activiteiten, zoals de organisaties van carrièrebeurzen, en het voeren van campagnes voor verbetering van het imago en werving (zie website Let’s Care) worden doorgezet. Komende tijd worden nieuwe projecten benoemd en uitgewerkt. Crosssectoraal leerbedrijf Nieuwe vormen van onderwijs in het MBO en HBO, zoals co-makership tussen onderwijs en bedrijf, kunnen een interessante binding geven tussen onderwijs en zorgbedrijf. In dit kader is reeds de haalbaarheid onderzocht van een crosssectoraal leerbedrijf. In een leerbedrijf werken bedrijven en kennisinstellingen samen in projecten om studenten de mogelijkheid te geven hun verworven competenties in de praktijk te brengen. Het bedrijfsleven krijgt de mogelijkheid om kennisinstellingen in te zetten voor het ontwikkelen van innovatieve producten binnen de eigen markt. Centraal in het leerbedrijf staan ondernemerschap, innovatie door crossovers tussen media, zorg en toerisme en de multilevel (ROC, HBO, universiteit) en multidisciplinaire (verschillende studierichtingen) insteek. Doel is om het leerbedrijf in 2010 operationeel te hebben met de eerste groepen studenten en scholieren. Er zijn twee programma’s benoemd, rondom de crossovers zorg&media (thema’s digitalisering, domotica en monitoring) en zorg&toerisme (thema’s preventie&revalidatie, zorgtoerisme en vergrijzing de luxe). Komende tijd wordt het programma inhoudelijk verder vormgegeven en worden de benodigde organisatie en financiering nader uitgewerkt. Trekkers zijn iZovator, iMMovator, het ROC van Amsterdam Gooi- en Vechtstreek, de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool INHOLLAND.
25
Economische kansen voor de zorg
De oversteek naar zorg Als eerste uitwerking van het convenant ‘de oversteek naar werk’ is het projectplan ‘de oversteek naar zorg’ opgesteld. Het project is gestart in februari 2009 en heeft een looptijd van 2 jaar. Het project draait onder de regie van de Commissie Werk (met wethouder Walters als voorzitter) en het dagelijks bestuur van de SSiG. Participanten zijn de sociale diensten, WERKbedrijf, werkgevers, Gewest Gooi en Vechtstreek. Samenwerking is mogelijk met ROC, Praktijkscholen, Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL), Versa, uitzend- en re-integratiebureaus en iZovator. Het project richt zich op bijstandsgerechtigden (WWB), zonder startkwalificatie en/of met niet aansluitende startkwalificatie, WWers (WIA, WAJONG, WSW) en Niet-uitkeringsgerechtigden (NUGGERS).Hierbinnen worden doelgroepen onderscheiden die specifieke aandacht krijgen (jongeren < 28 jr, 45+ers, allochtonen, vluchtelingen, herintreders, zij-instromers en waar mogelijk WIA/WAJONGERs). Te behalen resultaten: • instroom van tenminste 60 werkzoekenden met geschikte competenties voor de zorgsector in het leerwerkdeel van het project van de werkgevers. Thans zitten 20 mensen in een traject. Daarnaast hebben de gemeenten Huizen en Hilversum met de aanbestede thuiszorgorganisaties een groot aantal plaatsen afgesproken op basis van contract compliance. Van de kandidaten die een ervaringsplaats/leerwerktraject doorlopen kan 70% aan het werk. Minimale doelstelling is 50% uitstroom uit de uitkering. Op dit moment loopt er een project in Huizen hieromtrent. Hilversum wacht de uitkomsten hiervan af. • Kennisdeling en het opdoen van ervaring door de deelnemende partijen. • Ontwikkeling van effectieve toeleidingsmethoden en wervings- en selectie wijzen. • Ontwikkeling van effectieve leerwerkervaringsplaatsen en begeleidingswijzen (werkgevers). • Verkrijgen van inzicht in en omgaan met de match van vraag – aanbod. • Realisatie van een effectieve regionale samenwerkingsstructuur tussen werkgevers, WERKbedrijf en de sociale diensten.
6.4 Ruimte voor zorg Voor ontwikkeling van de zorgeconomie is ruimte nodig. Deze ruimte is in eerste instantie te vinden binnen de bestaande clusters, maar ook nieuwe locaties komen in aanmerking. Een helder beeld van de vestigingsmogelijkheden helpt bedrijven en instellingen in de locatiekeuze. Monnikenberg Met de bestaande voorzieningen (Tergooiziekenhuizen, Astmacentrum Heideheuvel, revalidatiecentrum De Trappenberg) is de ontwikkelingslocatie Monnikenberg een belangrijk cluster in Hilversum en omliggende regio. Binnen de planontwikkelingen zal worden gestreefd naar een verdere versterking van het profiel als zorgcluster binnen specifieke deelsegmenten. Landgoed Zonnestraal Door De Alliantie wordt Landgoed Zonnestraal geprofileerd als aantrekkelijke vestigingslocaties voor bedrijven en instellingen in de zorg en gezondheid. Het profiel zal komende jaren verder worden versterkt door gebruik te maken van de binnen het bestemmingsplan aanwezige uitbreidingsmogelijkheden. Zonnestraal kan zich daarnaast sterker profileren als interessante congreslocatie, ook specifiek voor congressen en bijeenkomsten op het gebied van zorg. Daartoe worden de congresfaciliteiten gemoderniseerd. Overige locaties Onderzoek wordt gedaan naar locaties die potentieel interessant zijn voor (segmenten in) de zorgeconomie. Mogelijke nieuwe locaties zijn bijvoorbeeld de Diependaalselaan (Circusterrein) en de Korporaal van Oudheusdenkazerne. Deze laatste heeft sinds eind jaren zeventig van de vorige eeuw al een zorgprofiel, vanwege het hier gevestigde Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen. In het onderzoek wordt ook voor bestaande locaties (denk aan Arenapark, kantoorvilla’s, bedrijventerreinen, stationsgebied) inzichtelijk gemaakt welke kansen er liggen en voor welke deelsegmenten.
26
Economische kansen voor de zorg
6.5 Meten is weten Om actuele ontwikkelingen in de zorgeconomie in beeld te krijgen, te houden en hierop te kunnen inspelen is monitoring een belangrijk aspect. Het biedt tevens inzicht in de resultaten van de gezamenlijke inspanningen binnen iZovator. Zorgmonitor Via een jaarlijks door iZovator op te stellen zorgmonitor worden ontwikkelingen in de zorg in de regio in beeld gebracht. In een belangrijke basis is inmiddels voorzien door de recent ontwikkelde website www.gooienvechtstreek.incijfers.nl waaraan de gemeente (beleidsonderzoek) een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Op deze website is cijfermateriaal bijeengebracht op een groot aantal gebieden, waaronder arbeidsmarkt, economie, onderwijs en zorg. Deze website zal komende jaren verder worden uitgebreid en tussentijds steeds worden geactualiseerd. Voor het opstellen van de monitor wordt ook geput uit reeds uitgevoerde onderzoeken. Het betreft onder meer: • Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi- en Eemland, december 2007, Bureau Bartels in opdracht van de Kamer van Koophandel. In dit rapport worden een aantal economische kansen voor de zorgeconomie in beeld gebracht. Tegelijkertijd wordt de zorgeconomie (speler, economisch belang) inbeeld gebracht, wordt inzicht gegeven in groeimarkten en worden een aantal mogelijke projecten benoemd. • Marktverkenning ’t Gooi, 2009, TNO in opdracht van SSiG, Agis en het Gewest. Dit rapport geeft inzicht in de wijze waarop de vraag naar woonvoorzieningen voor ouderen met fysieke beperkingen en dementie zich ontwikkelt in de komende twintig jaar en hoe zich dit verhoudt tot het bestaand aanbod. • Arbeidsmarktontwikkelingen, rapportage zorg Gooi en Vechtstreek, februari 2008, dK&P consultancy en Borgers in opdracht van SSiG. In dit onderzoek worden de belangrijkste ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarktin beeld gebracht.
27
Colofon: Uitgave: Gemeente Hilversum Ontwerp en druk: Drukkerij de Toekomst Hilversum Fotografie: Margôt Brakel Hilversum, oktober 2009