Concept 04 november 2008
Economische Visie Venray 2008-2020
Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray
Samengesteld door Afdeling Wonen en Werken
Venray is kennisintensief
Inhoud Samenvatting 1
Inleiding
3
2
Analyse economisch profiel Venray
6
2.1
Terugblik
2.2
Vooruitblik
12
2.3
Sterkten en Zwakten, Kansen en Bedreigingen
16
3
Visie op hoofdlijnen
19
4
Economische speerpunten
23
4.1
Kennis en Innovatie
23
4.2
Regionale Identiteit
25
4.3
Kwaliteit en duurzaamheid
5
Beleid en strategieën
5.1
Rol gemeente
35
5.2
Gedifferentieerde werklocaties
35
6
29 35
5.2.1
Segmentering bedrijventerreinen
37
5.2.2
Herstructurering
39
5.2.3
Haven Wanssum
40
5.2.4
Uitgifte
41
5.2.5
Parkmanagement
42
5.2.6
Ruimte voor starters
43
5.2.7
Bedrijvigheid in het landelijk gebied
44
5.3
Verbeteren bereikbaarheid
45
5.4
Arbeidsmarkt in balans
47
5.5
Promotie en acquisitie
53
5.6
Regionale samenwerking
6
Uitvoeringsprogramma
Bijlage Uitgiftecriteria Hulst II en De Blakt
54 56 58
Venray is kennisintensief
Venray is kennisintensief
Samenvatting Inleiding Voor u ligt de Economische Visie van de gemeente Venray. Deze visie dient als leidraad voor het gemeentelijk economisch beleid voor de periode 2008-2020. Aanleiding om de visie op te stellen is de ambitie van Venray om de komende 12 jaar een aantrekkelijk vestigingsklimaat te blijven bieden aan ondernemingen. Dit veel gaat verder dan het realiseren van geschikte vestigingslocaties voor bedrijven; ook het woon- en leefklimaat vormt een belangrijk deel van de economische aantrekkingskracht van een gemeente. Deze visie schetst binnen dit brede kader een helder beeld van de wenselijke economische ontwikkeling van Venray en formuleert op basis daarvan drie speerpunten en een aantal concrete acties. De visie brengt daarbij nadrukkelijk de relatie in beeld tussen economie en andere beleidsvelden als werk en inkomen, ruimtelijke ordening, onderwijs en verkeer en vervoer. Ook legt de visie nadrukkelijk de relatie met de economische ontwikkeling in de regio. De Economische Visie is opgebouwd uit drie delen: een analysedeel, een visiedeel en een uitvoeringsdeel. Analyse Terugkijkend heeft Venray het de afgelopen tien jaar op economisch gebied goed gedaan. Venray kent een sterke werkgelegenheidsgroei in de detailhandel, logistiek en zakelijke dienstverlening. Veel bedrijven zijn onderdeel van (internationale) netwerken. Venray beschikt daarnaast over een hoog voorzieningenniveau en voldoende en aantrekkelijke werklocaties, in het centrum en op bedrijventerreinen. Als negatief punt kan worden genoemd het eenzijdige imago van Venray als gemeente met veel logistiek en industrie. Een kans om dit imago om te buigen is de strategische ligging ten opzichte van Greenport Venlo en Brainport Eindhoven. Bovendien liggen er voor de komende jaren belangrijke uitdagingen: verwacht kan worden dat de toenemende vergrijzing zal leiden tot een structurele krapte op de arbeidsmarkt. Het bedrijfsleven is meer en meer international georiënteerd en innovatie is een steeds belangrijkere concurrentiefactor. De afname van werkgelegenheid in traditionele sectoren als industrie en landbouw zet door; groei zien we in o.a. multimedia, life sciences, zakelijke dienstverlening en de zorgsector. Visie De visie kiest nadrukkelijk voor het verhogen van het kennisniveau van de Venrayse werkgelegenheid. Deze keuze voor “Venray is kennisintensief” is vertaald in drie speerpunten: 1. Kennis en innovatie 2. Regionale identiteit 3. Kwaliteit en duurzaamheid Ad 1. Kennis en innovatie Onder kennisintensieve bedrijvigheid verstaan wij niet alleen bedrijven in de “high-tech” sectoren. Wij bedoelen daarmee bedrijven in de hele keten van productontwikkeling tot distributie en gebruik van een product die zich bezig houden met scholing, innovatie, specialisatie, verduurzaming en/of clustering. Deze activiteiten moeten uiteindelijk leiden tot een verhoging van het niveau van de werkgelegenheid in de regio. Wanneer wij praten over kennisintensieve werkgelegenheid bedoelen wij dus niet alleen de banen op HBO en WO niveau. In die zin is de term ‘kennisgeoriënteerde’ werkgelegenheid wellicht meer van toepassing dan ‘kennisintensieve’ werkgelegenheid.
Venray is kennisintensief
Belangrijk uitgangspunt van de visie is de constatering dat we in toenemende mate leven in een wereldomvattende netwerkeconomie waarbinnen voortdurend nieuwe allianties tussen bedrijven en instellingen ontstaan. Deze verbindingen gaan vaak dwars door de traditionele bedrijfssectoren heen en zijn zo veranderlijk dat moeilijk te voorspellen is welke economische sectoren over een aantal jaren kansrijk zijn. Dit maakt het ook niet zinvol om voor de gehele looptijd van deze visie de economische speerpuntsectoren vast te leggen. Wat wel duidelijk is, is dat de factor “kennis” in alle sectoren van groot belang is. De keuze “Venray is kennisintensief” sluit hier ook bij aan. Op basis van de huidige structuur en de geconstateerde trends kiezen we daarbij op dit moment voor de huidige sterke sectoren in de Venrayse economie en voor het stimuleren van startende bedrijven. Concreet voor Venray betekent dit dat we inzetten op het stimuleren van bedrijven in de zakelijke dienstverlening, kennisintensieve productie, agribusiness en foodsector en de zorgsector. Nieuwe logistieke bedrijvigheid is alleen wenselijk wanneer het toegevoegde waarde activiteiten betreft (value added logistics, VAL). De resterende ruimte op bedrijventerreinen zal zorgvuldig worden uitgegeven aan bedrijven die een aantoonbare meerwaarde leveren voor de economie van Venray. We richten onze aandacht hierbij vooral op het faciliteren van het lokale bedrijfsleven, midden- en kleinbedrijf en op startende bedrijven en minder op het binnenhalen van dat ene, grote bedrijf. Voor deze laatste groep zijn er voldoende alternatieven in de regio. Kennisgeoriënteerde werkgelegenheid vraagt om een goed onderwijsaanbod en dat is nog onvoldoende aanwezig in Venray. Hierbij gaat het niet zozeer om het zelf kunnen aanbieden van alle onderwijsniveaus in Venray maar om het verbeteren van de toegankelijkheid van de diverse instellingen elders in de regio en om een betere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ad 2. Regionale identiteit Venray ontleent haar identiteit aan een sterke agribusiness, logistiek en productiesector. Hiermee is Venray complementair aan de agrologistieke bedrijvigheid in Venlo e.o.. Venray onderkent de voordelen van regionaal-economische samenwerking en participeert dan ook al geruime tijd samen met Venlo, Horst aan de Maas, Helden en Gennep in de Regio Venlo. Concrete projecten die gezamenlijk zijn opgepakt zijn o.a. de ontwikkeling van Venlo Greenpark en de Floriade 2012. Venray wil deze samenwerking verder uitbouwen en hiervoor een heldere structuur ontwikkelen. De gemeentelijke herindeling met ingang van 2010 die leidt tot de vorming van vijf gemeenten in Noord-Limburg, kan dit proces een belangrijke impuls geven. Venray heeft daarnaast de ambitie om actief te participeren in de gebiedsontwikkeling Klavertje Vier, een gebied van ca. 5.500 hectare dat de kern van de Greenport Venlo vormt. Naast samenwerking in het Limburgse zal Venray zich binnen de regio Venlo hard maken voor versterking van de samenwerking met de Brabantse en Duitse buren, o.a. door aan te haken op netwerken binnen Brainport Eindhoven en de Agrobusiness Region Niederrhein. Ad 3. Kwaliteit en duurzaamheid De demografische en economische ontwikkelingen zoals de kredietcrisis nopen tot een omslag in het denken: minder in termen van groei en meer in termen van kwaliteit. Venray wil niet alleen een aantrekkelijke vestigingsplaats bieden voor bedrijven, maar vooral ook een aantrekkelijk leefklimaat voor alle inwoners, werknemers en bezoekers van Venray. De ‘quality of life’ wordt een steeds belangrijker onderdeel van de aantrekkingskracht van een stad of regio. De regionale samenwerking in Greenport Venlo en Klavertje Vier geeft ook aan dat we er bewust voor kiezen om Venray een andere regiofunctie dan bedrijvigheid. Dit betekent dat we inzetten op de groei van de
Venray is kennisintensief
zorgsector, op toerisme en recreatie en op het verder doorontwikkelen van het centrum van Venray tot regionaal winkel- en voorzieningenhart. Dit betekent ook dat we inzetten op een duurzame economische ontwikkeling. Hierbij wordt aangesloten bij het gedachtegoed van Cradle to cradle (C2C) dat in deze regio een belangrijke rol speelt bij o.a. de Floriade/Greenport ontwikkeling. Andere belangrijke maatregelen zijn het opstellen van gemeentelijk energie- en klimaatbeleid, het uitvoeren van een energieneutraal woningbouwproject, het uitvoeren van een duurzaamheidscan bij bedrijfsverplaatsingen en het stimuleren van duurzame recreatie en toerisme. Strategie werklocaties Voor wat betreft de bedrijventerreinen wordt gekozen voor een tweesporenbeleid: enerzijds zorgvuldige uitgifte van de Hulst II en de Blakt (hiervoor zijn uitgifteregels opgesteld) en anderzijds revitalisering en herstructurering van de bestaande terreinen. De belangrijkste herstructureringslocaties in Venray zijn de Brier, de Hulst I en delen van Smakterheide. Met de ontwikkeling van WoonMax, het BAM terrein en een deel van het Xerox-terrein is hiermee al een goed begin gemaakt. Venray ondersteunt daarnaast de revitalisering en uitbreiding van de haven in Wanssum in het kader van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Ook voor de landbouwontwikkelingsgebieden worden gebiedsvisies opgesteld voor de toekomstige inrichting. Strategie arbeidsmarkt Het arbeidsmarktbeleid is gericht op twee zaken: -
gezien de toenemende schaarste op de arbeidsmarkt is het streven om zoveel mogelijk onbenut potentieel te mobiliseren voor werk. Werkgevers en werkzoekenden zullen daartoe via één gemeentelijk loket worden benaderd.
-
voortdurende aandacht voor de kwalificaties van zowel werkenden als niet-werkenden (“een leven lang leren”). Daar waar nodig zal de gemeente de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt stimuleren. Deze beleidslijn sluit aan bij de keuze voor het verhogen van het kennisniveau van de Venrayse werkgelegenheid.
Strategie promotie en acquisitie De komende jaren zullen de promotie- en acquisitie-inspanningen vooral gericht zijn op de werklocaties de Hulst II en de Blakt en op de promotie van het centrum. Daarbij zijn de lokale ondernemers een belangrijke doelgroep. Verder is er toenemende aandacht voor promotie en acquisitie op regionaal niveau. Momenteel is deze vooral gericht op Greenpark Venlo, het hoogwaardige bedrijventerrein waarin Venray samen met de overige Regio Venlo gemeenten participeert. Deze gezamenlijke activiteiten zullen de komende jaren verder worden uitgebouwd. Uitvoering De gemeente hecht veel waarde aan een actieve rol van het bedrijfsleven en intermediairs bij de uitvoering van deze visie. Om dit te bereiken zal de gemeente in haar contacten met bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overige partners voortdurend alert zijn op de mogelijkheden van gezamenlijke acties en daar waar nodig projecten actief ondersteunen. De belangrijkste instrumenten die de gemeente zelf heeft om haar ambities te verwezenlijken zijn: promotie en acquisitie, ruimtelijke ordening en milieubeleid, arbeidsmarktbeleid, regionale samenwerking en
Venray is kennisintensief
aanleg van voorzieningen en infrastructuur. Op al deze terreinen zijn concrete acties uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma.
Venray is kennisintensief
1
Inleiding
“Venray is kennisintensief”. Dit speerpunt vinden we terug in veel strategische beleidsstukken van de gemeente Venray. Het wordt genoemd in de Strategische Visie Venray 2015, in het gemeentelijk Ontwikkelingsperspectief en in het collegeprogramma 2006-2010 ‘Doorontwikkelen en meedoen’. Maar wat houdt het begrip “kennisintensief” eigenlijk in? Aan welke bedrijven willen we de ruimte bieden en aan welke niet? En in hoeverre is Venray een aantrekkelijke vestigingsplaats voor deze bedrijven? Welke economische functie wil Venray in de regio vervullen? Welke concrete maatregelen zijn nodig om dit doel te bereiken en welke rol kan de gemeente hierin spelen, rekening houdend met de dynamiek van de markt? Wat dit laatste betreft is het goed om te constateren dat de invloed van een lokale overheid op de economische ontwikkeling minimaal is. De huidige crisis op de financiële wereldmarkt en de dreigende recessie als gevolg daarvan toont eens te meer aan dat de lokale economie afhankelijk is van de ontwikkeling op wereldschaal. Anderzijds is het wel zo dat een gemeente met een onvoldoende lokaal ondernemersklimaat zal merken dat men zowel in goede als in slechte economische tijden minder presteert dan plaatsen waar dit klimaat wel goed is. Met deze visie geeft de gemeente aan welke bijdrage ze wil leveren aan de verbetering van het Venrayse ondernemersklimaat. Hoewel in 2010 een deel van de gemeente Meerlo-Wanssum bij Venray zal worden gevoegd, is er voor gekozen de visie niet tot dit nieuwe gebied uit te breiden. De visie gaat wel in op de haven van Wanssum maar dit is gebeurd omdat Venray nu al bestuurlijk, ambtelijk en financieel in deze ontwikkeling participeert. In de loop van 2009 zal samen met Meerlo-Wanssum worden bezien op welke wijze het beleid en de activiteiten van beide gemeenten in elkaar kunnen worden geschoven. Op voorhand zijn b.v. toerisme en de recreatie en de landbouw sectoren die zich hiervoor aandienen. Wat willen we bereiken? In deze economische visie geeft de gemeente Venray invulling aan het streven naar kennisintensiteit. De visie dient als leidraad voor het gemeentelijk economisch beleid voor de periode 2008-2020. De nadruk ligt op drie speerpunten die voor de economische ontwikkeling van belang zijn. Deze zijn “kennis en innovatie”, “regionale identiteit” en “kwaliteit en duurzaamheid”. Voor elk van deze speerpunten zijn ambities geformuleerd en worden beleidsvoorstellen gedaan. Het gaat dan om zaken zoals het gewenste opleidingsniveau, het aanbod en de kwaliteit van bedrijven- en kantorenlocaties, de verbetering van de bereikbaarheid en het verhogen van de duurzaamheid. Omdat ook andere dan puur economisch thema’s hun invloed hebben op het economisch vestigingsklimaat brengt de visie heeft de relatie van economie met andere relevante beleidsvelden zoals onderwijs, werk en inkomen, ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer in beeld te brengen. Hiermee is sprake van een duidelijke en integrale visie in één document. Ten aanzien van de beleidsvelden detailhandel en toerisme en recreatie heeft al eerder een beleidsmatige vertaling plaatsgevonden in een tweetal nota’s die in resp. 2005 en 2006 door de Raad zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de Raad eind 2007 de spreidingsnota supermarkten vastgesteld. Deze thema’s zijn op hoofdlijnen in deze economische visie meegenomen maar er is geen nieuw beleid geformuleerd.
3
Venray is kennisintensief
Economische ontwikkeling is geen doel op zich. Het is een middel om de welvaart en het welzijn van de inwoners én de ondernemers van Venray zo goed mogelijk te behouden en/of te versterken, nu en in de toekomst. Tegelijkertijd mag economische ontwikkeling niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat, want ook dit draagt in sterke mate bij aan het welvaart- en welzijnsniveau in Venray. Sterker nog, de ‘quality of life’ wordt een steeds belangrijker onderdeel van de economische concurrentiekracht van een stad of regio, en is een van de succesfactoren als het gaat om het aantrekken van kennisintensieve bedrijvigheid. Het doel van deze economische visie is dan ook niet om iedereen tevreden te stellen. Dit zou ook onmogelijk zijn gezien de soms tegenstrijdige belangen van de verschillende beleidsterreinen. In deze visie worden wel keuzes gemaakt over welke economische activiteiten moeten worden gestimuleerd en over de manier waarop dat zou moeten gebeuren. Daarnaast schetst Venray met deze visie haar positie in het regionale economische krachtenveld. De regionale economie is sterk in beweging en de vooruitzichten zijn gunstig. Diverse ontwikkelingen in de Greenport Venlo zoals de Floriade 2012 en Klavertje Vier, maar ook de gebiedsontwikkeling rondom de haven in Wanssum en de uitbreiding van Airport Weeze zijn hier slechts enkele voorbeelden van. De economische ontwikkeling van Venray kan niet los worden gezien van deze regionale ontwikkelingen. Het is nu zaak om keuzes te maken over de rol en positie die Venray de komende jaren in wil nemen en om op basis daarvan prioriteiten te stellen. Hiermee wordt enerzijds duidelijkheid gegeven richting ondernemers die zich in de regio willen vestigen, en anderzijds ontstaat een toetsingskader waarmee de gemeente en de andere overheden in de regio initiatieven op hun meerwaarde kunnen beoordelen. …dat doen we niet alleen De ambitie van deze visie is om door velen uitgedragen te worden. De gemeentelijke overheid heeft beperkte invloed op de (internationale) economische dynamiek maar kan wel gunstige voorwaarden scheppen. De uiteindelijke economische activiteiten worden bepaald door de markt. Deze verschillende rollen vragen om wederzijdse betrokkenheid van overheid, onderwijs- en kennisinstituten en bedrijfsleven. Draagvlak voor de visie is bovendien belangrijk om in het vervolgtraject met succes een beroep te kunnen doen op het bedrijfsleven bij de uitvoering van concrete acties en projecten. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de visie tot stand gekomen is in interactie met marktpartijen en belangenverenigingen. Ten behoeve van de opstelling van de visie is een ‘Pooltafel Economische Visie’ opgericht waarin de belangrijkste economische partners vertegenwoordigd waren, zoals de diverse ondernemersorganisaties die actief zijn binnen het Venrayse en de lokale onderwijsinstellingen. Deze pooltafel heeft als klankbord gefungeerd en is drie keer bij elkaar gekomen. Daarnaast heeft in april 2008 een brede conferentie plaatsgevonden waar de hoofdlijnen van de gewenste ontwikkeling met een groot aantal partijen is besproken. Hiervoor waren naast de leden van de pooltafel Economische Visie ook de gemeenteraadfracties en instanties als de Kamer van Koophandel, LIOF, LLTB, onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten, Provincie Limburg, Ministerie van EZ, de Regio Venlo gemeenten en de buurgemeenten uitgenodigd. Leeswijzer
4
Venray is kennisintensief
De economische visie is opgebouwd in drie delen: een analysedeel, een visiedeel en een uitvoeringsdeel. In het analysedeel wordt de huidige economische situatie in Venray geschetst (hoofdstuk 2). Tevens wordt ingegaan op de belangrijkste regionale en (inter-)nationale trends en ontwikkelingen op het vlak van demografie, economie, maatschappij en ruimte. Dit mondt uit in een analyse van de sterktes en zwaktes, maar ook de kansen en bedreigingen voor de Venrayse economie. Deze zogenaamde SWOT analyse biedt belangrijke aangrijpingspunten voor het formuleren van gemeentelijke ambities en beleid in het tweede deel van deze economische visie, het visiedeel. In hoofdstuk 3 wordt de economische visie op hoofdlijnen geschetst. De drie speerpunten die hieruit voortvloeien worden achtereenvolgens uitgewerkt in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 vindt een vertaling plaats van de drie speerpunten naar het gemeentelijk beleid. Zo worden o.a. strategieën geformuleerd voor de werklocaties in Venray, voor de arbeidsmarkt en voor promotie en acquisitie. Het derde deel van de economische visie, het uitvoeringsdeel, besluit met een uitvoeringsprogramma waarin concrete acties en projecten zijn opgenomen.
5
Venray is kennisintensief
2
Analyse economisch profiel Venray
2.1 Terugblik Voor een goede koersbepaling van de toekomstige economische ontwikkeling van de gemeente is inzicht nodig in de manier waarop de economie in Venray zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Samen met de trends en ontwikkelingen die in de volgende paragraaf worden beschreven, dient de analyse in dit hoofdstuk als bouwsteen voor de SWOT-analyse en als basis voor de visie. Door het onderzoeksbureau E,til is in het voorjaar van 2008 een uitvoerige analyse van de economische ontwikkeling van Venray opgesteld. Hierin is de ontwikkeling van Venray vergeleken met een aantal relevante regio’s (Regio Venlo, Provincie Limburg, Technologische Topregio Zuidoost Nederland (TTR ZON), Nederland en Euregio Rijn Maas Noord). Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de belangrijkste resultaten van deze analyse. Voor het bepalen van het belang van de economische sectoren vormen behalve de in dit hoofdstuk gebruikte criteria zoals omvang van de werkgelegenheid of van het aantal bedrijven, ook andere criteria zoals toegevoegde waarde en productiviteitscijfers goede graadmeters. Zo hebben met name de landbouw en de industrie een zeer sterke productiviteitsstijging doorgemaakt. Voor bijvoorbeeld de agri-sector is in 2002 onderzocht hoe groot deze waarde feitelijk is. Het bleek dat ca. 25% van de werkgelegenheid in Venray en Meerlo-Wanssum aan deze sector is gerelateerd. Deze graadmeters komen in de hier gepresenteerde analyse slechts beperkt aan bod. Reden hiervoor is dat deze gegevens slechts beperkt worden verzameld en niet altijd beschikbaar zijn op het lokale niveau. Tabel 1: bevolkingsaantal gemeente Venray Aantal inwoners
% ontwikkeling/jaar
1990
34.292
2002
38.630
1,1 % (gemiddelde groei sinds 1990)
2003
39.122
1,3 %
2004
39.085
- 0,1%
2005
39.114
0,2 %
2006
39.043
- 0,3 %
2007
39.069
0,1 %
Bron: CBS, bewerking gemeente Venray (2007)
De bevolking van Venray is sinds 1990 met bijna 4.800 mensen toegenomen. Deze groei deed zich voor t/m het jaar 2003. Sinds die tijd schommelt het inwoneraantal van Venray rond de 39.100.
6
Venray is kennisintensief
Tabel 2: werkloosheidspercentage 1997-2006 1997
2001
2003
2004
2005
2006
Venray
6,0%
3,5%
5,3%
5,9%
5,6%
5,9%
Regio Venlo
5,9%
3,5%
5,2%
6,0%
6,1%
5,9%
Limburg
7,1%
4,4%
6,2%
7,0%
7,5%
6,9%
TTR ZON
6,4%
3,1%
5,3%
6,5%
6,1%
4,9%
Nederland
6,6%
3,5%
5,4%
6,5%
6,5%
5,5%
Bron: CBS en E,til (2007)
In 2006 is het werkloosheidspercentage in Venray (5,9%) gelijk aan de Regio Venlo en beduidend lager dan het provinciale cijfer (6,9%). Venray scoort echter slechter dan de TTR ZON (4,9%) en Nederland (5,5%). Het werkloosheidspercentage in Venray is in de periode 1997-2006 praktisch gelijk gebleven. Tussen 1997 en 2001 vertoonde het cijfer een daling waarna het weer is opgelopen naar het oorspronkelijke niveau. Deze beweging deed zich voor in alle onderzochte regio’s hetgeen aangeeft dat deze ontwikkeling een sterke conjuncturele component heeft. Wat wel opvalt is dat in Venray de werkloosheid tussen 2005 en 2006 is gestegen van 5,6 naar 5,9% terwijl die in alle andere regio’s is afgenomen. Een duidelijke verklaring hiervoor is er niet. Tabel 3: ontwikkeling opleidingsniveau beroepsbevolking 1996/2000 Venray
Regio Venlo
Limburg
TTR ZON
Nederland
Lager geschoold
31%
37%
33%
31%
29%
Middelbaar geschoold
49%
46%
45%
45%
45%
Hoger geschoold
19%
18%
22%
24%
26%
100%
100%
100%
100%
100%
2001/2005 Venray
Regio Venlo
Limburg
TTR ZON
Nederland
Lager geschoold
29%
30%
29%
28%
27%
Middelbaar geschoold
48%
49%
46%
45%
44%
Hoger geschoold
23%
22%
25%
27%
29%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: CBS en E,til, bewerking E,til (2007)
In het algemeen heeft de werkende bevolking in de Regio Venlo een relatief laag opleidingsniveau en relatief vaak een elementaire of lagere baan (tabel 3). Het verschil met TTR ZON en Nederland als geheel is aanzienlijk. Het opleidingsniveau van de werkende bevolking in Venray is hoger dan het gemiddelde van de Regio Venlo maar lager dan dat van TTR ZON en Nederland als geheel.
7
Venray is kennisintensief
Tabel 4: ontwikkeling beroepsbevolking (1997=100) 1997
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Venray
100
101
102
102
103
104
104
103
Regio Venlo
100
100
100
100
101
101
101
101
Limburg
100
99
99
99
99
98
98
98
TTR ZON
100
103
105
105
106
105
104
105
Nederland
100
101
102
103
103
103
104
104
Bron: CBS en E,til (2007)
De toename van de beroepsbevolking van Venray was de afgelopen 10 jaar nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde maar bleef achter bij het groeicijfer van TTR ZON (tabel 4). Sinds 2004 is er in Venray sprake van een geringe daling van de beroepsbevolking. Ook in TTR ZON deed deze ontwikkeling zich voor. In de Provincie Limburg is de beroepsbevolking al vanaf 1997 afgenomen. Hier is al het effect merkbaar van het teruglopende bevolkingsaantal in Zuid-Limburg. Tabel 5: absolute werkgelegenheid in Venray per sector Venray
1996
2000
2002
2003
2004
2005
2006
Landbouw
1.951
1.869
1.883
1.936
1.759
1.697
1.648
Industrie
5.007
4.969
4.910
4.752
4.761
4.657
4.715
34
21
21
22
21
21
16
931
1.002
976
927
956
921
923
handel
2.051
2.643
3.038
3.029
2.982
2.989
3.040
Horeca
423
631
707
726
756
717
689
communicatie
618
1.045
1.101
1.272
1.418
1.569
1.513
Financiële instellingen
213
262
257
241
243
260
257
Zakelijke dienstverlening
978
1.360
1.293
1.362
1.532
1.356
1.473
1.527
1.500
1.696
1.607
1.652
1.481
1.505
Nutsbedrijven Bouwnijverheid Reparatiebedrijven en
Vervoer, opslag en
Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheids-/welzijnszorg Overige dienstverlening Totaal
720
720
796
822
852
898
865
3.749
3.912
4.092
4.196
3.889
3.767
3.876
347
444
472
488
502
560
572
18.549
20.378
21.242
21.380
21.323
20.893
21.092
Bron: E,til en VRL (2007)
De werkgelegenheid in Venray is tussen 1996 en 2006 toegenomen van 18.549 tot 21.092 banen, een groei van bijna 14%. Venray scoort daarbij beter dan de Regio Venlo (10%) en de Provincie Limburg (10%) maar slechter dan de TTR ZON (16%) en Nederland (18%). Dit kan worden verklaard uit het gegeven dat de sectoren die de afgelopen 10 jaar de grootste klappen hebben gehad (landbouw, industrie) van oudsher in Venray en in Limburg sterk vertegenwoordigd zijn. In absolute zin is de industrie verreweg de belangrijkste werkgever. Er werken ruim 4.700 mensen in deze bedrijfstak. De gezondheidszorg is met ruim 3.800 werknemers tweede op de ranglijst gevolgd door de reparatiebedrijven en handel (waaronder detailhandel) met ca. 3.000 banen en op enige afstand de primaire landbouw (1.650 banen) en vervoer, opslag en communicatie, openbaar bestuur en zakelijke dienstverlening, alle met ca. 1.500 banen.
8
Venray is kennisintensief
Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de verschillende sectoren ziet het beeld er anders uit. Dan heeft de sector vervoer, opslag en communicatie (logistiek) verreweg sterkste positieve ontwikkeling doorgemaakt. Sinds 1996 is het aantal arbeidsplaatsen met maar liefst 145% gegroeid. Venray heeft daarmee een sterk logistiek tintje gekregen hetgeen ondermeer blijkt uit het feit dat de gemeente in 2007 op plaats 17 van Nederlandse logistieke hotspots is geland. Ter vergelijking: in dezelfde periode bedroeg de groei van deze sector in de Regio Venlo en in Limburg 21%, in TTR ZON 27% en in Nederland 14%. Zoals voorgaand aangegeven is deze sector in absolute zin in Venray “slechts” 5e op de ranglijst van grootste werkgevers. Opvallend is de ontwikkeling van de overige dienstverlening, de horeca, de zakelijke dienstverlening en van de handel en reparatiebedrijven die sinds 1996 met respectievelijk 65%, 63%, 51% en 48% zijn gegroeid. Dit duidt erop dat het centrum ven Venray waar verreweg de meeste horeca en detailhandel is geconcentreerd zich goed heeft ontwikkeld en dat Venray ook erin is geslaagd het accent in de werkgelegenheid meer richting dienstverlening te verleggen. Het zal niet verbazen dat de landbouw en de industrie tot de sectoren behoren met de grootste afname aan werkgelegenheid (resp. 16% en 6%). Deze ontwikkeling heeft zich in alle onderzochte regio’s voorgedaan en komt voort uit internationale economische processen. Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk aangegeven zeggen deze cijfers echter nog niets over de kracht van sectoren in de zin van toegevoegde waarde voor Venray. Opvallend is dat in Venray ook de bouwsector en het openbaar bestuur banen hebben verloren. Overal elders is er in deze sectoren nog sprake geweest van een groei. Voor de bouwsector kan dit worden verklaard uit het verdwijnen van een tweetal bouwbedrijven uit Venray in de onderzochte periode. De terugloop in het openbaar bestuur is met name te wijten aan de regionalisering van de politie waardoor een groot aantal banen in Venlo is geconcentreerd en aan het vertrek van het Waterschap uit Venray. Tabel 6: ontwikkeling aantal bedrijven in Venray (1996=100)
Landbouw
1996
2000
2002
2003
2004
2005
2006
100
92
86
83
82
80
79
Winning van delfstoffen
100
111
106
104
106
108
107
Industrie
100
111
112
110
110
111
111
Nutsbedrijven
100
89
87
90
87
88
91
Bouwnijverheid
100
129
147
152
154
161
173
Reparatiebedrijven en handel
100
104
102
103
104
106
108
Horeca
100
105
105
105
105
106
106
Vervoer, opslag en communicatie
100
114
122
120
118
119
120
Financiële instellingen
100
111
107
104
101
99
100
Zakelijke dienstverlening
100
134
149
153
157
165
175
Openbaar bestuur
100
91
88
85
82
79
75
Onderwijs
100
104
108
110
112
115
117
Gezondheids-/welzijnszorg
100
110
115
117
119
124
128
Overige dienstverlening
100
116
124
128
131
137
142
Totaal
100
111
114
115
116
119
123
Bron: E,til en VRL (2007)
9
Venray is kennisintensief
Het aantal vestigingen in Venray is tussen 1996 en 2006 met 23% toegenomen. Dit is gunstiger dan in de Regio en in Limburg maar minder gunstig dan in TTR ZON en in Nederland. Het feit dat het aantal bedrijven sneller toeneemt dan het aantal banen betekent dat de gemiddelde omvang van de bedrijven de afgelopen 10 jaar is afgenomen. Wat opvalt is dat ondanks de afname van de werkgelegenheid in de industrie, het aantal bedrijven in deze sector wel is toegenomen (van 111 tot 138 bedrijven). Ditzelfde geldt voor de bouwnijverheid waar ondanks een afnemende werkgelegenheid het aantal bedrijven bijna is verdubbeld van 85 naar 156. Voor een deel is dit te verklaren door de oprichting van een relatief groot aantal (éénmans) klus- en aannemingsbedrijven. De grootste toename van het aantal bedrijven heeft zich voorgedaan bij de zakelijke dienstverlening. Tussen 1996 en 2006 nam dit aantal toe van 136 tot 327 bedrijven. In absolute zin bevinden de meeste bedrijven zich in de reparatie en handel (542 bedrijven) en in de landbouw (541). Innovativiteit van de werkgelegenheid De criteria voor innovativiteit die op lokaal niveau worden gebruikt zijn zeer indicatief. Meestal hanteert men een indeling naar de werkgelegenheid in bepaalde branches. Nadeel van die benadering is dat alle banen in de bedrijven uit die branches worden meegeteld als kennisintensieve werkgelegenheid. Dit betekent dat bijvoorbeeld ook administratief personeel, productiemedewerkers etc. worden meegeteld. Enig voorbehoud ten aanzien van de conclusies die in deze paragraaf worden getrokken dient dan ook te worden gemaakt.
De hightech industrie bestaat in die optiek uit de SBI-codes 24 (vervaardiging van chemische producten), 29 (vervaardiging van machines en apparaten), 30 (vervaardiging van kantoormachines en computers), 31 (vervaardiging van elektrische machines, apparaten en benodigdheden, 32 (vervaardiging van audio- videoen telecommunicatieapparaten en -benodigdheden), 33 (vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken), 34 (vervaardiging van auto’s, aanhangers en opleggers) en 35 (vervaardiging van transportmiddelen (geen auto’s, aanhangers en opleggers). De hightech diensten worden gevormd door de SBI-codes 64 (post en telecommunicatie), 72 (computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. ) en 73 (speur- en ontwikkelingswerk).
In Venray is relatief veel werkgelegenheid in de hightech industrie. In 2006 was maar liefst 12% van het totaal aantal banen in betreffende sector te vinden. Ter vergelijking in de Regio Venlo was dit percentage 8% en in Limburg 7%. Het aandeel loopt echter overal terug. In Venray bedroeg dit in 1996 nog 20%, in de Regio Venlo en in Limburg 10%. In het algemeen kan deze afname worden verklaard door het teruglopen van het aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid. Specifiek voor Venray geldt dat een zeer belangrijke werkgever (Xerox) in de kennisintensieve industrie het afgelopen decennium sterk is afgeslankt. De hightech dienstensector neemt in Venray en ook in de Regio Venlo en de Provincie 2% van de werkgelegenheid voor zijn rekening. In 1996 bedroeg dit in Venray en in de Regio Venlo nog 1%. In Limburg was dit in dat jaar ook al 2%. Uit een studie van de Euregio Rijn Maas Noord blijkt dat het werkgelegenheidsaandeel van zowel de high tech industrie als de hightech diensten in de regio Venlo onder het Euregionale gemiddelde ligt. Venray scoort echter in de high tech industrie beter dan de Euregio.
10
Venray is kennisintensief
Vestigingendynamiek Het aantal oprichtingen is de afgelopen jaren in Venray structureel hoger dan het aantal opheffingen en neemt bovendien toe. Het aantal oprichtingen (150/jaar) en opheffingen (100/jaar) is overigens aanzienlijk groter dan het aantal vestigers en vertrekkers (10/jaar). Provinciegrensoverschrijdende verhuizers worden helaas als oprichtingen en opheffingen geregistreerd zodat de verhuisdynamiek tussen Venray en andere provincies dan Limburg niet in beeld te brengen is. De afgelopen 5 jaar kwam 90% van de inkomende bedrijven uit een andere Noord-Limburgse gemeente en 60% van de vertrekkende bedrijven koos voor een locatie elders in Noord-Limburg De grootste dynamiek doet zich voor tussen Venray en Horst aan de Maas en tussen Venray en Meerlo-Wanssum. Het meest opvallend is het vestigingsoverschot ten opzichte van Venlo (+20%) en het vertrekoverschot met Heerlen. Door de relatief kleine aantallen kan niet de conclusie worden getrokken dat hier sprake is van een trend. Tabel 7: pendelmatrix Venray in 2005 Inkomend
Uitgaand
Saldo
1.108
831
276
Meerlo-Wanssum
774
190
584
Venlo
774
1.418
-644
Bergen (L.)
407
148
259
Sevenum
238
101
137
Helden
227
78
149
Noord-Limburg Horst aan de Maas
Maasbree
156
52
104
Gennep
102
92
10
Arcen en Velden
94
89
4
Beesel
77
27
50
Meijel
26
2
24
Kessel
19
4
15
9
9
0
110
93
17
Mook en Middelaar Midden-Limburg Roermond Leudal
58
31
26
Weert
46
21
25
Maasgouw
28
15
13
Nederweert
19
17
2
Roerdalen
16
4
12
Echt-Susteren
15
5
10
152
84
69
2.749
2.253
496
Gelderland
637
285
352
Overige Provincies
178
529
-351
Duitsland
337
75
262
83
15
68
8.438
6.468
1.970
Zuid-Limburg Noord-Brabant
België Totaal Bron: E,til en VRL (2005)
11
Venray is kennisintensief
Wanneer we kijken naar het relatieve pendelsaldo (inkomende minus uitgaande pendel in % van het aantal arbeidsplaatsen) blijkt dat Venray in Limburg de 6e plaats inneemt. Dit betekent dat Venray een sterke regionale werkgelegenheidsfunctie vervult. Dagelijks is er een inkomende pendel van bijna 8.500 personen terwijl er bijna 6.500 Venraynaren elders werken. Wat opvalt is dat 35% van de uitgaande pendel Noord-Brabant als bestemming heeft. Omgekeerd is 35% van de inkomende pendel uit Noord-Brabant afkomstig. Bijna de helft van de uitgaande pendel is op Noord-Limburg gericht. Ook van de inkomende pendel komt ongeveer de helft uit Noord-Limburg. 1% (90 mensen) van de elders werkende Venraynaren werkt in het buitenland terwijl van de inkomende pendel 5% (420 mensen) uit het buitenland afkomstig is. Tabel 8: uitgifte bedrijventerrein (in ha) 1996
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Venray
16
14
6
3
7
15
8
8
Regio Venlo
48
59
37
21
20
37
21
34
110
126
133
77
49
70
51
90
-
273
208
139
91
98
116
182
1.191
1.221
893
723
549
647
661
818
Limburg TTR ZON Nederland
Bron: REBIS en IBIS, bewerking E,til (2007)
De gemiddelde jaarlijkse uitgifte van bedrijventerreinen ligt in Venray op 8 ha. Opmerkelijk is de lichte toename die dit cijfer laat zien. De grootste uitgifte vond plaats in de periode 2002-2006 (gemiddeld 8,5 ha/jaar) terwijl dit in alle andere regio’s in de periode 1997-2001 lag. De piekjaren lagen in 1996, 2000 en 2004 toen respectievelijk 16, 14 en 15 ha is verkocht.
2.2 Vooruitblik Voor een goed inzicht in de economische positie van Venray is het niet alleen van belang om terug te kijken hoe Venray zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het is tevens van belang om een inschatting te maken van de trends en ontwikkelingen die zich de komende jaren zullen voordoen. Veelal gaat het dan om landelijke of zelfs internationale trends die naar verwachting ook hun weerslag zullen krijgen in het Venrayse. De belangrijkste hiervan worden in deze paragraaf opgesomd. Deze zijn ingedeeld naar een viertal gebieden: demografische trends, economische trends, ruimtelijke trends en sociaal-maatschappelijke trends. Demografische trends Vergrijzing Vergrijzing is misschien wel de belangrijkste trend van de komende jaren. De groep ouderen neemt in omvang toe en wordt bovendien ook steeds ouder. Een steeds groter deel van deze ouderen is relatief hoog opgeleid en vermogend. Zij hecht belang aan keuzevrijheid, luxe en veiligheid. Vergrijzing is gunstig voor de bouwsector: de behoefte aan geschikte woningen met passende voorzieningen neemt toe. Vergrijzing biedt tevens kansen voor de gezondheids-, zorg- en voedingssector. De nieuwe generatie ouderen is daarnaast steeds mobieler en actiever. Ze blijven langer werken en doen meer aan vrije tijdsbesteding dan eerdere generaties. Dit heeft gunstige gevolgen voor de recreatie- en toerismesector en voor culturele voorzieningen.
12
Venray is kennisintensief
Mogelijk heeft dit ook gunstige gevolgen voor de detailhandel in de buurt- en wijkcentra. Terwijl deze het op het moment moeilijk hebben om zich te handhaven, is het te verwachten dat door de groeiende groep ouderen die minder mobiel zijn, juist weer meer mensen afhankelijk zijn van voorzieningen in de buurt. Bevolkingsprognose Venray Volgens de meest recente bevolkingsprognose van de provincie Limburg (2008) zal het aantal 65-plussers in 2040 in Venray stijgen naar ca. 12.000 personen. Dat is ruim eenderde van de totale bevolking van Venray. In 2005 was dit nog maar 12,8%. Er is dus sprake van bijna een verdrievoudiging! Het aandeel personen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar (waarvan het grootste deel van de beroepsbevolking deel uitmaakt) daarentegen daalt van 67,4% naar 51,8%. De prognose geeft ook aan dat Venray te maken krijgt met de effecten van de teruglopende bevolking. In de periode tot 2020 doet dit zich het eerst voor in de categorie jongeren t/m 14 jaar. Na 2020 neemt de beroepsbevolking zeer sterk in omvang af. Ten opzichte van nu zullen er in 2040 bijna 15.000 (ofwel 26%) minder actieven in onze regio aanwezig zijn. In Limburg is deze teruggang overigens nog dramatischer (35%). Voor heel Nederland wordt een teruggang van de beroepsbevolking met ruim 1,2 miljoen personen verwacht.
Ontgroening De bevolking wordt niet alleen ouder, maar op termijn ook kleiner. De jongere bevolking neemt af en dit heeft onder andere gevolgen voor het onderwijs en voor de arbeidsmarkt. In Nederland zullen in 2050 naar verwachting voor elke tien werknemers vier gepensioneerden zijn – bijna het dubbele van het huidige aantal. De dalende beroepsbevolking in combinatie met een aantrekkende economie leidt tot structurele krapte op de arbeidsmarkt. Vooral in de zorgsector zullen er structurele tekorten ontstaan. Door een groeiende vraag naar arbeidskrachten wordt het aanbod van werkzoekenden ‘afgeroomd’ en resteert een harde kern van langdurig werkzoekenden die moeilijk bemiddelbaar zijn. Veranderende migratie In het verleden kende Nederland een positief migratiesaldo, dat wil zeggen er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken. Sinds enkele jaren is er echter sprake van negatieve migratiesaldi. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen: enerzijds de afname van het aantal toegelaten asielzoekers en anderzijds het toenemend aantal Nederlanders dat in het buitenland gaat wonen en werken. Migratie van en naar het buitenland is er altijd geweest. Een deel van de migratie vindt bovendien tijdelijk plaats. Wel zien we een verschuiving plaatsvinden van migratiestromen die steeds meer van oost naar west gaan en minder van zuid naar noord. Dit komt o.a. door de uitbreiding van de Europese Unie. De meeste economische studies laten zien dat de instroom van migranten nauwelijks een loondrukkend effect heeft of gepaard gaat met hogere werkloosheid. De migratie in Nederland zal waarschijnlijk eerder bijdragen aan het verminderen van arbeidstekorten bij technische beroepen en in de land- en tuinbouw.
13
Venray is kennisintensief
Economische trends Toenemende welvaart De welvaart in Nederland neemt de komende jaren naar verwachting verder toe, onder andere als gevolg van de toename van het aantal tweeverdieners. Het CPB heeft in 2004 een rapport uitgebracht waarin staat dat ondanks de vergrijzing en de daling van het aantal inwoners de groei van de materiele welvaart gewoon doorgaat. Gemiddeld blijft de materiele welvaart per persoon naar verwachting stijgen met ongeveer 2% per jaar. De toenemende welvaart leidt tot een grotere vraag naar kwaliteit en luxe. De vraag zal steeds meer bepalend zijn. Ook is er steeds meer aandacht voor stedelijke vernieuwing, milieu en klimaat, dierenwelzijn, veiligheid en bereikbaarheid. Internationalisering en schaalvergroting In het verleden was er vooral sprake van internationale handel in goederen. Meer en meer wordt ook de dienstverlening een internationale aangelegenheid. De netwerkeconomie wordt steeds belangrijker: sectoren zijn met elkaar verbonden en opereren internationaal. Mede dankzij snelle communicatieverbindingen en informatietechnologie zijn bedrijven steeds meer ‘footloose’. Tegelijkertijd ligt de beslissingsbevoegdheid van bedrijven steeds vaker buiten de regio, bij internationale moederbedrijven. Belangrijkste groeimarkt is China, met India in zijn kielzog. Ook het eigendom van (delen van) bedrijven wisselt sneller. Grote bedrijven groeien door kleine bedrijven aan te kopen. Voor kleinere bedrijven liggen er vooral kansen in specialisatie en het opzoeken van niche-markten. De structuur van de productie verandert: producten worden in het ene land ontworpen, in het andere land worden (deel-)producten gemaakt die weer elders worden samengesteld en tenslotte weer elders worden verkocht. De logistiek blijft hierdoor een groeimarkt en dit is gunstig voor regio’s gelegen langs de vervoersassen tussen de mainports Rotterdam/Schiphol en Duitsland. De betekenis van het vervoer over het spoor en over het water neemt toe. Multimodale knooppunten plus een goede autobereikbaarheid/aanwezigheid van snelwegen zijn doorslaggevende locatiefactoren. Ook de nabijheid van (regionale) luchthavens telt mee. Toenemende concurrentie tussen regio’s Globalisering gaat weer gepaard met lokalisering/regionalisering, de zogenaamde ‘glocalisering’. “Think globally, act locally” is een veelgehoord principe van bedrijven. Door toenemende specialisatie ontstaat geografische clustering van bedrijven die elkaar aanvullen. Bedrijven vestigen zich in toenemende mate daar waar mensen willen wonen en waar dus arbeidspotentieel is. Aan de andere kant neemt door het toenemende aantal tweeverdieners de afstand van het woonwerkverkeer verder toe. Hierbij komt dat vooral hoger opgeleiden zich in de keuze voor een woonplaats steeds meer laten leiden door de aanwezige voorzieningen zoals het onderwijsaanbod voor hun kinderen. Kortom, de levenskwaliteit / quality of life wordt steeds meer bepalend voor de aantrekkingskracht van regio’s op mensen en bedrijven. Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat de woningmarkt en de arbeidsmarkt steeds meer gaan regionaliseren en veranderen van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde markt. Er is
14
Venray is kennisintensief
meer concurrentie binnen en tussen gemeenten en regio’s te verwachten om werkgevers/bedrijven én werknemers/arbeidspotentieel binnen te halen. Kennis en innovatie Kennis wordt een steeds belangrijkere concurrentiefactor. Kennis, creativiteit en innovatie zijn voor Nederland in de toekomst sleutelwoorden om mee te kunnen blijven doen in de internationale concurrentieslag. Het betreft dan vooral het vermogen om tijdig nieuwe technologieën en producten en diensten toe te passen, aangezien de productie zelf zich steeds meer zal verplaatsen naar lage lonenlanden. Groeisectoren zijn o.a. multimedia, technologie, life sciences, financiële dienstverlening en zorg. Ruimtelijke trends Verkantorisering De traditionele sectoren die op bedrijventerreinen zijn gevestigd zoals industrie, productie en opslag nemen af. Dienstverleners daarentegen nemen toe en deze laatste zijn ook meer en meer op bedrijventerreinen gevestigd. De vraag naar ‘kantoorachtige’ bedrijfsruimte snel toe1. De vraag naar bedrijfshuisvesting verandert van minder grootschalig en functioneel naar meer gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig. Locatie en gebouw worden steeds meer deel van het imago van een bedrijf. Hierdoor verandert niet alleen het ruimtebeslag van bedrijventerreinen (neemt af) maar ook de uitstraling en de milieueffecten. Functiemenging De vraag naar kwalitatief hoogwaardige locaties gaat gepaard met een groeiende vraag naar multifunctionaliteit. Door meer schone bedrijvigheid (zie punt hierboven) is een sterkere menging van functies ook goed mogelijk omdat er minder milieubezwaren zijn. Werknemers willen niet langer op een saai, onaantrekkelijk bedrijventerrein langs de snelweg werken maar eisen aanvullende voorzieningen (crèche, restaurant, fitness enz). Ook de ondernemers stellen steeds hogere eisen aan functiemenging, veiligheid en beheer. Dit biedt kansen voor parkmanagement. Meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit Het huidige bedrijventerreinenbeleid staat landelijk steeds meer ter discussie. Zowel politiek als maatschappelijk leeft het gevoel dat het landschap in Nederland verrommelt, vooral langs snelwegen (‘lelijke dozen’). Ook wordt de maatschappelijke druk om verouderde bedrijventerreinen aan te pakken, groter. De verwachting is dat in de toekomst nieuwe bedrijventerreinen alleen nog maar in samenhang worden gepland met de herstructurering van bestaande terreinen. Zorgvuldig ruimtegebruik, verevening en regionale afstemming worden hierbij steeds belangrijkere randvoorwaarden.
1
Het aandeel kantoorvloer binnen een pand op bedrijventerreinen neemt toe ten opzichte van productiehallen en opslagruimte. Ligt het aandeel nu gemiddeld op zo’n 20 tot 30%, zal dit naar verwachting stijgen naar 50 tot zelfs 70%.
15
Venray is kennisintensief
Sociaal maatschappelijke trends Individualisering Er zijn steeds meer alleenstaanden o.a. door de vergrijzing maar ook omdat steeds meer mensen op zichzelf gaan wonen (soms tijdelijk tussen twee relaties in). Deze toename van eenpersoonshuishoudens (en eenoudergezinnen) heeft gevolgen voor de economie, zowel wat betreft producten als diensten. Denk aan kinderopvang, supermarktaanbod, reisbranche enz. Er is een toenemende behoefte aan flexibiliteit, bijvoorbeeld flexibele werktijden en ruimere openingstijden. Werk krijgt een andere betekenis in het leven van mensen. Vroeger was werk vooral een bron van inkomen. In de toekomst wordt werk meer en meer een manier om zich te ontplooien en om identiteit aan te ontlenen. Verandering en ontwikkeling worden belangrijker en dit is ook terug te vinden in de arbeidsrelaties: kortere contracten, meer werken in deeltijd/deeltijdpensionering, meer sabbaticals enz. Op dit moment verandert per twee jaar al 20% van de werkenden van baan in Nederland, dit aandeel zal de komende jaren alleen maar toenemen. Er is meer behoefte aan kortdurende activiteiten en snelle contacten. De weinige vrije tijd moet ‘quality time’ zijn wat betekent meer korte en luxe vakanties wat gunstig uitpakt voor de hotelbranche. Vermaatschappelijking van de zorg De vermaatschappelijking van de zorg is een ontwikkeling die zich de komende jaren verder zal doorzetten. Grote zorginstellingen decentraliseren en steeds meer mensen met een verstandelijke en/of psychische handicap wonen in kleinschalige woongroepen midden in de wijk. Het gevolg voor de economie kan zijn dat deze mensen ook steeds meer inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Bovendien kan het leiden tot een versterking van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Door de decentralisatie en privatisering van het aanbod aan diensten en producten voor deze groep mensen gaat ook de zorgsector steeds meer specialiseren en commercialiseren. Leefbaarheid platteland Verwacht wordt dat de nu nog relatief jonge bevolking in de dorpen en op het platteland zal vergrijzen. Hierbij komt dat er aan de aanbodkant (voorzieningen, detailhandel) een proces van schaalvergroting gaande is. Dit heeft als gevolg dat steeds meer winkels in de dorpen en op het platteland verdwijnen, en ook maatschappelijke voorzieningen zoals basisscholen onder druk staan. Op kleine schaal zijn echter ook steeds meer voorbeelden bekend van bedrijven die juist hierop inspelen en zich specialiseren in nieuwe oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs en (openbaar) vervoer.
2.3 Sterkten en Zwakten, Kansen en Bedreigingen Wanneer we de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren in Venray interpreteren, komt een aantal sterke en zwakke punten naar voren. De Venrayse economische structuur beschikt daarnaast over kenmerken die juist veel kansen bieden om in te spelen op de verwachte toekomstige trends. Andere kenmerken daarentegen leiden mogelijk tot een verslechtering van de economische positie en vragen om gerichte actie. Hieronder zijn de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigingen kort samengevat:
16
Venray is kennisintensief
Sterkten •
Gunstige ligging, zowel internationaal (tussen Randstad en Ruhrgebied) als regionaal (tussen regio’s Eindhoven, Arnhem-Nijmegen, Venlo en Ruhrgebied)
•
Goede bereikbaarheid over de weg, twee afritten aan de (inmiddels doorgetrokken) A73, geen files
•
Mede door sterke toename werkgelegenheid in de afgelopen 10 jaar, sterke positie in de sectoren logistiek, handel, horeca en (financiële) dienstverlening
•
Sterke agribusinesssector m.n. op gebied van vollegrondsgroenten en intensieve veehouderij
•
Veel bedrijven zijn onderdeel van internationale netwerken
•
Voldoende beschikbaar aanbod aan bedrijven- en kantorenlocaties
•
Weinig verouderde bedrijventerreinen en weinig leegstand
•
Relatief lage werkloosheid en hoge inkomende arbeidspendel
•
Groot regionaal voorzieningenaanbod, sterk winkelgebied en sterke horeca
•
Goede regionale samenwerking in Noord-Limburg
•
Goede relatie lokale overheid met bedrijfsleven
Zwakten •
Afnemende werkgelegenheid in de van oudsher sterk vertegenwoordigde industrie;
•
Relatief laag opleidingsniveau van de beroepsbevolking
•
Onder de werklozen is een relatief grote groep niet of nauwelijks bemiddelbaar
•
Relatief laag gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner
•
Geen onderwijsaanbod op HBO en HBO+ niveau, waardoor jongeren vertrekken
•
Bereikbaarheid met openbaar vervoer matig
•
Potenties voor de toeristisch-recreatieve sector worden onderbenut; integrale citymarketing ontbreekt
•
Weinig samenwerking met Noord-Brabant terwijl er sprake is van sterke pendelrelatie
•
Onduidelijk profiel bedrijventerreinen, aanbod voldoet niet altijd aan de vraag
•
Huisvesting buitenlandse werknemers schiet tekort
•
Weinig samenwerking bedrijfsleven en onderwijsinstellingen
Kansen •
Groei van de sector (zakelijke) dienstverlening biedt kansen voor verbreding en verhoging kwaliteit werkgelegenheid
•
Ook de sector tuinbouw en vollegrondsteelt doet het naar verhouding goed
•
Sterke zorgsector met het oog op de vergrijzing
•
Belangrijke regionale ontwikkelingen: Greenport ontwikkeling, Klavertje 4, Floriade, havenontwikkeling in Wanssum (containeroverslag), groei vliegveld Weeze
•
Grote lokale projecten op stapel zoals: verdere ontwikkeling PDV op De Brier, herontwikkeling wijkwinkelcentra Veltum en Brukske, Centrum op de schop
•
Mogelijkheid verdere uitbouw Parkmanagementorganisatie in Venray
•
Regionale samenwerking op gebied van acquisitie
•
Aanwezigheid van veel ruimte, rust en betaalbare woningen
•
Reconstructie van de intensieve veehouderij leidt tot nieuwe impulsen op het platteland
•
Herindeling gemeenten Noord-Limburg kan leiden tot slagvaardigere samenwerking.
17
Venray is kennisintensief
Bedreigingen •
Ontbreken van een duidelijke regionale positie, met name in relatie tot Brainport Eindhoven en Greenport Venlo
•
Eenzijdig imago van Venray (XEROX/Flextronics, logistiek en landbouw)
•
Toenemende vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt (zowel kwantitatief als kwalitatief)
•
Door achterblijvend opleidingsniveau van de bevolking is het moeilijker kennisintensieve bedrijven aan te trekken
•
Leefbaarheid in de dorpen staat onder druk door afnemend voorzieningenniveau en vergrijzende bevolking
•
Door nadruk op uitgifte nieuwe bedrijventerreinen risico op verloedering/leegstand bestaande voorraad
18
Venray is kennisintensief
3
Visie op hoofdlijnen
“Venray is kennisintensief”. Deze ambitie uit het Ontwikkelingsperspectief vormt de leidraad voor toekomstige economische ontwikkelingen. In de voorgaande hoofdstukken hebben we gezien dat we met deze ambitie een eind op weg zijn. Venray kent een sterke werkgelegenheidsgroei in de detailhandel, logistiek en (zakelijke) dienstverlening en veel bedrijven zijn onderdeel van (internationale) netwerken. Venray heeft een hoog voorzieningenniveau en aantrekkelijke werklocaties, in het centrum en op bedrijventerreinen. Maar we zijn er nog niet. Venray heeft een eenzijdig imago als gemeente met veel logistiek en industrie. Zoals zo vaak met imago’s doet dit beeld slechts gedeeltelijk recht aan de feitelijke situatie. In Venray nemen ook sectoren als de landbouw en de zorg een sterke positie in en heeft het centrum van Venray met al zijn voorzieningen zich de afgelopen jaren goed ontwikkeld. Juist de strategische positie in Greenport Venlo en nabij Brainport Eindhoven en de ligging aan de A73 die Venray verbindt met Arnhem/Nijmegen en Maastricht, bieden veel kansen voor het verbreden van de economische structuur en daarmee voor een verbetering van het imago. Kiezen voor “Venray is kennisintensief” betekent dat we keuzes moeten maken ten aanzien van de bedrijven die we graag in Venray willen hebben. Dat wil niet zeggen dat we bepaalde bedrijfssectoren helemaal uitsluiten maar wel dat we met elk bedrijf dat zich in Venray wil ontwikkelen, om tafel gaan zitten om te kijken welke bijdrage het bedrijf levert aan de economische ambities van Venray. Uitgangspunt hierbij is ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’. We willen de resterende ruimte op bedrijventerreinen (met name op de Hulst II en de Blakt) zorgvuldig gebruiken, en de uitstraling van bedrijfsgebouwen op strategische plekken moet omhoog. We richten onze aandacht hierbij vooral op het faciliteren van het lokale bedrijfsleven, midden- en kleinbedrijf en op startende bedrijven en minder op het aantrekken van nieuwe bedrijven. Er is bijvoorbeeld al een sterke, innovatieve agribusiness sector aanwezig in Venray, en gezien de komst van de Floriade in 2012 en de Greenport ontwikkelingen zal deze alleen maar sterker worden. Belangrijk uitgangspunt van de visie is de constatering dat we in toenemende mate leven in een wereldomvattende netwerkeconomie waarbinnen voortdurend nieuwe allianties tussen bedrijven en instellingen ontstaan. Deze verbindingen gaan vaak dwars door de traditionele bedrijfssectoren heen en zijn zo veranderlijk dat moeilijk te voorspellen is welke economische sectoren over een aantal jaren kansrijk zijn. Dit maakt het ook niet zinvol om voor de gehele looptijd van deze visie de economische speerpuntsectoren vast te leggen. Wat wel duidelijk is, is dat de factor “kennis” in alle sectoren van groot belang is. De keuze “Venray is kennisintensief” sluit hier ook bij aan. Gezien de structuur van onze bedrijvigheid en op grond van de trends die we eerder hebben onderscheiden, kiest Venray op dit moment voor het stimuleren van de zakelijke dienstverlening, kennisintensieve productie, agribusiness en foodsector en value added logistics. Ook de zorgsector met zijn innovatieve ontwikkelingen is voor ons een speerpunt. Verder richten wij ons op de verdere ontwikkeling van de detailhandel en stimuleren wij het toeristisch recreatieve aanbod van vooral het centrum van Venray. Dit betekent dus nadrukkelijk niet dat nieuwe logistieke bedrijven niet meer gewenst zijn. Het betekent wel dat we deze activiteiten alleen zullen faciliteren wanneer het logistiek met substantiële en aantoonbare toegevoegde waarde activiteiten betreft. Het kan bijvoorbeeld gaan
19
Venray is kennisintensief
om bedrijven die binnen de logistieke keten de regie voeren. Wanneer deze bovendien actief zijn in het multimodale goederenvervoer en een duidelijke relatie hebben met de haven in Wanssum is dit een extra pluspunt. We willen ervoor zorgen dat Venray de dynamiek en aantrekkingskracht heeft om in de toekomst de gevolgen van de ontgroening en vergrijzing op te vangen. Vergrijzing en een afnemende beroepsbevolking is geen doemscenario, maar biedt juist ook veel kansen (laat vergrijzing vóór je werken!). Dit betekent meer inzetten op de zorgsector, op toerisme en recreatie en op het verder doorontwikkelen van het centrum van Venray tot regionaal fun shop centrum. Het is van toenemend belang om in te zetten op het mobiliseren van de arbeidsreserve door middel van gerichte arbeidsmarkt-maatregelen. Voor een nadere uitwerking van dit thema wordt verwezen naar paragraaf 5.4. Dit betekent ook dat we de komst van buitenlandse werknemers niet als een bedreiging maar juist als oplossing moeten zien. Buitenlandse werknemers zijn nu al niet meer weg te denken. Ook in de toekomst hebben we ze hard nodig om de lokale economie (in bepaalde sectoren) draaiende te houden.
Inhoud geven aan de ambitie “Venray is kennisintensief” betekent kiezen voor de volgende drie speerpunten: 1. Kennis en innovatie 2. Regionale identiteit 3. Kwaliteit en duurzaamheid
Ad 1. Kennis en innovatie Kennis en innovatie is vooral een zaak van bedrijven zelf. De overheid kan echter wel de juiste randvoorwaarden scheppen en partijen bij elkaar brengen. Zoals voorgaand al aangegeven leven we in een wereldomvattende netwerkeconomie die zich razendsnel ontwikkelt. Er ontstaan voordurend nieuwe allianties en samenwerkingsverbanden tussen ondernemingen en instellingen. Deze netwerken ontwikkelen zich dwars door de traditionele bedrijfssectoren heen. Hierdoor voldoet een sectorale benadering niet meer en is het juist gewenst dat er meer dwarsverbanden tussen sectoren ontstaan. Venray wil hieraan bijdragen door het stimuleren van een betere kennisuitwisseling tussen bedrijven en door actief deel te nemen aan netwerkvorming. Venray wil haar aandacht in de toekomst vooral schenken aan het scheppen van een gunstig ondernemersklimaat voor kleine, startende bedrijven en het plaatselijke MKB en minder aan het binnenhalen van dat ene, grote bedrijf. Venray omarmt initiatieven als KnowHouse en het LIOF bedrijvencentrum en profileert zichzelf op de jaarlijkse startersdagen van de KvK. Wij willen deze aandacht een meer structureel karakter geven. Hooggekwalificeerd personeel is nog onvoldoende aanwezig in Venray. De ambitie “Venray is kennisintensief” is kansloos als we niet zorgen voor de juiste opleidingen om talent in die richting op te leiden! Daarbij gaat het niet zozeer om het zelf kunnen aanbieden van alle onderwijsniveaus in Venray zelf, dat is niet realistisch, maar meer om het verbeteren van de toegankelijkheid van de diverse instellingen elders in de regio. En ook het bedrijfsleven zelf kan een bijdrage leveren (in de vorm van stageplaatsen e.d.).
20
Venray is kennisintensief
Ad 2. Regionale identiteit Economie houdt niet op bij de gemeentegrens. Venray werkt dan ook op economische gebied samen met Venlo, Horst aan de Maas, Helden en Gennep in de Regio Venlo. In deze regio vinden de komende jaren grootschalige ontwikkelingen plaats zoals de gebiedsontwikkeling “Klavertje 4” met als belangrijke onderdelen Venlo Greenpark en de Floriade 2012 waarin Venray actief participeert. Naar schatting lokt de Floriade 2 miljoen bezoekers naar deze regio. Het is dan ook nu zaak om de economische identiteit van Venray binnen de regio te bepalen, en Venray daarmee helder ‘op de kaart te zetten’. Venray ziet zichzelf niet als het kleine (logistieke) broertje van Venlo, maar gaat uit van zijn eigen kracht en dynamiek. Venray ontleent haar identiteit aan een sterk midden- en kleinbedrijf, onder andere in de agri-business en productiesector. Met de haven in Wanssum en de ligging aan de A73 heeft Venray tevens een uitstekende positie binnen het multimodale goederenvervoer. Venray is hiermee complementair aan Venlo. Dat wil zeggen dat we niet met elkaar concurreren maar elkaar juist aanvullen. We zijn dan ook van mening dat de fysieke focus van de Greenport ontwikkeling in het Klavertje 4 gebied moet liggen. Hier zal een cluster van agrofood en agrologistieke bedrijvigheid en kennisinstellingen met een internationale uitstraling ontstaan. Een dergelijke clustering is essentieel voor een goed functioneren van Greenport. Venray wil een actieve bijdrage leveren aan de realisatie hiervan. Hierin past actieve participatie in de Klavertje 4 ontwikkeling. We profiteren nog te weinig van de nabijheid van Venray ten opzichte van Brainport Eindhoven. Dit terwijl op een steenworp afstand een toptechnologische regio ligt met een internationale topscore aan R&D investeringen. Er zijn volop kansen om deze relatie verder uit te bouwen. De toepassing van de kennis die in dit gebied wordt gebundeld zal in Venray moeten “landen’. Het is duidelijk dat deze uitdaging vooral bij het lokale bedrijfsleven zelf ligt. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met de Duitse buurregio. Hoewel Venray al actief participeert in de Euregio Rijn Maas Noord, liggen er zeker op het gebied van de agri-business en -food ontwikkeling nog grote kansen voor een intensivering van deze samenwerking. Een eerste aanzet is de deelname aan de Agrobusiness Region Niederrhein die kort geleden is gestart. Deze samenwerking is te meer belangrijk omdat de EU steeds minder naar de landsgrenzen kijkt en dit bij de toekenning van financiële middelen tot uiting brengt. Willen wij ook in de toekomst van EU-steun gebruik blijven maken, zullen wij de samenwerking met onze Duitse partners verder moeten intensiveren. Gezien de schaal van de Duitse buurregio ligt het voor de hand deze samenwerking in de regio Venlo verder vorm te geven. Wij zullen ons daarvoor actief inzetten. Greenport Venlo en de Agrobusiness Region zijn samen één van de grootste en meest innovatieve agro-food gebieden van Europa. Ad 3. Kwaliteit en duurzaamheid De demografische en economische ontwikkelingen nopen tot een omslag in het denken: minder in termen van groei maar meer in termen van kwaliteit. We willen niet alleen een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden voor bedrijven, maar ook een aantrekkelijk leefklimaat voor alle inwoners, werknemers en bezoekers van Venray. Economie gaat tenslotte verder dan alleen bedrijvigheid, het gaat ook om het verhogen van de welvaart en het welzijn.
21
Venray is kennisintensief
Vandaar dat Venray kiest voor een duurzame economische ontwikkeling. Duurzaamheidsaspecten spelen op alle niveaus, van duurzame bedrijfsprocessen tot duurzaam ruimtegebruik op bedrijfslocaties /duurzaam vastgoed en duurzaam beheer (parkmanagement). Maar ook een goede bereikbaarheid en een veelzijdig voorzieningenniveau kan onderdeel zijn van een duurzame ontwikkeling. Duurzaam innoveren, kennisontwikkeling en de koppeling tussen economie en duurzaamheid zijn ook centrale thema’s binnen het gedachtegoed van C2C/Cradle to cradle dat in deze regio een belangrijke rol speelt. Zo wordt de Floriade en ook de gebiedsontwikkeling Greenport (Klavertje 4) zoveel mogelijk volgens de C2C-principes ontwikkeld. Ook Venray omarmt het gedachtegoed van C2C en gaat duurzaamheid actief bevorderen.
22
Venray is kennisintensief
4
Economische speerpunten
4.1 Kennis en Innovatie Uitgangssituatie “Venray is kennisintensief”. Met die titel schetst het Ontwikkelingsperspectief uit 2006 de hoofdlijnen van het economisch beleid van Venray. Achterliggende gedachte is de trend dat laaggeschoold werk steeds meer uit Nederland verdwijnt en dat het daarmee niet zinvol is energie te steken in het stimuleren en aantrekken van dit type werkgelegenheid. Tegelijkertijd ontstaat hierdoor de noodzaak om de beroepsbevolking qua scholing op een niveau te brengen dat past bij de meer kennisintensieve bedrijvigheid die we graag willen stimuleren. Hier ligt een belangrijke relatie tussen economische ontwikkeling en arbeidsmarktbeleid. Definitie Maar wat is innovatieve of kennisintensieve bedrijvigheid eigenlijk? In het verleden werd dit vaak eenzijdig geïnterpreteerd vanuit de technologische invalshoek: een sterke rol van onderzoek en ontwikkeling (R&D) binnen de meer traditionele sectoren zoals industrie. Maar kennisintensief gaat niet alleen over het maken van producten, maar ook over het ontwerpen van systemen en concepten, over handel en over aanvullende diensten en niet te vergeten het hergebruik van producten. In plaats van een sectorale benadering gaat het steeds meer om een ketenbenadering. Bovendien kun je de kennisintensiviteit van een regio of een individueel bedrijf niet alleen afmeten aan de uitgaven voor R&D, maar ook aan het opleidingsniveau van de werknemers en het gebruik van moderne informatie- en communicatiemiddelen. Ook specialisatie, verduurzaming en geografische clustering/netwerken van bedrijven zijn vaak een succesfactor voor innovatie. Kortom, onder “kennisintensieve bedrijvigheid” verstaan wij bedrijven binnen de hele keten van productontwikkeling tot distributie en gebruik van een product, zolang er maar sprake is van scholing, innovatie, specialisatie, verduurzaming en/of clustering. Wanneer wij praten over het streven naar kennisintensieve werkgelegenheid bedoelen wij niet alleen de banen op HBO en WO-niveau. Wij mikken meer op een geleidelijke verhoging van het niveau van de werkgelegenheid passend bij de gewenste samenstelling van de regionale bedrijvigheid. Daartoe zal het aandeel laaggeschoolden in de beroepsbevolking moeten afnemen dat van de middelbaar en hoger opgeleiden moeten toenemen. In die zin is de term “kennisgeoriënteerde werkgelegenheid” wellicht meer van toepassing dan “kennisintensieve werkgelegenheid”. Visie en ambitie Selectieve bedrijvigheid Ons doel is een samenstelling van de bedrijvigheid die is verankerd in de Venrayse en regionale economie en een duidelijke meerwaarde daarvoor oplevert. Dat zijn niet alleen grote high-tech bedrijven maar ook kleine ondernemingen die gebruik maken van de elders ontwikkelde technieken en vaak uitstekend functioneren. Wij mikken daarbij vooral op het doorontwikkelen van de reeds aanwezige lokale bedrijvigheid met kennisgeoriënteerde werkgelegenheid zoals de productie, agri-
23
Venray is kennisintensief
business en foodsector, value added logistics en de zakelijke dienstverlening. Ook de zorgsector met zijn innovatieve ontwikkelingen is voor ons een speerpunt. Met de keuze voor de agri-business en de foodsector kiezen we nadrukkelijk ook voor de primaire landbouw. Daarbinnen zijn de vollegronds groenteteelt en de intensieve veehouderij de belangrijkste bedrijfstakken die in Venray nu al sterk vertegenwoordigd zijn. Verder is in de Vredepeel een belangrijk nationaal kenniscentrum voor de akkerbouw gevestigd (het proefstation voor de akkerbouw en groenteteelt in de vollegrond) dat onderdeel is van de Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). Wij beschouwen dit als een belangrijke innovatiebron voor deze bedrijfstak. Wij willen dergelijke initiatieven dan ook de ruimte bieden zich verder te ontwikkelen. Met de geselecteerde bedrijfstakken sluiten we aan bij de huidige sterke sectoren in de Venrayse economie. Tevens streven wij naar verbreding van de economische activiteiten waarvan we op grond van onze ligging in Greenport en de invloedssfeer van Brainport Eindhoven verwachten dat deze ook in Venray een steeds belangrijkere rol gaan spelen. De economie ontwikkelt zich snel en het is niet te voorspellen welke kansrijke sectoren zich over pakweg vijf jaar zullen aandienen. In toenemende mate is er sprake van een netwerkeconomie waarin steeds nieuwe allianties en samenwerkingvormen tussen bedrijven en instellingen ontstaan. Deze ontwikkeling gaat ook dwars door de traditionele bedrijfssectoren heen. Dit betekent dat een sectorale benadering van de economische ontwikkeling niet altijd meer voldoet. Wij willen dan ook kansrijke ontwikkelingen in andere sectoren die iets toevoegen aan de structuur van de Venrayse economie niet bij voorbaat uitsluiten. De toegevoegde waarde voor de Venrayse economie staat voor ons voorop. Lokaal bedrijfsleven en starters staan voorop Onderzoek en ervaring leert dat een groot deel van de werkgelegenheidsgroei bij bestaande bedrijven wordt gegenereerd. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen gaat voor 75% naar bedrijven uit de eigen gemeente. We zullen daarom onze aandacht vooral richten op het lokaal aanwezige midden- en kleinbedrijf en de ondernemende Venraynaren die een bedrijf willen starten. Bij de acquisitie van bedrijven zullen wij zoveel mogelijk gebruik maken van de expertise van het lokale bedrijfsleven. Tevens zullen wij initiatieven gericht op de voorlichting, huisvesting en begeleiding van starters actief ondersteunen. Starters zijn de toekomst! Wij kiezen er dan ook voor om de gemeentelijke accountmanagers bedrijven voor minimaal 75% van de beschikbare tijd in te zetten op de ondersteuning van lokale ondernemers en starters. Ontwikkelen kennisclusters Om innovatie tot stand te kunnen brengen, is in eerste instantie kennis nodig. Deze kennis kan aanwezig zijn bij onderwijs- en onderzoeksinstellingen maar ook bij de bedrijven en instellingen zelf. Instanties als Senter/Novem en de transferbureaus van de Universiteiten maar ook een bedrijf als KnowHouse zorgen ervoor dat kennis voor iedereen beschikbaar en bereikbaar is. Wij stimuleren dat bedrijven meer met elkaar samenwerken en op die manier gebruik maken van de kennis van elkaar. De vorming van clusters of netwerken van bedrijven is om die reden van groot belang. De recent opgerichte “Oelderse Halte” is een goed voorbeeld van een dergelijke clustering van kennis op het gebied van de agribusinesss.
24
Venray is kennisintensief
Onderwijs Kennisintensieve bedrijven vragen om goed gekwalificeerd personeel en het is dus zaak om te blijven werken aan het verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Wij hechten groot belang aan een goed functionerend onderwijs. Daarbij hoeven we uiteraard niet alle opleidingen zelf aan te kunnen bieden maar moeten we streven naar het verbeteren van de toegankelijkheid van de diverse onderwijsinstellingen elders. Om daadwerkelijk het niveau van de werkgelegenheid omhoog te brengen is scholing van zowel leerlingen als zittend personeel essentieel. Daarnaast is het zaak meer mensen te interesseren voor die opleidingen waaraan bij de bedrijven de grootste behoefte bestaat. Dit zijn op dit moment met name de technische beroepen. Wij willen daarom, daar waar dit de reguliere onderwijstaak overstijgt, de scholing met name in de technische vakken stimuleren. Tevens ondersteunen wij initiatieven gericht op de verhoging van de instroom van leerlingen naar technische opleidingen b.v. via een jaarlijks terugkerend evenement als “Kies Techniek”. Technische opleidingen hoeven trouwens niet alleen door onderwijsinstellingen gefaciliteerd te worden. Ook het bedrijfsleven zelf is aan zet! De samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs kan beter, en bedrijven kunnen zelf veel doen door het aanbieden van stageplaatsen en interne opleidingstrajecten. Een goed voorbeeld hiervan is het ICT initiatief dat onlangs is genomen door enkele bedrijven en Fontys Hogeschool. Een ander voorbeeld is vliegbasis De Peel waar jongeren op hoog niveau technisch worden opgeleid. De rol van de gemeente hierin is vooral om partijen bij elkaar te brengen en samenwerking te stimuleren.
4.2 Regionale Identiteit Uitgangssituatie De economie van Venray functioneert niet op zich maar is ingebed in grotere regionale en nationale structuren. Zo ligt Venray in de transportzone die loopt van Rotterdam via de Brabantse stedenrij naar het Duitse achterland en sinds de openstelling van de A73-Zuid ook aan belangrijke nationale noord-zuidas. Van belang is ook de ligging in een relatief open gebied tussen de stedelijke centra Eindhoven/Helmond, Arnhem/Nijmegen en de Duitse stedelijke centra Mönchengladbach/Krefeld en, wat verder weg, Düsseldorf en het Ruhrgebiet. Naast de afhankelijkheid van de internationale conjunctuur die niet te beïnvloeden is, worden de ontwikkelingen in Venray voor een groot deel bepaald door ontwikkelingen in deze grotere regio’s. Venray ligt centraal binnen de volgende assen/netwerken: •
logistiek: van mainports Rotterdam en Schiphol naar het Duitse Ruhrgebiet
•
agri-business en food-business: Wageningen, Den Bosch, Helmond, Venlo, Regio Niederrhein
•
life sciences: Nijmegen, Oss, Eindhoven, Maastricht
•
automotive: Eindhoven-Helmond, Born, Genk
Het duidelijkst merkbaar in Venray is de invloed van het grote economische kerngebied Brainport Eindhoven en van de Greenport Venlo waarvan Venray deel uitmaakt. Venrayse bedrijven hebben met name in deze regio’s inkoop- en afzetrelaties en ook zijn er sterke pendelrelaties binnen en tussen deze gebieden. In mindere mate geldt dit voor de stadsregio Arnhem-Nijmegen en Duitsland.
25
Venray is kennisintensief
Navolgend zal een schets worden gegeven van de belangrijkste economische kerngebieden. Vervolgens zal de vraag worden beantwoord welke positie Venray in dit krachtenveld wil innemen en op welke manier zij dit wil bereiken. Regio Venlo De Regio Venlo is in 2002 ontstaan als een samenwerking van de Noord-Limburgse kerngemeenten Venlo, Venray, Horst aan de Maas en Helden. Kort daarna is ook de gemeente Gennep toegetreden. Belangrijkste aanleiding om deze samenwerking aan te gaan was de sterke behoefte bij deze gemeenten aan een bundeling van de krachten op economisch gebied. Eerste wapenfeit van de Regio Venlo was het binnenhalen van de Floriade die in 2012 plaatsvindt. Dit is een geweldige stimulans voor de verdere uitbouw van de regionale samenwerking gebleken. Zo hebben de gemeenten besloten het bedrijvenpark (Venlo Greenpark) waar de Floriade in 2012 wordt gehouden, gezamenlijk te exploiteren. De gemeenten voeren ook gezamenlijk acquisitie voor dit terrein. Op dit moment wordt gewerkt aan een viertal speerpunten. Het gaat dan om de ontwikkeling van de Research- en Businesscampus op Venlo Greenpark, de gebiedsontwikkeling Klavertje Vier, het maximaliseren van de spin-off die van de Floriade wordt verwacht (waarbij de Regio hierbij intensief samenwerkt met partijen zowel in Nederland als in Duitsland) en een toeristisch project met de titel “de Maas als levensader”. Als basis voor dit laatste wordt in samenwerking met de Stichting Promotie Noord-Limburg een toeristische visie opgesteld. Verder speelt de Regio een belangrijke rol bij de uitbouw van de samenwerking in de Greenport Venlo. Greenport Venlo De Greenports zijn tuinbouwclusters van nationaal belang en komen voort uit een benoeming in de Nota Ruimte. In de Nota Ruimte zijn vijf Greenports benoemd en één van deze is de Greenport Venlo. Greenport Venlo is een uniek interregionaal netwerk van ondernemers, onderzoek, onderwijs en overheid (de vier O’s). Daarnaast is Greenport ook een internationaal gebied met een afzetmarkt van ca. 30 miljoen mensen. Greenport Venlo legt nieuwe verbindingen tussen steeds grotere afzetgebieden met vele miljoenen consumenten: Randstad, Ruhrgebiet, maar ook de overbrugging naar Oost-Europa ligt in het verschiet. Hoewel de Greenports als zodanig zijn benoemd op basis van de aanwezigheid van een cluster van tuinbouw en agro-logistiek is het duidelijk dat Greenport Venlo meer dan dat is. De Greenport partners creëren door hun samenwerking een “Open Innovation Space” en waarde voor de markt van agri, nutrition, food, fresh en logistics. De organisatie van Greenport is nog volop in ontwikkeling. Er is een netwerkbestuur waarin vertegenwoordigers van de 4 O’s zitting hebben. De activiteiten van het bestuur worden ondersteund door het Servicepunt Greenport. De Regio Venlo is één van de aanjagers achter de Greenport ontwikkeling en participeert actief daarin. Het programma van Greenport is in 2006 gepresenteerd. Dit bestaat uit 4 programmalijnen (t.w. “waarde creëren”, “leren leren”, “quality of life” en “basics”).
26
Venray is kennisintensief
Het streven is om op en in de omgeving van het Floriadeterrein een werklandschap te creëren van agro-productie-, bedrijven-, kantoren- en researchclusters en ultramoderne kassencomplexen met een omvang van 5.500 ha (zie afbeelding). Deze gebiedsontwikkeling wordt Klavertje 4 genoemd, met als belangrijke onderdelen de glastuinbouwgebieden Californië en Siberië, businesspark Tradeport Noord, de uitbreiding van ZON Freshpark, de rail- en bargeterminal en Venlo Greenpark met de Innovatoren. Dit werklandschap moet worden verweven met natuur, groen en recreatieve voorzieningen. Ook het onderwijs krijgt een prominente plek binnen het Greenport-concept. Efficiënte benutting van grondstoffen en energie staat voorop en wordt inmiddels uitgewerkt door middel van het cradle to cradle principe. Brainport Eindhoven De regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant staat te boek als Brainport, hotspot binnen de Toptechnologische regio Zuidoost-Nederland. Ook internationaal vervult deze regio een belangrijke economische functie dankzij haar vooraanstaande positie op het gebied van R&D. Brainport Eindhoven staat op plaats 1 op het gebied van R&D in Nederland (45% van de private investeringen aan R&D wordt in Brainport gedaan) en behoort daarmee ook tot de Europese top. De rijksoverheid erkent de belangrijke rol van Brainport en heeft deze verankerd in de Nota Ruimte. De Regio Eindhoven is de enige regio die deze status van het Rijk heft gekregen. Kenmerkend aan Brainport Eindhoven is de zogenaamde Triple Helix, de hechte samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en de overheid. Het programma van de Stichting Brainport is in 2005 neergelegd in de “Brainport navigator” dat concrete activiteiten op de volgende 4 deelterreinen bevat: - People: met name gericht op arbeidsmarkt en scholing - Business: stimuleren van bedrijfsontwikkeling - Technology: gericht op de transfer van kennis - Basics: verbeteren infrastructuur, imago, bedrijfslocaties, woon- en leefomgeving.
27
Venray is kennisintensief
Dit programma biedt volop kansen voor bedrijven en instellingen uit Venray. Zo is één van de speerpunten het initiatief “Food & Technology” waarin expliciet de verbinding wordt gelegd met de Greenport Venlo. Daarbij ziet men de Floriade als een belangrijke drager van nieuwe ontwikkelingen in de regio. Tenslotte beperken de projecten van de Brainport zich niet tot de eigen regiogrenzen. Indien bedrijven en instellingen van daarbuiten een meerwaarde voor de projecten hebben, krijgen deze de mogelijkheid daaraan deel te nemen. Euregio Rijn Maas Noord De Euregio Rijn Maas Noord is een samenwerking van overheden en bedrijfsleven in de regio Noord- en Midden-Limburg en de aangrenzende Duitse buurregio. De Euregio richt zich op het stimuleren op de grensoverschrijdende samenwerking met het doel de economie te stimuleren en de integratie te bevorderen. Belangrijk instrument daarbij zijn de subsidiegelden van de Europese Unie (de zogenaamde “Interreg”-middelen) die met name op deze doelen zijn gericht. De Euregio vertoont een sterke economische samenhang. Illustratief daarvoor is de tuinbouwsector: de clusters aan weerszijden van de grens samen vormen het grootste tuinbouwgebied van Europa. De Greenport Venlo strekt zich dan ook uit tot ver in de Euregio. Venray ziet duidelijk het belang van Euregionale samenwerking. De gemeente is via de burgemeester vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van de Euregio en heeft zitting in twee bestuurlijke commissies. Daarnaast neemt Venray deel aan de ambtelijke werkgroep Interregprojecten en is het lid van de Businessclub Maas Rijn. Dit platform is opgericht met het doel om grensoverschrijdende contacten en netwerken tot stand te brengen. Visie en ambitie Venray ligt in het krachtenveld van Greenport Venlo en de Brainport Eindhoven. In mindere mate is ook de invloed van de stadsregio Arnhem-Nijmegen en van de Duitse buurregio merkbaar. Deze ligging biedt grote kansen voor de Venrayse economie. Het is zaak om optimaal gebruik te maken van het in Eindhoven aanwezige cluster van hoogwaardige bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen en van het nog uit te bouwen cluster van agro-food-bedrijven en instellingen in de Greenport Venlo. De kennis die op die plekken wordt ontwikkeld, zal in Venray moeten landen. Venray wil daarbij niet met de andere regiogemeenten concurreren om het binnenhalen van nieuwe bedrijven. In tegendeel, de acquisitie van bedrijven moet de regio gezamenlijk oppakken om vraag en aanbod zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen. We willen vooral stimuleren dat het bestaande lokale bedrijfsleven beter profiteert van de regionaal aanwezige kennis. De kennisontwikkeling in Greenport biedt namelijk ook voor de bestaande Venrayse bedrijven en instellingen geweldige kansen. De agro-food en -logistiek is van oudsher ook in Venray sterk vertegenwoordigd. Deze bedrijfstak staat voor de geweldige uitdaging te voldoen aan de toenemende vraag naar nieuwe, gezonde en kwalitatief hoogwaardige producten. Daarbij is er sprake van een harde internationale concurrentie. De clustering van kennis en innovatieve kracht waarop Greenport zich richt is daarom van levensbelang voor de toekomst van deze bedrijven. De gemeente erkent hierbij de centrale rol van Venlo en is van mening dat de fysieke focus van de agrofood en agro-logistieke ontwikkeling in het Klavertje 4 gebied moet liggen. Venray is van mening dat een dergelijke clustering essentieel is voor een goed functioneren van de Greenport en wil dan ook een actieve bijdrage leveren aan de realisatie hiervan. De positie van Venray vloeit voort uit de ambitie die in voorgaande paragrafen al is geschetst: wij gaan voor een economische ontwikkeling die kwalitatief van aard is hetgeen betekent dat we
28
Venray is kennisintensief
nadrukkelijk zullen kijken naar de toegevoegde waarde van nieuwe werkgelegenheid en naar de mate waarin nieuwe bedrijven kunnen worden verankerd in de lokale economie. Juist omdat wij regionale samenwerking van groot belang achten, zal Venray zijn inzet in de Regio Venlo versterken en van daaruit een actieve rol spelen bij de verdere uitbouw van Greenport Venlo: •
Venray zal de ambtelijke inzet in de Regio Venlo verhogen door extra capaciteit beschikbaar te stellen.
•
Venray zal samen met de andere regiogemeenten acquisitie voeren voor het bedrijvenpark “Venlo Greenpark”.
•
Daarnaast streven wij naar actieve participatie in het project “Klavertje 4”, bijvoorbeeld door een aandeelhouderschap.
Hoewel de relaties met de stadsregio Arnhem-Nijmegen minder sterk zijn zal de ontwikkeling in die Regio nauwlettend worden gevolgd. Wanneer daartoe aanleiding is zal ook met die regio de samenwerking worden gezocht. Daarnaast wordt ook Euregionale samenwerking in toenemende mate belangrijk, zeker gezien het feit dat de Duitse buurregio een belangrijke agro-functie heeft en daarmee in feite onderdeel uitmaakt van de Greenport. Bovendien heeft de Floriade van 2012 grote grensoverschrijdende effecten en is er van Duitse zijde grote belangstelling om bij dit evenement te worden betrokken. Niet onbelangrijk tenslotte is dat de EU steeds minder naar de landsgrenzen kijkt en dit bij de toekenning van financiële middelen tot uiting laat komen. Willen wij ook in de toekomst van EUsteun gebruik blijven maken, zullen wij de samenwerking met onze Duitse partners verder moeten intensiveren. Venray zal daarom de ambtelijke inzet in Euregio Rijn Maas Noord verhogen door extra capaciteit hiervoor beschikbaar te stellen.
4.3 Kwaliteit en duurzaamheid Uitgangssituatie Het is niet alleen van belang om over voldoende werklocaties te beschikken waar bedrijven zich kunnen vestigen en groeien. Het gaat er juist ook om een aantrekkelijk leefklimaat te bieden voor de werkgevers en werknemers van Venray. Voor bedrijven is het steeds moeilijker om aan geschikt personeel te komen. Een groene woon- en leefomgeving of een hoog voorzieningenniveau zijn hierdoor een steeds belangrijkere factor bij de locatiekeuze. Noord-Limburg is door zijn aantrekkelijk landschap en veelzijdig voorzieningenaanbod een aantrekkelijke bestemming voor toeristen. Zo is het aantal overnachtingen in dit gebied hoger dan in Zuid-Limburg en behoort de regio in dat opzicht tot de topbestemmingen in Nederland. Hoewel Venray qua aantal overnachtingen geen toppositie inneemt draagt de gemeente door zijn uitgestrekt en groen buitengebied en door het levendige winkelcentrum in belangrijke mate bij aan de aantrekkelijkheid van de regio. Daarnaast kent de gemeente een aantal interessante bezienswaardigheden zoals de Petrus Bandenkerk, museum het Freulekeshuus en het Odapark. Dit laatste heeft zelfs een landelijke reputatie als kunst- en cultuurcentrum. We krijgen de komende jaren te maken met een toenemend aantal senioren die bovendien langer fit blijven en waarvan grote groepen veel koopkracht bezitten. In 2040 is eenderde van de
29
Venray is kennisintensief
Venrayse bevolking ouder dan 65 jaar. Daar ligt dus voor een groot deel ook de toekomst van onze economie. We zien vergrijzing niet als bedreiging, maar juist als impuls voor nieuwe vormen van economie. Wellicht dat hierdoor de traditionele sectoren (zoals industrie) aan betekenis verliezen, andere sectoren en markten zullen juist aan betekenis winnen. Denk aan de recreatieve en toeristische sector maar ook aan culturele voorzieningen, aan nieuwe vormen van zorg en wonen en ICT toepassingen (domotica). Met het aantrekkelijke centrum, het uitgebreide voorzieningenaanbod en het uitgestrekte buitengebied bezit Venray volop kansen om hiervan te profiteren. Daarom is dit voor ons een speerpunt van beleid. Venray wil mee profiteren van de nieuwe senioreneconomie. Wij stimuleren de ontwikkeling van nieuwe product-/marktcombinaties. De uitdaging is om slimme combinaties te maken tussen innovatie, toerisme, werkgelegenheid, zorg, platteland en wonen. De ‘bejaarde babyboomers’ zijn tenslotte over het algemeen niet onbemiddeld en willen op alle mogelijke manieren zin geven aan het dagelijks leven, op een actieve wijze. Overheid, burgers en bedrijven zijn zich daarnaast steeds meer bewust van het feit dat we op een duurzame manier moeten omgaan met onze leefomgeving. De groeiende aandacht voor energie en klimaat getuigt hiervan. Zo is er in deze regio momenteel veel aandacht voor het Cradle to Cradle-principe (C2C). Ook laten steeds meer bedrijven zien dat ze maatschappelijk verantwoord willen ondernemen en verantwoording willen afleggen voor hun handelen. En de technologische mogelijkheden zijn er om deze ambitie waar te kunnen maken. Visie en ambitie Duurzaamheid Ook de gemeente Venray omarmt het gedachtegoed van C2C. Wij achten het nu zaak om voorbereid te zijn op de klimaatveranderingen wereldwijd en hierin onze verantwoordelijkheid te nemen. Dit doen we op regionale schaal én op lokale schaal.
Wat is C2C? C2C is ontwikkeld door William McDonough en Michael Braungart. Uitgangspunt voor C2C is: afval is voedsel. Dit houdt in dat bouw- en productieprocessen en planprocessen zo ingericht worden dat grondstoffen altijd herbruikbaar zijn. Zijn ze dat niet, dan moeten ze als grondstof voor een gelijkwaardig volgend product kunnen dienen. Het concept is niet alleen duurzaam maar moet tevens economische voordelen opleveren. Het gaat met andere woorden niet om minder produceren maar om anders produceren.
Op regionale schaal wordt o.a. de gebiedsontwikkeling Greenport (Klavertje 4) C2C ontwikkeld en zijn de ‘Floriade Venlo Principles’ opgesteld waarin is vastgelegd dat C2C de motor voor de innovatie is. Doelstelling is om minimaal 50% CO2 reductie te bereiken en minimaal 10% van de energie uit duurzame bronnen te genereren. Ook veel bedrijven in de regio zijn bezig om hun productieprocessen om te schakelen naar dit gedachtegoed. De Kamer van Koophandel en het LIOF komen met verschillende initiatieven om het bedrijfsleven te ondersteunen. Daarnaast is er sprake van vestiging van een Cradle to Cradle leerstoel in Venlo. Een concreet voorstel om op regionale schaal met C2C aan de slag te gaan wordt op dit moment uitgewerkt door de Regio Venlo. Gedacht wordt aan het instellen van bestuurlijke ambassadeurs en een regionaal aanjaagteam dat als spil gaat functioneren. Een van de eerste taken van het
30
Venray is kennisintensief
aanjaagteam is het indienen van een Efro-aanvraag voor Europese subsidies. De voorlopige projectschets is als kansrijk betiteld door Stimulus. Ook op de schaal van de Euregio Rijn Maas Noord vindt samenwerking plaats. Onder leiding van KnowHouse wordt het project Energiemanagement uitgevoerd met de bedoeling om energiestromen van bedrijven beter aan elkaar te koppelen. Naast de regionale aanpak wil Venray ook binnen haar gemeentegrenzen het C2C gedachtegoed verder integreren in beleid en projecten. Zo wordt op dit moment bekeken of en op welke wijze bij de verbouwing van het gemeentehuis en bij de nieuwbouw van de sporthal C2C een rol kan spelen, met name op het vlak van energiebesparing. De nadruk op duurzaamheid en kwaliteit vergt een andere benadering van economisch rendement en economische levensduur van gebouwen. Terwijl de economische levensduur van woningen gemiddeld 50 jaar (en bij woningen van hoge kwaliteit nog veel langer) is, is dit bij bedrijfsgebouwen slechts gemiddeld 20 jaar. De investeringen voor een duurzaam gebouw zijn hoger, maar verdienen zich terug doordat het gebouw langer mee gaat. Een duurzaam ontwikkeld gebouw behoudt langer zijn waarde. Bovendien blijven bedrijven in een duurzaam gebouw ook langer op hun plek zitten en worden onnodige verhuisbewegingen voorkomen. Om de levensduur van bedrijf- en kantoorgebouwen te verlengen en voortijdige kapitaalvernietiging tegen te gaan, dienen gebouwen zo ontworpen te worden dat ze in de loop der jaren aangepast kunnen worden aan nieuwe bedrijfsprocessen en/of aan nieuwe gebruikers. Denk bijvoorbeeld aan een zware dakconstructie zodat later, bij uitbreidingsbehoefte van het bedrijf, relatief eenvoudig een extra verdieping op het gebouw kan worden geplaatst. Ook als het gaat om de parkeerruimte van een bedrijf kan nog veel worden bereikt in het stimuleren van meervoudig ruimtegebruik. Zo kan de parkeerfunctie voor een bedrijf overdag worden gecombineerd met parkeren voor andere doeleinden in de avond of in het weekend. Venray heeft in haar collegeprogramma de ambitie uitgesproken duurzaam bouwen te willen stimuleren en in de gemeentelijke Woonvisie (2007) is vastgelegd dat we in de periode tot 2017 minimaal een energieneutraal woningbouwproject willen uitvoeren. Dit voorbeeldproject moet laten zien hoe energie die gebruikt wordt door de woningen ook door de woningen kan worden geleverd (denk aan zonnepanelen, gebruik van aardwarmte). Ook de manier van omgaan met water kan een belangrijke bijdrage spelen in het verhogen van de duurzaamheid van onze leefomgeving. We zien water als ordenend principe bij de ruimtelijke inrichting en als belangrijk afwegingskader bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven. Om deze ambities te vertalen naar concrete maatregelen zijn wij bezig om de gemeentelijke milieuvisie te actualiseren en het energie- en klimaatbeleid uit te werken. Samen met sleutelpersonen uit bedrijfsleven en intermediairs wordt op dit moment verkend welke maatregelen het meest kansrijk zijn. De zorg voor het milieu en klimaat is tenslotte niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente maar dient ook door de bedrijven zelf (met name de grote energieverbruikers) te worden opgepakt. Uiteraard moet er sprake zijn van een aantoonbare meerwaarde/win-win situatie, anders is er geen draagvlak. Innovatie is hierin het sleutelwoord. Onze rol is uiteraard beperkt, bedrijven zijn zelf aan zet! Wel kunnen en zullen wij informatie en advies geven over milieubesparende voorzieningen, samenwerking- en subsidiemogelijkheden. Ook De gemeentelijke accountmanager bedrijven en de parkmanager spelen hierin een actieve rol. Vaak zijn bedrijven niet op de hoogte van de vrijkomende reststromen van nabijgelegen bedrijven.
31
Venray is kennisintensief
We zullen grote energieverbruikers in Venray in contact brengen met elkaar én met plaatselijke energieproducenten. Daarnaast zullen we bedrijven die zich nieuw willen vestigen of uitbreiden, stimuleren om een duurzaamheidscan uit te voeren. Woon- en leefklimaat Venray zet in op het versterken van de kwaliteit van het woningaanbod. Gezien de nabijheid van stedelijke gebieden zoals Eindhoven/Helmond, Den Bosch en Arnhem-Nijmegen heeft Venray al een gunstige prijs/kwaliteitsverhouding van woningen te bieden. Bovendien is er sprake van een hoog woongenot door voldoende rust en ruimte en het feit dat er nauwelijks files zijn. In de gemeentelijke Woonvisie (2007) heeft Venray 5 majeure projecten onderscheiden. Dat zijn de ontwikkeling van Brabander Aan den Heuvel, de Gouden Leeuw, de Noordwesthoek van het centrum, St. Anna en Brukske. Al deze projecten hebben mogelijk als gevolg dat hierdoor meer hoger opgeleiden aangetrokken worden naar de gemeente Venray wat weer gunstig kan zijn voor de lokale werkgelegenheid en koopkracht. St. Anna is bovendien bij uitstek geschikt voor senioren die graag dichtbij de voorzieningen wonen en tegelijkertijd veel groen, rust en ruimte zoeken. Er is geen vergelijkbaar woonmilieu in de regio. Hiermee speelt St. Anna optimaal in op de opkomende ‘senioreneconomie’. In twee woonwijken is en zal de komende jaren sprake zijn van een ingrijpende herstructurering met als doel verhoging van de leefbaarheid en het woonklimaat. In Veltum wordt momenteel hard gewerkt aan herontwikkeling van het winkelcentrum en omgeving. In Brukske zijn wij bezig met het uitwerken van het Masterplan Brukske. Hierin zal niet alleen het centrale middengebied met winkelcentrum en voorzieningen ingrijpend van karakter veranderen, ook in de woongebieden wordt flink geïnvesteerd. Ook in de Venrayse kerkdorpen speelt een aantal ontwikkelingen op het gebied van leefbaarheid en wonen. Concreet wordt dit uitgewerkt in de dorpsontwikkelplannen (DOP’s). Een project dat nu al loopt is het centrumplan voor Oirlo. Vrijetijdseconomie Venray beschikt al over een hoog voorzieningenniveau als het gaat om winkels, horeca en cultuur. Door de geplande herindeling met Wanssum, Geysteren en Blitterswijck zal ook het toeristisch aanbod sterk verbeteren (ligging aan de Maas, landgoed Geysteren). Deze potenties willen we graag benutten maar dan wel met de nadruk op behoud van het kleinschalige, extensieve karakter. Daarin ligt juist onze kracht; aan intensieve recreatie is er immers al voldoende aanbod in de andere buurgemeenten. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van toerisme en recreatie is neergelegd in de kadernota Toerisme en recreatie uit 2006. De nota bevat twee beleidslijnen die voortkomt uit de typering die het Ontwikkelingsperspectief van Venray geeft, namelijk “Venray is dorp én stad”. De stadse vorm van het toerisme is daarbij gebonden aan het centrum van Venray. Wij streven er naar om het centrum door te ontwikkelen naar een regionaal funshopcentrum en hebben daarbij een drietal doelen voor ogen: meer bezoekers naar het centrum lokken, de verblijfsduur van het bezoek aan het centrum verlengen en de bezoekers bewegen tot een herhalingsbezoek.
32
Venray is kennisintensief
We willen dit doen door de openbare ruimte in het winkelcentrum kwalitatief te verbeteren middels het project “Centrum op de schop”. De werkzaamheden hiervoor zijn inmiddels begonnen. Verder hebben we reclamebeleid geformuleerd en zullen we ons daar waar mogelijk inzetten om de winkelstructuur te verbeteren. Met het project Gouden Leeuw dat in uitvoering is maken we een belangrijke kwaliteitsslag op een sleutellocatie in het centrum. Tenslotte proberen we via het Innovatiefonds Centrum samen met ondernemers projecten te stimuleren die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het Centrum. Een van de mogelijkheden om geld te genereren voor city-marketing is de invoering van een reclamebelasting. De haalbaarheid hiervan wordt dan ook onderzocht. De gelden die hiermee binnen zouden worden gehaald, dienen in elk geval direct ten goede te komen aan activiteiten die de kwaliteit van het centrum verder verbeteren. Verder ontwikkelen wij een visie op de Noordwesthoek van het centrum. Het gebied Blekersveld/de Bleek maakt hiervan deel uit. Wij zien hier op termijn grote kansen voor een herontwikkeling die leidt tot en verdere versterking van het winkelcentrum. In feite is het centrum van Venray dus de plaats waar we grootschalig en intensief toerisme willen bevorderen. Ook het houden van evenementen draagt hieraan bij. Wij willen dan ook initiatieven op dit vlak graag steunen. Met het oog op de ontwikkeling van de detailhandel heeft de gemeente in 2005 de nota “herziening detailhandelsnota” opgesteld. Deze nog steeds actuele nota gaat in op de geschetste ontwikkeling van Venray tot een funshopcentrum. Daarnaast wordt daarin specifiek detailhandelbeleid geformuleerd voor de zogenaamde PDV-branches (doe-het-zelf, meubels, woninginrichting etc.). Dit type van detailhandel wordt geconcentreerd op de Brier. Daarnaast geeft de nota ruimte aan particulier initiatief in de dorpen van Venray. De dorpse vorm van het toerisme vindt plaats in het buitengebied van Venray. Dat deel van Venray is in principe gereserveerd voor de extensieve en meer kleinschalige vormen van recreatie en toerisme. Hierbij moet men denken aan wandel- en fietspaden, kleinschalige overnachtingsmogelijkheden en dagrecreatieve voorzieningen. Op dit gebied zijn of worden een aantal projecten gerealiseerd zoals de wandelroutes rondom de dorpen, de Peelcompagnie en het herstel van de historische Peellimieten. Ook culturele attracties en manifestaties kunnen in dit gebied plaatsvinden. Dit betekent niet dat de bestaande grootschalige voorzieningen in het buitengebied geen ontwikkelingsmogelijkheden meer krijgen. Wij willen deze de mogelijkheid bieden om bedrijfseconomisch verantwoord te kunnen blijven functioneren. Nieuwe grootschalige initiatieven in het buitengebied zullen we echter kritisch beoordelen op hun toegevoegde waarde voor Venray. Belangrijk bij het aantrekken van bezoekers naar Venray is de promotie. Na de liquidatie van de Regio VVV Noord- en Midden-Limburg is er sinds 1-1-2008 een nieuwe regionale promotieorganisatie in Noord-Limburg actief. Deze “Stichting Promotie Noord-Limburg” houdt zich bezig met het verkopen van Noord-Limburg buiten de eigen regio. Positief daarbij is dat het toeristisch bedrijfsleven daarbij een belangrijke rol speelt, zij het dat dit nog niet tot uiting komt in een financiële bijdrage. De Stichting zal in 2008 een strategische toeristische visie op de regio opstellen. Wij zullen samen met de regiogemeenten een actieve rol spelen in het opstellen van deze strategische visie op toerisme en recreatie.
33
Venray is kennisintensief
Als gevolg van de liquidatie van de regio VVV is Venray sinds 1-1-2008 verantwoordelijk voor de eigen VVV-vestiging aan het Henseniusplein. Ook de andere gemeenten met een VVV-kantoor zijn daarvoor nu verantwoordelijk. Om redenen van kostenvoordelen en om de activiteiten van de diverse kantoren op elkaar af te stemmen, hebben wij samen met een aantal van deze gemeenten een beheerstichting (de Stichting Toerisme Noord-Limburg) opgericht die deze vestigingen aanstuurt en exploiteert. De Stichting is gevestigd in de Venrayse VVV-winkel. Het contract met deze Stichting is jaarlijks opzegbaar maar het voorstel is om onze bijdrage t/m 2010 te garanderen. Wij zullen het functioneren van de lokale VVV-winkel daarom in de eerste helft van 2010 evalueren en op basis daarvan komen wij met voorstellen voor het vervolg. Zakelijk toerisme Het zakelijk toerisme is een belangrijk onderdeel van het toerisme in Venray, mede ingegeven door een aantal grote bedrijven in de gemeente en regio die veel zakenreizigers trekken en de ligging aan de A73. Op dit moment zijn in Venray drie hotels gevestigd, en voor zover bekend draaien alle drie hotels goed als het gaat om zakelijke overnachtingen. Evenementen als de Floriade zullen hier naar verwachting nog een extra impuls aan geven. Wij staan dan ook in beginsel positief tegenover toekomstige uitbreiding van hotelaccommodaties, vergadercentra en evenementen- en congresgebouwen.
34
Venray is kennisintensief
5
Beleid en strategieën
5.1 Rol gemeente Het is een illusie om te denken dat je als overheid alles kunt sturen. Het bedrijfsleven bepaalt in grote lijnen zelf waar en wat voor economische ontwikkelingen plaatsvinden. Wel kan de gemeente de juiste voorwaarden scheppen en bijsturen, indien nodig. De gemeente ziet haar rol dan ook vooral als faciliterend en regisserend. Faciliteren, dat houdt in begeleiden en adviseren van initiatiefnemers op gebied van economische ontwikkelingen. Regisseren, dat houdt in duidelijk communiceren wat we wel en wat we niet willen en aan welke regels moet worden voldaan om een ontwikkeling mogelijk te maken. In het verleden lag de nadruk van het economisch beleid van de gemeente wat meer op het aantrekken van nieuwe bedrijven en het aanleggen van bedrijventerreinen en van infrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid. Uit de brede scope van deze visie blijkt al dat economisch beleid breder is dan alleen dit. Ook andere aspecten spelen een rol zoals duurzaamheid, arbeidsmarkt, veiligheid. De belangrijkste instrumenten die de gemeente heeft om de ambities uit deze Economische visie te verwezenlijken zijn: 1.
ruimtelijke ordening en milieubeleid
2.
verkeer en vervoersbeleid
3.
arbeidsmarktbeleid
4.
promotie en acquisitie
5.
regionale samenwerking
In de volgende paragrafen zijn de concrete strategieën en activiteiten op deze terreinen nader uitgewerkt.
5.2 Gedifferentieerde werklocaties Uitgangssituatie Met ruim 300 ha netto bedrijventerrein beschikt Venray voor een gemeente van deze omvang over een relatief groot aanbod aan werklocaties. Ze zijn merendeels gunstig gelegen aan belangrijke toegangs- en doorgangswegen. Vooral langs de A73 wordt hiermee het gezicht van Venray bepaald. Overigens is slechts 40% van de werkgelegenheid in Venray te vinden op een bedrijventerrein (landelijk is dat zelfs slechts 30%). De overige werknemers werken in het centrum van Venray, verspreid in de woonwijken en dorpen en in het buitengebied. Zo zijn er in het buitengebied bijna 700 agrarische bedrijven gevestigd (waarvan 200 in de intensieve veehouderij), en nog eens 80 niet-agrarische bedrijven. Tellen we alle individuele bouwblokken van deze bedrijven bij elkaar op dan hebben we het (bij benadering) over meer dan 700 ha aan ‘bedrijventerrein’ in het buitengebied! Doordat deze verspreid liggen worden ze echter in ruimtelijke zin minder als echte werklocatie ervaren. Ondanks de relatief hoge uitgiftecijfers van de laatste jaren (gemiddeld 8 ha jaarlijks) is de verwachting dat op termijn de behoefte aan bedrijventerreinen zal afnemen. Sectoren die zich van
35
Venray is kennisintensief
oudsher op bedrijventerreinen vestigen, zoals industrie, vertonen slechts een beperkte werkgelegenheidsgroei, als gevolg van toenemende automatisering en verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar lage lonenlanden. Dat de vraag op korte en middellange termijn nog doorgroeit komt vooral door het toenemend ruimtegebruik van bedrijven. Het aantal m² per werknemer neemt in bijna alle sectoren toe, vooral in de logistiek. Waarschijnlijk neemt de groei vanaf 2020 sterk af door de dalende beroepsbevolking. Meer en meer is er sprake van een vervangingsmarkt. Het gaat vooral om bedrijfsverplaatsingen van het ene (oude) naar het andere (nieuwe) bedrijventerrein. De kwaliteit en uitstraling van de locatie wordt een steeds belangrijkere vestigingsfactor. Ook in de agrarische sector vindt een verschuiving plaats. Het totaal aantal bedrijven neemt af maar tegelijkertijd vindt er bij de resterende bedrijven een proces van schaalvergroting en industrialisatie plaats. Steeds vaker vinden bij de primaire sector ook al de eerste bewerkingen van het product plaats en speelt de logistiek een belangrijke rol. Een echte kantorenlocatie heeft Venray (nog) niet. Voor een deel vervult Keizersveld deze rol, en ook de Hulst II zal voor een deel worden gevuld met kantoren. Met name in het deelgebied van de Hulst II pal aan de A73 waar eerder het project “Science Link” was geprojecteerd, is de ontwikkeling van hoogwaarde kantoren en kennisintensieve bedrijven voorzien. Toch heeft Venray geen kantorenimago. Venray heeft nu met 40.000 m² een bescheiden omvang aan kantoorruimte. Gemiddeld zijn over de afgelopen jaren ca. 1.000 m² jaarlijks opgenomen. Maar het leegstandspercentage ligt onder het gemiddelde in Limburg, en de leegstand duurt naar verhouding kort waardoor de vooruitzichten gunstig zijn. Ook binnen de kantorenmarkt bestaat de vraag vooral uit een uitbreiding- en verplaatsingsvraag. Er is veel behoefte aan kleine tot middelgrote panden (tot 750 m²) en naar kantoorverzamelgebouwen. Visie en ambitie Venray beschikt over voldoende en voldoende gevarieerde werklocaties voor bedrijven, nu en in de toekomst. Dit betekent dat er niet alleen maar aandacht moet uitgaan naar de uitgifte van bedrijventerreinen (van verschillende omvang en type), maar dat ook mogelijkheden worden geboden voor werken aan huis, werken in een bedrijfsverzamelgebouw, in een opgeknapt pand uit de bestaande voorraad of in vrijkomende agrarische bebouwing. Zoals eerder aangegeven staat behoud en versterking van de lokaal aanwezige bedrijven voorop. Vooral het midden- en kleinbedrijf is de motor van de lokale economie waarvan de regionale en internationale oriëntatie vaak wordt onderschat. We willen het lokale midden- en kleinbedrijf dan ook de ruimte bieden om te groeien en stimuleren startende bedrijven. Voor nieuwe, grote bedrijven is er voldoende aanbod elders in de regio, vooral binnen Greenport Venlo. Gezien het grote aandeel bedrijfsverplaatsingen binnen de gemeente, van de ene naar de andere werklocatie, moet voorkomen dat er leegstand ontstaat of verpaupering van de oude locatie (uiteraard is dit ook afhankelijk van de ligging en de kwaliteit van de achterblijvende locatie). We kiezen dan ook voor een tweesporenbeleid: enerzijds het bieden van uitbreidingsruimte op de Blakt en de Hulst II en anderzijds het revitaliseren van de bestaande terreinen. Het een kan niet los worden gezien van het ander. Elke nieuwe ontwikkeling zal gepaard moeten gaan met kwaliteitsinvesteringen in het bestaande. Wij onderschrijven hiermee de principes van de SER
36
Venray is kennisintensief
ladder van eerst intensiveren en herstructureren en dan pas uitbreiden. Ons uitgangspunt is ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’. Een samenhangend beleid garandeert dat we de gewenste groei van werkgelegenheid kunnen accommoderen, de juiste (gedifferentieerde) vestigingsmilieus kunnen bieden en de juiste voorwaarden kunnen scheppen voor zorgvuldig ruimtegebruik. Bedrijventerreinen worden vaak erg monofunctioneel benaderd. Vanuit milieuoverwegingen staan ze min of meer los van het overige stedelijke gebied en er is weinig te beleven. Terwijl veel werknemers er een groot deel van de dag doorbrengen en ze tevens onderdeel uitmaken van de leefomgeving van de Venrayse burgers. We achten het dan ook gewenst om bedrijventerreinen (net als de overige werklocaties, zoals het centrum en de dorpscentra) meer onderdeel te laten uitmaken van het stedelijk gebied en de gebruikswaarde en uitstraling te verhogen. Bovenstaande ambities bereiken wij door in te zetten op de volgende maatregelen: segmentering van bedrijventerreinen, herstructurering, revitalisering van de haven in Wanssum, zorgvuldig uitgiftebeleid, inzetten op parkmanagement, bieden van ruimte voor starters en het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied. Deze ambities worden hieronder nader uitgewerkt. Er wordt niet verder ingegaan op de andere belangrijke werklocaties in de gemeente, het centrum en de wijkcentra en dorpen. De ambities voor het centrum zijn al neergelegd in de nota Herziening detailhandelsbeleid en de kadernota Toerisme en recreatie. Voor de wijken en dorpen zijn en worden integrale wijk- en dorpsontwikkelplannen opgesteld waarin ook aandacht is voor economische activiteiten.
5.2.1
Segmentering bedrijventerreinen
Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid van de bedrijventerreinen staan voorop. De vraag naar kwaliteit en representativiteit van gebouwen en de bedrijfsomgeving neemt toe. Overigens is en blijft wel sprake van verschillende kwaliteitsniveaus. Niet elk bedrijventerrein kan namelijk hoogwaardig zijn en dat zou ook niet gewenst zijn. Het grootste deel van de bedrijven wil gewoon een nette, functionele locatie die niet te veel mag kosten. Uit onderzoek van de Stec Groep blijkt dat de vraag naar bedrijventerrein gemiddeld uitgaat naar: •
hoogwaardig terrein: uitstraling pand en omgeving van groot belang > 5 tot 10%, neemt naar verwachting toe naar 15 tot 20%;
•
normaal terrein: uitstraling pand en omgeving moet vooral functioneel zijn en netjes uitzien > 60 tot 70%;
•
laagwaardig terrein: uitstraling pand en omgeving doet er nauwelijks toe, vooral de kosten tellen > 20 tot 25%.
Elk terrein dient een bepaalde basiskwaliteit te hebben om te voorkomen dat er een neerwaartse spiraal ontstaat en revitalisering aan de orde komt. Daarnaast geldt dat er ook binnen een terrein verschillen van kwaliteitsniveau mogelijk zijn. Als inrichtingsprincipes worden gehanteerd: •
het gedeelte nabij de hoofdwegen dient de hoogste ruimtelijke kwaliteit te hebben, naar ‘achteren’ toe neemt deze af;
•
op het gedeelte bij de hoofdwegen komen de kleinere, kantoorachtige bedrijven, naar ‘achteren’ toe neemt de schaalgrootte toe;
•
de lichtste milieucategorieën worden daar gesitueerd waar de aangrenzende gebieden (bijvoorbeeld een woonwijk) het kwetsbaarst zijn.
37
Venray is kennisintensief
We onderscheiden vijf typen van bedrijventerrein: 1.
bedrijven- en kantorenpark: bedoeld voor middelgrote, hoogwaardige bedrijvigheid zoals (lichte) productie en dienstverlening
2.
gemengd bedrijventerrein: bedoeld voor kleinschalige of middelgrote, gemengde bedrijvigheid (productie, reparatie, groothandel)
3.
industrieel-logistiek terrein: bedoeld voor grote industriële en transport- en distributiebedrijven (VAL)
4.
stedelijk dienstenterrein: bedoeld voor kantoren, volumineuze detailhandel en/of leisure voorzieningen
5.
functiespecifiek terrein: specifiek bedoeld voor agrarisch gebonden bedrijvigheid of bedrijven die moeten verplaatsen uit de kerkdorpen
Onderstaande tabel geeft een indeling weer van de bedrijventerreinen van Venray naar type, omvang, gemiddelde kavelgrootte2 en toegelaten milieucategorieën. Het betreft een indeling op hoofdlijnen. Zeker bij de grotere terreinen geldt dat er vaak sprake is van verschillende deelgebieden met een afwijkende functie(s) of uitstraling. Zo bevindt zich bijvoorbeeld op Keizersveld een concentratie van autogerelateerde bedrijvigheid. type terrein Smakterheide (I en II) De Blakt Keizersveld Hulst I Hulst II De Brier Witte Vennen Witte Vennen woonwerk ABT Ysselsteyn Ysselsteyn Gezellenbaan Zuivelfabriek
industrieel-logistiek terrein industrieel-logistiek terrein bedrijven- en kantorenpark gemengd bedrijventerrein bedrijven- en kantorenpark stedelijk dienstenterrein industrieel-logistiek terrein gemengd bedrijventerrein functiespecifiek terrein gemengd bedrijventerrein gemengd bedrijventerrein
omvang (in ha) 170 73 40 19 24 11 27 10 10 3 3
kavel grootte groot groot klein,middel middel middel klein groot klein middel klein klein
milieu categorie 3, 4 3, 4 1, 2, 3, 4 2, 3, 4 1, 2, 3, 4 1, 2, 3.1 3, 4 1, 2 2, 3, 4 1, 2, 3.1 1, 2, 3.1
geluidzoneringsplichtige /risicovolle inrichtingen geluid nee, risicovol ja geluid nee, risicovol ja niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan geluid ja, risicovol nee niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan
In onderstaande tabel is per bedrijventerrein het gewenste kwaliteitsniveau bepaald. Hierbij zijn drie aspecten van belang: -
de functionele kwaliteit of gebruikswaarde (parkeren, voldoende ruimte, veiligheid, parkmanagement);
-
de ruimtelijke kwaliteit of belevingswaarde (zichtbaarheid, beeldkwaliteitplan, zorgvuldige inpassing, representativiteit gebouwen en openbare ruimte, materiaalgebruik);
-
het ontsluitingsniveau/de bereikbaarheid (nabijheid snelweg, overige hoofdwegenstructuur, openbaar vervoer).
2
klein tot 2.500 m², middel 2.500 tot 5.000 m², groot vanaf 5.000 m².
38
Venray is kennisintensief
Smakterheide (I en II) De Blakt Keizersveld Hulst I Hulst II De Brier Witte Vennen Witte Vennen woonwerk ABT Ysselsteyn Ysselsteyn Gezellenbaan Zuivelfabriek
functionele kwaliteit basis hoog zeer hoog basis zeer hoog hoog basis basis basis basis basis
ruimtelijke kwaliteit basis hoog hoog basis zeer hoog hoog basis basis basis basis basis
ontsluiting hoog hoog hoog hoog zeer hoog hoog hoog hoog basis basis hoog
In de tabel staat het gewenste kwaliteitsniveau genoemd, en dit is niet altijd het bestaande niveau. In het geval dat de feitelijke situatie niet overeenkomt met het gewenste ambitieniveau, zal gerichte actie worden ondernomen om de kwaliteit te verhogen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het invoeren van parkmanagement, het opstellen van een beeldkwaliteitsplan, het verbeteren van de infrastructuur of de beveiliging van terreinen.
5.2.2
Herstructurering
Ruimte is schaars. Daarom is het gewenst dat de bestaande terreinen optimaal en zorgvuldig worden benut. Leegstand en/of braakliggende kavels dragen bovendien niet bij aan de kwaliteit van een bedrijventerrein en werken verpaupering in de hand. Voorkomen moet worden dat een negatieve spiraal ontstaat die moeilijk is te doorbreken. Want de kavels zijn vaak in versnipperd eigendom en een integrale aanpak verloopt moeizaam omdat niet elk bedrijf of eigenaar de noodzaak tot verbetering inziet. Om te voorkomen dat er leegstand ontstaat, zal bij elk Venrays bedrijf dat wil verplaatsen allereerst worden nagegaan of er op de huidige locatie niet toch mogelijkheden liggen om de ruimte intensiever te benutten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan stapelen of schakelen van bedrijfsgebouwen, of gemeenschappelijk grondgebruik met andere bedrijven op het bedrijventerrein. Uiteraard moet er wel sprake zijn van een duurzame oplossing én met behoud van kwaliteit. De oudste werkgebieden in Venray zijn de Hulst I en Smakterheide I. Deze terreinen zijn functioneel verouderd maar er is gelukkig nauwelijks sprake van leegstand of braakliggende kavels. Wanneer revitalisering of herstructurering van een bedrijventerrein onontkoombaar is, wil de gemeente Venray een faciliterende rol vervullen. De wensen van de zittende ondernemers staan immers centraal. Revitalisering is vaak een kwestie van lange adem, en de ondernemers moeten vooral zelf willen investeren. Dit neemt niet weg dat we ons ook moeten richten op potentiële kansrijke nieuwe gebruikers. De belangrijkste herstructureringslocaties in Venray zijn de Brier, de Hulst I en Smakterheide I. Voor alle drie terreinen zullen we een revitaliseringsvisie opstellen. Voor de Brier is deze inmiddels in concept gereed. Deze visie gaat uit van verdere transformatie van de Brier naar PDV locatie aansluitend aan het bestaande WoonMax. Voor de Hulst I is het opstellen van een revitaliseringsvisie gepland in 2009 en voor Smakterheide in 2010. De visies zullen tevens als input dienen voor het actualiseren van de bestemmingsplannen voor de terreinen.
39
Venray is kennisintensief
Bij elk te revitaliseren terrein zal de gemeente nagaan welke rol zij heeft. Dit kan zijn een actieve rol door gronden te verwerven of voorzieningen in de openbare ruimte te treffen, maar het kan ook een faciliterende rol zijn door te zorgen dat alle randvoorwaarden ‘kloppen’, bijvoorbeeld een actueel ontwikkelingskader en een snelle en professionele begeleiding van particuliere investeerders. Ook de parkmanager (zie paragraaf 5.5) kan hierin een stimulerende rol vervullen. De herontwikkeling van het BAM terrein op de Hulst I is een goed voorbeeld dat laat zien dat particuliere investeringen kunnen leiden tot een behoorlijke kwaliteitsslag waarvan ook de omliggende bedrijven mee profiteren. Overigens hoeft herstructurering niet te betekenen dat er gebouwen worden gesloopt. Met relatief simpele ingrepen op het vlak van verkeer, parkeren en openbare ruimte kan de uitstraling van een terrein al sterk verbeteren. Bovendien gaat herstructurering niet alleen maar om verbetering van het fysieke deel, maar ook om niet-fysieke aspecten zoals verbetering van het imago en van de veiligheid. Venray zal onderzoeken of de vorming van een herstructureringsfonds een bijdrage kan leveren aan het totstandkomen van herstructureringsprocessen. Dit zal gebeuren in het kader van de opstelling van de nota grondbeleid. En er zal pro-actief worden ingezet op het benutten van de diverse subsidiemogelijkheden van de provincie, het rijk en Europa. Met alleen herstructurering en betere benutting van bestaande terreinen komen we er nog niet. Nieuwe uitbreidingsruimte blijft waarschijnlijk altijd nodig om ook op de lange termijn voldoende gevarieerde terreinen te kunnen aanbieden. Vandaar dat de gemeente zal onderzoeken of het noodzakelijk is om een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen, en zo ja, wanneer en welk type terreinontwikkeling gewenst is. Hiervoor wordt een voorbereidingsstudie uitgevoerd.
5.2.3
Haven Wanssum
Op deze plek willen we expliciet ook het belang van het haven- en industrieterrein (HIT) in Wanssum voor de Venrayse economie benadrukken. Met een omvang van ruim 50 ha betreft het een functiespecifiek bedrijventerrein, specifiek bedoeld voor havengerelateerde bedrijfsactiviteiten. Als overslaghaven is Wanssum op dit moment vooral in gebruik voor twee typen van goederen: •
bulkgoederen zoals zand en grind, cement, vliegas, landbouwproducten en dekaarde. In 2005 ging het om ruim 1 miljoen ton.
•
de overslag van containers en in mindere mate stukgoed. In 2007 bedroeg de containeroverslag 70.000 TEU en naar verwachting blijft deze sterk toenemen.
De haven in Wanssum is één van de drie Maashavens in Noord-Limburg (samen met Gennep en Venlo) en heeft dagelijkse verbindingen met de haven van Rotterdam. Zeker gezien de verwachte toename van het vervoer over de Maas achten wij capaciteitsvergroting van de haven van groot economisch belang, ook voor Venray. Voor de haven in Wanssum zijn dan ook concrete uitbreidings- en herstructuringsplannen in de maak. Deze maken onderdeel uit van de integrale gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Binnen deze gebiedsontwikkeling wordt o.a. de Oude Maasarm gereactiveerd om het waterbergend vermogen van de Maas te verhogen, en staat een nieuwe rondweg gepland om de leefbaarheid in de het dorp Wanssum te verbeteren. Realisatie van de rondweg is ook een harde voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de haven. Op dit moment moet namelijk al het verkeer op de
40
Venray is kennisintensief
provinciale weg N270 dwars door het dorp rijden en dit zorgt voor ernstige verkeershinder. Met de nieuwe rondweg zal tevens de haven en het bedrijventerrein beter kunnen worden ontsloten. Voor de haven zelf is naast het technisch op orde brengen van de bedrijfshaven, een uitbreiding van het Regionaal overslag centrum (ROC) gepland. Naar verwachting kan de haven en het bedrijventerrein met maximaal 10 ha worden uitgebreid. Voorwaarde is wel dat zich er bedrijven vestigen die ook daadwerkelijk watergebonden zijn. Ook hiervoor geldt tenslotte ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’, mede ingegeven door de kwetsbare ligging van de haven in het winterbed van de Maas. De haven is voor Venray van economisch belang, alleen al vanwege de aan- en afvoer van containers naar bedrijven in Venray. Daarbij komt dat er het komende jaar in Noord-Limburg een gemeentelijke herindeling plaats zal vinden waardoor Wanssum inclusief de haven, Geysteren en Blitterswijck zullen worden toegevoegd aan de gemeente Venray. Venray ondersteunt dan ook de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum en neemt hieraan actief deel o.a. door de inbreng van inhoudelijke expertise en een projectleider. Tevens wordt een financiële bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling van de haven uit de grondopbrengsten van de Blakt. Hierbij benadrukken wij dat als randvoorwaarde voor de uitbreiding van de haven geldt dat ook de aanleg van de noordelijke rondweg in Wanssum wordt gerealiseerd. Uitbreiding van de haven, aanliggend bedrijventerrein en de aanleg van de noordelijke rondweg vormen een geheel dat onlosmakelijk met elkaar verbonden is.
5.2.4
Uitgifte
Nieuwe bedrijventerreinen die momenteel worden uitgegeven door de gemeente zijn de Hulst II en De Blakt. Bij de uitgifte van bedrijventerreinen spelen twee factoren een rol: het doorlopen van een heldere, klantvriendelijke procedure en het vinden van de juiste locatie voor een bedrijf, passend bij het economische profiel. Om het uitgifteproces transparant en soepel te kunnen doorlopen, heeft de gemeente een interne taskforce opgericht. Daarnaast is in deze visie de doelstelling verwoord om bij de uitgifte selectiever te zijn op de toegevoegde waarde die een bedrijf levert voor de Venrayse economie. Om die reden zijn uitgiftecriteria opgesteld. Verkoopprocedure Om de afstemming tussen wensen, eisen en randvoorwaarden van gemeente en geïnteresseerde bedrijven zo goed mogelijk te laten verlopen is het gewenst om een duidelijke verkoopprocedure te volgen. Klantvriendelijkheid staat voorop, vandaar dat het op een lichte, efficiënte wijze dient te gebeuren. De gemeentelijke accountmanagers bedrijven fungeren hierbij als centraal aanspreekpunt voor bedrijven. Zij zijn als het ware het ‘ondernemersloket’. De accountmanager bespreekt samen met het bedrijf de wensen en randvoorwaarden. Vervolgens kan een optie voor een aantal maanden worden afgegeven voor een bepaalde kavel. In deze periode heeft het bedrijf de gelegenheid haar plannen verder uit te werken op de beoogde kavel. De accountmanager laat dit plan toetsen binnen de gemeente (denk aan aspecten als verkeer, milieu, architectuur). Bij een positieve uitkomst krijgt het bedrijf een grondaanbieding. Om te voorkomen dat de verkochte kavel vervolgens braak blijft liggen, zal er binnen een jaar na verkoop een bouwaanvraag moeten worden ingediend, en binnen zes maanden na verlening van de bouwvergunning zal moeten worden gestart met de bouw.
41
Venray is kennisintensief
Beoordelingscriteria Er gelden bepaalde randvoorwaarden waaraan bedrijven in principe altijd moeten voldoen (bijvoorbeeld parkeren op eigen terrein). Deze zijn vastgelegd in het bestemmingsplan of in andere beleidsplannen van de gemeente. Daarnaast zijn er aanvullende criteria waarmee een bedrijf pluspunten kan scoren. Op die manier kan beter ingeschat worden of een bedrijf een toegevoegde waarde heeft voor Venray. De gemeente Venray hanteert een beoordelingsmatrix als hulpmiddel en ter onderbouwing van de keuze om een bedrijf wel/niet een kavel aan te bieden. De beoordelingsmatrix is opgenomen in de bijlage. Het belangrijkste aspect hierbij is of het bedrijf past binnen het economisch profiel van een terrein. Met andere woorden, passend binnen de segmentering zoals opgenomen in de voorgaande paragraaf. Andere pluspunten waarmee een bedrijf kan scoren, zijn bijvoorbeeld lokale binding, toegevoegde (hoogwaardige) werkgelegenheid, duurzaam materiaalgebruik enz. Dat betekent bijvoorbeeld dat er op de Blakt vooral grootschalige productie/industriële bedrijvigheid gewenst is en value added logistics. Daarentegen kunnen zich op de Hulst II vooral middelgrote kantoren en bedrijven uit de hoogwaardige kennis- en maakindustrie vestigen. Dit betekent ook dat we zeer terughoudend zullen zijn in het toestaan van bedrijven die niet passen binnen het economische profiel van een terrein. Met deze bedrijven zal worden gezocht naar een alternatieve locatie, binnen of buiten de gemeente. Aspecten die hierbij een rol spelen, zijn bijvoorbeeld de urgentie van een verplaatsing (wordt elders een knelpunt opgelost), is onderzocht of elders op bestaande terreinen geen geschikte locatie is en is er concreet zicht op herinvulling van de oude locatie (om leegstand te voorkomen). Om daarnaast altijd over een actueel overzicht van bedrijfsruimte (kavels en leegstande panden) te beschikken zal een gemeentelijke database worden ontwikkeld waarin ook relevante informatie van makelaars wordt opgenomen. Tevens zal meer worden samengewerkt en informatie uitgewisseld met buurgemeenten over het beschikbaar aanbod ter plekke. Met het acquisitieoverleg ten behoeve van Greenpark Venlo is hiervoor al een eerste stap genomen.
5.2.5
Parkmanagement
Parkmanagement kan een rol spelen in het beheer van de openbare ruimte, bij de beveiliging van een bedrijventerrein en bij het opzetten van collectieve projecten gericht op duurzaamheid en financiële voordelen. Ook kan parkmanagement zorgen voor een grotere verankering van bedrijven binnen een terrein en binnen de gemeente of regio. Al naar gelang de eigendomssituatie is parkmanagement een private verantwoordelijkheid van de ondernemers op een terrein onderling, of een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en ondernemers samen. De gemeente Venray stimuleert de invoering van parkmanagement op alle bedrijventerreinen en kantorenlocaties in Venray. Ook bij de ondernemers leeft dit steeds meer. Inmiddels hebben gemeente en ondernemersverenigingen gezamenlijk een parkmanager aangesteld en is begonnen met het opzetten van een parkmanagement organisatie op de bedrijventerreinen Smakterheide en Keizersveld. De ambitie is om dit op termijn uit te breiden naar alle werklocaties in Venray. Momenteel zijn vier werkgroepen actief: -
verkeer
-
veiligheid
42
Venray is kennisintensief
-
communicatie
-
onderhoud en beheer.
Concrete projecten zijn o.a. het oplossen van de parkeerproblematiek voor vrachtwagens en camerabeveiliging. Voor vier terreinen, naast Smakterheide en Keizersveld ook de Hulst en Witte Vennen, wordt daarnaast een traject doorlopen om een Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijven (KVOb) certificaat te verkrijgen. Ook wordt op deze vier terreinen tweejaarlijks een schouw georganiseerd waarin knelpunten en oplossingen worden besproken. De parkmanager werkt nauw samen met de gemeentelijke accountmanager bedrijven. De parkmanager is als het ware eerste aanspreekpunt voor de bedrijven, terwijl de accountmanager eerste aanspreekpunt is voor de gemeente. De accountmanager draagt tevens zorg ervoor dat bij de nieuwe terreinen die momenteel worden uitgegeven, parkmanagement onderwerp van gesprek is tijdens het uitgifteproces. Een van de uitgiftecriteria (zie de vorige paragraaf) is dat bedrijven moeten aangeven of ze bereid zijn deel te nemen aan parkmanagement.
5.2.6
Ruimte voor starters
Wij willen werken aan huis verder stimuleren. Dit levert niet alleen een bijdrage aan verhoging van de leefbaarheid van een wijk, maar levert ook broedplaatsen op waar startende ondernemers zich kunnen ontwikkelen. In dit geval zijn de ontwikkelmogelijkheden in principe beperkt tot de bestaande (woon-)bebouwing, en de meeste bestemmingsplannen in Venray kennen een regeling hiervoor. Daarnaast worden op een aantal locaties in Venray woonwerkcombinaties gerealiseerd. Voorbeelden zijn de woonwerklocatie Witte Vennen en langs de Stationsweg (op het voormalige BAM terrein). Tenslotte zijn ook werk- en winkelcombinaties mogelijk. Zo zijn er plannen voor herstructurering van het winkelcentrum in Brukske waarbij gedacht wordt aan het realiseren van enkele units voor kleinschalige bedrijven/kantoren. Deze units zijn bedoeld voor (startende) ondernemers uit de wijk zelf. Aan de randen van bedrijventerreinen is ruimte voor verzamelgebouwen voor startende bedrijven en kantoren. Op Keizersveld zijn deze al te vinden, en op de Hulst II zal naar verwachting naast het ROC door het LIOF een bedrijvencentrum worden gerealiseerd. De gemeente Venray ondersteunt dergelijke initiatieven voor startershuisvesting. Hierbij is het zaak om verder te denken dan alleen het bieden van (goedkope) huisvesting en gezamenlijke voorzieningen, maar ook te zorgen voor een stukje begeleiding, het stimuleren van bedrijfsbezoeken en het bij elkaar zetten van de juiste bedrijven zodat synergie kan ontstaan. Een mooi voorbeeld hiervan is de Oelderse Halte in het voormalige stationsgebouw van Oirlo. Hier is door de inzet van een ondernemer een regionaal business center ontstaan voor bedrijven gelieerd aan de agro-food sector. Startersondersteuning is vooral de verantwoordelijkheid van de Kamers van Koophandel en andere intermediairs zoals het LIOF, MKB Limburg enz. Vanuit de gemeente geldt dat ook voor startende ondernemers de accountmanager bedrijven een cruciale rol vervult bij de advisering en begeleiding Daarnaast stimuleert de gemeente Venray de samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt om zodoende starters op weg te helpen.
43
Venray is kennisintensief
5.2.7
Bedrijvigheid in het landelijk gebied
In het buitengebied zijn vooral agrarische bedrijven gevestigd. Een sterke, innovatieve agrarische sector heeft een aantal randvoorwaarden nodig, zoals voldoende toeleveranciers, een goede binding met kennisinstellingen en voldoende milieu- en planologische ruimte voor bedrijfsontwikkelingen. Een goed voorbeeld van het tweede punt is de proefboerderij in Vredepeel. Met name bij het derde punt speelt de gemeentelijke overheid een belangrijke rol, bij het verlenen van milieu- en bouwvergunningen. Milieuwetten worden vooral op rijksniveau bepaald, hierop heeft de gemeente relatief weinig invloed. De gemeente Venray zet dan ook vooral in op het faciliteren van planologische ontwikkelingsruimte. Maar ook hier geldt weer het belangrijke uitgangspunt van het juiste bedrijf op de juiste plek! Sommige gebieden zijn te kwetsbaar om (uitbreiding van) agrarische bedrijvigheid toe te staan, andere lenen zich er juist voor. Zoals eerder aangegeven zetten we wat het type agrarische bedrijvigheid betreft, vooral in op het verder versterken van de al aanwezige vollegronds tuinbouw- en akkerbouwbedrijven en de intensieve veehouderijen. Voor de intensieve veehouderij is met name het reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg kaderstellend. Kenmerkend hiervan is dat de vestiging van nieuwe bedrijven alleen nog in specifieke gebieden mogelijk is, de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). Doel van deze concentratie is kiezen voor de meest duurzame locaties waar bedrijven nog kunnen groeien en geen hinder veroorzaken voor hun omgeving of voor kwetsbare natuur. Door het vestigen en verplaatsen van bedrijven naar LOG’s wordt de ruimtelijke kwaliteit van het hele buitengebied verhoogd. Overigens heeft hergebruik van vrijkomende, duurzame locaties altijd de voorkeur boven nieuwvestiging. De provinciale kaders moeten worden vertaald in gemeentelijke plannen. Zo zijn we momenteel druk bezig met het actualiseren van het bestemmingsplan buitengebied. Gemeente Venray zet zich daarnaast in voor het faciliteren van locaties voor intensieve veehouderij in de landbouwontwikkelingsgebieden. Voor één of twee van deze gebieden nemen wij dan ook het initiatief om gebiedsvisies op te stellen voor de toekomstige inrichting. Dit doen we in samenwerking met onze partners, zoals de LLTB maar ook individuele ondernemers uit het gebied zelf, de provincie Limburg, Dienst landelijk gebied en het Waterschap Peel en Maasvallei. Hierbij is het onze ambitie om verder te kijken dan alleen de intensieve veehouderij maar ook de andere landbouwsectoren in het gebied en de omgeving bij de visie te betrekken. Juist ook omdat o.a. de vollegronds tuinbouwsector van zo groot belang is voor Venray. In gebieden waar de intensieve vormen van landbouw minder voor de hand liggen, zetten wij actief in op verplaatsing van bedrijven die willen groeien, maar waarvoor de huidige locatie ongeschikt is. Ook gaan wij op zoek naar alternatieve economische dragers en stimuleren wij de verbreding van de landbouw: denk aan zorgboerderijen, agrarisch natuurbeheer, recreatief medegebruik, verkoop van streekeigen producten enz. De ruimtelijke kwaliteit is hierbij leidend. Belangrijk kader hiervoor is de nota ‘De ruimte benut’. Daarnaast is een nieuw bestemmingsplan buitengebied in voorbereiding. Hierin zullen wij ook de concrete randvoorwaarden bepalen voor hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (vab’s). In de vorige paragraaf is al aangegeven dat vab’s vaak een ideale vestigingslocatie voor startende bedrijven vormen. Aan de andere kant is het niet de bedoeling dat een starter een goedkoop, leegstand pand in het buitengebied verkiest boven een wat duurder pand op een bedrijventerrein. Bij voorkeur heeft een starter ook een bepaalde binding met (andere bedrijven in) het buitengebied. Een starter zal zich dan ook alleen onder voorwaarden
44
Venray is kennisintensief
mogen vestigen in een vab en zal bovendien een bijdrage moeten leveren aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.
5.3 Verbeteren bereikbaarheid Uitgangssituatie Weg De gemeente Venray is uitstekend bereikbaar via de weg. De belangrijkste bedrijventerreinen (Smakterheide, Keizersveld, Hulst, Blakt) liggen pal aan de A73 die sinds begin 2008 is doorgetrokken tot aan de A2 bij Roermond. De relatie tussen de ontwikkeling van de bedrijventerreinen en de bereikbaarheid via de weg is duidelijk. Sinds de aanleg van het noordelijk deel van de A73 hebben grote internationale bedrijven zich in Venray gevestigd en dit pakte met name gunstig uit voor de aantrekkingskracht van de terreinen Keizersveld en Smakterheide II. De verbinding in westelijke richting met de Regio Eindhoven loopt via een provinciale weg. Met name bij de traverse door Helmond doet zich een knelpunt voor maar ook de doorstroming bij Venray (gedeelte Deurneseweg) zal op termijn in gevaar komen als de capaciteit van de Deurneseweg niet wordt vergroot. Op lokaal niveau is de bereikbaarheid van het centrum en het stedelijk dienstenterrein de Brier een belangrijk aandachtspunt. Spoor/bus Venray ligt met een station aan de spoorlijn Nijmegen-Venlo-Roermond. Het aantal reizigers op deze lijn neemt de laatste tijd gestaag toe. Nadeel is het ontbreken van elektrische stroom op deze lijn waardoor er slechts dieseltreinen kunnen rijden. Verder is de verbinding grotendeels nog enkelspoor. Treinen kunnen elkaar daarom slechts op een beperkt aantal plaatsen passeren hetgeen de capaciteit van het spoor en de reissnelheid nadelig beïnvloedt. Daarnaast is Venray een belangrijk regionaal knooppunt op het gebied van het busvervoer. Water Voor het goederentransport over water speelt de zeer nabijgelegen Maashaven te Wanssum een belangrijke rol. De containerfunctie van deze haven is de afgelopen jaren sterk toegenomen (zie paragraaf 5.3). Veel Venrayse bedrijven maken gebruik van deze transportmodaliteit en dragen hiermee bij aan de “modal shift” (de vervanging van goederenvervoer over de weg door andere vormen van vervoer zoals per schip en over het spoor). Lucht Het vliegveld te Weeze is een sterk groeiende luchthaven die voor “low-cost carrier” Ryanair een belangrijke hub in Europa vormt. Inmiddels worden bijna 40 Europese bestemmingen aangevlogen en maken in 2008 ruim 1 miljoen mensen gebruik van dit vliegveld. Het goederentransport vanaf Weeze is echter nog zeer beperkt. Zodra er mogelijkheden hiervoor ontstaan, zal ook deze functie van de luchthaven worden uitgebreid. Visie en ambitie Een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is naast voldoende aanbod aan werklocaties, een goede bereikbaarheid van deze locaties. Venray wil veilig en bereikbaar zijn en heeft deze ambitie verwoord in het Venray’s Verkeers- en Vervoersplan (VVVP). Als uitwerking van het VVVP is de ‘Visie wegenstructuur en wegcategorisering’ opgesteld waarin voor alle wegen
45
Venray is kennisintensief
in Venray de gewenste functie en werking is beschreven, alsmede maatregelen om eventuele (toekomstige) knelpunten op te lossen. Daarnaast is in de visie opgenomen dat voor wegen op bedrijventerreinen de twee wegfuncties worden onderscheiden, de bedrijvenontsluitingsweg en de bedrijventoegangsweg. Om te bereikbaarheid van de bedrijventerreinen verder te verbeteren, zullen wij in 2009 een systeem voor nummerbewegwijzering van bedrijventerreinen invoeren.
De bedrijvenontsluitingsweg is een tegenhanger van een wijkontsluitingsweg en heeft als doel het bedrijventerrein te ontsluiten op de directe omgeving. Hier is sprake van een maximale snelheid van 50 km/h en gescheiden fietsvoorzieningen. De bedrijventoegangsweg heeft een bredere rijbaan dan een erftoegangsweg maar is wel eveneens 30 km/h gebied en kent geen aparte fietsvoorzieningen.
De aanleg van nieuwe bedrijventerreinen, maar ook de herstructurering van bestaande terreinen kan leiden tot groei van het vracht- en zakelijke verkeer. Verkeersgroei heeft vaak negatieve gevolgen voor de leefbaarheid in de omgeving en voor het milieu (luchtkwaliteit, lawaai, stank). Het is dan ook zaak om te zorgen voor een goede doorstroming van het verkeer, voorkomen van congestie en het verminderen van geluidhinder. Door de ligging aan de A73 is Venray prima ontsloten op het internationale wegennet, vooral in noord-zuidrichting. Venray zet zich daarnaast in op een verbetering van de west-oostverbinding. Dan hebben we het met name over de verbinding naar Eindhoven-Helmond, naar de haven van Wanssum en richting Duitsland (vliegveld Weeze). De N270, de Deurneseweg, zal ook in de toekomst voldoende capaciteit moeten hebben om een goede doorstroming te waarborgen. Daarnaast zetten wij ons in op realisatie van de noordelijke rondweg in Wanssum en een betere ontsluiting van de haven (zie paragraaf 5.3). Ook op lokaal niveau is de bereikbaarheid van Venray over het algemeen goed te noemen. Wel zijn er enkele lokale knelpunten, zoals de Maasheseweg, de Leunseweg en de kruispunten met de Deurneseweg. Zo zullen er de komende jaren maatregelen op de Leunseweg worden genomen om de capaciteit van deze entree van Venray te vergroten. Daarnaast streeft Venray naar een betere bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Voor de spoorlijn Nijmegen-Roermond wordt ingezet op elektrificatie en verdubbeling van het spoor. Wat betreft het busvervoer is de verbinding met het centrum van Venray goed geregeld, maar voor sommige bedrijventerreinen laat de busverbinding te wensen over. Op bedrijventerrein Smakterheide is daarnaast soms sprake van overlast van vrachtwagens die langs de openbare weg worden geparkeerd omdat de chauffeurs moeten wachten dat hun vracht wordt afgehandeld. Het lange wachten of zelfs overnachten geeft veiligheidsproblemen. Momenteel worden diverse oplossingsrichtingen onderzocht zoals een centrale, bewaakte verzorgingsplaats. Een andere vorm om verkeersoverlast te beperken is vervoersmanagement van de bedrijven zelf, bijvoorbeeld vormen van carpooling of minibusjes. In de praktijk komt dit moeilijk van de grond. Venray zal initiatieven van bedrijven met betrekking tot vervoersmanagement ondersteunen. Als laatste belangrijke project kan worden genoemd het opknappen van de stationsomgeving in Oostrum. Venray heeft de ambitie om dit station meer als visitekaartje voor Venray op de kaart te zetten. Het station moet een echt openbaar vervoersknooppunt worden met alle ondersteunende voorzieningen die daar bijhoren. En de relatie tussen het station en het centrum moet versterkt
46
Venray is kennisintensief
worden. Vandaar dat Venray een verkeersstudie zal opstellen voor de herontwikkeling van de stationsomgeving.
5.4 Arbeidsmarkt in balans Inleiding In de voorgaande hoofdstukken zijn al enkele ontwikkelingen genoemd die relevant zijn voor het arbeidsmarktbeleid. Demografische ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening zullen hun impact hebben op de arbeidsmarkt. Ook de keuzes die we als gemeente Venray willen maken ten aanzien van economische speerpunten zijn van belang. Het komen tot een geleidelijke verhoging van het niveau van de werkgelegenheid passende bij de gewenste samenstelling van de regionale bedrijvigheid zal gevolgen hebben voor de (kwalitatieve) vraag naar arbeidskrachten. Ook het aanwijzen van bepaalde sectoren als speerpunt (kennisgeoriënteerde productie, zorgsector) is relevant voor het arbeidsmarktbeleid. Via het arbeidsmarktbeleid moeten we ervoor zorgen dat het aanbod aan arbeidskrachten aansluit bij de (toekomstige) vraag naar arbeidskrachten. Het arbeidsmarktbeleid is er immers op gericht om het geheel van vraag naar en aanbod van betaalde arbeid te beïnvloeden. Ontwikkelingen Aan de aanbodkant: verhogen van de participatiegraad Al sinds een flink aantal jaren wordt er landelijk gezocht naar oplossingen voor de verwachte krimp van de beroepsbevolking. De oplossing wordt vooral gezocht in het verhogen van de zogenaamde participatiegraad. Onder participatiegraad wordt verstaan het aantal werkzame personen van 15 tot 65 jaar binnen de totale bevolking van 15 tot 65 jaar. Uit het recent door het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) gepubliceerde “Arbeidsmarktprognose 2008-2013” blijkt dat de toenemende participatiegraad de daling van de bevolking van 15-65 jaar meer dan compenseert. De toenemende participatiegraad komt vooral voor rekening van vrouwen en ouderen (55plussers). Per saldo leidt dit ertoe dat de omvang van de beroepsbevolking blijft stijgen, alhoewel deze stijging wel afneemt. Om de daling van de bevolking tussen 15-65 te kunnen blijven opvangen, worden landelijk voorstellen ontwikkeld om de participatiegraad te verhogen tot 80%. Op dit moment bedraagt deze participatiegraad in Nederland gemiddeld 68%. Aan de aanbodkant: een betere ketensamenwerking Door de landelijke overheid wordt sterk aangestuurd op een vergaande samenwerking op het terrein van werk en inkomen tussen de meest relevante partners: het CWI, het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en de gemeenten. Het streven is om uiteindelijk te komen tot zoveel mogelijk functies op het terrein van werk en inkomen achter één loket. Het UWV en het CWI hebben al de concrete opdracht om al hun activiteiten op het terrein van reïntegratie en arbeidsbemiddeling te bundelen in één zogenaamd Werkbedrijf. Streefdatum realisatie is 1 januari 2009. Ook de gemeente Venray sluit zich aan bij deze ontwikkeling. De bedoeling is burgers gerichter, beter en sneller te helpen als zij aankloppen met een vraag op het terrein van werk en inkomen. Overigens hoeft de groei naar één loket zich niet te beperken tot de aanbodkant. Ook de vraagkant en de werkgeversbenadering moeten hierbij betrokken worden. Aan de vraagkant: groeiende vraag naar arbeid
47
Venray is kennisintensief
Landelijke ramingen laten zien dat de vraag naar arbeid nog flink zal doorgroeien. In de periode tot 2015 komen er landelijk 600.000 banen bij, terwijl er door pensioen en arbeidsongeschiktheid ook nog eens 2,6 miljoen banen vrijkomen waarvoor mensen nodig zullen zijn. Dit betekent dat er voor het eerst in de geschiedenis minder mensen beschikbaar zijn om te werken dan dat er banen zijn. Ook zullen er door de internationale concurrentie steeds meer verschuivingen plaatsvinden in sectoren en opleidingseisen. Er wordt meer gevraagd van mensen en aanpassingsvermogen wordt steeds belangrijker. Het is ook al duidelijk dat migratie het grote tekort aan arbeid niet oplost. Het aantal mensen dat Nederland en andere Europese landen daarvoor nodig hebben, is daar te groot voor. Het komen tot een hogere participatiegraad zoals hiervoor genoemd is daarom ook hard nodig. Oplossingen worden met name gezocht in het meer mensen aan het werk helpen, het bieden van werkzekerheid en duurzame arbeidsparticipatie (geleidelijk langer doorwerken). Uitgangssituatie Cijfermatig: werkloosheid Kijken we naar het werkloosheidspercentage3 (cijfers eind augustus 2008 van het CWI ZuidoostNederland), dan zien we dat het werkloosheidspercentage binnen de gemeente Venray iets hoger is dan het landelijk werkloosheidspercentage: 5,7% om 5,5%. Ten opzichte van het provinciale percentage doen we het overigens beduidend beter: 5,7% om 7%. Het provinciale percentage wordt vooral negatief beïnvloed door de hoge werkloosheid in Zuid-Limburg (8,2%). Noord- en Midden-Limburg staan er wat dat betreft beduidend beter voor met een werkloosheidspercentage van 5,7%. Kijken we naar onze CWI-regio (Sevenum, Horst a/d Maas, Meerlo-Wanssum, Gennep, Bergen en Venray) dan bedraagt het werkloosheidspercentage maar 4,4%. Conclusie: Op basis van deze cijfers kunnen we concluderen dat we het in onze regio redelijk tot goed doen als we het hebben over de werkloosheid. Dit betekent echter gelijktijdig ook dat de krapte op de arbeidsmarkt zich hier sterk doet voelen. Dit beeld wordt ook bevestigd door de cijfers van het CWI. Cijfermatig: participatiegraad We kunnen in Venray spreken van een relatief hoge participatiegraad (72,3%, cijfer Etil). Ter vergelijking: voor geheel Limburg bedraagt de participatiegraad 66,5% en voor geheel Nederland hebben we het over 68%. Conclusie: We doen het in Venray goed als we het hebben over de participatiegraad. Dit betekent voor Venray ook dat de stap naar de landelijk gewenste participatiegraad van 80% relatief gering is. Helemaal vanzelf zal dit echter ook niet gaan, dus we blijven zoeken naar wegen die bijdragen aan het verhogen van de participatiegraad. Inhoudelijk: lopende projecten op het terrein van arbeidsmarktbeleid Op lokaal niveau zijn een aantal lopende initiatieven dan wel initiatieven in ontwikkeling om enerzijds aan de aanbodkant nog onbenut potentieel aan te boren en anderzijds om aanbod en vraag beter op elkaar afgestemd te krijgen. Daarnaast zijn we ook in de regio Venray aan de slag om te komen tot een efficiëntere en effectievere samenwerking in de keten van werk en inkomen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de grotere projecten.
3 Werkloosheidspercentage: het aantal bij het CWI ingeschreven niet werkende werkzoekenden afgezet tegen de beroepsbevolking.
48
Venray is kennisintensief
Project “Limburg werkt, Limburg leert” (leerwerkloket): Aan dit project wordt deelgenomen door de vier centrumgemeenten in Noord- en Midden-Limburg, de sector onderwijs (Fontys Hogeschool Venlo, Citaverde College, Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Gilde Opleidingen), de samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven COLO, CWI, UWV, provincie Limburg, de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV), MKB Limburg, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), de Kamer van Koophandel en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit project past binnen het streven van de rijksoverheid om “een leven lang leren” te stimuleren, zodat de Nederlandse kenniseconomie kan blijven concurreren. De doelstelling van het project is om: a.
de combinatie van leren en werken te bevorderen (duale trajecten, EVC4)
b.
(integrale en gezamenlijke) werkwijzen te ontwikkelen en te beschrijven
c.
het organiserend vermogen te vergroten door het ontwikkelen van het leerwerkloket
Tot de doelgroep van het project behoren: a.
werkgevers
b.
werkenden
c.
niet-werkenden in de leeftijd van 23 jaar en ouder
Om dit project tot uitvoering te brengen is een projectplan opgesteld dat ook door de gemeente Venray is ondertekend. Jongerenloket/RMC: Hierbij werkt de gemeente Venray samen met de regiogemeenten, het CWI Venray en ROC Gilde Opleidingen. Het streven is om te komen tot een sluitende aanpak ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid. De samenwerking tussen de betrokken partners is gericht op de begeleiding van jongeren (16 tot 23 jaar) behorend tot de doelgroep, in het behalen van tenminste een startkwalificatie en/of op een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Verdere afspraken zijn vastgelegd in het Convenant Jongerenloket, dat op 17 december 2007 is ondertekend. BV Limburg: BV Limburg is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten behorend tot het Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West (NLW), het CWI (Venlo-Venray), het UWV, de verschillende industriële clubs in de regio, de NLW Groep, de LWV en de FNV. Met de BV Limburg wordt een maximale arbeidsparticipatie binnen de provincie Limburg nagestreefd. De BV Limburg dient daarbij een tweeledig doel: 1.
Als gevolg van demografische ontwikkelingen zullen we op termijn te weinig mensen hebben om alle banen te kunnen invullen. Dat wordt nog versterkt door het feit dat werkgevers steeds hogere eisen stellen aan medewerkers.
2.
Een oplossing bieden voor het knelpunt dat steeds meer medewerkers/werklozen door deze hoge eisen moeite hebben met het vinden van een geschikte baan. Het streven is dat niemand straks meer thuis zit met een uitkering.
Binnen de BV Limburg hebben we aan de ene kant het aanbod aan tafel (uitkeringsgerechtigden: UWV, gemeenten; werkzoekenden: CWI; doelgroep Wsw-ers: gemeenten/NLW Groep) en aan de andere kant het aanbod aan werk. Via projecten proberen we aan de ene kant bij werkgevers ruimte te creëren om onze doelgroepen aan het werk te krijgen en aan de andere kant onze doelgroepen beter te kwalificeren voor het gevraagde werk. Werkgevers die deelnemen zijn onder andere de Thuiszorg, DHL Beringe, ND Logistics Venray en Art.com. 4 EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Via EVC-procedures kunnen mensen hun werkervaring omzetten in algemeen erkende diploma’s.
49
Venray is kennisintensief
Door de deelnemende organisaties is een convenant ondertekend. Op dit moment wordt BV Limburg geëvalueerd, waarbij ook de opdracht is meegegeven hoe deze samenwerking het beste definitief geborgd kan worden. Verbetering ketensamenwerking In oktober 2007 is in onze CWI-regio gestart met een pilot ketensamenwerking. In eerste instantie betrof dit een samenwerking tussen het CWI/UWV en de gemeente Venray. Op een later moment zouden ook de andere regiogemeenten aansluiten, hetgeen in februari 2008 ook daadwerkelijk gebeurd is. Zoals onder ontwikkelingen al aangegeven wordt vanuit de landelijke overheid sterk aangestuurd op het komen tot één loket voor werk en inkomen. De pilot is dan ook vooral bedoeld om te kijken hoe we dit in onze regio het beste kunnen organiseren. De pilot wordt in het laatste kwartaal van 2008 geëvalueerd, waarbij er voorstellen voor het vervolg gedaan zullen worden. Zaken die daarbij meegenomen zullen worden zijn de aanstaande herindeling in onze regio, maar ook de vraag of Venray blijft beschikken over een eigen CWI/UWV-vestiging. Landelijk zijn de plannen dat het aantal vestigingen terug moet van ca. 120 naar 100. Of dit ook consequenties heeft voor de huidige vestiging in Venray is op dit moment nog onduidelijk. Visie en ambitie Gezien de hiervoor geschetste ontwikkelingen en uitgangssituatie is het vanuit het arbeidsmarktbeleid gezien vooral zaak om zoveel mogelijk het tot nog toe onbenut potentieel te mobiliseren voor werk: iedereen is nodig. Daarnaast blijft het ook nodig om werkenden dan wel niet-werkenden te blijven kwalificeren (leven lang leren), waarbij aansluiting moet worden gezocht bij onze economische speerpunten en de eerder genoemde economische regionale en lokale ontwikkelingen. Onbenut potentieel mobiliseren Kijken we naar het tot nog toe onbenut potentieel, dan betekenen de geconstateerde relatief lage werkloosheid en de relatief hoge participatiegraad, dat de bestanden met werklozen al behoorlijk afgeroomd zijn en we vooral te maken hebben met burgers met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt, die vaak niet zo heel gemakkelijk te plaatsen zijn. Toch blijft het zaak om ook dit onbenut potentieel zoveel mogelijk te mobiliseren en waar mogelijk deze burgers zo snel mogelijk terug te leiden naar de arbeidsmarkt. Zowel het CWI als het UWV als de gemeenten hebben een scala aan instrumenten tot hun beschikking (wettelijk of anderszins) om deze stap voor de genoemde doelgroepen mogelijk te maken. Werkgevers zijn echter een onontbeerlijke succesfactor om uiteindelijk tot daadwerkelijke plaatsing te komen. Wat we constateren is dat er bij werkgevers vaak een vorm van drempelvrees bestaat om (langdurig) werklozen daadwerkelijk in dienst te nemen. Hoewel deze drempel vaak vanzelf lager wordt naarmate de krapte op de arbeidsmarkt groeit, kan deze drempel vaak ook geslecht worden door een integrale werkgeversbenadering vanuit de gemeente. Hierbij werkt de bedrijfscontactfunctionaris nauw samen met de gemeentelijke jobhunters / reïntegratieconsulenten om vanuit de gebundelde kennis van vraag en aanbod zoveel mogelijk het nog onbenut potentieel te benutten. We willen binnen de gemeente Venray komen tot een integrale werkgeversbenadering om zodoende zoveel mogelijk te profiteren van de binnen de gemeentelijke afdelingen WW en MD aanwezige kennis als het gaat om vraag en aanbod.
50
Venray is kennisintensief
Om ook daadwerkelijk concrete mogelijkheden te creëren voor het onbenut potentieel, willen we ook nog een stap verder gaan door concrete afspraken te maken met nieuw te vestigen bedrijven als het gaat om het dienst nemen van (langdurig) werklozen. Daarnaast willen we ook vergelijkbare afspraken met betrekking tot (regionale) projecten waarin de gemeente Venray participeert en waar kansen liggen voor (langdurig) werklozen. Denk bijvoorbeeld aan de Floriade. Daarbij stellen de partners in de keten van werk en inkomen hun instrumenten ter beschikking om deze plaatsing in de praktijk ook succesvol te laten zijn. De groeiende ketensamenwerking tussen CWI/UWV en gemeenten zal moeten resulteren in een vergaande integrale dienstverlening aan de klant vanuit één loket. Naast de “klant werkzoekenden” hebben we daarbij natuurlijk ook te maken met de “klant werkgever”. We onderzoeken op welke wijze we de “klant werkgever” kunnen betrekken bij de één loket gedachte ten aanzien van de “klant werkzoekenden”. Zoals onder uitgangssituatie verwoordt, participeert de gemeente Venray op dit moment al in een aantal lokale/regionale projecten in de keten van werk en inkomen. De deelname van de gemeente Venray aan deze projecten staat niet ter discussie. Wel wil de gemeente Venray dat de verschillende projecten meer en beter op elkaar afgestemd worden. We streven daarbij na dat de verschillende projecten zoveel mogelijk onder één structuur gebracht worden. Gezien de wens van de rijksoverheid om te komen tot één loket voor werk en inkomen, is het logisch om de voorgestane aansluiting bij dit loket te zoeken. Op dit moment sluit het onderwijs nog onvoldoende aan op de arbeidsmarkt. Daarbij komt ook nog dat er onder jongeren nog sprake is van een relatief hoge uitval. Oftewel, jongeren verlaten hun opleiding zonder startkwalificatie. De gemeentelijke inspanningen ten aanzien van dit onderwerp richten zich tot op heden vooral op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het jongerenloket is hier een voorbeeld van. Als het gaat om de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zijn het in eerste instantie vooral deze sectoren zelf die aan zet zijn. De gemeente heeft, samen met de keten van werk en inkomen, vooral een rol als het gaat om het verhogen van opleidingsniveau van de werkzoekenden (reïntegratie). Bij de eerder genoemde actiepunten komt deze rol overigens al voldoende tot uitdrukking. Mogelijk dat de gemeente wel een ondersteunende/stimulerende rol kan hebben als het gaat om het komen tot een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De gemeente Venray is bereid om indien nodig deze rol in te vullen. Een leven lang leren Een laatste punt waar we hier nog op in willen gaan, is het stimuleren dat bedrijven hun zittend personeel zoveel mogelijk blijven scholen, mede ook in het kader van een leven lang leren, waardoor er weer ruimte ontstaat aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze ruimte hebben we vervolgens weer hard nodig om onze (langdurig) werklozen weer aan het werk te krijgen. Ook hierbij geldt dat dit een punt is dat toch vooral door de werkgevers moet worden opgepakt. Als gemeente kunnen we hier wel een stimulerende rol in vervullen, bijvoorbeeld door samen met andere partners deel te nemen aan projecten die mede dit doel willen bewerkstelligen. Het project leerwerkloket is hier een voorbeeld van.
51
Venray is kennisintensief
De gemeente Venray stimuleert dan ook waar nodig en mogelijk op een actieve wijze de employability binnen bedrijven/organisaties, om zodoende aan de onderkant van de arbeidsmarkt weer kansen te creëren voor (langdurig)werklozen.
52
Venray is kennisintensief
5.5 Promotie en acquisitie Deze paragraaf gaat over promotie en acquisitie van het deelaspect economie, specifiek gericht op de werklocaties (bedrijventerreinen) en de binnenstad. In breder verband (recreatie, cultuur, onderwijs, wonen enz.) kan promotie en acquisitie worden vormgegeven door citymarketing. Op het economisch vlak speelt het aanbod van fysieke werklocaties een bepalende rol; deze vormen de producten, en de bestaande en potentiële bedrijven de doelgroep. Promotie kan worden omschreven als profilering van het Venrayse vestigingsklimaat door de inzet van communicatiemiddelen; acquisitie als het benaderen van bedrijven en instellingen om deze voor vestiging in Venray te interesseren. Promotie en acquisitie hebben nadrukkelijk een verband met het relatiebeheer door de gemeentelijke accountmanagers bedrijven. Deze accountmanagers netwerken actief met het bedrijfsleven en geven invulling aan hun signaalfuncties (communicatie van gemeente naar ondernemer en vice versa). Zodoende belichamen zij de “één loketfunctie” voor bedrijven en bieden het fundament voor promotie en acquisitie. Uiteraard gaat dit relatiebeheer verder dan alleen de werklocaties; ook de bedrijven uit de agro-sector (buitengebied) vallen hier onder. Adequaat relatiebeheer zorgt ervoor dat bedrijven zich blijvend welkom voelen in Venray en stimuleert investeringen. En er zijn geen betere ambassadeurs van de stad als de gevestigde Venrayse ondernemers zelf! Positieve effecten van promotie en acquisitie zijn groei van de directe en indirecte werkgelegenheid, bijdrage aan de grondexploitatie op bedrijventerreinen, verhoging van de afzetbaarheid van bestaand vastgoed, regionale structuurversterking en sterkere ‘branding’ van de stad en haar locaties. Enig realisme is wel op zijn plaats; snelle successen moeten niet worden verwacht; promotie en acquisitie is een kwestie van lange adem. Venray voert een aantal activiteiten uit op het vlak van promotie en acquisitie, zoals vastgelegd het gemeentelijk communicatie-, promotie- en acquisitieplan bedrijven (2001). In dit plan wordt op pragmatische wijze aangegeven hoe beleid op dit vlak kan worden vormgegeven. Deze paragraaf kan worden beschouwd als de opvolger hiervan. Voor promotie en acquisitie is jaarlijks een budget beschikbaar van ruim € 40.000,-. Dit budget wordt onder andere besteed aan advertenties (bijvoorbeeld in Limburg Onderneemt, Zakenpunt, Kamer van Koophandelkrant), relatiegeschenken, promotiemateriaal (zoals brochures), bezoek aan beurzen, deelname aan beurzen en symposia, deelname aan businessclubs (Maas Rijn, Tuinbouw businessclub) en aan promotiefilms. Daarnaast vindt er free publicity en informatievoorziening via de website plaats. Een belangrijk actiepunt op korte termijn is het actualiseren en verbeteren van de gemeentelijke website met betrekking tot economische thema’s. Wij stellen jaarlijks een concreet uitvoeringsplan op voor promotie en acquisitie op economisch gebied. Hierin wordt bepaald op welke activiteiten zal worden ingezet. Dit uitvoeringsplan wordt jaarlijks geëvalueerd. Uiteraard wordt er voldoende flexibiliteit in de besteding van het budget ingebouwd, om te kunnen blijven inspelen op actuele ontwikkelingen. Hierbij wordt afstemming en samenwerking gezocht met de afdeling communicatie, bijvoorbeeld door aan te haken bij andere promotie- en/of communicatie-uitingen van de gemeente.
53
Venray is kennisintensief
Succesvolle promotie en acquisitie komt niet vanzelf. Hiertoe moet aan een aantal organisatorische randvoorwaarden worden voldaan zoals voldoende tijd en capaciteit, intern draagvlak, een klantgerichte houding en continuïteit in de aanpak. Venray kiest dan ook voor continuering van het bestaande beleid met aandacht voor voldoende tijd, capaciteit en budget. De belangrijkste randvoorwaarden zijn: - zorgdragen voor duidelijke inrichtingseisen van de werklocaties - goede dienstverlening door front- en back office - een op PR gerichte instelling van het bestuur - voorkomen van overtrokken verwachtingen (veel resultaat in korte tijd) - flexibel kunnen inzetten van het beschikbare budget. De komende jaren richten we ons met name op de acquisitie van de werklocaties De Hulst II en de Blakt en op de promotie van het centrum zoals in het kader van Centrum op de schop. Ook is er toenemende aandacht voor promotie en acquisitie op regionaal niveau. In de regio vindt op diverse gebieden steeds meer intensievere samenwerking plaats. Zo participeert Venray samen met andere Noord-Limburgse gemeenten in Venlo Greenpark, een hoogwaardig bedrijvenpark dat in 2012 gastheer is van de Floriade. Voor de acquisitie van bedrijven voor Venlo Greenpark neemt Venray een voortrekkersrol in. De wethouder EZ is voorzitter van de stuurgroep acquisitie, en de accountmanager bedrijven voorzitter van de werkgroep acquisitie.
5.6 Regionale samenwerking Het programma van Greenport is in 2006 gepresenteerd. Het programma is uitgewerkt in vier programmalijnen, te weten: Waarde creëren: Economische groei is de belangrijkste motor van Greenport Venlo. Aan de orde is dus hoe het gebied de huidige kracht kan uitbouwen en een vooraanstaande positie op de wereldmarkt kan veroveren en behouden Leren leren: Kennis en kunde is een onmisbare pijler voor het ambitieuze programma van Greenport Venlo. Zonder kennis is economische groei en werkgelegenheid niet mogelijk. Maar hoe ga je die expertise op kundige wijze omvormen tot de complete vraaggestuurde kennis- en innovatie-infrastructuur? Het is kort gezegd een kwestie van leren hoe je kunt leren in Greenport Venlo Quality of Life: Leefbaarheid. Een woord dat door veel partijen gebruikt wordt. Niet vreemd want het heeft, net zoals communicatie', de neiging om nogal veel te betekenen. Greenport Venlo heeft het liever of ‘quality of life'. Dat heeft ook een rijke inhoud maar is zo concreet als wat: gezondheid, een leuke baan, een mooi huis, goed onderwijs voor jezelf en je kinderen en een omgeving met een rijke cultuur en een mooie natuur. Het bourgondische Greenport Venlo heeft al deze voorwaarden voor een goed leven in overvloed. Voor de Greenport-strategie is het van wezenlijk belang om die leefomgeving te koesteren en op een nog hoger plan te brengen. Greenport Venlo moet het permanente en het tijdelijk verblijf in het gebied harmonieus met elkaar verbinden. Basics: Om het hoge ambitieniveau van de drie thema's van Greenport Venlo te kunnen realiseren is een fysiek fundament noodzakelijk. Zoomen we daar op in dan blijkt dat er al veel gebeurt maar dat er ook nog veel te doen is. Projecten en initiatieven zoals de integrale gebiedsontwikkeling Klavertje 4 (met als belangrijke onderdelen de glastuinbouwgebieden Californië en Siberië, Venlo
54
Venray is kennisintensief
Greenpark en bedrijventerrein Tradeport Noord en de uitbreiding van ZON Freshpark), de Floriade, de rail- en bargeterminal en de Innovatoren laten zien dat de fysieke invulling van Greenport Venlo volop in beweging is. Maar ook de aanleg van infrastructuur zoals de recent gereed gekomen A73Zuid, maar ook de A74 zijn van groot belang voor de ontwikkeling van Greenport Venlo. Regio Venlo is vooral actief in de programmalijnen “Basics” en “Quality of life”, waar ondernemers vooral inzetten op de lijn “Waarde creëren” en het onderwijs zich inzet voor “Leren leren”. Afstemming en samenwerking vindt plaats in het “Servicepunt Greenport”, het loket voor Greenport Venlo waarin de verschillende “O’s” hun inzet leveren. Gezien het belang van deze ontwikkeling voor de regio en daarmee ook voor Venray zal de gemeente actief hierin blijven participeren en de ambtelijke inzet in de Regio Venlo verhogen.
55
Venray is kennisintensief
6
Uitvoeringsprogramma
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van alle lopende en voorgenomen gemeentelijke activiteiten en projecten die in het voorgaande hoofdstuk zijn beschreven. Voor een deel zijn deze zaken reeds in bestaande planningen opgenomen. Voor zover dat niet is gebeurd, zullen deze activiteiten worden uitgewerkt en vervolgens via aparte voorstellen met alle financiële en personele consequenties aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Om het beleid daadwerkelijk tot een succes te maken, is daarnaast goede communicatie en afstemming nodig: tussen gemeente en bedrijfsleven en intermediairs (zoals de parkmanager, ondernemersverenigingen) maar ook tussen gemeente en andere bestuurslagen in de regio, en binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Draagvlak bij alle partijen is essentieel. We nemen het initiatief om samenwerkingsrelaties aan te gaan en/of verder uit te bouwen met het bedrijfsleven en met omliggende gemeenten. In dit vervolgtraject is een rol denkbaar voor de pooltafel die recent ten behoeve van de opstelling van de Economische visie is opgericht. De gemeente hecht veel waarde aan een actieve rol van het bedrijfsleven en intermediairs bij de uitvoering en uitwerking van deze visie. Met deze partners willen we afspreken welke activiteiten moeten worden uitgevoerd en welke rol de gemeente hierin kan en moet spelen en welke rol de partners spelen. Venray nodigt daarnaast alle partners uit om projecten aan te dragen die bijdragen aan uitvoering van de Economische visie!
Activiteiten
betrokken partijen
planning
gemeente, regio Venlo
vanaf 2009
gemeente, Euregio
vanaf 2009
gemeente, partners
vanaf 2009
Regionale samenwerking Extra capaciteit beschikbaar stellen voor werkzaamheden Regio Venlo Extra capaciteit beschikbaar stellen voor werkzaamheden Euregio RMN Actieve participatie gebiedsontwikkeling Klavertje 4
Klavertje 4 Bedrijventerreinen Aanbieden duurzaamheidsscan aan bedrijven
gemeente, bedrijfsleven
2009-2012
Opstellen revitaliseringsvisie voor De Brier
gemeente, bedrijfsleven
loopt
Opstellen revitaliseringsvisie voor Hulst I
gemeente, bedrijfsleven
2009
Opstellen revitaliseringsvisie voor Smakterheide I
gemeente, parkmanager,
2010
bedrijfsleven Jaarlijkse schouw per bedrijventerrein
gemeente, parkmanager,
Vanaf 2009
bedrijfsleven Uitbreiding parkmanagement naar alle
Stichting Parkmanagement
loopt
Voorbereidingsstudie nieuw bedrijventerrein
gemeente
loopt
Draagvlakonderzoek bij ondernemers op
gemeente
2009
bedrijventerreinen
bedrijventerreinen naar invoering wettelijk instrument ter financiering van collectieve
56
Venray is kennisintensief
voorzieningen Onderzoek oprichting herstructureringsfonds
gemeente
2009
Ontwikkelen database leegstand bestaande
gemeente, makelaars,
vanaf 2009
bedrijfsruimte
parkmanager
Deelname Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum
gemeenten, provincie, rijk
loopt
gemeente, ondernemers
loopt
Centrum Uitvoering project Centrum op de schop
en bewoners Invoering reclamebelasting centrum
gemeente,
2009
centrumondernemers Evaluatie functioneren lokale VVV
gemeente
2010
gemeente, kernpartners
loopt
Wijken en dorpen Opstellen economische bouwsteen DOP’s en WOP’s
gebiedsgericht werken Buitengebied Opstellen gebiedsvisies LOG’s
gemeente, LLTB, agrariërs,
2009
provincie, DLG Opstellen bestemmingsplan buitengebied en
gemeente
loopt
gemeente, provincie,
loopt
randvoorwaarden hergebruik vab’s Verkeer en vervoer Opstellen visie stationsomgeving
Veolia, Prorail, NS Poort Invoeren bewegwijzering bedrijventerreinen
gemeente, parkmanager
2009
Realiseren één loket t.a.v. arbeidsmarkt
gemeente, CWI/UWV
vanaf 2009
Afspraken met nieuwe bedrijven t.a.v. plaatsing
gemeente, bedrijfsleven
loopt
Opstellen uitvoeringsplan promotie en acquisitie
gemeente
jaarlijks
Verbeteren informatievoorziening via website
gemeente
2009
gemeente
jaarlijks
Arbeidsmarkt
werklozen. Promotie en acquisitie
Uitvoering economische visie Monitoring Economische Visie
57
Venray is kennisintensief
Bijlage Uitgiftecriteria Hulst II en De Blakt Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘harde’ en ‘zachte’ criteria. Harde criteria zijn criteria waaraan bedrijven in principe altijd aan moeten voldoen. Zachte criteria zijn aanvullende criteria waarmee een bedrijf pluspunten kan scoren. Op die manier kan beter ingeschat worden of een bedrijf een toegevoegde waarde heeft voor Venray. De tabel dient als hulpmiddel bij de keuze om een bedrijf wel/niet een kavel aan te bieden. Harde criteria Economisch
ja
nee
Passend binnen economisch profiel: De Blakt: grootschalige productie/industrie (productontwikkeling, assemblage van producten en/of machines) en logistiek (value added logistics) De Hulst II: kantoren (sales, marketing, helpdesks, shared services), kennis- en maakindustrie (productontwikkeling, assemblage van technologisch hoogwaardige producten en/of machines), ICT, life sciences Minimaal aantal arbeidsplaatsen (vanaf begin en/of groeiverwachting): De Blakt 35 arbeidsplaatsen/ha De Hulst II 45 arbeidsplaatsen/ha Bereidheid deelname parkmanagement organisatie Ruimtelijk Voldoet aan randvoorwaarden bestemmingsplan en evt. beeldkwaliteitplan (zoals minimale/maximale kavelomvang, milieucategorie) Parkeren, laden en lossen op eigen terrein Ruimtelijke kwaliteit op zichtlocaties: groene inpassing, representatieve uitstraling Zachte/Plus criteria Economisch
-/+
+
++
Lokale binding (qua personeel/klanten/afzetmarkt/toeleveranciers) Regionale binding (qua personeel/klanten/afzetmarkt/toeleveranciers) Relaties met bestaande bedrijven op het bedrijventerrein (vanuit clustergedachte) Specifiek voor Hulst II: minimaal 25% van de arbeidsplaatsen op HBO of hoger niveau minimaal 5% van de bedrijfsinvesteringen gaan naar R&D heeft bedrijf relaties met onderwijs en kennisinstellingen Ruimtelijk Passend binnen bestemmingsplan (geen extra procedure nodig) Goede parkeervoorzieningen: capaciteit, situering, veiligheid, uitstraling Uitstraling kantoorruimte: inpandig of op verdieping, situering op terrein Duurzaam materiaal- en energiegebruik Minimaal bebouwd kaveloppervlak 50% (geen reserveruimte) Minimale bouwhoogte 15 m in de middengebieden (logistiek) Geen buitenopslag (niet in het zicht) In geval van verplaatsing binnen Venray: urgentie verplaatsing (wordt elders een ruimtelijk/functioneel knelpunt opgelost) In geval van verplaatsing binnen Venray: geen alternatieve locatie(s) beschikbaar In geval van verplaatsing binnen Venray: concreet zicht op invulling oude locatie
58