ART History
Cultuur van de kerk Van de 11e t/m de 14e eeuw ICT component
ART History
Cultuur van de kerk Van de 11e t/m de 14e eeuw ICT component
Colofon Titel: Cultuur van de kerk in de 11e t/m de 14e eeuw, havo/vwo 1e editie, 1e druk, 2009 ISBN: 978.90.77318.93.5 Auteurs/redactie: Ad van der Borght, Boy Timmermans Grafische vormgeving: Studio Kaap, Arnhem Afbeeldingen omslag: Glas-in-loodraam, middelste westportaal kathedraal Notre-Dame, Reims (Marne), na 1252. Roger van Helmarshausen: Boekband van het evangelie van Helmarshausen, Trier, ca. 1100.
© 2009 Uitgeverij LAMBO bv, Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jo, het Besluit van 20 juli 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. © 2009 c/o Beeldrecht Amsterdam Van werken aangesloten bij een CISAC-organisatie zijn de publicatierechten geregeld met Beeldrecht te Amsterdam.
ART History
INHOUD
Inhoud Inleiding De examenstof Invalshoeken en examenonderdelen Samenvattingen kunstdisciplines Vragen en opdrachten Studiewijzer Index dvd-rom
Cultuur van de kerk 5 7 8 10 16 22 23
Van de 11e t/m de 14e eeuw Inleiding Dit werkboek met dvd-rom vormt een volledig leermiddel om de ontwikkelingen op het gebied van kunst en cultuur in het middeleeuwse West-Europa goed te kunnen begrijpen. Het thema omvat de periode tussen de val van het West-Romeinse Rijk enerzijds en het ontstaan van de Renaissance anderzijds, waarbij de nadruk ligt op de culturele en kunstzinnige ontwikkelingen in de elfde tot en met de veertiende eeuw in West-Europa. De samenvattingen vanaf pagina 10 zijn geschreven vanuit de verschillende kunstdisciplines en worden voorafgegaan door een inleidend cultuurhistorisch gedeelte. Daarmee krijg je een kort overzicht dat samen met de inhoud van het tekstboek een helder beeld oplevert van de cultuur en de kunst in de hoge en late middeleeuwen. Bewegende beelden en muziek kunnen we wel beschrijven, maar zijn beter te begrijpen als je ze echt ervaart. Vandaar dat bij dit examenonderdeel een dvd-rom (en daarvan netwerkversie) is ontwikkeld door Les Images Digitales, waarop tal van interessante fragmenten staan. De vragen in het werkboek en de informatie op de dvd-rom sluiten aan bij, en vormen een verdieping van de informatie in het tekstboek. Op pagina 22 van deze uitgave staat een studiewijzer die een handvat biedt om de uitgebreide stof evenwichtig te verdelen en de nodige studietijd goed te plannen. Op de internetsite www.lambo.nl zijn aanvullende bronnen te vinden.
Sainte-Chapelle, Parijs, 1246.
4
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
5
DE EXAMENSTOF
De examenstof Domein A: Vaardigheden 1. De kandidaat kan: • de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur; • informatie over kunst en cultuur herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven; • bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren; • overeenkomsten en verschillen noemen en beargumenteren met betrekking tot het beschouwingsapparaat bij de vier kunstdisciplines (alleen vwo).
Domein C: Onderwerpen 8. De kandidaat kan de eindtermen van domein A en B toepassen op voorbeelden uit de volgende onderwerpen: • de cultuur van de kerk in de elfde tot en met de veertiende eeuw; • de hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw; • de burgerlijke cultuur van Nederland in de zeventiende eeuw; • de cultuur van Romantiek en Realisme in de negentiende eeuw; • de cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw; • de massacultuur vanaf 1950.
Domein B: Invalshoeken voor reflectie Subdomein B1: Kunst en religie, levensbeschouwing 2. De kandidaat kan aangeven met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken.
Subdomein B2: Kunst en esthetica 3. De kandidaat kan aangeven welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.
Subdomein B3: Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht 4. De kandidaat kan aangeven welke invloed opdrachtgevers en politieke ideeën hebben op de rol en de inhoud van kunst en op de positie van de kunstenaar.
Subdomein B4: Kunst en vermaak 5. De kandidaat kan aangeven hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot het daarbij betrokken publiek.
Subdomein B5: Kunst, wetenschap en techniek 6. De kandidaat kan aangeven hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken.
Subdomein B6: Kunst intercultureel 7. De kandidaat kan aangeven hoe Westerse en niet-Westerse kunst en cultuur elkaar wederzijds beïnvloeden.
6
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
7
DE EXAMENSTOF
DE EXAMENSTOF
Invalshoeken examen en History, Cultuur van de kerk van de 11e t/m de 14e eeuw Accenten binnen het onderwerp: • kerken met bijbehorende beeldende kunstproducten; • liturgie; • religieus drama in en buiten de kerk; • houding van de kerk ten opzichte van dans; • kerkmuziek: ontwikkeling in relatie tot het gregoriaans; meerstemmige mis, motet; • verzamelingen: kerkschatten.
- Technische ontwikkeling: skeletbouw.
Kunst intercultureel - Kruistochten en contacten met Arabieren (hoog beschavingspeil van Arabieren).
Leerboek: Cultuur van de kerk van de 11e t/m de 14e eeuw
pag.
Leer van de kerk
4-5, 9
Kerkelijk verhalen; scholing in handen van de Kerk; Dantes wereldbeeld; heilige drie-eenheid
4-5, 9 27, 40
God als grote constructeur; geometrische orde; de kathedraalbouwers; glas-in-loodramen Liturgische gezangen; geestelijk toneel; gebrandschilderde ramen en muurschilderingen; kerke lijke beelden; altaarstukken; boekomslagen; verluchtingen Beelden in het kerkgebouw ter decoratie en onderwijs; een godsdienst van het woord De natuur als onderdeel van Gods schepping; monsters en fabeldieren; symboliek Originaliteit geen criterium; vakman in plaats van kunstenaar; anoniem in opdracht van de Kerk
17, 42, 54 8, 41-42, 52-53 8, 9-10, 29 11, 12, 13-14, 38, 39-40, 53 10, 11 17 17-18 53 8, 39 41
Scholing in handen van de Kerk; klooster/ kathedraalscholen; eerste universiteiten Opleiding tot vakman in gilden;
9, 38, 49, 50 8, 45 16, 43, 54, 55 8, 10, 12, 31, 40, 36
- Organisatie samenleving: feodaal systeem, opkomst stad. - Verzamelingen: kerkschatten, onder andere relieken, boek (muzieknotatie).
Muzieknotatie; neumen; Guido van Arezzo; polyfonie; dansnotatie Kerk en adel als opdrachtgevers; Scrovegni en Giotto, Tapijt van Bayeux, de hertog van Berry; muziek aan het hof Feodale stelsel; opkomst steden; het middeleeuwse Brugge Relikwieën, rijkelijk versierde kelken, boekomslagen, boekverluchtingen, getijdenboeken etc.
Kunst en vermaak - Liturgisch drama, met inbegrip van kluchtige elementen.
Liturgisch drama, middeleeuws vermaak, mysteriespelen
13-14, 3233
Kunst en religie, levensbeschouwing - Visies op geschiedenis: heilsgeschiedenis (Bijbel) 'begin en eind bekend'. - Bijvoorbeeld: schepping; zondeval; geboorte, leven, sterven en opstanding van Christus; laatste oordeel; Maria. Kunst en esthetica - Schoonheid als openbaring van het goddelijke in licht, glans en kleur, geometrische orde. - Volk levendige voorstelling bijbrengen van godsdienstige verhalen.
- Theorieën voor en tegen het gebruik van beelden. - Natuur als boek vol symbolen (goddelijke werking); natuur en goddelijke liefde. - Originaliteit is geen maatstaf. - Voorbeelden: Suger, Bernardus van Clairvaux, Franciscus van Assisi. Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht - Opleiding: leren in werk-/bouwplaats, klooster-/kathedraalscholen (muziek). - Kunst als ambacht: meester-gezel relatie; beginnende gildenorganisatie. - Ontstaan en ontwikkeling van muzieknotatie. - Opdrachtgevers: kerk, adel, gilden.
8
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
Kunst, wetenschap en techniek - Samenhang kennis, geschiedenis, moraal en geloof (encyclopedisch geheel). - Ontstaan meerstemmigheid.
Kerkelijke ideologie beheerst het leven; De Goddelijke Komedie; wetenschappelijk klimaat Gregoriaanse muziek, meerstemmigheid/ polyfonie, neumen Goddelijke gotiek, architectuur van het licht, skeletbouw; de kathedraalbouwers
4-5, 9-10, 27, 49-50 16, 54-55
Culturele uitwisseling; moorse invloeden; kruistochten en contacten met de Arabische wereld; De Tempeliers; Arabische kennis
6, 20-21, 28-30, 2425, 50-51
8, 41-42, 52-53
6, 7, 44-45, 46-47, 48 5, 22-23, 11, 38, 39 Giotto di Bondone: Bewening van Christus (detail), fresco Scrovegni-kapel, Padua, ca. 1304-1313.
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
9
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
Cultuur van de kerk
lijk opgevoede burgers konden lezen en schrijven, wat een zeldzaamheid was. Ze namen daarom vaak belangrijke posities binnen de maatschappij in. Zo kreeg het christendom grote invloed op de westerse beschaving. Met name de kloosters gesticht door de Benedictijnen, volgers van Benedictus van Nursia, waren succesvol. Ze werden bevolkt door monniken, mannen geleid door een abt, die alle wereldlijke bezit hadden afgezworen. Ze leefden celibatair en hadden hun leven in dienst van God gesteld. Hun kloosters stonden op afgelegen plaatsen ver van de bewoonde wereld. Monniken vulden hun dag met gebed en werk. Het idee was dat hun zuivere leven hun dichter tot God zou brengen en hun gebeden daardoor meer effectief zouden zijn. De kloosters vielen niet onder het gezag van de paus.
Van de 11e t/m de 14e eeuw Toen het Romeinse Rijk ten einde liep, hadden christenen een grote invloed op de maatschappij weten te krijgen. Eeuwenlang was het christendom een verboden godsdienst geweest, maar nadat de Romeinse keizer Constantijn zich had bekeerd tot het christendom konden ze hun geloof openlijk uitdragen. Rond het jaar 500 werd het verzwakte West-Romeinse Rijk onder de voet gelopen door rondzwervende stammen. Die trokken vanuit het oosten Europa binnen en lieten een spoor van vernieling achter. Daarmee begon een periode van volksverhuizingen, oorlog en geweld. Niet alleen werd er materieel veel vernietigd, ook veel kennis ging verloren. Elke menselijke inspanning was gericht op overleven. Voor kunst en cultuur was er daarom geen plaats.
De vroege middeleeuwen en de opkomst van de Kerk Pas rond de achtste eeuw ontstond onder de regering van de Karolingische vorsten enige orde en rust. Monniken en kluizenaars die zich vanuit Italië in Ierland hadden gevestigd, staken over naar het vaste land om de heidenen aldaar te bekeren tot het christendom, wat niet ongevaarlijk bleek. Waar ze echter voet aan de grond kregen, stichtten ze kloosters en kerken. Invallen van Vikingen en Magyaren verstoorden opnieuw de rust in Europa. Die rust keerde pas terug rond het jaar 1000. De Kerk, met de paus aan het hoofd, was inmiddels in het machtsvacuüm gesprongen dat na de val van het Romeinse Rijk was ontstaan, en was de bindende factor geworden in Europa. Belangrijke vorsten lieten zich door de Kerk legitimeren. De middel-
eeuwen kwamen uiteindelijk ten einde toen vanaf de vijftiende eeuw de renaissance, de wedergeboorte van de klassieken, de elite van heel Europa bereikte.
De christelijke leer In het kort kwam de christelijke leer hierop neer: er is slechts één god. Mensen zijn belast met de erfzonde. Christus, de zoon van God, is als mens geboren uit de maagd Maria. Na een leven als prediker geleid te hebben met twaalf apostelen als volgelingen, stierf hij de kruisdood. Daarmee bevrijdde hij de mensheid van de erfzonde. Alleen mensen die gedoopt waren en daarmee christenen waren geworden, konden in de hemel komen. Heidenen en andere ongedoopten hadden geen toegang. Hoewel er in de vroege middeleeuwen nog veel heidense gebruiken leefden, werden die ‘verchristelijkt’. Zo werd het heidense midwinterfeest omgebouwd tot kerstfeest. Het verkleinde bij de bevolking de weerstand tegen de nieuwe godsdienst. Goed en kwaad waren de kernbegrippen in de christelijke leer. Een deugdzaam leven leidde tot het hemels paradijs. In het Laatste Oordeel aan het einde der tijden - de Apocalyps - zou aan iedereen recht worden gedaan. Hoe harder je leven hier op aarde, hoe groter de beloning in het hiernamaals. Een zondig leven leidde tot een onaangenaam verblijf in de hel, een plaats waar je eeuwig gekweld zou worden door duivels en demonen. Als je gezondigd had, was je overigens niet meteen verloren. Zonden kon je afkopen door gebed en boete te doen, zoals een bedevaart maken.
Gebroeders Van Limburg: Processie van paus Gregorius XI in Rome ten tijde van de pestepidemie uit Les Très Riches Heures du duc de Berry, 1413-1416.
De bedevaarten Een bedevaart was een tocht die men vrijwillig of als boetedoening ondernam naar een plaats waar de resten van een heilige werden bewaard: een zogenoemd relikwie. Heiligen waren mensen die voorbeeldig hadden geleefd en/of gestorven waren voor hun geloof. Ze werden daarom bewonderd en na hun dood werden wonderen aan hen toegeschreven. De kerk verklaarde ze daarom heilig. In plaats van de resten van een heilige konden ook heilige voorwerpen als relikwie dienen: een stukje van het kruis waar Christus aan was gestorven, of een fragment van de kleding die aan Maria had toebehoord. Zonder relikwie in het altaar kon er zelfs geen kerk gebouwd worden. Een aantal bedevaartplaatsen werd erg populair. Rome, Jeruzalem en Santiago de Compostella waren (en zijn nog altijd) veelbezochte plaatsen. Op de bedevaartroutes kwamen mensenstromen op gang die beweging brachten in de starre middeleeuwse maatschappij. De economie van de plaatsen langs deze wegen groeide en veel kerken langs de route probeerden ook een belangrijk relikwie te bemachtigen om zo te delen in die welvaart.
De kloosters zelf waren een bron van kennis. Er werden ook allerlei ambachten geleerd. Vooral de daar verbeterde landbouwtechnieken droegen fors bij aan de middeleeuwse welvaart omdat overschotten verhandeld konden worden. Kloosters trokken steeds meer mensen aan en zo groeide de invloed op de maatschappij. Naarmate bezit en macht van de kloosters toenamen, verloren de monniken echter steeds meer de ideeën van hun Benedictus uit het oog. Er ontstonden afscheidingsbewegingen. Zo stichtte Bernardus van Clairvaux de sobere Cisterciënzer orde in een poging terug te keren naar de basisgedachte achter het klooster. Toen ook die erg succesvol en rijk werd, ontstonden er bedelorden die van alle bezit afzagen. De Franciscaner orde, gesticht door Franciscus van Assisi, was zo’n stedelijke bedelorde. Sommige afscheidingsbewegingen weken toch teveel af van de moederkerk en werden tot ‘ketters’ verklaard en vervolgd. Er werden zelfs kruistochten tegen gevoerd.
De kruistochten Paus Urbanus II was de eerste paus die opriep het heilige Jeruzalem te bevrijden. Wie deelnam aan de strijd kreeg kwijtschelding van zijn zonden. De tocht was geen succes. Jeruzalem werd veroverd, maar kon niet
De kloosters
Carcassonne.
10
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
De kloosters waar de Ierse monniken mee begonnen, werden een factor van belang in de ontwikkeling van de middeleeuwse maatschappij. Het waren de spaarzame centra van kennis. Er werd onderwijs gegeven aan geestelijken en aan leken, gewone burgers. Die christe-
In romaanse stijl gebouwde abdijkerk, St. Michael, Hildesheim, 1010-1033.
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
11
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
ontstonden gilden waarin de verschillende ambachten vertegenwoordigd waren en die handel en beroep beschermden. Fraaie stadhuizen en lakenhallen sierden de grotere steden. Vaak stonden er meerdere stenen kerken en mogelijk zelfs een kathedraal: een bisschopskerk. Het dreigen met hel en verdoemenis had minder effect en burgers hadden er een redelijk beschermd bestaan waarin ruimte was voor vermaak en cultuur. De grote angst was brand en ziekte in de nauwe, drukke straten vol houten huizen. Aan het einde van de middeleeuwen braken er verschillende grote pestepidemieën uit die de bevolking van Europa sterk reduceerden en de economie bijna tot stilstand brachten.
Wetenschap en kennis
Westportaal van de St. Trophime in Arles. Christus is zittend op zijn troon centraal afgebeeld met om hem heen de symbolen van de evangelisten Mattheüs (engel), Marcus (leeuw), Lucas (stier) en Johannes (adelaar).
worden vastgehouden. Latere kruistochten mislukten helemaal. Met die tochten kwam wel het besef dat de wereld groter was dan vermoed. Daarnaast kwam veel kennis en cultuur mee terug uit het Midden-Oosten. Ook in Spanje dat onder Moors bewind was, bloeide de cultuur en die vond zijn weg naar het westen.
De adel De grote macht naast de kerk was de adel, een hoge klasse ontstaan uit krijgsheren en ridders. Ze dienden hun heer, de koning. Als tegenprestatie kregen ze een 'leen', een stuk grond in bruikleen. Erfrecht zorgde ervoor dat het leen overging van vader op zoon. De groei van het aantal edelen stopte toen alle grond vergeven was. De adel werd zo een gesloten groep. Alleen via uitzonderlijke verdiensten voor een heer kon iemand de adelstand nog bereiken. Aangezien ridders vochten en zich lang niet altijd christelijk gedroegen, was hun zielenheil regelmatig in gevaar. In plaats van zelf te bidden om vergeving van hun zonden of een moeizame bedevaart te plegen, kochten ze hun zonden vaak af door gebeden te ‘kopen’ bij een klooster. Dat was minder tijdrovend dan een bedevaart of kruistocht. Bovendien waren gebeden van zuiver levende monniken effectiever. Ook liet men wel flinke sommen geld of bezittingen na aan een klooster. Dit om ervoor te zorgen dat de monniken voor het zielenheil van de overledenen zouden bidden. Het was één van de oorzaken voor de groeiende rijkdom van de kloosters. Toen in de late middeleeuwen de macht van de steden, en daarmee van de burgerij, steeds verder toenam, verloor de adel iets van haar dominantie. Ze moest de zeggenschap vaak delen met het stadsbestuur en de gildebesturen.
12
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
Het gewone volk Voor het gewone volk dat niet tot de adel of kerk behoorde was het leven in de vroege middeleeuwen niet te vergelijken met het leven van nu. Ziekten en dood waren altijd dichtbij. Mensen leefden maar kort en dat leven speelde zich grotendeels op dezelfde plaats af. Je stierf waar je geboren was. Er was wat ruilhandel, maar geen geld. Vrijwel niemand kon lezen of schrijven. Mensen uit aangrenzende gebieden kon je nauwelijks verstaan door de verschillende dialecten. Alleen herders kwamen ergens omdat ze met het vee rondtrokken. Wat er aan nieuws was, brachten zij mee. Rampen als slechte oogsten, oorlog, stormen en overstromingen waren de hand van God en een straf voor begane zonden. Niet alle mensen waren vrije mensen. Sommigen waren horige of lijfeigene van een landheer. Je lot was echter door God bepaald en een vast gegeven, waar je je bij neer hoorde te leggen. In het leven dienden de machtigen de zwakken te beschermen en de zwakken dienden hun meerderen te gehoorzamen. Door zo deugdzaam te leven, ging je na je dood naar het hemelse paradijs. Zo niet, dan wachtte je hel en verdoemenis. Om dat laatste ook aan de ongeletterden duidelijk te maken, was dit zichtbaar in vrijwel iedere kerk in de vorm van beeldhouwwerk, schilderingen en glas-in-loodramen. Het valt te begrijpen dat de heersende klasse deze visie wel kon waarderen.
Echte wetenschap - het zoeken naar oorzaak en gevolg - bestond in de vroege middeleeuwen niet. In alles zag men de hand van God. Daaraan twijfelen was ketterij en ketters wachtte de hel. Wat er aan kennis was, kwam uit de kloosters en werd in de kloosterbibliotheken bewaard. In de nabijheid van een bibliotheek was het scriptorium, een ruimte waar gestudeerd, vertaald en gekopieerd werd. Door manuscripten te bestuderen en vertalen, werden technieken en kennis (her-)ontdekt of verbeterd. Verder werden in het scriptorium (een speciale ruimte) boeken gekopieerd en geïllustreerd. Die konden dan met andere kloosters worden geruild tegen andere kopieën van manuscripten om zo de eigen bibliotheek aan te vullen. Helaas werden boeken die volgens de inzichten van toen niet strookten met de
nog altijd hoog boven het stadje uit.
christelijke leer veelal vernietigd. Daarmee verdween veel kennis uit de klassieke oudheid. Pas met de opkomst van de steden ontstond er iets van wetenschap. De kennis meegebracht van bedevaarten en kruistochten vormde de basis. In het MiddenOosten waren veel geschriften bewaard gebleven die hier vernietigd waren. De grotere steden stichtten universiteiten en door de groeiende internationale handel kwam er ook een uitwisseling van wetenschappelijke inzichten en kennis.
Romaanse bouwkunst
Burgers Pas in de hoge en late middeleeuwen kreeg de stadsbevolking meer macht en werd ze zelfbewuster: het werden burgers. De steden groeiden door de toegenomen handel die mogelijk werd door betere landbouwtechnieken. Binnen de stadsmuren was het veel veiliger dan op het platteland. In de steeds machtigere steden
De indrukwekkende gotische Notre-Dame kathedraal in Chartres torent
Kopiist aan het werk.
Omdat het vaak de enige stenen gebouwen waren, zijn uit de vroege en hoge middeleeuwen naast burchten en versterkingen vooral kloosters en kerken overgebleven. Er werd gebouwd in de romaanse stijl. De grondvorm van de kerk was gebaseerd op de Romeinse basilica: een hal die in de lengte in drieën was verdeeld. Later werd deze voorzien van een dwarsschip waardoor een Latijns kruis het grondplan vormde. Er was niet echt sprake van een uniforme romaanse stijl. Per regio waren er grote verschillen. Als regel waren de kerken niet erg groot. De muren droegen het gewelf dat verschillende vormen kon hebben. Ramen waren klein om de muur sterk te houden en instorting te voorkomen. Bovendien fungeerden de kerkjes ook als een soort burcht in geval van een aanval. De kerken waren met het koor naar het oosten (Jeruzalem) gericht en met de ingang naar het westen. Voor ramen en deuren werd vooral de rondboog gebruikt. De kerken langs de belangrijke pelgrimsroutes waren groter, want ze moesten ook de pelgrimstromen opvangen. Ze hadden vaak een kooromgang en straalkapellen aan de apsis. De kerken waren rijkelijk versierd met schilder- en beeldhouwwerk. Er ontstonden ook grote kloostercomplexen zoals dat van Cluny, het moederklooster van de Benedictijnen. In Fontenay bouwde Bernard van Clairvaux zijn Cisterciënzer klooster. Beide kloosters stonden model voor alle andere kloosters van de orde. HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
13
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
SAMENVATTINGEN KUNSTDISCIPLINES
glas-in-loodtechniek werden ook hier Bijbelse voorstellingen weergegeven. Grote decoratieve roosvensters versierden de gevels. In de gotiek ontstonden ook in de welvarende handelssteden wereldlijke gebouwen in gotische stijl zoals stadhuizen, raadhuizen, lakenhallen en soms ook woningen. Alleen in Italië sloeg deze bouwstijl vanwege het klassieke verleden nooit helemaal aan.
De beeldende kunsten
Rechterpaneel van Wilton-diptiek (kunstenaar is onbekend): De maagd Maria met het kind, omringd door elf engelen, ca. 1395.
Gotiek In de late middeleeuwen ontstond het idee dat God het best gesymboliseerd kon worden door licht. Er was ook de behoefte om groter en hoger te bouwen, waarbij de kerk tevens een statussymbool werd voor de stad. Vanuit beide wensen ontstond de gotiek. Voor de gotische bouwstijl was er een nieuwe constructiewijze nodig: de skeletbouw. Een dragend skelet van pijlers droeg de ribben van het kruisribgewelf. Dat gewelf, gebaseerd op de spitsboog, was lichter en sterker dan de romaanse constructies. De zijwaartse druk van dit plafond werd aan de buitenkant van de kerk afgeleid naar de grond via een stelsel van luchtbogen en steunberen. Hierdoor hoefden de wanden niets te dragen en konden ze gevuld worden met grote glazen vensters. In de kerken werden kleine kapellen gebouwd en gefinancierd door rijke burgers. De kerken en vooral de kathedralen, de kerken van de bisschoppen, werden nu kolossale gebouwen. Sommige bereikten gewelfhoogten van meer dan tachtig meter. In Frankrijk en ook in Groot-Brittannië werden allerlei variaties op deze kruisribgewelven bedacht. De sfeer in een kathedraal werd vooral bepaald door het gekleurde licht dat door de grote vensters vol gebrandschilderd glas viel. Met de 14
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
Beelden en schilderingen vormen een niet te scheiden onderdeel van de middeleeuwse kerkgebouwen en zijn vrijwel altijd verbonden met het gebouw. Het doel van de kunst was drieledig: het versierde het gebouw, het was een eerbetoon aan God en het leerde de mensen via de voorstellingen de christelijke leer. Het was op die manier het gebedenboek voor de ongeletterde bevolking. In de middeleeuwen waren de kunstenaars anonieme kloosterlingen. Alle kunst was dan ook religieus. Monniken hadden weinig oog voor het wereldse maar des te meer voor het geestelijke. Hun kunst was dan ook meer symbolisch dan realistisch. Hieruit ontstond een typische beeldtaal vol symbolen en attributen die ons nu vreemd voorkomt, maar die voor een burger uit de middeleeuwen heel leesbaar en duidelijk was. Heiligen waren bijvoorbeeld herkenbaar aan een aureool en een attribuut dat iedereen duidelijk maakte om wie het ging. Ook werden belangrijke heiligen groter afgebeeld dan minder belangrijke figuren. Een belangrijk thema was het Laatste Oordeel dat meestal uitvoerig werd verbeeld in de boogvelden boven de ingang van de kerk. Allerlei heiligen, verbonden aan de kerk of de plaats, werden als portaalbeelden weergegeven naast deze ingangen.
geplaatst. Edelen en welgestelde burgers versierden hun woningen met religieuze en wereldse schilderijen en wandtapijten. In Italië bereikte de frescoschilderkunst een hoogtepunt met Giotto. Hij plaatste zijn ruimtelijke figuren in monumentale, evenwichtige composities en zette daarmee een belangrijke stap in de richting van de renaissance.
De muziek De oudste muziek uit de vroege middeleeuwen werd door mondelinge overdracht geleerd. Er is dus weinig van bekend. Mogelijk heeft oude Joodse religieuze muziek een rol gespeeld bij het ontstaan. Gregoriaans is de benaming voor de oude kerkelijke gezangen. Het zijn eigenlijk gezongen gebeden die a capella werden uitgevoerd door monniken. Het ritme was traag en de slepende melodie ontstond door de lettergrepen van de gezongen woorden. Veel dynamiek was er niet. De doorbraak kwam met de uitvinding van een notatiesysteem door Guido van Arezzo. Hij bedacht de neumen, - een soort noten. Guido noteerde daarmee de muziek in een voorloper van de notenbalk met een sleutel die aangaf op welke toonhoogte je moest beginnen. Daarmee maakte hij het aanleren van de gezangen aanzienlijk eenvoudiger. Als je de noten kon lezen, kon je elk gezang lezen. Het maakte ook het componeren mogelijk, je kon muziek bedenken en meteen opschrijven. In de vroege middeleeuwen was die muziek eenstemmig, maar met de komst van het neumenschrift
In de schilderkunst ontstond het miniatuur, een geschilderde boekverluchting, in de gebeden- en zangboeken. Ook de initiaal, een fraai versierde beginletter van een tekst, kwam veel voor als versiering in de manuscripten. Toen in de gotiek de adel kostbare getijdenboeken liet maken, nam de miniatuurschilderkunst een grote vlucht. De gebroeders Van Limburg maakten van hun getijdenboeken voor de hertog van Berry ware meesterwerken. Met de opkomst van de burgerij en de gilden werd de decoratie van de kerken in de late gotiek steeds meer een zaak van ambachtslieden. Beelden kregen een lossere natuurlijker houding en de plooival volgde het lichaam. Schilders begonnen hun werk te ondertekenen en het realisme nam toe. De uitvinding van de olieverf droeg daaraan bij. Met dit materiaal dat een perfecte detaillering en stofuitdrukking mogelijk maakt, tilden de Vlaamse primitieven de schilderkunst naar een hoog niveau. Ze maakten godsdienstige taferelen waaronder grote altaarstukken. De voorstellingen werden qua aankleding en architectuur wel in de eigen tijd
veranderde dit snel. Er ontstond meerstemmige muziek die in de latere middeleeuwen erg complex werd. Gezangen als een motet konden wel vier stemmen hebben die ieder een eigen tekst zongen en daarbij soms verschillende talen gebruikten. De esthetiek van deze gezangen die overigens erg afwijkt van onze huidige muziek, was vooral gebaseerd op getallen en verhoudingen en niet op ons idee van harmonieus klinkende akkoorden. De meerstemmige muziek mocht destijds dan wel mooi worden gevonden, de religieuze teksten waren niet meer te verstaan. Dat leidde tot afkeuring in sommige kringen. Wereldse muziek was er ook. Vaganten en minstrelen traden op in de straten en op markten en kermissen. Daarvan is weinig over omdat er niet veel werd opgeschreven. De oude instrumenten zijn nog wel bekend. De muziek van de troubadours is beter bewaard gebleven. Troubadours of trouvères waren geletterd en soms van adel. Ze schreven hoofse liederen over liefde en voerden ze zelf uit of lieten ze uitvoeren. Ze noteerden hun muziek. De liederen waren vooral eenstemmig en werden door een instrument begeleid.
Dans en drama De kerk was tegen dans en verbood het. Het deed te veel denken aan de oude heidense rituelen. Bovendien was dans erg lichamelijk en er was geen (religieuze) les uit te trekken. Gedanst werd er natuurlijk wel. Daarvan getuigen verschillende schilderijen. Voor de hofdans, een statige manier van bewegen, maakte de kerk een uitzondering. Straattheater werd uitgevoerd door dezelfde vaganten en minstrelen die de muziek maakten. Deze rondtrekkende kunstenmakers werden met enige achterdocht bekeken door de middeleeuwse burgerij en ze hadden een lage status. Het liturgisch drama kwam voort vanuit de tropen. Tropen waren teksten die toegevoegd waren aan de gebeden van de eredienst. Van hieruit kwam men op het idee om soms teksten, zoals het kerstverhaal, te spelen in plaats van voor te lezen. Er werden scènes aan toegevoegd en zo ontstond het liturgisch drama. Toen dit al te werelds werd en vrouwen er een rol in kregen, werd het verplaatst van de kerk naar het kerkplein. Daar ontwikkelde zich ook het mysteriespel dat allerlei Bijbelse verhalen verbeeldde. Het passiespel, dat het lijden en de dood van Christus verbeeldde, is er een afgeleide van. Het mirakelspel had de zondaar als thema. Door (net) bijtijds van zijn of haar dwalingen terug te keren, werd de ziel door hemelse interventie alsnog gered van een zeker verblijf in de hel. Verder waren er de kluchten die erg populair waren. De kijkers konden zich met de komische situaties identificeren en verkneukelden zich om de domme streken van de hoofdpersonen.
Minstrelen, Heinrich Frauenlob dirigeert zijn orkest, 1315-1340.
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
15
OPDRACHTEN
OPDRACHTEN
Opdrachten Inleiding 1. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > de maatschappij. De hoge middeleeuwen kenden een statische maatschappij waarin niet veel veranderde. Zo zat je gevangen in de sociale klasse waarin je werd geboren. Leg uit om welke religieuze reden dit onder andere het geval was. 2. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > kloosters & monniken. In de middeleeuwen speelden de kloosters een grote rol. Kloosters werden bevolkt door monniken. Leg uit aan de hand van drie kenmerken wat monniken zijn en wat het idee achter hun manier van leven was. 3. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > kloosters & monniken. Kloosters speelden een grote rol bij het verspreiden en het bewaren van kennis, wetenschap en cultuur. Leg dit uit. 4. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > Het Laatste Oordeel. Een van de thema’s die veel gebruikt werden om de boogvelden boven de ingang van de kerk te versieren, was het Laatste Oordeel. Leg uit wat deze voorstelling inhield en wat het doel ervan was in de christelijke heilsgeschiedenis. Betrek de schepping en de verlossing in je antwoord. 5. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > Functie van de kunst. De middeleeuwse schilder- en beeldhouwkunst had drie belangrijke functies. Welke waren dat? 6. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > relikwie. Wat is een relikwie en wat voor functie hadden relikwieën in de middeleeuwen?
16
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
14. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > cartografie. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > realisme en symboliek. Heel lang werd gedacht dat mensen in de middeleeuwen de wereld als plat zagen. Dat komt vooral door ideeën en vooroordelen die in de negentiende eeuw ontstonden over deze periode. Daar zag men de Mappa Mundi (een wereldkaart zoals de Herefordkaart) als een weergave van de wereld. Leg uit waarom dit idee fout was. Geef twee argumenten.
7. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > De pelgrimstochten. Leg uit wat het doel van een pelgrimstocht was en hoe deze tochten de statische structuur van de middeleeuwse maatschappij mede verbraken.
15. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > de honderdjarige oorlog. Leg uit waarom het einde van de Honderdjarige Oorlog eigenlijk rampzalig was voor de economie in Frankrijk en Italië.
8. Bekijk op de dvd > inleiding > hoge middeleeuwen > kloosterorden/Benedictijnen/Cisterciënzers. Er ontstonden voortdurend nieuwe kloosterorden. Zo had je de Benedictijnen, wat later de Cisterciënzers en nog later de Franciscanen. Geef een reden waarom er telkens behoefte ontstond een nieuwe orde te stichten.
16. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > de zwarte dood > gestraft. In het filmfragment uit Mariken verteld de voerman aan Mariken over een uitbraak van de pest. In het gesprek relativeert de voerman het bidden van de mensen als ‘allemaal angst’. Dat strookt niet met de middeleeuwse visie op de zwarte dood. Leg dit uit.
9. De kunst in de middeleeuwen is voor het grootste deel anoniem. Leg uit waarom dat zo is. 10. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > kruistochten. Deelnemen aan een kruistocht was een niet ongevaarlijke onderneming. Wat motiveerde deelnemers aan zo’n kruistocht om toch mee te doen? Noem twee zaken. 11. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > kruistochten/burgers/handel/economie. Hoewel de kruistochten als veldtocht geen succes waren, droegen ze bij tot de culturele ontwikkeling van West-Europa en de opkomst van de steden en de burgers. Leg dit uit voor deze drie zaken. 12. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > kunstenaars. Er zijn duidelijke verschillen tussen de vroegmiddeleeuwse kunstenaars en de laatmiddeleeuwse kunstenaars. Noem drie verschillen. 13. Bekijk op de dvd > inleiding > late middeleeuwen > wetenschap. Noem drie zaken uit de moslimwereld die (vanuit Spanje of via de kruistochten) het Westen hebben bereikt.
Schilderkunst 1. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > inleiding. Kernbegrippen in de christelijke leer zijn goed en kwaad. Bekijk de afbeelding en leg uit wat voor betekenis hier vooral aan werd gehecht. Breng je antwoord in verband met de afbeelding. 2. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > het scriptorium. Raadpleeg eventueel bouwkunst > late middeleeuwen > het kruisribgewelf. Het scriptorium dat je in dit filmfragment ziet heeft een kruisribgewelf. Leg uit waarom het gebruik van een dergelijk gewelf in een scriptorium bijzonder goed van pas komt. 3. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > de Keltische boeken > dia’s. De Keltische kloosters in Ierland werden gesticht door Italiaanse monniken die vanuit Italië het eiland bereikten. Deze monniken brachten de vroegchristelijke tradities uit Italië mee. Daarbij hoorde een zekere huiver voor het afbeelden van mensen. Het deed ze te veel denken aan de heidense keizerbeelden uit het oude Rome die zich tot god lieten verklaren. Het waren deze monniken die de oudste manuscripten schreven in de West-Europese christelijke traditie.
Leg uit hoe de vroegchristelijke visie in deze pagina’s terug te vinden is. 4. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > het scriptorium/boekverluchting. Raadpleeg eventueel ook schilderkunst/late middeleeuwen > getijdenboeken. Middeleeuwse geïllustreerde manuscripten zijn zeldzaam en kostbaar. Ook in de middeleeuwen zelf waren ze erg duur onder andere omdat ze met de hand werden geschreven. Leg aan de hand van nog drie argumenten uit waarom deze boeken zo duur waren. 5. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > het scriptorium/boekverluchting. De middeleeuwse manuscripten werden als regel in hetzelfde lettertype geschreven: een unciaal of de Karolingische minuskel. Geef twee redenen waarom men dat deed. 6. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > boekverluchting > dia’s > Het evangeliarium van abt Wedricus, Johannes de Evangelist, ca. 1147 en het detail van deze afbeelding. Op de afbeelding wordt Johannes weergegeven als evangelist, een van de apostelen, die meegeschreven heeft aan het Nieuwe Testament. Johannes is als schrijver weergegeven. Noem drie zaken waaruit je dat kunt afleiden. 7. Johannes krijgt bij zijn schrijverschap hulp in de vorm van Goddelijke inspiratie. Leg uit hoe de maker dit in de voorstelling heeft verbeeld. 8. Bekijk op de dvd > schilderkunst > hoge middeleeuwen > Het fresco. Veel kerkgewelven en wanden werden versierd met fresco’s. Beschrijf in het kort wat een fresco is en waarom de techniek zo duurzaam is. 9. Bekijk op de dvd > schilderkunst > late middeleeuwen > De gebroeders Van Eyck > dia’s > Het Lam Gods retabel (meerdere dia’s) het totaaloverzicht. Op de afbeelding zie je een altaarstuk van de gebroeders Van Eyck. Bekijk de onderste helft van het altaarstuk. Ondank dat dit uit vijf panelen bestaat, is het toch een eenheid geworden. Leg uit hoe de kunstenaars dit bereikten. Geef twee argumenten.
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
17
OPDRACHTEN
10. Bekijk op de dvd > schilderkunst > late middeleeuwen > De gebroeders Van Eyck > dia’s > Het Lam Gods retabel (meerdere dia’s). In het onderste paneel is het Lam Gods weergeven. Boven het Lam is een hemelse lichtbron weergegeven. Waaruit blijkt dat het hier om symbolisch licht gaat? 11. Bekijk op de dvd > schilderkunst > late middeleeuwen > De gebroeders Van Eyck > dia’s > De madonna van kanselier Nicolas Rolin (meerdere dia’s). Op het schilderij is de opdrachtgever Kanselier Rolin weergegeven samen met een madonna met kind. Waarom zou deze man zich op deze wijze laten afbeelden? 12. Hoek maakten de gebroeders de status van de kanselier duidelijk? 13. Bekijk de details. De gebroeders Van Eyck werkten met olieverf dat technisch veel meer mogelijk maakte dan eerder gebruikte materialen. Noem drie eigenschappen van dit materiaal en geef aan waar in de voorstelling je dit terugziet. 14. Het landschap is weids en het perspectief lijkt te kloppen. Het gebouw lijkt klassiek met zuilen en de anatomie van de figuren lijkt correct. Het schilderij is verder uiterst gedetailleerd. Toch is het middeleeuws. Leg uit waaraan je dat kunt zien. 15. Bekijk op de dvd > schilderkunst > late middeleeuwen > Giotto > dia’s > De Judaskus. In dit fresco, dat deel uitmaakt van een grotere reeks, verbeeldde Giotto di Bondone het verraad van Judas, die Christus aanwijst aan zijn vervolgers door hem te kussen. Giotto suggereerde de dynamiek van een groep agressieve soldaten met eenvoudige middelen. Leg uit hoe de kunstenaar via de compositie de groep en de dynamiek van de groep suggereerde. 16. De kunstenaar richtte de aandacht vooral op de centrale handeling: de Judaskus door die in het midden van de voorstelling te plaatsen. Noem nog vier middelen waarmee hij de aandacht op de Judaskus vestigde. 17. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > reliekhouders > dia’s > reliekschrijn ca. 1175. Je ziet een reliekhouder in de vorm van een arm waar een bovenarmbeen van een heilige in wordt bewaard. Voor een kerk was een reliek een noodzakelijke voorwaarde voor inwijding. Daarbij werd een relikwie ingesloten in het altaar.
18
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
OPDRACHTEN
Leg uit waarom een kerk pas ingewijd kon worden als zij over een reliek beschikte. 18. Niet alle relieken waren even belangrijk. De kerk onderscheidde primaire en secundaire relikwieën. Leg uit wat ze daarmee bedoelden. 19. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > boogvelden > dia’s. Een vast terugkerend thema in de boogvelden of timpanen boven de ingang van kerken was het Laatste Oordeel. Waarom zou men deze voorstelling juist daar geplaatst hebben? 20. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > boogvelden > dia’s > boogveld van de Ste. Foy, Conques. Voor de middeleeuwse gelovigen was het onmiddellijk duidelijk wat voor voorstelling het timpaan bevatte. Leg uit aan de hand van vier aspecten van de voorstelling in het timpaan dat het hier om een Laatste Oordeel gaat. 21. De maker probeerde niet een realistische ruimtelijke weergave te maken, maar koos voor een opstelling in rijen en compartimenten. Waarom zou hij daarvoor gekozen hebben? 22. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > boogvelden > diepe indruk > videofragment. Uiteraard is dit een filmfragment, maar de pelgrims en de andere gelovigen moeten net als Adson in de middeleeuwen diep onder de indruk zijn geweest van het beeldhouwwerk (het portaal in het fragment is in Moissac). Leg uit waarom. 23. Bernardus van Clairvaux was tegen het gebruik van dit soort beelden in de kerk. Hij vond dat het geloof niet op die manier moest worden beleefd. Leg uit wat Bernardus nastreefde in het geloof. 24. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > portaalbeelden > dia’s > portaalbeelden Chartres ca. 1150. Vergelijk deze met: dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > portaalbeelden > dia’s > Reims Portaalbeelden met hanchement 1252-1272. In deze twee afbeeldingen van portaalbeelden zijn drie groepen te onderscheiden die van vorm verschillen en waarin een ontwikkeling te zien is. Beschrijf deze ontwikkeling in drie stappen aan de hand van de vormgeving, kleding en houding en geef aan hoe ze chronologisch geordend moeten zijn.
25. Bekijk op de dvd > beeldhouwkunst > hoge middeleeuwen > Het retabel > dia’s > Tilman Riemenschneider het middenpaneel van het Heiligbloedaltaar en het grotere detail. De voorstelling is van het Laatste Avondmaal. De figuur in het midden is Judas, de apostel die Christus had verraden voor dertig zilverlingen. Judas staat in het midden, waardoor hij benadrukt wordt. Noem nog twee zaken die de nadruk op Judas leggen. 26. Aan dit altaar is duidelijk te zien dat aan het einde van de gotiek er meer belangstelling bestaat voor het individu dan in de periode van het romaans. Leg aan de hand van drie kenmerken van dit altaarstuk. Waarmee maakte de maker duidelijk dat het hier om Christus met zijn apostelen en Judas handelt?
Bouwkunst 1. Bekijk in het algemeen op de dvd de videofragmenten en animaties over de bouwkunst om de volgende vragen te kunnen beantwoorden. 2. Bekijk de kloosters op de dvd > bouwkunst > hoge middeleeuwen > de kloosters > dia’s. Leg uit waarom de locaties waar deze kloosters neergezet zijn aansluit bij de centrale doelstelling van een kloosterorde. 3. Bekijk de kloosters op de dvd > bouwkunst > hoge middeleeuwen > de kloosters > dia’s > de maquette van Cluny. Leg uit waarom een aantal monniken, waaronder Bernardus van Claivaux, Cluny niet meer zagen als een echt klooster. 4. In de kloostercomplexen was het dormitorium, de slaapzaal, vaak dicht bij het kerkgebouw geplaatst. Leg uit waarom. 5. De abt Suger van de Saint Denis was een van de eersten die een revolutionaire bouwkundige vernieuwing doorvoerde toen hij zijn romaanse kerk wilde uitbreiden. Hoewel hij zich vermoedelijk niet bewust was van het feit dat dit het resultaat zou zijn, wilde hij een ander soort kerk dan het romaans. Wat voor kerk wilde Suger en wat was daarbij het motief van de abt?
6. In de late middeleeuwen groeiden de steden en nam hun macht en aanzien toe. Ze werden bestuurd door stadsraden waarin de gilden en de adel zitting hadden. In deze steden werden veel grote kathedralen neergezet, ook als dit aanzienlijke veranderingen en investeringen met zich meebracht. Leg uit wat voor motief een stadbestuur hiervoor had. 7. Bekijk op de dvd > bouwkunst > late middeleeuwen > De Franse bouwkunst > dia’s > Parijs Notre Dame. Je ziet hier de in gotische stijl gebouwde Notre Dame in Parijs. Achter aan de apsis zijn duidelijk luchtbogen te onderscheiden. Leg uit wat hun functie is in het totaal van de constructie van deze kathedraal en betrek dit type constructie bij je antwoord. 8. Bekijk op de dvd > late middeleeuwen > schilderkunst > glas in lood. De constructiewijze van de kathedraal maakte grote vensters mogelijk. Deze werden gevuld met voorstellingen bestaande uit kleine stukken gebrandschilderd glas, gevat in loodstips die weer in grotere metalen of stenen skeletten werden geplaatst. De voorstellingen sloten aan bij het religieuze decoratieschema van de kerk, maar de techniek was ook uit nood geboren. Leg beknopt uit wat brandschilderen inhoudt en waarom deze techniek ook om technische redenen wel werd toegepast. 9. In zekere zin lijken de glas-in-loodvensters op de tegenwoordige strips. Noem twee vormovereenkomsten. 10. De middeleeuwse gelovigen moeten erg onder de indruk zijn geweest van de sfeer die door de gekleurde vensters werd opgeroepen. Geef daarvoor een verklaring. 11. Bekijk op de dvd > bouwkunst > late middeleeuwen > De Franse bouwkunst > dia’s > Amiens de Notre Dame d’Amiens De kathedraal van Amiens is een van de grootste van Frankrijk en werd gebouwd met Chartres als voorbeeld. De bouwers hadden de beschikking over veel middelen, aangezien Amiens een rijke stad was. Zo is de gevel van de kathedraal rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. Naast een roosvenster is een grote beeldengalerij aanwezig. De makers zorgden ervoor dat de beelden aansloten bij de architectuur. Leg uit hoe ze dat deden.
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
19
OPDRACHTEN
12. Bekijk op de dvd > bouwkunst > late middeleeuwen > De Franse bouwkunst > dia’s > Amiens de Notre Dame d’Amiens, het labyrint. Bekijk op de dvd > bouwkunst > late middeleeuwen > De bouwloge > de link ‘nog al wat verschillen’. Op de vloer van de kathedraal van Amiens is, net als in sommige andere kathedralen, een labyrint aangebracht. Volgens een theorie zou het een eerbetoon zijn aan de bouwmeesters. Een van de grote architecten uit de mythologie, Daedalos, bouwde namelijk een labyrint op Kreta, waarin een mythologisch monster, de minotaurus, gevangen werd gehouden. Het labyrint zou hier een verwijzing naar zijn. Volgens een andere theorie verbeeldde het labyrint het smalle, moeilijke pad dat de gelovigen moeten bewandelen om het hemelrijk te bereiken. Welke theorie is volgens jou de meest waarschijnlijke? Geef twee argumenten bij je antwoord. 13. Het was voor sommigen een angstige ervaring als ze voor het eerst een kathedraal betraden. Ook de bouwers hadden soms aarzelingen als ze betimmeringen en steunberen weghaalden. Geef hiervoor een tweetal redenen. 14. Hoewel de kathedralen als een geheel ogen, blijkt bij nadere inspectie dat er erg veel verschillen zijn tussen gelijke onderdelen zoals de vorm van luchtbogen en steunberen. Geef twee verklaringen voor dit verschijnsel. 15. Bekijk op de dvd > bouwkunst > late middeleeuwen > Ste. Chapelle. De wanden van deze kerk worden wel omschreven als: ‘een gordijn van glas’. De grote ramen in deze kerk zijn kenmerkend voor de stijl van de gotiek. Geef nog drie zaken waaraan je kunt zien dat deze kerk inderdaad tot de stijlperiode van de gotiek hoort. 16. ‘De kathedraal is een Hemelse stad. Het gewelf is de hemel.’ Noem twee zaken uit de video die deze visie ondersteunen.
Muziek 1. Bekijk op de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > inleiding. De eerste kerkmuziek zijn gezongen gebeden. Geef een verklaring waarom deze werden gezongen. 2. Bekijk op de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > inleiding. Op de achtergrond hoor je monniken gregoriaanse muziek zingen. Noem vier kenmerken op van gregoriaanse muziek.
20
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
OPDRACHTEN
3. Beluister op de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > mondelinge overdracht. De tekst van de gezongen gebeden stond op schrift. De muziek werd in de vroege middeleeuwen echter door mondelinge overdracht aangeleerd. Noem twee praktische bezwaren tegen deze methode. 4. Beluister en bekijk de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > Guido van Arezzo en solmisatie. Leg het belang uit van Guido van Arezzo. Noem daarbij twee zaken en betrek het begrip neumen hierbij. 5. Veel muziek is bewaard gebleven omdat ze zorgvuldig in neumen genoteerd werd in koorboeken. Die boeken zijn niet altijd heel dik maar wel erg groot van afmetingen. Geef daarvoor een verklaring. 6. Beluister en bekijk de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > de misdienst. Leg uit wat het proprium en het ordinarium betekenen in deze dienst. 7. Beluister en bekijk de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > sfeermuziek. Bekijk het videofragment. Vind je dat de monnik gelijk heeft met zijn kritiek op gregoriaans als sfeermuziek of de mix met popmuziek? Geef een argument bij je antwoord. 8. Beluister en bekijk de dvd > muziek > hoge middeleeuwen > de vroege en de vrije polyfonie. Leg uit aan de hand van twee argumenten dat voor het uitvoeren van meerstemmige muziek, met name de vrije polyfonie, een muzikaal notatiesysteem een voorwaarde is. 9. Beluister en bekijk de dvd > muziek > late middeleeuwen > de minstrelen. Minstrelen hadden een lage status in de middeleeuwse maatschappij en werden met wantrouwen bekeken door de burgers en de autoriteiten. Leg uit waarom er zowel vanuit economisch, politiek als maatschappelijk aspect op ze neergekeken werd. 10. Beluister en bekijk de dvd > muziek > late middeleeuwen > de wereldlijke muziek. Hoewel de muziek aantrekkelijk klinkt, is het helemaal niet zeker dat deze dansmuziek ook werkelijk zo gespeeld werd in de middeleeuwen. Leg uit waarom niet. Geef twee redenen.
11. De liederen en de muziek van troubadours zijn beter bewaard gebleven dan de muziek van de minstrelen. Geef hiervoor een verklaring. 12. Beluister en bekijk de dvd > muziek > late middeleeuwen > het motet. Het lied dat je daar hoort is werelds van karakter, hoewel de tekst van de tenor of cantus firmus uit de Bijbel komt (Genesis). De hoofdpersoon beklaagt zich bij God over het feit dat de geliefde onbereikbaar is, maar dat het door eigen schuld komt en klagen dus geen zin heeft. Leg uit wat in de meerstemmige muziek een cantus firmus is.
6. In de volksverhalen kan de duivel wel de gedaante van een mens aannemen, maar ergens is altijd aan een teken te zien dat hij de duivel is. Hoe krijgt dat vorm in de rol van Moenen? 7. Bekijk op de dvd > dans&drama > de klucht. De locatie waar de klucht gespeeld wordt, sluit goed aan bij de gangbare praktijk in de middeleeuwen. Leg dit uit en betrek er de middeleeuwse theaterlocaties bij. 8. Kluchten waren populair bij de bevolking. Geef drie redenen voor deze populariteit.
Theater 1. Bekijk op de dvd > dans&drama > inleiding. Je ziet in het fragment een (moderne visie op een) narrendans. De dood speelt er een rol in in de vorm van de middelste nar die een masker draagt. Ook in veel religieuze middeleeuwse stukken speelt de dood een rol. Waarom zou dat zijn? Leg je antwoord uit. 2. Met narren en zeker met dans had de kerk weinig op. Leg uit waarom de kerk niet veel van dans moest hebben. 3. Bekijk op de dvd > dans&drama > het liturgisch drama. Al vroeg breidde men de teksten van de eredienst uit met tropen en sequenties. Dat was ter opluistering. Het videofragment is een Planctus Mariae: een klaaglied van Maria, die lijdt bij het zien van haar gestorven zoon. Dergelijke klaagliederen waren al een traditie bij het overlijden van belangrijke personen. Wat zou naast verfraaiing van de liturgie nog een doel zijn geweest om dit planctus op te voeren in de eredienst? 4. Bekijk op de dvd > dans&drama > het mirakelspel. Het fragment komt uit een film over Mariken van Nieumeghen. Volgens een legende verkocht ze haar ziel aan de duivel, Moenen. Het spel berustte op een oud volksverhaal. In die verhalen kwam het verkopen van je ziel aan de duivel regelmatig voor. Het volksverhaal had natuurlijk een kern van waarheid. Mensen verkochten hun ziel aan de duivel om macht, kennis of rijkdom te vergaren in figuurlijke zin. Leg dit uit. 5. In het fragment zie je Mariken als ze het straattheater tegenkomt waarin Moenen de rol van de duivel speelt. Waarmee wordt duidelijk gemaakt dat hij de duivel speelt?
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
21
INDEX DVD-ROM
STUDIEWIJZER
Studiewijzer Opdracht/stof Onderdelen omschrijving 1.Inleiding
3. Reizen
Zelfstandig leren
SLU
Kenismaking met onderwerp, mogelijk- 3 De middeleeuwse samenleving, Introductie over middeleeuwse cul- heden voor verwerking leerstof. Invloed van de kerk. tuur. Film: ‘De naam van de roos’. Vervolging, Kruistochten, Feolale stelsel, Mode, Economische bloei, De pest, Hoge middeleeuwen, Vakmanschap.
2. De Kerk
Klassikale momenten
Index dvd-rom
Presentaties
2 Bestuderen hoofdstuk 1: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
Introductie Christendom als staatsgodsdienst, De macht van het beeld, hoofdstuk 2. Kerk en toneel, Dans, Gregoriaanse muziek, De kerk Presentaties en het bovennatuurlijke.
2 Bestuderen hoofdstuk 2: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
Introductie Kruistochten, Pelgrimages, hoofdstuk 3. Handelsreizen, Kerkschatten en relikwieën, De reis van Sint Brandaan, Dantes 'Goddelijke Comedie,' Culturele uitwisseling, Presentaties Tapijt van Bayeux.
2 Bestuderen hoofdstuk 3: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
4. Vermaak
Middeleeuws vermaak, Abele spelen, Sotternieën, Hofdans en volksvermaak.
Introductie hoofdstuk 4. Presentaties
1 Bestuderen hoofdstuk 4: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
5. Kloosters
Introductie Her kloosterwezen, Monnikenwerk, Goddelijk licht hoofdstuk 5. Presentaties in kloosters.
1 Bestuderen hoofdstuk 5: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
Introductie De middeleeuwse stad, hoofdstuk 6. Het middeleeuwse Brugge, Rederijkers en stadsmuzikanten. Presentaties
1 Bestuderen hoofdstuk 6: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
Introductie 7. Wetenschap Wetenschappelijk klimaat, hoofdstuk 7. Arabische kennis, Kathedraalbouwers, Polyfonie. Presentaties
2 Bestuderen hoofdstuk 7: tekst, dvd-rom, bronnen onderzoeken, uitwerken van opdrachten in groepjes, analyseren, verbanden leggen: standpunt weergeven in subgroepen.
6. De Stad
Afsluiting en evaluatie.
22
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
De dvd-rom over de Cultuur van de kerk in de 11e t/m de 14e eeuw gaat over het romaans en de gotiek in de hoge en late middeleeuwen. Na inleidingen over die stijlperioden geeft de dvd-rom een beeld van de ontwikkelingen per discipline: schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst, en dans en drama.
Inleiding Romaans De maatschappij De adel - Het feodale stelsel De kerkelijke leer - Het Laatste Oordeel De kloosters - De monniken - De kennis De paus - De kloosterorden - De Benedictijner orde - De Cisterciënzer orde - De ketters - De corruptie De pelgrimstochten - Het relikwie Functie van de kunst Inleiding Gotiek De kruistochten De handel - De economie De steden De burgers De gilden De kunstenaars De bedelorden De wetenschap - De kathedraal - De cartografie Italië De Honderdjarige Oorlog De zwarte dood - De straf van God
Schilderkunst Romaans Symboliek en realisme Het scriptorium - De Keltische boeken Boekverluchting Fresco Het tapijt van Bayeux Schilderkunst Gotiek Het realisme Het historisch besef De ruimte-uitbeelding De internationale stijl Getijdenboeken - De gebroeders Van Limburg Glas-in-lood - Chartres Het altaarstuk De Vlaamse Primitieven - Tempera - De olieverf - De gebroeders Van Eyck - Jeroen Bosch De boekdrukkunst Italië - Giotto di Bondone Beeldhouwkunst Romaans De Bijbel in steen Het boogveld Decoratie - De kapitelen Reliekhouders
Beeldhouwkunst Gotiek De boogvelden - De portaalbeelden Het lijden Houtsnijwerk - Het retabel De internationale stijl - De meesters Edelsmeedwerk Bouwkunst Romaans De kloosters - Cluny - Fontenay De vorm van de kerk - De gewelven De pelgrimskerk De dom van Spiers Bouwkunst Gotiek De kathedraal Het kruisribgewelf - Skeletbouw - De wandopbouw - Traceerwerk - Het roosvenster De bouwloge De Franse bouwkunst - Amiens - Beauvais - De Sainte-Chapelle De bouwkunst in het Noorden - Nederland De Britse bouwkunst De Italiaanse bouwkunst De middeleeuwse stad - Brugge
Muziek Romaans De muzikale wortels Mondelinge overdracht Neumen - Guido van Arezzo - De solmisatie - Sfeermuziek Componisten Gezongen geneden - De misdienst Vroege polyfonie - Vrije polyfonie Muziek Gotiek De Notre Dame-school Wereldlijke muziek - De minstrelen - De troubadours - Het wereldlijke lied - Het motet De Ars Nova - Guillaume de Machaut - Francesco Landini Instrumenten Het planctus Mariae Dans en drama Het straattheater Het liturgisch drama - Het Jeu d’Adam Het mysteriespel - Het passiespel Het mirakelspel - Het wagenspel De klucht
HISTORY Cultuur van de kerk - ICT component
23
ISBN 978-90-77318-93-5
Laser Proof
9 789077 318935