Gastles imker in de klas Groep 1 t/m 8 Door Mar en Klif en Bijenhoudersvereniging NBV Súdwest Fryslân
1
Inhoudsopgave Algemene informatie Achtergrond informatie Lessuggesties Werkbladen
p. p. p. p.
3 5 7 9
Colofon De gastles imker in de klas wordt georganiseerd door Bezoekerscentrum Mar en Klif en aan het onderwijs aangeboden via Groen Doen (www.groendoen.net). De gastlessen worden verzorgd door leden van de Bijenhoudersvereniging NBV Súdwest Fryslân. Deze lesbrief is gemaakt door Antsje Tjalsma onder verantwoordelijkheid van Mar en Klif (januari 2012). De lesbrief imker in de klas is door scholen te gebruiken bij de voorbereiding en uitvoering van de gastles imker in de klas. Wanneer iemand (delen van) de lesbrief voor andere doeleinden wil gebruiken, dan stellen wij het op prijs als Mar en Klif daarvan op de hoogte wordt gesteld en dat deze lesbrief als bron wordt vermeld.
2
Algemene informatie Inleiding Bijen zijn nuttige insecten, maar ze zijn misschien ook wel een beetje eng, want iedereen weet dat ze kunnen steken als ze zich bedreigd voelen. Waarom zijn bijen zulke nuttige beesten? En welke rol speelt een imker hierbij? Tijdens de gastles imker in de klas leren kinderen meer over het belang van bijen, hoe honing gemaakt wordt, wat een imker precies is en wat er allemaal bij het werk van een imker komt kijken. Op een levendige en aansprekende manier maken de kinderen kennis met de wereld van de imker. De imker sluit met zijn verhaal aan bij de belevingswereld van de kinderen door zijn verhaal te vertellen aan de hand van vragen die kinderen vooraf bedacht hebben.
Doel van de imker in de klas Het doel van deze gastles is dat kinderen meer te weten komen over wat er komt kijken bij het houden van bijen en de rol van bijen bij bestuiving. De gastles sluit aan bij de kerndoelen 40 en 41.
Programma imker in de klas
De gastles zal ± 45 minuten in beslag nemen, exclusief de voorbereidende les en eventuele opdracht(en) achteraf. Natuurlijk wordt er met de duur van de gastles wel rekening gehouden met het concentratievermogen van kinderen uit de lagere groepen. De bedoeling van deze lesbrief is dat het aanzet geeft om met het thema bijen te starten en het verder uit te werken. Al werkend komen er vanzelf nieuwe ideeën. Met deze ideeën kan dit project uitgebreid worden. Door deze lesbrief in een map te stoppen is het makkelijk aan te vullen met eigen ideeën en informatie.
Wat is er geregeld? Na aanmelding via groendoen.net neemt de imker contact op om een datum voor de gastles vast te leggen. De imker komt in de klas en heeft de benodigde materialen bij zich. Deze imker zal een gastles verzorgen van ongeveer 45 minuten.
Voorbereiding door de leerkracht • • • •
Doorlezen lesbrief Voorbereidende les geven Werkbladen kopiëren Materiaal voor de lessen regelen.
Vragen?
Voor vragen over dit project kunt u bellen met Mar en Klif, tel: 0514 – 571777 of een email sturen naar:
[email protected]
3
Symbolen
Naar buiten
Onderzoek
Kring
Knutselen
Werkblad
Muziek en expressie
Beweging
Verzorging
4
Achtergrond informatie Bijen Er zijn veel verschillende soorten bijen. De bekendste soort is de honingbij. Honingbijen zijn sociale insecten want ze leven in een grote groep en werken samen. Dit wordt een bijenvolk genoemd. In Nederland leeft de honingbij in de zomer wel met 60.000 bijen per volk. Aan het hoofd van een bijenvolk staat één koningin en zij is de enige bij die alle eitjes legt. Op het hoogtepunt in het seizoen kunnen dat wel 1500 eitjes per dag zijn. In een bijenvolk bestaat een strikte taakverdeling. De jonge onvruchtbare vrouwelijke werkbijen poetsen de cellen, verzorgen de larfjes, voeden de koningin en bouwen de raten. Mannelijke bijen worden darren genoemd. Zij hebben alleen de taak om de koningin te bevruchten. Wanneer de bijen drie weken oud zijn gaan ze voedsel halen. Het belangrijkste voedsel voor een bij is nectar en stuifmeel en dit halen bijen uit de bloemen van planten. Van de nectar wordt, door toevoeging van onder andere enzymen en door indikken, honing gemaakt. Honing dient als energiebron voor de bijen. Bijen maken niet alleen honing, maar ze zijn bijvoorbeeld ook belangrijk voor de bestuiving van planten en (fruit)bomen. Tijdens het zoeken naar stuifmeel en nectar nemen bijen (mannelijk) stuifmeel mee naar vrouwelijke bloemen. Op deze manier worden bomen en planten bevrucht. Ook maken bijen was; het zogenoemde bijenwas. Deze was gebruiken bijen voor het maken van de raten waarin ze honing en eitjes bewaren. Vroeger werd deze was vooral gebruikt voor het maken van kaarsen.
Wat is een imker Een imker is iemand die bijen houdt. In de natuur wonen honingbijen bijvoorbeeld in holle bomen waardoor het moeilijk is om bij de honing te komen. Daarom houdt een imker zijn bijenvolk meestal in een bijenkast waarin een aantal losse houten raampjes met kunstraten zitten. Hierdoor kan de imker makkelijk bij de honing komen, zonder de honingraten kapot te hoeven maken. Een bijenvolk kan heel goed zonder imker, maar dan volgt het zijn eigen weg. De imker wil graag honing oogsten en daarnaast wil de imker voorkomen dat het bijenvolk overlast geeft aan de omgeving door te gaan zwermen. Zwermen betekent dat de oude koningin het nest verlaat en op weg gaat om ergens anders een nieuw volk te stichten. Een deel van het oude volk gaat met haar mee. In het oude nest komen een aantal nieuwe koninginnen uit eitjes. Eentje blijft achter in dit nest, maar ook de andere koninginnen vertrekken en nemen elk een deel van het oude volk mee. Hierdoor ontstaan uit één nest zo'n drie tot zes nieuwe volken. In ruil voor de honingoogst geeft de imker het bijenvolk een voorraad voedsel, vaak suikerwater, om de winter door te komen. Bijen verzamelen namelijk honing om tijden van voedselschaarste te kunnen overbruggen. Daarnaast is het, vanwege de manier waarop de mens met bijen omgaat, noodzakelijk dat er gewerkt wordt aan de gezondheid van bijenvolken. In Nederland zijn een paar beroepsimkers. Zij verdienen hun geld vooral door de verhuur van bijenvolken voor de bestuiving in kassen. De inkomsten die de imker haalt uit de verkoop van honing is altijd onzeker, want de honingoogst wordt beïnvloed door weersomstandig-heden. Er zijn meer semi-beroepsimkers. Hun hoofdinkomsten halen ze uit een ander beroep en de inkomsten uit de bijenhouderij zijn een welkome bijverdienste.
5
Extra informatie Hieronder vindt u een aantal links met extra achtergrondinformatie en filmpjes. Het jaar 2012 is uitgeroepen tot het jaar van de bij. Hiervoor is een speciale website ontwikkeld. Op deze website vindt u meer informatie over bijen, bijensterfte en bijen in stad en tuin: http://www.jaarvandebij.nl/ Op School-tv Beeldbank vindt u een aantal korte informatieclips over bijen: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050224_bij01 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_honing01 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070809_wildebijen01 Dit is een voorlichtingsfilm van 20 minuten over de vraag waarom bijen belangrijk voor ons zijn: http://www.bijenhouders.nl/homepage_voorlichting.php?content_id=286 Site met o.a. animaties over hoe bijen leven en wonen: http://www.bijenhouden.nl/assets/flash/kinderflash/
6
Lessuggesties Voorbereidende les Nodig:
Digibord Filmpjes School-tv Beeldbank (duur: 3/4 minuten) www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050224_bij01 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_honing01
Werkwijze:
Na een korte introductie over bijen (bv. door het filmpje van School-tv/beeldbank) worden klassikaal of individueel vragen bedacht die de klas graag wil stellen aan de imker. Deze vragen kunnen bijvoorbeeld gaan over: waarom een imker bijen houdt hoe een imker te werk gaat de werkkleding/uitrusting van een imker enz
Lessuggestie 1: Woorden klappen (onderbouw) Nodig: Werkwijze:
Klap met de kinderen onderstaande woorden. Hoeveel klappen heeft elk woord? Bij Koningin Imker Koolzaad Bloemen Cel Korf Honingraat Honing Werkster Bijenwas Suikerwater Dar Zwerm Bijenkast Pijp Nectar Raten
Lessuggestie 2: Honingrondjes bakken 24 – 30 stuks (alle groepen) Nodig:
100 g. bloem Zout Bakpoeder Mespunt kaneel 1 pakje vanillesuiker 50 g. boter 3 eetlepels honing 1 ei 40 g. rietsuiker of kristalsuiker 75 g. rozijnen of 15 g. gehakte pinda’s
Werkwijze:
Zeef de bloem met zout, bakpoeder kaneel en vanillesuiker. Laat de boter smelten, voeg honing en ei toe en klop dit mengsel luchtig. Klop er telkens een deel van de suiker door. Roer de rozijnen of pinda’s door het mengsel. Roer alles tot een samenhangend deeg en schep hiervan 24-30 porties op een (met bakpapier beklede) bakplaat. Maak met de bolle zijde van een natgemaakte leper de porties deeg plat tot ze de dikte hebben van een euro. Bak de koekjes in 15-20 minuten gaar en lichtbruin van kleur in een oven op 180 graden.
7
Lessuggestie 3: Bij maken van toevallig materiaal Nodig:
Closetrol Bruin en geel (slap) papier, Zwart crêpepapier, Pijpenragers of stevige stroken zwart papier, Stukjes doorzichtig plastic of tule, Draad.
Werkwijze:
Plak de closetrol om met bruin papier. Plak daarna gele stroken om de closetrol. Maak een prop van een stuk crêpepapier en duw die in de closetrol (dit is het kopje van de bij). Geef de bij oogjes (geel) en sprieten (zwart) van pijpenragers of papier. Gebruik de zwarte pijpenragers voor de pootjes. Maak hiervoor een gaatje in de closetrol, zodat de ragers aan de rol bevestigd kunnen worden. Hiervoor kunnen ook de stevige stroken zwart papier worden gebruikt. Plak deze stroken aan de rol en buig het laatste stukje van het strookje naar buiten. Knip van het doorzichtige plastic of tule vleugels en plak deze bovenop de closetrol. Maak ten slotte twee gaatjes aan de bovenkant van de bij en rijg hierdoor een stuk draad, zodat de bij kan worden opgehangen.
Lessuggestie 4: Verschillende soorten honing proeven Nodig:
Twee of drie verschillende soorten honing, bijvoorbeeld: klaverhoning, acaciahoning (deze is vaak helderder van kleur dan klaverhoning), lindebloesemhoning, brood, mes.
Werkwijze:
Besmeer stukjes brood met verschillende soorten honing een laat de kinderen proeven. Praat tijdens het proeven van de kinderen over wat ze precies proeven. Vinden ze het lekker? Smaken de verschillende soorten honing ook anders? En hoe zou dat komen?
Lessuggestie 5: Maak samen een honingraad Nodig:
Voor elk kind een stuk papier in de vorm van een zeskant, Één cel van een honingraat (zie volgende pagina), Tekengerei, Grote vellen papier of een rol behang o.i.d.
Werkwijze:
De kinderen tekenen over de gastles van de imker. Wat hebben ze gehoord? Wat was belangrijk bij het werk van een imker? Daarna puzzelen ze de tekeningen in elkaar in de vorm van een honingraat, bijvoorbeeld op de grote vellen papier of op een stuk behang. Net als de bijen werken de kinderen zo samen aan één werkstuk
8
Werkblad 1: Cel van een honingraat
9
Werkblad 2: Naar de bloem (onderbouw) De bij wil naar de bloem. Kun jij de weg vinden? Je mag niet over de lijntjes lopen.
10
Werkblad 2: Van rood naar geel (middenbouw) Kleur de tulpen rood en de andere bloemen geel. Deze bij houdt van gele en rode bloemen. Ze vliegt van een gele naar een rode bloem en van een rode naar een gele bloem. Ze mag elke bloem maar één keer bezoeken. Kun jij deze bij helpen?
11
Werkblad 3: Woorden verbinden (bovenbouw) Aan de linkerkant staan woorden die met bijen te maken hebben. Aan de rechterkant staan dezelfde woorden, maar dan in het Engels. Weet jij welke woorden bij elkaar horen? Verbind het Nederlandse woord met het goede Engelse woord.
bij bijenkoningin imker bloemen bijenkorf honingraat honing werkster bijenwas dar zwerm pijp
beehive swarm worker bee queen bee honeycomb beeswax drone beekeeper bee pipe honey flowers
12