LOPKE
ALGEMENE FICHES EERSTE GRAAD
©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
ALGEMENE FICHES EERSTE GRAAD
Kringgesprekken Leren samenwerken Energizers en groepsindelingen
©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
ALGEMENE FICHE EERSTE GRAAD
Kringgesprekken
©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
Lopke: Algemene fiche 1ste graad 1-2 Titel KRINGGESPREKKEN Kern Een kringgesprek is de werkvorm bij uitstek om te werken aan sfeer en relatie. Om in een kringgesprek hoge betrokkenheid te creëren voor alle leerlingen zijn er heel wat mogelijkheden: werken met opstapjes, mini-kringen, duogesprekjes,… Anderzijds is het ook belangrijk hoe de kring gevormd wordt. Het mag geen aaneenschakeling van kliekjes zijn. Een goed gekozen energizer kan hier verandering in brengen door op een speelse manier de kring te laten vormen. Link met het Lopke heeft het niet altijd gemakkelijk op school. Doordat haar mama verhaal van en papa niet zoveel geld hebben, valt ze wel eens uit de toon in de klas Lopke en wordt ze geregeld uitgelachen. Een spijtig iets dat veel kansarme kinderen te beurt valt. Een klasklimaat creëren waarin elk kind erbij hoort, ongeacht verschillen, is een belangrijke voorwaarde om echt welbevinden bij kansarme kinderen te kunnen bewerkstelligen. Benodigdheden Dobbelsteen Ev. muziek Keukenwekkertje als je duogesprekjes wil timen Mogelijkheden Een kring kan je gebruiken om de dag te starten, maar ook om de dag te eindigen, om te evalueren, om meningen van kinderen te horen, om ideeën te verzamelen, om te filosoferen, om gevoelens te laten uiten,… Verloop In de bijlagen vind je mogelijkheden om op een speelse manier een kring te vormen, zodat er geen kliekjesvorming is en er geen kinderen uit de boot vallen. Verder vind je een aantal mogelijkheden om zoveel mogelijk kinderen maximaal te betrekken. Voordenkertjes, opstapjes, duogesprekjes,… kunnen hierbij helpen. Ter informatie vind je hier de definitie van een kringgesprek:
Definitie • Het kringgesprek is een moment waarop de klas of de leefgroep samen gaat zitten om gedachten en ervaringen met elkaar te delen. • Als ontmoetingsplaats is het de plek bij uitstek waar het contact tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en leerkacht gerealiseerd wordt. • Daarnaast kan men de kring ook voor plannings- en evaluatiedoeleinden benutten.
Om bij een binnen- en een buitenkring nieuwe duo’s te vormen, laat je één van de kringen doorschuiven. Om de kinderen niet op voorhand te laten zien bij wie ze terechtkomen, kan je ook hier speels werken:
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
1
door te wandelen op muziek (muziek stopt = nieuwe partner), te dobbelen met een dobbelsteen (zoveel plaatsen opschuiven in de richting van …), … Om eens een ander kringgesprek te krijgen waar elk kind kan aan deelnemen kan je werken met het boekje ‘Vraag maar’ van Antje Damm, uitg. Lemniscaat. In dit boekje staan allerlei vragen die kinderen uitnodigen om te vertellen. Je kan het boekje doorgeven en het laten openslaan op een ‘toevallige’ pagina. De vraag wordt gelezen en het kind dat het boekje in handen heeft, mag vertellen. Daarna kan je het gesprek opentrekken naar de andere kinderen, of je kan het verder laten doorgeven en een andere vraag laten ‘trekken’. Je kan de kinderen ook zelf een vraag uit het boekje laten kiezen. Zo bepalen zij bewust zelf de inhoud van het kringgesprek.
(Het voordeel van een dergelijke werkvorm t.a.v. een weekendkring is dat elk kind iets kan vertellen en niet in verlegenheid wordt gebracht omdat het dat weekend niets speciaals gedaan heeft, omdat het niet op vakantie geweest is,… Vragen als ‘Wat vind je niet lekker om te eten? Wat zie je als je uit het raam kijkt? Wat doe jij tóch, ook al mag het niet? Welk dier zou je willen zijn?...’ kan iedereen beantwoorden. Je leert er elkaar beter door kennen en vaak komen er heel verrassende dingen uit.) Bijlagen
1
2
Bijlage 1: Op een andere manier in de kring zitten1 Bijlage 2: De kracht van de kring2
Mattheeuws, K. Lord of the Kring. Werkwinkel: Communicatie in de kring. www.artdc.be Idem
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
2
Bijlage 1: Op een andere manier in de kring zitten
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
3
Bijlage 2: De kracht van de kring In een kring zitten geeft meteen een grote symboolwaarde.
o Een kring heeft geen begin en geen einde. Het is een cliché , maar in deze context is het eerder een streven dan een statement. Als de kinderen ervaren dat de kring begint of eindigt bij de leerkracht of gespreksleider (het kan ook een leerling zijn) geeft dat aan dat zij nog sterk afhankelijk zijn van die leidende figuur. In een groep die de gesprekregels goed beheerst en respecteert, verdwijnt de gespreksleider a.h.w. in de groep. Het geeft ook aan dat de moderator op onopvallende manier de groep leidt. Hij eist geen hoofdrol op, maar stelt zich ten dienste van de groep, de inhoud en de voortgang van het gesprek.
o Iedereen die in de kring zit is gelijk aan de ander. Je kunt niet meer of minder in de kring zitten. Ook niet vooraan of achteraan. In het beste geval zit je naast de juf of meester. Het is dan nog zeer de vraag of dat iets positiefs is. Voor de één zal het een beloning zijn, voor de ander een straf. Als de moderator deze gelijkwaardigheid qua plaats ook nog eens kan vertalen naar een gelijkwaardigheid in het gesprek, dan creëert hij een fundamentele basis voor een veilig groepsgebeuren.
o Omdat er geen obstakels staan, zijn de deelnemers gedwongen om rechtstreeks te communiceren. Achter iemands rug bezig zijn is hier onmogelijk. Ook op tafel slaan om je argumenten kracht bij te zetten kan niet. Je verstoppen zou al te veel opvallen. Hoewel ik geloof dat het hier een absolute troef is, moeten we er ons steeds van bewust zijn dat er ook een keerzijde is aan deze rechtstreeksheid. Spreken in een groep, spreken tot een groep, je eigen mening formuleren ...het blijven uitdagingen voor de meer onzekere kinderen.
o Verder is er ook het gegeven van de fysieke nabijheid. Voor sommigen is een kring te nabij, te beklemmend en zelfs bedreigend. In andere groepen ervaren de deelnemers de kring als knus en uitnodigend. Alleen al door te kijken naar het non-verbaal gedrag van de deelnemers, leer ik als gespreksleider veel over hoe ze de kring beleven. Als het goed is, kun je via enkele gerichte werkvormen en een open houding er in slagen om de initiële afwachtende houding te laten wegebben, zodat de deelnemers voelen dat ze open kunnen communiceren. Blijft de onzekerheid en de afwachtende houding, dan speelt er mogelijk iets anders mee. Benoem dan wat je ziet of hoort (zonder te interpreteren) en vraag aan de groep hoe dit komt. Het wordt ongetwijfeld een moeilijk gesprek, maar wel noodzakelijk.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
4
Enkele vuistregels o Een cirkel is geen ovaal: Zorg ervoor dat de kring zo rond mogelijk is. Zo kan iedereen
o
o
o
o
o
o
elkaar zien en benut je ten volle de sterktes van een kring. Het lijkt een detail, maar door hier over te waken geef je ook aan dat je de werkvorm au serieux neemt. Maak afspraken: Zoals bij elke werkvorm is het maken van afspraken een essentiële stap om efficiënt te kunnen werken. Het maakt deel uit van elk groepsvormingsproces. Laat de afspraken zo veel mogelijk vanuit de kinderen komen. Dat vergroot de betrokkenheid en maakt het gemakkelijker om de afspraken bij te schaven. Afspraken maken lukt vaak vlot, maar ze naleven is en blijft een leerproces. Regisseer het gebeuren / Grenzen bewaken: Afspraken alleen zijn niet genoeg. Ze moeten nog nageleefd worden ook. Aanvankelijk zal jouw rol daarin bepalend zijn. Hou er rekening mee dat je in het begin van een schooljaar de gesprekken wat strakker zult moeten leiden. 'Streng, maar rechtvaardig' zingen de rechters. Een bruikbaar motto als je een kringgesprek leidt. Sta er op dat je iedereen laat uitspreken. Enkel wie het woord vraagt, spreekt. Roep inbrekers tot de orde. Leg de groep stil indien nodig. Door strak maar invoelend en fair op te treden, dwing je respect af Ook zonder woorden kun je heel sturend optreden, door b.v. te gaan staan, door met je ogen te spreken of mensen aan te wijzen. Let er wel op dat je evenzeer voldoende 'beloont'. Bedank deelnemers voor hun bijdrage. Benoem de goede gang van zaken en druk je waardering uit. Laat dit ook door de groep benoemen door naar de beleving te polsen. Zo creëer je een evenwicht tussen begrenzen en motiveren. Het recht om te passen. Elke deelnemer heeft het recht om te passen. Soms is de vraag te moeilijk, soms is hij te persoonlijk, soms was iemand even niet bij de les. Dit recht geeft de deelnemer een uitweg om met deze omstandigheden om te gaan. De gespreksleider doet er goed aan om dit recht niet alleen te benadrukken maar ook om het onvoorwaardelijk toe te passen. Als deelnemer mag je (n)iets zeggen. Luisteren: Stimuleer een goede luisterhouding. Dit kan in de eerste plaats door het goede voorbeeld te tonen. Maar ook door eens samen stil te staan bij wat luisteren nu precies inhoudt. Ook hier gaat het om een vaardigheid die getraind moet worden. Rome is niet gebouwd in één dag. Vandaar dat sommige leerkrachten luisterlessen integreren in hun curriculum. extra: Maak met de letters van het woord luisteren eigenschappen van goed luistergedrag. Wees bewust van je rol: Over de rol van de begeleider kunnen we vele pagina's vullen. Bewust zijn van je eigen rol tijdens het gesprek is een goed begin en heel belangrijk. Soms heb je meerdere rollen tegelijk te vervullen: die van de moderator die doorvraagt, opentrekt en diepgang probeert te creëren, diegene die ervoor zorgt dat de regels en afspraken nageleefd worden, de motivator die de deelnemers aanmoedigt, de deelnemer aan het gesprek, de temporegelaar,.... Die rollen gelijktijdig invullen vergt heel veel van een leerkracht of een begeleider. Gun jezelf daarom de tijd om hierin te groeien. Via zelfreflectie, video-opnames, een bezoek van een collega, feedback van de deelnemers, versterk je het groeiproces. Ieder zijn waarheid: Binnen het concept van de sociale vaardigheden bestaan er geen foute antwoorden. Dit geldt natuurlijk niet voor alle andere vakken, maar het is vaak een goed vertrekpunt. Het dwingt ons om respect op te brengen voor ieders inbreng. Het leert jonge mensen het woord respect toe te passen in de praktijk. En dat kan hard werken zijn. Diametraal tegenover elkaar staan qua mening en toch door één deurgat kunnen, is immers geen evidentie. Maar hoe respectvoller we elk antwoord accepteren, hoe gemotiveerder de deelnemers zullen zijn om hun inbreng te doen. Hierdoor wordt het palet aan ideeën, indrukken en gevoelens steeds rijker. Let wel: ook hier moet de moderator de grenzen bewaken. Eender wat zeggen ten koste van eender wie kan niet. Sta er op dat leerlingen herformuleren vanuit een ik-boodschap en zonder beledigend te zijn naar elkaar toe.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
5
Enkele praktijkvoorbeelden De kring met het individuele voordenkertje: Geef de deelnemer een individuele opdracht voor het kringgesprek. Dat kan een huiswerk zijn: zoek iets op, spreek thuis iemand aan, denk zelf na over een bepaald thema,... In de klas wordt dit dan: noteer voor jezelf, teken een ..., denk na over, wat vind je van...? Als leerlingen deze stap getrouw invullen, verlagen ze voor zichzelf de drempel om straks hun inbreng te doen. Ze hebben voor zichzelf al hun gedachten geordend. Ze komen voorbereid aan de start en worden niet overvallen door het onderwerp. De kring met het aanloopgesprek: In het verlengde van het vorige voorbeeld kan het ook zinvol zijn om de deelnemers aan het kringgesprek vooraf in beperkte kring te laten uitwisselen. Dat kan in een duogesprek, of met drie - en viertallen. Hierdoor creëer je heel wat extra kansen voor de diepgang van het gesprek. De deelnemers praten vaak gemakkelijker in een kleine groep. Daardoor komen meer indrukken en inzichten aan bod. Soms kun je vragen aan kinderen om in de kring de mening van de subgroep te verwoorden. Je verhoogt de drempel omdat je één persoon de verantwoordelijkheid geeft, maar je verlaagt hem omdat hij niet zijn eigen mening hoeft te formuleren, maar die van de groep. Het blijft anoniemer en hij kan er niet op afgerekend worden. De carrousel: Een binnen- en buitenkring die in tegenoverstelde richting bewegen. Eens de carrousel stopt, heeft iedereen iemand voor zich staan en kan hij (zittend of staand) een duo-gesprek aangaan. Dit gesprek heeft de veiligheid van een gesprek met twee en de drukte van de groep waardoor niemand hoort wat in het duogesprek verteld wordt. De hele groep beweegt en het blijft spannend omdat niemand weet bij wie hij belandt. Door een drietal korte gesprekken tijdens de carrousel hebben de deelnemers verschillende invalshoeken over een bepaald probleem (of onderwerp) leren kennen. De Binnen-/Buitenkring: De binnen/buitenkring is één van de vele didactische structuren waaruit leerkrachten die werken volgens de principes van structureel coöperatief leren kunnen kiezen. Een manier om de binnen-/ buitenkring in te zetten is een variant op de weekendkring.
Hierbij worden de volgende stappen gezet:
o Leerlingen vormen twee kringen: Eerst vormen de leerlingen één grote kring. Twee leerlingen die naast elkaar staan, gaan achter elkaar staan, waarbij één in de kring blijft en de ander naar voren stapt en zich omdraait. Zo ontstaan een binnenkring en een buitenkring. o In elk tweetal praat één leerling. De leerlingen uit de binnenkring vertellen iets naar aanleiding van een vraag of opdracht van de leerkracht.
o De leerlingen wisselen van rol. Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
6
Leerlingen uit de buitenkring vertellen nu, terwijl de leerlingen uit de binnenkring luisteren. o Eén van de kringen roteert met de klok mee. De leerkracht geeft aan hoe ver. Een voordeel van deze werkvorm is dat veel kinderen tegelijkertijd actief bezig zijn. In plaats van één leerling die vertelt over het weekend, is nu de helft van de leerlingen aan het praten. Een tweede voordeel is dat alle leerlingen hun verhaal vertellen, ook de meer verlegen kinderen. Ten derde leren de leerlingen hun klasgenootjes beter kennen, wat de sfeer in de klas ten goede komt. De binnen-/buitenkring is voor vele soorten inhouden te gebruiken. Zowel voor persoonlijke (hobby, weekend, favoriete muziek etc.) als in relatie tot leerstof (activeren voorkennis, herhalen, inoefenen). De boterbriefjes: Elk eerste derde, vijfde,... in de rij krijgt een boterbriefje. Diegenen die een briefje kregen, hebben het spreekrecht. Zij mogen vertellen aan hun linkerbuur, (bv. stel jezelf voor, vertel over je vakantie,...) Na een korte tijdspanne rond je het gesprek af en geeft de spreker zijn briefje door aan de persoon die naar hem luisterde. Nu heeft elke tweede, vierde, zesde leerling een boterbriefje. Zij krijgen nu letterlijk het woord, maar richten zich ook tot hun linkerbuur. Hierdoor heeft iedereen contact gehad met twee verschillende personen. Tijdens het kringgesprek vraagt de leerkracht niet wat de kinderen zelf vertelden, maar wat ze hoorden van hun buur. Dit verlaagt de drempel om te spreken.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Kringgesprekken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
7
ALGEMENE FICHE EERSTE GRAAD
Leren samenwerken
1 ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
Lopke: Algemene fiche 1ste graad 1-2 Titel LEREN SAMENWERKEN Kern Goed samenwerken vraagt heel wat vaardigheden van kinderen. Er gelden ook een aantal principes. In de activiteiten van deze fiche willen we de kinderen spelenderwijs deze vaardigheden en principes bijbrengen. Link met het Lopke heeft het niet altijd gemakkelijk op school. Doordat haar mama verhaal van en papa niet zoveel geld hebben, valt ze wel eens uit de toon in de klas Lopke en wordt ze geregeld uitgelachen. Een spijtig iets dat veel kansarme kinderen te beurt valt. Een klasklimaat creëren waarin elk kind erbij hoort, ongeacht verschillen, is een belangrijke voorwaarde om echt welbevinden bij kansarme kinderen te kunnen bewerkstelligen. Benodigdheden Bijlagen Materiaal vermeld bij de desbetreffende activiteit Mogelijkheden Je kan vrij materiaal uit de bijlagen kiezen. Deze activiteiten moeten ook niet in een bepaalde volgorde worden afgewerkt. Je kan de spelen klassikaal aanbieden; je werkt bij voorkeur met groepjes van 4 leerlingen. Je kan in een eerste graad ook de eerste stappen zetten in het gebruiken van de CLIM-rollen: zie bijlage 4. Beperk het aantal rollen: werk bvb. met de materiaalmeester (of materiaalbaas) en de organisator (of tafelbaas, tafelkapitein of leider van de groep,…). Geef elk kind de kans om beide rollen eens op te nemen… Nadat je de spelen geïntroduceerd hebt (klassikaal of tijdens een hoekencircuit) kan je de spelen ook opnemen in hoeken- of contractwerk. Afhankelijk van de gekozen werkvorm (cfr. mogelijkheden). Verloop Instructies in bijlage. Bespreek de activiteiten nadat ze door de kinderen werden afgewerkt, of door meerdere groepen gespeeld werden in hoeken- of contractwerk. De volgende principes om te leren samenwerken komen in de spelen aan bod: o Iedereen neemt deel en niemand is klaar voor iedereen klaar is. Het groepsresultaat gaat boven het eigen resultaat. o Schenk aandacht aan wat de andere groepsleden nodig hebben. o Iedereen heeft het recht om hulp te vragen en de plicht om hulp te bieden. Help kinderen dingen voor zichzelf te doen Leg uit door te vertellen hoe iets moet. o Iedereen kan iets, niemand kan alles.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
1
Verschillen in competenties worden als rijkdom benut. 1: Meester-ontwerper3 2: Clowntjesspel4 3: Dit nemen we mee5 4: Voorbeeld van Clim-rollen6
Bijlagen
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
3
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tangram. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 47- 48. 4 Idem Clowntjesspel, 57-59. 5 Idem Dit nemen we mee, 44-46. 6 Idem Voorbeelden van CLIM-rollen, 96-97.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
2
Bijlage 1: Tangram (meester ontwerper)
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tangram. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 47.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
3
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tangram. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 48.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
4
Bijlage 2: Clowntjesspel
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Clowntjesspel. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 57.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
5
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Clowntjesspel. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 58.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
6
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Clowntjesspel. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 59.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
7
Bijlage 3: ‘Dit nemen we mee’
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Dit nemen we mee. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 44.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
8
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Dit nemen we mee. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 45.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
9
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Dit nemen we mee. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 46.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
10
Bijlage 4: CLIM-rollen
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). CLIM-rollen. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 96.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
11
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). CLIM-rollen. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 97.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Leren samenwerken ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
12
ALGEMENE FICHE EERSTE GRAAD
Energizers en groepsindelingen
©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
Lopke: Algemene fiche 1ste graad 1-2 Titel ENERGIZERS + MOGELIJKE GROEPSVERDELINGEN Kern Deze energizers kunnen tussendoor gebruikt worden om de klassfeer positief te beïnvloeden. Ze vragen samenwerking, interactie, … , kosten niet veel tijd en brengen sfeer in de groep. Anderzijds kan je ook je groepen op een speelse manier indelen a.d.h.v. energizers en werkvormen in bijlage. Op deze manier krijgt elk kind vanzelf zijn plaats in de groep en blijft er niemand over. Door met wisselende groepen te werken, toevallig samengesteld, leren kinderen ook makkelijk andere kinderen kennen en waarderen. Ze leren om met iedereen samen te werken, ook al vraagt dat soms wat meer inspanning. Uiteraard kan het soms ook goed zijn om zelf de groepen samen te stellen, rekening houdend met de verschillende competenties die in je klas aanwezig zijn. Dit kan samenhangen met het doel en de inhoud van de opdracht waaraan je de kinderen in groep wil laten werken. Link met het Lopke heeft het niet altijd gemakkelijk op school. Doordat haar mama verhaal van en papa niet zoveel geld hebben, valt ze wel eens uit de toon in de klas Lopke en wordt ze geregeld uitgelachen. Een spijtig iets dat veel kansarme kinderen te beurt valt. Een klasklimaat creëren waarin elk kind erbij hoort, ongeacht verschillen, is een belangrijke voorwaarde om echt welbevinden bij kansarme kinderen te kunnen bewerkstelligen. Benodigdheden Bijlagen bij deze fiche: Kopieën ‘tekenopdracht’ (zie bijlage) Kopieën van de bingokaarten Bol touw voor spinnenweb Materiaal vernoemd bij de omschrijvingen om groepen in te delen. Mogelijkheden Je kan deze activiteiten gebruiken als tussendoortje, om groepen in te delen, om kinderen eens op een andere manier in de kring te laten zitten,… (cfr. aparte bundel kringgesprekken) Verloop Tekenopdracht: zie bijlage 1 – verloop daar ook uitgewerkt Namenbingo: zie bijlage 2 voor materiaal en verloop
Nota: Je kan ook alle tekst door tekeningetjes of pictogrammen vervangen en er de leerlingen zelf een vraag bij laten maken: een hondje kan dan betekenen: ‘Zie je graag honden? Maar ook: ‘Heb je een hond?’ of ‘Heb je een huisdier?’,… In plaats van in groepjes te werken, kan je de kinderen ook vrij klasgenootjes laten aanspreken. Als de vraag bevestigend beantwoord wordt, mag diegene aan wie de vraag gesteld is, zijn naam bij het juiste vakje schrijven. Lukt schrijven nog niet, dan kan je elk kind een andere stempelstift geven, zodat ze ‘hun’ vakje kunnen afstempelen. Om een goede bingo te hebben, moeten alle namen verschillend zijn: niemand mag twee keer op hetzelfde blad voorkomen! Als er iemand bingo heeft, wordt het spel even stilgelegd en wordt alles gecontroleerd. Hier kan een kort kringgesprekje uit ontstaan:
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
1
het kind dat getekend heeft, mag iets meer over zijn antwoord vertellen (bvb. naam staat bij ‘Heb je een huisdier?’ – welk? Naam? Hoe ziet … eruit? Wat vind je leuk aan hem/haar?... Andere kinderen mogen eventueel reageren. Je kan nog verder spelen voor een dubbele bingo, of je kan kinderen de opdracht geven om bij zoveel mogelijk vakjes iemand te vinden die aan de vraag voldoet. Spinnenweb: zie bijlage 3 Energizer: rijen of groepjes maken volgens bepaalde criteria: o Maak een rij van klein naar groot o Maak groepjes naar je lievelingssmaak van ijs o Maak groepjes volgens het aantal voorwerpen dat je in je zakken hebt o Maak groepjes volgens je lievelingskleur o Maak groepjes volgens het aantal broers en zussen dat je hebt o … (zie ook kringgesprekken) Je kan deze energizers ook gebruiken om groepjes te maken. De kinderen staan op een rij, de eerste 4 vormen groep 1, de volgende 4…, of je neemt de groepjes (ev. voeg je er twee bij elkaar) zoals ze als groep zijn samengekomen. Zie ook voorbeelden van groepsindelingen in bijlage 4. Groepsindeling met gekleurde stickertjes: o Je hebt 4 of 5 (of… ngl. het aantal groepen dat je wil vormen) verschillende kleuren stickertjes (kleine rondjes of…) o Je geeft elk kind één stickertje; de anderen mogen de kleur niet zien o Opdracht: ieder kleeft zijn stickertje op de rug van een ander kind, zonder dat dat kind weet welke kleur je op zijn rug hangt. Elk kind moet welgeteld één stickertje op zijn rug hebben o Als alle stickertjes op de ruggen kleven, zoeken de leerlingen hun kleurgenoten op, zonder één woord te zeggen. Ze moeten dus a.d.h.v. gebaren te weten komen welke kleur er op hun rug hangt. Doordat de leerlingen anderen nodig hebben om deze groepen te kunnen vormen, zijn ze al aan het samenwerken, hetgeen het klasklimaat ten goede komt. o Je kan gekleurde stickertjes ook vervangen door prenten van dieren. A.d.h.v. dierengeluiden moeten de leerlingen elkaar dan helpen om hun groepsgenoten te vinden.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
2
Bijlagen
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: Tekenopdracht7 2: Namenbingo8 3: Spinnenweb9 4: Manieren om groepen in te delen (uit ‘Energize’)10
7
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tekenopdracht. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 27-28. 8 Idem, Namenbingo, 33-34. 9 Idem, Spinnenweb, 25. 10 Apacki, C. (1994). Energize! Groepsactiviteiten voor groot en klein’. Stichting Lions Quest: Nederland. Verkrijbaar via vzw leefsleutels.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
3
Bijlage 1: Tekenopdracht
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tekenopdracht. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 27.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
4
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Tekenopdracht. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 28.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
5
Bijlage 2: Namenbingo
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Namenbingo. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 33.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
6
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Namenbingo. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 34.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
7
Bijlage 3: Spinnenweb
Vleurick, A. & Paelman, F. SDL. (2004). Spinnenweb. Een CLIMREK naar intercultureel leren. Werken aan een climmig klasklimaat. CLIM. ISBN 90 455 1242 4. Gent: De Boeck, 25.
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
8
Bijlage 4: Manieren om groepen in te delen
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
9
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
10
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Energizers en groepsindelingen. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
11
ALGEMENE FICHE EERSTE GRAAD
Speel je mee?
1 ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
Lopke: Algemene fiche 1ste graad 1-2 Titel SPEEL JE MET ME MEE? Kern Spelletjes om op een speelse manier elkaar beter te leren kennen. De basis is samenwerken en respect voor elkaar. De spelletjes zorgen voor een ontspannen sfeer, waarin iedereen zich thuis kan voelen. Link met het Lopke is altijd de klas als er luizen zijn op school. De anderen joelen verhaal van dan ‘Lopke, lopke, luizenkopke’. Lopke Alle kinderen hebben thuis een computer, Lopke niet. Daarom vindt ze het niet fijn om een vertelbeurt voor de klas te krijgen. Deze en andere gebeurtenissen maken dat Lopke zich niet altijd even goed thuis voelt in de groep. In onze klas willen we dat iedereen zich goed thuis kan voelen. Met deze spelletjes kan iedereen meedoen! Benodigdheden Zie bijlage Aandachtspunten Zie bijlage vooraf Verloop Zie bijlage Bijlage Doe-katern Kleuters en Ik ‘Speel je met me mee?’11
11
Piessens,V.(2001-2002). Speel je met me mee? Kleuters & Ik. Doekatern. 18(2).
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Speel je met me mee?. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
1
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Speel je met me mee?. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
2
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Speel je met me mee?. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
3
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Speel je met me mee?. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
4
Lopke: Algemene fiche 1ste graad-Speel je met me mee?. ©ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
5