Weg van de stad Activiteit voor kleuters, leerlingen eerste graad en leerlingen bijzonder onderwijs. Inleidende tekst De jeugdboekenweek heeft als slogan 'Weg van de stad'. Blijf je het liefst ver weg van de stad of bén je weg van de stad? Tijdens een speurtocht in (en rond?) de bibliotheek gaan de kinderen op zoek naar boeken over de stad en het platteland, reizen naar verre landen… We lezen voor of vertellen kort waarover het verhaal gaat, en uiteraard is er bij elk boek een opdracht. Na elke opdracht krijgen de kinderen een aanwijzing voor de volgende vindplaats. Bij dit spel komen veel verschillende vaardigheden aan bod: sorteren, bewegen, luisteren, kijken, rijmen, vertellen, spelen… Doelgroep Kleuters en leerlingen bijzonder onderwijs Duur Je bepaalt zelf hoe lang de speurtocht duurt. Maak een selectie uit de prentenboeken en bijhorende opdrachten en stel zelf je activiteit samen. Beslis of je het verhaal helemaal leest, of in het kort vertelt... Benodigdheden - Een stand met prentenboeken met het thema ‘’Weg van de stad” - Een ruimte waar je rustig kan voorlezen - Een ruimte waar de kinderen kunnen werken (hoekenwerk?) - Fotomuur ‘mijn lievelingsplek’ (opdat fotomuur niet leeg zou zijn bij eerste klasbezoek, kun je hier foto’s van de lievelingsplekjes van bibmedewerkers, leerkrachten… ophangen. Je vult muur daarna aan met foto’s kinderen) - eventueel stadsplan van de buurt - Foto’s of tekeningen van vindplaatsen opdrachten Om de vindplaatsen van de volgende opdrachten te beschrijven kan je verschillende middelen gebruiken: ●
tekeningen: vb. als ze een tekening zien van een computer, weten ze dat daar de volgende opdracht te vinden is.
●
foto’s : vb. neem een foto waarop slechts een deel van de volgende vindplaats te zien is, of van een prentenboek dat staat te wachten op een bepaalde plek.
●
schatkaart
- Overig materiaal afhankelijk van de opdrachten die je kiest bijv. papier, schrijf- en tekengerief; tablets... Verwelkoming Bezorg
de
leerkracht
op
voorhand
een
uitnodiging
voor
de
speurtocht.
Gebruik als uitnodiging een foto van de bib. Aan de achterzijde zet je volgende opdracht: ‘Mijn lievelingsplekje is een huis vol boeken. Waar woon ik? Kom me snel eens bezoeken! Breng je een foto of een tekening mee van de plek waar jij het liefst zou wonen?’ Tip: om tijdens het bezoek tijd te sparen, kun je vragen dat de leerkracht de foto's/tekeningen al op een groot vel papier kleeft, en dat meebrengt naar de bib. De leerkracht zet er de naam van de school en de klas op. Onder elke foto schrijft de leerkracht de naam van het kind of plakt er een foto van het kind bij. Als de kinderen in de bib aankomen, start je met een kringgesprek. Tijdens het kringgesprek praat je samen met de kinderen over de plek waar ze wonen. Laat hen eerst iets vertellen over hun lievelingsplek op de foto of tekening. Wat oudere kinderen kunnen op een stadsplan van de buurt aanduiden waar zij wonen. Wie woont er in elkaars buurt? Wie woont ver of dichtbij? ... Meer vragen: ● ● ● ● ● ● ●
Waar woon je zelf? In een stad? Op het platteland? In een dichtbevolkt gebied of open en groen? In een grote straat of eerder klein? In een huis, een flat? Wat is een flat? Een boerderij? Vind je het leuk om daar te wonen? Kan je goed spelen in je buurt? In een park? Een speeltuin? Een weide of in het bos? Waarom is het plekje op de foto je lievelingsplekje? Mag de foto/tekening mee op de fotomuur?
Je kan de kleuters ook laten fantaseren hoe zij hun huis en omgeving zouden aanpassen aan hun dromen en wensen. Na het kringgesprek : Hang het vel papier met de foto’s/tekeningen op aan de fotomuur (op kindhoogte). Opstap naar en doelstelling van het spel Leg de kinderen uit dat ze in de bib een ‘schat’ moeten zoeken. Daarvoor moeten ze een speurtocht met een aantal opdrachten uitvoeren. Na elke opdracht krijgen ze een tip over de plek waar ze de volgende opdracht kunnen vinden. De opdracht kan klassikaal gebeuren of in kleine groepjes, afhankelijk van de opdracht. Tip: maak vooraf de groepjes zodat die gedurende de duur van het spel dezelfde blijven. Je kan dan sneller van grote groep naar de kleine groepjes overstappen. Zodra een opdracht volbracht is, geef je weer een tip waar de volgende opdracht te vinden is.
Om niet te lang bij dezelfde opdracht te blijven stilstaan kan je een zandloper, een eierwekkertje, … gebruiken om tijd te beperken. Zorg dat elk kind eens aan bod komt. Aan de fotomuur vinden de kinderen het eerste boek met de eerste opdracht. Aan de slag met boeken:
Rapido in de stad / Joëlle Jolivet (drukte, haast) Inhoud Een rood bestelbusje maakt zijn dagelijkse tocht door de stad. Vroeg in de ochtend haalt het alle spullen op in de haven. Van daar gaat het naar een vuurtoren, een visconservenfabriek, een hotel, en nog veel meer adressen. Er mag geen tijd verloren gaan: het moet rapido! Treed een dag in het spoor van het rode busje, dompel je onder in het stadsleven en ontdek waarom Rapido’s klanten zoveel haast hebben. Aan de slag Vertel waarover het verhaal gaat, en toon de kinderen enkele pagina’s uit het boek Ga samen op verkenning door het boek: ● zoek op elke pagina de rode bestelwagen van Rapido (tip: om een grote groep kinderen te laten zoeken, kan je kopies van tekeningen maken, of meerdere exemplaren van het boek voorzien) ● kijk binnen in de huizen in de straat, en verzin een verhaal over de mensen die er wonen ● laat de kinderen raden wat er geleverd moet worden ● bekijk het hele boek en vraag achteraf of de kinderen nog weten wat er allemaal geleverd is en waar
Stadsmuis en veldmuis / Kathrin Schärer (luisteren, geluiden raden) Inhoud Stadsmuis komt logeren bij Veldmuis en maakt kennis met het leven op het land. Daarna brengt Veldmuis een bezoek aan de stad. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties ● Gebruik de prenten uit de bijlage: ○ Voor kleuters en 1ste leerjaar: losse prenten tonen (of doorgeven) en vragen of het de stad of het platteland is. ○ Voor 2de leerjaar en bijzonder onderwijs: Vraag: Stadsmuis en veldmuis hebben een verschillende kleur. Welke kleur heeft de veldmuis? (zwart) Losse prenten doorgeven en platen in het boek tonen om het te helpen oplossen ● Op http://www.123lesidee.nl/index.php/site/links/4439 vind je werkblaadjes rond de boerderij. Zorg voor voldoende prints en laat de kinderen het werkblaadje invullen ● Geluiden laten beluisteren van stad en platteland en de kinderen laten raden waar ze dat geluid kunnen horen:
○ ○
boerderijdieren: http://www.worteldrie.com/kids/farm.html stad: http://www.boekenbeesten.be/dwarrel/o-echo https://www.historypin.org/en/explore/soundconnections/amsterdamcityscape/geo/52.370216,4.895168,10/bounds/52.028061,4.531246,52.7097 41,5.25909
Wij samen op stap / Leo Timmers (spelen, sorteren) Inhoud Een konijnenmoeder gaat 's ochtends vroeg met de kinderwagen op stap in de stad. Ze komen langs de markt, het station, een schoolplein, ziekenhuis en boekwinkel. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties ● Sorteren ○ Voor kleuters en 1ste leerjaar Foto’s van de plekken in de stad + iets wat erbij hoort laten sorteren Station / trein Zoo / leeuw Kippenhok / kip Bibliotheek / boek Ziekenhuis / dokter Markt / marktkraam Bakker / brood Kapper / schaar Brandweerkazerne / brandweerwagen Postkantoor / brief ○ voor oudere kinderen rijmwoorden bij elkaar zoeken (gebruik maken van de rijmwoorden in het boek) zeven / leven buiten / fluiten lekkerbek / spek zomerzon / station kopen / lopen touwtjespringen / ringelingen stuk / ongeluk stad/ koudwaterbad bus / kus thermometer / beter krentenkoek / prentenboek pad / stad ●
Kijken Kijk samen met de kinderen wat de brandweerwagen doet, wat er met die boeken gebeurt... Waar gaan ze naar toe?
●
Beweegspelletje
Teken enkele bestemmingen na. Of gebruik foto’s van je eigen bibliotheek, ziekenhuis, station, favoriete eetplekje. Hang die foto’s op. En roep: en nu gaan we naar de markt, bakker, huis, en nu gaan we pannenkoeken eten… Wie is er het eerst bij de bestemming? Prima spelletje binnen, als je een ruime bibliotheek hebt.
Ik wil ergens anders wonen / Jonathan Emmett (kijken en luisteren) Inhoud Mol is ontevreden met zijn huis; samen met allerlei dieren gaat hij op zoek naar een andere woning. Aan de slag Laat de kleuters luisteren naar het verhaal: Digitaal prentenboek: ● http://www.zelflesgeven.nl/downloads/voortvarend/Ik_wil_ergens_anders_wonen.pps ●
Voor sleutelvragen en activiteiten bij het boek, zie http://www.jufbianca.nl/2011/10/wonen-een-verhalend-ontwerp/
Het huisje dat verhuisde / Virginia Lee Burton (bouwen, tekenen of knutselen) Inhoud Een huisje op het platteland komt langzamerhand in het centrum van een grote stad vol stof en rook te liggen. Gelukkig kan het huisje naar buiten verhuizen waar het de wisseling der seizoenen weer kan beleven. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties ● Zie ook : Het prentenboek als invalshoek / Christine Nieuwmeijer pagina 140 – 159 ● digitaal: http://www.prentenboek.vangorcum.nl/www/prentenboek/?intTMID=9 ○ Leg de 4 prenten in de juiste volgorde ○ Leg 2 prenten naast elkaar: het huisje in het begin, aan het einde: wat is er allemaal veranderd? ● Zie ook http://www.matildasboek.nl/index_Het_huisje_dat_verhuisde.htm ○ Rekenen/wiskunde ○ o Bespreek het verschijnsel van de wassende maan (tijd), zien de kinderen dat ook wel eens ’s avonds? · ○ o
Het boek is ook een goede aanleiding om de seizoenen nog eens te bespreken (tijd).
· ○ o
Bespreek ver weg – dichtbij n.a.v. de ervaringen van het huisje (ruimte).
· ○ o
Laat de kinderen huizen, flats en andere gebouwen bouwen in de blokkenhoek. Geef bijvoorbeeld de opdracht om een flat van 25 verdiepingen
·
te bouwen.
○ Creatieve activiteiten ○ o Laat kinderen zelf een huisje knutselen, veel huisjes kunnen een stad worden. · ○ o
Teken je eigen huis of teken je droomhuis.
· ○ o · ○ o · ○
Bouw van lego, knex of ander bouwmateriaal een straat na. Je kan ook foto’s maken van de huizen waarin de kinderen wonen. Deze worden op legostenen geplakt zodat we een straat van de klas krijgen. Hoe zou die straat dan heten? Geef de kinderen een tekening van het huisje met de landerijen op de achtergrond. Laat de kinderen kiezen welk seizoen het is en het met bijpassende kleuren en tekeningen afmaken.
Muziek
○ o
In ‘Het grote prentenboekenliedjesboek’ staat de partituur met het nummer ‘En het huisje ging verhuizen’
·
Otto in de stad / Tom Schamp Inhoud Otto mag met papa mee naar de stad. Hij is blij want ze gaan met de auto. Onderweg zien ze van alles: grote vrachtwagens, autobussen en veel gekke wagens. Iedereen zoekt zijn weg in het steeds drukker wordende verkeer, in de file staan hoort daar ook bij! Na het bezoek in de stad en een ijsje keren papa en Otto terug naar huis. En op de terugweg valt er net zo goed heel wat te zien... Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties ● http://www.kjv.be/begeleiders/_docs/0809/werkmodel1.pdf ○ Verken het boek samen met de kinderen. Wat vinden ze het grappigste voertuig? Waar zouden ze zelf een keertje mee willen rijden? Je zal steeds iets nieuws ontdekken in de prenten. Merk je ook het bord langs de kant van de weg op, waarop staat 'Ottosnelweg' en 'Kiotto'? Op het einde weet Otto wat hij gaat eten. Weten de kinderen het ook? ○ Op de laatste prent staan de meeste voertuigen op de parking die ook elders in het boek voorkomen. Vinden de kinderen ze allemaal terug? ● Maak een tekening van een wolkenkrabber
Een ridder op de boerderij / Annemarie Bon en Anet Van de Vorst (ill.) Inhoud Fien en haar broertje Teun wonen samen met hun ouders op een boerderij. Op een dag krijgen ze een kaart van hun neefje Milan. Hij komt logeren. Milan woont in de stad en weet niet veel van het
buitenleven. Maar Fien en Teun weten daarmee wel raad. Ze geven Milan, die het liefst naar dvd’s kijkt en ridder speelt, een rondleiding op de boerderij. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat. Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties. ● http://www.lessenpakket.be/lesson/files/VLAM_KLEUTERS.pdf (kip en ei: veel praktische dingen om te gebruiken!) ● http://www.lessenpakket.be/lesson/files/oudstekleuters.pdf (bio hoeve en streekproducten, boerderij, bos ● http://leden.inagro.be/onthaal-op-de-boerderij/Educatie/Basisonderwijs/Boer-inbeeld/BIB-Mama-wat-eten-wij (foto’s + lesfiches) ● Opdrachten Proeven Raadseltjes Rijmen ● Noem eens: - een dier dat melk geeft; - een groene groente; - een fruitsoort die rood is; … ● Wie iets wil proeven steekt een kaartje in de lucht. – ● Ik geef melk en heb zwarte vlekken (een koe). - Ik ben dik en heb een stekkerneus (een varken). - Ik ben rood, rond en heb een kroontje op mijn hoofd (een tomaat). - Ik ben groen en heel erg lang (een komkommer). - Ik leg vaak een ei, ik woon in een hok en ik zeg tok (een kip). … ● Geen boer zonder paard, geen varken zonder (staart). - Ik kakel in de wei en dan leg ik een (ei). - … ● Goed of fout: - Een kip legt een ei. - Een tomaat is blauw. - Een koe geeft chocomelk.
In wat voor een huis woon jij? / Nathalie Häcker (opzegversje) Inhoud In wat voor een huis woon jij? En staat in dit boek jouw huis er ook bij? Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat ● ●
Soorten huizen bekijken In welk huis zou je graag wonen? ● Tekenen ● Met blokken of Lego een huis laten maken? ● Laten plakken (glanspapier, lijm, … voorzien) ● Ter inspiratie deze boeken tonen: ● Mijn eerste boek over huizen / Rosie Mc Cormick ● Hut hok huis: de meest ongewone huizen in de wereld / Alexandra Machowiak en Daniel Mizielinski) ● Een stad: de klok rond / Inklink Firenze
Henri gaat naar Parijs / Saul Bass (ill.) en Leonore Klein (filosoferen) Inhoud Henri woont in een klein dorpje in Frankrijk. Hij droomt ervan om Parijs te zien. In zijn dorp is één bus en een park met vijf bomen en een kerkje. In Parijs, weet Henri, zijn er veel bussen, bomen en kerken. Alles is er anders en dat wil Henri graag zien, dus gaat hij op weg naar Parijs. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties. ● ●
http://jeugdliteratuur.org/download/lestip/jeugdboekenweek-2015-henri-gaat-naarparijs.pdf Verdeel de groep in twee. De ene groep tekent en schrijft kenmerken op van een dorp. De andere groep schrijft de kenmerken op van een stad. Na een tijdje brainstormen breng je beide groepen samen en vergelijk je beide neerslagen. Zijn er veel verschillen tussen een stad en een dorp? Zijn er ook gelijkenissen? Voor oudere kinderen: Bekijk samen met de lezers de mannetjes die van woorden zijn gemaakt, zoals de bakker en de postbode. Door de woorden zo te plaatsen en enkele attributen toe te voegen krijg je mannetjes. Ontwerp samen met de lezers verschillende mannetjes van woorden. Potloodtocht (als je voldoende plaats hebt in de bib) Kies in de groep een leider. Die krijgt een krijtje. De leider krijgt wat tijd om zich te verstoppen in de omgeving. De leider duidt zijn afgelegde weg aan door middel van een potlood te tekenen die de richting aanduidt. Het is vooral belangrijk dat de leider de weg zeker aanduidt als er kruispunten zijn of splitsingen in de weg. De leider krijgt steeds wat voorsprong voordat de andere kinderen de achtervolging inzetten. Kunnen de kinderen de leider inhalen of terugvinden? Je kan ook het krijt vervangen door vooraf uitgeknipte potloden, die dan ook de richting aangeven.
Fred het (heel erg) eigenwijze hert / Pépé Smit (kleuren) Inhoud Fred is een eigenwijs hertje dat uitgekeken is op het bos waar hij woont. Hij gaat de stad in en ontdekt dat hij er anders uitziet dan de mensen. Hij wil schoenen aan en ook frietjes eten, maar daarvoor heeft hij handen nodig. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat http://www.fredhethert.nl/h.html (pret met Fred: aankleedpopje boswachter, verzinsel kleurplaat)
Wat zit er in die kist / Pieter Gaudesaboos (raden, zoeken) Inhoud Het boekje vertelt het eenvoudige verhaal van een kist die in de luchthaven toekomt met een vrachtvliegtuig. Volg de mysterieuze kist op weg naar zijn eindbestemming: van de luchthaven, over zee, naar de haven, het station, het bos, de stad, tot aan de rand van het dorp. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties. ● Maak de kleuters nieuwsgierig naar het boek. Neem 6 dozen van klein naar groot. Stop in de dozen een afbeelding van: een olifant in de grootste, dan een neushoorn, een leeuw, een aap, een kat en een fluitje in de kleinste. Stop de kleinste doos telkens in een grotere tot je één grote doos hebt. Begin bij de grootste doos, laat de kleuters raden welk reuze groot dier er zou in zitten. Open telkens de volgende doos, geef een tip over welk dier in die doos zou kunnen zitten. In het kleinste doosje zit een fluitje. Blaas erop en lees dan het boek voor. ●
Je kan als introductie het filmpje gebruiken. (= niet het volledige verhaal) https://www.youtube.com/watch?v=Z-doTXvo_VU
●
In het boek zitten nog veel dieren verstopt. Zoek de krokodil, de beer en 2 varkens.
●
De kist reist door verschillende landschappen. Wanneer is ze in de stad, wanneer op het platteland?
Onderzeeboot / Bart Van Nuffelen (favoriete boeken van Anton op tafel, vertelplaten beschikbaar, tekenen) Inhoud In Onderzeeboot leven we mee met de kleine Anton, een boekenwurm die droomt van verre horizonten. Maar zijn terrein beperkt zich tot zijn stadstuintje waar zijn mama regeert, gewrongen tussen andere huizen en tuintjes. Tot echter de stoere Stief opduikt en hem meeneemt op spannende avonturen. Zij belanden op het dak van de stad en daar, verheven in de ijle hoogte, zetten zij met hun onderzeeboot koers naar die verre horizonten waar alle avonturen uit de boeken beginnen. Ondertussen staat de ganse buurt beneden in rep en roer en hun grote avontuur eindigt weer netjes beneden op de grond. Maar Anton zal nooit meer dezelfde zijn ... Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat. Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties. ● ●
Tekenen Iedereen maakt een tekening van zijn eigen huis en eventueel tuin, gezien vanuit de lucht. Spelen met de poppetjes Laat de kinderen zelf personages bedenken die in de tuintjes kunnen wonen. Laat ze ook hun eigen droomtuintje tekenen. En creëer zo met alle tuintjes samen een nieuwe stad. De personages die de kinderen getekend hebben worden uitgeknipt (en eventueel op stevig
karton gekleefd). Deze poppetjes worden gemanipuleerd op bijvoorbeeld een stadsplan en zo worden tal van situaties verzonnen die mogelijk kunnen gebeuren in de specifieke tuinen. Let hierbij goed op de voorbereiding van elk verhaaltje waarbij een heldere structuur belangrijk is: een korte inleidende situatie, een middendeel waarin een conflict het verhaal spannend maakt en een bevredigend slot. Deze verhaaltjes worden live aan elkaar getoond. Zij kunnen ook gefilmd worden met een camera boven het stadsplan op een statief. Zo creëer je kleine animatiefilmpjes.
Bij ons in de straat / Koos Meinderts en Annette Fienieg (rijmen, schrijven) Inhoud Bij ons in de straat neemt je mee door de straat van nummer 1 tot en met 11. We leren alle bewoners kennen. Zo woont op nummer 1 een heel voorname Dikke Dame, op nummer 2 een ouwe dief en op nummer 3 een danseres die danst op het dak van haar huis. Aan het eind, op nummer 11, wonen Koos (Meinderts) en Annette (Fienieg) ten slotte zelf. Aan de slag Lees het verhaal voor of vertel kort waarover het gaat Kies 1 of meer opdrachten uit de suggesties ●
Ken je adres: Iedereen heeft een adres. Dat adres vertelt ons waar iemand woont. Elk adres bestaat uit: de straat, het huisnummer, de postcode, de stad of de gemeente. ○ Het adres van de bibliotheek is: Onze bibliotheek ligt in ……………………… De straat van onze bibliotheek is …………………….. Het huisnummer is ……….. De postcode is ………. ○ Mijn eigen adres: In welke straat woon jij? Wat is je huisnummer? In welke stad of gemeente woon jij? ○ Wie woont er in mijn straat? op nummer 1 op nummer 2 ...