Lokale verkenningen KUNSTENAARS Peter Bastiaanssens Geert van der Camp Dora Dolz Risk Hazekamp Martine Herman John Körmeling Floor Kuiper Cor Kraat Henk Oosterling Hieke Pars Lydia Schouten Kamiel Verschuren Kees Verschuren Hans Walgenbach Ben Zeegers
LOF DER ZOTHEID Geert van der Camp
De opdrachtgever vroeg me naar aanleiding van het thema een beeld te maken. In principe heb ik gewoon een beeld op een sokkel geplaatst. Ik wilde een klassiek beeld maken met een licht ironische ondertoon - een beetje parodiërend op klassieke thema's, in dit geval Erasmus. Ik nam daarbij in overweging dat het beeld aan een invalsweg zou worden geplaatst. Het beeld is zo gemaakt dat je er even naar kan kijken terwijl je er met de auto langs rijdt. Het is een totaalbeeld dat je snel, in een oogopslag pakt. Daar komt het eigenlijk op neer: geen details, gewoon een groot ding erin zetten. BEELD VOOR KOOS VALKHOFF Cor Kraat
Het beeld van Valkhoff staat op de Schiedamsedijk omdat zijn vooroorlogse roots hier lagen. Het was een internationale ontmoetingsplek. In de jaren dertig vonden overal optredens plaats en die trend zette zich in de jaren vijftig door. Het beeld van Valkhoff bevindt zich op de kruising van straten waar je voor en na de oorlog kon uitgaan. Ik wilde geen gewoon portret maken en de opdrachtgevers wilden geen beeld zoals dat van Wim Kan & Corrie Vonk in Amsterdam. Het initiatief voor een beeld voor Valkhoff werd genomen door familieleden en door artiesten die nog altijd de muziek van Valkhoff vertolken. Ik ben vertrokken vanuit de vibratie: de trekharmonica van Valkhoff. Daarna ben ik verder gaan abstraheren. Dat rode gedeelte, de harmonica, bevat gekleurd glas zodat de sfeer van de nachtclub symbolisch wordt weergegeven. Maar het beeld gaat ook over de Maas, over het varen, over architectuur, over de wederopbouw van Rotterdam. Het beeld is een coulissenachtig beeld, aanvankelijk heel abstract. Maar de familie zag toch liever de figuur van Valkhoff verbeeld. Daar heb ik me dus in verdiept. Ik heb alle bestaande foto's van Valkhoff bekeken en raakte gefascineerd door zijn magere verschijning. Een magerheid die tot uitdrukking komt in Valkhoffs profiel. Bekijk je zijn foto's, dan zie je dat hij vanaf zijn jeugd tot aan zijn vijfenzestigste nauwelijks is veranderd. Ik wilde een beeld waarin iedereen Valkhoff zou herkennen: of je hem kende toen hij twintig, veertig of zestig was. CHAISE LONGUE Dora Dolz
Rotterdam is een grote stad, vaak onpersoonlijk en onaf, waardoor iedereen met design bezig is. Mijn wens is de woonkamer naar de straat te brengen zodat herinneringen van mensen naar buiten komen. Als kind genoot ik van pleinen omdat ze herinneringen vasthouden. Zoiets wilde ik ook in het Oude Noorden: iets neerzetten dat later herinnerd wordt. Als je die zetel ziet weet je dat je niet in een 'nowhere' terecht bent gekomen, maar op een herkenbare plek. Je moet eigen plekken vinden in je stad, dan krijg je ook je respect weer terug.Kunst in het Oude Noorden werd riskant geacht, niemand durfde er werken te plaatsen. Ik dacht: het is een vreselijke buurt waar veel vandalisme voorkomt, maar mijn beeld is een soort snoepje, een traktatie die mensen niet kapot maken. En het klopt nog ook! Het staat hier nu al jaren. Ik denk dat mensen ook respect voor je werk tonen, wanneer je een goed referentiepunt te pakken hebt. De kracht ligt erin dat het functioneert.
1989 John Körmeling
Dit gebouw is gerealiseerd in 1989. Een mooi getal. Een mooi beeld ook: 1989. Ik wilde dat bovenop het gebouw zetten, als een soort reclame-ding. Aanvankelijk dacht ik aan een duiventil. Heel groot en helemaal verlicht. Maar dit project kon niet doorgaan, omdat ik een beeld moest ontwerpen voor een plein, vlak achter het gebouw. De angst voor duivenpoep bleek zo groot, dat het plan het niet haalde. Van huis uit ben ik architect. Ik zag een getal op het gebouw 4711 in Keulen. Dat zag er gewoon fantastisch uit in neon. Hoe mooi kan een getal op een gebouw niet zijn? Het gaat me puur om de schoonheid ervan. En het gaat over ruimte. Puur architectuur, vind ik. PIONIERSWONING John Körmeling
Ik heb het huisje ontworpen en het zelf op het dak geplaatst. De opdrachtgever is de Rijksgebouwendienst en de architect wilde bij, op of naast het gebouw een beeld. Aanvankelijk had ik geen idee wat ik wilde maken. Uiteindelijk maakte ik een plan waarin ik koos voor een pioniershuis uit het wilde westen, zoals je ze ziet in de strips van Lucky Luke. Dat huisje wilde ik bovenop het douanegebouw zetten, als een herinnering aan al die vrije jongens en ondernemers die naar Amerika trokken en aan land gingen zonder paspoort. Goud zoeken, geld in je broekzak stoppen zonder belasting af te dragen. Dus het vrije leven bovenop een douanekantoor! Amerikanen noemen dit Dutch Colonial False Front, valse gevels, net als Zaanse huisjes. Deze typisch amerikaanse stijl is dus uit Nederland afkomstig, maar amerikaanse architecten balen van deze architectuur. Als je erdoor gefascineerd raakt denken ze dat je niet goed bij je hoofd bent. Toen ik met de maquette aankwam schrok men zich in eerste instantie dood. We dachten: voor zo'n project krijgen we nooit toestemming; het moet immers berekend zijn op windkracht 13 en het vangt veel wind. We kregen in een mum een vergunning. Rotterdam is echt perfect!
ROZENWAND Lydia Schouten
De vraag was simpel: zet een muur van 260 meter neer die drie meter hoog is; biedt de illusie dat je er doorheen kan kijken; en zorg dat het geheel vandalisme-bestendig is. Maarten Struijs heeft de vuilverbrandingsfabriek ontworpen. Het mooie van zijn werk is dat hij weinig invult en de invulling overlaat aan de gebruikers van de fabriek. Ik wilde de muur rondom die vuilverbrandingsoven wel invullen. Die combinatie spreekt me aan. Ik heb gekozen voor de roos omdat daarin pure schoonheid wordt uitgedrukt. Maar ook een roos verwelkt binnen een week en wordt dan tot vuil. Velen vonden het aanvankelijk maar niets, sommigen vonden het zelfs belachelijk. Maar hoe meer men gewend raakte aan de muur - hij staat er nu al drie jaar - hoe meer sympathie ervoor kwam. Ik maakte gebruik van twee zeefdrukken die steeds weer op een andere manier met elkaar worden gecombineerd.Door de herhalende patronen is de muur een statement: automobilisten rijden erlangs en zien dus maar een klein stuk. Maar elk stuk dat je ziet, valt onmiddellijk op. WIT-BETEGELD GEBOUWTJE Martine Herman
Het werk is ontstaan zonder opdrachtgever. Ik zit in mijn atelier vaak uit het raam te staren en had uitzicht op een electriciteitshuisje en een hogedruk-huisje. Zo kreeg ik ideeën. Het was een ongelooflijk gore plek in de stad, die veel overlast bezorgde vanwege de vele dak- en thuislozen die vlakbij de nacht doorbrengen. Het lag er vol met matrassen, wc-papier en andere rotzooi. Ik wilde de plek transparant maken: dat is dus goed schoon maken, betegelen en verlichten.Eerst ben ik naar een bewonersvergadering gegaan, later naar de eigenaar en vervolgens naar het CBK. Zo ontstond het idee de huisjes te betegelen en te verlichten. De verlichting kan je zelf aan en uit zetten: je kan kiezen de huisjes aan de voorzijde te verlichten of aan de zijkanten, of heel romantisch: een beetje licht overal. Nog steeds worden de gebouwtjes met enige regelmaat beklad, maar ach, een doekje erover en het is weer schoon. Ik ben wel erg geschrokken van het eindresultaat: zo wit, zo abstract, al die witte blokjes. Toch vond ik het nog beter dan ik had gedacht. Eerder dacht ik aan een statement of aan een verbeelding van een idee. maar het leverde een beeld op terwijl ik nooit de bedoeling had een beeld te maken! ELECTRICITEITSHUISJE Kamiel Verschuren & Johan Visselier
Dit was een samenwerkingsproject met Johan Visselier in het kader van de Beeld Buitengalerie. Kunstenaars werd gevraagd een beeld uit hun atelier naar buiten te brengen. Ook wij werkten in het kader van het Opzoomeren. Hier vind je een kwaliteit terug die sterk aan het Opzoomeren refereert: respect voor je huis, stoep en straat. We kregen een plein toegewezen in het Kleiwegkwartier waar een soort tramhuisje staat dat de hele buurt van stroom, telefoon, kabel, radio en televisie voorziet. We kozen ervoor de meningen over het plein van buurtbewoners en Dienst Stedebouw & Volkshuisvesting – meer groen in de buurt - tentoon te stellen. Maar het mooiste object op het plein was toch het huisje dat altijd op slot zit en een soort geheime achtergrond heeft: een eigen kathedraal. We wilden het hermetische karakter van het huisje aan de buitenkant tot uitdrukking brengen. Een van de ingrepen bestond uit het tonen van de binnenkant als een soort plattegrond van de kathedraal. Daarvoor maakten we een fotografische constructie van een printplaat en een kerkgebouw, die op de deur van het
huisje werd bevestigd. We hebben ons idee bij de buurt, de Dienst Stedebouw en het CBK neergelegd. Daar hebben we het bij gelaten.
MULTATULI Mattieu Ficheroux
LAURENSKWARTIERPROJECT Kees Verschuren
In de stadsontwikkeling was afgesproken dat na de renovatie van het Laurenskwartier even een time-out in acht zou worden genomen, om te zien hoe Rotterdam om zou gaan met die grote open wond in de stad. Wellicht zou men later dan meer effectief kunnen omgaan met de invulling van het gebied. Voor mij hoeft dat niet, maar het idee van een time-out als periode om te over de stad heb ik wel als uitgangspunt genomen. Ons uitgangspunt was 'tijdelijkheid'. Ik vind dat een tijdelijk werk pas functioneel kan zijn als je daarmee een statement maakt dat interessant is binnen de context waar je werkt: het werkt daar op dat moment. Ik deed een ingreep in de openbare ruimte door het beeld van Erasmus een slag te draaien: ik wilde hem met zijn rug naar de Laurenskerk hebben. Door Erasmus om te draaien, laat ik hem hardop denken wilde ik hem wakker maken, hem betrekken bij het Laurenskwartier en hem niet steeds naar de kerk laten staren. Dat is een statement. Het is een spel met de geschiedenis van de stad, dat getransformeerd is naar de kunst. Het statement is niet zozeer kritisch, maar wel activerend, hoop ik. Lydia Schouten
Bij het Laurenskwartier deden er zo'n twaalf mensen mee, onder wie enkele studenten. Ik wilde het idee van een soort 'thuis' tot uitdrukking brengen: hoe ervaar je 'thuis'? Ik had van een aantal Rotterdammers hun dagelijks leven gevolgd en hen gefotografeerd. Ik zocht naar verhalen over wat er werkelijk in een stad gebeurt naast de dingen die ik zelf verzin. Het zijn verhalen die zich afspelen tussen fictie en werkelijkheid. Ik koos voor een glazen huisje, een kas. Een kas is voor Nederlanders een soort thuiskomen. De eerste dingen die je ziet als je hier land met een vliegtuig zijn de verlichte kassen. Mensen wandelen en laten daar hun honden uit. Ze komen langs het huisje dat ik er had geplaatst en gaan dan kijken en lezen. Er is helemaal niets vernield! Misschien heeft dat iets te maken met de tijdelijkheid van een project. BILLBOARD Risk Hazekamp
Het is een billboard waarop een zelfportret van mij prijkt. Het werk hing aan het einde van Hoogstraat, op de plek waar Rotterdam ooit begonnen is, de plek waar de dam in de Rotte lag, geloof ik. Toen ik als student de mogelijkheid kreeg werk buiten te exposeren wilde ik de aard van mijn werk niet veranderen - en dat was destijds het zelfportret.
ZONNEBLOEMEN Peter Bastiaanssen
Het was in eerste instantie een reactie op een betegeld pleintje. In het kader van het Opzoomeren kon ik dat gebied aanpakken. Opzoomeren is een sociale activiteit in de buurten. Dan kom je hier en je ziet dat alles betegeld is. Alles is dichtgestopt - daar is geen redden meer aan. Ik kon niets anders doen dan tegels verwijderen om plaats te maken voor aarde en zonnebloemen. De bloemen hebben een spottend karakter. Ze spotten een beetje met de omgeving. Het thema waarmee ik werk is burgerlijkheid in het algemeen, maar ook met burgerlijkheid in de kunst. De zonnebloemen ontstonden automatisch. Het is niet zo dat ik dit werk nou zo schokkend vind.
OP RAMEN GEPROJECTEERDE FOTO'S EN FILMBEELDEN Hieke Pars
Het werk maakt deel uit van een reeks projecten in de buurt. Het huis is een dichtgetimmerd pand in de wijk waarin ik woon. In mijn buurt staat een Plataan. Ik heb die naar binnen gehaald en daarna weer naar buiten gebracht. Een boom is immers bestemd voor buiten, maar mijn werk speelt zich altijd op de grens van binnen en buiten af. Binnen stonden dertien projectoren. Projectie is een prachtig mobiel medium. Je kunt je heel snel van de ene plek naar de andere begeven. De geprojecteerde boom is geen eenmalige gebeurtenis, want er gingen vele andere aan vooraf en er volgden nog vele andere. In het kader van het Opzoomeren heb ik nog acht projecten met projecties gedaan van een binnenterrein in Delfshaven. Ik maakte een collage van de geluiden van drie buurtbewoners. Ook werkte ik met een pand dat door gebruikers en dealers werd bewoond. Als eindresultaat heb ik in samenwerking met architecten, de deelgemeente en het CBK al die tijdelijke projecten op een semi-permanente lokatie kunnen plaatsen,. Dat vond ik zeer belangrijk, want zo kon ik een plek maken met kunst voor de bewoners van de straat. Je werkt wel als kunstenaar, maar je maakt toch ruimte voor de bewoners. Ik noem het cultuurproductie. FOTO'S IN HET WITTE DE WITH KWARTIER Floor Kuiper
Voor dit project ben ik door de wijk gaan wandelen en heb dat gefotografeerd wat ik wezenlijk voor de buurt vond. Dus ook contacten die ik had met mensen met allerlei details. Ik woon in Amsterdam en het is juist heel prettig om als buitenstaander door zo'n buurt te lopen en jezelf in een totaal andere omgeving te bewegen. In eerste instantie reageerde niet iedereen even positief, maar uiteindelijk word je een onderdeel van de wijk en leren mensen je beter kennen. Ik heb de foto's vervolgens op alluminiumborden gezeefdrukt en die in een binnentuin van de buurt gehangen. Ik heb de buurtverhalen niet anders willen weergeven dan door foto's. Alleen door de foto's blijft het beeld bestaan.
OPENBAARHEID EN INTERACTIE Hans Walgenbach
Dit is de eerste sessie van een project dat gaat duren tot en met het jaar 2001 als Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa is. In het CBK-pakket zit ook de Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte (BKOR). BKOR gaat in 2001 een rol van betekenis spelen door middel van de Culturele As en de opwaardering van de Internationale Beelden Collectie. De Nota gemaakt over BKOR loopt tot 2001 en behoeft dringend nadere uitwerking. In dit kader hebben we contact gezocht met het Centrum voor Filosofie & Kunst (CFK) om een debat te organiseren dat munitie moet leveren voor de nieuwe Nota BKOR 2001-2006. Dit debat krijgt een aantal componenten: in de eerste plaats dient het debat vanuit een typisch Rotterdamse situatie te worden gevoerd om probleemstellingen te formuleren die betrekking hebben op de specifieke Rotterdamse situatie. Op de tweede plaats zou die probleemstelling volgend jaar aanleiding moeten geven tot een landelijke debat, om in 2001 - in het kader van Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001 - een internationaal debat over BKOR. Als die probleemstellingen en denkbeelden duidelijk en helder worden geformuleerd, zouden de deelnemers aan deze debatten moeten kunnen reageren op vragen vanuit een Rotterdamse context. Ik probeer het eenvoudig samen te vatten, maar de materie is natuurlijk veel complexer. Dat hebben jullie kunnen lezen in de bijlagen waarin Henk Oosterling (CFK) de BKOR aan de orde stelt. Maar het zijn zaken die ons allen aangaan: hoe kunnen we in de toekomst met kunst in de openbare ruimte omgaan? Er zijn een aantal sessies georganiseerd met een typisch Rotterdams karakter. Daar zijn kunstenaars bij betrokken die in het verleden in Rotterdam werken in de openbare ruimte hebben gerealiseerd en problemen en mogelijkheden in Rotterdam hebben geïnventariseerd. Alle sessies zullen uitgewerkt worden in een boekwerk. In deze publikatie worden allerlei aspecten bij elkaar gebracht. Daaraan kunnen in een volgend stadium adviezen worden ontleend. Ik vind dit heel spannend! Het is de eerste keer dat we als CBK voor zo'n benadering kiezen. In dit kader vind ik het ook heel belangrijk dat we nu een echt samenwerkingsproject hebben met het CFK, omdat er zo andere dimensies worden aangedragen dan louter beeldende kunst. Ik verwacht er dus een hoop van. Henk Oosterling
Door hedendaagse transport- en communicatiesystemen is de openbare ruimte gedynamiseerd en ingrijpend veranderd. Alles gaat sneller dan we ooit voor mogelijk hebben gehouden. Iemand uit Crooswijk die moeilijk ter been is, ervaart de openbare ruimte anders dan iemand die 's ochtends met zijn auto naar zijn werk in Amsterdam rijdt. Iemand die thuis telewerkt heeft weer een andere ervaring van de openbare ruimte. Er zijn een heleboel manieren om je tot de openbare ruimte te verhouden. We ontkomen er daarom niet aan over vele openbare ruimtes te spreken. Plekken, observatie en participatie Geert van der Camp
Misschien wordt de openbare ruimte op verschillende manieren gebruikt. Maar is die ruimte nu werkelijk anders dan dertig jaar geleden? Oosterling
Mensen doen nu dingen binnenshuis die ze voorheen buiten deden, en andersom. De media
spelen daarin een grote rol: van auto’s tot beeldschermen en gsm-etjes. Ook wordt de stad anders gebouwd en gerenoveerd dan pakweg dertig jaar geleden. Een hedendaags plein, zoals het schouwburgplein, heeft functies die het in het verleden niet kende. Wat zijn de consequenties voor kunstenaars? Verandert kunst mee met de openbare ruimte? Kees Verschuren
Voor mij is de toeschouwer steeds belangrijker geworden. Meer dan vroeger krijgt hij van mij een plek in mijn werk. BEELD VERSCHUREN Oosterling
Heb je het over toeschouwers of participanten? Is jouw werk in het Brainpark – Sjattoodoo in dit opzicht anders van karakter dan je vroegere werk? Kees Verschuren
Dat kan ik niet zeggen. Maar er is wel sprake van een andere gevoeligheid in het werk dat ik bijvoorbeeld onlangs realiseerde in Zwolle. Samen met een landschapsarchitect werkte ik aan het ontwerp van een park in een gerenoveerde jaren zestig woonwijk. Daarin ga ik terug naar het ontstaan van de plek en ontwierp daarvoor een specifieke beeldtaal. Enerzijds benaderuk ik de geschiedenis van de lokatie, anderzijds verwijzen de sculpturale elementen naar de toekomstige geschiedenis. Het is een openbare plek waar mensen elkaar verhalen kunnen vertellen. Oosterling
Is daar ook sprake van in het werk van het Observatorium? Jullie plaatsen objecten in het landschap en stellen deze aan mensen ter beschikking. Betekent openbaar dat er een principiële keuze wordt gemaakt voor communicatie en interactie? Van der Camp
We werken met drie kunstenaars aan het Observatorium. We hebben een verblijfplaats gebouwd waar mensen kunnen vertoeven, dingen kunnen achterlaten, reacties kunnen geven. Al die dingen stellen we daar tentoon in een soort 'hotel-situatie': je bouwt een huisje of object waar mensen in kunnen, waardoor ze een onderdeel van het beeld worden. Maar zodra iemand anders een bezoek brengt, wordt hij op zijn beurt een beschouwer van het beeld. Het Observatorium kan op manieren gelezen worden. Er komen verschillende produkten uit voort die ook weer getoond en gelezen kunnen worden. Zo kan participatie aan die openbare ruimte op verschillende niveau's plaatsvinden. Oosterling
Waar houdt precies het openbare karakter in? Van der Camp
Dat verschuift voortdurend van het ene niveau naar het andere. Als je je in het beeld bevindt, is die situatie voor jou misschien openbaar. Voor een ander getuigt het landschap dat het object omringt van openbaarheid. Weer een ander kan het verblijf in het Observatorium aanduiden als een terugtrekking uit de openbaarheid. Al die facetten willen we ook nog eens tentoonstellen. Openbaar versus privé Kamiel Verschuren
Aan alles wat je maakt, zit een openbaar en een non-openbaar element. Ieder ding dat je
maakt verbergt denkbeelden of privé-gedachten die niet worden meegedeeld. Hieke Pars
Mijn werk wordt openbaar, maar is het in principe niet. Als kunstenaar werk je aan een privéplek die geleidelijk, in de loop van het proces, steeds meer openbaar wordt. De uiterste consequentie is dat de bewoners uiteindelijk ook openbare ruimte worden. Martine Hermans
Openbaarheid is problematisch. Lydia Schouten maakt met haar Rozenwand een enorme muur in de openbare ruimte. Maar als omheining markeert deze muur ook het einde van de openbare ruimte. Wat er achter die muur gebeurt, blijft verborgen. Openbaarheid betekent voor mij: je hoeft geen kaartje te kopen om direct toegang te hebben tot het werk. Oosterling
Zijn jullie invullingen van openbare ruimte niet indicatie voor wat er met de openbare ruimte aan de hand is: de definitie ervan kan naar alle kanten worden opgerekt en blijkt voortdurend te verschuiven. Kamiel Verschuren
Ik geloof niet dat we werden gedreven door het idee van openbaarheid. We wilden het plein activeren en ons afvragen: wat betekent de binnenkant van zo'n huisje nu voor de bewoners rondom het plein? Is dat een vraag naar openbaarheid? Kan je niet beter zeggen: kunst in de stedelijke omgeving waarbij sommige kunstwerken iets zeggen over de openbaarheid van die ruimte? Confrontatie, communicatie,vormgeving? Oosterling
Het denken in termen van binnen/buiten is problematisch. Tv, telefoon, fax, e-mail en gsm verbinden ons met de buitenwereld, terwijl we binnen zijn. Werken kunstenaars met deze spanning en heeft openbaarheid misschien iets met vervreemding te maken? Cor Kraat
Kunst in de openbare ruimte heeft niets met vervreemding, maar meer met confrontatie te maken. Iemand kan vijftig of zestig keer langs een kunstwerk lopen en het nog steeds niet als kunst beschouwen. Eigenlijk maakt dat ook niets uit. Er moet meer ontkunst worden. Openbaarheid is het scheppen van voorwaarden en mogelijkheden om met dingen geconfronteerd te worden zonder dat je er moeite voor hoeft te doen. Kunst confronteert ons onderweg met dingen. Of je nou van kunst houdt of niet, doet niet ter zake. Als de confrontatie er maar is. Als het maar kunst is. Oosterling
Geeft een kunstwerk aanleiding om over openbaarheid na te denken? Zijn er kunstwerken mogelijk die openbaarheid zelf tot kunst maken? Kraat
Dat is mij te filosofisch. Kamiel Verschuren
Bepaalde kunstwerken gaan over openbaarheid of over het openbaar maken van maatschappelijke en openbare issues. Zo willen acties en performances iets openbaren. Een
filosoof die op straat gaat staan oreren, maakt ook zaken openbaar. Hij stelt zaken aan de orde en plaatst ze op de agenda. Dora Dolz
Confrontatie is ook altijd communicatie, negatief of positief. Ik ben het helemaal met Cor Kraat eens. Communicatie maakt verrassingen mogelijk waardoor mensen aan het twijfelen worden gebracht. Het kan om dagelijkse dingen gaan. Communicatie hoeft zeker niet altijd diepzinnig te zijn. Peter Bastiaanssen
Maar dit heeft toch helemaal niets met openbare ruimte te maken? Ieder kunstwerk communiceert. Ook als het in een museum of galerie staat. Dolz
Galeries en musea zijn hoogdrempelig. De straat biedt meer mogelijkheden om met kunst te experimenteren, met mensen te communiceren en contacten te leggen met de buitenwereld. De kloof tussen kunstenaars en het publiek is tegenwoordig enorm. Hedendaagse kunstenaars werken met ingewikkelde theorieën. Zij moeten hun publiek uitvoerig informeren voordat dit begrijpt waar het kunstwerk over gaat. Op straat is dat anders. Oosterling
Suggereer je daarmee dat er 'op straat' een soort vanzelfsprekendheid bestaat? Wat is er dan zo openbaar aan een kunstwerk? Dolz
Dat het buiten staat! Bastiaanssen
Dus we hebben het vandaag over kunst in de open lucht?! Lydia Schouten
Waarom wordt openbaarheid altijd aan kunst gekoppeld? Waarom blijft iedereen van kunstwerken spreken? Kun je je activiteiten in de openbare ruimte niet zien als samenwerkingsprojecten waarbij een hoop disciplines en achtergronden samenkomen? Niemand hoeft mijn muur 'kunst' te noemen. Vanaf het begin werkte ik nauw samen met een architect en een planoloog. Ik zou mijn activiteiten ook onder vormgeving kunnen scharen. Ik heb het idee dat de openbare ruimte vandaag veel groter is geworden. Iedereen is vandaag 'on the move'. Openbaarheid: recht op toegang, vrijheid in beperking? Oosterling
Kunnen met nieuwe media esthetische ervaringen worden opgeroepen? Schouten
Ik denk het wel. Zo kan je electronische teksten in je werk voorbij laten komen. Dat geeft een andere ervaring. Hermans
Een interessant experiment met nieuwe media werd gedaan in de fietstunnel onder de Maas. Men had de beschikking over een electronische tekstbalk en via het internet kon iedereen zijn teksten erop kwijt. Maar binnen de kortste keren kwamen de meest ranzige racistische teksten
de openbare ruimte binnen. Het project werd onmiddellijk afgeblazen. Van der Camp
Maar een computer moet je eerst kopen. Daarom is het geen openbare ruimte. Bovendien is openbaarheid iets anders dan totale vrijheid. Zelfs achter een krant of een publieke discussie gaat een redactie of organisatie schuil. Achter elke brief zit iemand die hem schrijft. Echt anonieme brieven bestaan niet. Kamiel Verschuren
Als je ergens geld voor moet betalen, is het niet meer openbaar. Ik denk dat het internet en de televisie toch tot de openbare ruimte behoren, ook al moet je een computer, een televisietoestel en aansluiting op de kabel hebben. Openbare ruimte is dat waar iedereen het recht heeft te gaan en staan waar hij wil. Hoeveel er ook aan gesleuteld wordt of hoeveel er ook gemold wordt, toch maakt de openbare ruimte deel uit van de universele rechten van de mens. Kees Verschuren
Maar er is toch een verschil tussen openbaarheid en openbare ruimte? Alle dingen die openbaar zijn, zijn toch geen openbare ruimte? Kraat
Dingen veranderen wel, ook de openbare ruimte., maar er blijft een spanning tussen wat je biologisch aankan en wat je geest kan verzinnen. We kunnen wel van alles verzinnen, maar we komen toch nooit onder onze biologische staat uit. Urbane esthetiek: functionaliteit? Oosterling
Zouden we ook kunnen spreken over een grootstedelijke kunst, waarin openbaarheid wordt geënsceneerd? Het Schouwburgplein, de Koopgoot of Lydia Schoutens Rozenwand? Kraat
Natuurlijk is de hele stad kunst. Ze is kunstmatig, want door mensenhanden gemaakt. Alles is kunst. De rest is gewoon begripsverwarring. BEELD DELFTSE POORT Oosterling
‘Jouw’ Delftse Poort is toch niet vanuit hetzelfde concept gemaakt als de Koopgoot, ook al vallen ze allebei onder urbane esthetiek? Als we het hebben over de esthetisering van de urbane omgeving, praten we op technisch vlak al snel over interdisciplinariteit: de samenwerking van verschillende artistieke en technische disciplines. Maar al die architecten, planologen, stedenbouwers en beeldend kunstenaars praten en denken ieder op hun eigen ‘disciplinaire’ manier over openbare ruimte. Begrijpen ze elkaar? Hermans
Hiervoor is in de jaren '70 gezocht naar oplossingen in de zogenaamde Arnhemse School: omgeving-vormgeving als interdisciplinair concept. Kijk je naar projecten, zoals de Leidse Rijn, die vanuit een interdisciplinair concept worden opgezet, dan zie je dat er geen verschil is met het Arnhemse gedachtengoed. Ik heb ooit twee teksten naast elkaar gelegd: ze bleken exact hetzelfde! Van der Camp
Een stad wordt tegenwoordig zo gepland dat het aantal van functies voldoet. Een van die functies is communicatie. Dat betekent niet noodzakelijk met elkaar praten. Ik doel op
werken die via die ruimte communiceren. Dat gebeurt niet expliciet. Je kunt ook communiceren via oude sokkelkunst: als je Bep van Klaveren ziet, communiceer je met het verleden. Dolz
We hebben het over openbare ruimte en kunst in de openbare ruimte. Ik vind dat de openbare ruimte puur functioneel moet zijn. Kunst hoeft dat niet. Oosterling
Maar maakt kunst openbare ruimte dan minder functioneel? Dolz
Nee, kunst voegt gewoon een extra-dimensie toe. Maar de openbare ruimte moet functioneel blijven. Nieuwe stedelijke ruimtes zijn niet altijd functioneel: soms weet je niet eens of je erin kan. Dat is niet functioneel. Ben Zegers
Een heleboel invullingen van die openbare ruimte kunnen naast elkaar bestaan. Ook in de toekomst zullen ze blijven bestaan. Elke opdracht tot het maken van kunst in de openbare ruimte komt voort uit een typische opdrachtsituatie. Zolang verschillende dingen gevraagd en verlangd worden, vindt men verschillende kunstenaars die kunnen doen wat men beoogt. Hermans
Kunstenaars worden te vaak aangesproken op hun al dan niet vernieuwende ideeen. Ook de criticus stort zich graag op de kunstenaar. Maar de vernieuwing begint wat mij betreft bij de opdrachtgevers en niet bij de kunstenaars. Maar dit is een hachelijke zaak. Bastiaanssen
Bovendien betekent het werken in opdracht dat je je autonomie kwijtraakt. Oosterling
Autonomie is toch nooit een issue geweest voor een kunstenaar die in de openbare ruimte werkt? Kom je als kunstenaar met je autonome kwaliteiten binnen in een netwerk van deelgemeentes, buurtgroepen, architecten en stedenbouwkundigen, die ook allemaal autonoom willen zijn? Kraat
In de jaren zeventig reageerden kunstenaars, gestimuleerd door de Rotterdamse Kunst Stichting, zelf op lokaties. Ook Kunst & Vaarwerk reageerde vanaf het begin zelf op de identiteit van Rotterdam. Je hebt wel een idee, maar geen geld. Er waren geen potjes. En percentageregelingen waren gebonden aan een specifiek gebouw. Uiteindelijk zijn we naar het Havenbedrijf toe gestapt. Officiele instanties, zoals het CBK, gaan dan onmiddellijk op hun achterste benen staan. Zij verdienen immers geld met het bemiddelen tussen kunst en kunstenaars. 'Laten jullie de havengravers zich bemoeien met kunst?', vroegen ze ons. De kwestie leverde zelfs vragen op in de gemeenteraad. Dezelfde discussie bestaat nog steeds vooral binnen het CBK. Men wil een beleid waarin iedere steen vastligt. Je kan niet zomaar in de stad aan kunst beginnen. Alles is geregeld - je wordt er gek van. Het CBK houdt autonome monumentale kunst in de buitenruimte tegen. Ze hebben commissies die alleenrecht hebben in het bepalen van de kwaliteit van een kunstwerk.
Bastiaanssen
Laten we aan deze verwarring een einde maken en gewoon alles kunst noemen.