Lokaal samen werken aan gezonde levensjaren en meer levenskwaliteit. UITGAVE IN HET KADER VAN DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2012
Logo Oost-Brabant • Kloosterweg 9, 3020 Herent T 016 46 49 70 of 016 89 06 05 • F 016 46 49 27
[email protected] • www.logo-oostbrabant.be
1
Lokaal samen werken aan gezonde levensjaren en levenskwaliteit.
Inhoud Voorwoord
3
Inleiding: Een preventief gemeentelijk gezondheidsbeleid op maat
4
Thema’s GEZONDE VOEDING EN BEWEGING
8
TABAK
10
ALCOHOL
12
ILLEGALE DRUGS
14
GEZONDHEID EN MILIEU
16
GEESTELIJKE GEZONDHEID
18
BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BORSTKANKER
20
VALPREVENTIE
22
VACCINATIE EN INFECTIEZIEKTEN
24
2
Beste lezer, Op zondag 14 oktober 2012 kiest Vlaanderen nieuwe bestuurders. Zij zullen de komende jaren het gemeente- en provinciebeleid vorm geven. Voor kandidaatraadsleden is dit een belangrijk moment, want zij leggen hun lot in de handen van de kiezer. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat bij elke kiezer ‘een goede gezondheid’ bovenaan het prioriteitenlijstje staat, vragen wij om een degelijke aanpak van belangrijke gezondheidsthema’s in de lokale bestuurprogramma’s: een aanpak die beleid omzet in praktijk. De feiten, cijfers, strategieën en methodieken die deze brochure schetst, zullen u inspireren en op weg helpen. Werken aan levenskwaliteit en meer gezonde levensjaren zal u de voldoening schenken waar elke geëngageerde politieker naar streeft. Logo Oost-Brabant staat tot uw dienst. Wij wensen u succes. Namens Logo Oost-Brabant, Dr. Frank Delvaux, voorzitter Logo Oost-Brabant augustus 2012
3
Inleiding:
Een preventief gemeentelijk gezondheidsbeleid op maat “Gezondheidsbevordering is een proces dat mensen, organisaties en gemeenschappen in staat stelt controle te verwerven over de factoren die hun gezondheid beïnvloeden zodat zij hun gezondheidssituatie kunnen verbeteren”. (SAMENVATTING WHO OTTAWA EN BANGKOK CHARTER).
RECHT OP GEZONDHEID EN EEN GEZONDE LEEFOMGEVING
GEMEENTELIJK BELEID BEÏNVLOEDT GEZONDHEIDSDETERMINANTEN
Iedereen heeft recht op gezondheid en een gezonde leefomgeving1. Elk beleidsniveau - van federaal tot lokaal - heeft daarin een eigen complementaire opdracht. Uiteraard spelen het lokaal bestuur en het OCMW een belangrijke rol om alle bewoners dezelfde kansen op welzijn en gezondheid te garanderen: Als lokaal bestuur staat u het dichtst bij de burgers en kent u het best de noden, maar ook de aanwezige sterktes om een gezond leven voor iedereen te bevorderen2. Als OCMW is het garanderen van het recht op welzijn en gezondheid uw kerntaak3.
Een preventief gezondheidsbeleid beoogt het bevorderen, beschermen en behouden van de gezondheid van alle burger. Naast investeringen in een betaalbare, toegankelijke, laagdrempelige eerstelijnsgezondheidszorg zet elk beleidsniveau sterk in op gezondheidsbevordering. Een integrale benadering van gezondheidsbevordering houdt rekening met de verschillende factoren die gezondheid beïnvloeden. Het model van Whitehead en Dahlgren illustreert de determinerende factoren en hun onderlinge verbanden die inspelen op de gezondheidstoestand van de burger:
EEN PREVENTIEF GEMEENTELIJK GEZONDHEIDSBELEID OP MAAT: VAN ANALYSE TOT ACTIE Het model van Whitehead en Dahlgren
Om uw gemeente en uw OCMW te ondersteunen bij het uittekenen van een preventief gezondheidsbeleid op maat heeft Logo Oost Brabant negen fiches rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen ontwikkeld. Deze fiches willen u stimuleren om een lokale analyse rond gezondheid te maken, om prioriteiten op basis hiervan te maken en haalbare doelstellingen voor de volgende legislatuur vast te leggen. Tegelijkertijd stellen we per thema mogelijke acties, doelmatige projecten en adequate maatregelen voor om deze doelstellingen te verwezenlijken.
4
• Infectieziekten en vaccinatie: tegen 2020 moet een kwaliteitsvol vaccinatiebeleid in Vlaanderen erop gericht zijn de bevolking gedurende het hele leven doeltreffend te beschermen tegen vaccineerbare infectieziekten die een ernstige impact kunnen hebben op de levenskwaliteit6.
Voor een groot deel zijn het factoren waarop het gemeentelijke beleid invloed heeft: de leefstijl (het gedrag van mensen dat van invloed is op hun gezondheid bv. roken, drinken, voeding), de sociale omgeving (o.a. familie, vrienden, buurtgenoten, sociale steun), de leef- en werkomstandigheden (bv. toegang tot belangrijke diensten en middelen) en de maatschappelijke context (economische, culturele en milieu factoren). Een doeltreffend preventief gemeentelijk gezondheidsbeleid dat zowel op aspecten van leefwijze als op structurele en socio-culturele aspecten inspeelt, wint aan effectiviteit, verhoogt de levenskwaliteit van alle burgers, levert meer gezondheidswinst op en helpt sociale ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen weg te werken.
Verder staat het milieu als gezondheidsbepalende en gezondheidsbedreigende factor sterk in de belangstelling binnen de openbare preventieve gezondheidszorg. Vooral de invloed van milieuverontreiniging op gezondheid wordt onderzocht, om gezondheidsrisico’s ten gevolge van deze milieuverontreiniging te voorkomen of te beperken.
De bijgevoegde fiches van Logo Oost-Brabant verdiepen deze thematieken. Ze schetsen de gezondheidsproblematiek per topic en reiken strategieën en acties aan met aandacht voor zowel de bevordering van gezond gedrag en vaardigheden op individueel niveau alsook voor veranderingen in de sociale en fysieke leefomgeving op lokaal niveau.
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLINGEN Om prioriteiten vast te leggen binnen het preventieve gezondheidsbeleid werkt Vlaanderen sinds 1998 met gezondheidsdoelstellingen. Dat zijn specifieke, meetbare en algemeen aanvaarde doelstellingen die binnen een bepaalde periode gerealiseerd moeten worden met het oog op het behalen van gezondheidswinst op bevolkingsniveau. Tot nu toe zijn er gezondheidsdoelstellingen geformuleerd rond zes thema’s, die gemeenten ook als leidraad kunnen hanteren:
PIJLERS VOOR EEN STEVIG LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID Een succesvol lokaal gezondheidsbeleid omvat een mix van interventies op vier belangrijke terreinen: • Regels en handhaving: afspraken en de mogelijke controle erop • Structurele maatregelen: verbetering van de omgeving en de bredere context • Informeren, bekendmaken, sensibiliseren, motiveren • Vroeginterventie en eerstelijnszorg
• Voeding en beweging: het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft. • Tabak, alcohol en drugs: het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen. • Zelfdoding en depressie: de sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2020 verminderd zijn met 20% ten opzichte van 20004. • Borstkankeropsporing: tegen 2012 verloopt het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen van 50 tot en met 69 jaar doelmatiger, d.w.z. voldoende vrouwen nemen deel, meer kankers worden tijdig gevonden en er gebeuren zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken. • Ongevallen in de privésfeer: in het jaar 2002 moet het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer en in het verkeer afnemen met 20%5.
Het lokale gezondheidsbeleid staat voor een langetermijnaanpak op verschillende beleidsdomeinen en wordt bij voorkeur opgenomen als doelstelling in de strategische nota van het meerjarenplan (in het kader van de nieuwe beleid- en beheerscyclus voor gemeenten en OCMW’s). Vervolgens is het belangrijk doestellingen en acties op korte of middellang termijn te formuleren met duidelijke objectieven en budgetten. Uiteraard is participatie en samenwerking met alle actoren in het gezondheidsveld een sleutel tot succes. De vermelding van zowel de participatiemogelijkheden van alle belanghebbenden in deze processen alsook de
5
wijze waarop er samengewerkt wordt met het maatschappelijk middenveld is onmisbaar om de doelstellingen efficiënt te realiseren. Uiteraard is participatie en samenwerking met alle actoren in het gezondheidsveld een sleutel tot succes. Een gezondheidsbeleid dat gedragen is door lokale stakeholders en - nog beter - door de burger in de gemeente - heeft veel meer kans om juiste prioriteiten te leggen, kansengroepen te bereiken en uitgevoerd te worden.
Ten slotte hebben gemeenten ook een voorbeeldfunctie. Ze kunnen zich als ´werkgever´ inspannen voor het welzijn van het personeel in al zijn verscheidenheid en het goede voorbeeld geven in gemeentelijke accommodaties waar werkruimte en publiek toegankelijke ruimten door elkaar lopen. Uiteraard staat u als gemeente en OCMW niet alleen voor deze uitdaging: het Logo team dat in opdracht van de Vlaamse overheid aan de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen werkt, staat paraat om uw gemeente en OCMW te ondersteunen bij het uitwerken en de implementatie van een preventief gemeentelijk gezondheidsbeleid op maat.
Verder is de aanwezigheid van een beleidsverantwoordelijke en een uitvoerende coördinator essentieel voor een succesvol lokaal gezondheidsbeleid. Met de vele diensten, beleidsdomeinen en aanwezige lokale actoren die een bijdrage kunnen leveren aan het gemeentelijke gezondheidsbeleid is een centraal punt nodig waar de acties op elkaar worden afgestemd. De gemeente of het OCMW bekleedt minimum een regiefunctie zowel om actoren te betrekken bij het gezondheidsbeleid als om hen te ondersteunen bij de uitvoering. Daarnaast kan het lokale bestuur een uitvoerende rol opnemen en zelfs acties en projecten opzetten en maatregelen nemen waar nodig.
Contacteer ons: Logo Oost-Brabant | Kloosterweg 9 | 3020 Herent tel. 016 89 06 05 www.logo-oostbrabant.be
Principes van gezondheidsbevordering: • • • • • • •
Empowerment van individuen en community Participatie van alle belanghebbenden in alle stadia en processen Holistisch: fysieke, mentale en sociale gezondheid Intersectoraal Gericht op gelijkheid en sociale rechtvaardigheid Duurzaamheid Verschillende strategieën inzetten om gezondheid te bevorderen
(WHO Working Group on Health Promotion) Evaluation (Rootman, 2001)
1_ Belgische Grondwet (art.23). 2_ Bestuursakkoord tussen het Vlaams, het provinciaal en het lokaal bestuursniveau omtrent een effectief en burgergericht overheidsbestuur in Vlaanderen (kerntakendebat); Politieke thematische werkgroep welzijn & gezondheid – consolidatienota; decreet op de preventieve gezondheidszorg (BS 03/02/04). 3_ Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (B.S. 5.VIII.1976 – err. B.S. 26.XI.1976)1. 4_ Deze doelstelling en een budgetvoorstel voor de komende jaren moet nog goedgekeurd worden door de Vlaamse regering. 5_ Deze doelstelling van 1998 is voorlopig nog niet vernieuwd, maar er worden op verschillende domeinen wel initiatieven genomen om het aantal ongevallen in de privésfeer en het verkeer te doen afnemen. 6_ Deze gezondheidsdoelstelling wordt momenteel ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
6
7
Gezonde voeding en beweging PROBLEEMSTELLING EN CIJFERGEGEVENS
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
Overgewicht is wereldwijd een groot probleem. In Vlaanderen kampt één op drie volwassenen met overgewicht, 14% is echt zwaarlijvig. Bovendien stijgt de prevalentie de laatste jaren fors. Helemaal verontrustend is dat één op vier kinderen tussen vijf en negen jaar teveel weegt. De doorsnee Vlaming drinkt te weinig water en eet onvoldoende brood, groenten en fruit. De consumptie van vlees, frisdrank, alcohol, zoete hapjes en vette snacks ligt dan weer ver boven de aanbevolen hoeveelheid. Op het vlak van beweging doet amper 38% van de bevolking minstens 30 minuten per dag aan lichaamsbeweging. Overgewicht is meer dan een esthetisch probleem. Het is de voorbode van allerlei chronische ziekten: hart- en vaatproblemen, diabetes, kanker, … Bovendien voelen mensen met overgewicht zich minder goed in hun vel. Vlaanderen erkent dit probleem en stelt deze gezondheidsdoelstelling voorop.
Uw gemeente kan kiezen uit uiteenlopende projecten en acties om burgers te sensibiliseren voor een gezonde leefstijl. Sommige acties vergen een minimum aan middelen en zijn heel gemakkelijk uitvoerbaar zoals deze: • Fruitkorf: de meerderheid van de volwassen bevolking haalt de norm van twee stukken fruit per dag niet. Het aanbieden van een fruitkorf voor het eigen personeel of voor de bezoekers verhoogt de fruitconsumptie en maakt het gezondheidsbeleid zichtbaar. • Kleine inspanningen doen wonderen. Een kleine aanmoediging aan de liftdeur die op de voordelen van trapgebruik wijst, is goed voor de gezondheid en de energiefactuur. • U vindt in de gemeente vast en zeker een diëtiste of kinesitherapeut die een voordracht over gezonde voeding en beweging wil verzorgen. Een kookdemonstratie met groenterijke gerechten is een publiekstrekker. • De Gezondheidsrally is een fiets- of wandeltocht doorheen de gemeente, met de actieve voedingsdriehoek als kapstok.
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT:
THEMA VOEDING EN BEWEGING
Met raad en daad kan u de scholen op het grondgebied van uw gemeente aanmoedigen om projectmatig met gezonde voeding en bewegingsbevordering aan de slag te gaan. U kan op het scholenoverleg het Logo een aantal gezondheidsprojecten laten toelichten. Deze interventies worden best ingebed in het gezondheidsbeleid van de school. Verschillende projecten komen in aanmerking:
Verder kan uw gemeente ook omgevingsgerichte interventies uitvoeren. Hieronder kan u zich laten inspireren. Fietstrappers sporen aan om te fietsen tijdens het rusten. Ze worden in een betonnen ondergrond geplaatst voor bestaande zitbanken. Ze zijn vandalismebestendig en uitgerust met een weerstandregelaar.
• Tutti Frutti: een vaste fruitdag op school voor het basis en secundair onderwijs. • Bewegingstussendoortjes: tijd maken om tussen de lessen eventjes alle gewrichten en spieren te laten werken. • Pauzehappie: een analyse van het schoolaanbod aan drankjes en tussendoortjes, gevolgd door een gezond advies van een diëtiste. • Ik Drink Slim: een project rond het aanleren van gezonde drinkgewoonten voor het lager onderwijs, een drinkbus bevordert het dagelijkse drinken van water op school en is spaarzaam voor het milieu.
Ook de aanleg en het onderhoud van degelijke wandel- en fietspaden, een Finse piste of outdoorfitnesstoestellen op publiek toegankelijke plaatsen nodigen uit om te bewegen. Het stimuleren van actief woon- werkverkeer levert gezondheidswinst en fitte werknemers.
Het 10.000 stappen project is een laagdrempelige actie om sedentaire personen aan te zetten tot meer bewegen. U kan hieraan meewerken door werknemers en burgers te sensibiliseren via het promotiemateriaal, het lenen van stappentellers, uitstippelen van gezondheidswandelingen, ....
”Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft.” De hoofddoelstelling omvat vijf subdoelstellingen: • Tegen 2015 stijgt het percentage personen dat voldoende fysiek actief is om gezondheidswinst te behalen met 10 procentpunten. • Tegen 2015 daalt het percentage sedentaire personen met 10 procentpunten. • Tegen 2015 stijgt het percentage moeders dat met borstvoeding start (gemeten op dag 6) van 64% naar 74%. • Tegen 2015 eten meer mensen evenwichtig in overeenstemming met de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek. • Tegen 2015 blijft het percentage personen met een gezond gewicht minstens behouden.
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker voeding en beweging tel. 016 89 06 05
Ook een fietshappening in de gemeente kan voor veel mensen een aanzet zijn om de fiets van stal te halen en in te passen in de dagelijkse verplaatsingen. Zo’n evenement kan u invullen met korte en langere begeleide fietstochten, een fietsparcours met gekke fietsen voor kinderen, het graveren van fietsen, een fittest, de verkoop van tweedehands fietsen, de promotie van het fietsknopennetwerk of een workshop over een goede fietshouding. TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 8
9
Tabak
THEMA TABAK
PROBLEEMSTELLING EN CIJFERGEGEVENS
Er is geen gezonde manier om met tabak om te gaan. Ook voor wie maar enkele sigaretten per dag rookt, gaat het risico op gezondheidsschade pijlsnel de hoogte in. Stoppen met roken loont op elke leeftijd.
Roken is de belangrijkste vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte in de wereld. In België sterven jaarlijks ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen ervan. Omwille van het verschil in consumptie de afgelopen decennia sterven in Vlaanderen zes keer meer mannen dan vrouwen door tabak, maar dit verschil neemt af.
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT:
Tijdens het roken komen nicotine, koolmonoxide en teer vrij die verantwoordelijk zijn voor de schadelijke effecten. Vooral teer, samengesteld uit meer dan vierduizend chemicaliën, heeft nefaste gevolgen voor de gezondheid. Tabak is dan ook sterk kankerverwekkend en mee verantwoordelijk voor een lange lijst van met roken gerelateerde kankers. Bovendien verhoogt roken de kans op hart- en vaatziekten. Er is heel duidelijk een verband tussen roken en COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) en pneumonie. Daarnaast tast roken de vruchtbaarheid aan, zowel bij mannen als bij vrouwen en verhoogt het risico op osteoporose. Roken tijdens de zwangerschap veroorzaakt perinatale overlijdens, laag geboortegewicht, buitenbaarmoederlijke zwangerschappen, afwijkingen in de placenta, misvormingen bij de foetus en vroegtijdige bevallingen. Het verhoogt de frequentie van middenooreffusies en lage luchtwegeninfecties bij kinderen van rokers.
“Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen.” Voor tabak omschrijft de doelstelling twee specifieke streefdoelen: • Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage rokers niet hoger dan 11% (in het schooljaar 2009 - 2010 was dat 13,7%). • Bij personen van 16 jaar en ouder is het percentage rokers niet hoger dan 20% (in 2008 was dat 23%).
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU Van het Europese tot het lokale niveau: elke overheid draagt haar steentje bij aan het terugdringen van het tabaksgebruik. Het Logo en de preventiewerkers kunnen de gemeente ondersteunen op deze vier terreinen:
In 2008 telde België 25% rokers; 21% is dagelijks roker. Meer dan de helft van de bevolking heeft nooit op regelmatige basis gerookt en bijna een kwart is ermee gestopt. Iets meer dan twee derde van de dagelijkse rokers ondernam een stoppoging. De proportie rokers bij jongeren tussen 15 en 24 jaar is eveneens 25% (29% bij jongens en 21% bij meisjes). Dit percentage blijft dus hoog en is niet significant verschillend van de resultaten van 2004, toen het percentage 26% was. Over een periode van 11 jaar is er wel een globale neerwaartse trend. Roken komt vaker voor bij mensen met lagere inkomens, neemt toe met de leeftijd en is het hoogst in de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar, waar één op de drie rookt.
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET:
en tabakologie’ te volgen, zodat de gemeente beschikt over één of meerdere erkende tabakologen die rokers begeleiden tijdens het rookstopproces • een vaste plaats voor het aanbod aan rookstophulp in de gezondheidsrubriek van de gemeentelijke website
CGG Vlaams-Brabant Oost vzw Vital Decosterstraat 86 | 3000 Leuven preventiewerk alcohol en andere drugs tel. 016 32 97 00 Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker tabak, alcohol en illegale drugs tel. 016 89 06 05
3. Informeren en sensibiliseren • voeren van de campagne ‘in iedere roker zit een stopper’ om de RIZIV-terugbetaling van rookstopconsultaties bekend te maken • meewerken aan de actiedag 31 mei, ’rokers verdienen een beloning …als ze 24 uur niet roken’, een laagdrempelige actie die de stopintentie verhoogt • promoten en ondersteunen van tabakspreventie op school, ingebed in het gezondheidsbeleid van de school - game.over@tabak voor de laatste graad van het lager onderwijs: kiezen voor een rookvrij leven - wedstrijd ‘rookvrije klassen’ voor de eerste graad secundair onderwijs: uitstellen van beginnend rookgedrag 4. De organisatie van hulp bij rookstop • jaarlijkse groepscursus ‘stoppen met roken’ onder leiding van een erkende tabakoloog • vorming voor eerstelijnswerkers over werkzame ondersteuningsmiddelen bij rookstop • een opleiding ‘motiverende gesprekstechnieken’ voor welzijns- en gezondheidswerkers in de gemeente
1. Regels en handhaving • afspraken maken tussen de gemeente en de horeca over overlast veroorzaakt door stoeproken • een transparant rookbeleid opmaken voor het gemeente- en OCMW personeel • waken over de naleving van het rookverbod op openbare plaatsen in de gemeente 2. Structurele maatregelen • gezondheidswerkers ondersteunen en stimuleren om de opleiding ‘rookstopbegeleiding
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 10
11
Alcohol
1
THEMA ALCOHOL
PROBLEEMSTELLING EN CIJFERGEGEVENS
preventie van alcoholproblemen een plaats in het meerjarenplan van de beleid- en beheerscyclus van gemeenten.
Alcohol is alom tegenwoordig in iedere Vlaamse stad of gemeente: op café of in het jeugdhuis, in het verkeer, tijdens de jaarmarkt of op de nieuwjaarsreceptie. Hoewel de meeste burgers op een verantwoorde wijze met alcohol omgaan, wordt de gemeente dikwijls geconfronteerd met de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Denk maar aan openbare dronkenschap, lawaaihinder, verkeersongevallen, overlast door jongeren die te veel drinken, vandalisme, gezondheidsproblemen, huiselijk geweld, productiviteitsverlies op het werk. Alcoholgebruik is de derde meest belangrijke risicofactor voor ziekte en invaliditeit. Naast de verslavende werking bestaat er een oorzakelijk verband tussen alcohol en een zestigtal verschillende ziekten en aandoeningen zoals leverziekten, kankers (mondholte, keelholte, strottenhoofd, lever), bloeddrukverhoging, hartziekten en hersenschade. In 2008 werd bij 348 mannen en 128 vrouwen het overlijden rechtstreeks toegeschreven aan alcoholgebruik.
Dit zijn belangrijke cijfergegevens: • 13% van de mannen en 6% van de vrouwen heeft problemen met alcohol. • De leeftijdsgroep 45-54 jaar telt het grootste aantal problematische drinkers (13%). • Bij de leeftijdsgroep 15-24 jaar drinkt 8% problematisch. • 9% van de huisartspatiënten kreeg tijdens het laatste jaar de diagnose alcoholmisbruik of –afhankelijkheid. • Het hoogste percentage bingedrinken (excessief drinken binnen een korte tijd) is te zien bij jongeren tussen 15 en 24 jaar (14%) en dan vooral bij jonge mannen (22%).
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT: “Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen.”
Alcoholgebruik veroorzaakt schade die veel verder gaat dan de lichamelijke en psychische gezondheid van de drinker en deze schade manifesteert zich vooral op lokaal niveau. De politiediensten registreerden in 2009 in het Vlaams gewest 10.508 feiten in verband met openbare dronkenschap, sluitingsuur horecazaken, geheime stokerij, alcohol schenken aan dronken personen of andere niet nader bepaalde feiten. In 2008 is bij 10% van de letselongevallen minstens één bestuurder onder invloed van alcohol. Het gaat om 4.727 ongevallen. Binnen het gezin kunnen ernstige effecten optreden bij de kinderen als gevolg van misbruik door de drinker. Dronkenschap kan ook een negatieve invloed hebben op relaties met partner, ouders, familie en vrienden. Bij 15 tot 30% van de bedrijfsongevallen speelt alcohol een rol. Ziekteverzuim of afwezigheid op het werk liggen twee tot zes keer hoger bij mensen met drankproblemen.
Dit is vertaald in deze subdoelstellingen: • Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage dat meer dan 1 keer per maand drinkt niet hoger dan 20%. • Bij de 15- tot 25-jarigen ligt het percentage jongeren dat minstens 1 keer per week 6 glazen op 1 dag drinkt niet hoger dan 13%. • Bij de mannen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 21 eenheden per week drinkt niet hoger dan 10%. • Bij de vrouwen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 14 eenheden per week drinkt niet hoger dan 4%.
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
Omdat alcoholproblemen een mogelijke hypotheek leggen op de ontwikkelingskansen van jongeren, op het welzijn van gezinnen en op een veilige en leefbare stad of gemeente heeft
Om de noden maar ook de aanwezige sterktes met betrekking tot alcoholgebruik te ontdekken in de gemeente of stad, wordt er best een lokale
analyse gemaakt. Deze analyse biedt houvast voor het uittekenen van een beleid op maat van de gemeente of stad en is idealiter gebaseerd op cijfergegevens én praktijkervaringen van lokale stakeholders rond alcohol. Om een lokale analyse van de alcoholproblematiek te maken kan gebruik worden gemaakt van de quickscan methodiek die in het kader van het ECAT-project (‘to Empower the Community in response to Alcohol Threats’) werd uitgewerkt en die reeds door een vijftiental steden succesvol werd uitgevoerd.
• alternatief vervoer organiseren bij het stadsfestival • een horecacoach aanstellen die fungeert als infokanaal tussen horeca-uitbaters en het lokale bestuur • een vaste link naar De Druglijn en haar campagnes plaatsen op de gemeentelijk website
Op basis van de gegevens van de lokale analyse kan de gemeente vervolgens doelstellingen formuleren en acties uitwerken. Sommige voorvallen kunnen voor de gemeente aanleiding vormen om directe actie te ondernemen en te zoeken naar een snelle en concrete oplossing. Naast het zoeken naar instant oplossingen voor acute problemen is het echter ook nodig om te investeren in een integrale en planmatige aanpak om dergelijke last voor de gemeente of stad in de toekomst te beperken of te vermijden. Als lokaal bestuur kan men dan kiezen om een lokaal alcoholbeleid uit te werken. Het lokaal alcoholbeleid staat voor een langetermijnaanpak op verschillende beleidsdomeinen en wordt dan ook bij voorkeur opgenomen als doelstelling in de strategische nota van het meerjarenplan (in het kader van de nieuwe beleiden beheerscyclus voor gemeenten en OCMW) of gelinkt aan bestaande beleidsplannen van de gemeente of stad (zoals integraal veiligheidsbeleid, verkeers-, gezondheids-, horeca-, fuifbeleid etc.).
3. Informeren en sensibiliseren • campagne ‘-16 geen alcohol, -18 geen sterkedrank’ lanceren in alcoholverkooppunten • een infoavond rond alcohol organiseren voor ouders • educatieve materialen ter beschikking stellen van scholen, het jeugdwerk, welzijnsdiensten, … 4. Vroeginterventie en eerstelijnszorg • vorming voor medewerkers van de sociale dienst van het OCMW rond alcohol • een infokaartje van het lokale hulpverleningslandschap ontwikkelen voor slachtoffers van huiselijk geweld en dit bekendmaken voor politie en eerstelijnsdiensten
De gemeente kan acties ondernemen op vier belangrijke terreinen:
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET:
1. Regels en handhaving • afspraken tussen gemeente, horeca en politie rond extra patrouilles in de uitgaansbuurt • alcoholbeleid opstellen voor het gemeentepersoneel • fuifbeleid voeren in de gemeente waarbij systematisch afspraken worden gemaakt tussen gemeente, politie en organisator
CGG Vlaams-Brabant Oost vzw Vital Decosterstraat 86 | 3000 Leuven preventiewerk alcohol en andere drugs tel. 016 32 97 00 Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker tabak, alcohol en illegale drugs tel. 016 89 06 05
2. Structurele maatregelen • meer verlichting op het speelplein om de sociale controle en het veiligheidsgevoel te bevorderen TERUG NAAR INHOUDSTAFEL
1_ VAD, alcohol in de BBC, versie 19/4/2012
12
13
Illegale drugs
1
PROBLEEMSTELLING EN CIJFERS
THEMA ILLEGALE DRUGS
regelmatig cannabis. 0,1% gebruikte het voorbije jaar regelmatig XTC, 0,2% amfetamines. De cijfers tonen aan dat de meeste jongeren die illegale drugs gebruiken, dat slechts af en toe doen. Vaak gaat het om experimenteren.
Drugs zijn aanwezig in onze samenleving: op café, in het jeugdhuis, op school, maar ook in de wijk en in het verkeer. Problematisch druggebruik legt een hypotheek op de gezondheid van de gebruiker, op de ontwikkelingskansen van jongeren, op het welzijn van gezinnen en op een veilige en leefbare stad of gemeente.
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT:
We zoomen even in op cannabis. Jongeren hebben de neiging om cannabisgebruik te banaliseren. De effecten en risico’s verschillen van persoon tot persoon en hangen af van de gebruikte hoeveelheid, de regelmaat, de plaats en het moment van gebruik. Jongeren kunnen problemen krijgen op school omdat zich concentreren, logisch denken en onthouden moeizamer gaan. Cannabis roken is erg schadelijk voor de longen. Een joint bevat meer teer dan een sigaret. Bij regelmatig gebruik is er kans om afhankelijk te worden. Steeds meer onderzoek toont aan dat regelmatig cannabisgebruik voor blijvende veranderingen in de hersenen zorgt; zeker bij jonge gebruikers. Problematische cannabisgebruikers worden passief, slapen veel en zijn soms ook depressief. Door de illegale status van het product komen veel gebruikers vroeg of laat in aanraking met politie of justitie. Binnen het gezin of in de werkcontext kunnen zich ernstige problemen voordoen zoals partnergeweld of arbeidsongevallen.
“Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen.” Dit is vertaald in deze subdoelstellingen: • Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat ooit cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 14% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dat 19%). • Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 7% (in het schooljaar 2004 - 2005 was dit 9,9%). • Bij 18- tot 35-jarigen is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 8% (in 2004 was dit 10,7%).
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
De gezondheidsenquête van 2008 geeft aan dat 14% van alle Belgen ooit experimenteerde met cannabis. 3% gebruikte de afgelopen maand cannabis. 4% gebruikte minstens eenmaal een andere drug dan cannabis. 1% van de bevolking heeft de afgelopen 12 maanden cocaïne, amfetamines of XTC gebruikt. Meer mannen dan vrouwen gebruiken illegale drugs. In 2009 zegt 19% van de leerlingen in het secundaire onderwijs ooit cannabis gebruikt te hebben. 3% doet dat regelmatig (wekelijks tot dagelijks). Er is een groot verschil tussen jongens en meisjes: op 18-jarige leeftijd gebruiken drie keer meer jongens dan meisjes
Net zoals beschreven bij de fiche over alcohol kan de gemeente ervoor kiezen om ook de problematiek van druggebruik op een beleidsmatige wijze aan te pakken. We bevelen aan om dit samen te doen voor de middelen tabak, alcohol en illegale drugs en tegelijk een streven naar meer gezondheid, meer veiligheid en minder overlast voor ogen te houden. Een lokaal tabak-, alcohol- en drugbeleid kan als operationele doelstelling deel uitmaken van de lokale beleid- en beheerscyclus.
Een dergelijk beleid dat op langere termijn en op geïntegreerde wijze oplossingen zoekt voor de gedetecteerde problemen, levert meer resultaat dan one shot acties. Overleg en samenwerking met de betrokken beleidsorganen in de gemeente of stad, gezondheidswerkers, de hulpverlening, politie, horeca, sport- en vrijetijdsverenigingen, onderwijs en burgers is aangewezen. Net als bij alcohol worden de beleidsdoelstellingen daarna vertaald in actieplannen die bij voorkeur bestaan uit een mix van acties op vier terreinen:
Vindt u dat het hoog tijd is dat de scholen of jeugdbewegingen stilstaan bij alcohol, cannabis en hoe je vrienden helpt als er problemen zijn? Dan is er ‘Maat in de Shit’! Het spelen van ‘Maat in de Shit’ maakt het eenvoudiger om een gesprek of een discussie aan te gaan over alcohol en cannabis. Op een ludieke manier denken de spelers na over het alcohol- en cannabisgebruik van hun vrienden, kunnen ze hun mening kwijt en leren ze hoe ze kunnen reageren op bepaalde situaties. ‘Maat in de Shit’ is geschikt voor 10 tot 25 spelers vanaf 15 jaar.
1. Regels en handhaving • samenwerking met politie rond het uitvoeren van drugcontroles • het uitvoeren van speekseltests in het verkeer
Omdat iedereen erbij wint. Samen voor een lokaal alcohol- en drugbeleid. De VAD ontwikkelde een stappenplan voor lokale besturen om hen wegwijs te maken in het uitwerken van een lokaal alcohol- en drugbeleid.
2. Structurele maatregelen • het aanwerven van een intergemeentelijke drugpreventiewerker, meer verlichting op het speelplein, …
Muziek, lachen, voetbal is mijn drug Met de campagne ‘muziek/lachen/voetbal is mijn drug’ wijzen VAD en de DrugLijn erop dat vier op vijf jongeren nooit cannabis heeft gebruikt en zich ook zonder cannabis amuseert. Postkaartjes met jongeren die zich goed in hun vel voelen, illustreren dit. Met het dragen van de festivalbandjes, die voor de campagne ontwikkeld werden, kunnen jongeren een statement maken. Op druglijn.be vinden ze weetjes en tips over cannabis en over hoe om te gaan met gebruik van vrienden. De prioritaire doelgroep van de campagne zijn 15-18-jarigen die niet of experimenteel gebruiken.
3. Informeren en sensibiliseren • educatieve maatregelen ter beschikking stellen van scholen of jeugdverenigingen • een infoavond organiseren over de risico’s van cannabis voor jongeren en hun ouders, … 4. Vroeginterventie en eerstelijnszorg • promotie van de online cannabis zelfhulp module Op de website van de VAD vindt u een volledig overzicht van alle methodieken en materialen die voorhanden zijn om het gebruik van illegale drugs terug te dringen. Een greep hieruit:
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: CGG Vlaams-Brabant Oost vzw Vital Decosterstraat 86 | 3000 Leuven preventiewerker alcohol en andere drugs tel. 016 32 97 00
Maat in de shit
Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker tabak, alcohol en illegale drugs tel. 016 89 06 05
1_ Gebaseerd op VAD, Cannabis en andere illegale drugs in de BBC, versie 27/8/2012
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 14
15
Gezondheid en milieu PROBLEEMSTELLING EN CIJFERS
Verkeer Het wegverkeer is bron van een groot aantal schadelijke stoffen (o.a. fijn stof, elementair koolstof, NOX, ozon, CO2 en vluchtige organische stoffen zoals benzeen) en lawaai in ons milieu. Fijn stof werkt in op de luchtwegen en zorgt zo voor gezondheidsproblemen zoals bronchitis, harten vaataandoeningen en kanker. Bovendien kan fijn stof de gevoeligheid van astmalijders voor vervuiling verhogen en astma-aanvallen veroorzaken. Hoe kleiner de stofdeeltjes, hoe dieper ze in de longen kunnen doordringen en hoe gevaarlijker ze zijn. Vlaanderen wordt als hotspot voor fijn stof beschouwd. Zo werd in 2011 de daggemiddelde grenswaarde van 50µg/m3 PM10 in 17 Vlaamse meetstations meer dan 35 keer overschreden. De WHO-advieswaarde voor PM10 laat slechts drie overschrijdingen per jaar toe. Deze advieswaarde werd in alle Vlaamse meetstations overschreden. Fijn stof zorgt in Vlaanderen jaarlijks voor een verlies van 79.500 gezonde levensjaren. Dit vormt zo’n 75% van alle verloren gezonde levensjaren ten gevolge van de bestudeerde milieubelasting2. Ook de blootstelling aan omgevingslawaai heeft een belangrijke invloed op de gezondheid. Een rapport van WHO-Europa stelt dat voor een goede gezondheid de nachtelijke geluidsbelasting tot een minimum beperkt moet worden. Uit de Gezondheidsenquête 2008 blijkt dat 1.3% van de Vlamingen (heel) veel en 12% lichte tot matige slaapproblemen heeft ten gevolge van geluidshinder door autoverkeer. Verkeersgeluid afkomstig van weg-, spoorweg- en luchttransport leidt tot het verlies van zo’n 7.400 gezonde levensjaren per jaar.3
Hoe uw gezondheid ervoor staat, hangt af van vele zaken. Ook het leefmilieu speelt daarbij een rol. Milieufactoren zoals blootstelling aan bepaalde dieren en planten of aan verontreinigende stoffen in water, lucht of binnenmilieu kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. De lijst van milieufactoren die onze gezondheid kunnen beïnvloeden is lang. We beperken ons hier tot de volgende: Binnenmilieu Omdat we ongeveer 85% van onze tijd binnenshuis doorbrengen, is de kwaliteit van het binnenmilieu belangrijk. Bedenk ook dat net de meest gevoelige personen zoals zeer jonge kinderen, bejaarden of zieken de meeste tijd binnenshuis doorbrengen. De belangrijkste schadelijke stoffen in huis komen van vocht en schimmel, roken, verbranding (o.a. CO), bouw- en inrichtingsmaterialen, doe-het-zelfactiviteiten en schoonmaak- en bestrijdingsmiddelen. Vocht en schimmels in de woning zorgen in Vlaanderen jaarlijks voor het verlies van 800 gezonde levensjaren. 13% van de woningen heeft een vochtprobleem. Huurders hebben er dubbel zoveel last van dan eigenaars. Het is bekend dat een slechte woningkwaliteit meer voorkomt bij de lagere inkomens.1 In 2010 waren er in België 1465 slachtoffers van CO-vergiftiging en 40 overlijdens te wijten aan CO. Ook voor deze problematiek blijkt uit de statistieken van het Antigifcentrum dat huurders dubbel zoveel risico lopen als eigenaars.
THEMA GEZONDHEID & MILIEU
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
Vanaf de zomer van 2013 zullen de Logo’s de gezondheidsscan van het mobiliteitsplan aanbieden. De deelnemende gemeenten ontvangen een advies op basis van het bestaande mobiliteitsplan. Eind 2012 wordt het pilootproject gestart en kan één gemeente zich kandidaat stellen. Geïnteresseerd? Laat het zeker weten!
Gezonde binnenlucht Als gemeentebestuur kan u de scholen uit uw gemeente aansporen om de binnenlucht in de klas aan te pakken met behulp van de projecten Lekker Fris (basis) of air@school (secundair). Voor de kinderopvangvoorzieningen kan u samen met het Logo de workshop ‘Gezond binnen, Klein beginnen’ organiseren. Ook een sensibilisatiecampagne (met een infostand, artikels, spelnamiddagen,…) naar de algemene bevolking helpen we graag mee opzetten.
De burger met vragen en bezorgdheden Met vragen en klachten van burgers over gezondheid en milieu kan u bij de medische milieukundige van het Logo terecht voor ondersteuning. Er kan ook een aanvraag voor een woningonderzoek gebeuren om eventueel de relatie tussen gezondheidsklachten en de woning te bevestigen.
Fijn stof Fijn stof door verkeer is een globaal probleem, maar toch kunnen we gezondheidswinst boeken door lokaal de concentratie aan fijn stof terug te dringen. De meeste winst behaalt u door de gevoelige doelgroepen te beschermen bv. door het inplannen van scholen en crèches op verkeersluwe locaties. Maar ook deze lokale maatregelen helpen: • een goede verkeersdoorstroming • alternatieven bieden voor het individuele personenverkeer • sensibilisatie-acties zoals ‘met belgerinkel naar de winkel’ • promoten van het fietsen via de organisatie van een ‘fietshappening’ …..
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent medisch milieukundige tel. 016 89 06 05
Volgens een Europese studie sterven jaarlijks tienduizenden volwassen niet-rokers in de EU aan de gevolgen van passief roken. In België zou passief roken jaarlijks verantwoordelijk zijn voor 2.133 sterftegevallen. 1_ De Sociale Staat van Vlaanderen 2011, Vlaamse Overheid 2_ Buekers J., Torfs R., Deutsch F., Lefebvre W., Bossuyt M. (2012), Inschatting ziektelast en externe kosten veroorzaakt door verschillende milieufactoren in Vlaanderen, studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA, MIRA/2012/06, VITO, 2012/MRG/R/187 3_ Buekers J. et al. 2012
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 16
17
Geestelijke gezondheid PROBLEEMSTELLING EN CIJFERS
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT:
Geestelijke gezondheid wordt door de WHO omschreven als een toestand van welzijn waarbij het individu zich bewust is van zijn of haar mogelijkheden, kan omgaan met de normale spanningen van het leven, productief en vruchtbaar kan werken en de mogelijkheid heeft een bijdrage te leveren aan zijn of haar gemeenschap.
“Tegen 2020 is het aantal suïcides in Vlaanderen met 20% gedaald ten opzichte van het jaar 2000.” Om deze doelstelling te bereiken werden vijf strategieën voorgesteld: • bevorderen van de geestelijke gezondheid met betrekking tot het individu en de maatschappij • laagdrempelige telefonische en online hulp • bevorderen van de deskundigheid van intermediairen en netwerkvorming • ontwikkelen van strategieën voor kwetsbare groepen, bijvoorbeeld mensen met een psychiatrische stoornis, kansarmen, holebi’s, 75-plussers, …. • de ontwikkeling en implementatie van aanbevelingen en hulpmiddelen Binnen deze 5 strategieën moet er extra aandacht zijn voor de kwetsbare groepen.
Geestelijke gezondheid is een heel ruim begrip dat varieert van een goede psychische gezondheid, openbloeien en welbevinden tot geestelijke gezondheidsproblemen en psychiatrische ziekten. Geestelijke gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte, het is een voedingsbron voor het dagelijkse leven. De Vlaamse Overheid focust zich in haar beleid op suïcidepreventie omdat Vlaanderen een bijzonder hoog sterftecijfer heeft wat betreft zelfdoding. In 2009 zijn in Vlaanderen 1.102 mensen overleden door zelfdoding, waarvan 792 mannen en 310 vrouwen. Dit wil zeggen dat er dagelijks drie mensen sterven ten gevolge van zelfdoding. Het Vlaamse suïcidecijfer ligt momenteel anderhalve keer hoger dan het EU-gemiddelde. In vergelijking met 2008 zijn in 2009 8% meer mannen en 4% meer vrouwen overleden door zelfdoding.
Geestelijke Gezondheidsbevordering Als we kijken naar de suïcidecijfers voor Vlaanderen, besluiten we dat we moeten inzetten op preventie. Dit kan door in te spelen op beschermende factoren zoals het verbeteren van vaardigheden om om te gaan met moeilijke situaties of het uitbreiden van een ondersteunende omgeving. Een duale aanpak, waarbij naast het bevorderen van beschermende factoren, ook aandacht is voor het beperken van risicofactoren (alcoholmisbruik, geweld in een gezin, …) heeft meer kans om effectief te zijn op lange termijn.
Het is maar de vraag wat de toekomst brengt... In Griekenland en in Ierland, waar de financiële crisis erg hard heeft toegeslagen, zijn de zelfdodingcijfers met respectievelijk 17% en 13% gestegen in 2009 in vergelijking met het jaar voordien. LEEFTIJDSSPECIFIEKE SUÏCIDE RATES VLAANDEREN, MANNEN EN VROUWEN, 2009
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
RATE (PER 100.000 INWONERS)
60 50
Uw gemeente kan op acties inzetten die het thema geestelijk gezondheid bespreekbaar maken en de weg wijzen naar hulpverlening. Want iedereen – zelfs de sterkste en meest positieve persoon - kan plots een moeilijke situatie doormaken en op hulp aangewezen zijn om een tegenslag te verwerken. Hier stellen we alvast enkele campagnes en projecten voor. We staat tot uw dienst met materialen en advies.
MANNEN
40 30
TOTAAL
20 10
VROUWEN
04
ja 5- ar 9 10 jaa -1 r 4 15 jaa -1 r 9 20 jaa -2 r 4 25 jaa -2 r 9 30 jaa -3 r 4 35 jaa -3 r 9 40 jaa -4 r 4 45 jaa -4 r 9 50 jaa -5 r 4 55 jaa -5 r 9 60 jaa -6 r 4 65 jaa -6 r 9 70 jaa -7 r 4 75 jaa -7 r 9 80 jaa -8 r 4 ja 85 ar + ja ar
0
LEEFTIJD
Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
THEMA GEESTELIJKE GEZONDHEID
Fit In Je Hoofd Voel je je goed in je vel? Dan ben je tot veel in staat. Maar een dipje of tegenslag komt iedereen wel eens tegen. Daarom is er Fit in je hoofd. Deze evidence-based campagne bestaat uit een online aanbod met een zelfbeoordelingstest en advies op maat. Deze website is bedoeld om de geestelijke gezondheid te trainen en te verzorgen. Via materialen (affiches, brochures, artikelen in uw infoblad,…) kan u de burgers of het personeel sensibiliseren.
• ‘Gezond ouder worden’ • een doe-sessie (Tai Chi, lachyoga,…) • een begeleid groepsgesprek over de 10 tips van de ‘fit in je hoofd-campagne’ Stressbuster Gezondheid, gezin, werk, leefomstandigheden, ... zowat elk aspect van ons leven kan, in meer of mindere mate, ooit een stressfactor zijn. Niet goed kunnen omgaan met stress beïnvloedt onze gemoedstoestand en, op langere termijn, zelfs onze fysieke en geestelijke gezondheid.
Omdat Fit in je hoofd de algemene volwassene bevolking als doelgroep heeft, zijn er ook bijzondere projecten voor specifieke doelgroepen op poten gezet:
Stressbuster.be is een gratis, anonieme en toegankelijke online toepassing die alle geïnteresseerden wil coachen om op een gezonde manier met stress om te gaan. Aan de hand van sterk onderbouwde en beproefde methodes wordt elke gebruiker, op maat van zijn of haar leven, gecoacht om stress te herkennen, om de oorzaken van stress te achterhalen en om met specifieke technieken de stress op een gezonde manier de baas te kunnen.
De Goed –Gevoel-Stoel Deze actie bestaat uit drie praatsessies met nadien een pak tips om goed-gevoel-acties te organiseren, met een stoel als symbool. Achter elke poot van de stoel zit een gedachte. Het zijn manieren om net zoals de stoel stevig op je poten te staan. Je kan: • Hulp en steun zoeken • Jezelf beschermen • Jezelf goed doen • Jezelf graag zien
De Zelfmoordlijn De Zelfmoordlijn is een gratis hulplijn voor iedereen die met zelfdoding in aanraking komt. Met steun van de Vlaamse overheid heeft het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ) de laatste jaren de werking van de Zelfmoordlijn gevoelig uitgebreid. Niet alleen werken er meer hulpverleners, sinds 2008 wordt er ook hulp via chatsessies geboden. Dat online aanbod richt zich vooral tot jongeren. En dat werkt, zo blijkt uit de gegevens van het CPZ: de gebruikers van de chatsessies zijn gemiddeld jonger dan die van de telefonische hulpdienst.
De sessies zijn ontwikkeld voor groepen van mensen die het moeilijk hebben in het leven. Mensen die met veel problemen tegelijk worstelen: werk, geld, gezondheid, er bij horen, wonen, …. Mensen die daardoor niet kunnen meedoen aan de gewone manier van leven. Mensen die onmogelijk alleen uit hun situatie geraken en daarbij hulp nodig hebben. Mensen die de steun van een groep nodig hebben. Nok Nok Om jongeren (12-16 jaar) over dit thema te bereiken is www.noknok.be ontworpen. Ze kunnen komen aankloppen met vragen over geestelijke gezondheid, hun eigen verhalen delen en vinden er een hele hoop tips om zelf hun veerkracht en welbevinden te versterken.
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker geestelijke gezondheid tel. 016 89 06 05
Fit in je hoofd – senioren Via een workshopreeks voor ouderen wil men het thema ‘geestelijke gezondheid’ bij deze doelgroep uit de taboesfeer halen. De reeks bestaat uit drie workshops met een huiswerkopdracht
www.vlasp.be
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 18
19
Bevolkingsonderzoek naar borstkanker NEVENEFFECTEN VAN SCREENING TOT EEN STRIKT MINIMUM BEPERKT
Borstkanker is een belangrijk gezondheidsprobleem in Vlaanderen. Van alle kankers is borstkanker diegene die bij vrouwen het meeste voorkomt. Drie op de vier vrouwen met borstkanker zijn ouder dan 50 jaar. We weten nog te weinig over de oorzaken om deze kanker te voorkomen. Het beste wapen tegen borstkankersterfte is vroege opsporing en optimale behandeling. Als borstkanker in een vroeg stadium ontdekt wordt, is de kans op genezing groter en is er meestal een minder ingrijpende behandeling nodig. Kortom: investeren in vroegtijdige opsporing helpt om de sterfte aan borstkanker te verlagen.
Er zijn nadelen: • Zoals bij elk onderzoek is er nooit volledige zekerheid: - 2 tot 3 op de duizend vrouwen bij wie geen afwijking werd gevonden, krijgen toch borstkanker nog voor ze zich opnieuw laten onderzoeken. - 9 op de 10 vrouwen bij wie een afwijking wordt gevonden, blijken na verder onderzoek geen borstkanker te hebben. • Soms groeit een borstkanker zo langzaam dat vrouwen er hun leven lang geen last van hebben. Achteraf gezien was een onderzoek en een behandeling dan niet nodig geweest. • Aan het onderzoek komt een lage dosis röntgenstraling te pas. Er is een heel klein risico dat die straling borstkanker veroorzaakt. Dankzij voortdurende kwaliteitscontrole blijft het risico zo klein mogelijk. • De vrouw moet een paar weken wachten op het resultaat.
BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BORSTKANKER Om de borstkankeropsporing systematischer, doelmatiger en kwaliteitsvol te laten verlopen, heeft Vlaanderen ervoor gekozen om een bevolkingsonderzoek te organiseren. Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker geeft vrouwen van 50 tot en met 69 jaar de mogelijkheid om om de twee jaar een gratis screeningsmammografie te laten nemen. De screeningsmammografie is momenteel de beste manier om borstkanker in een vroeg stadium op te sporen. Het onderzoek gebeurt volgens strenge normen en er is een kwaliteitscontrole. Het onderzoek vindt plaats in een erkende mammografische eenheid. Onze regio beschikt ook over een rondreizende mammobiel die ter plaatse in een dorp of wijk wordt geplaatst om de drempel tot deelname aan het onderzoek zo laag mogelijk te houden. Minimum twee radiologen beoordelen de mammografieën. De vrouw in kwestie en haar arts ontvangen na ongeveer drie weken het resultaat. Bij een bevolkingsonderzoek gaat het om het nut en de risico’s op bevolkingsniveau, vandaar ook de leeftijdsgrenzen.
Maar de voordelen zijn groter: Ondanks deze beperkingen blijft de screeningsmammografie tegenwoordig de beste manier om borstkanker tijdig op te sporen: in de doelgroep van vrouwen tussen 50 en 69 jaar kan een sterftedaling verwacht worden van 25% tot 30% voor borstkanker op bevolkingsniveau. Ook stijgt de kans op genezing indien borstkanker vroegtijdig opgespoord wordt: 55% van de borstkankers vinden we in zo’n vroeg stadium dat ze zo goed als allemaal volledig genezen. 78% van de vrouwen met borstkanker kregen een behandeling waarbij de borst gespaard bleef (geen borstamputatie).
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT: “Tegen 2012 verloopt het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen van 50 tot en met 69 jaar doelmatiger, d.w.z. voldoende vrouwen nemen deel, meer kankers worden tijdig gevonden en er gebeuren zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken.”
20
Heel concreet is het beoogde resultaat van de gezondheidsdoelstelling: • dat ten minste 75% vrouwen uit de doelgroep deelnemen aan het bevolkingsonderzoek; • dat meer kankers tijdig gevonden worden, d.w.z. dat bij een eerste screening ten minste 25% en bij een vervolgscreening 30% van de gevonden (invasieve) kankers kleiner is dan 1 centimeter; • dat het aantal verwijzingen van deelnemende vrouwen niet meer bedraagt dan 5%, zodat zo weinig mogelijk overbodige onderzoeken gebeuren.
bekendmaking en extra ondersteuning. Logo Oost-Brabant ondersteunt u graag bij het opzetten van uw project. Bij ons kan u kennismaken met de beschikbare educatieve materialen en methodieken rond borstkankeropsporing, ontwikkeld door partners met expertise op dit terrein. Wij helpen u in uw communicatie met huisartsen en de doelgroep naar aanleiding van de komst van de mammobiel. Het Logo staat u ook met raad en daad bij om uw eigen plannen, acties en projecten eenvoudig bekend te maken, een vorming, infosessie of voordracht te organiseren, een projectplan op te stellen of een evaluatie te voorzien. Voor meer informatie over de evolutie van het bevolkingsonderzoek en de participatie in uw gemeente kunt u terecht bij het Leuvens Universitair Centrum voor Kankerpreventie (LUCK) – K.U. Leuven op: www.uzleuven.be/leuvens-universitair-centrum-voor-kankerpreventie/resultatenborstkankerscreening.
RESULTATEN BORSTKANKERSCREENING IN DE WERKREGIO VAN LOGO OOST-BRABANT In de periode 2010-2011 zijn er in het oosten van Vlaams-Brabant (30 gemeenten) 31.164 screenings uitgevoerd. In totaal heeft 53% van de doelgroep deelgenomen aan het programma. Ook al is dit een lichte stijging ten opzichte van de vorige rondes, toch zou er minstens een participatiegraad van 75% moeten zijn om de vooropgestelde daling van het sterftecijfer te bekomen. 418 vrouwen werden in deze periode uitgenodigd voor verder onderzoek.
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker borstkankeropsporing tel. 016 89 06 05
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
LUCK | UZ Leuven Kapucijnenvoer 35 | 3000 Leuven Lieve Eeckelaars, externe communicatie tel. 016 33 23 62 of 0800 60 160 (dit is het nieuwe nummer vanaf oktober 2012)
Het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker heeft dus dringend nood aan een bredere % PARTICIPATIE 2010-2011 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Aarschot Begijnendijk Bekkevoort Bertem Bierbeek Boortmeerbeek Boutersem Diest Geetbets Glabbeek Haacht Herent Hoegaarden Holsbeek Huldenberg Kampenhout Keerbergen Kortenaken Kortenberg Landen Leuven Linter Lubbeek Oud-Heverlee Rotselaar Scherpenheuvel-Zichem Tielt-Winge Tienen Tremelo Zoutleeuw TOTAAL
PROBLEEMSTELLING
THEMA BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BORSTKANKER
21
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL
Valpreventie
THEMA VALPREVENTIE
PROBLEEMSTELLING EN CIJFERS
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU
Het thema ongevallen in de privésfeer legt de klemtoon op valpreventie bij ouderen. Valincidenten zijn immers een vaak voorkomend probleem bij deze leeftijdsgroep. Zo valt ongeveer één op drie thuiswonende 65 plussers eenmaal per jaar, één derde onder hen zelfs meerdere keren. Het valrisico blijkt bovendien toe te nemen met de leeftijd. In de residentiële zorg ligt de incidentie nog hoger: ongeveer 50 tot 70% van de rusthuisbewoners valt minstens één keer per jaar.
Met het vergrijzen van de bevolking neemt het belang van preventie toe. Investeren in een veilige publieke en private omgeving met aandacht voor voldoende beweging voor senioren kan een aanzienlijke gezondheidswinst opleveren. Als lokaal bestuur kan u een belangrijke rol spelen om valpreventie voor de ouderen in uw gemeente bespreekbaar te maken. Tal van acties en materialen zijn beschikbaar om valpreventie onder de aandacht te brengen zijn.
Valincidenten kunnen een impact hebben op fysiek, psychosociaal en economisch vlak. In 40 tot 60% van de gevallen leidt een valpartij tot een lichamelijk letsel. Meestal blijft dit beperkt tot verstuikingen, snijwonden en kneuzingen. In 10 tot 15% van de gevallen gaat het over ernstige lichamelijke kwetsuren. Uit valangst gaan ouderen minder bewegen waardoor de spierkracht en het evenwicht afnemen en het risico op vallen verhoogt. De angst om te vallen heeft eveneens een invloed op het sociale leven en de levenskwaliteit: een verminderde beweeglijkheid kan leiden tot isolement, eenzaamheid en depressie. De zorgkosten lopen snel op door opname in een ziekenhuis of woonzorgcentrum.
Een greep uit het projectaanbod: BOEBS BOEBS (Blijf Op Eigen Benen Staan) is een ondersteuningsmiddel dat de praktijkrichtlijn valpreventie bij thuiswonende ouderen helpt te implementeren in Vlaamse gemeenten. BOEBS wil de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van ouderen in de kijker zetten en stimuleren. “Bewegen” en de “veiligheid van de thuisomgeving en de publieke omgeving” zijn prioriteiten voor BOEBS. Ook de link naar de behandeling van risicopersonen komt aan bod.
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET:
Week van de valpreventie Deze actieweek vindt de laatste week van april plaats. Een interventiemix van vormingen, toneel, affiches en folders, knelpuntenwandelingen, de valbus… vestigen de aandacht op de val- en fractuurproblematiek bij ouderen. De beschikbare materialen kunnen ook na de actieweek ingezet worden.
Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker valpreventie tel. 016 89 06 05 www.valpreventie.be
Vormingen over valpreventie U kan ook een vorming over de praktijkrichtlijnen organiseren voor bepaalde beroepsgroepen die in uw gemeente actief zijn. De praktijkrichtlijn richt zich tot huisartsen, verpleegkundigen, ergotherapeuten en kinesitherapeuten in de thuiszorg. Er is ook een aangepaste versie voor het personeel werkzaam in woonzorgcentra. Met zo’n vorming helpt u hen aan kennis en inzichten om in de praktijk valpartijen te detecteren, te evalueren en te behandelen om zo nieuwe valpartijen en mogelijke ernstige gevolgen te voorkomen. Wij verwijzen u naar deskundige lesgevers.
De aangrijpingspunten zijn bewustmaking bij ouderen over de risico’s op vallen en het aanleren van mogelijkheden om vallen te voorkomen. Organisaties en lokale besturen worden gesensibiliseerd om meer beweging en een veilige woonen leefomgeving te faciliteren. Het programma kenmerkt zich door een gefaseerde benadering (eerst bewustmaken, dan oplossingen aanreiken, nadien verankeren), een multifactoriële aanpak met nadruk op bewegings- en omgevingsfactoren en een sterke intersectorale samenwerking in de gemeenschap.
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 22
23
Vaccinatie en infectieziekten PROBLEEMSTELLING EN CIJFERS
DE VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLING LUIDT ALS VOLGT:
Een van de belangrijkste middelen om infectieziekten uit te roeien of in te perken is vaccinatie. Sinds de invoering van een algemene vaccinatie van de pasgeboren baby’s zijn tal van infectieziekten die vroeger vaak voorkwamen, verdwenen of zeldzaam geworden, denk aan difterie en polio.
“Tegen 2020 moet een kwaliteitsvol vaccinatiebeleid in Vlaanderen erop gericht zijn de bevolking gedurende het hele leven doeltreffend te beschermen tegen vaccineerbare infectieziekten die een ernstige impact kunnen hebben op de levenskwaliteit.”
Vlaanderen bereikt, in vergelijking met de andere West-Europese landen, een hoge vaccinatiegraad voor de meeste basisvaccinaties, zeker bij zuigelingen, kleuters en kinderen uit het basisonderwijs. Toch blijft het tijdig toedienen van inhaalvaccinaties een werkpunt. Ook zijn de globale cijfers voor jongeren onvoldoende om groepsimmuniteit voor de betreffende infectieziekte te garanderen. Daarnaast blijven bepaalde groepen niet of te weinig gevaccineerd.
Vlaanderen streeft o.a. naar deze resultaten: • Tegen 2020 is 75% van de 65-plussers gevaccineerd tegen seizoensgriep. • Tegen 2015 zijn er uniforme Vlaamse richtlijnen voor reizigersvaccinatie. Deze zijn bekend bij alle actoren die in Vlaanderen actief zijn bij gezondheidsadvies in verband met reizen, en worden door hen toegepast. • Tegen 2020 is 50% van de zwangere vrouwen gevaccineerd tegen seizoensgriep
In de maanden oktober en november is het voor mensen met diabetes of die lijden aan een andere chronische ziekte, sterk aangeraden om zich tegen griep te laten vaccineren. Ook alle 65-plussers, zelfs als ze zich gezond en fit voelen, doen er goed aan zich jaarlijks te laten inenten. Voor de meeste mensen met griep volstaat het om een weekje uit te zieken, maar met ouder worden verandert het afweersysteem en kan het griepvirus gemakkelijker complicaties zoals longontstekingen veroorzaken. Jaarlijks vaccineren vanaf 65 jaar is daarom een verstandige keuze. Om deze reden voert het Vlaams Griepplatform sinds 2004 griepvaccinatiecampagnes.
Deze gloednieuwe gezondheidsdoelstelling is nog onder voorbehoud van goedkeuring door de Vlaamse Regering.
THEMA VACCINATIE EN INFECTIEZIEKTEN
MOGELIJKE ACTIES EN MAATREGELEN OP LOKAAL NIVEAU Uw gemeente kan zich engageren om de komende jaren actief deel te nemen aan de vaccinatiecampagnes. Zo zorgt u ervoor dat burgers effectief beschermd zijn tegen vaccineerbare infectieziekten: Vlaamse griepvaccinatiecampagne De griepvaccinatiecampagne wil de vaccinatiegraad voor seizoensgriep verhogen bij de algemene bevolking, risicogroepen en personeel van ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen via affiches en folders op strategische plaatsen. In 2011 lag de focus op de 65-69-jarigen. Verschillende lokale besturen schreven alle inwoners uit deze leeftijdscategorie persoonlijk aan. Daarnaast was er een artikel voor in het gemeentelijke infoblad of op de website en een brief waarmee gemeenten huisartsen konden informeren over deze actie.
Europese vaccinatieweek Elk voorjaar vindt de ‘Europese vaccinatieweek’ plaats, een initiatief van de WHO waaraan de Vlaamse overheid haar steun verleent. Het doel is om in heel Europa het belang van vaccinatie onder de aandacht te brengen, ook in uw gemeente. Met als motto ‘Voorkom Bescherm Vaccineer’ vestigen de campagnes vooral de aandacht op herhalingsinentingen tegen ziektes als kinkhoest, rubella, …
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT MET: Logo Oost-Brabant vzw Kloosterweg 9 | 3020 Herent themawerker vaccinatie tel. 016 89 06 05
In Vlaanderen liet 66% van de 65-plussers zich inenten tegen de seizoensgriep van 2008-2009. Van de diabetespatiënten jonger dan 65 jaar, liet 42% zich inenten. Slechts 4% van de zwangere vrouwen liet zich vaccineren. Uit het derde IMA-rapport blijkt dat de griepvaccinatiecampagne wel degelijk nut heeft: de vaccinatiegraad bij 65-plussers is de laatste jaren licht gestegen.
TERUG NAAR INHOUDSTAFEL 24
25
Logo Oost-Brabant • Kloosterweg 9, 3020 Herent T 016 46 49 70 of 016 89 06 05 • F 016 46 49 27
[email protected] • www.logo-oostbrabant.be vu: frank delvaux, Kloosterweg 9, 3020 Herent
28