SAMEN WERKEN AAN VEILIGHEID Integraal Veiligheidsbeleid 2011 - 2015 Gemeente De Marne ‘Samen leven en samen wonen, een veilige gemeente voor iedereen’
Voorwoord Voor u ligt de nota Integraal Veiligheidsbeleid 2011 – 2015. Deze nota is een vervolg op de ingezette beleidslijn sinds 2006. Als aan burgers gevraagd wordt wat ze belangrijk vinden in het leven noemen ze naast gezondheid vaak het onderwerp veiligheid. Veiligheid is een basisbehoefte. Iedereen wil een veilig thuis, een veilige leefomgeving, een veilige werksituatie en een veilig land om in te leven. Het waarborgen van de veiligheid is van oudsher een verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur en het openbaar ministerie, in samenwerking met andere maatschappelijke organisaties. De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat repressief optreden (door politie en brandweer) en het functioneren van het strafrechtsysteem weliswaar een bepaald niveau van veiligheid kan garanderen, maar niet de oorzaken van onveiligheid kan wegnemen of veel voorkomende inbreuken op veiligheid kan tegen gaan. Brandweer, gemeenten, justitie, maatschappelijke partners en politie kunnen de binnen de maatschappij heersende problemen niet alleen oplossen. Dat is gezamenlijke verantwoordelijkheid onder regie van het lokaal bestuur. De specifieke bijdrage van de overheid op het gebied van veiligheid is de laatste jaren veranderd van een regel- en handhavingsrol in een actieve allesomvattende regierol op het gebied van zowel veiligheid als leefbaarheid. Onze moderne samenleving met veel complexe problemen, zeker op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, vraagt om een nieuwe, minder hiërarchische en meer vraag- en probleemgerichte aanpak. Zo is het integrale veiligheidsbeleid ontstaan. De samenwerking tussen lokale overheid en burgers, instellingen en bedrijven is hierbij van cruciaal belang. Deze nota bevat de hoofdlijnen van het Integrale Veiligheidsbeleid voor de periode 2011-2015. Deze hoofdlijnen worden nader geconcretiseerd in uitvoeringsplannen; het eerste daarvan zal betrekking hebben op 2012 en eind 2011 gereed zijn. Het uitvoeringsplan wordt opgesteld door het taakveld Veiligheid, in het kader van de ambtelijke coördinatie van het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB), echter in nauwe samenwerking met de interne en externe partners.
Gemeente De Marne, 23 mei 2011
2
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Visie Inleiding Doelstellingen Integrale Veiligheid, de invalshoeken Uitgangspunten Strategische partners Flankerend beleid Leeswijzer
p. 4 p. 4 p. 4 p. 5 p. 7 p. 7 p. 10 p. 10
2. 2.1 2.2 2.2 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
Veiligheidsvelden en analyse Huidige situatie Veiligheidsanalyse Veiligheidsvelden Demografische gegevens Veilige woon- en leefomgeving Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Fysieke veiligheid Integriteit en veiligheid
p. 11 p. 11 p. 12 p. 13 p. 14 p. 15 p. 17 p. 18 p. 19 p. 21
3. 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3
Aanpak op de veiligheidsvelden en prioriteiten Ambities per veiligheidsveld Aanpak per veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Fysieke veiligheid Integriteit en veiligheid Plancyclus 2011 - 2015
p. 22 p. 22 p. 23 p. 23 p. 24 p. 25 p. 26 p. 27 p. 28
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.3 4.4
Organisatorische borging Veiligheid in de gemeentelijke organisatie Communicatie Politiek - bestuurlijke inbedding Financiën Personeel Controle en borging
p. 29 p. 29 p. 29 p. 29 p. 31 p. 31 p. 32
Bijlage 1 Lijst met afkortingen
p. 33
3
1.
Visie
1.1
Inleiding
Hierbij treft u het Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2015 van de gemeente De Marne aan. In deze nota wordt uitgegaan van vijf veiligheidsvelden, te weten ‘Veilige woon- en leefomgeving’, ‘Bedrijvigheid en veiligheid’, ‘Jeugd en Veiligheid’, ‘Fysieke veiligheid’ en ‘Integriteit en veiligheid’. Met elkaar vormen deze velden het integrale veiligheidsterrein. Binnen deze veiligheidsvelden worden diverse veiligheidsthema’s onderscheiden. Gemeenten zijn de regisseur van het veiligheidsbeleid en als zodanig verantwoordelijk voor de beleidsvoering. De uitdaging is een breed gedragen veiligheidsbeleid te realiseren waar zowel betrokken partners als burgers zich aan kunnen conformeren. Voor het realiseren van een veilige omgeving zijn veel thema’s belangrijk, zoals het handhavingvraagstuk, de jeugdproblematiek, de kwaliteit van de rampenbestrijding, enzovoorts. Deze onderwerpen zijn van groot maatschappelijk belang, waar veel partijen een bijdrage aan kunnen leveren. In de gemeente De Marne wordt op het gebied van veiligheid al op veel fronten samengewerkt zowel intern binnen de gemeente als extern met de overige veiligheidspartners, zoals politie, het Jongerenwerk en het Veiligheidshuis. Er zijn echter steeds nieuwe ontwikkelingen en problemen die het noodzakelijk maken telkens weer met de veiligheidspartners overleg te voeren en het beleid te actualiseren. In deze notitie wordt ingegaan op de verschillende initiatieven die zijn ontplooid, gericht op het verhogen van de veiligheid en leefbaarheid in onze gemeente. Veiligheid heeft niet alleen betrekking op het bestrijden en voorkomen van criminaliteit en overlast, maar ook op het verbeteren van verkeersveiligheid, het beperken van risico’s (ongevallen, rampen) en het verminderen van onveiligheidsgevoelens.
1.2
Doelstelling
Het college wil het volgende bereiken binnen de gemeentegrenzen van De Marne: y Een veilige gemeente De Marne, zowel in de dorpskernen als in het buitengebied; y Creëren en onderhouden van vitale leefbare kernen waarin alle generaties bewoners zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid te bevorderen. y Zichtbaarheid en bereikbaarheid voor bewoners. Dit bewerkstelligt dat gemeente en burgers dichter bij elkaar komen te staan en dat de bewoners ook effectiever ‘verleid’ worden om invulling te geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. y Duurzame sociale en fysieke veiligheid op de terreinen van wonen, werken en recreëren bereiken door effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke lokale partners. Deze nemen hun verantwoordelijkheid en spreken elkaar hierop aan. y Een beweeglijke, alerte gemeenschap hebben die blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publiek en private partijen elkaar bijstaan en versterken in het op peil houden van subjectieve en objectieve veiligheid. y Een breed besef van veiligheid hebben onder alle bewoners van de gemeente De Marne. y Terugdringen van verschijnselen als overlast en inbraken door zowel de negatieve aspecten te bestrijden als de oorzaken van deze verschijnselen aan te pakken.
4
Hiervan afgeleid is de doelstelling van het integraal veiligheidsbeleid:
Het waarborgen van een zo veilig mogelijke gemeente De Marne (in subjectieve en objectieve zin) in samenwerking met alle partners.
Partners (kunnen) zijn: gemeente, alle burgers, politie, jongerenwerk, welzijnsinstellingen, brandweer, woningcorporaties, veiligheidshuis, Openbaar Ministerie, justitie enzovoorts.
1.3
Integrale veiligheid, de invalshoeken
‘Het gevoel van veiligheid bij de burger is een groot goed’. De zorg daarvoor heeft daarom zowel in preventieve als repressieve zin hoge prioriteit. De gemeente kan echter niet alleen de veiligheidsproblemen oplossen, maar werkt op basis van integraliteit. Wat is veiligheid? Dat is het aanwezig zijn van een zekere mate van orde en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hier inbreuk op maakt. Die inbreuken kunnen feitelijke aantastingen betreffen, maar ook gevoelens van onveiligheid. Een brede definitie van het begrip veiligheid is ‘het vrijwaren van schade of verlies’. Er kan onderscheid worden gemaakt in objectieve en subjectieve veiligheid. Bij onveiligheidsgevoelens gaat het naast het voelen van een concrete dreiging, ook om het onbehaaglijk, niet op het gemak voelen. Een ander onderscheid is het onderscheid in fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Objectieve (on)veiligheid
is de feitelijke (on)veiligheid, bedreiging of criminaliteit.
Subjectieve veiligheid
zijn de veiligheidsgevoelens of veiligheidsbeleving van mensen. betreft het mogelijke gevaar (of dreiging daarvan) voor mens en dier dat samenhangt met de veiligheid in verband met de fysieke omgeving. Het gaat om de veiligheidsrisico’s van gebouwen, gevaarlijke stoffen, natuur en verkeer. is veiligheid rond sociale (intermenselijke) relaties en activiteiten. De bedreigingen van de sociale veiligheid zijn velerlei. Het kan gaan om jeugdoverlast en vandalisme maar ook om inbraken, huiselijk geweld, autocriminaliteit en radicalisering.
Fysieke veiligheid
Sociale veiligheid
Wat is integrale veiligheid? Veiligheid is niet alleen een taak van de gemeente. Door middel van een integrale benadering worden organisaties, instellingen én burgers gestimuleerd hun verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid op te pakken. Integraal veiligheidsbeleid is veiligheidsbeleid dat alle veiligheidsvelden bestrijkt, interne en externe partners bij de aanpak betrekt en ook de organisatorische borging van het beleid regelt. Veiligheid is een breed begrip. Een manier om het hanteerbaar te maken en het tegelijk af te bakenen, is door te werken met veiligheidsvelden. Binnen de velden vallen veiligheidsthema’s die bij elkaar passen. De methode kernbeleid veiligheid onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid.
5
Kenmerken van integraal veiligheidsbeleid: De term integraal geeft aan dat het begrip veiligheid veelomvattend is. Centraal in de integrale benadering staat de gedachte dat de zorg voor veiligheid niet alleen een taak is voor bijvoorbeeld de politie, maar dat samenwerking met meerdere partijen, zoals gemeenten, burgers, welzijnsinstellingen en woningbouwcorporaties, noodzakelijk is om te komen tot een goed lopend veiligheidsbeleid. En natuurlijk speelt de burger zelf ook een belangrijke rol bij de veiligheid en leefbaarheid in de leefomgeving. Integrale veiligheid probeert alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen gezamenlijk proberen te komen tot een veiligere samenleving. Het is zaak dat alle schakels van de onderstaande veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. Integrale veiligheidszorg is te beschrijven in een veiligheidsketen, die uit verschillende schakels bestaat. Onderstaand treft u deze schakels aan:
Pro-actie
Preventie
Preparatie
Repressie
Nazorg
Pro-actie
Het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnplanning.
Preventie
Het in een gegeven (potentieel onveilige) situatie treffen van maatregelen die effect hebben op de directe oorzaken van onveiligheid en/of op het verminderen van de gevolgen er van.
Preparatie
De daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid: te denken valt aan het opstellen van rampenplannen en het organiseren van oefeningen. Deze fase is vooral voor brandweer- en rampenhulpverlening en in mindere mate voor criminaliteit en overlast van belang. De bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door daadwerkelijke inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten.
Repressie
Nazorg
Alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar normale verhoudingen. Hierbij is zowel aandacht voor opvang en begeleiding van slachtoffers, als voor opsporing, vervolging en/of begeleiding van daders.
Regierol gemeenten Gemeenten hebben de regie op het lokale veiligheidsbeleid. Volgens Kernbeleid Veiligheid is de regierol de taak van de gemeente om de beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering aan de gang te houden, partners betrokken en aan hun afspraken te houden en nieuwe items snel op te pakken en van een plan van aanpak te voorzien. Met name de burgemeester is gelet op artikel 172.1 gemeentewet belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Vanuit allerlei beleidsterreinen zijn er partners actief met elk hun eigen kennis en ervaring op het gebied van veiligheid. Het grote aantal partners en initiatieven brengt het risico van een versnipperde aanpak met zich mee. Om een versnipperde aanpak van veiligheid te voorkomen, moeten gemeenten de regie voeren over het lokaal veiligheidsbeleid. Omdat de gemeente haar partners in veiligheid kent, kan de gemeente deze partners motiveren, bij elkaar brengen en door dialoog tot afstemming brengen. 6
De burgemeester is bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. Hij bedient zich daarbij van de onder zijn gezag staande politie. Het Rijk heeft in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een visie op de portefeuille integrale veiligheid van de burgemeester en de afbakening met het strafrecht ontwikkeld. Op basis van deze visie wordt bezien welke (bestuurlijke) instrumenten verder nog moeten worden ontwikkeld.
1.4
Uitgangspunten
Het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente is er op gericht om op een systematische en samenhangende manier te werken aan behoud of verbetering van veiligheid in al haar facetten, onder de coördinatie, regie en sturende rol van het lokale bestuur. Het op een goede manier inhoud geven aan dit beleid betekent dat steeds opnieuw de veiligheid in de gemeente moet worden gemeten en waar mogelijk moet worden verbeterd. De belangrijkste uitgangspunten van het integraal veiligheidsbeleid zijn: y y y y y y
Samenwerking met strategische ketenpartners bij de aanpak van veiligheidsvraagstukken Inbedding van het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente De Marne en van externe partners zoals de regiopolitie. Opzetten en bijeenkomen van een werkgroep om de voortgang van het Integraal Veiligheidsbeleid te bespreken en nieuwe acties te formuleren. Niet alleen aandacht voor ontstane problemen (achteraf), maar ook preventief te werk gaan. Bij de uitvoering van het beleid zoveel mogelijk aansluiten bij de reeds bestaande trajecten en structuren. De schaal waarop problemen worden aangepakt, moet zoveel mogelijk overeenkomen met de schaal waarop problemen zich voordoen.
1.5
Strategische partners
1.5.1
Interne partners
Veiligheidsbeleid is een samenhangend beleidsthema waarvoor verschillende partners binnen de gemeente De Marne verantwoordelijk zijn: Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders Bedrijfsvoering & Ondersteuning - Bestuursondersteuning (Juridische zaken, Veiligheid, Rampenbestrijding) - Communicatie Vrom - BRO (Beleid en Ruimtelijke Ontwikkeling - V&H (Vergunning & Handhaving Publiekszaken en Welzijn - Burgerzaken - WZO (Welzijn, Zorg en Onderwijs) Realisatie & Beheer - Infra - Beheer Brandweer (Commandant, medewerker preparatie en 30 vrijwilligers) Sociale Zaken en Werk (gezamenlijke afdeling gemeenten Winsum en De Marne)
7
1.5.2
Externe partners
Gemeente De Marne zoekt binnen het veiligheidshuis steeds meer regionale samenwerking op het gebied van veiligheid. Enerzijds omdat de gemeente onderkent dat de complexiteit en schaal van veiligheidsvraagstukken en het niveau waarop partners zijn georganiseerd, regionale samenwerking nodig maken. Anderzijds omdat dit mogelijkheden biedt voor kennisuitwisseling en efficiëntere werkvormen. De belangrijkste partners worden hieronder toegelicht. Regiopolitie Groningen De politie is in het integrale veiligheidsbeleid van oudsher één van de belangrijkste partners. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid binnen de gemeente. Door te participeren in projecten, zichtbaar aanwezig te zijn en deel uit te maken van voorbereiding van het lokale veiligheidsbeleid speelt de politie een belangrijke preventieve rol. Verder beschikt de politie over repressieve middelen, die waar nodig ingezet kunnen worden. De politie heeft als uitgangspunt de gebiedsgebonden politiezorg. Gebiedsgebonden werken houdt onder meer in dat de politiemensen hun gebied goed kennen, weten welke problemen er spelen en wie de mensen zijn die er leven en werken. Hierin worden buurt- en jeugdagenten aangewezen voor een bepaald geografisch gebied, waarbinnen zij samen met anderen trachten de leefbaarheid en veiligheid van dat gebied te waarborgen. De buurt- en jeugdagent vervult daarmee een poortfunctie voor de rest van de politieorganisatie en heeft daarin een coördinerende taak. Gemeente De Marne kent 3 buurtagenten en 2 jeugdagenten: y Het werkgebied van buurtagent O.R. Beukema is Vierhuizen, Zoutkamp, Houwerzijl, Niekerk, Ulrum, Zuurdijk en Warfhuizen. y Het werkgebied van buurtagent M. Donkerbroek is Leens, Kruisweg, Hornhuizen, Kloosterburen, Molenrij, Lauwersoog, Kleine Huisjes. Daarnaast coördinatie watertoezicht en schipper. y Het werkgebied van buurtagent S.D. van Randen is Eenrum, Wehe den Hoorn, Westernieland, Pieterburen, Mensingeweer, Schouwerzijl, Broek. y Jeugdagent J. Werners heeft als werkgebied Zuidhorn, De Marne en Winsum y Jeugdagent R.J. Zijlstra heeft als werkgebied Zuidhorn, De Marne en Winsum. Openbaar Ministerie Het openbaar Ministerie (OM) is belast met de opsporing en vervolging van strafbare feiten en heeft het gezag over de politie. Het OM heeft voornamelijk een op repressie georiënteerde positie. De laatste jaren wordt meer aandacht besteed aan ketensamenwerking tussen de verschillende justitieketens, waarbij ook de verbinding wordt gezocht met de preventieve keten die noodzakelijk is in het kader van het veiligheidsdenken. Veiligheidshuis Het veiligheidshuis is een constructieve samenwerking tussen justitie-instellingen en gemeentelijke en maatschappelijke organisaties. Een samenwerking om de veiligheid van de provincie te vergroten. Daar waar gezamenlijke of overlappende belangen een rol spelen kan de samenwerking worden verbeterd door nog meer gebruik te maken van het Veiligheidshuis. HALT Noord-Nederland Het ALTernatief voor vervolging door justitie van jongeren tussen de 12 en 18 jaar die zich schuldig hebben gemaakt aan een relatief klein delict is een initiatief van het Ministerie van Justitie, gemeenten en politie en levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. Elke gemeente in Nederland maakt gebruik van een HALT-organisatie. Jongeren van 12 tot 18 jaar, die door de politie zijn aangehouden voor bijvoorbeeld vernieling, ‘kleine’ drugs- en alcoholfeiten, (winkel)diefstal of vuurwerkoverlast krijgen de keuze: naar Justitie of naar HALT. Via een HALT-procedure kunnen jongeren weer rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met Justitie. 8
Burgers De burgers kunnen worden gezien als de deskundigen van hun eigen buurt. Daarom nemen zij een belangrijke plaats in het integrale veiligheidsbeleid in. De burgers hebben een signaleringsfunctie en vervullen in veel gevallen een sleutelrol om te komen tot oplossingen voor problematiek op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. De sociale controle in een buurt, waarmee binding, betrokkenheid en het aanspreken op elkaars gedrag wordt bedoeld, is van wezenlijk belang voor de mate van veiligheid en leefbaarheid. Het verenigingsleven, zoals sport, draagt hieraan bij. Dorpsbelangen vormen een vertegenwoordiging van een bepaald deel van de gemeente en kunnen een bijdrage leveren aan de inbreng van burgers bij de lokale veiligheidsaanpak. Jaarlijks heeft het college overleg met alle dorpsverenigingen in de gemeente om zo op de hoogte te blijven van wat er leeft. Woningstichting Wierden en Borgen Wierden en Borgen heeft een taak met betrekking tot de instandhouding en verbetering van de leefbaarheid in de kernen. Door het plegen van groot onderhoud en het uitvoeren van renovaties wordt daaraan bijgedragen. Verder beschikken woningbouwcorporaties vaak over informatie omtrent de leefbaarheid in een bepaalde buurt. Scholen Scholen zijn belangrijke partners op het thema jeugd en veiligheid en hebben een ‘eigen verantwoordelijkheid’ zoals onder andere een bijdrage aan bewustwording en kennisoverdracht ten aanzien van veiligheidsgerelateerde thema’s. De gemeente verwacht daarnaast van scholen dat ze problemen op het gebied van veiligheid, zowel fysiek als sociaal, signaleren en waar nodig zelf actie ondernemen en/of doorgeven aan de gemeente en andere partners. Maatschappelijke instanties / medische zorg Maatschappelijke instanties zoals RIAGG, jeugd en welzijnsinstellingen, huisartsen, verslavingszorg, diverse belangenverenigingen, GGD, enzovoorts kunnen tevens een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van veiligheid. In de gemeente De Marne zijn jongerenwerkers betrokken bij aspecten op het gebied van jeugd en veiligheid. Veiligheidsregio’s De gemeente De Marne maakt deel uit van de Veiligheidsregio Groningen. De regio draagt bij aan het voorkomen en bestrijden van grootschalige incidenten, rampen en crises. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Groningen wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Overige y Centrum voor Jeugd en Gezin y Melddesk gemeente De Marne y Meldpunt Zorg & Overlast y Discriminatie Meldpunt Groningen y Misdaad anoniem
9
1.6 y y y y y y y y y y y y y y y y
Flankerend beleid
Algemene Plaatselijke Verordening WMO beleidsplan (jeugd(sozen)beleid) Horecabeleidsplan Drank- en horecaverordening Notitie Integraal Handhavingsbeleid Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Evenementenbeleid Schuurfeestenbeleid Gemeentelijk Rampenplan APV Festiviteitenregeling uitvoeringsbesluit APV Beleidsregels parkeerplaats Pieterburen APV Verordening Winkeltijdenwet Veiligheidsregio Beleidsplannen van de politie en het OM Beleid van de provincie Beleid van ministeries Binnenlandse Zaken en Justitie
Toekomst y Burgernet y Bestuurlijke strafbeschikking
1.7
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt een analyse gegeven van de verschillende veiligheidsvelden, waarbij aandacht wordt besteed aan de huidige situatie en cijfermatige ontwikkelingen en de veiligheidsgevoelens van inwoners. In hoofdstuk 3 worden de ambities en aanpak per veiligheidsveld behandeld. De nota wordt afgesloten met hoofdstuk 4 waar ingegaan wordt op de organisatorische borging. De financiële, organisatorische en bestuurlijke kaders komen hierin aan bod. In bijlage 1 is een lijst met afkortingen opgenomen.
10
2.
Veiligheidsvelden en analyse
De huidige veiligheidssituatie is in twee opzichten geanalyseerd ter voorbereiding van het nieuwe veiligheidsbeleid: er is gekeken naar de huidige veiligheidsproblematiek (aantastingen van de veiligheid) en naar de huidige veiligheidsaanpak en verbeterpunten daarin. Beide zijn nodig: alleen zicht op de ‘harde’ veiligheidsgegevens verschaft een onvoldoende basis voor het bepalen van de hoofdlijnen van de aanpak, aangezien dan niet zichtbaar is op welke wijze en met welke intensiteit reeds ingezet wordt op de veiligheidsthema’s.
2.1
Huidige situatie
Over het algemeen kan gesteld worden dat de veiligheidsanalyse van de gemeente De Marne geeft geen reden tot ongerustheid. Er is sprake van stabilisering van het aantal jeugdgroepen en overlast door jeugd. Het wel of niet aanwezig zijn van een hangplek lijkt daarbij van invloed te zijn. Er is wel een lichte toename van het aantal aangiften. Dit heeft vooral te maken met de toenemende mogelijkheden van internet en door een andere werkwijze van de politie. Tevens is er in 2010 ook een lichte stijging van het aantal mishandelingen te zien, maar ook hierin is de registratie verbeterd. In beide is de vergelijking met voorgaande jaren niet geheel relevant. Op een aantal voor veiligheid en leefbaarheid belangrijke sociale domeinen (zoals samen leven en samen wonen, veilig opgroeien en veilige thuissituatie en veilig recreëren) laat de veiligheidsanalyse zien dat er ook verbetermogelijkheden zijn in de aanpak: onze aanwezigheid als lokale overheid in de kernen kan nog effectiever, evenals de gecoördineerde aanpak en aanwezigheid van de verschillende afdelingen in de dorpen. Dit heeft namelijk belangrijke positieve gevolgen voor zowel de feitelijke effectiviteit van de aanpak als voor de beeldvorming bij bewoners: een duidelijke, voorspelbare overheid beïnvloedt de overlast- en veiligheidservaring van bewoners. In de aanpak van jeugd en veiligheidsonderwerpen, en dan in het bijzonder jeugdoverlast, is soms sprake van onvoldoende regie. Het aantal incidenten jeugdoverlast kan verminderen als er sprake is van een duidelijke beleidslijn en besluitvorming voor bijvoorbeeld hangplekken. Wel zien we dat er al een verbetering is ingezet door het opzetten van een Integraal Jeugdoverleg met interne en externe partners en de borging van overlastsignalering. Daarnaast wordt het jeugdbeleid in de bestaande WMO beleidsnota 2011-2014 van gemeente De Marne geactualiseerd. Gemeente De Marne kent ook jaarlijks een groot aantal (grote) publieksevenementen. Ten aanzien van de borging van de veiligheid rond de evenementen blijft actualisering en aanscherping van toezicht, aanpak en regievoering noodzakelijk. Samenvattend zien we als cruciaal in onze aanpak in de komende jaren een zodanige inzet op een aantal centrale veiligheidsitems, dat we de basis onder tolerant en verdraagzaam samen leven en samen wonen, respectvol en met invulling van ieders eigen verantwoordelijkheid en met borging van ieders veilige thuissituatie, extra solide willen gaan maken. Als gemeente kunnen we de veiligheid en leefbaarheid niet in alle opzichten afdwingen - maar we kunnen er wel de randvoorwaarden voor scheppen. Dat heeft dan mede betrekking op ons eigen huiswerk, onze eigen organisatie en de regie- en beleidsvoering. In die opzichten gaan we ons de komende jaren op de sociale domeinen manifesteren.
We kiezen voor het motto:
Samen leven en samen wonen, een veilige gemeente voor iedereen.
11
2.2
Veiligheidsvelden
Veiligheidsvelden
Thema’s
Veilige woon- en leefomgeving
• • • • •
Bedrijvigheid en veiligheid
•
Overlast tussen bewoners / botsende leefstijlen Huiselijk geweld Criminaliteit: woninginbraak, fietsendiefstal, autoinbraken, vernielingen Drugs- en alcoholoverlast Nazorg ex-gedetineerden / veelplegers
• •
Veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelgebeid (inclusief externe veiligheid) Uitgaan/horeca en evenementen Externe veiligheid
Jeugd en veiligheid
• • •
Overlastgevende jeugd(-groepen) Alcohol en drugs Veiligheid in en om de school
Fysieke veiligheid
• • • •
Verkeersveiligheid Brandveiligheid Externe veiligheid Rampenbestrijding
Integriteit en veiligheid
• •
Radicalisering / polarisatie Georganiseerde criminaliteit
Hierna wordt de stand van zaken op de vijf veiligheidsvelden op hoofdlijnen beschreven: 1.
2. 3. 4.
5.
Veilige woon- en leefomgeving. Dit betreft de veiligheid in de alledaagse woon- en leefomgeving. Dat wil zeggen: de woning, de straat, de buurt, de wijk. Indicatoren voor de veiligheid op dit veld zijn de sociale kwaliteit in de buurt (inclusief overlast), de fysieke kwaliteit van de woonomgeving (inclusief verloedering), criminaliteit/objectieve veiligheid (inclusief diverse vormen van geweld) en veiligheidsgevoel/subjectieve veiligheid. Bedrijvigheid en veiligheid. Dit betreft de sociale veiligheid rond winkel- en horecavoorzieningen en bij evenementen en op bedrijfsterreinen. Jeugd en veiligheid. Hierbinnen vallen jeugdoverlast en -criminaliteit, jeugd & alcohol en ‘veilig in en om de school’. Fysieke veiligheid. Hierbinnen vallen de ‘klassieke’ fysieke veiligheidsthema’s, te weten: verkeersveiligheid, brandveiligheid (preventieve en repressieve brandweerzorg), externe veiligheid (veiligheid rond inrichtingen met en vervoer van gevaarlijke stoffen) en de voorbereiding op rampenbestrijding (in het bijzonder de gemeentelijke kolom). Integriteit en veiligheid. Binnen dit veld vallen maatschappelijke verschijnselen die haaks staan op fundamentele regels van onze samenleving en in die zin de integriteit van onze samenleving fundamenteel bedreigen; in dit kader gaat het dan vooral om ‘radicalisering en polarisatie’ en vormen van georganiseerde criminaliteit.
12
2.3
Veiligheidsanalyse
De veiligheidsthema’s betreft een analyse van de bedreigingen per thema. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van cijfermatige bronnen, regionale en landelijke speerpunten en de veiligheidsbeleving van de burger. Daar waar dit relevant is, wordt ingegaan op de huidige aanpak. Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld Zoals iedere gemeente in het gebied van de basiseenheid Zuidhorn ontvangt ook De Marne jaarlijks een Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld (LCVB) van de politie. Dit is het beeld dat de politie heeft van veiligheid en criminaliteit in de gemeente De Marne. De inhoud komt tot stand door zogenoemde ‘harde informatie’ (uit systemen van de politie) te koppelen aan ‘zachte informatie’ (kennis buurt- en jeugdagenten, contactfunctionarissen en andere politiemensen). De zachte informatie is niet te halen uit systemen. Politiemensen die werken in de dorpen en kernen signaleren vaak vroegtijdig ontwikkelingen en kennen de achtergronden van het gebied en haar bewoners. Het LCVB is eerst ter afstemming voorgelegd aan de gemeente, voordat het verstuurd is naar het bestuur. De onderwerpen in het LCVB zijn zoveel mogelijk volgens het VNG-model benoemd en worden in deze nota ook op deze manier weergegeven. Jaarwerkplan Eind 2010 heeft de Basiseenheid Zuidhorn – het werkgebied bestaat uit de gemeenten Zuidhorn, Winsum en De Marne – het Jaarwerkplan (JWP) opgesteld. Dit jaarwerkplan beschrijft de doelstellingen van de basiseenheid Zuidhorn en de daarop gebaseerde inspanningsverplichtingen voor 2011. De doelstellingen van het Openbaar Ministerie zijn verwerkt in de doelstellingen van dit jaarwerkplan. Ook de prioriteiten van de gemeente voor 2011 zijn meegenomen. De jaarplannen zijn zoveel mogelijk regionaal uniform opgesteld. Elk veiligheidsthema is bekeken met behulp van de beschikbare gegevens van de politie, zoals het Jaarwerkplan (JWP) en het Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld (LCVB). Ten aanzien van de harde politiecijfers doet zich echter een dilemma voor: door de overgang van meldingen in een ander bedrijfsprocessensysteem zijn de categorieën waaronder overlastmeldingen worden weggeschreven gewijzigd, waardoor de resultaten over 2008 niet zijn te vergelijken met 2009 en 2010 en zijn daarom niet in de tabel opgenomen.
13
2.3.1
Demografische gegevens gemeente De Marne
Betreft
Per 01-01-2011 24.031 m2
Oppervlakte Aantal woningen
5708
Totaal aantal inwoners
10502
Leeftijdsopbouw 0 tot en met 17 jaar
2123
18 tot en met 64 jaar
6418
65 jaar en ouder
1961
Het aantal misdrijven in gemeente De Marne is in 2010 ten opzichte van 2009 gedaald. Totaal aantal misdrijven in De Marne
Bron
Misdrijven
Aantal inwoners
Misdrijven per 1000 inwoners
2009
LCVB
277
10519
26,3
2010
LCVB
245
10530
23,3
14
2.3.2
Veilige woon- en leefomgeving
Het veld veilige woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema’s die van invloed zijn op de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in gemeente De Marne. Op basis van de beschikbare veiligheidscijfers en kwalitatieve informatie is geanalyseerd welke delicttypen in gemeente De Marne het meest voorkomende en/of de meeste impact hebben op de woon- en leefomgeving. De cijfermatige gegevens zijn in tabel 1 opgenomen: Delict
Bron
2008
2009
2010
Overlast Drugs- en drankoverlast
LCVB
2
2
Verkeersoverlast
LCVB
39
51
Overlast door gestoord/overspannen persoon
LCVB
8
9
Overlast jeugd
LCVB
53
42
Overlast overig
LCVB
63
55
Geweld Zedenmisdrijf
LCVB
2
1
4
Mishandeling
LCVB
34
22
16
Bedreiging
LCVB
15
8
8
Vernieling c.q. Zaakbeschadiging
LCVB
101
89
58
Huiselijk geweld
LCVB
18
6
9
Verdachte OM
LCVB
7
3
6
Opgelegd huisverbod
Gemeente
2*
Criminaliteit Woninginbraak
LCVB
25
10
15
Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen aangiften
JWP
22
6
4
Diefstal van brom-, snor-, fietsen aangiften
JWP
21
11
7
tabel 1
* Per 1 mei 2010 is de uitvoering van de Wet huiselijk gebruik van kracht in gemeente De Marne. Aparte registratie van huiselijk geweld vindt daardoor pas sinds 1 mei 2010 plaats.
Overlast Overlast is een zeer subjectief gegeven en het is daarom moeilijk om aan te geven wat overlast nu precies is. Overlast doet zich in ieder geval voor wanneer iemand hinder ondervindt van de gedragingen van een ander. Vaak gaat het hierbij om schending van iemands privacy of het inbreuk maken op het woon- en leefgenot. In zeer ernstige gevallen ontstaat er een situatie waarin iemand zich bedreigd of geïntimideerd voelt. Overlast kan gemeten worden als het om objectieve overlast gaat, zoals geluidsoverlast, verkeersoverlast en horecagerelateerde overlast. Daarnaast bestaat er ook een subjectieve kant van overlast. Een groep jongeren kan voor de ene bewoner als overlast worden ervaren alleen al door het aanwezig zijn, maar dit is voor een andere bewoner bijvoorbeeld pas overlast bij onbehoorlijk gedrag (grote mond) of door het achterlaten van (veel) afval. 15
Drugsgerelateerde overlast De handel in en gebruik van hard- en softdrugs en de criminaliteit en overlast die daarmee samenhangt heeft veelal impact op de directe woon- en leefomgeving. De inzet van onder andere politie en gemeente is gericht op het aanpakken van drugshandel en eventuele drugspanden. Alcoholgerelateerde overlast Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot huiselijk geweld, overlast door (uitgaande) jongeren op straat, ‘straatdrinkers’, toenemend geweld en agressie, vernielingen, gezondheidsschade, rijden onder invloed en het verlies aan arbeidsproductiviteit. Geweld Het aanpakken van geweldsdelicten heeft hoogste prioriteit. Aangiften met geweld worden daarom met voorrang opgenomen en altijd onderzocht. Er wordt specifieke aandacht besteed aan geweldsdelicten tegen overheidspersoneel. Huiselijk geweld Een bijzondere vorm van geweld is huiselijk geweld dat plaatsvindt in de beslotenheid en ‘veiligheid’ van de woning. Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict. Bijna de helft van de Nederlandse bevolking heeft te maken (gehad) met aanhoudend huiselijk geweld, als slachtoffer, dader of toeschouwer. Aparte registratie vindt sinds 2010 plaats. Vernieling Hieronder verstaan we moedwillig schade aanrichten aan een object. Ook dierenmishandeling, graffiti en openlijk geweld tegen goederen vallen hieronder, evenals beplakken, besmeuren of bekladden van objecten. Vernieling is een vorm van overlast en wordt door burgers als één van de belangrijkste buurtproblemen ervaren. Het blijkt overigens dat vooral bij jeugd relatief veel vernielingen onder invloed van alcohol gepleegd worden. Criminaliteit Criminaliteit is een gedraging, actie, handeling of gebeurtenis die volgens de wet strafbaar is. Te denken valt aan diefstal, vernieling, mishandeling, enzovoorts. Daarbij moet worden opgemerkt dat uit landelijke cijfers blijkt dat de burger woninginbraken als meest zwaarwegend probleem ervaart. Veelplegers Een veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder, tegen wie in zijn hele criminele verleden meer dan 10 processen-verbaal zijn opgemaakt, waarvan de laatste in 2010. Een zeer actieve veelpleger echter, is iemand van 18 jaar of ouder, die in de afgelopen 5 jaar in totaal 10 processen-verbaal kreeg door een misdrijf, waarvan de laatste in 2010. Een stelselmatige dader is een zeer actieve veelpleger die in voorlopige hechtenis is, die tenminste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf en voor wie de veroordelingen ten uitvoer zijn gelegd. Vermogensdelicten Vermogensdelicten zijn diefstallen, gepleegd op of aan de openbare weg of een openbaar toegankelijke plaats. Chantage, heling en verduistering vallen hier ook onder. Aangiften met betrekking tot internetfraude kunnen sinds oktober 2010 via Internet opgenomen worden op www.mijnpolitie.nl (centraal meldpunt Internetoplichting). De registratie is landelijk, maar de aanpak gebeurt door de lokale politie. Nazorg ex-gedetineerden en veelplegers De aanpak van ex-gedetineerden (en veelplegers) valt of staat met een goede aansluiting nazorg. Zonder enige vorm van nazorg is de kans groot dat de ex-gedetineerde al snel weer in zijn oude delictgedrag vervalt en ontstaat de kans op recidive en veelplegergedrag. Om de nazorg goed te laten aansluiten op het justitiële traject is het belangrijk dat er in goed overleg acties ondernomen worden op de gebieden wonen, werk/inkomen, identiteitsbewijs en eventuele (geestelijke) gezondheidszorg. Knelpunten kunnen onder andere ontstaan door de verschillen in werkwijze tussen justitiële instellingen en de gemeente.
16
2.3.3
Bedrijvigheid en veiligheid
Op het veld bedrijvigheid en veiligheid liggen thema’s die te maken hebben met de sociale onveiligheid rondom bedrijvigheid. De cijfermatige gegevens zijn in tabel 2 opgenomen: Delict
Bron
2008
2009
2010
Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen
LVCB
20
10
10
Winkeldiefstal
LVCB
2
0
0
tabel 2
Winkeldiefstal In 2010 zijn geen aangiften bij de politie binnengekomen van winkeldiefstal, maar vermoedelijk worden er wel winkeldiefstallen gepleegd. Daarom zijn veel ondernemers benaderd door de buurtagenten. Het blijkt dat veel winkeliers er geen belang hebben om aangifte te doen, omdat dit (te) veel tijd in beslag neemt in relatie tot een klein bedrag. Vaak kennen winkeliers de daders en lossen dit onderling op. Ook houdt winkeldiefstal een tijdelijk winkelverbod in en dan zijn winkeliers hun klanten tijdelijk ‘kwijt’ en dat willen ze liever niet. Evenementen Evenementen en horecagelegenheden hebben vaak de functie van ontmoetingsplek en bieden veel gezelligheid en vertier. Zij kunnen echter ook overlastproblemen met zich meebrengen, zoals geluidsoverlast, vernielingen, overmatig alcoholgebruik, et cetera. Er worden veel (jaarlijks terugkerende) evenementen georganiseerd in gemeente De Marne. De belangen van de openbare orde en de organisatie van het evenement worden goed afgewogen, voordat er vergunning verleend wordt. Grootschalige evenementen worden onder andere gecontroleerd op de doorgang voor hulpverleningsdiensten en brandgevaar. Het gemeentelijk toezicht op de naleving van de vergunning en de aanwezigheid van een handhavingteam tijdens de evenementen zoals bij de Hemelvaartsmarkt zijn een steeds terugkerend gespreksonderwerp tussen politie en gemeente.
17
2.3.4
Jeugd en veiligheid
Lokaal veiligheids- en jeugdbeleid bevindt zich op het snijvlak van het lokale veiligheidsbeleid en het jeugdbeleid. Het gaat over jongeren die in hun omgeving problemen veroorzaken, maar ook over jongeren die problemen ondervinden en hulp nodig hebben. De cijfermatige gegevens zijn in tabel 3 opgenomen: Delict
Bron
2008
2009
2010
Overlast jeugd
LCVB
53
42
Drugs- en drankoverlast
LCVB
2
2
Individuele jongeren die als verdachte met de politie in aanraking zijn gekomen
LVCB
Verdachte gehoord 0 t/m 11 jaar
“
6
0
0
Verdachte gehoord 12 t/m 17 jaar
“
56
34
23
Verdachte gehoord 18 t/m 24 jaar
“
28
31
24
Verdachte gehoord alle leeftijden
“
169
119
101
tabel 3
Jeugdoverlast De meest genoemde reden voor onveiligheidsgevoelens is overlast van rondhangende jeugd. Ontmoetingsplaatsen voor jongeren geven regelmatig aanleiding tot klachten en worden als overlastgevend ervaren. Zelfs zonder dat er sprake is van strafbare gedragingen. Binnen gemeente De Marne geldt het beleid dat jongeren in de openbare ruimte overal mogen samenkomen en/of rondhangen, mits zij geen overlast veroorzaken voor de direct omgeving. Andere verschijningsvormen van overlast bestaan uit drank- en/of drugsgebruik, vandalisme, geluidsoverlast en het achterlaten van afval en brandstichting. Ook het gooien van (illegaal) vuurwerk in de aanloop naar de oudejaarsviering vormt een bron van overlast. Met name het alcoholgebruik onder jongeren is zorgelijk, doordat jongeren steeds jonger en steeds meer gaan drinken. Naast vormen van overlast heeft dit ook negatieve gevolgen voor de gezondheid. De meeste ouders tolereren het drankgebruik. Overmatig alcoholgebruik kan echter leiden tot blijvende hersenschade, vernielingen, geweld en ongevallen en op termijn tot verslaving, andere ziektes en arbeidsverzuim. Dit leidt tot hoge maatschappelijke kosten. De veelheid aan organisaties en personen die betrokken zijn bij de jeugd, maakt het noodzakelijk dat er goede afstemming en samenwerking plaatsvindt om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip raken. Veilige school In gemeente De Marne zijn 11 basisscholen en 1 school voor voortgezet onderwijs (VMBO). De scholen in gemeente De Marne zijn allen in het bezit van een (verplicht) schoolveiligheidsplan. De leerplichtambtenaar van gemeente De Marne houdt toezicht op het schoolverzuim. Voor schoolverzuim wordt een leerplichtverbaal opgemaakt en jongeren uit gemeente De Marne die zich aan deze vorm van verzuim schuldig maken worden besproken in het Zorg Advies Team. Hierin heeft ook de jeugdagent zitting.
18
2.3.5
Fysieke veiligheid
Het veld fysieke veiligheid bevat de vormen van onveiligheid die samenhangen met verkeer, milieu en gebouwen (brandveiligheid). De cijfermatige gegevens zijn in tabel 4 opgenomen: Delict
Bron
2008
2009
2010
Snelheid
JWP
7
6
5
Helm
JWP
36
22
10
Alcohol
JWP
7
17
8
Verkeersovertredingen overig
JWP
411
378
357
Verkeersongevallen
JWP
78
82
89
94
Verkeersveiligheid
Milieu
LVCB
136
tabel 4
Verkeersveiligheid Verkeersveiligheid wordt door de inwoners beschouwd als één van de prioriteiten. Verkeersongevallen zorgen jaarlijks voor slachtoffers en een specifieke aanpak is wenselijk om te zorgen voor een afname van de ongevallencijfers. Veel van de verkeersongevallen heeft als (mede)oorzaak het niet verlenen van voorrang of onvoldoende afstand houden. Ook wegwerkzaamheden en (verkeerd beladen) landbouwverkeer leveren extra gevaar op. Daarnaast is de (schoolgaande) jeugd een bovengemiddeld risicofactor in het verkeer. Er wordt routinematig handhavend opgetreden tegen foutparkeren, asociaal gedrag en niet ‘handsfree’ bellen. Deel van de routine zijn periodieke algemene verkeerscontroles. Sinds 1 april 2010 worden niet alle verkeersongevallen meer afgedaan door de politie. In gevallen van aanrijding waarbij de schuldvraag onduidelijk is, komt de politie nog wel ter plaatse. Sinds deze datum maakt de politie ook geen Verkeers Ongevallen Registratie (VOR) staten meer op. Per die datum heeft het Verbond van Verzekeraars de registratie van verkeersongevallen op zich genomen. Voor cijfermatige beschouwing wordt verwezen naar deze instelling. De verkeersveiligheid is in de eerste instantie een aangelegenheid van de wegbeheerder (rijk, provincie of gemeente). De politie heeft een toezichthoudende en handhavende taak (naleving Wegenverkeerswet). Gemeente De Marne overlegt met de Unit Districtondersteuning, afdeling verkeer van de regiopolitie Groningen, over te nemen verkeersbesluiten. Hierbij valt te denken aan verkeersmaatregelen op het gebied van parkeren, snelheid, plaatsen van verkeersborden en inrichting van de weg. De inrichting van de infrastructuur is mede bepalend voor de verkeersveiligheid, maar ook voor de handhaving. Zo dienen 30- en 60-kilometerzones aan bepaalde inrichtingseisen te voldoen om hierop daadwerkelijk te kunnen handhaven door de politie.
19
Milieu Bij incidenten op het gebied van milieu valt onder meer te denken aan overtreding van de Visserijwet, illegaal uitrijden van mest, verbranden van afval en incidenten waarbij de gezondheid van dieren in het geding is. Op bepaalde plekken in het Lauwersmeergebied wordt nog wel eens gekampeerd waar dit verboden is. Op basis van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) kan gehandhaafd worden. Intensieve controle van overlastplegers draagt bij aan informatievergaring rond de illegale handelaren in vuurwerk. Ook bestrijding van vuurwerkoverlast tijdens de jaarwisseling is een belangrijk item en bij vuurwerkoverlast door jongeren wordt doorverwezen naar Bureau HALT. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s van de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie. Via www.risicokaart.nl zijn eenvoudig de risico's in de buurt te traceren door een postcode of woonplaats in te voeren. Zo is te zien of er in de omgeving een verhoogd risico is op bijvoorbeeld een luchtvaartongeval, natuurbrand of overstroming en wordt advies verkregen over wat te doen in zo'n geval. Bij ongevallen met gevaarlijke stoffen gaat het (meestal) om een groot ongeluk op een bedrijfsterrein. Er zijn veel bedrijven met gevaarlijke stoffen die zo'n risico vormen. Het risico kan voor een groot of een klein gebied in de omgeving bestaan. Bedrijven met een risico voor een heel klein gebied staan niet op de risicokaart. LPG is een gas dat onder andere wordt gebruikt als brandstof voor auto’s. De belangrijkste risicobronnen bij een LPG-station zijn de bovengrondse opslagtanks en het moment waarop LPG wordt afgeleverd door een tankauto. In gemeente De Marne is sprake van één tankstation, namelijk aan de provinciale weg bij Wehe den Hoorn. In gemeente De Marne is ook sprake van een kazerne, namelijk bij Zoutkamp. Door de aard van de materialen bij een kazerne of munitieopslag is er kans op brand en een ontploffing. Een ontploffing geeft een drukgolf, enorme warmte en brand en er vliegen brokstukken rond die gevaar opleveren. Crisisbeheersing (rampenbestrijding) Gemeenten moeten beschikken over een rampenplan. In gemeente De Marne wordt gebruik gemaakt van het gemeentelijk Rampenplan met hieraan gekoppeld deelplannen. Rampen en calamiteiten kunnen zich plotseling voordoen. Hulpverleners en bestuurders moeten daarop voorbereid zijn. Want op het moment dat een ramp zich voor doet, moeten zij direct reageren. Crisismanagement Groningen - een samenwerkingsverband van alle organisaties die een rol hebben als er een ramp gebeurt - zorgt ervoor dat hulpverleners en bestuurders voorbereid worden op deze taak. Bovendien wordt er regelmatig geoefend. Dit is erg belangrijk voor een effectieve bestrijding van grootschalige incidenten. We hebben het goed voor elkaar in Nederland, maar ook in gemeente De Marne kan iets gebeuren. Het kan zijn dat de stroom langere tijd uitvalt, de verwarming niet meer werkt of er geen water uit de kraan komt. Het is handig om op dit soort situaties voorbereid te zijn. De hulpdiensten kunnen (misschien) niet direct helpen. Inwoners van gemeente De Marne kunnen zelf meehelpen om de gevolgen van een ramp zo klein mogelijk te houden. Hiervoor is een goede voorbereiding op wat er gebeuren kan een goede aanzet. De actie: “Je hebt meer in huis dan je denkt!“ geeft hiervoor meer informatie.
20
2.3.6
Integriteit en veiligheid
Het veld integriteit en veiligheid bundelt de bedreigingen rond georganiseerde criminaliteit en extremisme. De cijfermatige gegevens zijn in tabel 5 opgenomen: Delict Discriminatie (aantal processen verbaal) Georganiseerde criminaliteit
Bron JWP
2008
2009
2010 0 0
tabel 5
Discriminatie Discriminatie is elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, waardoor rechten en/of vrijheden worden aangetast. Slechts sporadisch komen incidenten in beeld die op mogelijke discriminatie duiden. Ook worden meldingen soms weer ingetrokken. Dit kan te maken hebben met angst of met de gedachte dat er toch niets mee gedaan wordt. Sinds 2010 heeft de politie per basiseenheid een taakaccenthouder discriminatie die als vraagbaak fungeert en zorg draagt voor kennisverbreding en vergroting van de betrokkenheid. Vreemdelingen Er worden eerstelijns identiteitsonderzoeken ingesteld bij het aantreffen van vreemdelingen. Het gaat hierbij onder andere om vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven. Verpaupering Verpaupering van woonwijken heeft haar weerslag op de leefbaarheid, maar ook op de veiligheid in de buurt. Er is in 2010 een werkgroep samengesteld die activiteiten ontplooit om de door buurtagenten in kaart gebrachte verpaupering tegen te gaan. Wet BIBOB De Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen Openbaar Bestuur (BIBOB) geeft gemeenten nieuwe mogelijkheden bij vergunningverlening en aanbestedingen. De gemeente De Marne heeft BIBOB-beleid vastgesteld voor onder andere aanvragen op basis van de Drank- en Horecavergunning en een aanwezigheidsvergunning in het kader van de Wet op de Kansspelen.
21
3. Aanpak op de veiligheidsvelden en prioriteiten In dit hoofdstuk wordt per veiligheidsveld beschreven wat de ambitie is en welke aanpak wordt gevolgd om deze ambitie te bereiken. Een nadere uitwerking van de acties vindt jaarlijks plaats via het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid. Op die manier kan snel ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen en kunnen jaarlijks praktische afspraken worden gemaakt met externe partners, zoals politie.
3.1
Ambities per veiligheidsveld Thema’s
Veiligheidsvelden Veilige woon- en leefomgeving
y y
Bedrijvigheid en veiligheid
y
Jeugd en veiligheid
y Invoeren en intensiveren Integraal Jeugdoverleg y Borden Verboden toegang op schoolpleinen y Onderzoek nut en noodzaak hangplekken y Controle op het alcoholverbod in Leens, Ulrum en Wehe den Hoorn y Aandacht voor overmatig alcoholgebruik
Fysieke veiligheid
y Continuering controle op de maximumsnelheid in de bebouwde kom y Handhaven modderprotocol y Bekeuren foutparkeerders Westernieland y Intensiveren samenwerking Veiligheidshuis y Vervangen huidige rampenplan door een regionaal crisisplan en beoefenen van de interne organisatie
Integriteit en veiligheid
y Extra aandacht voor vuurwerkoverlast en handel in illegaal vuurwerk y Beperken verpaupering van woonbuurten
Mogelijkheden voor buurtbemiddeling onderzoeken Onderzoeken of het project Burgernet toegevoegde waarde heeft y Onderzoeken naar mogelijkheden (gezamenlijk) inhuren of aanstellen van een BOA y Werkgroep Oudejaarsviering continueren y Terugdringen ovelast hondenpoep en loslopende honden Continuering controle bij schuurfeesten, en de sluitingstijden van jeugdsozen en reguliere horeca y Continue aandacht houden voor controles bij (grote) evenementen y Continuering van tijdelijke sluitingstijden van de horecagelegenheden in Eenrum tijdens de Hemelvaartsmarkt y Onderzoek verrichten naar continuering van het Project Inbraakpreventie
22
3.2
Aanpak per veiligheidsveld
3.2.1
Veilige woon- en leefomgeving
¾
Mogelijkheden voor buurtbemiddeling onderzoeken
Buurtbemiddeling is het bemiddelen in conflicten tussen buren of personen uit een buurt, onder leiding van onpartijdige bemiddelaars. Deze bemiddelaars zijn lokale, getrainde vrijwilligers die het bemiddelingsgesprek volgens een hiervoor ontwikkelde methode leiden. Een preventieve aanpak als buurtbemiddeling draagt bij aan de leefbaarheid van de buurt door het vroegtijdig aanpakken van problemen. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode zal nader onderzoek worden gedaan of er behoefte bestaat aan en of er (financiële) mogelijkheden zijn voor het instrument ‘buurtbemiddeling’.
Onderzoeken of het project Burgernet toegevoegde waarde heeft
Burgernet is een samenwerking tussen burgers, gemeente en politie en heeft tot doel het aantal aanhoudingen op heterdaad te vergroten en bijvoorbeeld vermiste personen terug te vinden. De bij Burgernet aangesloten personen krijgen via de (mobiele) telefoon de melding om uit te kijken naar een persoon die voldoet aan een bepaald signalement of naar een voertuig met een bepaald kenteken. Burgernet acties worden opgestart in gevallen van straatroof, overval en vermissing. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode zal nader onderzoek worden gedaan naar de toegevoegde waarde en (financiële) mogelijkheden tot het implementeren van het project ‘Burgernet‘.
Onderzoek doen naar mogelijkheden voor het (gezamenlijk) inhuren of aanstellen van een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA), waardoor het instrument Bestuurlijke Strafbeschikking (BSB) functioneel kan worden ingezet.
Bestuurlijke Strafbeschikking (BSB) is een goed instrument in de bestrijding van overlast als aanvulling op het politiewerk. Ook kan de BOA de handhaving bij evenemente op zich nemen. Naast het bestrijden van overlast levert een uitgeschreven proces-verbaal via de BSB ook opbrengsten op. Een BSB kan echter alleen opgelegd worden door een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) die in dienst is van de gemeente of functioneert onder de hierarchie van het college (bijvoorbeeld door inhuur of in dienst van meerdere gemeenten). Actie
Gedurende de beleidsplanperiode zal nader onderzoek worden gedaan of er mogelijkheden zijn tot het (gezamenlijk) inhuren of aanstellen van een (parttime) BOA. Gedurende de beleidsplanperiode zal de invoering van het instrument BSB worden onderzocht en uitgewerkt.
23
¾
Werkgroep Oudejaarsviering
De gezamenlijke aanpak van gemeente, politie, Dorpsbelangen, bewoners en jeugd heeft er toe bijgedragen dat de oudejaarswisseling 2010 in Kruisweg rustig is verlopen. Hiervoor is een werkgroep ingesteld die gezamenlijk afspraken heeft gemaakt voor het regelen en uitvoeren van een brandstapel. De aanpak met werkgroepen owrdt gecontunieerd en zonodig breder ingezet. Actie
¾
De werkgroep wordt gedurende de beleidsplanperiode gecontinueerd en jaarlijks geëvalueerd.
Terugdringen ovelast hondenpoep en loslopende honden
De gemeente krijgt regelmatig klachten over overlast door hondenpoep en loslopende honden. Het hondenbeleid van de gemeente staat in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Artikel 2.4.18 van de APV gaat over verontreiniging door honden: 1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet: a. op een gedeelte van de weg dat is bestemd of mede is bestemd voor het verkeer van voetgangers; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide; c. op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats. 2. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven, indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. Het komt er dus op neer dat honden hun behoeftes niet op voetpaden, kinderspeelplaatsen, speelweiden, zandbakken en door het gemeentebestuur aangewezen plekken mogen doen, mits de uitwerpselen worden verwijderd. Artikel 2.4.17 van de APV gaat over loslopende honden: Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats; c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder duidelijk doen kennen. Actie
Gedurende de beleidsplanperiode jaarlijks de regelgeving publiceren in de Ommelander Courant en op de website www.demarne.nl.
24
3.2.2 ¾
Bedrijvigheid en veiligheid
Continuering controle bij schuurfeesten, sluitingstijden jeugdsozen en reguliere horeca
De gemeente De Marne controleert jaarlijks, steekproefsgewijs, een aantal horeca-inrichtingen om te bezien of aan alle vergunningsvoorschriften is voldaan. Deze controles worden uitgevoerd door toezichthouders van de gemeente (taakgebieden brandveiligheid, milieu en vergunning & handhaving). Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode worden de controles op horeca en jeugdsozen en gedurende evenementen (schuurfeesten) gecontinueerd.
Continue aandacht houden voor controles bij (grote) evenementen
In 2004 heeft de gemeente evenementenbeleid ontwikkeld. De grote omvang van een aantal evenementen levert een logistieke uitdaging op. Het bezoekersaantal loopt in de vele duizenden. Er vindt toezicht en handhaving plaats bij evenementen door gemeentelijke toezichthouders, brandweer en politie. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode toezicht en handhaving bij (grootschalige) evenementen versterken.
Continuering van tijdelijke sluitingstijden van de horecagelegenheden in Eenrum tijdens de Hemelvaartsmarkt
De Hemelvaartsmarkt in Eenrum levert een aanzienlijke bijdrage in het aantal aangiften van mishandeling. Door alcoholgebruik monden conflicten sneller uit in het gebruik van geweld. Sinds 2010 gelden tijdens de Hemelvaartsmarkt in Eenrum tijdelijke sluitingstijden en hebben horecagelegenheden de deuren gefaseerd gesloten, wat resulteerde in minder geweld. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode wordt de tijdelijke sluitingstijd tijdens de Hemelvaartsmarkt in Eenrum en het toezicht hierop gecontinueerd.
Onderzoek verrichten naar continuering van het Project Inbraakpreventie
Gemeente De Marne had een contract met Veiligheidszorg Groningen (nu Veiligheidszorg Noord Nedereland). Omwonenden van de woning waar werd ingebroken worden geïnformeerd en op verzoek wordt een advies gegeven om woninginbraak te voorkomen. Actie
Er zal onderzoek worden gedaan naar de toegevoegde waarde en naar mogelijkheden voor (eventuele) continuering van het Project Inbraakpreventie.
25
3.2.3 ¾
Jeugd en veiligheid
Invoeren en intensiveren van een Integraal Jeugdoverleg
Daar waar er problemen zijn, vindt een integrale aanpak tussen gemeente, politie, het jongerenwerk en soms ook Dorpsbelangen plaats. In een jeugdoverleg kunnen (overlast)zaken besproken worden en vindt onderlinge afstemming plaats van de acties die iedereen vanuit zijn/haar vakdiscipline kan ondernemen. Actie
¾
Het Integraal Jeugdoverleg wordt gedurende de beleidsplanperiode jaarlijks geëvalueerd.
Borden ‘Verboden toegang’ op schoolpleinen
Jongeren uit verschillende dorpen zoeken elkaar op, ook na schooltijd, op de schoolpleinen. Hierdoor wordt door bewoners overlast ondervonden en er kunnen vernielingen ontstaan. Deze pleinen zijn vrij toegankelijk en er geldt geen betredingsverbod. De gemeente heeft haar scholen meermalen verzocht om borden ‘Verboden toegang art. 461 Wetboek Van Strafrecht’ te plaatsen. De schoolbesturen beslissen hier echter zelf over. Het geplaatste verbodsbord bij Het Hogeland College (HHC) is korte tijd na plaatsing weer verdwenen. Actie
¾
Opnieuw de scholen verzoeken om borden met de tekst ‘Verboden toegang art. 461 Wetboek Van Strafrecht’ te (laten) plaatsen.
Onderzoeken nut en noodzaak hangplekken
Jeugdoverlast wordt door veel buurtbewoners als bedreigend ervaren en geeft veel mensen een onveilig gevoel. Ook geluidsoverlast, achtergelaten afval en vernielingen zijn een veel gehoorde klacht. Jongeren daarentegen willen gewoon graag een plek hebben om samen te komen en elkaar te ontmoeten. Hangplekken realiseren kan de grootste vorm van overlast voor omwonenden beperken Voorwaarde is wel een zekere mate van zelfwerkzaamheid door de jongeren (en hun ouders). Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode onderzoek doen naar nut en noodzaak en (financiële) mogelijkheden van hangplekken
Controle op het alcoholverbod in Leens, Ulrum en Wehe den Hoorn
In gemeente De Marne is een alcoholverbod ingesteld voor de bebouwde kom van Leens, Ulrum en Wehe den Hoorn en in Wehe den Hoorn voor de Havenstraat vanaf de bebouwde kom tot en met de brug over de Hoornsevaart (Nijenklooster). Actie
Gedurende de beleidsplanperiode worden controles op het alcoholverbod in Leens, Ulrum en Wehe den Hoorn gecontinueerd en wordt handhavend opgetreden door de politie.
26
¾
Aandacht voor overmatig alcoholgebruik
Indrinken is een fenomeen dat grote zorgen baart. Het gaat om jongeren die, voordat ze naar een uitgaansgelegenheid gaan, alcohol innemen en in beschonken toestand zich in het verkeer en het uitgaanspubliek begeven. Dit leidt ertoe dat conflicten sneller ontstaan en uitmonden in geweld en dit levert het uitgaansleven de nodige overlast op. Daarnaast heeft overmatig alcoholgebruik negatieve gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van de jongere. Het probleem vraagt dan ook de aandacht van alle partijen. Actie
3.2.4 ¾
Gedurende de beleidsplanperiode aandacht besteden aan overmatig alcoholgebruik.
Fysieke veiligheid
Continuering controle op de maximumsnelheid in de bebouwde kom
De gemeente verricht snelheidsmetingen en op basis daarvan controleert/bekeurt de politie. Actie
¾
Continuering van controle op de maximumsnelheid in de bebouwde kom gedurende de beleidsplanperiode.
Handhaven modderprotocol
In de gemeente vindt veel agrarische bedrijvigheid plaats, waardoor veel landbouwverkeer op de openbare weg rijdt. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties als er modder op de weg komt te liggen. Het modderprotocol kan verkeersonveilige situaties door vervuild wegdek voorkomen. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode continueren van het modderprotocol.
Bekeuren foutparkeerders
Het parkeren in de gemeente is al langere tijd op verschillende plekken een probleem en levert ondanks de inspanningen van gemeente en politie nog steeds enige overlast op voor de omwonenden. Gemeente en politie hebben afgesproken om foutparkeerders te bekeuren. Actie
¾
Continueren van het bekeuren van foutparkeerders.
Intensiveren samenwerking Veiligheidshuis
Het Veiligheidshuis is een constructieve samenwerking tussen ketenpartners om de veiligheid te vergroten. Daar waar gezamenlijke of overlappende belangen een rol spelen is het van belang de samenwerking te verbeteren door meer gebruik te maken van het Veiligheidshuis. Actie
Gedurende de beleidsplanperiode onderzoeken hoe er meer en beter samengewerkt kan worden met het Veiligheidshuis.
27
¾
Rampenbestrijding
De Wet Veiligheidsregio’s is sinds 1 oktober 2010 van kracht. De wet leidt tot het vervangen van het huidige rampenplan door een regionaal crisisplan. De interne organisatie die een taak heeft in het kader van de gemeentelijke voorbereiding op rampen en crises moet goed opgeleid, getraind en beoefend worden op zijn of haar rol. Actie
3.2.5 ¾
Vervangen van het huidige gemeentelijke rampenplan voor een regionaal crisisplan. Jaarlijks verder ontwikkelen en uitvoering geven aan het opleiding- en oefenplan in het kader van de gemeentelijke voorbereiding op rampen.
Integriteit en veiligheid
Extra aandacht voor vuurwerkoverlast en handel in illegaal vuurwerk
Het te vroeg (of te laat) afsteken van vuurwerk of het afsteken van illegaal (zwaar) vuurwerk is een misdrijf. Actie
¾
Gedurende de beleidsplanperiode worden de controles op vuurwerkoverlast en handel in illegaal vuurwerk gecontinueerd.
Beperken verpaupering van woonbuurten
Verpaupering van woonwijken heeft haar weerslag op de leefbaarheid, maar ook op de veiligheid in een woonbuurt. Om de overlast door verpaupering binnen gemeente De marne te beperken is een werkgroep samengesteld die activiteiten ontplooit om de door buuragenten in kaart gebrachte verpaupering tegen te gaan. Actie
3.3
Gedurende de beleidsplanperiode onderzoeken hoe verpaupering van woonbuurten kan worden beperkt.
Planning cyclus 2011 - 2015
Deze nota behelst een meerjarenbeleid. Omdat het wenselijk is om jaarlijks in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen, wordt tevens een Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid gemaakt. Hierin worden de maatregelen per veiligheidsveld opgenomen. Op basis van de cijfers die jaarlijks worden aangeleverd door de politie, eigen informatie en gegevens van partners, stelt het college jaarlijks prioriteiten vast. Dit zijn onderwerpen die extra aandacht behoeven (‘accenten’) en waarop van gemeente, justitie, politie of overige partners extra inzet nodig is. Op deze wijze kan het college sturen op het lokaal veiligheidsbeleid en wordt gestalte gegeven aan de regierol van de gemeente op het Integraal Veiligheidsbeleid.
28
4.
Organisatorische borging
4.1
Veiligheid in de gemeentelijke organisatie
Naast het maken van duidelijke, inhoudelijke keuzes binnen het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente De Marne is het effectief en efficiënt organiseren een noodzakelijke randvoorwaarde voor succes. Gemeente De Marne heeft al voor een belangrijk deel invulling gegeven aan de veiligheidsorganisatie. Dat blijkt uit het aanstellen van een beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid, het benoemen van een beleidsmedewerker Rampenbestrijding, de bestaande overlegvormen en het inrichten van een beleids- en programmacyclus. De beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid heeft de spilfunctie en wordt behalve als beleidsmaker tevens gezien als coördinerend medewerker vanuit de optiek van de gemeentelijke regiefunctie op het Integraal Veiligheidsbeleid.
4.2
Communicatie
Het implementeren van een Integraal Veiligheidsbeleid staat of valt met een goede communicatie. Om integraal samen te werken is ook een goede afstemming nodig. Verschillende overlegvormen dragen bij aan de communicatie tussen in- en externe partners op het gebied van veiligheid. Een aantal overlegvormen worden hieronder genoemd: Nr.
Naam overleg
Frequentie
1
Ambtelijke voorbereiding Regionaal college
Vier maal per jaar
2
Veiligheidsoverleg burgemeester - OOV-er
Wekelijks
3
Politieoverleg
Driewekelijks
4
Integraal jeugdoverleg - voortgangsoverleg
Vijf maal per jaar
5
IVB-overleg regio Groningen - Veiligheidshuis
Vier maal per jaar
6
Taakveldoverleg taakveld Veiligheid
Zeswekelijks
7
Overleg ambtenaren rampenbestrijding
Maandelijks
8
Coördinatie en evaluatie overleggen oud&nieuw
Drie maal per jaar
9
Regionale Projectgroep Huisverbod
Acht maal per jaar
10
Werkgroep oudejaarsviering Kruisweg
Tweemaal per jaar
Ook de communicatie met de inwoners is een belangrijk onderdeel van veiligheidsbeleid. Zoals eerder beschreven biedt een veiligheidsonderzoek onder de burgers mogelijkheden om de mening van de burger te betrekken bij veiligheidsbeleid. Daarnaast is het wenselijk regelmatig informatie te verstrekken over veiligheid in de Ommelander Courant en/of op de website van de gemeente: www.demarne.nl.
4.3
Politiek-bestuurlijke inbedding
Gemeenteraad De eindverantwoordelijkheid voor een integraal veiligheidsbeleid ligt bij de raad. De gemeenteraad geeft aan het college de opdracht om een Integraal Veiligheidsbeleid te ontwikkelen. De taak van de gemeenteraad (binnen het duale stelsel) is het stellen van kaders, het scheppen van randvoorwaarden en het beschikbaar stellen van financiën op het gebied van openbare orde en veiligheid. Ook voert de raad controle uit op de uitvoering van het veiligheidsbeleid. 29
Een daadkrachtige betrokkenheid van de gemeenteraad is één van de belangrijkste voorwaarden voor het welslagen van het lokale integrale veiligheidsbeleid. Door het vaststellen van de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid wordt inhoud gegeven aan deze kaderstellende taak. Het college van burgemeester en wethouders Dualisering houdt in dat de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid bij het college van burgemeester en wethouders ligt. Het college is verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Door middel van bijvoorbeeld veiligheidsanalyses, uitvoeringsprogramma’s en evaluaties kan het college verantwoording afleggen aan de raad. Veiligheid is bij uitstek een onderwerp waar meer portefeuillehouders bij betrokken zijn, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Een collegebrede verantwoordelijkheid geldt voor de hoofdlijnen van het Integraal Veiligheidsbeleid en de realisatie van de doelstellingen op de vastgestelde veiligheidsthema’s. Deze prioriteiten worden jaarlijks uitgewerkt in het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid. Het jaarlijkse uitvoeringsplan wordt door het College vastgesteld en ter kennisneming aan de raad gestuurd. Burgemeester De burgemeester is de portefeuillehouder van het lokaal integraal veiligheidsbeleid en wettelijk belast met de handhaving van de Openbare Orde en Veiligheid en draagt daarvoor politieke verantwoordelijkheid. Hij heeft het bevel bij grootschalig optreden en draagt het gezag op het terrein van handhaving van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. In relatie tot zijn wettelijke taken heeft de burgemeester ook een belangrijke rol in de coördinatie van het lokaal veiligheidsbeleid. Dit vraagt om betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de burgemeester die verder gaat dan het invullen van zijn wettelijke verantwoordelijkheid voor het openbare orde- en veiligheidsbeleid. De burgemeester moet als bestuurlijke spil van het veiligheidsbeleid de gemeentelijke regisseursrol vorm geven. De bestuurlijke regisseursrol houdt in: - het betrekken van wethouders; - het betrekken van externe partners; - het verkrijgen van permanent draagvlak in de raad. Daarnaast heeft de burgemeester als taak: - bestuurlijke coördinator en bewaker van de voortgang van de projecten; - de keuze maken voor maatwerk bij de aanpak van veiligheidsproblemen, rekening houdend met de daarvoor beschikbare capaciteit; - lokale aansturing van de politie. De wethouders Wethouders kunnen als portefeuillehouder bestuurlijk verantwoordelijk zijn op diverse veiligheidsterreinen. Denk bijvoorbeeld aan milieu, volksgezondheid, huisvesting, jeugd en dergelijke. Een wethouder dient op de hoogte te zijn van de actiepunten op zijn terrein en als aanjager kunnen functioneren op dat terrein. Adviseur OOV De adviseur Openbare Orde & Veiligheid is de belangrijkste ambtelijke acteur op het podium van het lokaal integraal veiligheidsbeleid. Deze medewerker vervult een regisserende rol bij het ontwikkelen en stimuleren van het integraal veiligheidsbeleid en is zowel intern als extern een centraal aanspreekpunt voor zaken betreffende integrale veiligheid. Als spin in het web zorgt de beleidsadviseur OOV voor het opzetten en in stand houden van lokale overlegstructuren en het leveren van een inhoudelijke bijdrage aan het ontwikkelen en actualiseren van het veiligheidsbeleid. Het is echter niet de adviseur OOV die het beleid bedenkt, of de uitvoering daarvan ter hand neemt. Dat hoort thuis bij de verschillende afdelingen die met veiligheid te maken hebben. 30
4.4
Financiën
Een aantal acties is met alleen inzet van capaciteit en zonder extra financiële kosten te realiseren. Andere zijn al voorzien van een financiële dekking in de programmabegroting. Het is echter noodzakelijk om een structureel budget voor het uitvoeren van (nieuwe) acties zoals genoemd in deze nota vrij te maken. Alleen dan kan de gemeente alle ambities waar maken binnen de genoemde beleidsplanperiode. Er bestaan momenteel een aantal aparte budgetten voor (de uitvoering van) het Integraal Veiligheidsbeleid. In het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid zal een concrete financiële vertaling plaatsvinden van de benodigde middelen per project / actie. Let wel! Niet alleen de financiën zijn van belang om een goed resultaat te bereiken, maar ook voldoende visie en inzet van alle betrokken partijen is essentieel voor het slagen van het veiligheidsbeleid.
4.5
Personeel
Op het gebied van veiligheid wordt steeds meer een beroep gedaan op de lokale veiligheid. De gemeentelijke regiefunctie op het Integraal Veiligheidsbeleid is wettelijk vastgelegd. Ook is het noodzakelijk dat ten aanzien van bepaalde onderdelen op het gebied van Integrale Veiligheid de gemeente een 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid heeft, bij bijvoorbeeld crisisbeheersing, grootschalige verstoring van de openbare orde, en dergelijke. Gemeente De Marne is echter een kleine gemeente en heeft veel parttimers in dienst, zo ook de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid en de beleidsmedewerker Rampenbestrijding. Voor openbare orde en veiligheid is 1 fte. beschikbaar, onderverdeeld in 0,67 fte. voor openbare orde en veiligheid en 0,33 fte. voor rampenbestrijding. Wel kan worden vastgesteld dat de ‘druk’ op de huidige medewerker belast met de openbare orde en veiligheid groot is, zowel in adviserende en beleidsvoorbereidende zin als ook op coördinerend en uitvoerend gebied in de zin van handhaving en toezicht. Mogelijke voordelen zijn te behalen uit het samenwerkingsverband met de gemeente Winsum en Bedum (BMW) en de regionale samenwerking in het Veiligheidshuis. De regionalisering van de brandweer kan formatieve gevolgen hebben door de ontvlechting van de medewerkers die een brandweergerelateerde functie hebben uit de ambtelijke organisatie.
31
4.6
Controle en borging
Na vaststelling zal het Integraal Veiligheidsbeleid nader worden geconcretiseerd in jaarlijkse uitvoeringsplannen Integraal Veiligheidsbeleid. Deze uitvoeringsplannen worden nauw afgestemd met interne en externe partners. Hetzelfde geldt voor de evaluatie hiervan. De methode Kernbeleid Veiligheid voorziet in een jaarlijks te volgen cyclus ná de vaststelling van het Integraal Veiligheidsbeleid. Die ziet er als volgt uit: 1. Vaststellen uitvoeringsprogramma (college van B&W); 2. Controle programma door raad; 3. Uitvoering programma; 4. Evaluatie aan eind van het jaar; 5. Toewerken naar nieuw uitvoeringsprogramma. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van de genomen maatregelen in de uitvoeringsplannen. De raad geeft uitvoering aan de controlerende taak en beoordeelt of het college binnen de kaders van het vastgestelde beleid heeft gehandeld en de gemaakte afspraken is nagekomen. Ook kunnen nieuwe acties worden uitgezet als eerdere acties geen gewenst resultaat opleveren. Bewaking van voortgang en beoogde effecten vindt primair plaats tijdens de reguliere contacten en overleggen. Tijdens deze overleggen worden de relevante zaken met de veiligheidspartners besproken. Ook tussendoor zal moeten worden gecontroleerd of de uitvoering van het beleid op schema ligt. De adviseur OOV zal daarom regelmatig een controle op de voortgang uitvoeren met behulp van het uitvoeringsprogramma. Het streven is om gezamenlijk op te trekken met de gemeenten Winsum en Bedum in BMW-verband en in de samenwerking in en met het Veiligheidshuis. Hierdoor wordt een vergelijking mogelijk tussen gemeenten en leidt dit tot efficiëntere werkvormen. Na vijf jaar vindt evaluatie plaats van het Integraal Veiligheidsbeleid en wordt op basis daarvan het nieuwe veiligheidsbeleid bijgesteld en geformuleerd. De gemeenteraad stelt hiervoor weer de kaders en voert de controle uit op de uitvoering van het veiligheidsbeleid.
32
Bijlage 1
Lijst met afkortingen
APV BMW B&W BIBOB BOA BSB HHC IVB JWP LCVB OM VMBO VNG VROM
Algemeen Plaatselijke Verordening Bedum, De Marne en Winsum Burgemeester en Wethouders Bevordering Integriteits Beoordelingen door het Openbaar Bestuur Buitengewoon Opsporingsambtenaar Bestuurlijke Strafbeschikking Het Hogeland College Integraal Veiligheidsbeleid Jaarwerkplan Politie Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld Openbaar Ministerie Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
33