Samen werken aan onderwijs De onderwijsvisie 2009 Inspiratie uit de praktijk
Inhoud: Pag 1 Over deze krant Studenten over het onderwijs van de VU Pag 2 Het ondersteuningsteam van het Onderwijscentrum Rector Magnificus Lex Bouter over de onderwijsvisie Pag 3 Drieluik facultaire onderwijsvisies
Pag 4 Diversiteit binnen een community of learners Studenten over het onderwijs van de VU (vervolg) Pag 5 Een persoonlijke visie: Joris van Eijnatten Eerstejaars in de rij voor onderwijsvisie Pag 6 Onderwijsvisie en studiesucces
Pag 7 Interview Projectmanager Yolande Spoelder Kenmerken van de onderwijsvisie Pag 8 Aanstekelijke films Fotostrip ‘Met Bewegingswetenschappen naar zee’ Zelf aan de slag met de onderwijsvisie
onderdeel van het onderzoek. Je komt in aanraking met alle facetten van het doen van onderzoek en ik werd goed begeleid. EvS: Je moet als student serieus genomen worden. Als je werkt aan onderzoek van een ander dan is het motiverend als je inspraak hebt en een echte bijdrage kunt leveren. Daarom is het afhankelijk van de begeleidend docent of je je een volwaardig lid van een community of learners voelt.
Over deze krant De Vrije Universiteit werkt vanaf het studiejaar 2006/2007 aan de realisatie van een nieuwe onderwijsvisie. Steeds meer studenten, bestuurders en docenten hebben ervaring met de visie. Inmiddels zijn er overal inspirerende voorbeelden van nieuwe onderwijsvormen en van implementatie daarvan. Die inspiratie willen we als Onderwijscentrum in deze krant met u delen. De visie op onderwijs aan onze universiteit komt direct voort uit de kennis en ervaring van de medewerkers. Het is uw eigen visie. Zoals deze is omschreven, biedt ze een kader voor docenten, studenten en bestuurders. Binnen dat kader geven faculteiten en individuele docenten het onderwijs een eigen invulling. Het Onderwijscentrum ondersteunt en adviseert daarbij.
Studenten over het onderwijs van de VU do o r Doll y Heu vel i ng va n Be e k
Wat vinden studenten van het onderwijs aan de VU? Leeft de onderwijsvisie onder hen? Wat vinden zij de belangrijkste aandachtspunten? Jos Beishuizen, hoogleraardirecteur van het Onderwijscentrum stelt deze vragen aan twee leden van de Universitaire Studentenraad (USR); Edwin van Sas, voorzitter en Marijn Koopman, portefeuillehouder onderwijs.
Jos Beishuizen: Leeft de onderwijsvisie onder de studenten van de VU? Marijn Koopman: Ik studeer Tandheelkunde en daar hoor ik er niemand over praten. Edwin van Sas: Studenten zien meestal niet wat de inrichting van een vak is en welk verband het heeft met de onderwijsvisie van de VU. De VU wil van haar studenten academische burgers maken in een community of learners, maar dat krijgen de studenten nog niet bewust mee. JB: We hebben een hoog ambitieniveau. De community of learners waarin studenten en docenten samenwerken en waarin ruimte is voor de ambities van de individuele student staat hierin centraal. EvS: Mijn vriendin studeert Bewegingsweten– schappen en zij studeerde af op een deel van iemands promotietraject. Dat is een voorbeeld van deelname aan de community of
learners. Aan de ene kant vind ik dat heel leerzaam omdat je veel leert van de onderzoekspraktijk. Je vrijheid is dan echter wel beperkt en je doet maar een klein stukje van het onderzoek van iemand anders. Bij Politicologie mocht ik mijn eigen afstudeeronderwerp kiezen.
‘Intensief en kleinschalig onderwijs is de sleutel om studenten te motiveren.’ MK: Bij Tandheelkunde kun je voor je bachelorscriptie kiezen of je een eigen onderzoek wilt opzetten of dat je je wilt inschrijven bij een vakgroep waarin je deelneemt aan een bestaand onderzoek. In dat laatste geval doe je een stukje onderzoek voor een promovendus. De meerwaarde zie ik hier wel van in. Ik ben drie maanden bezig met een eigen
JB: Moet de rol van de docent een belangrijke plek krijgen binnen de onderwijsvisie? EvS: Dat is heel belangrijk. Wij hebben daar uitgewerkte ideeën over die we hebben vastgelegd in het document ‘Uitdagend onderwijs en de menselijke maat’ waarmee we aansluiten bij het thema van dit academische jaar (zie ook pag. 6 van deze krant, red.). Het komt nog vaak voor dat een docent het hele college staat te oreren. Er is dan geen ruimte voor vragen of andere vormen van interactie. Als je de stof hebt bestudeerd dan leer je tijdens zo’n college niets nieuws. Als je het college niet voorbereidt dan is er geen haan die ernaar kraait. Wij vinden dat de universiteit wat moet toevoegen. Meer diepgang krijg je niet in massale colleges waarin de stof wordt herkauwd. JB: Hoe betrekken we studenten dan wel? EvS: Wij pleiten voor kleinschaliger onderwijs. Onderwijs in groepen van vijftien tot twintig studenten onder begeleiding van een docent in een soort ronde tafel-setting met discussie. Daarmee krijg je meer inzicht in de stof en de sociale controle zorgt ervoor dat je je wel moet voorbereiden. De VU heeft een verplichting haar studenten te betrekken door echt uitdagend onderwijs. We moeten af van de cultuur waarin het stoer is als je je studie verwaarloost. Door te werken in groepen verandert dat vanzelf. Er is dan niks stoers aan als je met je mond vol tanden staat wanneer de docent je vraagt naar de stof. JB: Levert dit volgens jullie ook een bijdrage aan het studiesucces in de bachelorfase? EvS: Daar zijn wij van overtuigd. In deze opzet bereid je je voor en doe je mee. Een ander voordeel is dat studenten in het eerste jaar meer betrokken zijn bij hun studie en hierdoor ook beter weten of deze wel bij ze past. Dan zijn ze of gemotiveerd, of ze stoppen. > Lees meer op blz 4
1
Het ondersteuningsteam van het Onderwijscentrum king en concretisering van de onderwijsvisie. Ze is betrokken bij verschillende vakken van de opleiding Bestuur & Organisatie. ‘Ik vind het heel leuk om met docenten samen te werken en met hen mee te denken over hun onderwijs. Docenten lopen met vragen als ‘hoe kunnen we studenten op een goede en toch efficiënte manier ondersteunen bij de bachelorthesis?’ of ‘hoe kunnen we studenten van het begin af aan zich meer betrokken laten voelen bij hun opleiding?’. Ik vind het heel stimulerend om te merken dat de onderwijsvisie van de VU voor hen dan een inspiratiebron kan zijn. Ook in mijn eigen werk als opleider van docenten probeer ik elementen van de onderwijsvisie zo veel mogelijk te integreren. Daar ervaar ik ook zélf wat dat op kan leveren voor zowel de docenten waaraan ik lesgeef, als voor mezelf.’ Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. do o r Tjitske meest e r
Het ondersteuningsteam van het Onderwijscentrum VU ondersteunt de faculteiten bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun eigen visie. Het ondersteuningsteam staat hier op de foto (met uitzondering van Sanne Meeder, Hanna Kuijs en Anja Swennen). Op facultair niveau zijn contactpersonen betrokken bij de verdere uitwerking van de onderwijsvisie.
Van links naar rechts: Dr. Rob Boschhuizen heeft ervaring met de faculteit der Psychologie en Pedagogiek Rob ondersteunt faculteiten bij het ontwerpen van leerlijnen in hun bachelorcurricula. Ook ontwikkelt en evalueert hij met VUdocenten cursusonderdelen waarin vakkennis, ethiek, wetenschapsfilosofie en levensbeschouwing in samenhang aan de orde komen (Dilemma Gestuurd Onderwijs ten behoeve van de ontwikkeling van het academisch oordeelsvermogen van de student). Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected].
Drs. Judith Kaandorp heeft ervaring met de faculteit der Letteren In haar contacten heeft ze leuke inspirerende gesprekken gehad met docenten. Vooral over de manieren waarop academisch burgerschap in het onderwijs vorm krijgt. ‘Ik zie het als uitdaging om faculteiten hiermee verder te helpen.’ Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Drs. Thea van Lankveld heeft ervaring met de faculteit der Sociale Wetenschappen Thea ondersteunt de faculteit bij de uitwer-
Dr. Hester Glasbeek heeft ervaring met ACTA Hester denkt graag mee over de invoering van de VU-onderwijsvisie bij ACTA. Wilt u als docent of curriculumontwikkelaar meer weten over het ontwerpen van onderwijs vanuit de onderwijsvisie? Of verzorgt u een cursus die anderen kan inspireren bij het werken met de onderwijsvisie? Ze hoort het graag! Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Drs. Janke Poortinga heeft ervaring met de faculteiten: Exacte Wetenschappen, Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Geneeskunde en Bewegingswetenschappen Janke vindt het een spannende opgave om vanuit een vraag of probleem van een opleiding samen met een team uit de faculteit te zoeken naar haalbare oplossingen die in lijn zijn met de onderwijsvisie. ‘De onderwijsvisie van de VU blijkt teams van docenten en studenten te kunnen inspireren tot onderwijsvernieuwingen, die tegelijkertijd een bijdrage kunnen leveren aan bijvoorbeeld verhoging van het bachelorrendement of verbreding van academische vorming. De uitkomsten van de tweedaagse werkconferentie voor het eerste jaar bij Bewegingsweten-
schappen (zie ook pag. 8 van deze krant, red.) zijn hier een goed voorbeeld van.’ Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Niet op de foto: Drs. Sanne Meeder heeft ervaring met de faculteit der Rechtsgeleerdheid Sanne werkt samen met de faculteit aan vraagstukken als ‘hoe krijg je meer aandacht voor onderzoek in het onderwijs?’ en ‘hoe maak je je onderwijsmodules activerend?’. ‘Je merkt dat je de docenten daar op de onderwijsvloer verder mee kunt helpen door de onderwijsvisie toe te passen.’ Ze voert inspirerende gesprekken met docenten. Daarbij is de vertaling van de onderwijsvisie naar de behoeften van een faculteit uitdagend. Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Drs. Hanna Kuijs houdt zich bezig met het in kaart brengen van goede voorbeelden van de onderwijsvisie in verschillende faculteiten. Ze ondersteunt docenten die actief bezig zijn met de onderwijsvisie bij de verdere verbetering van hun vakken. Ook werkt ze mee aan de ontwikkeling van een handboek dat docenten kan helpen de visie in de praktijk te brengen. Door docenten zo veel en zo goed mogelijk te informeren, inspireren en ondersteunen, hoopt ze docenten te motiveren om aan de slag te gaan met de verbetering van hun eigen onderwijs. Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Drs. Anja Swennen heeft ervaring met de faculteit der Sociale Wetenschappen en de faculteit der Wijsbegeerte Anja is betrokken bij verschillende projecten binnen de faculteiten. Zij werkte onder meer aan een project van Wijsbegeerte waarbinnen docenten van het eerste jaar samen een ‘community of Teachers’ vormen. Voor informatie over en ondersteuning van de professionele ontwikkeling van docenten kunt u mailen naar
[email protected].
Rector Magnificus Lex Bouter over de onderwijsvisie
De Vrije Universiteit heeft onderwijs hoog in het vaandel staan. Wij zien het als onze taak studenten voor te bereiden op een actieve rol in de samenleving. Daarmee hebben we ambities die verder reiken dan het afleveren van gedegen wetenschappers. Studenten bouwen aan de VU een grondige kennis op van hun vakgebied. Daarvoor is nodig dat het onderwijs uitdagend is en
2 - De onder wijsvisie
dat studenten intensief studeren. Daarnaast leren studenten vaardigheden die nodig zijn om goede professionals te worden, en krijgen studenten ruimte en begeleiding om hun eigen talent te ontplooien. De uitdaging is om over de grenzen van de eigen discipline heen te kijken, over de grenzen van de eigen cultuur, tradities en levensovertuiging. Wij willen onze studenten opleiden tot betrokken academische wereldburgers. De onderwijsvisie van de VU geeft handen en voeten aan deze ambitie. De huidige generatie studenten laat ons via de Elsevier enquête, de Keuzegids Hoger Onderwijs en de Universitaire Studentenraad weten dat er nog wel het een en ander te verbeteren valt. Veel studenten voelen zich onvoldoende uitgedaagd en zijn niet gemotiveerd om het maximale uit hun studie te halen. Studenten maken ook duidelijk dat er het een en ander schort aan de keuzemogelijkheden en aan de kwaliteit van sommige cursussen
en docenten. Het is zaak deze kritiekpunten serieus te nemen en de onderwijsvisie beter in praktijk te brengen. U kunt hierin een actieve rol hebben. In deze krant doet u ideeën op over hoe u kunt participeren. Want de onderwijsvisie kan alleen worden gerealiseerd als zij VU-breed aandacht krijgt. Essentieel zijn inspiratie en wilskracht om de visie in de praktijk te brengen. In deze onderwijsvisiekrant leest u over de recente ontwikkelingen. Waar zijn docenten, bestuurders, studenten en de medewerkers van het Onderwijscentrum mee bezig? Waar staat onze onderwijsvisie nu? Het mooie is dat u ziet dat iedereen betrokken wordt en invloed kan hebben. Iedereen brengt zijn eigen inzichten en ervaringen mee. Dat leidt tot concrete en inspirerende resultaten. Ik sluit af met een blik op de toekomst. Enthousiasme, kennis en ambitie zijn van
levensbelang voor de onderwijsvisie. Ik weet dat we daar binnen de VU in ruime mate over beschikken. Velen van u denken mee over de facultaire visies, vakken worden steeds interactiever, studenten kunnen participeren in wetenschappelijk onderzoek. Maar inspirerende visioenen zijn niet voldoende. Het zijn de concrete resultaten die tellen. De betrokkenheid van studenten aan de VU dient de komende jaren toe te nemen. Zij boeken hierdoor betere resultaten, behalen in de bachelorfase een hoger rendement dan nu het geval is en zijn beter in staat hun talenten in te zetten op de arbeidsmarkt. Docenten brengen hun vakkennis over met passie en door discussie, reflectie en gedegen wetenschappelijk onderzoek. De VU is kleurrijk. Wij verenigen excellentie en diversiteit, elk talent bieden wij een rijke academische omgeving. Hier staan we voor en hier werken we aan. Ik nodig u van harte uit, als student, docent, bestuurder of onderzoeker, om ook uw bijdrage te (blijven) leveren.
Drieluik facultaire onderwijsvisies d o o r Do l l y H e uv elin g v a n Beek
De faculteiten van de VU geven ieder op eigen wijze invulling aan de onderwijsvisie. In dit drieluik een verkenning van de ontwikkelingen binnen drie faculteiten. Een practicumdocent, een portefeuillehouder onderwijs en een decaan aan het woord.
De community of learners is bij de faculteit der Wijsbegeerte een inspiratiebron om eerst te
zelfstandig oordelen uit de onderwijsvisie passen echt bij filosofie. Zo komen we tot een goed doordachte visie, die past bij onze faculteit.’
werken aan meer samenwerking binnen een community of teachers. Portefeuillehouder Onderwijs Mariëtte Willemsen legt uit waarom gekozen is voor deze insteek.
Jaap Buning is natuurkundige en practicumdocent. Hij vertelt over ontwikkelingen binnen een aantal afdelingen van de faculteit der Exacte Wetenschappen. ‘Het nieuwe profiel van Natuurkunde, Physics of Life & Energy, zorgt er dit jaar voor dat er weer eens goed gekeken wordt naar het onderwijs. Niet alleen naar het soort vakken maar ook naar de manier waarop het onderwijs in elkaar zit. Kennis alleen is niet genoeg voor een natuurkundige. De studenten moeten zich als een professional kunnen gedragen. De student komt in het nieuwe curriculum vanaf het begin de thema’s én de werkwijze tegen waar zij of hij in een later beroep mee te maken krijgt. Een andere ontwikkeling die past bij de VU-onderwijsvisie is dat twee jaar geleden het tutoraat is ingevoerd; een echt vak, met studiepunten. Niet de studieadviseurs maar docenten zijn tutor van groepjes studenten. De studenten doorlopen samen met een docent hun academische ontwikkeling. Ze leren vaardigheden zoals samenwerken, oordeelsvorming en communiceren. Zij houden hun ontwikkeling bij door middel van verslagen en een portfolio. Dit is voor sommige docenten een hele omschakeling. Die zijn vaak nog gewend alleen te werken met en vanuit exacte theorieën. Nu nemen we ook ervaringen als uitgangspunt voor het onderwijs. Ik heb alle docenten geïnterviewd en de verschillende vaardigheden besproken.
‘Docenten zijn tutor.’ Niet alleen voor docenten is het omschakelen. De studenten komen vrij assertief en consumptief van de middelbare school. Maar dat is iets anders dan zelfstandig. In de VU-visie is sprake van ‘onderzoekend leren’, maar studenten moeten ook ‘leren onderzoeken’. Zo krijgen studenten tijdens het practicum geen pasklare antwoorden. We leren hen juist vragen te stellen en op een kritische manier zelf
te laten beschrijven wat ze aan het doen zijn. Het tutoraat is een onderdeel van de facultaire onderwijsvisie die vooral door Pim Mager is ontwikkeld. Deze onderwijsvisie krijgt steeds meer handen en voeten. Maar we doen veel meer. We voeren bijvoorbeeld nieuwe werkvormen in. Binnen het vak ‘Materialen’ bij Science Business & Innovation werken studenten samen aan een wiki. Dat is een mooi voorbeeld van een werkvorm waarin studenten werken aan hun vaardigheden én met de inhoud van het vakgebied bezig zijn.’ Het tutoraat is begonnen bij de afdeling Natuurkunde en is inmiddels overgenomen door vijf afdelingen. ‘We hebben jaarlijkse facultaire studiedagen om de ontwikkelingen te bespreken. Onderling spreken we elkaar als docenten ook regelmatig. Verder kijken we hoe Geneeskunde en Bewegingsweten– schappen hun onderwijszaken aanpakken. We leren studenten actief te studeren, hun verantwoordelijkheid te nemen en hun studiesucces te vergroten. Het zijn stimulerende ontwikkelingen voor docent en student.’
‘Een interne commissie heeft bij ons in 20062007 het onderwijs doorgelicht. Een van de conclusies was dat er meer samenhang moest komen in het eerste jaar van de bacheloropleiding. Dat zorgde ervoor dat we gingen zoeken naar manieren om het onderwijs, met name het eerstejaarsonderwijs, te verbeteren. Tegelijkertijd kreeg de VU als instelling meer en meer aandacht voor onderwijs. Met als mooi voorbeeld de onderwijsvisie. Door die aandacht voelden we ons gesteund om te investeren in goed onderwijs. Het is niet gemakkelijk om het alleen te doen.
‘Iedere docent bezocht twee keer een college.’ Ik had veel overleg met een lid van het ondersteuningsteam van het Onderwijscentrum. Heel fijn dat iemand met zoveel expertise op onderwijsgebied ons kon ondersteunen. Samen ontwikkelden wij een intervisieproject. Dit richt zich op docenten in het eerste jaar Wijsbegeerte. Iedereen bezocht twee keer een college van een ander en kreeg twee keer bezoek van collega’s. Zo deden we ideeën op bij elkaar. Over college geven, over het hanteren van werkvormen en over hoe collega’s toetsen. De docenten kregen zo ook een beter beeld van de opbouw en inhoud van het eerste jaar. Vier plenaire bijeenkomsten met elk een eigen thema, maakten deel uit van de intervisie. Toetsvormen was er daar één van. Collega’s waren enorm gedreven. Het doel van meer samenhang in het eerste jaar is in ieder geval bereikt. We willen dan ook graag door met dit project en het uitbreiden naar het tweede jaar. Voor onze facultaire visie vind ik het goed dat we praktisch zijn begonnen met het intervisieproject. De hoofdpunten voor onze visie staan nu op papier. Een van die punten is dat het belangrijk is om verschillende werkvormen te gebruiken. Dat doen we al door creatief gebruik van ICT-toepassingen als Blackboard en wiki’s. Een collega van mij laat haar studenten informatie destilleren uit een tekst van Plato en daarmee een wiki maken. Daar volgt waarschijnlijk een wetenschappelijk artikel uit dat is geschreven door de studenten samen. De thema’s reflectie en
Decaan Bert Klandermans van de faculteit der Sociale Wetenschappen ziet zijn faculteit graag als een broedplaats van betrokken academici. ‘Wij sluiten ons aan bij het idee van een community of learners. Maar de uitvoering daarvan is voor een faculteit met 2.500 studenten niet altijd gemakkelijk. Want een community of learners bestaat uit studenten en docenten die veel contact hebben. Oplossingen zien wij onder andere in meer en beter gebruik van slimme ICT-applicaties. Al onze opleidingen werken daarnaast zoveel mogelijk met kleine groepen zodat de docenten meer kunnen begeleiden. We participeren met een aantal vakken in pilotprojecten van de onderwijsvisie. Ook werken twintig tot vijfentwintig eerstejaars in groepen samen in een bachelorwerkgroep en een bachelorproject onder begeleiding van een docent. In de werkgroep staan vaardigheden centraal; in het project gaan studenten zelf aan de slag met de empirische onderzoekscyclus. Ik ben een voorstander van activerend onderwijs. Dat hoeft niet altijd arbeidsintensief te zijn. Je kunt studenten zinvolle opdrachten in groepen laten doen in combinatie met peer review. Dan beoordelen studenten elkaar. Maar die zelfredzaamheid is beperkt. Het voordeel van practicumstudies zoals Geneeskunde en de Exacte wetenschappen is dat studenten daar vanaf de eerste dag een gevuld academisch dagprogramma hebben. Het hogere rendement van deze studies houdt daar volgens mij verband mee. In de zogenoemde hoorcollegestudies gaan studenten vaak maar een paar dagdelen naar de universiteit. De rest van hun agenda vullen ze met werk en sociale activiteiten. Als de studie dan een grotere tijdsinvestering vergt, hebben ze geen tijd meer. Dat is voor ons een van de redenen om ze meteen intensiever aan het werk te zetten. Centraal bedenkt de VU een onderwijsvisie, maar als faculteit probeer je je onderwijsprogramma natuurlijk al op een eigen visie te bouwen. Onze faculteit wil een broedplaats zijn van betrokken academici. De gemeenschappelijke visie en onze facultaire visie schuiven we nu als het ware in elkaar. Het onderzoekend leren heeft bijvoorbeeld een centrale plek in het onderwijs. Mooi is ook dat vaardigheden als schrijven en presenteren geïntegreerd worden in vakken, wat de samenhang met onderzoek en de inhoud garandeert. Studenten evalueren ons onderwijs gelukkig positief. Het belangrijkste vind ik dat de studenten bij ons kritisch leren denken, bereid zijn hun denkbeelden ter discussie te stellen en te toetsen aan de werkelijkheid. Dat maakt iemand tot een wetenschapper.’
inspiratie uit de praktijk - 3
Diversiteit binnen een community of learners do o r Doll y Heu vel i ng va n Be e k
De Vrije Universiteit kent al sinds jaren een zeer divers samengestelde studentenpopulatie. Ze verwelkomt ieder jaar meer studenten met uiteenlopende culturele achtergronden. Tot een paar jaar geleden was er echter geen gericht beleid op dit gebied. In 2006 werd op initiatief van de voorzitter van het College van Bestuur, René Smit, de Regiegroep Diversiteit opgericht. Volgens Wim Haan, coördinator van de Regiegroep, is het van groot belang dat er aandacht is voor dit speciale kenmerk van de VU, juist als je het hebt over de onderwijsvisie. ‘Je kunt niet van een community of learners spreken wanneer de studenten langs elkaar heen leven en geen gemeenschap vormen.’
‘Waar het op de Vrije Universiteit om gaat’, zegt Wim Haan, ‘is dat we kansen en uitdagingen aangrijpen, en dat we onze enorm gevarieerde culturele achtergronden neerzetten als iets unieks van onze universiteit. Wat we alleen niet willen, is mogelijke problemen onbenoemd laten. Zo toont een Aziatische student vaak respect voor zijn docent door niet al te veel vragen te stellen. Dat kun je lastig vinden, maar wij willen er juist iets mee doen.’ ‘Wat je niet moet vergeten is dat onze studenten al een groep apart zijn. Ze hebben succesvol het vwo doorlopen of zijn op andere manieren voorzien van de basiskwalificaties om aan de universiteit te studeren. Daaruit volgt eigenlijk al dat je als docent in staat mag worden geacht om deze studenten hun academische opleiding met goed gevolg af te laten leggen. Docenten kunnen het verschil maken, maar daar hebben ze soms extra kennis en vaardigheden bij nodig. Om docenten in staat te stellen studenten met verschillende culturele achtergronden goed te begeleiden, wordt het onderdeel Multiculturele Competenties dan ook toegevoegd aan de docentenprofessionalisering. We juichen dat vanuit diversiteitsbeleid toe.’
Samenhang creëren
Versterken het diversiteitsbeleid en de gedachte van een community of learners elkaar? Op vele vlakken, volgens Haan. Een community of learners is volgens hem de
beste omgeving voor studenten die minder steun hebben vanuit hun omgeving of waarvan de ouders geen hoge opleiding hebben genoten. ‘Studenten van niet-westerse afkomst zijn meestal sterk gemotiveerd. Zij baseren hun studiekeuze vaak op een carrièreperspectief. Daardoor zijn er talenten die ze onbenut laten. Maar door uitdagend onderwijs en een focus op de individuele sterke kanten van de student bereik je het grootste resultaat. Als je je onderwijs dan ook nog aanbiedt in een vorm waarbij interactie met andere studenten en met de docenten een grote rol speelt, profiteer je optimaal van elkaars inzicht en motivatie.’
staan centraal. Haan ziet in het thema diversiteit kansen voor het welslagen van de implementatie van de onderwijsvisie. ‘Juist door over diversiteit te spreken, kom je tot de kern van wat er bij veel studenten leeft. Ik zie een natuurlijke verbinding tussen de onderwijsvisie en het diversiteitsbeleid. Het gaat erom dat je de ander respecteert. Ook al is hij of zij fundamenteel anders dan jij. Van diversiteit kun je leren doordat je hierdoor in aanraking komt met verschillende perspectieven. Elkaar begrijpen en met elkaar kunnen samenwerken is een voorwaarde om te komen tot een echte community of learners.’
Voor samenwerken moet je elkaar begrijpen Vanwege de complexiteit van het onderwerp en het belang van een duurzame aanpak is het thema diversiteit niet alleen projectmatig te benaderen. Haan: ‘We steken onze nek uit door diversiteit te benoemen en er actief beleid op te voeren. Ons doel is ambitieus. We willen een bijdrage leveren aan de emancipatie en integratie en dus aan de samenleving in haar geheel. Je moet dan wel weten waar je over tien jaar wilt zijn.’ Aansluiting bij de onderwijsvisie ligt daarom voor de hand. Want ook de onderwijsvisie heeft als doel studenten meer te betrekken en te motiveren. Thema’s als samenwerken, een gemeenschap vormen en de aandacht voor de ambities van de individuele student
Discussie Gemengde groepen
Hoe zorg je voor integratie en samenwerking tussen verschillende groepen studenten?
> vervolg pagina 1 Studenten JB: Hoe zouden we om moeten gaan met diversiteit binnen kleinschalig onderwijs? MK: De groepen zouden moeten worden ingedeeld door de docenten. Dan krijg je eerder groepen van diverse samenstelling. Dat vinden wij belangrijk. Het is makkelijk als je als homogene groep hetzelfde over zaken denkt, maar verschillen voegen iets toe. Je komt eerder op andere invalshoeken en discussies zijn interessanter. De kracht van de VU is haar zeer divers samengestelde studentenpopulatie. JB: Stel dat we inderdaad inzetten op kleine groepen, hoe zouden we dat aan moeten pakken?
4 - De onder wijsvisie
EvS: Een decaan van een grote faculteit zei laatst tegen ons: ‘Ik vind het mooi hoor, dat kleinschalige, maar dat gaat bij ons nooit lukken.’ JB: Sterft het in schoonheid? EvS: Je moet prioriteiten stellen. Al het geld dat er is, zou wat mij betreft hierop ingezet moeten worden. MK: Het is daarbij belangrijk docenten te scholen. Ze moeten leren hoe ze groepen goed kunnen begeleiden. EvS: De zogenaamde menselijke maat, aandacht voor het individu en goed verdeelde aandacht, is een voorwaarde voor dit soort onderwijs.
Haan: ‘Als je wilt dat studenten zich onderdeel voelen van één community of learners, ondanks hun culturele verschillen, dan moet je daar zo vroeg mogelijk aandacht aan besteden. Doe je niks dan vormen studenten groepen op basis van hun afkomst. Daarom is diversiteit nu een thema in de vakken wijsgerige vorming in het eerste jaar van alle bacheloropleidingen. Studenten overtuig je niet met een theoretisch verhaal over diversiteit. Als je studenten wilt overtuigen zul je hen zelf moeten laten ervaren hoe het is om bijvoorbeeld samen te werken in gemengde groepen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het kader van het ECHO project ‘Professioneel samenwerken’ bij de opleidingen Economie, Bedrijfswetenschappen en International Business Administration van FEWEB. Dit succesvolle project richt zich niet specifiek op diversiteit, maar ook op excellentie: groepen worden bewust gemengd ingedeeld, en worden ook begeleid. We gaan het nu breder uitrollen, eerst binnen de faculteit en later ook VU-breed. Maar bij Rechten bijvoorbeeld stellen docenten al bewust gemengde groepen samen.’
Dat het thema diversiteit tot discussie leidt, daar is Wim Haan niet bang voor. ‘Ik ben juist voor discussie. Zwijgen en simplificeren zorgen voor verkeerde beelden. Ze doen de waarheid geen recht. Binnen de universiteit passen fundamentele gesprekken uitstekend.’
over het onderwijs van de VU
JB: Heeft het door jullie voorgestelde soort onderwijs geen afstotende werking voor nieuwe studenten? EvS: Dat zouden de taaltoets en het bindend studieadvies ook hebben. Ik denk dat studenten er juist op af zullen komen. Daarnaast mag de VU zich best afvragen of ze nog wel wil en kan groeien. Kwaliteit is een keuze. MK: Mensen zullen vol bewondering gaan zeggen: ‘Zo, heb jij de VU gedaan! Dat is prestigieus.’ JB: Hoe wil de USR een bijdrage leveren aan het onderwijs? EvS: Wij gaan het stuk ‘Uitdagend onderwijs en de menselijke maat’ bespreken met een
groep beleidsmakers, het College van Bestuur en uzelf. We brengen een advies uit waarvan wij geloven dat het zal leiden tot een hogere motivatie van studenten en daardoor tot groter studiesucces. JB: De USR als denktank? MK: Ja! Studenten willen graag betrokken worden bij het onderwijsbeleid. EvS: Wij denken graag mee, juist ook in de fase dat beleid nog wordt gemaakt. Wij weten hoe het er nu aan toe gaat. Hoe studenten denken en werken. Door ons te betrekken krijg je beter en uitdagender onderwijs.
Een persoonlijke visie do o r Doll y Heu ve li ng va n Be e k
Met een nominatie voor de VU onderwijsprijs op zak, en het winnen van de facultaire onderwijsprijs bij de faculteit der Letteren heeft cultuurhistoricus Joris van Eijnatten een goede naam als docent. Hij heeft daarnaast een enorme passie voor wetenschappelijk onderzoek. Dat blijkt ondermeer uit zijn functies als hoogleraar Cultuurgeschiedenis en directeur Onderzoek bij Letteren. Juist de combinatie van onderzoek en onderwijs blijkt Van Eijnatten te inspireren. En dat leidt tot uitdagend onderwijs.
Elementaire vaardigheden Interdisciplinariteit De interactie tussen spreker en publiek tijdens voordrachten staat centraal bij het der- en reflectie
dejaarsvak Infotainment van de opleiding Geschiedenis. Studenten onderzoeken voordrachten uit het verleden, zoals preken uit de 18e eeuw. Van Eijnatten, met vuur: ‘In dagboeken kom je prachtig empirisch materiaal tegen over de zondagse preek. Dat was een sociaal gebeuren en een koppelarij!’ De studenten werken met bronnenmateriaal en leren dat ook zelf te vinden. ‘Zo maken ze zich elementaire onderzoeksvaardigheden eigen met authentiek materiaal. Studenten vinden het leuk om zelf naar het archief te gaan en een 16e-eeuws boek in handen te hebben. Dat is voor een historicus natuurlijk het echte werk.’ De studenten leren werken met verschillende onderzoeksinstrumenten. Ze dienen de kern uit artikelen te kunnen destilleren en kort samen te vatten. Van Eijnatten: ‘De studenten leren heel snel een groot aantal artikelen te lezen en analyseren.’ Waarom hij zo enthousiast is over dit vak? ‘De didactiek spreekt me aan. De combinatie van empirie en methodologie maakt dat het een heel compleet vak is.’
De persoonlijke visie van Van Eijnatten op onderwijs omvat vier kernthema’s. Naast de besproken empirie en methodologie heeft hij interdisciplinariteit hoog in het vaandel en is reflectie volgens hem van groot belang. ‘We kijken goed naar onze collega’s in andere vakgebieden en passen bijvoorbeeld theorieën uit modern sociologisch onderzoek op het verleden toe. Studenten laat ik daarnaast reflecteren op hun onderzoek door discussies tijdens colleges aan te wakkeren. Zo krijg je bewuste studenten die kritisch kunnen zijn. Daarmee sluit mijn onderwijs aan bij de gedachte van academisch burgerschap.’
Je kunt het zelf leuk maken ‘Binnen de faculteit inspireren we elkaar op onderwijsvlak. Docenten kunnen bijvoorbeeld een workshop volgen over het gebruik van een wiki in het onderwijs. Daar ga ik volgend
jor is v a n eij n a tten
jaar mee werken. Ik heb al bij twee collega’s gezien dat het goed werkt.’ Dan komt toevallig een student binnen voor zijn afspraak met de hoogleraar. Van Eijnatten grijpt de gelegenheid aan. ‘Vind jij dat mijn onderwijs ook studenten met groot talent aanspreekt?’ De student: ‘Uw colleges richten zich op de middenmoot, maar de uitschieters vinden hun weg naar u wel.’ Van Eijnatten: ‘Af en toe is het moeilijk om de
interactie tot stand te brengen, maar het lukt uiteindelijk wel. Soms gewoon door een absurde opmerking van mijn kant. Ik ben gepassioneerd over mijn vak en weet dat blijkbaar over te brengen.’ Dan, relativerend: ‘Ik doe maar wat eigenlijk, instinctief, maar ik denk wel goed na over onderwijs. De resultaten zijn goed. De studenten waarderen het. Ik merk daardoor dat je het onderwijs zelf leuk kunt maken.’
Eerstejaars in de rij voor onderwijsvisie Live verslag vanuit de stand van het Onderwijscentrum, IDEE-week 2008 Do o r o n z e c o r r e spon den t
‘Eerstejaars studenten vragen we wat ze nu eigenlijk verwachten van goed onderwijs’, zegt Tjitske Meester van het Onderwijscentrum. ‘Wat hopen ze te leren de komende jaren, en op wat voor manier? We krijgen mooie antwoorden terug. “Interactief en uitdagend”, zegt de een. “Ik hoop op goede docenten”, zegt een ander. “Ik wil veel leren, en dat later ook in mijn werk kunnen gebruiken.”’
Het Onderwijscentrum laat vandaag, op deze druilerige 18 augustus 2008, de studenten een spel spelen waardoor ze de onderwijsvisie zelf ontdekken. ‘Het is een beetje veel gevraagd om beginnende eerstejaars studenten meteen te laten vertellen hoe onderwijs zou moeten worden ingevuld. Maar al puz-
zelend, met de onderwijsvisie-sweater als prijs in het verschiet, komen de ideeën los,’ zegt Tjitske. ‘Het begon hier rustig, maar nu staan ze in de rij. We delen een folder uit over wat de VU verstaat onder de community of learners, en hopen hen daarmee verder aan het denken te zetten.’
Tamarah Andriessen, voormalig lid van de stuurgroep onderwijsvisie in de studentenraad, is een van de vrijwilligers in de stand. ‘Ja, die sweaters zorgen wel voor een hoop aanloop. Dat hebben we nodig, want we willen de studenten graag bekendmaken met de onderwijsvisie. Nou kun je je natuurlijk wel afvragen wat ervan blijft hangen, maar naamsbekendheid helpt in een later stadium om de draad weer op te pakken, en met studenten
door te praten over onderwijs. Veel eerstejaars weten nu dat de Vrije Universiteit dat hoog op de agenda heeft staan, en dat ze er zelf ook aan kunnen - en moeten! - bijdragen.’ Wilt u ook deze ‘begeerde’ onderwijsvisie sweater hebben? Stuur dan een mail naar
[email protected]. De eerste twintig studenten of medewerkers krijgen een gratis exemplaar.
inspiratie uit de praktijk - 5
Onderwijsvisie en studiesucces
Vijf onderwijsspecialisten aan het woord d o o r T jits k e m e e ste r
Begin januari 2009 organiseerde de Universitaire Studentenraad van de VU een werkconferentie met het College van Bestuur. Dit resulteerde in de notitie Uitdagend Onderwijs & De menselijke Maat. Naar aanleiding hiervan vroegen we vijf onderwijsspecialisten naar hun mening over de invloed van de onderwijsvisie op studiesucces.
M a rce l v a n Go gh
‘Ruimte bieden aan motivatie èn talent’ Marc el van Gogh ( d o ce nt FE W Scien ce, B u siness & I nno va ti o n)
‘Studiesucces wordt bepaald door talent èn door motivatie. Talent zonder motivatie of bezieling brengt niets tot stand. En bezieling zonder talent leidt misschien tot vermaak, zoals bij Idols, maar niet tot de diepgang die een opleiding beoogt. Wat mij opvalt is dat binnen het universitair onderwijs het belang van motivatie en inspiratie wel als belangrijk wordt onderkend, maar dat studenten er niet of nauwelijks op worden aangesproken. Nagenoeg alle aandacht is er op gericht om het talent aan te spreken, door kennis aan te bieden, inzicht te trainen en studenten kennis en inzicht toe te laten passen. De vraag ‘Wat drijft jou? Wat vind jij belangrijk?’ wordt helaas nog weinig gesteld. Studenten worden te weinig uitgedaagd om hun passie te leren kennen en die dan ook nog te realiseren. Ik ben dus enthousiast over de onderwijsvisie van de VU, omdat die ruimte biedt aan zowel motivatie als talent - en die zijn volgens mij allebei hard nodig voor optimaal studiesucces.’
De twee kernbegrippen uit de notitie zijn: Uitdagend onderwijs is onderwijs waarin studenten intensief aan de slag moeten gaan met de voorgeschreven stof. Aan de ene kant moeten eisen worden gesteld aan de studenten, aan de andere kant moeten de werkvormen van het onderwijs zodanig in elkaar zitten dat de gestelde eisen en het gegeven onderwijs uit elkaar voortvloeien. Menselijke maat is het actief betrekken en serieus nemen van studenten bij het onderwijs. Aandacht voor de individuele talenten van de student en het begeleiden van studenten tijdens hun studietijd staan hierbij voorop. Het is een voorwaarde voor uitdagend onderwijs: zonder een menselijke maat te hanteren kunnen studenten zich niet maximaal ontplooien.
‘Uitdagingen zoeken voor alle studenten’
Cor Zonneveld
‘Studenten studeren pragmatisch’.
‘Het motiveert enorm als je je stem ‘Studenten enthousiast maken kunt laten horen’. voor de wetenschap’
Ad Verkleij
Annama rie Da mm a n (d e r d e j a a r s bachelor stu dent opl eidi n g ‘R e li gie en Leven sb eschou wi ng’)
‘Ik denk zeker dat het werken met de onderwijsvisie meer oplevert. Door de verschillende elementen van de visie kan iedereen er zelf iets mee doen. Wat onderwijs spannender maakt is dat er steeds meer ruimte komt om je in je eigen onderwerp te verdiepen en dat te koppelen aan de actualiteit. Omdat je je eigen visie moet geven moet je het je echt eigen maken, dus wordt het minder theoretisch. Door een actieve toepassing gaat zo’n project beter leven dan wanneer je alleen luistert en tentamens maakt – en dus vergeet je het niet. Ook een multimediale aanpak past goed bij de manier waarop we op de middelbare school al bezig waren. En het motiveert enorm wanneer je essay gepubliceerd wordt, of als je je stem kunt laten horen aan een breder publiek.’
6 - De onder wijsvisie
Het kan niet anders of dat moet bijdragen aan studiesucces. Het vraagt echter om een daadwerkelijke inzet van docenten en van studenten en dat laatste is niet altijd vanzelfsprekend. Lang niet alle studenten kiezen gemotiveerd voor een studie en lang niet alle studenten vinden hun studie even leuk, of gaan er echt voor. Een community of learners kan een deel van die minder gemotiveerde studenten laten zien hoe leuk hun studie eigenlijk is, maar daar moeten die studenten dan wel voor open staan. In dat geval zal de onderwijsvisie het studiesucces verhogen. Maar er zullen altijd twijfelaars blijven en studenten die hun studie op een laag pitje houden. Die studenten kunnen niet profiteren van zo’n community of learners, maar zij moeten hun studie toch met goed gevolg kunnen voltooien. Wij staan dus voor de uitdaging te zoeken naar manieren om zoveel mogelijk studenten uit te dagen hun studie te doen op basis van de onderwijsvisie en tegelijkertijd alternatieven te houden voor studenten die daaraan niet willen of kunnen meedoen.’
Ad Verkleij (adviseur Strategisch Onderwijsbeleid Onderwijscentrum VU)
‘Studenten komen naar de universiteit om af te studeren in het vak dat ze gekozen hebben, hoe zwak die keuze soms aanvankelijk ook is onderbouwd. Studiesucces uit zich uiteindelijk in het halen van het beoogde diploma. De onderwijsvisie draagt daaraan bij doordat deze erop is gericht studenten enthousiast te maken voor het gekozen vak en voor de wetenschap, voor academische vorming. De door de onderwijsvisie beoogde community of learners is de plek bij uitstek om dat enthousiasme aan te wakkeren, door binding tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten. Uiteindelijk zullen alle extra inspanningen leiden tot een groter studiesucces van onze studenten.’
Cor Zonneveld (docent FALW, sectie Me th o dolog i e en Toege pa ste Biosta tistiek)
A nja Os ka mp An j a Os k amp ( D ec aan Fa cul t eit R e chts g e l e e r dh e id)
‘Goede implementatie van de onderwijsvisie betrekt de student bij de universiteit, bij het onderzoek dat op de faculteit wordt gedaan en beoogt een dialoog tussen docent en student te creëren. Studenten zijn volwaardig lid van de academische gemeenschap. Dat is prachtig en wanneer docenten en studenten beiden de onderwijsvisie in praktijk brengen, zou dat sterk moeten bijdragen aan het plezier in de studie en in het doceren. Vanuit bestuurdersoogpunt is plezier in werk en studie van groot belang. Medewerkers moeten hun werk met plezier doen en studenten moeten effectief en met plezier studeren.
‘Of je je er nu van bewust bent of niet, onderwijs zonder visie bestaat niet. Of de onderwijsvisie helpt? Ik denk van wel. Door na te denken over wat je wilt, en hoe je dat wilt bereiken, ben je beter in staat het onderwijs vorm te geven. En als je je onderwijs beter vormgeeft, moet het beter resultaat hebben - tenzij wij als docent overbodig zijn. En die laatste conclusie trek ik natuurlijk niet graag... Dus ja, meer aandacht voor onderwijs is wat mij betreft van invloed op studiesucces. Het zou mij trouwens verbazen als mijn studenten op de hoogte zijn van de onderwijsvisie, of zelfs maar van mijn visie. Dat geldt in ieder geval voor Bachelorstudenten. Ik denk dat veel studenten pragmatisch studeren, en bij pragmatisme hoort waarschijnlijk niet dat ze zich erg druk maken om een onderwijsvisie. Maar misschien ben ik te cynisch?’
Yolande Spoelder, Projectmanager onderwijsvisie d o o r Do l l y H e uv e l i ng v a n Beek
Ze studeerde Oudheidkunde, combineerde hierbij Archeologie met Latijn en Italiaans, en werkte vervolgens bij een HBO-instelling. Maar ze kwam terug bij de universiteit en de Faculteit der Letteren. Eerst als studiecoördinator en -adviseur, nu als adviseur ICT & Onderwijs. Daarnaast bekleedt Yolande Spoelder per 1 september 2008 de functie van Projectmanager Onderwijsvisie bij het Onderwijscentrum. ‘Het is een leuk en ingewikkeld project dat bijdraagt aan zowel de kwaliteit van onderwijs op instellingsniveau als op vakniveau.’
‘Het is bewezen dat studenten meer studiesucces hebben als ze geboeid zijn en betrokken.’
Yolande Spoelder
Van de Hogeschool van Amsterdam kwam u naar de VU. Waarom? ‘Ik voel me thuis in een academische werkomgeving. De universiteit inspireert. Wetenschappers hebben over het algemeen echt een passie voor hun vak. Ik vind het een voorrecht om te werken met zulke gedreven mensen. De onderwijsvisie is er onder andere op gericht het enthousiasme van docenten voor hun vak over te brengen op studenten. En daar zet ik me graag voor in.’ De implementatie van de onderwijsvisie, wat doet u daaraan? Voor de komende twee jaar heb ik het projectplan onderwijsvisie verder uitgewerkt. Het bleek lastig om de implementatie van het plan overal zichtbaar te maken en de resultaten meetbaar te maken, maar dat is wel wat we proberen te doen. Dat is de uitdaging: om de mooie doelen van de visie ook uitvoerbaar te maken, en duurzaam, dat ze beklijven. Ik coördineer de uitvoering van het projectplan en stuur het ondersteuningsteam aan. Dit team faciliteert de faculteiten in de ontwikkeling en uitvoering van hun eigen visie.’
‘Dat is de uitdaging: om de mooie doelen van de visie ook uitvoerbaar en duurzaam te maken’. Wat biedt het Onderwijscentrum de faculteiten? ‘Het Onderwijscentrum biedt ondersteuning en procesbegeleiding in de vorm van instrumenten en advies aan de faculteiten om de facultaire visie op onderwijs te ontwikkelen en uit te voeren.’
Kunt u dat concreter maken? ‘Naast het benutten van advies van het ondersteuningsteam kan de faculteit een keuze maken uit, laten we zeggen, de menukaart van het Onderwijscentrum. Daarop staan allerlei producten en diensten waarvan een faculteit gebruik kan maken. De visies van andere faculteiten bijvoorbeeld, ter inspiratie. Of de ‘thermometer’ waarmee je een vak kunt toetsen op coherentie met de onderwijsvisie. We verstrekken advies op maat, waarbij we de uiteenlopende expertises van de medewerkers van het Onderwijscentrum inzetten. We bieden succesvolle voorbeelden aan van onderwijsprogramma’s, en ook filmmateriaal met aansprekende cases. Voor een deel kunnen faculteiten zelfstandig met deze onderdelen aan de slag.’ Is het niet lastig om producten te maken voor zo’n diverse doelgroep? ‘Een mooi voorbeeld vind ik de faculteit der Letteren, waar ik ook werk. Er lopen hier allerlei verschillende docenten en studenten rond. Er zijn colleges met slechts tien studenten, maar ook colleges voor grotere groepen. Ik snap vanuit mijn eigen multidisciplinaire achtergrond dat je niets bereikt als je geen aandacht hebt voor cultuurverschillen tussen de disciplines. Daarom bieden we altijd diensten op maat. We sluiten aan bij de vragen die leven in de faculteiten. We hebben prachtige good practices, het is nu tijd om te gaan letten op duurzaamheid. Hoe zorgen we ervoor dat onze manier van verzorgen van onderwijs ook na afloop van het project overeind blijft, en zich verder ontwikkelt?’ Daar heeft u natuurlijk wel ideeën over. ‘Je moet aansluiten bij bestaande processen en vraagstukken. Dat is wat we de komende tijd gaan doen. Soms lijkt het lastig om die koppeling te maken, maar in de praktijk blijkt dat dat soms als vanzelf tot stand komt. Docenten hebben niet altijd door dat ze bijzondere dingen doen. Het onderwijs sluit vaak al heel goed aan bij de onderwijsvisie en dat mogen we best benoemen en laten zien.’
Wat spreekt uzelf het meeste aan in de onderwijsvisie? ‘Dat studenten een actieve rol spelen in hun eigen leerproces. Dat ze al vanaf het begin van hun opleiding samenwerken aan onderzoek en dat ze uitgedaagd worden door hun docent. Om dat te bereiken is een goed onderwijsontwerp nodig. Daar kunnen docenten binnen dit project steun in krijgen. Onlangs vroeg ik een docent naar zijn ervaringen met een onderwijsonderdeel waarbij ik hem had geadviseerd. Hij vertelde mij dat hij ervan geniet dat zijn nieuwe vak studenten boeit. Als ik dat hoor, kan ik tevreden zijn, dan heb ik mijn werk goed gedaan. Het is bewezen dat studenten meer studiesucces hebben als ze geboeid zijn, en betrokken.
Waar ik ook enthousiast over ben is dat de visie ervoor zorgt dat docenten hun eigen onderwijs kritisch bekijken, erop reflecteren. Dat heeft gunstige effecten op de inhoud en op de vorm van het onderwijs.’ Dus u pleit voor een diversiteit aan werkvormen? ‘Ja, we moeten niet geforceerd elk vak willen omvormen tot een community of learners. Soms moet je als student gewoon in je eentje werken en de theorie bestuderen. Ook dat is eigen aan de wetenschap. Het afwisselen van werkvormen is een goede manier om hiermee om te gaan. Bijvoorbeeld hoorcolleges volgens de onderwijsvisie. Hoe doe je dat? Dat is typisch een onderwerp waar het Onderwijscentrum over kan adviseren.’ Tenslotte, wat wilt u bereiken in uw functie als Projectmanager Onderwijsvisie? ‘Dat er instellingsbreed wordt nagedacht over goed onderwijs. Ik stel me voor dat je over vier jaar een VU-student vraagt wat het bijzondere is aan het onderwijs van de VU. Dan hoop ik van harte dat het antwoord luidt dat hij of zij vanaf het begin van de studie in een community of learners betrokken is geweest bij onderzoek. En dat hij of zij heeft geleerd hoe samen te werken en een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek en aan de maatschappij.’
Kenmerken van de onderwijsvisie De Vrije Universiteit leidt studenten op tot kritische en betrokken burgers die vanuit een onderzoekende houding problemen kunnen aanpakken en die hun verantwoordelijkheid nemen in de samenleving. Het onderwijs bereidt studenten voor op een wetenschappelijke beroepspraktijk en op academisch burgerschap in de samenleving. Studenten leveren tijdens hun studie een bijdrage aan het oplossen van complexe maatschappelijke problemen en aan de maatschappelijke discussies daarover. Dat betekent ook dat zij kunnen omgaan met verschillen in overtuiging, dat ze over oordeelsvermogen beschikken en dat ze wetenschap op waarde weten te schatten. Om bovengenoemde doelen te bereiken vormen studenten en docenten binnen de VU communities of learners met aandacht voor de ambitie van de individuele student en ruimte voor diversiteit en excellentie. In deze communities gaat het om studenten die: • • • •
deelnemen aan het proces van kennisontwikkeling; kennis ontwikkelen door onderzoekend leren; werken vanuit de hoofdvragen en kernbegrippen van een vakgebied; vertrouwd raken met de cultuur van onderzoek doen, samenwerken en communiceren; • kunnen reflecteren en zich zelfstandig oordelen kunnen vormen; • toegang hebben tot voorzieningen voor onderzoek en studie.
inspiratie uit de praktijk - 7
Met Bewegingswetenschappen naar zee Aanstekelijke films
d o o r Do l l y H e uv e l i n g v an B e e k , F o t o g r aaf : E r wi n H o fma n n
do o r Tjitske Meest e r
De naam van de projectgroep, ‘Bevordering Studierendement en Onderwijsleercultuur Eerste Jaar Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen’, zegt het helemaal.
Vorig jaar september zijn er filmpjes gemaakt van aansprekende good practices van drie faculteiten: Letteren, Exacte Wetenschappen en Sociale Wetenschappen. In die films is de onderwijsvisie vanuit verschillende invalshoeken belicht. Docenten, studenten en eventueel extern betrokkenen zoals gastdocenten vertellen over het werken met de onderwijsvisie.
Bewegingswetenschappen wil werken aan onderwijs, en doet dat twee dagen lang. In Zandvoort, bij windkracht 8. Met docenten en studenten samen. Laat u inspireren.
Het Onderwijscentrum heeft gemerkt dat de filmpjes de onderwijsvisie tot leven brachten en dat ze inspirerend werken. Daarom worden dit jaar weer voorbeelden van good practices verfilmd. De invalshoek van de nieuwe reeks is het thema ‘inspiratie’. Verdieping van de inhoud van de onderwijsvisie komt ook aan bod. Het eerste filmpje is al opgenomen, bij de faculteit der Godgeleerdheid met het vak Oosterse filosofie B van docente Annemieke Vroom. Het vertrekpunt van haar good practice is het onderscheid tussen hoofdthema’s en kernbegrippen. Ze integreert daarnaast maatschappelijke thema’s in haar onderwijs. Ze werkte daarvoor samen met de Boeddhistische omroep. Studenten schreven essays die vervolgens gepubliceerd werden op het web, en ‘echte’ boeddhisten reageerden daarop. Tijdens een slot-event discussieerden studenten en boeddhisten met elkaar. Drie andere filmpjes worden na de zomer van 2009 uitgebracht. Het eerste filmpje is van FALW Methodologie en Statistiek II van docent Cor Zonneveld. De onderwijsvisie komt met name tot uiting tijdens de werkcolleges. De studenten werken samen aan opdrachten. De docent wil de studenten kritisch wetenschappelijke stukken laten lezen. Bij FEW is met het vak Innovatieproject Energie van docent Marcel van Gogh gewerkt aan een actueel vraagstuk uit het bedrijfsleven. In deze cursus vormen studenten vier teams van management consultants voor een elektriciteitsproducent. Het Onderwijscentrum onderzoekt nog welke good practice in aanmerking komt voor de laatste film.
Janke Poortinga van het > Onderwijscentrum vraagt de docenten ‘Wat vond je als student zelf inspirerend en wat vond je juist vreselijk?’ En hetzelfde vraagt ze aan de studenten. Dat brengt de pennen op gang. Een bord vol ideeën over inspirerend onderwijs.
Henk Schutte, docent: ‘Om > het rendement te verhogen moet niet alleen de student betrokken zijn, maar moeten we ook uitdagend onderwijs bieden.’
Janke Poortinga: ‘Studenten > ervaren met name het eenrichtingsverkeer vanuit de docent als hinderlijk. Meer interactie moet er zijn!’
De deelnemers zijn niet bang > voor kritiek. ‘Kun je een docent wel leren om bevlogenheid over te brengen op studenten?’
> De Dublin descriptoren (algemene beschrijvingen eindniveau Bachelor en Master) worden bestudeerd. Docenten geven aan op welke manieren hun vakgebied daaraan voldoet.
Samenhang in het curriculum, > academische vaardigheden bijbrengen, het activeren van de student? Elke groep krijgt een eigen thema mee. Het wordt allemaal besproken tijdens de ‘brainstormwandeling’. En stormen doet het.
‘Als we er nu eens voor > zouden kunnen zorgen dat we studenten gedurende het hele eerste jaar in kleine groepjes laten nadenken over vakoverstijgende vraagstellingen?’ ‘Ja! We maken er een cursusonderdeel van. Om studenten zelf te laten ontdekken hoe de vakken met elkaar verband houden. Aan het eind van het studiejaar rapporteren de groepjes over de oplossingen.’
‘Dat sluit ook nog ’ns prima aan bij het kennismakingscollege.’ En zo wordt PION geboren, het Project Integratie Onderwijs. Op de weg terug discussiëren Bewegingswetenschappers over de manier waarop de kenmerken van de onderwijsvisie in PION aan bod komen. Alle kenmerken van een community of learners komen erin terug.
U kunt de nieuwe filmpjes bekijken op de intranetsite www.intranet.vu.nl/ onderwijsvisie/beeldengeluid. Hier kunt u ook de filmpjes bekijken die in september 2008 zijn gemaakt.
Zelf aan de slag met de onderwijsvisie Geïnspireerd geraakt door de verhalen en voorbeelden in deze krant? U kunt op verschillende manieren zelf aan de slag met de onderwijsvisie. Het Onderwijscentrum ondersteunt u daarbij:
20109
Colofon Dit is een uitgave van het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit, maart 2009; illustraties: Studio Alarm; fotografie en vormgeving: Dienst Marketing en Communicatie; redactie: Hakuna Matata, science & media
8
• Op intranet en internet vindt u meer achtergrondinformatie over de onderwijsvisie en praktische tips. (www.intranet.vu.nl/onderwijsvisie, www.vu.nl/onderwijsvisie) • Videofilmpjes met docenten en studenten laten zien hoe de kenmerken van de onderwijsvisie vertaald kunnen worden naar concrete onderwijsonderdelen. (www.intranet.vu.nl/onderwijsvisie/beeldengeluid) • Vraag een medewerker van het ondersteuningsteam (zie pagina 2) mee te denken over de vormgeving van een eigen cursus of onderwijsonderdeel. • Voor algemene vragen over de onderwijsvisie kunt u contact opnemen met Yolande Spoelder (
[email protected]).