Lokaal economisch beleid Offerte voor de rekenkamercommissies Bussum, Naarden en Muiden
A11259 Zoetermeer , 11 april 2014
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding Lokaal economisch beleid Doel, vraagstelling en evaluatiemodel Normenkader
2
Plan van aanpak
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Fase Fase Fase Fase Fase
3
Planning, onderzoeksteam en begroting
3.1 3.2 3.3 3.4
Planning Panteia Onderzoeksteam Begroting
Bijlage 1
1: 2: 3: 4: 5:
Startbijeenkomst en vaststellen toetsingskader Documentstudie en benchmark-analyse Interviews intern en extern Telefonische enquêtes Rapportage
Referentieprojecten
5 5 5 8 10
13 14 14 16 18 19
20 20 21 21 23 26
3
1 1.1
Inleiding Aanleiding Bij bespreking van het Jaarplan 2014 van de rekenkamercommissie Bussum zijn meerdere mogelijke onderzoeksonderwerpen gesuggereerd. Uiteindelijk is na overleg met raad en college besloten om onderzoek te gaan uitvoeren naar het lokaal economisch beleid, waarbij niet alleen terug gekeken wordt in de evaluatieve sfeer maar juist ook vooruit gekeken wordt. Bij de invulling van het onderzoek wil de rekenkamercommissie over de eigen gemeentegrenzen heenkijken, zeker gezien de verwachte fusie van de gemeenten Naarden, Bussum en Muiden per 1 januari 2016. Het onderzoeksonderwerp en -opzet zijn besproken met de rekenkamercommissies van Naarden en Muiden en zij hebben aangegeven dat zij mogelijk willen participeren in dit onderzoek. Aan Panteia is nu gevraagd een voorstel in te dienen voor de uitvoering van dit onderzoek, waar wij graag op ingaan.
1.2
Lokaal economisch beleid Als we kijken naar het economische beleid van Nederlandse gemeenten, dan zien we een aantal elementen die blijvend of structureel van aard zijn en een aantal elementen die ingegeven zijn vanuit ontwikkelingen die zich vandaag de dag voordoen. De structurele elementen hebben veelal tot doel het algemene vestigingsof ondernemingsklimaat op lokaal (en regionaal) niveau te versterken. De eigentijdse of variabele elementen hebben veelal tot doel specifieke doelgroepen van ondernemingen of economische ‘hotspots’ te stimuleren. In beide onderdelen van het beleid en de uitvoering ervan treden de gemeenten op als facilitator, ontwikkelaar, beheerder en dienstverlener. Tegenwoordig komt daar steeds vaker de rol van makelaar en procesbegeleider bij: de gemeente als initiator en samenwerkingsp artner van multidisciplinaire ontwikkelteams, PPS-constructies en Triple-O (overheid, ondernemers, onderwijs) samenwerkingsverbanden. De ambities of doelen van gemeenten (en regio’s) concentreren zich grotendeels rond drie thema’s: Dynamiek, Diversiteit en Duurzaamheid. Dynamiek (D1) staat voor het streven naar een gezonde bedrijvendynamiek met een instroom van voldoende starters, een hoge overlevingskans en het hebben van voldoende doorgroeiers en snelle groeiers. Het staat ook voor een behoud van (stabiele) bedrijven en voor succesvolle bedrijfsoverdrachten. Kenmerkend voor een gezonde dynamiek is continue vernieuwing van het ondernemingenbestand en de bedrijfsactiviteiten rondom een vaste structurele basis. Diversiteit (D2) is het gewenste kenmerk voor de productie- of sectorstructuur. Een diversiteit aan bedrijvigheid betekent doorgaans een stabiele economische ontwikkeling en meer flexibiliteit bij economische tegenwind. Het betekent doorgaans ook betere kansen op de arbeidsmarkt voor de eigen beroepsbevolking. Duurzaamheid (D3) staat voor een langetermijn ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met ‘people, planet, profit‘. Het staat enerzijds voor milieu- en mensvriendelijke productieprocessen, bouw en logistiek. Anderzijds wordt duurzaamheid vaak vertaald als ‘levensbestendig wonen, leren, werken, zorgen en recreëren’.
5
In figuur 1.1 is het een en ander weergegeven. Aan de linkerkant staat het lokale speelveld dat ingevuld kan worden met allerlei beleidsinstrumenten die het algemene ondernemingsklimaat versterken dan wel specifieke doelgroepen of gebieden. Aan de rechterkant staan de beoogde doelen of resultaten van het beleid. figuur 1.1
Kader lokaal economisch beleid
Speelveld van beleid:
Beoogd resultaat van beleid
Structuur: Dynamiek
Ondernemingsklimaat
Variabel:
Diversiteit
Doelgroepgericht
Variabel: Gebiedsgericht
Duurzaamheid
Bron: Panteia, 2014
De figuur is een kapstok waaraan de verschillende beleidsinstrumenten van de gemeenten (in dit geval Bussum, Naarden en Muiden) opgehangen kunnen worden. Hiermee is tevens aangegeven dat in dit rekenkameronderzoek voor de drie gemeenten een zelfde benadering mogelijk is, ondanks de accentverschillen die we in de praktijk ongetwijfeld zullen aantreffen en nu al in de ambities en plannen kunnen constateren. E co nom i sc h be l e id B u ssu m Bussum streeft naar voldoende werkgelegenheid en een hoog voorzieningenniveau. Dit blijkt uit het coalitieprogramma 2011-2014. Deze doelstelling wil de gemeente bereiken door het:
Behouden en verbeteren van het vestigingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf;
Behouden en versterken van de lokale werkgelegenheid;
Stimuleren van duurzaam (maatschappelijk verantwoord) ondernemerschap;
Intensiveren van de regionale economische samenwerking;
Behouden van het hoge voorzieningenniveau en een goede spreiding ervan;
Verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening voor ondernemers en werkzoekenden;
Behouden en versterken van de dorpskern als gezellige en levendige ontmoetingsplaats met regionale allure.
Daarnaast heeft het college zich aanvullende doelen geformuleerd, die instrumenteel van karakter zijn. Deze zijn:
De gemeente moet de ondernemers zo eenvoudig en snel mogelijk helpen en ondersteunen bij het blijvend voldoen aan relevante regels en de toekenning van vergunningen. Vergunningen behoren in overleg tot stand te komen. Hierin moet specifiek aandacht worden besteed aan startende ondernemers;
Het aantal m2 bedrijventerrein in Bussum moet worden behouden en optimaal worden benut;
6
De in 2010 ingevoerde reclamebelasting wordt begin 2012 geëvalueerd; onderdeel van de evaluatie is waar een kosten/batenanalyse;
In samenwerking met Stichting Bussum Promotie wordt gezorgd voor een betere bekendheid van het brede aanbod aan winkelvoorzieningen, evenementen en culturele activiteiten;
Er vindt geen uitbreiding plaats van het aantal algemene koopzondagen (handhaving op het huidige niveau);
Bezien of het voormalige Bussumse postkantoor aan de Poststraat een goede, nieuwe bedrijfsbestemming dient te krijgen;
Het bestaande loket voor ondernemers wordt geoptimaliseerd en aangevuld met een digitaal loket.
Uit de doelstelling en de geformuleerde doelen zijn structuur en variabele elementen voor Bussum af te leiden. Voorbeelden als behoud en verbetering van het vestigingsklimaat voor het MKB, behouden en versterken van werkgelegenheid en behoud van het hoge voorzieningenniveau duiden op structurele elementen. De specifieke aandacht aan startende ondernemers bij het helpen en ondersteunen bij het voldoen aan regels en de toekenning van vergunningen laat een doelgroepgerichte benadering zien. De aandacht voor de dorpskern, het aantal m2 bedrijventerrein en het voormalige postkantoor tonen gebiedsgerichte elementen. De gemeente Bussum lijkt in de afgelopen bestuursperiode vooral gericht te zijn op elementen om haar economie dynamischer (D1) en duurzamer (D3) te maken. E co nom i sc h be l e id Na a rd e n Programma 5 (onderdeel economie) van het collegebeleidsprogramma gemeente Naarden 2011-2014 “Waarde bewaard” laat de volgende doelen zien:
Betere voorwaarden voor ondernemers creëren;
Verbeteren van de zichtbaarheid van de bedrijfscontactfunctionaris;
Regelgeving en procedures eenvoudiger maken voor specifieke ondernemers;
Betere aansluiting op de ruimtebehoefte van ondernemers;
Meer economische groei in de toeristische sector.
Per doel wordt een aantal instrumenten en acties genoemd waarmee de gemeente deze doelen wenst te bereiken. Kenmerken is de diversiteit ervan. Enkele voorbeelden:
actualisatie van de bedrijvenwebsite Naarden,
behalen derde ster KVO,
aanwezig zijn van gemeente (bedrijfscontactfunctionaris) bij acht ondernemersbijeenkomsten per jaar,
invoering van Blauwe Zone bij alle winkelstrips m.u.v. Keverdijk,
vaststellen regionale detailhandelsvisie,
bijwonen van bijeenkomsten van toeristische ondernemers en regionale overleggen t.b.v. stimulering toerisme.
De gemeente Naarden lijkt in de afgelopen bestuursperiode vooral gericht te zijn op elementen om haar economie dynamischer (D1) en diverser (D2) te maken. E co nom i sc h be l e id M u i de n Het collegeprogramma “Samenwerken is Noodzaak” benoemt belangrijke projecten die het college in 2012 wilde aanpakken. Hierbij wordt opgemerkt dat het uitgangspunt was, dat de gemeente Muiden per 1 januari 2013 zou gaan fuseren. De vijf belangrijkste projecten zijn: Toekomstvisie, De lokale brug / de lokale tunnel, Sport, Buitenhaven en KNSF en Bloemendalerpolder.
7
Voor wat betreft het economisch beleid is vooral de toekomstvisie1 van de gemeente Muiden, die in 2014 is gepubliceerd, belangrijk. De economische visie geeft aan dat de “gemeente Muiden daar waar het de economie betreft een regisserende en faciliterende rol zal vervullen”. In dit kader wordt gewezen op het belang van het creëren van ruimte (regelgevend) voor ondernemers, bedrijven, verenigingen en instellingen zodat zij hun werk kunnen doen en hun innoverende plannen kunnen realiseren. Daarnaast wordt het belang benadrukt van het bieden van een structuur waarbinnen ondernemers, bedrijven, verenigingen en instellingen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Met de economische visie beoogt de gemeente Muiden de volgende beleidsdoelen:
Versterken van de economische focus van de gemeente;
De economie in de gemeente in balans brengen;
De huidige economische situatie beter opvangen;
Ondernemers en overheid beter samenwerken;
Verbeteren aansluiting lokale economie op de regio.
De gemeente Muiden wil voorts met haar regisserende en faciliterende rol het volgende economisch doel bereiken2: “meer bezoekers, die meer besteden, langer blijven en vaker terugkomen”. Hiervoor wil de gemeente juiste voorwaarden scheppen en doet dit langs drie instrumentele lijnen, te weten:
Oprichting van de Muidertafel: stichting waarbinnen de gemeente, ondernemers, bedrijven, verenigingen en instellingen samenwerken aan concrete plannen, die bijdragen aan de versterking van de lokale economie;
Inrichting van 1-loket functie voor ondernemers: samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid efficiënter en sneller maken door kanaliseren van informatiestromen, tegengaan van overbodige regelgeving, terugdringen administratieve lasten en praktiseren positieve grondhouding in doen en laten;
Oprichting van een economisch ontwikkelfonds: stimuleren en sneller op gang brengen van ontwikkelingen met behulp van een door het bedrijfsleven en overheid gefinancierd ontwikkelfonds Muiden.
De gemeente Muiden lijkt in de afgelopen bestuursperiode vooral gericht te zijn op elementen om haar economie dynamischer (D1) te maken.
1.3
Doel, vraagstelling en evaluatiemodel Do e l en c en t r al e o n d e r zo ek s vr a ag Doel van het rekenkameronderzoek is de gemeenteraden inzicht geven in hoeverre de gemeenten de mogelijkheden binnen de eigen gemeente en in de regio goed benutten om haar economische doelen te realiseren. Hierbij gaat het ook om de langere termijn en de regionale context.
1 2
8
Gemeente Muiden, Economische Visie Muiden 2013-2023, februari 2014 Pagina 21 Economische Visie Muiden 2013-2023
De rekenkamercommissies willen niet alleen terugkijken, maar juist ook vooruit kijken. Daarom hanteren de rekenkamercommissies de volgende centrale onderzoeksvraag:
In hoeverre hebben de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden de mogelijkheden binnen de eigen gemeente en regio met betrekking tot het economisch beleid benut om haar doelen op de lange termijn te behalen?
De rekenkamercommissies hebben in hun offerteverzoek deze centrale onderzoeksvraag vertaald in vijf deelvragen. Panteia wil daar - op basis van eerder onderzoek naar lokaal economisch beleid - graag drie vragen aan toevoegen. Eén daarvan is vraag 3: “Welke maatregelen worden genomen om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren dan wel af te remmen?”. Hiermee kunnen we vaststellen of in de uitvoering van het economische beleid door de gemeenten ruimte is en gebruikt wordt om in te spelen op de actualiteit en innovaties. Met andere woorden of de gemeenten tussentijds evalueren en bijstellen indien nodig is. Een tweede toevoeging is vraag 4: “In hoeverre is de uitvoering van het beleid volgens plan en naar wens verlopen?”. Hiermee stellen we vast of de middelen daadwerkelijk in de praktijk zijn ingezet en hoe de uitvoering is verlopen waaronder de samenwerking tussen de direct betrokkenen. Een derde toevoeging is vraag 5: “Welke typen bedrijven zijn er in de gemeenten?”. Deze vinden wij belangrijk om onder andere na te gaan of (de effecten van) het beleid en de instrumenten ook terecht komen bij de doelgroepen (sectoren, grootteklasse) waarvoor zij bedoeld zijn. D ee l vr ag en Hiermee komen we op de totaal acht deelvragen. De deelvragen vormen de basis van het normenkader dat we in de eerste onderzoeksfase verder uitwerken en in deze offerte een aanzet toe geven. Ze vormen de kern van dit rekenkameronderzoek en bepalen de in te zetten onderzoeksactiviteiten, analyse en rapportage). De deelvragen zijn: Input (middelen) 1.
Welke kaders en doelstellingen heeft het (lokaal) economische beleid en welke instrumenten zijn daarvoor ingezet in de gemeenten?
2.
Welke middelen hebben de gemeenten ingezet op het economisch beleid?
Troughput (proces) 3.
Welke maatregelen worden genomen om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren dan wel af te remmen?
4.
In hoeverre is de uitvoering van het beleid volgens plan en naar wens verlopen?
Output (prestaties) 5.
Welke typen bedrijven zijn er in de gemeenten?
6.
Welke oordelen en opvattingen hebben lokale bedrijven over het (economisch) beleid van de gemeenten?
Outcome (effecten) 7.
In hoeverre zijn de doelstellingen van het economisch beleid bereikt en zijn deze aanwijsbaar gevolg van het gevoerde beleid?
Regionale context (toekomst) 8.
Welke (nieuwe) mogelijkheden (kansen en bedreigingen) ontstaan er na de fusie van 1 januari 2016 op economisch terrein?
9
De deelvragen hebben we gerubriceerd naar de stappen in een evaluatiemodel dat we voor de analyse willen hanteren. Deelvraag 8 zien we als een overkoepelende vraag die verder reikt dan de lokale economie en het moment van vandaag. In onderstaand figuur is het evaluatiemodel weergegeven. figuur 1.2
Model effectevaluatie toegepast op onderzoek “lokaal economisch beleid”
Doelen lokaal economisch beleid: • Dynamiek • Diversiteit • Duurzaamheid
Input
Throughput
Output
Outcome
Middelen: • Inzet financiële middelen lokaal economisch beleid • Inzet instrumenten ter bevordering van lokaal economisch beleid
Proces:
Prestaties:
Effecten:
Maatregelen om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren, als: kleinschalig ondernemerschap, werken aan huis, zzp’ers
• Oordeel bedrijven over lokaal economisch beleid • Mogelijkheden voor de gemeenten om samen te werken
• Tevredenheid ondernemers over lokaal economisch beleid • Doelbereik lokaal economisch beleid
Doeltreffendheid: Context
In hoeverre is de output en outcome bereikt dankzij beleid
Bron: Panteia, 2014
A fb ak en in g Het onderzoek heeft betrekking de periode 2010-2016. De periode start dus met de aanvang van de vorige bestuursperiode. We kijken naar de realisatie van het beleid in 2010-2013 en met een blik vooruit naar de periode 2014-2016 en de (nieuwe) mogelijkheden voor de periode na de fusie op 1 januari 2016. De beschreven visie van Panteia op het lokaal economisch beleid en het evaluatiemodel maken het mogelijk om voor alle drie de gemeenten een vergelijkende onderzoeksopzet te hanteren. Zie Plan van aanpak.
1.4
Normenkader In veel rekenkameronderzoek wordt gebruik gemaakt van een normenkader. Ook de rekenkamercommissies Bussum, Naarden en Muiden wensen een dergelijk kader. Panteia heeft hier ruime ervaring mee en wil graag in de voorbereidingsfase van het onderzoek een normenkader ontwikkelen en deze met de Rekenkamercommissies inhoudelijk afstemmen. Wij zien het normenkader als een middel om de feiten op een rij te zetten en als hulpmiddel bij het formuleren van conclusies en aanbevelingen. Wij
10
zien het normenkader niet als een einddoel of eindresultaat. Vaak nemen wij het ingevulde normenkader dan ook op in een bijlage van de nota van bevindingen. Om een idee te geven over hoe Panteia het normenkader met betrekking tot het lokaal economische beleid ziet, geven we hier een eerste aanzet. Dit normenkader is gebaseerd op de coalitieakkoorden waarin de verschillende doelstellingen en maatregelen per programma (specifiek economie) zijn opgenomen , en op de aanwezige economische beleidsplannen in de drie gemeenten . Ook hebben we ons laten inspireren door eerder verricht, vergelijkbaar onderzoek. De beoordeling gebeurt aan de hand van de resultaten uit de onderzoekstappen (zie Plan van aanpak). Per norm geven we aan of de gemeente ‘ja’ of ‘nee’ scoort. Hierbij geven we ook een nuancering aan, wanneer de ontwikkeling in een bepaalde richting gaat of wanneer deelaspecten tegengesteld scoren.
11
tabel 1.1
Aanzet tot normenkader Lokaal economisch beleid
Norm
Toetsing Bussum
Toetsing Naarden
Toetsing Muiden
Er is een vastgesteld economisch beleidskader De doelen zijn SMART geformuleerd Hoofddoel van het beleid wordt/zijn
Ontwikkeling afzet,
Ontwikkeling afzet,
Ontwikkeling afzet,
bereikt
werkgelegenheid bruto
werkgelegenheid bruto
werkgelegenheid bruto
toegevoegde waarde,
toegevoegde waarde,
toegevoegde waarde,
omvang forensenstroom
omvang forensenstroom
omvang forensenstroom
Doelen t.a.v. diversiteit, dynamiek
Dynamiek: aantal
Dynamiek: aantal starters,
Dynamiek: aantal starters,
en duurzaamheid zijn/worden
starters, slaagkans, groei
slaagkans, groei bestaande
slaagkans, groei bestaande
bereikt
bestaande bedrijven,
bedrijven, succesvolle
bedrijven, succesvolle
succesvolle overdrachten
overdrachten
overdrachten
Duurzaamheid:
Diversiteit:
participatie, discrepantie
sectorontwikkeling, MKB-
arbeidsmarkt, innovatie
grootteklasse, innovatie
De ingezette instrumenten zijn
Behoud m2 bedrijven-
Bedrijvenwebsite, KVO 3 e
Oprichting Muidertafel,
effectief
terrein,
ster, ondernemers-
inrichting 1-loket functie
reclamebelasting,
bijeenkomsten, blauw zone
voor ondernemers,
bekendheid voorzie-
bij winkelstrips, regionale
oprichting economisch
ningenaanbod, loket
detailhandelsvisie,
ontwikkelfonds
optimalisatie, hand-
ondernemers- en regionale
having openingstijden,
overleggen toerisme
bestemmingsverandering De ingezette middelen getuigen van doelmatigheid Er wordt met maatregelen ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen Uitvoeringsproces getuigt van goede samenwerking en afstemming Uitvoeringsproces getuigt van een doelmatige aanpak De ingezette instrumenten en middelen bereiken de beoogde doelgroepen Ondernemers zijn bekend met het lokaal economische beleid Oordeel van ondernemers over het
Bereikbaarheid, dienst-
Bereikbaarheid, dienst-
Bereikbaarheid, dienst-
lokaal economische beleid
verlening, vergunning-
verlening, vergunning-
verlening, vergunning-
verlening, relatie met
verlening, relatie met
verlening, relatie met
gemeente
gemeente
gemeente
Het gevoerde economische beleid is
Positieve ontwikkeling
Positieve ontwikkeling t.a.v.
Positieve ontwikkeling
doeltreffend
t.a.v. economische
economische structuur,
t.a.v. economische
structuur, groeipotentie,
groeipotentie, dynamiek,
structuur, groeipotentie,
dynamiek, diversiteit en
diversiteit en duurzaamheid
dynamiek, diversiteit en
duurzaamheid Bron: Panteia, 2014
12
duurzaamheid
2
Plan van aanpak Het beantwoorden van de deelvragen vraagt een gedegen en zorgvuldige bestudering van bestaande documenten. Het onderzoek bestaat uit zeven fasen die we hierna meer in detail beschrijven. De fasen zijn gelijk voor iedere gemeente die in het onderzoek wenst te participeren. tabel 2.1
Plan van aanpak op hoofdlijnen
Fasen Fase 1
Startbijeenkomst en
Activiteiten
Resultaten
-
-
vaststellen toetsingskader
Rekenkamercommissie(s) -
Fase 2
Startoverleg met de
A. Documentstudie
-
Bespreken normenkader Analyse van de beschikbare
en communicatie -
Vastgesteld normenkader
-
Aangeleverde documentatie
-
Reconstructie economisch
documenten B. Benchmark-analyse
-
Analyse uitkomsten
beleid in beide gemeenten -
beschikbare instrumenten -
Werkafspraken over planning
Vastgestelde checklists voor interviews
Opstellen checklists voor interviews
Fase 3
A.
Interviews binnen
-
Persoonlijke interviews met
-
Eerste inzicht in de
beide gemeenten
wethouder en hoofd
beantwoording van een deel
(intern)
beleidsafdeling Economische
van de onderzoeksvragen
zaken (2 interviews per gemeente) B.
(telefonische)
Deels persoonlijke/deels
-
-
Inzicht in doorwerking
interviews overige
telefonische interviews met
beleidsinstrumenten,
betrokkenen (extern)
extern betrokkenen
samenwerking en bijdrage betrokken partijen, resultaten lokaal beleid
Fase 4
Telefonische enquêtes 50
-
ondernemers per gemeente
Opstellen en programmeren
-
Inzicht in doorwerking
vragenlijsten
beleidsinstrumenten,
Afnemen telefonische
samenwerking en bijdrage
enquêtes ondernemers
betrokken partijen, resultaten
-
Analyse enquêtes
lokaal beleid, tevredenheid
-
Analyse en bundeling
-
lokaal beleid bij bedrijfsleven Fase 5
Rapportage
-
onderzoeksresultaten in conceptnota’s van
resultaten -
bevindingen -
Presentatie en bespreking
Terugkoppeling eerste Input betrokkenen voor eindrapport
-
conceptnota’s van
Aanzet tot conclusies en aanbevelingen
bevindingen Fase 6
Ambtelijk wederhoor
-
Beschikbaarheid nota’s van bevindingen voor verwerken wederhoor
Fase 7
Analyse en rapportage
-
Verwerken ambtelijke hoor en
-
Helder, bondig eindrapport
wederhoor -
Opstellen eindrapport
13
2.1
Fase 1: Startbijeenkomst en vaststellen toetsingskader Doel Het doel van de eerste onderzoeksfase is een voortvarend start van het onderzoek met afgestemde verwachtingspatronen, een normenkader en heldere afspraken. Activiteiten Startoverleg met de Rekenkamercommissie(s) Het onderzoek begint met een overleg met de Rekenkamercommissie(s). Tijdens het startoverleg komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod:
De offerte;
De planning van het onderzoek;
Relevante documenten / (benchmark)instrumenten;
Welke personen worden in de derde fase van het onderzoek geïnterviewd;
Verdere werkafspraken (communicatie contactpersonen)
Het normenkader.
Opzet normenkader In de eerste bespreking met de opdrachtgever gaan we tevens in op de opzet van het normenkader. Met de Rekenkamer overleggen we welke aspecten nader uitgewerkt dienen te worden en waar accenten komen te liggen. We passen dit normenkader naar aanleiding van deze bespreking aan en leggen het uitgewerkte normenkader ter vaststelling per e-mail aan de Rekenkamercommissie(s) voor. Verzamelen relevante documenten en informatie We stellen voor dat de Rekenkamercommissie Bussum zorgdraagt voor het verkrijgen van de benodigde informatie (documenten en (benchmark)instrumenten), aangezien zij alle relevante contacten binnen de gemeente hebben. We vragen de secretaris van de Rekenkamercommissie de relevante documenten te verzamelen binnen de organisatie en digitaal (of per post) aan te leveren. Resultaten
Heldere afspraken met de opdrachtgever over planning van het onderzoek en de communicatie tijdens de uitvoering;
Aangeleverde documentatie ten behoeve van de documentanalyse en benchmarkanalyse;
2.2
Definitief normenkader.
Selectie van de respondenten voor de interviews.
Fase 2: Documentstudie en benchmark -analyse Doel Het doel van de tweede fase is een reconstructie van het economisch beleid in de gemeente(n). Deze fase bestaat uit twee onderdelen, namelijk een documentstudie en een benchmark-analyse. Activiteiten: Deel A Documentanalyse Voor dit onderzoek bestuderen we de relevante documenten, zoals:
14
Gemeente Bussum: Coalitieprogramma 2011-2014;
Kadernota Economie 2009;
Gebiedsvisie Centrum Bussum 2012;
Nota Horecabeleid 2013-2018, 2012;
Structuurvisie Naarden en Bussum 2040;
Gemeente Naarden: Collegebeleidsprogramma gemeente Naarden 2011-2014 “Waarde Bewaard”;
Gemeente Muiden: Collegeprogramma “ Samen werken is noodzaak”;
Economische Visie Muiden 2013-2023;
Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma (RES) Gewest Gooi- en Vechtstreek;
Bestuurlijke stukken: denk aan jaarstukken en (programma)begrotingen van de te onderzoeken gemeenten;
Waarstaatjegemeente.nl;
Diverse websites en documenten van de (buur)gemeenten, stadsregio, Kamer van Koophandel, betrokken ondernemersverenigingen en andere stakeholders;
Diverse databronnen op lokaal en regionaal niveau (w.o. CBS, Provincie Utrecht, gemeente Bussum, Muiden en Naarden, Panteia, KING, Bureau Louter).
We bestuderen en analyseren de documenten aan de hand van het normenkader. OP basis van de resultaten uit de documentenstudie maken we checklists voor de interviews in de volgende fase. Activiteiten: Deel B Benchmark-analyse Een reconstructie van het economische beleid en het meten van de impact van dit beleid kan niet beperkt worden tot alleen een analyse op lokaal niveau. Er moet altijd een referentiekader aanwezig zijn om te beoordelen of de economie (van Bussum, Muiden en Naarden) baat heeft bij het huidige economische beleid en zich positief dan wel negatief ontwikkelt. Daarom zal Panteia de gegevens van de gemeenten (op hoofdlijnen en delen) vergelijken met:
De landelijke ontwikkeling. Door deze vergelijking worden de prestaties van beide gemeenten genuanceerd door rekening te houden met de invloed van de huidige economische situatie in ons land.
De regionale ontwikkeling. Ondanks de geringe schaalgrootte van Nederland, kennen wij toch grote regionaal economische verschillen. Deze zijn grotendeels toe te schrijven aan de sectorstructuur en mate van verstedelijking. Daarom is het zinvol om gemeente(n) te benchmarken met de regio
Indien mogelijk soortgelijke gemeenten, waaronder de gemeenten Capelle aan de IJssel en Krimpen aan den IJssel. Voor deze gemeenten heeft Panteia in 2012/2013 een soortgelijk rekenkameronderzoek uitgevoerd (zie referentie in bijlage 1).
Resultaten
Reconstructie van het economisch beleid en de keuzes die hierin zijn gemaakt.
Een beeld van de lokale economie, de ontwikkeling ervan en dit afgezet tegen de landelijke en regionale ontwikkeling en eventueel vergelijkbare gemeenten (benchmarking).
Checklists voor de interviews in de volgende fasen.
15
2.3
Fase 3: Interviews intern en extern A: Interviews binnen beide gemeenten (intern) Doel Het doel van deze fase is nader inzicht te krijgen in het gevoerde economische beleid binnen de gemeente(n) Bussum, Muiden en Naarden. Activiteiten In deze onderzoeksfase spreken we met een aantal betrokkenen binnen de gemeente(n). De definitieve selectie van de respondenten voor de interviews wordt in overleg met de Rekenkamercommissie(s) vastgesteld. Ons voorstel voor de te interviewen partijen in deze fase is als volgt:
Verantwoordelijk wethouder Economisch Beleid (voorbeeld Bussum, de heer Barneveld)
Hoofd afdeling Economisch Beleid / Economische Zaken (voorbeeld Bussum, de heer De Jong)
Indien de rekenkamercommissie(s) Muiden en/of Naarden besluiten te participeren in het onderzoek dan zullen ook daar de verantwoordelijk wethouder en het hoofd afdeling economische zaken worden geïnterviewd. Opmerking: Aandachtspunt in deze periode van vorming van nieuwe colleges is de keuze tussen de verantwoordelijk wethouder voor de afgelopen periode en de verantwoordelijk wethouder in de komende periode (2014-2016). In overleg met de Rekenkamercommissie(s) wordt de keuze voor de te interviewen persoon definitief gemaakt. We vragen de Rekenkamercommissie(s) om de afspraken voor deze interviews voor ons te maken. We gaan uit van het voeren van face-to-face gesprekken, waarbij deze per gemeente op 1 dagdeel zijn gepland. Dus de twee gesprekken met wethou der en hoofd economische zaken op 1 dagdeel. In de interviews bouwen we voort op de informatie die we hebben verkregen uit de documentanalyse en benchmark-analyse in de vorige onderzoeksfase. We gaan de mogelijke hiaten uit de reconstructie aan de orde stellen. Daarnaast gaan we, afhankelijk van de expertise van de betreffende respondent, in op:
de ontwikkeling van de lokale economie;
de SWOT-elementen van het vestigings- en ondernemingsklimaat;
de speerpunten uit de coalitieakkoorden en de voortgang van het geformuleerde beleid rondom die speerpunten;
de relatie met de metropoolregio Amsterdam (MRA) en buurgemeenten;
de relatie met het lokale bedrijfsleven, onderwijs en andere partijen;
de beschikbare middelen van de gemeente (financieel, capaciteit);
de ingezette beleidsinstrumenten (genoemd bij § 1.2 Lokaal economisch beleid)3;
de resultaten van het beleid tot nu toe;
de verwachtingen op korte en langere termijn;
mogelijkheden (kansen en bedreigingen) op economisch terrein na de fusie van 1 januari 2016.
3
Bij aanvang van het onderzoek zal in overleg met de opdrachtgever het overzicht van de te evalueren beleidsinstrumenten vastgesteld worden. De in deze offerte genoemde instrumenten vormen immers geen compleet overzicht en ook de relevantie van de instrumenten is niet aangegeven.
16
Vraagpunten die aan bod komen in de gesprekken zijn:
Waardoor wordt het gevoerde economische beleid binnen uw gemeente gekenmerkt?
Welke doelstellingen heeft het economisch beleid?
Welke instrumenten worden binnen uw gemeente ingezet om het economische beleid vorm te geven c.q. verder te ontwikkelen / stimuleren? (citymarketing, imago, communicatie-instrumenten)?
Welke middelen worden ingezet? In hoeverre zijn die toereikend?
Welke type bedrijven zijn er vertegenwoordigd binnen uw gemeente?
Welke maatregelen neemt uw gemeente om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren dan wel af te remmen?
Welke resultaten / effecten zijn naar uw mening gerealiseerd door het gevoerde economische beleid van afgelopen jaren (2011-2014)? Waaruit blijkt dat?
Welke verbeterpunten voor het economisch beleid in uw gemeente ziet u?
Welke (nieuwe) mogelijkheden (kansen en bedreigingen) ziet u voor een optimale samenwerking in de regio op (regionaal) economisch terrein? Specifiek na de fusie tussen Bussum, Muiden en Naarden per 1 januari 2016?
Wat is nodig om de mogelijkheden te kunnen benutten?
Voor de interviews worden checklists opgesteld, die per e-mail worden voorgelegd aan de opdrachtgever en daarna definitief worden gemaakt. Van de interviews worden schriftelijke verslagen gemaakt die we ter autorisatie voorleggen aan de respondenten, zodat al in deze fase hoor en wederhoor kan plaatsvinden. Daarnaast bieden wij de rekenkamercommissieleden de mogelijkheid aan om bij de interviews als toehoorder(s) aan te schuiven. Resultaten Na afloop van deze fase heeft het onderzoeksteam de kennis verzameld die nodig is om een deel van de onderzoeksvragen te beantwoorden en input te krijgen voor de invulling van de checklists voor externe betrokkenen.
B: (telefonische) interviews overige betrokkenen (extern) Doel Het doel van deze fase is inzicht te krijgen in de inbedding en uitwerking van het lokale economische beleid in de praktijk en de samenwerking tussen gemeente, bedrijfsleven en andere partijen. Ook wordt een beeld verkregen van de effecten (direct, indirect) van de ingezette beleidsinstrumenten en het oordeel van de ondernemers over het beleid en de ontwikkeling van de lokale economie. Deze fase bestaat uit een interviewronde met relevante externe partijen. Activiteiten: Interviewronde externe partijen In deze onderzoeksfase spreken we met een aantal extern betrokkenen van de gemeenten. Op voorhand denkt Panteia aan vertegenwoordigers van de volgende organisaties: Algemeen (4 gesprekken):
Regionaal Economisch Overleg Gooi en Vechtstreek;
Regionaal Economisch Ontwikkelingsraad Gooi- en Vechtstreek;
Metropoolregio Amsterdam;
Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT);
Kamer van Koophandel / Ondernemersplein;
17
Bussum (4 gesprekken):
Bussumse Ondernemersvereniging (B.O.V.);
Stichting Pro Bussum;
Platform Maatschappelijk Ondernemen Naarden-Bussum;
Kapelstraat Winkeliersvereniging
Muiden (2 gesprekken):
Ondernemersvereniging MuidenVesting.nl
Nader te bepalen gesprekspartner
Naarden (2 gesprekken):
FIN, ondernemersvereniging Naarden-Bussum (niet detailhandel).
Ondernemersvereniging Naarden-Vesting (OVNV)
Een deel van de gesprekken zal face-to-face plaatsvinden en een deel telefonisch. In deze offerte is rekening gehouden met 6 face-to-face gesprekken en 6 telefonische gesprekken. Uiteraard zal de definitieve selectie van de organisaties en interviewpartners in samenspraak met de rekenkamercommissie(s) gemaakt worden. Resultaten
Inzicht in de doorwerking van de beleidsinstrumenten bij de doelgroepen.
Inzicht in de samenwerking met en bijdragen van de betrokken partijen, op lokaal en regionaal niveau.
Indicaties over de resultaten van het lokale beleid tot nu toe en de tevredenheid hierover bij het bedrijfsleven.
2.4
Fase 4: Telefonische enquêtes Doel Belangrijk is om in deze fase het oordeel van de ondernemers te peilen, want zij zijn het uiteindelijk degene die het moeten doen! Doel is aanvullend inzicht te krijgen in de inbedding en uitwerking van het lokale economische beleid in de praktijk en de samenwerking tussen gemeente en het individuele bedrijfsleven. Ook wordt een beeld verkregen de bekendheid en effecten van ingezette beleidsinstrumenten en het oordeel van de ondernemers over het beleid en de ontwikkeling van de lokale economie. Deze fase bestaat uit een telefonische enquête onder 50 individuele ondernemers per deelnemende gemeente. Activiteiten: telefonische enquête onder ondernemers Aanvullend aan de interviewronde van fase 3 biedt Panteia een kleine telefonische enquête onder lokale ondernemers aan. Hiermee bereiken we ook de ondernemers die niet georganiseerd of minder actief zijn in de ondernemerscollectieven. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen (de beoordeling van de relevantie en de effecten van het economische beleid van de gemeenten) is deze optie niet strikt noodzakelijk, maar wel een verrijking. Het is een verrijking omdat de enquête het draagvlak voor dit onderzoek en het rapport onder alle ondernemers vergroot (en uiteraard extra informatie oplevert). De steekproef heeft een omvang van netto 50 ondernemers per deelnemende gemeente. Hiermee is de steekproef niet representatief voor het totale bedrijfsleven van de gemeente. De telefonische enquête moet gezien worden als een indicator voor de bekendheid van, de betrokkenheid met en het oordeel over het lokale economische beleid en de uitvoering ervan.
18
In de aselect getrokken steekproef zijn zowel succesvolle als minder succesvolle ondernemers vertegenwoordigd. Ook kent de steekproef een diversiteit aan type bedrijven. Panteia stelt een conceptvragenlijst voor deze ondernemersenquête op en koppel t deze aan de rekenkamercommissie(s) terug. Vervolgens worden enkele proefgesprekken gehouden, waarna de vragenlijst definitief wordt gemaakt. Het veldwerk wordt uitgevoerd door het eigen callcenter van Panteia. Resultaten
Inzicht in de doorwerking van de beleidsinstrumenten bij individuele ondernemers.
Inzicht in de samenwerking met tussen ondernemers op lokaal en regionaal niveau.
Indicaties over de resultaten van het lokale beleid tot nu toe en de tevredenheid hierover bij de ondernemers.
2.5
Fase 5: Rapportage In deze fase brengen we alle verzamelde informatie samen en analyseren we de ze informatie aan de hand van het normenkader. Hier vindt de toetsing plaats. Op basis van de verzamelde informatie beantwoorden we de geformuleerde onderzoeksvragen. Concept Nota(‘s) van Bevindingen Op basis van de verzamelde feiten schrijven wij de concept Nota(‘s) van Bevindingen. Wanneer naast Bussum ook de rekenkamercommissies van Muiden en Naarden besluiten te participeren in het onderzoek dan levert Panteia drie Nota’s van Bevindingen aan. Panteia maakt tegelijkertijd een memo met de eerste aanzet van de conclusies en aanbevelingen op. Door middel van een presentatie aan de rekenkamercommissie(s) en geïnteresseerde raadsleden worden de resultaten van het onderzoek toegelicht. Na verwerking van eventuele opmerkingen kan het conceptrapport voor ambtelijk wederhoor (feitenverificatie) worden voorgelegd. Eindrapportage Relevante correcties uit de feitenverificatie verwerkt Panteia in het rapport. In het eindrapport worden de Nota’s van Bevindingen samengevoegd en de definitieve conclusies en aanbevelingen opgenomen. Wij streven naar een heldere en bondige rapportage. Hierin is het onderscheid naar normen, feiten, conclusies en aanbevelingen voor iedereen duidelijk herkenbaar. Het aanbieden van het eindrapport voor bestuurlijk hoor en wederhoor en het schrijven van de oplegbrief zijn de verantwoordelijkheid van de rekenkamercommissies.
19
3 3.1
Planning, onderzoeksteam en begroting Planning Panteia gaat uit van een start van het onderzoek begin mei 2014 en afronding van het project in oktober 2014. De Rekenkamercommissies nemen zelf de procedure voor hoor en wederhoor ter hand. Tabel 3.1
Voorstel planning onderzoek
april
mei
juni
juli
aug
sept
okt
Offerte traject en gunning Fase 1: Startbijeenkomst vaststellen toetsingskader Fase 2: Documentstudie en benchmarking Fase 3: Interviews (intern en extern) Fase 4: Telefonische enquêtes Fase 5: Rapportage Fase 6: Ambtelijke wederhoor Fase 7: Eindrapportage Overleg opdrachtgever
Voor het realiseren van deze planning is het onderzoeksteam afhankelijk van de medewerking van respondenten en andere betrokkenen binnen de gemeente. We gaan er vanuit dat de noodzakelijke documenten op korte termijn beschikbaar zijn en de respondenten in de voorgestelde periode geïnterviewd kunnen worden. Overleg met de Rekenkamercommissies We stellen voor drie keer met de rekenkamercommissies te overleggen gedurende de gehele onderzoeksperiode.
Het startoverleg. Hierin worden onder andere de definitieve aanpak en het normenkader met de rekenkamercommissies vastgesteld.
Het conceptoverleg. Nadat alle informatie is verzameld, aan het eind van fase 5, hebben we een bespreking met de rekenkamercommissies waarin wij onze bevindingen met een presentatie toelichten aan de rekenkamercommissies en geïnteresseerde raadsleden. De concept Nota’s van Bevindingen en het memo met de eerste aanzet tot de conclusies en de aanbevelingen worden besproken.
Tussentijds. In samenspraak met de rekenkamercommissies wordt een derde overleg ingepland. De agenda is afhankelijk van het tijdstip en de voortgang van het onderzoek.
In de loop van het onderzoek worden uiteraard belangrijke keuzes, vooral ten aanzien van het definitieve normenkader en de checklists voor de interviews voorgelegd aan de rekenkamercommissies. Voor de meer praktische zaken en de voortgang van het onderzoek plegen we regelmatig overleg met de contactpersoon / secretaris van de rekenkamercommissies per telefoon of per e-mail.
20
3.2
Panteia Panteia levert praktische, bruikbare resultaten op basis van onafhankelijk beleids - en marktonderzoek. Tevens geven wij advies over de wijze waarop met behulp van de resultaten de doelgroep (burgers, consumenten en bedrijven) in bewegin g gezet kan worden. Op basis van onze veelzijdigheid maken wij verrassende en gezaghebbende onderzoek- en adviesoplossingen die altijd gericht zijn op het verder helpen van onze klanten. Kort samengevat noemen we dit ‘Research to Progress’. Panteia ondersteunt beleidsmakers bij het formuleren, monitoren en evalueren van beleid. Wij voeren deze research activiteiten uit zowel voor overheden, not -for-profit organisaties als voor het bedrijfsleven op zowel regionaal, nationaal als internationaal niveau. P an t ei a al s p a r tn e r
Panteia heeft vanuit haar rekenkameronderzoeken uitgebreide kennis opgedaan van het lokale beleid op vele terreinen.
Panteia is in Nederland hét expertisecentrum voor ‘MKB en ondernemerschap’ (zie www.ondernemerschap.nl), wat zeker van pas komt als het om de lokale economie en bedrijvigheid gaat.
Het projectteam bestaat uit professionals die in staat zijn lokale situaties en ontwikkelingen op hun waarde te beoordelen en te vertalen in heldere beleidsaanbevelingen. Een politiek-bestuurlijke omgeving is hen niet vreemd.
Panteia is sterk in kwantitatief én kwalitatief onderzoek en weet in de combinatie ervan een meerwaarde te creëren.
Panteia hecht veel waarde aan de communicatie met de opdrach tgever. Onze projecten worden strak georganiseerd. Wat de klant verwacht, krijgt hij.
In Bijlage 1 zijn de meest relevante referentieprojecten van Panteia opgenomen.
3.3
Onderzoeksteam Panteia heeft de beschikking over enthousiaste, ervaren en deskundige onderzoekers en adviseurs, die in staat zijn binnen een relatief korte doorlooptijd een kwalitatief goed onderzoek uit te voeren. Het projectteam voor dit onderzoek bestaat uit:
Wilma van Rijt;
Johan Snoei.
Wilma van Rijt treedt op als projectleider en is eerste aanspreekpunt voor de opdrachtgever. Johan Snoei vervangt haar bij afwezigheid. Beide hebben veel ervaring met rekenkamer- en lokaal en regionaal, economisch onderzoek en zijn werkzaam binnen het thema Bedrijfslevenbeleid. De CV’s van de genoemde personen: drs. Wilma van Rijt-Veltman Wilma van Rijt, sociaal geograaf, werkt sinds 1988 bij Panteia/EIM. Daar heeft zij eerst als onderzoeker en later als senior onderzoeker diverse projecten uitgevoerd en geleid met als thema branche- en sectorstructuren. Bij Panteia stuurde Wilma de afgelopen 6 jaar het werkveld ‘Economie & Ruimte’ aan. Binnen dit werkveld heeft zij veel projecten voor gemeenten uitgevoerd en geleid, waaronder beleidsevaluaties, integrale economische visies en onderzoeken op het gebied van economie en
21
ondernemerschap. Dit heeft zij gedaan voor o.a. de gemeenten Doetinchem, Zuidplas, Breda, Amsterdam, Rotterdam, Gouda, Roosendaal en Goirle. Onlangs heeft zij een onderzoek uitgevoerd voor de rekenkamers van Capelle aan den IJssel en Krimpen aan de IJssel naar het gevoerde economische beleid van beide gemeenten. Wilma is bij Panteia expert op het gebied van ruimtelijke economische vraagstukken, w.o. bedrijfslocaties, winkelcentra, PDV/GDW-locaties, binnensteden en gebiedsontwikkeling. Ook heeft zij voor het ministerie van BZK een evaluatie gedaan naar lokale experimenten in het kader van bevolkingskrimp, waaronder nieuwe gebiedsontwikkelingen (voorheen oude woonwijken). Voor de provincie Noord -Brabant heeft Wilma integrale dorpsontwikkelingsplannen geëvalueerd. Tot voor kort vervulde Wilma bij Panteia de functie van projectmanager en was zij onder meer coördinator van de Kennisoverdracht van het onderzoeksprogramma 'MKB en Ondernemerschap', dat Panteia voor het ministerie van EZ uitvoert. In 2012-2013 was Wilma bij Panteia manager Bestuurlijke vraagstukken: een themagroep waarin 10 specialisten werkzaam zijn op het terrein van rekenkameronderzoek, regeldruk/bureaucratie, burgerparticipatie & overheid, wet – en regelgeving, toezicht/handhaving, regionale economie, duurzaamheid en veiligheid/ criminaliteit. Wilma coördineert sindsdien alle rekenkameronderzoeken bij Panteia. In de afgelopen periode werkte zij aan rekenkameronderzoeken naar externe inhuur door de gemeente Den Helder en gemeente Harlingen. Door haar werkterrein en jarenlange ervaring kent Wilma de processen bij gemeenten en andere lagere overheden goed, evenals de spanningsvelden tussen hen.
drs. Johan Snoei Johan Snoei is in 2007 afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij studeerde Urban, Port & Transport economics en deed voor zijn afstudeerscriptie onderzoek naar etnisch ondernemerschap, waarbij hij het etnisch ondernemerschap en het gerelateerde beleid in Rotterdam heeft geanalyseerd. Sinds januari 2008 is Johan werkzaam als onderzoeker bij Panteia. Hij heeft meegewerkt aan projecten op verschillende onderzoeksterreinen, zoals economie & ruimte, branches & sectoren, regeldruk, (etnisch) ondernemerschap en duurzaamheid. De afgelopen jaren werkte Johan voor vele lokale en regionale overheden. Vo or gemeenten en rekenkamers heeft hij onder andere meegewerkt aan een effectenstudie naar een perifere supermarkt in Tilburg, het opstellen van economische visies voor de binnenstad van Amsterdam, de gemeente Doetinchem en de gemeente Zuidplas, de evaluatie van het economisch beleid in de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel en een evaluatie van Business Coach Breda voor de gemeente Breda. Daarnaast heeft hij de afgelopen jaren meegewerkt aan warenmarktonderzoeken voor de stadsdelen Amsterdam Noord, Amsterdam West, Amsterdam Zuidoost en Amsterdam Oost. In opdracht van de provincie Gelderland werkte Johan mee aan het onderzoek naar de sociaaleconomische effecten van de aanleg van een rondweg (N309) op de economie van ’t Harde en de evaluatie van IkStartSmart Gelderland, in opdracht van de provincie Overijssel werkte hij aan de evaluatie van het uitvoeringskader hergebruik Vrijkomende Agrarische Bebouwing, van IkStartSmart Overijssel en voerde hij een onderzoek uit naar het intellectueel eigendom in deze provincie. Voor verschillende metingen van de financieringsmonitor, evaluatieprojecten en branche- en sectoronderzoeken voerde hij de kwantitatieve analyses uit.
22
In de gemeente Zuidplas is hij sinds begin 2008 adviserend lid van verschei dene raadscommissies geweest. Op dit moment is hij lid van de programmacommissie Planning & Control. Johan heeft goede kwalitatieve onderzoeksvaardigheden en affiniteit met ondernemerschap en lokaal en regionaal beleid. Hij heeft voornamelijk in teamverband gefunctioneerd en interviews gehouden met de betreffende overheden, woningcorporaties, brancheorganisaties, ondernemers en burgers.
3.4
Begroting In 2014 zijn de volgende dagtarieven van toepassing:
projectleider / adviseur
€ 1.100,-
onderzoeker
€ 900,-
Deze tarieven zijn inclusief reguliere kantoorkosten. De genoemde bedragen zijn exclusief BTW. Het in deze offerte beschreven plan van aanpak resulteert in de volgende begroting.
23
tabel 3.1
Begroting onderzoek Lokaal economisch beleid Bussum
Muiden Dagen
Naarden
Dagen
Kosten
Kosten
Projectleider
1,00
1.100
Onderzoeker
1,00
900
0,50
450
Projectleider
0,50
550
0,25
Onderzoeker
1,50
1.350
0,25
Projectleider
1,00
1.100
Onderzoeker
3,00
2.700
Dagen
Totaal
Kosten
Dagen
Kosten
-
1,00
1.100
0,50
450
2,00
1.800
275
0,25
275
1,00
1.100
225
0,25
225
2,00
1.800
-
1,00
1.100
1.350
6,00
5.400
Fase 1: Startbijeenkomst en vaststellen toetsingskader Startoverleg, uitwerken en vaststellen normenkader -
Fase 2: Documentstudie en benchmarking Bestuderen relevante documenten en instrumenten, opstellen checklists voor interviews
Fase 3: Interviews (intern en extern) Uitvoeren interviews (inclusief verslaglegging en terugkoppeling aan gesprekspartners) 1,50
1.350
1,50
Fase 4: Telefonische enquêtes Telefonische enquêtes onder 50 ondernemers per gemeente (inclusief voorbereiding en analyse) Projectleider
-
-
-
-
1,00
1.350
600
600
2.550
Projectleider
1,50
1.650
0,50
550
0,50
550
2,50
2.750
Onderzoeker
3,00
2.700
1,00
900
1,00
900
5,00
4.500
Projectleider
1,00
1.100
-
-
1,00
1.100
Onderzoeker
2,00
1.800
-
-
2,00
1.800
Totaal (excl. BTW)
16.300
4.350
4.350
25.000
Totaal (incl. BTW)
19.723
5.264
5.264
30.250
Onderzoeker + kosten Fase 5: Rapportage Analyse en bundeling onderzoeksresultaten, bespreken concept nota’s van bevindingen
Fase 6: Ambtelijke wederhoor Fase 7: Eindrapportage Opstellen definitief eindrapport
Bron: Panteia, 2014
Opmerkingen bij de begroting: 24
Uit tabel 3.1 is af te leiden welke kosten gemaakt worden afhankelijk van de rekenkamercommissie(s) die in het onderzoek wensen te participeren. Zichtbaar is dat de basiskosten voor het onderzoek in de begroting bij de rekenkamercommissie Bussum geplaatst zijn, omdat zij aangeeft op te zullen treden als contactcommissie. Voor de definitieve verdeling van de kosten wanneer de andere rekenkamercommissies Muiden en/of Naarden wensen te participeren, kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de commissie onderling. Deze offerte heeft een geldigheidsduur van 3 maanden. Op deze offerte zijn de Bussumse algemene voorwaarden van toepassing. Panteia heeft hiervan kennis genomen. In het kader van het streven naar duurzaamheid proberen wij ons papierverbruik te beperken. Wij leveren onze tussen- en eindrapporten daarom bij voorkeur digitaal, in pdf-formaat, aan. Van het eindrapport leveren wij drie exemplaren in print. Meer exemplaren zijn tegen kostprijs verkrijgbaar.
25
Bijlage 1 Referentieprojecten De referentieprojecten van Panteia worden gepresenteerd volgens onderstaande indeling:
Rekenkameronderzoek voor gemeenten
Regionaal en economisch beleid
Programma-onderzoek ‘MKB en Ondernemerschap’
Rekenkameronderzoek Lokaal economische beleid (2013) Panteia heeft voor de rekenkamers van Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel in een gezamenlijk onderzoek de relevantie, doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde economische beleid in de periode 2010-2014 onder de loep genomen. De aanpak bestond uit een analyse van bestaande bronnen, face-to-face interviews met het bestuur en ambtelijk apparaat van beide gemeenten en met Stadsregio Rotterdam, Kamer van Koophandel Rotterdam en andere stakeholders en een telefonische enquête onder ondernemers. Inhoudelijk lag het accent op de ontwikkeling van bedrijventerrein Stormpolder, de regionale samenwerking en de bereikbaarheid van Krimpen. Opdrachtgever: Rekenkamer Capelle aan den IJssel en Rekenkamercommissie Krimpen aan den IJssel ‘De Elementen‘ Spijkenisse (2013) Panteia heeft eind 2012 van de Rekenkamer van de gemeente Spijkenisse de opdracht gekregen een onderzoek te doen naar een omvangrijk nieuwbouwproject. Dit bouwproject ‘De Elementen’ betreft een nieuw woongebied tussen de Oude Maas en het centrum van Spijkenisse. De Rekenkamer van Spijkenisse wil met dit onderzoek een chronologisch overzicht krijgen van de belangrijkste feiten in de projectfasen tussen 2003 en 2012. Daarnaast wil de Rekenkamer inzicht in de wijze waarop de gemeenteraad over de genoemde periode is geïnformeerd over belangrijke beslissingen van het college over dit project. Ook wil de Rekenkamer dat wordt nagegaan of het college heeft gehandeld binnen de kaders die de raad (vooraf) heeft gesteld. Ten slotte wil de Rekenkamer weten of in de grondexploitatie voldoende rekening is gehouden met eventuele risico’s, en of de aannames die ten grondslag lagen aan de exploitatie (bijvoorbeeld over de ontwikkeling van het aantal inwoners en grondprijzen) realistisch waren. Opdrachtgever: Rekenkamer Spijkenisse Uitbesteding van taken aan Verbonden Partijen Alphen a/d Rijn (2013) Onderzoek naar de bestuurlijke vraag of verzelfstandiging van gemeentelijke taken nu eigenlijk wel verbetering oplevert (effectiviteit en efficiency vraagstuk). Het vraagstuk van de doeltreffendheid en doelmatigheid vereist een vergelijkend onderzoek naar de situatie zoals die was vóór verzelfstandiging en die na verzelfstandiging voor vier Verbonden Partijen. Naast bestuurlijke en economische aspecten zijn juridische aspecten van belang bij het aangaan van en werken met Verbonden Partijen in het onderzoek betrokken. Opdrachtgever: Rekenkamer Alphen aan den Rijn
26
Externe inhuur bij Gemeente Harlingen (2013) Panteia onderzoekt voor de rekenkamercommissie Harlingen de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de inhuur van derden door de gemeente. Ook wordt de informatievoorziening naar de raad onder de loep genomen. Men wil o.a. weten of de inhuur van derden volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente verloopt en wat de inhuur van derden de gemeente oplevert en kost. Panteia zet hiervoor de volgende onderzoeksmethoden in: documentanalyse, diepte interviewsop bestuurlijk en ambtelijk niveau, doorlichten van dossiers en een groepsgesprek met raadsleden. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Harlingen Externe inhuur bij Gemeente Den Helder (2013) Dit betreft een onderzoek naar het beleid ten aanzien van de inhuur van externen in de gemeente Den Helder. De gemeente heeft een Kadernota met een aantal processtappen opgesteld. Het onderzoek moet uitwijzen of de processtappen (met dossiervorming en criteria voor wel of niet extern inhuren) worden gevolgd. Daarnaast wordt er een vergelijking van de inhuur gemaakt met die in andere vergelijkbare gemeenten en wordt het strategische personeelsbeleid van de gemeente onder de loep genomen. Den Helder wil steeds meer een regiegemeente zijn en dit heeft consequenties voor het personeelsbeleid in de toekomst. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Den Helder Hoe kosteneffectief zijn de loketten Aalburg en Altena? (2013) Onderzoek naar de uitvoering van sociale voorzieningen door Loket Aalburg en Loket Altena (gemeenten Werkendam en Woudrichem). In dit onderzoek wordt vooral gekeken naar de kosteneffectiviteit van de uitvoering van de sociale voorzien ingen. Bij het onderzoek gaat het om het takenpakket dat de loketten Aalburg en Altena voor hun rekening nemen op het gebied van de WWB, WMO, WAJONG, IOAZ en IOAW. Vragen die beantwoord worden zijn: In hoeverre is de uitvoering van sociale voorzieningen door de loketten Aalburg en Altena kosteneffectief en doelmatig? Wat zijn de kosten die gepaard gaan met de uitvoering van sociale voorzieningen, en welke verschillen zijn er tussen beide loketten te ontdekken? Zijn deze verschillen te verklaren? Wat zijn de voor- en nadelen van kleine(re) uitvoeringsorganisaties? Bestaat er een optimale omvang? Waar wordt die door bepaald en wat is dan de optimale grootte? Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Land van Heusden en Altena Evaluatie Armoedebeleid gemeente Venray (2013) Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het Armoedebeleid van de gemeente Venray. Bij doelmatigheid staat de middeleninzet centraal. Wanneer de gemeente erin slaagt om de voorafgestelde doelen te bereiken met een zo beperkt mogelijk budget is sprake van een doelmatige inzet van middelen. Bij doeltreffendheid van het armoedebeleid gaat het om de mate waarin de gemeente erin geslaagd is om de voorafgestelde doelen te bereiken. Doelen als vermindering sociale uitsluiting, bevorderen van participatie, bevorderen gebruik voorzieningen, het realiseren van inkomensondersteuning door werk, het bieden van aanvullende inkomensondersteuning, het bieden van ondersteuning bij het voorkomen en oplossen van (problematische) schulden en het optimaliseren van de verhouding tussen uitvoeringskosten en verstrekkingen. Opdrachtgever: Rekenkamer Venray
27
Evaluatie strategische visie Houten (2012) Het doel van de evaluatie was in beeld te brengen op welke wijze en met welk resultaat het college van B & W tussen 2003 en 2012 invulling heeft gegeven aan het realiseren van de ambities, die de gemeenteraad geformuleerd heeft in haar strategische visie “Van groei naar bloei. Houten in 2015”. In het onderzoek is gekeken naar: a. hoe het college van B & W invulling gegeven heeft aan het realiseren van (een selectie van) de ambities uit de nota, b. welke rol het college, de gemeenteraad en de concernstaf hebben gehad bij het sturen op de realisatie van de ambities, en c. wat de belangrijkste succes- of faalfactoren voor wel of niet realiseren zijn geweest. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Houten Reorganisatie dienst SOZAWE Groningen (2012) De dienst SOZAWE van de gemeente Groningen heeft de afgelopen jaren diverse reorganisaties doorgemaakt. In hoeverre hebben deze organisatieveranderingen bijgedragen aan een goede voorbereiding op de toekomst? Panteia voert in opdracht van de RKC Groningen een evaluatie uit naar deze vraag. De evaluatie geeft inzicht in de succes- en faalfactoren van de voorbije reorganisatie en herinrichting van de dienst SOZAWE. Dit levert waardevolle lessen en leerpunten op met het oog op de toekomstige veranderingen, zoals de invoering van de Wet Werken naar Vermogen en de komende bezuinigingen. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Groningen. Budgetbeheersing Wmo, Wwb en Wsw in Zwartewaterland (2012) De sociale wetten Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Wet werk en bijstand (Wwb) en Wet sociale werkvoorziening (Wsw) hebben als gemeenschappelijk doel dat iedereen volwaardig in de maatschappij kan meedoen, hetzij in de vorm van maatschappelijke participatie hetzij in de vorm van arbeidsparticipatie. De doelgroepen van de drie genoemde wetten overlappen deels en een integrale aanpak kan zowel zorgen voor een betere, meer effectieve benadering van de doelgroep als voor een efficiëntere uitvoering. Dit laatste is met het oog op de bezuinigingen zeer wenselijk. In opdracht van de Rekenkamercommissie Zwartewaterland voert Panteia een onderzoek uit naar de budgetbeheersing van het sociale werkvel d (Wmo, Wwb en Wsw) in de gemeente. Binnen dit onderzoek worden mogelijke kostenstijgingen en budgetoverschrijdingen vastgesteld en van inhoudelijke duiding voorzien. Waar mogelijk wordt een vertaling gemaakt naar verbeterpunten, bijvoorbeeld op het vlak van interne sturing en inrichting van de Planning en Control cyclus. Het onderzoek wordt eind maart 2012 afgerond. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Zwartewaterland. Hulp in het huishouden Krimpen aan den IJssel: aanbesteding en realisatie (2012) Panteia heeft in opdracht van de RKC Krimpen aan den IJssel de aanbesteding en realisatie van de thuiszorg (hulp in het huishouden) in de gemeente voor de periode 2006 t/m 2009 onderzocht. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Krimpen aan den IJssel. De Wmo in Woerden: risicobeheersing en de rol van de gemeenteraad (2011) Mede op basis van behoefte van de Raad naar onderzoek naar de beheersing van de risico's in de Wmo, heeft de Rekenkamercommissie Woerden Panteia gevraagd een onderzoek uit te voeren naar het lokale Wmo-beleid. Onderzocht is of er door de gemeente voldoende waarborgen zijn getroffen voor doelmatige en doeltreffende uitvoering van het geformuleerde Wmo beleid. Hierbij is onder meer gekeken naar gestelde beleidsdoelen, de samenhang tussen prestatievelden in de Wmo en met aanpalende beleidsterreinen, en de beheersmaatregelen die zijn getroffen om risico’s in de uitvoering te ondervangen. In de praktijk blijkt dat, zoals bij veel gemeenten, 28
beheersmaatregelen vooral zijn getroffen ten aanzien van de individuele verstrekkingen (prestatieveld 6), waarmee de meeste kosten gemoeid zijn. Bij het beschrijven van de resultaten van het onderzoek is met nadruk aandacht besteed aan mogelijkheden voor de gemeenteraad om haar controlerende en kaderstellende rol ten aanzien van de financiële risico’s in de Wmo te vervullen. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Woerden Onderzoek Wmo Rkc Amstelveen (2011) De Wmo is een actueel onderwerp en stelt gemeenten voor nieuwe taken, zoals de hulp bij het huishouden. De uitvoering van deze taak raakt burgers met een beperking rechtstreeks. Ook brengt de hulp bij het huishouden een groot financieel belang en aanzienlijke financiële risico’s met zich mee. Daarnaast dient de gemeente Amstelveen in 2011 een nieuw beleidskader Wmo te ontwikkelen en vast te stellen. Dit waren redenen voor de Rekenkamercommissie Amstelveen om Panteia te vragen een onderzoek uit te voeren naar de uitvoering van de hulp bij het huishouden en de invulling van de kaderstellende en controlerende taak van de raad op dit onderwerp. In het onderzoek stond de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de uitvoering van de Wmo, specifiek de hulp bij het huishouden, centraal. Hierbij is in interviews met de inhoudelijke afdeling, de concerncontroller en de Raad specifie k ingegaan op feitelijke besteding, de monitoring van de kosten en de kwaliteit van de hulp bij het huishouden, de financiële risico’s voor de gemeente, de inzichtelijkheid van de financiële informatie voor de Raad en de mate waarin de gemeente in staat is een regisserende rol te vervullen in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod voor mensen met ondersteuningsbehoefte. Het onderzoek heeft geleid tot concrete aanbevelingen aan het College de budgetbeheersing voor de Wmo verder te ontwikkelen en aan de Raad voor de verdere invulling van haar controlerende taak. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Amstelveen. Wmo-beleid in Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest (2010) In opdracht van de Rekenkamercommissie Wassenaar, Oegstgeest, Voorschoten doet Panteia onderzoek naar het Wmo-beleid in de drie gemeenten. Hoofdvragen van het onderzoek zijn in hoeverre doelstellingen, uitvoering, resultaten en effecten van het Wmo-beleid in de gemeenten onderdeel vormen van een logische, consistente beleidscyclus en wat de burger nu daadwerkelijk merkt van drie jaar Wmo-beleid. Om deze vragen te beantwoorden worden documenten bestudeerd, interviews gehouden en casussen geanalyseerd. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. Evaluatie Wmo-beleid Rekenkamer Wageningen (2009) Het lokale Wmo-beleid staat bij gemeenteraden volop in de belangstelling. Zo ook in Wageningen. De lokale Rekenkamer heeft Panteia gevraagd onderzoek uit te voeren naar de beleids-, uitvoerings- en bestuurlijke aspecten van het Wmo-beleid. Met de informatie die het onderzoek oplevert, is de gemeenteraad beter in staat om haar controlerende en kaderstellende rol in de gemeente te vervullen. De hoofdvraag waar het onderzoek antwoord op geeft, luidt als volgt: Welk beleid wordt er in Wageningen op het gebied van de Wmo gevoerd, hoe staat het met de uitvoering en op welke wijze krijgt men zicht op de resultaten van het beleid? Opdrachtgever: Rekenkamer Wageningen.
29
Onderzoek lokaal/regionaal economisch beleid Evaluatie Human Capital in de Wijk Gemeente Breda heeft een specifiek beleid voor kleinschalige bedrijvigheid vastgesteld. In het kader daarvan heeft zij een programma ingezet dat deze bedrijven ondersteunt in hun ontwikkeling: Human Capital in de Wijk. Het omvat enerzijds een coachingsinstrument voor startende en bestaande bedrijven, en anderzijds een stimuleringsinstrument om leegstaande winkelstrips te transformeren naar huisvesting voor dergelijke bedrijven. Panteia voert nu een evaluatie van dit programma uit, waarbij gekeken wordt naar o.a. de slagingspercentages, de bedrijfsontwikkeling en het effect op de directe omgeving. Opdrachtgever: Gemeente Breda Evaluatie Markt op IJburg Panteia heeft voor het stadsdeel Oost de nieuwe en verzelfstandigde warenmarkt op IJburg geëvalueerd, één jaar na de instelling. Daarnaast hebben we gekeken naar de economische marktruimte voor de markt. IJburg ontwikkelt zich namelijk in een minder hoog tempo dan gepland (in 2013 de helft van het geplande aantal inwoners). Uit het onderzoek bleek dat de marktruimte aanwezig is, maar de markt niet functioneerde zoal gewenst. Het bijzondere karakter (duurzaamheid) kwam net uit de verf, de omvang was te beperkt en de variatie te gering. De zwakke profilering bleek een juridisch struikelblok te zijn. Op laste van de rechter werd het instellingsbesluit nietig verklaard en behoorde de markt tot het verleden. Panteia heeft de volgende onderzoeksinstrumenten ingezet: interviews, bezoekersenquête, speeddating ondernemers en kooplieden, data-analyse en ramingen. Opdrachtgever: Stadsdeel Amsterdam Oost Economische visie gemeente Zuidplas Voor de gefuseerde gemeente Zuidplas heeft Panteia een integrale economische visie ontwikkeld, waarbij de detailhandelsvoorzieningen, de bereikbaarheid (A20, A12, Moordrechtboog) en de beschikbaarheid van bedrijventerreinen belangrijke onderdelen waren. De positionering van de glastuinbouw, maakindustrie en detailhandel wordt in een nieuw perspectief geplaatst, waarbij de ontwikkeling van de Zuidplaspolder voo r een groter draagvlak zal zorgen. In Zevenhuizen ligt de focus op de detailhandel die na de omlegging van de N219, het verdwijnen van het gemeentehuis en de economische terugval in de problemen is gekomen. Opdrachtgever: Gemeente Zuidplas Economische visie gemeente Doetinchem Panteia heeft in 2009 voor de Midden-Hollandse gemeente Doetinchem en de plaatselijke ondernemersvereniging IG&D een gezamenlijke economische visie opgesteld. Daarbij hebben we de economische situatie geprognosticeerd, het parcours uitgezet en in samenwerking met het ambtelijke èn bestuurlijke apparaat 20 acties uitgewerkt aan de hand van de gewenste profielen: samenwerkend, dynamisch, duurzaam, centraal Doetinchem en marketing. Ook het thema bedrijventerreinen had een belangrijke plaats in het onderzoek: Doetinchem heeft 8 bedrijventerreinen waarvan Verheulsweide, Wijnbergen, Keppelseweg en De Huet de grootste zijn en vol raken. Voor de toekomst is de ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein Land van Wehl dan ook essentieel. Bij dit RBT zijn de gemeenten Doetinchem, Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek betrokken en is een (financiële) link gelegd naar een revitalisering van de bestaande bedrijventerreinen. Voor deze ontwikkelingen heeft
30
Panteia aangegeven welk type bedrijven geacquireerd zouden kunnen worden en waar de gemeente op zou moeten letten, gegeven de doelstellingen uit de economische visie: een ‘Dynamisch Duurzaam Doetinchem’. Opdrachtgever: Gemeente Doetinchem Evaluatie Hergebruik Vrijkomende Agrarische Bebouwing Provincie Overijssel wilde in beeld brengen wat het effect is van haar beleid ten aanzien van de vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) voor de economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Daarnaast vr oeg men zich af wat de additionaliteit is van het subsidie-instrument Uitvoeringskader Hergebruik VAB en of het noodzakelijk is om het beleid te behouden (en zo ja in welk vorm). Panteia heeft deze evaluatie uitgevoerd en heeft onder andere gekeken of de 85 agrarische bedrijven die met behulp van de subsidie ongebouwd zijn tot nieuwe economische dragers, duurzaam zijn en bijdragen aan een betere kwaliteit. De nieuwe dragers betreffen veelal zorgboerderijen, dagopvang, kinderopvang en bijzondere vormen van verblijfsrecreatie. Opdrachtgever: Provincie Overijssel Evaluatie van het startersprogramma IkStartSmart Overijssel Panteia heeft in 2013 het startersprogramma van de provincie Overijssel IkStartSmart geëvalueerd. Het betreft een stimulans om meer starters te krijgen en de kwaliteit van de starters en daarmee de slaagkans te vergroten. Doel is om de regionale economie steviger te maken. In 2011 had Panteia al het gelijknamige startersprogramma van de provincie Gelderland geëvalueerd. Alle relevante partijen waaronder de provincie, projectleider, deelnemende gemeenten en coaches zijn geraadpleegd. Opdrachtgever: Provincie Gelderland Foto van de sociaaleconomische situatie en SWOT-analyse Castricum Deel 1: Foto van de sociaaleconomische situatie in Castricum en Deel 2: SWOTanalyse gemeente Castricum. De gemeente Castricum heeft in 2007 besloten om een Economische Visie van de gemeente te maken. Als basisdocument bestaat de behoefte om inzicht te krijgen in de sociaaleconomische situatie van de gemeente nu en i n 2012 (beleidsarm scenario). In deze studie heeft Panteia de sociaaleconomische positie van de gemeente Castricum in beeld gebracht met een doorkijk naar 2012 op basis van ongewijzigd beleid. De nadruk ligt in deze studie op werkgelegenheid, productiestructuur, economische groei 1999-2006 en de verwachting voor 2007-2012, bedrijvendynamiek en het voorzieningenniveau van de gemeente. Aanvullend op de foto heeft Panteia een SWOT-analyse uitgevoerd van de sociaaleconomische situatie. Wat zijn de sterke en zwakke punten en waar liggen kansen en bedreigingen. Hierbij zijn vergelijkingen gemaakt met de buurgemeenten Bergen en Heiloo. Opdrachtgever: Gemeente Castricum Evaluatie Centrummanagement, Parkmanagement en Creatieve industrie In 2012 is onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het stimuleringsprogramma ‘Extra Ambities’ van de Kamer van Koophandel Brabant. De grootste 3 projecten centrummanagement, parkmanagement en creatieve industrie worden nu geëvalueerd op het punt van doeltreffendheid, doelmatigheid en duurzaamheid. De onderzoeksmethodiek bestaat uit: deskresearch, diepte-interviews met gemeenten, KvK, ondernemersverenigingen en andere stakeholders, telefonische enquête onder ondernemers, analyse en rapportage. Opdrachtgever: Kamer van koophandel Brabant
31
Evaluatie Krimpexperimenten In het kader van de Interbestuurlijke Experimentenprogramma Bevolkingsdaling van het ministerie van BZK evalueert Panteia 12 van de 24 experimenten. Het gaat om lokale initiatieven en samenwerkingsverbanden op het gebied van onderwijs, zorg, economie, voorzieningen en burgerschap in de bekende krimpgebieden van ons land. We hebben o.a. interviews houden met de betrokken projectleiders, zorg - en onderwijsinstellingen, ondernemersverenigingen, woningcorporaties en andere stakeholders. We hebben vooral gekeken naar de effectiviteit en bestendigheid van de nieuwe ontwikkelingen en concepten en naar de verschillende samenwerkingsvormen die hiermee gepaard gaan. Opdrachtgever: Ministerie van BZK De arbeidsmarkt voor gekwalificeerd personeel in Zuid-Holland in 2012 Een van de speerpunten van het provinciaal economisch beleid in Zuid -Holland, zoals vastgelegd in het Collegewerkprogramma 2003-2007, is de verbetering van de kwalitatieve en kwantitatieve afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Deze opgave kan worden ontleed in een aantal deelopgaven: inzicht krijgen in de discrepantie tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, het realiseren van aansluiting tussen vraag en aanbod, bestrijding van jeugdwerkloosheid, stimuler en van laaggeschoolden om een startkwalificatie te behalen en het voorkomen van schooluitval. Om inzicht te krijgen in de kwalitatieve en kwantitatieve discrepanties op de arbeidsmarkt in Zuid-Holland heeft de provincie behoefte aan beleidsinformatie op dit gebied. In dit onderzoek wordt de situatie op de arbeidsmarkt in 2012 in kaart gebracht, waarbij speciaal aandacht is besteed aan de arbeidsmarktsituatie voor EHBO-ers en Mores niveau 3 en 4. Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Een economische impuls voor Zaandam Dit betreft een onderzoek naar de wijze waarop de economie in 5 verschillende wijken gestimuleerd kan worden. Door middel van deskresearch, data -analyse, best practices, interviews op locatie (35 ondernemers uit diverse sectoren) en expertinterviews (gemeente, projectontwikkelaars, IKTC, woningbouwcorporaties, Kamer van Koophandel) is een visie opgesteld. Deze is tevens uitgewerkt in een concreet actieplan per wijk. De actieplannen bevatten: doel, motivatie, acties, budgetindicaties, looptijd, te verwachten resultaten, initiatiefnemers, samenwerkingspartners. Onderdeel van dit onderzoek was om functionele invulling te geven aan enkele verouderde binnenstedelijke bedrijventerreinen. Dit betroffen de herstructureringslocaties Slachthuisbuurt en Oostzijderveld en de transformatielocaties De Bloemkorf en Lobeliastraat . Voor Oostzijde heeft Panteia dit apart van het hoofdonderzoek onderzocht. Opdrachtgever: Gemeente Zaanstad Detailhandelsvisie Gouda en Goudse Poort Panteia heeft bijgedragen aan het detailhandelsbeleid van de gemeente Gouda. Dit is vormgegeven vanuit een visie op de toekomstige retailstructuur in Gouda en rekening houdend met de ophanden zijnde grootschalige woningbouwplannen in de regio. Met de nieuwe visie, inclusief actieprogramma en toetsingskader heeft Gouda een instrument in handen om sturing te geven aan de toekomstige economische ontwikkelingen. Aansluitend op de economische visie heeft Panteia de gemeente Gouda ook bijgestaan bij de planontwikkeling en invulling van de Goudse Poort. De Goudse Poort betreft een verouderd bedrijventerrein met kantoren, enkele grootschalige retailers en showrooms van installatiebedrijven. Het is bovendien een belangrijke zichtlocatie vanuit de A12. Opdrachtgever: Gemeente Gouda
32
Relaties lokale machtstructuren en MKB vestigingscondities Binnen het programma MKB en ondernemerschap heeft Panteia een aantal pilots uitgewerkt waarbij de invloed van lokale organisaties, overheden en personen op het vestigingsklimaat zichtbaar is gemaakt. Het betroffen pilots in herstructureringsgebieden. Opdrachtgever: Ministerie van ElenI Evaluatie Integrale Dorpsontwikkelingsplannen (IDOP) Provincie Noord-Brabant wilde met de subsidieregeling een versnelling geven aan de ontwikkeling van de leefbaarheid in de Brabantse dorpen, waarbij een integrale aanpak van economische, sociaal-culturele en ruimtelijke aspecten voorop stond. De ontwikkel- en actieprogramma’s dienden van onderop d.w.z. door de bewoners en alle betrokken partijen vormgegeven te zijn. Panteia heeft in 2010 de evaluatie uitgevoerd door middel van deskresearch (32 plannen gescreend), 10 interviews met algemene stakeholders en 6 inloopspreekuren in de koploperdorpen ter plaatse (interviews met lokale stakeholders en burgers). De effectiviteit en efficiency van het instrument is in de analysefase vastgesteld. Opdrachtgever: Provincie Noord-Brabant Analyse effecten ‘Kompas voor het Noorden’ De drie noordelijke provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, verenigd in het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN), gaven met het uitvoeringsprogramma ‘Kompas voor het Noorden’ richting aan de ontwikkeling van het Noorden. Dit programma liep van 2000 tot 2006 en was gericht op het verkleinen van het faseverschil (verschil in arbeidsparticipatie) tussen het Noorden en de rest van Nederland. Het inlopen van het faseverschil wordt gemeten in termen van werkgelegenheid. Het onderzoek geeft een analyse van de economische ontwikkeling in Noord-Nederland en plaatst deze in een breder, macro-economisch kader. Voorts is op basis van bestaande bronnen (tussenevaluaties) een inschatting gemaakt van de bijdrage die het regionale beleid heeft gehad op de werkgelegenheidsontwikkeling in de periode 2000-2006. Panteia heeft ook de tussenevaluatie van dit programma uitgevoerd en is nu bezig met de eindevaluatie ervan. Opdrachtgever: Samenwerkingsverband Noord-Nederland Evaluatie MKB-Innovatiebeleid Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland biedt in haar regio het MKB een range van instrumenten aan, gericht op stimulering van en ondersteuning bij innovatie. Middels enquêtes, interviews, deskresearch en groepsdiscussies met ondernemers heeft Panteia de effecten en uitvoeringskwaliteit van deze instrumenten geëvalueerd. Daarnaast is in kaart gebracht hoe het innovatiebeleid in de toekomst kan worden aangescherpt en op welke aspecten van het innovatieproces de provincie niet actief is. Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Octrooien in Nederland: Innovatiekracht regio’s, sectoren en grootteklassen In samenwerking met NL Octrooicentrum en de Kamer van Koophandel heeft Panteia in 2010 onderzoek verricht naar de herkomst van octrooien. Het onderzoek geeft inzicht in welke bedrijven en instellingen de meeste octrooien aanvragen. Daarnaast is onderzocht op welke wijze de octrooiaanvragen zijn verdeeld over clusters van sectoren, grootteklassen, technologiegebieden en regio’s (hotspots). Onderz oekers van Panteia en NL Octrooicentrum hebben hiervoor octrooidata gekoppeld aan gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en het LISA werkgelegenheids register. Deze koppeling is voor het eerst voor geheel Nederland uitgevoerd.
33
Volgens de Kamer van Koophandel geeft het onderzoek beter inzicht in de mate van innovatie binnen bepaalde gebieden. Ze vindt de samenwerking met Panteia en NL Octrooicentrum dan ook van strategisch belang bij het versterken van de regionale economie. Opdrachtgevers: Ministerie van ELenI, Agentschap.NL en Kamer van Koophandel. Evaluatie IkStartSmart Gelderland Panteia heeft begin 2011 het startersprogramma van de provincie Gelderland IkStartSmart geëvalueerd. Het betreft een stimulans om meer starters te k rijgen en de kwaliteit van de starters en daarmee de slaagkans te vergroten. Doel is om de regionale economie steviger te maken. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van deskresearch, face-to-face interviews met stakeholders, een telefonische enquête onder deelnemende gemeenten en telefonische interviews met coaches, deelnemers en ex-deelnemers. Opdrachtgever: Provincie Gelderland Behoefte van starters in Rijswijk aan ondersteuning en voorzieningen Omdat de gemeente de inzet wil afstemmen op de behoefte van de doelgroep, heeft de gemeente meer inzicht nodig in waaraan startende ondernemers in Rijswijk behoefte hebben. Het onderzoek begint met een analyse van het bestand van startende ondernemers. Daarna wordt op basis van een enquête onder starters inzich t geven in de volgende onderwerpen: - huidige huisvesting, knelpunten in de huisvesting, verwachte behoefte over enige tijd en wensen t.a.v. de bedrijfsruimte (locatie, grootte, huur, huurtermijn, voorzieningen), - gebruik van coaching (waarvoor, door wie, tekortkomingen in het aanbod) en behoefte aan coaching (waarvoor), - participatie in netwerken en behoefte aan netwerken, bedrijfscontactpunt en KvK-Starterstraject Rijswijk, - behoefte aan andere voorzieningen en ondersteuning Opdrachtgever: Gemeente Rijswijk, afdeling Economische Zaken Sociaaleconomische effecten N309 traject ’t Harde-Elburg (2011) De N309/Eperweg snijdt het dorp ’t Harde in tweeën en levert veel problemen wat betreft de capaciteit en leefbaarheid. Mogelijke oplossingen worden gezien i n de aanleg van een rondweg of een verbetering van de bestaande weg. Panteia heeft onderzocht wat de economische effecten van beide oplossingen zullen zijn voor de detailhandel, horeca en consumentgerichte dienstverleners in het te renoveren en uit te breiden winkelcentrum van ’t Harde. Opdrachtgever: Provincie Gelderland Ontwikkeling A6-Park Almere Panteia heeft op basis van koopstroomgegevens en dpo-berekening de huidige en toekomstige marktruimte berekend om vervolgens een innovatief concept te ontwikkelen, dat gedragen moest worden door de detailhandel. Vier scenario’s voor het A6-Park in Almere zijn uitgewerkt. Opdrachtgever: Gemeente Almere Visie warenmarkten Amsterdam-West Panteia heeft voor het Stadsdeel West een toekomstvisie opgesteld voor de steeds slechter functionerende Bos en Lommermarkt en Ten Katemarkt. Doel van de opdracht was een verbetering van de invulling en het functioneren van de warenmarkten, gegeven de wisselwerking met de detailhandel in de omgeving, de mogelijkheden voor aanvulling met bijzondere markten en de mogelijkheden van alternatieve locaties.
34
Daarnaast behoorde een visie op de verbetering van de kostendekkendheid van de markten tot de opdracht. Het geheel is uitgewerkt in een concreet plan van aanpak met 18 acties. Dit gaat nu de inspraakprocedure in. Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Stadsdeel West Rotterdamse warenmarkten in ruimtelijk-economisch perspectief In dit onderzoek wordt een beeld geschetst van de kenmerken en het huidige ruimtelijk-economische functioneren van de warenmarkten in Rotterdam, in relatie tot hun directe omgeving én in relatie tot elkaar. Het doel is om te komen tot een breed gedragen toekomstperspectief voor de Rotterdamse warenmarkten als geheel, rekening houdend met de landelijke trends en ontwikkelingen. Ten slotte maakt de formulering van kansrijke ontwikkelingsrichtingen inclusief branchering per warenmarkt én de wijze waarop het beste resultaat verkregen kan worden deel uit van dit onderzoek. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport ‘Met het oog op de toekomst’. Opdrachtgever: OntwikkelingsBedrijf Rotterdam Kleinschalige bedrijvigheid in Breda Panteia heeft op basis van diverse adhoc uitgevoerde onderzoeken door de gemeente en groepssessies met o.a. gemeente, ondernemersverenigingen, kennisinstellingen, woningcorporaties, financiers, KvK en innovatiecentrum) de kansen in kaart gebracht voor meer en beter ondernemerschap op wijkniveau en op gemeenteniveau. Het accent lag op het ontwikkelen van een integraal en breed gedragen beleidsplan plus een opmaat voor concrete acties. Opdrachtgever: Gemeente Breda Haalbaarheid en economische effecten Megamall Tilburg Het berekenen van de economische effecten op de B5-gemeenten en de regio als gevolg van de komst van een megamall in Tilburg-Noord. Het gaat om de effecten op de omzet van de gevestigde detailhandel, de werkgelegenheid en de verkeersdrukte op de toevalswegen. Tegelijkertijd is de haalbaarheid en plausibiliteit van het concept onder de loep genomen met behulp van studies omtrent buitenlandse voorbeelden. Opdrachtgever: Gemeente Den Bosch, Gemeente Breda, Gemeente Eindhoven en Gemeente Helmond Economische visie Binnenstad Amsterdam Inzicht geven in de economische marktruimte voor detailhandel, horeca/uitgaan, toerisme en leisure in de binnenstad van Amsterdam (het 1012-postcodegebied). Op basis hiervan zal een toekomstvisie ontwikkeld worden. Die visie moet gericht zijn op de verschillende doelgroepen (toeristen uit binnen- en buitenland, Amsterdammers en wijkbewoners) en deelgebieden (met accent op de Wallen en het Damrak -Rokin), en rekening houden met de toekomstige Noordzuid-lijn en de geplande retail op de Zuidas. Opdrachtgever: Kamer van Koophandel Amsterdam Effecten van parallellisatie door bouwmarkten in de periferie Dit onderzoek betrof de analyse van het voeren van branchevreemd assortiment door Gamma en Karwei en het meten van de economische effecten daarvan op de regul iere detaillisten (‘concurrenten’) in het stadscentrum van Schagen. Daarbij is ook de regionale trekkracht van de bouwmarkten en het stadcentrum meegenomen. Opdrachtgever: vertrouwelijk
35
De arbeidsmarkt van Midden-Nederland In de huidige economische crisis hebben bedrijven moeite om hun personeel te kunnen behouden. Op de middellange en langere termijn kan het echter zo zijn dat in sommige sectoren krapte in de arbeidsmarkt zal ontstaan. Maar welke sectoren zijn dit? En hoe groot is dit gat? En gaat het om hoog- of laaggekwalificeerd personeel? Er is op dit moment geen hard cijfermateriaal beschikbaar over de ontwikkelingen in het vraag en aanbod in de regio Midden-Nederland. Terwijl voor ondernemers het wel van belang om hier inzicht in te krijgen, zodat zij hier rekening mee kunnen houden en hun bedrijfsstrategie op aan kunnen passen. In dit onderzoek zal Panteia in samenwerking met de Kamer van Koophandel inzicht verschaffen in de ontwikkelingen van de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt in de regio Midden-Nederland tot en met 2020. In het onderzoek moet de vraag beantwoord worden of de gewenste economische structuur die in Midden-Nederland wordt nagestreefd ook past bij de ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt. Opdrachtgever: Ministerie van ELenI en Kamer van Koophandel Midden-Nederland Evaluatie arbeidsmarktbeleid Zoetermeer In dit project wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het arbeidsmarktbeleid in de gemeente Zoetermeer. Drie vragen staan centraal: 1) Is er sprake van beleid , gericht op het creëren van werkgelegenheid voor de (werkloze) beroepsbevolking in Zoetermeer? Het gaat daarbij niet alleen om het beleid gericht op directe werkgelegenheidscreatie, maar ook om het beleid gericht op creatie van leerwerkplekken, werkervaring- en stageplaatsen, voor zover deze zich richten op het doeleinden naar een (structurele) baan. 2) Is er sprake van samenhangend beleid op de drie velden economie, onderwijs en arbeidsmarkt? 3) Is dat beleid ook effectief, dat wil zeggen welke resultaten worden bereikt tegen welke kosten en inspanningen? Het onderzoek richt zich op het in de afgelopen jaren (sinds 2004) gevoerde beleid en het voorziene beleid voor de lopende Collegeperiode. Uiteindelijk is het de bedoeling lessen te kunnen trekken voor de toekomst. Opdrachtgever: Rekenkamercommissie Zoetermeer
36
Programmaonderzoek ‘MKB en Ondernemerschap’ Panteia is al sinds haar oprichting (1930) verantwoordelijk voor het programmaonderzoek ‘MKB en Ondernemerschap’ van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Doel van dit programma is het leveren van vernieuwende inzichten in het functioneren van MKB en Ondernemerschap. Het programmaonderzoek levert deze inzichten door relevante, actuele, consistente en betrouwbare data, informatie en kennis op te bouwen (kennisontwikkeling) en ter beschikking te stellen aan verschillende doelgroepen zoa ls het beleid, branche- en belangenorganisaties, adviseurs van het MKB, kennisinstellingen, individuele ondernemers, de media en overige gebruikers (kennisoverdracht). Alle onderzoeksbevindingen worden ontsloten op www.ondernemerschap.nl. Panteia is hiermee hét kenniscentrum voor MKB en ondernemerschap in Nederland. Wij hebben de beschikking over:
Unieke ondernemerspanels: het MKB Beleidspanel waaraan ruim 2.000 bedrijven meedoen (3 metingen per jaar), starterscohorten (en jonge bedrijvenpanels) en een nieuw ZZP-panel. Een panel gericht op topsectoren is in ontwikkeling.
Unieke prognose- en inkomensmodellen.
Datasets met lange tijdreeksen waardoor trends en ontwikkelingen gemonitord kunnen worden.
Binnen het programma worden jaarlijks tal van onderzoeksprojecten uitgevoerd die data, informatie en kennis leveren, die relevant zijn voor het rekenkameronderzoek naar het economische beleid van Krimpen aan den IJssel en Capelle aan den IJssel. Genoemd kunnen worden:
Ondernemen in de sectoren;
Kleinschalig ondernemen;
MKB Regionaal bekeken;
Determinanten van bedrijfsprestaties;
Financiering in het MKB;
Inkomens zelfstandigen;
Vergrijzende arbeidsmarkt voor het MKB;
Starters en Jonge bedrijven;
Ruimtegebruik ZZP’ers;
Bereikbaarheid MKB;
Innovatie door gebruikers;
Sociaal ondernemerschap.
37