Waterplan Naarden - Bussum 2008-2014
2
Verantwoording
Verantwoording
Verantwoording
Titel : Waterplan Naarden - Bussum Subtitel: 2008 - 2014 Projectnummer: 209560 Referentienummer: 215962 Revisie : Datum : 4 februari 2008 Auteur(s): ir. J.A.M. Schaminée, ir. A.A. Makkinga E-mail adres:
[email protected] Gecontroleerd door: ir. A.A. Makkinga Paraaf gecontroleerd: Goedgekeurd door: ir. A. Hekman Paraaf goedgekeurd : Contact: Robijnstraat 11 1812 RB Alkmaar Postbus 214 1800 AE Alkmaar T +31 72 547 57 57 F +31 72 547 57 50
[email protected] www.grontmij.nl
3
4
Samenvatting
Samenvatting De gemeenten Naarden en Bussum en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht║Waternet (AGV║Waternet) zijn de initiatiefnemers voor het Waterplan. Zij dragen ge-zamenlijk de verantwoordelijkheid voor het watersysteem in Naarden en Bussum. Een taak van de gemeenten is om te zorgen voor een goede woon-, werk- en leefomgeving, waar ook het wa-tersysteem onderdeel van uitmaakt. AGV║Waternet is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, waterkwantiteit en het zuiveringsbeheer. Om deze verschillende taken en verantwoordelijkhe-den optimaal met elkaar te verbinden hebben Naarden, Bussum en AGV║Waternet in 2002 een eerste Waterplan voor Naarden en Bussum opgesteld. Op deze manier kon het watersysteem vanuit één gezamenlijke visie worden aangepakt. Het eerste Waterplan Naarden – Bussum heeft op dit moment het einde van haar planperiode bereikt. Veel van de in het plan beschreven maatregelen zijn uitgevoerd en de snelle ontwikke-lingen in het landelijke en Europese waterbeleid vragen om een nieuw Waterplan. Bovendien vraagt de Rijksoverheid gemeenten en waterbeheerders om hun waterbeleid gezamenlijk af te stemmen. Naarden, Bussum en AGV║Waternet geven invulling aan deze wens door gezamen-lijk een nieuw Waterplan op te stellen voor Naarden en Bussum. Het nieuwe Waterplan Naarden - Bussum is een strategisch plan. Het levert de gemeenten en het hoogheemraadschap handvatten om te komen tot een robuust en meer natuurlijk functionerend watersysteem. Bovendien richt het zich op het vergroten van de (recreatieve) beleving van wa-ter. Enerzijds worden in het Waterplan maatregelen benoemd die voortkomen uit wettelijke ver-plichtingen. Dit Waterplan gaat echter een stap verder dan ‘wat moet’ door ook maatregelen te benoemen waarmee Naarden, Bussum en AGV║Waternet eigen ambities gestalte kunnen ge-ven. De geïndiceerde totale kosten van de in het Waterplan genoemde maatregelen bedragen circa € 1,4 miljoen. Hiervan komt ruwweg € 550.000,- voor rekening van Naarden, € 750.000,- voor rekening van AGV║Waternet en € 135.000,- voor rekening van Bussum.
Samenvatting
Een groot deel van de geraamde kosten is op basis van bestaand beleid al opgenomen in de be-groting van Naarden, Bussum of AGV║Waternet. Nog niet in de begroting opgenomen kosten die voortkomen uit het Waterplan moeten, na toedeling van de kosten aan één van de betrokken partijen, in de begroting worden opgenomen. Deze verdeling van de kosten is gebaseerd op de volgende principes: • Globaal komen de kosten voor aanpassingen aan het watersysteem en ter verbetering van de waterkwaliteit voor rekening van het hoogheemraadschap; • De gemeenten nemen de kosten op zich voor maatregelen aan de riolering, in de Integrale Waterwet aan hen toegewezen taken (o.a. ondiep grondwater), recreatieve voorzieningen, stedenbouwkundige of beeldbepalende maatregelen et cetera. • Kosten voor maatregelen op het gebied van ecologie, waaronder de aanleg van natuurvrien-delijke oevers, worden gelijkelijk verdeeld tussen gemeenten en AGV║Waternet. • Kosten van maatregelen in het watersysteem die voor zowel Naarden als Bussum gelden worden verdeeld. De werkelijke verdeling van kosten is van geval tot geval beoordeeld. Vertrekpunt bij de verdeling van kosten is: Naarden 80%, Bussum 20%.
5
6
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 5
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum 1.1 Inleiding 1.2 Wat is een Waterplan? 1.3 Waarom een nieuw Waterplan? 1.4 Initiatiefnemers 1.5 Doel 1.6 Status van het Waterplan 1.7 Leeswijzer
9 9 9 9 10 10 10 11
2 Gebiedsbeschrijving 2.1 Plangebied 2.2 Historie van het gebied 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen 2.4 Beschrijving van het watersysteem
13 13 13 15 15
3 Beleid 3.1 4e Nota Waterhuishouding 3.2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren 3.3 Europese Kaderrichtlijn Water 3.3.1 Oppervlaktewater 3.3.2 Grondwater 3.4 Integrale Waterwet 3.5 Provinciaal Waterplan Noord-Holland
17 17 17 17 17 18 18 19
4 Bestaande situatie 4.1 Waterkwaliteit 4.1.1 Waterkwaliteit en ecologie 4.1.2 Grondwater 4.1.3 Waterbodem 4.1.4 Regenwater en afvalwaterketen 4.2 Waterkwantiteit 4.2.1 Waterbeheersing en veiligheid 4.2.2 Grondwater 4.2.3 Waterbodem 4.2.4 Regenwater en afvalwaterketen 4.3 Recreatie en beleving van water 4.3.1 Beleving 4.3.2 Cultuurhistorie 4.4 Beheer en onderhoud
21 21 21 22 22 23 23 23 24 24 24 25 25 26 26
5 Visie 5.1 Waterkwaliteit 5.1.1 Waterkwaliteit en ecologie 5.1.2 Grondwater 5.1.3 Waterbodem 5.1.4 Regenwater en afvalwaterketen 5.2 Waterkwantiteit 5.2.1 Waterbeheersing en veiligheid 5.2.2 Grondwater 5.2.3 Waterbodem 5.2.4 Regenwater en afvalwaterketen 5.3 Recreatieve beleving van water 5.3.1 Beleving 5.3.2 Cultuurhistorie 5.4 Beheer en onderhoud
29 29 29 29 29 30 30 30 30 30 30 31 31 31 31
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma 6.1 Maatregelenpakket 6.1.1 ‘Wat moet’ 6.1.2 ‘Wat mag’
33 34 34 34
7 Kostenindicatie 7.1 Kostenoverzicht 7.2 Indicatieve kostenverdeling 7.3 Kostendekking door betrokken partijen 7.4 Mogelijkheden voor subsidies
37 37 37 39 39
8 Planning, samenwerking en voortgang 8.1 Planning 8.2 Samenwerking 8.3 Voortgangscontrole op uitvoeringsprogramma 8.4 Communicatie over het Waterplan
41 41 41 41 41
9 Verantwoording 9.1 Type plan 9.2 Betrokken partijen 9.3 Creatieve sessies 9.4 Belanghebbende partijen
42 42 42 42 42
Bijlage 1: Kaarten Waterplan Naarden - Bussum Bijlage 2: Begrippenlijst Bijlage 3: Maatregelenbladen Bijlage 4: Kostenindicatie Bijlage 5: Relaties tussen thema’s en maatregelen Bijlage 6: Projectorganisatie
Inhoudsopgave
Samenvatting
7
8
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum 1.1 Inleiding Water is de afgelopen jaren in Nederland in toenemende mate in de maatschappelijke en politieke belangstelling komen te staan. Overheden doorlopen een proces waarbij een kentering optreedt in het conventionele denken over waterbeheer. Deze kentering is onder andere het gevolg van een aantal (bijna) calamiteiten op het gebied van water en de daaruit voortgekomen bestuurlijke afspraken en wet- en regelgeving op nationaal en Europees niveau. Voorbeelden zijn de implementatie en uitwerking van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Bij de uitwerking van het nieuwe beleid geldt vaak dat hydrologische randvoorwaarden niet langer als knelpunt, maar juist als kans worden beschouwd. Water is in Noord-Holland een belangrijke economische drager. De provincie wil deze economische functie van water verder versterken. Anno 2008 vervult ‘water als ordenend principe’ een belangrijke rol binnen infrastructurele en stedenbouwkundige ontwikkelingen. Het waarborgen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van water is bovendien steeds belangrijker geworden bij ontwikkelingen in stedelijk en landelijk gebied. 1.2 Wat is een Waterplan? Een Waterplan bestaat uit drie belangrijke onderdelen. Allereerst is het een proces; het gaat om bewustwording door partijen van elkaars beleid, wensen en belangen. Daarnaast is het een visie; het Waterplan geeft een richting aan. Tot slot is het Waterplan een praktisch plan dat maatregelen beschrijft. Veel activiteiten en functies hebben een relatie met het watersysteem en waterbeheer. Voorbeelden zijn relaties tussen ruimtelijke ontwikkelingen, natuurwaarden en recreatieve activiteiten enerzijds en waterkwaliteit, waterbeheersing en het beheer en onderhoud van het oppervlaktewater anderzijds. Elke activiteit en elke functie heeft hierin een eigen belang en doel. Deze belangen en doelen kunnen onderling strijdig zijn. In dit Waterplan is getracht de belangen, wensen en doelen voor verschillende activiteiten en functies op elkaar af te stemmen. Het plan bevat een integrale visie op de plaats die water nu en in de toekomst inneemt in Naarden en Bussum. Het plan geeft aan wat de gewenste ontwikkeling is. Deze visie is uitgewerkt in een aantal uit te voeren maatregelen. 1.3 Waarom een nieuw Waterplan? Door het opstellen van het Waterplan geven Naarden, Bussum en AGV║Waternet invulling aan de Vierde Nota Waterhuishouding en de Nota Ruimte. Hierin wordt aangegeven dat gemeenten en waterbeheerders gezamenlijk het waterbeleid dienen af te stemmen.
Op organisatorisch vlak resulteert het ‘nieuwe denken’ over water in een intensievere samenwerking tussen de verschillende waterbeherende organisaties. Naarden en Bussum en AGV║Waternet hebben, door al in 2002 gezamenlijk een Waterplan op te stellen, gefungeerd als voortrekkers. Het eerste Waterplan Naarden – Bussum heeft inmiddels het einde van haar planperiode bereikt. Veel van de in het plan beschreven maatregelen zijn uitgevoerd en de snelle ontwikkelingen in het landelijke en Europese waterbeleid vragen om een nieuw Waterplan. Omdat nieuwe ontwikkelingen zich voortdurend manifesteren is het belangrijk dat Naarden, Bussum en AGV║Waternet flexibel blijven inspelen op kansen en beleidswijzigingen die gaan komen. Nu al is duidelijk dat de vaststelling van het KRW-Stroomgebiedbeheersplan in 2009 een moment is waarop nu geformuleerde doelen en maatregelen opnieuw moeten worden belicht. Ook de implementatie van de Integrale Waterwet, een wet waarin acht bestaande waterwetten worden geïntegreerd, vereist mogelijk een actualisatie van in dit plan opgenomen maatregelen. Eventueel uit de KRW of Integrale Waterwet voortkomende nieuwe doelen en maatregelen kunnen in dit Waterplan worden geïntegreerd.
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum
In juli 2003 is door het Rijk, de provincies (IPO), gemeentes (VNG) en de waterschappen (UvW) het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) ondertekent. Met de ondertekening van het NBW hebben deze partijen erkent dat samenwerking op het gebied van water noodzakelijk is voor een veilig en duurzaam waterbeheer in Nederland. Een maatregel die uit het NBW voortvloeit, is het opstellen van gemeentelijke Waterplannen.
9
1.4 Initiatiefnemers De gemeenten Naarden en Bussum en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht║Waternet (AGV║Waternet) zijn de initiatiefnemers voor het Waterplan Naarden - Bussum. Zij dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het watersysteem in Naarden en Bussum. Onderdeel van de taken van gemeenten is om te zorgen voor een goede woon-, werk- en leefomgeving, waar ook het watersysteem onderdeel van uitmaakt. AGV║Waternet is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, waterkwantiteit en het zuiveringsbeheer. De organisatiestructuur van het werkproces om te komen tot een nieuw Waterplan is opgenomen in bijlage 6. 1.5 Doel Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven procesmatige en inhoudelijke doelen na. De doelen zijn samen te vatten tot de volgende opsomming: 1. ontwikkelen van een gezamenlijke visie op de waterhuishouding tot 2014; 2. vergroten van de kennis van het gemeentelijke watersysteem; 3. bieden van inzicht in wet- en regelgeving en in bestaand en toekomstig beleid; 4. bevorderen en uitbouwen van de bestaande samenwerking tussen Naarden, Bussum en AGV║Waternet; 5. verbeteren van het bestaande watersysteem. Het Waterplan beschrijft in feite het gemeentelijke waterbeleid. Het plan is een visiedocument met een integrale kijk op het watersysteem. Het geeft een doorkijk naar verbeteringen op het gebied van waterbeheersing, waterkwaliteit, afvalwaterzorg, beheer en onderhoud, de rol van water in de ruimtelijke ordening en de beleving van water door inwoners en recreanten. Het plan beschrijft de visie die de betrokken organisaties hebben op het toekomstig waterbeheer in Naarden en Bussum. Daarmee vormt het een toetsingskader voor de watertoets die moet worden uitgevoerd bij herziening van bestemmingsplannen, stedelijke uitbreidingen, natuurontwikkeling en andere gebiedsgerichte projecten. Ook fungeert het plan als toetsingskader voor het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het Waterplan Naarden - Bussum is een strategisch plan. Het levert handvatten om te komen tot een robuust en meer natuurlijk functionerend watersysteem. Ook richt het zich op het vergroten van de (recreatieve) beleving van water. Enerzijds door maatregelen te benoemen die voortkomen uit wettelijke verplichtingen (‘Wat moet’) en anderzijds door maatregelen te benoemen waarmee Naarden, Bussum en AGV║Waternet de eigen ambities gestalte kunnen geven (‘Wat mag’). 1.6 Status van het Waterplan Het Waterplan is geen formeel planfiguur zoals een waterbeheersplan, peilbesluit, gemeentelijk rioleringsplan of bestemmingsplan. Consequentie is dat er van het Waterplan geen formele verplichtingen uit gaan.
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum
Door het Waterplan bestuurlijk vast te stellen spreken Naarden, Bussum en AGV║Waternet de intentie uit om de in het Waterplan genoemde maatregelen en doelen te realiseren. Om dit te onderstrepen wordt een bestuurlijke intentieverklaring gesloten.
10
De looptijd van het Waterplan is 2008 – 2014. Een tussentijdse evaluatie van het plan is wenselijk omdat de nieuwe Integrale Waterwet in werking treedt en omdat in 2009, als uitwerking van de Europese Kaderrichtlijn Water, het eerste Stroomgebiedbeheerplan wordt vastgesteld.
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum 1.7 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een korte beschrijving van het plangebied. Kort wordt ingegaan op de begrenzing van het plangebied, welke ruimtelijke ontwikkelingen hier de komende jaren worden verwacht, hoe het bestaande watersysteem is opgebouwd en hoe dit functioneert. Ook wordt kort ingegaan op de historie van het gebied. Hoofdstuk 3 bestaat uit een beschrijving van bestaand beleid. De 4e Nota waterhuishouding, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Europese Kaderrichtlijn Water en de nog vast te stellen nieuwe Integrale Waterwet worden op hoofdlijnen beschreven. Ook wordt kort ingegaan op het provinciale Waterplan. Dit beleid vormt een belangrijk kader voor het water- en ruimtelijk beleid van Naarden, Bussum en AGV║Waternet. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 worden achtereenvolgens huidige situatie, visie en te nemen maatregelen beschreven. Hierbij is steeds uitgegaan van vier inhoudelijke hoofdthema’s: 1. Waterkwaliteit 2. Waterkwantiteit; 3. Recreatieve beleving van water; 4. Beheer en onderhoud. Onder de thema’s zijn de volgende onderdelen gegroepeerd: oppervlaktewater, grondwater, waterbodem, regenwater, afvalwaterketen, belevingswater, ecologie, veiligheid en cultuurhistorie. Begrote kosten van de in het kader van het Waterplan te nemen maatregelen zijn beschreven in hoofdstuk 7. Hierbij is ook beschreven welke organisatie (Naarden, Bussum of AGV║Waternet) welk deel van de kosten voor zijn rekening zal nemen. Hoofdstuk 8 geeft op hoofdlijnen inzicht in de planning (welke maatregelen moeten wanneer worden uitgevoerd?) en de manier waarop Naarden, Bussum en AGV║Waternet samen gaan werken aan de uitvoering van beschreven maatregelen. Een belangrijk onderdeel van hoofdstuk 8 is ook de beschrijving van de manier waarop het Waterplan intern en extern gecommuniceerd gaat worden.
1 Een nieuw Waterplan voor Naarden en Bussum
In hoofdstuk 9 wordt kort beschreven welke partijen betrokken zijn geweest bij het opstellen van het Waterplan Naarden –Bussum en de uitgevoerde creatieve sessies. 2.1 Plangebied Het eerste Waterplan Naarden - Bussum is vooral gericht geweest op het stedelijk gebied. Omdat het watersysteem in de praktijk echter niet ophoudt bij de grens van de bebouwde kom is dit nieuwe Waterplan Naarden – Bussum gericht op het totale grondgebied van Naarden en Bussum (figuur 2.1). De waterhuishouding in stedelijk en buitengebied wordt beschreven.
11
2 Gebiedsbeschrijving
Figuur 2.1 Plangebied Waterplan Naarden - Bussum
12
2 Gebiedsbeschrijving 2.1 Plangebied Het eerste Waterplan Naarden - Bussum is vooral gericht geweest op het stedelijk gebied. Omdat het watersysteem in de praktijk echter niet ophoudt bij de grens van de bebouwde kom is dit nieuwe Waterplan Naarden – Bussum gericht op het totale grondgebied van Naarden en Bussum (figuur 2.1). De waterhuishouding in stedelijk en buitengebied wordt beschreven. 2.2 Historie van het gebied Valkeveen (Zanderijvaarten) Sinds mensenheugenis groeven de Gooise bewoners op de woeste gronden naar zand, leem, keien en grind. Ten zuiden van Naarden begon men in 1651 een zandsloot in de richting van Bussum te graven. Voor Naarden en Bussum was dit het prille begin van het zandvervoer per schuit. Het laatste kwart van de zeventiende eeuw zijn de vestingwerken van Naarden op grote schaal vernieuwd. In die tijd is de bestaande stervormige vesting gebouwd. Belangrijk voor de ontwikkeling van het gebied was een besluit uit 1774 van de Staten van Holland om tot op een afstand van een kilometer rond de vesting de hoge gronden af te graven. Reden was dat het gebied, na het afgraven, bij een aanval onder water kon worden gezet.
Geschiedenis van Naarden en Bussum Naarden en Bussum kennen een rijke geschiedenis. Naarden kreeg al rond het jaar 1300 stadsrechten. Bekend is dat Bussum op dat moment een buurtschap onder de gemeente Naarden was. Het oude Naarden was ongunstig gelegen. Het werd bedreigd door stormen die de kust steeds verder deden afkalven. Rond 1350 werd de stad verwoest. Naarden Vesting is daarna herbouwd op een droge, strategisch gelegen plek. Tijdens de Franse revolutie, rond 1795, kreeg Bussum een eigen bestuur en per 1 januari 1817 werd Bussum een zelfstandige gemeente Bron: artikel ‘Naarden’s geschiedenis in kort bestek’, Derk Dekema en informatie van de website van de gemeente Bussum
Rond 1640 zijn, ten behoeve van de afvoer van zand naar Amsterdam, de Naardertrekvaart en Muidertrekvaart aangelegd. In deze periode is een stelsel van zanderijsloten ontstaan dat steeds verder werd uitgebreid in oostelijke (Valkeveen) en zuidelijke (Bussum) richting. Zuiderzee en Gooimeer Door uitvoering van de Zuiderzeewerken is de Zuiderzee afgesloten en het IJsselmeer ontstaan. Grote delen van de voormalige Zuiderzee zijn daarbij ingepolderd. Het Gooimeer, in totaal 2670 ha groot, is tussen 1959 – 1968 ontstaan bij de inpoldering van zuidelijk Flevoland. Naardermeer In tegenstelling tot veel wateren in de omgeving is het Naardermeer een natuurlijk meer. Het meer is niet ontstaan door vervening (voor turfwinning) of door afgraving voor zandwinning. Tussen 1623 en 1629 werd het drooggelegd, maar in 1629 werd het weer onder water gezet om Amsterdam te beschermen tegen oprukkende Spaanse troepen. Aan het eind van de 19e eeuw werd een poging gewaagd het meer opnieuw droog te malen, maar het bleek te duur om het kwelwater tegen te houden. Aan het begin van de 20e eeuw liet de gemeente Amsterdam haar oog vallen op het gebied. Het zou zijn gaan dienen als vuilstortplaats, ware het niet dat daar veel verzet tegen bestond. Voor de natuurliefhebbers Jac. P. Thijsse en Eli Heimans was het plan de aanleiding om de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland op te richten1.
Bron o.a.: nl.wikipedia.org
1
2 Gebiedsbeschrijving
Het Naardermeer is een gebied met afwisselend moerasgebied en open water. Zonder beheer zou het in korte tijd compleet kunnen veranderen: het (ondiepe) open water zou dicht groeien met riet en moerasplanten. Het waterpeil in het Naardermeer is hoger dan het waterpeil in de omgeving. Zonder toevoer van water uit o.a. het Gooimeer zou het Naardermeer verdrogen, mede door de drainerende werking van de omgeving op het Naardermeergebied.
13
2 Gebiedsbeschrijving
.
14
2 Gebiedsbeschrijving 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen Binnen Naarden en Bussum zijn op zes plaatsen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op het gebied van stedenbouw (in- en uitbreiding, reconstructie) en ontwikkelingen op het gebied van natuur en ecologie. Om welke ontwikkelingen het gaat is genoemd in tabel 2.1. De locaties zijn terug te vinden in het kaartblad ‘Ruimtelijke ontwikkelingen’ in bijlage 1. Beoogde ontwikkelingslocatie
Plaats
Ontwikkeling
Kolonel Palmkazerne
Bussum
Woningbouw, industrie en ecologie
Sportpark Naarden
Naarden
Woningbouw
Open ruimte langs Meerstraat
Naarden
Ecologische ontwikkelingen/sportvelden
J.P. Thijssepark
Naarden
Reconstructie
Keverdijksche Overscheensche polder
Naarden
Natuurontwikkeling
Tabel 2.1 Locaties binnen Naarden en Bussum mogelijk nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaats gaan vinden Voor natuurontwikkeling in de Keverdijksche Overscheensche polder (KOP) is een plan ontwikkeld. Voor de overige in tabel 2.1 genoemde initiatieven is op dit moment geen plan uitgewerkt in een formeel ruimtelijk plan. De initiatieven hebben, met uitzondering van de natuurontwikkeling in KOP, daarom op dit moment nog geen enkele formele status. Planvorming voor het buitengebied is geen onderdeel van het Waterplan omdat dit geregeld is via de door Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht opgestelde Water gebiedsplannen. 2.4 Beschrijving van het watersysteem Naarden en delen van Bussum liggen binnen de ‘s-Gravenlandse Vaartboezem (GV Boezem, zie figuur 2.2 en bijlage 1, kaart Situatie 2008 - oppervlaktewater). Grote delen van Naarden en Bussum liggen, vanwege de in het gebied aanwezige forse maaiveldhoogtegradiënt, boven het boezempeil. De polders binnen Naarden en Bussum zijn voor hun water aan- en afvoer afhankelijk van de ‘s-Gravenlandse Vaartboezem en de Vecht. In deze polders wordt gedurende droge perioden water naar binnen gepompt door gemalen. Tijdens perioden met een neerslagoverschot watert dit gebied af op de ‘s-Gravenlandse Vaartboezem. Buiten het plangebied liggen nog vier polders die op deze boezem afwateren.
Het wateroverschot van de Hilversumse Meent (HM) (gemeente Hilversum) wordt in normale situaties afgevoerd naar de ’s-Gravenlandse Polder (GRP). Bij hevige neerslag wordt het water direct op de ‘sGravelandsevaartboezem uitgeslagen.
Figuur 2.2 Boezem en polderwateren in (Bron:Ontwerp Watergebiedsplan Naardermeer, ’s-Gravenlandse Polder e.o) 2 Gebiedsbeschrijving
Ook tussen de polders onderling zijn waterhuishoudkundige relaties aanwezig (figuur 2.2). Het wateroverschot van het Naardermeer wordt voor een deel, via de Uitwatering van het Naardermeer, direct op de Vecht uitgeslagen. Een ander deel van het water (tot ca 50 %) wordt via de Aalscholverkolonie naar de in de gemeente Weesp gelegen Nieuwe Keverdijkse Polder afgevoerd. Het gebied Voormeer is waterhuishoudkundig geïsoleerd van het Naardermeer en voert overtollig water af naar de Keverdijksche Overscheensche Polder.
15
16
3 Beleid
3 Beleid 3.1 4e Nota Waterhuishouding De 4e Nota Waterhuishouding (NW4) is vastgesteld in december 1998. De Nota vormt de basis voor het nationale, provinciale en lokale waterbeleid. In NW4 heeft Nederland waterkwaliteitseisen vastgelegd. Deze eisen zijn gebaseerd op het zogenaamde ‘Maximaal Toelaatbaar Risico’ (MTR). Maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit kunnen worden afgedwongen via de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. In NW4 zijn geen normen vastgelegd voor de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren. 3.2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren De Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) is sinds 1971 van kracht. Deze Wet heeft het lozen van schadelijke stoffen op oppervlaktewater binnen Nederland aan banden gelegd. Dankzij de WvO is de lozing van (schadelijke) stoffen op oppervlaktewateren de afgelopen decennia sterk afgenomen waardoor de chemische kwaliteit van oppervlaktewateren sterk is verbeterd. Op veel plaatsen wordt, ruim 30 jaar na het van kracht worden van de WvO, nog altijd niet voldaan aan de in de NW4 gestelde waterkwaliteitseisen. Stikstof (norm: 2,2 mg Ntotaal/l), fosfaat (norm: 0,15 mg Ptotaal/l) en diverse bestrijdingsmiddelen zijn voorbeelden van aloude probleemstoffen. 3.3 Europese Kaderrichtlijn Water 3.3.1 Oppervlaktewater Het Rijk heeft in de 4e Nota waterhuishouding (NW4) geen normen vastgelegd voor de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) doet dit wel. Deze Europese wet stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. De KRW is van kracht sinds december 2000. De KRW is een Europese richtlijn ter verbetering van de waterkwaliteit. Deze kent twee componenten: de chemische waterkwaliteit en de ecologische waterkwaliteit. Chemische waterkwaliteit Voor de chemische waterkwaliteit stelt Brussel normen voor giftige stoffen vast. Bij deze zogenaamde Lijst prioritaire stoffen gaat het met name om zware metalen, PAK’s, bestrijdingsmiddelen en chloorhoudende verbindingen. Alle wateren dienen in 2015, met een maximale uitloop tot 2027, aan de genoemde normen te voldoen. Ecologische waterkwaliteit De doelen voor de ecologische waterkwaliteit mogen de Europese lidstaten, binnen bepaalde randvoorwaarden vanuit Brussel, zelf bepalen. Vastgestelde ecologische doelen gelden voor alle wateren. Alleen voor de zogenaamde ‘waterlichamen’ geldt echter dat over het ecologisch doelbereik richting Brussel moet worden gerapporteerd. Onder de noemer ‘Waterlichaam’ worden grote aaneengesloten wateren verstaan van minimaal 50 ha of met een stroomgebied van meer dan 10 km2. Binnen het beheergebeid van AGV liggen 30 waterlichamen. Per waterlichaam brengt het waterschap de huidige ecologische situatie in beeld. Van elk watertype is bekend hoe planten- en dierengemeenschappen er ongeveer uitzien in optimale omstandigheden. Meestal zal de actuele situatie niet optimaal zijn en kan de ecologische ontwikkeling beter. Daarvoor zijn maatregelen nodig. De eerste stap is alle mogelijke maatregelen in beeld brengen die leiden tot verbetering van de (ecologische) waterkwaliteit. Hier halen we de maatregelen die nauwelijks effect hebben van af en dat doen we ook voor de maatregelen die vanuit maatschappelijk oogpunt onaanvaardbaar veel geld kosten. Wat we nu overhouden, is een realistische waterkwaliteitsdoelstelling.
3 Beleid
Resultaatsverplichting In Nederland gaat nieuwe wetgeving veelal uit van een inspanningsverplichting: je doet je uiterste best en dan is het goed. Europese wetgeving daarentegen kenmerkt zich door een resultaatsverplichting: je dient alles op alles te zetten om het tevoren afgesproken eindresultaat te halen. Dit geldt nu dus ook voor de KRW. En het eindresultaat moet uiterlijk in 2027 zijn bereikt.
17
Stroomgebiedsbenadering Ons land kent verschillende bestuurlijke grenzen: provinciegrenzen en gemeentegrenzen. De KRW kent echter een stroomgebiedbenadering. Dit wil zeggen dat wordt gekeken naar waterhuishoudkundige eenheden: stroomgebieden van beken en van polders met een bepaald peil. Deze lopen dwars door de bestuurlijke grenzen heen. Nederland kent 4 stroomgebieden: Rijndelta, Maas, Schelde en Eems. Rijndelta is weer onderverdeeld in 4 deelstroomgebieden: Rijn-West, Rijn-Midden, Rijn-Oost en Rijn-Noord. Het beheergebied van AGV valt binnen Rijn-West. Regionale samenwerking Binnen Rijn-West werken de overheden, waaronder 8 waterschappen, samen. Hiervoor zijn regionale samenwerkingverbanden opgezet. Op hoofdlijnen maken de partners binnen Rijn-West afspraken over onder andere de aanpak, het afwegingskader, de rapportage en de besluitvorming en over de inbreng richting Den Haag en Brussel. Decentraal uitwerken De uitwerking van de KRW-doelstellingen en –maatregelen vindt decentraal plaats. Dit wil zeggen: per waterschap. Binnen AGV zijn weer 8 KRW-deelgebieden onderscheiden. Op dit deelniveau vindt de uiteindelijke gebiedsgerichte uitwerking plaats, met maatwerk per waterlichaam. Participatie Een onderdeel van de KRW is de participatie. Participatie van overheden, van eigenaren en van belangengroepen. Het zijn uiteindelijk de overheden die de beslissingen nemen, maar tot die tijd zijn er vele gelegenheden voor ideeën en initiatieven van de eigenaren en belangengroepen. Per deelgebied organiseert AGV meerdere gebiedsbijeenkomsten waarop deze actoren hun inbreng kunnen leveren. Na vaststelling van het stroomgebiedbeheersplan moet in 2015 aan de in dit plan opgenomen eisen zijn voldaan. Onder voorwaarden kan realisatie van de doelen worden uitgesteld tot uiterlijk 2027. 3.3.2 Grondwater Het Europees Parlement heeft op 12 december 2006 de nieuwe Grondwaterrichtlijn definitief vastgesteld. Deze moet nu door de lidstaten worden geïmplementeerd in nationale wetgeving. De richtlijn zal naar verwachting in 2009 in Nederland van kracht worden. Voor decentrale overheden is deze richtlijn van belang vanwege hun betrokkenheid bij het grondwaterbeheer en de verplichting tot het treffen van maatregelen om emissie van gevaarlijke stoffen naar het grondwater te voorkomen. Met het oog op de bescherming van die grondwaterbronnen heeft de Grondwaterrichtlijn de vermindering van de verontreiniging van grondwater als doel. Dat doel wil de richtlijn bereiken door harmonisatie van de regelgeving van de lidstaten met betrekking tot lozingen van bepaalde gevaarlijke stoffen in het grondwater en door totstandbrenging van een systematische controle op de grondwaterkwaliteit (bron: www.senternovem.nl). 3.4 Integrale Waterwet Per 1 januari 2008 is er met het inwerking treden van de Wet Gemeentelijke Watertaken veel veranderd voor gemeenten. De gemeenten zijn met de nieuwe wet verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van maatregelen die de waterbeheerder treft. Daarnaast kent de wet drie zorgplichten toe aan de gemeenten: voor afvalwater, hemelwater en grondwater. De gemeente moet hiermee rekening houden bij het opstellen van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (verbreed GRP). Ook komt er met de verontreinigingsheffing een nieuw heffingstelsel dat meer flexibiliteit biedt voor de financiering (www. dewaterwet.nl).
3 Beleid
In de Waterwet is vastgelegd wie welke taken toebedeeld krijgt en welke bevoegdheden daarbij horen. Taken en bevoegdheden worden daarbij toegekend aan de Rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten.
18
• De rijksoverheid is naast operationele taken binnen het hoofdwatersysteem verantwoordelijk voor: • het nationale beleidskader en de strategische doelen voor het waterbeheer in Nederland; • het vaststellen van maatregelen die een nationaal karakter hebben (zoals de beëindiging van de lozingen van prioritaire gevaarlijke stoffen); • het vaststellen van normen op nationaal niveau (zoals voor veiligheid tegen overstromingen en waterkwaliteit); • het toekennen van functies aan het hoofdwatersysteem; • het toezicht houden op de andere overheden betrokken bij het waterbeheer.
3 Beleid •
De provincie is verantwoordelijk voor: • de vertaling van het nationale beleid naar een regionaal beleidskader en naar strategische doelen op regionaal niveau; • het toezien op de afstemming met andere beleidsterreinen op regionaal niveau; • het vaststellen van regionale normen (bijvoorbeeld ten aanzien van wateroverlast); • het toekennen van functies aan het regionale watersysteem; • het houden van toezicht op de waterschappen.
Operationele watertaken die nu nog aan de provincie zijn toebedeeld (zoals het grondwaterbeheer) worden zoveel mogelijk overgedragen aan de waterschappen. Uitzondering wordt gemaakt voor de vergunningverlening voor bepaalde categorieën van grondwateronttrekkingen en infiltraties (drinkwaterwinning, grote industriële onttrekkingen en koude-warmte opslag). Hiervoor blijft de provincie het bevoegde gezag. • Het waterschap is verantwoordelijk voor: • het operationele regionale waterbeheer; • het vastleggen van de condities om de strategische doelstellingen van het waterbeheer te realiseren en het bepalen en uitvoeren van concrete maatregelen; • de zuivering van stedelijk afvalwater. • Gemeente worden belast met: • de zorgplichten voor overtollig hemelwater en grondwater in het stedelijke gebied (een wetsvoorstel waarmee de Gemeentewet en de Wet op de waterhuishouding op dit punt worden gewijzigd is in voorbereiding. Deze wijziging wordt overgenomen in de Waterwet). • de lokale ruimtelijke inpassing van maatregelen op het gebied van waterkwantiteit; • het uitvoeren van milieumaatregelen in het stedelijke gebied ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water. De bevoegdheid voor het nemen van deze maatregelen is niet verankerd in de Waterwet maar in de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. De aansturing voor het nemen van de maatregelen volgt echter wel uit de Waterwet. 3.5 Provinciaal Waterplan Noord-Holland Het Provinciaal Waterplan is een strategisch plan op hoofdlijnen. Het plan is een uitwerking op provinciaal niveau van het nationale waterbeleid (NW4). Opstellen van een Waterplan is een wettelijke taak van de provincie. Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben in toenemende mate invloed op het waterbeheer. In het Provinciaal Waterplan 2006 – 2010 ‘Bewust omgaan met Water’ staat beschreven wat de provincie samen met haar partners - voornamelijk waterschappen en gemeenten - de komende vier jaar doet om ervoor te zorgen dat de inwoners van Noord-Holland veilig achter de dijken kunnen wonen, geen natte voeten krijgen bij hevige regenbuien en dat de kwaliteit van het water voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld. ‘Bewust omgaan met water’ beschrijft de kaders voor het waterbeheer in Noord-Holland. Binnen deze kaders treffen vooral de waterschappen en gemeenten maatregelen om het gebied te beschermen tegen wateroverlast en om de waterkwaliteit te verbeteren. Thema’s waar in het Waterplan specifiek aandacht aan wordt besteed zijn: • Kustbescherming; • Dijkversterking; • Buitendijks bouwen; • Waterberging; • Waterkwaliteit; • Waterbeheer; • Kostenveroorzaker beginsel (‘de vervuiler betaalt’).
3 Beleid
.
19
4 Bestaande situatie
.
20
4 Bestaande situatie Bij de beschrijving van de huidige situatie zijn de hoofdthema’s waterkwaliteit (§ 4.1), waterkwantiteit (§ 4.2), recreatie en beleving van water (§ 4.3) en beheer en onderhoud (§ 4.4) uitgewerkt in diverse subthema’s. Subthema’s zijn ‘waterkwaliteit en ecologie’, ‘grondwater’, ‘waterbodem’, ‘regenwater en afvalwaterketen’, ‘waterbeheersing en veiligheid’, ‘waterbodem’, ‘beleving’ en ‘cultuurhistorie’. In bijlage 1 zijn overzichtskaarten van de huidige situatie van de verschillende thema’s opgenomen. 4.1 Waterkwaliteit 4.1.1 Waterkwaliteit en ecologie De aanwezigheid van een stabiele, ecologisch gezonde leefgemeenschap van waterplanten en waterdieren is voorwaarde voor het duurzaam functioneren van ecosystemen. Stabiele, ecologisch gezonde leefgemeenschappen ontwikkelen zich uitsluitend als de chemische waterkwaliteit dit mogelijk maakt.
Figuur 4.1 Tussen 1981 en 2004 in Naarden gemeten verloop van fosfaat- en stikstofgehalten Uit langjarige meet-reeksen in de ’s Gravenlandse Vaartboezem, Karnemelksloot en bij Naarden Vesting blijkt dat de chemische waterkwaliteit van deze oppervlaktewateren is verbeterd. De geldende MTR normen voor Stikstof (norm: 2,2 mg Ntotaal/l), fosfaat (norm: 0,15 mg Ptotaal/l) en een aantal bestrijdingsmiddelen wordt echter nog altijd regelmatig overschreden. Praktisch Ecologisch Beoordelingssysteem Stadswateren (PEBS) PEBS is een beoordelingssysteem voor watersystemen in stedelijke omgeving. Om tot een oordeel te kunnen komen over de kwaliteit van het watersysteem worden een aantal biologische, fysischchemische en belevingsparameters verzameld. Deze parameters, onderverdeeld in vijf klassen, worden van ‘slecht’ naar ‘goed’ weergegeven met de kleuren rood, oranje, geel, groen en blauw. De beoordelingsparameters ‘inrichting’, ‘beheer’, ‘emissie’ en ‘gebruik’ worden conform onderstaand schema van links naar rechts gepresenteerd (zie bijlage 1, kaart Huidige situatie – ecologie). beheer inrichting
gebruik emissie
Als uit de beoordeling met het PEBS blijkt dat bepaalde karakteristieken niet voldoen aan de streefwaarde, kan worden bepaald welke stuurparameters mogelijkheden bieden voor verbetering van de watersysteemkwaliteit.
4 Bestaande situatie
Uit onderzoek in het kader van het Potentieel Ecologisch Beoordelingssysteem Stadswateren (PEBS) blijkt dat de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren in Naarden en Bussum op veel plaatsen te wensen over laat. Oorzaken zijn emissies van schadelijke stoffen, de inrichting van sloten, kanalen en vijvers het gevoerde beheer en onderhoud van watergangen.
21
4.1.2 Grondwater In Naarden en Bussum zijn enkele locaties bekend waar sprake is van grondwaterverontreiniging. Deze zijn opgenomen in Masterplan Het Gooi. Prioritering van aanpak van grondwaterverontreinigingen wordt opgepakt door de gemeenten. Omdat bestaande grondwaterverontreinigingen worden aangepakt in het kader van Masterplan Het Gooi wordt deze problematiek buiten beschouwing gelaten in het Waterplan. 4.1.3 Waterbodem De baggerfrequentie (onderhoud) is afgestemd op het op diepte houden van oppervlaktewateren. In het verleden verontreinigd geraakte waterbodems zijn over het algemeen gesaneerd. Uitzondering is de Bussumervaart (klasse 4) en de Galgesloot (klasse 3). Er is geen directe, vanuit waterkwaliteitsdoelstellingen noodzakelijke baggeropgave. Baggerwerk ter verbetering van de waterkwaliteit wordt incidenteel en op ad hoc basis uitgevoerd. Bijvoorbeeld in geval van waterkwaliteitsproblemen, nabij riooloverstorten of na uitvoering van reconstructiewerken aan het riool. 4.1.4 Regenwater en afvalwaterketen Tot enkele jaren geleden werd vrijwel al het hemelwater in Naarden en Bussum afgevoerd via het vuilwaterriool (gemengd stelsel). Ook nu wordt afvloeiend hemelwater nog vaak samen met huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater via het vuilwaterriool afgevoerd naar de afvalwaterzuivering.
Foto 4.1 Wateroverlast in Bussum
Foto 4.2 Bouw bergbezinkvoorziening Bussum
4 Bestaande situatie
Bij grote hoeveelheden regen is de bergende capaciteit van het rioolstelsel onvoldoende. Er treden dan overstortingen op vanuit de riolering. Gevolg is lozingen naar het oppervlaktewater van een mengsel van ongezuiverd afvalwater en hemelwater. Deze overstortgebeurtenissen hebben een negatieve invloed op de oppervlaktewaterkwaliteit. Ook leidt afvoer van schoon hemelwater via het vuilwaterriool tot een onnodige belasting van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Verwacht wordt dat de voorspelde klimaatveranderingen gepaard gaan met extra neerslag en intensievere regenbuien. Vooral de toename van de intensiteit van buien kan in de toekomst leiden tot het vaker voorkomen van overlast. Het afkoppelen van schone verharde oppervlakken, waardoor hemelwater niet in dit vuilwaterriool komt, is hiervoor een oplossing. Mede daarom hebben Naarden en Bussum, om waterkwaliteitsproblemen in oppervlaktewater te voorkomen, zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor het afkoppelen.
22
In Naarden en Bussum is de reconstructie van de riolering en de uitvoering van de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor van start gegaan. Reconstructie van het rioolsysteem in Naarden en Bussum wordt op dit moment gefaseerd uitgevoerd. In verschillende delen van de gemeenten is de hemelwaterafvoer al afgekoppeld. Ook is in Bussum inmiddels een bergbezink voorziening gebouwd waardoor hier tijdens hevige neerslag minder afvalwater vanuit het gemengd stelsel wordt geloosd in het oppervlaktewater. Op verschillende plaatsen binnen Naarden en Bussum is de reconstructie nog gaande of moet nog met de werkzaamheden worden begonnen. Voltooiing van de geplande werkzaamheden is voorzien in 2014. Resultaat van de afkoppelinspanning van Naarden en Bussum is dat het huishoudelijke afvalwater en het overtollige hemelwater in toenemende mate apart worden ingezameld en afgevoerd. Een overzicht van de huidige situatie van het rioolsysteem in Naarden en Bussum is te vinden op de kaart ‘riolering – huidige situatie’ in bijlage 1.
4 Bestaande situatie 4.2 Waterkwantiteit 4.2.1 Waterbeheersing en veiligheid Het verstedelijkt deel van het plangebied ligt grotendeels boven zeeniveau. De in het plangebied aanwezige polders liggen vaak beneden zeeniveau. Het peil in de ’s-Gravelandsevaartboezem en de Vecht is op hoger dan de maaiveldhoogte in grote delen van Naarden en Bussum. Het in de diverse boezem- en poldersystemen te handhaven zomerpeil (ZP) en winterpeil (WP) is vastgelegd in peilbesluiten. Voor alle in het plangebied liggende wateren, met uitzondering van de BOBM-polder (1996) en de buitendijkse gebieden van Naarden, is het vigerende peilbesluit van 5 juli 2007 (vaststelling door AGV) / 15 oktober 2007 (Goedkeuring door GS). De nieuwe peilen worden ingesteld tussen 2008 en 2010. De ’s Gravenlandse Vaartboezem vervult een belangrijke waterhuishoudkundige functie. Deze boezem fungeert als aan- en afvoer kanaal van water voor (polder)gebieden. Het watersysteem in Bussum voldoet aan de geldende normen tegen wateroverlast. In Naarden resteert een beperkte wateropgave. In het kader van de uitwerking van het ‘Watergebiedsplan Naardermeer, ’s-Gravenlandse Polder en omgeving’ wordt deze opgave opgelost. De aanwezigheid van waterkeringen zorgt dat het gebied wordt beschermd. Binnen het gebied zijn primaire, secundaire en tertiaire waterkeringen te onderscheiden. De ligging van deze keringen is weergegeven op de kaart ‘situatie 2008, oppervlaktewater’ welke in bijlage 1 is opgenomen. Omdat de bescherming van het gebied tegen hoog water en de veiligheid van boezemwaterkeringen door AGV║Waternet binnen andere plannen wordt uitgewerkt, wordt dit thema verder buiten beschouwing gelaten in het Waterplan. Per 1 januari 2008 is er met het inwerking treden van de Wet Gemeentelijke Watertaken veel veranderd voor gemeenten. De gemeenten zijn met de nieuwe wet verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van maatregelen die de waterbeheerder treft. De gemeente dient in haar ruimtelijke plannen rekening te houden met de maatregelen die door de waterbeheerder worden vastgesteld. Te denken valt bijvoorbeeld aan locaties voor berging of ontwikkelingen in de buurt van waterkeringen. 4.2.2 Grondwater Hooggelegen delen zijn vrijwel geheel Bussum en het Valkeveense gebied in Naarden. Deze gebiedsdelen worden over het algemeen gekenmerkt door lage grondwaterstanden. In sommige lager gelegen delen bevindt het grondwater zich slechts enkele decimeters beneden het maaiveld. Deze gebiedsdelen liggen voornamelijk in Naarden. Verwacht wordt dat de voorspelde klimaatverandering (zie ook § 4.2.4) zal leiden tot meer neerslag en intensievere buien. Ook het staken of wijzigen van grondwaterwinningen, bijvoorbeeld ten behoeve van natuurherstel, kan invloed hebben op grondwaterpeilen. In dat geval kan in een aantal gebieden binnen Naarden en - in mindere mate – Bussum grondwateroverlast op gaan treden. In de Keverdijksepolder is anno 2006 al sprake van grondwateroverlast.
In de huidige wetgeving wordt formeel alleen gesproken van de zorgplicht voor afvalwater. Hieruit kan de indruk ontstaan dat afvalwater en hemelwater altijd naar een zuiveringsinstallatie moet worden afgevoerd. Met de nieuwe splitsing tussen afvalwaterzorgplicht en hemelwaterzorgplicht wordt duidelijk dat voor hemelwater naar andere oplossingen gezocht kan worden. (www.dewaterwet.nl)
4 Bestaande situatie
Een belangrijke wijziging met de komst van de nieuwe waterwet is de splitsing van de zorgplichten voor afvalwater en hemelwater én de komst van de zorgplicht voor grondwater. Deze zorgplichten zijn per 1 januari 2008 van kracht. De splitsing tussen de zorgplicht voor stedelijk afvalwater en hemelwater volgt uit de praktijk: in de praktijk van het stedelijk waterbeheer wordt steeds vaker gekozen voor het gescheiden afvoeren en lozen van het relatief schone regenwater (afkoppelen). Dit ontlast de zuiveringsinstallaties en vermindert het aantal overstortingen met vuilwater.
23
4.2.3 Waterbodem Binnen de bebouwde kom van Naarden en Bussum is, met uitzondering van de Galgesloot en de Bussumervaart, geen sprake van een (onderhouds)baggerachterstand. In de Galgesloot en Bussumervaart is de waterbodem zwaar verontreinigd (Galgesloot klasse 3, Bussumervaart klasse 4+). Buiten de bebouwde kom is sprake van een baggeropgave voor de Naardertrekvaart en Valkeveen (Zanderijvaarten). De omvang van de baggeropgave voor de Naardertrekvaart is bekend bij AGV║Waternet. In 2008 wordt de Naardertrekvaart gebaggerd. Hoe groot de baggeropgave in Valkeveen is en of hier ook sprake is van verontreinigde bagger is niet bekend. Het Meerjarenprogramma baggeren is in eerste concept gereed. Vanaf medio 2008 bespreekt AGV║Waternet het Meerjarenprogramma baggeren met de gemeenten. Naar aanleiding van dit overleg worden de laatste aanpassingen gedaan waarna het Meerjarenprogramma definitief wordt vastgesteld. 4.2.4 Regenwater en afvalwaterketen Deskundigen zijn het er over eens dat het klimaat verandert. Verwacht wordt dat meer neerslag gaat vallen en dat buien intensiever worden. Met het oog op de afvoer van neerslag geldt dat vooral een toename van de intensiteit van buien van belang is. Hierdoor zal, bij ongewijzigd beleid, de kans op wateroverlast in de toekomst toe nemen.
4 Bestaande situatie
Delen van Naarden en Bussum zijn de afgelopen jaren afgekoppeld. In deze gebieden wordt overtollig hemelwater geïnfiltreerd in de bodem of via een specifiek regenwaterriool afgevoerd naar het oppervlaktewater. Op dit moment wordt overtollig hemelwater echter ook nog vaak afgevoerd via het vuilwaterriool. Naarden en Bussum willen de komende jaren verder gaan met het afkoppelen. Een mogelijkheid is om het afgekoppelde regenwater te infiltreren in de bodem. Dit kan leiden tot stijgingen van het grondwaterniveau (zie § 4.2.2.). Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is zal hemelwater worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Omdat hemelwater op deze manier versneld wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater moet rekening worden gehouden met de invloed die afkoppelen heeft op het functioneren van het oppervlaktewatersysteem (zie § 4.2.1).
24
4 Bestaande situatie 4.3 Recreatie en beleving van water 4.3.1 Beleving De zichtbaarheid en verschijningsvorm van oppervlaktewater heeft invloed op de manier waarop recreanten en inwoners van Naarden en Bussum het water in de woon- en werkomgeving beleven en waarderen. Helder water, zichtbare, opgeruimde oevers en schone, bij de omgeving passend vormgegeven en recreatief te benutten sloten, vaarten, vijvers en oevers dragen bij aan een aantrekkelijke leef- en werkomgeving. Omdat recreatieve wensen en wensen van inwoners op gespannen voet kunnen staan met bijvoorbeeld natuurontwikkeling en de chemische- en ecologische kwaliteit van water moet gezocht worden naar een balans tussen de verschillende belangen. Het oppervlaktewater en oevers in Naarden en Bussum worden benut voor verschillende (recreatieve) functies en activiteiten zoals natuur, waterberging, wonen, werken en recreatie (varen, vissen, wandelen e.d.). De belevingswaarde van het water in Naarden en Bussum laat te wensen over: • Het water ziet er op veel plaatsen niet mooi uit; • Het water is niet overal goed zichtbaar; • Het water sluit qua inrichting niet goed aan op de ruimtelijke omgeving. Omdat oppervlaktewater bij overmatige kroosgroei voor spelende kinderen niet als water herkenbaar is, kan overmatige kroosgroei leiden tot een verminderde veiligheid.
Foto 4.3 Overmatige algengroei en hoge oeverbegroeiing
Foto 4.4 Overmatige groei van kroos.
Foto 4.5 Verrommeling door gezonken bootjes
Foto 4.6 Overmatige kroosgroei en oeverbegroeiing
4 Bestaande situatie
Concrete voorbeelden van de slechte belevingswaarde, inclusief hun oorzaken zijn: • Hoge stikstof en fosfaatgehalten veroorzaken overmatige groei van kroos en algen (foto’s 4.3, 4.4 en 4.6) • Bestaand beheer en onderhoud leiden tot te hoge oeverbegroeiing (bomen, riet, struiken e.d. ) (foto’s 4.3 en 4.6) • Omdat watergangen onderling niet verbonden zijn en door de aanwezigheid van obstakels zoals bruggen, stuwen, sluizen en duikers zijn grote delen van recreatief interessante gebieden slecht over het water te bereiken • illegaal aangemeerde, soms gezonken of op de oever liggende bootjes bemoeilijken het beheer en onderhoud en geven het oppervlaktewater en de oevers bovendien een onverzorgd uiterlijk (foto 4.5)
25
4.3.2 Cultuurhistorie Bij cultuurhistorische waarden gaat het om het geheel van en de mogelijke samenhang tussen archeologie, historische geografie, bouwkunde en stedenbouw. Naarden, Bussum en hun omgeving kennen een rijke geschiedenis en cultuurhistorie. Door het gebied loopt een oude Romeinse transportroute en diverse onderdelen van zowel De Nieuwe Hollandse Waterlinie als de Stelling van Amsterdam zijn hier te vinden. Binnen Naarden en Bussum is een groot aantal cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en landschappelijke elementen aanwezig. Voorbeelden zijn Naarden Vesting, de Zanderijvaarten, Keverdijk & Naardermeer en objecten die onderdeel zijn van de Nieuwe Hollandse waterlinie. Een groot aantal van deze cultuurhistorisch waardevolle elementen is beschermd. Bijvoorbeeld door opname van deze elementen in het monumentenregister. Ook zijn waardevolle objecten en gebieden door de provincie Noord-Holland beschermd door ze op te nemen in de Cultuurhistorische Waarden kaart. 4.4 Beheer en onderhoud Oevers van sloten en kanalen worden, bedoeld en onbedoeld, benut ten behoeve van een brede diversiteit aan functies en activiteiten. Voorbeelden zijn tuin, natuurontwikkeling, waterberging, wonen, werken, recreatie en onderhoud van watergangen. Daardoor is het onderhoud van de oevers niet optimaal afgestemd op de ecologische potenties van de oever en het ernaast gelegen water. Er is nog onvoldoende sprake van gedifferentieerd onderhoud, waardoor bestaande kansen niet worden benut. Door AGV is in 2001 de Nota Natuurvriendelijk Onderhoud vastgesteld. Deze nota geeft richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud van wateren, oevers en dijken. In 2006 is de beleidsnota Inrichting, Gebruik en Onderhoud van wateren en oevers door AGV vastgesteld. In deze beleidsnota zijn richtlijnen en beleidsregels (toetsingscriteria) opgenomen voor de uitvoering van de Watertoets op infrastructuur- en ruimtelijke plannen van derden, het opstellen van watergebieds-, waterinrichtings-, stedelijke en andere ‘water’-plannen en de toetsing van ingrepen, activiteiten en onderhoud. Rekening wordt gehouden met de uitvoering van plannen die gevolgen hebben voor de waterhuishouding inclusief de ecologische toestand van wateren, oevers, boezemland en buitendijks gebied. Maaien Het doel van (natuurvriendelijk) maaien is het voorkomen van de ontwikkeling van ongewenste vegetaties, het verbeteren van de verschijningsvorm van het oppervlaktewater of het invulling geven aan de behoefte van (recreatieve) gebruiksvormen. Ecologisch ‘beheer’ (lees: onderhoud) bevordert de instandhouding of ontwikkeling van de ecologische kwaliteit en natuurwaarden van oevers en keringen. Door natuurvriendelijk maaibeheer (maaionderhoud) ontstaan bloemen en soortenrijke vegetaties met een hoge natuurwaarde. Hiervan kunnen allerlei dieren profiteren.
4 Bestaande situatie
Het doel van ecologisch maaibeheer is het creëren van een type vegetatie dat optimale leefmogelijkheden biedt voor insecten, amfibieën, reptielen en andere dieren zonder dat het functioneren van het water of de dijk in gevaar komt. Er zijn verschillende vegetatietypen die als streefbeeld kunnen dienen. Het na te streven vegetatietype is afhankelijk van factoren als de samenstelling, voedselrijkdom en het vochtgehalte van de bodem. Ook de functie van het water en/of omliggende land kunnen redenen zijn voor het nastreven van een specifieke vegetatiesamenstelling.
26
4 Bestaande situatie Spuiten AGV║Waternet stelt in de Nota ‘Natuur vriendelijk onderhoud’ (2001) dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen om ongewenste vegetatie terug te dringen onacceptabel is. Het heeft een negatieve invloed op de ecologische kwaliteit en natuurwaarden. Bestrijdingsmiddelen zijn giftig voor mens en dier. Deze giftige stoffen kunnen zich op allerlei manieren verspreiden. Vaak hoopt het gif zich op in dieren. Via voedselketens kan het op deze manier ook bij de mens terechtkomen. De voordelen van gebruik van bestrijdingsmiddelen wegen niet op tegen de nadelen. De gemeente Naarden gebruikt, vanuit kostenoverwegingen, in delen van de gemeente nog chemische onkruidbestrijding. Baggeren Onderhoudsbaggerwerkzaamheden hebben tot doel het op diepte houden of brengen van oppervlaktewater. Baggeren is een onderhoudsmethode die periodiek herhaald moet worden. Hoe vaak gebaggerd moet worden is afhankelijk van de minimum waterdiepte die vastgelegd is in de keur en de snelheid waarmee watergangen dichtslibben. Het aantal baggerbeurten staat min of meer vast en is afhankelijk van de baggeraanwas. Deze ligt over het algemeen tussen 0,5 en 3 cm per jaar (AGV, 1999). Het op diepte houden of brengen van het water heeft een positieve invloed op de natte natuurwaarde mits de natuur ook de tijd krijgt om zich na deze zware ingreep te herstellen. In de bagger zitten veel voedingsstoffen die bij het baggeren verwijderd worden. Minder nalevering van voedingsstoffen aan het water vermindert de voedselrijkdom van het water. In situaties met veel kroos kan baggeren het verschil uitmaken tussen een kroosdek en open water in de zomer. De relatief slappe bagger biedt weinig planten de kans om te wortelen. Door het verwijderen van de bagger komt de oorspronkelijke waterbodem weer te voorschijn. Wortelende Waterplanten hebben hier een voorkeur voor. De diversiteit van Waterplanten kan daarom toenemen na baggerwerkzaamheden. Dit vermindert het risico van dominantie door één bepaalde soort. Het op diepte zijn van het water heeft ook voordelen voor de dieren. Vooral vissen hebben te lijden in te ondiep water. In de zomer warmt het ondiepe water snel op. Bij omwoeling van de waterbodem door vissen als karper en brasem ontstaat dan al snel een zuurstoftekort en sterven de vissen. Schonen Het doel van schonen van de watergang is het waarborgen van de waterafvoer. Waterplanten worden uit het water verwijderd om de doorstroming te bevorderen. Watergangen bovenstrooms in het watersysteem hebben voornamelijk een drainerende en bergende functie. Zij vangen neerslag op zodat het land niet onderloopt. Het overtollige water wordt afgevoerd via hoofdwatergangen. Vanuit de hoofdwatergangen wordt het water op de boezem uitgemalen. Hoofdwater¬gangen en boezemwater hebben naast een bergende functie vooral een waterafvoerende functie. Waterplanten hebben weinig invloed op de bergingscapaciteit. De stromingsweerstand van Waterplanten is echter groot en de afvoer van water vindt voornamelijk plaats langs het niet begroeide gedeelte van een watergang. In de zomer is niet de totale capaciteit van de watergang nodig om af- en aanvoer van water te garanderen. Het maximale debiet is pas in de winter nodig. Hiermee kan, met het oog op de ecologische kwaliteit van het water, rekening worden gehouden binnen het schoningsregime.
4 Bestaande situatie
De huidige wijze van onderhoud van oevers is op de kaart ‘Huidige situatie – beheer en onderhoud’ weergegeven (zie bijlage 1).
27
5 Visie
.
28
5 Visie Naarden, Bussum en AGV║Waternet hechten grote waarde aan de rol die water speelt binnen de gemeenten. Waar mogelijk willen Naarden, Bussum en AGV║Waternet waterkansen benutten. Voorbeelden van waterkansen bij ruimtelijke ontwikkelingen zijn de aanleg van natuurvriendelijke oevers, infiltratie van regenwater in de bodem, gebruik van duurzame en milieuvriendelijke bouwmaterialen, realisatie van recreatieve voorzieningen et cetera. Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven verbeteringen na op het gebied van waterkwaliteit (§ 5.1), waterkwantiteit (§ 5.2), recreatie en beleving van water (§ 5.3) en het beheer en onderhoud (§ 5.4). Ook bij grote rioleringsvervangingen zijn vaak combinaties te maken met andere verbeteringen aan het watersysteem, zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers. 5.1 Waterkwaliteit 5.1.1 Waterkwaliteit en ecologie Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven naar een robuust, ecologisch gezond watersysteem. Het bereiken van een waterkwaliteit die de aanwezigheid van gezonde, evenwichtig aquatische levensgemeenschappen mogelijk maakt is hiervoor een voorwaarde. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. De chemische kwaliteit van water is hierbij faciliterend. Streven is het in waterlichamen bereiken van het ‘Goed Ecologisch Potentieel’. De KRW kent een resultaatverplichting. Uitgangspunt voor Naarden, Bussum en AGV║Waternet is dat het gehele gebied minimaal voldoet aan de in de KRW gestelde waterkwaliteitseisen. Dit zowel voor ecologische als chemische doelen. Streven is ook om te gaan voldoen aan de in de 4e Nota waterhuishouding (Nationaal beleid) benoemde waterkwaliteitseisen. 5.1.2 Grondwater Op verschillende plaatsen binnen Naarden en Bussum is sprake van grondwaterverontreiniging. Deze verontreinigingen zijn in het verleden ontstaan. Op basis van Europese (Grondwaterrichtlijn) en nationale (Wet milieubeheer, Wet bodembescherming et cetera) regelgeving moet verontreiniging van bodem en grondwater worden voorkomen. Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven naar een verbetering van de grondwaterkwaliteit. Om dit te bereiken is Masterplan ’t Gooi door de provincie, alle gemeenten in het Gooi en door AGV║Waternet vastgesteld. Vanuit kwantitatief oogpunt wordt het ruimtelijke gebruik waar mogelijk aangepast aan de kansen en mogelijkheden die de bestaande grondwaterstanden bieden. 5.1.3 Waterbodem Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) heeft in de Legger de dimensionering (breedte en diepte) van het oppervlaktewater vastgelegd. Het op diepte houden van watergangen is van belang voor zowel de waterkwaliteit als de afvoer van water (§ 5.2.1).
5 Visie
In waterbodems aanwezige stoffen (verontreinigingen, voedingsstoffen en dergelijke) kunnen vanuit de waterbodem oplossen in het bovenstaande water. Of dit gebeurt, is afhankelijk van verschillende factoren (temperatuur, zuurstofgehalte in de waterbodem, omwoelen van de bodem door vis of scheepvaart et cetera). Ervaring leert dat in ondiep water eerder sprake is van opwarming, zuurstofloosheid, eutrofiëring en dergelijke. Conclusie is dat de chemische en ecologische toestand van sloten, kanalen, vaarten en vijvers mede afhankelijk is van hun diepte. Daarom streven AGV║Waternet en de gemeenten Naarden en Bussum naar het op diepte houden van oppervlaktewateren. Partijen willen minimaal voldoen aan de in de Legger vastgelegde dimensionering. Ook streven de partijen naar het realiseren van een vast depot voor onderhoudsbagger.
29
5.1.4 Regenwater en afvalwaterketen Het afkoppelen van de regenwater leidt tot een afname van het aantal overstortgebeurtenissen vanuit gemengde rioolstelsels op oppervlaktewater. Gevolg van afkoppelen is dat de lozing van schadelijke stoffen vanuit de riolering wordt verminderd. Door Naarden, Bussum en AGV║Waternet wordt gestreefd naar maximaal, zo mogelijk volledig, duurzaam afkoppelen van de regenwaterafvoer van het afvalwaterriool. Na afkoppelen wordt het schone regenwater geïnfiltreerd in de bodem (§ 5.2.2), benut in eigen tuin of afgevoerd naar het oppervlaktewater. Voldaan wordt ondermeer aan de Wet Milieubeheer (basisinspanning2, waterkwaliteitsspoor3, aanpak ongezuiverde lozingen), de Wet bodembescherming (bodemkwaliteit), de Wet verontreiniging Oppervlaktewateren (lozing regenwater op oppervlaktewater) en de Europese grondwaterrichtlijn en KRW (ecologie, waterkwaliteit en -kwantiteit). 5.2 Waterkwantiteit 5.2.1 Waterbeheersing en veiligheid Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven naar een veilig, ruim en robuust watersysteem. Dit watersysteem moet ondermeer geschikt zijn voor aanvoer, afvoer en berging van (regen)water. Streven is om minimaal te voldoen aan de werknormen die voortvloeien uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Het watersysteem is in 2015 op orde voor de situatie in het jaar 2050. Voor waterkeringen gelden, afhankelijk van het type kering, veiligheidsnormen. Streven is om op overal minimaal te voldoen aan de geldende veiligheidseisen voor waterkeringen. Omdat de bescherming van het gebied tegen hoog water en de veiligheid van boezemwaterkeringen door AGV║Waternet binnen andere plannen wordt uitgewerkt, wordt dit thema verder buiten beschouwing gelaten in het Waterplan.
Foto 5.1 Het Mouwtje
5.2.2 Grondwater Hoge grondwaterstanden kunnen leiden tot grondwateroverlast. Door Naarden, Bussum en AGV║Waternet wordt gestreefd naar een grondwatersituatie waarbij geen sprake is van grondwateroverlast. Naarden streeft daarbij vooral bouwkundige maatregelen na. Voldaan moet worden aan de eisen die de Europese grondwaterrichtlijn stelt. 5.2.3 Waterbodem Het op diepte houden van sloten, kanalen, vaarten en vijvers is essentieel voor het op peil houden van de afvoer van overtollig water. In sloten, kanalen en vaarten is sprake van stromingsweerstand langs de bodem en oever. In ondiep water is de stromingsweerstand groter dan in diep water. AGV║Waternet heeft in de Legger de dimensionering (breedte en diepte) van het oppervlaktewater vastgelegd. AGV║Waternet en de gemeenten Naarden en Bussum streven het op diepte houden van oppervlaktewateren conform de in de Legger vastgelegde dimensionering na.
5 Visie
5.2.4 Regenwater en afvalwaterketen Afkoppelen van regenwater gevolgd door afvoer van regenwater naar oppervlaktewater vereist de aanleg van een apart regenwaterriool. Voldaan wordt aan eisen welke zijn gesteld in de Wet Milieubeheer (basisinspanning, waterkwaliteitsspoor, aanpak ongezuiverde lozingen). Bij infiltratie van regenwater in de bodem moet worden voldaan aan de geldende waterkwaliteitseisen. Infiltratie in de bodem mag niet leiden tot overlast door peilstijgingen van grond- en oppervlaktewater. Ook mag infiltratie van regenwater in de bodem of het lozen van regenwater op oppervlaktewater niet leiden tot vervuiling.
30
De basisinspanning is een afspraak om rioolsystemen zodanig aan te passen dat de vuiluitworp uit overstorten van deze systemen wordt verminderd. Veel genomen maatregelen zijn het aanbrengen van meer berging of pompovercapaciteit. Een deel van de inspanning moet daarbij door de gemeente worden gedaan, een ander deel door het waterschap. 3 Binnen het waterkwaliteitsspoor wordt onderzocht of er na de uitvoering van het emissiespoor (basisinspanning) nog knelpunten in de oppervlaktewaterkwaliteit aanwezig zijn. Als dit het geval is, kunnen maatregelen genomen worden om deze knelpunten op te lossen. Een deel van de inspanning moet daarbij door de gemeente worden gedaan, een ander deel door het waterschap. 2
5 Visie 5.3 Recreatieve beleving van water 5.3.1 Beleving Binnen Naarden en Bussum liggen diverse mogelijkheden om de recreatieve beleving van water en vanaf het water te versterken. De gemeente Naarden wil de waterrecreatie in en om Naarden Vesting bevorderen. Zij wil dit bereiken door het verbeteren van bestaande en realiseren van nieuwe recreatieve voorzieningen. Het College van Burgemeester en Wethouders van Naarden heeft in november 2006 besloten tot de inrichting van een Historische haven en een Passantenhaven (zie kaart ‘Recreatie en beleving - maatregelen’). Er zijn op termijn plannen om de Naardertrekvaart met het Gooimeer te verbinden. Het gaat hier om recreatietoervaart met een maximale diepgang van 1,20 meter. Bij het toelaten van boten met een grotere diepgang zou de ecologische waarde van de Naardertrekvaart te veel aangetast worden. Ook willen de gemeenten Naarden en Bussum de recreatieve beleving langs én vanaf het water ontwikkelen en versterken. Dit bijvoorbeeld door bestaande blokkades voor recreatief Foto 5.2 Recreatief gebruik Naardertrekvaart vaarverkeer (sluizen, duikers, stuwen, dammen e.d.) waar mogelijk op te heffen of passeerbaar te maken. Hierdoor worden gebieden recreatief ontsloten voor diverse vormen van watersport (roeien, kanoën, motorbootjes etc). Daarnaast willen Naarden en Bussum de bestaande mogelijkheden voor oeverrecreatie versterken en uitbreiden. Dit bijvoorbeeld door het uitbreiden van het bestaande waterrecreatief netwerk (bijvoorbeeld: gracht rond Naarden Vesting, ontsluiten Zanderijvaarten, verbinden Naardertrekvaart – Gooimeer) en door het ontwikkelen van oeverrecreatie (wandelpaden, visplaatsen, picknickplaatsen et cetera). 5.3.2 Cultuurhistorie Naarden en Bussum streven naar het waar mogelijk versterken van de cultuurhistorische beleving van het gebied vanaf het water. Ook wordt gestreefd naar het in stand houden en waar mogelijk beter zichtbaar maken van cultuurhistorische bouwwerken en vlakken. Dit geldt zowel voor aan het waterbeheer gerelateerde historisch waardevolle elementen als voor andersoortige waardevolle elementen. 5.4 Beheer en onderhoud Naarden, Bussum en AGV║Waternet streven naar het optimaal benutten van aanwezige ecologische potenties en gebruiksmogelijkheden van oevers. Hierbij wordt ook gestreefd naar het waar mogelijk combineren van functies.
5 Visie
Wijziging van de bestaande situatie kan kansrijk zijn voor het versterken van de functie of gebruiksvorm van het watersysteem in het algemeen en van specifieke oevers en watergangen in het bijzonder. Combinaties van verschillende gebruiksvormen kunnen daarbij in de praktijk soms kansrijk zijn.
31
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma
.
32
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma Naarden, Bussum en AGV║Waternet hebben hun gezamenlijke visie op het waterbeheer en de waterkwaliteit in dit Waterplan vastgelegd. Voor het realiseren van het gewenste waterbeheer en de gewenste waterkwaliteit wordt de komende jaren een aantal maatregelen genomen. Sommige van deze maatregelen komt voort uit wettelijke eisen en bestaande afspraken. Dit zijn de ‘wat moet’ maatregelen. Uitvoering van deze maatregelen is verplicht. Andere maatregelen, de ‘wat mag’ maatregelen, zijn gebaseerd op de eigen ambities van Naarden, Bussum en AGV║Waternet. Basis is het bereiken van de gestelde doelen. Gedurende de looptijd van het Waterplan kunnen daarom maatregelen wijzigen. In dit hoofdstuk is per thema bekeken welke maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Daarbij kan ervoor gekozen worden om voor een bepaald thema uitsluitend de verplichte maatregelen te nemen (figuur 6.1, optie 1). Met het oog op specifieke ambities kan gekozen worden om niet wettelijk verplichte maatregelen, al dan niet gecombineerd met verplicht uit te voeren maatregelen, te nemen (figuur 6.1, opties 2 en 3).
Ambitie
‘Wat mag’
‘Wat mag’
Ambities
Ambities
Eis
‘Wat moet’
‘Wat moet’
Verplichte
Verplichte
Optie 1: Uitsluitend wettelijk verplichte maatregelen uitvoeren
Optie 2: Uitsluitend op eigen ambities gerichte maatregelen uitvoeren
Optie 3: Stapelen van verplichte en niet verplichte maatregelen
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma
Figuur 6.1 Combinatiemogelijkheden van ‘wat moet’ en ‘wat mag’ maatregelen. 1) uitsluitend verplichte maatregelen nemen; 2) uitsluitend niet verplichte maatregelen en 3) het stapelen van verplichte en niet verplichte maatregelen
33
6.1 Maatregelenpakket 6.1.1 ‘Wat moet’ Nr. Maatregel 1
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma
Naarden
Bussum
• Opstellen beleid ondiep grondwater
n.v.t.
2008
2008
• Opstellen afkoppelbeleid (inclusief afvoer e/o infiltratie van hemelwater en inclusief juridische consequenties van (nieuw) beleid voor gemeente)
n.v.t.
2008
2008
• Voldoen aan Waterkwaliteitsspoor Bussum (WKS, 2004 - 2012)
zie ‘Waterkwaliteitsspoor Naarden - Bussum’
• Voldoen aan Waterkwaliteitsspoor Naarden (BI, 2004 - 2014)
zie ‘Waterkwaliteitsspoor Naarden - Bussum’
Opstellen en uitvoeren verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
• Voldoen aan basisinspanning uit basisrioleringsplannen (emissiespoor)
zie ‘Waterkwaliteitsspoor Naarden - Bussum’
• stimuleren van het benutten van hemelwater voor toiletspoeling, beregening van tuinen etc (communicatie, ontwikkelen stimuleringsregeling)
n.v.t.
2010
2010
2
Aansluiten ongerioleerde panden bebouwde kom (planvorming, communicatie en uitvoering)
n.v.t.
2008
n.v.t.
3
Uitvoeren WvO maatregelen • Inventarisatie regenwaterlozingen
n.v.t.
2008
2008
• maatregelplan diffuse bronnen inclusief alternatievenonderzoek chemische onkruidbestrijding Naarden en opstellen/ communiceren van beleid (milieu)schadelijke bouwmaterialen
n.v.t.
2008 – 2008
2008 – 2009
• Opstellen beheerplan rioolgemalen
n.v.t.
2008
2008
• Opstellen meetplan riolering (opstellen meetplan en uitvoeren meetplan)
n.v.t.
2008
2008
• Herberekening vuilemissie
n.v.t.
2008
2008
• Opstellen calamiteitenplan riolering
n.v.t.
2008
2008
• Onderzoek naar aanwezigheid van foutieve aansluitingen (inventarisatie en communicatie)
n.v.t.
vanaf 2008
vanaf 2008
4
Sanering ongezuiverde lozingen buitengebied Valkeveen (planvorming, communicatie en uitvoering)
n.v.t.
2008
n.v.t.
5
Uitvoeren Masterplan ‘t Gooi
n.v.t.
Lopend
Lopend
6
EU Kaderrichtlijn Water; planverplichting Stroomgebiedbeheerplan • Oppervlaktewater
2005 – 2009
2005 – 2009
2005 – 2009
• Grondwater
onbekend
onbekend
onbekend
• Oppervlaktewater (1e stroomgebiedbeheersplan, looptijd 2009 - 2015)
2009 – 2015
2009 – 2015
2009 – 2015
• Optimalisatiestudie Afvalwaterketen Horstermeer
2008
n.v.t.
n.v.t.
7
34
AGV
EU kaderrichtlijn Water; uitvoeren maatregelen Stroomgebiedbeheerplan
• Grondwater (1e stroomgebiedbeheersplan, looptijd 2009 - 2015)
onbekend
onbekend
onbekend
8
Pro actief uitvoeren watertoets / Artikel 10 BRO
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
9
Uitvoeren Watergebiedsplan (maatregelen)
Zie Watergebiedsplan
6.1.2 ‘Wat mag’ Nr.
Maatregel
10
Uitvoeren Koploperprojecten • verbetering waterkwaliteit en ecologie ’t Mouwtje
AGV
Naarden
Bussum
2008 - 2008
n.v.t.
2008 - 2008
• verbetering waterkwaliteit en ecologie Vestinggracht
2010
2010
n.v.t.
• verbetering waterkwaliteit en ecologie Meertje van Vlek
2008
2008
n.v.t.
• verbetering waterkwaliteit en ecologie Componistenkwartier
2009
2009
n.v.t.
• verbetering waterkwaliteit en ecologie Galgesloot
2008
2008
n.v.t.
11
Opstellen afkoppelkansenkaart particulier terrein en openbare ruimte
n.v.t.
2010
2008 - 2008
12
Pilot: Onderzoek naar foutieve aansluitingen, ondermeer in Naarderwoonbos en de Dirk Tersteeglaan. Gerichte communicatie richting bewoners van deze wijken, bij constateren van foutieve aansluitingen handhaven.
n.v.t.
2008 - 2008
n.v.t.
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma
Nr.
Maatregel
AGV
Naarden
Bussum
13
Opstellen ‘oeverfunctie kansenkaart’: combinatiemogelijkheden gebruiksfuncties van oevers (waterberging, recreatie, natuur etc)
2008
2008
2008
14
Realisatie ecologische verbindingen, inclusief aanleg natuurvriendelijke oevers
2009 -2014
2009 -2014
2009 -2014
15
Baggeren na uitvoering rioleringsmaatregelen. Eenmalig baggeren, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Meertje van Vlek, Componistenkwartier en Galgesloot
2010 - 2011
n.v.t.
n.v.t.
16
Indien noodzakelijk kroos verwijderen na uitvoering rioleringsmaatregelen, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Componistenkwartier en Brediuskwartier
2010 – 2011
n.v.t.
n.v.t.
17
Ontwerpstudie verbeteren van watersysteem. O.a. door vasthouden van gebiedseigen water en het verbinden van doodlopende sloten
2010 - 2014
2010 - 2014
n.v.t.
18
Handhaven bestaand grondwatermeetnet en voortzetten meting grondwaterstanden
n.v.t.
Doorlopend
Doorlopend
19
Reguleren bootjesproblematiek Naarden n.v.t.
2008
n.v.t.
• Formuleren bootjesbeleid • Communicatie richting booteigenaren
n.v.t.
2008
n.v.t.
• Realiseren en aanbieden alternatieve ligplaatsen
n.v.t.
2008 - 2009
n.v.t.
• Extra capaciteit voor handhaving
n.v.t.
vanaf 2009
n.v.t.
Opstellen visie waterrecreatie. Voorbeelden van thema’s: (1) Vaarroute rond Naarden Vesting, (2) Ontsluiting van zanderijgebied voor kleinschalige recreatievaart en (3) Doorontwikkelen oeverrecreatie (wandelroutes, picknickplaatsen etc)
n.v.t.
2008
2008
21
Herstellen bestaande ligplaatsen
n.v.t.
2008
n.v.t.
22
Ontwikkelen waterrecreatie. Te realiseren doelen: n.v.t.
2008
n.v.t.
• Realisatie Historische haven
23
24
25
26
• Realisatie passantenhaven
n.v.t.
2008
n.v.t.
• Realisatie verbinding Naardertrekvaart – Gooimeer
n.v.t.
2006 – 2016
n.v.t.
• Ontwikkelen kanoroute(s), inclusief aanlegplaatsen
n.v.t.
2009
2009
• Roeivereniging
n.v.t.
Jaarlijks
Jaarlijks
• Hengelsportvereniging
n.v.t.
Jaarlijks
Jaarlijks
• Opstellen Beheer en onderhoudsplan
2008
n.v.t.
n.v.t.
• Inventarisatie beschoeiing, inclusief vervangingsplanning
n.v.t.
2008
n.v.t.
• Uitvoeren beheer en onderhoud
vanaf 2008
vanaf 2008
vanaf 2008
• Opstellen baggerplan (2008), inclusief onderzoek baggerkwaliteit, inventarisatie alternatieve verwerking, schouw, voorstel m.b.t. kostenverdeling tussen organisaties etc
2008 - 2008
2008 - 2008
2008 - 2008
• Realiseren vast baggerdepot of alternatieve vorm voor baggerverwerking. Type voorziening en kostenverdeling volgen uit baggerplan.
n.v.t.
2008
2008
• Baggeren Naardertrekvaart (2008) en Zanderijvaarten
2008
n.v.t.
n.v.t.
• Saneren verontreinigde bagger Galgesloot (klasse 3) en Bussumervaart (klasse 4+)
vanaf 2008
n.v.t.
n.v.t.
• Verhogen bestaande baggerfrequentie als dit noodzakelijk is i.v.m. de waterbeheersing of waterkwaliteit
P.M.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Doorlopend
Doorlopend
Periodiek overleg met belangenverenigingen. Onder andere:
Beheer en onderhoudsplan
Uitvoeren baggerwerk.
Extra capaciteit handhaving Beheer en Onderhoud • Ongewenst onderhoud. Voorbeeld: zelf oevers maaien door inwoners
6 Maatregelenpakketten en uitvoeringsprogramma
20
35
36
7 Kostenindicatie
7 Kostenindicatie 7.1 Kostenoverzicht De geïndiceerde totale kosten voor uitvoering van de in het Waterplan genoemde maatregelen bedragen circa € 1,4 miljoen. De kosten zijn geraamd op het prijspeil van 2008, op basis van normbedragen. Ze zijn opgebouwd inclusief voorbereiding, directievoering, algemene kosten, winst en risico en inclusief BTW. Niet inbegrepen in de kosten is een aantal maatregelen die voort komen uit bestaand beleid, waaronder het Watergebiedsplan, gemeentelijk rioleringsplan, Masterplan ’t Gooi en het beheer en onderhoud van waterkeringen. De kosten voor deze maatregelen zijn al begroot in het kader van de uitwerking van genoemde plannen. Punt van aandacht is dat niet in al deze gevallen de beschikbare financiële middelen zijn ‘geoormerkt’ ten behoeve van de in het Waterplan genoemde maatregelen. Ook niet inbegrepen is de realisatie van een de realisatie van een (vast) onderhoudsbaggerdepot. Onderdeel van het baggerplan is een meerjarenprogramma baggeren, een keuze voor een methode om onderhoudsbagger te ontvangen of verwerken (zoals baggerdepot of geotubes) en afspraken over de verdeling van kosten. Tot slot geldt dat de kosten van een aantal maatregelen onbekend zijn. Deze worden duidelijk nadat aanvullend onderzoek is uitgevoerd. Voorbeelden zijn de kosten voor de aanleg van de passantenhaven en historische haven in Naarden, realisatie van de verbinding tussen de Naardertrekvaart en het Gooimeer, sanering van de waterbodem in de Bussumervaart en Galgesloot en het baggeren van de Naardertrekvaart en de Zanderijvaarten. Ook kosten voor infrastructurele ingrepen waardoor het gebied recreatief kan worden ontsloten zijn niet geraamd. Bij de verdere planvorming en nadere uitwerking van maatregelen moeten gedetailleerde verkenningen, kredietramingen en investeringsbegrotingen worden vastgesteld. In bijlage 4 zijn per maatregel de totale begrootte kosten weergegeven. 7.2 Indicatieve kostenverdeling De gemeenten Naarden en Bussum en AGV║Waternet dragen gezamenlijk de extra kosten voor de maatregelen die voortkomen uit het Waterplan. De verdeling van de kosten is gebaseerd op de volgende principes: • De wettelijke taken van de gemeenten Naarden en Bussum en van AGV║Waternet; • Globaal komen de kosten voor aanpassingen aan het watersysteem en ter verbetering van de waterkwaliteit voor rekening van het hoogheemraadschap; • De gemeenten nemen de kosten op zich voor maatregelen aan de riolering, voor het aanpakken van in het kader van de Integrale Waterwet aan hen toegewezen taken met betrekking tot het oplossen van grondwateroverlast, voor recreatieve voorzieningen, voor stedenbouwkundige en beeldbepalende maatregelen. • Kosten voor maatregelen op het gebied van ecologie, waaronder de aanleg van natuurvriendelijke oevers, worden in principe gelijkelijk verdeeld tussen gemeente en AGV║Waternet. • Kosten van maatregelen die voor zowel Naarden als Bussum gelden worden tussen de gemeenten verdeeld. De verdeling van kosten is voor elke maatregel individueel beoordeeld en kan van geval tot geval verschillen. Algemeen vertrekpunt is dat Naarden 80% van de kosten op zich neemt en Bussum 20%. Deze verdeling is gebaseerd op een bestaande afspraak tussen de gemeenten en is ook gehanteerd in het eerste Waterplan Naarden – Bussum. De verdeling van de geïndiceerde totale kosten is weergegeven in tabel 7.1. AGV║Waternet
Naarden
Bussum
Totaal
€ 750.000,-
€ 550.000,-
€ 135.000,-
€ 1.435.000,-
7 Kostenindicatie
Tabel 7.1 Kostenverdeling tussen Naarden, Bussum en AGV║Waternet
37
38
7 Kostenindicatie
7 Kostenindicatie 7.3 Kostendekking door betrokken partijen Voor uitvoering van een aantal maatregelen zijn door de betrokken organisaties nog onvoldoende middelen beschikbaar in de begroting. Reden is deels omdat hier sprake is van maatregelen die voortkomen uit nieuwe ambities. Een voorbeeld van een nieuwe ambitie is de wens om te komen tot een impuls in de kwaliteit van de woon- en werkomgeving door maatregelen uit te voeren op het gebied van de beleving van water, waterkwaliteit, ecologie et cetera. Een ander voorbeeld is de realisatie van een vast baggerdepot. Naarden, Bussum en AGV║Waternet nemen bij vaststelling van het Waterplan de nog niet op een andere manier door hen gedekte kosten op in hun (meerjaren)begroting. Bij het vaststellen van het Waterplan wordt een op het opnemen van deze kosten gericht raadsvoorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. AGV║Waternet zal zich inzetten voor het binnen bestaande subsidieregelingen ‘oormerken’ van financiële middelen die nodig zijn voor realisatie van in dit Waterplan genoemde maatregelen. 7.4 Mogelijkheden voor subsidies Voor de uitvoering van de maatregelen kan op verschillende niveaus subsidie worden aangevraagd. Voorbeelden zijn Europese subsidieregelingen, regelingen van de nationale overheid, provincie en het hoogheemraadschap. De meeste subsidieregelingen zijn gericht op subsidies voor uitvoeringsprojecten. De planontwikkeling valt vaak niet onder de subsidieregeling of de bijdrage voor planontwikkeling is minimaal (slechts enkele procenten).
7 Kostenindicatie
Iedere subsidieregeling heeft zijn eigen eisen en randvoorwaarden. De mogelijkheid om subsidie te verkrijgen vraagt om maatwerk en is sterk afhankelijk van de uiteindelijke uitwerking van maatregelen. Om deze reden zijn subsidieregelingen niet in het kader van dit Waterplan uitgewerkt, dit kan het best gebeuren bij de planontwikkeling zelf. Eventueel kan op basis van een nadere scan besloten worden om een plan op onderdelen aan te passen om de kansen op subsidieverlening te vergroten.
39
40
8 Planning, samenwerking en voortgang
8 Planning, samenwerking en voortgang 8.1 Planning De planning voor het uitvoeren van maatregelen loopt door tot 2014. De planning is opgenomen in § 6.1.1 en § 6.1.2. Voor een aantal grotere en duurdere maatregelen geldt dat deze ook na 2014 door zullen lopen. 8.2 Samenwerking In het uitvoeringsprogramma (§ 6.1.1 en § 6.1.2) is per maatregel aangegeven welke organisaties betrokken zijn bij het uitvoeren van de maatregel. Op het gebied van riolering, overlast van freatisch grondwater en recreatie en is dat de gemeente. AGV║Waternet is verantwoordelijk voor maatregelen die zijn gericht op het op orde brengen en houden van de waterhuishouding en de waterkwaliteit. 8.3 Voortgangscontrole op uitvoeringsprogramma Jaarlijks vindt een planevaluatie plaats om de voortgang van het Waterplan en de uitvoering van benoemde maatregelen te bewaken. Hiervoor wordt de stuurgroep bij elkaar geroepen. 8.4 Communicatie over het Waterplan Het Waterplan Naarden - Bussum is een plan dat veel partijen aangaat: inwoners van Naarden en Bussum, agrariërs, natuurorganisaties, politiek, medewerkers van de gemeenten, AGV║Waternet. Het is belangrijk dat de verschillende externe en interne doelgroepen weten dat een er Waterplan is, waarom het er is en wat Naarden, Bussum en AGV║Waternet ermee willen bereiken. Communicatie richting belangenpartijen (extern) Omdat verschillende doelgroepen moeten weten welke maatregelen uit het plan volgen, welke kansen het plan voor hen biedt, welke eisen het aan hen stelt en wat de effecten van het plan zijn is het belangrijk om op een goede en zorgvuldige manier met doelgroepen te communiceren. Hiervoor kunnen verschillende communicatiemiddelen worden ingezet. Over het Waterplan zal worden gecommuniceerd via de gemeentelijke voorlichtingspagina, een artikelenreeks, periodiek overleg met belangengroepen en het plaatsen van het Waterplan op de websites van Naarden, Bussum en AGV║Waternet. Communicatie tussen Naarden, Bussum en AGV║Waternet (intern) Het bestaande overleg – ambtelijk en bestuurlijk - tussen Naarden, Bussum en AGV║Waternet wordt voortgezet. Binnen de ambtelijke organisaties wordt de bekendheid van het Waterplan vergroot door het Waterplan te presenteren aan andere afdelingen. Ook worden jaarlijks ambtelijke en bestuurlijke bijeenkomsten georganiseerd waarbij verschillende afdelingen worden uitgenodigd om mee te denken over de rol van waterbeheer binnen Naarden en Bussum. Onderdeel van deze bijeenkomsten is een excursie welke gericht is op het in beeld brengen van een aan water gerelateerd thema.
Externe communicatie • Communicatie richting inwoners over waterzaken (voorbeeld: artikelenreeks) • Instellen periodiek overleg met belangenpartijen en maatschappelijke organisaties (roeivereniging, visvereniging et cetera)
8 Planning, samenwerking en voortgang
Interne communicatie • Onderhouden bestaande samenwerking i.k.v. Waterplan • Voortzetten stuurgroepoverleg en projectgroepoverleg • Instellen jaarlijkse ambtelijke en bestuurlijke bijeenkomst, inclusief excursie • Waterplan bij Naarden, Bussum en AGV║Waternet laten landen binnen de organisatie • Plan op intranet plaatsen • Plan actief onder de aandacht brengen bij de relevante beleidsafdelingen en uitvoerende delen van de organisaties (presentaties)
41
42
9 Verantwoording
9 Verantwoording 9.1 Type plan Het Waterplan Naarden - Bussum is een gezamenlijke visie. Hiermee wordt bedoeld dat het plan niet uitsluitend is bedoeld als een uit te voeren plan. Het plan geeft de richting aan voor het toekomstig waterbeheer in Naarden en Bussum. Belangrijk is ook het proces van bewustwording door partijen. Bewustwording van elkanders beleid, wensen en belangen. Het Waterplan Naarden - Bussum vergroot de herkenning en erkenning van elkaars rol en positie waardoor de bestaande goede samenwerking verder wordt verbreed. Tot slot, maar niet in de laatste plaats, is een Waterplan een praktisch plan dat maatregelen beschrijft. Het visionaire karakter van het Waterplan blijkt ook uit het Waterplan zelf. Reden is dat de ‘eenvoudig’ te realiseren maatregelen de afgelopen jaren al door de betrokken partijen zijn opgepakt. Wat rest zijn de moeilijker te realiseren, meer uitdagende opgaven. Voor realisatie van de doelen wordt in het plan, in de vorm van maatregelenbladen, een ‘gereedschapskist’ aangereikt. 9.2 Betrokken partijen Het fundament onder de totstandkoming van dit Waterplan is de afgelopen jaren gelegd door de gemeenten Naarden en Bussum en AGV║Waternet. Gedurende de planperiode van het eerste Waterplan Naarden - Bussum hebben deze partijen ervaring met elkaar opgedaan en vertrouwen in elkaar opgebouwd. Op dit fundament is nu voortgebouwd. Een stuurgroep bestaande uit de heren F. van Vugt (wethouder gemeente Naarden), G. Boekhoff (wethouder gemeente Bussum) en mevouw L. Garming (DB lid AGV) heeft het proces bestuurlijk begeleid. Een projectgroep bestaande uit mevrouw C. Neessen (gemeente Naarden, tot augustus 2007), de heer J. Tromp (gemeente Naarden, vanaf augustus 2007), de heer P. Van den Boogaard (gemeente Bussum) en de heer A. Grent (Waternet) heeft het Waterplan inhoudelijk gestalte gegeven. De heren A. Makkinga en J. Schaminée (Grontmij Nederland BV) hebben het proces inhoudelijk en organisatorisch begeleidt. 9.3 Creatieve sessies Belangrijke inzichten in kansen en knelpunten op het gebied van de uit te werken inhoudelijke thema’s zijn verkregen tijdens een tweetal ‘creatieve sessies’. Tijdens deze sessies zijn deskundigen van de betrokken gemeenten en AGV║Waternet uitgedaagd om te komen met kansrijke, vernieuwende en interessante oplossingsrichtingen. Ook zijn hierbij maatregelen in beeld gebracht. Niet voor elk uit te werken thema is een individuele sessie georganiseerd. De volgende thema’s zijn geclusterd: • Sessie 1: water, ruimte, recreatie, natuur en beheer & onderhoud; • Sessie 2: grondwater, regenwater, afkoppelen & milieu.
9 Verantwoording
9.4 Belanghebbende partijen Het Waterplan raakt de belangen van een brede doelgroep. Deze zijn niet betrokken geweest bij het opstellen van het plan. Wel is het de bedoeling dat de maatschappelijke organisaties en andere betrokken partijen betrokken worden bij de uitvoering van het Waterplan.
43
Bijlage 1
Kaarten Waterplan Naarden - Bussum
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Beheer en onderhoud Huidige situatie Oevers van sloten en kanalen worden binnen Naarden en Bussum benut voor diverse functies en gebruiksvormen. Voorbeelden zijn gemeentelijk groen, natuur, waterberging, wonen en recreatie. AGV heeft in haar keur en legger op het beheer en onderhoud van oppervlaktewateren gericht beleid vastgelegd. Op basis van deze plannen ligt het onderhoud van watergangen deels bij gemeenten en particulieren. De bestaande wijze van onderhoud van wateren is op het kaartbeeld weergegeven. Onderhoud van oevers is niet volledig afgestemd op de ecologische potenties van het aangrenzende water. Er is onvoldoende sprake van gedifferentieerd onderhoud, mogelijk worden bestaande kansen niet benut.
Visie Naarden, Bussum en AGVIIWaternet streven naar het optimaal benutten van ecologische potenties en gebruiksmogelijkheden van oevers. Ook wordt gestreefd naar het waar mogelijk combineren van functies. Na ard ert rek va art
Combineren van functies en het aanpassen van het bestaande beheer en onderhoud kan kansen bieden. Door kansen te benutten kan het functioneren van het watersysteem verbeteren. Lokaal kan sprake zijn van verbeteringen van specifieke oevers en watergangen. oevers en watergangen.
Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Combinatie Maaiboot en Maaikorf, beheerder Waternet Beheer vanaf de kant, beheerder Waternet Beheer vanaf het water, beheerder Waternet Overig, Natuurmonumenten Dienst domeinen 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Particulieren
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Cultuurhistorie Huidige situatie Naarden en Bussum herbergen een groot aantal cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en elementen. Vooral Naarden is rijk aan monumentale bouwwerken en waardevolle landschapselementen. Voorbeelden zijn Naarden Vesting, de Zanderijvaarten, Keverdijk & Naardermeer en objecten die onderdeel zijn van de Hollandse Waterlinie. Veel van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn beschermd. Dit onder andere op basis van internationale verdragen zoals het verdrag van Malta of door opname in het monumentenregister of in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie NoordHolland. Dit kaartbeeld is gebaseerd op laatst genoemde kaart.
Visie Naarden en Bussum streven naar het versterken van de cultuurhistorische beleving van het gebied vanaf het water. Ook wordt gestreefd naar het in stand houden en beter zichtbaar maken van cultuurhistorische bouwwerken en vlakken. Dit geldt zowel voor aan waterbeheer gerelateerde historisch waardevolle elementen als ook voor anderesoortige waardevolle elementen.
Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Cultuurhistorie NH
Objecten waterlinie Batterij
Van waarde
Drinkwaterreservoir
Hoge waarde
Fort
Zeer hoge waarde
Groepsschuilplaats 1915-1918
Van waarde Hoge waarde Zeer hoge waarde
Groepsschuilplaats 1939-1940 Houten huis Mitrailleurkazemat
Cultuurhistorie AGV Sluis civiel/militair Cultuurhistorie AGV Keverdijk en Naardermeer Vesting Naarden 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Zanderijvaarten
Tankversperring Vestingstad
Diepte grondwater beneden maaiveld (m)
Waterplan Naarden - Bussum
-3 - -3.5
0 - -0.5
-3.5 - -4
-0.5 - -1
-4 - -4.5
-1 - -1.5
-4.5 - -5
-1.5 - -2
-5 - -5.5
-2 - -2.5
-5.5 - <-5.5
Situatie 2008 Grondwater Huidige situatie De maaiveldhoogte ten opzichte van Normaal Amsterdams Peil (NAP) verloopt sterk binnen Naarden en Bussum. Hooggelegen delen zijn vooral te vinden in Bussum en het Valkeveense gebied. Deze hooggelegen gebieden worden over het algemeen gekenmerkt door lage grondwaterstanden. In lager gelegen delen, bevindt het grondwater zich soms slechts enkele decimeters beneden het maaiveld. Deze gebieden zijn met name te vinden in Naarden.
-2.5 - -3
Deskundigen zijn het er over eens dat het klimaat verandert. Verwacht wordt dat hierdoor meer neerslag zal gaan vallen en dat buien in de toekomst intensiever gaan worden. Consequentie van veranderende neerslagpatronen kan zijn dat de grondwaterstand in de toekomst gaat stijgen. In dat geval kan in een aantal gebieden grondwateroverlast op gaan treden. Dit binnen Naarden en - in mindere mate – mogelijk ook binnen Bussum. In de wijk Keverdijk is anno 2007 al sprake van grondwateroverlast. In Bussum en Naarden zijn enkele locaties bekend waar het grondwater verontreinigd is. Deze zijn opgenomen in het Masterplan ‘t Gooi. Prioritering van aanpak van grondwaterverontreinigingen wordt opgepakt door de gemeentes. Deze grondwaterverontreinigingen worden buiten beschouwing gelaten in het Waterplan.
Na ard ert rek va art
Visie Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Naarden, Bussum en AGVIIWaternet streven naar een grondwatersituatie waarbij geen sprake is van grondwateroverlast en die, waar mogelijk, faciliterend is voor de ontwikkeling van natuurlijke potenties en functies. Ook wordt gestreefd naar een verbetering van de grondwaterkwaliteit. Om dit te bereiken is Masterplan ’t Gooi vastgesteld. Toekomstige ontwikkelingen mogen geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van grondwater.
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Meetpunten grondwaterstanden Grondwaterstanden (m NAP) 0.2 - 0.1 0.1 - 0 0 - -0.1 -0.1 - -0.2 -0.2 - -0.3 -0.3 - -0.4 -0.4 - -0.5 -0.5 - -0.6 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
-0.6 - <-0.6
Waterplan Naarden - Bussum Zp: 0 Wp: 0 Zp: 0 Wp: 0 Zp: -0.6 Zp: 0 Wp: -0.75 Wp: 0 Zp: 0 Wp: 0
Zp: -1.55 Wp: -1.6 Zp: -1.55 Wp: -1.6
Situatie 2008 Oppervlaktewater Huidige situatie
Zp: 0 Wp: 0 Zp: 0 Wp: 0
Zp: -1.45 Wp: -1.55
Zp: 0 Wp: 0
Delen van de ‘s Gravenlandse Vaartboezem liggen binnen de gemeenten Naarden en Bussum. Deze boezem vervult een belangrijke functie als aan- en afvoer kanaal van water voor de in het gebied gelegen (polder)gebieden. Het zomerpeil (ZP) en winterpeil (WP) in boezemen poldersystemen is vastgelegd in peilbesluiten.
Zp: 0 Wp: 0
Het watersysteem in Bussum voldoet aan de geldende normen tegen wateroverlast. In Naarden resteert een zeer beperkte wateropgave. In het kader van de uitwerking van het ‘Watergebiedsplan Naardermeer, ’s-Gravenlandse Polder en omgeving’ wordt deze opgave opgelost.
Zp: 0 Wp: 0
Zp: 0 Wp: 0
Zp: -1.35 Wp: -1.35
Zp: -1.6 Wp: -1.7
Zp: -1 Wp: -1
Zp: -1.6 Wp: -1.7
Zp: -1.2 Wp: -1.2
Visie Zp: 0 Wp: 0
Zp: -1.6 Wp: -1.7
Zp: 0 Wp: 0 Zp: 0 Wp: 0
Zp: -1.3 Wp: -1.3
Zp: 0 Na ard Wp: 0 ert rek va art
Zp: -1.2 Wp: -1.2 Zp: -1.6 Wp: -1.7 Zp: -1.6 Wp: -1.7
Wp: 0
Zp: -0.28 Wp: -0.28
Zp: -0.7 Wp: -0.7
Ka rn em
Zp: -0.9 Wp: -0.9
Zanderijvaart
Vestinggrachten in Naarden
loo t
Zp: -1.1 Wp: -0.9
Streven is om minimaal te voldoen aan de werknormen die voortvloeien uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het watersysteem is in 2015 op orde voor de situatie in het jaar 2050.
Zp: 0 Wp: 0 Zp: 0
elk s
Zp: -1.1 Wp: -0.9
Naarden, Bussum en AGV Waternet streven naar een veilig, ruim, ecologisch gezond en veerkrachtig watersysteem. Het watersysteem moet ondermeer geschikt zijn voor de aan- en afvoer en berging van (regen)water.
Zp: -1.6 Wp: -1.7 Zp: -1.1 Wp: -0.9
Galgesloot
Zp: -1.1 Wp: -0.9
Zp: -1.85 Wp: -1.85
Zp: -1.1 Wp: -0.9
ZP: zomerpeil
Zp: -1.1 Wp: -0.9
Legenda
Zp: -0.75 Wp: -0.75 Zp: -1.05 Wp: -1.05
Zp: -0.9 Wp: -0.9
rt rvaa ume Buss
Zp: -1.1 Wp: -0.9 Zp: -1.1 Wp: -0.9 Zp: -0.95 Zp: -1.1 Wp: -0.95 Wp: -0.9 Zp: -1.1 Wp: -0.9
Zp: -1.6 Wp: -1.7
WP: winterpeil
Gemeentegrens Naarden Bussum
schutsluis
Contouren peilgebieden
keersluis
Vrij afwaterend
coupure
Afvoerrichtingen
hoofd-poldergemaal
Waterkering
overige pompen/gemalen
Tertiair Zp: -0.7 Wp: -0.7 Zp: -0.4 Wp: -0.4
0
250
500
1,000
1,500
Zp: -0.25 Wp: -0.25 Meters
uit bedrijf Primair (AGV)
Duikers
Secundair (direct)
Stuwen
Secundair (indirect)
Bruggen
2,000
Inlaten
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Recreatie en beleving Huidige situatie Binnen Naarden en Bussum wordt het oppervlaktewater en de wateroever benut ten behoeve van een brede diversiteit aan (recreatieve) functies en gebruiksvormen. Voorbeelden zijn natuur, waterberging, wonen, werken, recreatie (varen, vissen, wandelen e.d.). De zichtbaarheid en verschijningsvorm van oppervlaktewater heeft grote invloed op de manier waarop inwoners van de gemeenten het water in hun woon- en werkomgeving beleven. De zichtbaarheid, verschijningsvorm en de mate van recreatieve benutting van oppervlaktewater en wateroevers kan op een aantal plaatsen worden verbeterd.
Visie Binnen Naarden en Bussum zijn mogelijkheden aanwezig om de recreatieve beleving van water vanaf de wal en vanaf water te versterken. De gemeenten willen dit bereiken door het verbeteren van bestaande recreatieve voorzieningen. Na ard ert rek va art
Naarden wil nieuwe watergebonden recreatieve voorzieningen realiseren. Het College van Burgemeester en Wethouders van Naarden heeft op 2 november 2006 besloten tot de inrichting van een Historische haven en een Passantenhaven (zie kaart ‘Recreatie en beleving - maatregelen’). Op termijn streeft Naarden bovendien naar het verbinden van de Naardertrekvaart met het Gooimeer. Zanderijvaart
De recreatieve beleving kan versterkt worden door bestaande blokkades voor recreatief vaarverkeer (sluizen, duikers, stuwen, dammen e.d.) waar mogelijk op te heffen of passeerbaar te maken. Hierdoor worden nu gesloten gebieden recreatief ontsloten voor diverse vormen van watersport (roeien, kanoën, etc). Ook willen Naarden en Bussum de bestaande mogelijkheden voor oeverrecreatie versterken en uitbreiden door het ontwikkelen en uitbreiden van bijvoorbeeld wandelpaden, visplaatsen en picknickplaatsen.
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Water
( !
Jachthaven
p
Trailerhelling
( !
Kanorust- of uitstapplaats
# *
Roeibootvoorziening voor vissers Huidige locaties woonschepen (indicatief) Lopen langs het water Openbare aanlegplaatsen (afmeervoorzieningen) en jachthavens Afmeren en afmeervoorzieningen niet toegestaan op basis van gemeentelijk verbod Roeibaan roeivereniging
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Strand
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Riolering Huidige situatie In Naarden en Bussum komen gemengde rioolstelsels voor. In deze rioolstelsels komt afgevoerd regenwater en (huishoudelijk)afvalwater samen. Tijdens intensieve buien kan sprake zijn van overstort uit gemengde rioolstelsels op het oppervlaktewater. Dit zorgt voor waterkwaliteitsproblemen in oppervlaktewater. Naast gemengde rioolstelsels komen binnen Naarden en Bussum ook gescheiden stelsels voor. In deze rioolstelsels wordt het huishoudelijke afvalwater en overtoillige regenwater gescheiden ingezameld en afgevoerd. Omdat regenwater en afvalwater in gescheiden stelsels niet samen komen kan afvalwater bij hevige neerslag niet in het oppervlaktewater terrecht komen. Hierdoor worden waterkwaliteitsproblemen in oppervlaktewater voorkomen. Het vorige waterplan Naarden-Bussum heeft zich sterk gemaakt voor het aanpakken en verbeteren van rioolsystemen. Waar nodig zijn of worden bestaande rioolsystemen geoptimaliseerd of uitgebreid. De regenwaterafvoer wordt zo veel mogelijk afgekoppeld van het afvalwaterriool. Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Binnen Naarden en Bussum is de reconstructie van riolering en de uitvoering van de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor van start gegaan. Een aantal op riolering gerichte maatregelen is inmiddels in uitvoering of afgerond. De aanpak van een fors aantal andere rioolsystemen is gepland voor de komende jaren (zie kaart ‘riolering - maatregelen’). De reconstructie wordt gefaseerd uitgevoerd. Voltooiing van op de agenda staande werkzaamheden is voorzien in 2014. Niet op kaart weergegeven is de drukriolering langs de Amsterdamsestraatweg en Overscheenseweg en in het Bosch van Bredius en Naardermeer.
Ka rn em
elk s
Visie
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Naarden, Bussum en AGV ll Waternet streven naar: • een goed functionerend rioolsysteem; • het maximaal, zomogelijk volledig, duurzaam afkoppelen van de regenwaterafvoer van het afvalwaterriool. Bij het afkoppelen van de regenwaterafvoer van het afvalwaterriool wordt het schone regenwater geïnfiltreerd in de bodem, benut in eigen tuin of afgevoerd naar het oppervlaktewater. Voldaan wordt aan de Wet Milieubeheer (basisinspanning, waterkwaliteitsspoor, sanering van ongezuiverde lozingen), de Wet bodembescherming (voorkomen van bodemverontreiniging ten gevolge van infiltratie) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (aanpak ongezuiverde lozingen).
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Water !
BBV
( !
Overstortputten Afgekoppelde gebieden Verbeterd gescheiden stelsel Gescheiden stelsel Gemengd riool
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Drukriolering
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Waterkwaliteit - ecologisch Huidige situatie De aanwezigheid van een stabiele, ecologisch gezonde leefgemeenschap van waterplanten en waterdieren in oppervlaktewater is een voorwaarde voor het duurzaam functioneren van watersystemen. Uit onderzoek in het kader van het Potentieel Ecologisch Beoordelingssysteem Stadswateren (PEBS) is gebleken dat de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren binnen Naarden en Bussum op veel plaatsen te wensen over laat. Aanwijsbare oorzaken zijn emissies van schadelijke stoffen, de bestaande inrichting van sloten en kanalen en het gevoerde beheer en onderhoud van watergangen. Het Rijk heeft in de 4e Nota waterhuishouding (NW4) geen normen vastgelegd voor de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) doet dit wel. Deze Europese Wet is van kracht sinds december 2000. De KRW stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. Doel is het bereiken van een ‘Goed Ecologisch Potentieel’ (GEP). Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
De KRW kent een resultaatverplichting. Dit in tegenstelling tot de bestaande Nederlandse waterkwaliteitwetgeving (NW4). Gevolg is dat alle Europese lidstaten, waaronder Nederland, verplicht zijn om te voldoen aan de vereisten uit de KRW. De eisen die de KRW stelt aan de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren binnen Naarden en Bussum zijn op dit moment nog niet concreet bekend. Zij worden vastgelegd in het in 2009 vast te stellen ‘stroomgebiedbeheersplan’ en moeten zijn gerealiseerd in 2015. Onder voorwaarden kan realisatie van de doelen worden uitgesteld tot uiterlijk 2027. Uitgangspunt van de KRW is dat de waterkwaliteit vanaf het moment van vaststellen van de richtlijn (december 2000) in ieder geval niet achteruit mag zijn gegaan.
Ka rn em
Visie
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Naarden, Bussum en AGV Waternet streven naar de aanwezigheid van ecologisch gezonde en evenwichtige aquatische levensgemeenschappen binnen de gemeentegrenzen. Voorwaarde is het realiseren van een waterkwaliteit die het voorkomen van dit type levensgemeenschappen mogelijk maakt. Doel is dat het gehele gebied voldoet aan de in de KRW gestelde waterkwaliteitseisen. De KRW stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. Doel is het bereiken van een ‘Goed Ecologisch Potentieel’ (GEP).
inrichting beheer
emissie gebruik
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Water Waterkwaliteit ecologisch beneden laagste kwaliteitsniveau laagste kwaliteitsniveau middelste kwaliteitsniveau bijna hoogste kwaliteitsniveau 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
hoogste kwaliteitsniveau
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Waterkwaliteit - Chemisch Chloride Huidige situatie Chloride is een maat voor de verzilting van oppervlaktewater. Chloride komt van nature in lage concentraties voor in zoet oppervlaktewater. Door lozingen van industrieel afvalwater en rioolwater (o.a. effluent), (brakke) kwel en door inlaat van (gebiedsvreemd) water kan het chloride gehalte aanzienlijk oplopen. Sinds 1971 is de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) van kracht. Deze Wet heeft, binnen Nederland, het lozen van schadelijke stoffen op oppervlaktewater aan banden gelegd. Dankzij de WvO is de lozing van (schadelijke) stoffen op oppervlaktewateren de afgelopen decennia ook sterk afgenomen. Gevolg is dat de chemische waterkwaliteit sterk is verbeterd. De Rijksoverheid heeft waterkwaliteitseisen vastgelegd in de 4e Nota Waterhuishouding (NW4). Voor chloride is geen specifieke norm opgenomen in de NW4. Een in de praktijk veel gebruikte norm is echter 200 mg Cl/l. Op veel plaatsen wordt, ruim 30 jaar na het van kracht worden van de WvO, nog altijd niet voldaan aan de in de NW4 vastgelegde normen. Voorbeelden van probleemstoffen zijn stikstof (N), fosfaat (P) en diverse bestrijdingsmiddelen. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is van kracht sinds december 2000. Deze Europese wet stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. Een groot deel van de oppervlaktewateren in Naarden en Bussum zijn vanuit de KRW aangewezen als oppervlaktewaterlichaam. De KRW richt zich niet uitsluitend op ecologische doelen. Deze wet eist ook dat wordt voldaan aan specifieke normen voor zeer schadelijke stoffen, de zogenaamde prioritaire stoffen. Doel met betrekking tot de KRW is het bereiken van een ‘Goed Ecologisch Potentieel’ (GEP). Voorwaarde voor het realiseren van een gezond ecologisch watersysteem is een waterkwaliteit die de aanwezigheid van gezonde en evenwichtige aquatische levensgemeenschappen mogelijk maakt. Daarom zal, om de KRW doelen te kunnen realiseren, de chemische waterkwaliteit op veel plaatsen moeten verbeteren. Stikstof, fosfaat, bestrijdingsmiddelen en chloride zijn voorbeelden van stoffen die een forse invloed hebben op het ecologisch functioneren van watersystemen. De KRW kent in tegenstelling tot de NW4 een resultaatverplichting. De eisen die de KRW stelt aan de waterkwaliteit binnen Naarden en Bussum zijn op dit moment nog niet concreet bekend. Zij worden vastgelegd in het in 2009 vast te stellen ‘stroomgebiedbeheersplan’.
Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Visie Naarden, Bussum en AGV II Waternet streven naar een oppervlaktewaterkwaliteit die in het gehele gebied voldoet aan de in de WvO en KRW gestelde waterkwaliteitseisen.
meetpunt BIN002 is Naarden-Vesting, Binnengracht. Brug in Kapitein Meijerweg
Legenda
400
Gemeentegrens Naarden Bussum 350
Water 300
³ ³ ³ ³ ³ /
Chloride (mg/l)
250
200
150
100
50
0 mei-79
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
november-84
mei-90
oktober-95
april-01
oktober-06
april-12
datum
2001/2003
/
< 120 120-200 200-300 300-600 >600 Geen gegevens 2004
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Waterkwaliteit - Chemisch Fosfaat Huidige situatie Totaal-fosfaat Fosfor is noodzakelijk voor de groei van algen en waterplanten. In het oppervlaktewater komen diverse verschillende fracties fosfaat voor. Totaal-fosfaat omvat al deze fracties. Een hoog gehalte totaal-fosfaat kan wijzen op de aanwezigheid van lozingen (RWZI, riooloverstorten) en op af- en uitspoeling vanuit (land)bouwgrond. Totaal-fosfaat geeft samen met totaal-stikstof een beeld van de eutrofiëringstoestand van het oppervlaktewater. Samen kunnen ze een ongewenst hoge productie van algen en waterplanten veroorzaken. Sinds 1971 is de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) van kracht. Deze Wet heeft, binnen Nederland, het lozen van schadelijke stoffen op oppervlaktewater aan banden gelegd. Dankzij de WvO is de lozing van (schadelijke) stoffen op oppervlaktewateren de afgelopen decennia ook sterk afgenomen. Gevolg is dat de chemische waterkwaliteit sterk is verbeterd. De Rijksoverheid heeft waterkwaliteitseisen vastgelegd in de 4e Nota Waterhuishouding (NW4). Op veel plaatsen wordt echter, ruim 30 jaar na het van kracht worden van de WvO, nog altijd niet voldaan aan de in de NW4 vastgelegde normen. Fosfaat (norm totaal fosfaat: 0,15 mg/ l) is één van de probleemstoffen. Andere voorbeelden van probleemstoffen zijn stikstof (N) en diverse bestrijdingsmiddelen. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is van kracht sinds december 2000. Deze Europese Wet stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. Een groot deel van de oppervlaktewateren in Naarden en Bussum zijn vanuit de KRW aangewezen als oppervlaktewaterlichaam. De KRW richt zich niet uitsluitend op ecologische doelen. Deze wet eist ook dat wordt voldaan aan specifieke normen voor zeer schadelijk geachtte stoffen, de zogenaamde prioritaire stoffen. Doel met betrekking tot de KRW is het bereiken van een ‘Goed Ecologisch Potentieel’ (GEP). Voorwaarde voor het realiseren van een gezond ecologisch watersysteem is een waterkwaliteit die de aanwezigheid van gezonde en evenwichtige aquatische levensgemeenschappen mogelijk maakt. Daarom zal, om de KRW doelen te kunnen realiseren, de chemische waterkwaliteit op veel plaatsen moeten verbeteren. Stikstof, fosfaat, bestrijdingsmiddelen en chloride zijn voorbeelden van stoffen die een forse invloed hebben op het ecologisch functioneren van watersystemen. De KRW kent in tegenstelling tot de NW4 een resultaatverplichting. De eisen die de KRW stelt aan de waterkwaliteit binnen Naarden en Bussum zijn op dit moment nog niet concreet bekend. Zij worden vastgelegd in het in 2009 vast te stellen ‘stroomgebiedbeheersplan’.
Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Visie Naarden, Bussum en AGV II Waternet streven naar een oppervlaktewaterkwaliteit die in het gehele gebied voldoet aan de in de WvO en KRW gestelde waterkwaliteitseisen. meetpunt BIN002 is Naarden-Vesting, Binnengracht. Brug in Kapitein Meijerweg
Legenda
0,9
Gemeentegrens Naarden Bussum 0,75
Water
³ ³ ³ ³ ³
Fosfor (mgP/l)
0,6
0,45
0,3
MTR
0,15
0 mei-79
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
november-84
mei-90
oktober-95
april-01
oktober-06
april-12
datum
2001/2003
< 0,09 0,09 - 0,15 0,16-0,25 0,26 - 0,65 > 0,65
/
Geen gegevens
/
2004
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Waterkwaliteit - Chemisch Stikstof Huidige situatie Het gehalte totaal-stikstof is de som van de aanwezige stikstofverbindingen, zowel in organische als anorganische vorm. Een hoog stikstofgehalte kan meerdere oorzaken hebben: • lozing van huishoudelijk afvalwater (inclusief effluent); • uit- en afspoeling van meststoffen; • depositie vanuit de lucht. Hoge stikstofgehalten kunnen (met name in combinatie met fosfaat) een ongewenst sterke ontwikkeling van planten (krooslagen) en algen in het water veroorzaken. Sinds 1971 is de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) van kracht. Deze Wet heeft, binnen Nederland, het lozen van schadelijke stoffen op oppervlaktewater aan banden gelegd. Dankzij de WvO is de lozing van (schadelijke) stoffen op oppervlaktewateren de afgelopen decennia ook sterk afgenomen. Gevolg is dat de chemische kwaliteit van oppervlaktewater sterk is verbeterd. De Rijksoverheid heeft waterkwaliteitseisen vastgelegd in de 4e Nota Waterhuishouding (NW4). Op veel plaatsen wordt echter, ruim 30 jaar na het van kracht worden van de WvO, nog altijd niet voldaan aan de in de NW4 vastgelegde normen. Stikstof (norm totaal stikstof: 2,2 mg/l) is één van de probleemstoffen. Andere voorbeelden van probleemstoffen zijn fosfaat (P) en diverse bestrijdingsmiddelen. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is van kracht sinds december 2000. Deze Europese Wet stelt de ecologische kwaliteit van waterlichamen centraal. Een groot deel van de oppervlaktewateren in Naarden en Bussum zijn vanuit de KRW aangewezen als oppervlaktewaterlichaam. De KRW richt zich niet uitsluitend op ecologische doelen. Deze wet eist ook dat wordt voldaan aan specifieke normen voor zeer schadelijk geachtte stoffen, de zogenaamde prioritaire stoffen. Doel met betrekking tot de KRW is het bereiken van een ‘Goed Ecologisch Potentieel’ (GEP). Voorwaarde voor het realiseren van een gezond ecologisch watersysteem is een waterkwaliteit die de aanwezigheid van gezonde en evenwichtige aquatische levensgemeenschappen mogelijk maakt. Daarom zal, om de KRW doelen te kunnen realiseren, de chemische waterkwaliteit op veel plaatsen moeten verbeteren. Stikstof, fosfaat, bestrijdingsmiddelen en chloride zijn voorbeelden van stoffen die een forse invloed hebben op het ecologisch functioneren van watersystemen. De KRW kent in tegenstelling tot de NW4 een resultaatverplichting. De eisen die de KRW stelt aan de waterkwaliteit binnen Naarden en Bussum zijn op dit moment nog niet concreet bekend. Zij worden vastgelegd in het in 2009 vast te stellen ‘stroomgebiedbeheersplan’.
Na ard ert rek va art
Zanderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggrachten in Naarden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Visie Naarden, Bussum en AGV Waternet streven naar een oppervlaktewaterkwaliteit die voldoet aan de in de WvO en KRW gestelde waterkwaliteitseisen. meetpunt BIN002 is Naarden-Vesting, Binnengracht. Brug in Kapitein Meijerweg
Legenda
18
Gemeentegrens Naarden Bussum 16
Water
14
³ ³ ³ ³ ³
Stikstof (mgN/l)
12
10
8
6
4
MTR 2
0 mei-79
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
november-84
mei-90
oktober-95
april-01
oktober-06
april-12
datum
2001/2003
<1 1-2,1 2,2-3 3,1-8 >8
/
Geen gegevens
/
2004
Waterplan Naarden - Bussum Situatie 2008 Wijken Visie Water speelt een belangrijke rol binnen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Naarden, Bussum en AGVIIWaternet streven bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen naar een verbetering van de bestaande waterhuishouding (waterkwaliteit, waterkwantiteit, grondwater). Dit door waterkansen die zich voordoen te benutten. Voorbeelden van waterkansen zijn: • de aanleg van natuurvriendelijke oevers; • infiltratie van schoon regenwater in de bodem; • het gebruik van duurzame, milieuvriendelijke bouwmaterialen. Nieuwbouwlocaties dienen minimaal waterneutraal te worden uitgevoerd. Dit betekent dat nieuwbouw niet mag leiden tot achteruitgang van de waterkwaliteit en waterbeheersing (kwantiteit).
Valkeveen
Na Gooimeer Zuid ard ert rek va art
Keverdijk
Zanderijvaart
Vesting loo t
Vestinggrachten in Naarden
Ka rn em
elk s
Vierhoven Naardermeerkwartier Oranje Nassaupark Noord
Componistenkwartier
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Fortlanden
Oranje Nassaupark ZuidRembrandtpark
Ministerpark
Bos van Bredius
Hooftkwartier Prins Hendrikkwartier Brediuskwartier
Spiegel Noord Centrum Godelindekwartier Laarderwegkwartier Oostereng
Spiegel Zuid
Westereng Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Water
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Wijkindeling
-3 - -3.5
Waterplan Naarden - Bussum
0 - -0.5
-3.5 - -4
Maatregelen
-0.5 - -1
-4 - -4.5
Grondwater
-1 - -1.5
-4.5 - -5
-1.5 - -2
-5 - -5.5
-2 - -2.5
-5.5 - <-5.5
Diepte grondwater beneden maaiveld (m)
‘Wat moet’ (kader) Het kader wordt gevormd door wetten en regels waaraan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn de Wet milieubeheer (Wm), Wet Bodembescherming (Wbb), Grondwaterwet (Gww), Wet op de waterhuishouding (WHH), Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)
-2.5 - -3
Uit te voeren activiteiten zijn: • Wm: voorkomen van bodemverontreiniging en grondwaterver ontreiniging door bodemlozingen. Middel: vergunningverlening, handhaving; • Wbb: voorkomen van bodemverontreiniging en grondwaterverontreiniging. Middel: vergunningverlening en handhaving; • WHH: voorkomen van onvergunde grondwateronttrekkingen. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • WvO: tegengaan van lozingen op oppervlaktewateren. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • KRW: bescherming grond en oppervlaktewater. Balans tussen onttrekken en aanvullen van grondwater Middel: planverplichting (2009), verplicht uitvoeren van maatregelen, handhaving.
Na ard ert rek va art
‘Wat mag’ (ambitie) Aanvullend op wettelijk vereiste maatregelen geldt dat de gemeenten Naarden en Bussum en AGV II Waternet zelf ook ambities hebben. De eigen ambities zijn stapelbaar met de maatregelen die zijn voorgeschreven (het kader).
Vestinggrachten in Naarden
Ka rn em
elk s
loo t
Za nderijvaart
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Te nemen maatregelen i.k.v. waterplan: • Continueren van het bestaande grondwatermeetnet; • Formuleren van grondwaterbeleid; • Opstellen van gemeentelijk beleid m.b.t. afkoppelen en infiltreren regenwater. Dit in combinatie met het in beeld brengen van eventuele juridische aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden (bodemkwaliteit, grondwateroverlast e.d.); • Grondwateroverlast meenemen als aspect binnen verbreed GRP; • Optimaliseren watersysteem. Dit, uitgaande van de volgorde vasthouden - bergen – afvoeren, ondermeer in natuur ontwikkelingsgebied Kruisbergen; • Verdergaan met afkoppelen. Neerslag waar mogelijk infiltreren in de bodem. Als dit niet mogelijk is afvoeren van regenwater naar oppervlakewater; • Uitvoering geven aan Masterplan ’t Gooi.
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Meetpunten grondwaterstanden Risico's op grandwateroverlast Beperkte mogelijkheden infiltratie 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Infiltratie van hemelwater zonder meer mogelijk
Waterplan Naarden - Bussum Maatregelen Recreatie en beleving ‘Wat moet’ (kader) Het kader wordt gevormd door wetten en regels waaraan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn de Wet milieubeheer (Wm), Wet op de Waterhuishouding (WHH), Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO), Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO) en de Monumentenwet.
Na ard ert rek va art
Vesting: - Spil in recreatief waternetwerk Vestinggrachten in Naarden
Nadruk op: - Roeivereniging - Motorboten en jachten
Ka rn em
elk s
loo t
Za nderijvaart
Nadruk op: - Kano's en roeiboten Galgesloot
Uit te voeren activiteiten zijn • Wm: Voorkomen van milieuverontreiniging in brede zin. Middel: vergunningverlening, handhaving; • WHH: voorkomen van problemen m.b.t. waterkwantiteitsbeheer. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • WvO: tegengaan van (ongezuiverde)lozingen op oppervlaktewateren. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • KRW: bescherming grond en oppervlaktewater. Middel: planverplichting (2009), verplicht uitvoeren van maatregelen, handhaving; • WRO: tegengaan van ongeoorloofde ruimtelijke ontwikkelingen. Middel: planverplichting, vergunninmgverlening, handhaving; • Monumentenwet: bescherming van monumenten. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving.
‘Wat mag’ (ambitie) Aanvullend op wettelijk vereiste maatregelen geldt dat de gemeenten Naarden en Bussum en AGV II Waternet zelf ook ambities hebben. De eigen ambities zijn stapelbaar met de maatregelen die zijn voorgeschreven (het kader).
rt rvaa ume Buss
Te nemen maatregelen i.k.v. waterplan: • Uitwerken van bestaande planinitiatieven en wensbeelden zoals de realisatie van een Historische Haven in Naarden Vesting en de aanleg van een kleinschalige aanlegsteiger voor passanten net buiten Naarden Vesting (collegebesluit 2-11-2006); • Illegale ligplaatsen bootjes: Beleid formuleren, ontwikkelen en aanbieden van alternatieve ligplaatsen, communiceren van nieuw beleid, handhaven; • Ontwikkelen of uitbreiden van het (water)recreatief netwerk. Eerste stap is het uitwerken van een visie op ‘Recreatie en beleving’ op basis van een inventarisatie van kansrijke routes, bestaande knelpunten en een (globale) financiële analyse waarbij aandacht is voor: o Recreatie rond Naarden Vesting; o Recreatie in zanderijgebied (Zanderijvaarten recreatief ontsluiten) o Realisatie Historische Haven; o Realisatie passanten haven o Verbinden van Naardertrekvaart en Gooimeer. • Communicatie met belangenpartijen en richting burgers intensiveren. Onderzoek doen naar win-win situaties voor meerdere functies en belangen; • Uitbreiden en versterken van bestaande recreatieve gebruiksvormen van water (benutten van kansen).
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum Water Kano overdraagplaats historische haven - 2007 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
passantenhaven
Waterplan Naarden - Bussum Maatregelen Riolering ‘Wat moet’ (kader) Het kader wordt gevormd door wetten en regels waaraan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn de Wet milieubeheer (Wm), Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO), Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Wet Bodembescherming (WBB). Een aantal van deze wetten zal opgaan in de nieuwe Intergale Waterwet (IWW, in wording). Uit te voeren activiteiten zijn: • Wm: voorkomen van bodemverontreiniging en grondwaterverontreiniging door bodemlozingen. Zorgplicht. Middel: planverplichting (GRP), vergunningverlening, handhaving; • WvO: tegengaan van (ongezuiverde)lozingen op oppervlaktewateren en saneren van bestaande ongezuiverde lozingen in het buitengebied.. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • KRW: bescherming grond en oppervlaktewater. Middel: planverplichting (2009), verplicht uitvoeren van maatregelen, handhaving; • WBB: Voorkomen van bodemverontreiniging (lekkage vanuit riolering; • IWW: Afvoeren van overtollig grondwater; • Opstellen verbreed GRP; • Uitvoeren Basisinspanning (BI) en Waterkwaliteitsspoor (WKS). Voldoen aan de basisinspanning uit de basisrioleringsplannen (emissiespoor).
Na ard ert rek va art
Vestinggrachten in Naarden
‘Wat mag’ (ambitie)
Za nderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Aanvullend op wettelijk vereiste maatregelen geldt dat de gemeenten Naarden en Bussum en AGV II Waternet zelf ook ambities hebben. De eigen ambities zijn stapelbaar met de maatregelen die zijn voorgeschreven (het kader). Te nemen maatregelen i.k.v. waterplan: • Vervangen technisch afgeschreven rioolstelsels; • Uitbreiding rioolstelsels; • Opstellen van een ‘afkoppelkansenkaart voor daken’ ten behoeve van het infiltreren van (neerslag)water in de bodem; • Bestaande aansluitingen: afkoppelen van regenwaterafvoer; • Nieuwe aansluitingen; • Verminderen lozingen op oppervlaktewater.
2009 2009
2009
rt rvaa ume Buss
2008 sloot 20082008 Galge 2008
2008
2008
2008
2008
2008 2008 2008 2008
Legenda Gemeentegrens Naarden Bussum
Aanpassen riolering 2008
Water
Aanpassen riolering 2009
Sanering buitengebied Creeren vrijvervalverbinding met Bussum-Naarden Overstort aanleggen met BBV Opheffen overstortlocaties Creëren regenwateruitlaat 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Aanleg BBV
Aanpassen riolering 2011 Aanpassen riolering 2012
Waterplan Naarden - Bussum Maatregelen Ruimtelijke ontwikkelingen ‘Wat moet’ (kader) Het kader wordt gevormd door wetten en regels waaraan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn de Wet milieubeheer (Wm), Wet op de Waterhuishouding (WHH), Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO), Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO) en het Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO). Onderdeel van ruimtelijke ontwikkelingen is het uitvoeren van een watertoets.
Appartementen Naarderbos
Uit te voeren activiteiten zijn • Wm: Voorkomen van milieuverontreiniging in brede zin. Middel: vergunningverlening, handhaving; • WHH: voorkomen van problemen m.b.t. waterkwantiteitsbeheer. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • WvO: tegengaan van (ongezuiverde)lozingen op oppervlaktewateren. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • KRW: bescherming grond en oppervlaktewater. Middel: planverplichting (2009), verplicht uitvoeren van maatregelen, handhaving; • WRO: tegengaan van ongeoorloofde ruimtelijke ontwikkelingen. Middel: planverplichting, vergunninmgverlening, handhaving; • Watertoets; • BRO (artikel 10): Waterparagraaf.
Reconstructie J.P. Thijssepark Na ard ert rek va art
‘Wat mag’ (ambitie) Aanvullend op wettelijk vereiste maatregelen geldt dat de gemeenten Naarden en Bussum en AGV II Waternet zelf ook ambities hebben. De eigen ambities zijn stapelbaar met de maatregelen die zijn voorgeschreven (het kader).
Vestinggrachten in Naarden
Natuurontwikkeling
Za nderijvaart
Ontwikkelingkansen voor ecologie/sportvelden
Ka rn em
elk s
loo t
Ontwikkelingskansen voor woningbouw/sportvelden
Galgesloot rt rvaa ume Buss
Te nemen maatregelen i.k.v. waterplan: • Optimaliseren van de waterbeheersing. Verbeteren van waterkwaliteit integraal onderdeel laten zijn van de uitwerking van ruimtelijke initiatieven. Dit ook in beleid vastleggen; • Aanvullende waterdoelen (kwaliteit, ecologie, kwantiteit) nastreven en/of in gemeentelijk beleid vastleggen; • Een seperaat communicatie/naslagdocument voor ambtenaren en burgers maken waarin wordt beschreven hoe het watersysteem werkt, wat raakvlakken zijn met andere taakveleden van de gemeente en wie de contactpersonen zijn bij de gemeenten en AGV II Waternet; • Doorzetten en waar nodig uitbouwen van de bestaande samenwerking tussen Naarden, Bussum en AGV II Waternet. Bijvoorbeeld door het houden van een jaarlijkse creatieve sessie, bestuurlijke excursie en dergelijke; • Waterdeskundigheid koppelen aan andere disciplines in geval van herbouw, renovatie, nieuwe groenbeplantingen in de openbare ruimte, opstellen grondwaterbeleid, opstellen beleid opvang overtollig (regen)water en het ontwikkelen van beleid m.b.t. opvang van overtollig grondwater; • Regenwaterafvoer niet aansluiten op het rioolstelsel. Regenwater in hooggelegen gebieden infiltreren in de bodem. In laag gelegen gebieden regenwater afvoeren naar oppervlaktewater; • Bevorderen infiltratie vanaf openbare verhardingen (parkeerdekken, wegen etc). Per wijk studie doen naar kansen. Samen met burgers wijkgericht te werk gaan in kansrijke wijken. Stimuleren en zelf toepassen van gebruik van verhardingen die infiltratie mogelijk maken.
Ontwikkelingkansen voor woningbouw
Legenda 0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Gemeentegrens Naarden Bussum
Waterplan Naarden - Bussum Maatregelen Waterkwaliteit - ecologisch ‘Wat moet’ (kader) Het kader wordt gevormd door wetten en regels waaraan moet worden voldaan. Voorbeelden zijn de Wet milieubeheer (Wm), Wet op de Waterhuishouding (WHH), Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Uit te voeren activiteiten zijn • Wm: Voorkomen van milieuverontreiniging in brede zin. Middel: vergunningverlening, handhaving; • WHH: kwantitatief waterbeheer (o.a. peilbeheer en inrichting watersysteem). Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • WvO: tegengaan van (ongezuiverde)lozingen op oppervlaktewateren. Middel: planverplichting, vergunningverlening, handhaving; • KRW: bescherming grond en oppervlaktewater. Middel: planverplichting, verplicht uitvoeren van maatregelen, handhaving.
‘Wat mag’ (ambitie) Naarden en Bussum en AGV II Waternet hebben, aanvullend op wettelijk vereiste maatregelen, zelf ook ambities. De eigen ambities zijn stapelbaar met de maatregelen die zijn voorgeschreven (het kader). Ingezet wordt op: 1. voorkomen van vervuiling; 2. verbeteren van de inrichting van watersystemen (o.a. koploperprojecten); 3. verbetering van de doorstroming (verbetering van de opbouw en dimensionering van het watersysteem); 4. oplossen van plotseling optredende overlast/ kwaliteitsproblemen (kroos verwijderen etc).
Na ard ert rek va art
Vestinggrachten in Naarden Za nderijvaart
Ka rn em
elk s
loo t
Vestinggracht - ecolint
Componistenkwartier Galgesloot Galgesloot
rt rvaa ume Buss
Meertje van Vlek
't Mouwtje
Te nemen maatregelen i.k.v. waterplan: • Uitvoering koploperprojecten (inrichtingsmaatregelen); • Verminderen of staken van emmissie of gebruik van schadelijke stoffen: o Afbouw chemische onkruidbestrijding in Naarden; o Formuleren emissiebeleid schadelijke bouwmaterialen; o Pilot foute aansluitingen Naarderbos. Indien foute aansluitingen worden aangetroffen moet op basis van de WvO handhavend worden opgetreden. o Aanpak foutieve aansluitingen. O.a. adviseren bij bouw/verbouw; o Voortgaan met afkoppelen regenwater. • Inventarisatie naar mogelijkheden om oeverfuncties te combineren, ecologische verbindingen te realiseren en natuurvriendelijke oevers te versterken; • Vasthouden gebiedseigen water, benutten kwel (o.a. Zanderijgebieden) en verbinden doodlopende sloten; • Aanleggen van natuurvriendelijke oevers; • Verbeteren natuurvriendelijk beheer en onderhoud van watergangen én de openbare ruimte; • Scheiden van ‘schone’ en ‘vuile’ waterstromen; • Intensiveren van (onderhouds)baggerwerkzaamheden en realisatie van een (vast) onderhoudsbaggerdepot; Legenda • Eenmalige locale maatregelen tegen plotseling optredende waterkwaliteitsGemeentegrens Naarden Bussum problemen (bijv. verwijderen van kroos); • Stimuleren van duurzaam water binnen Koploperprojecten ruimtelijke ontwikkelingen. o.a. milieuvriendelijke bouwmaterialen, duurzaam Ecover: verbinding Naardermeer-Gooimeer gebruik regenwater, watertuintips; • Communicatie: burgers, ambtenaren, Natte As bestuurders, en bedrijven beter bewust maken van hun rol en mogelijkheden om de waterkwaliteit verder te verbeteren. Ecolint: verbinding Naardermeer - Valkeveen/Gooimeer Noot: Te realiseren doelen en te nemen maatregelen met betrekking tot de KRW worden vastgelegd in het Stroomgebiedbeheersplan (2009). Maatregelen op het gebied van ecologievriendelijk beheer en onderhoud, realisatie van eco-verbindingen, natuurvriendelijke inrichting van watergangen en vermindering van emissies zullen naar verwachting positief bijdragen aan het bereiken van de uiteindelijke KRW-doelen.
0
250
500
1,000
1,500
2,000 Meters
Kansen water vasthouden Waterkwaliteit ecologie verbindingen water vasthouden potenties Geen kansen voor ecologische inrichting Kansen voor ecologische inrichting
Bijlage 2
Begrippenlijst
Bijlage 2: Begrippenlijst
Afvalwaterzuiveringsinrichting (AWZI) Afkoppelen
Afvoer Afvoercapaciteit Afwatering Afwentelen Automatische stuw
Basiskwaliteit
Basisinspanning
Basisrioleringsplan Beheersgebied Bergbezinkbassin
Berging Bergingscapaciteit Bergingsreservoir Bufferzone
Diffuse lozingen Diffuse verontreinigingen Doelsoorten
Doorspoelen Drainage Drooglegging Duiker
Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater, rioolwater. Hiermee wordt bedoeld dat schone oppervlakken niet meer worden aangesloten op de riolering. Zo komt het schone regenwater ten goede aan het oppervlaktewater en wordt de afvalwaterzuivering nier meer belast met relatief schoon regenwater De hoeveelheid water die per tijdseenheid uit een gebied stroomt. De hoogste afvoer die onder bepaalde omstandigheden een waterloop of kunstwerk kan passeren, meestal uitgedrukt in kubieke meters per seconde. Transport van water via een waterlopenstelsel naar een lozingspunt, van waar het water kunstmatig of onder vrijverval uit het gebied wordt geleid. Het ongevraagd aan anderen overdragen van problemen met aan- en afvoer van water, of de daarmee gepaard gaande kosten en bestuurlijke verantwoordelijkheid. Beweegbare constructie die dient om de waterstand bovenstrooms van de constructie te verhogen c.q. te regelen. De beweging van de constructie wordt automatisch aan de hand van bijvoorbeeld waterpeilen in gang gezet. In het WBP2 wordt hiermee de term basiskwaliteit uit het Waterhuishoudingsplan 1998 van de provincie Noord-Holland bedoeld. Onafhankelijk van de functie wordt door de provincie voor alle watersystemen een zekere basiskwaliteit nagestreefd. Deze basiskwaliteit zijn in feite de minimumeisen waar een watersysteem aan moet voldoen. Voor de volgende aspecten van het watersysteem zijn basiskwaliteiten vastgesteld: de kwaliteit van water en waterbodem, veiligheid, peilbeheer (aan en afvoer van water) en basisinrichting (inrichting van oevers). Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd moet hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren Plan waarin op gedetailleerde wijze wordt aangegeven hoe de inzameling en afvoer van afvalwater en neerslag binnen een gebied geschiedt. Het gebied waarover de waterbeheerder (bijvoorbeeld het waterschap) het beheer voert. Vuilreducerende randvoorziening binnen het rioleringsstelsel in de vorm van een reservoir voor tijdelijke opslag van afvalwater, waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden. Het volume water dat aanwezig is in een nader aan te geven deel van de grond of binnen een bepaald gebied, meestal uitgedrukt in kubieke meters. Het volume water dat binnen een bepaald gebied kan worden geborgen tussen het streefpeil en het volgens de normen - aanvaardbaar hoogste peil, meestal uitgedrukt in kubieke meters. Het reservoir waarin een deel van het rioolwater (hemel- en/of afvalwater) tijdelijk wordt opgeslagen ter vermindering van de overstortfrequentie van het rioolstelsel op het oppervlaktewater Gebied rondom een natuurgebied waar, met het oog op de vereiste milieukwaliteit in het natuurgebied, maatregelen noodzakelijk zijn. Hier gaat het daarbij om waterhuishoudkundige maatregelen, onder andere relatief hoge grond waterstanden. Over een gebied verspreide lozingen, die veelal via de bodem het grond- en of oppervlaktewater bereiken . Ongelijkmatig verspreide verontreinigingen (dit in tegenstelling tot puntbronnen). Synoniemen: diffuse lozingen en diffuse bronnen. Term uit het natuurbeheer, die de soorten aangeeft die in een bestaand of gewenst natuurtype thuishoren. Als doelsoorten worden in het algemeen de soorten gekozen die specifieke eisen stellen ten opzichte van de inrichting, beheer en milieukwaliteit. Bepaalde vissoorten zijn dat bijvoorbeeld voor de kwaliteit van de regionale waterstelsels. Het verversen en/of in beweging brengen van water in watergangen door het inlaten van gebiedsvreemd water (=water van elders) of door het in circulatie brengen van het water. De afvoer van water over en door de grond. Het hoogteverschil tussen de waterspiegel in een waterloop en het grondoppervlak. Kunstwerk die twee wateren met hetzelfde waterpeil met elkaar verbindt.
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
Duurzaam
Dynamisch peilbeheer
Kwalificatie van activiteiten en ontwikkelingen, die enerzijds voorzien in de behoefte van de huidige generatie maar anderzijds niet leiden tot beperkingen voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien. Dynamisch peilbeheer is anticiperend peilbeheer. Het peilbeheer wordt afgestemd op de actuele weersomstandigheden en de weersverwachting. Indien veel neerslag wordt verwacht wordt het peil van tevoren verlaagd. Bij een voorspelde droge periode wordt de waterstand opgezet of aangevuld tot een bepaald afgesproken maximum. Dynamisch peilbeheer is dus anticiperend peilbeheer. Dit draagt bij aan de veiligheid van het watersysteem.
Ecologische Hoofdstructuur zie (P)EHS. (EHS) Ecologische infrastructuur Een samenhangend stelsel van reeds bestaande en nog tot stand te brengen grote en kleine natuurreservaten en andere gebieden met een natuurfunctie en van de verbindingen daartussen. Ecologische kerngebieden Gebieden van voldoende omvang met bestaande ecologische waarden, welke van nationale of internationale betekenis zijn. Ecologische verbindingszo- Ecologische verbindingen of ecologische structuren, verbinden ecologische kerngebieden met elkaar. Het is een netwerk van gebieden of structuren die verbreiding, migratie en uitwisseling van nes verschillende soorten flora en fauna, tussen verschillende natuurgebieden mogelijk maakt. Ze vormen verbindende corridors of “stepping stones” van wisselende omvang. Functionele eenheid van het abiotische (niet levende) en de levensgemeenschappen van planten en Ecosysteem dieren (Roos & Vintges). Bemesting van het oppervlaktewater met fosfor en stikstofverbindingen, waardoor de groeisnelheid Eutrofiëring van algen en Waterplanten kan toenemen. Algemeen wordt geaccepteerd dat kortdurend “water op straat’ ten gevolge een onvoldoende afFaalkansen: voercapaciteit van de riolering bij extreem zware neerslag optreedt. Veelal wordt voor de kans op -afwatering via riolering ‘water op straat’ uitgegaan van een kans van eens per twee jaar, gedurende maximaal ca. 1 uur. stedelijk gebied -ontwatering landelijk ge- Voor de acceptatie van "water op het land" als gevolg van een ontoereikende drainage wordt eens per jaar aangehouden. Deze situatie mag slechts enkele dagen duren anders kan gewasschade ontbied -inundatie vanuit watergan- staan. Deze kans op het optreden van wateroverlast mag niet in betekenende mate beïnvloed worden door te hoge waterstanden in de polderwateren. gen Te hoge waterstanden in de polderwateren mogen derhalve slechts zelden voorkomen. Inundatie van het land mag nog minder vaak optreden. Het toestaan van ruime marges waarbinnen het waterpeil mag fluctueren, met het doel om afwenteFlexibel peilbeheer ling van problemen zoveel mogelijk te voorkomen, dat wil zeggen water vasthouden om afvoer te beperken, water conserveren om watertekorten aan te vullen, bergingscapaciteit vergroten door water vroegtijdig uit te slaan als veel regen wordt verwacht (zie ook dynamisch peilbeheer). Ondiep grondwater. Freatisch grondwater Een vorm van grondgebruik of een activiteit, die vanuit economisch of ecologisch belang afhankeFunctie lijk is van - en specifieke eisen stelt aan water (voorbeeld landbouw, recreatie, natuur, scheepvaart, stedelijk gebied). Gebiedseigen water is water, dat in het gebied zelf neerslaat of via kwel in het waterstelsel terechtGebiedsvreemd water komt. Het tegenovergestelde is gebiedsvreemd water, dat soms - in geval van aanhoudende droogte - moet worden ingelaten om een tekort aan water tegen te gaan. Gemeentelijk rioleringsplan Gemeenten zijn volgens de Wet Milieubeheer verplicht een GRP op te stellen. Het is een samenbundeling van drie plannen: het basisrioleringsplan, het rioolbeheerplan en het kostendekkingsplan. In dit plan is de visie van de gemeente vastgelegd met betrekking tot het aanleggen van een geoptimaliseerd rioleringssysteem en het zorgvuldig beheren van dit systeem. Afvalwater en (een deel van het) regenwater worden gezamenlijk via een leidingnet afgevoerd naar Gemengd (riool)stelsel de zuiveringsinstallatie. Bij een te grote afvoerhoeveelheid treedt meestal een overstort in werking, waardoor het afvalwater sterk verdund met regenwater wordt geloosd op het oppervlaktewater. Afvoer van regenwater en afvalwater door middel van twee gescheiden rioolstelsels. Verharde Gescheiden (riool)stelsel oppervlakken en daken zijn aangesloten op het regenwaterriool, dat loost op het stedelijk water. Het afvalwater wordt door een apart riool naar een zuiveringsinstallatie geleid.<
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
Gescheiden stelsel
Grondwater Helofytenfilter Insteek Instelbare stuw Integraal Waterbeheer
Inundatie (Europese) Kaderrichtlijn Water
Keur Keurdiepte Kindvriendelijke oever KRW Kunstwerken Kwel
Laagst maatschappelijke kosten Legger Ligger Lozen Micro-verontreinigingen Migratie Monitoring
Rioolstelsel dat uit twee onafhankelijke leidingstelsels bestaat. Via het ene leidingstelsel wordt het huishoudelijk afvalwater afgevoerd naar een RWZI. Met het andere leidingstelsel wordt de neerslag van het verharde oppervlak rechtstreeks naar het oppervlaktewater afgevoerd. Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot water beneden de grondwaterspiegel. Natuurlijke waterzuivering waarbij gebruik gemaakt wordt van de reinigende werking van planten (helofyten) zoals riet, biezen en lisdodde. De lijn waar talud en maaiveld elkaar snijden of geacht worden elkaar te snijden. Vaste of beweegbare constructie die dient om de waterstand bovenstroom van de constructie te verhogen c.q. te regelen. Samenhangend beleid en beheer dat de verschillende overheidsorganen met strategische taken en beheerstaken op het gebied van het waterbeheer voeren in het perspectief van de watersys teembenadering. Hierbij wordt rekening gehouden met zowel de interne functionele samenhang (relaties tussen kwantiteit- en kwaliteitsaspecten van het oppervlakte- en grondwater) als de externe functionele samenhang (de relaties tussen waterbeheer en andere beleidsterreinen als milieubeheer, ruimtelijke ordening en natuurbeheer). Het onder water lopen van land (overstroming). Een goede waterkwaliteit vinden we belangrijk in Nederland. Omdat water zich weinig aantrekt van landsgrenzen, zijn internationale afspraken nodig. Daarom is sinds eind 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Die moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is. Verordening waarin regels worden gesteld inzake het beheer, gebruik en onderhoud van (waterschaps)werken. De bodemdiepte waaraan een watergang volgens de keur moet voldoen. Een oever met een flauw talud of een ondiepte nabij de oever. Kinderen kunnen weliswaar in het water terecht komen, maar de kans op verdrinking is door de ondiepte nabij de oever minimaal. Europese Kaderrichtlijn Water Waterstaatkundige bouwwerken die van belang zijn voor de waterkering of de waterbeheersing, dan wel uit andere hoofde behoren tot een waterkering of gelegen zijn in of over een watergang. Grondwater, dat door drukverschil in de bodem toestroomt uit naastgelegen of hoger gelegen gebieden en uiteindelijk aan de oppervlakte van het maaiveld - of in het oppervlaktewater terechtkomt. De totale kosten voor een gezamenlijk handelen van verschillende overheden welke kosten, uitgaande van bepaalde doelstellingen en randvoorwaarden voor de maatschappij zo laag mogelijk zijn. Beschrijving van de onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen voor zowel de primaire als secundaire wateren. Beschrijving van de primaire wateren, alsmede de daarin of daarover gelegen kunstwerken voor zover deze werken het aan- en afvoerend vermogen beïnvloeden. Het door middel van een werk brengen van water in een oppervlaktewater, zonder dat het water daarbij uit een ander oppervlaktewater wordt gehaald. Verontreinigende stoffen die in concentraties van miljoenste grammen per liter worden uitgedrukt. Begrip dat wordt gehanteerd bij ecologische verbindingszones, waarmee wordt bedoeld de verplaatsing van organismen tussen verschillende natuurgebieden. Het systematisch verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (beleids)evaluatie. Het proces van monitoring kan gezien worden als een keten van opeenvolgende activiteiten, die begint met het bepalen van de informatiebehoefte en eindigt met het gebruik van de geproduceerde informatie.
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
Nationaal Bestuursakkoord In de aard en omvang van de nationale waterproblematiek doen zich structurele veranderingen voor. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe Water aanpak in het waterbeleid noodzakelijk. In februari 2001 sloten daarom Rijk, Interprovinciaal Overleg, Unie van Waterschappen en Vereniging van Nederlandse Gemeenten de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Daarmee werd de eerste stap gezet in het tot stand brengen van de noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak. Twee jaar later worden de resultaten van die samenwerking en van voortschrijdende kennis en inzicht neergelegd in dit Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Landbouwschade door lagere opbrengst van landbouwgewassen en/of door hogere productiekosten Natschade als gevolg van te hoge waterstanden in natte perioden. Specifiek geformuleerd streefbeeld van te realiseren natuur bij natuurontwikkeling en natuurbeNatuurdoeltypen heer. Het creëren van omstandigheden die geschikt zijn voor het ontstaan van bijzondere natuur, op Natuurontwikkeling plaatsen die daarvoor eerder niet geschikt waren. Een oever waar natuurwaarden zich goed kunnen ontwikkelen. Bij voorkeur wordt ook gezocht Natuurvriendelijke oever naar variatie in de oeverinrichting, dit leidt tot een variatie in natuurwaarden. Voor planten en algen beschikbare voedingsstoffen (fosfor en stikstofverbindingen). Nutriënten Kant of boord van een stroom, meer, rivier of vaart. Oever De zone aan weerszijde van de insteek van het water die van belang is op de aan het water toegeOeverzone kende functie. Een apart bemalen gebied binnen een bemalingsgebied door derden beheerd. Onderbemaling Het handhaven van het goed functioneren van een systeem. Onderhoud De verplichting om als aanliggende plantmateriaal of slib uit de watergang te ontvangen Ontvangstplicht De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drainagebuizen en grepOntwatering pels naar een stelsel van grotere waterlopen. De afstand tussen het aardoppervlak en de hoogste grondwaterstand tussen de ontwateringsmiddeOntwateringsdiepte len (drainagebuizen, greppels) bij een bepaalde ontwerpneerslag, meestal uitgedrukt in centimeters. Water in rivieren, kanalen, meren, plassen, vennen, singels, vijvers, watergangen en sloten. Oppervlaktewater De hoogte van het oppervlaktewater ten opzichte van een referentieniveau. Oppervlaktewaterpeil Een verlaagd stuk in een waterkering, waarover water wordt ingelaten in een retentiegebied bij Overloop (overlaat) hoog water. Voorziening die bij regenval het teveel aan rioolwater (hemelwater al dan niet vermengd met afOverstort valwater) dat niet in het rioolstelsel kan worden geborgen, loost in een bergingsvijver, bergbezinkbassin of op het oppervlaktewater. Dit principe wordt overstorten genoemd. Provinciale Ecologische Hoofdstructuur PEHS Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel ten opzichte van een referentiePeil vlak. Regelen van het waterpeil in het oppervlaktewater door middel van stuwen, sluizen en gemalen en Peilbeheer door inlaat en afvoer van water. Formele vastlegging door waterschap en provincie van de na te streven waterpeilen. Peilbesluit Een gebied waarin één en hetzelfde peil wordt nagestreefd. Peilvak (Peilgebied) De grootste afvoer die gedurende een hoogwaterperiode voorkomt. Piek afvoer Berging die juist nog valt binnen de grenzen van het normale functioneren van watersystemen. Piekberging Brede moerassige oevers, met een hoogteligging ongeveer op het niveau van het gemiddeld waterPlas-dras-zones peil. De strook van de oever welke gedeeltelijk of geheel onder water staat en meestal een ruimere afPlasberm meting heeft dan voor de afvoer van het water of stabiliteit van de oever noodzakelijk is. Provinciaal OmgevingsPlan POP Lijst van stoffen in de KRW die voor 2015 aan de normen moeten voldoen. Voor een aantal van Prioritaire stoffen deze stoffen geld zelfs een nulemissie. Deze hoofdstructuur (afkorting: PEHS) is een uitwerking van de Ecologische Hoofdstructuur Provinciale Ecologische (EHS) uit het Natuurbeleidsplan (1991) van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en VisseHoofdstructuur rij en bestaat uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones. Lozing op één punt. Tegenovergestelde van diffuse verontreiniging. Puntbron Een tot de riolering behorende voorziening gericht op reductie van de vuilemissie (veelal ter plaatRandvoorziening se van een overstort). Bijvoorbeeld een bergbezinkbassin. Randvoorziening rioolstelsel Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel, die als doel heeft de lozing van vuil
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen. Het totale debiet dat bij regen door het rioleringsstelsel kan worden verwerkt (dus inclusief de droogweerafvoer). Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag. Regenwaterriool-stelsel Rioleringsstelsel door middel waarvan uitstuitend hemelwater wordt ingezameld en (HWA) afgeRegenwaterstelsel voerd. Een gebied, dat structureel onderdeel is van het watersysteem, bedoeld om voldoende bergingscaRetentiegebied paciteit te creëren en daarmee te voldoen aan de gestelde normen; water wordt hier geborgen in tijden van hoge afvoer om waterstanden te verlagen tot beneden het maatgevende hoogwaterpeil. Constructie in een rioleringsstelsel waardoor bij hevige regenval het water uit de riolering ongezuiRiooloverstort verd direct op het oppervlaktewater wordt geloosd. Beschrijving van de gewenste situatie van waterhuishoudkundige systemen. Ze kunnen worden Streefbeeld beschouwd als doelen voor de lange termijn, met als kern een duurzame ecologische ontwikkeling en een duurzaam gebruik van water voor de mens. In het ideale geval is het streefbeeld gelijk aan het referentiebeeld. Waterpeil waar conform het peilbesluit naar gestreefd wordt. Streefpeil Vaste of beweegbare constructie die dient om de waterstand bovenstrooms van de constructie te Stuw verhogen en/of regelen. Het hellende oppervlak van een waterkering, de hellende kanten van watergangen. Taluds Systematiek voor het toetsen van de korte termijn effecten op het oppervlaktewater door lozing van TEWOR-systematiek zuurstofvragende stoffen uit de riolering. De toetsing is gebaseerd op ecotoxicologische effecten waarbij de zuurstofhuishouding als gidsparameter is gehanteerd. Het verschijnsel dat stoffen vanuit de bodem met het grondwater meegevoerd worden richting opUitspoeling pervlaktewater. Het vermogen van systemen (of onderdelen daarvan) om zodanig te reageren op veranderende Veerkracht omstandigheden of verstoringen dat essentiële kenmerken hersteld worden. Verbeterd gescheiden riool- Gescheiden rioleringsstelsel, waarbij middels een stelsel koppeling tussen rwa-stelsel (hemelwaterriool) en het dwa-stelsel (afvalwaterriool) wordt bewerkstelligd dat het eerste afstromende en verstelsel ontreinigde regenwater naar het dwa-stelsel wordt afgevoerd. Door een regenwaterrioolgemaal wordt steeds een kleine, constante hoeveelheid weggepompt naar het vuilwaterriool. Pas na vulling van zowel dwa- als rwa-riolering stort het in de rwa-riolering aanwezige relatief schone rioolwater over op oppervlaktewater. De vervuiling als gevolg van onjuiste afvoeren op het rwa-stelsel wordt ook beperkt. De regering heeft een wetsvoorstel in voorbereiding dat het rioolrecht omzet in een gemeentelijke Verbreed rioolrecht rioolheffing. Naast de verantwoordelijkheid over het afhandelen van afvalwater, krijgen gemeenten er nu twee taken bij: de afhandeling van grondwater en hemelwater. Stoepen, daken, wegen, parkeerplaatsen, pleinen enz., waarvan het regenwater kan afvoeren via Verhard oppervlak een rioolaansluiting (bijvoorbeeld straatkolken) naar het riool. Het toenemen van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater, als gevolg Verzilting van opkwellend zout grondwater of indringing van zeewater via het oppervlaktewatersysteem. Deze functie is afgeleid van de functie viswater uit het provinciaal Waterhuishoudingsplan. Bij de Vissenwater functie vissenwater in het WBP2 wordt echter een hoger ambitieniveau nagestreefd. Naast chemische parameters worden bij deze functie namelijk ook eisen gesteld t.a.v. de inrichting en het onderhoud van het betreffende watersysteem. Gebiedseigen water of gewenst water, zoals grond, kwel- en regenwater, langer vasthouden en Voorraadbeheer tijdens droge perioden gebruiken in gebieden waar we schoon water willen hebben. Er hoeft dan minder water te worden afgevoerd en ingelaten. Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via Vuilemissie overstorten en/of uitlaten. De hoeveelheid verontreiniging per tijdseenheid of gebeurtenis die als gevolg van overstortingen Vuiluitworp vanuit het rioolstelsel op het oppervlaktewater wordt geloosd. Verschijnsel dat regenwater niet meer het riool binnen kan stromen omdat de volledige afvoercaWater op straat paciteit reeds wordt benut. Het regenwater blijft tijdelijk op de straten staan. De vergelijking van de hoeveelheden water betrokken bij toevoer, afvoer, onttrekking en verandeWaterbalans ring in berging over een bepaalde periode en binnen een gegeven gebied. Een boekhoudkundig systeem voor het oplossen van watercompensatie die kan worden veroorzaakt Waterbank door ruimtelijke ontwikkelingen. De watercompensatie behoeft dan niet in het (bestemmings)plangebied (de postzegel) te worden opgelost maar kan in de waterhuishoudkundige eenheid RegenWaterAfvoer
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
worden opgelost op een verantwoorde ruimtelijke wijze. Gemeente en waterbeheerder maken hier afspraken over. Synoniem voor het begrip waterhuishouding waarbij de overheidszorg behalve het feitelijke beheer Waterbeheer (fysieke maatregelen) en een juridisch beheer (vergunningen en dergelijke) tevens de daaraan voorafgaande beleidsbepaling (planvergunning en dergelijke) omvat. Overheidslichaam (Rijk, provincie, waterschap, of gemeente) belast met een of meer operationele Waterbeheerder beheerstaken op het gebied van het waterbeheer. Beleidsdocument van het waterschap waarin het waterbeleid is vastgelegd. Waterbeheersplan Het geheel van plannen, onderzoekingen en bestuurlijke maatregelen, in samenhang met andere Waterbeleid beleidsterreinen, dat dient om te komen tot een betrouwbaar, duurzaam en bestuurbaar beheer van water en ruimte. Oppervlaktewater, grondwater of regenwater dat binnen een watersysteem wordt geborgen, bijWaterberging voorbeeld: · in de bodem; · in het oppervlaktewater; · in retentiegebieden; · onder extreme omstandigheden in gebieden die gecontroleerd onder water gezet kunnen worden. Bodem die permanent, danwel met een zekere regelmaat, danwel onder bijzondere omstandigheden Waterbodem met oppervlaktewater is bedekt. De waterbodem vormt de verbinding tussen het oppervlaktewater en de bodem. Het vasthouden van gebiedseigen water om in droge perioden watertekorten te voorkomen en Waterconservering daardoor de inlaat van gebiedsvreemd water tegen gaan. De oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer of aanvoer of berging van water, de boven water Watergang gelegen taluds, alsmede de oeverstroken die geacht worden met het water een eenheid te vormen daaronder begrepen; zij worden in de legger naar mate van hun belang onderscheiden in primaire, secundaire en tertiaire watergangen. De wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, wordt gebruikt, Waterhuishouding verbruikt en afgevoerd. Waterhuishoudkundig sys- Een samenhangend geheel van oppervlaktewateren en grondwatervoorkomens, waarbij in overeenstemming met het derde Indicatief meerjarenprogramma water 1985-1989, met oppervlaktewater teem wordt bedoeld: het samenhangend geheel van water, waterbodem, oevers, technische infrastructuur en de biologische component. Waterhuishoudkundige in- Een samenhangend geheel van watergangen en waterstaatswerken ten behoeve van het waterbeheer. frastructuur Kunstmatige hoogten en die (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden met inWaterkering begrip van de daarin of daaraan aangebrachte werken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben en als zodanig in de legger zijn aangegeven. De reeks van: produceren van drinkwater, verzamelen en transporteren van huishoudelijk en beWaterketen drijfsafvalwater, zuiveren van afvalwater tot het weer op het oppervlaktewater kan worden geloosd. Het streven is de schakels van deze keten aaneen te sluiten tot een gesloten kringloop. Waterkwaliteitsdoelstelling Het geheel van eisen waaraan een bepaald oppervlaktewater of een gedeelte daarvan in de toekomst moet voldoen. Beleid waarbij de functie van een water sturend is voor de normen die worden gehanteerd voor Waterkwaliteitsspoor lozingen. Hier geldt dus geen inspanningsverplichting, maar een resultaatsverplichting. een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, Waterlichaam een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater. Eén aanspreekpunt voor burgers betreffende water. Waterloket Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of Waterloop periodiek stromend water bevat. Een opgave ten aanzien voor meer ruimte voor water ter voorkoming van wateroverlast in de huiWateropgave dige en toekomstige situatie. Hierbij is rekening gehouden met wijziging van het klimaat (meer neerslag) voor het jaar 2050. Een niet direct levensbedreigende situatie veroorzaakt door extreme neerslag of hoge rivierafvoeWateroverlast ren, waarbij inundatie optreedt die leidt tot waterschade aan huizen, gebouwen, gewassen, bouwwerken etc. Een Waterplan beschrijft de samenhang tussen de waterkwaliteit, de waterhuishouding en de beWaterplan langrijkste invloedsfactoren, zoals de rioleringssituatie, het grondgebruik en de kwaliteit van het ingelaten boezemwater. Het plan biedt inzicht in de te verwachten gevolgen van de ontwikkelingen in de gemeente voor de waterhuishouding en de waterkwaliteit. Een beleidsplan en een uitvoeringsprogramma kunnen onderdeel uitmaken van het Waterplan.
, revisie
Bijlage 2: Begrippenlijst
Waterschade Watersysteem
Watersysteemanalyse
Watersysteembenadering
WB21
Algemene term voor alle vormen van schade als gevolg van wateroverlast en overstroming. Een samenhangend en functionerend systeem, opgebouwd uit verschillende systeemcomponenten en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met het watersysteem wordt watersysteembenadering genoemd. Analyse waarmee wordt gezocht naar de fundamentele kenmerken van het functioneren van een watersysteem. De systeemanalyse verschaft inzicht in de relatie tussen de waterhuishouding en de waterkwaliteit, ecologie en fysieke omgeving en in de processen die hierop van invloed zijn. Werkwijze van waaruit de zorg voor de waterhuishouding wordt benaderd en waarbij wordt uitgegaan van de samenhang binnen de waterhuishouding en die van de waterhuishouding met zijn relevante omgeving. Zie Nationaal Bestuursakkoord Water
, revisie
Bijlage 3
Maatregelenbladen
1.
Beëindigen ongezuiverde lozingen Valkeveen
Doel van de maatregel: Verbeteren van waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van het buitengebied Op te lossen knelpunt De ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied verslechteren de waterkwaliteit en schaden de ecologische kwaliteit van het buitengebied. Ook vormen de lozingen in potentie een gezondheidsrisico voor mens en dier. Beschrijving van de maatregel Afhankelijk van de doelmatigheid van de toe te passen maatregel worden de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied gesaneerd door deze op de riolering aan te sluiten ofwel van IBA’s (individuele behandeling afvalwater) te voorzien. Effect van de maatregel De verontreiniging van het oppervlaktewater en de bodem door lozingen van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater wordt voorkomen. Hierdoor verbetert de waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van het buitengebied. Planning Bij handhaving van het huidige beleid zijn in 2008 alle ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied gesaneerd. Kosten en kostenverdeling De kosten van de realisatie van de saneringsmaatregelen in Valkeveen (ca. € 1,1 miljoen) zijn begroot in het kader van het GRP en daarom geen onderdeel van de begroting voor het Waterplan. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, riolering, beleving van water.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
2.
Afkoppelen regenwaterafvoer van afvalwaterriool
Doel van de maatregel Verbeteren van de waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater door het verminderen van (ongezuiverde)lozingen vanuit het rioolsysteem. Op te lossen knelpunt Bij hevige regenval komen ongezuiverde lozingen van rioolwater op het oppervlaktewater voor. Deze lozingen verslechteren de waterkwaliteit en veroorzaken schade aan de ecologische kwaliteit van het open water. Ook vormen de lozingen in potentie een gezondheidsrisico voor mens en dier. Beschrijving van de maatregel Bestaande aansluitingen: De maatregel bestaat uit het afkoppelen van de regenwater afvoer van het afvalwaterriool. In hooggelegen gebieden (m.n. delen van Bussum) kan het afgekoppelde regenwater worden geïnfiltreerd in de bodem. In laaggelegen gebieden (m.n. Naarden) wordt het afgekoppelde regenwater afgevoerd naar het oppervlaktewater. Nieuwe aansluitingen: Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal de regenwaterafvoer niet aangesloten worden op het afvalwaterriool. Effect van de maatregel Het afvalwaterriool raakt tijdens intensieve buien niet meer overbelast omdat regenwater niet meer op het afvalwaterriool wordt geloosd. Hierdoor blijft het afvalwaterriool normaal functioneren. De oppervlaktewaterkwaliteit verbetert omdat overstort situaties waarbij door regenwater verdund afvalwater vanuit het afvalwaterriool wordt geloosd op oppervlaktewater minder frequent voorkomen. Planning Door de gemeenten Naarden en Bussum zijn diverse herstructureringen van rioolstelsels geagendeerd. Deze worden gefaseerd uitgevoerd. Afronding van de geplande werkzaamheden is voorzien voor 2014. Kosten en kostenverdeling De kosten voor herstructurering van bestaande rioolstelsels zijn voor rekening van de rioolbeheerder; de gemeenten. Deze kosten zijn al begroot in het kader van het GRP en daarom geen onderdeel van de begroting voor het Waterplan. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn afkoppelmaatregelen integraal onderdeel van de ontwikkeling. Kosten worden direct doorberekend aan de eigenaren. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, riolering, beleving van water.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
3. Vasthouden gebiedseigen water en verbinden doodlopende watergangen Doel van de maatregel Vasthouden van gebiedseigen water en bevorderen van de doorstroming van stagnante oppervlaktewateren waardoor de waterkwaliteit, ecologische kwaliteit en de belevingswaarde van oppervlaktewater verbetert. Op te lossen knelpunt Binnen Naarden en vooral Bussum zijn een aantal doodlopende watergangen aanwezig. Verversing van in deze watergangen aanwezig oppervlaktewater heeft onvoldoende plaats waardoor waterkwaliteitsproblemen ontstaan. Ook de beleving van het water door inwoners wordt negatief beïnvloed door de overmatige ontwikkeling van kroos, algen et cetera. Beschrijving van de maatregel Een ontwerpstudie moet aantonen hoe en op welke plaatsen maatregelen het beste kunnen worden uitgevoerd. De uiteindelijke maatregel bestaat uit het verbinden van bestaande doodlopende, stagnante oppervlaktewateren met nabijgelegen oppervlaktewateren. Hierdoor wordt de doorstroming gestimuleerd. Effect van de maatregel De waterkwaliteit (chemisch en ecologisch) verbetert. De belevingswaarde van oppervlaktewater voor burgers neemt toe door het niet of minder frequent voorkomen van overlast door kroos, algen et cetera. Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in de periode 2010 – 2014. Kosten en kostenverdeling Een eerst uit te voeren ontwerpstudie maakt inzichtelijk welke maatregelen kansrijk zijn. De kosten van maatregelen zijn indicatief begroot op ruim € 260.000,-. Deze kosten komen ten laste van AGV║Waternet. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
4. Koploperproject: Verbeteren waterkwaliteit en ecologie het Mouwtje Doel van de maatregel Aanleg van natuurvriendelijke oevers ten behoeve van het verbeteren van de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit van het Mouwtje (Bussum). Op te lossen knelpunt Het watersysteem in het Mouwtje loopt dood en potenties met betrekking tot de inrichting van het watersysteem zijn niet ten volle benut. Gevolg is dat de waterkwaliteit (chemisch én ecologisch) niet op het gewenste niveau is. Beschrijving van de maatregel Realisatie van 500 meter natuurvriendelijke oever. Effect van de maatregel Een toename van de ecologische betekenis van het watersysteem voor het gebied en verbetering van de waterkwaliteit (chemisch en ecologisch) van het Mouwtje. Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in 2008. Kosten en kostenverdeling De kosten zijn, uitgaande van de realisatie van 500 meter natuurvriendelijke oever, indicatief begroot op circa € 33.000,-. Trekker voor de realisatie van de natuurvriendelijke oever is de gemeente Bussum. De kosten worden, op basis van bestaande afspraken in het kader van het waterkwaliteitsspoor convenant, verdeeld tussen AGV║Waternet (80%) en de gemeente Bussum (20%). Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
5. Koploperproject: Verbeteren waterkwaliteit en ecologie Vestinggracht Doel van de maatregel Verbeteren van de waterkwaliteit, ecologische kwaliteit en de belevingswaarde van de Vestinggracht door aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de Vestinggracht. De maatregel is onderdeel van het Ecolint. Op te lossen knelpunt De Vestinggracht is onderdeel van natuurlijke (Ecolint) en recreatieve verbindingen. De bestaande (oever)inrichting geeft geen optimale invulling aan de natuurlijke potenties van de gracht. Gevolg is dat kansen met betrekking tot het verbeteren van de chemische en ecologische waterkwaliteit niet worden benut. Beschrijving van de maatregel Realisatie van natuurvriendelijke oevers langs de Vestinggracht is onderdeel van het Ecolint. Langs de vestinggracht wordt 1000 meter natuurvriendelijke oever gerealiseerd. Effect van de maatregel Realisatie van een deeltraject van het Ecolint, een toename van de ecologische en recreatieve waarde van het watersysteem en een verbetering van de waterkwaliteit (chemisch en ecologisch) van de Vestinggracht. Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in de periode 2010. Kosten en kostenverdeling De kosten zijn, uitgaande van de realisatie van 1000 meter natuurvriendelijke oever, indicatief begroot op circa € 65.000,-. Trekker voor de realisatie van de natuurvriendelijke oever is de gemeente Naarden. De kosten worden gelijkelijk verdeeld tussen AGV║Waternet en de gemeente Naarden. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
6. Koploperproject: Verbeteren waterkwaliteit en ecologie meertje van Vlek Doel van de maatregel Verbeteren van de waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van het Meertje van Vlek. Bovendien het vergroten van de beleving van het meertje van Vlek. Op te lossen knelpunt In het verleden is door bewoners aandacht gevraagd voor het optreden van vissterfte in het Meertje van Vlek. Geconstateerd is dat de bestaande (oever)inrichting geen optimale invulling geeft aan de potenties van het meertje. Soms is bovendien sprake van kroosoverlast. De doorstroming van het meertje is beperkt. Kansen met betrekking tot het verbeteren van de chemische en ecologische waterkwaliteit en de beleving van het meertje voor bewoners worden niet optimaal benut. Beschrijving van de maatregel In nauw overleg met de bewoners komen tot een verbeterde inrichting van het Meertje van Vlek. Uitgegaan is van realisatie van 500 meter natuurvriendelijk oever. Hoe de belevingswaarde van het meertje verbeterd kan worden wordt vastgesteld in overleg met omwonenden. Effect van de maatregel Een verbetering van de ecologische en recreatieve waarde van het watersysteem en van de waterkwaliteit (chemisch en ecologisch). Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in de 2008. Kosten en kostenverdeling De kosten zijn, uitgaande van de realisatie van 500 meter natuurvriendelijke oever, indicatief begroot op circa € 33.000,-. Trekker voor de realisatie van de natuurvriendelijke oever is de gemeente Naarden. De kosten worden gelijkelijk verdeeld tussen AGV║Waternet en de gemeente Naarden. Maatregelen ter bevordering van de recreatieve beleving moeten in overleg met omwonenden worden uitgewerkt en zijn geen onderdeel van de geraamde kosten. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
7. Koploperproject: Verbeteren waterkwaliteit en ecologie Componistenkwartier Doel van de maatregel Verbeteren van de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater in het Componistenkwartier door de aanleg van 1000 meter natuurvriendelijke oever. Op te lossen knelpunten In het Componistenkwartier is sprake van doodlopende watergangen. Gevolg is dat er onvoldoende sprake is van doorstroming van het watersysteem. Ook is sprake van vuilemissie via riooloverstorten. Deze problematiek wordt op dit moment in het kader van het GRP aangepakt. Verwacht wordt dat kroosoverlast en waterkwaliteitsproblemen op blijven treden als na sanering van riooloverstorten geen aanvullende maatregelen worden genomen. Beschrijving van de maatregel Realisatie van 1000 meter natuurvriendelijke oever. Eenmalige maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit na voltooiing van de sanering van riooloverstorten (zoals baggeren en kroos verwijderen) zijn geen onderdeel van deze maatregel. Effect van de maatregel Een verbetering van de ecologische en recreatieve waarde van het watersysteem en van de waterkwaliteit (chemisch en ecologisch). Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in de periode 2009. Kosten en kostenverdeling De kosten zijn, uitgaande van de realisatie van 1000 meter natuurvriendelijke oever, indicatief begroot op circa € 65.000,-. Trekker voor de realisatie van de natuurvriendelijke oever is de gemeente Naarden. De kosten worden gelijkelijk verdeeld tussen AGV║Waternet en de gemeente Naarden. De kosten van eenmalige maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit na voltooiing van de sanering van riooloverstorten (zoals baggeren en kroosverwijderen) zijn geen onderdeel van de geraamde kosten. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
8. Koploperproject: Verbeteren waterkwaliteit en ecologie Galgesloot Doel van de maatregel Verbeteren van de waterkwaliteit (chemisch en ecologisch) van de Galgesloot. Op te lossen knelpunt De waterkwaliteit (chemisch) en de ecologische waarde van de Galgesloot blijven achter bij de potenties die deze heeft. Oorzaken zijn riooloverstorten, het nog moeten uitvoeren van baggerwerkzaamheden en de inrichting van de watergang. Beschrijving van de maatregel Realisatie van 600 meter natuurvriendelijke oever. Het uitvoeren van baggerwerkzaamheden is apart benoemd in het Waterplan. Baggerwerkzaamheden en de kosten van baggeren zijn geen onderdeel van de in dit maatregelenblad beschreven maatregel. Effect van de maatregel Een verbetering van de waterkwaliteit en belevingswaarde van de Galgesloot. Planning Uitvoering van de maatregel is voorzien in 2008. Kosten en kostenverdeling De kosten zijn, uitgaande van de realisatie van 600 meter natuurvriendelijke oever, indicatief begroot op circa € 40.000,-. Trekker voor de realisatie van de natuurvriendelijke oever is de gemeente Naarden. De kosten worden gelijkelijk verdeeld tussen AGV║Waternet en de gemeente Naarden. Relatie met thema’s Waterkwaliteit chemisch, waterkwaliteit ecologisch, recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
9.
Reguleren bootjesproblematiek Naarden
Doel van de maatregel Voorkomen dat (illegaal) afgemeerde bootjes watergangen en oevers blijvend een verrommeld uiterlijk geven. Op te lossen knelpunt • Aanwezigheid gezonken en illegaal afgemeerde bootjes • Verrommeld uiterlijk watergangen • Watergang en oever plaatselijk onvoldoende bereikbaar voor beheer en onderhoud Beschrijving van de maatregel • De maatregel spitst zich in eerste instantie toe op de bootjesproblematiek in Naarden; • Communicatie richting booteigenaren over het voornemen om de bestaande (illegale) situatie te verbeteren (2008); • Formuleren van gemeentelijk beleid (2008); • Aanbieden van een alternatief voor booteigenaren door het realiseren van alternatieve ligplaatsen voor bootjes (2008 – 2009); • Handhaving om (nieuwe) illegale situaties in de toekomst te voorkomen (vanaf 2009). Effect van de maatregel Structureel oplossen van het bootjesprobleem waardoor het watersysteem een fraaier aanzicht krijgt, toekomstige illegale situaties kunnen worden voorkomen en waardoor water en oever beter bereikbaar worden voor beheer en onderhoud. Planning Uitvoering van diverse maatregelen is voorzien in de periode tussen 2008 en 2009. Vanaf 2009 zal extra inzet nodig zijn om nieuwe illegale situatie te voorkomen. Kosten en kostenverdeling De kosten voor de maatregel zijn indicatief begroot op € 70.000,-. De uiteindelijke kosten zijn sterk afhankelijk van de manier waarop nieuw te realiseren alternatieve ligplaatsen worden gerealiseerd en bekostigd. Gemeente Naarden en AGV║Waternet zijn verantwoordelijk voor uitvoering en financiering van de maatregel. Relatie met thema’s Recreatie en beleving van water, beheer en onderhoud.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
10.
Opstellen visie waterrecreatie
Doel van de maatregel Verbeteren van de recreatieve beleving van Naarden en Bussum vanaf het water en verbeteren van de mogelijkheden om water (recreatief) te beleven. Op te lossen knelpunt Grote delen van Naarden en Bussum zijn niet of slecht recreatief bereikbaar over het water. Ook is voor inwoners sprake van beperkte mogelijkheden om water in hun woonomgeving op een positieve manier te beleven. Beschrijving van de maatregel Het opstellen van een visie over waterrecreatie. Voorbeelden van thema’s zijn (1) ontwikkeling van een Vaarroute rond Naarden Vesting, (2) Ontsluiting van het zanderijgebied voor (kleinschalige) recreatievaart en (3) het doorontwikkelen oeverrecreatie (wandelroutes, picknickplaatsen etc) Effect van de maatregel Versterking van de recreatieve mogelijkheden van het gebied voor inwoners en recreanten. Planning Het opstellen van een recreatievisie is voorzien in 2008. Kosten en kostenverdeling De kosten voor het opstellen van de recreatievisie zijn indicatief begroot op € 15.000,-. De kosten worden verdeeld tussen de gemeenten Naarden en Bussum. Relatie met thema’s Recreatie en beleving van water, ruimtelijke inrichting.
, revisie
Bijlage 3: Maatregelenbladen
11. Realiseren vast baggerdepot of alternatieve vorm voor baggerverwerking Doel van de maatregel Doel van de maatregel is het realiseren van een vast baggerdepot of van een alternatieve vorm voor baggerverwerking voor schone bagger (klasse 0, 1 en 2). Uit het in 2008 op te stellen meerjarenprogramma baggeren) volgt of er een voorkeur bestaat voor een vast baggerdepot of een alternatieve voorziening (zie foto: geotubes). Op te lossen knelpunt Baggeren is noodzakelijk vanuit het oogpunt van waterbeheersing (aan en afvoer van water) en waterkwaliteit. Naarden en Bussum zijn verplicht schone (klasse 0, 1 en 2) bagger uit de gemeenten te ontvangen. Er is geen voorziening aanwezig is waar bagger kan worden ontvangen en verwerkt. Consequentie is dat voorafgaand aan elke baggerinspanning gezocht moet worden naar mogelijkheden om vrijkomende bagger op te slaan en te verwerken. In de praktijk leidt dit tot een vertraagde uitvoer van baggerwerkzaamheden. Beschrijving van de maatregel De maatregel bestaat uit het samen opstellen van een baggerplan. AGV║Waternet neemt hiervoor het initiatief. Onderdeel van het baggerplan zijn een meerjarenprogramma baggeren, een keuze voor een methode om onderhoudsbagger te ontvangen of verwerken (zoals baggerdepot of geotubes) en afspraken over de verdeling van kosten. Effect van de maatregel Een goede onderhoudssituatie van het watersysteem m.b.t. bagger kan hierdoor worden gegarandeerd, negatieve effecten t.g.v. een baggerachterstand op waterbeheersing en waterkwaliteit kunnen worden voorkomen. Het baggerplan vormt een door Naarden, Bussum en AGV║Waternet gedragen basis voor de aanpak van de baggerproblematiek. In het baggerplan worden ondermeer afspraken vastgelegd over de uitvoering van baggerwerkzaamheden, de realisatie van een (vast) onderhoudsbaggerdepot en de verdeling van kosten tussen de betrokken partijen. Planning Partijen willen op korte termijn (2008) een meerjarenprogramma baggeren opstellen. Kosten en kostenverdeling De kosten voor het opstellen van een meerjarenprogramma baggeren worden indicatief geraamd op € 70.000,-. Uitgegaan is van het opstellen van een meerjarenprogramma op basis van een verkennend waterbodemonderzoek. Onderdeel van het meerjarenprogramma is het zoeken naar een geschikte locatie voor een (vast) baggerdepot. Realisatie van het baggerdepot is geen onderdeel van het baggerplan. Naarden en Bussum nemen samen het initiatief voor het opstellen van het meerjarenprogramma baggeren. De kosten voor het opstellen van het meerjarenprogramma worden verdeeld tussen de gemeenten Naarden (80%) en Bussum (20%). De kosten van te nemen maatregelen en de verdeling van deze kosten volgen uit het meerjarenprogramma baggeren. Relatie met thema’s Waterkwantiteit, waterkwaliteit, beheer en onderhoud, ruimtelijke ordening.
, revisie
Bijlage 4
Kostenindicatie
Opstellen en uitvoeren verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
1
Kosten begroot in GRP, niet meegenomen in Waterplan
Opmerking
3
Uitvoeren Watergebiedsplan (maatregelen)
9
, revisie
€ 0,00
€ 0,00 Lopend, geen extra kosten i.k.v. Waterplan
Kosten nog onbekend
Grondwater (1e stroomgebiedbeheersplan, looptijd 2009 - 2015)
Proactief uitvoeren watertoets / BRO artikel 10
Kosten nog onbekend
Optimalisatiestudie Afvalwaterketen Horstermeer
Kosten niet begroot i.k.v. Waterplan Kosten nog onbekend
Oppervlaktewater (1e stroomgebiedbeheersplan, looptijd 2009 - 2015)
€ 0,00
Lopend, geen extra kosten i.k.v. Waterplan
EU kaderrichtlijn Water; uitvoeren maatregelen Stroomgebiedbeheerplan
8
7
Lopend, geen extra kosten i.k.v. Waterplan
Lopend, geen extra kosten i.k.v. Waterplan
Lopend, geen extra kosten i.k.v. Waterplan
Kosten begroot, niet meegenomen in Waterplan
Grondwater
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Aanname: inventarisatie gescheiden stelsel
Oppervlaktewater
EU Kaderrichtlijn Water; planverplichting Stroomgebiedbeheerplan
6
5
Sanering ongezuiverde lozingen buitengebied Valkeveen (planvorming, communicatie en uitvoering) Uitvoering Masterplan ‘t Gooi
4
Onderzoek naar aanwezigheid van foutieve aansluitingen (inventarisatie en communicatie)
Opstellen calamiteitenplan riolering
Herberekening vuilemissie
Opstellen meetplan riolering (opstellen meetplan en uitvoeren meetplan)
maatregelplan diffuse bronnen inclusief alternatievenonderzoek chemische onkruidbestrijding Naarden en opstellen en communiceren van beleid over(milieu)schadelijke bouwmaterialen Opstellen beheerplan rioolgemalen
€ 80.000,00
Uitvoeren WvO maatregelen
2
Inventarisatie regenwaterlozingen
excl. financiering stimuleringsregeling
Stimuleren van het benutten van hemelwater voor toiletspoeling, beregening van tuinen etc (communicatie, ontwikkelen stimuleringsregeling) Aansluiten ongerioleerde panden bebouwde kom (planvorming, communicatie en uitvoering)
Onderdeel van rioleringaanpak Valkeveen
Kosten begroot in GRP, niet meegenomen in Waterplan
Voldoen aan basisinspanning uit basisrioleringsplannen (emissiespoor)
Kosten begroot in GRP, niet meegenomen in Waterplan
€ 60.000,00
€ 45.000,00
Kostenindicatie
Voldoen aan Waterkwaliteitsspoor Naarden (BI, 2004 - 2014)
Opstellen afkoppelbeleid (inclusief afvoer e/o infiltratie van hemelwater en inclusief Juridische consequenties van (nieuw) beleid voor gemeente) Voldoen aan Waterkwaliteitsspoor Bussum (WKS, 2004 - 2012)
Opstellen beleid ondiep grondwater
Maatregel
Nr
Bijlage 4: Kostenindicatie
Reguleren van de bootjesproblematiek Naarden
19
21
20
18
17
16
Opstellen visie waterrecreatie. Voorbeelden van thema’s: (1) Vaarroute rond Naarden Vesting, (2) Ontsluiting van zanderijgebied voor kleinschalige recreatievaart en (3) Doorontwikkelen oeverrecreatie (wandelroutes, picknickplaatsen etc.) Herstellen bestaande ligplaatsen
Extra capaciteit voor handhaving
Realiseren en aanbieden alternatieve ligplaatsen
Communicatie richting booteigenaren
Formuleren bootjesbeleid
Baggeren na uitvoering rioleringsmaatregelen. Eenmalig baggeren, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Meertje van Vlek, Componistenkwartier en Galgesloot Indien noodzakelijk kroos verwijderen na uitvoering rioleringsmaatregelen Eenmalig kroos verwijderen, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Componistenkwartier en Brediuskwartier Ontwerpstudie verbeteren van watersysteem. O.a. door vasthouden van gebiedseigen water en het verbinden van doodlopende sloten Handhaven bestaand grondwatermeetnet en voortzetten meting grondwaterstanden
15
14
13
Pilot: Onderzoek naar foutieve aansluitingen, ondermeer in Naarderwoonbos en de Dirk Tersteeglaan. Gerichte communicatie richting bewoners van deze wijken, bij constateren van foutieve aansluitingen handhaven. Opstellen 'oeverfunctie kansenkaart': combinatiemogelijkheden gebruiksfuncties van oevers (waterberging, recreatie, natuur etc) Realisatie ecologische verbindingen, inclusief aanleg natuurvriendelijke oevers
12
, revisie
€ 40.000,00
€ 15.000,00
€ 70.000,00
€ 25.000,00
€ 265.000,00
€ 25.000,00
€ 135.000,00
€ 215.000,00
€ 20.000,00
€ 20.000,00
Toelichting: zie maatregelenblad
Toelichting: zie maatregelenblad
Toelichting: zie maatregelenblad
Toelichting: zie maatregelenblad € 15.000,00
Toelichting: zie maatregelenblad
Verbetering waterkwaliteit en ecologie Galgesloot
Opstellen afkoppel kansenkaart particulier terrein en openbare ruimte
Toelichting: zie maatregelenblad
Verbetering waterkwaliteit en ecologie Componistenkwartier
11
Toelichting: zie maatregelenblad
Verbetering waterkwaliteit en ecologie meertje van Vlek
Opmerking Toelichting: zie maatregelenblad
€ 235.000,00
Kostenindicatie
Verbetering waterkwaliteit en ecologie Vestinggracht
Uitvoeren van Koploperprojecten
10
Verbetering waterkwaliteit en ecologie ’t Mouwtje
Maatregel
Nr
Bijlage 4: Kostenindicatie
26
25
24
23
, revisie
Kostenneutraal, maatregel vergt maatwerk
Ongewenst onderhoud. Voorbeeld: zelf oevers maaien door inwoners
Kosten nog onbekend
Maatregel en kosten volgen uit meerjarenprogramma baggeren Maatregel en kosten volgen uit meerjarenprogramma baggeren
Nieuw B&O is kostenneutraal
Verhogen bestaande baggerfrequentie als dit noodzakelijk is i.v.m. de waterbeheersing of waterkwaliteit Extra capaciteit handhaving Beheer en Onderhoud
€ 30.000,00
€ 70.000,00
Saneren verontreinigde bagger Galgesloot (klasse 3) en Bussumervaart (klasse 4+)
Opstellen baggerplan (meerjarenprogramma baggeren), inclusief onderzoek baggerkwaliteit, inventarisatie alternatieve verwerking, schouw, voorstel kostenverdeling tussen organisaties etc Realiseren vast baggerdepot of alternatieve vorm voor baggerverwerking. Type voorziening en kostenverdeling volgen uit baggerplan Baggeren Naardertrekvaart (2008) en zanderijvaarten
Uitvoeren van baggerwerk.
Uitvoeren beheer en onderhoud
Inventarisatie beschoeiing, inclusief vervangingsplanning
Opstellen Beheer en onderhoudsplan
Beheer en onderhoudsplan
Hengelsportvereniging
Roeivereniging € 30.000,00
Benodigd aantal uren, exclusief kosten uitvoering werken € 10.000,00
Benodigd aantal uren, exclusief kosten uitvoering werken
Ontwikkelen kanoroute(s), inclusief aanlegplaatsen
Periodiek overleg met belangenverenigingen. Onder andere:
Benodigd aantal uren, exclusief kosten uitvoering werken
Realisatie verbinding Naardertrekvaart – Gooimeer
Benodigd aantal uren, exclusief kosten uitvoering werken
Opmerking Benodigd aantal uren, exclusief kosten uitvoering werken
€ 30.000,00
Kostenindicatie
Realisatie passantenhaven
Ontwikkelen van waterrecreatie. Te realiseren doelen:
22
Realisatie Historische haven
Maatregel
Nr
Bijlage 4: Kostenindicatie
Bijlage 5
Relaties tussen thema’s en maatregelen
Oppervlaktewater , revisie
X X X X
X X X X
X X X
X X
Veiligheid
X
X X
X X X X
Belevingswater
X
X X X X X
Waterbodem X X
X
X
Ecologie
X X X X
X
Grondwater
X X X X
Regenwater
Opstellen en uitvoeren verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Aansluiten ongerioleerde panden bebouwde kom (planvorming, communicatie en uitvoering) Uitvoeren WvO maatregelen Sanering ongezuiverde lozingen buitengebied Valkeveen (planvorming, communicatie en uitvoering) Uitvoering Masterplan ‘t Gooi EU Kaderrichtlijn Water; planverplichting Stroomgebiedbeheerplan EU kaderrichtlijn Water; uitvoeren maatregelen Stroomgebiedbeheerplan Proactief uitvoeren watertoets / BRO artikel 10 Uitvoeren Watergebiedsplan (maatregelen)
Raakvlakken tussen maatregel en thema Afvalwaterketen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
‘Wat moet’
Bijlage 5: Relaties tussen thema's en maatregelen
X X X X
Beheer en onderhoud
Cultuurhistorie
X
X X
X X
X X
X X X X X X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Afvalwaterketen
X
Regenwater
X
Veiligheid
X
X
Oppervlaktewater
X
Grondwater
X
Waterbodem
X
Belevingswater
X X
Cultuurhistorie
, revisie
Raakvlakken tussen maatregel en thema Ecologie
10. Uitvoeren van Koploperprojecten 11. Opstellen afkoppel kansenkaart particulier terrein en openbare ruimte 12. Pilot: Onderzoek naar foutieve aansluitingen, ondermeer in Naarderwoonbos en de Dirk Tersteeglaan. Gerichte communicatie richting bewoners van deze wijken, bij constateren van foutieve aansluitingen handhaven. 13. Opstellen 'oeverfunctie kansenkaart': combinatiemogelijkheden gebruiksfuncties van oevers (waterberging, recreatie, natuur etc) 14. Realisatie ecologische verbindingen, inclusief aanleg natuurvriendelijke oevers 15. Baggeren na uitvoering rioleringsmaatregelen. Eenmalig baggeren, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Meertje van Vlek, Componistenkwartier en Galgesloot 16. Indien noodzakelijk kroos verwijderen na uitvoering rioleringsmaatregelen Eenmalig kroos verwijderen, ten behoeve van waterkwaliteit in onder andere Componistenkwartier en Brediuskwartier 17. Ontwerpstudie verbeteren van watersysteem. O.a. door vasthouden van gebiedseigen water en het verbinden van doodlopende sloten 18. Handhaven bestaand grondwatermeetnet en voortzetten meting grondwaterstanden 19. Reguleren van de bootjesproblematiek Naarden 20. Opstellen visie waterrecreatie. Voorbeelden van thema’s: (1) Vaarroute rond Naarden Vesting, (2) Ontsluiting van zanderijgebied voor kleinschalige recreatievaart en (3) Doorontwikkelen oeverrecreatie (wandelroutes, picknickplaatsen etc.) 21. Hertstellen bestaande ligplaatsen 22. Ontwikkelen van waterrecreatie. 23. Periodiek overleg met belangenverenigingen. Onder andere: 24. Beheer en onderhoudsplan 25. Uitvoeren van baggerwerk. 26. Extra capaciteit handhaving Beheer en Onderhoud
‘Wat mag’
Bijlage 5: Relaties tussen thema's en maatregelen
X X X
X
X
X
X
X
X
X X
Beheer en onderhoud
Bijlage 6
Projectorganisatie
Bijlage 6: Projectorganisatie
Bestuur Dagelijks bestuur HH Amstel, Gooi en Vecht College van B&W gemeente Naarden College van B&W gemeente Bussum
Stuurgroep Mw. L. Garming (lid DB HH AGV) Dhr. F. van Vugt (wethouder gemeente Naarden) Dhr. G. Boekhoff (wethouder gemeente Bussum)
Geraadpleegde deskundigen Dhr. J. Hofstra (Waternet) Mw. J. Stoker (Waternet) Dhr. R. Ververs (Waternet) Mw. E. Wagenaar (gemeente Naarden) Mw. B. Oppelaar (gemeente Naarden) Dhr. J. van Nimwegen (gemeente Naarden) Mw. V. Meijer (gemeente Bussum) Dhr. E. ’t Hart (gemeente Bussum)
Projectgroep Dhr. A. Grent (Waternet) Mw. C. Neessen (gemeente Naarden) Dhr. P. van den Boogaard (gemeente Bussum) Dhr. A. Makkinga (Grontmij Nederland BV) Dhr. J. Schaminée (Grontmij Nederland BV)
Projectorganisatie opstellen Waterplan Naarden - Bussum
, revisie