LMJ
Linnaeus Medisch Journaal
2009 | jaargang 17 | nr. 3
Rugklachten Medisch-wetenschappelijk tijdschrift van het Linnaeusinstituut
En verder:
• Scoliose bij kinderen • Stabiliteitstraining: herstel van een verstoord motorisch programma
•
Psychologische interventies bij chronische rugklachten
• Anesthesiologische pijnbestrijding bij wervelkolomgerelateerde pijn
•
TLIF: een alternatieve spondylo desetechniek
• Arbeidsgerichte revalidatie bij rugklachten
• Onstandvastigheid als deugd (column)
• De bezetblik (column)
Radiologische beeldvorming bij rugklachten J.M. Bisselink, aios radiologie, Kennemer Gasthuis
‘Dokter, ik zou wel eens willen uitslapen…’ Over spondylartropathieën H.D. Boom, reumatoloog, Spaarne Ziekenhuis
Start herniacentrum in het Kennemer Gasthuis M. Weisfelt, J.A.M. Kuster en D. van den Wijngaard, neurologen, Kennemer Gasthuis
Vooraf
Rugklachten Binnen de westerse geïndustrialiseerde samenleving behoort
trainen van de rugspieren is meestal een belangrijk onderdeel
lage rugpijn tot de grootste problemen binnen de gezondheids-
van de behandeling van rugklachten. Niet iedere vorm van trai-
zorg. Ongeveer 75% van de mensen ervaart op enig moment
ning is echter even geschikt. In het artikel ‘Stabiliteitstraining
in het leven lage rugpijn. Bij het merendeel van de patiënten
bij chronische en aspecifieke lage rugklachten’ geven mw. C.J.
verdwijnen de klachten binnen vier tot zes weken spontaan.
Bos, manueel therapeut/fysiotherapeut in het KG en D.J. van
Bij 1 tot 7% van de mensen duurt de pijn langer dan drie
Groenwoud, eveneens manueel therapeut, meer duidelijk-
maanden. Er is dan sprake van chronische lage rugpijn. Naast
heid over de evidence voor stabiliteitstraining en bespreken de
een gezondheidsprobleem vormt lage rugpijn ook een groot
achterliggende theorie.
sociaal-economisch probleem.
Mw. J. Niezen, als gezondheidszorgpsycholoog werkzaam op de revalidatieafdeling van het KG, gaat in haar artikel in op de
Aan dit themanummer hebben weer verschillende collega’s uit
psychologische interventiemogelijkheden bij chronische lage
het Kennemer Gasthuis en het Spaarne Ziekenhuis, maar ook
rugklachten.
van buiten deze ziekenhuizen een bijdrage geleverd. Dit met
Meestal zijn de pijnklachten multifactorieel van aard en moeten
als doel de verschillende aspecten van lage rugpijn, zowel de
ze ook als zodanig worden behandeld. Voor een deel van deze
diagnostiek als de behandeling als de consequenties, voor het
patiënten levert dit echter onvoldoende verbetering op. Voor
voetlicht te brengen.
die mensen kan een anesthesiologische pijnbehandeling ver-
‘Bij rugklachten is er sprake van beschadiging van de rug.’ Een
lichting geven. D.C.A.A. de Vries, anesthesioloog in het SZ,
hardnekkig misverstand, daar we inmiddels weten dat bij veel
vertelt meer over de mogelijkheden en onmogelijkheden van
mensen met langdurige rugklachten er op de röntgenfoto of
deze pijnbestrijding.
MRI geen enkele aanwijzing is voor beschadiging. En als er
Spondylodese is als behandeling bij degeneratieve klachten van
al afwijkingen te zien zijn, hoeven die niet altijd klachten te
de lumbale wervelkolom omstreden. In zijn artikel beschrijft
veroorzaken, in ieder geval geen chronische rugklachten. J.M.
J. Schrik, orthopedisch chirurg in het SZ, de voor- en nadelen
Bisselink, aios radiologie in het Kennemer Gasthuis (KG), gaat
van de verschillende spondylodesetechnieken.
in zijn artikel uitgebreid in op alle verschillende onderzoeksme-
Eens rugklachten, altijd rugklachten… En waar blijf je dan op
thoden. Hierbij benadrukt hij het belang van een goede indica-
de arbeidsmarkt? M. van Dormolen, psycholoog van arbeid en
tiestelling voor onderzoek op basis van zogenaamde red flags.
gezondheid en M. Kroon, fysiotherapeut/trainer en reïntegra-
Mw. H.D. Boom, reumatoloog in het Spaarne Ziekenhuis (SZ)
tiedeskundige, beiden werkzaam bij Heliomare arbeidsintegra-
gaat na haar pakkende openingszin ‘Dokter, ik zou wel eens
tie, gaan in hun artikel in op de Quickscan, een arbeidsgerichte
willen uitslapen…’ in op de specifieke groep van de spondyl-
vorm van snelle multidisciplinaire screening.
artopathieën. Zij wijst op het belang van kennis betreffende
Het nummer wordt afgesloten met bijdragen van onze colum-
deze aandoening gezien het feit dat vroegtijdige herkenning en
nisten M.J. Reinders en mw. C. van Erp.
verwijzing ernstige schade kan voorkomen. Binnenkort wordt in het KG een start gemaakt met een hernia-
Als je kijkt naar de verscheidenheid aan therapieën die wor-
centrum met als belangrijkste doel de zorg voor deze categorie
den aangeboden als het gaat om lage rugklachten, moge het
patiënten te optimaliseren. M. Weisfelt, J.A.M. Kuster en D.
duidelijk zijn dat we de kern van die klachten nog altijd niet
van den Wijngaard, alledrie in het KG werkzaam als neuro-
helemaal doorgronden. Hopelijk krijgt u met het lezen van dit
loog, bespreken in hun artikel de klinische verschijnselen en de
themanummer een iets genuanceerder beeld van dit veel voor-
behandelmogelijkheden van de hernia nucleï pulposi. Ook ge-
komende probleem.
ven ze alvast een toelichting op het nieuw te starten centrum. In het artikel ‘Scoliose bij kinderen’ vertelt B.J. van Royen,
Dank aan alle auteurs die hebben meegewerkt aan het tot
hoogleraar orthopedie en orthopedisch chirurg in het VU-me-
stand komen van dit nummer.
disch centrum, puntsgewijs en zeer helder over het hoe, wat en waarom van orthopedische behandelmogelijkheden in geval
Namens de redactie,
van een scoliose bij kinderen met een progressieve spierziekte. ‘Ik doe al jaren oefeningen, maar het helpt niets!’ Een veel-
Esther Keijser, revaliedatiearts
gehoorde uitspraak in de spreekkamer van menig arts. Het
themaredacteur
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
97
Inhoud
Vooraf
97
• Radiologische beeldvorming bij rugklachten
J.M. Bisselink
99
• ‘Dokter, ik zou wel eens willen uitslapen…’
Over spondylartropathieën
H.D. Boom
103
• Start herniacentrum in het Kennemer Gasthuis
M. Weisfelt, J.A.M. Kuster en D. van den Wijngaard
105
• Scoliose bij kinderen
B.J. van Royen
107
• Stabiliteitstraining: herstel van een verstoord motorisch programma
C.J. Bos en D.J. van Groenewoud
109
• Psychologische interventies bij chronische rugklachten
J. Niezen
113
• Anesthesiologische pijnbestrijding bij wervelkolomgerelateerde pijn
D.C.A.A. de Vries
117
• TLIF: een alternatieve spondylodesetechniek
J.J. Schrik
123
• Arbeidsgerichte revalidatie bij rugklachten
M. van Dormolen en M. Kroon
126
• Onstandvastigheid als deugd (column)
M.J. Reinders
130
• De bezetblik (column)
98
C. van Erp
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
131
J.M. Bisselink
Radiologische beeldvorming bij rugklachten Inleiding
nulus fibrosis) van de tussenwervelschijf
modulerende therapieën verklaren. Een
Rugklachten zijn een veel voorkomend
waardoor de zachte inhoud naar buiten
voorbeeld hiervan is de in het KG toege-
probleem. Ze bestaan vaak uit pijn
kan stulpen en door druk myelum of
paste PLDD-behandeling (Percutane La-
en/of uitval van functie. Zo’n 60-90%
wortels kan beschadigen of irriteren
serDiscusDecompressie, een laserbehan-
van de Nederlandse bevolking ondergaat
(hernia nuclei pulposi, HNP). Verder kan
deling voor HNP). De combinatie van de
in zijn leven een of meerdere periode(s)
hypertrofie ten gevolge van degeneratie
hierbij gebruikte corticosteroïdeninjectie
van rugpijn. Hierdoor leveren rugklach-
leiden tot vernauwing van het wervelka-
en vrijgekomen hitte die denaturatie
ten een aanzienlijke bijdrage aan de
naal of benige compressie (facetartrose,
van ontstekingsmediatoren zou geven,
totale medische consumptie en kosten.
ligamentum flavum-hypertrofie). Ook
kunnen een directe verlichting van de
Deze bestedingen nemen nog steeds
dit kan weer leiden tot beschadiging of
pijnklachten bewerkstelligen.
toe. In de VS bijvoorbeeld verviervou-
irritatie van myelum of wortels.
Bij verreweg de meeste rugklach-
digde het aantal MRI’s met betrekking
Voorts kan destructie van deze structu-
ten (95%) wordt nooit een duidelijke
tot rugproblemen in de afgelopen jaren.
ren optreden, bijvoorbeeld door trauma,
oorzaak gevonden, ook al zou men
Hiermee verdubbelden de kosten voor
osteoporose, infectie (spondylodiscitis)
uitgebreid onderzoek doen. Dit betreft
de diagnostiek van rugklachten. Ook het
of maligniteit.
dus aspecifieke rugklachten. Bovendien
ziekteverzuim vanwege deze klachten is
Ernstige en/of langdurige compressie
hebben veel bij diagnostiek gevonden
groot. De maatschappelijke kosten zijn
van myelum en wortels door een van
afwijkingen geen of slechts een minimale
hierdoor nog eens ongeveer een tien-
deze ziekteprocessen kan leiden tot
associatie met pijn. Denk hierbij aan
voud van de medische kosten.[1]
uitval van functie. Wanneer er afwij-
spondylolysis, Schmorlse nodi, lumbali-
In dit artikel wordt kort ingegaan op
kingen zijn op de beeldvorming, is er
satie/sacralisatie en spina bifida occulta
enkele mogelijke oorzaken van rugklach-
vaak een duidelijke relatie tussen uitval
(ongesloten boog). Ook degeneratie en
ten en aangegeven wanneer diagnostiek
en de plaats waar de compressie zich
discopathie zijn niet sterk geassocieerd
naar de oorzaak is aangewezen. Ten
bevindt. Bij pijnklachten is er een minder
met rugklachten. Illustratief hiervoor
slotte zal wat langer worden stilgestaan
goed causaal verband met de zichtbare
is dat degeneratieve afwijkingen op
bij de voor- en nadelen van de drie
afwijkingen. Pijn kan bij infectie of frac-
röntgenfoto’s in de hele populatie blijven
meest gebruikte radiologische technie-
tuur relatief makkelijk verklaard worden.
toenemen met de leeftijd. De piek van
ken hierbij.
Bij HNP echter, toch een van de meest
rugklachten ligt echter niet op hoge leef-
bekende aandoeningen, is de relatie tus-
tijd maar rond de 40-50 jaar.
Oorzaken
sen de compressie op de wortel en pijn
Gelukkig is het natuurlijk beloop van
Alle anatomische structuren van de wer-
niet zo eenduidig. Dit wordt geïllustreerd
aspecifieke rugklachten mild; bij de
velkolom kunnen bij rugklachten betrok-
door de waarneming dat bij een groot
meeste mensen zijn de klachten na
ken zijn: wervels, de tussenwervelschijf,
aantal mensen bij toeval een HNP wordt
enkele maanden verdwenen. Zelfs bij de
het myelum, de cauda en de wortels,
ontdekt zonder dat ze hiervan pijnklach-
meest voorkomende specifieke oorzaak,
steunweefsels/ligamenten, spieren en
ten hebben. De laatste jaren wordt de
de HNP, geldt hetzelfde: een jaar na het
facetgewrichten. Klachten kunnen ont-
oorzaak van pijn naast compressie mede
begin van de klachten zijn de meeste
staan door aantasting van de normale
gezocht in een bijkomende ontstekings-
mensen weer van hun klachten af, of
anatomische verhoudingen van deze
reactie van wortels en zenuwen. Zo
ze nu behandeld zijn of niet. Gemiddeld
structuren. Degeneratie kan bijvoorbeeld
kunnen bij symptomatische patiënten
nemen bij een behandeling de klachten
leiden tot een scheur in het kapsel (an-
met HNP na verloop van tijd zonder
wel eerder af.[2]
afname van de zichtbare compressie J.M. Bisselink werkt als aios radiologie in het
wel de klachten afnemen. Verder kan dit
KG. Contact via e-mail:
[email protected].
ook de werkzaamheid van ontstekings-
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
99
Red flags in de radiodiagnostiek van rugklachten • Debuut rugklachten optredend voor het 20e of na het 55e jaar. • Trauma. • Constante progressieve rugpijn. • Maligne aandoening in de voorgeschiedenis. • Langdurig gebruik van corticosteroïden. • Drugsgebruik, immunosuppressie, hiv. • (Regelmatig) algemene malaise. • Onverklaard gewichtsverlies. • Neurologische uitval (motorische uitval, sensibiliteitsstoornissen en/of mictiestoornissen). • Lumbale kyfose en/of verstreken lumbale lordose. • Infectieuze aandoening. Figuur 2. CT-LWK. Voorbeeld van de Tabel 1.
driedimensionale mogelijkheden van CT. Inzakkingsfractuur dekplaat L5 ventraal,
Onderzoek bij rugklachten
Om echter de overmaat van diagnos-
Het routinematig aanvragen van beeld-
tiek enigszins te beperken, zijn er onder
vormende onderzoeken bij rugklachten
andere door het CBO richtlijnen ontwik-
Nadelen worden bepaald door het
is bewezen inefficiënt.[3] Toch wordt er
keld. Hierbij wordt gebruikgemaakt van
beperkte aantal densiteiten en door
nog steeds veel onderzoek verricht, niet
zogenoemde red flags. Aanwezigheid
gebrek aan driedimensionale informatie.
in de laatste plaats door de verwach-
van deze omstandigheden verhoogt
Zo is de X-LWK slecht in het aantonen
tingen van de patiënt: ca 80% geeft
de a priori kans op het vinden van een
van botdestructie door tumorinfiltratie.
aan beeldvorming te willen ondergaan
belangrijke oorzaak voor de klachten
Tumorinfiltratie is pas zichtbaar bij meer
als de keuze gegeven wordt. Uiteraard
(tabel 1).
dan 50% botdestructie. Verder is er
is het voor de dokter zaak om ernstige
stabiel.
geen contrast tussen de afzonderlijke
aandoeningen als maligniteit of spondy-
Indien men zich aan deze regels houdt,
weke delen: uitbreiding van infectie rond
lodiscitis op het spoor te kunnen komen.
kan men de positief voorspellende
een discus is slecht zichtbaar. Er is ook
waarde van het diagnostisch onderzoek
geen informatie over compressie op de
verhogen. Uiteraard moet een onder-
wortels of het myelum.
zoek ook voldoende sensitief zijn in het
De indicaties zijn met name die, waarbij
opsporen van de aandoeningen.
beoordeling van contouren van wervels
Hieronder worden de drie meest ge-
voldoende is. Denk hierbij aan aangebo-
bruikte radiologische technieken, de
ren afwijkingen, traumata of osteoporo-
X-WK, CT-WK en MRI-WK besproken.
tische inzakkingsfracturen. Ook kan de
Hierbij zal worden ingegaan op voor- en
X-LWK gebruikt worden om een situatie
nadelen van de respectievelijke onder-
die van andere beeldvorming bekend is
zoeken en de indicaties.
te vervolgen.
X-LWK
CT-WK
Dit betreft een röntgenopname van de
Hierbij wordt door een ronddraaiende
lumbale wervelkolom, in principe voor-
röntgenbuis en een detector een volume
achterwaarts en lateraal. Op standaard
gescand. Hierdoor ontstaat niet alleen
röntgenopnames zijn in principe vier
een driedimensionaal beeld, maar is het
verschillende densiteiten zichtbaar: bot/
ook mogelijk meer densiteitsverschillen/
metaal, vet, lucht en weke delen. Met
grijstinten te verkrijgen waardoor het
name de contouren van het bot kunnen
contrast tussen verschillende weefsels
op deze opnames goed worden beoor-
groter is.
deeld. Ook kan de hoogte van de tussen-
Deze techniek is eveneens snel en relatief
wervelruimte een indicatie geven over
makkelijk toegankelijk. Verder zijn er
Figuur 1. X-LWK. Hemisacralisatie L5
de status van de discus.
goede 3D-beeldbewerkingsmogelijkheden
links (cirkel), rechts normale processus
Voordelen van deze techniek zijn dat
in alle gewenste richtingen. Met name
tranversus. Dit is een normaalvariant
deze snel en goedkoop is en weinig stra-
de botstructuren kunnen hierdoor goed
zonder correlatie met pijnklachten.
lingsbelasting geeft.
beoordeeld worden. Ten opzichte van
100
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
de conventionele röntgenfoto is er al meer te zeggen over de weke delen. In combinatie met een contrastmiddel in de extradurale ruimte (myelografie) is een CT-WK bijvoorbeeld even goed als MRI in het aantonen van een HNP. Het wekedelencontrast is echter niet optimaal. Voor aantonen van een beginnende infectie van de wervels is CT niet goed geschikt. Ook het beenmerg zelf kan niet goed worden beoordeeld. Tumorinfiltratie zonder ernstige botdestructie kan Figuur 3. MRI-LWK, T2 TSE. Normale
hierdoor niet worden aangetoond. Verder
situatie met open neuroforamina en
geeft het onderzoek een aanzienlijke
wortels die afzonderlijk zichtbaar zijn in
stralingsdosis.
de duraalzak.
De indicaties zijn met name beeldvorming bij trauma of het vaststellen van ossale anatomie. Ook in situaties waarbij MRI niet mogelijk is, kan CT een uitkomst bieden. MRI-WK De werking berust op verschil in relaxatie in verschillende weefsels van door een elektromagnetische puls aangeslagen protonen in een magnetisch veld. Via een ingewikkelde techniek worden hier beelden uit geconstrueerd. Er zijn meerdere sequenties mogelijk die allemaal een
Figuur 4. MRI-LWK, T2 TSE. Kanaalver-
ander weefselcontrast hebben. Verder is
nauwing door facetarthrose; de afzon-
er een aantal hulpmiddelen om bepaalde
derlijke wortels zijn niet meer zichtbaar.
weefsels te onderdrukken of bijvoorbeeld snellere beeldacquisitie te krijgen. Hier volgt een aantal veel gebruikte sequenties: - T1: De volgende weefsels van de wervelkolom geven een hoog signaal(wit) op
Figuur 6. MRI-LWK,T1-TSE. Wervelkolom
de foto:
bij patiënt met M. Kahler. Naast normaal
. vet (dus ook volwassen beenmerg);
vettig beenmerg (lichtgrijs) ook gebieden
. bloed of eiwitrijke vloeistof;
met laag signaal (donkergrijs) in verschil-
. gadolineum: door dit contrastmiddel
lende corpora (pijlen). Dit is beenmerg
zijn vasculaire structuren of plekken
infiltratie door het multipel myeloom. De
met hyperemie (tumor, infectie) goed
röntgenopname bij deze patiënt toonde
zichtbaar.
hier geen afwijkingen. Verder een wig
Dek- en sluitplaten bestaan uit dens cor-
vormige inzakkingsfractuur L2.
ticaal bot met weinig protonen; deze zijn Figuur 5. MRI-LWK, T2 TSE. Links para-
zwart op de foto.
- Vetsuppressie (SPIR/STIR)-technieken
mediane HNP met compressie op de uit-
- T2: Bij deze sequentie geeft naast
worden gebruikt om vocht/oedeem of
tredende wortel en de duraalzak (cirkel);
vet ook vocht een hoog signaal. Hier-
aankleuring beter zichtbaar te maken.
ook hier zijn de afzonderlijke wortels
door zijn bijvoorbeeld de wortels of het
Voordelen van MR-onderzoek zijn dus
niet meer zichtbaar. Als toevalsbevinding
uitpuilen van een discus in de liquor goed
het uitstekende contrast in weke delen.
een gebied van hoge signaalintensiteit in
zichtbaar. Ook oedeem in het myelum of
Hiermee is het een goed onderzoek voor
wervelcorpus, waarschijnlijk hemangioom
vochtcollecties/abcessen geven een hoog
het afbeelden van wortels, myelum en
(pijl).
signaal.
beenmerg.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
101
Nadelen zijn dat kalk/bot niet altijd goed
voor beeldbewerking achteraf in vergelij-
Met dank aan A. Spilt voor zijn correcties
zichtbaar zijn. Een scan is een langdurig
king met de CT.
en aan mw. F. de Korte en E. Scholten
onderzoek, vaak meer dan 30 minu-
Indicaties voor MRI zijn onder andere
voor de geleverde beeldvorming.
ten. Dit heeft niet alleen invloed op de
HNP, tumor en/of beenmerginfiltratie,
kosten; omdat er lange sampling is per
afwijkingen aan het myelum en infectie.
Referenties 1. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheids-
image is de techniek gevoelig voor bewegingsartefacten. Het (lange) verblijf in
Conclusie
een tunnel geeft verder vaak aanleiding
Rugklachten kennen vele oorzaken. Het
tot claustrofobie. De sterke magnetische
is van belang om belangrijke oorzaken
velden kunnen ongewenste cirkelstroom-
op te sporen en overbodig onderzoek te
pjes opwekken in pacemakers. Verder
beperken. Dit kan door goede indicatie-
kan aanwezigheid van (para)magnetisch
stelling van onderzoek op basis van red
materiaal als protheses aanleiding geven
flags.
tot artefacten. Een relatief nadeel is dat
Elk onderzoek heeft eigen voor- en
het scanvlak (coronaal, transversaal
nadelen. Voor de meeste belangrijke
strategies for low-back pain: systema-
enzovoort) van tevoren bepaald moet
indicaties is MRI-onderzoek echter
tic review and meta-analysis. Lancet
worden. Er zijn minder mogelijkheden
superieur.
2009;373:463–72.
102
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
zorg. Richtlijn aspecifieke rugklachten. Utrecht: CBO, 2003. 2. Peul WC, van Houwelingen HC, van den Hout WB, et al. Leiden-The Hague Spine Intervention Prognostic Study Group. Surgery versus prolonged conservative treatment for sciatica. N Engl J Med 2007;356(22):2245-56. 3. Chou R, Fu R, Carrino JA, Deyo RA. Imaging
H.D. Boom
‘Dokter, ik zou wel eens willen uitslapen…’
Over spondylartropathieën Inleiding
erbij betrokken kunnen zijn (niet obligaat), namelijk:
Chronische inflammatoire lage rugklachten zijn de
- axiale betrokkenheid: sacro-iliitis, artritis in axiale
hoeksteen van een groep ziektebeelden die we spondyl-
gewrichten (schouders/heupen) en thoracale pijn
artropathieën (SpA) noemen. De spondylitis ankylopoe-
door artritis sterno-claviculair, manubrio-sternaal en
tica, ook wel morbus Bechterew genoemd, is hier het prototype van. De prevalentie van SpA wordt geschat op 1% van de Kaukasische bevolking en is daarmee gelijk aan de prevalentie van reumatoïde artritis! Vanwege patiënt- en doktersdelay wordt de juiste diagnose vaak pas 5-10 jaar na het begin van de klachten gesteld [1,2] waardoor er meer kans is op ernstige deformatie, verstijving van de wervelkolom en het niet
sternocostaal; - perifere artritis, met name aan de onderste extre miteiten; - dactylitis (‘worstvinger of -teen’ door artritis en tenosynovitis); - enthesiopathie, vooral aan de achillispezen en fascia plantaris; - extra-articulaire kenmerken, zoals acute uveïtis ante-
onderkennen van extra-articulaire manifestaties die bij
rior, psoriasis en inflammatoire darmziekten
dit ziektebeeld kunnen voorkomen. Het vroeg herken-
(M. Crohn en colitis ulcerosa).
nen van inflammatoire rugklachten is dus van belang voor tijdige verwijzing naar de reumatoloog.
Spondylitis ankylopoetica (M. Bechterew) Obligaat voor de diagnose Bechterew is sacro-iliitis, wat
Spondylartropathieën
zich uit in chronische inflammatoire lage rugklachten.
Tot de spondylartropathieën behoren reactieve artritis,
Onder inflammatoire rugklachten verstaan we ochtend-
artritis psoriatica, artritis bij chronische inflammatoire
stijfheid (>30 min.), rugklachten die ontstaan voor het
darmziekten, een subgroep van chronische idiopathi-
40e levensjaar en die verbeteren met bewegen. Het
sche juvenile artritis, ongedifferentieerde spondylartro-
beloop is vaak met remissies en exacerbaties. NSAID’s
pathie en spondylitis ankylopoetica. Deze groepen ken-
geven meestal een sterke verbetering van de pijn en het
merken zich door een aantal klinische symptomen die
verdwijnen van de ochtendstijfheid. 85-90% van de patiënten is positief voor het HLA-B27antigeen (8-12% van de gewone Kaukasische bevolking
Ongedifferentieerde SpA Juveniele SpA
heeft dit antigeen ook).[3] De ontstekingsparameters zijn slechts bij 40% van de patiënten verhoogd, ondanks
Artritis psoriatca
Bechterew Artritis bij Crohn/colitis ulcerosa
Reactieve artritis
duidelijke activiteit van de ziekte. Naast inflammatie met als gevolg erosies in het bot, kenmerkt de ziekte van Bechterew zich ook door botnieuwvorming. Dit treedt voornamelijk op in de wervelkolom in
Acute uveitis anterior
de vorm van syndesmofyten. De relatie tussen inflammatie en botnieuwvorming is nog onduidelijk. Op grond van recente MRI-studies en oudere pathologiestudies is er een hypothese die zegt dat structurele schade in twee stappen ontstaat. Stap 1: inflammatie, veroorzaakt erosies; deze botdefecten worden dan opgevuld met fibreus bindweef-
Figuur 1. Groep van spondylartropathieën.
sel. Stap 2 is de verbening van dit bindweefsel. Als deze hypothese waar is, zou er geen verbening ontstaan indien
Mw. H.D. Boom werkt als reumatoloog in het SZ. Contact via e-mail: hdboom@
inflammatie voorkomen kan worden. Dit benadrukt het
spaarneziekenhuis.nl.
belang van vroege diagnostiek en behandeling.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
103
de behandeling. Naast symptoombestrijding, zijn er aanwijzingen dat continu NSAID-gebruik syndes mofytvorming in de wervelkolom kan tegengaan.[7] Het is nog onduidelijk of dit kan worden verklaard door vermindering van inflammatie of door directe inhibitie van osteoblastenactiviteit door prostaglandineremming. Bij ongeveer 20% van de patiënten met Bechterew blijft de ziekte actief ondanks adequate chronische behandeling met NSAID’s. Deze patiënten komen in aanmerking voor anti-TNF-behandeling. De 3 bekende anti-TNF-middelen infliximab, etanercept en adaliFiguur 2. X-SI-gewrichten met sacro-iliitis beiderzijds
mumab zijn alle geregistreerd en effectief bij actieve M.
met erosies.
Bechterew.[8,9,10] Daarbij is, naast snelle verbetering van symptomen, ook duidelijke vermindering van acute inflammatie in de SI-gewrichten en de wervelkolom aangetoond met MRI. Als met name perifere manifestaties zoals artritis en enthesitis overwegen, is de DMARD sulfasalazine- en bij falen hiervan anti-TNF-therapie geïndiceerd.[11] Referenties 1. Calin A , Taurog JD, The Spondylarthrides. Oxford: Oxford University Press, 1998. 2. Feldtkeller E, Khan MA, Heijde D, et al. Age at disease onset and diagnosis delay in HLA-B27 negative vs. positive patients with ankylosing spondylitis. Rheumatol Int 2003;23:61-6. 3. Brewerton DA, Hart FD, Nicholls A, et al. Ankylosing spondylitis and HLA-27, Lancet 1973;i:904-7. 4. Chen J, Liu C. Sulfasalazine for ankylosing spondylitis. Cochrane Database Syst Rev 2005(2):CD004800. 5. Chen J, Liu C: methotrexate for ankylosing spondylitis, Cochrane Database Syst Rev 2004, (3):CD004524 6. Haibel H, Rudwaleit M, Braun J, et al. Six months open label trial of leflunomide in active ankylosing spondylitis. Ann Rheum Dis 2005;64:124-6. 7. Wanders A, Heijde D, Landewe R, et al. Nonsteroidal antiinflammatory drugs reduce radiographic progression in patients with ankylosing spondylitis: a randomized clinical trial. Arthritis Rheum 2005;52:1756-65. 8. Braun J, Brandt J, Listing J, et al. Treatment of active ankylosing spondylitis with infliximab: a randomised controlled multicentre trial. Lancet 2002;359:1187-93. 9. Davis JC Jr, Heijde D, Braun J, et al. Recombinant human tumor necrosis factor receptor (etanercept) for treating ankylosing spondylitis: a randomised, controlled trial. Arthritis
Figuur 3. X-LWK met overbruggende syndesmofyten/ squaring: vorming van de bamboo spine.
Behandeling van spondylitis ankylopoetica Fysiotherapie en patiënteneducatie zijn de belangrijkste middelen om houdingsafwijkingen te voorkomen en mobiliteit te behouden.
adalimumab in patients with ankylosing spondylitis: results of a multicenter, randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Arthritis Rheum 2006;54:2136-46. 11. Zochling J, Heijde D, Burgos-Vargas R, et al, ‘ASsessment in AS’ international working Group; European League Against Rheumatism. ASAS/EULAR recommendations for
Op medicamenteus gebied zijn bij de axiale manifes-
the management of ankylosing spondylitis. Ann Rheum Dis
taties alleen NSAID’s en anti-TNF-therapie effectief
2006;65:442-52.
gebleken. NSAID’s zijn nog steeds de hoeksteen van
104
Rheum 2003;48:3230-6. 10. Heijde D, Kivitz A, Schiff MH, et al. Efficacy and safety of
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
M. Weisfelt, J.A.M. Kuster en D. van den Wijngaard
Start herniacentrum in het Kennemer Gasthuis Inleiding
belang. Welke wortel er in het geding
blijkt 68% blijkens de MRI een zenuw-
Klachten door een lumbosacrale hernia
is, valt vaak goed aan te geven op basis
wortelcompressie door een discusher-
nucleï pulposi (HNP, of kortweg hernia)
van het dermatoom waarin de pijn
nia te hebben.[2] Dit is dus de meest
komen veel voor. In Nederland wordt het
uitstraalt, het patroon van het eventuele
voorkomende, maar bij lange na niet de
aantal bezoeken aan de huisarts wegens
krachtsverlies, de gevoelsstoornissen
enige verklaring voor een LRS. Andere
uitstralende pijn in het been geschat op
en de reflexen.[1] Heeft men eenmaal
specifieke oorzaken zijn een wervel- of
200.000 per jaar.[1] Het is een be-
vastgesteld welke wortel is aangedaan,
leptomeningeale metastase, spondylo-
langrijke oorzaak van werkverzuim en
dan is men vrij zeker van het niveau van
discitis of neuroborreliose. Veel van de
daarom niet alleen medisch, maar ook
de hernia.
bij anamnese en lichamelijk onderzoek
sociaal-maatschappelijk van groot be-
verkregen gegevens zijn weinig specifiek
lang. Om de zorg voor deze belangrijke
Aanvullend onderzoek
of komen slechts bij een klein deel van
patiëntencategorie te optimaliseren, zijn
De kans dat een patiënt tussen de 25 en
de patiënten voor. De belangrijkste indi-
wij voornemens in het KG binnenkort te
50 jaar met radiculaire pijn in een been
catoren voor een lumbosacraal radiculair
starten met een herniapoli.
(lumbosacraal radiculair syndroom; LRS)
syndroom met een op de MRI zichtbare
en rugpijn iets anders heeft dan een her-
zenuwcompressie staan vermeld in tabel
Klinische verschijnselen
nia is erg klein. Er is bij zo’n patiënt dan
1. Hierbij valt op dat de anamnese het
De centrale klacht bij HNP is pijn laag in
ook in eerste instantie geen noodzaak
leeuwendeel van de diagnostische infor-
de rug (lumbago) uitstralend naar één
voor aanvullend onderzoek, temeer daar
matie verschaft en dat het lichamelijk
been (ischialgie), of vaker nog: alleen
de initiële behandeling bij een hernia
onderzoek weinig toevoegt.[2]
pijn in een been met in de voorgeschie-
niet afhangt van de bevindingen bij aan-
denis (intermitterend) lage rugpijn.[1]
vullend onderzoek.[1] Bij verdenking op
De behandeling
De pijn in het been staat meestal op de
een hogere radiculopathie (L1-L3) valt
Omdat pijn bij LRS centraal staat, is
voorgrond. Typisch voor een radiculaire
aanvullend onderzoek in een vroeger
adequate pijnstilling aangewezen. Meer
pijn is de lokalisatie in een dermatoom
stadium te overwegen, aangezien een
dan symptoomverlichting kan met anal-
en de toename van de beenpijn bij
hernia op deze niveaus veel zeldzamer
getische en anti-inflammatoire genees-
drukverhogende momenten (hoesten,
is. Men moet wel alert zijn op de aanwe-
middelen niet worden bereikt, zodat er
niezen, persen) en bij bewegingen waar-
zigheid van waarschuwingssignalen (red
weinig argumenten zijn om van het me-
bij de wortel nog meer gerekt of belast
flags) zoals een bekende maligniteit in
dicatieschema van de WHO-pijnladder af
wordt. In de acute fase zijn houding en
de voorgeschiedenis, gebruik van corti-
te wijken. Gebruik van spierverslappers
beweging van de patiënt vaak gestoord
costeroïden, leeftijd jonger dan 20 of ou-
heeft waarschijnlijk geen meerwaarde,
waardoor deze fors beperkt wordt in
der dan 50 jaar, recent trauma of koorts,
maar hypnotica kunnen zinvol zijn bij
zijn/haar activiteiten. Bij onderzoek
als patiënt immuungecompromitteerd is
een door pijn gestoorde slaap.[2]
is er meestal een verstreken lumbale
of uitvalsverschijnselen heeft.[1,2]
15 jaar geleden was bedrust nog de meest gebruikte therapie voor LRS. Na-
lordose met fixatie van de wervelkolom
dat twee gerandomiseerde onderzoeken
toire scoliose. Om een radiculaire genese
Oorzaken van het lumbosacrale radiculaire syndroom
van pijn in het been aannemelijker te
Een belangrijke taak van de neuroloog
ling lieten zien, is deze grotendeels in
maken, is de proef van Lasègue van
is het vaststellen van de oorzaak, al-
onbruik geraakt. Overigens kan bedrust
lereerst omdat bepaalde oorzaken om
wel nuttig zijn als het zorgt voor tijde-
een specifieke behandeling vragen en
lijke symptoomverlichting.[2,3]
gaard werken als n euroloog in het KG. Contact
ten tweede omdat de patiënt dit vaak
Voor veel conservatieve behandelingen
via e-mail:
[email protected].
verlangt. Van alle patiënten met een LRS
ontbreken adequate trials. Bij een drietal
bij vooroverbuigen en/of een compensa-
M. Weisfelt, J.A.M. Kuster en D. van den Wijn-
geen meerwaarde van deze behande-
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
105
Referenties 1. Hijdra A, Koudstaal PJ, Roos RAC. Neurologie. Wetenschappelijke uitgeverij Bunge, 1994: 433-7. 2. Vroomen PCAJ. Het lumbosacrale radiculaire syndroom (LRS). Biemond cursus 2008, Therapie in de neurologie; 93-8. 3. Vroomen PC, de Krom MC, Wilmink JT, Kester AD, Knottnerus JA. Lack of effectiveness of bed rest for sciatica. N Eng J Med 1999; 340: 418-23. 4. Peul WC, van Houwelingen HC, van de Hout, et al. Surgery versus prolonged conservative treatment for sciatica. N Eng J Med 2007; 356: 2245-56. Tabel 1 behandelingen bestaan enige aanwijzingen voor werkzaamheid: fysiotherapeutische begeleiding (met name bij langdurige klachten met functionele beperkingen), manuele therapie/manipulatie en epidurale steroïdinjecties/ wortelblokkade.[2] Bij een deel van de patiënten met LRS en zenuwcompressie wordt operatieve interventie overwogen. Recent werd een Nederlandse studie gepubliceerd waarin de uitkomsten van snelle operatie werden vergeleken met die van een in opzet conservatief beleid. Ofschoon tus-
Tabel overgenomen 1. Tabel overgenomen van Vroomen, referentie Tabel van Vroomen, referentie 2. 2.
sen deze patiëntengroepen na een half
ledige diagnostiek tot en met een daarop
tiek (meestal MRI-scan van de lumbale
jaar (en na een jaar) geen verschil werd
gebaseerd behandeladvies te geven. Het
wervelkolom) plaats. Aansluitend worden
gevonden, was de chirurgische groep ge-
centrum is bedoeld voor mensen met
de uitslagen besproken en wordt een
middeld veel eerder klachtenvrij.[3] Het
minimaal 4-6 weken uitstralende pijn
behandelvoorstel gedaan. Wij bieden een
beleid richting neurochirurgisch ingrijpen
passend bij een LRS en is nadrukkelijk
uitgebreid pakket aan passende behan-
hangt dus in belangrijke mate af van de
niet bedoeld voor patiënten met slechts
delingsmogelijkheden, waaronder PLDD-
levensomstandigheden en de wensen
(acute of chronische) lage rugklachten.
behandeling, wortelblokkade, verwijzing
van de patiënt, en blijft maatwerk.
Verwijzing naar het herniacentrum is
naar de neurochirurg, revalidatiearts,
Een nieuwe ontwikkeling in de behan-
evenmin aangewezen bij patiënten met
fysiotherapeut of de pijnpoli. We hopen
deling van patiënten met een LRS is
de hiervoor beschreven red flags, omdat
hiermee de zorg voor deze belangrijk
de percutane laserdiscusdecompressie
hiervoor (soms met spoed) andere
groep patiënten te verbeteren en de
(PLDD) die onder andere in het Kenne-
diagnostiek nodig kan zijn. Ook bij
behandeling optimaal op de individuele
mer Gasthuis plaatsvindt. Hierbij wordt
uitvalsverschijnselen (bijvoorbeeld cau-
patiënt toe te snijden.
middels een laser de uitstulpende discus
dasyndroom, ernstige paresen (kracht
Referenties
behandeld om schrompeling en vermin-
MRC< graad 4) of ernstige mictiestoor-
1. Hijdra A, Koudstaal PJ, Roos RAC. Neuro-
derde druk te bereiken. Deze behande-
nissen) is het zaak rechtstreeks te over-
ling kan poliklinisch plaatsvinden en de
leggen met de dienstdoende neuroloog.
eerste resultaten zijn veelbelovend. Een
Na verwijzing door de huisarts en voor-
Nederlandse studie waarin de resultaten
afgaand aan de komst van de patiënt
van PLDD en chirurgische behandeling
overlegt een medewerker van ons team
met elkaar worden vergeleken, zal bin-
met de patiënt. Zo denken we een opti-
nenkort van start gaan.
male planning te maken van de noodzakelijke diagnostiek en kan bijvoorbeeld
logie. Wetenschappelijke uitgeverij Bunge, 1994:433-7. 2. Vroomen PCAJ. Het lumbosacrale radiculaire syndroom (LRS). Biemond cursus 2008, Therapie in de neurologie:93-8. 3. Vroomen PC, de Krom MC, Wilmink JT, Kester AD, Knottnerus JA. Lack of effectiveness of bed rest for sciatica. N Eng J Med 1999; 340:418-23.
Herniacentrum
de MRI reeds worden afgesproken.
Binnenkort starten wij in het Kennemer
Op de herniapoli wordt de patiënt in
Hout, et al. Surgery versus prolonged
Gasthuis een herniacentrum. Dit cen-
dagbehandeling gezien door de neuro-
conservative treatment for sciatica. N Eng
trum beoogt patiënten met een LRS in
loog en een gespecialiseerde fysiothe-
J Med 2007;356:2245-56.
de setting van een dagbehandeling vol-
rapeut en vindt aanvullende diagnos-
106
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
4. Peul WC, van Houwelingen HC, van de
3
B.J. van Royen
Scoliose bij kinderen
Inleiding Een scoliose, oftewel een kromme rug,
Wat is een normale groei van de rug?
is een veel voorkomend verschijnsel
De mens groeit het snelst als embryo in
bij kinderen met een spierziekte. Bij
de baarmoeder en in het eerste levens-
kinderen met bepaalde spierziekten kan
jaar. Tussen de leeftijd van 4 en 10 jaar
een scoliose door toename van spier-
neemt de lengte stabiel toe; de romp
krachtverlies soms al op jonge leeftijd
groeit in deze periode ongeveer 10 cm.
ontstaan. Daardoor is soms een opera-
Tijdens de puberteit groeit de romp nog
tieve correctie nodig als een kind nog
20 cm. Deze toename wordt gemeten
volop in de groei is. In Nederland wordt
van de billen tot en met het hoofd, we
dan meestal gekozen voor een techniek
noemen dat de zithoogte. De 24 wervels
waarbij de rug nog kan doorgroeien,
van de rug groeien in die periode onge-
zonder dat hiervoor extra operaties
veer 23 cm. Per wervel is dat ongeveer
nodig zijn.
0,07 cm per jaar.
Wat is een scoliose-operatie? Bij een scoliose-operatie wordt de rug
Wat gebeurt er met de groei van de rug na een spondylodese?
met behulp van twee metalen staven
Doordat de wervels bij een spondylodese
aan de achterkant rechtgezet. Door er
aan elkaar groeien, stopt hun groei. Bij
bot bij te leggen, ontstaat een spondy-
scoliose-operaties wordt de rug zo recht
lodese, een stijve rug door vastgroeien
mogelijk gemaakt, wat weer lengtewinst
van de wervels. Zo kan de rug niet
voor de rug geeft. Vuistregel: bij een
verder kromgroeien.
operatie op de leeftijd vanaf 12 jaar (bij meisjes) en 13 jaar (voor jongens)
Wat is een spondylodese?
betekent dit dat de restgroei die dan
Spondylodese is het laten vergroeien
stopt gelijk is aan de lengtewinst door
van de rug tot de wervels aan elkaar
het rechtzetten van de rug. Voor jongere
gegroeid zijn. Er ontstaat zo een stuk
kinderen betekent het dat de rug uitein-
stevig bot. Deze techniek wordt gebruikt
delijk minder lang wordt dan bij de na-
Figuur 1. Röntgenfoto van een meisje
bij alle rugoperaties om de afwijkende
tuurlijke groei het geval zou zijn. Bij een
van 10 jaar met ernstige scoliose op
wervels aan elkaar te laten groeien. Bij
operatie op een leeftijd tussen 10 en 12
basis van een spierziekte.
scoliose-operaties wordt een spondy-
tot 13 jaar scheelt het uiteindelijk maar
lodese toegepast op een lang traject
heel weinig en heeft het geen conse-
geen spondylodese uit te voeren, kan de
van meerdere wervels, om de gehele
quenties. Bij een spondylodese onder de
rug nog blijven groeien. Bij jonge kinde-
verkromming van de wervelkolom te
leeftijd van 10 jaar wordt de groeistop
ren die nog niet in de puberteit zijn, kan
stoppen.
van de rug soms een probleem.
dit een oplossing zijn voor de verminderde groei door een spondylodese.
Zijn er systemen waarbij de groei doorgaat?
Welke groeisystemen zijn er?
Door de wervelkolom recht te zetten met
Er zijn twee basistechnieken beschikbaar
afdeling Orthopedie in het VU medisch centrum
staven waar de wervels langs kunnen
waarop variaties mogelijk zijn. De eerste
Contact via e-mail:
[email protected].
groeien (een soort ‘tramrails’), maar
techniek betreft een soort uitschuif-
Prof. dr. B.J. van Royen is orthopedisch chirurg, opleider orthopedie en hoofd van de
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
107
er ieder halfjaar een kleine operatie – onder volledige narcose – nodig is om de staaf verder uit te schuiven. Bovendien is de staaf alleen aan de boven- en onderkant van de wervelkolom vastgezet, waardoor deze relatief makkelijk kan losbreken. Dan zijn er weer nieuwe operaties nodig. Bij gebruik van deze techniek zijn dus meerdere operaties nodig (minimaal iedere 6 maanden) en treden er relatief vaak complicaties op (zoals slechte wondgenezing, ontsteking of loslaten van staven). De tweede techniek betreft het gebruik van een zogenaamd glijsysteem. Hierbij worden twee parallelle staven met metaaldraad langs de wervels bevestigd, zodat de wervelkolom tijdens de groei langs de staven omlaag kan b ewegen. Hierbij glijden de wervels – als ze groeien – langs de staaf of langs de uit twee stukken bestaande staaf die langzaam langer wordt (als een telescoop). Bij deze methode zijn geen extra operaties nodig. Daarom wordt in Nederland meestal voor deze techniek gekozen.
Hoe lang kan de rug doorgroeien na operatie met een groeisysteem? Hier zijn nog weinig gegevens over. Een enkele studie laat resultaten zien waarbij de romp gemiddeld 8 tot 12 cm is gegroeid over een periode van maximaal
Figuur 3. Twee jaar postoperatief. De
6 jaar. Door de gebruikte techniek gaat
draden zijn naar boven gegleden en op
de verstijving van de rug weliswaar lang-
één plaats zelfs van de staaf af gegle-
zamer dan bij een spondylodese, maar
den.
uiteindelijk stopt hierbij de groei.
Hoe is het met de groei van kinderen met een spierziekte?
Hoe kan ik bepalen wat het beste is voor mijn kind? De keuze voor een scoliose-operatie met
Chronisch zieke kinderen, zoals kinde-
of zonder zogenaamde groeimogelijkhe-
ren met een spierziekte of kinderen die
den is een individuele keuze die bepaald
Figuur 2. Direct postoperatieve rönt-
met een open rug geboren zijn, groeien
wordt door persoonlijke omstandigheden
genfoto na een scoliose-operatie met
beduidend minder goed dan gezonde
en voorkeuren. Om een dergelijke keuze
glijsysteem waarbij de draden over de
kinderen. Ook de rug groeit minder goed
goed te kunnen maken, is overleg met
staven met de groei mee kunnen glijden.
dan normaal en de uiteindelijke com-
een orthopedisch chirurg aan te raden.
plete romplengte is meestal veel korter.
Het is aan te bevelen hiervoor een ver-
staaf (of twee uitschuifstaven) die in de
Het verschil kan oplopen tot meer dan
wijzing te vragen aan de revalidatiearts
rug gezet wordt. Door deze staaf om
10 cm. Ook kinderen met aangeboren
bij wie uw kind onder behandeling is. De
de 6 maanden met een operatie uit te
wervelafwijkingen groeien minder goed.
revalidatiearts zal ook nauw betrokken
schuiven (te verlengen) en daarmee
Hoe meer wervels vervormd zijn, des
zijn bij zowel de voorbereiding als de
de wervelkolom ‘op te krikken’, kan de
te minder de groei. Bij al deze kinderen
zogenaamde nazorg rondom de operatie.
staaf meegroeien met de rug en toch de
is dus veel minder effect te verwachten
rug recht houden. Dit betekent wel dat
van een groeisysteem.
108
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
C.J. Bos en D.J. van Groenewoud
Stabiliteitstraining: herstel van een verstoord motorisch programma Inleiding
als stabiel punt fungeren om bewegingen met de armen
Al jaren worden mensen met aspecifieke lage rugklach-
en benen mogelijk te maken.
ten gezien als een homogene patiëntengroep als we uit-
Het stabiliserende systeem wordt beïnvloed door de in-
gaan van de verschillende richtlijnen. Toch kiezen clinici
teractie tussen drie systemen: het passieve, actieve en
in de dagelijkse praktijk voor diverse behandelmetho-
neurale sturingssysteem.[9] Het passieve systeem be-
den, uitgaande van het feit dat deze groep bestaat uit
staat uit vertebrae, disci intervertebrales, facetgewrich-
verschillende subgroepen. Zeer recent wetenschappe-
ten en ligamenten. Het actieve systeem wordt gevormd
lijk onderzoek heeft de subgroep lumbale segmentale
door het spier- en peesstelsel dat de wervelkolom om-
instabiliteit overtuigend kunnen aantonen.[11]
ringt. Het neurale sturingssysteem bevat het perifere
Lage rugklachten behoren tot de meest voorkomende
en het centrale zenuwstelsel dat het actieve systeem
aandoeningen van het bewegingsapparaat en vormen
aanstuurt en zorgt voor de dynamische stabiliteit.
door het hiermee samenhangende ziekteverzuim een
Deze drie systemen moeten samenwerken om de
belangrijk economisch probleem. Uit schattingen blijkt
krachtgeneratie zo functioneel mogelijk over te bren-
dat 60 tot 90 procent van de bevolking wel eens last
gen. Dit is normaal gesproken een automatisch proces.
heeft gehad van lage rugklachten.[13] De noodzaak
Maar als een van deze systemen niet optimaal werkt,
voor een doelmatige behandeling en begeleiding van
zullen de andere overbelast worden. Hierdoor ontstaat
deze groep patiënten is evident.
een disbalans tussen belasting en belastbaarheid en
De behandeling van deze klachten is meestal conser-
kan er een blessure ontstaan. De blessure kan zich
vatief. Stabilisatietraining kan een belangrijk onderdeel
voordoen in de gehele kinematische keten. Zo worden
vormen van de totale behandeling bij mensen met
bijvoorbeeld liesklachten en patellofemorale klachten
(recidiverende) chronische, aspecifieke lage rugklach-
vaak in verband gebracht met verminderde rompstabi-
ten. Om pijn en bewegingsbeperkingen te verminderen,
liteit.[14]
wordt specifieke stabiliteitstraining gegeven. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een verband bestaat tussen
Spierfunctie
het disfunctioneren van de m. transversus abdomi-
De spieren die betrokken zijn bij de houding en de
nus, mm. multifidi en lage rugklachten.[5,12,15] In
beweging van de wervelkolom zijn onder te verdelen in
dit artikel willen wij meer duidelijkheid geven over de
twee grote spiersystemen: een lokaal en een globaal
evidence voor de effectiviteit van stabiliteitstraining en
spiersysteem. Het lokale spiersysteem zorgt voor de
de achterliggende theorie.
stabiliteit in deze context van de lumbo-pelvische regio. Deze spieren hebben vooral een isometrische en
Stabiliteit
statische functie. Ze leveren een continue spieractiviteit
De wervelkolom staat rechtop tegen de zwaartekracht
in alle houdingen en bewegingen en zorgen voor een
in, maar moet ook mobiel zijn voor de dagelijkse bewe-
optimale positie tussen twee aangrenzende gewrichts-
gingen. Bij iedere houding en beweging moeten spieren
vlakken. Het feit dat deze spieren aan de lumbale
worden aangespannen. De rompspieren zorgen voor
wervels en het bekken aanhechten, zorgt ervoor dat
actieve stabiliteit van de wervelkolom. De romp kan zo
ze anatomisch gezien het potentieel hebben om te stabiliseren. Spieren behorende bij het lokale spiersys-
Mw. C.J. Bos werkt als fysiotherapeut en manueel therapeut in het KG en in dezelfde functie voor Judo Bond Nederland. D.J. van Groenewoud werkt als sportfysiotherapeut en manueel therapeut bij
teem zijn: m. multifidus, m. transversus abdominus, de mediale vezels van de m. quadratus lumborum, m. psoas en het diafragma.
PACA te Aalsmeer en eveneens in dezelfde functie voor Judobond Nederland.
De m. transversus abdominus en de mm. multifidi
Contact via e-mail:
[email protected].
zorgen voor een samenspel waardoor er een ring van
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
109
degeneratie van de discus intervertebralis en/of verzwakking van de stabiliserende musculatuur. Men kan de neutrale zone beschouwen als een belangrijke maat voor lumbale segmentale stabiliteit. Voor de clinicus is het niet mogelijk om de neutrale zone te meten. Motor control impairment In het verleden werd de diagnose lumbale segmentale instabiliteit gesteld op basis van een toegenomen beweeglijkheid van een spinaal segment. Later bleek dat de toegenomen translatiemogelijkheden ook aanwezig konden zijn bij mensen zonder rugpijn. Diverse pathoanatomische bevindingen van de lumbale wervelkolom zoals degeneratie van de discus en facetgewrichten zijn Figuur 1. Ring van stabiliteit.
in verband gebracht met instabiliteit. De voorspellende waarde van deze bevindingen bleek beperkt. Dezelfde
stabiliteit ontstaat, ook wel core stability genoemd. De
bevindingen komen ook voor bij mensen zonder klach-
bovenkant van de ring wordt gevormd door het dia-
ten. Er is een matige relatie tussen patho-anatomische
fragma en de onderkant door de bekkenbodemspieren.
bevindingen, de ernst van de pijn en de mate van de beperkingen.[6]
Het globale spiersysteem bestaat uit grote, meer
In absentie van patho-anatomische bevindingen kunnen
oppervlakkige spieren die niet rechtstreeks aan de
klachten die herkend worden als lumbale segmentale
wervels aanhechten en verschillende ruggenmergseg-
instabiliteit een belangrijke oorzaak zijn van chronische
menten overbruggen. Ze leveren de kracht die nodig is
aspecifieke lage rugklachten.[6]
voor het dagelijks functioneren en zijn betrokken bij de
Binnen de groep mechanische chronische lage rug-
initiatie van grote, snellere bewegingen en bij de globa-
klachten bestaat een subgroep die herkend kan worden
le houdingsstabiliteit. Spieren behorende bij het globale
als lumbale segmentale instabiliteit. Deze subgroep
systeem zijn onder andere: m. obliquus internus, m.
onderscheidt zich door een veranderd motorisch aan-
obliquus externus, m. rectus abdominus, de thoracale
spanningspatroon. In de literatuur wordt steeds vaker
bundels van de erector spinae en de laterale vezels van
gesproken van ‘motor control impairment’.[6,7]
de m. quadratus lumborum.
EMG-studies tonen een vertraagd aanspannen van de m. transversus abdominus en de diepe mm. multifidi
Panjabi
bij mensen met lage rugklachten.[6,10,12] Bij arm- of
Er zijn veel auteurs die schrijven over lumbale segmen-
beenbewegingen zal bij een verminderde feedforward-
tale instabiliteit en zij hanteren verschillende definities.
functie de romp minder goed voorbereid zijn op de
De meest gebruikte theorie is die van Panjabi.[9]
inwerkende belasting. Daarnaast is aangetoond dat er bij
Panjabi beschrijft segmentale instabiliteit als een
mensen met chronische aspecifieke lage rugklachten een
verminderde capaciteit van het stabiliserende systeem
verminderde omvang van de mm. multifidi op ten minste
van de wervelkolom om de intervertebrale ‘neutrale
twee niveaus aanwezig is.[15] Dit hangt mogelijk samen
zone’ binnen de fysiologische grenzen te handhaven.
met het feit dat de mm. multifidi sneller vermoeid zijn
De neutrale zone is het gedeelte van de totale be-
dan bij controlepersonen zonder rugpijn.[14]
wegingsuitslag waarin er de minste weerstand is om
Een Delphi-studie van Cook beschrijft de bereikte con-
intervertebraal te bewegen. Deze neutrale zone wordt
sensus onder 122 Amerikaanse manueel therapeuten
groter naarmate er sprake is van intervertebraal letsel,
over subjectieve en objectieve symptomen bij lumbale segmentale instabiliteit.[1] Een aantal van de subjectieve symptomen zijn: een instabiel gevoel (giving way), frequente klachtenepisodes, progressief klachtenbeeld en neiging tot automanipulatie. De meest genoemde objectieve symptomen zijn: verstoord lumbopelvisch bewegingsritme, verstoorde coördinatie, verminderde kracht en uithoudingsvermogen van de lokale spieren en bewegings deviaties of versnellingen en vertragingen tijdens flexie
Figuur 2. Neutrale zone.
110
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
en deflexie (aberrant movement).[3]
Er zijn veel testen bekend die lumbale instabiliteit
aanspannen van de rompspieren. Het verbeteren van
zouden kunnen aantonen. Er is echter geen evidentie
houdingen en bewegingspatronen om de wervelkolom
dat een enkele test de subgroep lumbale segmentale
dynamisch te stabiliseren, vormt de rode draad van de
instabiliteit kan aantonen.
training.
Hicks heeft een clinical prediction rule ontwikkeld
De meest bekende vorm van stabilisatietraining is
waarbij drie van de vier factoren aanwezig moeten zijn
beschreven door Richarson & Jull.[10] Deze benadering
om te voorspellen of een patiënt goed reageert op een
richt zich hoofdzakelijk op de kwaliteit van bewegen. Op
stabilisatieprogramma. Die vier factoren zijn: een posi-
basis van klinische ervaring heeft O’Sullivan vijf instabi-
tieve prone instability test, aberrant movement, active
liteitsrichtingen herkend.[6] Iedere instabiliteitsrichting
straight leg raise test (ASLR) >91 graden en de leeftijd
vraagt een andere benadering binnen het protocol. Het
<40 jaar.[3]
voert te ver om hier verder over uit te wijden.[6] De stabilisatietraining bestaat uit drie fasen. Allereerst is er
Stabiliteitstraining
de cognitieve fase. De tweede is de associatieve fase en
Stabiliteitstraining vormt een belangrijk onderdeel van
de laatste is de automatische fase.
de totale behandeling bij mensen met (recidiverende)
In de cognitieve fase speelt educatie een belangrijke
chronische aspecifieke lage rugklachten.
rol. De selectieve activatie van de lokale musculatuur
Een disfunctie in een van de hiervoor beschreven drie
wordt getraind onder zeer lage belasting. Het doorade-
systemen kan leiden tot een stoornis van het gehele
men is voor veel mensen erg moeilijk. Het gebruik van
stabiliserende systeem. Aanpassing in het actieve en
de echo of de stabilizer® als feedback geeft de moge-
neurale systeem is doorslaggevend voor een toename
lijkheid om te controleren of de patiënt deze motorische
van het stabiliserende vermogen.
vaardigheid beheerst. Daarnaast leert de patiënt wat
Dat wil niet zeggen dat het passieve systeem niet
een neutrale lordose is. Om dit aan te leren, is het
beïnvloedbaar is of geen aandacht behoeft. Een ver-
noodzakelijk om te kunnen bewegen vanuit het bekken.
minderde artrogene functie kan namelijk het actieve
Lichaamsbewustwording staat in deze fase centraal.
(spier) systeem negatief beïnvloeden door inhibitie en
De tweede fase is gericht op het trainen van de cocon-
verminderde propriocepsis (afname afferente informa-
tractie van het lokale systeem in diverse houdingen
tie).[8,10] De hele bewegingsketen wordt onderzocht
met een toenemende belasting. Dit wordt toegepast bij
vanuit het idee dat een disfunctie elders in de keten
zowel statische houdingen als dynamische taken. De
ook andere klachten kan veroorzaken of in stand hou-
pijnprovocatieve, inadequate houdingen of bewegingen
den. Een manueel therapeut kan bij een afgenomen
kunnen in kleine deelbewegingen, met behoud van
artrogene functie deze proberen te herstellen of te
controle in de neutrale zone getraind worden. Verlies
optimaliseren.
van de neutrale zone kan waargenomen worden door
Verkorte en of hypertone spieren als gevolg van
toename of verlies van de lumbale lordose of een devi-
compensatiestrategieën in de lumbopelvische regio
atie in de beweging. Later kan de patiënt uitgedaagd
kunnen selectieve activatie van het lokale spiersysteem
worden om in minder stabiele omstandigheden (swiss
bemoeilijken. De meest voorkomende compensatie
bal, tollen, matjes) de stabiliteit te handhaven.
strategie is overactivatie van de globale spieren. Dit kan
In de automatische fase is geen specifieke aandacht
leiden tot toegenomen compressie, pijn, bewegingsbe-
meer nodig voor een goede uitvoering van de bewe-
perking en rigiditeit tijdens bewegen. Afhankelijk van
ging. Functionele algemeen dagelijkse levensverrich-
de mate van compensatie kan besloten worden om
tingen (adl) of arbeidsspecifieke bewegingen met een
eerst deze globale dominantie te doorbreken door de
hogere belasting kunnen worden getraind met behoud
spierspanning te verminderen. Spierrekkingen, maar
van een goede bewegingskwaliteit. De grondmotorische
ook ontspanningsoefeningen kunnen hierbij zeer waar-
eigenschap kracht zal progressief opgebouwd kunnen
devol zijn.
worden.
Inadequate coping van psychosociale stressoren of spanningen kunnen een grote invloed hebben op de
Conclusie
doelmatigheid en timing van bewegingspatronen. Er
Vanuit theoretisch oogpunt zou specifieke stabiliteits-
zal een inschatting gemaakt moeten worden van de
training bij de subgroep lumbale segmentale instabiliteit
mate waarin psychosociale factoren een rol spelen in
betere resultaten geven dan andere interventies.[2,11]
het klachtenpatroon. Deze factoren kunnen een nadelig
Maar er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de
effect hebben op het herstelvermogen van het lichaam.
effecten van stabiliteitstraining bij de verschillende
Multidisciplinaire revalidatiebehandeling heeft hierbij de
subgroepen van patiënten met aspecifieke lage rug-
voorkeur.
klachten.
Het doel van stabiliteitstraining is het efficiënt leren
Gebaseerd op het beschikbare bewijsmateriaal is er evi-
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
111
Referenties 1. Cook C, Brismée JM, Philip S, et al. Subjective and objective descriptors of clinical lumbar spine instability: A Delphi study. Man Ther 2006;11(1):11-21. 2. Filho NM, Santos S, Rocha RM. Long-term effects of a stabilization exercise therapy for chronic low back pain, Man Ther 2009;14(4):444-7. 3. Hicks GE, Fritz JM, Delitto A, et al. Preliminary development of a clinical prediction rule for determining which patients with low back pain will respond to a stabilization exercise program, Arch Phys Med Rehabil 2005;86(9):1753-62.
Figuur 3. Balans is de sleutel tot het leven…
4. Hides J, Gilmore C, Stanton W, Bohlscheid E. Multifidus size and symmetry among chronic LBP and healthy asymptomatic
dentie dat stabiliteitstraining niet zinvol is bij patiënten met acute lage rugklachten.[5] Uit onderzoek blijkt dat specifieke stabiliteitstraining meer effect heeft dan geen behandeling, gebruikelijke zorg of andere (passieve) interventies bij patiënten met chronische aspecifieke lage rugklachten. De effecten van stabiliteitstraining verschillen niet veel van andere actieve interventies.[5] De meeste studies onderzochten een combinatie van verschillende interventies zodat men niet afdoende kan verklaren dat oefeningen ter verbetering van de lumbale segmentale stabiliteit het meest effectieve element van de behandeling waren.[5] Wij zijn van mening – en recent onderzoek toont dat aan – dat indien juist ingezet, specifieke stabiliteitstraining van grote meerwaarde is bij de behandeling van patiënten met lumbale segmentale instabiliteit.
subjects. Man Ther 2008;13(1):43-9. 5. May S, Johnson R. Stabilisation exercises for low back pain: a systematic review, Physiother 2008;94:179-89. 6. O’Sullivan PB. Clinical instability of the lumbar spine: it’s pathological basis, diagnosis and conservative management 2004, Grieve’s Modern Manual Therapy; chapter 22. 7. O’Sullivan PB. Diagnosis and classification of chronic low back pain disorders: Maladaptive movement and motor control impairments as underlying mechanism. Man Ther 2005;10(4):242-55. 8. O’Sullivan PB. Lumbar segmental instability: clinical presentation and specific stabilizing exercise management. Man Ther 2005;5(1):2-12. 9. Panjabi MM. The stabilizing system of the spine. Part II. Neutral zone and instability hypothesis. J Spinal Disord 1992;5(4):390-7. 10. Richardson C, Jull G, Hodges P, et al. Therapeutic exercises for spinal segmental stabilization in forward trunk muscle activity in subgroups of patients with mechanical low back pain. Edinburgh: Churchill Livingstone, 1999. 11. Silfies SP. Differences in low back pain. Arch Phys Med Rehabil 2009; in press 12. Silfies SP. Squillante D, Maurer P, et al. Trunk muscle recruitment patterns in specific chronic low back pain populations, Clin Biomechanics 2005;20:465-73. 13. Tulder van MW, Koes BW, Bouter LM. A cost-of-illness study of back pain in the Netherlands. Pain 1995;62:233-40. 14. Vanthillo B, Danneels L. Oefentherapie bij rugaandoeningen. Antwerpen: Standaarduitgeverij, 2005. 15. Wallwork T, Stanton WR, Freke M, et al. The effect of chronic low back pain on size and contraction of the lumbar multi fidus muscle. Man Ther 2008; Nov 20. [Epub ahead of print].
112
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
J. Niezen
Psychologische interventies bij chronische rugklachten Inleiding
wordt niet voornamelijk bepaald door de ernst van de
Dat een psychologische interventie zinvol kan zijn bij
biomedische aandoening.[1]
chronische rugklachten is niet voor iedereen altijd even
Vanuit het biopsychosociaal model is het geen verras-
evident. Ook patiënten hebben soms moeite deze om-
sing dat de traditionele behandeling van chronische
slag in denken te maken. Bij hen is er veelal sprake van
rugpijn, als zuiver biomedisch bepaald probleem, tot
een biomedische beleving van de rugpijnklachten; de
zeer beperkte resultaten kan leiden. Door zich in de
pijnklachten worden beleefd als rechtstreeks voortko-
behandeling alleen te richten op de veronderstelde
mend uit een somatisch verschijnsel. Het spreekt voor
lichamelijke pathologie, worden andere aspecten gene-
zich dat, als men spreekt van psychologische inter-
geerd. Hierdoor blijft de focus sterk op de pijn gericht
ventie bij rugklachten, men veeleer uitgaat van een
terwijl het veeleer de beperkingen in het dagelijks
biopsychosociaal perspectief. Hierbij wordt onderscheid
leven zijn die de werkelijke ernst van de klacht voor de
gemaakt tussen biomedische bevindingen, de pijnklacht
patiënt bepalen. Een op biomedische leest geschoeide
en de beperkingen die iemand in het dagelijks leven
behandeling kan niet alleen ineffectief zijn maar ook op
ondervindt. Hoewel er natuurlijk sprake is van samen-
negatieve wijze ingrijpen in het gedragsmatige mecha-
hang tussen deze begrippen, overlappen ze elkaar
nisme zelf, waarover later meer.[1]
slechts gedeeltelijk. Blijkbaar komt het één (de pijn-
Het voorgaande betekent overigens niet dat de rugpijn,
klacht en de beperkingen in het dagelijks leven) niet
waarvoor psychologische of gedragsmatige interventie
per se rechtstreeks voort uit het ander (de biomedische
geïndiceerd is, ingebeeld of ‘niet echt’ zou zijn. Er kun-
bevindingen). Anders gezegd: de mate van invalidering
nen immers (ook) fysieke problemen zijn die medische aandacht behoeven. Het betekent wel dat dezelfde patiënten die medische behandeling verdienen voor het somatische aandeel van hun rugpijn ook hulp nodig
LICHAMELIJKE KLACHT
hebben bij het leren omgaan met de pijn. Dat er naast aandacht voor het medische probleem ook aandacht moet zijn voor het verminderen van de functionele beperkingen en/of het vergroten van de functionele
Ideeën over de klacht, attributies en overtuigingen, ideeën over de oorzaak, ideeën over de eigen mogelijkheden de klacht te beïnvloeden, disfunctionele cognities, betekenis van de klacht.
mogelijkheden.
Gevolgenmodel De psychologische behandeling van chronische rugpijn, of welke pijn dan ook, gaat niet over het behandelen of
Cognitieve en emotionele gevolgen
Gedragsmatige gevolgen
Lichamelijke gevolgen
Sociale gevolgen
wegnemen van de oorzaak van de pijnklachten. Deze oorzaak is niet psychisch, de pijn is niet ingebeeld. De psychologische of gedragsmatige behandeling van rugpijn gaat over het verminderen van de instandhoudende factoren die als gevolg van de pijnklachten (kunnen) optreden. Interventies kunnen plaatsvinden volgens
Figuur 1. Model van de pijnklacht.
het gevolgenmodel, een model dat ontwikkeld werd en werkzaam is gebleken voor het behandelen van onbe-
Mw. drs. J. Niezen werkt als gezondheidszorgpsycholoog in het
grepen lichamelijke klachten.[2] Hoewel rugklachten
KG op de afdeling medische psychologie. Zij is betrokken bij de
niet per se als onbegrepen lichamelijke klachten gezien
revalidatiedagbehandeling. Contact via e-mail:
[email protected].
worden, is hierboven duidelijk geworden dat de mate
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
113
geval van persisterende rugklachten veelal sprake van
Rugpijn
angstig gedrag waarbij vermijding en onderbelasting op de voorgrond staan. Dit kan uiteindelijk leiden tot een
Disuse, conditieverlies
verlaagd activiteitenniveau, disuse en een toename van
Spierspanning, verhoogde arousal Catastrofale gedachten
Scannen van lichaam
Vermijden van activiteit
de klachten. Ook een overbelastend gedragspatroon is mogelijk, maar in het geval van rugpijn wordt overbelasting vaak afgewisseld met inactiviteit en onderbelasting. Hierdoor ontstaat een zogenaamd zaagtandprofiel of gecombineerd gedragspatroon. Op slechte dagen
Angst
wordt dan weinig tot niets ondernomen terwijl op goede
Figuur 2. Model van een angstig gedragspatroon.
dagen de achterstand wordt ingehaald door overactiviteit. Hieronder wordt nader ingegaan op de specifieke kenmerken van beide groepen patiënten alsmede op de interventiemogelijkheden.
Toename van rugpijn
Afname van rugpijn
Het angstige en vermijdende gedragspatroon Bij het angstige gedragspatroon staat angst voor pijn en vrees voor letsel voorop. Er is sprake van catastrofe-
Catastrofale cognities
(Niet-accepterende cognities)
rende cognities en de pijnklachten worden toegeschreven aan (ernstig) letsel.[3] Een model hiervan staat weergegeven in figuur 2.
Vermijden van activiteiten
Normaal belasten of overbelasten
Uit onderzoek komt naar voren dat aan pijn gerelateerde vrees een betere voorspeller is voor de beperkingen in het dagelijks leven dan pijnintensiteit, biometrische bevindingen of algemene stemmingsmaten.[4] Het gedrag dat bij deze overtuigingen en emotie hoort, is
Figuur 3. Model van een gecombineerd gedragspatroon.
vermijding (gedragsmatig gevolg) waardoor er sprake is van disuse en conditieverlies (lichamelijk gevolg)
waarin de rugklacht invloed heeft op het dagelijks leven
hetgeen op de lange termijn de rugklachten doet toe-
(dus invaliderend werkt) niet voornamelijk bepaald
nemen. Bovendien is er sprake van een verhoogde aan-
wordt door somatische factoren maar door patiëntge-
dacht voor lichaamssignalen (scannen van het lichaam)
bonden factoren. Het is dan ook zinvol deze factoren
[6] en neemt de autonome arousal en spierspanning
systematisch in kaart te brengen, én deze factoren
toe.[5]
onderling met elkaar in verband te brengen. Het gevolgenmodel voorziet hierin.
Het gecombineerde gedragspatroon
In het gevolgenmodel worden zowel de overtuigin-
In het gecombineerde gedragspatroon spelen bo-
gen over de pijn (cognities, attributie en coping), de
venstaande factoren evengoed een rol zodra de pijn
betekenis die de pijn heeft, als de gevolgen van de
toeneemt. Maar op momenten dat de pijn afwezig is,
pijn systematisch in kaart gebracht. Bij de gevolgen
is er sprake van een normale belasting of zelfs over-
van de pijnklacht wordt onderscheid gemaakt in vier
belasting. De patiënt lijkt zich dan niet te willen laten
categorieën: cognitieve (concentratieproblemen en/of
beperken of wil inhalen wat hij heeft gemist. Dit is
geheugenklachten) en emotionele gevolgen, gedrags-
weergegeven in figuur 3.
matige gevolgen, lichamelijke gevolgen en ten slotte sociale gevolgen. Systematisch is dit model weergege-
De achterliggende cognities kunnen onopvallend zijn
ven in figuur 1.
maar leiden tot pijncontingent (op geleide van de pijn het activiteitenniveau bepalend) functioneren. Deze
114
De gevolgen van de rugklacht zijn onderling verbonden
cognities kunnen ook een niet-accepterende ondertoon
en hebben op hun beurt weer invloed op de pijn-
hebben en leiden tot overbelasting vanuit een idee zich
klacht. De systematisch in kaart gebrachte informatie
niet door het lichaam te willen laten beperken. Een
wordt vervolgens dan ook gebruikt om die onderlinge
goede periode of dag met een hoog activiteitenniveau
verbanden bloot te leggen en te komen tot een model
lokt op deze wijze steeds een slechte dag met een laag
van het dominante gedragspatroon. Hoewel er ver-
activiteitenniveau uit. Op de lange termijn neemt de
schillende gedragspatronen mogelijk zijn, is er in het
pijn toe, evenals de functionele beperkingen.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
aanzien van de rugklachten bestaan. De kern is altijd
Gedragsmatige behandeling van rugklachten
het opsporen van denkfouten (inadequate attributies
In het behandelen van het gedragspatroon zijn velerlei
en verwachtingen) om deze te herstructureren tot ade-
interventies mogelijk en heeft een multidisciplinaire
quate, helpende cognities. Voorbeelden van denkfouten
insteek een meerwaarde. Onderstaande vijf interventies
zijn:
zijn dan ook goed toepasbaar binnen een interdiscipli-
- Als de arts maar een lichamelijke oorzaak voor mijn
naire setting, hoewel sommige interventies ook in een individuele cognitief-gedragstherapeutische behandeling bij een gezondheidspsycholoog/psychotherapeut aan de orde kunnen komen.
pijn zou vinden, dan zou ik van die pijn afgeholpen kunnen worden. - Als een activiteit meer pijn oplevert, is die activiteit schadelijk voor mijn lichaam. - Met deze pijn valt niet te leven, dit is verschrikkelijk.
Een basisniveau vinden en vasthouden
Cognitieve technieken worden gebruikt om de cognities
Het vinden en leren vasthouden van een basisniveau is,
over de pijn te onderzoeken en uit te dagen. Veelal
met name voor de patiënten met een gecombineerd ge-
wordt gebruikgemaakt van een dagboek om denkfouten
dragspatroon, belangrijk. Het basisniveau wordt bereikt
op te sporen. De gevonden automatische gedachten
door rust en activiteit af te wisselen (tijdcontingent) of
worden vervolgens door middel van een socratische
door het afwisselen van mentale en fysieke activiteit.
dialoog en/of met gedragsexperimenten onderzocht en
Patiënten die uit angst activiteiten vermijden, functio-
uitgedaagd. De bevinding is dat dit vervolgens leidt tot
neren in de regel al binnen hun basisniveau, zij kunnen
het bijstellen van deze automatische gedachten.
direct beginnen met het systematisch en geleidelijk
Waar sprake is van angstige attributies en vrees voor
opbouwen van hun activiteiten.
letsel, speelt de communicatie met de arts een grote rol en deze dient zich dan ook altijd goed bewust te zijn
Graded activity-programma
van het effect van zijn of haar woorden en/of hande-
Zodra de patiënt in staat is binnen zijn basisniveau te
lingen. Bestaande overtuigingen en attributies worden
functioneren, wordt begonnen met het opbouwen van
makkelijker bevestigd dan dat nieuwe overtuigingen
het activiteitenniveau en daarmee ook de lichamelijke
gevormd worden. Adviezen die gegeven worden, soms
conditie. Hiervoor kan een graded activity-programma
vanuit ‘biomedisch denken’, zoals “U mag niet buk-
gebruikt worden, een interventie gebaseerd op ope-
ken”, “U mag geen zware dingen tillen”, “U moet rust
rante leerprincipes. Hierin worden functionele activitei-
houden”, kunnen de attributies van de patiënt verster-
ten die consistent zijn met de behandeldoelen gekozen
ken. Als die attributie angstig is, is het gevolg vermij-
en deze worden systematisch opgebouwd, zowel in een
dingsgedrag, disuse en een toename van klachten. Het
trainingsomgeving als in de ‘natuurlijke’ omgeving.
voortdurend toegeven aan de vraag van de patiënt om
Met behulp van de basislijn wordt een trainingsschema
meer diagnostiek versterkt het biomedisch denken van
gemaakt waarbij van de patiënt gevraagd wordt deze
de patiënt. In zeer ernstige situaties ten slotte wordt
op tijdcontingente wijze te volgen. Belangrijk tijdens
de boodschap van de arts volledig verkeerd begre-
deze interventie zijn de bekrachtigers voor het positieve
pen en ontstaat er bijvoorbeeld een overtuiging dat
gedrag van de patiënt. Immers: gedrag dat gevolgd
men bij een verkeerde beweging gedeeltelijk verlamd
wordt door een beloning neemt in frequentie toe. Deze
kan r aken. Een dergelijke overtuiging heeft grotere
bekrachtigers dienen kort te volgen op elk gewenst ge-
gevolgen voor de beperkingen in het dagelijks leven
drag, zeker in het begin van de behandeling, en ze zijn
dan de pijnklacht zelf. Het advies aan artsen is dan ook
voor iedere patiënt anders. Het is dan ook de taak van
om altijd goed na te gaan hoe de gegeven boodschap
de verschillende behandelaars te achterhalen wat als
ontvangen is en daarbij aandacht te hebben voor het
bekrachtiger voor elke individuele patiënt werkt, waar-
verklaringsmodel en het algehele gedragspatroon van
bij prijzende woorden, een belangstellend praatje of
de patiënt.
gewoon in de buurt blijven als tamelijk universele bekrachtigers gezien kunnen worden. Ook het werken met
Graduele exposure in vivo
grafieken waarin de patiënt zijn vorderingen bijhoudt,
Een vierde mogelijke interventie, eveneens afkomstig
is een vorm van bekrachtiging. Middels graded activity
uit de psychologie maar multidisciplinair toepasbaar,
wordt voornamelijk ingegrepen in de gedragsmatige en
is graduele exposure in vivo. Voor deze behandelvorm
lichamelijke gevolgen van de pijnklacht.
wordt in de regel gekozen als er sprake is van een vermijdend gedragspatroon waarin de angst voor bewegen
Cognitieve gedragstherapie
en letsel voorop staat. Het richt zich op het bijstellen
Cognitieve gedragstherapie is vooral gericht op de
van de catastrofale verwachtingen die de patiënt bij
cognities, zoals attributies en verwachtingen die er ten
bepaalde activiteiten heeft.[7,8] Om deze bijstelling te
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
115
ving te verbeteren. Hiermee wordt de aandacht voor lichaamssignalen genormaliseerd en de autonome arousal en spierspanning verlaagd. Ook patiënten die moeite hebben op een effectieve manier te rusten en die daardoor makkelijk hun basisniveau overschrijden kunnen baat hebben bij ontspanningsoefeningen.
Conclusie
Figuur 4.
Met deze uiteenzetting zal duidelijk geworden zijn dat realiseren, worden patiënten blootgesteld aan activi-
psychologische en gedragsmatige interventies een
teiten die zij als bedreigend ervaren. Het effect is niet
plaats verdienen in het arsenaal aan behandelingen dat
gebaseerd op operante principes (waarbij gewenst ge-
voor rugpijn mogelijk is. Zeker chronische rugklachten
drag stelselmatig bekrachtigd wordt tot het doel bereikt
zijn gebaat bij een multifactoriële benadering. Maar ook
is) maar op principes uit de klassieke conditionering. Bij
bij acute rugklachten is het van belang oog te hebben
de patiënt roept een bepaalde activiteit, als gevolg van
voor angstige attributies en vermijdende gedragspa-
een geconditioneerde reflex, angst op. Het is zaak om
tronen; met het voorkómen van een dergelijk reactie
deze in het verleden ontstane koppeling ongedaan te
patroon kan verhinderd worden dat rugklachten chro-
maken door nieuwe ervaringen op te doen. De kern van
nisch worden. Als rugklachten eenmaal chronisch zijn,
exposure in vivo is het opstellen van een voor iedere
verdient een interdisciplinaire (revalidatie)behandeling
patiënt persoonlijke angsthiërarchie van aan angst
waarin voornoemde aspecten een rol kunnen hebben de
voor pijn gerelateerde activiteiten. Binnen de angst-
voorkeur.
hiërarchie wordt elke nieuwe stap door de patiënt als ‘bedreigender’ beleefd dan de vorige. De volgorde van de opbouw in activiteiten wordt vastgesteld op basis van deze persoonlijke angsthiërarchie, de idiosyncratische aspecten van de activiteit en de context waarin de
Referenties
angst optreedt. Er wordt gestart met de activiteit die
1. Vlaeyen JW, Heuts PH. Gedragsgeoriënteerde behandelings-
als het minst bedreigend wordt beschouwd. De patiënt wordt aangemoedigd zo lang mogelijk de gevreesde situatie te oefenen tot het moment waarop de angst voor letsel afneemt en er geen behoefte meer bestaat tot het ontsnappen aan de situatie. Als de vrees voor een specifieke situatie voldoende verdwenen is, wordt de volgende, meer bedreigende situatie of activiteit gekozen. Deze procedure wordt herhaald tot de patiënt de angsthiërarchie heeft doorlopen. De te oefenen situaties of activiteiten moeten daarbij een hoge mate van ecologische validiteit hebben. Bijvoorbeeld: als de patiënt bang is dat de schokbelasting tijdens het fietsen op een hobbelige weg schadelijk kan zijn voor zijn rug, dan wordt precies deze situatie opgezocht en geoefend. De patiënt wordt hierbij ook aangemoedigd om in het dagelijks leven door te gaan met het uitproberen van activiteiten die in het verleden vermeden werden. Essentieel bij deze interventie is overigens ook het geven van ondubbelzinnige informatie over het verschil tussen specifieke en aspecifieke rugpijn alsmede de visie van het behandelteam op het probleem. De behandelend arts speelt hierin een grote rol.
strategieën bij rugpijn. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000. 2. Speckens AE, Spinhoven Ph, van Rood YR. Protocollaire behandeling van patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten: Cognitieve gedragstherapie. In: Keijsers GP, van Minnen A, Hoogduin CA (red.). Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg. 2e herziene druk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2004. 3. Vlaeyen JW, Kole-Snijders AM, Rotteveel A, et al. The role of fear of movement/(re)injury in pain disability. J Occup Rehab 1995;5:235-52. 4. Klenerman L, Slade PD, Stanley IM, et al. The prediction of chronicity in patients with an accute attack of low back pain in a general practice setting. Spine 1995;4:478-84. 5. Vlaeyen JW, Seelen HA, Peters M, et al. Fear of movement/ (re)injury and muscular reactivity in chronic back pain patients: an experimental investigation. Pain 1999;82:297-304. 6. Asmundson GJ, Norton GR, Allerdings MD. Fear and avoidance in dysfunctional chronic back pain patients. Pain 1997;69:231-6. 7. Philips HC. Avoidance behaviour and its role in subtaining chronic pain. Behaviour Research and Therapy 1987;25:2739. 8. Vlaeyen JW, de Jong J, Geilen M, et al. Graded exposure in vivo in the treatment of pain-related fear. A replicated single-
Ademhalings- en ontspanningstechnieken Het aanleren van ademhalings- en ontspanningstechnieken ten slotte is van belang om de lichaamsbele-
116
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
case experimental design in four patients with chronic low back pain. Behaviour Research and Therapy 2001;39(2):15166.
D.C.A.A. de Vries
Anesthesiologische pijnbestrijding bij wervelkolomgerelateerde pijn Inleiding
6.2
UK Ireland France Germany Italy Spain Poland Sweden Norway Denmark Finland Netherlands Belgium Austria Switzerland Israel
Musculoskeletale pijnklachten zijn de meest voorkomende pijnklachten in de wereld en ze hebben daardoor een grote impact op de samenleving. In Europa heeft 50% van de mensen in de laatste maand gedurende minstens een week pijnklachten in spieren of gewrichten gehad. Van deze pijnklachten is lage rugpijn de meest voorkomende in de groep volwassenen op jonge en middelmatige leeftijd. Lage rugklachten zijn daardoor de op een na meest voorkomende oorzaak van ziekteverzuim. In Groot Brittannië en Zweden ligt het
Number of respondents
8.5
UK = 129 Ireland = 107 France = 126 Germany = 114 Italy = 124 Spain = 116 Poland = 135 Sweden = 113 Norway = 149 Denmark = 135 Finland = 144 Netherlands = 86 Belgium = 145 Austria = 122 Switzerland = 161 Israel = 139
5 8.8 7.6 8.4 9.9 7 10.8 9.4
19.8 6.8 8.3 7.5 7.4
Mean time lost from work due to pain in the past 6 months (n=1980) = 7.8 days
8.9 0
2
4
6
8
percentage ziekteverzuim als gevolg van lage rugklach-
10
14
12
16
18
20
Mean number of days lost
ten tussen de 10 en 15% van de beroepsbevolking.[1]
Figuur 1. Invloed van pijnklachten op arbeidsonge-
Voor Nederland wordt geschat dat het ziekteverzuim
schiktheid.
door lage rugpijn de gemeenschap jaarlijks 1,7% van het bruto nationaal product kost.[2] Naast financiële
Maintaining relationships with family and friends (n=4786)
consequenties geeft lage rugpijn ook een sterke ver-
Driving (n=3874)
5
22 23 24 19
Having sexual relations (n=3708)
mindering van de quality of life.
24
Maintaining an independent lifestyle (n=4780) Working outside home (n=4228)
Rol van de anesthesiologische pijnbestrijding
6 32 29 14
Attending social activities (n=4675)
De behandeling van lage rugklachten kan op veel
34
7
Walking (n=4822)
verschillende manieren gebeuren, waarschijnlijk omdat
40 12
Household chores (n=4658)
42
de oorzaak vaak van meerdere structuren uitgaat. Die
Lifting (n=4784)
23
wordt dan ook door velerlei specialisten op het gebied
Excersising (n=4615)
23
van het bewegingsapparaat ter hand genomen, zoals
49 50
9
Sleeping (n=4794)
fysiotherapeuten, manueel therapeuten, osteopaten,
No longer able Less able
24
0
56
10
20
30
40
neurologen en neurochirurgen, revalidatieartsen, orthopeden enzovoort. Elk van deze specialisten heeft zijn
50
60
70
80
90
100
% respondents 49
Figuur 2. Vermindering van de quality of life door pijn.
eigen invalshoek op het ontstaan van de pijnklachten en de behandeling daarvan.
Other
20
Osteopath
2
Pain Management Specialist
2
tweede lijn thuishoren. Pijnklachten die in de tweede
General Surgeon
3
lijn thuishoren, betreffen pijn die het dagelijks leven
Physiotherapist
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen pijnklachten die in de eerste lijn en klachten die in de
zeer ernstig belemmert en die niet adequaat bestreden
Internist
kan worden met medicatie. Het zijn klachten die bege-
Neurologist/Neurosurgeon
leid worden door uitvalsverschijnselen in sensibiliteit of
Rheumatologist
motoriek en die ondanks adequate behandeling in de eerste lijn daar niet oplosbaar blijken te zijn.
6 7 10 9
Orthopaedist/Orthopaedic Surgeon
27
General/Family Practitioner
70
0
D.C.A.A. de Vries is als anesthesioloog werkzaam in het SZ. Contact via e-mail:
[email protected].
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
% respondents
Figuur 3. Bezoek aan behandelaars.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
117
Anesthesiologische pijnbestrijding is een snel opkomend zelfstandig specialisme dat in de jaren vijftig is ontstaan. Pijn vormde een belangrijk probleem bij slachtoffers van de oorlog in Korea en later die in Vietnam. In dezelfde tijd maakte de anesthesiologie een snelle ontwikkeling door. Dit specialisme houdt zich van meet af aan bezig met pijnbestrijding (van al dan niet acute pijn) en zenuwblokkades. De rol van de anesthesioloog op het gebied van de pijnbestrijding bevindt zich dan ook vooral op het interventionele vlak en behoort derhalve tot de tweede of zelfs derde lijn.
Diagnostiek van de pijnklachten De behandeling van wervelkolomgerelateerde pijnklachten is oorzakelijk gericht indien aanvullend
Figuur 4. Praktische richtlijnen
onderzoek een specifieke laesie heeft kunnen aantonen
anesthesiologische pijnbestrijding.
die overeenstemt met de klachten van de patiënt. De moderne beeldvormende technieken met hoge resolutie
gen. Deze hebben zich in de laatste jaren sterk ontwik-
zoals MRI-scans hebben het in de praktijk niet gemak-
keld, maar waren tot enige jaren geleden niet aan vaste
kelijker gemaakt, daar er bij vrijwel iedereen (kleine)
regels gebonden. Er is sinds de jaren vijftig een scala
afwijkingen zichtbaar te maken zijn. In hoeverre deze
aan radiofrequente behandelingen ontwikkeld voor
afwijkingen relevant zijn voor de pijnklachten van de
diverse pijnsyndromen. Verschillende behandelaars
patiënt kan niet altijd worden voorspeld. In de praktijk
interpreteerden deze technieken op hun eigen manier,
blijkt slechts een klein percentage van de patiënten met
waardoor de behandelingen in feite sterk verschilden.
rugklachten een eenduidige aanwijsbare oorzaak voor
Dit in combinatie met een zeer variabele patiënten-
hun pijnklachten te hebben.
populatie heeft het onderzoek naar de resultaten van
Patiënten zonder een specifieke oorzaak voor de
anesthesiologische behandelingsmethoden bemoeilijkt.
pijnklachten worden symptomatisch behandeld met
In Amerika is daarom in de jaren negentig de Interna-
non-invasieve, conservatieve behandelingen zoals me-
tional Spinal Intervention Society (ISIS) opgericht die
dicamenteuze therapie, transcutane elektrische zenuw-
onderwijs verzorgt in diagnostische en therapeutische
stimulatie (TENS), manuele therapie en fysiotherapie.
technieken en onderzoek doet naar de resultaten daar-
Echter, binnen deze grote groep is er een belangrijke
van. In 2004 is de eerste versie van een richtlijn met
subgroep patiënten bij wie de diagnose niet duidelijk is
‘practice guidelines’ verschenen.[4]
of bij wie laesies te zien zijn die potentieel de pijn-
118
klachten kunnen veroorzaken. Verdere behandeling van
Dit jaar is na ruime voorbereiding een Nederlandsta-
hun pijn hangt af van de aan- of afwezigheid van een
lige variant daarvan te boek gegaan, opgesteld door
zogenaamde nociceptieve focus. Nociceptieve pijn is
de Sectie Pijnbestrijding van de Nederlandse Vereni-
gedefinieerd als pijn die afkomstig is van somatische
ging voor Anesthesiologie (NVA) in samenwerking
structuren en die is geassocieerd met weefselbeschadi-
met de Vlaamse Anesthesiologische Vereniging voor
ging. Dit is waar de anesthesiologische pijnbestrijding
Pijnbestrijding (VAVP) en het Pijn Kennis Centrum
op inspeelt. Door middel van diagnostische zenuwblok-
Maastricht. In de ‘Praktische richtlijnen anesthesio-
kades met lokaalanesthetica kan bepaald worden of er
logische pijnbestrijding’ [5] wordt een zeer compleet
een nociceptieve focus voor de pijnklachten is en kan
overzicht gegeven van klachtenpatronen, lichamelijk
met grote precisie een diagnose gesteld worden.
en aanvullend onderzoek en worden aanbevelingen
Hoewel deze diagnostische technieken zowel theoreti-
voor (radiofrequente) behandelingen gegeven. Naast
sche als technische problemen kunnen geven – waar-
wervelkolomgerelateerde pijnklachten worden nog tal
door een foute interpretatie van de resultaten kan
van andere pijnsyndromen beschreven. Het belangrijk-
ontstaan – lijken deze blokkades vooralsnog de beste
ste deel van dit boekwerk wordt mijns inziens gevormd
methode te zijn om het nociceptieve patroon te analy-
door de praktijkalgoritmes die een optimale manier van
seren.[3]
pijnbestrijding waarborgen.
Anesthesiologische pijnbestrijding
Rol van röntgendoorlichting
Behandelingen binnen de anesthesiologische pijnbestrij-
Doorlichting speelt een grote rol bij de anesthesio-
ding bestaan grotendeels uit radiofrequente behandelin-
logische pijnbestrijding. Bij alle proefblokkades en
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Figuur 5. Plaatsing van de naald in de ‘safe’ triangle.
Figuur 6. Contrast transforaminaal.
radiofrequente behandelingen van de wervelkolom
pulatie komen discogene pijnklachten waarschijnlijk het
wordt gebruikgemaakt van een C-boog waarbij real
meest voor. Op latere leeftijd is de kans op facetge-
time-beelden worden gemaakt. Hiermee kunnen met
wrichtgerelateerde pijnklachten weer groter.
grote precisie naalden geplaatst worden op plaatsen die ervan verdacht worden de nociceptieve focus te zijn.
Radiculaire pijnklachten
Na diagnostische blokkades kan men tot een radiofre-
Radiculaire pijnklachten worden gekenmerkt door uit-
quente behandeling komen.
stralende pijn in een of meer dermatomen of een deel daarvan (!). Deze pijnklachten komen redelijk veel
Radiofrequente behandelingen
voor (incidentie van ongeveer 1%) en worden op jon-
Zoals gezegd, is de radiofrequente behandeling de
gere leeftijd meestal veroorzaakt door discusherniatie,
hoeksteen van de anesthesiologische pijnbestrijding.
op oudere leeftijd door degeneratieve afwijkingen.
Bij radiofrequente behandelingen wordt door een gene-
Het natuurlijk beloop van lumbosacrale radiculaire pijn
rator een hoogfrequente stroom opgewekt. Die stroom
is gunstig. Bij 60-80% verbeteren of verdwijnen de
kan met behulp van een elektrode door een (geïso-
pijnklachten spontaan na 6-12 weken.
leerde) naald worden gedragen. De punt van de naald
Voor de behanding is het van belang eerst de zoge-
is niet geïsoleerd, waardoor hier warmteontwikkeling
naamde red flags (maligne aandoeningen, impressie
(thermocoagulatie) ontstaat.
fracturen of discitis) uit te sluiten.
De eerste behandeling met thermocoagulatie vond
Een acuut radiculair syndroom zonder motorische
plaats in 1931 en in 1950 kwam het eerste commerci-
uitval komt in aanmerking voor anesthesiologische
eel beschikbare radiofrequentie apparaat op de markt.
behandeling door transforaminale of translaminaire
In 1975 werd begonnen met het behandelen van wer-
epidurale corticosteroïdtoediening, waarmee de inten-
velkolomgerelateerde pijnklachten met radiofrequentie.
siteit van pijn vermindert en de duur van de klachten
Omdat duidelijk werd dat schade aan de zenuwwortel
verkort kan worden.
tot relatief veel complicaties kan leiden, werd in de
In het geval van chronische radiculaire pijnklachten
jaren tachtig begonnen met gepulseerde radiofrequente
worden eerst prognostische blokkades verricht met
behandelingen, waarbij de radiofrequente stroom in
lokaalanesthetica. Indien er een geschikt niveau wordt
kleine pulsen wordt toegediend en waarbij de tempera-
gevonden, wordt een gepulseerde radiofrequente be-
tuur van de naaldpunt niet boven de 42 graden Celsius
handeling ter hoogte van het ganglion spinale (dorsal
uitkomt. Hierbij blijken minder complicaties op te tre-
root ganglion of DRG) verricht.
den bij een vergelijkbaar effect.
Bij transforaminale injecties ligt de patiënt in buikligging op een röntgendoorlaatbare tafel. Na het
Behandeling bij lage rugpijn
vaststellen van het juiste niveau wordt een optimale
De anesthesiologische pijnbestrijding richt zich bij lage
voor-achterwaartse opname gemaakt van de wervel.
rugklachten voornamelijk op radiculaire, sacro-iliacale,
De C-boog wordt dan uitgedraaid totdat een beeld
facetgewrichtgerelateerde en discogene pijnklachten.
van het foramen verkregen wordt. Het doel is om de
In het geval van lage rugklachten bij een jongere po-
naald in de ‘safe’ triangle in te brengen: de plaats in
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
119
Pijnklachten uitgaande van de facetgewrichten Geruime tijd werd het bestaan van pijnklachten uitgaande van de facetgewrichten in twijfel getrokken. Inmiddels is met meerdere studies het bestaan daarvan bevestigd, ondermeer door bij gezonde vrijwilligers injecties in de facetgewrichten te geven waarbij identieke pijnklachten ontstonden. Het is een bij jongeren wat minder voorkomend en bij ouderen meer voorkomend pijnsyndroom. Overall lijkt het bij 17-30% van de mensen met lage rugklachten een rol te spelen. Zoals in figuur 7 te zien is, is de innervatie van de facetgewrichten uit meerdere spinale zenuwen afkomstig en redelijk uniform. Bij behandeling van de facetgewrichten wordt dan ook altijd op meerdere niveaus geprikt. Het typische klachtenpatroon van mensen met facetpijnklachten is een mediale uni- of bilaterale rugpijn, soms met uitstraling naar lies of dijbeen tot aan de Figuur 7. Verloop van de medial branch.
knie, niet volgens een radiculair patroon, verergerend bij zitten en staan, verminderend bij liggen. Druk op de
het foramen waar de kans om de zenuw te treffen het
facetgewrichten verergert de pijnklachten.
kleinste is.
Aanvullend onderzoek in de vorm van X-LWK, CT- of MRI-scans zijn van beperkte waarde, daar degenera-
Op deze manier worden intraneuronale injecties en
tieve afwijkingen van de facetgewrichten zeer frequent
schade aan de zenuw voorkomen. Na plaatsbepaling
voorkomen, ook bij mensen zonder pijnklachten.
wordt een naald in tunnel vision ingebracht, hetgeen
Echter, ter uitsluiting van red flags kan dit onderzoek
inhoudt dat men als het ware door de naald heen kijkt
natuurlijk wel van belang zijn.
en deze op de opname alleen als een kleine stip te zien is. Na botcontact wordt de plaats van de naald in voor-
In de anesthesiologische pijnbestrijding wordt daarom
achterwaartse en zijwaartse opnames gecontroleerd.
gebruikgemaakt van diagnostische blokkades van de
Contrast toediening laat zien of inderdaad een transfo-
medial branch, de zenuw die de innervatie van het
raminale injectie mogelijk is en sluit een intravasculaire
facetgewricht verzorgt. Bij deze diagnostische blok-
danwel intrathecale injectie uit.
kades ligt de patiënt in buikligging op een röntgendoorlaatbare tafel en worden de te behandelen niveaus
In het geval van een subacuut syndroom wordt nu
in beeld gebracht. Na het verkrijgen van een perfecte
corticosteroïd in lokaal anestheticum toegediend. In het
voor-achterwaartse opname, wordt de C-boog uitge-
geval van chronische pijnklachten wordt een elektrode
draaid totdat het beeld van een hond zichtbaar is. Het
in de naald ingebracht en wordt gepulseerde radiofre-
target point is het oog van de hond waar de zenuw bij
quente stroom toegediend voor een periode van tussen
het grootste deel van de mensen verloopt. Een naald
de 2 en 4 minuten.
wordt weer in tunnel vision ingebracht, en na botcontact wordt in voor-achterwaartse en zijwaartse richting de positie van de naald gecontroleerd. Dan wordt een kleine hoeveelheid lokaal anestheticum ingespoten. Indien de pijnklachten tijdelijk verdwijnen, is er sprake van een positieve testblokkade en wordt besloten tot een radiofrequente behandeling. Hierbij moet de naald echter parallel aan het verloop van de zenuw worden ingebracht en is de instelling van de C-boog dus anders. Na controle van de positie van de naald wordt een laesie gemaakt van 65 graden gedurende 60 seconden. Sacro-iliacale gewrichtspijn
Figuur 8. Plaatsing van naalden in tunnelvisie in ‘the eye of the dog’ en
Sacro-iliacale gewrichtspijn komt voor bij 16-30% van
controle in zijwaartse richting.
de mensen met lage rugklachten en geeft uni- (of bi)
120
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Discogene lage rugklachten Bij schade aan de discus intervertebralis kunnen pijnklachten ontstaan. Discogene rugklachten komen veel voor. In ongeveer 45% van de gevallen zou lage rugpijn van discogene oorsprong zijn. Daarom komen er de laatste tijd steeds meer mogelijkheden om deze klachten te behandelen. In de groep patiënten onder de 50 jaar komt met name discushernia voor. Bij de oudere groep staan degeneratieve veranderingen op de voorgrond. Er is binnen deze groep patiënten slechts een beperkt percentage dat voor behandeling in Figuur 9. Contrast in het SI-gewricht.
aanmerking komt. Daarom worden er strenge criteria gehanteerd om patiënten te selecteren voor behandeling, om zodoende een hoge kans van slagen te kunnen waarborgen. Discogene rugpijn is vaak mediaal gelokaliseerd en kan uitstralen naar het bovenbeen volgens een niet radiculair patroon. Om vast te kunnen stellen of iemand in aanmerking komt voor behandeling van discogene pijnklachten wordt een provocatieve discografie verricht. Hierbij wordt op de aan de hand van MRI verdachte niveau’s een naald in de discus intervertebralis gebracht. Dit gebeurt onder strikte aseptische omstandigheden, met de patiënt in buikligging op een röntgendoorlaatbare tafel. Om infecties aan de discus te voorkomen, worden
Figuur 10. Provocatieve discografie met contrast in de discus inter
voor de ingreep antibiotica toegediend. Een perfecte
vertebralis.
voor-achterwaartse opname wordt gemaakt van de wervel, waarna de C-boog wordt uitgedraaid totdat het laterale pijnklachten ter hoogte van het SI-gewricht.
facetgewricht in beeld komt. Vlak langs de punt van het
Er is vaak sprake van uitstraling naar de lies en aan
facetgewricht wordt een naald ingebracht en in tunnel
de achterzijde van het bovenbeen volgens een niet-
vision tot in de discus gebracht. Hierop wordt – na
radiculair patroon. Meestal is er geen oorzaak voor de
inspectie van de positie van de naald – onder controle
pijnklachten aantoonbaar, maar unilaterale overbe-
van de intradiscale druk contrast toegediend. Het doel
lasting van een been lijkt de pijnklachten te kunnen
is tweeledig. Ten eerste wordt de discus intervertebralis
veroorzaken.
in beeld gebracht en kan middels CT een gedetailleerde
Ook hier dient aanvullend onderzoek plaats te vinden
opname gemaakt worden van de discus. Ten tweede
met name om red flags uit te sluiten.
worden de disci geprovoceerd middels druk waarbij
Volgens de criteria van de International Association of
herkenbare pijnklachten moeten ontstaan.
the Study of Pain (IASP) kan SI-gerelateerde pijn aangetoond worden door een injectie met lokaal anesthe-
Indien 1 of maximaal 2 niveau’s kunnen worden aange-
ticum in het gewricht. Indien deze positief is, kan een
wezen als oorzaak voor de pijnklachten is er een aantal
intra-articulaire injectie met corticosteroïden worden
behandelingsmogelijkheden. De best onderzochte
gegeven. Als dit onvoldoende is, kan een radiofre-
behandelingsmethode is de Intradiscal Electrothermal
quente behandeling plaatsvinden van de rami dorsales
Therapy (IDET). Hierbij wordt een elektrode in de dis-
van L5 tot S3, waarbij de aan de dorsale zijde van het
cus ingebracht en daarna verhit waardoor nociceptieve
sacrum lopende zenuwen die het gewricht innerveren,
zenuwen in de discus te gronde gaan en de pijnklachten
worden behandeld. Hierbij ligt de patiënt in buikligging
verminderen. Zoals gezegd, is een strenge selectie van
op de röntgentafel en wordt de C-boog zo ingesteld dat
patiënten noodzakelijk. De discus mag niet te degene-
de foramina van S1, S2 en S3 goed zichtbaar zijn. Ver-
ratief zijn maar moet wel positief zijn bij discografie.
volgens wordt op die niveaus en op het niveau van het
Bij deze selectie van patiënten is een succespercentage
facetgewricht L5-S1 een radiofrequente laesie gemaakt
van 75% haalbaar. Een tweede behandeling is vergelijk-
van 80 graden gedurende 90 seconden.
baar maar voornamelijk toepasbaar bij patiënten met een op MRI aangetoonde discushernia. Hierbij wordt
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
121
zich richt op invasieve behandeling van pijnklachten in zijn algemeenheid. Een groot deel van de patiënten op de pijnpolikliniek bestaat uit mensen met wervelkolomgerelateerde pijnklachten. Bij deze patiënten proberen we middels precisiediagnostiek een focus te vinden voor de pijnklachten. In specifieke gevallen kunnen zo pijnklachten goed behandeld worden die anderszins niet of slecht behandelbaar zijn. Goede resultaten kunnen worden bereikt bij de behandeling van facet- of SI-gewrichtgerelateerde pijnklachten, bepaalde radiculaire en bepaalde discogene pijnklachten. Figuur 11. IDET-procedure. een katheter ter hoogte van de uitstulping gelegd en
Referenties
verhit, waardoor een structuurverandering van de nu-
1. Breivik H, Collett B, Ventafridda V, et al. Survey of chronic
cleus pulposus optreedt en vermindering van de herniatie. In dit laatste geval is een provocatieve discografie niet noodzakelijk daar het oorzakelijke probleem al is aangetoond.
Conclusie Pijnklachten in de rug komen zeer veel voor en hebben
ment. Eur J Pain, 2006;10(4):287-333. 2. Van Tulder MW, Koes BW, Bouter LM. A cost-illness study of back pain in the Netherlands. Pain 1995;62:233-40. 3. Van Kleef M. Radiofrequency lesions of the dorsal root ganglion in the treatment of spinal pain. Proefschrift Maastricht, 1996. 4. Bogduk N (ed. on behalf of the Standards Committee of the
een enorme impact op het individu en op de maat-
International Spine Intervention Society). Practice guidelines
schappij. Meestal zijn deze pijnklachten multifactorieel
for spinal diagnostic and treatment procedures. San Fran-
bepaald en kan behandeling plaatsvinden in de eerste lijn. Voor een deel van de patiënten blijkt dit onvol-
cisco: International Spine Intervention Society, 2004. 5. Van Zundert J, Huygen F, Patijn J, van Kleef M (red.). Prakti-
doende en voor deze categorie is verwijzing naar de
sche richtlijnen anesthesiologische pijnbestrijding, gebaseerd
tweede lijn aangewezen.
op klinische diagnosen. Maastricht: Pijn Kennis Centrum
De anesthesiologische pijnbestrijding is een vak dat
122
pain in Europe: Prevalence, impact on daily life, and treat-
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Maastricht, 2009.
J.J. Schrik
TLIF: een alternatieve spondylodesetechniek Inleiding
of plaatjes(=Steffee) en van achteren uit ingebrachte
De Transforaminal Lumbar Interbody Fusion (TLIF) is
cages in de intervertebrale ruimte (discusruimte)
een spondylodesetechniek die in de jaren negentig van
ontstaat een mechanisch zeer stabiele constructie, die
de vorige eeuw bekend werd en in bescheiden mate
leidt tot een hoog percentage fusies. Om de twee cages
wordt toegepast.[1,2]. In feite gaat het om een alter-
te kunnen plaatsen, moet een laminectomie worden
natief van de PLIF (Posterior Lumbar Interbody Fusion),
verricht en aan weerszijden van de duraalzak de discus
een posterieure benadering van de wervelkolom die
worden geopend. Bij de TLIF daarentegen wordt, na het
leidt tot een 360 graden-fusie: met pedikelschroeven
plaatsen van de schroeven en verbindingsstangetjes, al-
aan de achterzijde, onderling verbonden met stangetjes
leen aan de symptomatische kant het foramen geopend, de wortel vrijgelegd (figuur 1) en een cage, met een aangepaste banaanvorm in de dicusruimte geschoven (figuur 2).
Indicaties Indicaties voor een spondylodese in het lumbale gebied zijn pijn ten gevolge van instabiliteit en dreigende instabiliteit. De condities waarbij dit voorkomt, zijn: - isthmische spondylolisthesis; - degeneratieve spondylolisthesis; - traumatische fractuur; - tumoren en metastasen. Figuur 1. TLIF: in het geopende foramen zijn de wortel en
Ik zal mij beperken tot de eerste twee categorieën om-
de opening in de discus, gevuld met cage en spongieus
dat die in mijn praktijk de meest voorkomende indica-
bot, zichtbaar. Let op de intacte boog en ligamenten.
ties zijn en ik daarmee de meeste ervaring heb. De isthmische spondylolisthesis onstaat in de kindertijd tussen de 6 en 12 jaar, verloopt meestal asymptomatisch, maar is een oorzaak voor - zelden voorkomende - rugklachten bij kinderen.[3,4]. De olisthesis kent naar de indeling volgens Meyerding 5 gradaties, van 0 (lysis) tot 4 (volledig afgegleden). Het meest komen voor graad 1 en 2. Gedurende de kindertijd en adolescentie, tot 25 jaar zelfs, kan de slip progressief zijn. Daarna komt dat nog zelden voor. Hoog risico lopen kinderen die intensief sporten, met name turnen is berucht (viermaal zo grote kans op deze aandoening).[3] De klachten bestaan uit pijn onderin de rug, rugpijn met
Figuur 2. De discusruimte opgevuld met spongieus bot
uitstraling, of beenpijn alleen. Neurologische sympto-
en banaanvormige cage.
men zijn zeldzaam. De klachten treden op bij adolescenten, bij 30’ers en 40’ers bij wie degeneratie van de
J.J. Schrik is als orthopedisch chirurg verbonden aan het SZ.
discus gaat optreden en 50’ers met radiculaire pijn door
Contact via e-mail:
[email protected].
litteken- en kraakbeenvorming in het foramen.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
123
De behandeling is primair conservatief en behelst met
- ALIF: anterior lumbar interbody fusion. Via de buik
name oefentherapie. Bij een lysis alleen, op jonge leef-
wordt de discus uitgeruimd en worden cages van
tijd, kan een rigide korset in 60% van de gevallen tot
metaal of kunststof geplaatst. Middels een open
fusie leiden.[5]. Bracebehandeling van een symptomati-
techniek zijn er risico’s van vaatletsel en beschadiging
sche spondylolisthesis heeft geen effect. Indien conser-
van het autonome zenuwstelsel, dit laatste leidend tot
vatieve therapie faalt, is een spondylodese aangewezen.
retrograde ejaculatie. Endoscopische technieken ver-
Zowel posterolaterale spondylodese zonder, als die met
minderen deze risico’s aanzienlijk, maar zijn tegelij-
instrumentatie geven significant betere resultaten dan
kertijd moeilijk en tijdrovend. Bovendien beperken de
oefentherapie.[6]
indicaties zich tot graad 0 en 1 slips. Ten slotte is het
Bij de degeneratieve spondylolisthesis ontstaat de af-
in beide gevallen - open en scopisch - niet mogelijk
glijding door ruimte in het facetgewricht tengevolge van
om de wortels te zien en vrij te leggen.
kraakbeenverlies door arthrosis. De lordotische positie
Combinaties van voorste en achterste fusies worden
van de lumbale wervelkolom leidt tot afglijden naar ven-
gedaan, leidend tot een 360 graden fusie met betere
traal. Dit komt voornamelijk voor na het 55e levensjaar.
resultaten dan voorste alleen. De methode is helaas
De slip leidt tot een stenose van het wervelkanaal en/of
tijdrovend (twee operaties) en mede daardoor kost-
de foraminae met compressie van de cauda equina en/ of van een van de uittredende wortels op dat niveau. Dit
baar. - PLIF: posterior lumbar interbody fusion: een achterste
kan leiden tot een loopstoornis, neurogene claudicatie
benadering waarbij pedikelschroeven en verbindingen
met klachten van beide benen, maar meestal van een
worden geplaatst. Na openen van het wervelkanaal
been. Ook staan leidt, in tegenstelling tot een vasculaire
kan er aan weerszijde een cage worden geplaatst.
claudicatie, tot pijn in het been. Zitten doet de klachten
Het voordeel is een 360 graden fusie, repositie van de
verminderen of verdwijnen, omdat er meer ruimte in
slip, herstel van de lordose en daarmee de houding,
het wervelkanaal ontstaat (in flexie is er meer ruimte
hogere kans op fusie (de wet van Wolf). Nadelen zijn
dan in lordose).
de duur van de operatie, meer bloedverlies, meer
De behandeling kan in eerste instantie conservatief zijn,
complicaties (foute schroefplaatsing, zenuwletsel) en
oefentherapie of korset, maar uiteindelijk is een operatie vaak onvermijdelijk. Decompressie van de dura en/of de
de materiaalkosten. - TLIF: de voordelen van de PLIF gelden hier ook; daar
symptomatische wortel(s) is de aangewezen behande-
komt bij: minder bloedverlies, kortere operatietijd en
ling. Door het wegnemen van de stabiliserende achter-
het intact laten van de achterste benige en ligamen-
ste structuren kan toename van de slip ontstaan met
taire structuren van de wervelkolom. Bij een speciale
een slecht klinisch resultaat. Daarom is het toevoegen
indicatie, hier verder niet besproken, de revisie-ope-
van stabilisatie geïndiceerd. Decompressies, gecombi-
ratie, kan het een voordeel zijn om bij de fusie buiten
neerd met een fusie, geven betere resultaten. Er is geen
het wervelkanaal te blijven en daarmee risicovolle
verschil tussen een posterolaterale spondylodese met en
acties in littekengebied te vermijden.
zonder instrumentatie[7,8]
Bespreking Andere technieken
Spondylodese als behandeling bij degeneratieve klach-
Andere technieken zijn:
ten van de lumbale wervelkolom is omstreden: conser-
- Posterolaterale spondylodese: met autoloog bot wordt
vatieve behandeling geeft even goede resultaten tegen
de posterolaterale goot, de ruimte aan de achterzijde
lagere kosten en met minder complicaties.[9]
van de processi transversi en lateraal van de facetge-
Voor de behandeling van de isthmische spondylolisthe-
wrichten opgevuld. Dit is een eenvoudige, goedkope
sis ligt dit anders. De spondylodese geeft hier betere
en veilige techniek met resultaten die nauwelijks
resultaten dan conservatieve behandeling. Voor de be-
onderdoen voor posterolaterale spondylodese met
handeling van de degeneratieve spondylolisthesis geniet
instrumentatie.
decompressie, gecombineerd met fusie de voorkeur. De
- PLF: posterior lumbar fusion: pedikelschroeven wor-
124
keuze van de techniek staat ter discussie. De klassieke
den geplaatst, onderling verbonden, posterolateraal
posterolaterale dese geeft behoorlijke resultaten, is
wordt bot toegevoegd, een laminectomie is optioneel.
goedkoop en veilig.
Risico van verkeerde schroefplaatsing is aanwezig.
De 360 graden fusies geven een grotere kans op fusie,
Het is een redelijk snelle methode, de kosten zijn
de klinische resultaten zijn goed. De PLIF en TLIF heb-
hoger dan bij de de techniek zonder instrumentatie,
ben belangrijke voordelen ten opzichte van de ALIF,
de resultaten zijn niet beter.
waarbij ik mijn voorkeur voor de TLIF heb beschreven.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Referenties
5. Fujii K, Katoh S, Sairyo K, et al. Union of defects in the pars
1. Humphreys CS, Hodges S, Pathwadham AG, et al. Comparison
of posterior and transforaminal approaches to lumbar interbody fusion. Spine 2002;27:1536-42.
interarticulaties of the lumbar spine in children and adolescents: the radiological outcome after conservative treatment. J Bone Joint Surg Br 2004;86:225-31.
2. Kwon BK, Berta S, Daffner SD, et al. Radiographic analyses
6. Moller H, Hedlund R, Surgery versus conservative treatment in
of transforaminal lumbar interdody fusion for the treatment
adult isthmic spondylolisthesis: a prospective randomized trial.
of adult isthmic spondylolisthesis. J Spinal Disord Tech 2003;16(5):469-76. 3. Balague F, Troussier B, Salminene JJ. Non-specific low back pain in children and adolescents: risk factors. Eur Spine J 1999;8(6):429-38 (review). 4. Frederikson BE, Baker D, Mc Holick WJ, et al. The natural history of spondylolysis and spondylolisthesis. J Bone Joint Surg Am 1984;66:699-707.
Part 1. Spine 2000;25:1711-15. 7. Lombardi JS, Wiltse LL, Reynolds J, et al. Treatment of degenerative spondylolisthesis. Spine 1985;10:821-7. 8. Mardjetko SM, Connolly PJ, Shott S. Degenerative lumbar spondylolisthesis: a meta-analysis of literature 1970-1993. Spine 1994;19:S2256-65. 9. Gibson JN, Waddell G. Surgery for degenerative lumbar spondylosis. Cochrane Database Syst Rev. 2005 Oct 19; (4): CD001352.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
125
M. van Dormolen, M. Kroon
Arbeidsgerichte revalidatie bij rugklachten Inleiding
tot het netwerk Vroege Interventie,
dat ruim 80% van de medisch specialis-
Bij rugklachten spelen meestal meer fac-
waarnaar iedere arts kan verwijzen.
ten aangeeft beter met bedrijfsartsen te
toren een rol dan de strikt somatische.
willen samenwerken. Toch blijkt uit pro-
De patiënt die zich tot arts of fysiothera-
Omvang en kosten
motieonderzoek in 2004 van bedrijfsarts/
peut wendt, heeft buiten de spreekkamer
Circa 2,4 miljoen volwassen Nederlan-
psycholoog Nauta dat huisartsen en be-
nog diverse andere rollen. Hij of zij is ook
ders hebben chronische lage rugklach-
drijfsartsen nog zelden met elkaar over-
nog partner, ouder, kind en/of werkne-
ten, klachten die ten minste 3 maanden
leggen. Vertrouwen speelt hierbij een
mer. Het verminderd functioneren in deze
duren. Tweederde daarvan is bekend bij
grote rol. In de medische wereld wordt
rollen heeft een weerslag op de klach-
de huisarts, die jaarlijks een tiende deel
toch nog een beetje scheef aangekeken
tenervaring die voor de behandelend
van zijn of haar patiënten met nek- of
tegen de bedrijfsgezondheidszorg waar
arts of fysiotherapeut niet altijd goed
rugklachten op het spreekuur ziet.[1]
niet alleen medische overwegingen een
grijpbaar is. Met name de problemen in
Geschat wordt dat bijna 9% van alle
rol spelen maar ook de zorg voor een
de werksituatie zijn voor de behande-
verzuimdagen het gevolg is van lage
gezonde en effectieve bedrijfsvoering.
laar vaak onduidelijk. Wat gebeurt daar
rugklachten. Circa 14% van alle geregis-
De werkgever wordt door de overheid via
eigenlijk op het werk? Hoeveel moet er
treerde arbeidsongeschikten is arbeids-
diverse maatregelen zoals Wet Verbe-
gebukt, geklauterd en gesjouwd worden?
ongeschikt vanwege ruggerelateerde
tering Poortwachter, PEMBA en WULBZ
En hoe zit dat met de verhalen over die
aandoeningen.[2] Er is geschat dat de
aangespoord om verzuim te voorkomen
chef die zulke onredelijke eisen stelt?
combinatie van nek- en rugklachten in
en zo snel mogelijk tot actie over te
Of is er ziektewinst? Vanwege de hoge
2005 maar liefst 867,2 miljoen euro aan
gaan als het toch optreedt. Langdurig
maatschappelijke kosten van verzuim en
medische zorgkosten veroorzaakte.[3]
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
arbeidsongeschiktheid proberen over-
Gegeven de schatting dat de verhouding
kunnen een extra kostbare zaak worden
heid en werkgevers het herstelproces
tussen directe medische kosten vanwege
als het UWV oordeelt dat er onvoldoende
van de andere kant te beïnvloeden. De
rugklachten en de indirecte kosten, zoals
inspanning geleverd is. Menig werkgever
bedrijfsarts speelt hierin een belangrijke
arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim,
wordt geconfronteerd met een doorbe-
rol. Deze behandelt niet zelf maar mag
ongeveer 1:9 bedraagt [4] moet het
talingsverplichting. Reïntegratie is een
wel naar de medische sector verwijzen.
om een enorm bedrag gaan. Als daarbij
gezamenlijke verantwoordelijkheid van
Idealiter vindt er een goede uitwisseling
bedacht wordt dat circa 90% van alle
werkgever en werknemer geworden. De
van inzichten plaats tussen de bedrijfs-
rugklachten aspecifiek is [5] kan men
bedrijfsarts staat midden in dit krach-
arts en de behandelaar(s). In de praktijk
zich voorstellen dat hier een wereld aan
tenveld en probeert zo goed mogelijk de
zijn bedrijfsgezondheidszorg en medi-
beïnvloedende factoren een rol speelt.
balans te vinden als arts, organisatiead-
sche zorg echter nog steeds grotendeels
viseur en mediator. De mogelijkheid die voor de bedrijfsarts sinds 2004 bestaat
centra is het initiatief genomen om een
Verschuiving van reguliere zorg naar arbeidsgerichte aanpak
combinatie te maken van medische zorg
De samenwerking tussen bedrijfsartsen
te verwijzen, is daarbij een belangrijk
en arbeidsreïntegratie. Dit heeft geleid
en behandelaars is al vele jaren een
instrument geworden. Meer en meer be-
bron van zorg. Na een NIA-TNO-rapport
gint de bedrijfsgezondheidszorg zich dus
M. van Dormolen is als psycholoog van arbeid
uit 1997 [6] is een convenant gesloten
met de medische zorg te bemoeien. Maar
en gezondheid NIP verbonden aan Heliomare
tussen de Landelijke Huisartsen Vereni-
hoe zit dat andersom?
gescheiden werelden. Vanuit revalidatie-
arbeidsintegratie te Wijk aan Zee. Contact via e-mail:
[email protected].
om direct naar de behandelende sector
ging (LHV) en de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde.
De Quickscan
trainer en reïntegratiedeskundige. Contact via
In een vervolgrapport (Voor Verbetering
Niet iedere rugklacht leidt tot verzuim en
e-mail:
[email protected].
Vatbaar II) uit 2000 werd geconstateerd
niet alle verzuim vanwege rugklachten
Mw. M. Kroon werkt daar als fysiotherapeut/
126
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
heeft een eenduidige medische verkla-
beeldvorming of medische behande-
in te gaan. In dat geval wordt de cliënt
ring. Met name bij langduriger aspeci-
ling. Vervolgens wordt de cliënt gezien
weer patiënt en wordt reguliere revali-
fieke klachten is het van belang om de
door zowel een fysiotherapeut/manu-
datiebehandeling aangeboden, uiteraard
aandacht niet alleen op de somatische
eeltherapeut als een psycholoog. Deze
zonder de specifieke reïntegratiebegelei-
kant te richten. Zowel de werksituatie als
onderzoeken de trainbaarheid, cognities
ding.
cognities en psychosociale factoren kun-
en bijkomende psychosociale stressoren.
Het is ook mogelijk dat binnen de
nen een rol spelen bij het ontstaan, en
Ten aanzien van de werksituatie worden
Quickscan blijkt dat andere, niet medi-
vooral bij het voortduren van de klach-
de volgende mogelijke probleemgebieden
sche problematiek voorop staat zoals
ten. In arbo-kringen wordt veelal het
nagelopen:
een conflictsituatie of een functionerings-
adagium ‘verzuim is een keuze’ gehan-
• de arbeidsinhoud: wat moet er gedaan
probleem. In dat geval kan geadviseerd
teerd. Dit wordt ondersteund door berichten dat bij een kwart van het verzuim een conflictsituatie een rol speelt. Voor de gemiddelde behandelaar is het niet doenlijk om alle beïnvloedende factoren te overzien, laat staan om deze gericht
worden?
worden om over te gaan tot mediation,
• de arbeidsomstandigheden: onder welke omstandigheden wordt gewerkt? • de arbeidsvoorwaarden: is er sprake van prestatieloon, ploegendienst enz.? • de arbeidsverhoudingen: is er vol-
functiegericht assessment of eventueel zelfs outplacement. In de regel hebben de deelnemende revalidatiecentra deze diensten zelf in huis en anders kunnen zij hiervoor gericht doorverwijzen.
aan te pakken. Aangezien een snelle en
doende onderlinge steun of zijn er juist
De Quickscan biedt dus een efficiënte
gerichte interventie kan bijdragen aan
conflicten?
uitkomst voor medisch behandelaars die
het beheersen van de kosten van de
• de regelmogelijkheden: hoeveel valt er
vermoeden dat een arbeidsprobleem een
medische consumptie, heeft het College
zelf te regelen in werkdruk en metho-
rol speelt maar niet in staat zijn om het
voor Zorgverzekeringen (CvZ) in 2000
den?
gehele krachtenveld en de financierings-
een subsidie verstrekt om een initiatief te
De Quickscan is dus een arbeidsge-
kwesties zelf te overzien. De Quickscan
ondersteunen van enkele revalidatiecen-
richte vorm van snelle multidisciplinaire
wordt meestal toegepast bij cliënten met
tra, waaronder Heliomare als oorspron-
screening. Tijdens de Quickscan wordt
aspecifieke klachten van het houdings-
kelijk ontwikkelaar van de methodiek. Dit
tevens contact gelegd met de werkgever
en bewegingsapparaat. Bij voorkeur gaat
heeft geleid tot een netwerk van dertien
en, indien deze nog niet betrokken was,
het om klachten in de subacute fase en
revalidatiecentra die onder de naam
met de bedrijfsarts. Binnen enkele dagen
is er sprake van een probleem met de ar-
Vroege Interventie een interventiepakket
wordt de procedure afgerond met een
beidsparticipatie. De subacute fase geeft
aanbieden. Het netwerk wordt onder-
beknopt rapport dat naar huisarts en be-
aan dat het niet waarschijnlijk is dat de
steund door de branchevereniging voor
drijfsarts wordt verzonden. De werkgever
klachten door natuurlijk beloop zullen
revalidatiecentra Revalidatie Nederland
ontvangt een verkorte versie van dit
verdwijnen maar dat er nog geen sprake
[7] en het College voor Zorgverzeke-
rapport, met weglating van de medisch-
is van een chronisch toestandsbeeld.
ringen.[8] De doelstellingen van het
vertrouwelijke informatie. Het rapport
Aanleidingen voor aanmelding voor een
netwerk waren:
eindigt altijd met een interventieadvies.
Quickscan kunnen zijn:
Als het klachtenbeeld daarvoor in aan-
• verminderde arbeidsparticipatie, zich
• een helder onderscheid maken tussen zorgvragen en arbeidsvragen; • snelle en effectieve arbeidsreïntegratie bewerkstelligen; • implementeren van een multidiscipli
merking komt, zal de revalidatiearts een medische indicatie voor revalidatiedagbehandeling stellen. Hiermee komt een multidisciplinaire arbeidstraining in
bijvoorbeeld uitend in kortdurend frequent of middellang arbeidsverzuim; • frequent bezoek huisarts en/of (para) medische disciplines;
aanmerking voor vergoeding door de
• hoog medicijngebruik;
naire Quickscan gericht op een
zorgverzekeraar. In het algemeen zal de
• chronische klachten (>6 weken) van
integrale probleemanalyse en een
zorgverzekeraar echter geen vergoeding
het houdings- en bewegingsappa-
onafhankelijk deskundig advies aan
verstrekken voor de reïntegratiebegelei-
raat (zoals klachten aan arm, nek en
opdrachtgever en werknemer over de
ding die integraal onderdeel vormt van
schouder (CANS, vroeger vaak RSI ge-
beste interventie.
de arbeidstraining (over uitzonderingen
noemd), whiplash associated disorders
hierop later meer). Voor dat specifieke
(WAD), chronische lage rugklachten),
De Quickscan wordt geheel vergoed door
deel van de activiteiten wordt de werkge-
al dan niet in combinatie met psycho-
de zorgverzekeraar. Voor de Quickscan
ver benaderd met een offerte. Er wordt
wordt de patiënt, die inmiddels cliënt
dus pragmatisch een combinatie gezocht
genoemd wordt, eerst gezien door een
van verschillende geldstromen, zonder
revalidatiearts. Deze beslist of het zinvol
dat daarbij van een winstoogmerk sprake
• deconditionering;
is om de procedure verder te vervolgen
is. De zorgplicht van het revalidatiecen-
• onvoldoende resultaat bij eerdere
of dat het beter is om door te verwijzen
trum wordt ook niet ontlopen. Het staat
voor nader specialistisch onderzoek,
de werkgever vrij om niet op het voorstel
sociale of cognitieve problematiek; • een neerwaartse spiraal in het algemeen functioneren;
interventies.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
127
De multidisciplinaire arbeidstraining
Eenmaal per week wordt groepsge-
gevonden maar dit is geen voorwaarde.
wijs een onderwerp besproken waarbij
Zoals eerder vermeld, zal het Quickscan-
Een multidisciplinaire arbeidstraining
het verkrijgen van inzicht in de eigen
team altijd de verschillende partijen bij
is een specifieke vorm van revalidatie.
problematiek en zelfredzaamheid in het
elkaar brengen en daarmee zorg dragen
De doelstelling is verbetering van de
omgaan hiermee centraal staat. On-
voor daadwerkelijke arbo-curatieve sa-
arbeidsparticipatie, bij voorkeur in de
derwerpen zijn bijvoorbeeld: inzicht in
menwerking.
vorm van duurzame reïntegratie in werk.
chronische en acute pijn, pijn de baas,
Alle inlichtingen over criteria, deelne
Dit is een participatiegerichte aanpak die
communicatie, rationele effectiviteits-
mende centra, alsmede aanmeldings
goed past bij de gebruikelijke doelstel-
training (RET), empowerment, haalbare
formulieren zijn te vinden op de internet-
ling van de revalidatiezorg maar die hier
doelen stellen, grenshantering, voeding
site van Vroege Interventie
nog specifieker is doorgevoerd. De cliënt
enzovoort.
(www.vroegeinterventie.nl). Op deze
wordt ervan doordrongen dat genezing
Eenmaal per week wordt groepsgewijs
site wordt ook informatie gegeven over
of verdwijnen van de klachten niet de
aandacht besteed aan ontspanningstrai-
een specifieke vorm van Quickscan en
doelstelling is. Het is een ‘hands-off’
ning door middel van bijvoorbeeld auto-
arbeidstraining. Met enkele zorgverze-
benadering waarin het zelfoplossend ver-
gene training. Tijdens deze bijeenkom-
keraars is namelijk recent een over-
mogen van de cliënt gestimuleerd wordt.
sten worden cliënten bewust gemaakt
eenkomst gesloten waardoor ook de
Daarom worden de woorden ‘patiënt’ en
van hoe fysieke en mentale spanningen
reïntegratiebegeleiding door de verze-
‘behandeling’ zorgvuldig vermeden. De
het herstel in het algemeen kunnen be-
keraar vergoed wordt. De achtergrond
training is intensief, in principe twee keer
lemmeren en wordt hen aangereikt hoe
hiervan is dat deze zorgverzekeraars er-
4 uur per week gedurende maximaal 15
hiermee om te gaan.
van uitgaan dat snelle reïntegratie in het
weken. Gedurende de training vindt coa-
Gedurende de training hebben cliënten
werk ook tot een besparing in de totale
ching plaats door een fysiotherapeut, een
individuele afspraken met de psycholoog
medische consumptie zal leiden. Een eer-
psycholoog en een reïntegratiebegeleider.
en reïntegratiebegeleider. De psycholoog
ste indicatie dat de methodiek inderdaad
Training vindt plaats in groepen van on-
treedt op als coach en begeleidt de cliënt
effectief is, komt uit een pilotonderzoek
geveer 8 mensen, met een doorlopende
op een oplossingsgerichte wijze in het
door het Kenniscentrum voor Revalidatie
in- en uitstroom. De gemeenschappelijke
behalen van zijn individuele doelen.
en Handicap (IRV). Hieruit kwam naar
factor is dat men gemotiveerd is om te
De reïntegatiebegeleider maakt met
voren dat deelnemers aan de Quickscan
werken aan reïntegratie. Verder zijn de
de cliënt een afspraak op het werk met
en arbeidstraining eerder hun werk op-
groepen met opzet niet diagnosespeci-
de leidinggevende om de inhoud en
pakken, minder verzuimen, een betere
fiek. De deelnemers herkennen elkaar
de doelen van de training te bespre-
gezondheid hebben, minder vaak de
vooral in het gemeenschappelijke streven
ken en geeft in samenspraak met de
huisarts, specialisten en paramedici be-
naar reïntegratie en niet noodzakelijk in
bedrijfsarts, werkgever en cliënt de
zoeken en minder medicijnen gebruiken.
het uitwisselen van klachtenervaring. De
daadwerkelijke reïntegratie vorm. De
[9] Nader onderzoek naar de methodiek
mechanismen die hebben geleid tot het
werkplek en werksituatie worden tijdens
zal nog plaatsvinden.
ontstaan en persisteren van de verschil-
dit bezoek bekeken en bijzonderheden
lende problematiek vertonen overigens
worden meegenomen in de training en
In de regio van de lezers van het Linnae-
vaak grote overeenkomsten.
begeleiding. In overleg met de cliënt, de
us Medisch Journaal worden Quickscans
Er wordt per dagdeel van 4 uur gedu-
leidinggevende en de bedrijfsarts worden
en multidisciplinaire arbeidstrainingen
rende 2 uur fysiek getraind waarbij op
afspraken gemaakt over taakinvulling en
aangeboden door Heliomare arbeidsin-
gedragsmatige aspecten en ergonomie
urenopbouw.
tegratie (www.heliomare.nl/arbeidsinte-
wordt gecoacht. Het fysieke doel is,
gratie). In Wijk aan Zee, Heerhugowaard
naast het hanteren van fysieke be-
Verwijzen
en Velsen-Noord trainen continu cliënten
lastbaarheidgrenzen, zo veel mogelijk
De Quickscan kan worden aangevraagd
in 6 tot 9 doorlopende groepen van
te komen tot herstel van functionele
door iedere medisch verwijzer met een
maximaal 8 personen. Hiervan zijn op dit
arbeidsbelastbaarheid. Hierbij wordt dus
AGB-code (algemeen gegevensbeheer).
moment 3 tot 4 groepen voorbehouden
‘vermeden te vermijden’ maar juist dat-
In de praktijk zijn dit veelal bedrijfsart-
aan werknemers van Corus. Deze trainen
gene waarin de deelnemer belemmerd
sen maar ook huisartsen en medisch
in het Vitaliteitcentrum in Velsen-Noord,
is stapsgewijs getraind, bijvoorbeeld
specialisten kunnen hun patiënten
dat in samenwerking met Corus en
door middel van gewichtheffen, trekken,
verwijzen. Het is prettig als er dan reeds
Achmea is opgezet.
duwen, draaien enzovoort.
overleg met de bedrijfsarts heeft plaats-
128
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Referenties
5. Deyo RA, Rainville J, Kent DL. What can the history
1. van der Linden MW, Westert GP, de Bakker DH,
Schellevis FG. De Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Klachten
and physical examination tell us about low back pain? JAMA 1992;268:760-5.
6. van Amstel RJ, Buijs PC. Voor verbetering vatbaar:
en aandoeningen in de bevolking en in de huisarts-
de samenwerking tussen huisarts en bedrijfsarts bij
praktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM, 2004.
sociaal-medische begeleiding: een onderzoek naar
2. Aspecifieke lage rugklachten: omvang en gevolgen. Centrum voor Preventie en Zorgonderzoek PZO 2005/07. 3. Poos MJJC, Smit JM, Groen J, Kommer GJ, Slobbe LCJ. Kosten van ziekten in Nederland 2005. RIVMrapport nr. 270751019. Bilthoven: RIVM, 2008. 4. van Tulder MW, Koes BW, Bouter LM. A cost-ofillness study of back pain in The Netherlands. Pain 1995; 62(2): 233-40.
belemmeringen voor die samenwerking en naar oplossingen daarvoor, Amsterdam: NIA TNO, 1997. 7. Revalidatie Toekomstverkenning 2015. Revalidatie Nederland, 2006. 8. Berghuis H. Arbeid ieders zorg; arbeid als een eigenaardig medicijn. CVZ-magazine 2005(September): 4–7. 9. van Lierop B. Vroege Interventie; eindrapportage iRv, maart 2006.
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
129
Column
M.J. Reinders
Onstandvastigheid als deugd
Standvastigheid is de meest overschatte karaktertrek
de oom hel en verdoemenis over haar afriep, realiseer-
die er bestaat. Mensen zouden zichzelf moeten zijn
de de vrouw zich dat ze de oom, gekluisterd aan zijn
en zichzelf moeten blijven onder alle omstandighe-
rolstoel, in het parkje kon achterlaten. Ze kon weglo-
den, luidt het credo. Wees een mens uit één stuk. De
pen. Ze was niet langer het kleine meisje dat haar oom
roep om standvastigheid is klinkklare onzin. Mensen
moest vrezen. Ze maakte zich los van zichzelf.
veranderen. In een interview kreeg de schrijver Cees
Een aantal patiënten heeft in het verleden ernstige
Nooteboom twee foto’s van zichzelf te zien: een foto
trauma’s meegemaakt. Veelal reageren ze alsof ze nog
als jonge man en een foto als oude man. De interviewer
steeds in het verleden leven. Een stevig gebouwde
wilde weten wat de overeenkomst was tussen de twee
vrouw van achter in de dertig voelt zich nog steeds een
mensen op de foto’s. “Niets”, antwoordde Nooteboom,
klein meisje dat gepest en seksueel belaagd wordt. Ze
“Het lijf is niet meer hetzelfde en de geest is niet meer
voelt zich nog steeds even machteloos als een 6-jarige,
hetzelfde. Het zijn twee verschillende mensen die toe-
ook al huist dat gevoel inmiddels in het lichaam van
vallig hetzelfde paspoort hebben.” “Dat je nog steeds
een flinke vrouw die van zichzelf zou kunnen afbijten.
hetzelfde lichaam had, dat was eigenlijk het wonder.
Helaas heeft ze niet het gevoel dat ze veranderd is. Als
Maar het was natuurlijk niet hetzelfde lichaam. Degene
ze in de spiegel kijkt, ziet ze een 6-jarige. Haar lijf is
van wie het was, had nog steeds dezelfde naam, dat
veranderd, maar haar geest niet. Mensen zoals zij gun
was alles.”[1]
je dat ze zich losmaken uit het verleden.
Het ontgaat veel mensen dat ze niet meer de oude zijn.
Soms lijkt het erop dat anderen het niet op prijs stellen
Beseffen ze dat wel, dan maakt die opmerking vaak
wanneer je anders doet dan gebruikelijk. Zelf groeide
deel uit van een klaagzang. Weinigen ervaren het als
ik op in een omgeving waar de moraal was: ‘vechten
een opluchting om niet meer de oude te zijn.
doe je met je mond en niet met je handen’ en ‘mensen
Het zou niet gek zijn als we wat minder onszelf zouden
die brommers rijden, zijn een ander slag mensen’. Het
zijn. Veel patiënten die een psycholoog bezoeken,
werd dan ook niet begrepen toen ik een vechtsport ging
blijven te lang zichzelf terwijl het beter zou zijn als ze
beoefenen en mijn motorrijbewijs behaalde. Inmiddels
jaren geleden het kloeke besluit hadden genomen om
heeft mijn familie zich erbij neergelegd dat ik nu een-
het anders aan te pakken.
maal anders doe dan anderen. Dat geeft een vrijbrief.
Op haar dertigste verjaardag besloot een collega dat ze
Als puntje bij paaltje komt, valt het allemaal erg mee.
langzamerhand te oud was geworden om nog steeds de
Een groot deel van mijn werk als psycholoog bestaat
mening van anderen te vrezen. Voorwaar. Zij besloot
eruit mensen te overtuigen dat de gevreesde conse-
wat minder zichzelf te zijn door minder rekening te
quentie uitblijft als je probeert te veranderen. Patiënten
houden met anderen. Daarmee werd ze een stuk geluk-
geloven dat niet en hebben meestal ongelijk. Ik had
kiger.
een fortuin kunnen verdienen met weddenschap-
Een bijna zestigjarige vrouw vertelde dat zij haar leven
pen over de vraag of het allemaal wel meevalt. Het is
lang geterroriseerd was door een oom die vroeger bij
jammer dat geld mij niet zo interesseert. Wellicht een
hen inwoonde. De man vormde het religieuze geweten
eigenschap om eens te veranderen?
van het gezin en sloeg hen om de oren met bijbelteksten. De religieuze politie kon bij hem in de leer. Op een
Referentie
dag, de oom woonde inmiddels in een verzorgingste-
1. Cees Nooteboom, (2009) ’s Nachts komen de vossen. Am-
huis, ging zij met hem wandelen in een rolstoel. Toen Dr. M.J. Reinders werkt als klinisch psycholoog/cognitief gedragstherapeut in het KG. Contact via e-mail:
[email protected].
130
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
sterdam: Bezige Bij, 2009.
Column
C. van Erp
De bezetblik
Socks, onze tien jaar oude poes, ligt al een uur voor
lerares vertelde: “Er zijn twee soorten gedachtes. Er
zich uit te staren. Waar zou hij aan denken? Socks
is het technisch denken: hoe los je een probleem op.
denkt aan helemaal níets besef ik een beetje jaloers.
Maar er zijn ook gedachtes die rondmalen vol ang-
Sinds ik twee jaar geleden begonnen ben met zenme-
sten en meningen over bij voorbeeld het verleden en
ditatie weet ik inmiddels hoe ongelofelijk moeilijk het
de toekomst. Het schijnt dat de meeste (90%) van
is om aan níets te denken. Je hoofd leeg te maken en
die gedachtes niets toevoegen aan ons leven en niets
gewoon ‘er zijn’. Ondanks de eeuwenoude ‘evidence
kunnen oplossen. Ze hebben niets te maken met het
based’ technieken die je leert. Zoals een bepaalde zit-
hier en nu. Je kunt als mens niet ‘niet-denken’. Je kunt
houding, ogen halfgesloten, de handen op een speciale
je denken wel onder controle krijgen. Je kunt je geest
manier vouwen, ademhaling tellen. Steeds komen ze
sterker maken door te oefenen. Net als je je lijf sterker
weer als bromvliegen terug, die ongewenste gedachtes.
kunt maken in de sportschool. Laat je gedachtes maar komen, oordeel er niet over, maar vraag ze niet op de
Iedere hulplener heeft dagelijks met patiënten te
thee, met andere woorden: laat ze weer los. Begin zo
maken, maar ook met hun gedachtes. Ze kunnen zo
te leren dat je sterker bent dan je gedachtes”, aldus de
lastig zijn voor mensen. Zo veel energie kosten die een
zenlerares.
ziek of herstellend mens meestal niet heeft. Vaak zie je het aan iemands ogen. Ik noem het de ‘bezetblik’. Men
Meer informatie:
moet eerst wat kwijt voordat er nieuwe informatie bij
- Charlotte Joko Beck: Alle dagen zen. Amsterdam: Uitgeverij
kan. Elke keer is het opnieuw een wondertje iemand weer wat ruimte te zien krijgen in zijn ogen. Een hart luchten, is eigenlijk ook een hoofd luchten. Mijn zen
Karnak, 2001 (3e druk). - ZenPunt Meditatiecentrum Haarlem, Nieuwe Gracht 86zw, 2011 NK Haarlem; website: www.zenpunt.nl.
Mw. C. van Erp is geestelijk verzorger in het KG. Contact via e-mail:
[email protected].
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
131
Colofon
Redactie Dr. H.H.R. Bakker uroloog Dr. J.W. den Boer arts-epidemioloog Dr. I.M. de Graaf gynaecoloog W.R. van Kempen huisarts Dr. C.R.W. Korver kinderarts N. Miedema MANP nurse practitioner orthopedie Dr. P.A. Nolte orthopedisch chirurg Dr. C.C.A. de Nooyer gynaecoloog Dr. M.J. Reinders klinisch psycholoog-psychotherapeut (hoofdredacteur) Dr. H. Rijna chirurg
Kennemer Gasthuis
Dr. R.H. Veenhoven kinderarts, medisch manager Linnaeusinstituut
Locatie noord
A. Vehmeijer-Scherpenzeel maag-darm-leverarts
Vondelweg 999
Th. Vos bibliothecaris/beleidsmedewerker Linnaeusinstituut
2026 BW Haarlem
Dr. M. Weisfelt neuroloog Locatie zuid
Redactie- en administratieadres
Boerhaavelaan 22
Kennemer Gasthuis locatie zuid
2035 RC Haarlem
Linnaeusinstituut T.a.v. Th. Vos, redactiesecretaris
Postadres
Postbus 417
Postbus 417
2000 AK Haarlem
2000 AK Haarlem
Telefoon: (023) 545 61 86 (van 10.00 tot 17.00 uur) Mobiel: (06) 516 170 79
Telefoon: (023) 545 35 45
E-mail:
[email protected]
Internet: www.kg.nl E-mail:
[email protected]
Tekstcorrectie Y.V. Abrahamsen, stafmedewerker Linnaeusinstituut
Spaarne Ziekenhuis Locatie Hoofddorp
Coördinatie, uitgave, lay-out en druk
Spaarnepoort 1
DCHG Partner in medische communicatie
2134 TM Hoofddorp
Zijlweg 70
Telefoon: (023) 890 89 00
2013 DK Haarlem Telefoon : (023) 551 48 88
Locatie Heemstede
Telefax : (023) 551 55 22
Händellaan 2A
E-mail
2102 CW Heemstede
:
[email protected]
Omslag
Postadres
Voorbeeld van de driedimensionale mogelijkheden van CT. Inzakkings-
Postbus 770
fractuur dekplaat L5 ventraal, stabiel.
2130 AT Hoofddorp
ISSN 1877-6450
Telefoon: (023) 890 89 00 Internet: www.spaarneziekenhuis.nl E-mail:
[email protected]
Het Linnaeus Medisch Journaal (LMJ) is een medisch-wetenschappelijk tijdschrift ten behoeve van een goede transmurale samenwerking dat elk kwartaal wordt uitgegeven door het wetenschapsbureau van het Linnaeusinstituut, waarin participeren: het Kennemer Gasthuis (Haarlem), het Spaarne Ziekenhuis (Hoofddorp en Heemstede) en het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland (Haarlem). Het wordt kosteloos toegezonden aan artsen, apothekers, verloskundigen, fysiotherapeuten, centra voor wijkverpleging en aan instellingen voor gezondheidszorg in de regio Kennemerland en de Haarlemmermeer.
132
Linnaeus Medisch Journaal nr 3 2009 • Jaargang 17
Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Boerhaavelaan 26 2035 RC Haarlem Telefoon: (023) 530 7800 Telefax: (023) 530 7805