2
Licht moge stralen in de duisternis, nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is. Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, Wil het woord ons geven dat hier vrede sticht; U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen, beantwoord met Gezang 456: 3 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
Liturgie voor de huwelijksdienst van Johan Berting Hennietha Leenheer
Vrijdag 5 juli 2013 om 14.45 uur in de Levensbron in Rilland
wees voor andere stemmen doof. Hij alleen zal u behouden, blijf Hem volgen in geloof. Ontsteken van de huwelijkskaars Overhandiging van de trouwbijbel Gebed van dankzegging en voorbede, afgesloten met een gezamenlijk uitgesproken Onze Vader Onze Vader Die in de Hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd; Uw koninkrijk kome; Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de Boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
Voorganger: Ds. Arend van de Beld Ouderling van dienst: mevrouw Sabine Weber Organist: mevrouw Hannie Klein Bleumink
Slotlied: U zij de glorie, Tussentijds 172: 1,2 1 U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! Alle menslijk lijden hebt Gij ondergaan om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!
Hendrika Agatha Leenheer, aanvaard je Johannes Evert Berting uit Gods hand als metgezel je geschonken voor nu en de tijd die komt en wil je hem met heel je leven liefhebben en trouw zijn in vreugde en verdriet gedragen door Gods liefde?
Orgelspel Binnenkomst van bruidegom, ouderling van dienst en predikant. De bruid wordt binnengebracht door haar vader en aan de bruidegom ‘gegeven’. Voorbereiding
De voorganger vraagt vervolgens aan beide tegelijk: Willen jullie zorg en verantwoordelijkheid dragen voor elkaar en voor hen die aan jullie worden toevertrouwd? Zingen: Gezang 367: 2 2 Gij hebt elkander trouw beloofd; een menslijk feilbaar woord werd hier door ons gehoord. Dit woord behoudt het in geloof. Meer hebt gij niet van node: God houdt uw ja omsloten.
Welkom Aanvangslied: De Heer is mijn Herder, Gezang 14: 1,2,5 1 De Heer is mijn Herder! ‘k Heb al wat mij lust; Hij zal mij geleiden naar grazige weiden. Hij voert mij al zachtkens aan waatren der rust. 2
De Heer is mijn Herder! Hij waakt voor mijn ziel, Hij brengt mij op wegen van goedheid en zegen, Hij schraagt me als ik wankel, Hij draagt me als ik viel.
5
De Heer is mijn Herder! Hem blijf ik gewijd! ‘k Zal immer verkeren in ’t huis mijnes Heren: zo kroont met haar zegen zijn liefde me altijd
Gebed en zegen Zingen (staande): Evangelische liedbundel 165: 3, 4 3 Heer, wij bidden om uw zegen, wil dit bruidspaar gadeslaan. Laat z’elkander toegenegen, telkens weer uw stem verstaan. Ga hen voor op al hun wegen, Doe hen schuilen in uw naam. 4
Ga uw weg in goed vertrouwen, God heeft u zijn kracht beloofd. Op zijn woorden kunt gij bouwen,
Moment van stilte Onze Hulp en Groet V.: Onze hulp is in de naam van de HEER G.: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT V.: Die trouw houdt tot in eeuwigheid G.: EN DIE NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN V.: Genade, barmhartigheid en vrede zij u en jullie van God onze Vader door Jezus Christus, onze Heer in gemeenschap met de Heilige Geest. G.: AMEN Inleidend woord Gebed om ontferming Vrijspraak Glorialied: Vader, U loven wij, Zingende gez. 244: 1 t/m 4 1 Vader, U loven wij, Gij hebt ons lot in uw handen, laat dan uw Geest als een laaiend vuur in ons branden stralende zon, van onze liefde de bron, de toekomst ligt in uw handen! 2
Kome wat komt, in uw licht zijn wij veilig geborgen, Uw zegen draagt ons door dagen van ziekte en zorgen, Gij houdt de wacht, en ook al dreigt soms de nacht, reeds glanst het licht van de morgen.
Johan en Hennietha, ook jullie mogen je geroepen weten tot deze bestemming. Jullie, die voor God en zijn gemeente, en met wie je lief zijn als getuigen, elkaar trouw willen beloven voor deze en alle komende dagen. Van alle mensen onderweg door het leven, hebben jullie elkaar uitgekozen als die ene om samen mee op weg te gaan. Niet om zelfgenoegzaam in elkaar op te gaan en om anderen te vergeten, kiezen jullie voor elkaar. Maar de liefde en trouw, die tussen jullie bestaat, willen jullie samen proberen uit te dragen aan elk mens, die op jullie weg komt. Jullie kiezen één weg uit vele, als twee verschillende mensen die voortaan in één adem met elkaar genoemd willen worden. Huwelijksvragen en beloften Johannes Evert Berting, aanvaard je Hendrika Agatha Leenheer uit Gods hand als metgezel je geschonken voor nu en de tijd die komt en wil je haar met heel je leven liefhebben en trouw zijn in vreugde en verdriet gedragen door Gods liefde?
3
Wij danken U, o God, voor wat U hebt gegeven. Wij zijn nu met elkaar verbonden voor het leven. Met grote dankbaarheid aanvaarden wij elkaar. Help ons te alle tijd; maak uw beloften waar.
Dienst van bevestiging en inzegening Inleiding Als mensen, geschapen naar het beeld van God, worden we geroepen om niet op onszelf te leven, maar om in liefde en trouw bij te dragen aan het geluk van de ander. Want zo heeft God ons gewild: Uit liefde zijn wij gemaakt, als een geschenk voor elkaar dat het leven vult en zin geeft. Wij zijn geroepen om elkaar steeds trouw te blijven. Want trouw is het liefste dat God ons geven wil. Gaandeweg zullen wij ontdekken wat het zeggen wil: Voor elkaar bestemd zijn, op liefde gebouwd. Gaandeweg zullen wij in elkaar Gods liefde terugvinden.
3
Heer, houd ons vast als wij toch uw geboden vergeten en van vergeving en vrede niet meer willen weten; kom dan met vuur – uw liefde, louter en puur, kent lengte, hoogte noch breedte
4
Vader, U loven wij – draag ons door schade en schande, dooft onze lamp, laat uw waakvlam dan nog blijven branden; Christus, ons licht, op wie ons hart is gericht, ons leven ligt in uw handen.
Dienst van het woord Schriftlezing: Psalm 139: 1 t/m 14 NBV 1 Voor de koorleider. Van David, een psalm. HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, 2 u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten, 3 ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd. 4 Geen woord ligt op mijn tong, of u, HEER, kent het ten volle. 5 U omsluit mij, van achter en van voren, u legt uw hand op mij. 6 Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn begrip te boven. 7 Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? 8 Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. 9 Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging is wonen voorbij de verste zee, 10 ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. 11 Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht’, 12 ook dan zou het duister voor u
niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht. 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
14
Schriftlezing: 1 Johannes 4: 7 t/m 10 NBV 7 Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. 9 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven. 10 Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.
Verkonding
Zingen Psalm 139: 1, 8 en 14 1 Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, ’t ligt alles open voor uw ogen. 8
Ik loof U die mijn schepper zijt, die met uw liefde mij geleidt, Gij hebt mijn oerbegin aanschouwd, In ’t diepst der aarde opgebouwd. Niets blijft er voor uw oog verborgen. Ja, Gij omringt mij met uw zorgen.
Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt toch open voor uw aangezicht. Toets mij of niet een weg in mij mij schaadt en leidt aan U voorbij. O God, houd mij geheel omgeven, en leid mij op den weg ten leven.
We luisteren naar ‘Bless the Lord, my soul’ (Taizé) Zingen: Wij danken U, o God: 1 t/m 3 (melodie gezang 44) 1 Wij danken U, o God, Voor wat U hebt gegeven. Uw liefde en uw trouw Omringen heel ons leven. U hebt de mens aanvaard met heel zijn zwak bestaan. U gaf hem weer een plaats waarop hij vast mag staan. 2
Wij danken U, o God, Voor wat U hebt gegeven. Want Christus is de kracht die ons als mens doet leven. Zijn liefde, die ons zocht, Wijst ons het lichtend spoor, de liefde van de Heer geven wij and’ren door.