Liturgie voor de dienst in de ‘Grote Kerk’ op zondag Trinitatis 22 mei 2016 aanvang: 10.00 uur Voorganger: Ds. Aarnoud Jobsen Organist: Michel de Wit Openbare Geloofsbelijdenis: Annemarie Ruitenberg Marian Straub-Steenis Doop van Marian Straub-Steenis
VOORBEREIDING Orgelspel. Welkom - We gaan staan - Bemoediging: V: Onze hulp is in de naam van de Heer A: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Drempelgebed. Zingen: NL 8a: Heer, onze Heer, hoe heerlijk is uw naam in de geschiedenis, op heel de aarde, wijd en zijd. De hemel zingt uw majesteit. Het eerste kinderlijk geluid roept glorieus uw sterkte uit. Met onze kwetsbaarheid vertrouwd ontwapent Gij wat ons benauwt. 1
Zie ik uw sterren in de nacht, die hemelhoog geschapen pracht, wat is dan niet het mensenkind dat Gij het kent en zo bemint. Geen sterrenhemel houdt hem klein; de mens mag vorst der aarde zijn. Gij kroont hem als uw bondgenoot en maakt hem bijna god’lijk groot. Al wat op aarde is laat Gij zich buigen voor zijn heerschappij. De dieren komen in een stoet hem hoog en breed al tegemoet. Heer, onze Heer, hoe heerlijk is uw naam in de geschiedenis, want op de aard’ is wijd en zijd het mensenkind uw majesteit. We gaan zitten. Groet: v: De Heer zij met u - a: Zijn Geest in ons midden. Gebed om ontferming, voortgezet met gezongen kyrie
2
Glorialied: NL 705: Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de heilige Geest, de Trooster, de Drie-enige in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drie-enige in zijn troon! Ere zij aan Hem, wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd. Ere zij de Heer der engelen, ere zij de Heer der kerk, ere aan de Heer der volken; aarde en hemel looft uw werk! Halleluja, halleluja, loof de koning, heel zijn kerk! Halleluja, lof, aanbidding brengen engelen U ter eer, heerlijkheid en kracht en machten legt uw schepping voor U neer. Halleluja, halleluja, lof zij U der heren Heer! DE DIENST VAN DE HEILIGE SCHRIFT De kaarsen worden aangestoken. Gebed bij de lezing van de Schriften. 3
Zingen: NL 923: Wil je wel geloven dat het groeien gaat, klein en ongelooflijk als een mosterdzaad, dat je had verborgen in de zwarte grond, en waaruit een grote / boom ontstond. Wil je wel geloven het begin is klein, maar het zal een wonder boven wonder zijn als je het gaat wagen met Gods woord alleen; dan gebeuren wonderen / om je heen. Wil je wel geloven dat je vrede wint, als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind. Als je een geloof hebt als een mosterdzaad, groeit de liefde uit / boven de haat. Gesprek met de kinderen. De kinderen gaan naar de nevendienst. Schriftlezing: Spreuken 8: 22-31. Zingen: NL 325:
4
Alleen was God in stilte ongebroken, volmaakt zichzelf, onnoembaar, onweersproken. Toen heeft Hij in zijn hart gehoord de klank en aandrift van dat woord. Nog voor Hij enig mens gewon, nog voor het opgaan van de zon. Dat woord stond Hem met raad en daad terzijde, toen Hij het licht, de zee, de aarde spreidde. Het werd zijn liefste gezellin, het spreekt Hem moed en liefde in, opdat niet ooit zijn hart bezwijkt, zijn naam van deze wereld wijkt. Evangelielezing: Johannes 3:1-16. Zingen: NL 905: 1,3 en 4: Wie zich door God alleen laat leiden, enkel van Hem zijn heil verwacht, weet Hem nabij, ook in de tijden die dreigend zwart zijn als de nacht. Want wie op God alleen vertrouwt, heeft nooit op zand zijn huis gebouwd. 5
Laat dan uw stilte ook uw kracht zijn en leef uw leven opgewekt. Laat Gods genade u genoeg zijn, die voor u uit zijn sporen trekt. Hij is het zelf die ons voorziet; wat ons ontbreekt ontgaat Hem niet. Zing maar en bid, en ga Gods wegen, doe wat uw hand vindt om te doen. Weet dat de hemel zelf u zegent, u brengt naar weiden fris en groen. Wie zich op God alleen verlaat, weet dat Hij altijd met ons gaat. Preek. Zingen: NL 221: Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht, ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, 6
wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft – Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. OPENBARE BELIJDENIS VAN HET GELOOF Geloofsbelijdenis in beurtspraak (tekst Lied 340d Huub Oosterhuis) Allen gaan staan Voorganger: Ik geloof in de levende God Vader van onze Heer Jezus Christus onze God, onze Vader almachtig. Allen: Alle dingen heeft Hij geschapen in zijn enige geliefde Zoon, beeld en gelijkenis van zijn heerlijkheid. Voorganger: Jezus, licht van het eeuwige licht, Woord van God, getrouw en waarachtig, Jezus, onze genade en waarheid. Allen: Om deze wereld van dienst te zijn, om ons menselijk lot te delen is Hij vlees van ons vlees geworden. Voorganger: Uit de wil van de Heilige Geest en uit de maagd Maria geboren is Hij een mens geworden als wij. 7
Allen: Om onze zonden werd Hij gebroken, ja, gehoorzaam ten dode toe heeft Hij zich op het kruis gegeven. Voorganger: Daarom heeft Hij de naam ontvangen: eerstgeborene uit de doden, Zoon van God en Heer van allen. Allen: Hij zal komen, God weet wanneer, om recht te doen aan levenden en doden. Hij is de mens op wie ik lijken zal. Voorganger: Ik geloof in de kracht van de Geest, in de liefde van Vader en Zoon, in het verbond van God met de mensen, Allen: in de kerk, het lichaam van de Heer, samengeroepen en uitgezonden om te doen wat Hij heeft gedaan: Voorganger: Om te dienen en te verlichten om te dragen de zonden der wereld en te stichten vrede op aarde. Allen: Ik geloof dat wij zullen verrijzen met een nieuw en onsterfelijk lichaam, want Hij is een God van levenden. Amen. Kom, Heer Jezus, kom. 8
V: De gemeente van de Heer Jezus Christus leeft uit de kracht van Gods liefde en genade. Een hechte relatie, een verbond. De doop is een duidelijk teken van dit verbond. Hecht zijn we daarin verbonden met de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Deze God neemt ons aan als kinderen en erfgenamen. De weg van kruis en opstanding die Jezus is gegaan, bevrijdt mensen van hun schuld en onmacht. De Heilige Geest vernieuwt mensen. Hij maakt ze tot een nieuwe schepping. Het is een voorrecht om Hem als onze God te erkennen, samen met diegenen die ook met Hem verbonden zijn als gemeente van Jezus Christus. Hij roept ons op de naam van God in de wereld te belijden, in de hoop en verwachting van het koninkrijk van God. Tot onze vreugde heeft Hij aan twee mensen het verlangen gegeven om uit de bevrijdende kracht van Gods liefde te leven en hun geloof te delen met anderen. Graag willen wij jullie nu in de gelegenheid stellen om belijdenis van je geloof af te leggen. Belijdenisvragen: Voorganger: Jullie hebben de gemeente van Christus gevraagd om in haar midden voor het aangezicht van God je geloof te mogen belijden. Daarom vragen wij jullie: Geloof je in God de Vader, onze Schepper en Verlosser? Wil je Jezus Christus volgen, zijn Zoon, onze gekruisigde en opgestane Heer? Vertrouw je je toe aan de Heilige Geest, die ons leven vernieuwt? 9
Verlang en beloof je met de gemeente, de Heer trouw te dienen in de opbouw van zijn kerk en de komst van zijn Rijk? Antwoord: Ja, ik geloof! Zingen: NL 345: Gij hebt uw woord gegeven nog voor ik U iets vroeg, dat is voor heel mijn leven, ja voor de dood genoeg. Uw woord is daad, o Vader, werd brood in de woestijn, werd mens en is mij nader dan wie mijn naasten zijn.
Nu ik U heb gegeven mijn woord op deze dag, geef dat met heel mijn leven ik daarvoor instaan mag, dat ik het in mijn daden waarmaak aan iedereen. Maak zichtbaar uw genade door mij en om mij heen.
God, die uw woord gegeven, uw Zoon gezonden hebt en naar zijn beeld het leven van wie U kent herschept, wees door uw Geest met allen die hebben ja gezegd, dat zij die staan niet vallen. Maak Gij ons trouw en echt. Handoplegging Doop van Marian Straub-Steenis Toezingen: (staande) NL 353: Nu heeft het oude leven afgedaan! Wij mogen aan de toekomst toebehoren, want grote dingen heeft de Heer gedaan: wij zijn als kinderen van God herboren. 10
Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht die werd begraven in de dood des Heren, die opstond tot het leven in zijn kracht om aan zijn hand een nieuwe weg te leren. Water en Geest verwekten door de doop een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven. Bevrijd van zonde en vervuld van hoop mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven. ’t Lied van de vreugde gaat van mond tot mond: Gods liefde heeft ons samen uitverkoren om overal, de hele wereld rond, de boodschap van zijn rijk te laten horen. Felicitatie en bemoediging (ouderling van dienst). GEBEDEN EN GAVEN Gedachtenis overledenen (staande). Gebeden - Stil gebed - Onze Vader. De kinderen komen terug. Inzameling van de gaven onder orgelspel. Slotlied: NL 704: Dank, dank nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt. 11
Lof, eer en prijs zij God die troont in ’t licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk. Zending en Zegen met
Orgelspel. FELICITATIES. SAMENZIJN BIJ KOFFIE, THEE OF FRIS.
12