Liturgie voor de doopdienst op zondag 3 juli 2016 aanvang: 10.00 uur. In deze dienst ontvangen: Lynn Hermien Brunsman een teken en een zegel van God, de Vader, de zoon en de Heilige Geest en is opgenomen in het lichaam van Jezus Christus. Voorganger: Ouderling van dienst: Koster: Organist:
Ds. H.M. Klaassen Jeannette ter Harmsel - Heino Gerrit Kleinjan Bram Jaspers
Doop In het water van de doop, zien wij hoe God zelf belooft, dat zijn Naam voorgoed aan ons verbonden is. Water dat getuigt en spreekt, van de hoop die in ons leeft, dat Gods liefde voor ons niet veranderd is. Eén met Christus in zijn dood, gaan wij onder in de doop, overtuigd dat er bij Hem vergeving is. Eén met Christus, ingelijfd, staan wij op van schuld bevrijd, in een leven dat voorgoed veranderd is. Met de Heer begraven en weer opgestaan, om voor Hem te leven, Jezus' weg te gaan. Uit het water van de doop, putten wij geloof en hoop, dat Gods trouw en liefde blijvend is. Dat Gods trouw en liefde blijvend is. In zijn lichaam ingelijfd: Christus' kerk die wereldwijd, is geroepen om een beeld van Hem te zijn. Mensen overal vandaan, die de weg van Christus gaan, om vernieuwd voor Hem te leven, vrij te zijn. Reinig ons, vernieuw ons leven Heer. Heilig ons, en vernieuw ons leven Heer. Prijs de Vader, prijs de Zoon en heil'ge Geest! Prijs de Heer met al wat leeft en adem heeft! Wat een liefde, wat een hoop! U verzegelt door de doop dat ons leven bij U veilig is. Dat ons leven bij U veilig
2
Orgelspel Afkondigingen Samen zingen: NLB 218: 1 - 5 2. Dank U voor deze mooie aarde, dank U voor sterren, maan en zon. Dank U dat U ons wilt bewaren, kracht en levensbron. 3. Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei. 4. Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom.
3
5. Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan. Dank U – o God, ik wil U danken dat ik danken kan. Onze hulp en groet Samen zingen: psalm 105: 1 & 2 1. Looft God den Heer, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meldt ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt den Heer, verblijdt u, geeft zijn naam de eer. 2. Vraagt naar des Heren grote daden; zoekt zijn nabijheid, zijn genade. Gedenkt hoe Hij zijn oordeel velt, zijn wonderen ten teken stelt, volk dat op Abram u beroemt, met Jakobs nieuwe naam genoemd. Geboden van God Samen zingen: 105: 3 & 4 3. God, die aan ons zich openbaarde regeert en oordeelt heel de aarde. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. ’t Verbond met Abraham zijn vrind bevestigt Hij van kind tot kind.
(Staande)
4
4. De Heer heeft Izak uitverkoren, aan Jakob zijn verbond bezworen, aan Israël zijn trouw verpand: Uw kindren breng Ik naar dit land, naar Kanaän dat eeuwig is uw toegemeten erfenis. Gebed om de verlichting met de Heilige Geest Lezen dooponderricht Doopvragen Binnen dragen van de dopeling Samen zingen: Gezang 334: 1 & 3 1. Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: llat de kinderen tot Mij komen. 3. Niemand, die ons helpen kan, niemand kan ons kind beschermen. Wie zijn wij? Neem Gij het dan, draag het in uw groot erbarmen. Dat het vroeg U in dit leven ja voorgoed zijn hart mag geven. Bediening van de doop
5
Samen zingen: OB psalm 134: 3 3. Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'. Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren HEER'!
(Staande)
Toelichting kindernevendienst Dopelinge verlaten samen met de kinderen van de kindernevendienst de dienst. Schriftlezing: Romeinen 12: 1 – 8 Leven voor God 1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. 2 En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. 3 Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. 4 Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, 5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. 6 En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: 7 hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen; 8 hetzij wie bemoedigt, in het bemoedigen; wie uitdeelt, in oprechtheid; wie leiding geeft, met inzet; wie zich over anderen ontfermt, met blijmoedigheid.
6
Samen zingen: Gezang 242: 1 & 2 1. Komt laat ons deze dag met heilig vuur bezingen en met vernieuwde vreugd, want God deed grote dingen. Eens gaf de Heilige Geest aan velen heldenmoed. Bidt dat Hij ons vandaag verlicht met Pinkstergloed. 2. O Geest der eeuwigheid, Gij Trooster aller tijden, deel thans uw zegen uit aan wie uw komst verbeiden. O heldere fontein, die uit Gods tempel welt, gij wordt een brede stroom die met de eeuwen zwelt.
7
Schriftlezing: Romeinen 12: 9 – 21 Onderlinge liefde 9 Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede. 10 Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. 11 Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere. 12 Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed. 13 Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid. 14 Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet. 15 Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen. 16 Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog. 17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. 18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. 19 Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. 20 Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. 21 Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Samen zingen: Gezang 242: 3 & 7 3. In ’t lichaam van de Heer tot leden uitverkoren, zijn wij door uwe kracht als kinderen nieuw geboren. Deel dan uw gaven uit, wees met uw kracht nabij. Dat ieder op zijn plaats een levend lidmaat zij.
8
7. Wie ’s Heren Geest bezielt, Wie ’s Heren woord doet zingen, wie met ons vieren wil het feest der eerstelingen, die stemme met ons in en prijze Gods verbond dat Hij vandaag vernieuwt en elke morgenstond. Verkondiging Samen zingen: gezang 437: 1, 2 & 3 1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht! God, laat mij voor uw aangezicht, geheel van U vervuld en rein, naar lijf en ziel herboren zijn. 2. Schep, God, een nieuwe geest in mij, een geest van licht, zo klaar als Gij; dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt en ga de weg die U behaagt. 3. Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht. Collecten Dankgebed en voorbede
9
Samen zingen: Psalm 150: 1 & 2 1. Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van ’t heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen. 2. Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen. Zegen Uitleidend orgelspel
(Staande)
(Staande)
10
11
12