436.
2 3.
Goedkeuring van het te 's-Gravenhage tussclien Nederland en Tsjecho-Slowakije gesloten handelsverdrag, enz. Oléine Glycerine Fécule de pomme de terre /
500 tonnes 50 ,, „ ft__
Dextrine ) Oignons a fleurs et produits de pépinières.. 500 ,, Pois, haricots 1 0 0 0 ,, Légumes 1 000 ,, Chevaux et bétail 5 000 pièces Chocolat, chocolateries et sucreries 500 tonnes Poudre de cacao 1 000 ,, Beurre de cacao 250 ,, Gateaux et Biscuits 50 ,, Etoffes en laine 500 ,, Tissusdejute 100 ,, Soie artificielle 150 ,, Articles en caoutchouc et pneus pour automobiles et bicyclettes 280 Bicyclettes 1 000 pièces Automobiles 150 ,, Articles chiiniques (proportionnellement) 50 tonnes Produits pharmaceutiques 10 ,, Quinine et cocaïne 10 ,, Lampes électriques 750 000 pièces Laques, vernis et couleurs 50 tonnes Graines de carvi (cumin des prés) 500 ,, Cuir et articles en cuir 50O tonnes Brosses de toutes sortes 5 ,, Colles, gelatines et issues de ces articles: 1°. graisse de pied de boeuf 100 ,, 2°. gelatine comestible (pour ralimentation) 50 ,, Pliosphates précipitées (produits accessoires de la fabrication de gelatine) 200 ,, Engrais chiiniques 5 000 ,, Epiceries 750 ,, Eiz 5000 „ Essences i. e. : toutes les huiles éthériques sauf lmile de genièvre et coriandre 10 ,,
LISTE C. Huile de colza Savon et poudre de savon Articles en coton Lingeries Colle d'os Sarcocolle Gelatine pour usage industrie! Appareils de chirurgie, pour laboratoires, optiques et autres Articles en métaux Appareils et moteurs électriques Semences, non mentionnées a la liste A. Margarine Fromage
48«.
8.
MEMOEIK
VAN
TOELICHTING.
Tussclien Nederland en Tsjecho-Slowakije werden na het beëindigen van den oorlog handelsbetrekkingen aangeknoopt, welke zich al spoedig meer en meer konden uitbreiden. Allengs deed zich daarbij de behoefte gevoelen aan eeii overeenkoinst tussclien beide landen, waarbij aan die betrekkingen een vaste basis zoude worden gegeven. Ten einde tot het sluiten van een zoodanige overeenkomst te geraken werden besprekingen met de Tsjecho-Slowaaksche Eegeering geopend, welke ten slotte er toe hebben geleid, dat overeenstemming werd verkregen over den tekst van het den 20sten J a n u a r i 192-3 te 's Gravcnhage onderteekende verdrag, waarvoor thans goedkeuring wordt gevraagd. Tn hoofdzaak heeft dit verdrag de strekking om aan de onderdanen en de instellingen van handel, nijverheid en scheepvaart van beide landen wederkeerig de behandeling op den voet der meestbegunstigde natie te verzekeren. De artikelen I en I I van het verdrag regelen de toelating en de positie van de wederzijdsche onderdanen en handelsinstellingen. De Tsjechoslowaakscbe wetgeving maakte het noodzakelijk, ten aanzien van de meestbegunstiging, welke de naamlooze vennootschappen en andere vennootschappen over en weer zullen genieten, eenige beperkingen in artikel I I op te nemen. Artikel I I I waarborgt aan de artikelen van Nederlandschen en Nederlandsch-kolonialen oorsprong de behandeling op den voet der meest begunstigde natie, terwijl artikel I V regelen vaststelt voor de behandeling van monsters. Voorts is in artikel V overeengekomen, dat voor alle gevallen, welke niet nader in bet verdrag zijn vastgelegd, de behandeling op den voet der meestbegunstigde natie zal gelden. Ten slotte moge hier nog worden gewezen op artikel V I I van het verdrag, waarin ten aanzien van de regeling en berecliting van geschillen, uit de overeenkomst voortvloeiende, bepalingen zijn vastgelegd. Aangezien de invoer in Tsjecho-Slowakije in het algemeen niet, vrij is en voor een groot aantal artikelen slechts in beperkte mate wordt toegestaan, - bleek het noodig, aan het verdrag een protocol toe te voegen, houdende eenige bepalingen ten aanzien van den invoer van artikelen van Nederlandschen of Nederlandsch-kolonialen oorsprong in genoemd land. Paragraaf I van bedoeld protocol beeft betrekking op die artikelen van Nederlandschen en Nederlandsen-kolonialen oorsprong, vermeld in de bij het protocol beboorende lijst A, welker invoer in Tsjecho-Slowakije vrij is. Paragraaf 2 waarborgt, dat de invoer van de artikelen, vermeld op lijst B, in ieder geval zal worden toegestaan tot de contingenten, welke op die lijst zijn vermeld. Paragraaf 4 behelst de bepaling, dat bij het beoordeelen van aanvragen om toestemming tot invoer van de artikelen, vermeld op lijst C, door de Tsjechoslowaakscbe Eegeering welwillendheid zal worden betracht.
Bijlagen.
436.
3.
Tweede Kamer.
• Goedkeuring van liet te 's-Gravenhage (usscheii N e d e r l a n d e n Tsjecho-Slowakije gesloten handelsverdrag, enz. De geruchten, welke hier te lande tijdens de onderhamlelingen liepen omtrent de voornemens der Nederlandsche Regeering tot het nemen van maatregelen, die den invoer van sommige artikelen belemmeren, gaven den Tsjechoalowaakschen onderhandelaars aanleiding, aan te dringen op de invoeging van artikel >S, hetwelk zoodanig is geredigeerd, dat de Begeering hier te lande, mocht zij tot het nemen van maatregelen als bovenbedoeld overgaan, zoo weinig mogelijk gebonden is. Bij wijziging van de bestaande voorschriften ten aanzien van den invoer in beide landen, zal het noodzakelijk kunnen zijn de bepalingen van het protocol daarmede ten spoedigste in overeenstemming te brengen. De mogelijkheid zulks met wederzijdseh goedvinden te doen is reeds in paragraaf 9, lid 3, van het protocol voorzien. Ten einde niet voor elke zoodanige wijziging in de bepalingen van het protocol de medewerking van de Staten-Generaal te behoeven, is in artikel I I der wet een voorbehoud opgenomen tot het bekrachtigen van eventueele wijzigingen in het protocol. Een vertaling van het verdrag en het daarbij behoorend protocol met bijlagen wordt hiernevens overgelegd. De Minister
van Buitenlaruhclie VAN KARNEBEEK.
Zaken,
De Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, CH. RUYS DE BEERENBROUCK. De Minister van Financiën, DE GEER. De Minister van Arbeid, Handel en Xijverheid, AALBERSE. De Minister van Koloniën, DE GRAAPF.
VERTALING.
OVEREENKOMST. Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en de President der Tsjechoslowaaksche Republiek, bezield van den wensch om de vriendschapsbanden tusschen beide landen nauwer aan te halen en derzelver economische betrekkingen te bevorderen, hebben besloten over te gaan tot het sluiten eener handelsovereenkomst en hebben daartoe tot Hunne Gevolmachtigden benoemd: Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden: Zijne Excellentie Jonkheer H. A. VAN KARNEBEEK, Hoogstderzelver Minister van Buitenlandsche Zaken; de President der Tsjechoslowaaksche Republiek: den Heer ZDENËK FIERLINGER, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister der Tsjechoslowaaksche Republiek te 's-Gravenhage, en den Heer JAN DVOKACEK, Gevolmachtigd Minister en Chef der Afdeeling Economische Zaken van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken der Tsjechoslowaaksche Republiek, die, daartoe behoorlijk gemachtigd zijnde, omtrent de navolgende bepalingen ziin overeengekomen: Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1922-1923.
1. De onderdanen van elk der Hooge Contracteerende Partijen zullen op het grondgebied der andere Partij in alle opzichten en in het bijzonder voor wat betreft de vestiging en de uitoefening van den handel, de nijverheid en de scheepvaart, hunne rechtspositie, hunne roerende en onroerende goederen, hunne rechten en belangen, op even gunstige wijze behandeld worden als de onderdanen der meest-begunstigde natie. 2. Het zal hun vrij staan, hunne zaken op het grondgebied der andere Partij te regelen, hetzij persoonlijk, hetzij door een tusschenpersoon naar hun keuze, zonder te dezen opzichte aan eenige andere beperkingen te zijn onderworpen dan die, vastgesteld bij de op dat grondgebied van kracht zijnde wetten en voorschriften. 8. Zij zullen voor de uitoefening van hunnen handel, hunne nijverheid en hunne scheepvaart binnen het gebied der andere Partij geene andere of hoogere belasting, heffing of recht betalen dan die, welke van de nationalen geheven worden. II. 1. De naamlooze vennootschappen en andere vennootschappen op liet gebied van handel, nijverheid of financiën, daaronder begrepen de scheepvaart-maatschappijen, die haar zetel hebben op het grondgebied van eene der Hooge Contracteerende Partijen en die daar, volgens de wetten dier Partij, op wettige wijze zyn opgericht, zullen evenzeer bevoegd zijn op het gebied der andere Partij haar rechten te verdedigen en in het bijzonder om in rechte op te treden, hetzij als eischeressen, hetzij als gedaagden, met dien verstande, dat zij zich zullen hebben te onderwerpen aan de daarop betrekking hebbende wetten en voorschriften, van kracht op het gebied dier andere Partij. 2. De toelating der hierboven bedoelde, op wettige wijze op het gebied van een der Hooge Contracteerende Partijen opgerichte vennootschappen, die na het van kracht worden van deze overeenkomst hare werkzaamheden willen uitstrekken tot het gebied der andere Partij en die daartoe eene bijzondere machtiging mochten behoeven, zal geregeld worden volgens de wetten en voorschriften van den betrokken staat, met dien verstande, dat de toelating van banken en verzekering-maatschappijen geregeld zal worden door de daarop betrekking hebbende bijzondere wetten en reglementen van den betrokken Staat. 8. Alle eenmaal wettig gevestigde vennootschappen zullen in elk opzicht eene behandeling genieten op den voet der meestbegunstigde natie. III. 1. Elk der Hooge Contracteerende Partijen verbindt zich aan de andere de meest gunstige behandeling te verleenen, die zij toestaat of in de toekomst mocht toestaan aan een derden Staat, welken ook, zulks wat aangaat den uitvoer, den invoer, het entrepotverkeer en den doorvoer van koopwaren, de voldoening der rechten en belastingen en de vervullingder douane formaliteiten. 2. De natuurlijke of nijverheids producten van Tsjechoslowaakschen oorsprong worden in Nederland en zijne Koloniën toegelaten en de natuurlijke of nijverheids producten van Nederlandschen en Nederlandsen-kolonialen oorsprong worden in de Tsjechoslowaaksche Republiek toegelaten onder toepassing van het gunstigste tarief van invoerrechten, dat elk der Hooge Contracteerende Partijen toestaat of zal toestaan aan een derden Staat, welken ook, zoowel wat aangaat alle rechten en belastingen, als wat betreft alle coëfficiënten, surtaxen of toeslagen, waaraan deze rechten en belastingen onderworpen mochten zijn. •
436. 3. Goedkeuring van het te 's-Gravenhage tussohen NIMI
n en Tsjerho-tëlowakije gesloten handelsverdrag, enz.
IV.
PROTOCOL.
1. Aan de betaling van rechten onderworpen goederen, die als monsters dienst doen, met uitzondering van verboden koopwaren, zullen wederzijds onder tijdelijken vrijdom van invoerrechten worden toegelaten, onder voorbehoud echter, dat de douane-formaliteiten zullen worden vervuld, noodig om den weder-uitvoer dier goederen te verzekeren. 2. De herkenningsteekens, door de autoriteiten van eene der Hooge Contracteerende Partijen op de monsters aangebracht, zullen ter vaststelling hunner identiteit door de autoriteiten der andere Partij worden erkend, met dien verstande evenwel, dat laatstbedoelde autoriteiten bevoegd zullen zijn om. wanneer hun zulks noodig voorkomt, daarnevens de nationale herkenningsteekens aan te brengen. 3. Het voorrecht van dezen vrijdom van invoerrechten kan worden ingetrokken ten aanzien van handelsreizigers en handelshuizen, die zich niet aan de vastgestelde voorwaarden houden.
Op het oogenblik, dat tot de onderteekening van de heden gesloten overeenkomst werd overgegaan, hebben de ondergeteekende Gevolmachtigden de volgende verklaringen afgelegd: Par. 1. Aangezien de Regeering van de Tsjechoslowaaksche Republiek zich genoodzaakt ziet, voor het oogenblik het stelsel van controle op de invoeren en de uitvoeren, dat zij heeft ingesteld, te handhaven, maar wenscht aan de producten en koopwaren van Nederland en de Nederlandsche Koloniën in den zin der heden geteekende overeenkomst een tenminste even gunstige behandeling te verzekeren als aan eiken derden staat, zal zij ten vrijen invoer in de Tsjechoslowaaksche Republiek toelaten de producten en koopwaren van Nederlandschen en Nederlandsenkolonialen oorsprong, opgesomd op de lijst ..A". Par. 2.
V. Ook ten aanzien van de gevallen, niet voorzien in de voorgaande artikelen, staan de Hooge Contracteerende Partijen elkander wederzijds de behandeling toe op den voet der meestbegunstigde natie, voor alles wat betreft den handel, de industrie, de scheepvaart en den consulairen dienst.
Insgelijks zal de Regeering van de Tsjechoslowaaksche Republiek afwijkingen toestaan van de in de Tsjechoslowaaksche Republiek bestaande invoerverboden voor de producten en koopwaren van Nederlandschen en Nederlandsen-kolonialen oorsprong, opgesomd op de ïyst „B", tot aan het beloop van de jaarlijksche contingenten, daarop vastgesteld.
VI.
Par. 3.
Er is overeengekomen, dat deze overeenkomst hoegenaamd geen betrekking heeft op de voordeelen, welke aan de Tsjechoslowaaksche Republiek zijn toegekend bij art. 222 van het verdrag van St. Germain en art. 205 van het verdrag van Trianon, noch op de gunsten, die een der Hooge Contracteerende Partijen heeft toegestaan of zal toestaan aan aangrenzende Staten ter vergemakkelijking van het grensverkeer.
De jaarlijksche contingenten, vermeld in lijst „B", zullen worden verbruikt in driemaandelijksche gelijke hoeveelheden, met dien verstande, dat wanneer de invoer in een kwartaal blijft beneden een vierde gedeelte van het contingent, het verschil zal worden toegevoegd aan het contingent van het volgende kwartaal.
VII.
Insgelijks zal van de zijde der Tsjechoslowaaksche Regeering een welwillende behandeling worden toegestaan voor wat betreft de verleening van vergunningen tot invoer in de Tsjechoslowaaksche Republiek, bepaaldelijk voor de producten en koopwaren van Nederlandschen en Nederlandsen-kolonialen oorsprong, opgesomd in de lijst „C".
Elk geschil over den uitleg, de toepassing of de uitvoering dezer overeenkomst, dat door de Hooge Contracteerende Partijen niet langs diplomatieken weg is kunnen worden opgelost, zal onderworpen worden aan het Permanente Hof van Internationale Justitie.
Par. i.
Par. 5.
VIII. De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing op Nederland en zijn Koloniën.
Er is overeengekomen, dat de afwijkingen, vastgesteld in de paragraphen I, II en IV in niets inbreuk maken op de andere voorschriften, die voor den in- en uitvoer in het algemeen van toepassing zijn.
IX. Deze oveieenkomst zal bekrachtigd worden en de akten van bekrachtiging zullen zoodra mogelijk te Praag worden uitgewisseld. Zij zal in werking treden vijftien dagen na de uitwisseling der akten van bekrachtiging en zal van kracht blijven gedurende een jaar te rekenen van den datum harer in werkingtreding met stilzwijgende verlenging voor eenzelfde periode, telkenmale wanneer zij niet door een der Hooge Contracteerende Partijen ten minste zes maanden vóór den afloop zal zijn opgezegd. Ten blijke waarvan de Gevolmachtigden deze overeenkomst hebben onderteekend. Gedaan in tweevoud te 's Gravenhage, den Januari negentien honderd drie en twintig. (geteekend) VAN KARNEBEEK.
twintigsten
Z. FIERLINGER. J. DVORACEK.
Par. 6. Voor wat betreft de beperkingen van den invoer en den uitvoer in het algemeen, zullen de Hooge Contracteerende Partijen zich gedragen volgens de artikelen III en V van bovenbedoelde overeenkomst, met dien verstande, dat de aangelegenheid der contingenten wordt geregeld door de bepalingen van dit protocol. '
Par. 7.
1. Indien de omstandigheden zulks wenschelijk maken, zal de Regeering van de Tsjechoslowaaksche Republiek kunnen eisenen, dat de op haar grondgebied ingevoerde producten en koopwaren worden vergezeld door een bewijs van oorsprong. De bewijzen van oorsprong zullen worden afgegeven door de bevoegde autoriteiten. De Tsjechoslowaaksche Regeering zal de kostelooze legalisatie van de onderwerpelijke bewijzen van oorsprong door een Tsjechoslowaaksch Consulaat in Nederland of in de Nederlandsche Koloniën kunnen eischen.
436.
3.
Goedkeuring' van het te 's-Gravenhage tusschen Nederland en Tsjecho-Slowakije gesloten handelsverdrag, enz. 2. Insgelijks behoudt de Nederlandsche Regeeiing zich het recht voor, om, indien de omstandigheden het wenschelijk maken, analoge documenten te eischen voor wat betreft de producten en koopwaren van Tsjechoslowaakschen oorsprong, ingevoerd op het grondgebied van Nederland of de Nederlandsche Koloniën. Par. 8. De bepalingen van het onderwerpelijke protocol zijn gebaseerd op het huidige stelsel, ten aanzien van den invoer en den uitvoer, in Nederland. Voor het geval de Nederlandsche Regeering genoodzaakt zou zijn te dien aanzien beperkingen in te voeren, die den invoer van Tsjechoslowaaksche goederen zouden kunnen treffen, zal zij aich met de Tsjechoslowaaksche Regeering verstaan over de vaststelling, voor wat betreft deze artikelen, van contingenten, overeenkomende met de wederzydsche belangen. Par. 9. 1. De bepalingen van dit protocol zullen tegelijkertijd van kracht worden als de heden tusschen Nederland en de Tsjechoslowaaksche Republiek gesloten handelsovereenkomst, met dien verstande, dat dit protocol zal worden goedgekeurd, overeenkomstig de wetten en bepalingen van de wederzijdsche Staten. 2. Onverminderd het bepaalde by par. 8 van dit protocol, zal het ophouden van kracht te zijn, tegelijkertijd als de bovenbedoelde handelsovereenkomst, met dien verstande evenwel, dat het protocol zal vervallen op het oogénblik, dat het stelsel van beperkingen zal worden opgeheven. 3. Gedurende deze tijdsruimte zullen de Hooge Contracteerende Partijen in gemeen overleg de bepalingen van dit protocol kunnen wijzigen, indien de omstandigheden, de weder zijdsche economische betrekkingen aangaande, het wenschelijk maken. Gedaan in tweevoud te 's Gravenhage, den Januari negentien honderd drie en twintig. (geteekend) VAN KARNEBEEK.
twintigsten
Zd. FIERLINGER, J. DVORACEK.
LIJST VAN VRIJEN INVOER IN TSJECHOSLOWAKIJF. Koffie Thee Haringen (versch en gerookt) en andere visch Wol Granen Vlas Zaden: Nummers van het Tsjechoslowaaksche tarief: 46,47 Van 4 9 : Ornithopus sativus Van 50: Phleum pratensis Lolium italicum Lolium perenne Avena elatior Poa pratensis Poa trivialis Trisetum flavescens
Cynosyrus cristatus Daktylis glomerata en de zaden van andere grassoorten, maar alle niet gemengd Van 52: alle bloem- en groentezaden. Copra Cacaoboonen Pootaardappelen Exotische looistoffen Katoen, rubber Rotting, riet Vezelstoffen, b.v. plantenhaar enz. Metalen (tin daaronder begrepen) Meel Benzoë Huiden en vellen (onbewerkt) Kunsthoorn Exotisch hout Gom damar en gom copal Kapok Gecondenseerde melk, gecondenseerde room Melk, room, boter (volgens de autonome vrije lijst, die op het oogénblik van kracht is.)
B. LIJST DER CONTINGENTEN (JAARLIJKSCHE). Eetbare oliën en vetten (uitgezonderd lijnolie, raapolie en koolzaadolie) (verhoudingsgewijs) . . . . 10 000 ton Minerale smeeroliën 250 „ Lijnolie 1 000 „ Stearine 300 „ Kaarsen 100 „ Oléine 500 „ Glycerine 50 „ ' Aardappelmeel j ^ Dextrine ) Bloembollen en boomkweekerijproducten . . 500 , Erwten, boonen 1 000 „ Groenten 1 000 „ Paarden en vee 5 000 stuks Chocolade, chocoladewaren en suikerwerken 500 ton Cacaopoeder 1 000 , Cacaoboter 250 , Koek en beschuit 50 „ Wollen stoffen 500 , Jute weefsels 100 „ Kunstzijde 150 „ Rubber artikelen en banden voor automobielen en rijwielen 250 , Rijwielen 1 000 stuks Automobielen 150 „ Chemische artikelen (verhoudingsgewijs) . . 50 ton Pharmaceutische producten 10 ,
436.
3.
Goedkeuring van het te 's-Gravenhage tusschen Nederland en Tsjecho-Slowakije gesloten handelsverdrag, enz. Kinine en cocaïne Electrische lampen Lakken, vernissen en verfstoffen Karwijzaad (witte komyn). . . Leer en lederwaren Borstelwerk Hjm, gelatine en afvalproducten artikelen:
10 ton 750 000 stuks 50 ton 500 500 van deze
1°. becndervet 2°. gelatine voor voedingsdoeleinden . . Geprecipiteerde phosphaten (nevenproducten van de gelatinefabrikatie) Kunstmest Specerijen Rijst Essences i. e. alle etherische oliën, behalve jeneverolie en corianderolie
100 50 200 5000 750 5000 10
LIJST C. Koolzaadolie Zeep en zeeppoeder Katoenen artikelen Lingerieën Beenderlijm Vleeschlijm Gelatine voor technische doeleinden Instrumenten voor de chirurgie, de laboratoria, alsmede voor optische en andere doeleinden Metaalwaren Electrische apparaten en motoren Zaden, voor zooveel niet vernield op lijst „A". Margarine Kaas.