UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 6 oktober 2014
Aanwezig: Hermans Luc - schepen-voorzitter; Vos Eric – burgemeester; Stijnen Francis, Segers Peter, Wittebolle Astrid, Anaf Hannes, Debondt Luc, Boogers Marc – schepenen; Gladiné Pierre, Meeus Paul, Gevers Dimitri, Driesen Godelieve, Brentjens Erwin, Otten Toon, Der Kinderen Annemie, Van de Poel Katrien, De Wilde Tine, Van Lommel Reccino, De Coninck Katleen, Moelans Paul, Mathé Pascale, Van Damme Marc, de Jong Vera, Starckx Wannes, Breugelmans Stef, Van Geirt Willy, Van Litsenborg Guy, Roes Peter, Guedon John, Versmissen Tom, Grooten Eddy, Driesen Josiane, Vermeijen Danny, Van Otten Jan, Van Heupen Nic – raadsleden; Buijs Filip - secretaris Verontschuldigd: Op de Beeck Luc - Schepen-OCMW voorzitter
Goedkeuring te hechten aan het aangepaste retributiereglement op brandweerprestaties. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het gewijzigde retributiereglement op brandweerprestaties. De vrijstellingen onder artikel 5 worden uitgebreid. Motivering Voorgeschiedenis De gemeenteraad is de mening toegedaan dat het wenselijk is de diverse retributiereglementen binnen de hulpverleningszone Taxandria op elkaar af te stemmen. De brandweerkorpsen werken namelijk veelvuldig samen voor operationele prestaties. Daarbij worden de te verrekenen kosten best volgens gelijkaardige retributiereglementen berekend. Juridische grond - De bepalingen van het Gemeentedecreet. - De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 8 november 1967, houdende, voor vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand. - Het Koninklijk Besluit van 20 juni 1994 (artikel 4 § 2) aangaande de vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de toekenning van nacht-, zaterdag- en zondagtoelagen voor het personeel van openbare brandweerdiensten. - Het Koninklijk Besluit van 7 april 2003 tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 25 oktober 2006 tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Feiten en context Op 25 april 2007 is een nieuw Koninklijk Besluit uitgevaardigd tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. Artikel 2 van dit Koninklijk Besluit bepaalt de interventies die gratis uitgevoerd moeten worden: 1. de interventies betreffende de bestrijding van brand en ontploffing; 2. de technische hulpverleningswerkzaamheden, op voorwaarde dat het gaat om een noodoproep om mensen te beschermen of te redden; 3. bestrijding van de rampspoedige gebeurtenissen en de catastrofen;
4. de coördinatie van de hulpverleningsoperaties; 5. de internationale opdrachten van civiele bescherming, uitgezonderd de opdrachten inzake de bestrijding tegen vervuiling; 6. de drinkwaterbevoorrading rechtstreeks aan de burger, in geval van een vrij ernstig watertekort of van een watertekort dat een omvangrijk gebied treft; 7. de waarschuwing aan de bevolking; 8. de interventie naar aanleiding van een loos alarm. Artikel 3 van voormeld Koninklijk Besluit bepaalt dat verhaald kunnen worden de kosten veroorzaakt door : 1. de opdrachten zoals bedoeld in de wet van 31 december 1963 en die niet opgesomd zijn in artikel 2 als verplicht gratis uit te voeren; 2. de interventies naar aanleiding van een falend technisch alarm. Tenslotte vermeldt de toelichting van het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 dat de niet-wettelijke opdrachten verplicht verhaald moeten worden door de bevoegde overheden. Argumentatie De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 verplichten de gemeenten bepaalde interventies gratis uit te voeren; verplichten de gemeenten de gemaakte kosten voor bepaalde interventies te verhalen; laten de keuze aan de gemeenten om bepaalde interventies al dan niet gratis uit te voeren. De tarieven in onderhavig retributiereglement worden vastgesteld op grond van de werkelijke personeelskosten en met inachtneming van het feit dat de tussenkomst niet beperkt is tot de eigenlijke interventie zelf maar ook prestaties vergt om het materieel weer in orde te brengen en werk van administratieve aard. Ook de tarieven voor het materieel houden rekening met de aankoopprijs eventueel verhoogd met de kosten van leningen en verzekeringen. Overwegingen De vermelde tarieven inzake uurlonen zijn bepaald aan de hand van de wedde en vergoeding van de brandweerlieden rekening houdende met een gemiddelde prestatie (ongeacht het tijdstip van de interventie) en opgesplitst per graad. De kosten gemaakt door de brandweer in het geval van een behoorlijk vastgestelde vervuiling moet worden verhaald op de exploitant die de schade of de onmiddellijke dreiging van de schade heeft veroorzaakt of de eigenaar is van de gewraakte producten. Een vervuiling is daarbij per definitie een aantasting van het milieu door een vervuilende stof (volgens toelichting op Koninklijk Besluit van 25 april 2007). In dezelfde toelichting bij het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 wordt tevens bepaald dat het verlies van een lading op de openbare weg (vb. stenen, groenten, …) bijgevolg geen vervuiling is, doch de kosten van de interventie van de brandweer kunnen verhaald worden op de begunstigde namelijk de vervoerder. De vermelde forfaitaire tarieven inzake brandpreventie zijn bepaald aan de hand van de te verwachten tijdsbesteding van een officier. Besluit: De gemeenteraad beslist het gewijzigde retributiereglement op brandweerprestaties goed te keuren. Retributiereglement op brandweerprestaties Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf heden en voor een periode eindigend op 31 december 2019 worden de volgende retributies vastgesteld tot recuperatie van de kosten voor interventie en prestaties van de brandweerdienst, welke voor de regelgeving niet kosteloos dienen te gebeuren: a) ten gevolge van bestrijding van vervuiling van het natuurlijke milieu waarbij de gewraakte producten een zichtbare en meetbare schade of hinder veroorzaken of kunnen veroorzaken: ten laste van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die als exploitant de schade of de onmiddellijke dreiging van de schade heeft
veroorzaakt of die eigenaar is van de gewraakte producten b) ten gevolge van andere prestaties dan diegene die opgesomd zijn in artikel 2 van het KB van 25 april 2007 : ten laste van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die begunstigde is van de prestaties van de brandweerdienst. Volgende prestaties komen onder andere in aanmerking tot recuperatie van de aan de brandweer veroorzaakte kosten: - reinigen van de openbare wegen en plaatsen (neutraliseren van koolwaterstofverbindingen, zuren, … evenals verwijderen van belemmeringen of ladingen), voor zover de oorzaak niet te wijten is aan natuurelementen (overstromingen, storm, …) of een verkeersongeval; - bestrijding van milieuverontreinigingen en/of schadelijke producten; - redden van dieren ingevolge nalatigheid; - stutten van gebouwen en constructies ingevolge kennelijk slecht onderhoud; - leveren van een brandwacht bij evenementen; - vanaf het derde falend technisch brandalarm binnen een periode van 12 maanden Als falend technisch alarm wordt beschouwd het alarmeren van de hulpdiensten, veroorzaakt door een slecht functionerend detectiesysteem, of tengevolge van foutief gebruik van de installatie. De eerste twee valse alarmsignalen binnen een periode van 12 maanden worden niet onderworpen aan deze retributie. - kwaadwillige oproep; Voor een bewezen kwaadwillige oproep, met de intentie de brandweer te misleiden, worden de kosten verhaald ten laste van de oproeper. - toegang verschaffen tot een gebouw; Hieronder wordt bedoeld het toegang verschaffen tot een gebouw aan de eigenaars of gebruikers van het gebouw, ingevolge het verlies van sleutel of het zichzelf binnen- of buitensluiten. Artikel 2: tarief Artikel 2.1: verhaal op uurbasis Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt: a) Personeel - Officier : 65 euro / uur - Onderofficier : 40 euro / uur - Korporaal en brandweerman : 30 euro / uur De bovenstaande uurlonen worden verhoogd met 25% ingeval van nachtprestaties ( = tussen 22u en 6u ) en ingeval van zaterdagwerk. De bovenstaande uurlonen worden verhoogd met 50% op zon- en feestdagen. b) Voertuigen - Vrachtwagens (> 3,5 ton) : autopompen, ladderwagens, hulpverleningsvoertuigen: 40 euro / uur. - Personenvoertuigen en licht vracht (< 3,5 ton) : commandowagens, personeelsbus, ..: 20 euro / interventie. De duur van de interventies waarvan de kosten verhaald worden op uurbasis, wordt berekend vanaf het vertrek uit de brandweerkazerne tot aan de terugkeer in de kazerne. Elk begonnen uur wordt aangerekend als een vol uur. Voor de bepaling van de personeelskosten worden alle betrokken personeelsleden in rekening gebracht. Artikel 2.2: verhaal op forfaitaire basis §1 Voor de bestrijding van wespennesten worden de kosten aangerekend ten bedrage van 50 euro per nest.
§2 voor onderstaande door de brandweer verrichte opdrachten van brandpreventie worden de kosten als volgt op forfaitaire basis verhaald: §2.1) vaste dossierkosten Voor de opstart van elk dossier is er een vaste dossierkost van 50 euro verschuldigd. Desgevallend dienen deze te worden verhoogd met de betreffende onderstaande specifieke dossierkosten, zoals opgenomen onder de artikels §2.2), §2.3), §2.4) en §2.5). DOSSIERS IN HET KADER VAN STEDENBOUWKUNDIGE – EN MILIEUAANVRAGEN §2.2) specifieke dossierkosten voor bouwvergunningsaanvragen Inbegrepen zijn: - voorafgaande consultatie; - studie op plan, onderzoek van de toepassing van de reglementen en wetten ter zake; - het afleveren van een brandpreventieadvies in het kader van een stedenbouwkundige vergunning; - het uitvoeren van een nacontrole evenals het afleveren van een bijhorend brandpreventieverslag. §2.2.1) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie laag- of middelhoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 425 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 475 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 600 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 650 euro per dossier §2.2.2) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie hoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 675 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 725 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 825 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 875 euro per dossier §2.2.3) Dossiers betreffende functiewijzigingen en/of renovaties zonder structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie laag- of middelhoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 300 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 300 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier §2.2.4) Dossiers betreffende functiewijzigingen en/of renovaties zonder structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie hoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 350 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 350 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 375 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 375 euro per dossier §2.2.5) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van industriegebouwen - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 450 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 500 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 600 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 650 euro per dossier §2.2.6) Dossiers betreffende renovaties zonder structurele wijzigingen van industriegebouwen - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 325 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 400 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 400 euro per dossier
§ 2.3) specifieke dossierkosten betreffende stedenbouwkundige aanvragen voor verkavelingen, wegeniswerken, technische installaties en milieuvergunningen: 75 euro per dossier Inbegrepen zijn: - voorafgaande consultatie; - studie op plan, onderzoek van de toepassing van de reglementen en wetten ter zake; - het afleveren van een brandpreventieadvies in het kader van een vergunning. DOSSIERS IN HET KADER VAN EEN PLAATSBEZOEK Inbegrepen zijn: - het uitvoeren van een plaatsbezoek met aflevering van een bijhorend brandpreventieverslag en/of Attest; - dossieropvolging en eventuele nacontrole. §2.4 ) specifieke kosten controleverslag in het kader van een wettelijk verplicht attest en officieel verslag. 2.4.1) toeristische logies: 275 euro per vestiging 2.4.2) kinderopvang: 200 euro per vestiging 2.4.3) serviceflat: 300 euro per vestiging 2.4.4) woonzorgcentra: 300 euro per vestiging 2.4.5) ziekenhuis: 500 euro per vestiging 2.4.6) publiek toegankelijke inrichtingen: 200 euro per vestiging 2.4.7) verhuurde kamerwoningen: 200 euro per vestiging 2.4.8) psychiatrische verzorgingsinstellingen: 250 euro per vestiging 2.4.9) opvangcentra/dagcentra: 225 euro per vestiging §2.5 ) specifieke kosten overige :
200 euro per vestiging
Artikel 3: interventies uitgevoerd door derden De kosten, voortvloeiend uit de interventies die door derden uitgevoerd worden op vraag van de brandweerdienst, en die betaald worden door de brandweer, worden verhaald ten laste van de begunstigde. Artikel 4: verbruikte producten Het gebruik van verbruiksgoederen of goederen als verloren beschouwd, met uitzondering van brandstof en smeermiddelen van de ingezette voertuigen en machines, wordt aan kostprijs in rekening gebracht, verhoogd met een forfait van 20% ten behoeve van administratie-, behandelings- en stockagekosten. Artikel 5: vrijstelling Er wordt geen retributie geheven ten laste van gemeentebesturen en OCMW ‘s, verenigingen aangesloten bij door de gemeente erkende adviesraden en de scholen. Er wordt geen retributie geheven op de door de burgemeester opgelegde controles in het kader van een stedelijk handhavingsbeleid. Artikel 6: wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de factuur. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Kopie
Dienst financiën brandweer
Aldus gedaan en gedelibereerd in de zitting van de gemeenteraad van de stad Turnhout op datum als boven. g. Buijs Filip Secretaris
g. Hermans Luc schepen-voorzitter voor eensluidend uittreksel Turnhout, 9-10-2014 Voor de burgemeester : De gedelegeerde beambte, (machtiging 15/04/2014 art. 126-4° n.g.w.)
Filip Buijs stadssecretarisie