485
4.
Goedkeuring van het op '28 Juni 1934 te Lissabon tuBSchen Nederland en Portugal gesloten Verdrag, enz.
485.
4.
VERTALING. BIJLAGE I VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING.
VERDRAG VAN HANDEL EN SCHEEPVAART TUSSCHEN NEDERLAND EN PORTUGAL HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN en ZIJNE EXCELLENTIE DE PRESIDENT VAN DE PORTUGEESCHE EEPUBLIEK,
bezield met een gelijken wensen de economische betrekkingen tusschen beide landen te ontwikkelen, hebben besloten een Verdrag van Handel en Scheepvaart t e sluiten en hebben te dien einde tot Hunne Gevolmachtigden benoemd, te w e t e n : HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN":
den Heere A. LOCDON, Zaakgelastigde der Nederlanden a.i. te Lissabon, ZIJNE EXCELLENTIE REPUBLIEK :
DE PRESIDENT
VAN DE
PORTUGEESCHE
Doctor J O S É CAEIRO DA MATTA, Minister van Buitenlandsche
Zaken, die, na elkander mededeeling te hebben gedaan van hunne volmachten, welke in goeden en behoorlijken vorm werden bevonden, omtrent de volgende artikelen tot overeenstemming zijn gekomen : ARTIKEL 1.
JJe producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit de Portugeesche Eepubliek (Portugal, de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren en de Portugeesche koloniën), m e t uitzondering van die opgesomd in de bij dit Verdrag gevoegde lijst A, zullen bij invoer in Nederland niet aan andere of hoogere rechten, belastingen, extra-rechten of heffingen, noch aan andere of drukkender voorschriften of formaliteiten worden onderworpen dan die, waaraan de producten van oorsprong en herkomst uit eenig derde land zijn of zullen worden onderworpen.
koloniën), opgesomd in de bij dit Verdrag gevoegde lijst C, zullen bij invoer in Nederland niet door andere of hoogere rechten, belastingen, extra-rechten, coëfficiënten of andere verhoogingen worden getroffen dan die, welke voor elk product in genoemde lijst zijn vastgesteld. ARTIKEL 4.
De producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit het Koninkrijk der Nederlanden, opgesomd in de bij dit Verdrag gevoegde lijst D, zullen bij invoer in Portugal, met inbegrip van de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren, een verlaging van de extra-heffing van 20 percent, ingesteld bij het Portugeesch decreet N°. 20935 van 26 Februari 1932, tot 5 percent genieten, met uitzondering van margarine, vallende onder de omschrijving „Kunstbeter", nummer 628 van het Portugeesche tarief, waarvoor het extra-recht van 20 percent op de tegenwoordige hoogte zal worden gehandhaafd. ARTIKEL 5.
Ingeval een der Hooge Verdragsluitende Partijen maatregelen op tariefgebied zal nemen, die, hoewel niet in strijd met de bepalingen van de artikelen 3 en 4, niettemin er toe zouden kunnen leiden de waarde te verminderen van de tariefconcessies voorzien in genoemde artikelen, zal Zij de andere Partij daarvan in kennis stellen, welke laatste zal kunnen verzoeken, dat onmiddellijk onderhandelingen worden geopend, gericht op herstel van het bedreigde evenwicht. Indien deze onderhandelingen niet binnen den tijd van twee maanden tot een goed einde komen, zal de Partij, welke zich benadeeld acht, het recht hebben haar vrijheid te hernemen voor wat betreft de concessies, welke aan de andere Partij bij de artikelen 3 en 4 zijn verleend voor de producten opgesomd in de lijsten C en D . ARTIKEL 6.
ARTIKEL 2.
De producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit het Koninkrijk der Nederlanden, met uitzondering van die opgesomd in de bij dit Verdrag gevoegde lijst B , zullen bij invoer in Portugal, met inbegrip van de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren, niet aan andere of hoogere rechten, belastingen, extra-rechten of heffingen, noch aan andere of drukkender voorschriften of formaliteiten worden onderworpen dan die, waaraan de producten van oorsprong en herkomst uit eenig derde land zijn of zullen worden onderworpen.
De producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit de Portugeesche Republiek (Portugal, de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren en de Portugeesche koloniën), opgesomd in lijst A, zullen bij invoer in Nederland de behandeling van de meestbegunstigde natie genieten, zooals deze in artikel 1 is voorzien. Ingeval de Nederlandsche Regeering overgaat tot wijziging van het op het oogenblik geldende tariefsysteem, zullen de producten bedoeld in dit artikel op tarief gebied de behandeling genieten, welke het meest nabij komt aan de behandeling voorzien in artikel 7 voor de producten van oorsprong en herkomst uit het Koninkrijk der Nederlanden.
ARTIKEL 3.
De producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit de Portugeesche Republiek (Portugal, de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren en de Portugeesche
ARTIKEL 7.
De producten van bodem of industrie van oorsprong en herkomst uit het Koninkrijk der Nederlanden, opgesomd in lijst B ,
Bijlagen.
485.
4.
Tweede Kamer.
Goedkeuring van het op 28 Juni 1934 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten Verdrag, enz. zullen bij invoer in Portugal, met inbegrip van de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren, de rechten genieten van het minimum-tarief, dat op het oogenblik van kracht is, dan wel in de toekomst van kracht zou kunnen zijn. ARTIKEL
8.
De producten van bodem of industrie, uitgevoerd van het grondgebied van ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen (de overzeesche gebiedsdeelen uitgezonderd) met bestemming naar het grondgebied van de andere Partij, zullen bij uitvoer niet aan andere of hoogere rechten, belastingen of heffingen, noch aan andere of drukkender voorschriften of formaliteiten worden onderworpen dan die, welke van toepassing zijn op de gelijksoortige producten met bestemming naar het grondgebied van eenig derde land. ARTIKEL
9.
Ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen neemt de verplichting op zich de andere onmiddellijk en zonder compensatie voor de, al dan niet in dit Verdrag genoemde, goederen te laten medegenieten van elk voorrecht of elke gunst of verlaging, welke zij toekent of zou kunnen toekennen aan ieder ander land voor wat betreft den wederuitvoer, den doorvoer, het entrepotverkeer, de overlading der goederen en de vervulling van de daarop betrekking hebbende douane-formaliteiten, alsmede voor wat betreft de rechten en belastingen m e t betrekking tot deze verschillende behandelingen, evenals voor de voorschriften, formaliteiten en heffingen bij de douanebehandeling. ARTIKEL
10.
De Hooge Verdragsluitende Partijen nemen de verplichting op zich elkander wederkeerig de onvoorwaardelijke en onbeperkte behandeling van de meestbegunstigde natie toe te kennen voor alles, wat betrekking heeft op binnenlandsche rechten, heffingen en belastingen van welken aard deze ook zijn, op verbruiksbelastingen, monopolie-rechten of -belastingen, plaatselijke inkomende rechten of belastingen, accijnsrechten of -belastingen, of op zegelrechten, alsmede voor de wijze van heffing van die rechten, heffingen of belastingen. ARTIKEL
11.
Ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen zal om den oorsprong van de ingevoerde goederen vast t e stellen kunnen eischen, dat door den importeur een certificaat van oorsprong wordt aangeboden, inhoudende, dat het ingevoerde artikel van nationale voortbrenging of vervaardiging is of dat het als zoodanig moet worden beschouwd, gezien de verandering, welke het- in het land van herkomst heeft ondergaan. De certificaten van oorsprong zullen worden afgegeven, hetzij door de Kamer van Koophandel, waaronder de afzender ressorteert, hetzij door eenig ander lichaam of eenige andere instelling, welke het land van bestemming zal hebben erkend; het visum van een consulairen vertegenwoordiger van het land van bestemming zal kunnen worden geëischt. De producten, welke nationale merken of collectieve of particuliere merken dragen, beschermd door het land van uitvoer en vooraf toegelaten door het land van bestemming, zullen kunnen worden vrijgesteld van nader bewijs van hun oorsprong. Te dien einde zullen genoemde merken door den diplomatieken vertegenwoordiger van het land van uitvoer worden medegedeeld aan de Begeering van het land van bestemming, die van de ontvangst daarvan zal kennis geven. De bepalingen van het derde lid van dit artikel doen geen afbreuk aan de voorschriften van artikel 13 hieronder, welke bepalen, dat bij invoer van wijnen, welke recht hebben op een oorsprongsbenaming, een certificaat van oorsprong moet worden overgelegd. Wanneer een certificaat van oorsprong zal worden geëischt voor de producten uit de overzeesche gebiedsdeelen, zal dit Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1934—1935.
certificaat in het voorkomende geval kunnen worden geviseerd, hetzij in een haven van het moederland, hetzij in eenige andere haven, gelegen aan den normalen door het vervoer gevolgden weg, waar een consulaire vertegenwoordiger van het land van invoer zetelt. Postpakketten zullen vrijgesteld zijn van certificaten van oorsprong, wanneer het land van bestemming erkent, dat het niet gaat om zendingen van commercieelen aard. ARTIKEL
12.
Ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen neemt de verplichting op zich de maatregelen te nemen, welke noodig zijn om zooveel mogelijk de producten van bodem of industrie van oorsprong uit het grondgebied van de andere 1 Partij te beschermen tegen oneerlijke concurrentie in handelstransacties, bepaaldelijk door in overeenstemming met haar eigen wetgeving den invoer, de vervaardiging, den omloop, den verkoop en het ten verkoop aanbieden te verbieden, dan wel deze door middel van inbeslagname of eenige andere geschikte sanctie tegen te gaan, van alle producten aangeduid door merken, namen, opschriften of welke merkteekens ook, welke hetzij op de producten zelf, op hunne onmiddellijke of op hunne uitwendige verpakking voorkomen, hetzij in de facturen, vrachtbrieven, cognossementen, prospectussen of andere handelspapieren, en welke direct of indirect onware aanduidingen inhouden over den oorsprong, de soort, den aard of de bijzondere eigenschappen van de genoemde goederen. Bovengenoemde maatregelen zullen op het grondgebied van ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen worden toegepast ten verzoeke van de administratie of op vordering van het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de onderscheidene wetgevingen van ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen, of op het initiatief van een belanghebbende partij, natuurlijk persoon, syndicaat of vereeniging, behoorende tot het rechtsgebied van een der Hooge Verdragsluitende Partijen. ARTIKEL
13.
De Nederlandsche Begeering erkent, dat de benamingen „ P o r t o " en „ M a d e i r a " en samenstellingen afgeleid van het gebruik van die namen, hetzij in hun oorspronkelijken vorm hetzij'vertaald (Port, Oporto, Portwine, Portwein, Portwijn enz. of Madère, Madeira Wine, Madeira Wein, Madeira Wijn, enz.) alsmede de benamingen „Moscatel de S e t u b a l " en „Carcavelos" regionale merken of oorsprongsbenamingen zijn, welke behoorlijk beschermd worden in Portugal en welke uitsluitend toekomen aan de likeurwijnen voortgebracht in de Portugeesche streken onderscheidenlijk van de Douro, van het eiland Madeira, van Setubal en van Carcavelos. De Nederlandsche Begeering neemt de verplichting op zich de noodige maatregelen te nemen om op Nederlandsch grondgebied den invoer, den opslag in entrepot (hetzij in publieke entrepots, hetzij in fictieve of particuliere entrepots), de toebereiding, den uitvoer, den omloop, het ten verkoop aanbieden en den verkoop tegen te gaan van wijnen, welke deze aanduidingen dragen, zoodra deze niet van oorsprong zijn uit de Portugeesche streken van den Douro, van het eiland Madeira, van Setubal en van Carcavelos en niet uitgevoerd zijn onderscheidenlijk voor wat betreft Port via het Douro-entrepot en de haven van Leixoes, Madeira via de haven van Funchal, Moscatel de Setubal via de havens van Lissabon of van Setubal en Carcavelos via de haven van Lissabon. De echtheid van deze wijnen moet worden gestaafd met certificaten van oorsprong, welke afgegeven zijn door de bevoegde Portugeesche autoriteiten en waarvan de aanbieding voor invoer in Nederland onmisbaar zal zijn. H e t tegengaan van de overtredingen van de bepalingen van dit artikel zal plaats vinden door inbeslagneming, onbruikbaarmaking of eenige andere geschikte sanctie, zelfs dan indien de werkelijke oorsprong van het product is vermeld of indien de onware benamingen vergezeld zijn van bepaalde correctieven, zooals „genre", „ t y p e " , „facon", „rival", of van een andere bepaalde of onbepaalde streekaanduiding, terwijl alle merken, etiketten of
4 8 5 . 4. Goedkeuring van het op 28 Juni 1934 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten Verdrag, enz. opschriften verboden moeten zijn, welke er toe zouden leiden den kooper in dwaling te brengen of in diens geest verwarring te stichten omtrent den werkelijken oorsprong van den wijn, welken hij koopt. Dezelfde sancties zullen worden genomen met betrekking tot alle bewerkingen gericht op het ten verkoop aanbieden van likeurwijnen, welke op grond van dit artikel recht hebben op een oorsprongsbenaming, doch waarvan de zuiverheid bij invoer is veranderd door toevoeging van water of van andere wijnen. De hierboven voorziene sancties zullen worden toegepast ten verzoeke van de administratie, op vordering van het Openbaar Ministerie of op het initiatief van een belanghebbende partij, privaat persoon, syndicaat of vereeniging, bchoorende tot het rechtsgebied van een der Hooge Verdragsluitende Partijen. De bovenstaande bepalingen zullen van toepassing zijn op den likeurwijn, welke het merk „ E x t r e m a d u r a " draagt en welke wordt verzonden via de haven van Lissabon, zoodra de wijnstreek, waaruit hij van oorsprong is, zal zijn begrensd en de uitvoer ervan zal zijn onderworpen aan dezelfde voorschriften en garanties als die, welke in Portugal gelden voor de wijnen, opgesomd in het eerste lid van dit artikel. ARTIKEL
14.
De Xederlandsche, Eegeering neemt de verplichting op zich de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 15 Maart 1922 (Staatsblad X". 123), gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 24 December 1929 (Staatsblad N°. 586), houdende bijzondere bepalingen betreffende de voldoening van de accijnzen, in den volgenden zin te wijzigen: I. Zoete wijnen, alsmede niet zoete wijnen waaraan geen alcohol is toegevoegd, welke van oorsprong en herkomst zijn uit Portugal, zullen van betaling van gedistilleerdaceijns worden vrijgesteld, beide voorzoover zij per hectoliter bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermometer niet meer dan 10 liter alcohol bevatten. I I . Aan betaling van den gedistilleerdaceijns, gelijk aan den gedistilleerdaceijns verschuldigd voor 3 liter zuivere alcohol, zullen worden onderworpen: a) De wijnen van oorsprong en herkomst uit Portugal, welke per hectoliter bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermometer meer dan 16, doch niet meer dan 18 liter alcohol bevatten; b) Port- en Madeirawijnen van oorsprong en herkomst uit de betreffende streken van Portugal, welke bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermometer per hectoliter niet meer dan 22 liter alcohol bevatten, mits die wijnen overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 vergezeld zijn van een certificaat van oorsprong, afgegeven door de bevoegde Portugeesche autoriteiten. ARTIKEL
15.
H e t is wel verstaan, dat de gedistilleerdaceijns verschuldigd voor de wijnen opgenoemd in artikel 14 sub I I n) berekend zal worden voor de wijnen van oorsprong en herkomst uit Portugal, welke per hectoliter bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermometer meer dan 16, doch niet meer dan 17 liter alcohol bevatten, naar tienden van liters, zoodanig, dat voor elke tiende van een liter boven 16 liter telkens de gedistilleerdaceijns berekend zal worden, gelijk aan den gedistilleerdaccijns, met inbegrip van de opcenten, verschuldigd voor 0,15 liter zuivere alcohol, gemeten bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermometer. ARTIKEL
16.
Voor wat betreft de controle op de kwaliteit van den wijn zullen de Portugeesche wijnen niet aan een minder gunstige regeling worden onderworpen dan wijnen uit eenig ander land. ARTIKEL
17.
Handelreizigers, voorzien van een legitimatiekaart afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong, zullen in elk opzicht en in het bijzonder voor alles, wat den in- en
uitvoer van de monsters die zij met zich voeren betreft, dezelfde rechten en voordeelen genieten als de handelsreizigers van de meestbegunstigde natie. ARTIKEL
18.
De Hooge Verdragsluitende Partijen zullen elkander wederkeerig de behandeling van de meestbegunstigde natie toekennen voor wat betreft den vrijen doorvoer door haar onderscheidene moederlanden. De onderdanen van de Hooge Verdragsluitende Partijen zullen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de meestbegunstigde natie medegenieten van alle voordeelen, welke aan hen zijn toegekend inzake het opslaan in entrepot, premies, douanefaciliteiten en restituties van rechten. ARTIKEL
19.
De scheepvaartondernemingen en de schepen van het Koninkrijk der Nederlanden, alsmede hun passagiers- en hun lading, zullen in Portugal en de naburige eilanden met ingang van 1 Juli 1934 en in de Portugeesche koloniën met ingang van 1 Juli 1936 niet aan andere of hoogere rechten of heffingen, noch aan andere of drukkender voorwaarden of beperkingen worden onderworpen dan die, waaraan de scheepvaartondernemingen en schepen van Portugal, van de naburige eilanden, van de Portugeesche koloniën of van eenig ander land, alsmede hun passagiers en hun lading, zijn of zullen worden onderworpen. Deze gelijkheid van behandeling is in het bijzonder van toepassing op den vrijen toegang tot de havens, op het gebruik ervan, op het volledige genot van de voordeelen toegekend aan de scheepvaart, op de verrichtingen op handelsgebied met betrekking tot de schepen, hun passagiers en hun lading, op alle soorten van faciliteiten met betrekking tot de toewijzing van plaatsen aan de kade, op het in- en uitladen, op alle soorten rechten en heffingen van toepassing op de schepen, hun passagiers of hun lading (zooals douane- of daarmede overeenkomende plaatselijke rechten of verbruiksreehten, bijkomende kosten), geheven uit naam of voor rekening van de Eegeering, overheidspersonen, concessionarissen of alle soorten van instellingen, en in het algemeen op alle voordeelen en vrijstellingen, waarvan de nationale scheepvaart of die van de meestbegunstigde natie voordeel heeft. Dezelfde behandeling zal worden toegekend aan de scheepvaartondernemingen en de schepen van Portugal, alsmede hun passagiers en hun lading, in Nederland met ingang van 1 Juli 1934 en in de overzeesche gebiedsdeelen met ingang van 1 Juli 1936. H e t is echter wel verstaan, dat de scheepvaartondernemingen en de schepen van het Koninkrijk der Nederlanden, alsmede hun passagiers en hun lading, in de Portugeesche koloniën de behandeling van de meestbegunstigde natie zullen genieten; zoo ook zullen de scheepvaartonderncmingen en de schepen van Portugal, alsmede hun passagiers en hun lading, in Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao de behandeling van de meestbegunstigde natie genieten. De bepalingen van dit artikel zijn slechts van toepassing voor wat betreft do zeescheepvaart en zijn niet van toepassing op het verkeer en op de dienstverrichtingen binnen de havens, noch op het verkeer tusschen dé havens van het gebied van ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen, noch op de vischvangst, welke onderwerpen uitsluitend onderworpen blijven aan de wetten en voorschriften, welke op het gebied van de Hooge Verdragsluitende Partijen daarop betrekking hebben. ARTIKEL
20.
Gedroogde vijgen van oorsprong en herkomst van het grondgebied van de Portugeesche Eepubliek (Portugal, de naburige eilanden Madeira, Porto Santo en de Azoren en de Portugeesche koloniën) zullen niet door hoogere monopolierechten worden getroffen dan het op het oogenblik van kracht zijnde recht van 0,02 gulden per kilogram bruto.
4 8 5 . 4. Goedkeuring van het op 28 Juni 1934 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten Verdrag, enz. ARTIKEL
21.
De Portugeesche Begeering neemt de verplichting op zieh geen maatregelen te nemen om gedurende den duur van dit Verdrag den invoer en den verkoop van gekleurde margarine te verbieden. ARTIKEL
c) de bijzondere behandelingen, welke de Hooge Verdragsluitende Partijen op tariefgebied hebben ingesteld of zouden kunnen instellen voor den invoer uit hun overzeesche gebiedsdeelen of voor den uitvoer naar die gebiedsdeelen; d) de rechten en voorrechten, welke aan een of meer andere staten zijn toegekend met het oog op een tolunie.
22. ARTIKEL
Ingeval een der Hooge Verdragsluitende Partijen zou besluiten den invoer van goederen, welke voor de andere van belang zijn, aan contingenteeringsmaatregelen te onderwerpen, verbindt zij zich om aan deze Partij een minimum-contingent toe te kennen ter grootte van 100 percent van het gemiddelde van den invoer gedurende de jaren 1931, 1932 en 1933 of van den invoer van het laatste jaar, ingeval deze grooter is dan genoemd gemiddelde. Ingeval het gaat om artikelen, die eerst in den loop der laatste jaren op de markt zijn verschenen, zullen de Hooge Verdragsluitende Partijen zooveel mogelijk rekening houden m e t de behoeften tot uitbreiding van den handel van het land van voortbrenging. ARTIKEL
23.
De behandeling van de meestbegunstigde natie, voorzien in de voorgaande artikelen, zal zich niet uitstrekken over: a) de voorrechten, welke zijn of zouden kunnen worden toegekend door een der Hooge Verdragsluitende Partijen om het grensverkeer te vergemakkelijken m e t buurstaten binnen een gebied, dat zich niet verder zal uitstrekken dan 15 kilometer aan weerszijden van de grens; b) de bijzondere behandeling, welke Portugal bij bijzondere overeenkomsten met Spanje of Brazilië heeft ingesteld of zou kunnen instellen;
24.
Dit Verdrag zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingsoorkonden zullen zoodra mogelijk te 's-Gravenhage worden uitgewisseld. H e t zal in werking treden één maand na de uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden en zal van kracht blijven gedurende één jaar met ingang van den dag zijner inwerkingtreding, m e t stilzwijgende verlenging voor eenzelfde periode telkenmale, dat het niet door een der Hooge Verdragsluitende Partijen ten minste drie maanden voor den afloop is opgezegd. Dit Verdrag vervangt de volgende overeenkomsten, welke een einde zullen nemen op den dag van de inwerking-treding van het Verdrag, te weten: de notawisselingen van 27 Augustus 1924 en 5 Augustus 192G tusschen Nederland en Portugal, waarvan de bepalingen verlengd zijn bij de notawisselingen van 2 J u n i 1927, 21 Juni 1928, 8 Juni 1929, 5 Juni 1930, 24 en 30 April 1931 en 17 Augustus 1932. Ter oorkonde waarvan de ondergeteekenden, te dien einde behoorlijk gevolmachtigd, dit Verdrag hebben gcteekend en hun zegels er aan hebben gehecht. Gedaan in tweevoud te Lissabon, den 28sten Juni 1934. A.
LOUDON.
J O S É CAEIRO DA MATTA.
485-
i2
4.
Goedkeuring van het op 28 Juni 1934 te Lissabon tusschen Xederland en Portugal gesloten Verdrag, enz. LIJST A. Nummer van het Nederlandsche tarief.
ex ex ex ex ex ex ex
ex
ex ex ex ex ex
X 137 V-B-2 49 49 137 74 3U X 30 X X 45 X X 30 A IV 30 30 68 68 A XIV X
AANDUIDING DER GOEDEREN.
Guano. Geslachte konijnen. Paardeuhaar. Koehaar. Vleesehmeel. Krijt. Chloorkalium. Beendermeel. Kunstmest, niet afzonderlijk genoemd. Antimonium. Kwikzilver. Mica. Barvt. IJs. Chloroform. Kalkloog. Glauberzout. Lithopone. Celluloselakken. Houtwol.
Nummer van het Portugeesche tarief.
AANDUIDING DER GOEDEREN.
127
Zwavel in poedervorm en pijpzwavel.
257
Natriumcarbonaat in poedervorm.
313
Naphtaline.
710
Natuursteen en kunststeen om te vijlen, polijsten en slijpen.
721
Lintzagen.
728
Vrachtautomobielen m e t koetswerk.
746
Wagentjes en stoelen op wielen voor het vervoeren van kinderen of zieken.
805
Plantaardige vezelstoffen, verwerkt afzonderlijk genoemde artikelen.
LIJST C. Nummer van het Nederlandsche tarief.
AANDUIDING DER GOEDEREN.
Invoerrechten naar de waarde.
Ex 112 II D, 1
A = Koninklijk besluit van 5 Mei 1925 (Staatsblad n°. 183). X = Niet vermeld in het Nederlandsche tarief. LIJST B.
10%
Ex 136 I a
25%
Ex 139 I 4
Gedroogde vijgen
Ex 139 I 7
Alle
soorten
gepelde
12% aman'
Nummer
7,8%
Pvriet
van het Portugeesche tarief.
vrij
AANDUIDING DER GOEDEREN.
22
Kuwe wol; wit, gewassehen.
52
Ruwe duigen.
65
Hennep.
68
Niet afzonderlijk genoemde plantaardige kool.
(0
Werk.
85
Gezaagd hout van meer dan 75 millimeter dikte en 25 of meer centimeter breedte.
86
Gezaagd hout van meer dan 75 millimeter dikte en minder dan 25 centimeter breedte.
87
Gezaagd hout van meer dan 35 tot 75 millimeter dikte.
88
Gezaagd hout van meer dan 15 tot 35 millimeter dikte.
102
Pyrethrum in poedervorm, verpakt in pakketten van niet minder dan 10 kilogram netto, niet onderverdeeld in kleinere verpakkingen.
113
Steonkoolbriketten van meer dan 1 kilogram per stuk.
123
Kaoline.
126
Ruwe zwavel.
in niet
vrij
LIJST D. Nummer van het Portugeesche tarief. Ex 16 ' 95 117 201 223 251 288 410 628 Ex 651
1012 A 1031
' AANDUIDING DER GOEDEREN.
Beenzwart. Lijnolie, rauw of gekookt. Minerale koolteer en pek. Stearinezuur. Niet afzonderlijk genoemde stijfsels en zetmeelsoorten. Cafeïne. Uextrine. Zijden garens. Kunstboter. Radio-ontvang- en -zendapparaten, onderdeelen en lampen niet inbegrepen, van meer dan 5 kilogram. Koperdraad, geïsoleerd, voor electrische doeleinden, uitwendig bekleed m e t rubber. Niet afzonderlijk genoemde electrische lampen.
4 8 5 . 4.
Bijlagen.
Tweede Kamer.
13
Goedkeuring van het op 28 Juni 1934 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten Verdrag, enz. AANVULLEND PROTOCOL. ARTIKEL
1.
H e t Koninkrijk der Nederlanden omvat het Rijk in Europa, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao; overal waar in dit Verdrag alleen het Eijk in Europa wordt bedoeld, is dit aangeduid als Nederland. ARTIKEL 2.
Ingeval de Nederlandsehe Eegeering zich genoodzaakt zou zien het recht op amandelen, genoemd in post 139-1-7 van het Nederlandshhe douanetarief (7,8 percent ad valorem), te verhoogen, zal de betreffende waar niet aan een hooger recht onderworpen worden dan 10 percent ad valorem. ARTIKEL 3.
Echter zal een verhooging van die rechten of belastingen boven het peil, dat op den dag der onderteekening van dit Verdrag bestaat, tot gevolg hebben, dat de procedure voorzien in artikel 5 gaat werken. ARTIKEL 4.
H e t is wel verstaan, dat de nationale behandeling en de behandeling van de meestbegunstigde natie, welke in dit Verdrag voor de scheepvaart van de Hooge Verdragssluitende Partijen is overeengekomen, voor wat Nederland betreft niet de gunsten omvat, welke op het gebied van emigratie door Portugal aan Engeland en Frankrijk zijn toegekend bij verdragen of overeenkomsten, welke op den dag der onderteekening van dit Verdrag reeds onderteekend zijn, en evenmin de gunsten, welke op het gebied van kadebelastingen op de Azoren voor beide laatstgenoemde landen uit genoemde verdragen en overeenkomsten zouden kunnen voortvloeien.
H e t is wel verstaan, dat het feit, dat de Nederlandsehe Eegeering rechten of belastingen, welke een compensatie of een tegenwaarde vormen van een binnenlandsche belasting of heffing, heft op de producten opgesomd in lijst C, niet wordt beschouwd als in strijd m e t de bepalingen van artikel 3 van het Verdrag.
A.
J O S É CAEIRO DA MATTA.
PROTOCOL VAN ONDERTEEKENING. De Hooge Verdragsluitende Partijen behouden zich het recht voor de bepalingen van het Handels- en Scheepvaartverdrag voorloopig toe te passen met ingang van een later in onderling overleg vast te stellen datum, zoodra mogelijk, maar in ieder geval vóór 1 Juli 1934. A.
LOUDON.
J O S É CAEIRO DA MATTA.
Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1934—1935.
LOUDOX.