BUtgb
Lid van EOTA en UEAtc Tel. +32 (0)2 716 44 12 Fax +32 (0)2 725 32 12
[email protected]
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw vzw Lombardstraat 42 B-1000 Brussel http://www.butgb.be
Goedkeurings- en certificatieoperator
Technische Goedkeuring met Certificatie isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE”
ATG 10/2820
Geldig van 20/08/10 tot 19/08/2013
BCCA Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat 53, 1040 Brussel www.bcca.be -
[email protected]
ISOSYSTEMS - AG sa Industriepark 53 B - 4770 SCHOPPEN/AMEL Tel.: +32 (0)80/34.80.00 Fax.: +32 (0)80/34.80.09 Website: www.isosystems.be E-mail:
[email protected]
1
Doel en draagkracht van de technische goedkeuring
Deze technische goedkeuring betreft een gunstige evaluatie van het product of systeem voor een toepassing bepaald door een zelfstandig goedgekeurde operator die is aangeduid door de vzw BUtgb. Het resultaat van deze evaluatie wordt beschreven in deze goedkeuringstekst. In deze tekst worden het product of de producten die in het systeem gebruikt worden, geïdentificeerd en de verwachte prestaties van het product bepaald aan de hand van een plaatsing, gebruik en onderhoud van het product (de producten) of van het systeem overeenkomstig wat staat beschreven in de goedkeuringstekst. De technische goedkeuring bevat een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de technische staat wanneer deze wijzigingen relevant zijn. Ze wordt onderworpen aan een driejaarlijkse herziening. Het behoud van de technische goedkeuring vereist dat de fabrikant voortdurend het bewijs kan leveren dat hij de nodige maatregelen neemt om de prestaties die worden beschreven in de goedkeuring te bereiken. De opvolging van deze activiteiten is essentieel voor het vertrouwen in de gelijkvormigheid van deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een certificatieoperator die wordt aangeduid door BUtgb. Dankzij het continue karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten kan de certificatie een hoge vertrouwensgraad bereiken. De goedkeuring en de certificatie van gelijkvormigheid aan de goedkeuring staan los van de werken die individueel worden uitgevoerd. De aannemer en de architect blijven volledig
verantwoordelijk voor de gelijkvormigheid van de verwerking aan de voorschriften van het bestek.
2
Draagwijdte
De technische goedkeuring ATG geeft de beschrijving van een bouwproduct dat een gunstig advies heeft gekregen voor het beoogde gebruik. Het gunstig advies werd gegeven nadat werd onderzocht of de vervaardigde producten of prototypes voldoen aan de prestatieeisen gesteld door de normen of door een bestek. De technische goedkeuring met certificatie houdt een interne kwaliteitscontrole door de fabrikant in van de overeenstemming van zijn producten met deze technische goedkeuring, evenals een externe controle door een certificatie-instelling die door het BUtgb is aangewezen. Dit certificatie geeft de fabrikant het recht om het ATG-merk aan te brengen op de producten die in overeenstemming zijn met de technische goedkeuring, en tevens hun gecertificeerde prestaties te vermelden. Het opvolgingssysteem, dat geëvalueerd wordt in het kader van de certificatie, bestaat uit een documentatie, een opleiding van de plaatsers en een opvolging van de plaatsing. Het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” moet geplaatst worden volgens de techniek beschreven door gespecialiseerde plaatsingsbedrijven. Het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” kan geplaatst worden op vlakke, verticale, betonnen muren met gevelmetselwerk, nieuw of te renoveren, blind of met openingen, tot een hoogte van 30m.
ATG 10/2820 - 1/11
Het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” is bestemd voor gebouwen met binnenklimaatklasse I tot III volgens TV 134. Neem bij klasse IV contact op met de firma ISOSYSTEMS.
De bevestigingskoppen zijn onzichtbaar, verstopt door de afwerkingsvoeg.
3
4
Voorwerp
Het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” is een systeem op basis van geprefabriceerde elementen bestaande uit een parementlaag in blauwe hardsteen in een stijf paneel van polyurethaanschuim (PUR) zonder CKF’s en HCFK (expansie of pentaan). Het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” is een volledig systeem bestaande uit standaarden speciale bekledingselementen, mechanische bevestigingen en alle benodigdheden voor de uitvoering, zoals aluminiumprofielen, eencomponent PU-schuim, mortel-lijm en afwerkingskit.
4.1
Materialen Verkoopssysteem
Het systeem ISOSYSTEMS “STONE” wordt in de handel gebracht in formaatcombinatie met leveranciers van blauwe hardsteenplaten onder de naam BEL-STONE: 4.2
Parementmateriaal
Het parement bestaat uit blauwe hardsteenplaten. Deze blauwe hardsteenplaten hebben een dikte van 15 tot 20 mm en zijn in verschillende formaten (zie tabel 1) en afwerkingen (zie tabel 2) verkrijgbaar. De platen zijn vorstbestendig (prEN 12371) en beschikken over een ATG/H.
De bevestiging aan de draagstructuur gebeurt door bevestigingen dwars in de parementvoegen aan te brengen. Tabel 1 : Formaat van de elementen en platen (voorbeelden) Nominale afmetingen van de platen (mm)
Elementcode Toleranties
Lengte: ± 1mm Hoogte +1 mm L H 400 X 677 334 X 677
BS3 BS4 en BS4 H
Dikte van de platen (mm) ± 1,5mm E 15 tot 20 15 tot 20
Nominale afmetingen van de platen (mm) Lengte: ± 1,5mm Hoogte: ± 1mm L H 1375,0 X 687,6 1375,0 X 687,6
Dikte van het element (mm)
Dikte van het isolatieschuim (mm)
± 2mm 60 60
≥ 40 ≥ 40
Andere afmetingen zijn beschikbaar naargelang van de wensen van de fabrikanten. Tabel 2 : Afwerkingen (voorbeelden) Licht gezoet Zwart gezoet
Fijn gehamerd Grof gehamerd
Gepolijst Gefrijnd
Andere afmetingen kunnen aan deze lijst worden toegevoegd naargelang van de wensen van de fabrikanten
4.3
Isolatie:
De isolatieplaat is in polyurethaanschuim (polyol + isocyanaat) geëxpandeerd of pentaan in een mal op het formaat van de bekledingselementen. De bodem van de mal is bedekt met platen die na de uithardingstijd in de schuimplaat worden gezet. Volumieke massa: Dikte: 4.4
± 35 kg/m³ ≥ 40 mm
Mechanische bevestigingsmiddelen
De schroeven en pluggen worden onder het merk ISOSYSTEMS bij het systeem ISOSYSTEMS “STONE” (SDF-S-plus 8 UB en “turbo”schroeven) geleverd. Schroeven en pluggen van het type SDF-S-plus 8 UB Dit betreft het bevestigingtype schroeven in verzinkt of roestvrij staal met gefreesde kop met de TORX-vermelding en een nylon plug met conische kraag. -
Diameter van de plug: 8 mm Diameter van de schroef: 5 mm Lengtes 100/120/140/160/180/200/220 mm
ATG 10/2820 - 2/11
“Turbo”-schroef Dit betreft het bevestigingstype zelftappende schroef in verzinkt staal met TORX-vermelding, zonder plug. -
Diameter van het boorgat: 5,5 mm
-
Diameter van de schroef: ongeveer 6,5 mm
-
Lengtes 60/80/100/120/150/180/210 mm
De soort ondergrond bepaalt de lengte en het type van de bevestiging. 4.5
Kwarts
De kwartslaag zorgt voor een stevigere bevestiging tussen de platen en het PUR-schuim en vormt een harde laag in de inspringende voegen tussen de platen. De laag wordt aangebracht tussen de platen op de bodem van de mal.
5
ISOSYSTEMS “STONE”-elementen
5.1
Standaardelementen
De standaardelementen, met maximumdimensies van 1391 mm op maximum 714 mm (zie tabel 1), in dikte 60 mm, hebben een parement met diepliggende voegen van platen die in een stijve isolatieplaat geklemd zijn. De massa van een standaardelement varieert naargelang van de plaatsoort met een maximum van 60 kg. 5.2
Speciale elementen
De kleinere elementen worden vanuit de standaardelementen tot stand gebracht.
6
HULPMATERIAAL
ISOSYSTEMS verschaft hulpmateriaal dat volledig onder het isolatiebekledingssysteem ISOSYSTEMS “STONE” valt. 6.1
Met certificatie -
Afwerking aan de voet van de gevel: aluminium beginprofiel (ISO-alu 6, ISO-alu 8, ISO-alu 10);
-
Schuimplaatverbinding: eencomponent polyuethaanschuim in patroon (van het merk ISOSYSTEMS);
6.2
7
Met beschikbaar attest -
Vooraf samengeperste slagvoeg (type "COMPRIBAND") op de voegbodem;
-
Dichtheid: Elastomeerkit:
-
Isolatieverbetering: stijve isolatieplaten in polyuethaan, gelijmd in de fabriek, met een maximumdikte van 60 mm, met dezelfde prestaties als het schuim dat voor de platen wordt gebruikt.
Fabricage en verkoop
De bekledingsplaten ISOSYSTEMS “STONE” worden door de firma ISOSYSTEMS gefabriceerd in het fabriek in Schoppen-Amel en op de markt gebracht door de firma's ISOSYSTEMS (B) en ISO-Europe (L). De firma ISOSYSTEMS beschikt over een technische service en demonstratieteams die het plaatsingsbedrijf kunnen bijstaan, zowel bij projectstudies als in de begin-, uitvoerings en controlestadia.
8
Verwerking
8.1
Aard en voorbereiding van de ondergrond
Het systeem wordt toegepast op gevels, nieuwbouw of vernieuwbouw, bestaande uit: Beton; Metselwerk, al dan niet bedekt met verf of pleister (blokken beton, bakstenen, blokken cellenbeton, kalkzandsteen, blokken geëxpanseerde klei). Andere ondergronden zoals houten en metalen geraamtes vallen niet onder deze ATG.
ATG 10/2820 - 3/11
Op de wand van de dieper liggende elementen kan het systeem echter alleen gebruikt worden als de dikte van de gordijngevel (eventuele bepleistering niet inbegrepen) minstens 20 mm is. De steun moet sterk genoeg zijn om voor de plaatsing van mechanische bevestigingen. Hij moet homogeen en plat zijn (fouten in de vlakheid van minder dan 10 mm onder een regel van 2 m). Zoniet, dan is er een verbetering nodig. Voorbeeld van verbeteringen: -
Convexe muren (bol langs de buitenkant): Verwijderen van het schuim aan de achterkant van de panelen/het paneel;
-
Uit het lood en holle muur: metselwerk, ingezette isolatiestukken, …
Voor meer thermische muursterkte kunnen er isolatieplaten (vb. PUR, PIR, EPS, XPS of Resol) met een dikte van 10 tot 100 mm geplaatst worden vóór de plaatsing van de ISOSYSTEMS “STONE”-platen. De platen zullen zonder holte op de extra isolatie worden geplaatst. Deze isolatieplaten zullen vooraf onafhankelijk van de bevestiging aan het platensysteem ISOSYSTEMS “STONE” worden vastgemaakt. Deze techniek werd niet geëvalueerd in het kader van deze Technische Goedkeuring. Bij renovatie moeten de kabels, stutten en elektriciteitsdraden verwijderd worden zodat de ondergrond vrij en voldoende plat is of in het schuim van de ISOSYSTEMS “STONE”-platen aangebracht. De afmetingen van de drempels en andere aansluitingen moeten overeenstemmen met de toegevoegde dikte van de ISOSYSTEMS “STONE”-platen. Indien nodig kunnen ze vervangen of vergroot worden. De structurele slagvoegen moeten in het systeem doorlopen. 8.2
Plaatsing van de platen
8.2.1
Plaatsing van het alumium beginprofiel
Dit profiel dient als uitlijning en waterafvoergootje. Het moet stabiel genoeg zijn. Het zal op de ondergrond, boven de grond met schroeven en pluggen om de 60 cm worden vastgemaakt. Op dit profiel en voor de plaatsing van de platen moeten er twee kordons van dichtingskit of eencomponent PUR-schuim. 8.2.2
Plaatsing van platen
8.2.2.1
Plaatsing van standaardplaten
De plaatsing van platen heeft betrekking op standaard platen, met rechte voegen. De elementen worden over het algemeen horizontaal geplaatst maar kunnen ook verticaal worden vastgemaakt. De plaatsing gebeurt in verticale voeg, ofwel verspringend (samenhangend verband), ofwel vallend (recht verband). De uitvoering gebeurt met horizontale bewerkingen van onder naar boven, willekeurig rechts of links. De doorboring van de plaat en de draagstructuur gebeurt met een enkele stap, met een boor die is aangepast aan de ondergrond en afmetingen van de bevestigingen. De platen worden mechanisch aan de ondergrond bevestigd. De bevestigingen worden in de voegen van de platen gelegd a rato van minstens 9 per volledige standaardplaat, oftewel een minimum dichtheid van 9 bevestigingen per m² die behouden wordt voor kleinere elementen. Om het aantal bevestigingen te bepalen, nemen we als uitgeoefende belastingen op de bevestigingen, het eigen gewicht en een normale wind in beschouwing. Deze normale wind wordt bepaald aan de hand van de NBN B03-002 (terugkeerperiode van 65 jaar) of volgens de NBN ENV 1991 – delen 2 en 4 (terugkeerperiode van 50 jaar). Het aantal bevestigingen wordt berekend in functie van de windweerstand en hangt af van: -
de blootstelling, vorm en afmetingen van de bouw; de plaats op de gevel (randen, hoeken, enz.)
Het aantal bevestigingen wordt bepaald in functie van de windweerstandsproeven (zie 8.4, 8.5 en 8.8) en/of de specificaties van de norm NBN B 03-002 of ENV 1991-2-4. Het plaatsingsbedrijf moet nagaan of de weerstand en het aantal gebruikte bevestigingen in de ondergrond aangepast zijn aan de onderdruk van de wind.
ATG 10/2820 - 4/11
8.2.2.2 Bevestigingen De bevestigingen moeten minstens 70 mm in de ondergrond verankerd zijn. De toelaatbare veiligheidscoëfficiënt van de uittrekking van de bevestigingen wordt indicatief in de tabel hieronder vermeld. Bij twijfelachtige ondergronden wordt een uittrekkingsproef op de werkplaats aangeraden. (De losrukkingswaarde is afhankelijk van de bevestingssoort, de diepte van de verankering en het soort ondergrond.)
Tabel 3 : Rekenwaarden van de weerstand van de mechanische bevestigingen in verschillende ondergronden Ondergrond
“Turbo”-schroef
SDF
Beton
150 N/bevestiging
280 N/bevestiging
Volle bakstenen
150 N/bevestiging
280 N/bevestiging
Vol calciumsilicaat
150 N/bevestiging
250 N/bevestiging
Holle blokken
150 N/bevestiging
250 N/bevestiging
Cellenbeton
150 N/bevestiging
150 N/bevestiging
De rekenwaarden worden afgeleid van de windweerstand en losrukkingsproeven. Deze waarden zijn lager dan de waarden die door de bevestigingsleveranciers worden verklaard. 8.2.3 Samenvoeging van de elementen Om de continuïteit van de thermische isolatie en de dichtheid van het systeem te garanderen, is het nodig om de ruimte tussen de aaneengeschakelde platen zorgvuldig te dichten door opvulling met het eencomponent polyurethaanschuim van ISOSYSTEMS (minimum temperatuur bij de aanbrenging en van de ondergrond: +5°C). Het is ook nodig om de ISOSYSTEMS “STONE”-plaatverbindingen met het timmerwerk, de vensterbanken of andere uitspringende delen zorgvuldig af te dichten. De afdichting gebeurt met een voorgevormde kitsnoer (type COMPRIBAND) en de voeg kan afgewerkt worden met een dichtingskit. 8.2.4 Afwerking De afwerking gebeurt in de holle voegen tussen de stenen en de verbinding van de panelen door middel van een ondergrond van de voeg en onder een dichtingskitvoeg, geleverd door ISOSYSTEMS. De kleur wordt door de klant gekozen in functie van de esthetische criteria.
Ongelijke platen kunnen verwijderd en vervangen worden door nieuwe met de voorziene mortel- lijm. De vervanging van een bepaalde oppervlakte van het volledige systeem is ook mogelijk aan de hand van een bepaalde zorg, waarbij de herstelling zichtbaar blijft (kleurtypes van de voeg en de platen.)
9
PRESTATIES
9.1
Prestaties van de componenten
9.1.1
Norm Waterabsorptie Vorstbestendigheid
Het is ook nodig om de ISOSYSTEMS “STONE”-plaatverbindingen met het timmerwerk, de vensterbanken of andere uitspringende delen zorgvuldig af te dichten. De afdichting gebeurt met een voorgevormde kitsnoer (type COMPRIBAND) en de voeg kan afgewerkt worden met een dichtingskit. 8.2.5
Blauwe hardsteen
Specifieke punten
8.2.5.1 Scheidingsvoegen Het blokkeren van de bekleding op harde punten (muuruitsprong, dorpel van een opening,...) wordt vermeden. De voegen worden met behulp van een soepele voeg type "COMPRIBAND" met dichtingskit behandeld. 8.2.5.2 Fractioneringsvoegen Aangezien de afwerkingsvoegen met soepele kit gemaakt worden en gezien de schikking van de stenen (geen stijve bedekking tussen de elementen), zijn er geen fractioneringsvoegen nodig voor de joints filants tussen de platen. 8.2.5.3 Onderhoud en herstel De platen zijn van nature zelfreinigend en kregen patina.
ATG 10/2820 - 5/11
NBN EN 13755 (2002) NBN EN 12371 (2002)
Gemiddelde waarde (standaardafwijking) 0,11 % (σ=0,02) 240 cycli
9.1.2
Polyurethaan
Norm Waterabsorptie Dimensionale verandering Thermische geleidbaarheid
9.2
Gemiddelde waarde
NBN EN 12087 (methode 2A)
1,97%
NBN EN 1604 48 h 70°C 7 dagen 70°C NBN EN 12667 en NBN EN 13165
Lengte (%) + 0,225 + 0,384
Breedte (%) - 0,127 - 0,029
lD : 0,030 W/m².K
Prestaties van het systeem
9.2.1 Brandreactie De brandklasse (NBN EN 13501-1) is onbepaald: euroclass F. 9.2.2 Waterdampdoorlaatbaarheid De waterdampdoorlaatbaarheid van het volledige systeem komt aan de hand van de prEN 12579: 2000 tot stand. De proef wordt in de volgende omstandigheden uitgevoerd: 23°C/0% R.V. en 23°C/50% R.V. Dikte 60 mm Waterdampdoorlaatbaarheid (Sd)
4,69 – 7,64
Waterdampdoorlaatbaarheidsfactor (µ)
89 – 143
9.2.3 Waterdichtheid / Slagregendichtheid De proef wordt volgens de prEN 12865 uitgevoerd. De afmeting van het geteste oppervlak is 2450 mm x 1250 mm (hoogte x lengte).
9.2.4
Drukbereik Pa
Duur van de blootstelling min
Observatie
0
20
Geen doordringing
0 tot 150
10
Geen doordringing
0 tot 300
10
Geen doordringing
0 tot 450
10
Geen doordringing
0 tot 600
10
Geen doordringing
0 tot 750
10
Geen doordringing
0 tot 900
10
Geen doordringing
0 tot 1050
10
Geen doordringing
0 tot 1200
10
Geen doordringing
0 tot 1500
10
Geen doordringing
Weerstand tegen het uittrekken van de bevestigingen
De weerstand tegen het uittrekken van de bevestigingen wordt bepaald volgens ETAG 017 §5.4.2.2.1.
rapport DE 621 xB 034/2 (WTCB)
Gemiddelde waarde FG,mean (N)
Karakteristieke uittrekwaarde FG C (N)
met metalen versterking
1647
1117 (σ=265)
zonder metalen versterking
875
291 (σ=291)
9.2.5 Impactweerstand Het isolatiebekledingssyteem moet bestand zijn tegen schokken van kleine harde voorwerpen zoals stenen en zachte voorwerpen zoals menselijke lichamen. ATG 10/2820 - 6/11
De weerstand tegen de impact van harde lichamen wordt bepaald volgens de ETAG 017 § 5.4.5.1 met een hard lichaam van 3 J en 10 J. De weerstand tegen de impact van zachte lichamen wordt bepaald volgens de ETAG 017 § 5.4.5.2 met een zacht lichaam van 60 en 400 J. Klasse I
ISOSYSTEMS “STONE”
Klasse I: openbare zones ter hoogte van de grond en gevoelig voor schokken van harde lichamen, maar niet onderworpen aan een extreem veeleisend gebruik. 9.2.6 Uittrekkingsweerstand tussen plaat en isolering na hygrothermische proef De uittrekkingsweerstand wordt bepaald volgens de ETAG 017 §5.7.1.1. )
Criterium BUtgb
Minimumwaarde
Uittrekkingsweerstand
> 0,08 N/mm² of loslating in de isolatie
0,12 N/mm²
9.2.7 Windweerstand De windweerstand wordt bepaald in een drukkist van 2 m x 2 m. Aantal bevestigingen/m²
Maximumwaarde Pa
Maximum buiging mm
8
4500
8,5
Aard van de breuk Breuk in de plaat boven de bevestigingskop
9.2.8 Weerstand tegen hitte-regen- en vorst-dooicycli De weerstand van het ISOSYSTEMS “STONE”-systeem wordt volgens de proef BUtgb BA-521-1. Resultaten: Eigenschappen Visueel aspect
Criterium BUtgb Geen loslating Geen scheuring die water naar binnen doorlaat.
Resultaat Conform
Bevestiging aan de isolatie
> 0,08 N/mm² of loslating in de isolatie
Conform
Impactweerstand
Geen verlaging
Conform
9.2.9
Warmteweerstand “R”
- Rsi: thermische wisselweerstand van het binnenoppervlak, cf. NBN EN ISO 6946
Zie NBN B 62-002: Thermische prestaties van gebouwen Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten (Uwaarden) van gebouwcomponenten en gebouwelementen, editie 2008 RT = Rsi + R1 + R2 +…+ Risol+ Rn + Rse U = 1/RT
∆Ucor = 1/(RT – Rcor) – 1/RT Uc = U + ∆Ucor + ∆Ug + ∆Uf Verklaring van de symbolen: - RT: Totale thermische weerstand van het element
- R1, R2, R3: thermische weerstand (rekenwaarde) van de verschillende muurlagen - Risol: verklaarde thermische weerstandswaarde van de isolatie; - Rse: thermische wisselweerstand van het buitenoppervlak (NBN EN ISO 6946). - Rcor: correctiefactor = +0,10 m².K/W voor de plaatsingstoleranties - U: warmtedoorgangscoëfficiënt van de muur (W/m².K) - ∆Ucor: toenemingsfactor op de U-waarde na afmetings- en installatietoleranties bij de uitvoering (W/m².K). - Uc: gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficiënt van de muur (W/m².K), cf. NBN EN ISO 6946;
ATG 10/2820 - 7/11
χp:
- ∆Ug: toenemingsfactor op de U-waarde voor de openingen in de isolatielaag, cf. NBN EN ISO 6946 = 0 bij de afwerking van de voegen volgende de ATG-voorschriften;
-
- ∆Uf: toenemingsfactor op de U-waarde voor mechanische bevestigingen die doorheen de isolatielaag steken, cf. NBN EN ISO 6946
n:
precieze thermische doorgangscoëfficiënt (W/K): 0,0012 voor inox bevestigingen met de kop die bedekt is met EPS 0,0032 voor inox bevestigingen met de kop die niet bedekt is met EPS bevestigingsaantal per m²
Alle R-waarden zijn in m².K/W. =
χ p .n
voor bevestigingen
Tabel: Risol in functie van de dikte van de isolatie λD: 0,030 W/m.K Dikte van het systeem(mm)
Dikte van de PUR-isolatie (mm)
60
40
10 FIGUREN Op volgende pagina’s staan de figuren die het systeem illustreren.
Figuur 1: Verschillende plaattypes Formaat BS4 BS4
‘‘686 x 343 x 15 tot 20’’ mm 677 x 334 x 15 tot 20 mm
ATG 10/2820 - 8/11
Risol (m².K/W) 1,30
Typ RP
Typ RP-H
De voegen rond de platen moeten aangepast zijn aan de werkplaats van 1 tot 1,5 mm Figuur 2: Samenvoeging van de elementen
1 platen in blauwe hardsteen 2 afwerking (kit en voegbodem) ATG 10/2820 - 9/11
3 eencomponent PUR-schuim 4 isolatie (PUR) 5 draagmuur
Figuur 3: Bijkomende isolatie
1 platen in blauwe hardsteen 2 afwerking (kit en voegbodem) 3 kwartszand 4 isolatie (PUR) 5 bevestiging 6 eencomponent PUR-schuim (merk ISOSYSTEMS) 7 bijkomende isolatie aanbrengen in de fabriek (10 tot 60 mm) 8 bijkomende isolatie vooraf aanbrengen op de werkplaats (10 tot100 mm)
ATG 10/2820 - 10/11
11 Voorwaarden 11.1 Enkel de onderneming die wordt vermeld op het schutblad als houder van de ATG en de onderneming/de ondernemingen die het product commercialiseren, kunnen deze goedkeuring genieten en het doen gelden. 11.2 Deze technische goedkeuring heeft enkel betrekking op het product of het systeem waarvan de commerciële benaming is vermeld op het schutblad. De houders van de technische goedkeuring kunnen geen gebruik maken van de naam van de goedkeuringsinstelling en haar operatoren, haar logo, ATG-merk, goedkeuringstekst of goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op de productevaluaties of de systemen die niet overeenkomstig de goedkeuring zijn en/of voor de producten en/of de systemen en/of de eigenschappen of kenmerken die niet het voorwerp uitmaken van de goedkeuring. 11.3 De informatie die, op gelijk welke manier, door de houder van de goedkeuring of door de aangewezen en/of erkende installateurs ter beschikking wordt gesteld van de (potentiële) gebruikers van het product dat is behandeld in de goedkeuring (bvb. bouwmeesters, aannemers, voorschrijvers…) mag niet in tegenspraak zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met de informatie waarnaar de goedkeuringstekst verwijst. 11.4 De houders van de technische goedkeuring zijn verplicht BUtgb en zijn operatoren altijd vooraf te informeren over eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en de producten, de behandelingsrichtlijnen en/of productieprocessen, opdat juist kan worden geoordeeld of de technische goedkeuring moet worden aangepast. 11.5 De auteursrechten behoren toe aan BUtgb
De vzw BUtgb is een goedkeuringsinstelling, lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb - zie www.ueatc.com) en betekend door de FOD Economie in het kader van Richtlijn 89/106/CEE en is lid van de Europese Organisatie van Technische Goedkeuringen (EOTA - zie www.eota.eu). De gecertificeerde operatoren die zijn aangeduid door de vzw BUtgb werken volgens een systeem dat kan worden geaccrediteerd door Belac (www.belac.be). Deze technische goedkeuring wordt gepubliceerd door BUtgb onder de verantwoordelijkheid van de BCCA-certificatieoperator en op basis van een gunstig advies van de gespecialiseerde groep “Afwerking” geleverd op xxx. Anderzijds verklaart de certificatieoperator dat de productie beantwoordt aan de certificatievoorwaarden en dat een certificatiecontract werd ondertekend door de houder van de goedkeuring. Publicatiedatum : 20 augustus 2010
Voor BUtgb, goedkeuringsproces
verantwoordelijke
van
het
Voor de goedkeuringsoperator, verantwoordelijk voor de goedkeuring Benny De Blaere, directeur
Peter Wouters, directeur Deze technische goedkeuring blijft geldig, op voorwaarde dat het product, de fabricage en alle bijbehorende relevante processen: onderhouden worden, opdat de prestatieniveaus zoals beschreven in deze goedkeuring minstens bereikt worden voortdurend onderworpen worden aan de controle van de certificatieoperator en dat deze laatste heeft bevestigd dat de certificatie geldig blijft Indien de bovenvermelde voorwaarden niet worden vervuld, zal de technische goedkeuring worden opgeschort of herroepen en zal de goedkeuringstekst verwijderd worden van de BUtgb-website. Via de BUtgb-website (www.ubatc.be) of door rechtstreeks contact op te nemen met het secretariaat van de BUtgb kan de geldigheid van deze goedkeuringstekst kan gecontroleerd worden en de laatste versie kan geraadpleegd worden.
ATG 10/2820 - 11/11