Nr. 21
editie 3 2013 “Inzicht geeft op kwartaalbasis een heldere opinie over de financiële en economische gebeurtenissen. Inzicht is niet verantwoordelijk voor enig beleggersresultaat gebaseerd op de redactie van de nieuwsbrief.”
liquidatie vennootschappen
inzicht.... De draagkracht van de eerste Europese MiFIDrichtlijn, die in de Belgische wetgeving werd geïmplementeerd vanaf 1 november 2007, reikt ver. Het zorgt voor een beter beschermingsstelsel voor beleggers in het algemeen en het verscherpt de concurrentie op de financiële markten. Het voorkwam evenwel niet de diverse financiële schandalen, zoals het Fortis verval bijvoorbeeld. Op Belgisch niveau zal een nieuwe
“Europees onderhandelt men sinds een tweetal jaar over een update van de eerste MiFID-richtlijn naar een zogeheten MiFID 2 situatie.” wet vanaf 1 januari 2014 de MiFID-spelregels uitbreiden naar de verzekeringsproducten, wat alleen maar toegejuicht kan worden. Europees onderhandelt men sinds een tweetal jaar over een update van de eerste MiFID-richtlijn naar een zogeheten MiFID 2 situatie. Toch lijkt de kogel nog niet definitief door de kerk te zijn, maar in dit geval zal uitstel tot geen afstel leiden. Wat veranderde MiFID aan de financiële dienstverlening ten gronde? Vijf vuistregels dient u te onthouden. Vooreerst verplicht MiFID een duidelijk omschreven zorgplicht aan alle
bemiddelaars in beleggingsdiensten ten overstaan van hun klanten. Elke cliënt moet optimaal beschermd worden, in de eerste plaats tegenover zichzelf. De informatie- en documentatieverplichting werd gepreciseerd inzake beleggingsproducten. De opmaak van het beleggersprofiel werd in het leven geroepen om te voorkomen dat de techniek van het nattevinger-werk nog als basis zou dienen voor advies. Allerhande potentiële belangenconflicten en executievereisten bij uitvoeringen van orders kwamen aan bod. Ten tweede praat men sinds november 2007 over 3 typen klanten: NietProfessionele Cliënten, Professionele Cliënten en in Aanmerking Komende Tegenpartijen. Als cliënt van een bank, verzekeraar of bemiddelaar behoort u tot de categorie van Niet-Professionele Cliënten waardoor u de hoogste bescherming geniet. Om gerichte dienstverlening te kunnen verschaffen ontstond ten derde het Ken-uwCliënt beginsel. Misschien stoort het soms dat de bemiddelaar of vertrouwenspartij vele directe en indiscrete vragen op u loslaat telkens bepaalde contracten of diensten worden aangeboden maar het is ten gunste van de relatie tussen de twee partijen. MiFID eist een rigoreuze behandeling van het financieel handelsverkeer. Om alle soorten misbruiken te voorkomen voerde MiFID de verplichting van “ best execution “ in, beter gezegd de verplichting om orders van cliënten uit te voeren tegen de voor de cliënt voordeligste voorwaarden. Tenslotte moet alle informatie, verstrekt aan cliënten, correct, duidelijk en niet misleidend zijn. Alle verfijning van deze bijzonder belangrijke MiFID-richtlijn moedigen wij bij CapitAM aan. MiFID 2 bijvoorbeeld zal de kost onder de vorm van bewaarlonen van effecten afschaffen. Ook de informatieplicht zal nog belangrijker worden evenals de aanscherping van het Ken-uwCliënt beginsel. Dat vanaf 1 januari 2014 de transparantie inzake verzekerings-producten aangepakt wordt lijkt ons niet meer dan normaal. Wij waren in ieder geval al voorloper op dat vlak in onze communicatie met de klanten.
liquidatie vennootschappen
Het is ondertussen vijf voor twaalf geworden om te beslissen of uw vennootschap blijft bestaan na september 2014. Onder deze federale regering werd beslist om de liquidatiebelasting, het vereffenen van een rechtspersoon met andere woorden, zwaarder te belasten. Omdat velen onder u actief zijn onder de vorm van een rechtspersoon brengen we alle aspecten omtrent de impact van deze nieuwe situatie graag onder de aandacht. CapitAM wil niet alleen informeren maar ook bijstaan als u met vragen zit. Pak het thema in ieder geval actief aan en laat het niet slingeren op de tafel. Stel uw middellange plannen in vraag. We vroegen zowel aan onze fiscalist Yannick De Smedt als aan onze fiscale jurist Jacques Pieters om een en ander te verduidelijken. Indien nodig kan u via CapitAM beroep op hen doen. In De Tijd vonden we tot slot een uitstekend artikel terug.
Yannick De Smedt column… Liquidatieboni voortaan belast aan 25% Overgangsperiode tot 30 september 2014 De fiscale aap uit de mouw. Naar aanleiding van de begrotingscontrole 2013 werden er o.a. (ver)nieuw(d)e fiscale maatregelen geïmplementeerd en tevens uiteengezet in de gepubliceerde “Programmawet d.d. 28 juni 2013” in het Belgisch Staatsblad. De verhoging van het tarief van de roerende voorheffing op de liquidatieboni van 10% naar 25% was een eerste blikvanger. Deze verhoging zal in werking treden vanaf 1 oktober 2014. Om deze tariefverhoging echter te “vermijden” werd er tevens voorzien in een aanvullende overgangsmaatregel; de gelijkstelling van de belastbaarheid van de incorporatie van beschikbare reserves van een vennootschap d.m.v. een kapitaalverhoging (m.b.v. een notariële akte) met het actuele liquidatietarief ad. 10% roerende voorheffing. Concreet betekent dit dat de vennootschappen, die de vereffeningsprocedure nog niet wensen op te starten, de kans krijgen hun vermogen alsnog aan de aandeelhouders over te dragen (mits naleving van een aantal voorwaarden) ad. 10% roerende voorheffing.
Overgangsmaatregel ter vermijding van de belastingverhoging: Tijdens de periode van 1 juli 2013 tot 30 september 2014 krijgen (nog) niet ontbonden vennootschappen de kans om hun belastbare reserves te incorporeren in het maatschappelijk kapitaal. Dit gebeurt d.m.v. een dividenduitkering aan haar aandeelhouders waarbij het “verkregen nettobedrag” meteen weer wordt opgenomen in het kapitaal. Dat fiscaal gestort kapitaal kan, nadat het werd onderworpen aan een roerende voorheffing van 10%, na een periode van vier of acht jaar belastingvrij worden uitgekeerd. Deze kwalificatie dient beoordeeld te worden voor het aanslagjaar dat verbonden is met het belastbaar tijdperk waarin de kapitaalinbreng is gedaan. Om misbruiken te voorkomen, stelt de memorie van toelichting dat het tarief van 10% echter geldt voor bestaande reserves meer bepaald “de dividenden die overeenkomen met de vermindering van de belastbare reserves zoals deze ten laatste op 31 maart 2013 zijn goedgekeurd door de Algemene Vergadering op voorwaarde dat en in de mate dat minstens het verkregen bedrag onmiddellijk wordt opgenomen in het kapitaal en dat deze opneming plaatsvindt tijdens het laatste belastbaar tijdperk dat afsluit vóór 1 oktober 2014”. Voor de meeste vennootschappen die hun boekhouding conform het belastbaar tijdperk voeren, zal dit vóór 31 december 2013 zijn. Hebben we echter te maken met een gebroken boekjaar dan is de tijdspanne om de notariële akte te ondertekenen groter.
Yannick De Smedt Master of Science TEW Accountant Belastingconsulent Zaakvoerder
D.S.M. Consulting b.v.b.a.
Boekhoudrecht versus fiscaal recht Hoewel men in de Programmawet spreekt over het begrip “belastbare reserves” is de opsomming van de bestanddelen van wat als een “belastbare reserve” wordt beschouwd veel uitgebreider. We vinden hieronder de wettelijke en de beschikbare reserves, de overgedragen winsten, maar bijvoorbeeld ook de belastbare afschrijvingsexcendenten, belastbare herwaarderingsmeerwaarden, enz. Bij veel vennootschappen stemt het bedrag van de “belastbare reserves”, zoals dit blijkt uit formulier 328R, niet overeen met het bedrag van de reserves dat voorkomt in een door de Algemene Vergadering goedgekeurde jaarrekening. Wachttermijnen De wachttermijn voor de uitkering (vier of acht jaar) van de “vastgeklikte” roerende voorheffing op de bestaande reserves varieert naargelang men met een kleine of middelgrote onderneming (hierna KMO) of niet-KMO te maken heeft (cfr. artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen): Indien een kapitaalvermindering (die resulteert in een terugbetaling aan haar aandeelhouders) bij grote vennootschappen gebeurt binnen de 8 jaar, zal de vermindering als een dividend worden beschouwd. Een bijkomende roerende voorheffing zal dan verschuldigd zijn van 15% (bij uitkering tijdens de eerste 4 jaar), 10% (bij uitkering in het 5de en 6de jaar) of 5% (bij uitkering tijdens het 7de en 8ste jaar); Indien het kapitaal bij KMO’s verminderd wordt binnen de 4 jaar, dan zal de vermindering beschouwd worden als een dividend en zal er tevens een bijkomende roerende voorheffing verschuldigd zijn van 15% (bij uitkering binnen de 2 jaar), 10% (bij uitkering tijdens het 3de jaar) of 5% (bij uitkering tijdens het 4de jaar). Deze termijn van vier of acht jaar begint te lopen vanaf het jaar volgend op de laatste kapitaalinbreng onder het overgangsregime. Anti-misbruikbepaling Een mogelijk “achterdeurtje” aan deze nieuwe maatregel wordt afgewend door de invoering van een afzonderlijke aanslag ad. 15%. Deze aanslag geldt voor de vennootschappen die hun dividendbeleid zouden aanpassen door hun overtollige liquiditeiten die ze anders zouden aanwenden voor een gewone winstuitkering (ad. 25% roerende voorheffing) te verminderen ten gunste van dividenduitkeringen (ad. 10% roerende voorheffing) uit belastbare reserves die geïncorporeerd werden in het maatschappelijk kapitaal in het kader van de overgangsregeling. Hierop zouden de vennootschappen anders een belastingbesparing van 15% hebben kunnen gerealiseerd.
Kort gezegd houdt deze afzonderlijke aanslag in dat wanneer een vennootschap in een van de vorige vijf boekjaren dividenden heeft uitgekeerd maar dit door het gebruik van de overgangsmaatregel in het jaar van incorporatie niet doet, er een roerende voorheffing van 15% wordt ingehouden op een “deel” van de later uitgekeerde reserves.
De afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op het positieve verschil tussen:
Som van de dividenden verleend of toegekend in de vijf voorgaande belastbare tijdperken Boekhoudkundige Winst (in 2013 of 2014) Som van de boekhoudkundige winsten de vijf voorgaande belastbare tijdperken
Dividenden die effectief zijn verleend of toegekend aan de aandeelhouders als winst van het belastbare tijdperk waarin de incorporatie van de reserves heeft plaatsgevonden
Stel dat een vennootschap (waarbij het boekjaar het kalenderjaar volgt) in 2013 een boekhoudkundige winst heeft gerealiseerd van € 200.000,00. Tijdens de vijf voorgaande boekjaren heeft de vennootschap een totale boekhoudkundige winst t.w.v. € 1.300.000,00 gerealiseerd met hierop een totale dividenduitkering (10%) t.w.v. € 130.000,00. In het jaar van incorporatie van de reserves wordt er beslist om geen dividend uit te keren. Dit heeft tot gevolg dat € 20.000,00 wordt beschouwd als basis voor de heffing van de afzonderlijke aanslag ad. 15%. [ ( € 200.000,00 x ( € 130.000,00 / € 1.300.000,00)) - € 0,00 ] = € 20.000,00 De extra aanslag bedraagt dus € 3.000,00, nl. € 20.000,00 x 15%. De memorie van toelichting voorziet evenwel dat bovenstaande specifieke anti-misbruik maatregel niet belet dat de belastingadministratie in bepaalde gevallen de algemene antimisbruik bepaling van artikel 344, §1 WIB in kan roepen.
Toepassingsproblemen Zoals gewoonlijk zorgt de gepubliceerde Programmawet niettemin al voor een heleboel praktische toepassingsproblemen. We denken hierbij o.a. aan het tijdsaspect (doorvoering wijziging in de statuten bij een kapitaalverhoging door een NV of BVBA, datum van de Algemene Vergadering waarbij over de goedkeuring van de jaarrekening wordt beslist, het tijdstip van de inbrengverrichting), de interpretatie van de begrippen (“belastbare reserves zoals deze zijn goedgekeurd door de Algemene Vergadering”, het “verkregen” bedrag) en eventuele maatregelen tegen eventuele misbruiken (een afzonderlijke aanslag bij een verandering van het dividenduitkeringsbeleid).
Besluit De regering heeft in 2010 geleerd dat ze door het aankondigingseffect van de verhoging van de roerende voorheffing van 15% naar 21% (+ 4%) op bepaalde dividenden behoorlijk wat geld kan ophalen. Veel vennootschappen hebben in 2010 immers nog snel grote dividenduitkeringen goedgekeurd aan 15% roerende voorheffing. Deze reserves zouden nog lang onbelast zijn gebleven indien men de vennootschappen niet de gelegenheid zou gegeven hebben om hun reserves nog snel uit te keren aan het verlaagd tarief. Dit trucje wenst men nu nogmaals toe te passen voor de liquidatieboni. De vraag is enkel of de huidige regelgeving hiervoor voldoende transparantie biedt.
De recente wijzigingen aan de liquidatiebonus, gooit u de handdoek in de ring? En wanneer dan wel…. Eerst de hetze omtrent managementvennootschappen en patrimoniumvennootschappen, de aangekondigde extra controles op de vrije beroepers die hun activiteit onder vennootschapsvorm organiseren, etc… In het geval dat u er aan dacht om uw vennootschap op te doeken, geeft de fiscale wetgever u nu het laatste duwtje in de rug. Vanaf 1 oktober 2014 stijgt de roerende voorheffing op de liquidatieboni van 10% naar 25%. Wanneer u einde carière bent of veel reserves in de vennootschap opgebouwd heeft, is het moment gekomen om eens even stil te staan bij de toekomst (van uw vennootschap).
Jacques Pieters column… Jacques Pieters Advokaat Avocat Attorney Partner
Brotaxius
A. De liquidatie pur sang De programmawet die op 1 juli 2013 in het Staatsblad verscheen, verhoogt de roerende voorheffing die ingehouden dient te worden op het liquidatiesaldo (= wat overblijft na de liquidate van de vennootschap) van 10 % tot 25 %. 1. Als u er genoeg van heeft….
2. Beginnen we dan gewoon opnieuw?
Wanneer u gewoon wil vereffenen, is het voldoende dat u ervoor zorgt dat de vereffening afgesloten is voor 31 oktober 2014. U kan het liquidatiesaldo verkrijgen tegen een éénmalige belasting van 10%.
Velen zullen het idee hebben van de vennootschap op te doeken en dan gewoon opnieuw te beginnen. Ook dit lijkt de fiscus te voorzien en aan te willen pakken.
Vele auteurs denken al aan scenario’s waarbij de vennootschap in vereffening gesteld wordt, een voorlopige liquidatiebonus toegekend wordt en de eigenlijke afsluiting later gebeurt. Dikwijls zal dit zijn omwille van bepaalde schuldvorderingen die nog geïnd moeten worden of wegens lopende (gerechtelijke) geschillen. De circulaire die in voorbereiding is keurt dit echter af: om van de 10% te genieten moet en zal men de vereffening afsluiten voor 1 oktober 2014. Het lijkt me dan ook beter om, afhankelijk van de aard van het geschil, deze te laten overnemen door de aandeelhouders en de vennootschap “proper” te laten afsluiten. Zoals steeds vaker wordt het voor de belastingplichtige: afwachten tot het (bijna) te laat is….
U mag uiteraard steeds een nieuwe activiteit oppikken, maar deze kan best anders omschreven zijn dan deze van de eerste- opgedoekte- vennootschap. Het hergebruik van de activa en de naam van de oude vennootschap moet zoveel mogelijk vermeden worden. TIP: het aantreden van een (reële !!!) nieuwe aandeelhouder is meestal een zeer goede reden om een nieuwe vennootschap op te richten. Dit vermijdt immers moeilijke discussies over uitgiftepremies en dergelijke…. Ook het verderzetten van de activiteit in een éénmanszaak (omdat u bv nog een aantal jaren actief moet blijven voor uw pensioenverzekering) lijkt mij moeilijk aan te vechten, zolang dit volgens de regels van het spel gebeurt.
B. De zgn “Interne liquidatie” Om een overdreven aantal liquidaties te vermijden, heeft de wetgever in dezelfde wet voorzien dat u “intern kan liquideren”. Dit betekent dat u de belaste reserves in uw vennootschap incorporeert door een kapitaalverhoging. Uiteraard betaalt u op dat moment ook 10% roerende voorheffing. Fiscaal is het dan alsof u uw vennootschap geliquideerd zou hebben. Wanneer u het geld daarna minstens 4 jaar (kleine vennootschappen) of minstens 8 jaar (grote vennootschappen) laat staan, kan u het daarna zonder verdere belasting aan uzelf uitkeren. Haalt u het er eerder uit, betaalt u een verhoogde roerende voorheffing van (in totaal) 25, 20 of 15%, afhankelijk van het tijdstip waarop u “uw handen niet meer kon thuishouden”.
U moet echter wel tijdig handelen, wanneer uw vennootschap gewoon per 31/12 afsluit heeft u maar tot 31/12/2013 de tijd! Hou er ook rekening mee dat zo’n kapitaalverhoging een aantal weken in beslag neemt/aan een aantal formaliteiten gebonden is (aparte rekening waar het geld ook gestort dient te worden, let op uw cash-flow, een beoordeling van een bedrijfsrevisor of een accountant op uw inbreng in natura als u een schuldvordering op de vennootschap inbrengt, etc…). Ook hier gelden een aantal antimisbruikbepalingen, zo moet u o.m. rekening houden met uw dividendpolitiek van de laatste jaren (men wil niet dat u plots gaat “liquideren” waar u daarvoor steeds dividenden uitkeerde).
C. Besluit Bezint eer ge begint, maar eens begonnen, handel dan snel. Hoogste tijd om eens met uw boekhouder en/of fiscale raadsman te gaan praten!
De Tijd, 21 Sep. 2013, Pagina 44 Vanaf 1 oktober 2014 stijgt de roerende voorheffing op de liquidatiebonus van 10 naar 25 procent. Wie dat hogere tarief wil vermijden, is er maar beter als de kippen bij. Heel wat vennootschappen moeten nog voor eind dit jaar een kapitaalverhoging doorvoeren, anders zijn ze gezien. Tot 2002 zat een ondernemer op rozen als hij zijn bedrijf vereffende en er na de betaling van alle schulden nog een positief saldo overbleef. Hij kon dat saldo of de liquidatiebonus onbelast aan zichzelf uitkeren. Restte er na de betaling van alle schuldeisers een positief saldo van 100.000 euro, dan kon de aandeelhouder van dat bedrijf - vaak de oprichter en de zaakvoerder - die 100.000 euro onbelast aan zichzelf uitkeren. Maar sinds 2002 is op de zogenaamde liquidatiebonus 10 procent roerende voorheffing verschuldigd. En vanaf 1 oktober 2014 wordt dat 25 procent. Voor flink wat ondernemers, managers en beoefenaars van een vrij beroep is dat een streep door de rekening. Veel zelfstandige ondernemers hebben een spaarpotje in hun vennootschap opgebouwd in de hoop dat ze dat, na de liquidatie van hun bedrijf, tegen een fiscaal gunstig tarief van 10 procent aan zichzelf konden uitkeren. Volgens Stefaan Deckmyn, advocaat bij Loyens & Loeff, stond de verhoging van de roerende voorheffing van 10 tot 25 procent in de sterren geschreven. ‘Wanneer een vennootschap aan de aandeelhouders een dividend uitkeert, is daarop in principe ook 25 procent roerende voorheffing verschuldigd. Het mag dan ook niet verbazen dat de wetgever beslist heeft de tarieven voor de andere uitkeringen van de vennootschap aan de aandeelhouders overeenkomstig op te trekken.’ Daarom zullen alle liquidatiebonussen die vanaf 1 oktober 2014 worden overgeboekt van de vennootschap aan de aandeelhouders belast worden tegen 25 procent. Een liquidatiebonus veronderstelt dat de vennootschap wordt geliquideerd. Officieel heet het dat ze ontbonden en in vereffening gesteld moet worden. Een vereffenaar moet de activa verkopen, met de opbrengst de schuldeisers betalen en wat rest uitkeren aan de aandeelhouders. Cruciale datum ‘Om te bepalen welk tarief (10 of 25 procent) verschuldigd is, is de datum van betaling aan de aandeelhouders cruciaal’, verduidelijkt Saskia Lust, advocate bij Loyens & Loeff. ‘Gebeurt de betaling voor 1 oktober 2014, dan geldt nog het tarief van 10 procent. Gebeurt ze nadien, dan is 25 procent belasting verschuldigd. De datum van betaling is doorslaggevend. Het is niet zo dat het bedrijf al op 1 oktober 2014 volledig vereffend moet zijn.’ Een vereffenaar kan ook voorschotten betalen voor 1 oktober 2014. Maar hij zal er wel op moeten toezien dat hij de schulden van de vennootschap kan aanzuiveren. Vereffenaars dragen daarin een belangrijke verantwoordelijkheid. Ze kunnen niet zomaar geld aan de aandeelhouders uitkeren. Aandeelhouders komen pas in aanmerking voor een uitkering nadat de schuldeisers zijn betaald. Ondernemers die hun activiteiten willen stopzetten, bijvoorbeeld omdat ze de pensioenleeftijd naderen, hebben er alle belang bij dat de vereffening van hun vennootschap voor 1 oktober 2014 grotendeels is afgerond én dat de vereffenaar de liquidatiebonus (of een voorschot daarop) voor 1 oktober 2014 uitkeert. Overgangsregeling Om de pil te vergulden werkte de regering een overgangsregeling uit. Aandeelhouders kunnen nog het lagere tarief van 10 procent genieten, ook bij uitkeringen na 1 oktober 2014, als ze voorwaarden in acht nemen. ‘Maar die zijn zo strikt dat veel vennootschappen uit de boot zullen vallen en geen gebruik zullen kunnen maken van die overgangsregeling’, waarschuwt Saskia Lust. Hoe ziet die overgangsregeling eruit? Wie toch actief wil blijven als ondernemer is niet verplicht zijn vennootschap voor 1 oktober 2014 te ontbinden en te vereffenen om nog het lagere tarief van 10 procent te genieten. Die ondernemer kan zijn vennootschap behouden en een lager tarief van 10 procent blijven genieten op voorwaarde dat hij een deel van het belaste resultaat van zijn vennootschap uitkeert en meteen weer inbrengt in het kapitaal van de vennootschap. Een voorbeeld: Jan heeft een vennootschap die 2012 afsloot met een belaste winst van 100.000 euro. Jan kan beslissen dat bedrag niet te innen maar het in de vennootschap te laten. De vennootschap van Jan kan die 100.000 euro winst uitkeren en meteen 10 procent belasting betalen met de verplichting voor Jan om het saldo meteen weer in te brengen. Nadien kan de vennootschap het saldo zonder enige belasting uitkeren aan Jan. Ze moet dan wel een kapitaalverhoging doorvoeren die via een notaris moet gebeuren. Concreet zal de vennootschap dan een kapitaalverhoging doorvoeren van 90.000 euro (100.000 euro - 10 procent roerende voorheffing). Maar dan komt de kat op de koord. De wetgever bouwde zoveel voorwaarden in dat het opletten geblazen is als men van de overgangsregeling gebruik wil maken. 1. Verlies de deadlines niet uit het oog De eerste deadline heeft betrekking op de vraag welke winsten en reserves de aandeelhouders kunnen aanwenden om het kapitaal van hun vennootschap te verhogen. De omzetting in kapitaal mag alleen gebeuren met belaste winsten of beschikbare reserves die uiterlijk op 31 maart 2013 zijn goedgekeurd door de algemene vergadering van de vennootschap. Door die beperking zal het overgrote deel van de vennootschappen waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar de belaste winsten over 2012 niet meer kunnen incorporeren in het kapitaal. Lust: ‘Valt het boekjaar 2012 samen met het kalenderjaar 2012, dan volgt de beslissing over de bestemming van de winst zelden voor juni 2013. Die vennootschappen kunnen alleen de beschikbare reserves op 31 december 2011 nog opnemen in het kapitaal omdat alleen die reserves nog voor 31 maart 2013 door de algemene vergadering zijn goedgekeurd.’ En dat is nog niet alles. De aandeelhouders moeten ook tijdig stappen ondernemen om de kapitaalverhoging voor een notaris te formaliseren. Want de opname in het kapitaal moet gebeuren tijdens het laatste belastbaar tijdperk dat afsluit voor 1 oktober 2014. Concreet: als het boekjaar samenvalt met een kalenderjaar, dan moet de kapitaalverhoging uiterlijk op 31 december 2013 gebeuren.
Vennootschappen waarvan het boekjaar samenvalt met een kalenderjaar, zullen moeten onderzoeken of ze belaste winsten of beschikbare reserves hebben op 31 december 2011. Als ze een kapitaalverhoging willen doorvoeren, moeten ze dat ook doen voor eind 2013. Ondernemers mogen niet wachten tot begin of midden 2014, want dan is het onherroepelijk te laat. In die zin is 1 oktober 2014 een enorm misleidende datum. Ondernemers met een vennootschap waarvan het boekjaar afsluit op een andere datum kunnen iets geruster zijn. Sloot de vennootschap het boekjaar af op 30 september 2012, dan hebben de aandeelhouders meestal wel al voor 31 maart 2013 beslist wat ze met de belaste winsten over dat boekjaar gaan doen. Ze zullen die winsten kunnen aanwenden om het kapitaal van de vennootschap te versterken. Bovendien hebben die vennootschappen dan nog tot 30 september 2014 de tijd om de kapitaalverhoging voor een notaris te formaliseren. 2. Winsten of reserves moeten 4 of 8 jaar in vennootschap blijven Aandeelhouders die overwegen het kapitaal van de vennootschap te versterken met de belaste winsten of reserves en ze dus niet te incasseren, moeten voldoende zeker zijn dat ze dat geld ook lang genoeg kunnen missen. Voor kmo’s is dat vijf jaar. Bij een snelle uitkering verliest de aandeelhouder alle voordelen van de kapitaalverhoging. Grijpen we terug naar ons voorbeeld. Als aandeelhouder Jan het bedrag van de kapitaalverhoging, 90.000 euro, toch in het eerste of het tweede jaar na de kapitaalverhoging opneemt, dan betaalt hij daarop 15 procent roerende voorheffing. Samen met de 10 procent die de vennootschap al betaalde, wordt in totaal toch bijna 25 procent belasting betaald en gaat het voordeel bijna volledig verloren. Eerst is 10 procent betaald op 100.000 euro, nadien 15 procent op 90.000 euro. Bij uitkering in het derde jaar na de kapitaalverhoging betaalt Jan nog 10 procent en wordt het feitelijke tarief teruggebracht naar bijna 20 procent. In het vierde jaar betaalt hij 5 procent en is het feitelijke tarief bijna 15 in plaats van 25 procent. Pas na vijf jaar kan Jan de 90.000 euro onbelast uit de vennootschap halen. ‘Een inbreng in het kapitaal is niet zo risicoloos als het lijkt’, waarschuwt advocaat Stefaan Deckmyn. ‘De ondernemer mag niet uit het oog verliezen dat de 90.000 euro die hij nu in de vennootschap laat binnen vijf jaar minder waard kan zijn door de inflatie. Nu kan hij wellicht meer met die 90.000 euro kopen dan in 2019 of 2020.’ Een andere belangrijke kanttekening is dat die 90.000 euro onderworpen blijft aan het ondernemingsrisico. ‘Het geld blijft in de vennootschap en behoort toe aan de vennootschap. Lopen de zaken minder goed, dan riskeert de ondernemer zijn bijkomende inbreng te zien verminderen of zelfs helemaal kwijt te raken’, vervolgt Deckmyn. 3. Dividendpolitiek niet veranderen Bij dat alles komt ook dat de vennootschappen de dividendpolitiek niet plotsklaps mogen veranderen in het jaar dat de kapitaalverhoging wordt doorgevoerd. De dividendpolitiek moet in lijn zijn met die van de vijf voorgaande jaren. Stel dat de vennootschap de aandeelhouders de jongste vijf jaar gemiddeld 10 procent van de winst uitkeerde, dan moet ze dat ook dit jaar doen. De regering vreest blijkbaar dat veel ondernemers zichzelf dit jaar geen dividend uit zullen keren en dat geld langer in de vennootschap zullen laten in ruil voor een belasting aan ‘slechts’ 10 procent. Als de vennootschap haar dividendpolitiek toch wijzigt, is op het verschil een aanslag van 15 procent in de vennootschapsbelasting verschuldigd. In feite betaalt de vennootschap dan ook 25 procent. Een voorbeeld. Een onderneming maakt in de jaren 2008 tot 2012 een winst van achtereenvolgens 4.000, 5.000, 3.500, 6.000 en 6.500 euro in totaal 25.000 euro. Ze keert een dividend uit van respectievelijk 400, 600, 200, 600 en 700 euro, samen 2.500 euro. Begin 2013 beslist de onderneming voor 15.000 euro beschikbare reserves te incorporeren. Concreet dus 13.500 euro wegens de 10 procent roerende voorheffing. De winst voor 2013 bedraagt 5.000 euro, het dividend 300 euro. De fiscus zal veronderstellen dat een dividend van 500 euro uitgekeerd moest worden, namelijk 10 procent van de winst zoals het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. De administratie zal op het verschil of op (500-300) 200 euro een bijzondere aanslag vestigen van 15 procent. Om het gemiddelde te berekenen telt een verliesjaar niet mee. Als een vennootschap bijvoorbeeld de vijf voorgaande jaren maar een keer winst maakte en ook maar eenmaal een dividend uitkeerde, dan geldt alleen dat jaar als maatstaf. Kortom, wie van de overgangsregeling gebruik wil maken, moet er niet alleen als de kippen bij zijn. Hij moet ook goed overwegen of hij het kapitaal dat hij in de vennootschap laat voor minstens vijf jaar kan missen. Dat vergt een denkoefening die eventueel samen met de boekhouder of de accountant moet gebeuren. ‘Het punt is dat de ondernemer ook zijn winsten voor de komende jaren goed moet kunnen inschatten en ook hoeveel hij zichzelf wil uitkeren’, merkt Lust op. ‘En het vergt toch wat tijd om alleen al die oefening te maken.’ Bovendien mag de ondernemer alle bijkomende kosten niet uit het oog verliezen, zoals die van de notaris of de boekhouder. Niets garandeert bovendien dat de aandeelhouder over vijf jaar ook daadwerkelijk over het geïncorporeerde kapitaal kan beschikken, want het blijft onderworpen aan het ondernemingsrisico. HOU REKENING MET NOTARIS- EN EXTRA KOSTEN Om een kapitaalverhoging door te voeren moet de ondernemer via een notaris gaan. Hoe hoger het bedrag van de kapitaalverhoging, hoe hoger de notariskosten. Bij een kapitaalverhoging van 100.000 euro kunnen de notariskosten algauw oplopen tot 1.000 euro, exclusief btw. Volgens fiscaal adviseurs moet een vennootschap minstens een kapitaalverhoging van 75.000 euro doorvoeren om bij de overgangsregeling voor de liquidatiebonus te winnen. Voor kleinere kapitaalverhogingen lopen alle bijkomende kosten zoals die van de notaris, maar ook die van de boekhouder of de accountant te hoog op en is het sop de kool niet waard. Een kapitaalverhoging kan niet in één dag geregeld worden. De vennootschap moet een algemene vergadering samenroepen die tot de kapitaalverhoging moet beslissen. ‘Als de kapitaalverhoging wordt doorgevoerd in geld, moeten de aandeelhouders aan de notaris ook een attest kunnen voorleggen waarin de financiële instelling bevestigt dat het bedrag van de kapitaalverhoging op een bankrekening staat geblokkeerd’, waarschuwt notaris Tim Carnewal (Berquin Notarissen). ELLEN CLEEREN Copyright © 2012 Mediafin. Alle rechten voorbehouden
Compartiment: Capitam Capitam is een compartiment van het Merit Capital Global Investment Fund Kerngegevens: situatie per 24/09/2013 Statuut: Bevek welke voldoet aan de richtlijn 85/611/EEG en de wet van 20/07/2004 Waardebepaling: Wekelijks Noteringsmunt: EUR Bestemming van de resultaten: Kapitalisatie en Uitkering Parameters: ISIN code Kap: BE6214871814 ISIN code Dis: BE6214872820 Kosten voor de belegger: Commissie: Bij instap volgens de tarieflijst van de verdeler toegevoegd aan de Belgische bijlage bij het prospectus en met een maximum van 3% 0% bij uitstap Beurstaks: 0,5% bij uitstap met een maximum van 750 EUR per verrichting, enkel van toepassing op de kapitalisatieaandelen Introductiedatum en -waarde: 01/04/2011 100 EUR Beheerskosten: 1,5% Aanbevolen beleggingsduur: 5 jaar Disclaimer:
Deze fiche is louter informatief. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend ten aanzien van Merit Capital of Capitam. Beursvennootschap Merit Capital treedt op in hoedanigheid als distributeur van de Bevek. Zij vormt geen beleggingsadvies of aanbieding tot aan- of verkoop. De rendementscijfers houden geen rekening met kosten en taksen. Prestaties in het verleden vormen geen garantie voor toekomstige opbrengsten. Het prospectus, het vereenvoudigd prospectus alsook de meest recente periodieke verslagen zijn kosteloos verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek en bij Fastnet Belgium, Havenlaan 86C/320 1000 Brussel, die de financiële dienst waarneemt. Inlichtingen over het fiscaal regime ingevolge de programmawet zijn beschikbaar in het prospectus.
Top Investeringen Obligaties DZ Bank Cap AG 08-19 7,273% Credit Agricole 05-17 4% D’Ieteren Trading Bv 05-15 4,25% ING Bank 10-15 3,375% Heineken nv 12-23 2,75% Accor 13-19 2,5% Nestle Finance 12-22 1,75% Ireland 08-19 4,4% Irish Govt Treasury 04-20 4,5% Italy 12-17 3,5%
Vermogensverdeling aandelen obligaties themafondsen cash
1,70 % 1,84 % 2,24 % 2,40 % 2,47 % 2,64 % 3,82 % 4,93 % 5,23 % 5,76 %
52,91 % 36,20 % 8,95 % 1,94 %
Top Investeringen Aandelen 1,61 % 1,68 % 1,77 % 1,78 % 1,79 % 1,83 % 1,99 % 2,14 % 2,21 % 2,45 %
Google Inc Novo-Nordisk Cheniere Energy Inc Lenovo Group Ltd SAP AG BNP Paribas sa Samsung Banco Santander Sa US Silica Hldgs Home Depot Inc
Muntspreiding 70,00% 52,50% 35,00% 17,50% 0%
CHF
2,30%
DKK
Koers
GBP
HKD
PLN
SEK
USD
YPY
1,42% 0,39% 25,09% 1,72%
115
Huidige koers: CAP DIS 110,75 € 108,72 € (24/09/2013)
112 109 106 103 100
Return CAP YTD%: 6,22% 1Y: 7,35%
EUR
2,39% 62,15% 2,67% 1,78%
97
DIS YTD%: 6,23% 1Y: 7,35%
94 91 88 85 4/1/11
7/5/11
10/11/11
1/17/12
4/30/12
8/14/12
11/27/12
3/12/13
6/28/13
Investeringscomité Het investeringscomité van het compartiment Capitam staat onder leiding van de gerenommeerde professor Stefan Duchateau. Zijn uitgangspunt is dat het succes van portefeuillebeheer hoofdzakelijk te wijten is aan een juiste asset-allocatie getoetst aan de actuele financiële markten. Slechts een minoriteit van het rendement wordt behaald door ‘stockpicking’ . Professor Stefan Duchateau heeft een uitgebreid palmares in de financiële wereld. Momenteel bekleedt hij topfuncties in diverse nationale en internationale beleggingsvennootschappen. Tevens doceert hij aan verschillende Belgische universiteiten.
Peter’s corner.... Elk jaar opnieuw, verspreid over meerdere vaste perioden tijdens het jaar, vluchten we weg uit onze vertrouwde omgeving om het geluk en de rust elders te zoeken. Vakantie staat dikwijls synoniem met een buitenlandse reis. We sakkeren op het drukke leven hier, het slechte weer, de ongezonde lucht, de verzuurde gezichten. De zon en de zuiderse savoir-vivre worden opgehemeld. Daar zijn de mensen nog echt, puur. We proppen ons hebben en houden in de koffer van de auto, sleuren propvolle reiskoffers naar de incheckbalie van de luchthaven of ruimen de caravan op om een beetje thuis mee te nemen naar elders. Op weg naar de zon kruisen we meerdere lotgenoten, al dan niet gewild en voorzien. We rijden ons vast in ellenlange files. We zitten geklemd tussen smalle stoelen in het
“We willen geen tijd verliezen, de vakantie is begonnen en de rekening loopt.” vliegtuig naast een onrustige medepassagier. We proberen zonder succes de slaap te vatten in een warme autobus. Opstroppingen, vertragingen, pech, vermoeidheid, we trotseren het allemaal voor een garantie op zon en warmte. Eenmaal gearriveerd trachten we ons zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe omgeving. We willen geen tijd verliezen, de vakantie is begonnen en de rekening loopt. Toch eerst eens informeren of het in België regent. Dan kunnen we onmiddellijk aan het thuisfront laten weten dat wij het beter hebben dan zij. We voelen het personeel aan als vriendelijk en behulpzaam. Elke valse noot verdringen we naar de achtergrond want tijdens de vakantie mag niets of niemand ons geluk verstoren. Alles is er beter: het eten, de sfeer, de bezienswaardigheden. Meestal boeten we iets van comfort in als we het objectief vergelijken met thuis maar dat hoort er bij. We zoeken (on)bewust na enkele dagen naar landgenoten. Zijn dat daar misschien Vlamingen? Via Wifi of een ouderwetse krantenkiosk snorren we na een tijdje de actualiteit op in België. Hoe zou het met de vrienden en de familie zijn? Het uitgebreide buffet ’s ochtends en ’s avonds mist op den duur variatie. Veel keuze, maar zonder finesse. Boodschappen doen in het zuiden is even vervelend als in het koude België. Als blijkt dat de zon ondertussen ook in eigen land scheen kunnen we enige ontgoocheling niet verbergen. “ Hadden we dat op voorhand geweten zeg! “Als de betaalde periode van het vakantieverblijf voorbij is willen we zo snel mogelijk terug.” Hopelijk schijnt de zon nog als we thuis komen. “ Het is toch aangenaam in Vlaanderen hé, “ zuchten we opgelucht. “ Home sweet Home! “
droom te koop…
Zo af en toe deemsteren onze gedachten wel eens weg naar een ideale wereld waar we onze dromen vorm geven. Sommige daarvan blijven onrealiseerbaar, andere dromen blijken dan toch geen bedrog te zijn. Het gebeurt dat de eerste stappen reeds gezet werden om het droomproject op te starten maar dat de omstandigheden veranderden. Nog niet zo lang geleden deelde iemand zijn ongerealiseerd project met ons. Of we geïnteresseerde kopers zouden kennen om een te renoveren hoeve met twee panden en meer dan 3 ha grond over te nemen. Wie meer informatie wenst over de hoeve, gesitueerd in de regio Mechelen, kan vrijblijvend contact opnemen met ons. Op verzoek van de eigenaar zal het dossier discreet behandeld worden.
colofon
Verantwoordelijke uitgever:
Capitam is een jonge, vernieuwende, toonaangevende onderneming op het vlak van financiële omkadering, planning en begeleiding. De medewerkers van Capitam hebben reeds jaren hun strepen verdiend in alle sectoren van de financiële, juridische en fiscale wereld. Bovendien hebben alle medewerkers één ding gemeen: ze hebben op elk moment een helikopterzicht over uw financiële situatie. Capitam verduidelijkt, verruimt, verschaft inzichten en verbetert de financiële situatie van U, de klant.
Capitam bvba Duigemhofstraat, 101 • B. 3020 Herent t. 016/84.36.85
Opmaak & Druk: Image Building NV Londenstraat 28/30 2000 Antwerpen www.imagebuilding.be
Mis geen enkel nummer van:
Capitam Duigemhofstraat, 101 B. 3020 Herent t. 016/84.36.85 • f. 016/84.36.86
[email protected] www.capitam.eu BTW BE 0808.715.229 - RPR Hasselt - CBFA 105025 A
Wenst U graag deze nieuwsbrief te ontvangen, mail dan naar
[email protected]