Limburgs Groen:
van denken naar doen
Foto: F. Verhoeve
Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg Stichting het Limburgs Landschap Vereniging Natuurmonumenten Staatsbosbeheer De Limburgse Land- en Tuinbouwbond Natuurrijk Limburg Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen IVN Limburg; Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid Koninklijk Natuurhistorisch Genootschap in Limburg ARK Natuurontwikkeling Coöperatie Bosgroep Zuid-Nederland Limburgs Particulier Grondbezit RECRON VVV Zuid-Limburg VVV Midden-Limburg Leisure Port Routebureau Noord- en Midden-Limburg ANWB
februari 2015
Foto: A. Bax
4 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Inhoudsopgave
Inleiding: waarom dit Manifest?
7
1 - Natuur
11
2 - Landschap
15
3 - Land- en Tuinbouw
19
4 - Vrijetijdseconomie
23
5 - Water
27
6 - Energie
31
7 - Burgerparticipatie
35
Limburgs Groen: van denken naar doen - 5
6 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: R. Castermans
Waarom dit Manifest?
Op 18 maart 2015 gaan de Limburgers naar de stembus voor de verkiezing van nieuwe Provinciale Staten. De provincie is het belangrijkste bestuursorgaan als het gaat om bescherming, inrichting, ontwikkeling en beheer van het buitengebied. Zij zet zich in voor versterking en verbetering van natuur, milieu, waterkwaliteit, landbouw en toerisme en voor een aantrekkelijk landelijk gebied. De centrale ambitie van de provincie Limburg, neergelegd in de Limburg Agenda en overgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 (POL 2014), laat geen misverstand bestaan: “een grensoverschrijdend leef- en vestigingsklimaat van voortreffelijke kwaliteit”. Met andere woorden: hoe kunnen we het leef- en vestigingsklimaat structureel versterken zodat Limburg ook in de toekomst ondanks krimp en vergrijzing, economische crisis en bezuinigingen een vitale provincie blijft waar het goed wonen, werken, studeren en recreëren is? Beantwoording van deze vraag was in de afgelopen Statenperiode bepalend voor het denken en handelen van de provincie Limburg. Het Limburgse platteland levert een belangrijke bijdrage aan de economie van onze provincie. De ondertekenaars van dit Manifest – allemaal organisaties werkzaam op het gebied van landbouw, landgoedbeheer, milieu, natuur, landschap, recreatie en toerisme – hebben grote waardering voor het feit, dat de provincie Limburg zich de afgelopen jaren, ondanks de economische crisis en bezuinigingen, op allerlei manieren
Limburgs Groen: van denken naar doen - 7
Foto: T. Smeets
heeft ingespannen om samen met andere overheden, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties te werken aan een aantrekkelijk en vitaal buitengebied. Limburg heeft nog steeds een aantrekkelijk en vitaal landelijk gebied. Dat willen we graag zo houden. Er is al veel bereikt, maar er liggen ook nog vele uitdagingen voor ons. Zoals de klimaatopgave, de waterkwaliteitsopgave, de ontwikkeling van natuur, de bescherming van onze fraaie landschappen en cultuurhistorisch erfgoed, het creëren van economische impulsen in het buitengebied, een goede regeling voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, een verdere duurzame ontwikkeling van de agrarische en toeristischrecreatieve sector en vergroting van de betrokkenheid van burgers. Daarbij is de rol van de provincie de laatste jaren veranderd. Van een overheid die top-down bedenkt en bepaalt, naar een overheid die uitnodigt en verbindt en burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties in een vroeg stadium betrekt bij ontwikkelingen om te komen tot de beste resultaten. Deze zogeheten “co-creatie” is bijvoorbeeld de afgelopen twee jaar gebruikt bij de opstelling van het nieuwe POL 2014 en heeft veel waardering gekregen van onze organisaties.
8 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Met dit Manifest willen de Manifestpartners input leveren voor het nieuwe Coalitieakkoord, dat na de verkiezingen in maart 2015 door de nieuwe provinciale coalitiepartijen wordt vastgesteld en dat nieuwe kernambities, speerpunten en maatregelen van het provinciale bestuur zal bevatten. In dat licht moeten de aanbevelingen, neergelegd in dit Manifest, gezien worden. Zodat invulling gegeven wordt aan de ambitie om onze provincie een aantrekkelijke vestigingsplaats te laten zijn voor mensen en bedrijven. Daarbij ligt in dit Manifest vooral de nadruk op de concrete uitvoering van beleidsvoornemens. Immers, er is door de provincie Limburg de laatste jaren actueel beleid ontwikkeld voor een groot aantal van de voor ons relevante beleidsthema’s. Denk aan het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan Limburg (2014), de nota “Natuurbeleid: natuurlijk eenvoudig” (2013) en de Ambitienota “Limburgse Land- en Tuinbouw Loont” (2013). Voor de hoofdlijnen van de in deze nota’s neergelegde provinciale beleidsvoornemens bestaat breed draagvlak onder bijna alle partijen. Nieuw provinciaal beleid is volgens de Manifestpartners dan ook niet nodig. Het is nu zaak om deze mooie voornemens zo spoedig mogelijk uitgevoerd te krijgen. Wij willen dan ook graag de goede samenwerking met de provincie van de afgelopen jaren voortzetten en gezamenlijk blijven werken aan een mooi en vitaal buitengebied in Limburg. De aanbevelingen uit dit Manifest kunnen daaraan bijdragen. Daarbij bepleiten wij keuzes die duurzaam zijn: waarmee we problemen niet vooruitschuiven naar toekomstige generaties of verplaatsen naar elders. Met een goede balans tussen mens, omgeving en economie. Met dit Manifest spreken de Manifestpartners de intentie uit om dit samen met de provincie Limburg de komende jaren verder gestalte te geven.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 9
10 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: J-W van de Griendt
Natuur
1
Jarenlang ging het aantal planten- en diersoorten (biodiversiteit) in Nederland achteruit. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vertoont de natuur in ons land sinds kort een voorzichtig herstel. Onze provincie – en met name Zuid-Limburg – kent een grote diversiteit in soorten en er komen soorten voor die nergens anders in Nederland voorkomen (zoals hamster, hazelmuis, vroedmeesterpad, vuursalamander). Desondanks staat de natuur in ons land en ook in onze provincie nog steeds onder druk. Na ondertekening van het Decentralisatieakkoord Natuur (eind 2011) is het natuurbeleid naar de provincies gedecentraliseerd. Deze decentralisatie is gepaard gegaan met forse bezuinigingen op het budget voor natuur. Dit heeft in Limburg geleid tot verkleining van de oorspronkelijke EHS – inmiddels Natuur Netwerk Nederland (NNN) geheten – waarbij nu sprake is van goudgroene natuurzone, zilvergroene natuurzone en bronsgroene landschapszone. Volgens het vernieuwde natuur- en landschapsbeleid van de provincie Limburg is alle natuur mensgerichte natuur. Beheer en inrichting van natuurgebieden dienen zowel ten goede te komen aan de natuur als aan recreatie en toerisme. Op 23 april 2014 hebben provincie, natuurorganisaties, terreinbeheerders en particuliere grondbezitters de zogenaamde “Verklaring van GrootBuggenum” ondertekend. Deze Verklaring bevat afspraken over de omgang met gronddossiers, recreatief medegebruik en openstelling van natuurgebieden voor publiek.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 11
Rijk en provincies hebben de ambitie natuur sterker te verankeren in de samenleving (vermaatschappelijking van het natuurbeleid). Er moet een bredere verantwoordelijkheid worden genomen ten aanzien van natuur in de eigen omgeving. 1.1 Knelpunten in uitvoering •
•
•
Door de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden en beschikbare financiën heeft de uitvoering van een deel van het natuurbeleid de afgelopen jaren stilgelegen. Na de decentralisatie is realisatie van de nieuwe Goudgroene natuur niet voldoende op gang gekomen. De meeste eigenaren/ beheerders van natuurterreinen en particuliere en agrarische initiatiefnemers lopen tegen praktische problemen aan (eigen bijdragen, tekort aan beheergeld, stagnatie aanpak versnippering, stagnerende doorlevering). Wegen en andere infrastructuur zijn in veel gevallen een barrière tussen natuurgebieden. Veel knelpunten langs provinciale en gemeentelijke wegen wachten nog op een aanpak. Vanwege geldgebrek en/of vanwege onduidelijkheid over de te nemen maatregelen. De rol van gemeenten bij de realisatie van de goudgroene natuur als privaatrechtelijk eigenaar en verbinder van de gemeenschap met haar omgeving blijft onderbelicht in de uitvoeringspraktijk. Kansen voor een leefbare en vitale omgeving blijven liggen.
12 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: Herman Rothoff
“Zet voor realisatie van Goudgroene natuur meer partnercontracten in met afspraken over doelbereik voor gebiedsontwikkeling, ruimte voor particulieren en agrariërs en mandaat bij de uitvoering, zoals bijvoorbeeld in het Kempen~Broek, waardoor versnelde realisatie mogelijk wordt.”
Christ Rijnen (Regiodirecteur Noord-Brabant en Limburg Natuurmonumenten)
1.2 Aanbevelingen •
•
Zorg in overleg met de partners, die de Verklaring van GrootBuggenum hebben ondertekend, dat de hiervoor genoemde knelpunten m.b.t. de realisatie van de Goudgroene natuur worden opgeheven. Het is van belang dat er voldoende budget is voor beheer en dat het afsluiten van beheercontracten voor 30 jaar mogelijk wordt. Zet voor realisatie van Goudgroene natuur meer partnercontracten in met afspraken over doelbereik voor gebiedsontwikkeling, ruimte voor particulieren en agrariërs en mandaat bij de uitvoering, zoals bijvoorbeeld in het Kempen~Broek, waardoor versnelde realisatie mogelijk wordt.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 13
•
•
•
•
•
• •
Reserveer meer provinciaal geld voor de aanleg van faunavoorzieningen (faunatunnels, ecoduikers, uittreedplaatsen, ecoducten) langs provinciale wegen en voor het beheer en onderhoud van deze voorzieningen. Combineer de aanleg van de faunavoorzieningen zo veel mogelijk met wegreconstructies, maatregelen voor de verkeersveiligheid of maatregelen voor extensieve recreatie. De weg hoeft dan maar één keer afgesloten te worden. Onderzoek, beheer en uitbreiding van de Nationale Parken in Limburg verdienen blijvend aandacht, met name ook erop gericht om de omgeving van de parken en grondeigenaren er meer bij te betrekken en ervan te laten profiteren. Draag zorg voor voldoende financiële middelen om de Parken hierin te faciliteren. Betrek gemeenten bij de doelrealisatie voor goudgroene natuur door hen een rol in het proces te geven en te ondersteunen met kennis en financiën. Zorg voor goede afspraken over de Natura 2000-gebieden en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Stel de terrein beherende organisaties, LLTB, Natuurrijk Limburg, particulieren en waterschappen in de gelegenheid om de Natura 2000-projecten en PAS-maatregelen vanuit een bottom-up benadering voortvarend op te pakken samen met de grondeigenaren. Betrek partners bij de realisatie van compensatiegroen in de Goudgroene natuur. Daarmee wordt op professionele wijze natuur gerealiseerd en kwaliteit gegarandeerd. Zorg voor goede, toegankelijke natuurgebieden, met kwalitatief goede routestructuren. Richt de uitvoering van projecten mede op kansen die natuur én landbouw versterken.
14 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Landschap
2
Limburg kent een grote variatie aan landschapstypen, zandlandschappen, veenlandschappen, rivierengebieden en lösslandschappen. Onze provincie herbergt de Nationale Parken Groote Peel, Maasduinen en Meinweg, Nationaal Landschap Zuid-Limburg en de grensoverschrijdende parken Grenspark Maas-Swalm-Nette, Grenspark Kempen~Broek, Drielandenpark en Rivierpark Maasvallei. Al die parken en landschappen, het agrarisch cultuurlandschap en tal van andere waardevolle, karakteristieke landschappen waaronder de landgoederen zijn mede bepalend voor de Limburgse identiteit. De kwaliteit van het landschap maakt Limburg aantrekkelijk om te wonen, te werken en zich te vestigen en is ook een belangrijke motor voor de vrijetijdseconomie. We moeten deze landschappelijke rijkdom wel koesteren en bij ontwikkelingen de ruimtelijke kwaliteit versterken. Deze fraaie landschappen staan immers ook onder grote druk. Ruimtelijke kwaliteit heeft in het POL 2014 dan ook een centrale plaats gekregen. Er zijn de afgelopen jaren ook successen te melden; zo heeft de landbouwsector samen met gemeenten en provincie via de glas-voor-glas regeling 16 ha. verspreid liggende en oude glasopstanden in het buitengebied gesloopt. 2.1 Knelpunten in uitvoering •
Ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied leiden meestal tot verstening, waarmee de kwaliteit van het buitengebied afneemt. Uit de “Monitor en evaluatierapportage Limburgs Kwaliteitsinstrumentarium 2003 – 2013” blijkt dat in 1/3 van de onderzochte Limburgse gemeenten onvoldoende of zelfs helemaal niet gecontroleerd wordt of de compensatie van het verlies aan omgevingskwaliteit daadwerkelijk volgens de gemaakte afspraken plaatsvindt.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 15
•
•
•
De kwaliteitscommissie heeft als taak om te beoordelen of de kwaliteitsbijdrage, die een rode ontwikkeling dient te leveren, voldoende is. Deze commissie wordt door gemeenten vaak pas in een laat stadium ingeschakeld, waardoor ze niet mag meepraten over de locatiekeuze en maatvoering van de rode ontwikkeling. Als de kwaliteitscommissie eerder betrokken wordt, dan heeft de initiatiefnemer nog alle ruimte om zijn plan bij te sturen, waardoor meer ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd kan worden. Niet alle gemeenten hebben het Limburgs Kwaliteits Menu (LKM) overgenomen in hun gemeentelijk beleid. Omdat met de vaststelling van het POL 2014 het contourenbeleid en het daarop gebaseerde LKM is komen te vervallen, hebben die gemeenten nu geen basis meer om een kwaliteitsbijdrage te vragen bij ontwikkelingen buiten de stedelijke zones. Ruimtelijke kwaliteit heeft in het POL 2014 een centrale plaats gekregen. Toch wordt ruimtelijke kwaliteit in de uitvoering vaak niet als zelfstandig doel meegenomen. Hierdoor krijgen ruimtelijke ontwikkelingen vaak een sectorale en puur op gebruikswaarde gerichte uitwerking.
“Zorg dat provincie en gemeenten samen geld opzij zetten voor landschapsbeheer buiten de Goudgroene natuurzone.”
16 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Ger Frenken (directeur-rentmeester Het Limburgs Landschap)
•
•
•
Het revolverend fonds voor de glas-voor-glas regeling is bijna uitgeput waardoor de voorfinanciering en de gewenste sloop van oud en solitair glas tot stilstand dreigt te komen. Er dreigt een tekort aan provinciaal en gemeentelijk budget voor landschapsbeheer, nu de regelingen Groen Blauwe Diensten en Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer samengevoegd worden. Het wordt steeds lastiger voor eigenaren van landgoederen en buitenplaatsen om het beheer en onderhoud van de historische bebouwing en bijbehorend groen te financieren.
2.2 Aanbevelingen •
•
•
•
Zorg ervoor dat bij de verschillende ruimtelijke uitwerkingen van het POL 2014 en bij overige ruimtelijke ontwikkelingen de ruimtelijke kwaliteit altijd als zelfstandig (neven)doel wordt meegenomen. Organiseer in de uitvoering een integraal kwaliteitsproces die dit borgt. Zie erop toe en stimuleer dat gemeenten de gemaakte afspraken via het instrument LKM ook daadwerkelijk monitoren en handhaven. Zorg ervoor dat alle gemeenten het LKM overnemen in hun ruimtelijk beleid. Organiseer deskundigheid bij grote, complexe of gevoelige projecten. Veel, vooral kleinere, gemeenten hebben hiervoor niet zelf de deskundigheid in huis. Organiseer in landschappelijk kwetsbare gebieden een nieuwe vorm van samenwerking bij de afweging van ruimtelijke ontwikkelingen. Zet meer in op een ontwerpende aanpak in een vroeg stadium van de planvorming waarbij integraal gewerkt wordt vanuit de drie schaalniveaus (locatiekeuze in het landschap, architectuur en landschappelijke inpassing). Geef hierbij de kwaliteitscommissie een nieuwe meer adviserende rol gedurende het hele proces en gericht op alle drie de schaalniveaus.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 17
•
•
•
• • •
•
Investeer in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg als basis van de Zuid-Limburgse economie. Laat voorbeeldprojecten uit het Plan van Aanpak voor het Nationaal Landschap Zuid-Limburg uitvoeren, zodat de burgers van Limburg kunnen zien dat het Nationaal Landschap van belang is voor bewoners, bezoekers en ondernemers. Blijf aandacht geven aan het behoud van de huidige visuele en esthetische landschapskwaliteit van het Nationaal Landschap. Sta geen windmolens en zendmasten in het Nationaal Landschap toe in verband met horizonvervuiling. Zorg voor fondsen die het financieel mogelijk maken projecten te starten die aantrekkelijk zijn voor partners om mee te financieren (multiplying). Zorg samen met andere partijen voor een aanvulling van het revolverend fonds voor de glas-voor-glas regeling. Zorg dat provincie en gemeenten samen geld opzij zetten voor landschapsbeheer buiten de Goudgroene natuurzone. Zorg voor een toegankelijke regeling ten behoeve van het beheer en onderhoud van historische bebouwing en bijbehorend groen, zodat eigenaren van landgoederen en historische boerderijen dit erfgoed voor het nageslacht kunnen behouden. Geef ruimte aan eigenaren van historische gebouwen voor passende ontwikkelingen: behoud door herbestemming.
18 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: A. Stevens
Land- en tuinbouw
3
De land- en tuinbouw in Limburg is een belangrijke economische motor en daarmee een belangrijke factor voor de werkgelegenheid. Daarnaast beheert deze sector zo’n 60% van het provinciale grondgebied en bepaalt daarmee in belangrijke mate hoe het Limburgse buitengebied eruit ziet. Het POL 2014 en de provinciale ambitienota “Limburgse Land- en Tuinbouw Loont” geven ruimte aan agrarische ondernemers die werken aan innovaties en die ondernemen met oog voor hun omgeving. De provincie Limburg heeft de ambitie om elk land- en tuinbouwbedrijf in 2025 een lust voor zijn omgeving te laten zijn. Daarvoor moeten de emissies naar lucht, water, bodem, in het bijzonder van ammoniak, geur, fijnstof, nitraat en gewasbeschermingsmiddelen, worden teruggedrongen en bestaande agrarische bedrijven verduurzaamd worden. Hiervoor zijn o.a. de Verordening Veehouderijen en Natura 2000 en het Manifest Evenwichtige Veehouderij Ontwikkeling Limburg opgesteld. Uit de “Monitoring Manifest Duurzame Veehouderij 2013” blijkt dat de fijnstof emissie in Limburg sinds 2010 aanzienlijk is gestegen. Dit is een gevolg van de in het kader van de dierwelzijnswetgeving verplichte omschakeling van kooihuisvesting naar scharrel. De lopende inspanningen zullen in beeld worden gebracht en aanvullende maatregelen worden gestimuleerd. Volgens het Manifest Evenwichtige Veehouderij Ontwikkeling Limburg dient bekeken te worden of nog extra (lokale) maatregelen getroffen dienen te worden om de fijnstof emissie verder terug te dringen aansluitend op de normstelling van het rijk die recent ontwikkeld is. Via het landelijke instrument van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) moet de ammoniakbelasting op natuurgebieden dalen en tegelijkertijd ontwikkelingsruimte ontstaan voor economische activiteiten.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 19
Met agrarisch natuur- en landschapsbeheer kunnen agrariërs bijdragen aan behoud en ontwikkeling van natuur en landschap in Limburg. De uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer moet volgens het Rijk vanaf 2016 eenvoudiger, goedkoper en meer opleveren voor natuur en landschap. Er worden collectief afspraken gemaakt met agrariërs en andere grondgebruikers om natuur- en landschapsbeheer op landbouwgrond uit te voeren. In Limburg komt er één agrarisch collectief (Natuurrijk Limburg) en vier uitvoeringscollectieven (Vereniging Innovatief Platteland, Plattelandscoöperatie Peel & Maas regio, Vereniging Boeren met Natuur, Stichting Mergellandcorporatie). Het jaar 2015 is het jaar van de bodem. De bodemkwaliteit en biodiversiteit zijn belangrijk voor een goede leefomgeving in Limburg, maar ook voor een duurzame en toekomstgerichte land- en tuinbouwsector. 3.1 Knelpunten in uitvoering •
Ondanks de inzet van technische maatregelen is vanwege de verplichting om legkippen milieuvriendelijker te gaan houden de fijnstof emissie sinds 2010 aanzienlijk toegenomen. In de overige land- en tuinbouw is de fijnstof licht afgenomen.
20 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: A. Stevens
“Richt de uitvoering van projecten mede op kansen die landbouw en omgeving versterken; denk daarbij o.a. aan natuur, landschap, dierwelzijn en gezondheid.”
•
•
•
•
Léon Faassen (voorzitter LLTB)
Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is als systeem tot dusverre economisch onvoldoende effectief door de hoge administratieve uitvoeringskosten en heeft nog niet de ecologische meerwaarde, ondanks successen op het gebied van het agrarisch hamsterbeheer, beheer van landschapselementen in Zuid-Limburg en het beheer van grauwe ganzen. Volgens prognoses komt in Limburg de komende vijftien jaar ruim 20% van de huidige agrarische bebouwing leeg te staan. Gemeenten weten vaak niet wat ze hiermee aan moeten. Het instrument Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU gaat bepalend worden voor de staat van onderhoud van landschapselementen. Het niet kunnen meetellen van deze elementen als EFA (Ecological Focus Area) draagt bij aan een verlies van “economische” functie. Voor individuele bedrijven is het lastig om innovatie te financieren.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 21
3.2 Aanbevelingen •
•
•
•
• • •
•
Bekijk in overleg met de partners van het Manifest Evenwichtige Veehouderij Ontwikkeling Limburg welke (lokale) stimuleringsmaatregelen zinvol zijn om de fijnstof emissie verder terug te dringen. Zorg dat het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Limburg tot een succes wordt door het collectief te organiseren waardoor ecologisch resultaat behaald kan worden (gebiedsbenadering) en financiële middelen efficiënter benut worden (overheadkosten beperken) en door de gebieden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer zoveel mogelijk, wanneer dat ecologisch wenselijk is, aan te laten sluiten bij de Goudgroene natuur wat betreft begrenzing en doelen. Stimuleer hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing door kennis van vraag en aanbod van agrarische locaties te ontsluiten en organiseer een makelaarsrol. Dit komt ook de leefbaarheid van het platteland ten goede. Draag als provincie richting de landelijke politiek uit dat door het kunnen meetellen van de landschapselementen als EFA een toegevoegde “economische” functie ontstaat en het onderhoud en behoud door agrariërs loont. Geef meer ruimte voor maatwerk in bemesting, indien dit leidt tot betere milieu- en landbouwkundige resultaten. Zet een gerichte asbestsloopregeling op. Stimuleer innovatie, kennisuitwisseling en pro-actief ondernemerschap, zowel ten behoeve van nieuwe verdienmodellen voor de landen tuinbouw als van verduurzaming van de bedrijfsvoering. Richt de uitvoering van projecten mede op kansen die landbouw en omgeving versterken; denk daarbij o.a. aan natuur, landschap, dierwelzijn en gezondheid.
22 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Vrijetijdseconomie
4
De vrijetijdseconomie in Limburg levert een bijdrage aan de kwaliteit van het woon- en leefklimaat in onze provincie. De vrijetijdseconomie is één van de Limburgse topsectoren. Meer dan 37.000 Limburgers zijn werkzaam in recreatie en toerisme en er wordt ruim 3 miljard euro door toeristen en recreanten in Limburg besteed. Het toerisme zorgt bovendien voor een extra impuls voor de leefbaarheid van de kleine kernen op het platteland. De vrijetijdseconomie is daarmee een belangrijke motor van de Limburgse economie. De vele wandel- en fietsroutes in het buitengebied maken (gratis) gebruik van het unieke Limburgse landschap. Bos- en natuurgebieden en agrarische cultuurlandschappen zijn van grote betekenis voor de sector vrijetijdseconomie vanwege de mogelijkheden van natuurbeleving en natuurgerichte recreatie. In de hiervoor vermelde “Verklaring van Groot-Buggenum” zijn afspraken gemaakt over recreatief medegebruik en openstelling van natuurgebieden voor publiek. Een aantal organisaties (terrein beherende organisaties, IVN en particuliere landgoedeigenaren) betrekt recreatie- en horeca-ondernemers (en indirect ook recreanten) bij natuur en landschap, o.a. via het stimuleren van lokale initiatieven van ondernemers. Zo wordt een bijdrage geleverd aan het versterken van het leef- en vestigingsklimaat in onze provincie en aan het beter vermarkten van regio’s in de provincie.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 23
“Werk samen met brancheorganisaties aan een vitale sector. Help bedrijven aan de “bovenkant van de markt” om zich door te ontwikkelen en bedrijven aan de “onderkant van de markt” om zich te professionaliseren, te transformeren of te saneren, waardoor de binding met natuur en landschap verbetert. ”
Frank Verkoijen (regiomanager Limburg RECRON)
4.1 Knelpunten in uitvoering •
Het toegankelijk houden en beleefbaar maken van natuur- en landschappelijk waardevolle gebieden kost geld. Denk aan het onderhouden van wandel- en fietspaden, informatiepanelen, zitbanken, routepaaltjes, picknickplaatsen, kijkschermen, uitzichttorens en landschapselementen. Houtopstanden langs wegen en paden dienen frequent te worden gecontroleerd op vitaliteit en dode takken. De eigenaar is immers aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vallende takken en bomen. De kosten voor het onderhoud van recreatievoorzieningen worden in de provinciale subsidieregeling (SNL) slechts beperkt vergoed. Voor Staatsbosbeheer geldt bijvoorbeeld dat als gevolg van de decentralisatie een miljoen euro in Limburg minder beschikbaar is voor onderhoud aan recreatievoorzieningen en
24 - Limburgs Groen: van denken naar doen
•
•
•
dienstverlening op dit vlak. De toegankelijkheid van natuurgebieden kan daar onder lijden. Dit zal zijn weerslag hebben op de recreatieve en toeristische mogelijkheden, en daarmee op de bijdrage van deze sector aan de economie van Limburg. In de goudgroene natuurzone en in Nationaal Landschap Zuid-Limburg zijn middelen beschikbaar om ondernemers te betrekken bij natuur en landschap. Buiten deze gebieden zijn de middelen niet aanwezig. Recreatiebedrijven zijn kapitaals- en arbeidsintensief en grondgebonden. Het aanbod is de afgelopen jaren sterker gestegen dan de vraag. Hierdoor is er overaanbod ontstaan dat ingevuld wordt middels huisvesting van bijvoorbeeld arbeidsmigranten en asielzoekers. Er is een duidelijke mismatch tussen vraag en aanbod welke door de sector zelf, vooral door de lage rentabiliteit en het daardoor ontbreken van een sterke investeringscapaciteit, niet overbrugd wordt. Bewoners van Zuid-Limburg en toeristen en bezoekers van verder weg komen naar het Nationaal Landschap Zuid-Limburg om te genieten van de rust en ruimte en het afwisselende landschap. Dit is van groot belang voor het bruto regionaal product van Zuid-Limburg. Op een toenemend aantal dagen in het seizoen wordt deze rust en daarmee de aantrekkelijkheid van het Heuvelland echter verstoord door het gemotoriseerd verkeer (motoren, scooters, oldtimers, enz.). Daarnaast ervaren individuele recreanten en groepen recreanten in toenemende mate problemen van elkaar (mountainbikers, tourfietsers, wandelaars, enz. die elkaar in de weg zitten). Dit heeft met name te maken met
Limburgs Groen: van denken naar doen - 25 Foto’s: Henk Heijligers
de huidige paden- c.q. routeinfrastructuur in het zuiden van Limburg, waardoor de beleefbaarheid en de verkeersveiligheid in het gedrang komen. 4.2 Aanbevelingen •
• •
• •
•
•
Introduceer in Limburg – in navolging van andere provincies – een SNL-recreatietoeslag PLUS pakket, om onderhoud en een extra pakket aan recreatievoorzieningen in de nader overeen te komen gebieden te realiseren. Het gaat dan niet om een regeling voor eenmalige investeringen in enkele hoogwaardige voorzieningen, maar om een extra jaarlijkse bijdrage ten behoeve van extra kwaliteit in de recreatievoorzieningen. Zet de huidige recreatie-investeringsregeling na 2015 voort met een nieuwe openstellingsperiode en -vergoeding. Stimuleer en ondersteun initiatieven gericht op het betrekken van ondernemers buiten de goudgroene natuurzone en Nationaal Landschap Zuid-Limburg bij natuur en landschap. Streef naar uniformiteit van bewegwijzering bij het verlenen van subsidieaanvragen voor routestructuren. Werk samen met brancheorganisaties aan een vitale sector. Help bedrijven aan de “bovenkant van de markt” zich door te ontwikkelen en bedrijven aan de “onderkant van de markt” zich te professionaliseren, te transformeren of te saneren, waardoor de binding met natuur en landschap verbetert. Maak samen met gemeenten en betrokken organisaties werk van het terugdringen van het gemotoriseerd verkeer in het Heuvelland en zoek naar oplossingen waardoor de verschillende vormen van recreatie elkaar niet meer in de weg zitten. Ga na of er een regeling mogelijk is waarbij eigenaren, die “normaal” beheer uitvoeren, geen risico lopen bij het openstellen van hun terreinen.
26 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Water
5
In het nationale Deltaprogramma werken rijk, regionale overheden en andere organisaties samen om ons land te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoet water. Via een vijftal Deltabeslissingen zijn voor de verschillende delen van Nederland concrete maatregelen uitgewerkt: de voorkeursstrategieën, zo ook voor de Limburgse Maasvallei. In het Deltaplan Hoge Zandgronden werken verschillende partijen samen aan een klimaatbestendige watervoorziening en daarmee samenhangende ruimtelijke inrichting om zoetwatertekorten op te vangen. De hoger gelegen zandgronden in Brabant en Limburg kennen nu al regelmatig perioden van watertekort. Op 12 juni 2014 hebben 19 partijen in Brabant en Limburg een intentieverklaring ondertekend, met als doel maatregelen te nemen om voldoende schoon grond- en oppervlaktewater voor de langere termijn veilig te stellen. Daarnaast heeft de LLTB met het waterschap Peel en Maasvallei een convenant gesloten om te gaan werken aan de waterkwaliteit en aan emissiebeperking in de glastuinbouw. Schoon en voldoende oppervlakte- en grondwater is van vitaal belang voor de drinkwatervoorziening, volksgezondheid, natuur, landbouw, recreatie, industrie en visserij en een belangrijke randvoorwaarde voor een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Volgens het POL 2014 is de opgave om te komen tot robuuste en natuurlijk functionerende, veerkrachtige watersystemen, waardoor risico’s op wateroverlast en watertekort verminderen en ook bij klimaatverandering beheersbaar en maatschappelijk acceptabel blijven.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 27
5.1 Knelpunten in uitvoering •
Bij de aanpak van de verdroging (NLP/ GGOR) is in de afgelopen jaren al veel bereikt. In sommige gevallen echter stagneert de uitvoering van noodzakelijke maatregelen op het gebied van watersysteemherstel, omdat het bij de meer complexe en integrale projecten niet altijd duidelijk is hoe de verantwoordelijkheden liggen. Het gaat er dan om tot een goede afstemming te komen alsook om wie de maatregelen moet betalen. Het bovenstaande gaat ook een rol spelen bij de uitvoering van het beekdalherstel, waarbij door peilverhoging de huidige agrarische functie van de beekdalgronden verandert. Zonder duidelijke afspraken en voldoende compensatiemogelijkheden dan wel ruilgrond voor de agrariërs wordt dit een langdurig en moeizaam proces. Dat is ongewenst, omdat het beekdalherstel een belangrijke maatregel is om het regionaal watersysteem klimaatbestendig te maken.
28 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: E.V. Arntz
Maak afspraken met partijen over het herstel van de waterhuishouding in Limburg met aandacht voor alle functies die van water afhankelijk zijn.
•
Marniks Maris (hoofd Staatsbosbeheer Limburg)
In het POL 2014 wordt voor de bebouwde omgeving in Zuid-Limburg gekozen voor een beschermingsniveau voor wateroverlast van 1:100 in plaats van 1:25. Deze keuze kan, indien sectoraal ingestoken, grote negatieve gevolgen hebben voor het landschap en de kernwaarden van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. De gekozen oplossing voor een bijna 4 meter hoge dam in de Goudgroene natuurzone van het Gulpdal bij Slenaken is hier een voorbeeld van.
5.2 Aanbevelingen •
Inventariseer op korte termijn de onderwerpen, waarvan het (kennelijk) onduidelijk is wie daarvoor verantwoordelijkheid draagt. Maak afspraken met partijen over het herstel van de waterhuishouding in Limburg met aandacht voor alle functies die van water afhankelijk zijn.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 29
•
•
• •
Stel als provincie meer geld beschikbaar voor een integrale uitvoering van de watermaatregelen, waarbij ook landbouwstructuurversterking en natuurbelangen worden meegenomen alsook compenserende maatregelen voor agrariërs, aangezien de financiering van de maatregelen een belangrijke rol speelt bij de hierboven vermelde knelpunten. Betrek grondeigenaren bij de uitvoering van maatregelen op hun terreinen. Stimuleer het bewust omgaan met het gebruik van water en de bewustwording van de rol van water in de waterketen en het watersysteem. Geef verder invulling aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer met betrokken partners. Werk bij het uitwerken van de 1:100 beschermingsopgave voor wateroverlast in Zuid-Limburg vanuit de integrale belangen van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg en vanuit een veerkrachtig watersysteem aan slimme en innovatieve oplossingen. Betrek gemeenten en burgers bij het klimaatbestendig maken van steden en dorpen in Zuid-Limburg.
30 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Energie
6
De energietransitie is een grote opgave, die nationaal is onderschreven in het Nationaal Energie Akkoord, dat in september 2013 is ondertekend door ruim 40 organisaties, waaronder IPO, VNG en milieuorganisaties. Volgens het Nationaal Energie Akkoord dient in 2020 14% van het energieverbruik via duurzame bronnen opgewekt te worden. Limburg neemt deze doelstelling over en kiest daarbij voor verschillende bronnen van hernieuwbare energie, zoals windenergie, zonne-energie, geothermie, biomassa en koude-warmteopslag. Limburg is wat betreft windenergie met het Rijk een taakstelling overeengekomen van 95,5 MW opgesteld vermogen (eind 2020 te realiseren). Daarvoor is in het POL 2014 een aantal voorkeursgebieden en uitsluitingsgebieden aangewezen. De laatste jaren ontstaan op steeds meer plekken lokale initiatieven om op een kleinschalige, duurzame manier energie op te wekken. Lokaal draagvlak is daarbij vaak van doorslaggevend belang voor het slagen van dergelijke initiatieven. De agrarische sector levert nu al een bijdrage aan onze energievoorziening en er zijn kansen om dit nog verder uit te breiden. De glastuinbouwsector is pro-actief bezig met de transitie naar een duurzame energiehuishouding en efficiënter energiegebruik. Ook andere sectoren winnen energie via mono- en covergisting en het plaatsen van zonnepanelen op daken van stallen en loodsen.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 31
6.1 Knelpunten in uitvoering • •
•
• •
In Limburg ontbreekt het vaak aan draagvlak voor windenergie. Realisatie van windmolens blijkt daarom moeilijk van de grond te komen. Voor energiecoöperaties zijn leningen uit het Limburgse Energiefonds moeilijk toegankelijk. Activiteiten als het doen van vooronderzoek, het maken van een plan en het aanvragen van vergunningen komen niet voor een lening in aanmerking. De provinciale regeling “Nadere subsidieregels duurzaamheidsmaatregelen scholen, verenigingen en gemeenschapshuizen 2014-2015” is alleen voorbehouden aan eigenaren en beheerders van gebouwen. Energiecoöperaties, die via eigen investeringen duurzame energie willen opwekken op het dak van een andere vereniging of stichting, zijn uitgesloten van de regeling. Het blijkt moeilijk bedrijven aan te zetten te investeren in het benutten van restwarmte. De doorontwikkeling van geothermie blijkt lastig in verband met financiering, risico-afdekking, onderzoekskosten, enz.
“Faciliteer particuliere en coöperatieve initiatieven voor lokale energietoepassingen (besparing, opwekking).”
32 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Hans Heijnen (directeur Natuur en Milieufederatie Limburg)
6.2 Aanbevelingen •
• •
•
Stimuleer gemeenten om initiatieven voor windenergie te ontplooien, passend binnen de kaders die in het POL 2014 zijn aangegeven. Zorg ervoor dat burgers zo vroeg mogelijk bij de plannen betrokken worden. Faciliteer particuliere en coöperatieve initiatieven voor lokale energietoepassingen (besparing, opwekking). Stimuleer en benut de energiepotentie van het landschap (snoeihout, bermmaaisel, enz.) en laat de opbrengsten terugvloeien naar het landschap, om beheer en onderhoud te financieren. Stimuleer energiebesparing bij het verlenen van milieuvergunningen, waarvoor de provincie op basis van de Wet Milieubeheer bevoegd gezag is, conform de afspraak uit het Nationaal Energie Akkoord, en zie toe op adequate handhaving van deze vergunningen.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 33
•
• •
Maak leningen uit het Limburgse Energiefonds en bijdragen uit de regeling “Nadere subsidieregels duurzaamheidsmaatregelen scholen, verenigingen en gemeenschapshuizen 2014-2015” ook toegankelijk voor energiecoöperaties. Stimuleer als provincie kansrijke projecten gericht op het benutten van restwarmte, indien gemeenten hierin geen actieve rol vervullen. Zoek naar mogelijkheden om te komen tot regionale versnelling van het benutten van geothermie en andere vormen van duurzame energietoepassing in de glastuinbouw. Dit geldt ook voor vergisting en voor innovaties zoals boer-burger energiecoöperaties.
34 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Burgerparticipatie
7
Van oudsher zijn Limburgers altijd zeer betrokken bij hún provincie wat betreft heemkunde, cultuurhistorie, natuur, landschap en milieu. Deze grote betrokkenheid vertaalt zich bijvoorbeeld in de inzet voor en het ondersteunen van organisaties als IKL, Natuurmonumenten, Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer, IVN, Natuurhistorisch Genootschap Limburg, Natuurrijk Limburg en Natuur en Milieufederatie Limburg van vrijwilligers en in een toenemend aantal initiatieven van burgers en bedrijven om natuur en landschap in en om hun woonplaats te behouden en te versterken. De provincie Limburg wil de betrokkenheid van burgers, bedrijven, gemeenten en andere relevante organisaties bij het behoud en herstel van natuur en landschap vergroten. Daartoe faciliteert de provincie
Foto: P. van Soest
Limburgs Groen: van denken naar doen - 35
organisaties als IVN, IKL, Natuurrijk Limburg, Natuurhistorisch Genootschap, Limburgs Landschap, Natuurmonumenten en de Natuur en Milieufederatie Limburg zodanig dat zij de vele duizenden vrijwilligers, de lokale afdelingen en werkgroepen kunnen ondersteunen en de inzet van burgers, agrariërs en organisaties kunnen vergroten. 7.1 Knelpunten in uitvoering •
•
Ideeën van burgers om hun directe leefomgeving en het omliggende buitengebied te verfraaien, komen vaak lastig tot uitvoering. Bij de vertaalslag van idee naar concreet project ontberen burgers in veel gevallen ondersteuning. Door afnemende steun van lokale overheden voor natuureducatie komen professionele NME centra onder druk te staan en daarmee het scholennetwerk en het vrijwilligerswerk. Dit gaat ten koste van de vermaatschappelijking van het natuur- en landschapsbeleid.
36 - Limburgs Groen: van denken naar doen
Foto: Henk Heijligers
Blijf provinciebreed werkende organisaties faciliteren, zodanig dat deze organisaties de intermediair kunnen blijven tussen overheid, burger en agrariër.
Herman Vrehen (Interim Directeur Stichting IKL)
7.2 Aanbevelingen •
•
Blijf provinciebreed werkende organisaties faciliteren, zodanig dat deze organisaties de intermediair kunnen blijven tussen overheid, burger en agrariër. Zodat daarmee burgerparticipatie bevorderd en vernieuwd wordt door goede initiatieven te ondersteunen (organisatorisch, financieel of fysiek), kennis daarover te delen en te communiceren. Het gaat hierbij om organisaties als IKL, IVN, Natuurhistorisch Genootschap Limburg, Natuur en Milieufederatie Limburg, Het Limburgs Landschap, Natuurmonumenten, Natuurrijk Limburg en Bosgroep Zuid-Nederland. Vervul een stimulerende rol richting gemeenten bij de realisatie van de maatschappelijke opgave op het vlak van gezondheid, welzijn en resocialisatie in relatie tot het beheer van natuur en landschap. Denk daarbij aan de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Limburgs Groen: van denken naar doen - 37
38 - Limburgs Groen: van denken naar doen