Outline April 2016
ING Private Banking magazine
Lifestyle:
ING Ardenne Roads en de ‘VuilpollenClub’ Beleggen:
Goud in opmars
Business:
Steile vlucht voor ASCO Industries
Reportage:
30-jarig bestaan ING Art Center: Peter Kogler-tentoonstelling
Edito In deze woelige marktomstandigheden hebt u wellicht nog meer behoefte aan beleggingsinformatie. Proactiviteit staat in 2016 dan ook meer dan ooit bovenaan de agenda bij ING Private Banking. U kunt uiteraard in de eerste plaats rekenen op uw Private Banker, maar we zetten vandaag ook in op andere kanalen. Kent u onze maandelijkse publicatie ‘Monthly Market Review’ van de hand van onze
8
Chief Investment Officer, Thierry Masset? Alle Private Banking-klanten van wie we het e-mailadres hebben, ontvangen die elke maand automatisch in hun mailbox. Thierry Masset geeft ook geregeld conferenties samen met onze economen. We nodigen u graag uit om deze conferenties bij te wonen. Praat erover met uw Private Banker. Begin dit jaar hebben we onze economische vooruitzichten en beleggingsstrategie ook in realtime gedeeld via het internet. Van thuis uit of vanop kantoor kon u onze ‘webinar’ volgen en vragen stellen. Webinars worden gesmaakt door onze klanten, we gaan er dus ook in de toekomst zeker mee verder. Onze proactiviteit geldt op het vlak van beleggen, dat is immers onze hoofdactiviteit. Maar ook op het vlak van Wealth Engineering, de tweede grote pijler van ons aanbod. Uw Private Banker is omringd door juristen, specialisten in burgerlijk en vennootschapsrecht. Ook al hebt u vandaag niet onmiddellijk een concrete vraag, het is onze taak om u te informeren over wat er in de toekomst op u af kan komen, zowel op privé als op professioneel vlak. Speciaal voor de ondernemers onder u, werken we bijvoorbeeld nauw samen met onze collega’s van Wholesale Banking. De lente is in het land. ING Private Banking organiseert weer heel wat evenementen: oldtimer rally’s, tennis, golf, … Misschien ontmoeten we elkaar wel heel binnenkort op een van deze events of in het ING Art Center in hartje Brussel dat dit jaar zijn 30-jarig bestaan viert met de tentoonstelling ‘Peter Kogler, next’ een Oostenrijkse kunstenaar met internationale faam. Outline wijdt een artikel aan deze emblematieke kunstenaar in de rubriek Reportage.
Veel leesplezier, Philippe Wallez General Manager - ING Private Banking Belgium
2
O utline - Apr il 2016
20
Inhoud
Markten 4/ 14 36
Wennen aan tragere groei
Beleggen 8/
Grondstoffen zien zwarte sneeuw, maar goud is in opmars
Business
14/ Mis de Indiase boot niet ... 20/ Steile vlucht voor ASCO
Wealth Engineering 24/
Het familiaal charter: eendracht rendeert
Wealth Engineering 28/ Een goede voorbereiding is
het halve werk: private equity
Juridisch 32/
De uitvoering van de taxshift: focus op vermogen en beleggingen
Lifestyle 36/
De VuilpollenClub - ING Ardenne Roads
Reportage 40/
40
What's next: tentoonstelling Peter Kogler
Outline – ING Private Banking magazine – April 2016 Redactieraad: Aleksandra Barcewicz, Luc Charlier, Sandra Crokaert, Matthieu Cornette, Caroline De Moor, Kris Depaepe, Marie Helsmoortel, Thierry Masset, Sébastien Rochedy, Mireille Staelens, Philippe Wallez, Edouard Zurstrassen Hebben meegewerkt aan dit nummer: Anthony Baert, Christian Boas, Business Writers, Luc Charlier, Caroline De Moor, Patricia De Peuter, Family Business Network, Sarah Joos, Adrie Heinsbroek, Jozef Lievens, Eddy Nys, Luc Van de Steen, Olivier Van der Brempt, Dirk Van Praag Coördinatie/Eindredactie: Sandra Crokaert Grafische vormgeving: Kris Depaepe Editing: Mireille Staelens Productie: Patrick Bataillie Illustratie: Belga Images, Jessica Hilltout, Getty Images, iStock by Getty Images, Marc Wallican Cover: Vuilpollenclub Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe, Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel – 711348N – 04/2016
Outline - Apr il 2016
3
Markten
4
O utline - Apr il 2016
Markten
Anthony Baert Economist ING Belgium
Wennen aan tragere groei Het nieuwe jaar was nauwelijks ingezet, of de financiële markten gingen onderuit en de olieprijs zakte verder weg. Ondertussen stapelen de tekenen van economische verzwakking zich overal op. Hoewel we niet uitgaan van een regelrechte recessie, stelt de sputterende wereldeconomie de grootste centrale banken wel voor een probleem. Niet alleen is hun gereedschapskist bijna leeg, maar hun schijnbaar ongebreidelde versoepeling van het monetaire beleid roept ook steeds meer vragen op. Sinds het begin van het jaar rijgt het slechte nieuws zich aaneen. De dag na Nieuwjaar ontketende de daling van een Chinese vertrouwensindicator een schokgolf in de financiële markten. Die maken zich al langer zorgen over de vertraging van ’s werelds tweede grootste economie. Op zich is dat niets nieuws, maar het lijkt dat de kopzorgen van investeerders een kantelpunt bereikt hebben. De verdere verzwakking van de bouwsector en de zware industrie, de enorme schuldenberg, de kapitaalvlucht en de onzekerheid rond het economische en monetaire beleid zijn factoren die op zichzelf geen onoverkomelijk obstakel zijn, maar die allemaal samen een gevaarlijke cocktail vormen die repercussies kan hebben tot in de verste uithoeken van de wereldeconomie. Van de mijnen in Chili, Zambia en Australië tot de schalieolievelden in de VS en Canada ondervindt men nu al aan den lijve dat de gouden tijden voor grondstoffen voorbij zijn. De Chinese autoriteiten doen ondertussen wat ze kunnen om deze uitdagingen zonder kleerscheuren te doorworstelen. Recent kwam vooral de Chinese munt in het vizier. Het wegtrekkende kapitaal zet de yuan immers onder druk, net op
een moment dat China zich opmaakt om deze stapsgewijs te liberaliseren. Hoewel een zwakkere yuan de economische activiteit zeker ten goede zou komen, hoedt de Chinese Volksbank zich voor een wanordelijke evolutie. De centrale bank maakt dan ook massaal gebruik van haar buitenlandse reserves om de munt te ondersteunen, en haar voorzitter Zhou Xiaochuan gaf recent aan dat hij niet streefde naar een verdere waardevermindering. Doorheen de maand januari begon de Amerikaanse economie ook tekenen van zwakte te vertonen. De bbp-groei vertraagde tegen het einde van vorig jaar en het bedrijfsvertrouwen daalde. Net zoals in China is het vooral de industriesector die klappen krijgt. De zwakkere vraag uit de opkomende landen en de sterke dollar bemoeilijken de goederenexport. Ook de dienstensector boet echter aan kracht in en er zijn zelfs indicaties dat de werkloosheid de afgelopen weken weer de hoogte ingaat. Dit is geen reden om overmatig pessimistisch te worden. Voorlopig blijft dit een vertraging, geen daling van de activiteit. Na zes jaar van onafgebroken herstel is het trouwens niet verwonderlijk dat de Amerikaanse conjunctuur inderdaad voorbij zijn piek
Outline - Apr il 2016
5
Markten
is. De ironie is dat deze recente slechtere economische cijfers amper een maand verschenen nadat de Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse centrale bank, de rente voor het eerst sinds het begin van de financiële crisis had opgetrokken, precies omdat de economie zo goed hersteld was. Europa, ten slotte, leek tot voor kort bestand tegen deze externe schokken, maar ook hier hebben we onze groeivooruitzichten de afgelopen maanden naar beneden bijgesteld. De Europese export zal naar alle waarschijnlijkheid minder goed presteren, vooral nu de euro een dieptepunt lijkt te hebben bereikt. Intern heeft het vertrouwen van de economische actoren zoals elders in de klappen gedeeld en daalt de werkloosheidsgraad in verschillende grote landen moeizaam. We zien dit jaar de groei dan ook licht vertragen. Bovendien kampt de eurozone, zoals gewoonlijk, met een reeks politieke uitdagingen. Om te beginnen traden op 1 januari
Chinese Volksbank in Beijing.
6
O utline - Apr il 2016
nieuwe Europese regels in werking rond het opdoeken van banken. Het principe is dat vanaf nu de schuldeisers van een bank (naast de aandeelhouders, dus ook de obligatiehouders en de grote spaarders) zullen opdraaien voor haar redding, indien deze in de problemen komt. De Staat mag voortaan slechts in allerlaatste instantie bijdragen. Het besef dat obligatiehouders mee in bad getrokken kunnen worden, veroorzaakte echter opnieuw heel wat turbulentie, en de aandelen van Europese banken werden in de uitverkoop gezet. De Europese Centrale Bank (ECB) stelde echter dat de zorgen rond de soliditeit van de Europese banken wat overdreven zijn, aangezien hun kapitaalbuffers de voorbije jaren sterk zijn opgetrokken. Zopas is ook een nieuwe Europese stresstest opgestart die meer klaarheid zou moeten verschaffen. Daarnaast was er de aankondiging van het referendum over het Britse lidmaatschap van de EU. Hoewel de gevolgen van een eventuele ‘Brexit’ uiterst moeilijk in te schatten zijn, zal de
Markten
onzekerheid naar aanloop van het referendum in juni ongeacht de uitslag zeker verder knagen aan de groei in de eerste jaarhelft. Ook de onderhandelingen tussen Griekenland en zijn schuldeisers, de regeringsvorming in Spanje en de begrotingsproblemen in Portugal zijn smeulende perikelen die plots kunnen opflakkeren. Ten slotte zet het gebrek aan een Europees antwoord op de vluchtelingencrisis de Schengenzone onder druk. Verschillende landen hebben opnieuw grenscontroles ingevoerd, die de handel tussen eurolanden belemmeren. Het herstel in de eurozone, nauwelijks drie jaar op weg, dreigt dus nu al te stokken op een groeiniveau van maximaal anderhalf procent. En dan nog: een niet onbelangrijk deel ervan werd aangedreven door de meevaller van de dalende olieprijzen. Een groei van 2% ligt de komende jaren ook niet meer binnen handbereik. Met de vergrijzing, de slabakkende productiviteitsgroei en de ecologische uitdagingen lijkt het er steeds meer op dat men een tijdperk betreedt van trage groei, zwakke inflatie en lage rentes – het ‘nieuwe normaal’, waar we aan zullen moeten wennen. Toch wil dit niet zeggen dat de centrale banken zich bij de huidige situatie neerleggen. In de Verenigde Staten zal de Fed zich wellicht genoodzaakt zien om haar geplande renteverhogingen uit te stellen. Dit jaar verwachten we slechts één enkele verhoging van de rente. In de eurozone heeft het opnieuw negatief worden van de inflatie de Europese Centrale Bank ertoe aangezet om haar beleid nog maar eens te versoepelen. De rente voor de deposito’s die banken bij de ECB aanhouden werd nog negatiever gemaakt, tot -0,4%, om banken ertoe aan te zetten hun overtollige cash aan het werk te zetten door het uit te lenen aan huishoudens en bedrijven. De ECB besliste ook om meer overheidsobligaties op te kopen en ze zal voor het eerst ook bedrijfsobligaties beginnen opkopen, om ook de langetermijnrentes verder te drukken. Ook in Japan maken we ons op voor gelijkaardige maatregelen. Hoe diep kan de ECB de rente nog laten gaan? En zijn er eigenlijk nog wel voldoende obligaties in omloop om op te kopen? De grenzen van het monetaire beleid komen langzaamaan in zicht. De ECB dient er op te letten dat haar maatregelen geen averechts effect hebben. Verdere rentedalingen zouden de winstmarges van banken immers onder druk zetten, wat dan weer op de kredietverstrekking zou wegen. Dat komt omdat het onmogelijk is om negatieve rentes door te rekenen aan particuliere klanten. Zij zouden hun spaargeld immers massaal opnemen. Zijn er andere opties? De voorzitter van de Europese bankentoezichthouder Danièle Nouy zei recent dat banken minder dienen te rekenen op rente-inkomsten, maar die om-
Danièle Nouy, voorzitter van de Europese bankentoezichthouder - AFP PHOTO / Daniel Roland. slag vereist tijd en investeringen en draait de banksector weg van haar kerntaak. Een laatste redmiddel om de winstmarges te beschermen zou erin kunnen bestaan om de rentes op leningen aan bedrijven en particulieren op te trekken, maar dit zou totaal contraproductief zijn om de economie te ondersteunen. Om de economie verder te ondersteunen, zal men dus eerder moeten kijken naar het budgettaire beleid. Heel wat landen hebben hun overheidsfinanciën in orde gebracht, waardoor er ruimte is voor bescheiden stimuli. Als dat niet mogelijk is, zal er weinig anders opzitten dan geduld uit te oefenen. De groei van de wereldeconomie zou zich tegen eind dit jaar moeten stabiliseren. De recessie in grote groeilanden zoals Rusland en Brazilië zou tegen dan moeten wegebben naarmate de schok van de daling van de grondstoffenprijzen verwerkt is. Bovendien zou de opvering van de olieprijs volgend jaar de inflatie wereldwijd moeten ondersteunen, wat verdere monetaire versoepeling wellicht overbodig zal maken. Dat we moeten wennen aan structureel lagere groei, wil dus niet zeggen dat we niet meer geloven in een conjuncturele verbetering in de komende jaren.
•
Outline - Apr il 2016
7
Beleggen
8
O utline - Apr il 2016
Beleggen
Luc Charlier Investment Specialist, ING Investment Office
Grondstoffen zien zwarte sneeuw, maar goud is in opmars De vertraging van de wereldgroei - met China op kop -, de deflatiedruk (onder meer afkomstig van de natuurlijke hulpbronnen) en het minder efficiënte monetaire beleid wakkeren de financiële volatiliteit aan. Dat alles weegt op de grondstoffenmarkt, met één opmerkelijke uitzondering: goud, dat weer heel actief is als toevluchtswaarde in deze onstabiele periode. Nadat goud drie jaar lang van de radar van de beleggers was verdwenen, lijkt het nu een grote comeback te maken. Sinds het begin van het jaar is het edelmetaal met haast 15% gestegen (in euro). Daarmee maakte het bijna de helft van de verliezen sinds de piek van om en bij de 1.380 euro/ounce van eind 2012 goed. Een terugkeer in de gratie die vooral te danken is aan de zwakke economische conjunctuur wereldwijd en de instabiliteit die ze op de beurzen veroorzaakt. Blijkbaar kan de volatiliteit niet meer helemaal in de hand gehouden worden door het soepele monetaire beleid. Van Tokio tot Stockholm zijn er heel wat centrale bankiers die voor een negatieve rente opteerden. Zelfs Janet Yellen, voorzitster van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed), die in december 2015 voor het eerst in bijna een decennium de richtinggevende rente verhoogde, sluit niet uit dat ze nog zal terugkrabbelen en ook een negatieve rente zal hanteren mocht de economie toch nog verder verzwakken. Hoewel de invoering van een negatieve rente op de liquiditeiten die de bankinstellingen bij de centrale banken in bewaring geven, in theorie als
een expansionistische maatregel beschouwd wordt (omdat het de banken aanzet om meer te lenen aan de economische actoren, die dan meer kunnen uitgeven en investeren), zijn de beleggers toch bang dat de geldmarkt daardoor uit evenwicht raakt. Nadat de centrale banken de rente zeven jaar lang lieten zakken en activa opkochten, betwijfelen de markten almaar sterker of de kwantitatieve monetaire versoepeling wel echt efficiënt is. Zij achten het almaar onwaarschijnlijker dat de Fed haar rente verder zal optrekken. Een vooruitzicht dat in het nadeel speelt van de dollar en van de weeromstuit positief is voor goud, aangezien er historisch gezien een negatieve correlatie is tussen de goud- en de dollarkoers. Zelfs met een nulrendement kan goud een rendabelere belegging zijn dan de andere zogenaamde 'veilige' activa (cash, obligaties) waarvan de waarde onvermijdelijk lijdt onder de extreem lage rente (grafiek 1). Bovendien doet goud dienst als alternatief voor de deviezen die klem zitten in de valutaoorlog waaraan verschillende
Outline - Apr il 2016
9
Beleggen Grafiek 1 Zelfs met een nulrendement kan goud een rendabelere belegging zijn dan cash. Franrijk
0
ECB
Duitsland
Japan
Zweden
Zwitserland
-0.1 -0.2 -0.3 -0.4 -0.5 -0.6 -0.7
-0.8
Voor de ECB: rente op deposito's van dag tot dag (%) Voor de landen: rente op deposito's op 1 maand (%)
Grafiek 2 Grondstoffen zijn opnieuw gedaald naar hun niveaus van 15 jaar geleden (S&P Total return-indexen in euro, basis 100 = eind 2014). 120
110
103.47655 100
92.7019 90
80.17124
70
66.98415 60
Edelmetalen Landbouw Industriële metalen Alle grondstoffen Energie Jan
Feb
53.12986 50
Mar
Apr
May
Jun
SPGCINTR Index (S&P GSCI Industrial Metals Official Close Index TR) commodities
10
O utline - Apr il 2016
2015
Jul
Aug
Sep
Oct
Copyright© 2016 Bloomberg Finance L.P.
Nov
Dec
Jan 2016
25-Feb-2016 11:19:13
Beleggen
centrale banken zich overleveren. China, Rusland en nog enkele andere groeilanden trachten hun munt te verzwakken om de concurrentiekracht van hun export te bevorderen. Een muntontwaarding die hun bevolking richting goud duwt, omdat de waarde daarvan losstaat van de 'grillen' van de centrale bankiers. Sinds het begin van het jaar houden de index- en vergelijkbare fondsen gekoppeld aan goud bijna 300 ton meer goud aan, dat is dus ruim dubbel zoveel als er in 2015 werd opgevraagd (138,4 ton). Ook al is goud momenteel ongetwijfeld oververkocht, toch blijven we positief, aangezien de financiële instabiliteit als gevolg van het 'inefficiënte' monetaire beleid en de tegenvallende economische groei niet van vandaag op morgen zal verdwijnen.
Overproductie van basisproducten
Goud zit weer op zijn peil van mei 2015, maar dat gaat niet op voor de andere grondstoffen. Zij blijven kopje-onder gaan. Een index met de prestatie van de 22 belangrijkste basisproducten kwijnt nog altijd weg op zijn bodempeil sinds 1991 en we kunnen maar moeilijk zeggen dat de lijdensweg van de voorbije twee jaar er bijna op zit voor de producenten van energie, industriële metalen en landbouwgrondstoffen. De betrokken index moest in 2016 nog maar eens 9% prijsgeven (in euro), het slechtste jaarbegin ooit! Dit fiasco is een harde slag voor producenten als FreeportMcMoRan, Glencore of Anglo American, die aangemoedigd door de tien jaar durende opwaartse cyclus van de grondstoffen massaal hadden geïnvesteerd om hun productie op te drijven. En wel zo dat de markt vandaag met een haast algemene overproductie kampt. In landen die natuurlijke hulpbronnen produceren, zoals Rusland of Australië, zijn de deviezen sterk in waarde gedaald (sinds eind 2014 zijn de munteenheden uit de groeilanden gemiddeld 15% zwakker geworden tegenover de korf van de tien belangrijkste internationale munten), terwijl de marginale productiekosten ervan niet even sterk zijn afgenomen. De ondernemingen uit de sector profiteerden bovendien van de forse inkrimping van hun energiefactor en werden dus niet (of onvoldoende) aangespoord om hun aanbod in te perken (grafiek 2). Nu de groei van de wereldeconomie het laat afweten, vormen de overvloedige voorraad (op de olie-, koper- en graanmarkt) en de opwaardering van de dollar twee grote handicaps voor de grondstoffen die nog altijd niet bijster aantrekkelijk zijn als alternatieve belegging (we zijn nog steeds negatief over die activaklasse). Zeker omdat de crisis in China, de grootste wereldwijde consument van grondstoffen, weinig goeds voorspelt ...
Eigenlijk is het huidige scenario net het omgekeerde van wat we in het vorige decennium meemaakten. Toen veroorzaakte de versnelde Aziatische groei een algemene prijsstijging, wat uiteindelijk tot de zogenaamde 'supercyclus' van de grondstoffen leidde. Aangemoedigd door de historische prijspieken in 2008 hadden de landbouwers, mijnbouw- en olieboorbedrijven hun productie vergroot. Die productie blijft naar de markt stromen, terwijl de wereldwijde activiteit net vertraagt. Rekening houdend met de vertraging in China verwachten onze economen dat de globale groei de kaap van 3% niet zal ronden dit jaar en volgend jaar. In die omstandigheden kunnen we ons maar moeilijk voorstellen dat de neerwaartse druk op de grondstoffen snel zal verdwijnen. De hedge funds (speculatieve fondsen) lijken die mening te delen, want hun kortlopende posities (anticiperend op een koersdaling) op de Amerikaanse markt voor futures en opties omvatten haast 85.000 contracten, dat is hun voorzichtigste houding sinds 2006 op zijn minst (grafiek 3)!
Outline - Apr il 2016
11
Beleggen Grafiek 3 Grondstofprijzen zijn gedaald naar het laagste niveau sinds op zijn minst 1991 (in USD)...
180 160 140 120 100 80 75.7455
Bloomber Commodity index
... terwijl hedgefondsen in hun positionering van verdere dalingen uitgaan 1.5M
1M
0.5M
0 -84729.0000
Netto longposities voor 18 soorten Amerikaanse futures en opties (aantal contracten/week) 2011
2012
2013
2014
BCOM Index (Bloomberg Commodity Index) com netlog + blo ind FR Daily 14FEB2011-
2015
2016
Copyright© 2016 Bloomberg Finance L.P.
25-Feb-2016 13:47:08
Grafiek 4 Olieaanbod werelwijd groter dan vraag.
97.00 96.00
95.39
94.00
92.00
90.00 De ruwe olieprijzen zijn sinds 2017 met 70% gekelderd door een groeiend overaanbod 88.00 Wereldwijd olieaanbod (in mlj. vaten per dag) Wereldwijde vraag naar olie (in mlj. vaten per dag)
86.00 100 90 80 70 60 50 40
Algemene koers per vat van Brent (USD) Q2
2010
Q3
Q4
Q1
Q2 2011
Q3
Q4
Q1
Q2 2012
Q3
OMRSD001 Index (International Energy Agency Crude Oil Demand World Total) offre/
12
O utline - Apr il 2016
Q4
Q1
Q2 2013
Q3
Q4
Q1
Q2 2014
-69,69% (-51,60% per jaar) Q3
Q4
Copyright© 2016 Bloomberg Finance L.P.
Q1
Q2 2015
Q3
31.65
Q4
Q1 2016
25-Feb-2016 14:45:40
Beleggen
Bekijken we bovendien het verloop van de grondstoffen op lange termijn, dan zien we dat ze de laatste twee eeuwen traditioneel afwisselen tussen een decennium met stijgende markten en twee decennia met dalende markten. Er is immers veel tijd nodig om de overcapaciteit van de opwaartse cyclus ongedaan te maken. Aangezien de vraag in geen van de groeilanden groot genoeg is om de leegte van China op te vullen, verwachten we dat de industriële vraag naar basisproducten slapjes zal blijven. Om te meten hoezeer de grondstoffen zijn verslechterd en in welke mate ze nog meer kunnen dalen, kunnen we die activaklasse ook vergelijken met aandelen. Zo zien we dat de grondstoffen haast op hun laagste peil sinds 2000 verhandeld worden ten opzichte van de Amerikaanse beursindex S&P 500 (0,15). Maar de ervaring toont aan dat het nog veel erger kan. De laatste keer dat de grondstoffen de overgang maakten van een hausse- naar een baissemarkt, kwam dat cijfer nog lager uit (0,10). Na de pieken in oktober 1980 als gevolg van de aanbodschaarste, reageerden de producenten op de prijsstijging door hun productie te verhogen. De situatie keerde toen en het overaanbod deed in februari 1999 de ratio van 96% uiteindelijk kelderen tot een historisch dieptepunt van 0,10. Door die evenwichtsoefening tussen schaarste en overvloed is de verhouding van de grondstoffenindex en de index voor Amerikaanse aandelen vandaag met 90% gekrompen ten opzichte van haar hoogste peil in 2008. Als de S&P 500-index op het huidige niveau blijft staan, zullen de grondstoffen waarschijnlijk nog 33% prijsgeven totdat de ratio op het bodempeil van 1999 staat.
Behalve bij een grote geopolitieke crisis (in het Midden-Oosten is de toestand heel gespannen en de terreurdreiging blijft groot) betekent dit samengaan van factoren dat de olieprijzen in de komende maanden laag en volatiel zullen blijven. Maar op middellange termijn zullen ze waarschijnlijk ietwat beginnen te stijgen (naar 50 Amerikaanse dollar/vat) als vraag en aanbod opnieuw in evenwicht komen dankzij het gezamenlijke effect van de dalende investeringen van de grote oliegroepen, de (nu al) afnemende Amerikaanse productie, de grotere discipline van sommige OPEC-landen en een herstel van de vraag.
•
Olie zit waarschijnlijk nagenoeg op haar dieptepunt
Hoewel de olieprijs wellicht al op het dieptepunt van zijn dalende cyclus zit (we zijn neutraal over de olie), blijft het stijgingspotentieel beperkt, rekening houdend met de sterke overproductie op de markt (bijna 2 miljoen vaten per dag). Hoewel Rusland en Saoedi-Arabië blijkbaar een akkoord bereikten om hun productie te bevriezen op hun niveau van in het begin van het jaar, zal het nog wel een tijdje duren voordat de oliemarkt opnieuw in evenwicht komt. Zeker omdat we ons maar moeilijk kunnen voorstellen hoe de zwakke vraag (met name uit China) snel opgelost kan raken. We zien niet goed in hoe de OPEC in haar strijd tegen Amerikaanse schalieolie van de ene op de andere dag kan afstappen van haar strategie om zo veel mogelijk te produceren om zo haar marktaandelen veilig te stellen. De 'nieuwkomers' in het olieschaakspel, namelijk Iran en Irak, zullen maar moeilijk aan de oliedollars weten te weerstaan en zullen er wellicht alles aan doen om hun olieproductie op te drijven (grafiek 4).
Outline - Apr il 2016
13
Business
14
O utline - Apr il 2016
Business
Mis de Indiase boot niet … Vijftien jaar geleden trokken westerse groepen massaal naar China, dat ook de dag van vandaag nog steeds een belangrijke markt blijft. Maar hoe is het gesteld met India, dat andere reusachtige land? Hoe ziet India er nu uit? En over tien jaar? Wat missen de Belgische bedrijven als ze opnieuw vijf jaar wachten? Op die en nog vele andere vragen probeerde een FBN-conferentie bij ING een antwoord te formuleren in aanwezigheid van enkele vertegenwoordigers van Indiase familieconcerns (familiale groepen) en Belgische investeerders. Outline was erbij. Een markt die indruk maakt
“Uitgedrukt in koopkrachtpariteit is India momenteel de derde grootste economie ter wereld. En men verwacht dat India de volgende 35 jaar blijft groeien tegen een ritme van 7% per jaar. Tegen 2050 wordt het de tweede grootste economie, net na China”, zo begint Massimo Quattrocchi. Voor de Indiase groei worden vaak de klassieke factoren naar voren geschoven: een gunstige demografie, een overvloed aan grondstoffen, een grote binnenlandse markt, maar vooral ook de ongelooflijke ondernemingsgeest die overal in het land aanwezig is. “Andere belangrijke troeven zijn een goed financieel inzicht, het durven nemen van berekende risico’s en de kennis voor het bijeenbrengen en beheren van kapitaal”, vervolgt Quattrocchi. Historisch moet het ondernemerschap worden gekaderd binnen een familiecontext. Ook nu nog wordt 90% van de bedrijven gecontroleerd door families. Dit gaat terug tot de tijd waarin families de krachten moesten bundelen om landbouwgrond niet te sterk te versnipperen. Hoewel dit systeem in zijn zuiverste vorm niet meer voorkomt en de structuren van familiebedrijven minder star werden, blijft er een grote emotionele en sociale druk om de middelen samen te blijven brengen. Dit had oorspronkelijk als keerzijde dat de toetreding van buitenlandse groepen tot de economie werd bemoeilijkt. Binnen een cultuur met een kastenstelsel en sterke familie- en gemeenschapsbanden, en tegelijkertijd zwakke instellingen,
één Indiase consument. “ ErIndiais niet is een ruim en divers land, met meerdere staten, talen, culturen, een enorme inkomensongelijkheid en grote verschillen tussen stad en platteland
”
was er maar weinig vertrouwen om outsiders toe te laten tot een familiebedrijf. Dit werd nog versterkt door de hiërarchische samenleving. Maar door druk van beleggers, op zoek naar een hoger dividend, was er tevens een duidelijke trend naar een professionalisering van het management en een meer uitgebreide rapportering. “Anno 2016 wordt het Indiase familiale kapitalisme gekenmerkt door een aantal sterke punten die in de hedendaagse wereld relevant blijven. Op voorwaarde dat die sterke punten niet alleen behouden blijven. Ze moeten ook gecombineerd worden met een modern management en corporate governance structuren, zodat Indiase familiebedrijven ook in een competitief India het erg goed blijven doen en hun joint ventures met familiebedrijven uit andere landen tot grote successen kunnen leiden”, besluit Charles-Antoine Janssen.
Ken de markt
Toch is zakendoen met India lang niet vanzelfsprekend. Een bedrijf kan maar beter zijn huiswerk gedaan hebben … Apurva Parekh: “Bedrijven vergeten soms dat er niet één Indiase consument is. India is een ruim en divers land, met meerdere staten, talen, culturen, een enorme inkomensongelijkheid en grote verschillen tussen stad en platteland.” India heeft een kleine topgroep van consumenten, zij verbruiken zoals de westerling en kopen enkel het beste. Dan is er een zeer grote middenklasse. Zij zijn op de hoogte over wat de internationale markt allemaal te bieden heeft en willen dat ook zelf. Deze middenklasse groeit erg sterk en verdient elk jaar meer; extra geld dat ze ook bereid zijn uit te geven. Er is meer krediet, meer keuze en deze middenklasse stuwt de consumptie in India. Ten slotte is er de overige 40 à 50% van de bevolking die op of onder de armoedegrens zit. Zij verbruiken vooral basisgoederen. Maar elk jaar evolueert een deel van hen naar de middenklasse, en dit draagt bij tot de Indiase groei. Het is dan ook belangrijk om er vroeg bij te zijn. Apurva Parekh: “Pidilite dankt zijn succes mede aan zijn pioniersgeest: we waren eerst voor de producten en binnen de segmenten waarin we actief zijn. We zien vaak dat de bedrijven die vroeg een markt bezetten,
Outline - Apr il 2016
15
Business
daarna erg succesvol worden. Dat kunnen nationale bedrijven als Pidilite zijn, maar ook internationale als Colgate of Unilever. Zij waren de eersten en speelden een grote rol in het creëren van nieuwe consumptiegewoonten. Veel hangt ook af van het product dat men wil verkopen. Maar in elk geval is het belangrijk om vooraf een goed inzicht te verwerven, via marktonderzoek. Verder is het altijd verstandig om in India klein te beginnen. Men kan dan zien of het product in de smaak valt en aangepast is aan het land en indien nodig eventueel bijsturen, alvorens het in het hele land te lanceren.” Het is ook belangrijk om het product aan te passen aan de Indiase markt. Massimo Quattrocchi: “India is extreem prijsgevoelig. Indiërs houden van merken en premiumproducten, maar wel liefst tegen een zeer lage prijs. Probeer eventueel een goed product te downgraden, verwijder de toeters en bellen en verkoop het dan tegen een lagere prijs.” De meeste producten, inclusief verpakking, worden specifiek voor de Indiase markt ontwikkeld of alleszins aangepast. De meerderheid van de producten die erg succesvol zijn, zitten in kleine verpakkingen. Veel multinationals hebben dat begrepen. Een voorbeeld is shampoo, daarvan zijn – hoe vreemd het voor een westerling ook mag klinken – eenmalige dosissen het meest populair. Een ander aandachtspunt is de distributie. In India vindt men vooral kleine winkels, in totaal niet minder dan twee miljoen. De grotere winkels vertegenwoordigen maar 5% van de markt. Dit biedt grotere kansen voor bedrijven die investeren in distributie. Er zijn bedrijven die erin slagen om hun producten te verdelen tot in de kleinste dorpen van India, wat hen een belangrijk competitief voordeel biedt. “Veel joint ventures zijn ingegeven door de nood aan een distributienetwerk”, vervolgt Massimo Quattrocchi. “Overnames kunnen duur zijn door de hoge waarderingen, vaak zijn deze dubbel zo hoog als wat wij in Europa gewoon zijn. Maar als het product distributie vereist, en ingewikkeld is, dan is men beter af met een lokale partner die dat aspect inbrengt. Op die manier zal het product veel sneller gelanceerd kunnen worden. Is distributie niet belangrijk, dan is het beter om van nul te beginnen, zo vermijdt men een dure overname.” Wie het wil maken op de Indiase markt, moet ten slotte investeren in geloofwaardige merken. “In India zijn merken belangrijker dan producten. Mensen spreken in India niet van lijm, maar van Fevicol, ons merk van lijmen. Het is bijgevolg erg belangrijk om een sterke merknaam te ontwikkelen”, beklemtoont Apurva Parekh.
16
O utline - Apr il 2016
De sprekers van de avond Massimo Quattrocchi is oprichter en Managing Director van Asia European Capital Investments (Brussel), gespecialiseerd in directe investeringen en adviesdiensten, met de focus op India en Azië. Hij biedt ondersteuning aan internationale groepen die operaties in India willen opstarten. Een groot deel van zijn jeugd verbleef Massimo in India, later trok hij naar Londen om er economie te studeren. De Kirloskar Group, opgericht in 1888, is met niet minder dan zeven generaties de oudste Indiase industriële groep en tevens een van de belangrijkste van het land. De groep boekt een omzet van 4 miljard dollar. Kirloskar is actief in de sectoren engineering, elektrische machines en bouw. Rahul Kirloskar vertegenwoordigt de derde generatie, samen met twee van zijn broers. Zijn neef Nihal Kulkarni, van de vierde generatie, is verantwoordelijk voor Kirloskar Oil Engines Ltd., India’s grootste producent van dieselgeneratoren. Pidilite is India’s belangrijkste producent van lijmen, kleefstoffen en verven, met voor bepaalde producten een marktaandeel van bijna 80%. Pidilite is eigenaar van het bekende merk Fevicol, dat uitgegroeid is tot een synoniem voor lijm. Apurva Parekh is het oudste lid van de tweede generatie van de familie. Ackermans & van Haaren is een gediversifieerde groep die actief is in meerdere sectoren. De AvHgroep vertegenwoordigde in 2014 via haar aandeel in participaties een omzet van 5,9 miljard euro en stelt 22.633 mensen tewerk. John-Eric Bertrand is lid van het uitvoerende comité en bestuurder bij de twee Indiase bedrijven waarmee AvH samenwerkingen is aangegaan (Sagar Cements en Oriental Aggregates). Aliaxis Group is een wereldleider op vlak van productie en distributie van kunststofsystemen voor het transport van fluida en realiseert een jaaromzet van 2,7 miljard euro (in 2014). De Aliaxis Group is actief in ruim 45 landen, met ongeveer 16.200 medewerkers. Henri Thijssen was gedurende 12 jaar lid van de raad van bestuur en begeleidde zo de totstandkoming in 2013 van de joint venture tussen Aliaxis en het Indiase Ashirvad.
Business
an links naar rechts: Massimo Quattrochi, Rik Vandenberghe, Dilip Cherian, John-Eric Bertrand, Rahul Kirloskar, V Apurva Parekh, Nikal Kulkarmi.
Dilip Cherian, vaak omschreven als de Image Guru van India, is co-founder and Consulting Partner van Perfect Relations, de grootste groep voor Image Management en Public Affairs Consultancy van Zuid-Azië, met 550 werknemers en meerdere vestigingen in zowel India als andere Zuid-Aziatische landen. Daarnaast is Dilip een gewaardeerd politiek adviseur en heeft hij een wekelijkse column rond bureaucratie.
Charles-Antoine Janssen is Managing Partner bij Kois Invest, een impact investing firm. Hij leidde de UCBtak in India en woonde van 2007 tot 2010 in Mumbai. Daarna stond hij in voor de commerciële operaties in de groeimarkten van UCB. Omdat Kois Invest ook actief is in India, reist hij nog regelmatig naar het land voor supervisie of om nieuwe bedrijven te zoeken.
Outline - Apr il 2016
17
Business Technologie in ruil voor een distributienetwerk
Ondanks die veelbelovende veranderingen kampen typische Indiase bedrijven nog met heel wat zwakten. Voorbeelden hiervan zijn een kortetermijnbenadering (door de hoge kapitaalkost) en een gebrek aan investeringen, zowel in medewerkers als in productontwikkeling. Indiase familieconglomeraten zijn gemiddeld betrokken bij 18 verschillende bedrijven. Terwijl internationale groepen afstoten wat niet tot hun kernactiviteit behoort, blijven Indiase bedrijven de omgekeerde weg bewan-
houden van merken en “ Indiërs premiumproducten, maar tegen een zeer lage prijs. Downgrade eventueel het product, verwijder de toeters en bellen en verkoop het tegen een lagere prijs
”
18
O utline - Apr il 2016
delen door zich bij elke nieuwe opportuniteit op een nieuwe sector te storten. Dit gaat ten koste van innovatie in hun eigen kernsector. Rahul Kirloskar: “Wij sloten niet voor niets een joint venture met Toyota, dat in India auto’s bouwt. De reden hiervoor was dat we opnieuw wilden leren hoe dingen te produceren.” Apurva Parekh: “Ook wij zijn op zoek naar technologie, Europa ligt 5 tot 20 jaar voor op India. Wij gaan daarom op zoek naar Europese bedrijven met een zeer sterke technologie die in de groeilanden kan worden benut. Vaak kunnen Europese producten met kleine aanpassingen goed worden ingezet in India, maar ook in Bangladesh, Sri Lanka en Afrika.” Joint ventures bieden een win-win: India kan een gegarandeerde en stabiele cashflow voor het Europese bedrijf garanderen, maar voor het Indiase bedrijf wordt de ontwikkelingstijd voor nieuwe producten sterk ingekort, terwijl beiden volop het distributienetwerk kunnen benutten. “Inderdaad, Europa voor de technologie, wij voor de distributie. Zolang beiden er aan kunnen verdienen, kan het slagen”, besluit Rahul Kirloskar.
Een grote middenklasse
Rahul Kirloskar: “India is een moeilijk land om zaken te doen. Het is een land in volle ontwikkeling waar nog heel veel te gebeuren staat. Een van de uitdagingen is het probleem om kredieten te krijgen, en dan kan de inbreng van buitenlands kapitaal welkom zijn. “De Indiase economie zal mondiaal aan belang winnen”, vervolgt John-Eric Bertrand. “Het grote verschil met China is dat de Indiase groei wordt gedreven door binnenlandse consumptie, en niet export, waardoor deze veel minder kwetsbaar is. Bovendien heeft India een zeer jonge bevolking: twee derde van de bevolking is jonger dan 35 jaar. Er is nu al een grote middenklasse, maar we evolueren tegen 2040 naar een middenklasse van 1 miljard mensen. En in afwachting is er nu al een hele generatie die bruist van creativiteit en innovatie.” Volgens de bestuurder van AvH is India het democratische antwoord op China. Naast democratisch is India ook welvarend. Goede tradities, goede scholing, Engelssprekend, transparantie, focus op de lange termijn. Henri Thijssen: “Bovendien is er geen tekort aan talent. Er zijn veel goed opgeleide mensen en uitstekende scholen. Indiërs zijn creatief en gedreven. Benut deze eigenschappen en laat ook de eigen organisatie zich hierdoor inspireren.” Dilip Chirian, PR-specialist, adviseert om te investeren in goede relaties: “Mits goede contacten krijgt men toegang tot de juiste informatie. Dat is erg belangrijk. In India zijn goede adviseurs van onschatbare waarde.” Hij ziet ook mooie kansen voor bedrijven die willen samenwerken met de publieke sector: “Veel overheidsbedrijven hebben een verouderde technologie, ze worden slecht geleid en hebben veel personeel. Voor wie met een adviseur samenwerkt, worden veel administratieve belemmeringen weggenomen. Dit biedt kansen voor grote spelers. En dankzij de introductie van e-governance zal er ook minder corruptie zijn. Op het hoogste niveau is deze zelfs al
Business
“
India evolueert tegen 2040 naar een middenklasse van 1 miljard mensen. In afwachting is er een hele generatie die bruist van creativiteit en innovatie
”
zo goed als verdwenen. De jonge generatie wil nieuwe dingen en dat biedt kansen. Vergeet niet dat Narendra Damodardas Modi, de huidige minister-president van India, grote economische ambities heeft voor ons land.”
•
ING is in India vertegenwoordigd via de Kotak Mahindra Bank met 1.250 kantoren verspreid over het hele land. In juni 2015 publiceerde ING Wholesale Banking een rapport over India. U kunt het downloaden via www.ingwb.com/network-offices/asia/india.
Het Indiase avontuur van Aliaxis “In 2010 wilde Aliaxis diversifiëren en uitbreiden. We waren al actief in ruim 30 landen, maar nog niet in India. Met behulp van adviseurs deden we eerst ons huiswerk, zowel voor het financiële als het marketingaspect. We interviewden klanten via verdelers. Nadien hadden we gesprekken met potentiële partners. Dat was een moeilijk en frustrerend proces”, vertelt Henri Thijssen. Aliaxis werd geconfronteerd met extreem hoge waarderingen. De multiples waren bijna twee maal zo hoog als gebruikelijk en de reden was altijd de verwachte groei. Dat houdt enkel steek als men hierin gelooft en inderdaad, de voorbije 20 jaar zijn sommige industriële groepen enorm gegroeid. De vorige generatie begon met een klein atelier, de huidige generatie is een heus bedrijf en voor de volgende generatie verwachten ze, samen met de partner, een grote onderneming te zijn.” In 2013 hebben we uiteindelijk de stap gezet: onze joint venture met Ashirvad had een omzet van omstreeks 100 miljoen USD en steunde op een zeer gezonde basis: de lokale partner bracht de distributiecapaciteit in met een netwerk van meer dan duizend verdelers en de taak van Aliaxis bestond erin om productervaring in te brengen. “We hadden dus een goede match. Dit werkte zelfs veel beter dan in andere landen omdat de Indiërs ontzettend snel de weg vonden naar de meest interessante producten van de Aliaxis-groep. Het management bleek een volgend aandachtspunt: “India is een moeilijk land en men heeft baat bij een goede partner met de juiste connecties, die weet hoe de zaken lokaal werken. Onze partner verzorgt het dagelijkse management en Aliaxis houdt toezicht op het bestuur. We hebben een 60-40 joint venture. We hebben dus officieel de meerderheid, maar in de praktijk spelen de lokale mensen een centrale rol. Wij doen ook de financiële opvolging,
Joint venture Aliaxis en Ashirvad
zij rapporteren. Een aantal medewerkers van Aliaxis verhuisden naar India, hoewel dat niet altijd zo gemakkelijk was. Bangalore klinkt opwindend, maar de industriële voorsteden zijn dat heel wat minder. Het is echter wel belangrijk om mensen ter plaatse te hebben.” En het werkte: de beloofde groei werd ook behaald! “Dat was overigens best verrassend, we waren niet gewend aan groei op Indiase schaal, tot 30% per jaar. Dat betekent dat van zodra een nieuwe fabriek is ingehuldigd, men onmiddellijk een nieuwe moet gaan bouwen, terwijl we in Europa eerder herstructureren en soms fabrieken sluiten. We moesten dus voldoende snel reageren om opportuniteiten te kunnen grijpen. Gelukkig hadden we onze Indiase partner om ons de weg te wijzen.”
Outline - Apr il 2016
19
Business
Steile vlucht voor ASCO! ASCO Industries, geleid door de derde generatie familiale aandeelhouders, past corporate governance regels toe die kunnen wedijveren met die van beursgenoteerde bedrijven. Het bedrijf speelt dan ook mee op wereldniveau: bijna alle lijnvliegtuigen bevatten onderdelen die bij ASCO van de band zijn gerold. Portret van een marktleider met een ijzeren reputatie. In zijn kantoor vindt men fluwelen fauteuils noch kunstwerken, maar wel een oude stoel van een F-104G – het gevechtsvliegtuig van de Belgische luchtmacht vóór de komst van de F-16 – met het opschrift ‘survie’. Men zou het kunnen zien als een soort van knipoog, om het relatieve van de dingen in te zien. “Wel ja, in feite kan men zeggen dat ook bedrijfsleiders op een schietstoel zitten”, lacht Christian Boas, gedelegeerd bestuurder van ASCO Industries. Toch heeft deze elegante vijftiger in werkelijkheid niet veel te vrezen: als kleinzoon van de oprichter
20
O utline - Apr il 2016
van ASCO, Emiel Boas, was het logisch dat hij zijn vader zou opvolgen, en daarnaast is ook het volledige bedrijfskapitaal nog in handen van zijn familie.
Van de militaire luchtvaart naar de burgerluchtvaart
Grootvader Emiel Boas, een Nederlander, was oorspronkelijk een cellist die stomme films begeleidde. Aan het begin van de jaren 1950 startte hij in Brussel met de verkoop van auto-
Business
onderdelen, maar hij begreep al snel dat de militaire sector de échte kansen bood. In 1954 richtte hij samen met zijn vrouw Mariette en zoon Roger de bvba ASCO op. Boas … ASCO. Niemand weet precies waar het door Emiel Boas gekozen acroniem voor staat, mogelijk maakte hij een samentrekking met de twee laatste letters van zijn familienaam en de afkorting van ‘company'. Dit is het enige mysterie rond de oprichting van het familiebedrijf dat zich oorspronkelijk toelegde op de distributie van mechanische vervangstukken voor militaire voertuigen. Vanaf 1960 neemt ASCO een eerste strategische wending: het bedrijf wil meer zijn dan een gewone verdeler en start met de productie van onderdelen, en vervolgens subsystemen van voertuigen voor de strijdkrachten. Het eerste productieatelier bevindt zich aan de Leuvensesteenweg in Brussel en het is Mariette, die in het bedrijf de administratie doet, die 's middags de boterhammen maakt voor de arbeiders. Vanaf de jaren 1970 doen de strijdkrachten in heel Europa grote investeringen en Emiel Boas gaat een nieuwe uitdaging aan: samen met de Groupe Bruxelles Lambert (GBL) en Cockerill Mechanical Industries (CMI) richt hij Belgian Mechanical Fabrications (BMF) op en start hij met het ontwerp en de productie van rupsvoertuigen. “ASCO was toen nog maar een klein bedrijf en om zijn ambities waar te maken, had het nood aan competenties van buitenaf: CMI bracht zijn industriële knowhow in en GBL zijn financiële expertise. Toch slaagde ASCO erin om de financiële onafhankelijkheid en de familiale verankering van het bedrijf te behouden, dankzij een meerderheid van 51% in BMF. Dit kon door aandelen in pand te geven”, vertelt Christian Boas. Bij zijn eigen start in het bedrijf, in 1987, kreeg hij amper tijd om zijn diploma handels- en financiële wetenschappen van het ICHEC in te kaderen: Roger Boas, de enige opvolger van Emiel, had gezondheidsproblemen en aan het begin van de jaren 1990 volgde Christian hem op aan het hoofd van het bedrijf. Ondertussen was dit gevestigd in Zaventem en helemaal van gedaante veranderd dankzij een diversificatie naar de sector van de burgerluchtvaart. “Toen Nederland zich terugtrok uit het economische samenwerkingsverband (GIE) Airbus Industrie, greep België zijn kans en werd Belairbus opgericht. Oorspronkelijk was het kapitaal gelijk verdeeld over de Belgische staat, het Waalse Gewest en enkele industriëlen uit de sector, namelijk FN Moteurs, SABCA en ASCO”, vertelt Christian Boas. “Ons eerste contract regelde de productie van aanvalsboord-mechanismen voor de Airbus 310. Deze mechanismen aan de voor- en achterzijde van de vleugels vergroten de lift waardoor vliegtuigen relatief langzaam kunnen opstijgen en landen.”
hristian Boas, gedelegeerd bestuurder van C ASCO Industries.
miel Boas, oprichter van ASCO met zijn echtgenote E Mariette, zijn zoon Roger en een medewerkster. Toen was het bedrijf nog in Brussel gevestigd.
Iedereen klant
Vandaag is ASCO niet alleen wereldwijd marktleider voor dit type mechanismen, maar ook voor heel wat andere elementen die nodig zijn voor de bouw van vliegtuigen. Het betreft in het bijzonder bepaalde onderdelen van de landingsgestellen
Outline - Apr il 2016
21
Business en elementaire complexe onderdelen in de zwaar belaste delen van de vliegtuigstructuur. Die worden vervaardigd in bijzonder sterke legeringen van staal, nikkel en titanium. “Wanneer een vliegtuig zijn eerste vlucht maakt, hebben de verschillende onderdelen samen al meerdere keren een reis rond de aardbol gemaakt, ze komen immers van overal ter wereld.” Bij ASCO is het orderboekje alvast gevuld voor de volgende acht jaar. “Mijn belangrijkste prestatie-indicator is het mondiale bruto nationaal product, want algemeen wordt aangenomen dat het luchtverkeer dubbel zo snel groeit als het mondiale bnp”, verduidelijkt Christian Boas. Bijna alle bouwers van vliegtuigen voor meer dan 50 passagiers zijn klant bij het bedrijf: Airbus, Boeing, Lockheed, Embraer, Bombardier … Het is enkel nog wachten op de Russen en de Chinezen. De markt mag dan wel sterk gemondialiseerd zijn, Christian Boas beseft als geen ander hoe belangrijk het is om dicht bij de klant te staan. Om die reden nam ASCO in Duitsland een concurrent over, en in 2003 een andere in Canada. In 2012 opende het bedrijf een vestiging in de Verenigde Staten. “In de loop der jaren hebben we natuurlijk aanzienlijk geïnvesteerd in die verschillende filialen, zoals we dat ook deden voor onze Belgische productievestiging. Deze zijn deels gefinancierd met cashflow en deels met bankfinancieringen. ING is onze historische bankier, oorspronkelijk was dat de Bank van Brussel, nadien de BBL. Ze luisterden altijd naar onze noden, en behielden ook steeds het vertrouwen, iets waar ik veel belang aan hecht. We besteden immers heel wat middelen aan onderzoek en ontwikkeling, waardoor we regelmatig octrooien kunnen aanvragen. R&D wordt door de overheid ondersteund in de vorm van recupereerbare voorschotten, maar deze nemen eerder af dan toe. En dat is jammer want elke euro die op die manier bij ASCO wordt geïnvesteerd, brengt er uiteindelijk tien op voor de economie.”
Strikte corporate governance regels
Het familiebedrijf dankt zijn succes mee aan de openheid van geest van zijn achtereenvolgende leiders. “Mijn vader was een autodidact die erin slaagde om zijn enthousiasme en zijn smaak voor het ondernemen over te brengen op de volgende generatie, maar hij begreep ook al heel vroeg dat
belangrijkste prestatie-indicator is “ Mijn het mondiale bruto nationaal product, want algemeen wordt aangenomen dat het luchtverkeer dubbel zo snel groeit als het mondiale bnp
”
22
O utline - Apr il 2016
De ASCO-onderdelen zijn in praktisch alle lijnvliegtuigen van de wereld aanwezig. men zich altijd goed moet laten omringen”, vertelt Christian Boas. “De scherpe blik van mijn vader is mijn geluk geweest, en misschien ook die van het bedrijf. In 1991, toen ik hem opvolgde als gedelegeerd bestuurder, kwam er ook een nieuwe voorzitter van de raad van bestuur: een mormoon met cowboylaarzen en een hoed ... Zijn aanwezigheid heeft geholpen om bepaalde problemen door de botsingen tussen twee generaties te helpen uitvlakken.” Geleidelijk stelden de familiale aandeelhouders de raad ook open voor onafhankelijke bestuurders. Vandaag zijn ze met zes, voorzitter inbegrepen, tegenover drie vertegenwoordigers van de familie Boas. Een van hen is de vertegenwoordiger van de Federale Participatieen Investeringsmaatschappij (FPIM), die winstaandelen1 in ASCO heeft. In 2005 werd een volwaardig directiecomité geïnstalleerd en werden er drie comités opgericht: een strategisch comité, een auditcomité en een remuneratiecomité. In het strategische comité zetelen professionelen uit de luchtvaartsector: voormalige kaderleden van Airbus, Boeing, Bombardier, Casa (dat in Spanje het gelijknamige militaire transportvliegtuig produceert) en Spirit AeroSystems (een Amerikaanse producent van vliegtuigrompen, vleugels en motormantels). Het comité komt vier keer per jaar samen om de strategische voorstellen van het directiecomité te bespreken en daarna een gefundeerd advies uit te brengen bij de raad van bestuur. “In feite passen we de corporate governance regels voor beursgenoteerde bedrijven toe, maar dit wil niet zeggen dat we een beursgang overwegen. En hoewel een dergelijke organisatie zwaar kan lijken voor een bedrijf van onze omvang (nvdr, in 2015 had het bedrijf een geconsolideerde omzet van 368 miljoen euro, en 1
instaandelen zijn effecten die het kapitaal van de onderneming niet W vertegenwoordigen, maar wel recht geven op een dividend.
Business 1.500 werknemers), is het wel een vorm van garantie voor de niet-actieve familiale aandeelhouders. Mijn broer en mijn moeder zetelen mee in de raad, maar mijn zus is op geen enkele manier betrokken bij het industriële bedrijf”, vat Christian Boas samen. De aandelen van de familiale holding boven de verschillende operationele entiteiten zijn ondergebracht in een private stichting, trouwens de allereerste van dit type in België. Door aandelencertificaten uit te geven kon het bedrijf eigendoms- en beheerrechten goed van elkaar scheiden. Daarnaast heeft een ondernemingscharter bijgedragen tot een formeel kader voor de relaties tussen de familiale aandeelhouders. “Hoewel de vraag over de opvolging zich vandaag niet stelt – per slot van rekening ben ik nog maar 51 – is het natuurlijk wel de bedoeling om het voortbestaan van het bedrijf op lange termijn te verzekeren”, brengt de CEO in herinnering.
Financiële onafhankelijkheid garanderen
Wereldwijd stelt de luchtvaart het goed, heel goed zelfs: volgens cijfers die bij de laatste beurs van Le Bourget werden bekendgemaakt, zou het aantal toestellen in bedrijf tussen nu en 2030 verdubbelen van 15.000 tot 31.000. En dat is maar logisch want mondiaal groeit het passagiersverkeer op jaarbasis met 5%, vooral gestuwd door de regio AsiaPacific. Heeft ASCO de intentie om in die regio een vestiging te openen? Christian Boas lacht, aarzelt en ontwijkt uiteindelijk de vraag. “We willen eerst onze posities op het Amerikaanse continent consolideren. In een bedrijf als het onze vertegenwoordigt arbeid nu minder dan 10% van de kosten, daarom moeten we in onze zakelijke oefening rekening houden met de hele bevoorradingsketen.” Na hergroeperingen bij de motorbouwers en de fabrikanten van elektronische apparatuur, kondigen specialisten nu een nieuwe consolidatiegolf binnen de sector aan. Een evolutie die Christian Boas nauwgezet in het oog houdt. “Financiële onafhankelijkheid is een van de fundamentals van ons bedrijfscharter, maar we namen ook op dat dit geen rem voor de groei of het voortbestaan van ASCO mag vormen. Als de markt schaalvergroting eist, dan zullen we die vraag op dat moment grondig onderzoeken. De voorbije 61 jaar hebben we slechts een enkele keer negatieve resultaten moeten voorleggen. Wat we doen, doen we goed. Onze strategie bestaat erin om wereldleider te blijven voor de complexe luchtvaartstructuren, van bij het ontwerp tot aan de dienst na verkoop. En het spreekt voor zich dat we ons daarbij voortdurend in vraag moeten blijven stellen ...”
SCO Aerospace Canada Ltd., in Brits-Columbia is slechts op twee A uur afstand gevestigd van het Boeing-hoofdkwartier in Seattle.
&D vormt de kernstrategie van ASCO waarmee ze hun R wereldwijde leiderspositie willen veiligstellen.
•
Outline - Apr il 2016
23
Wealth Engineering
Het familiaal charter: eendracht rendeert Families met een familiebedrijf worden gaandeweg groter en complexer. Om de complexiteit te beheersen, ontstaat een nood aan governance van de familie. Een belangrijk element van die governance is het vastleggen van spelregels, die worden opgenomen in een familiaal charter. Dit charter wordt dan de grondwet van de familie. Er zijn veel goede redenen om duidelijke spelregels vast te leggen voor de familie. In eerste instantie laten spelregels toe te anticiperen op problemen en conflicten. Het is immers erg moeilijk om een objectieve politiek uit te stippelen wanneer
Inhoud van het charter
• De familiale waarden • De eigenaarsvisie van de familie • De eigendom van het familiebedrijf
• Wie kan aandelen bezitten? • Hoe besloten is de aandeelhoudersstructuur? • Hoe wordt het aandeelhouderschap georganiseerd? • Wat als familieleden hun aandelen wensen te verkopen? • Wie heeft stemrecht als aandelen tegelijk aan vruchtgebruikers en blote eigenaars toebehoren?
• De financiële doelstellingen
• De groei • Het dividend of andere financiële voordelen • Het risico dat door het familiebedrijf wordt genomen • De verhandelbaarheid/liquiditeit van het aandeel
• Carrières binnen het familiebedrijf
• Welke en hoeveel personeelsleden kunnen in het familiebedrijf werken? • Welk opleidingsniveau is vereist? • Is voorafgaande ervaring buiten het familiebedrijf een vereiste? • Kunnen aangetrouwden werken in het familiebedrijf ? • Hoe en door wie worden prestaties van familieleden geëvalueerd? Wat zijn de gevolgen? • Wat gebeurt er in geval van arbeidsongeschiktheid?
• Vergoedingen
• Hoe worden familieleden vergoed? • Hoe verhoudt deze vergoeding zich tot die van niet-familieleden?
J ozef Lievens, medeoprichter van het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB).
24
O utline - Apr il 2016
Wealth Engineering
• Bestaat er een relatie tussen de vergoeding en het dividend dat familieleden toekomt?
• De governance van het familiebedrijf
• Wie maakt deel uit van de raad van bestuur? • Hoe wordt de voorzitter aangeduid? • Kan de voorzitter tegelijk gedelegeerd bestuurder zijn? • Worden externe bestuurders benoemd? • Welke verhouding wordt beoogd tussen externe en familiale bestuurders?
• De governance van de familie
• Welke familiale governancestructuren worden in het leven geroepen? • Wie maakt er deel van uit? • Wat zijn de taken van het familieforum? Hoe beslist het? Welke stemkracht heeft elk lid? • Wie zit het familieforum voor? • Hoe dikwijls komt het bijeen? • Hoe wordt over de werking gerapporteerd? • Bestaan er nog andere organen? Hoe werken deze?
• De leiding van het familiebedrijf
• Aan welke voorwaarden moet de bedrijfsleiding beantwoorden? • Moet de bedrijfsleiding tot de familie behoren?
• De rol van niet-familieleden in het familiebedrijf
• Mogen zij directie- en topfuncties bekleden? • Mogen zij aandelen verwerven? • Wat gebeurt er als niet-familieleden voor bepaalde functies in concurrentie komen met familieleden?
• Communicatie
• Welke communicatiekanalen en -methoden bestaan binnen de familie en tussen de familie en het familiebedrijf ?
• Hoe worden persoonlijke doelstellingen, prestaties en verwachtingen besproken binnen de familie? • Waarover wordt wanneer met wie gecommuniceerd? • Hoe wordt gecommuniceerd met echtgenoten, partners, kinderen en eventueel kleinkinderen? Waarover en wanneer? • Wordt er eventueel een familieblad uitgegeven?
• Familiale harmonie en conflicten
• Hoe gaat de familie te werk bij conflicten? • Welke mechanismen van bemiddeling worden gecreëerd?
• Opleidingen • • • • •
Welke initiatieven neemt de familie voor opleidingen? Over welke onderwerpen? Wie staat ervoor in? Wie betaalt deze opleidingen? Welke familieleden komen ervoor in aanmerking?
• De jonge generatie
• Hoe worden interesse en engagement aangemoedigd? • Vanaf welke leeftijd?
• Filantropie
• Neemt de familie initiatieven op het vlak van filantropie? • Welk bedrag wordt eraan besteed? • Wie staat in voor de organisatie van filantropische initiatieven?
• Wijziging familiaal charter
• Met welke meerderheid kan het familiaal charter worden gewijzigd? • Wie kan daartoe het initiatief nemen? • Volgens welke procedure verloopt de wijziging?
Outline - Apr il 2016
25
Wealth Engineering
et algemene gevoel is dat alle “ Hvalkuilen met klare afspraken zijn gedempt en de weg naar de toekomst is geëffend. Eendracht rendeert! Als familie hebben we aangetoond dat wij in dialoog de gevaarlijke klippen kunnen omzeilen
”
de familie met de neus op een prangend probleem gedrukt wordt. Op dat ogenblik wordt vaak niet het probleem besproken, maar wel de personen die er aanleiding toe gaven. Op de tweede plaats zorgt het vastleggen van spelregels voor meer eenheid in de familie. Het charter van de familie Torfs bijvoorbeeld, heeft dan ook als titel 'Eendracht rendeert'. Ten slotte is het opstellen en vastleggen van die spelregels voor de familie een belangrijke vormende activiteit. Het verplicht haar om grondig na te denken en van gedachten te wisselen. Het opstellen van een familiaal charter helpt bij de ontwikkeling van vaardigheden als communicatie, planning en conflictoplossing. De familie krijgt het gevoel samen iets belangrijks te hebben verwezenlijkt.
De inhoud van een familiaal charter
Het opmaken van spelregels is maatwerk, dat voor elke familie anders is. Het hangt af van de fase waarin het familiebedrijf zich bevindt, van de omvang van de familie, van het aantal actieve en passieve aandeelhouders, van de cultuur van de familie en het familiebedrijf en van de graad van harmonie in de familie. Uit onze ervaring bij de begeleiding van de redactie van zo’n vijftigtal charters blijkt dat in de meeste familiale charters veel onderwerpen aan bod komen (zie kader Inhoud van het charter).
De totstandkoming van het familiaal charter
Bijna even belangrijk als de inhoud van het charter is het proces waarmee het in het leven wordt geroepen. Het biedt een buitenkans om eenheid en harmonie te realiseren. Er moet dan ook behoedzaam mee worden omgesprongen.
Wouter Torfs, CEO Schoenen Torfs.
26
O utline - Apr il 2016
Een familiaal charter komt meestal in verschillende fasen tot stand. In een eerste fase wordt de familie zich bewust van het nut van een familiaal charter. Vervolgens moet ze zich engageren om het proces op te starten. Meestal stuwen een
Wealth Engineering
of meerdere enthousiaste familieleden de familie in deze fase vooruit.
besloten op welke manier de beslissingen zullen worden genomen.
Op een startvergadering wordt het idee toegelicht. Een presentatie door een externe adviseur over de voordelen van een familiaal charter zal meestal een positief effect hebben. Naderhand wordt een actieplan vastgelegd en een coördinator of een (klein) coördinatiecomité aangeduid. Meestal wordt afgesproken een aantal vergaderingen te wijden aan de redactie van een discussielijst en naderhand aan het charter. In veel gevallen geven families er de voorkeur aan het proces te laten begeleiden door een externe consultant of facilitator. Het comité of de coördinator bereidt de discussiefase voor. Tijdens deze voorbereiding worden de onderwerpen opgelijst die het charter moet behandelen. Daarnaast wordt
Tijdens de discussiefase worden de onderwerpen inhoudelijk besproken. Best gebeurt dit aan de hand van een checklist. De coördinator of meestal de externe adviseur adviseert het comité, noteert de besluiten van de vergadering en stelt een ontwerp van familiaal charter op. Zijn alle punten besproken, dan wordt het ontwerp naar de hele familie gestuurd met de vraag opmerkingen te geven. Het eindresultaat is een volledig goedgekeurd ontwerp.
ING Private Banking en het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) De familiebedrijven vertegenwoordigen 77% van het economische weefsel en 45% van de werkgelegenheid in België. U kunt ze dus gerust de basis van onze economie noemen. De Private Bankers en de Relationship Managers Ondernemingen van ING worden opgeleid om familiale ondernemers te ondersteunen. Ze werken nauw samen omdat gedurende de volledige levenscyclus van een familiebedrijf private en professionele aspecten sterk met elkaar verweven zijn. Met een globale benadering kunnen familiale ondernemers efficiënt worden begeleid, van de oprichting van hun bedrijf tot aan de overdracht. ING steunt hiervoor op de expertise van haar teams, maar werkt ook nauw samen met gespecialiseerde partners zoals met het Instituut voor het Familiebedrijf.
Naderhand moeten de structuren rond governance en communicatie worden afgestemd op het familiaal charter. Ook de gemaakte afspraken moeten worden omgezet in de praktijk. Voor veel families zorgt de redactie van een familiaal charter voor een positieve boost. Wouter Torfs verwoordde het als volgt : “Het algemene gevoel is dat alle valkuilen met klare afspraken zijn gedempt en de weg naar de toekomst is geëffend. Eendracht rendeert! Als familie hebben we aangetoond dat wij in dialoog de gevaarlijke klippen kunnen omzeilen”. De recente geschiedenis heeft aangetoond dat die eendracht de familie Torfs geen windeieren heeft gelegd.
•
http://www.familiebedrijf.be/
Outline - Apr il 2016
27
Wealth Engineering
28
O utline - Apr il 2016
Wealth Engineering
Een goede voorbereiding is het halve werk Steeds meer bedrijven doen voor hun groei een beroep op private equity. Private equity is echter geen vrijblijvende keuze. Als actieve aandeelhouders hebben deze spelers vaak een significante invloed. Sommige operaties dragen bij tot grote successen, andere slagen niet. Dit zette het Instituut voor Bestuurders, GUBERNA, aan tot een reflectie over de achterliggende redenen voor succes of falen. Een gesprek met dr. Olivier Van der Brempt, doctoral associate bij GUBERNA en Luc Van de Steen, Head of Corporate Investments bij ING. “Voor sommige bedrijven zullen private equity-investeringen inderdaad bijdragen tot betere economische prestaties, groei en innovatie. Terwijl andere helemaal niet slagen in hun opzet, met lagere waarderingen of conflicten tot gevolg”, vertelt Olivier Van der Brempt. GUBERNA startte in 2012 met het onderzoek: eerst desk research, gevolgd door 34 interviews This booklet proposes our overarching perspective on how private equity providers and portfolio companies met zowel experten, private equity-spelers en bedrijven met may develop a constructive working relation throughout all phases of the investment lifecycle as well as all actors of the corporate governance tripod. Building on in-depth interviews with 34 entrepreneurs, ervaringacross in het aantrekken vanliterature private equity-kapitaal. investors and experts as well as an extensive review, we introduce two main premises. Dit Our first premise is that each company brings together the often competing interests of shareholders, monddemanagers, einddirectors 2015anduit een handig voor bedrijven die otherin stakeholders. By developingboekje a corporate governance model, the company creates a (formal) set of structures, procedures and attitudes aimed at balancing these interests, solving potential conflicting interests and effectively and directing the company. private equity overwegen. INGmonitoring België, dat zelf via haar afdeling Our second premise is that the entry of a private equity in a portfolio company inherently affects this historically-developed corporateheel governance model by is influencing the status quo equity-invesamong portfolio company Corporate Investments actief als private shareholders, directors and managers. As a result, it requires private equity and portfolio company actors to strike a new balance effectively reflecting the interests of all parties in function of the company’s new teerder, ownership steunde de totstandkoming ervan. Olivier Van der structure. Our research suggests that when portfolio company and private equity actors do not developing such a new corporate governance model, they may endanger future collaboration. In Brempt:succeed “Metin this ditbooklet boekje willenitswe bedrijven bewust van particular, explains throughout four chapters how to develop a new modelmaken and how it may stimulate effective collaboration. In particular it demands actors… de impact en uitdagingen die de keuze voor private equity met 1. … to be aware of the potential changes and challenges to the corporate governance model as well as a solid preparation taking contact or the entry of a private equity governance (Chapter 1) zich meebrengt en before aangeven hoe corporate kan 2. … to search for a partner matching their needs, and subsequently develop a collectively supported corporate governance model as formally written down in the shareholder agreement (Chapter 2);tussen helpen om een constructieve werkrelatie te ontwikkelen 3. … to use this new corporate governance model to stimulate effective decision-making and an optimal execution of board roles during the investment phase (Chapter 3); and private equity-investeerders en ondernemers. Veel hangt 4. … to use the effective working relation as induced by the corporate governance model to determine a satisfactory exit valuation and exit scenario. Moreover, to build on the corporate governance ook af van mutually de tosituatie. Bedrijven kunnen om diverse model develop a next chapter in the company’s life (Chapterimmers 4). redenen extern kapitaal aantrekken: groei, een gedeeltelijke of volledige uitstap van familiale aandeelhouders of een verdere professionalisering waarbij de inbreng van externe knowhow een plus kan betekenen.”
ook de onderhandelingen vergemakkelijken.” Loopt het proces hier al spaak en is er bij het bedrijf, de aandeelhouders of het management onwil tot verandering, dan kan dit erop wijzen dat
PRIVATE EQUITY & CORPORATE GOVERNANCE: a company perspective
De initiële fase: 'Bezint eerDesign gebybegint'
“Bedrijven moeten zich bewust zijn van de mogelijke wijzigingen en uitdagingen voor hun corporate governance model”, vertelt Luc Van de Steen. “In België bestaat het economische landschap grotendeels uit familiebedrijven. Vaak worden deze bestuurd op gevoel, waarbij de kennis in het hoofd van de oprichter verankerd zit. Deze moet er mee kunnen leven dat externe spelers willen opvolgen wat er met hun geld gebeurt en rapportering vereisen. Wij raden onze klanten daarom aan om grondig hun huiswerk te doen en indien nodig op voorhand te werken aan een goede rapportering. Dit leidt niet alleen tot een bijkomende professionalisering van het bedrijf, het zal
Cover van het GUBERNA-boekje: 'Private Equity & Corporate Governance: a company perspective'.
Outline - Apr il 2016
29
Wealth Engineering
het bedrijf nog niet klaar is voor externe partners en moeten de extra middelen op een andere manier worden aangetrokken. Private equity is immers maar een van de verschillende manieren om middelen te verwerven, naast bedrijfsobligaties, crowdfunding, achtergestelde leningen, mezzaninekapitaal enz. “ING zoekt met haar klanten steeds naar de beste oplossing”, besluit Luc Van de Steen.
bijvoorbeeld de rechten die met elk type aandelen verbonden zijn, de verschillende beslissingsbevoegdheden, belangenconflicten, transacties tussen aandeelhouders enz. In feite is het een soort checklist. “Ik herinner me bijvoorbeeld een bedrijf waarvoor we bepaalden dat er binnen het jaar een externe CEO moest worden aangetrokken.” Van bij de bespreking van de samenwerking zal er ook veel aandacht gaan naar de exit, goede afspraken maken immers goede vrienden. De waardering, zowel bij de instap als bij de uitstap, moet weloverwogen zijn. Het mag dan ook niet verwonderen dat sommige private equity-verstrekkers enkel met een bedrijf in zee willen gaan als ze de meerderheid van de aandelen hebben, zo houden ze de controle over het moment van uitstap. Het grote voordeel van private equity ten opzichte van een beursnotering is dan weer dat de belangen van de eerste categorie meer in lijn liggen met deze van het bedrijf. Beleggers op de beurs willen vaak een veel snellere return, waardoor het bedrijf zich niet noodzakelijk op het juiste ritme kan ontwikkelen.
Een goede samenwerking Luc Van de Steen, Head of Corporate Investments ING.
Vóór de investering
In een volgende fase moet het bedrijf op zoek naar een partner die past bij zijn noden. Olivier Van der Brempt: “Er zijn diverse types van spelers: sommige zijn algemeen, terwijl andere zich richten op bepaalde sectoren. Ook de mate van betrokkenheid verschilt, sommigen houden heel erg de vinger aan de pols en brengen knowhow in, terwijl anderen zuivere kapitaalverstrekkers zijn.” Daarnaast verschillen ook hun strategieën en de typische investeringstermijnen. Het is belangrijk dat bedrijf en private equity-partner zowel strategisch op een lijn zitten als elkaar persoonlijk aanvoelen. “In de liefde moet men op zoek naar een persoon met wie het klikt, eigenlijk is dit hier precies hetzelfde. En dat is niet noodzakelijk de goedkoopste partner, maar wel degene met wie men de volgende jaren het best kan samenwerken”, vervolgt Olivier Van der Brempt. Het bedrijf en de private equity-partner moeten op zoek naar een corporate governance-model waarin ze zich beiden kunnen vinden, waarna een aandeelhoudersovereenkomst wordt opgesteld. Luc Van de Steen: “Eigenlijk is dat het minihuwelijkscontract tussen aandeelhouders. Het bedrijf moet hiervoor de nodige tijd uittrekken en zich laten omringen met de juiste adviseurs, vaak gespecialiseerde advocatenkantoren.” Het betreft dan
30
O utline - Apr il 2016
Tijdens de fase van samenwerking, vaak periodes van vijf tot zeven jaar, zullen bedrijf en private equity-partner vaak rond de tafel zitten. Hoe vaak hangt af van de mate van betrokkenheid. Luc Van de Steen: “ING is betrokken bij het bedrijf, maar zal in principe altijd voortwerken met het zetelende (familiale) management. Wij gaan nooit het roer overnemen of een nieuw management installeren, hooguit bijsturen. Soms beperkt onze aanwezigheid zich tot de raden van bestuur,
Olivier Van der Brempt, doctoral associate bij GUBERNA.
Wealth Engineering
ING Corporate Investments – private equity ING Corporate Investments is een financiële en strategische partner die investeert in kleine en middelgrote ondernemingen in België, Luxemburg en Frankrijk. We verschaffen buy-out kapitaal, groeikapitaal en venture kapitaal. ING Corporate Investments maakt deel uit van de ING Groep en is actief in private equity sinds 1997 en heeft al meer dan 100 miljoen euro geïnvesteerd.
terwijl we bij andere bedrijven of in periodes van belangrijke beslissingen, zoals grote investeringen of acquisities, mogelijk elke week naar het bedrijf trekken. De aanwezigheid van ING in het kapitaal van de onderneming helpt vaak ook in de commerciële werking: het bedrijf kan klanten of leveranciers tonen dat het wordt geruggensteund door een stevige financiële partner. En natuurlijk brengen we de verschillende mensen uit ons netwerk samen. We investeerden inmiddels in 55 bedrijven, onnodig te zeggen dat we een uitgebreide contactlijst hebben. Mensen samenbrengen, dat is onze kracht.” Toch gebeurt het vaak dat ondernemers teleurgesteld zijn, ze hadden meer inbreng verwacht van hun nieuwe partner. “Dit beklemtoont opnieuw het belang van de keuze van de juiste partner”, argumenteert Olivier Van der Brempt. “Zo zullen meer gespecialiseerde investeerders, bijvoorbeeld in retail of FinTech, vaker een grotere toegevoegde waarde hebben over strategie dan meer algemene investeerders.” Een goede aandeelhoudersovereenkomst, een competente raad van bestuur en de aanwezigheid van onafhankelijke bestuurders kunnen de samenwerking tussen de private equityspeler en het bedrijf stimuleren en verbeteren, zowel binnen als buiten de raad. Goed gekozen onafhankelijke bestuurders kunnen via hun specifieke competenties immers een grote toegevoegde waarde leveren voor de onderneming. Daarnaast kunnen zij, ten gevolge van hun neutrale positie, ook helpen bij het vermijden of tenminste ontmijnen van mogelijke conflicten tussen de ondernemer en de private equity-investeerder.
Tijd voor een volgende fase …
Na een al dan niet vooraf bepaalde vaste periode zal de private equity-speler willen uitstappen. Doorgaans volgens de eerder vastgelegde spelregels uit de overeenkomst. Openheid is daarbij erg belangrijk. Maar omdat niemand een glazen bol heeft en er tijdens de looptijd van de investering veel kan veranderen, kan het vaak beter zijn om intenties dan onwrikbare
investeerde inmiddels in “ I55NGbedrijven en daardoor hebben we een uitgebreide contactlijst. Mensen samenbrengen, dat is onze kracht
”
afspraken vast te leggen. Luc Van de Steen: “De conjunctuur kan omslaan, in gunstige of ongunstige zin. Voor een bepaalde investering kregen we al na enkele jaren een aanbod dat zo aantrekkelijk was dat we er wel op moesten ingaan. Omgekeerd zijn we ook al eens langer in een bedrijf blijven participeren omdat het juiste momentum voor verkoop nog niet was aangebroken.” Vaak is het de private equity-partner die op zoek gaat naar een koper voor zijn investering. Dat kan zowel een overnemer als een grotere investeringsmaatschappij zijn, of via een beursgang gebeuren. Idealiter gebeurt de waardering op dezelfde manier, of alleszins volgens dezelfde zienswijze als bij de toetreding van het kapitaal. En zo breekt er voor het bedrijf een nieuw hoofdstuk aan …
•
GUBERNA, het Instituut voor Bestuurders
GUBERNA, het Instituut voor Bestuurders, heeft als doelstelling het bevorderen van deugdelijk bestuur in al zijn dimensies en voor alle types bedrijven. Het Instituut doet dit zowel door sensibilisatie en informatie als opleiding. Om deze doelstelling te realiseren vormen GUBERNA en zijn leden (bestuurders, CEO’s en topmanagers) een dynamisch platform voor de uitwisseling van ervaringen en de overdracht van kennis over governance. Meer informatie op www.guberna.be. Op deze website vindt u ook een uitgebreide samenvatting en de gegevens voor het bestellen van het handige boekje.
Outline - Apr il 2016
31
Juridisch Sarah Joos Legal & Tax Expert ING Private Banking
De uitvoering van de taxshift:
focus op vermogen en beleggingen Dat minister van Financiën Johan Van Overtveldt een koele minnaar is van de speculatietaks maar een vurige voorstander van de taxshift konden we lezen in het interview in de vorige editie van Outline. De taxshift houdt een verschuiving in van de lasten op arbeid naar andere vormen van fiscaliteit in een context van budgettaire neutraliteit. De diverse maatregelen die de taxshift concreet vormgeven zijn opgenomen in de Wet van 26 december 2015 ter versterking van jobcreatie en koopkracht. De speculatietaks maakt er deel van uit, maar de taxshift behelst veel meer.
1. Daling lasten op arbeid
Dit wordt via twee verschillende ingrepen gerealiseerd. Enerzijds worden aan werkgeverszijde de patronale lasten op arbeid aanzienlijk verminderd (van 33% naar 25%). Dit moet een rechtstreeks positief effect hebben op de competitiviteit van onze bedrijven in vergelijking met de buurlanden en op de creatie van jobs in het algemeen. Anderzijds zijn er aan de werknemerszijde verschillende wijzigingen voorzien in de personenbelasting die de fiscale druk op inkomsten uit arbeid moeten verlagen. Dat gebeurt gefaseerd en met een focus op lage en middeninkomens door:
• • •
een verhoging van de aftrek van forfaitaire beroepskosten voor werknemers; het optrekken van de belastingvrije som; het aanpassen van de belastingschijven en progressieve tarieven zodat de hogere tarieven minder snel van toepassing worden.
2. Specifieke maatregelen voor zelfstandigen en kmo’s
Voor zelfstandige werkgevers en kmo’s die een belangrijke plaats in het economische weefsel van ons land innemen, worden extra stimuli voorzien. Een aantal voorbeelden in die context zijn:
32
O utline - Apr il 2016
• •
een volledige vrijstelling van werkgeversbijdragen voor een eerste aanwerving en een vermindering voor volgende aanwervingen; een geleidelijke vermindering van de sociale bijdragen voor zelfstandigen.
Het kostenplaatje van de voorziene lastenverlagingen moet wel op een of andere manier gefinancierd worden. Dat gebeurt via diverse maatregelen, belastingverhogingen en invoering van nieuwe taksen. Wie een voordeel geniet, zal een extra inspanning moeten leveren op een ander vlak. Bijvoorbeeld door de herinvoering van het btw-tarief van 21% op elektriciteit, hogere accijnzen op diesel en alcohol, duurdere sigaretten en de invoering van een zogenaamde suikertaks op frisdranken.
Hoger btw-tarief voor werken aan recente woningen Wie een recente woning verder wou afwerken kon dat tot voor kort aan het aantrekkelijke btw-tarief van 6% van zodra de woning minstens 5 jaar oud was. De ouderdomsgrens voor de woning wordt nu opgetrokken tot 10 jaar. De afwerking van de woning blijft m.a.w. gedurende de eerste tien jaar onderworpen aan het gewone btw-tarief van 21%. Dat scheelt toch wel een slok op de borrel voor wie tien jaar net iets te lang vindt om een woning helemaal af te werken.
Juridisch Ook wie inkomen uit kapitaal en vermogen vergaart, wordt niet ontzien. Intresten en dividenden worden zwaarder belast, korte termijn meerwaarden op aandelen worden aangepakt via de speculatietaks en de toepassing van de ‘Kaaimantaks’ wordt versterkt. Ook een nieuw kader voor de regularisatie van inkomsten en kapitalen die zijn ‘besmet’ door fiscale fraude moet een steentje bijdragen om de extra uitgaven te compenseren.
3. Verhoging roerende voorheffing
De verhoging van het tarief van de roerende voorheffing is een beproefde methode van belastingverhoging. Stilaan alle intresten en dividenden die binnen een beleggingsportefeuille worden geïnd, vallen onder het tarief van 27%. Enkel voor de intresten van gereglementeerde spaarrekeningen en de zogenaamde ‘Leterme-staatsbons’ blijft nog het uitzonderings tarief van 15% gehandhaafd.
VVPR-bis-regeling en liquidatiereserve Aan eerder ingevoerde gunstige tariefstelsels wordt niet of nauwelijks geraakt. Concreet gaat het om de zogenaamde ‘VVPR-bis’-regeling en het stelsel van de ‘liquidatiereserve’. VVPR-bis: dividenden van aandelen die nieuwe (sinds 1 juli 2013) inbrengen van kapitaal in kmo’s vertegenwoordigen, kunnen na verloop van tijd en mits respect van bepaalde voorwaarden uitgekeerd worden aan het voordeeltarief van 20% of 15% roerende voorheffing. Liquidatiereserve: deze regeling werd ingevoerd na de opheffing van het gunsttarief van 10% voor liquidatieboni. Ze laat toe om reserves vast te klikken mits de betaling van een belasting van 10%. Bij liquidatie van de vennootschap kunnen dergelijke reserves zonder bijkomende belasting toekomen aan de aandeelhouders. Worden ze toch uitgekeerd als dividend, dan is er roerende voorheffing verschuldigd: 17% (in plaats van het eerder toepasselijke tarief van 15%) als dat gebeurt binnen de vijf jaar nadat ze werden aangelegd, 5% daarna.
4. Speculatietaks
a. Op wie is deze taks van toepassing?
In eerste instantie treft deze nieuwe taks de Belgische particulier (natuurlijke persoon in België onderworpen aan de personenbelasting). Verrassend genoeg voorziet de wettekst dat ook particulieren die in het buitenland wonen en zogenaamde
‘gelijkgestelde spaarders niet-inwoners’ (EU-ambtenaren, buitenlandse kaderleden, enz.) die hun beleggingen in België aanhouden, ermee geconfronteerd kunnen worden.
b. Wie ontsnapt er aan?
Belgische en buitenlandse vennootschappen. Ook rechtspersonen die in België onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting (bijvoorbeeld vzw’s) vallen buiten het toepassingsgebied.
c. Wat valt eronder?
De speculatietaks treft volgende instrumenten: • aandelen, opties, warranten en bepaalde andere aandelengerelateerde financiële instrumenten; • in de mate dat ze beursgenoteerd zijn (in België of in het buitenland); • voor zover de overdracht plaatsvindt minder dan zes maand na de verkrijging; • en enkel als de verkrijging dateert van na 31 december 2015.
d. Wat valt er niet onder?
Alle niet-beursgenoteerde aandelen (bv. aandelen van de eigen vennootschap) en andere financiële instrumenten zoals obligaties, aandelen van Beveks, deelbewijzen van gemeenschappelijke beleggingsfondsen en aandelen van gereglementeerde vastgoedvennootschappen zijn uitdrukkelijk uitgesloten. Ook meerwaarden die betrekking hebben op aandelen die zijn verworven in het kader van een ‘stock-option’-plan vallen er niet onder. Financieel instrument Beursgenoteerd aandeel
In scope *
Out of scope **
✔
Niet-beursgenoteerd aandeel
✘
Beveks en gemeenschappelijke beleggingsfondsen (bijvoorbeeld Kronos, Optimal Selection, trackers, ETF’s)
✘
Beursgenoteerde opties
✔*
Beursgenoteerde warranten
✔*
✘ ** ✘ **
Obligaties en kasbons
✘
Aandelen van gereglementeerde vastgoedvennootschappen (vroegere vastgoedbevaks)
✘
* In scope indien onderliggend = een of meerdere welbepaalde beursgenoteerde aandelen ** Out of scope indien onderliggend = index, commodities, currency, …
Outline - Apr il 2016
33
Juridisch e. Over welke verrichtingen gaat het?
De taks kan van toepassing zijn in een ruimere context dan die van gewone aan- en verkopen. Ook zogenaamde ’corporate actions’ (de toekenning van een dividend in natura, een stock split, een spin-off, een fusie, …) kunnen aanleiding geven tot belastingheffing.
f. De belastbare basis
De belastbare basis is gelijk aan het positieve verschil tussen de verkoopprijs (minus de TOB betaald bij verkoop) en de aankoopprijs (vermeerderd met de TOB bij aankoop). Andere taksen en kosten kunnen niet in rekening worden gebracht. Als de aankoop van eenzelfde financieel instrument in verschillende schijven heeft plaatsgevonden, gebeurt de berekening aan de hand van het LIFO-principe, m.a.w. dat wat laatst aangekocht werd, geacht wordt er het eerst uit te gaan. Minwaarden gerealiseerd naar aanleiding van een operatie zijn niet verrekenbaar met meerwaarden gerealiseerd naar aanleiding van een andere operatie. De enige uitzondering betreft de mogelijkheid tot compensatie van meer- en minwaarden gerealiseerd met betrekking tot een en hetzelfde instrument en naar aanleiding van eenzelfde operatie. Voorbeeld Aankoop op 2/08/2016 van 1.500 aandelen X aan 18 euro Aankoop op 2/09/2016 van 1.700 aandelen X aan 13 euro Verkoop op 5/10/2016 van 3.200 aandelen X aan 15 euro Berekening van de belastbare basis: 1) de laatste aankoop wordt bij voorrang in aanmerking genomen: (15 euro – 13 euro) x 1.700 aandelen X = 3.400 euro 2) dan pas komt de eerste aankoop aan bod: (15 euro – 18 euro ) x 1.500 aandelen X = -4.500 EUR Per saldo bedraagt de belastbare grondslag 3.400 euro – 4.500 euro = -1.100 euro, (bedrag dat uiteindelijk tot 0 wordt teruggebracht).
g. De belastingheffing
Op de berekende belastbare grondslag wordt een belasting geheven van 33%. Deze taks wordt aan de bron ingehouden als de belastbare verrichting wordt gerealiseerd met tussenkomst van een ‘in België gevestigde tussenpersoon’ (bijvoorbeeld een Belgische bank). In dat geval werkt de ingehouden roerende voorheffing bevrijdend en moet de meerwaarde niet in de aangifte worden opgenomen. Als de taks niet aan de bron werd ingehouden, is aangifte wel verplicht. Dat zal het geval zijn als de verrichting werd gerealiseerd via een buitenlandse tussenpersoon (bank) of zonder tussenkomst van een ‘in België gevestigde tussenpersoon’.
34
O utline - Apr il 2016
h. Bijzondere aandachtspunten
Een paar specifieke gevallen die in de wettekst zijn geregeld, willen we u zeker niet onthouden. Ze over het hoofd zien, zou in de praktijk tot onaangename verrassingen kunnen leiden.
Schenking De regeling voorziet een specifieke ‘anti-misbruik’-bepaling om te beletten dat men via schenking zou proberen te ontkomen aan de speculatietaks. Bij schenking is het de oorspronkelijke aankoop door de schenker die in aanmerking wordt genomen om te bepalen of bij de verkoop door de begiftigde de taks verschuldigd is. Ook deze regel kan best verduidelijkt worden aan de hand van een voorbeeld: • vader koopt aandelen op 6/01/2016 • hij schenkt ze aan zijn zoon op 11/03/2016 • verkoop door zoon op 5/07/2016: valt onder de speculatietaks
Transfer van effecten De taks is in regel niet van toepassing op effecten die werden aangekocht vóór 1 januari 2016 en evenmin indien er tussen ‘aan- en verkoop’ zes maanden of meer zijn verstreken. Bij een effectentransfer van de ene bank naar de andere bank, zit er echter een addertje onder het gras. De wettekst voorziet in zogenaamde ‘default’ en ‘fall back’regels die verplicht door de banken moeten worden toegepast. Zo moet de transferdatum zelf als ‘aankoopdatum’ in aanmerking worden genomen, tenzij de bank over het bewijs van de reële ‘aankoopdatum’ beschikt. En er is meer … Bij gebrek aan informatie over de reële aankoopprijs is het de totale verkoopprijs die als meerwaarde wordt beschouwd. Volgend voorbeeld toont de impact aan: • persoon A heeft aandelen in portefeuille bij bank X sinds 09/13 (aankoopprijs = 100) • hij transfereert ze naar bank Y op 6/01/16 (koers datum transfer = 102) • hij verkoopt ze bij bank Y op 11/03/16 (verkoopprijs = 98) Bij gebrek aan bewijsstukken over ‘aankoopdatum en –prijs’ zal bank Y verplicht zijn om bij de 'verkoop' 33% roerende voorheffing in te houden op de totale verkoopprijs! Dit kan enkel vermeden worden door aan bank Y tijdig de nodige bewijsstukken (aankoopborderellen) te bezorgen.
5. Kaaimantaks
Dit regime werd ingevoerd om het mogelijk te maken inkomsten uit vermogen dat vervat zit in ‘buitenlandse juridische structuren’ alsnog te onderwerpen aan Belgische belasting. Dat gebeurt door bij wijze van fiscale transparantie de oprichter, zijn erfgenamen of de begunstigden van dergelijke structuren te belasten alsof de structuur niet zou bestaan. De regeling
Juridisch
onderscheidt twee categorieën: de trusts en trustachtige structuren enerzijds en buitenlandse rechtspersonen die tegen minder dan 15% worden belast anderzijds. Naast de belasting wordt er ook voorzien in een verplichte melding van dergelijke structuren in de belastingaangifte. In de eindejaarswetgeving worden een aantal wijzigingen aangebracht aan de oorspronkelijke regeling met het oog op de verhoging van de efficiëntie (lees: fiscale opbrengsten) ervan. Een van die wijzigingen betreft de toevoeging van een specifieke antimisbruikbepaling. Na de invoering van de regeling vreesde men dat individuele beleggers hun vermogen zouden gaan onderbrengen in structuren die zijn uitgesloten van de toepassing van de taks. Daarbij wordt het voorbeeld gegeven van een zogenaamd ‘privé’ compartiment van een ICB (instelling voor Collectieve Belegging), ook ‘fonds dédié’ genoemd. Daar wordt paal en perk aan gesteld door de vrijstelling te ontzeggen indien de structuur binnen een privékader wordt gebruikt. Privé houdt in dat de rechten omtrent de structuur (of onderdeel ervan) toekomen aan één persoon of meerdere met elkaar verbonden personen.
6. Fiscale regularisatie
Ook de invoering van een nieuw kader voor fiscale regularisatie moet bijdragen tot de financiering van de taxshift. De toenemende fiscale transparantie op internationaal vlak indachtig, is de timing voor de invoering van een nieuw wettelijk kader voor fiscale regularisatie goed gekozen. Voor meer details hierover
verwijzen we naar het artikel over CRS (Common Reporting Standard) in de vorige editie van Outline van december 2015. De oorspronkelijke bedoeling was om de nieuwe regularisatiemogelijkheid te laten ingaan vanaf 1 januari 2016. Maar omdat het nodige akkoord van de Gewesten ontbrak, is dit niet kunnen doorgaan en is de invoering tot nader order opgeschort. Sinds de bevoegdheden van de Gewesten in fiscale zaken verruimd zijn door de zesde staatshervorming, moeten zij hier mee in betrokken worden. De regering heeft eind maart een akkoord bereikt over een nieuwe tekst die wel nog moet worden goedgekeurd. Verwacht wordt dat vanaf de zomer gebruik zal kunnen gemaakt worden van de nieuwe regeling. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat achter de taxshift een reeks diverse maatregelen schuilgaan. De ene kan al op meer enthousiasme onthaald worden dan de andere. Maar we eindigen met een positieve noot: inkomsten uit kapitaal en beleggingen worden in België nog steeds minder belast dan in veel van de ons omringende landen. Nederland heft een vermogensrendementsheffing (Box 3) waarbij wordt uitgegaan van een forfaitaire opbrengst van het vermogen van 4% belast aan een tarief van 30%. Frankrijk belast intresten, dividenden en meerwaarden aan hoge tarieven en kent een algemene ‘Impôt sur la fortune’ die de hogere vermogens viseert. De Belgische maatregelen zijn al bij al beperkt wat hun toepassingsgebied betreft.
•
Outline - Apr il 2016
35
Lifestyle
“Ik heb al velen besmet met het oldtimervirus” Op 23 en 24 april vindt in Spa opnieuw de ING Ardenne Roads plaats, de rally waarvan ING Private Banking hoofdsponsor is. Een van de vaste deelnemers is Dirk Van Praag, Private Banking-klant, een man die dankzij zijn aanstekende enthousiasme al velen wist warm te maken voor deze hobby. Vijf jaar geleden stampte hij zelfs een club uit de grond om onder gelijkgezinden aan oldtimers te sleutelen en samen rally's te rijden. Wij trokken naar hun clubhuis ten noorden van Antwerpen ... “De VuilpollenClub startte als een vriendenclub voor en door oldtimerzielen die graag de handen uit de mouwen steken, de baan op gaan en altijd iets willen bijleren over auto’s. En natuurlijk vooral graag eens samen een pintje drinken … Oorspronkelijk kwamen we hier elke maandagavond aan auto’s sleutelen, maar ondertussen is iedereen professioneel zo druk bezig dat die vaste avond werd geschrapt. Ons clubhuis blijft wel de vaste verzamelplek. Hier worden rally's voorgesteld en voorbereid. We organiseren er cursussen navigatie en natuurlijk af en toe een feestje. En mijn zoon Thomas vertrok er samen met twee vrienden in een oude Opel Agila voor de Mongol Rally, een tocht van 15.000 kilometer met aankomst in China, eigenlijk de vroegere Zijderoute.” Want inderdaad, Dirks kinderen kregen de liefde voor de historische auto en de rallywereld met de paplepel ingegeven. Zowel zijn twee zonen als zijn dochter rijden regelmatig. En zij zijn zeker niet de enigen, binnenkort vindt op algemene vraag zelfs een eerste ‘Two generations rally’ plaats waarbij enkel teams van vader en zoon, of vader en dochter enz. worden toegelaten. De rallywereld is dus geen exclusieve mannenwereld, al zijn er ‘men only’ rally’s. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de Tour Amical, een gerenommeerde rally voor Classic Cars naar Europese bestemmingen.
zit alles vervat wat men “ Invanzo’neenrally hobby verwacht: een flinke dosis competitie, culinair genieten, techniek, schoonheid van de auto’s, de natuur en de omgeving, mechaniek en camaraderie
”
36
O utline - Apr il 2016
Een grote liefde voor auto's
“Zelf sleutelde ik al aan oude auto's nog voor ik mijn rijbewijs had”, vertelt Dirk Van Praag. “Ik had zo’n beroemde kikkeroog (Austin Healey) en ik vergeet nooit die barre winternacht, begin van de jaren 1970, waarin ik op terugweg van Duitsland in panne viel. Mijn vader is me toen komen halen en heeft me honderden kilometers ver gesleept, over een besneeuwde autoweg. Levensgevaarlijk was het, na een half uur had ik
Lifestyle
immers zelfs geen achterlicht meer omdat mijn batterij plat was. Ondertussen ken ik gelukkig zelf al heel wat meer van mechaniek. Die bewuste auto is nadien verkocht, maar ik ben een vergelijkbaar exemplaar van 1959 aan het restaureren.” De gezellige toog van het clubhuis is gebouwd met onderdelen van het koetswerk van een Bentley. “Kort na de oorlog maakte Bentley voor het eerst wagens waarbij het koetswerk al vast voorzien was. Tot dan kocht men enkel een onderstel en werd er een carrosserie naar wens opgebouwd. Maar het plaatstaal van net na de oorlog was zo slecht van kwaliteit dat het al na vier tot vijf jaar ging roesten. Om die reden werden vele onderstellen omgebouwd tot rallywagen. En zo konden wij het staal recupereren voor onze toog.” Rond die toog ontspinnen zich al snel geanimeerde gesprekken over de rally’s van de volgende maanden. “De ING Ardenne Roads behoort ongetwijfeld tot de meer interessante rally’s. Het evenement is ook ontzettend professioneel uitgezet”, vertrouwt Eddy Nys me toe. “In dat type rally zit alles vervat wat men van een hobby verwacht: een flinke dosis competitie, culinair genieten, techniek, schoonheid van de auto’s, de natuur en de omgeving, mechaniek en camaraderie”. Niet voor niets is Dirk Van Praag er trots op dat hij de rally al meerdere keren won. Een eerste keer in 2004, binnen de categorie Pre War. Hij reed de rally samen met zijn zoon, op
dat moment een rebelse tiener. “Het was zijn eerste rally en hij mocht toen meteen op het podium. Die dag ontstond er tussen ons een band die nooit meer stuk kan.” In 2014 won Dirk Van Praag het algemene klassement en vorig jaar werd hij eerste binnen de categorie Pre War en tweede binnen het algemene klassement.
Engeland als bakermat voor de rallywereld
Eddy Nys brengt het gesprek op het belang van de copiloot. Zelf neemt hij al jaren deel aan rally's, als copiloot in een Apal, een auto van Belgische makelij, van 1951: “In het verleden
Apal Coupé (1961-1965) Het team van Patrick Van Remoortel en Eddy Nys neemt in Spa deel met een Apal Coupé. Apal is een Belgisch bedrijf, opgericht in 1961. Het in Blégny gevestigde bedrijf is vooral bekend geworden met de bouw van buggy’s, nieuwe carrosserieën die op een chassis van een grote constructeur worden geplaatst. In 1998, onder meer door de strengere Europese wetgeving, kwam er bij Apal definitief een eind aan de autoproductie. Van deze Apal Coupé, met een polyester carrosserie op een VW Kever-chassis van 1951 werden er tussen 1961 en 1965 circa 150 exemplaren verkocht, waaronder zo'n 30 met echte Porsche-mechaniek. Het waren rasechte racers en geduchte tegenstanders op de racecircuits.
Outline - Apr il 2016
37
Lifestyle
hebben we nog gereden met stafkaarten, maar tegenwoordig wordt er bijna overal gereden met een roadbook met een bolletje-pijltje-systeem en afstandsaanduidingen. Een ingebouwde Tripmaster kan helpen wanneer de oorspronkelijke kilometerteller het begeven heeft of afstanden in mijl aanduidt.” De moeilijkste rally? Dat is ongetwijfeld LeJog. Dirk Van Praag: “Ik heb hem één keer gereden, samen met mijn zoon Nick. Hij is een uitstekende copiloot, en dat is nodig, want het is een rally met gemengde navigatie die u zelf moet uitzetten, bovendien met Engelse afstandsmaten. Men kan dus maar best een wiskundig genie zijn. De teams leggen 2.500 kilometer af op 3 dagen, van het uiterste zuiden van Engeland tot het hoge Noorden, langs kleine landelijke wegen. Er wordt ook ’s nachts gereden en begin december kan het weer in Engeland bar zijn. Wie deze rally heeft uitgereden, wordt binnen het milieu met ontzag bekeken. Andere grote Engelse rally’s zijn de Flying Scotsman, een rally met vooroorlogse auto’s, en de Throckmorton Challenge waarbij men van de ene verlaten luchthaven naar de andere rijdt en men zelfs behendigheidsproeven moet afleggen. Hier wordt met jongere auto’s gereden.”
meerdaagse rally’s, zeker bij “ Bijbuitenlandse, ontstaan vaak vriendschappen voor het leven ” Koop enkel de auto’s die u graag ziet
Een van Dirks favorieten voor rally’s is ongetwijfeld zijn Delahaye van 1936. “Die auto heeft al veel meegemaakt. Enkele jaren geleden zijn we er zelfs mee aangereden. Maar onze beschermengel heeft ons toen gered. We werden geraakt op het reservewiel dat tegen de flank bevestigd is. Het lag meters verder in het gras, maar wij hadden niet eens een schrammetje. De restauratie van de carrosserie - het onderstel was ongedeerd - heeft wel lang geduurd.” Enkele glaasjes champagne later komt het gesprek op oldtimers als beleggingsinstrument. “Niet doen”, klinkt het in koor. De prijzen zijn heel erg onvoorspelbaar. Sommige auto’s stijgen heel erg in waarde, maar andere blijven jaren op hetzelfde niveau of verliezen zelfs hun aantrekkingskracht. Bovendien moet men rekening houden met eventuele restauratiekosten, die kunnen heel erg oplopen. Een kenner meenemen is geen overbodige luxe. Sommige modellen hangen bovendien te laag tegen de weg en zijn enkel geschikt voor circuits. Wilt u ze gebruiken voor rally’s, dan moeten ze worden verhoogd, en ook dat kost geld. “Het is als kunst,
38
O utline - Apr il 2016
men moet kopen wat men graag ziet, dan is men nooit gefopt.” Voor Vincent is dat een Lancia Fulvia van 1969, waarmee hij dit jaar gaat deelnemen aan de ING Ardenne Roads, en voor Bruno een Mazda 1000. “De Mazda was de eerste auto van mijn vader, en ik kon hem bovendien kopen van de garagist bij wie mijn vader zoveel jaar geleden zijn auto kocht. Het was een exemplaar dat altijd in de garage was blijven staan, met nog maar weinig kilometers. Voor mij is dat pure nostalgie.” Nostalgie is ook de reden waarom de clubleden verwachten dat de Chinezen de markt van de oldtimers nog even links laten liggen. “Wij zijn groot geworden met deze auto's. We zagen ze bij onze ouders en grootouders, of in films of stripverhalen. Zeker bij jongens zijn dat herinneringen die voor eeuwig in het geheugen gegrift blijven …” Oude auto’s altijd elitair? “Dat hoeft zeker niet”, vertelt Eddy Nys. “Niet alle oldtimers zijn duur, en daarnaast ziet u ook steeds meer rally’s met de categorie Youngtimers, dat zijn markante auto's uit de jaren 1970, 1980 en 1990. Kortom, de auto’s uit de jeugd van de jongere rallyrijders van vandaag. Handig zijn met autosleutels, dat is pas belangrijk!”
•
Op de agenda: rally’s met de steun van ING
• ING Ardenne Roads
23 en 24 april 2016 Vertrek en aankomst in Spa http://ing.ardenneroads.org/nl
• Le rallye de la Littéraire
5 juni 2016 Vertrek en aankomst in Luik
• Knokke Out Classic
29 juli 2016 Vertrek in Knokke Out, Waterloo Aankomst in Knokke Out, Knokke
Hebt u interesse? Neem contact op met uw Private Banker.
Lifestyle
Delahaye Delahaye was een Frans automerk. Het maakte vooral sportieve en dure personenwagens. Het bedrijf werd opgericht in 1894 en bleef auto’s bouwen tot in 1956. De Delahaye 135 S boekte aan het einde van de jaren 1930 mooie resultaten in races, met in 1936 een overwinning in Spa, in 1937 in Monte Carlo en in 1938 in Le Mans. Die overwinning was doorslaggevend voor de reputatie van het merk. De auto op de foto is een reconstructie op basis van een 135 M met een standaard onderstel dat hoger is. Ook de motor en de versnellingsbak zijn meer afgesteld op rallyrijden. De auto heeft een lagere topsnelheid maar een hoger koppel in de lage toeren.
Outline - Apr il 2016
39
Reportage
ING Art Center
What's Next? Het ING Art Center, dat dit jaar zijn 30-jarig bestaan viert, koos voor zijn nieuwe tentoonstelling een kunstenaar voor wie het delen van emoties en een
Tentoonstelling
genereus contact met het publiek centraal staan.
ING Art Center 23. 03 –19. 06. 2016
Maak kennis met Peter Kogler, een Oostenrijkse
Koningsplein 6, 1000 Brussel ing.be/art
kunstenaar met internationale faam die zowel met zijn werk als zijn manier van kunst maken dezelfde waarden als de bank wil overbrengen.
In samenwerking met
Plastisch kunstenaar Peter Kogler (°1959, Innsbruck) woont en werkt in Wenen. Al in de jaren 1980 zette hij zijn eerste stappen op de internationale kunstscène. Zijn indrukwekkende, bijna bedreigende processie van mieren rond de video-installatie van Bruce Nauman bij Documenta IX (Kassel) zit in het geheugen van amateurs van hedendaagse kunst gegrift. Peter Kogler situeert zich op het kruispunt tussen het Amerikaanse minimalisme van de jaren 1960 en 1970 en het Weense Aktionisme dat omstreeks diezelfde periode zijn hoogtepunt beleefde. “Naast bepaalde motieven die hij in zijn werken vaak laat terugkeren en die hij ook blijft bewerken – zoals mieren, hersenen, de wereldbol en de gloeilamp – putte hij uit het Wiener Aktionismus een inwendige dynamiek die zowel genereus als aanstekelijk is. En het is net die dimensie die de bank wist te verleiden”, beklemtoont Patricia De Peuter, Senior Art Advisor bij ING. De artiest, een autodidact, pionierde op het vlak van computerondersteunde ontwerptechnieken. “Toch is het niet de informatica die zijn werk zo gesofisticeerd maakt”, vernemen we van Ami Barak, curator van de tentoonstelling. Om u hier persoonlijk van te overtuigen volstaat het om binnen te dringen in dit labyrintische universum: een wereld van golvende lijnen die elkaar kruisen en zich met elkaar verweven tot alles rondom de bezoeker lichtjes gaat draaien. Maar noem het eerder een constructieve dan destructieve duizeling. “Wanneer hij het
40
O utline - Apr il 2016
&
ING België nv – Bank – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijk uitgever: Inge Ampe –Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel –711336N – 02/16
711336_ExpoNext_affiches_A4-NL-2.indd 1
17/02/16 11:24
labyrintmotief gebruikt, plaatst Peter Kogler ons voor een aftelweg, van de uitgang naar de ingang, en op die manier weten we dat we niet kunnen verdwalen, maar dat we elkaar zullen terugvinden”, verklaart Ami Barak.
Een uniek creatieproces
Peter Kogler ontwerpt zijn motieven en herschaalt ze vervolgens met de computer. Dan brengt hij ze over op een drager waarmee hij de ruimte bekleedt. In dit geval stickers waarmee hij de muren en de vloeren van het ING Art Center inneemt. Op die ondergrond komen, via collages en superposities, oudere werken van de kunstenaar. Weefsels en klassiek meubilair (banken, tafels, fauteuils) vullen deze unieke omgeving aan. De artistieke woordenschat van Peter Kogler wordt gekenmerkt door terugkerende elementen. Hun dwingende ritme heeft een duidelijk psychische dimensie. Dat is vermoedelijk niet helemaal toeval, vergeet niet dat Wenen de bakermat van de psychoanalyse is. Peter Kogler maakte voor de tentoonstelling in het ING Art Center ook meerdere nieuwe werken, waaronder een immense arm met gestrekte vinger in gestanst aluminium die staat voor het scheppend vermogen van de mens. “Next, de titel van de tentoonstelling, vertaalt deze permanente energie van de creativiteit in een wereld in voortdurende
Reportage Kogler, autodidactisch “ Peter kunstenaar, is een pionier op het vlak van computerondersteunde ontwerptechnieken, maar het is niet de informatica die zijn werk zo gesofisticeerd maakt
”
verandering. De dynamiek van de verandering is nog even actueel als bij het ontstaan van de eerste computers”, vertelt een enthousiaste Patricia De Peuter. Binnen deze herschapen ruimte bieden twee afgesloten zones onderdak aan videoprojecties. Bijzonder typerend voor zijn werk is de vloerprojectie van witte ratten die handig door een labyrint rennen. We zouden ze kunnen interpreteren als een metafoor voor de mens die zijn weg zoekt via het doolhof van de geïnformatiseerde wereld.
Een 360°-project
De tentoonstelling Peter Kogler next is meteen ook een feesteditie, het ING Art Center bestaat dit jaar immers precies 30 jaar. Om die verjaardag te vieren is de toegang gratis voor alle INGklanten, op vertoon van hun bankkaart, én voor alle 30-jarigen. Daarnaast zijn er specifieke acties voor leerlingen en studenten uit artistieke richtingen (kunst, computeranimatie, communicatie enz.). Ze krijgen bovendien de kans om met de kunstenaar zelf in dialoog te gaan. Leerlingen en studenten uit alle Belgische scholen kunnen de tentoonstelling gratis bezoeken.
Peter Kogler in 6 belangrijke data
• 1959: geboren in Innsbruck (Oostenrijk) • 1986: e erste deelname aan de Biënnale van Venetië • 1992: Documenta IX in Kassel (Duitsland) • 2006: E ye on Europe, groepstentoonstelling in het MoMA van New York
• 2007: R etrospectieve in het Mamco, in Genève (Zwitserland) • 2014: Museum voor hedendaagse kunst van Zagreb (Kroatië) en Macedonisch museum voor hedendaagse kunst van Thessaloniki (Griekenland)
One step ahead staat voor de dialoog met de ruimte die de kunstenaar ondertussen al een 20-tal jaar aangaat. Elke dag, bij het vallen van de avond, wordt zijn nieuwe computeranimatie zichtbaar op de gevel. Met behulp van software eigent de kunstenaar zich de ledverlichting rond de ramen toe. Een uniek artistiek initiatief in Brussel.
•
Dat geldt ook voor de betalende bezoekers van Art Brussels en van het Listen! Festival, die een voucher ontvangen. ING, dat structurele partner is van Art Brussels (van 22 tot 24 april), zal zijn lounge aankleden met immense doeken en meubels die een verwijzing zijn naar het decor van de tentoonstelling. Shuttlebusjes brengen klanten van Tour & Taxis naar het ING Art Center. Daarnaast zijn er ook samenwerkingen met het festival voor elektronische muziek Listen! dat van 14 tot 17 april plaatsvindt op de Kunstberg (met onder meer de steun van ING). Ook zullen er zowel bij de vernissage als de finissage van de tentoonstelling DJ Performances worden georganiseerd.
Een kunstwerk in de stad
Dit verlangen om emoties te delen via een artistiek werk vindt zowel zijn weg via de virtuele wereld – via de sociale netwerken waar bezoekers worden uitgenodigd om te vertellen over de tentoonstelling en te beschrijven wat ze ervaren bij het zien van de werken van Peter Kogler – als de stedelijke omgeving. Sinds 23 maart vormt de gevel van het ING Marnix-gebouw immers het doek voor een tijdelijk werk van Kogler.
Peter Kogler - Zonder titel, 1987 - Xerox kopie op doek 150 x 150 cm - © Peter Kogler - Foto: Atelier Kogler
Outline - Apr il 2016
41
Reportage
Peter Kogler - Zonder titel, 2015 Verschillende materialen - 50 x 200 cm - © Peter Kogler - Foto: Atelier Kogler
↓
Peter Kogler, Zicht in de tentoonstelling MSU, Museum of Contemporary Art, Zagreb, 2014 - © Peter Kogler Foto: Atelier Kogler
→
eter Kogler, Zonder titel, 1997 P Zicht in de tentoonstelling ‘documenta X’, documenta-Halle, Kassel - Zeefdruk op papier © Peter Kogler Foto: Werner Maschmann
↓
42
O utline - Apr il 2016
eter Kogler, Zicht in de tentoonstelling van de P Galerie Mitterrand, Parijs, 2009 - © Peter Kogler
Reportage
↓
Praktische informatie De tentoonstelling Peter Kogler next loopt tot 19 juni 2016 in het ING Art Center, Koningsplein 6 te 1000 Brussel. Te bezoeken van dinsdag tot zondag, van 11u tot 18u, ook op feestdagen en Pinkstermaandag (16 mei). Van 20 tot 24 april blijft de expo naar aanleiding van de beurs Art Brussels open tot 20u. Elke dag worden er gratis rondleidingen georganiseerd om 15u, en op woensdag om 19u (zowel in het Frans als het Nederlands). eter Kogler, Zonder titel, 2006 - Zicht in de tentoonstelling P Broken Lines, Printemps de Septembre, Toulouse - Digitale druk op dekkleed - © Peter Kogler - Foto: Atelier Kogler
↑
Peter Kogler - Zonder titel, 2015 - Verschillende materialen - 100 x 100 cm - © Peter Kogler Foto: Atelier Kogler
↑
eter Kogler - Zonder titel, 2014 - Verschillende materialen P 100 x 100 cm - © Peter Kogler, courtesy Galerie Mitterrand Foto: Atelier Kogler
↑
Outline - Apr il 2016
43
Uw bevoorrechte gesprekspartners bij ING Private Banking België ing.be/privatebanking
General Manager Philippe Wallez Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 62 00
[email protected]
Chief Investment Officer Thierry Masset Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68
[email protected] Head of Business Development Kristof Kustermans Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 69 08
[email protected] Head of Portfolio Management Rudy Vandorpe Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68
[email protected] Head of Wealth Engineering Edouard Zurstrassen Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 496 58 80 22
[email protected]
ING België nv – Bank – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel 711348N – 03/16 - © Editing Team & Graphic Studio – Marketing ING Belgium.
Head of ING Private Banking Zone West (Oost- / West-Vlaanderen) Kurt Lamquet Kouter 173 9000 Gent Tel. +32 478 21 71 37
[email protected] Head of ING Private Banking Zone Oost (Antwerpen / Limburg-Leuven) Marc Vankeirsbilck Lange Gasthuisstraat 20 2000 Antwerpen Tel. + 32 475 37 01 57
[email protected] Head of ING Private Banking Zone Centrum (Brussel) Marie Helsmoortel Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 498 25 13 37
[email protected] Head of ING Private Banking Zone Zuid (Wallonië) Benjamin Francq Office Park Namur Avenue des Dessus de Lives 8 5101 Loyers Tel. +32 499 97 06 40
[email protected]