Lieve leugens, Brigitte van Aken 19 maart pagina s

Nederlands: jeugdliteratuur Lieve leugens, Brigitte van Aken

Katrien Aerts en Liesbet Oosters 19 maart 2008 16 pagina’s



0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave ....................................................................................................................... 2 1. Toets ....................................................................................................................................... 3 2. Dramatisering ......................................................................................................................... 4 3. Verhaalanalyse ....................................................................................................................... 4 3.1. Gebeuren ......................................................................................................................... 4 3.1.1. Geleding ................................................................................................................... 4 3.1.2. Spanning................................................................................................................... 5 3.1.3. Thema, stof en idee .................................................................................................. 5 3.1.4. Structurele motieven ................................................................................................ 6 3.1.5. Literair-historische motieven ................................................................................... 6 3.2. Personages ....................................................................................................................... 6 3.2.1. Ellen (Motje) ............................................................................................................ 6 3.2.2. Marleen..................................................................................................................... 7 3.2.3. Papa .......................................................................................................................... 7 3.2.4. Simon ....................................................................................................................... 7 3.2.5. Kaat en Tinne ........................................................................................................... 8 3.2.6. Pierre ........................................................................................................................ 8 3.2.7. Oma .......................................................................................................................... 9 3.3. Tijd .................................................................................................................................. 9 3.4. Ruimte ........................................................................................................................... 10 3.5. Perspectief ..................................................................................................................... 11 4. Werkvormen......................................................................................................................... 11 4.1 Praten naar aanleiding van boeken................................................................................. 11 4.2 Schrijven naar aanleiding van boeken............................................................................ 12 4.3 Spelen met boeken ......................................................................................................... 12 5. Vakoverschrijdende eindtermen........................................................................................... 12 6. Bio- en bibliografische gegevens ......................................................................................... 14 6.1 Biografie......................................................................................................................... 14 6.2 Bibliografie..................................................................................................................... 14 7. Bronnen ................................................................................................................................ 16

2



1. Toets 1. Hoe heet de celgenote van Ellens moeder? a. Marleen b. Tinne c. Kaat

2. Wat is de achternaam van Simon? a. Van Wijck b. Verdijk c. Van Dijck

3. Wat gaan Ellens vader en Doreen in Brussel doen? a. Manneke Pis uitlachen b. Het Atomium bezoeken c. Het parlementsgebouw bezichtigen

4. Met welke kleuren vat Marleen haar leven samen? a. Grijs, blauw en wit b. Zwart, blauw en grijs c. Zwart, geel en grijs

5. Wie is Herman? a. De dikke man met wie Marleen een kortstondige relatie had. b. De stiefvader van Marleen. c. De psycholoog in de gevangenis.

6. Welke aandoening zou Marleens zusje gehad hebben? a. Ze was een mongooltje. b. Ze had een hazenlip. c. Ze had een waterhoofdje.

3



2. Dramatisering Het eerste fragment dat wij zullen naspelen staat op pagina 43. Het is een gesprek tussen Ellen en haar vader over Simon en over Marleen.

Het volgende fragment begint op pagina 62. We reconstrueren een gesprek tussen Ellen en haar moeder. Marleen is net te weten gekomen dat ze naar de gekkenafdeling moet.

3. Verhaalanalyse 3.1. Gebeuren 3.1.1. Geleding Lieve leugens begint met een proloog, gevolgd door 25 hoofdstukken. Elk hoofdstuk begint met een kort stukje, dat in een ander lettertype geschreven is. Enerzijds zijn er gevangenisboodschappen, die romein, maar in een ander lettertype dan de rest van de tekst gedrukt zijn. Anderzijds zijn er de dromen van Ellen. Die worden cursief gedrukt. Ook brieven, gedachten en herinneringen worden cursief of vet gedrukt.

Hij zit op de bovenste stang van de schommel en kwettert. Simon steekt zijn hoofd door het venster. ‘Hoe kreeg je hem zo tam?’ vraagt hij. ‘Door hem te verwennen. En veel te knuffelen’, antwoord ik lachend. Plotseling krijgt Simon enorme vleugels en vliegt hij door het raam van mij weg. Ik open mijn mond en wil schreeuwen. Er komt geen geluid.

p. 20

In dit verhaal kunnen we de innerlijke geleding moeilijk onderscheiden. Er is niet echt sprake van een begin, een middendeel en een slot. Het verhaal begint middenin de gebeurtenissen. We kunnen wel een onderscheid maken tussen hoofden nevenhandelingen. Zo vormen de gesprekken tussen Ellen en haar moeder het hoofdgebeuren. De gesprekken tussen Ellen en de andere personages zijn dan eerder nevenhandelingen. Deze handelingen hangen echter samen met de hoofdhandelingen.

4



3.1.2. Spanning In deze roman hebben we vooral te maken met intellectuele spanning. Wij weten namelijk, net als Ellen, niet waarom haar moeder in de gevangenis zit. De andere personages weten dit echter wel. Ellen probeert er samen met ons achter te komen wat nu net de reden is voor haar moeders opsluiting.

Soms lijkt mijn leven een absurd poppenspel: ik weet niet wie precies wie de kop heeft ingeslagen. En wie daarvoor gestraft moet worden. Sinds mijn vorige bezoek aan mama leef ik in voortdurende angst en verwarring: opluchting en gif. De puppy, mama in de koffer, de proletariërkop.

p. 20

3.1.3. Thema, stof en idee De belangrijkste thema’s in dit boek zijn liefde en eerlijkheid. Daarnaast spelen ook adoptie, leven met een handicap en leven in gevangenschap een belangrijke rol.

De stof is hier vermoedelijk gehaald uit mondelinge en geschreven bronnen. De auteur heeft zelf waarschijnlijk niet meegemaakt wat ze in het boek beschrijft. We horen echter wel voortdurend verhalen over gevangenisstraffen en trauma’s. Denk maar aan de hedendaagse media.

Enkele ideeën die we bij ‘Lieve leugens’ kunnen formuleren zijn: -

Hoe belangrijk is eerlijkheid?

-

Mag een leugentje om bestwil?

-

Kan je leven zonder liefde?

-

Hoe groot is de invloed van adoptie op je verdere leven?

-

Hoe ga je om met een handicap?

-

Wat doe je als je je vrijheid kwijt bent?

5



3.1.4. Structurele motieven Een motief in structurele zin in deze roman is ‘opluchting en gif’. Dit leidmotief komt regelmatig terug wanneer de moeder spreekt over haar verleden. Dat zien we bijvoorbeeld op pagina 14, pagina 16 en pagina 20.

‘Opluchting en gif’, zegt mama. Zijn lieve oogjes twinkelen als hij vraagt: ‘Wat bedoel je met die woorden, Marleen?’ ‘Oh. Simpel. Op zondagmiddag een ritje door het bos: opluchting als de koffer van zijn wagen opengaat en ik eindelijk weer blauwe lucht zie. Gif in zijn ogen als ik zeg dat ik bijna was gestikt.’

p. 14

3.1.5. Literair-historische motieven Liefde komt in de meest uiteenlopende romans voor. Ook over leugens, of net eerlijkheid, zijn wel wat boeken te vinden. -

Romeo en Julia – Ed Franck

-

Wild vlees – Marita de Sterck

-

Prinses platzak – Kate Brian (Twee meisjes lijken sprekend op elkaar en ruilen voor één avond van plaats.)

3.2. Personages 3.2.1. Ellen (Motje) Ellen is het hoofdpersonage in dit boek. Ze is 16 jaar oud en probeert haar moeder, die in de gevangenis zit, zo vaak mogelijk te bezoeken. Ze woont bij haar verlamde vader en neemt dus de meeste huishoudelijke taken voor zich. Ze zorgt tegelijkertijd voor haar vader. Ellen is een round character. Geleidelijk aan evolueert ze van een naïef meisje dat al haar moeders leugens gelooft, naar een jonge vrouw die een onderscheid kan maken tussen leugen en werkelijkheid. Ellen is 16 jaar oud.

Ik heb het voor mezelf uitgemaakt: voorlopig zet ik geen voet meer in de gevangenis. Met haar gruwelijke verhalen heeft mama twijfel gezaaid en dat neem ik haar heel erg kwalijk.

p. 45

6



3.2.2. Marleen Marleen is de moeder van Ellen. Ze zit in de gevangenis omdat ze haar man, Ellens vader probeerde te vergiftigen. Ze is blond en maakt zich graag op. Zelfs in de gevangenis steekt ze haar haar op en draagt ze gouden oorringen en make-up (p.6). Ze vertelt graag over haar verleden, maar enkel haar verleden als kind. De andere gebeurtenissen verzwijgt ze angstvallig. Ze vervangt wat er echt gebeurd is, door allerlei leugens.

‘Als ik moest plassen, warmde ik mijn handen boven de kolenkachel, want de wc stond buiten. Ik herinner me koude billen op een houten wc-bril en een waterkruik op de grond. Het waren andere tijden, Motje. Ik herinner me ijsbloemen op het raam. Je opa tekende mijn slechte cijfers voor rekenen met een kruisje op mijn voorhoofd weg.’ Ze bedwelmt me met haar warme verhalen, als rook van wierookstokjes rondom mij. ‘Toen ik achttien was, leerde ik je papa kennen.’ Gewiekst slaat ze de twaalf zwarte jaren over. p. 17

3.2.3. Papa Ellens vader zit in een rolstoel sinds de ‘aanslag’ van Marleen. Hij praat heel weinig met Ellen. Ondanks zijn verlamming kan hij met een (speciale) auto rijden. In de loop van het verhaal leert hij een andere vrouw kennen, Doreen. Zij is kapster.

Waarom praat ik niet over mama met hem? Hij weet dat ik haar zo vaak ik kan ga bezoeken, maar hij vraagt nooit hoe het met haar gaat. Waarom zou hij ook? Het is haar schuld dat hij verlamd is.

p. 20

3.2.4. Simon Simon is de vriend van Ellen. Hij heeft krulhaar. Hij is erg lief voor Ellen en probeert met haar te praten, maar Ellen is een gesloten boek.

7



‘Praat er met mij over,’ zegt hij. ‘Hoe vind je mijn papa?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Dapper. In die rolstoel. Hij zet zijn leven voort, heb ik de indruk.’

p. 11-12

3.2.5. Kaat en Tinne Kaat en Tinne zitten allebei bij Marleen in de gevangenis. Volgens haar zijn ze allebei wild en onbetrouwbaar. Kaat is een sluwe zilvervos en Tinne een Arabische volbloed. Kaat is de celgenote van Marleen. Ze is blond en heeft een getatoeëerde arm. Ze heeft last van depressies omdat ze haar zoontje niet kan zien. Ze zit in de gevangenis omdat ze lid uitmaakte van een bende en een roofoverval pleegde. Marleen maakt haar dochter echter wijs dat ze haar kind in de kast opsloot en zwaar mishandelde. Tinne is een stevige vrouw met dikke borsten. Ze zit volgens Marleen in de gevangenis omdat ze haar ex-leraar doodstak, maar eigenlijk heeft ze een drugsprobleem.

‘Nee, een gevangene. Tinne. Beet gisteren in mijn nek, verdomme. De zottin. Stak haar exleraar dood in de halsslagader. Kreeg zeven jaar.’ Ze wijst naar een jonge vrouw die verbaasd naar de kleuters in het ballenbad kijkt. ‘Gelukkig deel ik mijn cel met die blonde daar. Kaat.’ ‘Oh. En die is wel leuk?’ Mama kijkt mij ernstig aan. ‘Niemand is hier leuk. Maar Kaat is wel de meest normale. Haar zoontje zit in een pleeggezin. Mathias heet hij.’

p. 8

3.2.6. Pierre Pierre is een begeleider in de gevangenis. Hij leidt de kringgesprekken tussen de gevangenen. Bij die kringgesprekken mogen ook familieleden aanwezig zijn. Hij luistert dan ook niet alleen naar de gevangenen, maar hij probeert ook Ellen op te vangen.

8



‘Zal ik je eens over Pierre vertellen? Pierre is een goedaardige reus. Ik mag nu en dan op zijn gelaarsde voet dansen.’ Daar heb je het weer: dat geflirt met woorden. Ik leg mama’s tekst als een heilig voorwerp tussen ons in. ‘Gisteren mocht ik van hem mijn leven in drie kleuren samenvatten’, vertelt ze. ‘Een soort therapie.’

p. 7

3.2.7. Oma Oma is Marleens moeder en dus de grootmoeder van Ellen. Marleen beweert dat Herman, haar stiefvader, oma van de trap duwde. Oma meent echter dat ze gewoon van de trap is gevallen. In elk geval houdt ze er een levenslange blessure aan over. Ze is echter geen onschuldig, lief mens. Ze scheldt haar kleindochter zelfs uit voor ‘lelijke, schele indiaan’.

Oma had gezworen de waarheid te vertellen. Wat een onzin vertelt mijn dochter toch! Schei toch uit, Marleen! Herman heeft mij helemaal niet van de trap geduwd. Waarom zou hij dat gedaan hebben? Wij hadden een goede relatie. Ik struikelde, mijnheer de advocaat. Over zijn pantoffels nog wel.

p. 18

3.3. Tijd De vertelde tijd van dit verhaal telt vermoedelijk een aantal maanden. Op het einde vertelt Ellen immers dat ze voor het eerst in maanden niets gedroomd heeft. Wat ze daarvoor vertelt, gaat over die dromen en over haar zoektocht naar de waarheid.

De verteltijd bedraagt 96 blz., wat overeenkomt met een tweetal uurtjes lezen.

Het verhaal is grotendeels chronologisch verteld. We volgen Ellens zoektocht door de leugens. We krijgen af en toe wel retrospecties naar momenten waarop haar moeder nog thuis woont of waarop haar moeder vertelt over haar jeugd.

9



Kerstmis was lachen boven stalen manden vol hout en vuur, glühwein drinken en kluiven aan een kippenpoot. Kerstmis was vierde wereld spelen onder de olmen van onze villa, gestrekt op het tapijt bij de open haard liggen en naar muziek uit de oude grammofoon van oma luisteren. Kerstmis was papa die heupwiegend door het huis danste. Papa was stoerder dan Ali Baba en mama mooier dan een oosterse prinses. Ze zoenden. Er hing seks en een tikkeltje schaamte in de lucht.

p. 11

3.4. Ruimte Vermoedelijk speelt dit verhaal zich af in België. Dat denken we omdat Ellens vader en Doreen een dagje naar Brussel gaan. Verder zijn er echter geen aanwijzingen dat deze gebeurtenissen in België plaatsvinden.

Er zijn drie belangrijke plaatsen in deze roman: het huis waar Ellen en haar vader wonen, de gevangenis en Simons huis. De informatie die we over deze plaatsen krijgen is echter zeer beperkt.

Over de gevangenis komen we te weten dat er een eerder kille sfeer hangt, zoals in de meeste gevangenissen. Er is echter wel een ballenbad voor de kleinste bezoekertjes.

Mama zit bleek voor me. Een koude tafel tussen ons in. In de hoek van de bezoekerszaal spelen enkele kleuters in een ballenbad.

p. 6

Bij Simon is het net heel gezellig. In het begin van het verhaal heeft hij eerder een puberkamer met posters, maar op het einde zijn de posters verdwenen.

We zitten knus in zijn kamer. De poster van Spiderman hangt er niet meer.

p. 73

Over Ellens huis krijgen we geen informatie. We kunnen wel afleiden dat er maar één verdieping is, aangezien haar vader geen trappen kan doen met zijn rolstoel. Er wordt ook nergens gesproken over een lift.

10



3.5. Perspectief We hebben hier te maken met een ik-vertelsituatie. De hoofdfiguur, Ellen, vertelt over haar zoektocht naar de waarheid, naar de liefde. Het vertellend- en belevend-ik vallen hier samen.

‘Is hij thuis?’ Ik weet dat ze gespannen naar me zal luisteren, maar ik ben niet van plan veel te vertellen. ‘Nee. Hij is een weekend naar de Ardennen met Doreen.’ Er valt een stilte en ik weet niet goed of ik haar moet vertellen wie Doreen is. Kan ik haar zeggen: Doreen is een mooie, jonge kapster die verliefd geworden is op papa en die ik écht wel grappig vind? … ‘Doreen is kapster. Zie je dat niet aan mijn haar?’ Ik draai mijn hoofd van links naar rechts, maar mama kijkt brutaal van me weg.

p. 82

4. Werkvormen 4.1 Praten naar aanleiding van boeken Vooraleer de leerlingen het boek beginnen lezen, kan je aan de leerlingen vragen om eens na te denken over de titel van het boek. Laat hen nadenken over wat Lieve Leugens zou kunnen betekenen, zijn leugens lief? Je kan een klassengesprek opbouwen rond leugens: wie vertelt al eens een leugen(tje)? Tegen wie? Mogen leugentjes om bestwil?

Het hele verhaal vraagt Ellen zich af of alles wat haar moeder vertelt, wel waar is. Ze trekt alles in twijfel. Tijdens het lezen van het boek kan je als leerkracht geregeld de vraag stellen aan de leerlingen of zíj geloven wat Marleen vertelt.

Na het lezen van het verhaal is de lezer er nog steeds niet uit wat nu de waarheid is en wat gelogen is. Je kan de verschillende meningen van de leerlingen vragen tijdens een klassengesprek.

11



4.2 Schrijven naar aanleiding van boeken De leerlingen zijn journalisten die het proces hebben bijgewoond waarin Marleen wordt beschuldigd van moordpoging. Zij kunnen een artikel schrijven voor een krant waarin verslag wordt gemaakt van het proces.

Op het einde van het boek schrijft Marleen twee brieven naar haar dochter over de ‘zwarte’ periode in haar leven. De leerlingen kunnen zelf een brief schrijven of Ellen kan ook een brief terugsturen naar haar moeder.

Vaak begint een hoofdstuk met een droom van Ellen. De leerlingen kunnen zelf een droom verzinnen en er betekenis aan geven.

4.3 Spelen met boeken Je kan de leerlingen een rollenspel laten spelen: Ellen wil van haar moeder, vader, oma,… meer te weten over het verleden en waarom haar moeder Ellens vader wilde vermoorden.

Je kan met de leerlingen een ‘lieveleugenspel’ spelen, een soort ‘Drie wijzen’. Enkele leerlingen vertellen een al dan niet waar gebeurd verhaal; de andere leerlingen moeten proberen te raden of die persoon de waarheid spreekt of niet.

5. Vakoverschrijdende eindtermen OPVOEDEN TOT BURGERZIN Gezinsvormen en eigen leefkring De leerlingen 6 kunnen verschillende gezinsvormen en gezinsculturen beschrijven en er begrip voor opbrengen. 7 kunnen zich een beeld vormen van het gedrag van mannen en vrouwen in de maatschappij in het algemeen en het gezin in het bijzonder en dit toetsen in de eigen leefkring. 8 weten waar ze terecht kunnen bij problemen in hun eigen leefkring. 12



Marleen, de mama van Ellen, moet voor elf jaar de gevangenis in wegens moordpoging op haar man. Ellen wil begrip opbrengen voor haar moeder, maar stoot keer op keer weer op leugens. Bij haar vader kan ze met haar vragen niet altijd terecht, ook bij haar vriend Simon stuit ze soms op een muur van onbegrip. Ellen moet eerst voor zichzelf uitmaken welke plaats de ‘lieve leugens’ van haar moeder in haar leven krijgen. Anders kan ze niet verder met haar eigen leven.

Niet alle kinderen hebben het geluk terecht te komen in een gelukkig, normaal gezin. Veel gezinnen zijn al ontwricht door echtscheidingen of de onderlinge relatie tussen de gezinsleden wordt bemoeilijkt door nieuwe samengestelde gezinnen. Dit kan leiden tot problemen in de school. Het is belangrijk dat leerlingen weten waar ze terecht kunnen met hun vragen of problemen. Als je als leerkracht een goede band hebt kunnen opbouwen met je leerlingen, kan je voor hen ook een vertrouwenspersoon zijn.

SOCIALE VAARDIGHEDEN De ontwikkeling van een voldoende ruim gamma van relatiewijzen De leerlingen kunnen 1 zich als persoon present stellen: uitkomen voor een eigen mening en respect opeisen voor de eigen lichamelijke en seksuele ontwikkeling.

Ellen heeft door de voorbije gebeurtenissen geen zin meer om te vrijen met haar vriend Simon. Doorheen het verhaal wijst zij hem regelmatig af.

8 opkomen voor de eigen rechten en voor de rechten van anderen uit de groep.

Ellen vindt het haar recht om de waarheid te kennen. Bij haar moeder probeert ze uit te vissen hoe de vork aan de steel zit. Thuis eist ze dat haar vader de waarheid vertelt. Ze wordt heen en weer geslingerd tussen waarheid en leugens. Maar het is zijzelf die achter de waarheid moet zien te komen.

13



Een kind heeft net als een volwassene bepaalde rechten. Elke goede relatie is gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Een kind heeft (in de meeste omstandigheden) recht op de waarheid, en zal daardoor zelf gemakkelijker zijn gevoelens uiten.

6. Bio- en bibliografische gegevens 6.1 Biografie Brigitte van Aken werd geboren op 7 mei 1962, woont in Turnhout en geeft les aan de Handelsschool in Turnhout. Ze heeft 2 dochters, Marlies en Iris. Op haar achtste schreef ze haar eerste boek ‘De kat’, over een verdwaalde kater die ze als kind onderdak gaf.

Ze speelt, bekijkt, schrijft en regisseert ook toneelstukken. Op twee na vonden haar eigen boeken allemaal de weg naar de planken. Maar ze voelt zich vooral schrijfster, omdat het schrijven vorm geeft aan wat in haar leeft.

6.2 Bibliografie Korte inhoud: Annemie Geerts, actrice en Brigitte Nijsten, geschiedenislerares en recensente: allebei zoeken zij een nieuwe liefde, beiden hebben “een verhouding” met Diederic, de regisseur van het theatergezelschap. Hij bewondert Annemie en bemint Brigitte. Wanneer Diederic aanpapt met Riet en haar een hoofdrol toespeelt, worden de wrekende furies wakker. Ze zullen die rivale vermoorden, een “ongeluk “ tijdens het bergbeklimmen.Wat bezielt Brigitte en Annemie? Bevreemdend is bovendien dat de twee vriendinnen , die bijna-buren zijn, elkaar week na week schrijven. Over het wereldje van hun theater, maar meer nog over het theater van hun wereldjes. Door deze flagrante schending van het briefgeheim wordt zelfs het meest intieme onthuld.“ Goed Gek is even indringend als origineel, omdat elk van de twee auteurs in de huid van een hoofdpersonage kruipt. Deze brievenroman brengt het verhaal, vol vuur en venijn, van liefde in al haar facetten, tot dodelijke jaloezie toe.

14



Korte inhoud : Bernadette, pas moeder geworden van een dochtertje, maar zwaar ziek, ontmoet Hugo aan de vijver van het universitair ziekenhuis. Hugo heeft een zoontje, maar is voor de rest van zijn leven onvruchtbaar.Ontdaan van alle glitter, moegestreden, ziek en uitgeput staan deze mensen tegenover elkaar. Uit hun lotsverbondenheid ontstaat een voorzichtige vriendschap. Nu de toekomst plots onzeker is en de tijd in het ziekenhuis eindeloos lijkt, spoken momentopnamen uit een vroeger leven door hun hoofd. Oude dromen en verwachtingen, maar ook schrijnende herinneringen en onverwerkte jeugdtrauma’s... Wat als er geen toekomst meer is?

Korte inhoud : Sylvie is 18. Ze is het enige gekleurde kind in een blank gezin met een koloniaal verleden. Ze heeft altijd geloofd dat haar vader een zwarte arts was. Als ze naar Zimbabwe wil reizen, op zoek naar haar wortels, stuit ze echter onverwacht op zware tegenkanting van haar moeder. Alle zekerheden komen plots op de helling te staan . Wie is ze echt? Waar komt ze vandaan? Wie is haar echte vader? Sylvie hoopt in Zimbabwe het antwoord te vinden. Haar oudere zus An is getrouwd met een succesvol advocaat. Ze zijn kinderloos. Ontgoocheling, maar ook cynisme en ambitie drukken een stempel op hun huwelijk. Terwijl Sylvie in Afrika op zoek gaat naar haar vader, begint An een zoektocht naar zichzelf. Land van majesteiten is een verhaal over liefde en over de strijd om het behoud van de eigen identiteit in de complexe relaties tussen mensen. Een eigentijdse boeiende roman.

Korte inhoud: Inge heeft een drankprobleem. Chris verminkt zichzelf. Iris zit na haar bevalling psychologisch aan de grond. Hermien worstelt met dwangmatige handelingen en is een echte zwartkijker... De vrouwen leren elkaar kennen in het psychiatrisch centrum.Eenmaal ontslagen uit het ziekenhuis, blijven ze elkaar sporadisch ontmoeten. Ze keuvelen over het mooie weer, de wissewasjes van alledag en bestoken elkaar met vragen. Maar eigenlijk zitten hun hoofden vol tranen, schreeuwen ze woordeloos om warmte en begrip... De drank maakt de tongen los en scherp. De verhullende mantel van de schone schijn leggen ze af. Emma, de wat excentrieke vriendin van de vier vrouwen, is de katalysator die het smeulend vuur van de emoties oprakelt.Brigitte van Aken ontwikkelt een rijk geschakeerd portret van vrouwen die schijnbaar normaal functioneren - ze kunnen ieders buurvrouw zijn. En toch zijn ze gevangen in de leegte van het bestaan. "Mooi weer vandaag "is een sterke psychologische roman die de lezer van bij de eerste pagina grijpt.

15



Korte inhoud: Inge heeft een drankprobleem. Chris verminkt zichzelf. Iris zit na haar bevalling psychologisch aan de grond. Hermien worstelt met dwangmatige handelingen en is een echte zwartkijker... De vrouwen leren elkaar kennen in het psychiatrisch centrum.Eenmaal ontslagen uit het ziekenhuis, blijven ze elkaar sporadisch ontmoeten. Ze keuvelen over het mooie weer, de wissewasjes van alledag en bestoken elkaar met vragen. Maar eigenlijk zitten hun hoofden vol tranen, schreeuwen ze woordeloos om warmte en begrip... De drank maakt de tongen los en scherp. De verhullende mantel van de schone schijn leggen ze af. Emma, de wat excentrieke vriendin van de vier vrouwen, is de katalysator die het smeulend vuur van de emoties oprakelt.Brigitte van Aken ontwikkelt een rijk geschakeerd portret van vrouwen die schijnbaar normaal functioneren - ze kunnen ieders buurvrouw zijn. En toch zijn ze gevangen in de leegte van het bestaan. "Mooi weer vandaag "is een sterke psychologische roman die de lezer van bij de eerste pagina grijpt. Alle boeken uitgeven bij Uitgeverij Davidsfonds / de Clauwaert.

7. Bronnen -

http://www.boekenzoeker.org

-

Cursus vakdidactiek (Dhr. J. Uyttendaele)

-

Cursus Literatuur (Mevr. A. Cuynen)

-

http://users.pandora.be/gouvia/Brigitte%20Van%20Aken.htm

-

Leesbeesten en boekenfeesten (Jan van Coillie)

-

Lieve leugens (Brigitte van Aken)

16

Lieve leugens, Brigitte van Aken 19 maart pagina s

Recommend Documents